7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015_7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015 16/09/15 10:47 Pagina 1
ex officina
NIEUWS UIT DE UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK JAARGANG 28 / 2 • 2015
7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015_7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015 16/09/15 10:47 Pagina 2
Het Studentenhuis, een schrijn uit het fin de siècle en de belle époque Recent kon de Universiteitsbibliotheek door aankoop een bijzonder stuk academisch erfgoed verwerven. Het schaalmodel van het negentiendeeeuwse Leuvense Studentenhuis is een uniek historisch object dat van belang is voor de geschiedenis van de studentenbeweging, de architectuurhistorie en de wederwaardigheden van de universiteit in de Eerste Wereldoorlog.
E
igenlijk gaat het om een schaalmodel van de grote zaal van het Studentenhuis die kennelijk als taverne werd uitgebaat maar vooral bekendheid verwierf als locatie voor bijeenkomsten met voordrachten en concerten, voor feesten en banketten (met dissen tot zevenhonderd man!). Het Studentenhuis (Maison des Étudiants) was oorspronkelijk ondergebracht in het oude herenhuis Dieudonné aan de Vaartstraat. Het was een sociëteitsgebouw met vergaderlokalen, gelagzaal, leeskabinetten en zelfs een ‘gymnasium’, een fitnessruimte zeg maar, dit alles ten behoeve van het in 1878 met de steun van rector Namêche opgerichte Algemeen Studentengenootschap (Société générale des Étudiants).
Joris Helleputte, hoogleraar architectuur en exponent van de neogotiek (met name van de Leuvense ingenieursgotiek), kreeg de opdracht om een feestzaal te bouwen en die door een galerij te verbinden met het oude huis. Hij richtte in de tuin een gebouw op in baksteen met een gevel van acht traveeën, gelijkvloers ingevuld met drieledige kruisramen en gemarkeerd door forse steunberen en hoog oprijzende dakvensters met een spitsboogvormige tracering, kruisbloemen in de top. Opvallend zijn het monumentale zadeldak en de toegangspartij in de vorm van een vooruitspringend portaal. De constructie oogt sober en robuust, de neogotiek als vehikel van een strijdbaar katholicisme. Het gloednieuwe Studentenhuis werd ingewijd op 15 november 1879.
Franz Gailliard, Een blik in het restaurant van het Studentenhuis. Plaat naar een pentekening in Le Patriote illustré, 8 november 1896. KU Leuven, Universiteitsarchief.
2
7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015_7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015 16/09/15 10:47 Pagina 3
Er zijn van het Studentenhuis geen Bij de inwijding hield Pieter Alberdingk Thijm, de uit Amsterdam afkomstige hoogleraar die bouwtekeningen bewaard gebleven zich niettemin achter Rodenbach en de West(niet in het archief van Joris Helleputte in het Universiteitsarchief en evenmin in Vlaamse taalparticularisten had geschaard, het Leuvense Stadsarchief). Enkele foto’s een zogenaamde aanspraak in het Vlaams. bieden binnenaanzichten van de Zijn collega en rivaal (geen ongewone combinatie onder professoren) Pieter Willems rechthoekige zaal die open is tot in kondigde aan dat allerhande sociëteiten hun de nok van het dak, met een reusachtig zittingen zouden houden in het Studentenhuis, spitsboogvenster in de zijwand en ook het Taal- en Letterlievend genootschap een omlopende galerij. We kennen Met Tijd en Vlijt, dat onder de zinspreuk het gebouw vooral van de reportage ‘Voor godsdienst, moedertaal en vaderland’ in Le Patriote illustré uit 1896 met opereerde. De letterkundige afdeling bleef de sfeervolle tekeningen van Franz vergaderen in de leeskamer van het Pauscollege, Gailliard (1861-1932). In weerwil van Victor Belot in 1906. Foto E. Fabronius, Brussel. KU Leuven, waar ze de steenkool en de portier moesten de monumentale vormgeving ademt Universiteitsarchief, Fotoverzameling van het Archief en Museum vergoeden, maar de redekundige afdeling het interieur burgerlijke sociabiliteit: van het Vlaams Studentenleven. streek voortaan neer in het Studentenhuis, kelners in rok bedienen er aan met dat kennelijk gratis beschikbaar werd gesteld. Ter gelegenheid van linnen gedekte tafels studenten met wijnglazen en walmende sigaren, het gouden jubileum van Met Tijd