Inhoud #3
12
20
26
32
12 Dossier: Aan de leiband De VROM-Inspectie stelt verscherpt toezicht in als een gemeente de regels structureel onvoldoende uitvoert of ze zelf niet naleeft. In veel gevallen blijkt deze stevige sanctie louterend te werken. „Het gaf ons wind in de zeilen."
20 Veel te veel varkens Varkensfokker Knorhof heeft 6000 beesten meer in zijn schuren dan de vergunning toestaat. De gemeente Buren en de provincie Gelderland zijn sinds acht jaar zonder succes bezig het bedrijf in het gareel te krijgen. Ze wijken echter niet voor de juridische haarkloverij van Knorhof.
26 Gemeenten zijn hardleers Sommige gemeenten leren het nooit, is de ervaring van milieuofficier Pieter Groenhuis. In Noord-Holland vervolgde hij de afgelopen jaren 43 keer een bevoegd gezag. Veel vertrouwen in de rechte rug van bestuurders heeft hij nog niet gekregen. „De bestuurlijke integriteit faalt."
32 Wegens succes geprolongeerd Nu de drugstoeristen en drugsrunners bijna allemaal uit Rotterdam zijn verdreven, wordt de criminele huiseigenaar door justitie, politie, belastingdienst en de gemeente op de korrel genomen. Alijda II bouwt voort op een erkend succes.
En verder Journaal Politie krijgt nog een kans Competenties voor handhavers Afvaldeskundige John Tieman
4 10 17 18
Welke wetten kunnen weg? Specialist Sven de Groot Strategie van Haarlemmermeer Handel in emissies controleren
24 29 30 35
Nasleep bandenberg Kampen Jurisprudentie Beschermd: Blauwe kamer Len Munnik
38 42 43 44
Uitgever Ministerie van VROM Hoofdredacteur Paul van Nunen Redactieraad Jo Gerardu, Koen Kolodziej, Gert Langenbarg, Paul van Nunen, Hans Oosterhof, Monique Smeets, Hans de Ruiter Redactie-adres Postbus 270, 2700 AG Zoetermeer tel. 079-360 12 34, fax 079-360 12 30 e-mail:
[email protected] Commissie van advies Voorzitter: Egon Snelders, Anton Taks, Jolanda Roelofs (VROM-Inspectie), Jan-Willem
Bekkers (Apeldoorn), Berry Campagne (prov. Utrecht) Louis Steens (AID), Arie de Wit (Politie Instituut Verkeer en Milieu), Rob te Wierik (SEPH Twente), Freerk Jan Medendorp (politie IJsseland), Annemiek Jetten (Hoogheemraadschap West-Brabant), Jaap Rus (IVW), Wilma Speller-Boone (Justitie)
Aanvragen van abonnementen, adreswijzigingen en opzeggingen: www.vrom.nl/handhaving.
Advertenties Tariefkaart op aanvraag. tel. 079-360 12 32, fax 079-360 12 30 of via www.bladenmakers.nl
De in dit blad weergegeven meningen weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de opvattingen van de bewindslieden van VROM.
Abonnementen € 40,- per jaar, incl. 6% BTW Ambtenaren en bestuurders die van overheidswege betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving ontvangen HandHaving op aanvraag kosteloos.
Productie Format Bladenmakers, Zoetermeer Vormgeving Zuiderlicht, Maastricht Druk ACI Offsetdrukkerij, Amsterdam
ISSN 1381-8767
3
HandHaving 2004 #3
Colofon
Journaal
Vanuit het luchtruim bezien licht Nederland ‘s nachts op. De glastuinbouw neemt de helft van het omhooggestraalde licht voor zijn rekening. Volgens de milieubeweging verstoort het licht het bioritme van mens en natuur. De werkgroep glastuinbouw van LTO en de stichting Natuur en Milieu gaan nu samen op zoek naar mogelijkheden om overlast van licht tegen te gaan. Afschermen van lichtemissie is een van de mogelijkheden. LTO wil voor de zomer duidelijk hebben wat aan de lichtvervuiling kan worden gedaan. Door zelfregulering hoopt men wetgeving te voorkomen. Foto: Fotostudio Vlekke
Het Openbaar Ministerie (OM) Amsterdam heeft een schikking getroffen met de oliemaatschappij Trans Canada International Netherlands BV. Het bedrijf betaalt een boete van € 75.000,- voor het overboord pompen van water met een te hoog oliegehalte. Tegen Trans Canada International Netherlands BV waren verdenkingen gerezen van het overtreden van de bij de wet bepaalde norm voor het maximaal oliegehalte van overboord gepompt water. Daarmee hield het bedrijf zich niet aan de Regeling lozing van oliehoudende mengsels en het Mijnreglement Continentaal Plat. Daarnaast werden de analyseresultaten van controles van het overboordwater onjuist gerapporteerd aan Staatstoezicht op de
Mijnen, waardoor het toezicht op het functioneren van enkele boorplatforms ernstig werd bemoeilijkt. Het onderzoek is uitgevoerd door Staatstoezicht op de Mijnen en het Korps Landelijke Politiediensten, divisie mobiliteit. Geldboete De transactie is aangeboden omdat de rechter op de rechtszitting alleen een geldboete had kunnen opleggen. Door op deze wijze de zaak af te doen, wordt
de overtreder afdoende gestraft, meent het OM. Ook wordt een langdurige procedure voorkomen en wordt de opsporingscapaciteit niet extra belast. Bovendien is het bedrijf inmiddels in zijn geheel overgenomen. De nieuwe eigenaar heeft aangetoond alles in het werk te stellen om dergelijke overtredingen in de toekomst te voorkomen. Zo is de procedure rond de rapportage van analysegegevens gewijzigd. De mijnbouwinstallatie, waar de meeste overschrijdingen van het te lozen oliegehalte in het water zijn geconstateerd, is aan een grondig onderzoek onderworpen. Daardoor wordt de norm op dit moment niet meer overschreden.
Ombudsman eist niet altijd spoed
HandHaving 2004 #3
De Nationale Ombudsman oordeelt in zijn jaarverslag 2003 dat de overheid voortvarend op klachten van burgers moet reageren. Bij het effectueren van bestuursdwang maakte een gemeente echter terecht pas op de plaats.
4
Tussen het aanschrijven en uitvoeren van een bestuursdwangaanschrijving mag enige tijd zitten, vindt de Nationale Ombudsman naar aanleiding van een klacht. Een korfbalvereniging moest van de gemeente Sint-Michielsgestel reclameborden verwijderen. De korfbalvereniging diende bezwaar in bij de rechtbank. De gemeente wachtte met effectuering van bestuursdwang tot de uitspraak van de rechtbank vanwege het financiële belang voor de korfbalvereniging. Een klager wilde echter dat de bestuursdwang onmiddellijk wordt toegepast en dat de borden werden verwijderd.
De Nationale ombudsman achtte de gemeentelijke handelwijze ‘behoorlijk’. Een bestuursorgaan heeft een zekere mate van beleidsvrijheid bij de vraag wanneer het tijdstip van effectueren is aangebroken. Tenzij er sprake is van een situatie die uit het oogpunt van openbare orde of belangen van derden geen verder uitstel dulden. Belangen van derden kunnen verreweg ondergeschikt worden geacht aan de belangen die door een dergelijke effectuering worden geschaad, aldus het oordeel. Herkansing De ombudsman ontving in 2002 een
klacht over het uitblijven van maatregelen door de gemeente Gulpen-Wittem tegen illegale ondernemingsactiviteiten die leidden tot rattenoverlast. Na een herkansing verklaarde de gemeente de klacht gegrond maar deed volgens de verzoekers niets. Daarop wendden zij zich in april 2003 opnieuw tot de Nationale ombudsman. Nadat ook de andere buren een gelijkluidende klacht hadden ingediend en Nationale ombudsman interventie pleegde, nam de gemeente in juni 2003 het besluit handhavend te gaan optreden. Nadere inlichtingen: www.nationaleombudsman.nl/ jaarverslag2003
Schildpadden Commentaar: in de kast Hou het eenvoudig Uitgerekend op de landelijke contactdag van de CITES-vraagbaken kregen de milieuspecialisten van de politie Rotterdam-Rijnmond een melding binnen van een importzending van Moorse landschildpadden.
Minister Donner nam onlangs een spraakmakend besluit. Hij verordonneerde dat politie en Openbaar Ministerie verplicht zijn 500 fte vrij te maken voor de bestrijding van milieucriminaliteit. Een enorme uitbreiding van het milieutoezicht, wederom mede gefinancierd door VROM. Van een grote vreugde over deze investering in ‘geoormerkte politiepelotons’ is onder handhavers echter niet veel te merken. Wel van onbegrip. En van ongeloof.
De bijeenkomst voor de vraagbaken weerhield de milieuspecialisten niet om op de melding af te gaan. In de Beatrixhaven van Rotterdam troffen zij een smerig schip aan. Collega’s van de zeehavenpolitie en van de douane hadden op het schip, verstopt in de elektriciteitskast, twintig Moorse landschildpadden gevonden. De dieren zaten zonder voedsel in een veel te kleine doos. Bovendien zaten de schildpadden onder de kakkerlakken. Ook de milieuspecialisten werden in een mum van tijd bestormd door de kakkerklakken. De scheepskapitein kon niet de vereiste CITES-documenten laten zien. Het CITES-verdrag stelt regels aan de internationale handel van bedreigde dier- en plantensoorten. De dieren werden dus illegaal geïmporteerd. De milieupolitie heeft beslag gelegd en heeft samen met de douane een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt. De landschildpadden zijn overgebracht naar Reptielenopvang Leguana in Vlissingen. Ze zijn in quarantaine geplaatst en ontdaan van kakkerklakken. Ze maken het goed.
Onbegrip is er bij milieuhandhavers zonder politiepet. Deze collega’s moeten in de eigen organisatie op dit moment arbeidsplaatsen en geld inleveren. Zij zien tegelijkertijd dat de club die op het gebied van milieu nauwelijks heeft gepresteerd nu juist ruim baan krijgt. Dat doet zeer. Ongeloof is er over het potentieel aan zware en ingewikkelde milieuzaken dat de politie zou moeten gaan oplossen. Bijna niemand zegt dat hardop, want voor je het weet zaag je aan je eigen stoelpoten. Maar bij met 400 agenten en 100 juristen - samen ongeveer de complete VROM-Inspectie - dit type delicten jagen, zien velen toch het beeld van de kanon en de mug opdoemen.
Nadere inlichtingen: Cees Mesker, politie Rotterdam-Rijnmond, tel. 010 - 274 33 33
Binnen en buiten de politie is er echter vooral onbegrip over de gekozen strategie. Er wordt gekozen voor een structuurverandering, terwijl twintig jaar milieuhandhaving juist heeft bewezen dat het rendement daarvan nihil is. De bestuursovereenkomsten en Seph’s illustreren dat. Een structuurstrategie kost bovendien jaren. Veel energie gaat verloren in de reorganisatie, de werving, de onderlinge afstemming en natuurlijk het opbouwen van een informatiepositie. Bestuurlijke toezichthouders weten inmiddels uit ervaring dat je de structuur beter ondergeschikt kunt maken aan de inhoud. Je kijkt eerst wat je moet bestrijden en daar pas je je werkwijze op aan. Sleutelen aan je organisatie vermijd je zoveel mogelijk. De succesvolle nalevingstrategieën van enkele Inspecties en gemeenten als Haarlemmermeer laten zien hoe je dan snel en wendbaar kunt opereren. Overigens weet de politie dat ook. Hoofdcommissaris en portefeuillehouder Milieu Pier Eringa verklaarde in het Algemeen Politieblad: ‘Zeg als overheid maar hoeveel en wat voor type milieuzaken je wilt. Dan zoeken we daar zelf eventueel wel een geschikte structuur bij’. Nu moet Eringa in zijn achterban vijfhonderd neuzen zien te vinden die alleen nog milieuboeven willen vangen en een paar grote zaken weghouden bij de handhavingspartners om zelf snel indruk te maken. Met een eenvoudig prestatiecontract zijn we allemaal beter af. Hans Oosterhof, redacteur HandHaving 5
HandHaving 2004 #3
Oliemaatschappij schikt milieuovertreding
6
Hoe is het toch met... De milieubus van Boxtel
Meer milieu bij Friese politie
Milieubus doet het goed. Zo opende Handhaving in mei 1992 het artikel over de milieubus in de regio Boxtel. De veld-en milieupolitie groep Boxtel, bestaande uit Dick Haaksma, Loek van Egmond, Charles Immens, Jan Hurkmans en Ad Schevers, maakte dankbaar gebruik van dit nieuwe hulpmiddel. Naast de handhaving van de groene wetten hield de veld-en milieupolitie zich actief bezig met milieuonderzoek. Hiervoor was geavanceerde apparatuur nodig. De milieubus was echter geen lang leven beschoren. Dick Haaksma, plaatsvervangend commandant van de Veld- en milieupolitie groep Boxtel, vertelde in 1992 over de noodzaak van de speciale bus: ’Dan had je wat meer spullen en dan moest het allemaal in de achterbak van de auto mee. Voor water en reinigingsmiddelen was geen plaats. Kwam je ergens op een locatie, dan kon je je nergens omkleden. Stond je in de open lucht, tot aan je enkels in de klei, je beschermende kleding aan te trekken.’ Toen de technische recherche een oude Mercedes-bus uit de roulatie nam was dit voor het milieteam dan ook de oplossing. Met een subsidie van VROM kon de bus worden opgeknapt en ingericht met onder andere gasdetectoren, chloortesters,
In weerwil van sombere berichten over een gebrekkige uitvoering van de politiemilieutaak, leverde de politieregio Noorden Oost-Gelderland in 2003 533 milieuprocessen in bij het Openbaar Ministerie (OM). Dat zijn er 33 meer dan de afgesproken taakstelling van 500 processenverbaal (pv’s). In 191 gevallen werd volstaan met een verkort milieuproces-verbaal, ook wel milieumeldingsformulier of lik-op-stuk genoemd. In Friesland werden in 2003 meer milieumisdrijven ingeschreven bij het OM dan in 2002. Het aantal geregistreerde milieumisdrijven steeg met 16% procent tot 741 pv’s. De toename is het resultaat van het bundelen van opsporingscapaciteit in het Milieuhandhavingsteam van de regiopolitie Friesland. Dit jaar staat de Friese politie aan de lat voor 507 pv’s. Het Milieu Rechercheteam neemt twee (middel) zware milieuzaken voor zijn rekening. Het Milieu Handhavingsteam tekent voor 155 zaken en de politiedistricten voor 350 milieudelicten.
zuurstofmeters en bodemanalyseapparatuur. De Mercedes vol apparatuur kon vooral worden ingezet voor het onderzoeken van mestdumpingen en oude vuilnisbelten. Door grootschalige reorganisaties bij de politie is de veld-en milieupolitie in 1994 opgeheven. De milieubus was toen anderhalf jaar operationeel. ,,Door de reorganisaties is het hele team verspreid geplaatst over verschillende eenheden. Er was toen niemand meer die met de bus kon werken”, vertelt Jan Hurkmans van de milieurecherche van politieregio Brabant-Noord. Hurkmans was in 1992 nauw betrokken bij de inrichting en het gebruik van de milieubus. „We hebben er leuke dingen mee gedaan. Dankzij de bus hebben we het eerste geslaagde overbemestingonderzoek in Nederland kunnen uitvoeren. In onze onderzoeken had de milieubus een prominente rol.” Na het opheffen van het team is de bus naar streekgewest Brabant Noord-Oost gegaan, waar ze hem nog enkele jaren als vrachtwagen hebben gebruikt. Hierna werd de bus verkocht aan een particulier. Hij maakte er een camper van en rijdt er nu nog meer rond. „Behalve nostalgie is er dus weinig over van de milieubus”, aldus Hurkmans.
Kernenergiebedrijven uit Petten voor de rechter Een groot aantal milieuovertredingen heeft het Openbaar Ministerie ertoe gebracht het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in Petten voor de meervoudige kamer van de rechtbank in Alkmaar te brengen. De exploitant van de kernreactor, de Nuclear Research & consultancy Group (NRG), het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en de fabrikant van medische isotopen, Mallinckrodt Medical bv, zijn aangeklaagd voor tientallen overtredingen. De milieupolitie constateerde in oktober 2003 dat de drie bedrijven in Petten het niet zo nauw nemen met naleving van de door de gemeente verstreker milieuvergunning, de lozingvergunningen en de Kernenergiewet. Zo werd geconstateerd dat er gevaarlijk chemisch afval en radioactieve materialen en gereedschappen zijn opgeslagen in strijd met de door het ministerie van VROM verstrekte vergunning. Ook meldt het OM dat er veel te veel giftige stoffen in het bedrijfsafvalwater zijn aangetroffen. Een milieurechercheur van de politie constateerde: ’Afval verdween door putjes, gevaarlijke stoffen stonden in gootsteenkastjes. We troffen daar Oost-Europese toestanden aan.’ Deuren van opslagloodsen met gevaarlijke stoffen bleken open en er was een opslag van gasflessen pal tegen de muur van een gebouw. Bij NRG werden 25 overtredingen geconstateerd. Mallinckrodt Medical bv, Europees marktleider in de verkoop van radioactieve isotopen voor medische doeleinden heeft een dagvaarding met 17 overtredingen gekregen.
