M(e)ER weten
01/12
nieuwsbrief voor studenten en alumni van de opleiding Management, Economie en Recht
In deze nieuwsbrief o.a.
inleiding
SIFE De Haagse Hogeschool:
3
MER en Den Haag
p.
Werken bij de overheid
4
p. Doorstroomminor
7
p.
MER en dansen op hoog niveau
14
p.
Boeiende banen: Elke dag weer een uitdaging
12
p.
Terug op de MER!!!!
16
p.
Gastdocentschap aan Haliç University
22
p.
Ach, Den Haag… Mooie stad achter de duinen Stad van zand en veen, van strand en steen Stad van uitersten “Zoo ik iets ben, ben ik een Hagenaar…, van Holland ken ik zoo weinig, Amsterdam ken ik hoogst oppervlakkig, Rotterdam eigenlijk in het geheel niet…” (Louis Couperus voor zijn reis “van Zeeland naar Groningen”) “He, Bertje, hep je mostert op je wors ?”, “Ja, de hele tijd al joh!” (Robbie in de rust van een willekeurige wedstrijd van ADO Den Haag) Ja, Den Haag! Mooie stad achter de duinen Stad van zee en zand, van branding en strand Stad van Recht en Vrede Internationale stad, Hofstad, Koninklijke stad Verdraagzame stad (“He, wat mot je?”) Oh, oh, Den Haag, Ik zou met niemand willen ruilen, meteen gaan huilen Als ik geen Hagenees zou zijn! Heel veel leesplezier gewenst met deze speciale (themanummah!) uitgave betreffende onze mooie en geliefde stad. Eddy Nagtegaal
interview
Leeftijd:
52 jaar
Woonplaats:
Den Haag
Opleiding: Lerarenoplei-
ding in Delft, Handelswetenschappen in Tilburg
Relatie:
Ja
Kinderen: Een zoon van 17 jaar Hobby’s: Reizen, sporten, hond, lezen, film Favoriete continent:
Afrika
Redactie: Astrid Beentjes, Linda Bloem, Nelleke Heijboer, Brenda Hage, Arthur van der Heide, Jeroen Hekking, April van der Horst, Chantal Immink, Chelsea Kranenburg, Jeroen Melkert, Charina Ori, Frank de Poorter, Caroline Walenkamp Met bijdragen van: Ole Häusler, Eddy Nagtegaal
Brenda Hage
Koehler
Docent De Haagse Hogeschool in: Interne Verslaggeving, Bedrijfsadministratie, Externe Verslaggeving, Internationale Betrekkingen, MKB, lessen met betrekking tot de minors Makelaardij en Financiële Markten, en daarnaast overige activiteiten zoals projectbegeleiding.
Caroline Walenkamp Arthur van der Heide
Leukste herinnering aan De Haagse Hogeschool: Ik heb veel leuke herinneringen, maar de eerste die mij te binnen schiet is dat ik een kerstpakket van een propedeuseklas kreeg.
Martin Cok
Een werkdag op De Haagse Hogeschool: Is iedere dag compleet anders en nooit standaard. Het wisselt van onder meer voorbereiden, lesgeven en begeleiden, tot overleggen en nakijken.
Doelen op De Haagse Hogeschool: Geen specifieke. De functie als docent bevalt prima en de diversiteit is leuk. Een MER-student: Heeft doorzettingsvermogen en is nieuwsgierig, contactueel en communicatief. April van der Horst / Chelsea Kranenburg
Jeroen Hekking
Lesgeven is leuk omdat: De theorie en praktijk met elkaar verbonden worden. Je hebt continu contact met studenten en het is leuk om iets dat complex is, zo eenvoudig mogelijk over te brengen.
Chantal Immink
Werkzaam bij De Haagse Hogeschool omdat: Kennis en ervaring delen met studenten bijzonder leuk is.
Nelleke Heijboer
2
Werkzaamheden vóór De Haagse Hogeschool: Assistent-accountant in de accountantswereld en leraar op verschillende middelbare scholen in het vak Handelswetenschappen (Bedrijfseconomie, Bedrijfsadministratie en aanverwante vakken).
Jeroen Melkert
Docent op De Haagse Hogeschool sinds: 1990
April van der Horst
Type student in studententijd: Op de Lerarenopleiding een gemakkelijke student, bij Handelswetenschappen een serieuze student die hard werkte.
Linda Bloem
Antonie
Achternaam:
Charina Ori
Voornaam:
Eindredactie: Corine van Beest-Barendregt, Frank de Poorter, Caroline Walenkamp
Chelsea Kranenburg
Nieuwsbrief MER Januari 2012
Astrid Beentjes
Colofon
sife
SIFE De Haagse Hogeschool:
‘A head for business, a heart for the world’ ‘Ben jij toekomstgericht en ondernemend? Wil jij iets betekenen voor anderen? Ben jij klaar om je netwerk uit te breiden?’ Eind maart stond dit berichtje op de portal van de Haagse Hogeschool, met een uitnodiging voor de openingsbijeenkomst van ‘SIFE Nederland’. MER-studentes Chantal Mullaart en Ratna Sewradj besloten een kijkje te nemen. Chantal ziet zichzelf als maatschappelijk betrokken en wil zichzelf graag ontwikkelen naast haar studie en bovendien haar netwerk uitbreiden. Ratna wilde juist meer maatschappelijk betrokken zijn, haar kennis in praktijk brengen en haar communicatieve vaardigheden vergroten. Beiden raakten geïnteresseerd na het lezen van het bericht, en besloten naar de openingsbijeenkomst te gaan. Na deze bijeenkomst waren zij nog steeds enthousiast; ze meldden zich aan en SIFE De Haagse Hogeschool ging van start. SIFE staat voor Students in Free Enterprise. Het is een internationaal studentenplatform met ongeveer 50.000 studenten en is actief in veertig landen. SIFE zet projecten op die een bijdrage leveren aan de samenleving en bestaat sinds 2002 in Nederland. SIFE De Haagse Hogeschool werd vorig jaar opgericht en heeft nu dertien studentleden. Het platform maakt een koppeling tussen het bedrijfsleven, studenten en mensen met een maatschappelijke behoefte. Voor studenten betekent dit, dat zij leren door te doen. Universiteiten en hogescholen hebben baat bij SIFE omdat studenten op die manier, naast hun studie, iets doen voor de maatschappij. Zo ondersteunt SIFE De Haagse Hogeschool op dit moment een vrouw afkomstig uit Armenië die haar eigen zangstudio wil oprichten. Ze zit in de bijstand en op deze manier hoopt ze daar uit te komen. Voor dit project werkt het team samen met de kleine coöperatie Eigenwijzer uit Den Haag. Deze coöperatie wil mensen uit de bijstand helpen met het opstarten van een eigen bedrijf. Het Haagse SIFE-team gaat ook projecten opstarten in de wijk Laak-Noord. De studenten uit het team zijn heel divers, onder andere in hun studiekeuze. De vertegenwoordigde opleidingen zijn bijvoorbeeld Bestuurskunde, Communicatie en Commerciële Economie. Wat de leden bindt, is dat ze zich allemaal willen inzetten naast hun studie, een uitdaging zoeken, hun netwerk willen uitbreiden en anderen willen helpen. De SIFE-teams zijn afhankelijk van geld en partnerschap uit het bedrijfsleven. Het bestuur van SIFE Nederland bestaat uit mensen met hoge functies in het bedrijfsleven. Bedrijven als KPMG en Unilever delen graag hun kennis met SIFE-teams. Gemiddeld neemt SIFE vijf uur per week in beslag, maar soms kan dit oplopen tot vijftien uur in één week. Gelukkig lijdt de studie er niet onder; de ervaringen die met SIFE worden opgedaan, versterken de studieresultaten juist. Chantal leert bijvoorbeeld als penning-
meester hoe zij de administratie en financiën moet beheren. Ratna is de secretaris van SIFE De Haagse Hogeschool. Ze ondersteunt de voorzitter, en daarnaast plant ze de afspraken, beheert ze het emailadres van SIFE De Haagse Hogeschool en notuleert zij bij vergaderingen. Ratna vindt studeren en deelname aan het SIFE-team een goede combinatie. Ratna is overigens naast haar bestuurstaak voor SIFE ook nog actief binnen een coachingsproject, waarin ze samen met een ander teamlid van SIFE een zangdocente begeleidt bij het opstarten van haar eigen zangstudio. De Haagse Hogeschool staat erg positief tegenover de werkzaamheden voor SIFE. Het biedt de mogelijkheid om aan vaardigheden te werken. Zo leer je beter presenteren, organiseren, verbetert je Engels, leer je door middel van ledenwerving hoe je mensen moet benaderen en hoe je een netwerk opbouwt. Het is niet alleen de deelname aan het SIFE-team in Den Haag dat zo leerzaam is. SIFE organiseert in Nederland ook cursussen vanuit het bedrijfsleven en er is een wereldwijde SIFE-competitie, waarin het behalen van de doelstelling van SIFE centraal staat: ‘Considering the relevant Economic Social and environmental factors, which the SIFE team most effectively empowered people in need by applying business and economic concepts and an entrepreneurial approach to improve their quality of life and standard of living’. In Amerika, waar SIFE is ontstaan, organiseerden universiteiten onderling een wedstrijd voor het opzetten van projecten. Toen SIFE wereldwijd een fenomeen werd, is dit een wereldwijde competitie geworden. Deze begint nationaal. Een jury, afkomstig uit het bedrijfsleven, beoordeelt de teams op hun projecten. De winnaars gaan naar de World Cup. De afgelopen keer werd deze World Cup in Kuala Lumpur, Maleisië gehouden. Duitsland won, met een project voor het inzamelen van kleine PET-flessen (flessen waarin onder andere frisdrank wordt verkocht). SIFE De Haagse Hogeschool is een ambitieus team: eind mei zal er een nieuwe competitie plaatsvinden en ook hieraan zal het team meedoen. Is SIFE nu een studentenorganisatie of een studentenvereniging? Voor Ratna en Chantal is dit een lastige keuze. Beiden zien SIFE als een studentenorganisatie, maar wel één waar ook plaats is voor gezelligheid. Er zijn genoeg leuke borrels, maar als er gewerkt moet worden, dan gebeurt dat ook. Linda Bloem / Nelleke Heijboer
3
werken bij de overheid
“Daar waar het gebeurt”:
werken bij de overheid Na het afronden van de MER kunnen ex-studenten overal terecht komen. Sommige alumni hebben het geluk een baan in hun oude studiestad te vinden: Irene, Bianca en Ayman zijn momenteel werkzaam bij de vele ministeries die Den Haag rijk is. Irene werkt bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Bianca en Ayman bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
4
Van medewerker servicedesk naar senior inkoopadviseur Irene van Eijk is in juni 2003 afgestudeerd aan de MER, waarna zij een halfjaar heeft rondgereisd in Australië. Teruggekomen in Nederland, is zij in eerste instantie fulltime gaan werken bij haar oude weekendbaan als assistent bedrijfsleider. Irene: “In die periode heb ik veel sollicitatiebrieven verstuurd, maar het lukte me niet om een baan te vinden. Na het aflopen van mijn contract ben ik een kleine drie maanden werkloos geweest. Uiteindelijk ben ik via het uitzendbureau terechtgekomen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als medewerker bij de Servicedesk.” In die functie heeft zij vervolgens doorgesolliciteerd voor de functie senior inkoopadviseur. Irene: “Die functie heb ik niet gekregen, maar ik kon wel als vervanger aan de slag voor iemand die met zwangerschapsverlof ging. Ik werd toen medewerker inkoop en na een paar maanden ben ik doorgegroeid naar de functie inkoopadviseur.” In de zomer van 2009 is Irene bevorderd tot senior inkoopadviseur. Irene: “Sinds de zomer van 2009 ben ik dus werkzaam als senior inkoopadviseur bij het Inkoop- en Aanbestedingscentrum. In die functie heb ik verschillende verantwoordelijkheden en werkzaamheden. Ik ben als projectleider verantwoordelijk voor het begeleiden en uitvoeren van Europese aanbestedingen: ik leid projecten, stuur medewerkers aan en zorg ervoor dat zij hun afspraken nakomen. Ik zie erop toe dat de inkoopregels worden nageleefd en adviseer de opdrachtgever over de te ondernemen stappen en te volgen procedures. Daarnaast geef ik inkoopadviezen en behandel ik allerlei inkoopvraagstukken. Naast projectleider en inkoopadviseur vervul ik ook de rol van accountbeheerder, in mijn portfolio zitten onder andere de Hoge Colleges van Staat.” De komende tijd wordt een spannende periode voor Irene: “Per 1 januari 2012 worden de drie inkoopafdelingen van de ministeries BZK, Financiën en VWS samengebracht tot een nieuwe organisatie, de Haagse Inkoop Samenwerking. De
afgelopen maanden hebben al in het teken gestaan van de oprichting van deze organisatie. Na het samengaan, zullen er nieuwe collega’s bijkomen, maar ook nieuwe processen, procedures en documenten. De eerste maanden van 2012 zullen dus vooral een periode van wennen zijn en ik ben benieuwd wat de nieuwe functie gaat inhouden.” Haar huidige functie bevalt Irene goed, met name door de afwisselende werkzaamheden en de grote mate van flexibiliteit die er is. Het is mogelijk om in overleg thuis te werken of een keer later te beginnen en langer door te werken. Op de vraag welke vakken en/of trainingen van de MER van pas komen in haar functie antwoordt Irene: “Dat zijn vooral de vakken op het gebied van recht, communicatie, management en projectleiding. Daarnaast het maken van verslagen en eindrapporten. En het werken in groepen wat we in het 3e jaar deden is handig in mijn functie, aangezien ik als projectleider vooral samenwerk in werkgroepen.”
Informatieanalist bij de directie P&O Bianca Morpurgo is in 2004 afgestudeerd en is tegenwoordig werkzaam als informatieanalist bij de directie P&O van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Voordat zij deze functie kreeg, heeft zij gewerkt als opdrachtcoördinator/planner, als medewerker vermogensbeheer en is zij auteur geweest voor uittreksels van HBO-studieboeken. Net als Irene is Bianca via het uitzendbureau bij het ministerie terechtgekomen. Bianca: “Na minder dan een jaar via het uitzendbureau te hebben gewerkt, kreeg ik een tijdelijke aanstelling. Het jaar daarna, in 2008, kreeg ik een vaste aanstelling.” In totaal is zij nu vijf jaar werkzaam als informatieanalist. Wat houdt die functie precies in? Bianca: “Als informatieanalist lever
ik personele managementinformatie ter verantwoording voor de managementafspraak van directies in de Planning & Control cyclus. Deze informatie bestaat bijvoorbeeld uit formatie- en bezettingsgegevens, uitputting APK (apparaatskosten) en ziekteverzuimcijfers. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor alle informatievragen intern P&O, interdepartementaal en extern. Momenteel ben ik ook verantwoordelijk voor alle analyses en cijfers voor het Strategisch Personeelsplan van OC&W – zowel kwalitatieve als kwantitatieve informatie. Deze informatie is nodig om dagelijks te kunnen sturen en geeft richting aan de toekomst. Verder werk ik als adviseur informatievoorziening mee in vele projecten binnen de directie P&O en geef ik workshops aan collega’s die gebruikmaken van de informatiesystemen.” Van de opgedane kennis bij diverse vakken van de MER maakt Bianca regelmatig gebruik: “Ik werk veel met verschillende informatiesystemen, waaronder SAP en Excel, waardoor Informatiekunde een vak is waar ik veel aan heb gehad. Ook vakken op het gebied van Personeel & Organisatie en de rechtenvakken komen goed van pas bij de uitvoering van mijn functie.” Op termijn is Bianca toe aan een nieuwe uitdaging: in haar huidige functie zijn er geen doorgroeimogelijkheden meer, omdat zij zich graag wil richten op de inhoud van de functie en op dit moment niet geïnteresseerd is in een managementfunctie. Bianca: “Na de MER ben ik als deeltijdstudent begonnen aan een avondstudie Rechten, waar ik vanwege omstandigheden twee jaar tijdelijk mee gestopt ben. Vanaf september dit jaar heb ik de studie weer opgepakt, voor een eventuele carrièrestap intern of interdepartementaal. Ik ben ook andere werkzaamheden gaan uitvoeren om me te verbreden: ik ben nu bijvoorbeeld projectleider voor de Europese aanbesteding voor de ondersteuning van de medezeggenschap.” Het werken bij een ministerie kent diverse voordelen. Bianca: “Een van de bekende voordelen van werken bij de overheid zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden. Naast een goed salaris heb je veel vrije dagen en allerlei mogelijkheden voor studie en loopbaan. Er is een pilot gestart voor Het Nieuwe Werken, wat helpt voor een goede werk/privé-balans. Verder vind ik het leuk dat je in de Haagse regio of binnenstad werkt en direct verbonden bent met de politiek. ‘Daar waar het gebeurt’.”
Gedetacheerd als financieel controller Ayman Aly is in 2007 afgestudeerd aan de MER en is momenteel werkzaam als financieel controller/ auditor bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In tegenstelling tot Irene
en Bianca is Ayman niet in vaste dienst bij de overheid: hij is gedetacheerd bij OC&W via adviesbureau Haute Equipe. Voordat Ayman bij OC&W gedetacheerd werd, was hij gedetacheerd bij een ander ministerie, namelijk het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ayman: “Het leuke van het werken via een adviesbureau is dat je steeds een nieuwe uitdaging aangaat. Je leert nieuwe mensen kennen, werkt steeds in een nieuwe omgeving en krijgt telkens nieuwe opdrachten, die totaal kunnen verschillen met voorgaande opdrachten. Ik ben in principe gedetacheerd in deze functie tot het einde van 2011. Daarna ga ik waarschijnlijk weer een nieuwe uitdaging aan, maar er bestaat een kans dat de detacheringperiode verlengd wordt.” Als financieel controller/auditor richt Ayman zich op het primair onderwijs. Ayman: “Het aantal leerlingen is de belangrijkste bekostigingsparameter in het primair onderwijs. Scholen hebben een schoolgewicht, wat inhoudt dat zij extra bekostiging ontvangen op basis van toegekende gewichten. Mijn doel is om na te gaan of de opgegeven leerlingenaantallen en wegingsfactoren correct zijn. Daarnaast hebben wij een rechtmatigheidcontrole uitgevoerd: scholen werden gecontroleerd op de volledigheid van de toegekende leerlingengewichten en vastgestelde onjuistheden zijn gecorrigeerd. Een onderdeel hiervan was het maken van een aansluiting tussen leerlingenadministratie en de opgave van de leerlingentelling via BRON (BasisRegister OnderwijsNummer) per 1 oktober 2010.” Uit zijn functietitel blijkt al een beetje welke vakken van de MER hij nog regelmatig gebruikt. Ayman: “Ik gebruik vooral de kennis die ik heb opgedaan bij de financiële vakken.” Het uitvoeren van een tijdelijke opdracht voor een ministerie bevalt Ayman goed: “Bij het Rijk werken is totaal anders dan bij een gemeente. Het is een veel grotere organisatie en er is veel geld gemoeid met de opdrachten waar je aan werkt. Het voordeel van in vaste dienst zijn bij een ministerie zijn echter de vele doorgroeimogelijkheden, jezelf ontwikkelen staat bovenop. Dat kan gelukkig ook bij mijn adviesbureau.” Ayman heeft een tip voor recent afgestudeerden: “Ga eerst een paar jaar de detachering in: je kunt dan van alles zien, ervaring opdoen bij diverse bedrijven door de verschillende opdrachten waar je aan werkt en een kijkje in de keuken nemen van een grote organisatie zoals een ministerie. Maak dan uiteindelijk een keuze: wil je een vaste werkomgeving of niet? Bij een ministerie heb je bijvoorbeeld meer vastigheid en meer zekerheid dan in de detacheringwereld.” Hoewel er de laatste jaren flink bezuinigd wordt bij de rijksoverheid, zijn er genoeg vacatures. Ben je geïnteresseerd in een baan bij de overheid, houd dan de website www.werkenbijdeoverheid.nl in de gaten. Op deze website kun je ook terecht voor het zoeken naar een stageplaats. Zijn er geen stagevacatures, maar wil je toch stagelopen bij een ministerie? Schrijf een goede en leuke open sollicitatie, waarin je duidelijk aangeeft op welk gebied je interesses en ambities liggen. Misschien ben jij dan binnenkort wel de collega van één van deze alumni! Astrid Beentjes
5
propedeuse
Een historische gebeurtenis:
cum laude Propedeuse De propedeuse: voor velen is het een zware opgave om deze binnen twee jaar te halen. Toch waren er op de propedeuse-uitreiking van 29 september jongstleden ook enkele studenten die de propedeuse al in het eerste jaar behaald hebben. Dit zijn echt enkelen, want van de 220 eerstejaarsstudenten zijn er slechts negen die deze zware opgave in één jaar hebben voltooid. Eén van die studenten, genaamd Brenda Hage sprong er echter tussenuit... met een 7 of hoger. Voor een aantal vakken is dit wel een lastige prestatie, met name de financiële vakken binnen de MER zijn erg lastig. Ik moest ook enkele vakken herkansen om aan de eisen te voldoen. Zo moest ik bijvoorbeeld een 6,4 voor Financiering proberen te verbeteren.