en Vlijt in 1887 werd er een heren van stand. luisterrijk banket georganiseerd, en Joost van den Vondel (1887), voorzitter Willems (1892) en ondervoorzitter Alberdingk Thijm De Société générale des Étudiants had de zegen van de academische (1895) werden er gehuldigd. Ook de Vlaamsgezinde rector Abbeloos, overheid en kende in de beginjaren een voorspoedig bestaan met wel ‘bemind opperhoofd onzer Hogeschool’, ontving er in 1895 een zestienhonderd leden. Het Universiteitsarchief bewaart nog steeds het fraaie vaandel van het studentengenootschap, vervaardigd uit zijde met huldebetoon met veel heildronken op paus en vorst. veel borduursel en verguldsel, met aan de ene kant de Sedes sapientiae in een mandorla (wat vanaf 1909 het ‘middeleeuwse’ zegel van de Joris Helleputte, die in 1889 verkozen geraakte voor de Kamer, universiteit zou vormen) en op de keerzijde de blazoenen met de werd in zijn eigenste huis met groot enthousiasme ingehaald als emblemen van de vijf faculteiten (godgeleerdheid, rechtsgeleerdheid, nieuwbakken parlementariër. De bouwmeester sprak de wens uit dat geneeskunde, wijsbegeerte en letteren, wetenschappen). Het devies de feestzaal spoedig te klein zou blijken zodat hij ze kon vergroten. Instaurare Omnia in Christo (Alles hernieuwen in Christus) zou veel Helleputte meende op dat eigenste ogenblijk een terugloop van later in het interbellum de lijfspreuk worden van de Katholieke belangstelling te constateren. Aan feestjes was er anders geen gebrek. Studentenactie in Vlaanderen. Midden de levensbeschouwelijke De Limburgse (1896) en de West-Vlaamse Gouwgilde (1898) en het agitatie van de eerste Schoolstrijd (1878-1884) was dat een uitdagend studentenblad Ons Leven (1903) vierden er lustra en verjaardagen en maatschappelijk programma, dat na de verpletterende overwinning die werden met zwierige affiches aangekondigd. Er werden toon- en van de katholieke partij in 1884 ook nog zijn beslag leek te toneelkundige avondfeesten op touw gezet, concerten met muziek kunnen krijgen. van Vlaamse componisten (Peter Benoit in 1892, Jan Blockx het jaar daarop) maar ook een bruisend proeffeest (‘zoo heet men het deftig drinken van menig glas lekkere bieren.’) Kortom: in het Studentenhuis De eerste voorzitter van het Algemeen Studentengenootschap was nam het zogeheten cultuurflamingantisme bij wijlen een hoge vlucht. Victor Belot, een Waalse student geneeskunde. Met het opmerkelijke schaalmodel van het Studentenhuis wou de sociëteit zijn voorzitter In de schoot van het Algemeen Studentengenootschap echter namen eren, die toch ook enigszins als bouwheer van het sociëteitsgebouw de spanningen tussen Walen en Vlamingen hand over hand toe. kon gelden. Belot was in 1881 afgestudeerd en had zich als arts in De eentalige sociëteit – de zogeheten Générale – kwam onder vuur Ciney gevestigd. Daar in de verre hoofdstad van de Condroz had hij in zijn dokterskabinet een duplicaat van ‘zijn’ Leuvense Studentenhuis te liggen van de beginnende Vlaamse Beweging. De katholieke verkiezingsoverwinning van 1884 deed overal ook de katholieke binnen handbereik. Omdat het model ook een (opgerold) exemplaar bevat van het welbekende album over de historische optocht uit 1884 flaminganten radicaliseren. In Leuven verlieten de Vlamingen aan het einde van de jaren tachtig zelfs het Algemeen Studentengenootschap, (ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de heropening van dat nu nog maar zeshonderd leden telde. De vereniging zou de universiteit), zijn we geneigd om het geheel omstreeks 1885 te uiteindelijk ten ondergaan in taaltwisten. De Franstalige studenten dateren. Of was dit toch het afscheidsgeschenk voor de ‘présidentbleven zich met name verzetten tegen tweetaligheid en hielden fondateur’ van de Générale in 1881? hardnekkig vast aan de alleenheerschappij van het Frans terwijl de Vlamingen meer plaats wilden inruimen voor het Nederlands. > Aanvankelijk zag het er naar uit dat in het Studentenhuis voldoende plaats was ingeruimd was voor het Vlaamse studentenleven. 3
7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015_7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015 16/09/15 10:47 Pagina 4