ECN, NRG en Mallinckrodt verschenen 25 maart voor het eerst voor de meervoudige kamer van de Alkmaarse rechtbank. Tot een behandeling van de zaak kwam het echter niet, want de rechtbank honoreerde het verzoek van de drie bedrijven om eerst tientallen
getuigen en deskundigen te horen. NRG heeft de rechtbank ook uitgenodigd ter plaatse de situatie te beoordelen ’want veiligheid en zorg voor het milieu hebben onze continue aandacht’. NRG heeft onlangs ook laten weten de 42 jaar oude kernreactor uiterlijk in 2015 te willen vervangen door een nieuwe nucleaire installatie. NRG wil in Petten ook faciliteiten behouden voor nucleair onderzoek.
Cijfers en Trends
7
HandHaving 2004 #3
HandHaving 2004 #3
De 42 jaar oude reactor in Petten. Foto: Marco Bakker
Vroeger kwamen druppellekkages op het spoor vaak voor. Foto Gerlo Beernink/HH
Samen emissies meten in Gelderland
Ketelwagons druppelen niet meer
In een gezamenlijke handhavingsactie hebben provincie Gelderland, gemeente Nijmegen en gemeente Beuningen de uitstoot van gevaarlijke stoffen gecontroleerd bij bedrijven op het industrieterrein Nijmegen-West en Weurt. In twee maanden tijd zijn de emissies van zeventien bedrijven bemonsterd. „In de meeste vergunningen zijn emissie-eisen opgenomen en een meetregime. De metingen bij deze bedrijven hadden tot doel te controleren of de bedrijven uitstoten wat zij in vergunningen en besluiten maximaal opgelegd hebben gekregen”, legt projectleider Emile Pilage van de gemeente Nijmegen uit. Het gaat om vier categorieën uitstoot: stofemissie, NOx, carcinogeen (onder andere PAK’s, dioxine, chroom en nikkel) en Vluchtige Organische stoffen (VOS). Deze laatste categorie wordt niet gemeten maar gecontroleerd via de verplichte VOS-boekhouding. De geselecteerde bedrijven variëren van een vleesrokerij tot een elektrici-
teitscentrale. De provincie is het bevoegd gezag over de meeste inrichtingen. Daar waar ‘aan de pijp’ werd gemeten, zijn ook andere mogelijke bronnen van luchtverontreiniging gecontroleerd, zoals het onderhoud aan stookinstallaties. Onaangekondigd De bedrijfsbezoeken vonden in principe onaangekondigd plaats. Pilage: „Het is een grote en omvangrijke actie, die veel organisatie vergt. Het weer moet bijvoorbeeld mee zitten, zodat mensen het dak op kunnen om de meetapparatuur te plaatsen. Bij het vooroverleg bleek dat de drie instanties ieder een eigen idee over de uit-
HandHaving 2004 #3
Boetes en vrijspraak voor afwijkingen in oliejournaals In Middelburg vonden in november 2003 drie proefprocessen plaats. Drie kapiteins van buitenlandse schepen hadden een oliejournaal getoond waarop de vermelde hoeveelheden sludge en bilgewater niet overeenkwamen met de feitelijk aanwezige hoeveelheden. Volgens de Kustwacht waren de documenten valselijk opgemaakt. Twee kapiteins werden tot een boete € 1.000,- voorwaardelijk veroordeeld. De derde kapitein werd vrijgesproken.
8
De vrijspraak van de derde kapitein komt doordat de verbalisant niet aan de kapitein had gevraagd of het olie-
journaal conform de waarheid en de feitelijke situatie was ingevuld. Na die vraag had de kapitein de gelegenheid
voering van zo’n project hadden. Daar was dus afstemming, goede samenwerking en kennisuitwisseling nodig. Trouwens ook belangrijk voor de professionalisering van de handhaving.” Het bedrijventerrein Nijmegen-West is een van de drie regio’s op de website www.rechtomteweten.nl, die luchtvervuiling in kaart brengt. Pilage: „Onze meetactie is niet het rechtstreekse gevolg van dat initiatief. We zijn wel van plan deze gegevens op te nemen in een eigen monitoringprogramma, zonder link naar eventuele kankerrisico’s.” Het eindrapport van de metingen wordt voor de zomer gepubliceerd. Nadere inlichtingen: Emile Pilage, gemeente Nijmegen, tel. 024 - 329 94 71,
[email protected]
moeten krijgen om het oliejournaal aan te passen. Door dit aan de kapitein te vragen krijgt het oliejournaal een officiële status van een document waaruit ‘enig recht’ kan blijken en wordt deze status tevens geactualiseerd. De peilingen van enkele dagen oud kunnen namelijk wel kloppen, maar de opsporingsambtenaren moeten de huidige situatie weten voor het lozingsonderzoek, aldus de rechtbank. Eventueel kan de kapitein de gelegenheid gegeven worden om de juistheid van zijn oliejournaal te verifiëren. Opsporingsambtenaren zijn er >>
De divisies Rail en Vervoer van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW), hielden eind 2003 een inspectie gevaarlijke stoffen bij ketelwagons. De divisie Vervoer keek mee bij de verladers, de divisie Rail bij onderdelen van het railtransport, zoals de overdracht van de wagons aan de vervoerder, het transport zelf en de overdracht aan de ontvanger. Incidentoverzichten uit het verleden tonen aan dat druppellekkages op het spoor vaak voorkwamen. Tijdens deze actie zijn 58 treinen met gevaarlijke stoffen gecontroleerd, afkomstig van vijf verschillende goederenvervoerders. Bij geen van de 207 ketelwagons zijn druppellekkages aangetroffen. Wel ontbraken enkele borgpennen van afsluiters. En er werden twintig kleine kenbare gebreken – zoals ontbrekende veiligheidstickers – ontdekt, waarvan acht leidden tot ingrepen in het proces. Meestal konden de vervoerders die gebreken ter plaatse oplossen waarna de wagons alsnog mochten vertrekken. Van de medewerkers die
bij het transport met gevaarlijke stoffen waren betrokken is achttien keer het dossier opgevraagd. In een enkel geval kon een machinist niet ter plaatse aantonen dat hij of zij over de juiste opleidingen beschikte. Het management moest dit vervol gens binnen 48 uur schriftelijk bevestigen. IVW gebruikt de uitkomsten van de controleactie als nulmeting. Een tweede actie in de toekomst zegt iets over hoe de veiligheid zich ontwikkelt. Er bestaat nu geen vergelijkingsmateriaal met andere vormen van soortgelijk vervoer. Druppellekkage bij vrachtwagens wordt bijvoorbeeld nauwelijks gemeld.
namelijk niet om fouten in het oliejournaal te vinden maar om illegale lozingen op te sporen, oordeelde de rechter. Het oliejournaal vormt daarbij een belangrijk hulpmiddel. Afwijkingen van meer dan 10 à 20% zijn grond voor verbaliseren. De kapitein moet dan dus wel nadrukkelijk gevraagd zijn of het oliejournaal naar waarheid is ingevuld.
Bandenbesluit is nu wet
Nadere inlichtingen: KLPD dienst waterpolitie, tel. 0118 - 45 12 10
Het Besluit beheer autobanden is per 1 april 2004 in werking getreden. Consumenten kunnen een oude band ‘om niet’ inleveren. Producenten en importeurs zijn verplicht deze autobanden gratis terug te nemen van bandenspecialisten en garages. Informatie over de nieuwe wet voor gebruikte banden is te vinden op www.vrom.nl en op www.bandenmilieu.nl.
Kort De langverwachte rechtszaak tegen Servicecentrum Grond zal minstens drie dagen in beslag nemen. De zittingsdagen zijn gepland op 9, 10 en 16 november 2004. Het Openbaar Ministerie legt SCG en een aantal betrokkenen onder meer valsheid in geschrifte ten laste. In de Gebiedenatlas 2003, samengesteld door het RIVM, zijn honderd kaarten opgenomen die tezamen een overzicht geven van provinciaal, nationaal en internationaal beleid met een ruimtelijke component. Overlap is in één oogopslag duidelijk. www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten De Vereniging voor Milieurecht houdt woensdagmiddag 26 mei een bijeenkomst over ruimtelijke inrichting en handhaving op De Noordzee. Sprekers zijn Harm Dottinga van het NILOS en Sacha Spoor, officier van justitie. Inlichtingen: tel. 030 - 231 22 21 of www.milieurecht.nl
Den Helder heeft het initiatief genomen tot het oprichten van het Nederlands Centrum voor Veiligheid en Milieu (NCVM) op zee. Het centrum gaat zich toeleggen op het voorkomen en bestrijden van rampen op zee. De gemeente wil ook een Expertisecentrum voor olie- en chemicaliënbestrijding realiseren. Dit initiatief wordt getrokken door TNO. 9
HandHaving 2004 #3
Weurt ligt letterlijk onder de rook van Nijmegen. Foto: Flip Franssen/HH
De ministeries van VROM en Justitie investeren in uitbreiding van milieutoezicht door de politie.
HandHaving 2004 #3
Iedereen wist het en bijna niemand sprak er over: het geld dat VROM aan de politie gaf voor milieutoezicht werd daar niet speciaal voor benut. De sinds 1990 verstrekte NMP-bijdrage van 52 miljoen gulden voor milieuwerk door politieteams verdampte veelal, de korpsbazen hadden andere prioriteiten. De politie krijgt van VROM-staatssecretaris Van Geel en justitieminister Donner echter een tweede kans.
10
De laatste jaren spraken milieuhandhavers vaak een beetje besmuikt over de financiële injecties die de politie vooral eind jaren negentig had gekregen om meer werk te maken van het vervolgen van milieucriminaliteit. Besmuikt omdat in brede kring de indruk bestond dat de korpsen dat geld in ieder geval niet gebruikten overeenkomstig de wensen van VROM. In het Nationaal MilieubeleidsPlan (NMP) uit 1990 was afgesproken dat de politie minimaal vier procent van haar capaciteit zou aanwenden ten gunste van het milieu. VROM betaalde daar ook voor. Vanaf 1995 werd deze bijdrage door de politie echter niet meer geoormerkt: het geld van VROM verdween in de pot algemene politiemiddelen. In 2002 bevestigt een onderzoek van het WODC dat het verwijderen van het oormerk niet best is geweest voor de capaciteitsinzet voor milieu. De wetenschappers melden echter eveneens dat ook toen het geld nog
wel was gelabeld veel korpsen niet in staat bleken die vier procent te besteden aan milieutaken. Pier de Meij, portefeuillehouder milieu bij de Raad van Hoofdcommissarissen, deed daar eind vorig jaar op een SEPH-dag overigens ook niet meer geheimzinnig over: „Het geld van VROM is gewoon verdampt.” Niet veel invloed De Meij en zijn collega-hoofdcommissarissen krijgen van 2005 tot 2007 de kans de tot dusver slechte rapportcijfers op te halen, want de ministeries van Justitie, BZK en VROM gaan drie jaar flink investeren in de politie als milieuhandhaver. Die investering heeft alles te maken met het genoemde rapport van het WODC en met kritiek uit de Tweede Kamer. Het WODC heeft vastgesteld dat het OM niet veel invloed kan uitoefenen op het aantal milieuzaken dat politiekorpsen aandragen, laat staan op de kwaliteit daarvan. De Nederlandse Politie Academie
(NPA) heeft in 2001 onder andere geïnventariseerd in welke mate politiekorpsen gespecialiseerde milieuteams hadden samengesteld. De NPA-exercitie bracht de Raad van Hoofdcommissarissen er toe de korpsen in 2002 te adviseren in ieder geval een apart milieuteam op te richten. Volgens minister Donner heeft de helft van de regiokorpsen inmiddels zo’n team. Ook de Algemene Rekenkamer heeft onderzocht in hoeverre de regionale korpsen hun taken uitvoeren. In dit onderzoek is niet alleen gekeken naar milieu, maar ook naar jeugdcriminaliteit, verkeersveiligheid, geweld op straat en georganiseerde criminaliteit. De Rekenkamer komt tot de slotsom dat het OM onvoldoende kan sturen en dat het niet mogelijk blijkt de resultaten landelijk te bundelen. Uit het WODC-onderzoek blijkt ook dat het aantal afdoeningen van milieuzaken is afgenomen van 14.121 in 1999 naar 10.336 in 2003. Overigens was 2002 met 14.514 milieuzaken wel een uitzondering op de gestage afname. Tussen 1999 en 2003 behandelde het OM ongeveer 300 (middel) zware milieuzaken. Interregionaal De recente rapportages zijn voor de
Het geld van VROM wordt in feite weer geoormerkt: alle korpsen zijn verplicht zelfstandig of samen met anderen een volwaardig regionaal milieuteam (RMT) op te zetten, inclusief recherche en opsporingscapaciteit. Dat betekent volgens de minister minimaal 250 fte extra voor milieuhandhaving. Beide ministeries investeren ook in bestrijding van (middel) zware milieucriminaliteit, want er gaat ook NMP-geld naar zes zogenoemde interregionale fraudeteams. Deze teams, IMT’s in politietaal, worden per 1 januari 2005 uitgebreid met in
totaal 120 milieuspecialisten. Donner en Van Geel rekenen erop dat deze teams zich ook zullen storten op het ontrafelen van criminele ketens. Bij het openbaar ministerie moet 100 fte van het landelijk opererende Functioneel Parket de zes IMT’s aansturen. De vervolging van zaken op regionaal niveau blijft de competentie van de parketten in de eigen regio. Tekst: Hans Oosterhof Foto: Fons Sluiter, Michiel Wijnbergh/HH
Beloning voor slecht gedrag De komst van regionale en interregionale politiemilieuteams mag dan een enorme capaciteitsuitbreiding zijn, de collega’s van de bestaande Bijzondere Opsporingsdiensten (BOD) van VROM en LNV zullen mogelijk toch even slikken. Vooral de zes interregionale fraudeteams van de politie gaan namelijk hetzelfde werk doen als de VROM-IOD en de AID: speuren naar ketengerelateerde en zware milieucriminaliteit. Die concurrentie is onverwacht, vooral ook omdat de Bijzondere Opsporingsdiensten na jaren steggelen onlangs zijn voorzien van een compleet pakket politiebevoegdheden. Dat pakket vloeide voort uit een oud advies van de commissie-Van Traa om versnippering in de opsporing te beperken. Tijdens de landelijke BOD-dag in maart in Amersfoort klonk bij leden van de Bijzondere Opsporingsdiensten gemor over de tweede kans en de extra miljoenen die de politie juist in een tijd van overheidsbezuinigingen krijgt. En ook net op het moment dat de Bijzondere Opsporingsdiensten lekker op dreef raken met het aanbrengen van zaken bij het Functioneel Parket. Rein Peeters, hoofd van het Functioneel Parket vertelde dat de nauwe samenwerking met de bijzondere opsporingsdiensten vruchten begint af te werpen. Het Functioneel Parket heeft in 2003 817 onderzoeken aangeboden gekregen van VROM-IOD, AID, SIOD en FIOD. Bijna 85% daarvan heeft geleid tot een zaak. 206 zaken zijn inmiddels afgedaan, 671 verdachten zijn geregistreerd. „Geen slechte startjaar”, aldus Peeters. Hij liet blijken ook verrast te zijn door het besluit de interregionale milieuteams te laten aansturen door ’zijn’ parket. „Er moet honderd man bij, waaronder officieren. Ik heb zorg of we op tijd klaar zullen zijn.” Nico Laagland, directeur SIOD sprak namens alle Bijzondere Opsporingsdiensten. Ook hij had gemengde gevoelens bij de onverwachte milieu-impuls voor de politie. „Er zijn vele miljoenen milieugeld in de politie gepompt. Zonder resultaat. Ik vraag me af hoe de VROM-opsporingsdienst straks moet functioneren naast de politiemilieuteams. Wat is nog hun domein? Het Functioneel Parket moet wel bedenken: wij hebben het eerste geboorterecht.” Minister Donner heeft aangegeven dat er een overkoepelend orgaan moet komen om te zorgen dat politiespeurders en rechercheurs van VROM en LNV elkaar niet voor de voeten lopen.
11
HandHaving 2004 #3
Politie mag nog een keer het milieu redden
politiek reden te spreken over falende milieuhandhaving door politie en justitie. Minister Donner beaamt dat de politiemilieutaak ’niet optimaal’ is uitgevoerd. Het grootste probleem is volgens de bewindsman dat de korpsen zich bij milieu vooral richten op de basispolitiezorg. ’Niet alle korpsen hebben zich voldoende geëquipeerd om relatief complexe milieuzaken op te sporen, zowel op regionaal als op bovenregionaal niveau’, aldus Donner in een brief aan de Tweede Kamer. Tot 2007 mogen de korpsen bewijzen dat ze het milieu wel serieus nemen.
Rob Spit, Valkenswaard: „We hebben echt tropenjaren gehad.”
Leiband van VROM stimuleert ook
HandHaving 2004 #3
Elk jaar staat een aantal gemeenten onder verscherpt toezicht van de VROMInspectie. Verscherpt toezicht is, samen met het zelden toegepaste recht om vergunningen te vernietigen, de grootste sanctie die gemeenten aan hun broek kunnen krijgen als ze de rijksregels op het gebied van ruimtelijke ordening, wonen of milieu niet serieus uitvoeren. Gemeenten spreken zich uit over dit uiterste middel. „Vergis je niet in wat ze allemaal opvragen. Ze gaan tot op het bot.”
12
Verrassend eenvoudig kan een oplossing voor een handhavingsprobleem soms zijn. Dat bleek in Maasdonk. Deze gemeente wil graag een einde maken aan het verscherpte toezicht dat de VROM-Inspectie in april 2002 had ingesteld. Maasdonk had namelijk bij het verlenen van bouwvergunningen niet of nauwelijks gelet op de eigen bestemmingsplannen. Er waren wel richtlijnen bedacht die afweken van
die bestemmingsplannen. Toen het verscherpt toezicht werd ingesteld besloten burgemeester en wethouders om nooit niet meer van de bestemmingsplannen af te wijken en… klaar is kees. „Maar goed, dat was niet helemaal alles”, geeft Paul Schoenmakers sectorhoofd grondgebied van de gemeente Maasdonk aan. De VROMInspectie stuitte op een lappendeken van zo’n negentig, vaak verouderde
bestemmingsplannen. Je daar blind aan houden is wel conform de regels, maar het maakt het ruimtelijk beleid wel zeer gedateerd. Dus maakte Maasdonk een plan om het aantal bestemmingsplannen fors terug te dringen en te actualiseren. Daar was de gemeente al voor 2002 mee gestart, benadrukt Schoenmakers. Het Inspectieonderzoek en het aansluitende verscherpt toezicht ziet hij als ‘wind in de zeilen.’ Die wind zorgde ook voor twee extra handhavers voor ruimtelijke ordening en voor bouwen en wonen. Schoenmakers: „Ik ben daar hartstikke blij mee natuurlijk. Die zijn beleid aan het actualiseren, stellen een risicomatrix op en benoemen thema’s.”
Paardenmiddel Toeval, pech, misschien een beetje verdiend, maar eigenlijk doen we het gemiddeld toch niet slechter dan andere gemeenten. Zo duiden veel gemeenten, als het zich voordoet, het verscherpt toezicht door de VROMInspectie. VROM had mede door ‘Enschede’ en ‘Volendam’ nu eenmaal besloten de teugels strak aan te trekken en zij stonden toevallig boven aan het lijstje van de inspecteur. Sommige gemeenten vinden dat de Inspectie wel erg snel heeft gegrepen
naar het paardenmiddel van verscherpt toezicht. Gerard van Keulen, beleidsmedewerker planontwikkeling en ruimtelijke ordening bij de Friese gemeente Leeuwarderadeel, die in 2002 onder verscherpt toezicht werd gesteld: „Ik denk dat als de inspecteur voor een tussenvorm had gekozen, we er wel zonder verscherpt toezicht waren uitgekomen.” In Maasdonk ontbreken twijfels. „Het was gewoon terecht”, zegt Schoenmakers over de opgelegde sanctie. „Maar”, voegt hij toe, „ik denk niet dat we veel slechter zijn dan andere gemeenten.” Dat vinden ze ook in Venray, dat in februari 2002 onder verscherpt toezicht kwam te staan. De gemeente had bouwvergunningen verstrekt binnen stankcirkels en dacht daarmee vooruit te lopen op nieuwe wettelijke mogelijkheden. „Maar die bleken helemaal niet zo uit te pakken als
Geen blauwdruk Het Zeeuwse Reijmerswaal was in 1999 de eerste gemeente die door de VROMInspectie onder verscherpt toezicht werd geplaatst. Elk jaar wil de Inspectie minimaal 25 procent van de gemeenten onder de loep te nemen wat betreft de uitvoering van de wet- en regelgeving van VROM. Eind februari stonden acht gemeenten onder verscherpt toezicht. „De kans dat een gemeente zo ver komt is dus heel klein”, concludeert Kitty Broeren van de VROM-Inspectie. „Alleen als de gemeente willens en wetens haar VROM-taken aan de laars lapt en we sterke twijfels hebben over de bereidheid om dit te verbeteren, volgt verscherpt toezicht.” Er bestaat geen blauwdruk voor hoe dit verscherpt toezicht er moet uitzien. Wel is er sinds 2002 een richtlijn en maakt de Inspectie voor gemeenten die onder verscherpt toezicht staan een plan van aanpak en legt dat voor aan de minister van VROM. Al naar gelang de vorderingen die een gemeente maakt, kan de VROM-Inspectie het verscherpte toezicht afzwakken of intensiveren.
Venray had gehoopt”, verontschuldigt stafmedewerker Irma Seelen. De VROM-Inspectie tikte de gemeente op de vingers. Ambtenaren en bestuurders stonden bepaald niet te juichen. „We zagen het wél als een gratis advies.” Geschenk Loco-secretaris Rob Spit van de gemeente Valkenswaard wijst niet meteen naar andere gemeenten die het minstens zo slecht doen. Valkenswaard werd in 2001 onder verscherpt toezicht gesteld, onder andere omdat het gemeentebestuur bouwvergunningen verstrekte die niet conform de regels tot stand waren gekomen. De ’Valkenswaardse inspraakprocedure’ was bijvoorbeeld dat de vergunningaanvrager van de gemeente zelf aan de buren toestemming moest vragen als hij iets ging bouwen dat in strijd was met het bestemmingsplan. „Een geschenk uit de hemel”, zo bejubelt Spit, die een jaar eerder in dienst kwam bij de gemeente, de straf. „Een groot onderzoek met een prachtige analyse. Het was op dat moment hét instrument om hier in de gemeente zaken aan te pakken. Met het plan van aanpak is € 1,5 miljoen euro ter beschikking gesteld. Dat was anders nooit gebeurd.” In het nieuwe stadhuis van Valkenswaard, maakt Spit allerminst een aangeslagen of uitgebluste indruk. „We hebben echt tropenjaren gehad”, meldt hij vrolijk, maar het traject dat de gemeente achter de rug heeft maakt hem optimistisch. Hoe kon het dat Valkenswaard zo de regels aan >>
13
HandHaving 2004 #3
En intussen, zo verzekert hij, houden de nieuwe krachten zich ook bezig met nieuwe handhavingsgevallen. Maasdonk heeft haar zaken weer op orde, straalt hij uit. Dat vond de VROM-Inspectie overigens ook, want die beëindigde het verscherpte toezicht eind 2003.
Dossier: Verscherpt toezicht
14
haar laars lapte? Spit: „Mijn analyse is: onvoldoende kwaliteit van het management. Dat had niet alleen invloed op het functioneren van de sector Ruimte, maar ook op de verhouding ambtenaar-bestuur. Het management in onze organisatie zat soms te dicht tegen het gemeentebestuur aan.Men ging te gemakkelijk mee in hun wensen en men stuurde de eigen organisatie onvoldoende aan. Daar zat fundamenteel de pijn.”
de gemeente en de eigenaar een schaderegeling waren overeengekomen. De andere villa zal voor de helft worden gesloopt. Ook daar heeft de gemeente een schaderegeling getroffen met de eigenaar. De publieke commotie rond deze bouwvergunningen droeg er toe bij dat er ook bestuurlijk schoon schip werd gemaakt. Zo kwam er een interimburgemeester om een reeks interne problemen op te lossen.
te actualiseren en regelmatig te controleren. „Je mag geen vergunning hebben die ouder is dan tien jaar. Daarvan hebben wij er nog een stuk of tweehonderd”, geeft Seelen de omvang van het probleem aan. Ook het toezicht op de ruimtelijke ordening schiet er bij in. „Dat doen de toezichthouders van Bouw- en Woningtoezicht erbij. Maar die hebben hun handen eigenlijk al vol aan bouwen.”
Reorganisatie Er is, legt Spit uit, stevig gesneden in het management. Een aantal hogere ambtenaren en drie afdelingshoofden zijn vertrokken. „Maar uiteindelijk hebben we gezegd: onze organisatie moet beter worden aangestuurd: dat moet met een reorganisatie”, vertelt de loco-secretaris en begint op een tekenbord driftig organigrammen te tekenen van hoe het was en hoe het nu is. Een van de dingen die als eerste gebeurde was handhaving en vergunningverlening uit elkaar trekken. Dat heeft inmiddels geleid tot een aparte afdeling Handhaving waar zo’n beetje alle handhavers van Valkenswaard bij elkaar zitten. Overigens meer handhavers dan voorheen, want het plan dat de gemeente opstelde om uit de problemen te komen, voorzag in 7,5 extra formatie-eenheden voor vergunningverlening en handhaving. Valkenswaard was ook de gemeente waar bouwvergunningen bij Koninklijk Besluit werden vernietigd. Dat gebeurde in 2001 bij twee villa’s in aanbouw. Een van de twee panden is in december 2003 afgebroken, nadat
Geen mensen Ook Venray stelde naar aanleiding van het rapport van de Inspectie een plan van aanpak op. Op het lijstje stonden: (1) uitbreiding van formatie, (2) schrijven van een milieubeleidsplan (het laatste was geschreven voor de periode 1992-1995), (3) actualiseren van bestemmingsplannen en (4) verbeteren van protocollen en procedures. Met de plannen is de Limburgse gemeente inmiddels goed op weg. Met de procedures ook, vindt Seelen. „Intern is wel de vraag: gaan we voor een zes of voor een tien?” Het echte, grote struikelblok is voorlopig de capaciteitsuitbreiding. Het plan van aanpak concludeerde dat er structureel 9 fte extra nodig was en eenmalig 7 fte (voor één jaar). Maar het gemeentebestuur wilde uiteindelijk maar de beurs trekken voor een magere 1,5 fte. En zelfs die invullen gaat niet echt vlot. Twee jaar na de start van het verscherpt toezicht heeft de gemeenten een halve fte extra. Voor de andere plek zit een kandidaat in de eindfase. Extra menskracht is echter hard nodig om vergunningen
Snel voorbij Nee, dan het Friese Leeuwarderadeel. Dat heeft in een vloek en een zucht – binnen drie maanden – het verscherpt toezicht van zich afgeschud. Op grond van een eigen plan zijn 2,5 nieuwe krachten aangetrokken en zijn procedurebeschrijvingen gemaakt van bouwplantoetsingen. Beleidsmedewerker Gerard Van Keulen: „Er was kwaliteitsverbetering zichtbaar. Dat heeft de VROM-Inspectie dermate vertrouwenwekkend gevonden, dat ze het verscherpte toezicht direct heeft opgeheven.” Ook de vergunningverlening en handhaving van milieuzaken moest de gemeente onder handen nemen – wat trouwens vreemd was, vindt Van Keulen, omdat die in eerste instantie de toets der kritiek van de VROMInspectie wel hadden doorstaan. „Daarmee zijn we nog volop bezig.” Voorlopig zijn deze taken uitbesteed aan de regionale milieuadviesdienst „Maar of dit de definitieve oplossing wordt, is nog niet besloten.” Inslikken Opvallend is dat de leiband waaraan
Irma Seelen, Venray: „Capaciteitsuibreiding is een probleem.”
Paul Schoenmakers, Maasdonk: „Ik denk dat we niet veel slechter zijn dan anderen.”
gemeenten tijdens het verscherpte toezicht lopen, nogal varieert in lengte. In Maasdonk was die behoorlijk kort. Alles wat bij sectorhoofd Schoenmakers op het bureau belandde moest hij naar de VROM-Inspectie sturen. „Vergis je niet in wat ze allemaal opvragen. Alle stukken… van het begin dat iemand hier komt en iets aanvraagt tot aan de beslissing van B&W. Dat moesten we allemaal opsturen. Met alle bijlagen, e-mails en toelichtingen erbij. En dat elke week. Dat toezicht gaat tot op het bot”, vertelt hij. „De inspecteurs zaten ons heel dicht op de huid, maar ze waren niet onprettig in de omgang. De informatie-uitwisseling was heel snel. We werkten via e-mail.”
inspectie niet bekeken. Eens per kwartaal levert stafmedewerker Seelens een voortgangsrapportage in die aangeeft in welke mate de gemeente werk heeft gemaakt van de aanbevelingen van de Inspectie. Daarna volgt mondeling overleg. Seelen: „Op ambtelijk niveau gaat het overleg goed.” Dat leidt niet per se tot een snel einde aan het verscherpt toezicht. De Inspectie had een quick scan aangekondigd die het einde van het verscherpt toezicht had kunnen inleiden. Nu het gemeentebestuur geen geld wil uittrekken voor meer vergunningverleners en handhavers, blijft dat scenario uit, verwacht Seelen.
Opa en oma dichtbij Bij het periodieke overleg werd flink gediscussieerd, vertelt het sectorhoofd. Bijvoorbeeld over de Maasdonkse regeling die het toestond garages te verbouwen in het buitengebied zodat opa en oma dichtbij konden blijven wonen. ’Mag niet, want in strijd met het bestemmingsplan’, oordeelde de inspectie. Net als de terugbouwregeling waardoor agrariërs die stopten met boeren hun stallen konden slopen en vervolgens een groot volume mochten terugbouwen. Maasdonk heeft de regelingen alle twee moeten inslikken, maar wil nu het bestemmingsplan aanpassen om het toch mogelijk te maken. Quick scan Veel langer is de leiband in Venray. Individuele vergunningen heeft de
Meedenken In Leeuwarderadeel zijn de inspecteurs van VROM vier keer op bezoek geweest. Alle verleende vergunningen zijn op een lijst gezet en naar de Inspectie verstuurd. Die heeft steekproefsgewijs dossiers doorgenomen en is op locatiebezoek geweest. Beleidsmedewerker Gerard van Keulen vond het niet vervelend. „Ik zie het als kwaliteitsverbetering. Uit de opmerkingen van de Inspectie haal je de goede zaken. Voor ons was het een toets: zijn we op de goede weg?” Valkenswaard ging daarbij een stapje verder. „We hebben begrip voor de rol van de Inspectie, maar we hebben ook begrip gevraagd voor de problemen waar je als lokale overheid tegenaan loopt. Er kwamen twaalf lastige dossiers uit de kast, waarbij allerlei dingen niet goed waren gegaan. Zoals de beroemde villa’s. Daarmee zijn we naar de Inspectie gegaan en hebben gezegd:
dit is het probleem, hoe lossen we het op?” De gemeente dwong de Inspectie als het ware mee te denken. Niets gehoord Hoe anders loopt het in Lopik, sinds een jaar onder verscherpt toezicht. De gemeente stuurt alle bouwvergunningen voor het buitengebied naar de Inspectie. Maar het contact verloopt niet best, vindt sectorhoofd Grondgebied Hans Teeuwen. Het plan van aanpak keurde de Inspectie goed, maar daar bleef het bij. In juni vorig jaar kwamen de inspecteurs op bezoek voor een twintigtal zaken. „Verder is men in oktober nog voor één geval langs geweest en ter plaatse gaan kijken. Dat was het. In november hebben we een voortgangsrapportage opgestuurd. Dan hoor je niets meer en moet je er zelf achteraan bellen”, moppert Teeuwen. Na een jaar zou de VROM-Inspectie de balans opmaken en eventueel het verscherpt toezicht opheffen, beweert Teeuwen. „Ik heb in januari gebeld, maar niks teruggehoord. Dat had te maken met de ziekte van een medewerker, zeiden ze bij de Inspectie. Ik dacht: als ík dat zeg, word ik meteen afgeschoten.” Weer vlot trekken Sjoerd Backx van de VROM-Inspectie hoofd afdeling Overheden Utrecht beaamt dat een reactie op de voortgangsrapportage is vertraagd wegens langdurige ziekte. „Daar is het inderdaad misgegaan. Heel vervelend. We nemen deze kritiek serieus en zullen proberen de zaak weer vlot te trekken.” Het verbeterplan is in de >>
15
HandHaving 2004 #3
HandHaving 2004 #3
Hans Teeuwen, Lopik: „Het contact verloopt niet best.”
Gerard van Keulen, Leeuwarderadeel: „Ik zie het als kwaliteitsverbetering.”
Het einde Het einde van verscherpt toezicht wordt doorgaans toegejuicht door gemeenten. „We waren heel blij toen het verscherpt toezicht werd opgeheven. Al die gegevens aanleveren kostte
ons toch ontzettend veel tijd”, zegt Paul Schoenmakers. „Wij moesten de burgers of bedrijven die een vergunning aanvroegen ook uitleggen dat de procedure langer duurde, omdat VROM eerst alles moest goedkeuren.” In Valkenswaard, zo vertelt Spit, vonden sommigen het wel zo veilig om onder verscherpt toezicht te blijven. „Ik zei toen: nee, we moeten nu op onze eigen benen kunnen staan. Hoofd rechtop, borst vooruit. Ik ben er ook echt van overtuigd dat dit ons niet meer gaat gebeuren.”
tel. 073 - 534 21 00; Irma Seelen, gemeente Venray, tel. 0478 - 52 33 33; Rob Spit, gemeente Valkenswaard, tel. 040 - 208 34 44 Tekst: Harry Perrée Foto’s: NFP Photography
Nadere inlichtingen: Kitty Broeren, VROM-Inspectie Zuid, tel. 040 - 265 29 11; Paul Schoenmakers, gemeente Maasdonk,
(advertentie)
HandHaving 2004 #3
Advertentie van RDMG-uitgeverij WWW. databnak.nl 1/4 liggend, ACI aub overnemen van pag 19 uit Handhaving nr 1, editie 2004
16
Handhaver moet schaap met vijf poten zijn De vijf O’s waar elke handhaver aan zou moeten voldoen zijn overtuigingskracht, oordeelsvorming, onafhankelijkheid, omgevingsbewustzijn en op-hetdoel af. Professor Tineke Cleiren van de stuurgroep Handhaven op Niveau presenteerde deze gedragsvaardigheden tijdens het Jaarcongres van Vide, de beroepsvereniging van handhavers, toezichthouders en evaluatoren. De vijf O’s zijn geen geringe competenties, erkende Cleiren. De toezichthouder moet een schaap met vijf poten zijn. Niet iedereen krijgt die vijf basisvaardigheden bij zijn of haar geboorte mee. Dat de beroepsgroep er aan gaat werken is evenwel hard nodig. Ze kampt met een negatief imago. Scholing kan daarbij helpen. Vide wil daarom orde scheppen in het ongestructureerde aanbod van opleidingen. Begin juni zijn alle relevante vakopleidingen en cursussen te vinden op de website www.videnet.nl. Probleem is wel dat het accent van de huidige opleidingen ligt op technische vlak en minder op attitude en vaardigheden. Toezichtvrije zone Circa tweehonderd deelnemers kwamen af op het derde Vide-jaarcongres met het thema ‘Toezicht onder druk, druk door toezicht’. Aan de ene kant bezuinigingen en niet minder hooggespannen verwachtingen van politiek en samenleving. Aan de andere kant de vraag of ‘overal toezicht’ nou zo’n
aanlokkelijk perspectief is. Niet de minste – Docters van Leeuwen, voormalig procureur-generaal en huidig toezichthouder bij de Autoriteit Financiële Markten – pleitte al voor toezichtvrije zones, aldus Vide-voorzitter Frans Leeuw in zijn openingswoord. De beroepsgroep mag divers zijn, zij heeft toch een gemeenschappelijk kenmerk: de neiging zich vooral op interne organisatorische aangelegenheden te richten. Leeuw drukte de aanwezigen op het hart dat niet te doen. „Daarvoor ontbreekt de tijd. De maatschappij eist toezicht met een aanwijsbaar effect.” Tijdens rondetafelsessies werd eens goed over het vak doorgepraat. Over het hoe en waarom van ex ante handhaafbaarheidstoets, burgertoezicht, de rol van de media tot prestatiemeting van toezichthouders. Hoe waardenvrij kan een beleidsmaker zijn bij het opstellen van regels en wetten? Mag toezicht helemaal aan burgers worden ‘uitbesteed’ of moet de overheid een vorm van meta-toezicht houden? Inspecteur-generaal Inspectie Verkeer
en Waterstaat (IVW) Ferdinand Mertens hield de zaal een spiegel voor. De ambities over samenwerking tussen (rijks) inspecties mogen groot zijn, de praktijk is weerbarstig. Pogingen binnen IVW om een lichte vorm van integraal handhaven van de grond te krijgen, zijn voortijdig gestrand. De inspecteurs was gevraagd ook te kijken naar arbeidsomstandigheden. Daar voelden zij weinig voor. Zij willen geen generalist zijn. Ook Guusje Ter Horst sprak vanuit de dagelijkse werkelijkheid als burgemeester van middelgrote stad Nijmegen. Zij voelt zich voortdurend overvallen door nieuw beleid van het rijk. „Plannen, lijsten en aanbevelingen. Er komt alleen maar bij, er gaat nooit wat af.” In haar Nieuwjaarstoespraak maakte zij gewag van een te dienstverlenende houding onder haar handhavende ambtenaren. Het ANP maakt daar corruptie en vriendjespolitiek van. „Zo is het natuurlijk niet. Wie een paspoort uitgeeft moet dienstverlenend zijn. Handhavers zijn in de eerste plaats streng en rechtvaardig.” Nadere inlichtingen: www.videnet.nl Tekst: Nicoline Elsink Foto: NFP Photography
17
HandHaving 2004 #3
zomer van 2003 door de Inspectie goedgekeurd en als het jaar verscherpt toezicht om is, zal inderdaad worden gekeken in hoeverre het verbeterplan praktijk is geworden. Deze nacontrole vindt op dit moment plaats. Backx: „Overigens betreft het verscherpt toezicht in Lopik alleen het ruimtelijk beleid in het buitengebied. Dat verklaart ook dat het contact niet heel intensief is. Toch krijgen we genoeg informatie om te weten hoe de handhaving in het buitengebied zich in Lopik ontwikkelt.”
V.l.n.r. Ferdinand Mertens, IG Inspectie Verkeer en Vervoer; Guusje Ter Horst, burgemeester van Nijmegen en Peter Bartholomeus, directeur Audit en Toezichtbeleid, ministerie van Financiën in debat met congresgangers.
Controle van een loods met diverse soorten afval en bouwmaterialen.
John Tieman: ’Noem het altijd afval’
HandHaving 2004 #3
Houtsnippers in een paardenbak, een koelkast op het erf, twee weken in weer en wind, inzameling van tweedehands kleding, diermeel als brandstof voor elektriciteitscentrales, glasvezel als onderstutting naar Duitse mijnen. Jurist John Tieman beschrijft deze voorbeelden uitvoerig in zijn proefschrift ’Naar een nuttige toepassing van het begrip afvalstof ’. De titel vat precies samen waar het hem om te doen is: „Secundaire grondstoffen en residuen afval noemen scheelt veel hoofdbrekens.” Hoe bedoelt u? Ik heb het criterium van het ‘continu gebruik’ geïntroduceerd. Op basis van dit criterium is een stof een afvalstof wanneer die stof niet continu in overeenstemming met de oorspronkelijk daaraan toegekende bestemming wordt aangewend. Dit maakt een heel ruime uitleg van het begrip afvalstof mogelijk. Vervolgens moet je bepalen of het gebruik van de verschillende soorten afvalstoffen wel of niet aan bepaalde voorwaarden moet worden verbonden. Nuttige toepassing blijft nog steeds het doel, alleen wel onder bepaalde voorwaarden. Dit is een andere benadering dan het huidige Nederlandse afvalstoffenrecht en -beleid. Dat is juist gericht op een beperkte invulling van het begrip afvalstof.
18
Met welke gevolgen? Beleidsmakers en rechters hebben er voor gekozen zoveel mogelijk moeite te doen producten en secun-
daire grondstoffen op basis van gedetailleerde criteria af te zonderen van de term afvalstof. Door het etiket ‘afval’ zou de nuttige toepassing in het gedrang komen. Zoveel mogelijk stimuleren van hergebruik is immers een van de peilers onder ons afvalbeleid. Hiermee vergeleken is de door mij voorgestelde maatstaf van het continu gebruik een eenvoudig te hanteren regel die voorkómt dat handhavers aldoor zelf een afweging moeten maken over de toepassing. De koelkast die al weken in weer en wind op een erf staat, wordt niet conform de oorspronkelijke bestemming gebruikt. Dus de koelkast is een afvalstof. Dan is het ook niet nodig om vast te stellen of deze koelkast voor eventueel tweedehands gebruik in aanmerking komt. Nu word ik regelmatig om advies gevraagd of iets wel of niet afval is. Met de huidige criteria is het dus blijkbaar allemaal niet eenduidig, zelfs niet na jarenlange discussies.
Volgens mijn opvatting is de Sandrien, die asbestboot in de haven van Amsterdam, gewoon afval volgens de rode lijst van EVOA, de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen. Dat is nu inderdaad besloten, maar daar was wel een lange, moeizame juridische strijd voor nodig. Volgens uw criterium is ingezameld textiel afval. En glasbakkenglas ook. Ja, dat klopt. Alles wat niet meer continu volgens de oorspronkelijke bestemming wordt gebruikt is afval. Van de kleding die mensen in kledingcontainer doen, weet je niet zeker wat er mee gebeurt. Er zit van alles in die zakken, ook afgedragen vodden waarvan je je kan afvragen of mensen in Derde Wereld of Roemenië er op zitten te wachten. Laat deze landen ook gewoon zelf bepalen of ze deze stoffen willen ontvangen of niet, en welke procedure zij daarop willen toepassen. De EVOA voorziet daarin. Bovendien is het op deze manier mogelijk beleidskeuzes te maken over de wijze waarop deze afvalstoffen nuttig moeten worden toegepast. Is het beter om de kleding te bestemmen voor producthergebruik of mogen deze ook worden verwerkt tot textielvezels, dus materiaalterugwinning?
Is uw criterium niet een te eenvoudige voorstelling van zaken? Interpretatie zal nodig blijven. Daar verandert ook het door mij voorgestelde criterium niets aan. Ga je echter uit van een ruime uitleg dan maak je het grijze gebied veel kleiner waarin moeilijk is vast te stellen of sprake is
van een afvalstof of een niet-afvalstof. Het lastige van de afvalstoffenproblematiek is dat het zich afspeelt op de gebieden economisch belang tegenover milieubelang en rechtszekerheid tegenover flexibiliteit. Gemorrel aan de reikwijdte van het begrip afvalstof zelf vind ik onjuist. Zo heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State via een omweg de ruime uitleg die aanvankelijk na het bekende ARCO-arrest van het Hof van Justitie weer teruggedraaid. Secundaire grondstoffen die gelijkwaardig zijn aan primaire grondstoffen zijn volgens de Afdeling geen afvalstoffen. Dit is volgens mij in strijd met het EG-recht. Maar de meningen zijn hierover verdeeld. Algemeen is echter de mening dat de Bestuursrechter het criterium van gelijkwaardigheid soms te soepel toepast. Zo is bepaald dat uit bouwen sloopafval vervaardigde houtsnippers voor de spaanplaatindustrie al gelijkwaardig zijn aan primaire grondstoffen, ook als er nog verontreinigingen in zitten. Dat lokt volgens mij gesjoemel uit. Wat speelt binnen Europa op dit moment nog meer? Het Verdrag van Bazel gaat uit van twee categorieën: niet gevaarlijk en gevaarlijk afval. De EVOA wordt momenteel op die indelingen herzien. Aan de lijst met gevaarlijke afvalstoffen wordt volgens de plannen de huidige ‘rode’-lijstprocedure van schriftelijke toestemming gekoppeld. De huidige ‘oranje’-lijstprocedure van stilzwijgende toestemming voor semi-gevaarlijke
afvalstoffen verdwijnt dus. Hoewel de EVOA daarmee afwijkt van het OESOafvalstoffenrecht, lijkt mij dat vanuit controle en handhaving een goede zaak. Ongevaarlijk afval dat voor nuttige toepassing is bestemd, zal met een ‘groene’ procedure echter grotendeels van de overbrengingsregels van de EVOA worden uitgezonderd. Deze afvalstoffen zullen binnen de EU dus nog steeds als normale producten de grens over kunnen. Dit illustreert overigens ook de door mij bepleitte aanpak waarbij je aan de ene kant het begrip afvalstof ruim moet uitleggen (‘bij twijfel: afvalstof’). Aan de andere kant moet de wetgever variëren in de regels die voor verschillende afvalstoffen gelden. Dus streng zijn waar nodig en soepel waar mogelijk en gewenst. Inperking van het begrip afvalstof lijkt mij praktisch niet haalbaar. Dan moet het Verdrag van Bazel aangepast. Wil je het op Europees of nationaal niveau anders definiëren dan moet je dus de 160 daarbij betrokken partijen mee krijgen. Nadere inlichtingen: John Tieman, Erasmus Universiteit Rotterdam, tel. 010 - 408 18 06, fax 010 - 408 91 95,
[email protected] Tekst: Nicoline Elsink Foto: De Jong en Van Es
Bestellen J.H.C. Tieman, Naar een nuttige toepassing van het begrip afvalstof. Over de betekenis en toepassing van kernbegrippen van internationaal, Europees en Nederlands afvalstoffenrecht, serie Europese monografieën 72, Kluwer Deventer, 2003, ISBN 90-130-0476-8.
19
HandHaving 2004 #3
John Tieman: „Met een ruimer begrip van afval is de handhaving van afvalstoffenrecht veel eenvoudiger.”
Dan is het een afvalstof. En dan? Het etiketje afvalstof maakt het voor de ontdoener lastig, dat is zo. Maar de handhaver is met zo’n ruime definitie van veel interpretatieproblemen af. De overheid kan zich veel beter bezig houden met het stellen van voorwaarden voor nuttige toepassing. Voor de kledinginzamelaar is zo’n ruime uitleg ook van belang. Niet iedereen kan dan zomaar gedragen kleding inzamelen en exporteren. Een neveneffect is wel dat een manege met houtsnippers in de bak opeens een afvalverwerker is. Ook daar kan de overheid echter aan de slag door het aanpassen van de regels die voor afvalstoffen gelden. Het Europees afvalstoffenrecht voorziet ook uitdrukkelijk in de mogelijkheid om voor afvalstoffen soepelere regels te stellen dan voor gevaarlijk afval en voor verwijdering bestemd afval. Zo zou de glasfabrikant die gerecycled glas gebruikt als secundaire grondstof, vrijgesteld kunnen worden van verplichtingen die op andere afvalstoffen wel van toepassing zijn. Benoemen tot afvalstof betekent dan ook niet dat je er niets meer mee mag doen. Dat de economische waarde voor altijd en voor iedereen negatief is. Daar bestaat veel misverstand over.
Foto boven: De varkenshouderij van Adriaan Straathof waar volgens de provincie maximaal 8000 dieren mogen verblijven. Foto beneden: De afvoer van varkens bij Knorhof.
Zesduizend varkens te veel Het is druk aan de poort van varkenshouderij Knorhof in het Gelderse Kerk-Avezaath achttien februari van dit jaar. Provinciaal handhaver Hans Ahoud staat al vroeg in de ochtend in de startblokken om honderden niet-vergunde zeugen weg te laten halen. Een klein legertje mannen staat klaar om hem te helpen: een collega van de Algemene Inspectiedienst, een ingehuurde adviseur met veel verstand van varkens, een varkenstaxateur, een transporteur, varkensdrijvers, een aannemer die eventuele dichtgelaste deuren en andere blokkades uit de weg kan ruimen en tot slot de politie. Een dag eerder is varkensboer Adriaan Straathof, eigenaar van Knorhof, nog naar de Raad van State getogen om deze provinciale bestuursdwang aan te vechten. Tevergeefs.
20
Slachthuis Toch vertrekken Ahoud en zijn collega’s die februaridag uiteindelijk zonder ook maar één varken. De nacht daarvoor, zo doet Ahoud in het provin-
ciehuis in Arnhem uit de doeken, had Straathof zelf illegaal zeugen naar een mestvarkensstal verplaatst. Daarmee had de boer zeugenplaatsen in KerkAvezaath vrijgemaakt. En of de provincie, zo luidde zijn verzoek doodleuk die ochtend, nu even de 106 zeugenhokken die ze eerder had verzegeld, wilde ontzegelen. Dan kon Straathof de zeugen eruit halen en ze naar lege zeugenplaatsen brengen. Zo gevraagd, zo gedaan. „Hadden we die verzegelde hokken toen leeggemaakt en de zeugen afgevoerd naar het slachthuis, dan had hij kunnen zeggen dat we hem onevenredig veel schade toebrachten”, zo verklaart Geert Boonk, teamleider Handhaving en baas van Ahoud, de medewerking van de provincie op dat moment. Er was immers opeens plek voor de zeugen. Voor de illegale verplaatsing kreeg Straathof nog wel een procesverbaal, een speldenprik. Ahoud heeft 18 februari nog helder op het netvlies. „De pers stond drie rijen
dik op de dijk met draaiende camera’s en dan ga je onverrichter zake terug.” De tv-mensen baalden. Mooie beelden van onder dwang afvoeren van varkens werden hen door de neus geboord. Ook Ahoud was niet tevreden: het verschuiven van varkens was geen oplossing. Toch vindt hij de actie geslaagd. „Het is nodig om de ondernemer te overtuigen dat het de overheid menens is.” Stankoverlast Even terug in de tijd: mei 2003. Door een uitspraak van de Raad van State krijgt de provincie Gelderland megavarkenshouderij Knorhof op haar bordje geschoven. Omdat Knorhof met een brijvoerinstallatie uit etensresten varkensvoer produceert, is hier volgens de bestuursrechter sprake van een afvalinrichting. En dus is de provincie bevoegd gezag. Veehouderij-ervaring heeft de provincie nauwelijks en Knorhof is ook nog eens een zwaar probleemgeval waar de gemeente Buren haar tanden al op heeft stukgebeten. Grootste problemen bij dit bedrijf: een nietvergunde brijvoerinstallatie en mestopslag en op een gegeven moment bijna zesduizend varkens te veel. Samen goed voor forse stankoverlast. >>
21
HandHaving 2004 #3
HandHaving 2004 #3
Na acht jaar handhaven is het de gemeente Buren en de provincie Gelderland nog steeds niet gelukt om mega-varkensboerderij Knorhof in Kerk-Avezaath in het gareel te krijgen. Langzaamaan verdwijnen eindelijk de illegale varkens, maar dat volstaat niet. „Je gaat van de ene juridische procedure naar de andere.” De provincie overweegt nu de vergunning in te trekken.
Al jaren staat het bedrijf in de provinciale top tien van milieuklachten. Op verzoek wil Ahoud nog wel wat zaken ophoesten waarin de boer zijn boekje te buiten gaat: silo’s, chemicaliënopslag en zeugenuitloop. „Stuk voor stuk zonder vergunning”, vertelt Ahoud, terwijl hij op grote tekeningen aanwijst waar het allemaal misgaat. „Ik kan in detail een A4’tje aan overtredingen noemen.” Hij is er het afgelopen jaar fulltime mee aan de slag geweest. Als bewijs ligt het speciaal gemaakte draaiboek handhaving op tafel, bedoeld om alle acties voor te bereiden en af te stemmen met collega-handhavers. In fasen wordt bestuursdwang toegepast.
Wethouder Gerry van der Donk: „Op al onze achties kwamen reacties. Je gaat van de ene juridische procedure naar de andere.”
Versloffen Bij de gemeente Buren kunnen ze erover meepraten. „Het is een ontzettend ingewikkelde zaak geworden”, verzucht milieuwethouder Gerry van der Donk. „Je gaat van de ene juridische procedure naar de andere.” In haar krappe zolderkantoor onder het schuine dak van het gemeentehuis laat ze zich bijstaan door twee milieuambtenaren die alle details van de zaak kennen. Zo rustig en aimabel als de tengere wethouder in eerste instantie overkomt, zo fel kan ze opeens opveren als wordt gesuggereerd dat de gemeente de zaak misschien heeft laten versloffen. „Het is toch te gek voor woorden: acht jaar
HandHaving 2004 #3
14.000 varkens zonder vergunning
22
Op de plek waar eerder tienduizenden kippen zaten, start in 1996 varkenshouderij Knorhof. Het bedrijf gebruikt de ‘stankrechten’ van de kippenboerderij en krijgt datzelfde jaar een milieuvergunning van de gemeente Buren voor zo’n 14.000 varkens. Twee jaar later vraagt de varkensboer voor uitbreidingen een nieuwe vergunning aan, die de gemeente voor een deel afgeeft. Beurtelings trekken Knorhof en omwonenden naar de Raad van State. Uiteindelijk vernietigt de bestuursrechter in mei 2003 de vergunning. Reden: de gemeente mág helemaal geen vergunning verlenen. Knorhof verwerkt namelijk afval in de brijvoerinstallatie tot varkensvoer en valt zodoende onder het toezicht van de provincie. Gelderland verwijst de volgens haar belabberde vergunningaanvraag die nog van 1998 dateert, naar de prullenbak. Een nieuwe aanvraag ligt er nog niet en in de procedurele turbulentie is de vergunning van 1996 komen te vervallen. De rechtsgevolgen daarvan (dus ook het recht varkens te houden) zijn echter blijven gelden. Varkensboer Adriaan Straathof introduceerde in Buren ook de ’varkensflat’: twee lagen beesten boven elkaar. A.G.M. Straathof Landbouwbedrijf Holding BV, gevestigd in Vuren, wordt wel de Van der Valk uit de agro-business genoemd. Hij exploiteert ook varkensstallen in Creil, in de DDR en hij heeft een kippenboerderij in Heukelum.
zijn we bezig en nog steeds is het niet in orde.” Nee, de gemeente heeft steeds opgetreden, verzekert ze. „Alleen, tegen al onze acties kwamen reacties.” En dat vertraagt nu eenmaal alles. Zo is het de gemeente nog steeds niet gelukt het geld te innen van een dwangsom die jaren geleden is opgelegd. Van der Donk heeft haar buik vol van Knorhof. Heksenjacht Voorlopige climax in de aanpak van Knorhof was de gemeentelijke actie in 2001. Daarbij lichtte de politie Straathof op last van de burgemeester van zijn bed en gooide hem in de cel. Tegelijkertijd werden er varkens van zijn bedrijf gehaald en geslacht. Het bewijst voor Gerard Leeman – eerder adviseur voor de gemeente Buren en sinds vorig jaar adviseur van Straathof – dat de overheid een heksenjacht op zijn cliënt heeft geopend. Het kost Leeman geen moeite zich in te leven. „’s Nachts om half twee wordt er aan de deur gebeld, de burgemeester staat aan de deur en roept: grijp ‘m … je wordt in de cel gegooid … je kinderen staan erbij”, somt hij verontwaardigd op. Over de provinciale aanpak is hij evenmin te spreken. „Drachtige zeugen zijn weggebracht. Ik vroeg vier weken uitstel aan om de cyclus rond te maken. Ik kreeg geen toestemming. Dat vind ik triest.” En daar komt volgens Leeman bij dat de Gelderse gedeputeerde Henk Aalderink een journalist zou hebben ingehuurd om een artikel te schrijven over Knorhof met als doel een ‘objectief’ verhaal te
Bij Knorhof zijn de varkens gestald over twee verdiepingen.
slijten aan opiniebladen of een landelijke krant. Varkenscyclus Over de door de provincie ingehuurde journalist willen Ahoud en Boonk niks kwijt, over het slachten van drachtige zeugen wel. Straathof heeft, zo stellen ze, voldoende tijd gehad om zijn varkensstapel te laten krimpen. „Toen de provincie op 9 december 2003 besloot bestuursdwang toe te passen, is wel degelijk rekening gehouden met de cyclus van het varkensbedrijf”, aldus Ahoud. Maar ja, Straathof ging nu eenmaal stug door zeugen te bevruchten. Had hij dat niet gedaan, dan had hij ook geen drachtige zeugen hoeven afvoeren naar het slachthuis, menen de twee. „Het houdt op een gegeven moment op.” Dat was ook al de mening van wethouder Van der Donk. „We hebben ons heel veel moeite getroost. Maar op een keer ben je verplicht op te treden tegen traineringsacties.” En dat de gemeente de Knorhof-varkens midden in de nacht heeft weggevoerd, dat had logistieke redenen. „Dat is door de rechter achteraf als redelijk en billijk beschouwd”, zegt haar juridisch medewerker die er meteen even op wijst dat de gemeente bij haar handhavingsacties geen enkele keer is onderuitgegaan bij de rechter. Geen medewerking Handhaving van vergunningen bij levende have blijkt lastig, benadrukt men in het provinciehuis en het gemeentehuis. Bestuursdwang wordt hier nu eenmaal zelden toegepast, en
al helemaal niet als het gaat om grote aantallen. Neem de Algemene wet bestuursrecht. Die schrijft voor dat de overheid zaken die ze onder bestuursdwang weghaalt, dertien weken moet bewaren. Bij dieren is dat ondoenlijk, bezweert Ahoud. „Alleen al vanwege dierenwelzijnsregels.” Overigens gaf de rechter de gemeente Buren in 2001 gelijk toen ze de varkens direct naar het slachthuis bracht. Datzelfde slachthuis wilde een tweede keer niet meewerken, zo merkte Ahoud begin dit jaar, toen hij bestuursdwang voorbereidde. Ook transporteurs wilden hun vingers niet branden aan deze klus. „We hebben echt hemel en aarde moeten bewegen.” Ahouds hoogste baas moest stevig in overleg met hoge ambtenaren van de ministeries van LNV en VROM. Uiteindelijk lukte het een hoge adviseur van LNV om een slachthuis te bewegen mee te werken. Ahoud wil het maar even gezegd hebben… Dat zijn collega’s in het land met soortgelijke dossiers op hun bureau niet te snel denken: ‘dat varkentje zullen we wel eens even wassen.’ Laatste termijn Hoe nu verder? Toen de provincie in maart van dit jaar voor de tweede keer bestuursdwang aankondigde, bleek Straathof eieren voor zijn geld te kiezen en varkens weg te halen. Mestopslag en brijvoerinstallatie zijn echter nog in bedrijf en adviseur Leeman geeft aan dat Knorhof deze wil behouden. Ook beraadt het bedrijf zich over het plaatsen van gaswassers om de stank aan te pakken.
Een nieuwe vergunning wil het echter niet aanvragen. Leeman: „Ik denk dat er een prachtige vergunningaanvraag ligt.” In juli gaat de provincie voor de laatste keer varkens tellen, ditmaal de biggen. De teugels zullen strak moeten blijven, want een strijdbare gedeputeerde Aalderink heeft op Radio 1 beloofd dat het bedrijf in augustus moet voldoen aan alle voorschriften of anders gesloten zal zijn omdat de provincie de vergunning intrekt. Teamleider Boonk, zelf jurist: „Intrekken is een mogelijkheid, maar er is in dit soort gevallen landelijk nog zo weinig ervaring mee, dat het nog maar de vraag is of je dat in stand houdt voor de Raad van State. Juristen zijn bij voorbaat voorzichtige mensen. Maar een bestuurder mag natuurlijk best eens een balletje opgooien. Anders gebeurt er helemaal niets.” Nadere inlichtingen: Provincie Gelderland, Geer Blonk en Hans Ahoud, tel. 026 - 359 91 11, Gemeente Buren, Gerry van der Donk, tel. 0344 - 60 96 09 Tekst: Harry Perrée Foto: NFP Photography, ANP, Ben Balster
23
HandHaving 2004 #3
Geert Boonk en Hans Ahoud: „Het houdt op een gegeven moment op.”
Welke wetten kunnen weg? ‘Onpraktisch, achterhaald, nauwelijks te controleren, slecht handhaafbaar.’ Drie keer raden waarover we het hebben. VROM heeft zo’n vierhonderd verschillende regelingen. Voor burgers en ondernemers zijn ze niet altijd even duidelijk en voor handhavers niet altijd even werkbaar. Minister Dekker zet in op 25% minder regels en wetten. Geen gemeentelijke milieubeleidsplannen meer, een afgeslankte MER, intrekking van het Bouwstoffenbesluit, een vereenvoudigde Wet geluidhinder en een afgeslankte Huisvestingswet. Maar wat vinden wij? Welke wetten kunnen weg?
ben bewezen, en vervolgens gaat de overheid moeilijk doen. Ik ben ervan overtuigd dat we zonder kapvergunningen meer bomen zouden hebben; ik ken mensen die nu geen boom planten omdat ze al tegen de kapvergunning opzien.”
HandHaving 2004 #3
’We regelen niks, tenzij’
24
’Vrijevelddelicten’
’Kapvergunning kappen’
Edwin de Jonge, toezichthouder milieu in Ermelo: „Veel milieuregelgeving is best goed te handhaven, maar soms loop je tegen problemen aan. Bijvoorbeeld op het raakvlak van ruimte en milieu: als ik wil weten of een bedrijf past binnen het bestemmingsplan, moeten collega’s van een andere afdeling dat uitzoeken. En we zijn gebonden aan regels en verdragen, zoals het klimaatbeleid. Het Bouwstoffenbesluit is natuurlijk lastig. Het is ingewikkelde materie en het vraagt heel veel personele inzet. Dat geldt ook voor veel ‘vrijevelddelicten’, zoals illegale stort van afval en het controleren van grondstromen en het checken van aantallen vervoersbewegingen. De vraag is dus hoe ver je wilt gaan. Hoeveel tijd wil je investeren? Belangrijker dan het aantal wetten is de vraag welke keuzes we maken in het toezicht. Wat heeft prioriteit.”
Harry Berntzen, handhaver ruimte, milieu en algemene politie verordening in Geldermalsen: „Kapvergunningen mogen van mij meteen uit de APV worden verwijderd. Je holt als handhaver achter de feiten aan en het middel is erger dan de kwaal. Je kunt regelen wat je wilt, maar als iemand al gekapt heeft is er no way of return. Stel iemand plant zelf een boom en geeft daarmee de omgeving een groene long. Een leven lang neemt zo’n boom CO2 op. Vervolgens wil je hem zelf weer kappen en dan komt ineens de overheid die allerlei eisen stelt. Zonder duidelijke motivatie krijg je te maken met een herplantplicht, met eisen over diameters, met vage grenzen. En hoe handhaaf je een overtreding? Officieren van justitie hebben wel wat beters te doen. Het blijft zo dat mensen het milieu in feite een dienst heb-
Jan Struiksma, bijzonder hoogleraar ruimtelijk bestuursrecht aan de VU in Amsterdam (oratie bij aanvaarding van dat ambt: Deregulering met behoud van ellende): „Regelgeving in het algemeen heeft de neiging snel te gecompliceerd te worden. En dat is te verklaren vanuit de ontstaansgeschiedenis. Men wil in eerste instantie zo beknopt en elegant mogelijke regels. Verschillende betrokken partijen willen vervolgens hun ei kwijt en gaan daarover onderhandelen. En dan is het voorstel nog niet eens in de Tweede Kamer geweest. Daar beginnen de politieke onderhandelingen en de kunstgrepen. Neem het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken. Het was simpel van opzet, maar is nu nodeloos ingewikkeld. Dat komt omdat de Tweede Kamer in de praktijk altijd problemen heeft met deregulering. In dit geval
riep men: ‘Dat kan toch niet zomaar, dan komen de rechten van buren in het geding!’ Er moesten allerlei verbijzonderingen worden opgenomen, waardoor zeer arbitraire gevallen ontstonden. Dat soort mallotige acties is fnuikend voor de duidelijkheid, toepasbaarheid en handhaafbaarheid van regelgeving. Nu gaat men uit van het principe: we regelen alles, tenzij… Dat zou eigenlijk moeten zijn: we regelen niks, tenzij.”
’Regulering moet’ Theo Schuller, hoofd vergunningverlening en handhaving van de dienst Wonen in Amsterdam: „Regels dienen een doel. Daar mag je vanuit gaan. Als dat doel ook op een andere manier kan worden bereikt, wil ik best over die regels praten. Maar in Amsterdam is de woningmarkt schaars en dan geldt de wet van Keynes: dan moet de overheid regulerend optreden. Zeker omdat er veel woningen zijn met een huur onder de marktprijs, moeten we controleren en handhaven. Maar de regels zijn niet altijd even transparant. Als een corporatie een woning wil slopen, moet
ze apart een woonruimte-onttrekkingsvergunning aanvragen. Waarom dat niet in één vergunning geregeld? Het vergunningenstelsel op basis van de Huisvestingswet is wel verbeterd: een aantal zaken dat er niet toe deed is eruit gehaald. Zo gaan we nu niet meer uit van het aantal personen en het aantal kamers, maar van de oppervlakte. De handhaafbaarheid is nauw verbonden met de rechtsbescherming van burgers. Als wij een onrechtmatige situatie constateren, maar daar een te lange behandeltijd voor nodig hebben, prevaleert de rechtszekerheid van de burger. Dat verlies nemen we dan, hoewel dat frustrerend kan zijn voor de betrokken ambtenaar.”
’Minder wantrouwen’ Jan Antonides, hoofd afdeling Ruimtelijke Inrichting van de provincie Limburg: „In het kader van de landelijke deregulering zijn wij bezig met een giga-heroriëntatieproject ruimtelijke ordening. En we zijn daarmee verreweg het verst in Nederland. Het was hard nodig, want de stapeling van sectorale regels maakte adequate
U mag het zeggen HandHaving is benieuwd naar uw mening over het onderwerp ’welke wetten kunnen weg?’. Lezers worden daarom uitgenodigd aan te geven welke regels hun functie hebben verloren of voor de toezichthouder zeer lastig zijn te handhaven. Ook wetten waarvan u vindt dat ze niet of nauwelijks zijn na te leven mogen worden gemeld. Of moeten we niet schrappen in regelgeving? e-mail:
[email protected]. Postadres: Redactie HandHaving, Postbus 270, 2700 AG Zoetermeer
besluitvorming onmogelijk. En veel regels waren gebaseerd op wantrouwen: procedures werden helemaal dichtgetimmerd voordat een andere partij verantwoordelijkheid kreeg. Het is raar om daar heel rigide aan vast te houden. Samen met bedrijfsleven, burgers en de rijksoverheid inventariseren we nu hoe we de regels sneller en flexibeler kunnen toepassen en de verantwoordelijkheid daar kunnen leggen waar die thuishoort. We hebben geprobeerd iedereen daar actief bij te betrekken: onder meer door het presenteren van bloopers en tv-spots. Dat draagvlak is nodig omdat regels natuurlijk wel een beschermende functie hebben. Veel taken gaan nu naar de gemeenten. Die krijgen bijvoorbeeld meer vrijheid in het afgeven van verklaringen-van-geen-bezwaar en de maatvoering voor gebouwen in het buitengebied. We blijven natuurlijk wel toetsen, maar meer gericht op de kwaliteit en de doelen dan op de middelen. We konden trouwens niet alle verzoeken honoreren: wij zijn ook gebonden aan het provinciale beleid en de basiseisen van de VROMInspectie. Juristen zeiden eerst tegen ons: respecteer de bestaande regels, terwijl planologen adviseerden een realistische afweging te maken. Uit die aanvankelijke clash lijkt toch iets heel goeds voort te komen. Minder regels, toezicht op maat.” Nadere inlichtingen: www.vrom.nl (dossier herijking) Foto: Peter Hilz/HH
25
HandHaving 2004 #3
Meningen
Milieuofficier Pieter Groenhuis wil niet breed lachend op de foto. „Dat levert alleen maar processen verbaal op.”
regiopolitie Noord-Holland Noord en de medewerkers van het Interregionaal milieuteam (IRMT) („Mijn mensen”, zegt Groenhuis) voorzien de aanklager van de constante stroom processen-verbaal. Het IRMT werkt voor de regio’s Noord-Holland Noord, WaterlandZaanstreek en Kennemerland. Ze zijn vrijgemaakt voor opsporing van (middel)zware milieucriminaliteit. Geen clementie In de acht jaar Noord-Holland heeft Groenhuis veel bestuurders meegemaakt die de fout in gingen. Ondanks bestuursovereenkomsten en, nu, de milieuprofessionalisering. Veel clementie heeft hij niet meer met het bestuurlijk gezag. Met een schouder ophalen: „Professionaliseren, het zal
HandHaving 2004 #3
Lid van de Rotary wil Pieter Groenhuis, officier van justitie in Alkmaar, niet worden. Hij woont ‘gelukkig’ niet in het werkgebied van zijn arrondissement. Naar bestuurlijke handhavingoverleggen gaat de milieuofficier niet meer. Hij wil mensen die hij wellicht in de zittingszaal treft, namelijk niet daarbuiten tegenkomen. De kans daarop is aanwezig, gezien het behoorlijke aantal bestuurlijke organen dat hij strafrechtelijk heeft vervolgd. „Het bestuur moet de eerste zijn om zelfgestelde regels na te leven.”
26
Tijdens de fotosessie, buiten het Gerechtsgebouw, vraagt de fotograaf aan Groenhuis om ‘vriendelijk in de camera te kijken.’ Magistraat Groenhuis protesteert en kijkt zo mogelijk nog barser: „Niet te vriendelijk hoor! Dan krijg ik alleen maar meer processenverbaal te verwerken.” Het is duidelijk, Groenhuis heeft meer op met de twee afschrikwekkende stenen leeuwen voor de entree van het gebouw.
Stropdas Geen vriendelijkheid dus, en geen Rotary. Wel (onbezoldigd) commentaarschrijver voor dit blad en (bezoldigd) docent aan de deeltijdopleiding HEAO van de Hogeschool van Amsterdam. Groenhuis – stropdas met het fakkellogo van de politie – is sinds 1996 milieuofficier in Alkmaar. Daar pakt hij niet alleen de klassieke, sjoemelende milieucrimineel aan.
Lakse en illegaal handelende bestuursorganen, gemeentes en provincie, moeten er ook aan geloven. Hij telt de lijst met door hem gedaagde bestuursorganen voor de zekerheid na. Met vulpen wordt de meest recente score er bij geschreven. „43 maal een bestuurlijk gezag gedaagd en allemaal naar tevredenheid afgerond: een schikking of een veroordeling. Het arrondissement telt 33 gemeenten, dus sommige zijn meermalen in de fout gegaan. In plaats van mijn handhavingspartner te zijn, moet ik ze strafrechtelijk vervolgen!” Niet zonder trots meldt hij eind maart 2004 al meer processen-verbaal te hebben ontvangen dan tot mei vorig jaar. De milieuspecialisten van de
Ambtenaren van die gemeente hadden willens en wetens een aannemer opdracht gegeven met asbest verontreinigde grond letterlijk onder te schoffelen. Integriteit Op zoek naar een verklaring voor de veelvuldige overtredingen van overheden, heeft Groenhuis zich verdiept in integriteitkwesties. Hij schetst een patroon van informeel genormeerd niet-integer handelen. Onder meer subtiele vormen van misbruik van macht en positie, en het geven van gelegenheid. „De bestuurlijke overheid is procesgericht, dat wil zeggen sterk op overleg en risicomijdend. Politie en justitie kennen een resultaatgerichte opstelling en zijn niet bang risico’s
Voorbeelden genormeerd niet-integer handelen Zaak B. De officier van justitie informeert om 8.00 uur een burgemeester per fax van doorzoeking van een bedrijf in die gemeente. Om 8.15 uur loopt een van de directeuren van het bedrijf met kopie van de fax uit het gemeentehuis. Ambtenaren stallen hun caravans op het fabrieksterrein. De verdediging voert aan dat de provincie en de waterkwaliteitbeheerder op de hoogte waren van overtredingen en niet bestuursrechtelijk ingrepen. Hoewel dit geen vrijwaring voor overtredingen is, stelt de rechtbank in de strafmaatoverweging dat betrokken instanties niet de verwachte duidelijkheid hebben gegeven en legt aanmerkelijk minder hoge straffen op dan geëist. Zaak W. Een hoge ambtenaar kiest openlijk de zijde van een bedrijf dat in strijd met de EVOA-beschikking geverfd en gewolmaniseerd afvalhout exporteert. Medewerkers snoert hij de mond. Er duiken ter elfder ure brieven aan het bedrijf op met toezeggingen tot niet handhaven. Provincie en OM spreken elkaar tegen, wat de rechtbank noopt tot aanpassingen van de strafoplegging. Zaak K. Bij doorzoeking van een verdacht bedrijf vindt de politie een lijst met de kop: kerstpakketten groot en klein en een lange lijst met namen, ook die van milieuambtenaren. Dit bedrijf krijgt de ‘tip’ van een ambtenaar een ingrijpende wijziging van bedrijfsvoering te legaliseren door middel van een melding art. 8.19 lid 2 Wet milieubeheer. Zaak De W. Bestuurlijke collega vraagt milieuspecialist van de politie een transportbedrijf te controleren, want de gemeenteambtenaar krijgt steeds nul op rekest van zijn baas. Directeur van het transportbedrijf meldt vervolgens dat de burgemeester wel even de officier van justitie zal bellen. Burgemeester deelt de officier mee in goed gesprek te zijn met de betreffende ondernemer. Dat goede gesprek blijkt al zeven jaar te duren. Proces-verbaal wordt doorgezet. Na vonnis blijkt de inrichting wel aangepast aan de regels.
>>
27
HandHaving 2004 #3
Groenhuis: ’Sommige gemeentes leren het nooit’
tijd worden. Neem de last onder dwangsom. Na al die jaren beschouwt het bevoegd gezag een last onder dwangsom als dreigmiddel, waarvan vaak bij voorbaat vaststaat dat die niet wordt geïnd. Dat is jammer want het is een simpel en effectief instrument. Je kan beslag laten leggen op de bankrekening of desnoods op de auto van de directeur. Moet je zien wat een preventieve werking dat heeft op andere overtreders.” Naar bestuurlijke handhavingsoverleggen gaat hij niet meer. „Kost veel te veel tijd. Het gaat alleen maar over processen en protocollen. En ik praat daar met mensen die ik wellicht in de rechtbank weer tegenkom of daarvan al ken. De burgemeester van Stede Broec heb ik hier een dag in het Gerechtsgebouw gehad.”
Sven de Groot, zoek- en raapverbod kievitseieren
Specialist
• Wat houdt het werk in: Als juridisch medewerker handhaving bij het bureau Handhaving, Natuur Bodem en Water van de provincie Noord-Brabant, adviseer ik onder andere over de Wet milieubeheer en de Flora- en Faunawet. • Successen: Na een proefjaar wordt het project Handhaving zoek- en raapverbod kievitseieren dit jaar weer gehouden. Provincie, politie en AID maken weer mensen en tijd vrij om het zoek- en raapverbod te handhaven. Dat begint door te dringen bij de rapers. Dat mag ook wel, want zelfs Friezen komen groepsgewijs in Brabant kievitseieren zoeken. • Motivatie: Een bijdrage leveren aan het beschermen van natuur en milieu in Brabant. Het klinkt een beetje als open deur, ik weet het. • Teleurstelling: In het algemeen het wegzakken van de aandacht voor natuur en milieu.
„In plaats van dat gemeenten mijn handhavingspartner zijn, moet ik ze strafrechtelijk vervolgen.”
Foto: Marco Bakker
28
Strafbaar feit Heeft een ambtenaar die bij een bedrijfscontrole iets over het hoofd ziet, te vrezen van Groenhuis? „Nee, want daarmee pleegt hij geen strafbaar feit. Ik doe er niets mee, kan het alleen maar betreuren.” De milieuambtenaar die een bedrijf tipte een ingrijpende wijziging in de bedrijfsvoering te legaliseren met een melding, heeft hij niet strafrechtelijk vervolgd. Wel zijn er delen van het proces-verbaal opgestuurd naar het betrokken gezag. „Daar heb ik nooit meer iets op terug gehoord. Overigens heeft de Raad van milieuministers, een Europese instelling, besloten dat milieuovertredingen vooral strafrechtelijk moeten worden vervolgd. De Europese Commissie is het daar op zich wel mee eens, maar vindt dat het besluit op verkeerde grondslag is genomen. Ben benieuwd hoe dit afloopt.” Wat het falen van bestuurlijke integriteit – want zo ziet Groenhuis het – extra pijnlijk maakt, zijn de voorbeelden van daadkrachtig bestuurlijk optreden. De burgemeester van Westerkoggeland is een paar keer overgegaan tot effectueren van bestuursdwang. Het kan dus wel. Vanwege die overtredingen heeft Groenhuis weerzin tegen het voorstel de administratieve boete in te voe-
ren. Bedoeld om het OM te ontlasten maar hoe kan het bestuur nou boetes uitschrijven als het zelf de milieuregels al niet naleeft?, vraagt Groenhuis zich hardop af. „Moet het bestuur zichzelf dan een boete geven? Ik word nogal eens gebeld door een wethouder of burgemeester. Of het OM even kan wachten met optreden, want het bestuur en het bedrijf voeren een goed gesprek.” De onverstoorbare Groenhuis valt even uit zijn rol. „Dat gesprek duurt dan al zeven jaar!” Immuniteit Ten tijde van het gesprek zit Groenhuis midden in het proces tegen een aantal bedrijven in Petten. De kernreactor Petten, het Energieonderzoek Centrum Nederland en de fabrikant van medische isotopen Mallinckrodt Medicra en het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO), een werkmaatschappij van de Europese Gemeenschap, maken daar deel van uit. „Het GCO van Euratom is een overheidsorgaan. Wat hier speelt is een immuniteitsprotocol gebaseerd op het Euratomverdrag. Een ingewikkelde klus. De regiezitting is net geweest. De verdediging wil meer getuigen horen.” Jurist Groenhuis verheugt zich zichtbaar op het vervolg. Het IRMT heeft eens goed rondgekeken op het bedrijfsterrein van GCO en trof er tal van milieuovertredingen aan. Vooral aan de opslag van gevaarlijke stoffen mankeerde van alles. Wat Groenhuis vaker hoort tijdens zittingen, werd nu ook door de verdediging aangevoerd. „Een van de advocaten zei dat de gemeente de overtredingen niet had gezien en dat het bedrijf daarom niet veel te verwijten valt. Dat is natuurlijk onzin. Dat een toezicht-
houder nooit komt of niets ziet, is geen vrijwaring voor overtredingen. Maar het is wel erg pijnlijk.” Milieufraude Toch heeft Groenhuis, alle resultaten ten spijt, niet kunnen voorkomen dat ‘zijn mensen’ van het IRMT zijn verhuisd naar een bovenregionaal team met een algemene opsporingstaak. Tot ongenoegen van Groenhuis beoordeelt een wegingscommissie welke zaken voor verder onderzoek in aanmerking komen. „De wegingscommissie weet niets van milieu. Onlangs hebben we een zaak moeten inleveren.” En dat het OM faalt in de aanpak van milieufraude, zoals een rapport van adviesbureau DHV onlangs stelde, kan hij ook niet ontkennen. „De meeste parketten hebben nooit de capaciteit en middelen gekregen waar zij recht op hadden. Een nieuw voorstel waarin specialisten van de parketten Amsterdam, Utrecht, Alkmaar en Haarlem een team vormen, bleek moeilijk haalbaar. Dit expertiseteam zou vanuit Amsterdam-Sloterdijk wel in de eigen ‘regio’ zaken blijven draaien en indien nodig elkaars dossiers kunnen overnemen. De fysieke bundeling gaat niet door, wel zal de digitale uitwisseling toenemen. Groenhuis betreurt de verhuizing niet echt. Hoewel hij niet meer naar vergaderingen gaat, wil hij wel zichtbaar in Alkmaar blijven. Nadere inlichtingen: Pieter Groenhuis, officier van Justitie, tel. 072 - 527 46 46, fax 072 - 527 47 76; www.milieuom.nl Tekst: Nicoline Elsink Foto: Marco Bakker
29
HandHaving 2004 #3
HandHaving 2004 #3
te nemen. Zien de uitdaging, verrichten maximale inspanning en gaan uit van onaantastbare regels.” Vertaald naar de praktijk is het vooraf aankondigen van een bedrijfscontrole een voorbeeld van risicomijdend gedrag. Ook het samen met de bedrijfsleider een rondje lopen, getuigt daarvan. De milieupolitie komt onaangekondigd langs en bekijkt juist dat wat de bedrijfsleider lijkt over te slaan.
Koen Delen en Debby de Rijk vinden dat gemeenten de plicht hebben onduidelijke regelgeving uit te leggen.
Controle op basis van naleefgedrag
HandHaving 2004 #3
De gemeente Haarlemmermeer handhaaft alleen nog op basis van werkelijk naleefgedrag. Het inplannen van reeksen controles vanuit een verplichting in de begroting is er niet meer bij. In een monitoringsysteem is het naleefgedrag secuur in beeld gebracht. Met dit inzicht worden de controleurs gericht ingezet. Strategische voorlichting moet zorgen voor een grotere ’pakkansbeleving’.
30
De gemeente Haarlemmermeer verwacht van ondernemend Haarlemmermeer een actieve naleving van de milieuregels. Ondernemers moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor een gezonde en veilige woon- en werkomgeving. Aldus de strekking van de brochure die bedrijven vorig jaar in de bus kregen. Tegelijkertijd werd een nulmeting uitgevoerd. Van de 4500 bedrijven die onder de Wet milieubeheer vallen zijn er 600 gescreend op naleving. Dat gaf ook een duidelijk
beeld van het naleefgedrag en de aard van de overtredingen in de vijftien onderscheidende branches. „In totaal zijn er ongeveer zeshonderd overtredingen van AMvB’s mogelijk. Bijna 40 procent van de bedrijven voldeed aan alle regels”, zegt teamleider Vergunningen en Handhaving Koen Delen. „Maar er waren natuurlijk ook heel kleine overtredinkjes bij, zoals een niet op tijd gekeurde CV-ketel.” Niet volgens de regels opgeslagen gevaarlijke stoffen kwam echter ook
veel voor. Verder ging het vooral om niet naleven van de brandveiligheidsvoorschriften, geen of onjuist documentbeheer, en het niet (tijdig) melden van oprichting, in werking hebben of wijziging van inrichtingen. Het naleefgedrag varieerde van minder dan dertig procent bij bedrijven in de groothandel en detailhandel, tot rond de zestig in de branches opslag gevaarlijke stoffen en distributie van gas, elektriciteit en water. De overtredingen werden per branche naar ernst gerangschikt. „Op basis van veiligheidsrisico, de kans op een ramp, onveiligheidsgevoelens, financiële schade, publieke verontwaardiging en milieuschade. Na weging van de ernst en de aantallen werden handhavings-
Branchegedrag Delen legt uit dat Haarlemmermeer tot dusver altijd handhaafde op basis van aantallen controles. Nu er een duidelijk beeld is van de omvang van bepaalde overtredingen en ’branchegedrag’, draait het om effectieve inzet. „Het is voor ons een cultuuromslag: het aantal controles doet er niet meer toe. We gaan daar kijken waar de noodzaak het grootst lijkt. De praktijk voor de handhavers is niet echt veranderd. Inspecteurs werken nog steeds een lijst met te controleren bedrijven af, maar daar is op basis van deze nulmeting wel goed over nagedacht.” Alle gegevens van de controles worden ook nauwgezet bijgehouden. „Wat is het effect als bepaalde branches dubbel zo vaak bezoek krijgen, welke bedrijven kunnen we wat minder vaak controleren?” Pakkansbeleving ‘Dat wist ik niet’, is in Haarlemmermeer niet langer een excuus. Delen: „De handhaving is scherper. Waar de ondernemer eerst een vriendelijke brief in de bus kreeg met het verzoek een overtreding ongedaan te maken, is dat nu meteen een conceptbeschikking: ‘U kunt uw zienswijze geven, en daarna krijgt u de definitieve beschikking in de bus.’ Ondernemers vinden dat vervelend, maar hebben er ook wel begrip voor, is de ervaring. „Ze nemen ons serieuzer. Het dwingt respect af.” Om ook zeker te weten dat de ondernemer op de hoogte is van alle relevante wetten en regels heeft Haarlemmermeer werk gemaakt van de voorlichting. Debby de Rijk, accountmanager handhavingscommunicatie: „Voldoende kennis van de wet- en
regelgeving is een voorwaarde voor goed naleefgedrag en het helpt je de minder vriendelijke handhavingsinstrumenten effectiever te maken.” En dan is er nog het imago van de pakkans. Door te laten zien dat je controleert, versterk je de indruk dat er (heel) veel wordt gecontroleerd. „We kondigen in de media controles bij bepaalde branches aan. Waardoor ondernemers weten: ben ik vandaag niet aan de beurt, dan wel morgen. Het gebied waarin je controleert lijkt daardoor groter dan het in werkelijkheid is; de inzet van het aantal fysieke controles is minder dan in de beleving van de doelgroep. Als je het idee hebt dat je buurman snel wordt gecontroleerd, dan denk je meestal ook: ik ben de volgende en zorg je dat je je zaken op orde hebt.” Mediacampagne Bij de nulmeting onder bedrijven viel op dat bepaalde regels gewoon nauwelijks bekend zijn. „De meldingsplicht van AMvB-bedrijven bijvoorbeeld.” De Rijk: „Met sandwichborden, abri’s, billboards, bussen, plaatselijke kranten en lokale radio en tv hebben we de boodschap uitgedragen dat als je iets verandert in leef- of werkomgeving, je de gemeente moet bellen. We hebben dat niet specifiek op AMvB-bedrijven gericht, maar iedereen gelijk behandeld. Of het nu gaat om verbouwingen van huizen, bedrijfsveranderingen, evenementenorganisaties of het kappen van een boom, je informeert de gemeente.” Daarnaast wordt overleg gevoerd met brancheorganisaties en ondernemersverenigingen. „Wij hebben als toezichthouders namelijk ook de plicht onduidelijkheid over regels weg te nemen en vragen van ondernemers te beantwoorden. Zo’n voorlichtingspraatje is een relatief kleine inspanning met een duidelijk resultaat. Andersom biedt zo’n bijeenkomst
ondernemers de gelegenheid ons aan te spreken op onze strategie. Die inspanning wordt door de plaatselijke ondernemersclubs absoluut gewaardeerd.” Om ondernemingen te ondersteunen bij het bijhouden van een goede milieuregistratie heeft Haarlemmermeer ook samen met ondernemers een Milieulogboek ontwikkeld. Nieuwe software Naast externe informatie moest er intern ook worden geïnvesteerd. „Er was bijvoorbeeld geen geschikte database voorhanden voor wat wij wilden. In deze monitor moeten we het type overtredingen snel en goed kunnen registeren en benutten voor nadere analyses. Dus heeft een adviesbureau een softwaretoolkit voor ons moeten maken die aansloot bij de bestaande bedrijvendatabase. Je kunt bijvoorbeeld een AMvB-voorschrift intikken en krijgt meteen een overzicht van bedrijven die het hebben overtreden. Het systeem kan overtredingen ook thematisch, gebiedsgericht of per bedrijf weergeven. Zo kan Haarlemmermeer ook tussentijds prioriteiten bijstellen. „Dit hulpmiddel kostte wel ruim €70.000,-. Het duurt even voor je resultaat van die extra investering ziet. Maar ik verwacht niet alleen veel gerichter en effectiever toezicht, met zo’n gespecificeerde database bespaar je op termijn ook op juridische kosten omdat al onze handelingen correct zijn geregistreerd.” Nadere inlichtingen: Koen Delen, tel. 023 - 567 44 68; Debby de Rijk, tel 023 - 567 43 80 Tekst: Joost Swanborn Foto: Marco Bakker
31
HandHaving 2004 #3
prioriteiten gesteld. Per bedrijfstak bekeken wij welke aanpak het meest kansrijk was voor welk type overtredingen. Zo is de inzet van de handhavers verdeeld.”
Nadat woedende bewoners drugsrunners en toeristen met stokken en stenen belaagden, kwamen gemeente en Openbaar Ministerie in actie.
HandHaving 2004 #3
Huiseigenaren die niet goed voor hun panden zorgen, of er te veel en overlastgevende huurders in zetten, kunnen vanaf 1 januari 2004 in Rotterdam rekenen op een harde integrale vervolging door justitie, politie, belastingdienst en de gemeente. Doel van de zogenoemde Alijda-aanpak is vooral de overlast die van dergelijke panden uit gaat, te bestrijden.
32
,,Je moet ervoor zorgen dat die malafide huiseigenaren zich eindelijk eens ergens aan gaan houden”, zegt Peter Blanken, officier van justitie en teamhoofd voor de stadsdelen Centrum en West bij het Openbaar Ministerie in Rotterdam. In de jaren negentig werd Blanken als districtsofficier voor Rotterdam-West geconfronteerd met de enorme overlast die vanuit drugspanden en de daarbij horende verslaafden en dealers werd veroorzaakt. Niet alleen de ’lokale’ verslaafden
maar ook drugstoeristen die door drugsrunners naar Spangen en Bospolder werden gebracht, waren politie, justitie en de bewoners een doorn in het oog. Uiteindelijk leidde dat tot acties van de woedende bewoners die de toeristen met stokken en stenen de wijken uitjoegen. „Er moest wat gebeuren. Op grond van de Opiumwet konden we eigenlijk niet zoveel”, aldus Blanken. ,,Het ging meestal om kleine hoeveelheden drugs. We moesten iets bedenken om het die toeristen zo
moeilijk mogelijk te maken. Dat gold ook voor de runners die de toeristen naar de dealers toebrachten.” Drugstoeristen De toeristen werden op alle mogelijke manieren beboet, een gladde achterband was al voldoende voor een flinke prent. Voor de runners en de dealers werd een integrale aanpak bedacht waarin politie, justitie, gemeentelijke diensten en de belastingdienst intensief samenwerkten. Het project ging in 1998 van start en kreeg de naam Alijda, genoemd naar Alijda van Spangen, een obscure Rotterdamse edele. Alijda werd een doorslaand succes. In vier jaar tijd verdwenen de drugsrunners en drugstoeristen
Illegalen Tijdens het eerste Alijda-project werd al snel duidelijk dat veel drugspanden altijd in handen waren van dezelfde eigenaren. Een van die eigenaren werd destijds succesvol vervolgd wegens medeplichtigheid aan het dealen van harddrugs omdat hij zijn panden daarvoor beschikbaar stelde. Hij kreeg achttien maanden gevangenisstraf, een aantal panden werden verbeurd verklaard en de huiseigenaar kreeg de belastingdienst achter zich aan, plus enkele gemeentelijke diensten. ,,We hebben het eerste Alijdaproject geëvalueerd en eigenlijk was al meteen duidelijk dat we ons veel meer moesten richten op de malafide huiseigenaren. En dan gaat het niet alleen om drugspanden, er zijn veel meer panden die overlast geven. Illegale logementen, leegstaande verpauperde panden, coffeeshops, panden van waaruit prostitutie plaats-
vindt, woonhuizen waar tientallen al dan niet illegale mensen wonen. En het zit uiteraard niet alleen in Rotterdam-West”, aldus Blanken. Er werd aansluiting gezocht bij het gemeentelijke veiligheidsbeleid dat zich ook en nadrukkelijk richt op de zogenoemde hotspots: buurten of wijken waar mensen zich erg onveilig voelen en waar ook veel criminaliteit is. Niet zelden hebben die buurten een flink aantal verpauperde panden. Kwaadwillend Frank van Vliet werd in februari 2002 bij de gemeente Rotterdam verantwoordelijk voor het vervolgproject, Alijda-panden geheten. Er werd een pilot gehouden waarbij één grote eigenaar werd doorgelicht, en aangepakt. Vooral door die proef raakten alle betrokken partijen overtuigd van het mogelijke succes van deze integrale aanpak, aldus Van Vliet. In de loop van 2003 zijn alle panden die overlast geven in de gemeente Rotterdam geïnventariseerd. Bij de politie, gemeente, deelgemeenten, bouw- en woningtoezicht en energiebedrijf Eneco werden lijsten met problematische panden opgevraagd. Daarna werd gekeken wie er in of achter die panden zaten. Dat leverde een lijst van 150 personen en 75 rechtspersonen op. Op basis van scores van alle deelnemende partijen stelde de Alijda-projectgroep een top-20 van de meest kwaadwillende en overlastgevende huiseigenaren op. Inmiddels is in de projectgroep besloten de top vier van deze groep eerst aan te pakken, en daarnaast door te
gaan met het lopende onderzoek naar enkele andere eigenaren. Convenant ,,Wil je dit soort lui echt goed aanpakken, dan moet je gegevens op de juiste manier uitwisselen. Daar moet later geen onduidelijkheid over ontstaan en daarom is een nieuw convenant gesloten”, aldus Blanken. In september 2003 werd de nieuwe Alijda-overeenkomst gesloten tussen politie, OM, Belastingdienst, FIOD-ECD en de gemeente en gemeentelijke diensten als OBR (ontwikkelingsbedrijf Rotterdam), de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting, sociale dienst, gemeentelijke belastingdienst en burgerzaken. De Belastingdienst is een essentiële partner in de Alijda-strategie, want via het fiscale spoor gaat ontneming in regel veel gemakkelijker dan via een strafrechtelijke procedure. Maar ook voor de Belastingdienst biedt Alijda voordelen. Want hoewel de Belastingdienst geen fiscale informatie over belastingplichtigen mag verstrekken aan andere partijen, mogen de fiscale collega’s die informatie uiteraard wel ontvangen. En binnen de Alijda-groep zijn de lijnen kort... Failliet Het tweede Alijda-convenant kreeg veel publiciteit. Inmiddels hebben twee huisjesmelkers laten weten dat ze willen stoppen en hun hele bezit willen verkopen. ,,Geweldig als dat vanwege Alijda gebeurt”, meldt Blanken. „Maar het heeft in de praktijk nog niet geleid tot verdwijnactiviteiten”, zo voegt hij er eufemistisch
>>
33
HandHaving 2004 #3
Alijda II neemt malafide huisbaas op de korrel
nagenoeg, althans uit Rotterdam. Het aantal overlastgevende drugspanden werd drastisch teruggedrongen: van rond de 300 naar 12. De belastingdienst legde 114 aanslagen op ter waarde van ruim 6 miljoen euro, nam 157 auto’s in beslag en legde beslag op andere goederen ter waarde van nog eens 3 miljoen euro. De sociale dienst beëindigde een flink aantal uitkeringen en nam 58 runners op in een toeleidingstraject naar werk. Politie en Openbaar Ministerie brachten een reeks drugshandelaren voor de rechter waarbij straffen tot twaalf jaar cel en ontnemingen tot 2 miljoen euro werden opgelegd.
HandHaving 2004 #3
aan toe. Frank van Vliet: ,,Verheugend is dat er inmiddels één failliet is en een ander zakelijk gezien is ‘omgevallen’.” „Een ander onderdeel van de strategie is de straffere aanpak door gemeentelijke diensten”, aldus Van Vliet. Hij wijst op de dienst Bouw- en woningtoezicht: die pakt de malafide eigenaren wiens panden inmiddels wel verbeterd zijn, maar waar nog vorderingen uit het verleden liggen, nu veel steviger aan. En er zit volgens hem nog meer in: vorder de gemeentelijke belastingen sneller in en handel bezwaarschriften, die een schorsende werking hebben, onmiddellijk af bij dergelijke huisbazen. „Of je als bestuurder onderscheid kunt en mag maken tussen verschillende soorten huisbazen, is vooralsnog nog niet duidelijk.” De Erasmus Universiteit gaat daar nu onderzoek naar doen op verzoek van de projectgroep.
34
Gigastraffen Dit onderzoek moet ook antwoord geven op de vraag of er op ruimere schaal informatie uitgewisseld kan worden met particulieren als notarissen en banken en of er mogelijkheden zijn om incasso’s via spoedeisende voorzieningen te laten verlopen. „Het is tenslotte zo dat dit type huiseigenaren eigenlijk alleen maar echt in beweging komt als ze geraakt worden in hun portemonnee”, aldus Blanken. Doel van Alijda is overlast bestrijden. „Als het al tot strafvervolging komt, leidt dat doorgaans niet tot gigastraffen. Het belangrijkste is dat de overlast ophoudt.” Een huis-
De wijk Bospolder.
eigenaar die besluit zijn panden op een goede manier te verhuren, achterstallig onderhoud wegwerkt, ze in het vervolg netjes bijhoudt en zijn belasting betaalt, heeft weinig te vrezen van de Alijda-projectgroep. ,,Als criminelen zich als nette huisbazen zouden gedragen zouden ze bij ons helemaal niet in beeld komen. Dat is waarmee ze opvallen: op alle mogelijke manieren proberen ze geld uit die pandjes te halen. En dus vervolgen we hen via die panden.” Nadere inlichtingen: Arrondissementsparket Rotterdam, tel. 010 - 888 80 00, www.om.nl, www.rotterdam.nl Tekst: Jeichien E. de Graaff Foto: Peter Boer/HH, Peter Hilz/HH
Een deel van het DSM-complex in Geleen.
Emissieautoriteit werpt zich op omvangrijke handel We gaan in Europa handelen in emissies en we gaan in Nederland controleren of dat ook eerlijk gebeurt. Per 1 januari 2005 start de handel in stikstofoxiden voor Nederlandse bedrijven en tegelijkertijd kunnen grote bedrijven in de EUlanden bieden op emissierechten voor broeikasgassen. De Nederlandse Emissieautoriteit wordt het bevoegd gezag voor het verstrekken van handelsvergunningen, registratie van de transacties en toezicht houden op de uitvoering. Een flinke handhavingsopdracht in een nieuw speelveld. Emissies laten zich weinig gelegen liggen aan landsgrenzen. Vandaar ook de nieuwe Europese regels voor de uitstoot van CO2. Die wijzigende regelgeving vraagt om een centraal bevoegd gezag voor emissiehandel in Nederland. „Dat is noodzakelijk om alle bedrijven in Nederland op dezelfde manier te kunnen behandelen”, meldt Geert van Grootveld, plaatsvervangend directeur en kwartiermaker van de Nederlandse Emissieautoriteit, kortweg NEa. De Europese Unie verplicht zijn 25 lidstaten tot het naleven van die richtlijnen voor CO2. De handel in CO2-emissierechten is nieuw in Europa. De handel in stikstofoxiden (NOx) is daarentegen louter een Nederlandse aangelegenheid. Het wetsvoorstel om emissiehandel in Nederland goed te keuren wordt
naar verwachting dit jaar aangenomen. Het principe van die handel is dat bedrijven elk jaar verantwoording afleggen over hun totale emissies in verhouding tot de hun toegewezen, verkochte en gekochte emissierechten. De emissiegrenzen voor CO2 zijn gebaseerd op de Kyoto-doelstellingen. Internationale samenwerking is daarbij belangrijk. „Deze maand is er in Oxford een grote internationale conferentie over het toezicht op de emissiehandel. Daar zullen we niet alleen met Europese, maar bijvoorbeeld ook met Aziatische collega’s overleggen.” Als de wetgeving van kracht is, wordt NEa een zelfstandig onderdeel van het ministerie van VROM. Vanaf 2006 wordt het waarschijnlijk een zelfstandig bestuursorgaan. Dan krijgt deze autoriteit dezelfde status als bijvoor-
beeld de Nederlandse Mededingingsautoriteit en de OPTA. Voorbereiding Bij het vaststellen van emissies en het verzamelen en verwerken van alle gegevens kunnen fouten worden gemaakt. Daarom legt de nieuwe organisatie de nadruk op controle en toezicht. „Daarvoor zijn voorlopig elf arbeidsplaatsen gereserveerd. Zes daarvan voor direct toezicht, de overige voor interventie en handhaving.” Daarnaast moeten bedrijven aan een aantal schriftelijke verplichtingen voldoen. Het verkopen, de verevening en het rapporteren kan allemaal vanachter de computer. Wel moeten alle transacties worden gecontroleerd voordat zij in het register van de NEa komen. Van Grootveld: „Hoe wordt de uitstoot precies vastgesteld door bedrijven? Welke meetinstrumentarium en datasystemen worden gebruikt? Dergelijke vragen moeten bedrijven beantwoorden in uitgebreide monitoringsprotocollen. Daarin beschrijven ze hun NOx- en CO2emissies en de inzet van brandstoffen. >>
35
HandHaving 2004 #3
Gezamenlijke controle van verdachte panden.
HandHaving 2004 #3
Duidelijk moet blijken hoe de gemeten gegevens worden verwerkt, én hoe de kwaliteit van de gegevens is gewaarborgd.” Het opstellen van die protocollen – forse documenten – vraagt tijd en kunde van ondernemingen. De afgelopen maanden organiseerde de NEa daarom samen met enkele branches alvast – druk bezochte – workshops over NOx- en CO2-monitoring. Heeft een bedrijf eenmaal een gevalideerd monitoringsprotocol, dan kan de NEa een emissievergunning verlenen. Veel bedrijven bereiden zich momenteel terdege voor. Na de workshops kreeg de NEa een aantal monitoringsprotocollen binnen. „In totaal verwachten we er dit kwartaal zo’n dertig.”
36
Emissieverslag De helft van de 200 miljoen ton CO2 die we in Nederland uitstoten komt van zo’n driehonderd bedrijven met een grote verbrandingscapaciteit. Het gaat om bekende namen als Shell, Corus, de elektriciteitscentrales, maar ook de suikerindustrie. Het gros van deze bedrijven is geconcentreerd in de Randstad: Rijnmond en Europoort. CO2-rechten worden vergeven op basis van een door de ministeries van Economische Zaken en VROM opgesteld nationaal allocatieplan (toewijzingsplan), dat inrichtingen rechten per periode toewijst. Dit plan wordt binnenkort ter goedkeuring voorgelegd aan de Europese Commissie. Elk jaar moet het bedrijf een emissierapport opstellen, met de redenen voor de uitstoot. „Nadat het boekjaar op 31 december sluit, heeft een bedrijf
Heeft een bedrijf eenmaal een goedgekeurd monitoringsprotocol, dan kan een emissievergunning worden verleend.
tot 31 maart de tijd om dat emissieverslag bij ons in te dienen. De verslagen moeten daarvoor al zijn geverifieerd door accountants. Ook daarvoor is een protocol. Onze toezichthouders zullen die verslaglegging steekproefsgewijs controleren.” Vervolgens hebben bedrijven tot 1 mei de tijd om door middel van koop of verkoop van emissierechten de praktijkcijfers in overeenstemming te brengen met hun emissierechten. Van Grootveld: „Pas na deze verevening heb je voldaan aan de emissienorm.” Twee systemen „Voor CO2 en NOx hanteren we verschillende systemen”, licht Van Grootveld toe. „CO2 is gebaseerd op het ’cap and trade’-principe: bedrijven krijgen een ’cap’ toegewezen. Dat is de maximale hoeveelheid die ze mogen uitstoten tussen 2005 en 2008.” Als een onderneming in die periode minder uitstoot, mag zij de overblijvende rechten verhandelen. Als zij meer uitstoot, moet dat verschil worden gekocht. De transacties zijn pas geldig als ze bij de NEa zijn geregistreerd.” De prijs van een ton CO2-uitstoot is afhankelijk van vraag en aanbod. De NEa verwacht dat de startprijs ongeveer € 10,per ton zal zijn. Het leeuwendeel van de 550 kiloton NOx-uitstoot komt voor rekening van het verkeer (450 kiloton). De uitstoot door de industrie (grotendeels dezelfde bedrijven als de CO2leveranciers) is ongeveer 80 kiloton per jaar. Het streven is dit terug te brengen tot 55 kiloton in 2010. Voor elk Europees land geldt een NOx-pla-
fond, het zogenoemde ’National Emission Ceiling’ (NEC). Van Grootveld: „Een handelssysteem is een interessant instrument om dat plafond voor de industrie te verwezenlijken. Dat vindt het bedrijfsleven overigens zelf ook.” Datamanagement Basis voor de handel in NOx-uitstoot is de ’Performance Standard Rate’ (PSR). Dat is een relatieve norm voor het aantal gram NOx dat mag worden uitgestoten per gigajoule verbruikte energie. De norm wordt echter wel elk jaar lager. In 2005 gaat het om maximaal 68 gram NOx per gigajoule, in 2006 is dat 58 gram en 2010 40 gram. Wat betreft emissiehandel geldt hetzelfde als bij broeikasgassen: wie onder de norm blijft mag zijn emissierechten verkopen; wie de norm niet haalt zal rechten moeten kopen. De NEa beoordeelt straks niet alleen de verslagen en rapportages. Ook controleert ze zaken als NOx-meetapparatuur op de bedrijven en het datamanagement. Het brandstofgebruik is een van de indicatoren voor de uitstoot van CO2: met gebruikmaking van de jaarrekeningen van het energiebedrijf kun je dus snel zien of een bedrijf te veel uitstoot. Van Grootveld: „We verwachten zo’n honderd bedrijfscontroles per jaar te kunnen uitvoeren. Dat betekent dat een bedrijf sowieso eens per drie jaar aan bod komt.” Daarbij wordt de lijst niet alfabetisch afgewerkt. „De NEa is nog bezig met een risicoanalyse. Op basis daarvan zullen we bedrijven voor onszelf indelen.”
Flinke boetes Haalt een bedrijf zijn ’cap’ niet, dan volgt (volgens Europese richtlijnen) een boete van € 40,- per ton te veel uitgestoten CO2. Die boetes kunnen oplopen tot € 100,- plus de verplichting de overtreding een jaar later in te lopen. Met andere woorden: het emissieplafond wordt dan extra laag voor de overtredende onderneming. Van Grootveld: „Stoot je vijftigduizend ton te veel uit, dan heb je dus een boete van twee miljoen euro. Ik geloof dat geen enkel bedrijf daarom kan lachen.” De informatie over het emissiegedrag van bedrijven is openbaar. „We werken conform de EU-richtlijn vanuit het principe ’naming and shaming’. De namen van de ondernemingen die boetes krijgen kunnen bijvoorbeeld in ons jaarverslag worden vermeld. Voor NOx is in Nederland nog geen
boetebedrag vastgesteld. „Maar”, glimlacht Van Grootveld fijntjes, „die boete zal ook motiverend zijn.” De NEa krijgt uitsluitend bestuursrechterlijke bevoegdheden. „In een convenant met het Openbaar Ministerie willen we echter wel afspreken dat fraude in de emissiehandel ook strafrechtelijk kan worden vervolgd.” Potje voor groei Hoe serieus en veelomvattend ook: de emissieplafonds van 2005 tot 2008 zijn gerelateerd aan historische emissiecijfers en productiegroei. In de periode 2008-2012 zal echter beduidend minder uitstootcapaciteit beschikbaar zijn. Emissierechten worden dan schaars en dus duurder. Van Grootveld zegt dat het niet aan de NEa zal hebben gelegen als de Kyotoen NEC-eisen in 2012 niet worden gehaald. „Wij zijn gemotiveerd.
Digitale handel In december 2003 hebben de bedrijven AVR, Essent, Nuon en Shell Trading met elkaar gehandeld in emissierechten stikstofoxiden voor 2005. De inkoop en verkoop verliep via de elektronische handelsplaats Newvalues. Deze internetbeurs is bedacht door VNO-NCW en wordt gefinancierd door de Rabobank en stroomnetbeheerder Tennet. De internetbeurs wil straks ook de handelplaats worden voor transacties met CO2-rechten, maar er zijn meer bedrijven die menen vanaf 2005 de ’eBay’ van de emissierechtenhandel te kunnen worden. Zo zijn www.emissierechten.nl en www.emissiebeurs.nl ook in de lucht om de toekomstige handelaren nu al aan zich te binden. De verwachting is overigens dat deze handel landsgrenzen zal negeren. In Duitsland lopen enkele grote internet-handelsplaatsen zich ook al warm. Over de in december afgesproken bedragen voor de emissierechten laten de betrokken bedrijven zich niet uit. De transacties kunnen pas worden erkend door de Nederlandse Emissieautoriteit als de betrokken wetgeving van kracht is.
Bedrijven zullen de eigen organisatie onder de loep moeten nemen, moeten investeren in biomassa, in buitenlandse installaties of zelfs in bossen.” Klagen over de NEa of het fenomeen emissiehandel helpt niet. Van Grootveld: „Het is een open handelssysteem in een gelijk speelveld met duidelijk toezicht.” Maar wat gebeurt er eigenlijk als een groot Japans automobielbedrijf zich in Nederland wil vestigen? Zeggen VROM en EZ dan: ’Nee, we zitten aan het plafond met onze emissies. Gaat u maar naar Frankrijk?’ Van Grootveld: „Het allocatieplan van VROM en EZ geeft ruimte aan nieuwe bedrijven. Er is een speciaal potje met emissies gereserveerd voor nieuwkomers. Over hoe groot dat potje zal zijn, wordt nog onderhandeld.” Nadere inlichtingen: www.neaio-helpdesk.nl, www.vrom.nl/emissiehandel Tekst: Joost Swanborn Foto: Henriëtte Guest
37
HandHaving 2004 #3
Geert van Grootveld: „Geen enkel bedrijf lacht om een boete van twee miljoen euro.”
Foto boven: Margreet van Dijk, Alex Doosje en Paul Tempelman op de plaats waar de duizenden banden lagen. „Het blijft nu redelijk schoon.” Foto beneden: De bandenberg naast de IJsselbrug.
cipe, en de bandenopslag groeit uit tot een bandenberg van 11.000 kubieke meter.
en vliegtuigen. Om ruimte te sparen worden de banden versneden en her en der gedumpt, ondermeer in een zijtak van de IJssel (zie HandHaving 6/2003: ’Honderden versneden banden in de Oenekolk’). Als in de tweede helft van de jaren negentig de opslag de vijftig kuub overstijgt, valt de inrichting onder het gezag van de provincie.
Drijvers Van de B. koopt begin jaren negentig het terrein waarop een houthandel was gevestigd. Een kwartier later verkoopt hij de grond en opstallen via dezelfde notaris, door aan een projectontwikkelaar. De ‘bandenmagnaat’ aldus een lokale krant, gaat het terrein echter voorlopig wel zelf gebruiken voor de opslag van afgedankte banden. „Oorspronkelijk wil de exploitant de banden doorverkopen aan een Engels rubberrecyclingbedrijf”, weet Paul Tempelman. Ook maakt Van de B. van banden drijvers voor Urker visnetten. Dat gebeurt in de open lucht met een stansmachine. Alras stapelen de banden zich buiten de schuren op. Het zijn vooral tractorbanden. Van de B. haalt die voornamelijk op bij loonbedrijven. Maar er zitten ook banden bij van personenauto
Nieuwe procedure „De provincie begint dan een nieuwe procedure voor de aanvraag van een Wm-vergunning”, vertelt Margreet van Dijk. „Zo werkt het nou eenmaal.” Het duurt twee jaar voordat de volledige aanvraag er ligt. Dat is lang. Eerst was de aanvraag niet volledig en klopten de tekeningen niet. Zo werd een aanvraag ingediend voor de opslag en niet voor de mechanische werkzaamheden. Dan laat het gevraagde geluidonderzoek lang op zich wachten. De vergunningaanvraag wordt in 2000 geweigerd. Ondertussen gaat het inzamelen van banden door. „Gedeputeerde Staten wilden niet handhavend optreden zolang de weigering van de vergunning niet onherroepelijk was. Beslist de Raad van State daarna wel positief over de aanvraag, dan kon de overheid forse scha- >>
HandHaving 2004 #3
In de Overijsselse regio was de enorme bandenberg van Kampen al jaren bekend. Een rotte kies in het gave IJssellandschap. Net voordat de provincie een handhavingsprocedure wilde starten, plaatste een spectaculaire brand de opslag even in het centrum van de nationale aandacht. De provincie heeft het terrein laten opruimen en is nu bezig met het verhalen van de kosten. Een taakstraf van 240 uur moet de bandeninzamelaar op het rechte pad houden.
38
Halverwege de jaren negentig stapelen de banden zich op. De beroemde brand woedt in september 2002, drie maanden later schrapen shovels het terrein schoon. Handhaver Paul Tempelman en Margreet van Dijk, juridisch medewerker repressieve handhaving van de provincie Overijssel, zijn nu nog bezig met de afronding. Dat de bandenberg op deze A-locatie naast de IJsselbrug zo kon groeien is een typisch voorbeeld van handhavenoude-stijl. Het begint met een ondernemer die de ruimte die een gemeente geeft handig uitbuit. Op grond van het (verouderde) bestemmingsplan is opslag van goederen in de schuren toegestaan. De gemeente grijpt echter niet in als opslag van banden niet meer beperkt blijft tot de (zeer bouwvallige) loodsen. Vervolgens schuiven twee overheden (gemeente en provincie) een tijdje elkaar de hete aardappel toe. Tel daarbij op de juridisch complexe materie als het legaliseringprin-
39
HandHaving 2004 #3
Banden en brand veroorzaken grote bende
declaims tegemoet zien. Vandaar dat de provincie erg voorzichtig te werk ging”, legt Van Dijk uit. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verklaart in 2002 het beroep van Van de B. ongegrond. De handhavingaanschrijving was de printer nog niet uit, of de bandenberg stond in lichterlaaie. Crossparkoers Een groot deel van de opslag werd in de as gelegd. Onderzoek heeft niet kunnen aantonen hoe de brand is ontstaan. Op het terrein speelden kinderen, op een luchtfoto is een met banden afgezet crossparkoers te zien. Tijdens de brand werd de meetwagen van het RIVM ingeschakeld. Er bestond vrees voor asbest, afkomstig van bouwvallige schuren. En in de loop der tijd had allerlei ander bouwen sloopafval zijn weg gevonden naar het terrein. Na de brand restte een zwartgeblakerde, stinkende puinhoop. Omwonenden waren bezorgd over mogelijke verspreiding van gevaarlijke stoffen en dienden een handhavingsverzoek in. Ook waren de omwonen-
Het schoon opgeleverde terrein. Kosten ruim € 500.000,-
den bang voor een nieuwe brand, waarbij een monumentale molen niet gespaard zou blijven. Bij deze brand was het dankzij de windrichting maar net goed gegaan. De provincie besloot daarop meteen de plek op te ruimen. Dat leverde Tempelman nog een gevaarlijk moment op. „De aannemer moest het afval afvoeren in verschillende categorieën: metaal, grond, hout en de banden. