14
ARGUS Milieumagazine
jaargang 3
nr. 1
ARGUS
DOSSIER MOBILITEIT
Tania Van Mierlo is beleidsmedewerker milieu en mobiliteit bij de Vlaamse Overheid
Milieuvriendelijke voertuigen Het wegverkeer heeft een impact op het milieu. Uitlaatgassen bevatten een reeks schadelijke stoffen. Fijne stofdeeltjes, die vaak drager zijn van allerlei toxische stoffen, kunnen diep in onze luchtwegen doordringen. Zwaveldioxide en roet doen wintersmog ontstaan, die tot luchtwegaandoeningen en hartklachten kunnen leiden. Stikstofoxiden doen samen met vluchtige organische stoffen ozonsmog ontstaan, dat voor longproblemen zorgt. De geluidshinder van het verkeer kan onze levenskwaliteit bedreigen. Ook het milieu lijdt onder luchtvervuiling. Zwavel en stikstofhoudende verbindingenstoffen werken verzuring van het milieu in de hand. De gevolgen daarvan zijn niet min: de samenstelling van het oppervlaktewater, de bodem en de lucht verandert, waardoor de biodiversiteit wordt aangetast, de bodemkwaliteit afneemt, planten en bomen schade ondervinden en het grondwater vervuild raakt. Vandaag al zijn de gevolgen van de klimaatverandering voelbaar en hebben we een veel te hoge concentratie aan fijn stof in de lucht. Het is dus hoog tijd om er iets aan te doen. Dat kan op vele manieren, bijvoorbeeld door minder kilometers af te leggen, maar ook door het wagenpark milieuvriendelijker te maken. Als automobilist of als beheerder van een wagenpark kan je op een vrij eenvoudige manier helpen om het wegverkeer minder schadelijk te maken: kies bij jouw volgende aankoop voor een milieuvriendelijker voertuig.
Wat is een milieuvriendelijk voertuig? Er bestaan verschillende manieren om te bepalen of een voertuig milieuvriende-
lijk is. Een eerste benadering is gebaseerd op de technologische kenmerken van het voertuig. Zo zou men kunnen opteren om alle LPG voertuigen als milieuvriendelijk te beschouwen. LPG is immers een relatief schone brandstof die minder uitlaatgassen en roet produceert dan bijvoorbeeld benzine of diesel. Deze aanpak garandeert echter niet dat een voertuig effectief lage emissies heeft. De spreiding op de emissies van LPG-voertuigen hangt immers af van de installatie en de wijze van installeren van het LPG-systeem. Een andere benadering kan gebaseerd zijn op de CO2 uitstoot van het voertuig. Maar enkel CO2 beschouwen garandeert niet dat ook de andere polluenten (zoals NOx, SO2, PM
enz.) laag liggen. Deze aanpak is dus enkel gericht naar de reductie van het broeikaseffect, maar niet naar de verbetering van de luchtkwaliteit en haar invloed op mens en milieu. Een derde benadering kan gebaseerd zijn op de Europese homologatieregelgeving (de Euro normen). Elk voertuig dat op de markt wordt gebracht moet eerst een aantal testen ondergaan, onder andere worden hierbij de emissies gemeten volgens een bepaalde referentie snelheidscyclus. Vanaf 2000 moesten personenvoertuigen voldoen aan de zogenaamde Euro 3-emissielimieten. Vanaf 2005 is de strengere Euro 4 van kracht. Deze regelgeving heeft betrekking op NOx, CO, koolwaterstoffen en fijn stof. Indien men uitsluitend
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 5
■
nr. 4
■
15
DOSSIER MOBILITEIT
ARGUS
deze homologatieregelgeving zou hanteren om de milieuvriendelijkheid te beoordelen, dan brengt men het broeikaseffect of de lawaaihinder niet in rekening. Binnen een bepaalde Euroklasse is er een spreiding op de emissies. Een Euro 4 wagen met roetfilter stoot bv. 90% minder fijn stof uit dan een Euro 4 wagen zonder roetfilter. Door enkel de Euronorm te gebruiken hou je dus geen rekening met de aanwezigheid van een roetfilter. Bovendien is de maximale uitstoot die geldt voor een bepaalde norm verschillend voor benzine en dieselvoertuigen. Een benzinevoertuig en een dieselvoertuig van hetzelfde bouwjaar hebben dus wel dezelfde Euronorm, maar hebben toch een verschillende uitstoot van schadelijke stoffen.