In het fin de siècle laaide de strijd om Het geheel is fraai vorm gegeven. gelijkberechtiging van het Nederlands Door zijn bouwkundig volume en de gotische uitmonstering lijkt het wel hoog op. Ten tijde van het debat een reliekschrijn. De bij schrijnen omtrent de Gelijkheidswet (1898) gebruikelijke halfedelstenen ontbreken in het parlement kwam het in het echter, evenals figuren of half verheven Leuvense Algemeen Studentenbeeldhouwwerk. Maar vooral door de genootschap tot een heuse breuk. afwezigheid van een signatuur of een De belle époque leek evenwel voor atelierstempel is de historische waarde een doorstart te zorgen.Vice-rector ongetwijfeld groter dan de artistieke. Cartuyvels wist de scherven alsnog te lijmen en de Générale kon in 1902 In tegenstelling tot het historische worden heropgericht, weliswaar op pand van het Studentenhuis is de een nieuwe grondslag, als het Adolf van Elstraete, De ruïne van het Studentenhuis, geelkoperen replica voorzien van een overkoepelende orgaan van twee 26 september 1914. Pasteltekening, zwart, gehoogd met wit. bordes met borstwering van vierpassen autonome vleugels, de Fédération KU Leuven, Universiteitsarchief, Tekeningenverzameling van het Archief van het Vlaams Studentenleven. bekroond met pinakels en van een wallonne en het Vlaamsch Verbond. brede toegangstrap met leeuwtjes Die confederatie was echter geen lang als schildhouder op de aanzetten. In de puntgevels aan de zijkant leven beschoren. De formule overleefde nieuwe taalincidenten prijken enerzijds de Sedes sapientiae en een banderol met niet en vanaf 1908 gingen Vlamingen en Franstaligen hun eigen de strijdleuze Instaurare Omnia in Christo en anderzijds de weg. De confederatie was uitgelopen op een splitsing, pur et dur. wapenschilden van de faculteiten naar het model van het sociëteitsvaandel. Aan de achterkant van het zadeldak zijn Het Studentenhuis zelf viel ten prooi aan oorlogsgeweld. opschriften aangebracht met centraal een opdracht aan de Het sociëteitsgebouw van het Algemeen Studentengenootschap voormalige voorzitter van de sociëteit,Victor Belot (1878-1881). werd aan het begin van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914 samen met de Universiteitshal, met daarin de universiteitsbibliotheek, en een paar duizend andere panden in brand gestoken door Duitse De trappartij bevat een laatje waarin een inktstel verborgen zit troepen als vergelding voor het vermeende optreden van Belgische (met inktpot en zandstrooier) en waarin voorts ook nog francs-tireurs. Het Studentenhuis met zijn indrukwekkende feestzaal, documenten zijn opgeborgen (een portretfoto met opdracht die in de belle époque tientallen jaren lang de draaischijf was geweest van voorzitter Belot uit 1906, een gedrukte partituur met van een bijzonder joyeus studentenleven, ging in vlammen op. een studentenlied, een uittreksel uit een publicatie met een Zowel het academiegebouw, de Universiteitshal, als zijn tegenhanger, geschiedenis van de sociëteit). Alleen al door zijn profiel met het het sociëteitsgebouw, het Studentenhuis, waren in de as gelegd; opvallende zadeldak doet het gebouw zelf of het model ervan als het de bedoeling was om de universiteit in het hart te treffen, zoals gezegd meteen aan een schrijn denken. Dit fonkelende dan had de bezetter geen betere doelwitten kunnen kiezen. schrijn uit het fin de siècle en de belle époque bevat misschien niet echt relieken, maar toch wel relicten en souvenirs uit het studentenleven en die liggen voor de negentiende eeuw, Het Studentenhuis werd nooit meer wederopgebouwd. Van de geblakerde ruïne bewaren we een pakkende tekening, mede door de brand van Leuven, niet voor het rapen. Kortom: een kostelijke aanwinst voor de studentikoze geheel toepasselijk in zwart pastelkrijt (het lijkt wel houtskool), branche van het academisch erfgoed. van de hand van de Leuvense kunstenaar Adolf van Elstraete (1862-1939), gedagtekend 26 september 1914. In de achtergrond is de gehavende Sint-Pieterskerk te zien. Na de oorlog kwam Mark Derez het terrein in handen van de prille Leuvense christelijke arbeidersbeweging die in 1913 een aanpalend huis had gekocht. Literatuur Daar verrees een nieuw complex met een bioscoop, ‘ciné Lovanium’ (‘familiefilms’ 1930-1981), op de plek van de feestzaal. • La Société Générale des Étudiants de Louvain. 