6
Zij heeft namelijk wel een heel bijzondere prestatie geleverd: als eerste in de geschiedenis van de MER heeft ze haar propedeuse cum laude behaald. Dit betekent dat zij al haar propedeuse-vakken met gemiddeld een acht, zelfs hoger, en niet lager dan een zeven heeft gehaald. Brenda gaf antwoord op een aantal vragen. Was het vanaf het begin van je studie al jouw doel om de propedeuse cum laude te halen? Nee, dat was het zeker niet. Aan het begin van mijn studie dacht ik vooral: ik ga mijn best doen en ik zie wel waar het schip strandt. Het bleek gelijk al na de tentamens van blok 1 dat ik erg goede cijfers had gehaald en ook blok 2 ging me vrij gemakkelijk af. Daarna attendeerde mijn SLB’er, mevrouw Van Let, mij erop dat het mogelijk was om de propedeuse cum laude af te sluiten. Vanaf dit moment heb ik me extra ingezet om dit te kunnen bereiken. Naar mijn idee was het een gemiste kans om het niet te proberen. Heb je veel moeite moeten doen om deze prestatie te leveren? Nadat mevrouw Van Let mij op deze mogelijkheid had geattendeerd, heb ik mij volledig op deze kans gestort. Dit betekent dat ik er alles aan deed om vakken te halen
Heb je naast het cum laude behalen van je propedeuse nog andere activiteiten naast de studie gedaan? Ja, naast het reguliere programma heb ik onder andere meegeholpen met proefstuderen en heb ik een middelbare scholier een dag laten meelopen met onze lessen. Daarnaast werd ik benaderd door mevrouw Van Let om een vierdejaarsstudente te tutoren in Formuleren. Dit is uitzonderlijk, want het is gebruikelijk dat je als tweedejaarsstudent begint met tutoren. Deze studente had moeite met het vak Formuleren, terwijl ze bezig was om haar afstudeerscriptie te schrijven. Doordat ik voor mijn entreetentamen Formuleren in één keer een acht had gehaald, viel ik op bij de docenten en werd ik benaderd om deze studente hierbij te begeleiden. Dit heb ik een aantal weken gedaan en met succes, want ze is afgestudeerd. Nu, in mijn tweede studiejaar, neem ik deel aan de Talentminor. Dit is een minor voor de gemiddeld betere studenten en loopt over het hele studiejaar. Ook ben ik sinds kort lid van de nieuwsbriefredactie en tutor ik eerstejaars studenten. Wat verwacht je verder tijdens deze studie te bereiken? Het is mijn bedoeling om niet alleen de studie te volgen, maar ook uitdagingen voor mezelf te zoeken. Ik probeer me dus te onderscheiden van de gemiddelde student. Hiermee ben ik naar mijn idee al aardig op weg door de extra activiteiten die ik verricht. Het zoeken van een goede stage voor het volgende studiejaar is ook één van mijn doelen. Ik hoop dat ik mezelf de komende jaren nog zal uitdagen en aan anderen kan laten zien wat ik kan. Martin Cok / Brenda Hage
doorstroomminor
Doorstroomminor In november 2011 is de doorstroomminor van start gegaan bij de academie voor Management & Human Resources, waar de opleidingen MER en P&A onder vallen. Een jaar eerder vond de kick-off- bijeenkomst plaats met docenten van MER en P&A om hierover te spreken. Omdat er elk jaar weer studenten doorstuderen leek het ons wenselijk met een minor te starten om de aansluiting tussen hbo en wetenschappelijk onderwijs te versoepelen. We hebben afgestudeerde studenten gesproken die Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en Bedrijfskunde aan de VU in Amsterdam zijn gaan doen. Zij gaven allen aan dat de premaster (het schakeljaar tussen hbo en universiteit) een heel lastig traject is. Dit lag onder andere aan de hoeveelheid, het hoge tempo en de literatuur in het Engels. Ze gaven te kennen dat het goed zou zijn een doorstroomminor aan te bieden. Met hulp van de afgestudeerden zijn we gekomen tot het programma dat nu draait. Op dit moment volgen twaalf studenten van de MER de doorstroomminor waar 15 ects mee te verdienen zijn. De minor bestaat uit de onderdelen Engels: academic reading, aangeboden door mevrouw Kamperman, wetenschapsleer dat door dhr. Van Baardewijk wordt verzorgd, informatievaardigheden dat bij mevrouw Van Asseldonk aan bod komt, statistiek dat door dhr. Chin wordt gegeven en een onderzoeksopdracht waar het lectoraat Ondernemen en Innoveren bij betrokken is in de persoon van dhr. Kros. Wekelijks is er een intervisiebijeenkomst waar de voortgang van de onderzoeksop-
dracht wordt besproken onder leiding van mevrouw Broersma. Ik heb vier studenten gesproken die de doorstroomminor op dit moment volgen, te weten Stefan Otten, Chris Borsboom, Josianne Holtkamp en Vincent Vogelzang uit het vierde jaar van de MER. Zij willen alle vier na de MER doorstuderen. De redenen zijn divers. Zo wou Stefan na het VWO al Bedrijfskunde studeren, maar koos toch eerst voor de MER. Hij denkt dat de stap naar de universiteit nu beter zal gaan. Vincent had ook al meteen plannen om door te studeren na de MER, alhoewel hij nog niet weet wat hij precies wil gaan doen. Voor Chris is het weer een ander verhaal. Na zijn stage kwam hij erachter dat hij nog niet fulltime wil gaan werken. Die stap wil hij nog even uitstellen en daarom studeert hij graag nog een paar jaar door. Vanuit zijn stageplek bij Ernst & Young is hem dat ook geadviseerd, de medewerkers daar zijn ook veelal hoger opgeleid. Josianne twijfelde in het tweede jaar van de MER of ze wel met de opleiding verder wou. Ze heeft toch besloten verder te gaan en kwam de universitaire studie Beleid en Management in de Gezondheidszorg (BMG) tegen die ze na de MER op de Erasmus Universiteit wil gaan volgen. De doorstroomminor vinden ze pittig. Ze zijn gewend zaken uit te stellen en ze merken dat dit nu ook weer gebeurt. Ze proberen alles nu wel meer bij te houden. Er heerst een soort angst dat ze het anders niet redden. Met statistiek zijn ze al snel een paar uur per week bezig met een paar sommetjes. Voor
wetenschapsleer moeten per week twee studenten de opgenomen les uitschrijven, in een protocol. Hier zijn ze al snel 10 uur mee bezig voor 45 minuten opname. Daarnaast moeten ze een boek lezen, ongeveer 100 pagina’s per week en moeten ze op de hoogte zijn van de protocollen die ze hebben uitgewerkt. Voor Engels worden ze geacht zelfstandig te werken via een online programma van de Vrije Universiteit (VU). Voor informatievaardigheden zoeken ze managementartikelen die worden uitgewerkt in een rapport. Vervolgens moeten de studenten twaalf interviews afnemen voor het empirische onderzoek. Het onderzoek gaat over het spanningsveld tussen vakmensen en het management. De tijd wordt door de studenten onderschat. Er is veel meer tijd nodig dan de studenten van tevoren hadden gedacht. Ze zijn nu vooral gericht op korte termijn doelstellingen. De groep is echter serieus en men motiveert elkaar. De valkuil is het uitstelgedrag, de discipline moet nog opgebouwd worden. Tijdens de intervisie krijgen ze tips hoe ze het beste te werk kunnen gaan, zo werken ze samen om tijdwinst te pakken en maken ze een rooster met een duidelijke planning. Op die manier werken ze aan hun studiehouding en timemanagement. De doorstroomminor lijkt hen naast een voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs ook een goede voorbereiding op het schrijven van een scriptie. Daarnaast is het een uitdaging om te zien of ze alles aankunnen. Corine van Beest-Barendregt, minorcoördinator
7
Horeca
Een tocht langs de horeca rondom De Haagse Hogeschool Voor de nieuwsbriefredactie de horeca rondom De Haagse Hogeschool te bezoeken roept warme gevoelens bij me op. Niet alleen door het eerste biertje dat ik bestel maar ook door de gezelligheid die je voelt als je binnen stapt in een drukbezocht café.
Mijn eerste café dat ik bezoek is Café Siezo. Dit café is het drukst bezochte café rondom De Haagse Hogeschool. Naar alle waarschijnlijkheid omdat dit café zich het dichtst bij de school bevindt en het algemeen bekend is dat studenten luie wezens zijn die niet graag extra meters willen lopen voor een ander café dat zich 30 meter verderop bevindt. Desalniettemin is de ‘’Siezo’’ een fijn café om de tussenuurtjes onder het genot van een drankje en wat te snacken door te
8
Café Siezo
Café Xieje
Café de Deugd
Café de Haagsche Wens
brengen. Ik vraag aan de barman wat er in het weekend gebeurt als de studenten met zijn allen ergens anders hun drankjes drinken. ‘’Dan lopen we 99% van onze inkomsten mis, dus zijn we dicht.’’ Duidelijke taal dus. Café Siezo is een plek om de studiestress te ontvluchten en het tentamen dat je net hard gefaald hebt te vergeten. Nu café Siezo ontvlucht te zijn is het tijd om de benen te strekken om aan de helse tocht die voor me ligt te
De Haagse Illusie
beginnen. Café Xieje ligt ongeveer 30 meter van de school vandaan en is een leuk café waar je zomers heerlijk in de loungebanken of op de terrasboot kunt vertoeven. In de winter heeft dit café zowel studenten als werknemers van de omringende bedrijven als gast. Het publiek is hier duidelijk wat ouder. Als je de Siezo ontgroeid bent en je wat verder in je studie bent is dit een logische stap. Beetje socializen, beetje netwerken. Je gaat even een drankje doen en je komt er met een baan uit, zegt een meisje als ik vraag waarom ze hier is. Voor de rest is café Xieje een leuke plek om iets te drinken en om in contact te komen met de ‘’arbeiders’’. Het is iets luxer aangekleed, de menukaart is iets uitgebreider en de prijzen voor de lunch zijn soms 0,50 cent duurder dan bij café Siezo. Tot zover de twee drukst bezochte cafés. Na het personeel gedag te hebben gezegd vervolg ik mijn weg een paar meter verder. Hier bevinden zich twee cafés: de Deugd en de Haagsche Wens. Deze twee cafés zijn qua opzet hetzelfde als de Xieje en hebben ook een terrasboot. De gasten die hier hun koffie opdrinken zijn oud en grijs. Hebben alles al meegemaakt en lachen omdat zij op hun ouwe dag nog wel in de AOW vallen. Tot zover mijn verkenningstocht langs de horeca van de HHS. Tot slot nog een recapitulatie. Café Siezo is er voor de beginnende student, leuk café met veel jongeren en men kijkt er niet raar op als je om 12 uur een biertje bestelt. Voor de wat gevorderde student kan je in café Xieje je gram halen. Ben je oud en grijs en kan je je nog herinneren dat je studententijd zo’n leuke tijd was zonder al te veel zorgen dan kan je het verleden bekijken vanuit een loungebank in Café de Deugd of de Haagsche Wens. Arthur van der Heide
Als ik aan mijn geboortestad denk, dan denk ik ondermeer aan politiek, de zogenaamde ‘Haagse Werkelijkheid’. Onder deze noemer wordt meer dan eens de al dan niet bewust in stand gehouden ‘afstand tot de burger’ geschaard, waarbij impliciet een beeld van de politiek als een welgeordend podium voor nationale besluitvorming op de achtergrond speelt. Alleen als in Den Haag het reilen en zeilen van Nederland in grote lijnen wordt bepaald, kan de burger een afstand voelen van het bepaalde en zijn dagelijkse werkelijkheid. Ik vraag mij dan af: wordt Nederland wel bestuurd door Den Haag zoals een lichaam door een brein of als een schip door een kapitein? Bij politiek denk je: links of rechts (of, tot voorkort, recht door zee). De tegenstelling tussen sociaal en liberaal zou wezenlijk zijn aan het onderscheid tussen de partijen en de beslissingen die zij voorstaan. Laten we dus het liberalisme en het socialisme even bekijken. Beide stromingen lijken mij in hun kern een historisch streven. Dat wil zeggen, ze zijn te typeren als een beginstaat, te situeren op een bepaalde plek in de tijd. Vanuit die beginstaat wordt de geschiedenis, de ‘vooruitgang van de mens’, gezien als gericht op een bepaald al dan niet noodzakelijk doel. Deze eindtoestand, het zogenaamde ‘einde van de geschiedenis’, rechtvaardigt de weg er naar toe en verklaart de begintoestand. Het socialisme is zo gezien een arbeidersbeweging die de geschiedenis ziet als een klassenstrijd. Het beloofde rijk achter deze strijd is het einde van elke vorm van materialistische onderdrukking. Een mondiaal, zelfbesturend arbeiderscollectief. Het liberalisme vertrekt vanuit de Franse Revolutie en heeft als eindstaat de mens als God-individu: een groots mogelijke vrijheid voor allen binnen een totale gelijkheid van alles. Als we dan weer, vanuit dit punt, kijken naar de ‘Haagse Werkelijkheid’, dan valt eerst op: onze politici zijn nauwelijks nog liberaal of sociaal. Het lijken meer managers met een andere smaak dan politiek denkers met een ander mens- en maatschappijbeeld. Dus, zou je kunnen vragen, is de geschiedenis dan al ten einde? Zijn we allemaal zelfbeschikkende arbeiders c.q. vrije burgers? Maar, we zien gelijk dat die vraag lastig wordt. Zonder eerst een keuze te maken hoe ik de geschiedenis zie (als een klassenstrijd dan wel als een voltooiing van de Franse Revolutie), kan ik nooit zeggen wat ik nu ben, arbeider of burger.
Wat we wel kunnen zien is dit: er is een soort neo-kapitalistische paneconomie die zich niets aantrekt van de ‘Haagse Werkelijkheid’ –van zaken als liberalisme, socialisme, geschiedenis. Kijk bijvoorbeeld naar de tijgerlanden. Wat hier blijkt is dat dwars door idealisme heen, de wetten van vraag en aanbod altijd gelden. Of, beter gezegd: elke levensvorm moet vroeg of laat rekenschap afleggen aan schaarste. Er is geen krakersbolwerk, broedplaats van Groenen of misdaadsyndicaat dat niet ten onder gaat –of zich organiseert: zich economisch gedraagt. Dat zegt ons: het einde van de geschiedenis is niet zozeer een voltooiing, een beloofde eindstaat, als wel een verdwijning van een vraag. We zien in de neo-kapitalistische paneconomie dat de kwestie niet meer speelt of de mens burger dan wel arbeider is. Kijk bijvoorbeeld naar de verschuivende macht van natiestaat naar multinational. Of kijk naar de omgang met de Griekse kwestie. Niemand die spreekt over rechten, plichten, strijd der volkeren, of wat dan ook. En zo wel, dan moet je een les economie. Het sterkste, en uiteindelijk enige, argument in zaak Griekenland is euro’s, in grote getallen. En: mochten we ons toch laten opzwepen door een of ander idealisme en we maken een economisch slechte zet, dan zullen we bijvoorbeeld opgekocht worden door China. Nu, waar laat dat ons? De strijd tussen volkeren of klassen, omgeven in een angst voor de dood, heeft plaatsgemaakt voor concurrentie. De dood is niet weg, maar gecontroleerd door de medische wetenschap (levensverlenging, euthanasie). Daarvoor in de plaats is de dreiging van uitval. Het kan iedereen gebeuren een economische paria te worden. De grootste bankier van vandaag kan morgen een bedelaar zijn. De toestand na uitval is misschien nog wel erger dan de dood: het is een economisch niet-bestaan waar Tantalus een puntje aan zou kunnen zuigen. Om terug te komen op de ‘Haagse Werkelijkheid’: wanneer iemand een afstand ervaart tussen zichzelf en de politiek ligt dit niet aan de politici. Als het inderdaad zo is dat de geschiedenis ‘ten einde’ is door de neo-kapitalistische paneconomie, dan is het logisch dat men een afstand ervaart. Natuurlijk voelt de rationaliteit van schaarste onmenselijk aan: doordat geen mens dit bedacht heeft, is zij dit namelijk ook. Jeroen Hekking
9
‘Officieel met pensioen, maar toch nog docent op De Haagse Hogeschool’ 3
november was de laatste officiële lesdag van Ludo Deckers, docent op de academie voor Management & Human Resources. Op 1 maart zal hij met pensioen gaan, maar hij is na 42 jaar lesgeven nog niet van plan om te stoppen. Hij vertelt ons over zijn carrière, zowel voor als tijdens zijn looptijd op De Haagse Hogeschool. Waarom bent u op De Haagse Hogeschool les blijven geven? Ik vond het lesgeven op de hogeschool veel leuker dan op de middelbare school, ik vond het een verademing. Op de middelbare school komen je leerlingen namelijk veel verder van je af te staan naarmate je ouder wordt. Dit kan je bijvoorbeeld merken aan het feit dat ik nog luister naar The Beatles en The Rolling Stones, terwijl dit voor je leerlingen ‘oude mannen’-muziek is. Op de hogeschool staan studenten minder ver van je af en zijn in het algemeen meer gemotiveerd, waardoor het lesgeven ook leuker wordt.
10 Bent u al toe aan uw pensioen of werkt u liever nog even door? Ik werk net zo lief door. Ik heb ook afgesproken met de leiding dat ik nog even door zal gaan met lesgeven. Als er volgend jaar weer ruimte is voor mij om les te geven dan kom ik volgend jaar gewoon weer lesgeven. Ik snap niet dat er mensen zijn die uitkijken naar de dag dat ze met pensioen kunnen om dan te gaan “genieten”. Wat heb je dan al die 65 jaar gedaan? Na 42 jaar lesgeven heb ik nog steeds plezier in mijn werk en daar wil ik dan ook nog niet mee stoppen. Hoe is uw carrière als docent begonnen? Toen ik jong was, had ik nog niet de ambitie om les te gaan geven. Ik had eigenlijk nog helemaal geen ambitie. Toen ik klaar was met de middelbare school ben ik begonnen op de TU Delft aan de opleiding Weg- en Waterbouw, vooral omdat mijn vrienden hier gingen studeren en ik eigenlijk niet wist wat ik wilde doen. Deze opleiding beviel me helemaal niet, maar ik merkte wel dat wiskunde mij erg goed lag. Daarom ben ik gestopt met deze opleiding om Wiskunde te gaan studeren aan de Rijksuniversiteit Leiden. Tijdens mijn studie kreeg ik, op 22-jarige leeftijd, een baan aangeboden op een middelbare school in Rotterdam als wiskundedocent. Toen is mijn carrière als docent eigenlijk begonnen. Daarna heb ik nog 12 jaar lesgegeven op mijn oude middelbare school en ben ik in 1990 begonnen op De Haagse Hogeschool, waar ik via via terecht kwam. Hier heb ik in de vakken Wiskunde, Statistiek, Financieel Rekenen en Rekenvaardigheid lesgegeven, op de academies MHR en AFM.
Heeft u tijdens uw loopbaan op De Haagse Hogeschool gemerkt dat er veel veranderingen hebben plaatsgevonden? Op technologisch gebied zijn deze veranderingen natuurlijk het meest zichtbaar. De smartboards op school zijn hier een voorbeeld van. Ik kan hier wel in mee komen, maar ik ben nog van de tijd van de krijtjes, emmertjes en sponzen. Wel denk ik dat het nodig is om mee te komen in deze ontwikkelingen. In de manier van lesgeven is er voor mij niks veranderd, dit is nog hetzelfde als 42 jaar geleden. Wel worden studenten tegenwoordig meer vrij gelaten, wat naar mijn mening een slechte ontwikkeling is. Leerlingen mogen op vroege leeftijd bijvoorbeeld vakken laten vallen, terwijl ik vind dat ze eerst kennis moeten vergaren op allerlei gebieden, voordat ze kunnen improviseren waarin ze zich willen specialiseren. Eerst de melodie kennen, dan pas improviseren. Wat zijn uw toekomstplannen nu u met pensioen gaat en meer vrije tijd krijgt? Niet veel meer dan dat ik al deed. Op 57-jarige leeftijd kreeg ik al de kans om voor 50% te gaan werken en deze heb ik met beide handen aangepakt. Zo had ik meer tijd voor mijn band Jatof Swing Orchestra, waar ik bassist en bandleider ben. We treden nog steeds één à twee keer per week op. We kregen zelfs een keer de mogelijkheid om in de after-party van Alain Clark te spelen. Ik ga gewoon door met de dingen die ik deed. Wilt u nog iets meegeven aan de huidige studenten? Bekijk studeren vanuit de muzikale kant: eerst moet je leren spelen, voordat je kan gaan improviseren. Dus probeer tijdens je studie zoveel mogelijk kennis op te doen en ga daarna die kennis toepassen. Volg zoveel mogelijk lessen, zelfs als je ze niet kunt bijhouden. Martin Cok / Brenda Hage
mer en dansen
MER en dansen op hoog niveau Op 6 november 2011 danste Mohini Janki, eerstejaarsstudente Management, Economie en Recht, mee in de tweede Mancha Pravesh van dansschool Nritya Vikash. Mancha Pravesh betekent letterlijk ‘het danspodium betreden’. De vijf meest getalenteerde leerlingen in Odissi van dansschool Nritya Vikash, waaronder Mohini Janki, betraden op 6 november 2011 het podium als leerlingen en verlieten hetzelfde podium als volwaardige danseressen. Samen zijn deze vijf leerlingen op jonge leeftijd begonnen aan de Odissi dansopleiding onder begeleiding van Guru’s (docenten). Zij zijn dankzij hun Guru’s volgroeid tot prachtige danseressen. Odissi is een lyrische dans uit India en is een van de meest gracieuze en devotionele Indiase klassieke tempeldansen. Deze dans vindt zijn oorsprong als gebed, dat in de tweede eeuw voor Christus werd gedanst door de Mahari’s in India, die hun leven toewijdden aan het aanbidden van God in de tempels van Orissa. Wanneer Odissi wordt uitgevoerd, wordt er ook wel gesproken van het tot leven komen van beelden. De dansers beelden interessante mythologische verhalen uit door het gebruik van gezichtsexpressie, handgebaren en ritmisch voetenwerk. De combinatie hiervan met sierlijke bewegingen maakt Odissi tot een levend geheel. Mohini Janki beoefent sinds haar zesde levensjaar de Indiase klassieke dansstijl Odissi. Zij is in aanraking gekomen met de dans door haar eerste Guru “Namita Mathura”. In de eerste jaren is Mohini erachter gekomen hoe groot haar passie voor de dansstijl Odissi is. Na zeven jaar is zij haar danscarriere gaan vervolgen bij Guru “Asha Rambaran”. Mohini staat in de groep bekend als het meisje met het ijzersterke geheugen. Dit omdat zij de dansen door de jaren heen erg snel aanleerde. Naast het dansen volgt Mohini de studie Management, Economie en Recht aan De Haagse Hogeschool. Het dansen geeft haar naast haar studie de ontspanning en afleiding die zij nodig heeft. Na ruim dertien jaar was voor haar de tijd aangebroken om haar kunsten te vertonen aan het publiek. De weg naar de Mancha Pravesh is voor haar een unieke ervaring geweest. De Mancha Pravesh ziet zij als de inwijding van leerling tot danseres en het betekent voor haar een nieuw begin in haar danscarrière. Mohini wil blijven dansen en ze wil zich vooral blijven ontwikkelen. De combinatie van studeren en de voorbereiding op de Mancha Pravesh ervoer zij als een behoorlijke druk. Zij vond het combineren erg lastig aangezien zij vier keer per week oefende voor de Mancha Pravesh, één tot twee keer per week moest vergaderen voor de organisatie van de Mancha Pravesh en daarnaast moest zij zich voorbereiden op de lessen van haar studie, waar ze vervolgens ook nog naar toe moest. Haar wilskracht en enorme positieve energie hebben ervoor gezorgd dat zij zowel op de Mancha Pravesh als op school goed presteerde. De Mancha Pravesh was een middag vol dans, muziek, kleur en cultuur, maar het was vooral een middag vol succes. April van der Horst / Chelsea Kranenburg
11
boeiende banen
Elke dag weer een uitdaging Welcome on board of this interview with KLM Cabin Crew Planning Analyst. Please, fasten your seatbelts during this interview!
(CAO) afspraken om de indelingen efficiënter te laten zijn.” Ze werkt nog steeds bij de KLM als Cabin Crew Planning Analyst. Als Cabin Crew Planning Analyst is ze verantwoordelijk voor de Manpower-planning, zodat alle passagiersvluchten van KLM voorzien zijn van het juiste aantal cabin attendants. Daarnaast ontwikkelt ze een meerjaren Manpower-planning voor cabinecrew om inzicht te verschaffen in de kosten voor de KLM-dienstregeling. Ook stelt ze continu verschillende scenario’s voor wat betreft ruimte/krapte in de planningen. Tot slot buigt Myrthe zich over eventuele cursussen en promoties en vakantieplanningen van de cabin crew. Deze informatie wordt doorgegeven aan de HR-afdeling. Concreet betekent het dat er dagelijks wordt gekeken naar de planningen. Er wordt gekeken of de planning overeenkomt met de actuele situatie. Mocht er een afwijking zijn (bijvoorbeeld een tegenvaller doordat er onverwacht personen uit dienst zijn gegaan), dan zal de planning moeten worden aangepast. Vervolgens is ze bezig met het afstemmen van de opleidingplaatsen en zit ze bij verschillende overleggen om draagvlak en goedkeuring te creëren voor de gemaakte planning.
12
Myrthe van der Gaag is vier jaar geleden begonnen bij de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij, beter bekend onder de afkorting KLM. Ze solliciteerde op de functie Rostering Analyst. Na een sollicitatiegesprek, dagje meedraaien en capaciteitentest werd ze aangenomen. Dit werk deed zij zo’n 2,5 jaar. Inmiddels werkt ze als Cabin Crew Planning Analyst op de afdeling Cabin Crew Planning, onderdeel van de afdeling Planning & Assignment. Welke wegen heeft Myrthe bewandeld? Ze vertelt: “Ik wist nog niet precies wat ik wilde gaan doen. Wel vond ik economie altijd een leuk vak en vond ik rechten interessant. Ik wilde niet gelijk te specialistisch worden maar wilde graag nog alle kanten uit kunnen. De MER leek de beste keuze! Ik heb echt een hele leuke tijd gehad. Toen ik begon aan de studie had ik absoluut niet verwacht dat ik het meeste heb geleerd van het samenwerken. Ik vond het fijn om verschillende vakken te krijgen verdeeld in vier themablokken. De communicatietraining in de Ardennen en de buitenlandreis naar Polen waren ook erg geslaagd.” Na de MER besloot Myrthe te gaan werken bij haar afstudeerbedrijf, waar zij toen een marketingproject deed. Het relatief kleine bedrijf specialiseerde zich in winkelautomatisering. Zij kreeg alle vrijheid om verder te borduren op haar afstudeeropdracht en kreeg alle vrijheid om een marketingafdeling op te zetten. Ze kon echter haar draai niet vinden binnen het bedrijf. Vrij snel daarna kwam de functie Rostering Analyst bij KLM op haar pad. “Als analist was ik bezig met het signaleren, analyseren en voorspellen van trends in het indelingsproces van het cabinepersoneel over de (middel)lange termijn. Ik was verantwoordelijk voor het analyseren van de bevindingen en bracht mogelijkheden aan op het herzien van bestaande
De uitdaging zit vooral in het strategiegedeelte van haar functie. Ze neemt beslissingen over grote bedragen. Zo kan een vakantietoewijzing KLM al snel 2 miljoen euro kosten. Het is een groot en dynamisch bedrijf dus het betreft ook relatief grote bedragen en dagelijks veel aanpassingen in de planningen. Elke dag is het weer een uitdaging om alles zo goed mogelijk af te stemmen met de betrokken afdelingen. Ze voegt toe: ”Het is een behoorlijke verantwoordelijkheid om samen met mijn collega te beslissen of er personeel aangenomen moet worden of niet. Als er geen personeel aangenomen kan worden, moeten wij ervoor zorgen dat er voldoende personeel is voor de vluchten! Al met al moet je een aardig organisatietalent zijn voor deze functie.” Je zou zeggen dat er veel MER-elementen terugkomen in haar huidige baan. En dat beaamt ze. Vooral het projectmatige werken, presenteren, Excel en Statistiek passeren dagelijks de revue. Ook zijn er veel elementen niet terug te vinden op de MER, maar dat is logisch volgens haar. Ze legt uit: “Het leuke van mijn baan is dat ik nu wel echt specialistisch werk doe. Op de MER word je opgeleid tot generalist. Je hebt de keuze om jezelf te specialiseren. Het geeft mij voldoening om op een bepaald gebied veel te weten en niet van alles een beetje te weten. Het is altijd fijn om allerlei kanten uit te kunnen, maar specialisme geeft meer zelfvertrouwen.” Tot slot, wat doe jij over tien jaar? “Hopelijk woon en werk ik dan in het buitenland. Het zou me echt superleuk lijken om ervaring in het buitenland op te doen, bijvoorbeeld bij een buitenlandse luchtvaartmaatschappij.” Chantal Immink
Bericht van de opleidingscommissie Beste student/docent, Laat ik mij even voorstellen. Ik ben Ole Häusler, derdejaarsstudent aan de Opleiding voor Management, Economie & Recht. Er valt een hele hoop meer te vertellen, maar wat het meest interessant zal zijn, is het feit dat ik lid ben van de Opleidingscommissie MER (OC-MER). De Opleidingscommissie is volgens de Onderwijs- en Examenregeling (OER): ‘De adviescommissie die voor elke opleiding wordt ingesteld en die tot taak heeft de advisering over en de jaarlijkse beoordeling van de wijze waarop de onderwijs- en examenregeling wordt uigevoerd, alsmede het adviseren van de academiedirecteur en de academieraad over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding’. Het is een nogal lange zin, die men soms drie keer moet lezen om te snappen wat er staat. Wat er mee bedoeld wordt, is dat de Opleidingscommissie als taak heeft het onderwijs van de opleiding in de
gaten te houden. Dat slaat niet alleen op de college-uren. Zo werd er bijvoorbeeld op uitnodiging van het managementteam van de opleiding deelgenomen aan de academiedag in mei 2011. Het onderwerp van deze dag was ‘de docent van de toekomst’.
vergaderingen serieus verlopen, ga je toch op een gezellige manier met elkaar om. Twee docentleden begeleiden de Opleidingscommissie. Ook zij zijn bij iedere vergadering aanwezig, wat zorgt voor interessante informatie die studenten vaak niet weten.
Eén van de belangrijkste taken in het jaar is daarnaast het behandelen van de OER. Een enorm boekwerk dat voor zowel de voltijd, de deeltijd als het hogeschoolbrede deel helemaal gelezen en behandeld wordt. Een aantal artikelen is niet bij iedereen bekend. Als je de hele OER een keer doorneemt, weet je een stuk meer over je rechten en plichten als student. Om maar wat te noemen: er bestaat een regeling over de termijn waarin tentamens nagekeken en beoordeeld moeten zijn. Handig om te weten!
Een zittingsjaar duurt van februari tot en met januari (voor docenten van september tot en met augustus). Je kunt er uiteraard ook langer in blijven zitten. Per zittingsjaar krijg je drie studiepunten. Het management luistert graag naar de adviezen die we geven. Het leuke is dus dat je echt wat te zeggen hebt.
Een groot voordeel van de Opleidingscommissie is dat je er met een aantal medestudenten in zit. Je vergadert één keer per maand, en hoewel deze
Wil je meer over de Opleidingscommissie weten, spreek dan één van de commissieleden eens aan, of stuur een mailtje naar
[email protected]. Je kunt ook een bericht in postvak 85 op de kruising van Slinger en Strip op de derde verdieping achterlaten. Ole Häusler
Even voorstellen Over mijzelf Na afronding van de studie Bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam besloot Thomas per 1 september 2009 in dienst te treden bij de audit-afdeling van Deloitte. Daar was hij onder andere verantwoordelijk voor het uitvoeren van jaarrekeningcontroles en het begeleiden van assistenten binnen het controleteam. “Ik kan terugkijken op een leuke en leerzame periode. In een korte tijd heb ik veel kennis verworven over de financiële bedrijfsvoering van ondernemingen.”
Naam: Thomas Schlaman Functie: Docent Bedrijfseconomie en Rechten Leeftijd: 25 jaar Huwelijkse staat: Ongehuwd Kinderen: Niet van toepassing Woonplaats: Den Haag Hobby’s: Voetbal, reizen, uit eten, ontwikkelingssamenwerking en lezen.
Eigenschappen: Sportief, sociaal en leergierig
Thomas combineerde het werken bij Deloitte met zijn studie Financieel Recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Na afronding van deze studie, in mei 2011, stelde ik mezelf een belangrijke vraag: postdoctorale opleiding tot registeraccountant volgen en mezelf specialiseren binnen het accountancyberoep, of op zoek gaan naar een nieuwe uitdaging?”Het werd het laatste: “In het verleden heb ik altijd met veel plezier in het onderwijs gewerkt. Tijdens mijn studententijd gaf ik colleges aan eerste- en tweedejaarsstudenten van de Erasmus Universiteit en in de zomer van 2010 gaf ik colleges op een middelbare school in Kameroen. Uiteindelijk heb ik mijn hart gevolgd en gekozen voor een nieuwe uitdaging als docent van de academie M&HR.”
13
introdagen
De studenten achter de introdagen 2011
14 Voor Tim van der Sprong, achter Kelly Olman, Marco van Vliet, Mustafa Arslan
Even voorstellen Traditiegetrouw startte ook dit nieuwe schooljaar met een introductie. Dit jaar voor het eerst in de vorm van introdagen. Deze introdagen werden georganiseerd door vier enthousiaste studenten uit 2-MER en 3-MER. De organisatoren zijn: Kelly Olman, Tim van der Sprong, Mustafa Arslan en Marco van Vliet. Het doel van introdagen De introdagen stonden ook dit jaar weer in het teken van kennismaken. Kennismaken met je nieuwe klas, kennismaken met De Haagse Hogeschool en kennismaken met de stad Den Haag. Het doel van de introdagen was dan ook om binding te creëren onder de nieuwe studenten en de nieuwe studenten kennis te laten maken met elkaar, de school en de stad. En dit op beste manier, namelijk op een informele wijze. Waarom organiseren? Kelly, Tim, Mustafa en Marco hebben ervoor gekozen om de introdagen van 2011 te organiseren omdat zij het belangrijk vinden om naast het reguliere programma ook extra activiteiten te ondernemen. Daarnaast willen zij alvast hun Curriculum Vitae, beter bekend als CV, verrijken maar het organiseren doen zij vooral omdat zij het allen erg leuk vinden om te doen. Organiseren Dit jaar werd de introductie voor het eerst in de vorm van introdagen georganiseerd. Een heel nieuw concept
dat de nodige energie vereist. De organisatoren moesten daardoor vanaf nul beginnen, zij moesten de introdagen van het begin tot het eind opzetten. Het organiseren van de introdagen begon daarom al in mei 2011. “Als commissie moet je er allemaal hetzelfde idee bij hebben, maar ook creatief genoeg zijn om met een invulling van de dagen te komen”, aldus Tim van der Sprong. Sinds mei hebben de organisatoren daarom elke week vergaderd om de introdagen tot een succes te maken. De vergaderingen werden vaak gehouden op De Haagse Hogeschool, maar als dat geen optie was, gingen de vergaderingen gewoon door via Skype of msn. De taakverdeling ging redelijk soepel, iedereen nam een deel op zich. Bepaalde afspraken konden mensen alleen uitvoeren of iemand had al contact met een persoon, dat was erg handig. Vrijheid tijdens het organiseren Kelly, Tim, Mustafa en Marco hadden behoorlijk veel vrijheid bij het organiseren van de introdagen. Zij konden hierdoor een eigen stukje aan de introdagen toevoegen. Het enige jammere was dat er geen mogelijkheid was voor extra financiering. Voorheen werd er een kamp georganiseerd waar veel verkocht kon worden, waardoor inkomsten werden gegenereerd. Tijdens het organiseren van de introdagen moesten er uiteraard ook kosten worden gemaakt, maar de organisatie wilde niet te veel van de eerstejaarsstudenten vragen. Dit was soms best even lastig, maar uiteindelijk is alles gerealiseerd wat er gerealiseerd moest worden.
Er was wel een aantal vaste onderdelen die in het programma verwerkt moesten worden. Zo moest er in de introdagen een kwartetspel, dat gemaakt is door mevrouw Van Asseldonk en mevrouw Groen, verwerkt worden. Er was een onderdeel in een lokaal van anderhalf uur waar het kwartetspel mooi in paste, dus eigenlijk kwam dat heel goed uit. Ook moest de Oh Oh Intro op het Lange Voorhout in het programma verwerkt worden. Zo kregen de nieuwe studenten de kans om de stad Den Haag beter te leren kennen. Daarnaast was het vooral belangrijk dat er spellen in de introdagen werden georganiseerd die de binding tussen studenten zouden bevorderen. Uiteindelijke indeling introdagen Uiteindelijk hebben de organisatoren de drie dagen helemaal weten in te vullen. De eerste dag, woensdag 31 augustus, werden de eerstejaarsstudenten ontvangen in de aula waar zij werden toegesproken door de academiedirecteur, de heer Looije, en de propedeusecoördinator, mevrouw Barendregt. Na de ontvangst stond de kennismaking met de klas op het programma, gevolgd door een pc-instructie en een rondleiding door de school. Een goed begin is het halve werk! De tweede dag, donderdag 1 september, waren er verschillende activiteiten, verdeeld over drie rondes: klimmen bij een klimcentrum, roeien bij roeivereniging Pelargos en een interactie in de vorm van bindingsactiviteiten. Als afsluiting van de dag werden de eerstejaarsstudenten naar het Lange Voorhout gebracht waar een stedelijke introductie was georganiseerd genaamd: “Oh Oh Intro”. De organisatie had het deze dag vooral druk met kleine problemen oplossen en het in elkaar zetten van de spellen. De laatste dag, vrijdag 9 september, waren er vier rondes aan activiteiten georganiseerd in de Uithof in Den Haag. De vier rondes bestonden uit een driekamp: tuben, steptocht
Naam: Marco van Vliet Leeftijd: 22 Klas: MER-3C Hobby’s: Tennis en darten Motto: Wees tevreden met minder, dan krijg je meer!
en boogschieten. De laatste dag werd afgesloten met een gezamenlijk etentje gevolgd door de mogelijkheid om nog een drankje te drinken. De organisatoren vonden deze dag erg relaxed en vonden dit daarom ook een goede afsluiting. Hoogtepunt van de introdagen Een absoluut hoogtepunt van de introdagen vonden Kelly, Tim, Mustafa en Marco het eten bij de Uithof. Alles zat erop, en ze konden heerlijk nagenieten. Het leukste aan het organiseren vonden ze het daadwerkelijke resultaat. Het was geweldig om te zien dat iedereen het naar zijn zin had. Daarnaast vonden zij de verantwoordelijkheid om alles zo goed mogelijk te laten verlopen erg leuk maar vooral ook erg spannend.
15
Dankwoord De vier organisatoren zijn een hele ervaring rijker. Ze hebben het organiseren van de introdagen allemaal als een zeer leuke en positieve ervaring ervaren. Als afsluiter van dit artikel willen de organisatoren graag iedereen bedanken die de introdagen tot een succes heeft gemaakt, en in het bijzonder bedanken zij mevrouw Barendregt voor haar goede begeleiding. April van der Horst / Chelsea Kranenburg
Naam: Kelly Olman Leeftijd: 20 Klas: MER-2B Hobby’s: Dansen (HipNaam: Tim van der Sprong Leeftijd: 24 Klas: MER-3C Hobby’s: Genieten van het studentenleven, bestuur van Haagse Studentenvakbond
Motto: Assumption is the mother of all fuckups. (Vrij vertaald: Aannames zijn dodelijk)
Naam: Mustafa Arslan Leeftijd: 22 Klas: MER-3B Hobby’s: Zaalvoetbal, lezen en vrijwilligerswerk.
Motto: Wie het laatst lacht, lacht het best.
Motto:
Hop) -
reünie
Terug op de MER!!!! In de eerste helft van de vorige eeuw zong de beroemde Haagse zanger van diverse levensliederen Willy Derby zijn bekendste nummer ‘Scheiden doet lijden’, met de volgende onvergankelijke regels: “Scheiden doet lijden Afscheid brengt leed Lang kan het duren Eer je vergeet Iets wat je lief was Gaat van je heen Scheiden doet lijden Voor iedereen” En afscheid hebben we genomen! Vanaf de eerste diploma-uitreiking (toen nog onder de naam HEAO-EJ (Economisch-Juridisch) in 1992 tot de laatste in september 2011 hebben we vele honderden MER-afgestudeerden vaarwel gezegd. Jasmijn van der Bent, Tatjana van Wel
16
Dat leek altijd een afscheid voorgoed. Sinds de start van deze nieuwsbrief, gecombineerd met extra aandacht voor alumnibeleid, zijn we erin geslaagd een groot aantal van deze ooit gediplomeerden weer te traceren (en we hopen natuurlijk er nog veel meer te hervinden!). Op 22 september hebben we voor oud-studenten, zittende docenten en oud-docenten de eerste MER-reünie georganiseerd. Geheel passend bij onze talentontwikkelingsgedachte werd de reünie georganiseerd door twee (derdejaars) studenten, Jasmijn van der Bent en Tatjana van Wel. Tijdens de reünie was er zowel aandacht voor serieuze inhoud in de vorm van lezingen door onze economiedocent Eddy Nagtegaal en lector Burgerschap en Diversiteit Baukje Prins, als voor de sociale kant in de vorm van een welkomstdrankje vooraf en een buffet en borrel na de lezingen. In totaal zijn rond de 80 alumni naar deze eerste reünie gekomen, die gezien de enthousiaste reacties tijdens de reünie en op de evaluatieformulieren alsmede de hoge baromzet voor herhaling vatbaar is (wat, gezien die evaluaties, 79 % graag om de drie jaar ziet plaatsvinden). Hierbij een aantal foto’s die een beeld geven van de reünie. Er komt overigens al snel een nieuwe kans om terug te keren: wegens het 25-jarig bestaan van De Haagse Hogeschool per 1 september aanstaande is er op 9 november een speciaal programma voor oud-studenten. Daarover in de toekomst meer!!! Frank de Poorter
17
internationale mobiliteit
Internationale mobiliteit
voor docenten en studenten In 1999 werd in Bologna de zogenaamde Bologna-verklaring ondertekend door 29 Europese ministers van onderwijs. Het doel was om het hoger onderwijs binnen deze landen beter op elkaaraf te stemmen, Hiervoor werd bin-
nen al deze landen de nu bij iedereen bekende bachelormaster-structuur ingevoerd. Ook uitwisseling van studenten en docenten zou dan makkelijker worden wegens de ontstane vergelijkbaarheid van diploma’s. Overdracht
International connections
18
At the end of the month of September, Prof. Hüner from Haliç University visited our university. For the last few years, Haliç University and The Hague University are working on closer relations with each other. Prof. de Poorter has now twice visited Turkey to talk about this cooperation and now it was the turn of Prof. Hüner to be welcomed here. Prof. Hüner came to The Hague University to help promote understanding between the two institutions. In the future there are possibilities for successful 3rd and 4th year-students and instructors from Haliç to study at The Hague University and vice versa on a semester or trimester basis; in addition to BBA and MBA students, programs for students in Information Technology, Law, Political Sciences and more are also being considered. There is considerable potential to realize talent and knowledge interchange. Discussions are in progress which may eventually lead to study recognition between the two bodies in the Bachelor and Masters study programs; opportunities for students to combine elements of both course programs may potentially lead to combined diploma opportunities in the future. Prof. Hüner and Mr Looije are comparing programs with a view to feasibility. Haliç University is trying to build more international connections. During his trip to the Netherlands, Prof. Hüner visited also Windesheim and Saxion University to talk about cooperation and similar exchange programs. During his visit, Prof. Hüner was very impressed by The Hague University. He likes the fact that the University is very student oriented with a high level of accessibility. His impression of the students is also positive. The students seem interested and capable, they listen to you carefully and ask questions. On the other hand the Turkish students prefer to listen to the instructor and ask less. However, this is not the case in my classroom; I encourage discussion and debate with my students. Prof. Hüner’s classes are very well attended, close to one hundred percent in fact. The reason may be his preference for a more dynamic relationship with his audience in lectures. He does not like to be the only one talking. Students should be fully involved and they should participate in discussions, he remarked. Speaking about student attendance, Prof. Hüner believes, The more classes you attend, the more successful you are likely to be. It is like going to business meetings for a continued successful performance.
Success is a key notion to Prof. Hüner. He believes everybody’s future is in their own hands. It’s up to them to do something with it. We asked him what success means to him, and he had a whole concept in mind: 1st Determine your goals The student must have a goal in life. In your mind, there is something you always liked to do in life. It might be hard to find that, but when you have that in your mind, that’s the start for the success factor. 2nd Strategic thinking Ask yourself: am I able to do that? Do I have the qualities and enough knowledge? For instance, when you want to become a bank manager: do I have patience? Am I a hard worker? Do I have the required ability? You have to make a SWOT-analysis of yourself. What risks do I have in the future? For success, strategic thinking is important. You have to prepare yourself for the eventualities, what’s going to happen. Ask yourself: Am I ready for that? Do I have the qualities to do that? 3rd Be a researched oriented person You have to be researched-minded. Don’t do just any kind of research, do the research to reach your goal, the one that is in line with your goal. If you have the tendency to do research, it means you are open to gathering new information. 4th Develop your competence You have to determine which skills are your best. And then determine your way to reach your goal with those skills. 5th Be able to give decision on your own and be a problem solver Be independent. Your decision should be unique and better than other’s decisions. That requires creativity. You have to be creative to come up with good ideas. It gives you confidence and you become a problem solver. The name of the game in life is problem solving, believe me. In every phase of your life. For instance in your family situation: the problems with your kids, your parents, your husband/wife, the problems at school, the problems with your colleagues, with government officials, with your boss. In short, the ability to deal with people, to empathize; it requires Emotional Intelligence (EQ).
van studiepunten maakte het mogelijk om delen van de studie in andere landen te doen. Ook samenwerking tussen hoger-onderwijsinstellingen werd bevorderd, met als uiterste mogelijkheid een dual degree: twee hogescholen of universiteiten uit verschillende landen bieden gezamenlijk een (complementair) programma aan en reiken samen aan de student één erkend diploma uit. Hierboven werd al uitwisseling van studenten en docenten genoemd. Om dit te bevorderen bestaat het zogenaamde ERASMUSprogramma. Het programma biedt studenten de mogelijkheid drie maanden tot een jaar in het buitenland te studeren of stage te lopen en zorgt ervoor dat de behaalde studiepunten erkend worden.
De student blijft ingeschreven staan bij zijn eigen onderwijsinstelling en betaalt dus geen collegegeld in het land waar hij of zij dan studeert. De ERASMUS-toelage is bedoeld om docenten de kans te bieden aan een buitenlandse hoger-onderwijsinstelling les te geven. Studenten of docenten kunnen studeren of onderwijs verzorgen aan een buitenlandse hoger-onderwijsinstelling via het ERASMUSprogramma als er een bilaterale overeenkomst ‘Erasmus agreement’) met deze instelling is gesloten. Binnen deze overeenkomst kan je eigen hogeschool/opleiding dus ook studenten en docenten vanuit het buitenland ontvangen.
Not everybody can have all those assets together. You may be good in one aspect, you may not be good in another, you have to come up with the best ones you have. Use these ideas to make your own selection of that will fit your ideas and goals. During his stay in the Netherlands at the HHS, Prof. Hüner gave lectures about the current global financial crisis. We were interested in his opinion about the current and future situation in Europe and the position of Turkey in it. Prof. Hüner: Turkey is a potentially strong country. It is positioned strategically in the middle of three continents. It is a cultural bridge from the east to the western world and therefore carries a lot of responsibility. Turkey has negotiated for years to prepare for entering the European Union. There are many reforms necessary to reach the standards set by the EU partners but Turkey has taken serious steps to adjust. Is Turkey entering the European Union going to be beneficial for European Countries? Prof. Hüner doesn’t know. It could be, because Turkey is a strong country in essence. Turkey has a lot of treasures, a lot of cultural and industrial richness. But, culturally speaking, Turkey has to move closer to western ideas. Also the differences between rich and poor are considerable. The poor people might even suffer when Turkey eventually joins the European Union. There’s a high standard of living in Europe and they can only aspire to that level at present. In order to be fully compatible to enter the European Union, the Turkish standards should be raised and the differences should be evened out.
19 Who: Prof. Nurhan Dogan Hüner Born: April 17, 1942, Turkey Education: Galatasaray High School Diploma Robert College, majored in Marketing, Undergraduate Diploma Syracuse University (New York,USA) graduated in Finance, MBA Diploma
Career: 1970 - 1971 A kbank Inc. Turkish Bank, Financial Analyst 1971 - 1972: IBM Inc, Financial Analyst at the Finance Department
1974 - 1977: Turkish Industrial Development Bank, Senior Project Economist.
1977 - 1982 Federal Business Development Bank (Canada), Turkey entering the European Union will be the next item. The European Union has some very serious problems to solve to get out of the current crisis. We asked Prof. Hüner what should happen to solve the current financial situation. Every country should be able to solve their own problems. In the meantime, every country in the European Union should help each other out. But also, all countries in the world should get together because the crisis is everybody’s problem. Being self- centred causes isolation and disruption. If you are part of the team, you have to contribute to the solution of the union’s problems which essentially creates serious concern not only for the European Union but potentially the rest of the world. Linda Bloem / Nelleke Heijboer
Credit manager, later Assistant General Manager
1982 - 1984: Bank of Montreal (Toronto, Canada) VP Audit 1984 - 1987: Ontario Share and Deposit Insurance Co. VP Financial Policies
1987 - 1996: Hepcoe Credit Union Ltd. VP Audit 1997 - 2000: Turkish Industrial Development Bank, Asst. General Manager, Projects
2000 - 2004: Yeditepe University (Turkey) Teacher of the Masters program: Corporate Finance, Business Finance, International Finance, Leadership 2005: Haliç University Erasmus Coordinator of the faculty, Assistant Coordinator of Haliç University, Teacher: Corporate Finance, Business Finance, International Finance, Financial Institutions and Markets, Contemporary Management, Business Ethics, Investment Projects Management
internationale mobiliteit
20
Zes maanden bij de oosterburen Ik zal beginnen met een korte introductie van mijzelf. Mijn naam is Jeroen Melkert. Op 24 februari 1991 zag ik voor het eerst het levenslicht in het Sint Franciscus Gasthuis in Rotterdam. Inmiddels, meer dan twintig jaar later, woon ik in het Duitse Kassel, vierhonderd kilometer ten oosten van mijn geboorteplaats. Ik volg hier mijn minor en ben intussen al over de helft. Tijd om eens terug te kijken op alle voorbereidingen en mijn belevenissen tot nu toe.
Nadat ik in 2008 mijn havodiploma haalde aan het Melanchthon College te Rotterdam, koos ik voor de opleiding Management, Economie en Recht. In tegenstelling tot mijn vrienden besloot ik niet te kiezen voor de dichtstbijzijnde weg en ging naar Den Haag. Een keuze waar ik tot op heden nog geen seconde spijt van heb. Op dit moment zit ik in het vierde studiejaar, waarin studenten de mogelijkheid hebben om twee minoren te volgen. Ik besloot deze te volgen aan de Universiteit van Kassel, een middelgrote stad in het Duitse ‘Bundesland Hessen’. Duitsland is opgedeeld in verschillende Bundesländer, te vergelijken met de verschillende provincies in Nederland. Naast Frankfurt am Main en Wiesbaden is Kassel de bekendste stad in Hessen. Er wonen zo’n
tweehonderdduizend mensen en Kassel is ongeveer drie keer zo klein als Rotterdam. De Universiteit van Kassel is, in vergelijking met andere universiteiten in Duitsland, een vrij jonge school. Dit jaar bestaat deze veertig jaar. Ik volg er de colleges in het ‘Fachbereich Wirtschaftwissenschaften’. Vooroordelen Duitsland, dat is toch het land dat ons alleen maar ellende heeft gebracht de afgelopen eeuw? Zijn de Duitsers echt zo bot en stug? Is dat niet een apart volk? Die Duitsers, die drinken toch alleen maar bier en eten alleen maar bokworst? Het zijn een paar vooroordelen die wij, als Nederlanders, van onze oosterburen hebben. Ja, sommige vooroordelen zijn waar, maar de meeste vallen reuze mee, weet ik intussen.
De problemen die de Duitsers hebben veroorzaakt in de afgelopen eeuw, kunnen natuurlijk niet ontkend worden. De Tweede Wereldoorlog en - voor mij als voetballiefhebber - de verloren WK-finale in 1974, zijn onlosmakelijk met Duitsland verbonden. De andere vooroordelen zijn alleen maar vooroordelen. Nee, de Duitsers zijn niet bot en stug. In tegendeel zelfs; ze zijn vriendelijk, open en zeer behulpzaam. Een apart volk? Ja, misschien omdat de ‘Pünktlichkeit’ hoog in het vaandel staat. Twaalf uur afspreken is ook echt twaalf uur afspreken en geen moment later. Zo zijn Duitsers snel geïrriteerd als de tram niet op tijd is. Bij elke halte staat een elektronisch bord waarop te lezen is wanneer de desbetreffende tram komt. Komt ie binnen één minuut, dan verschijnt ‘sofort’ op het bord. Zien de Duitsers de tram dan nog niet, dan beginnen ze geïrriteerd te raken. Het heen en weer lopen begint. Duurt dit langer dan tien seconden en is de tram nog steeds niet in het zicht, dan beginnen de eerste ‘vloeken’. Elke keer weer geniet ik daarvan. Ik vind Duitsland een geweldig land, met zeer veel mogelijkheden. Daarnaast vind ik de Duitse taal prachtig. Lekker direct, hard en duidelijk. Toch waren al deze punten niet de reden om te kiezen voor een studie in Duitsland. Het belangrijkste is dat mijn vriendin er woont. Ik leerde haar een kleine anderhalf jaar geleden kennen op vakantie. Doordat zij Duitse is, studeert aan de Universiteit van Kassel en daar ook woont, heb ik besloten hier mijn minoren in te vullen. Dat betekende dat de afstand tot mijn vriendin verkleind werd, en daarnaast staat het natuurlijk ook goed op je CV, studeren op een buitenlandse universiteit. Introductieweek Nadat de nodige administratieve handelingen achter de rug waren, kon ik eind juli eindelijk afreizen naar Kassel. De vakantie in Duitsland loopt een maand langer; in oktober beginnen de colleges van het nieuwe studiejaar. Dat betekende dat ik twee maanden de tijd had om de taal zo goed mogelijk te beheersen en mijn plaats in de stad te vinden. De eerste paar weken heb ik doorgebracht bij mijn vriendin thuis, omdat het pas mogelijk was om eind augustus in het appartement te trekken. Ik heb geprobeerd om zo snel mogelijk ‘in te burgeren’. Dat betekende de Duitse kranten lezen, tv-programma’s volgen en zelfs in het Duits gaan denken. Ik wist dat, wanneer mijn colleges zouden beginnen, ik niet anders dan Duits zou horen. Nadat ons appartement eind augustus eindelijk vrij kwam, konden we erin. Het appartement ligt ongeveer twee kilometer buiten het centrum, maar binnen loopafstand van verschillende tramhaltes. Binnen een kwartier ben ik op de universiteit. Ideaal dus, aangezien de Duitsers wel weten van begintijden. De eerste colleges op de universiteit beginnen om 08.00 uur! Naast de vroegere colleges is er nog een aantal verschillen met ons systeem in Nederland. De studenten kunnen hier zelf hun lessen kiezen, de universiteit doet niets. Binnen de duur van de opleiding moeten bepaalde vakken gevolgd worden; wannéér dit wordt gedaan, is geheel aan
de studenten zelf. Daarnaast zijn er ‘Wahlpflichten’. Dit houdt in dat de studenten vrije onderdelen kunnen kiezen. Een beetje te vergelijken met onze minoren dus. De universiteit biedt internationale studenten de mogelijkheid om een tiendaagse cursus te volgen, waarbij puur les wordt gegeven in de Duitse taal en cultuur. Aangezien ik verwachtte hier niet slechter van te worden, besloot ik deze cursus te volgen. Vanwege de grote belangstelling werd door middel van een introductietest het niveau per deelnemer bepaald. Vervolgens werd er een indeling in drie verschillende groepen gemaakt. Groep drie bestond uit deelnemers die totaal geen kennis van de Duitse taal hadden, groep twee uit deelnemers met een gemiddelde kennis van de Duitse taal en de eerste groep was voor deelnemers die de Duitse taal beheersten. Ik werd ingedeeld in de eerste groep, samen met tien anderen. Deze personen kwamen uit Amerika, Hongarije, Finland, Italië, Mongolië en Wit-Rusland. Na afloop van de cursus was er een week die geheel in het teken van introductie stond. Alle internationale studenten konden de stad Kassel beter leren kennen door verschillende excursies. Daarnaast werden verschillende Duitse studenten voorgesteld. Hier noemen ze dit het ‘buddy stystem’. Je persoonlijke buddy is de eerste die je aan dient te spreken bij problemen. Drukke week Na de introductieweek, begonnen dan eindelijk de colleges. Voor elke internationale student is het mogelijk om, zonder beperkingen, verschillende colleges te volgen. Aangezien ik dertig studiepunten dien te behalen in de zes maanden dat ik hier ben, heb ik zeven verschillende colleges uitgezocht. Sommige van deze colleges zijn gewaardeerd met zes studiepunten, andere met drie. Naast de ‘Vorlesungen’ (hoorcolleges) wordt er verwacht dat je ‘Tutoriums’ bezoekt. Tutoriums zijn eigenlijk een soort werkcolleges. Deze worden alleen niet gegeven door de docenten, maar door ouderejaarsstudenten die uitzonderlijk goede cijfers hebben gehaald voor het desbetreffende vak. Voor mij betekent het al met al een volle en drukke week. Een vrije dag heb ik helaas niet. Daarnaast zijn alle colleges die ik volg in het Duits. Dit was de eerste week zeker wennen. Het feit dat alles in het Duits is, is niet het grootste probleem. Het moeilijkst zijn de begrippen, met name de juridische. Een voorbeeld is de vennootschapsbelasting die wij in Nederland kennen. In het Duits heet dit Körperschaftsteuer. Meestal begrijp ik na twee à drie keer, wat er wordt bedoeld. Op dit moment is de helft van mijn periode al voorbij. De tijd vliegt wanneer je het naar je zin hebt. Naast het studeren leer je een hoop nieuwe mensen kennen. Deze sociale contacten zijn natuurlijk ook goed voor het opbouwen van je netwerk. Ik probeer op dit moment mijn afstudeeronderzoek in Duitsland te doen. Via een aantal bedrijven heb ik begrepen dat er een mogelijkheid is. Ik ben benieuwd! Jeroen Melkert
21
internationale mobiliteit
Gastdocentschap aan Afgelopen jaar hebben we met drie buitenlandse instellingen een overeenkomst gesloten: Halic University en Bahcesehir University, beide in Istanbul, en de Universität Kassel in Duitsland. Op zowel de Universität Kassel (zie verslag elders in deze nieuwsbrief) als Bahcesehir University studeert nu één MER-student. Met Halic University hebben we momenteel de meest intensieve samenwerking. In september jl. was professor Huner als gastdocent in Den Haag (zie elders in deze nieuwsbrief) en in november was ik als gastdocent in istanbul. Alvorens mijn ervaringen te beschrijven eerst wat informatie over het Turkse hoger onderwijs.
Het hoger onderwijs in Turkije kent geen onderscheid tussen wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs; al het hoger onderwijs vindt plaats aan universiteiten. Turkije kent op dit moment rond de 100 staatsuniversiteiten en rond de 50 privé-universiteiten. Aankomende Turkse studenten moeten nadat ze geslaagd zijn voor de middelbare school altijd een centraal schriftelijk toelatingsexamen afleggen om tot een universiteit toegelaten te worden. Je
22
MER-studenten bij ingang Halic University: Lisa Schanzleh, Yeliz Bozkurt, Anouk Veldhuis, Aischlinn Schippers, Charlotte van Vught, Yasemin Kaklik
Haliç University wordt vervolgens toegelaten op basis van behaalde punten en opgegeven voorkeur voor studierichting en -plaats. Hoe beter je punten, hoe meer kans je hebt dat je voorkeur wordt gehonoreerd. Niet iedereen met een middelbareschooldiploma kan naar de universiteit; dat heeft te maken met de grote hoeveelheid jongeren in combinatie met de beperkte capaciteit aan de universiteiten.
• Business Administration (zowel een Turkstalige als Engelstalige opleiding) • Tourism Administration • International Trade and Business • Business Information Systems • Public Relations and Publicity • Political Sciences and International Relations
Halic University (in het Turks: Haliç Üniversitesi) is een privé-universiteit en is opgericht in 1998.Het is een relatief kleine universiteit met rond de 3000 studenten, verspreid over vele opleidingen en drie campussen. Voor ons van belang is de Faculty of Business Administration met daarin de volgende studies:
Deze faculteit bevindt zich in de wijk Şişhane, naast zijn cafes en restaurants vooral bekend door zijn duizenden ateliers en winkels met als specialisme verlichting en elektriciteit en op loopafstand van Istiklal Caddesi, dé winkelstraat van Istanbul. Er zit flink wat groei in deze faculteit; in de week dat ik in Istanbul was kreeg ik dat niet alleen te horen van professoren en studenten, maar het was ook wel duidelijk gezien de overvolle roosters in het gebouw. Er wordt dan ook zeer serieus nagedacht over uitbreiding. Als je op zo’n kleine campus komt, ben je eigenlijk al vrij snel een bekend gezicht. De beveiligers lieten me na dag 1 soepel door en door studenten op het binnenplein werd ik al vrij snel bij binnenkomst en vertrek vriendelijk gegroet. Vriendelijkheid en gastvrijheid zijn dan ook zeer opvallende kenmerken, ook bij professoren, management en ondersteunende medewerkers. Er zijn me liters Turkse thee aangeboden! De lesduur is anders dan in Den Haag: drie uur per les, met twee onderbrekingen van tien minuten. Voor mijn Business Communication-lessen had ik twee tamelijk omvangrijke power point presentaties voorbereid (drie uur is uiteindelijk nogal wat), waarmee ik al op dag 1 mocht improviseren door enige technische mankementen. Die waren er de tweede dag niet en zowaar liep alles behoorlijk soepel, mede doordat ik zo verstandig was de voorbereide presentatie uiteindelijk maar te halveren. Turkse studenten zijn, vergeleken met onze MER-studenten, nogal rustig. Aanvankelijk was ik gewaarschuwd dat ik geen interactie of dialoog mocht verwachten, maar daar was geen sprake van. Met name met de vierdejaarsstudenten werd het uiteindelijk een geanimeerd gesprek tot ruim een half uur na het college over hun toekomstverwachtingen en ambities. Ook de professoren namen overigens de tijd om informatie uit te wisselen over het Turkse hoger onderwijs en te informeren naar het Nederlandse. Onze eerste ervaringen met wederzijdse mobiliteit zijn voor beide partijen uitstekend bevallen. Zo goed, dat we in de loop van 2012 gaan kijken of en hoe we de samenwerking kunnen uitbreiden, waarbij alle opties open liggen. Wat mij betreft graag; ik ben niet alleen een mooie onderwijservaring rijker, maar ook is mijn liefde voor deze prachtige stad verder gegroeid! Frank de Poorter
23
bijbaan
Een bijbaan met uitzicht op de zee Den Haag is de enige stad in Nederland die aan zee ligt. Werken bij een strandtent tijdens de zomermaanden is voor studenten dan ook een gewilde bijbaan. De meeste studenten werken in die maanden in de bediening: zij lopen op het terras of staan achter de bar. Sander Blanson Henkemans, tweedejaars MER-student, doet dat net even anders: hij is bedrijfsleider bij strandtent Solbeach. In 2010 was Solbeach volgens strandnederland. nl het beste strandpaviljoen van Scheveningen.
24
Sander Blanson Henkemans (22) is enkele jaren geleden het strandleven ingerold. Op zestienjarige leeftijd begon hij als kaarsjesaansteker bij strandpaviljoen Solbeach. Hoe is hij van kaarsjesaansteker tot bedrijfsleider uitgegroeid? Sander: “Ik zat in de vierde van het VWO, het was de hele tijd lekker weer, dus ik dacht: ik ga bij een strandtent werken. Samen met een vriend ben ik begonnen bij Solbeach: met kaarsjes aansteken, kleine klusjes uitvoeren en soms met een dienblad lopen. Het jaar daarop, mijn tweede seizoen, heb ik veel achter de bar gestaan, waardoor ik steeds meer leerde. Vanaf het derde seizoen hield ik me vooral bezig met de barbecues.” Bij Solbeach kunnen gasten bij hun eigen zitplaats barbecueën. Het barbecue-gedeelte heeft een eigen keuken, apart van de reguliere keuken. Sander was hiervoor medeverantwoordelijk. Sander: “Tijdens dinertijd werkten we met z’n tweeën bij de barbecues. Na een uur of negen werd het rustiger, dan hoefde je niet meer met z’n tweeën te staan. Eén iemand ging dan de bediening in en alle partijen afrekenen, de ander ruimde alles op. De barbecues zijn superleuk om te doen! Je wordt helemaal zwart, dus soms krijg je wel opmerkingen over werken in de kolenmijnen.” Twee seizoenen geleden kreeg Sander steeds meer verantwoordelijkheden. Sander: “In dat seizoen was iemand anders nog officieel bedrijfsleider, maar zij zou het seizoen daarop niet meer terugkeren. Zij maakte toen nog wel de roosters, maar ik was degene die op vrijdag- en zaterdagavond het toezicht moest houden. Sinds afgelopen seizoen (2011) ben ik officieel chef bediening geworden, dat betekent dat ik nu de bedrijfsleider ben.” Er is een aantal grote verschillen tussen ‘gewoon’ bediening zijn en chef bediening zijn. Sander: “Het grote verschil zit hem erin dat ik niet geacht word veel zelf te doen op de avond. Het is vooral aansturen en kijken wat andere mensen doen, of alles wel goed gaat. Verder maak ik ook de roosters, ik bel mensen om te vragen of ze kunnen werken en heb te maken met personeel dat soms te laat komt. Daarnaast
houd ik toezicht op de bestellingen. De bestellingen zelf worden door een collega gedaan, maar ik geef aan of er van iets meer of minder besteld moet worden, afhankelijk van de drukte.” Sander woont dichtbij de strandtent, wat handig is als het opeens druk wordt en hij plotseling aanwezig moet zijn. Afgelopen seizoen, tussen maart en oktober, was het eerste seizoen dat hij zowel werkte als studeerde. Hoe was het om zijn baan met zijn voltijd MER-studie te combineren? Sander: “Vooral de eerste maanden was het wel erg druk. Het was natuurlijk een erg mooie start van het seizoen, met prachtig weer. Dat waren echter ook de maanden van het vierde blok. Soms deed ik dan net iets minder aan de studie, of raffelde ik iets af, om naar mijn werk te kunnen gaan. Wel heb ik er altijd voor gezorgd dat ik, ook met groepsopdrachten, aanwezig was als het moest en op tijd mijn stukken af had. In oktober heb ik beperkt meegeholpen met de afbouw van het paviljoen, omdat de eerste tentamens van het tweede jaar er bijna aankwamen. Het is af en toe schipperen, maar tot nu toe is het me goed afgegaan.” Merkt hij ook dat hij zijn studiekennis mee kan nemen tijdens zijn werkzaamheden en omgekeerd, dat zijn werkervaring hem helpt bij het begrijpen van zijn vakken? Sander: “Ik heb gemerkt dat beide situaties voorkomen: de stof komt vaak goed overeen met de praktijk, maar tijdens het leren voor een tentamen kun je vaak beter de praktijk even loslaten. Bij het maken van opdrachten komt het wel vaak van pas. Ook op de werkvloer maak ik soms situaties mee, waardoor ik aan een vak word herinnerd.” Wil jij net als Sander naast je studie bij Solbeach werken? Ga dan naar de website www.solbeach.nl en kijk of er vacatures zijn. Geen interesse in een bijbaan, maar wel zin gekregen in een barbecue op het strand? Solbeach ligt op ongeveer 400 meter lopen vanaf het Kurhaus, in de richting van de haven van Scheveningen. Tijdens het strandseizoen kun je hier elke dag terecht voor een hapje en een drankje tot in de late uurtjes. Astrid Beentjes