Vertrekkende van de beschrijving van de milieuschade veroorzaakt door voertuigen en de bijhorende regelgeving, worden de verschillende te beschouwen polluenten in kaart gebracht. Een levenscyclusbenadering
Inventarisatie
De Ecoscore Alle bovenstaande benaderingen houden beperkingen in en geen enkele benadering geeft volledig weer of een voertuig echt milieuvriendelijk is. Om het begrip milieuvriendelijk voertuig te omschrijven kan men zich dus best baseren op een methodologie die zowel het broeikaseffect als schade aan mens en milieu in rekening brengt en dit voor elk voertuig afzonderlijk. De Ecoscore is zo’n totale indicator die al deze milieueffecten mee in rekening brengt. De methodologie werd ontwikkeld door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en de Vrije Universiteit Brussel (VUB) in samenwerking met de Université Libre de Bruxelles (ULB) en is gebaseerd op een “Well-to-Wheel” analyse. Dit wil zeggen dat er naast de emissies die vrijkomen tijdens het rijden, eveneens rekening wordt gehouden met de luchtvervuiling ten gevolge van de productie en distributie van de brandstof. Dit laat toe verschillende brandstoftechnologieën met elkaar te vergelijken. Twee bestaande methodes, namelijk BIM-Ecoscore opgesteld door de VUB voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Cleaner Drive opgesteld door Vito in het kader van een Europees project, werden vergeleken. De resultaten van deze vergelijking werden gebruikt om de nieuwe Ecoscore te ontwikkelen. Ecoscore laat toe verschillende effecten te combineren in één enkele indicator. Het model houdt rekening met de toepasbaarheid op alle voertuigen: nieuwe en oude voertuigen, alsook alternatieve voertuigen (LPG, CNG, hybride, batterij elektrische, brandstofcel, biobrandstoffen, enz.).
16
■
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 5
■
2. Classificatie: tot welk type schade dragen deze emissies bij? 3. Karakterisatie: welke waarde kent men toe aan deze schade? 4. Normalisatie: is deze schade groot ten opzichte van deze van het referentievoertuig? 5. Weging: welk belang moet men toekennen aan een type schade ten opzichte van de anderen?. De Ecoscore werd zodanig opgesteld dat ze transparant is en gebaseerd is op beschikbare gegevens.
De Ecoscore neemt de geluidshinder, vervuilende emissies en broeikasgassen in rekening veroorzaakt door het voertuig. Deze laatste kunnen opgesplitst worden in: Directe emissies: komen vrij tijdens het gebruik van het voertuig Indirecte emissies: komen vrij bij de productie van de brandstof (diesel, benzine, LPG, CNG, biodiesel, waterstof en elektriciteit)
(LCA) en een well-to-wheel benadering werden met elkaar vergeleken. Hieruit blijkt dat een milieurating gebaseerd op een Wellto-Wheel analyse volstaat om de Ecoscore van individuele voertuigen te berekenen. De ontwikkelde Ecoscore is toepasbaar voor conventionele personenwagens en zwaar vervoer (vrachtwagens, vuilniswagens, bussen), omgebouwde voertuigen, alternatieve voertuigen (huidige en toekomstige) alsook voor tweewielers.
Wat betreft de emissies geassocieerd aan het gebruik van het voertuig, wordt een onderscheid gemaakt tussen gereglementeerde emissies en niet gereglementeerde emissies. De evaluatie van de gereglementeerde emissies (CO, NOx, KWS en PM) is net zoals de geluidshinder gebaseerd op de homologatietesten.
De milieuevaluatie van een voertuig gebeurt in 5 stappen: 1. Inventarisatie: welke zijn de vervuilende emissies geassocieerd aan het voertuig?
Wat betreft de niet gereglementeerde emissies, onderscheidt men de polluenten CO2, N2O, CH4 en SO2, waarvan de uitstoot kan berekend worden op basis van het brandstofverbruik.
Tabel 1: Schadecategorieën Ecoscore Effect
Polluent
Eenheid
1) Broeikaseffect
CO2 CH4 N2 O KWS CO PM10 NOx SO2 NOx SO2 geluidsemissie
GWP GWP GWP €/kg €/kg €/kg €/kg €/kg €/kg €/kg dB(A)
2) Luchtkwaliteit 2a) Menselijke Gezondheid
2b) Ecosystemen 3) Geluidshinder
nr. 4
Schadefactoren landelijk stedelijk 1 1 23 23 296 296 3 3 0.0008 0.0032 103.49 418.61 1.152 1.483 6.267 14.788 0.113 0.113 0.176 0.176 1 1
Tabel 2: emissiegegevens van het referentievoertuig
Tank-to-Wheel Well-to-Tank
Geluid
CO2
N2 0
CH4
CO
HC
NOx
PM
SO2
verbruik
[dB(A)]
[g/km]
[g/km]
[g/km]
[g/km]
[g/km]
[g/km]
[g/km]
[g/km]
[l/100km]
70
120
0.005
0.02
1
0.1
0.08
0
0.0041
5.48
14.85
0
0.03
0.009
0.37
0.07
0.004
0.12
0.49
De uitstoot van schadelijke emissies geassocieerd aan de productie van de brandstof of elektriciteit (in geval van elektrische wagens), worden bepaald aan de hand van het brandstofverbruik en de emissiefactoren overeenstemmend met de productie van deze brandstof (of elektriciteit). Voor de milieuschade van elektrische voertuigen werd het scenario genomen waarbij de gemiddelde elektriciteitsproductiemix werd gebruikt. Wegens beperkte beschikbaarheid van gegevens voor biobrandstoffen werd slechts een analyse uitgevoerd voor biodiesel (RME). De schadelijkheid van polluenten hangt af van hun concentratie en de bevolkingspopulatie die eraan wordt blootgesteld. Emissies uitgestoten in een stedelijke omgeving zullen veel meer gezondheidsschade te weeg brengen dan emissies uitgestoten ver weg van de bevolking. Daarom wordt bij de berekening van de totale emissies de indirecte emissies (brandstof- en elektriciteitproductie) in mindere mate in rekening gebracht dan de directe emissies. Dit laat toe rekening te houden met de afstand tussen de plaats van de pollutie en de plaats van de receptoren. Dit geldt echter enkel voor de emissies die schadelijk zijn voor de gezondheid en ecosystemen, maar niet voor de broeikasgassen waarvan het effect onafhankelijk is van de plaats van de uitstoot.
Classificatie en karakterisering Eens de emissies berekend zijn, wordt nagegaan wat hun bijdrage is tot de verschillende schadecategorieën. De gebruikte schadeeenheden (uitgedrukt per gram van een bepaalde emissie) zijn: GWP (Global Warming Potential per gram) voor het broeikaseffect Externe kosten (€/g) voor de gezondheidseffecten Externe kosten (€/g) voor de effecten op de ecosystemen dB(A) voor de geluidshinder
De berekening van de schade gebeurt door het berekende emissieniveau, uitgedrukt in g/km, te vermenigvuldigen met een schadefactor eigen aan de schadecategorie. Tabel 1 geeft een overzicht van de beschouwde schadecategorieën, alsook van de respectievelijke polluenten en hun relatieve bijdrage tot een bepaalde milieuschade.
Normalisatie Om het relatieve belang van de schade na te gaan ten opzichte van een referentieniveau wordt de berekende schade gedeeld door de schade die een referentievoertuig zou veroorzaken. In de Ecoscore methodologie wordt als referentieniveau gekozen voor de schade van een fictief referentievoertuig, waarvan de emissieniveaus overeenstemmen met de waarden opgelegd door de EURO 4 emissienorm voor benzinevoertuigen en een uitstoot van 120g CO2 /km. Voor de geluidsemissies werd als referentiewaarde 70 dB(A) gekozen. Tabel 2 toont de emissiegegevens, verbonden aan het referentievoertuig.
Weging Tot slot worden er aan de genormaliseerde vormen van schade gewichten toegekend, vooraleer ze opgeteld worden om zo de ‘totale milieu-impact‘ te bekomen. De keuze van deze gewichten is niet alleen van wetenschappelijke aard, maar hangt ook af van beleidskeuzes of prioriteiten. De wegingcoëfficiënten worden weergegeven in figuur 1.
Herschaling Teneinde resultaten te bekomen die allen tussen 0 (zeer milieuschadelijk) en 100 (zeer milieuvriendelijk) liggen, wordt de totale milieu-impact herschaald tot de finale Ecoscore indicator. Met behulp van het Ecoscore model kan met nu voor ieder individueel voertuig een score
berekenen, alsook een rangschikking maken van verschillende types van voertuigen. Zo kan men nagaan welke wagens beter scoren en welke slechter. Hoe hoger de Ecoscore hoe milieuvriendelijker. De Ecoscore biedt op die manier een transparante, bruikbare methode om voertuigen onderling te vergelijken, rekening houdend met de uitstoot van de voertuigen van broeikasgassen en andere emissies en rekening houdend met de brandstofproductie om ook alternatieve brandstoffen te kunnen vergelijken.
Wat is de Ecoscore van mijn voertuig? Ecoscore maakt gebruik van de gereglementeerde emissies, gemeten volgens de Europese procedure voor het bepalen of een voertuig aan de geldende Euronorm voldoet, en het brandstofverbruik van het voertuig, gemeten volgens de Europese procedure voor het meten en rapporteren van de CO2 emissies van personenwagens. Om de Ecoscore van een voertuig te berekenen zijn bijgevolg volgende voertuigdata nodig: gemiddeld verbruik (l/100km) CO2 emissie (g/km) CO emissie (g/km) NOx emissies (g/km) HC emissie (g/km) voor benzine-, LPG- of CNG-voertuigen HCNOX emissie (g/km) voor dieselvoertuigen PM emissie (g/km) voor dieselvoertuigen Geluidsniveau rijdend (dB) Bovenstaande gegevens worden vermeld in het homologatiedossier van het voertuig (alsook in het gelijkvormigheidsattest). Op basis van deze gegevens kan iedereen de Ecoscore van zijn of haar voertuig berekenen. Voor oude voertuigen (van vóór 1998) zijn niet alle gegevens gekend. Voor oude voertuigen wordt daarom op een pragmatische manier gewerkt zodat voor elk voertuig toch een Ecoscore kan berekend worden.
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 5
■
nr. 4
■
17
ARGUS
DOSSIER MOBILITEIT
Figuur 1: Wegingcoëfficiënten voor de berekening van genormaliseerde vormen van schade
EcoScore AMINAL
Broeikaseffect
Luchtkwaliteit
Ecosystemen
Gezondheid
Geluid Totaal:
Op www.ecoscore.be kan de ecoscore van een voertuig opgezocht worden, en dit zowel voor nieuw verkrijgbare als tweedehandsvoertuigen. Er zijn ook bepaalde zoekcriteria voorzien waarmee een lijst kan opgevraagd worden van alle voertuigen die aan dat criterium voldoen, zoals bv. een ecoscore tussen 61 en 70, een CO2-uitstoot tussen 100 en 130 g CO2 /km, enz. Eenmaal je een voertuig hebt geselecteerd, krijg je allerlei informatie over de emissies van dat voertuig. Op de website vind je ook een rekenmodule terug die toelaat om zelf de Ecoscore van je voertuig te berekenen aan de hand van de gegevens die je bij recente wagens terugvindt op het gelijkvormigheidsattest.
Een vergelijking van enkele Ecoscores Figuur 2: Evolutie van de ecoscore in de tijd voor verschillende voertuigtypes Ecoscore
Benzine
Diesel
LPG
Aardags
Hybride
Elektrisch
Preeuro
Euro
Euro
Euro
Euro
Bron: MIRA Achtergronddocument 2006, Transport
Figuur 3: Spreiding in Ecoscore binnen de verschillende voertuigtypes Ecoscore
Benzine
Diesel
LPG
Er werden een aantal voertuigen gekozen met verschillende types brandstoffen en ouderdom (emissieklasse). Er werden veel voorkomende voertuigmodellen geselecteerd met een cilinderinhoud van ongeveer 1600 cc. Figuur 2 toont de gunstige evolutie in de tijd. Men ziet dat recentere voertuigen beter scoren dan oudere voertuigen. Dat is vooral te danken aan de opeenvolgende strengere Europese normen wat betreft uitlaatemissies. Ook de positieve evolutie in de tijd van de geluidsemissies zorgt voor een verbetering van de Ecoscore, hoewel de bijdrage van geluid slechts beperkt doorweegt in het eindresultaat. De emissie van CO2, die gerelateerd is aan het brandstofgebruik, vermindert niet steeds bij recentere voertuigen. Het positieve effect van een verbeterde motortechnologie wordt soms tenietgedaan door een toename van het voertuiggewicht of een verhoogd energiegebruik door bepaalde accessoires, waaronder airco. Opvallend is dat de nieuwste generatie dieselvoertuigen haar achterstand inzake milieuprestaties heeft ingehaald op de benzinevoertuigen. Ook het verschil tussen die voertuigen en de LPG-voertuigen is kleiner geworden.
Aardags
Hybride
Elektrisch
Euro
Euro
Euro
Bron: MIRA Achtergronddocument 2006, Transport
18
■
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 5
■
nr. 4
Voor de recente voertuigen wordt een lage milieu-impact (en dus een hoge Ecoscore) bekomen voor het batterij elektrische voertuig (Peugeot 106 electric). Voor de berekening werd gebruik gemaakt van de indirecte emissiedata die gerelateerd zijn aan de gemiddelde elekriciteitsmix voor
België. Eveneens scoren het hybride benzinevoertuig (Toyota Prius) en voertuigen op aardgas (Opel Astra) hoog wat betreft Ecoscore. Het LPG-voertuig scoort het best wat betreft de conventionele voertuigen, terwijl benzine- en dieselvoertuigen een vergelijkbare Ecoscore hebben en de rij sluiten. Binnen een bepaalde klasse, dus voor een bepaald bouwjaar, zijn er grote verschillen in de Ecoscore van benzine- en dieselwagens. Om een idee te krijgen van de spreiding in Ecoscore van alle personenvoertuigen uit de databank, werden de resultaten per euroklasse en per brandstoftype gerangschikt. Het bereik van de Ecoscore van deze verschillende groepen van voertuigen uit de databank wordt in figuur 3 weergeven. Men ziet dat voor de meeste groepen van voertuigen er een ruim bereik is van de Ecoscore. Door de spreiding op het brandstofverbruik en de emissies binnen een bepaalde emissieklasse kunnen de voertuigen een andere Ecoscore krijgen. Een Euro 4-voertuig scoort ook niet steeds beter dan een Euro 3-voertuig. Voertuigen met een hoog verbruik scoren immers minder goed dan voertuigen met een gemiddeld of een laag verbruik. Kleine moderne dieselvoertuigen kunnen goed scoren omwille van de combinatie van relatief lagere emissiewaarden (Euro 4 t.o.v. oudere dieselvoertuigen) en laag verbruik. Door dit laag verbruik is de bijdrage tot het broeikaseffect zeer laag en compenseert dit zijn grotere impact (vergeleken met de benzine uitvoering) op de menselijke gezondheid. Ook kleine, moderne benzinevoertuigen hebben meestal een gunstige Ecoscore. In de grotere klassen scoren hybride voertuigen of een wagen aangedreven met aardgas goed. Ook de aanwezigheid van een roetfilter bij dieselwagens zorgt bij grotere wagens voor een betere Ecoscore.
Ecoscore toegepast in de praktijk Ecoscore werd aanvankelijk vooral als informatie-instrument gebruikt. Ben je toe aan de aankoop van een (nieuwe) wagen dan helpt de Ecoscore je bij de keuze voor een milieuvriendelijk alternatief. Tijdens het autosalon 2008 is er daarom ook een informatiestand over Ecoscore te vinden in paleis 1. Er werd ook een parcours uitgestippeld waarmee je door vragen te antwoorden punten kan sprokkelen en zo een GPS toestel kan winnen.
om Ecoscore te gebruiken als maatstaf voor de milieuvriendelijkheid van wagens. Er worden afspraken vastgelegd in een protocolakkoord tussen de drie gewesten en de federale overheid. De drie gewesten werken ook samen aan de website www.ecoscore.be.
De Ecoscore wordt momenteel ook gebruikt om de aankoop van milieuvriendelijke voertuigen door overheden te beoordelen. Gemeenten kunnen via de samenwerkingsovereenkomst inzake milieu subsidies krijgen als ze een milieuvriendelijk voertuig kopen. Als criterium wordt de Ecoscore van het voertuig gebruikt. Daarnaast werd er voor gemeenten ook een computermodel ontwikkeld dat hen toelaat om de Ecoscores van de gemeentevloot in kaart te brengen. Dit model Milieu Toetsing Voertuigenpark kan trouwens door elke vlooteigenaar worden gebruikt. Ook de Vlaamse overheid gebruikt Ecoscore als criterium voor de aankoop van voertuigen. Zo werden er in het actieplan 2007 – 2010 ‘milieuzorg in het voertuigenpark van de Vlaamse Overheid’ doelstellingen opgenomen om geleidelijk aan de gemiddelde Ecoscore van het Vlaamse overheidspark te verbeteren. Bij de aankoop van nieuwe wagens bestaat er ook de intentie om minimum voorwaarden op te leggen waaraan de Ecoscore van het nieuw voertuig moet voldoen. Deze minimumwaarden zouden opgenomen worden in een omzendbrief die voor alle overheidsdiensten geldt en zouden ook opgenomen worden in het standaardbestek dat door het Agentschap Facilitair Management wordt gebruikt. Milieuvriendelijke dienstvoertuigen zullen ook herkenbaar gemaakt worden d.m.v. een belettering aan de buitenkant van de wagen. De Vlaamse Overheid werkt tot slot ook aan een voorstel voor een groene autofiscaliteit. Principiële beslissingen werden hierover reeds genomen door de Vlaamse Overheid en overleg tussen de gewesten is opgestart. Een Vlaamse ambtelijke werkgroep werkt momenteel aan de hervorming van belastingen op de inverkeerstelling en de jaarlijkse verkeersbelasting, waarbij een goede indicator de Ecoscore zou kunnen zijn. De Ecoscore is trouwens geen louter Vlaams initiatief. Ook het Brussels gewest en het Waals Gewest hebben zich akkoord verklaard
Meer informatie De brochure 'De ecoscore: winst voor mens & milieu' kan je gratis aanvragen bij de Vlaamse overhead, tel. 1700 tijdens kantooruren of surf naar: www.1700.be, mail
[email protected] of schrijf naar Vlaamse overheid, Afdeling Lucht, Hinder, Milieu&Gezondheid, Koning AlbertII-laan 20, bus 8, 1000 Brussel. Op de websites www.ecoscore.be en www.lne.be/themas/milieu-en-mobiliteit vind je heel wat informatie terug over milieuvriendelijke voertuigen. In Paleis 1 van het autosalon staat de Vlaamse overheid je graag te woord. Er loopt een wedstrijd waarbij je een GPS toestel kan winnen.
Referenties Bepalen van een ecoscore voor voertuigen en toepassing van deze ecoscore ter bevordering van het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen (2005), eindverslag onderzoeksopdracht uitgeschreven door het departement Leefmilieu, Natuur en energie (LNE) van de Vlaamse overheid, VUB, VITO & ULB MIRA (2006) Milieurapport Vlaanderen, Achtergronddocument 2006, Transport, Ina De Vlieger, Erwin Cornelis, Luc Int Panis, Liesbeth Schrooten, Leen Govaerts, Luc Pelkmans, Steven Logghe, Filip Vanhove, Griet De Ceuster, Cathy Macharis, Ethem Pekin, Joeri Van Mierlo, Jean-Marc Timmermans, Julien Matheys, Kelly van Bladel, Marjolein de Jong, Caroline De Geest en Els van Walsum, Vlaamse Milieumaatschappij, www.milieurapport.be De Ecoscore: winst voor mens & milieu (2007), brochure opgemaakt in opdracht van het departement Leefmilieu, Natuur en energie (LNE) van de Vlaamse overheid, Jansen & Janssen
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 5
■
nr. 4
■
19