1878-1879-1880, Leuven, s.d. • Emiel Lamberts & Jan Roegiers (eds), De universiteit te Leuven In zijn miniatuurversie oogt het Studentenhuis buitengewoon 1425-1985, Leuven 1988, 362-363. elegant. Het schaalmodel is vervaardigd uit geelkoper (messing) en meet 70 op 40 cm. Het is 50 cm hoog (25 cm tot de dakrand en dan • Krista Maes, Rie Vermeiren, Luc Verpoest & Luc Vints, nog eens 25 cm tot de vorstkam op de nok van het dak). Het lijkt Joris Helleputte. Architect en politicus 1852/1925. Oeuvrecatalogus, een laat product te zijn van wat in de vaderlandse kunstgeschiedenis Leuven 1998, 191-192. dinanderie pleegt te heten. De fabricage van messing die sinds de • Lode Wils, Van de Belgische naar de Vlaamse natie. Een geschiedenis romeinse tijd in de Maasvallei bekend is, had zich in de negentiende van de Vlaamse Beweging, Leuven 2009. eeuw onder invloed van het historicisme ontwikkeld tot een ware • Rob Belemans (ed.), Pieter Willems (1840-1898), Leven en werk industrie met koperwerk voor kerkelijk (doopvonten, kandelaars, van een veelzijdige Leuvenaar, Leuven 2015 (Salsa-cahiers, 13). koorlessenaars) én wereldlijk gebruik (paraplubakken, kolenkitten en de immens populaire bloempotten – ‘cache-pots’).
Met dank aan de familie Belot (Tourinnes-la-Grosse). Dank ook aan prof. dr. Leo de Ren, em. prof. dr. Louis Vos, en de collega’s Rie Vermeiren (KADOC), Anne Verbrugge (Kunstpatrimonium KU Leuven), Kjell Corens (Universiteitsarchief) én aan stadsarchivaris Marika Ceunen en Rob Belemans van FARO. Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed.
4
7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015_7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015 16/09/15 10:47 Pagina 5
Campuskrant twintig jaar online (1995-2015) In Campuskrant van 9 maart 1995 verscheen op pagina 6 de officiële aankondiging van een online-editie. In realiteit stond de vorige editie, die van 23 februari, al op het internet, dat is dus nog vóór Veto (6 maart 1995) en het Gentse studentenblad Schamper (3 maart 1995). Twee briljante studenten, Jan Guldentops en Kristof van Damme, auteurs van een nieuwe internetrubriek in Campuskrant, hadden het huzarenstuk op korte tijd geklaard. Veto kreeg snel lucht van de digitale versie van Campuskrant, en deed een beroep op dezelfde internauten. Campuskrant was daarmee één van de eerste, zo niet de allereerste digitale Belgische krant.1
O
m te begrijpen hoe de redactie van Campuskrant er in slaagde de zogezegde concurrent Veto een neus te zetten, moeten we even terug in de tijd, naar de fundamenten van het verhaal.
Op 10 januari 1987 vond in het Atrechtcollege een overleg plaats over de informatiestrategieën binnen de KU Leuven.2 Tijdens deze vrij informele vergadering viel voor het eerst de naam van een ‘Campuskrant’. De leden van deze denkgroep bestonden hoofdzakelijk uit leidinggevende figuren uit diverse diensten: Informatie en Onthaal, Studentenvoorzieningen, Studieadvies, Internationaal Onthaal, Alumni, Permanente Vorming, China-Europa Instituut, Studentenaangelegenheden, Studie en Planning en Sport Nieuws. Men stelde onder andere vast dat er anno 1987 geen vlot kanaal bestond waarmee men de volledige universitaire gemeenschap kon bereiken. Men sprak er de wens uit om een soort van ‘Campuskrant’ op te richten, want, zo staat in het verslag te lezen: ‘… het geval Veto […] speelt hoe dan ook de rol die er van verwacht wordt. Doch kan/mag niet gebruikt worden vanuit het beleid.’ Als mogelijk model dienden onder andere de Leuvense Sport Krant en het Leidse universiteitsblad Mare, beide op krantenpapier gedrukt, met een krantenlay-out en regelmatige verschijningsdata. Deze ‘Campuskrant’ zou een breed gamma aan rubrieken aanbieden, gratis verdeeld worden, geschreven door een redactie, en bedoeld voor alle leden van de universiteit, waaronder dus ook de studenten. Tegelijk werd ook besloten om het beleid van de KU Leuven te adviseren om de glossy magazines Academische Tijdingen en Alumni te laten fusioneren. Op het Bureau Academische Raad (BAR) van 27 november 1989 werd het ‘Charter Publikaties 1990’ goedgekeurd. Dit officiële beleidsdocument is zowat de stichtingsakte van Campuskrant.
1 De claim van Veto zoals weergegeven in Jelle Mampaey (red.), Wij maken het nieuws. De kritische pen van Veto. 40 jaar Leuvens studentenblad, Heverlee 2014, p. 117, klopt dus niet.
Printscreen van de onlineversie van Campuskrant van 14 december 1995.
Het beleid trok duidelijke krijtlijnen (letterlijk ‘Fundamentele Opties’) voor de op te richten universitaire krant: het moest de interne informatie en communicatie verzorgen van en voor alle leden van de universitaire gemeenschap, de vormkenmerken van een krant dragen, werken volgens de regels van de dagbladjournalistiek, én relevant en belangrijk nieuws brengen voor een breed publiek. Academische Tijdingen anderzijds moest in de eerste plaats het kwaliteitsimago van de Alma Mater naar > de buitenwereld uitdragen.3
2 Bij het schrijven van dit artikel werd beroep gedaan op: Universiteitsarchief KU Leuven, archief Jan van Impe, met fotokopies van diverse documenten, persoonlijke aantekeningen, prints van e-mails, enz., uit de periode 1990-1996.
5
3 Ook hier slaat Jelle Mampaey, o.c., p. 83, de bal mis. Het was niet de opdracht van Campuskrant om een elitair kwaliteitslabel van de KU Leuven uit te dragen, dat was de expliciete opdracht van Academische Tijdingen.
7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015_7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015 16/09/15 10:47 Pagina 6
De redactie van Campuskrant kreeg een grote vrijheid om de inhoud te bepalen, te publiceren, én, zo staat letterlijk te lezen ‘… is uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de Stuurgroep.’ De Stuurgroep moest de ‘Fundamentele Opties’ van Campuskrant nauwgezet bewaken en besliste ‘ … in eerste en laatste aanleg over alle betwistingen die zouden kunnen ontstaan tussen het Redactiecomité (i.e. de facto de redactie, opm. jvi) en leden van de universitaire gemeenschap. Hierbij zal beslecht worden in functie van de fundamentele opties.’ Op 24 januari 1990 rolde de eerste editie van Campuskrant van de persen. Het krantje oogde van bij het begin erg professioneel, vormelijk én inhoudelijk, en veroverde snel een stevige marktpositie binnen de universitaire gemeenschap, ook bij de studenten, tot ergernis van Veto. De redactie van Campuskrant stelde zich altijd volledig neutraal op, respecteerde nauwgezet de richtlijnen van het ‘Charter Publikaties 1990’, en legde verantwoording af aan de Stuurgroep Publikaties. Campuskrant gaf anderzijds wel de kritische geesten binnen de Alma Mater het vrije woord, via interviews of opiniestukken. Ze respecteerde de persoonlijke opinies van personeelsleden en alumni. En dat was revolutionair. Haast elke editie van Campuskrant zorgde voor kleine of grotere rellen. De redactie werd dan bestookt met kwade telefoons, protestbrieven, of zelfs onaangekondigde bezoeken van verhitte personen. De academisch verantwoordelijke voor de Dienst Informatie & Onthaal en de Stuurgroep moesten meermaals ingrijpen en verdedigden trouw, soms na zware discussies, de redactie.4 Zo kreeg Campuskrant meermaals het verwijt te horen dat men geen behoefte had aan een tweede Veto… Binnen dit artikel is geen ruimte om hierop dieper in te gaan, maar zo was er de zaak Draulans, het opiniestuk over de nieuwe mainframe van de KU Leuven, het embryo-debat,
het doctoraat over de geschiedenis van de homoseksualiteit, de hamburgeraffaire, de jammerlijke column, de visie van de bevrijdingstheologen of de opinie van een oprecht architect. Een reactie van Veto bleef inderdaad niet uit.Vijf volle jaren na de lancering van Campuskrant sloeg het op 1 april 1995 toe met een heel geslaagde aprilvis: de Cantuskramp.5 Het hoeft dan ook niet te verbazen dat in deze stimulerende en uitdagende werksfeer van continuë vernieuwing (andere en betere rubrieken, meer studentennieuws, betere eindredacteurs en freelancers, een nieuwe lay-out, een verhoogde reclamewerving, de introductie van een steunkleur, de succesvolle jacht op primeurs, de lancering van cartoonist Zaza) het idee ontstond om Campuskrant op het toen nog piepjonge internet te gooien. De redactie kreeg trouwens één van de allereerste internetaansluitingen binnen de KU Leuven. De studenten Jan Guldentops en Kristof van Damme lanceerden de eerste digitale versie van Campuskrant op een server van de Faculteit Letteren. Een aantal beleidsmensen was daarmee niet opgezet, noch met de studenten, noch met de server van Letteren. De allereerste digitale editie van Campuskrant werd daarom min of meer clandestien gelanceerd, op 23 februari 1995.6 De reguliere online-edities verhuisden nadien naar de mainframe van het Universitair Rekencentrum in Heverlee. Van de eerste vier digitale jaargangen is helaas niets bewaard gebleven. Het enige wat rest zijn twee printscreens: één van 6 maart 1995, de andere van 14 december 1995. Het is een waarschuwing voor al wie digitaal publiceert en de archivering ervan na een tijdje uit het oog verliest. Jan van Impe redacteur en hoofdredacteur Campuskrant 1991-1996
4 Alleszins tijdens de periode dat ik er werkte (1991-1996). 5 Toenmalig Veto-hoofdredacteur Kris Jacobs had me gebeld met de vraag of ik wilde meewerken aan een aprilvis, wat ik graag deed, zonder te weten wat het doel was van het hilarische, onzinnige interview dat ze van me afnamen. Ik heb de redactie van Veto nadien gebeld om hen te bedanken voor de Cantuskramp: Veto vond het de moeite waard om ‘het boekske van de rector’ te imiteren, wat een compliment! 6 Dit kan bewezen worden aan de hand van een factuur van Jan Guldentops en Kristof van Damme, op datum van 4 april 1995, voor het coderen en online zetten van drie edities van Campuskrant plus de extra verkiezingsuitgave, d.w.z. de edities van 23 februari, 9 maart, 23 maart én 30 maart.
Op 29 april 2015 werd in Kalmthout op het graf van de stadsbibliothecaris van Antwerpen Emmanuel de Bom (1868-1953) een steen in carrara-marmer geplaatst. Het was een initiatief van Peter Moreaux, achterneef van De Bom, links op de foto. In het midden staat de burgemeester van Kalmthout, Lukas Jacobs, rechts kalligraaf en letterkapper Paul Melsen. De Bom zorgde in september 1914 voor een wereldprimeur door als eerste boeken te schenken aan de uitgebrande Leuvense universiteitsbibliotheek. J.v.I. 6
7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015_7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015 16/09/15 10:47 Pagina 7
De Eerste Wereldoorlog: de geschiedenis leeft online voort Zoals blijkt uit de inhoud van de voorbije nummers van Ex Officina gaat ook aan de KU Leuven, en in het bijzonder aan de Universiteitsbibliotheek, de herdenking van honderd jaar Eerste Wereldoorlog niet onopgemerkt voorbij. En gelet op de traumatische gebeurtenissen die in Leuven plaatsvonden in 1914, hoeft dit niet te verbazen.
I
n het kader van deze herdenkingen werden en worden er niet alleen artikels gepubliceerd of tentoonstellingen georganiseerd, maar is er ook werk gemaakt van een betere ontsluiting van de bibliotheekcollecties. Zowel de oorlogskranten uit de periode 1914-1918 als de collectie muurkranten werden de afgelopen maanden gedigitaliseerd. De digitalisering van de oorlogskranten gebeurde in het kader van het project “Nieuws van de Groote Oorlog” dat gecoördineerd werd door VIAA, het Vlaams Instituut voor Archivering. De bijdrage van de Leuvense Universiteitsbibliotheek bedroeg 11.510 nummers, goed voor 59.071 pagina’s.7 Daarnaast liet het KADOC 944 nummers digitaliseren, samen 9.968 pagina’s. Op 3 september wordt de website officieel gelanceerd door Vlaams ministerpresident Geert Bourgeois. Het is echter de bedoeling dat deze kranten niet enkel via deze website te raadplegen zijn, maar ook via de eigen Limocatalogus. Zodra dat mogelijk is, zullen de beelden gekoppeld worden aan de bestaande beschrijvingen. Daarnaast zijn er ook nog de muurkranten uit de Eerste Wereldoorlog, met officiële aankondigingen door de (meestal Duitse) overheid. In 1999 werd de verzameling oorlogsaffiches van de Universiteitsbibliotheek aangevuld met een nieuwe, belangrijke aankoop en werd er hiervan een inventaris opgesteld door oud-collega Joost Depuydt (cf. de bijdrage van Jan van Impe in de bibliografie). Andere projecten drongen zich nadien op, en de inventaris werd nog niet geïntegreerd in de bibliotheekcatalogus of op een andere manier ter beschikking gesteld. De herdenkingen rond honderd jaar Eerste Wereldoorlog bieden nu echter een uitstekende gelegenheid om dit project opnieuw in de kijker te plaatsen.Voortbouwend op de bestaande inventaris zorgden de collega’s van UBD Metadata voor de integratie van de gegevens in Limo en nadien werden ook alle affiches gedigitaliseerd. 175 beschrjivingen van drietalige muurkranten, met hun digitale versie, zijn nu volledig vrij beschikbaar. De KU Leuven is overigens niet de enige instelling die recent deze affiches opnieuw onder de aandacht bracht. Op een grotere schaal spant het Rijksarchief zich in om haar collectie van zevenduizend affiches te restaureren en te ontsluiten. Via andere projecten zijn er ondertussen gedigitaliseerde oorlogsaffiches beschikbaar op de website van het Antwerpse Felixarchief, de Erfgoedbank Waasland en de Beeldbank van de provincie West-Vlaanderen, om maar een paar voorbeelden te noemen.
Zowel voor de oorlogskranten als voor de affiches hoeven onderzoekers zich dus niet langer te verplaatsen indien ze op zoek zijn naar dit materiaal. Binnenkort kunnen ze vanop hun pc duizenden van dergelijke documenten raadplegen. Omdat het bovendien vaak om fysiek kwetsbaar materiaal gaat, kunnen de betrokken instellingen hun gebruikers in de eerste plaats doorverwijzen naar de digitale versies, en hoeven de originele exemplaren minder vaak uit de magazijnen gehaald te worden. Op deze manier is het een win-winsituatie voor de onderzoekers én voor de collectie! An Smets
Bibliografie en links (alle sites werden geconsulteerd op 22.05.2015) • Jan van Impe, ‘Aanplakbiljetten W.O.I’, Ex Officina, 1999, 12/3, p. 7 (ook online) • www.shock1914.be/nl/blog/oorlogsarchieven • www.erfgoedcelwaasland.be/news.php?newsno= 4142&catid=6&lang=NL • www.beeldbankwest-vlaanderen.be • www.grooteoorlogantwerpen.be
Drietalige verordening uitgevaardigd in Brussel op 11 december 1914 in verband met het aangeven van benzine en aanverwante producten. KU Leuven, Universiteitsbibliotheek, Gv_1914_12_11.
7 www.projectcest.be/index.php/De_digitalisering_van_kranten_en_frontblaadjes_uit_WO_I
7
7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015_7251_PER_EXOFFICINA_Q2_2015 16/09/15 10:47 Pagina 8
Voor- en achterkant: Schaalmodel van het Maison des Étudiants, ca. 1900. KU Leuven, Universiteitsarchief, Archief en Museum van het Vlaams Studentenleven
Redactie: Dirk Aerts, Kjell Corens, Mark Derez, An Smets, Katharina Smeyers (hoofdredacteur), Dirk van Eldere, Jan van Impe. Redactieadres: Katharina Smeyers, Universiteitsbibliotheek KU Leuven, Mgr. Ladeuzeplein 21, 3000 Leuven;
[email protected] - http://bib.kuleuven.be/ex_officina. Opmaak: Altera. Foto’s: Digitaal Lab KU Leuven, Jan van Impe. Druk: Artoos. ISSN: 0772-6848. Verantwoordelijke uitgever: Hilde van Kiel, Mgr. Ladeuzeplein 21, 3000 Leuven.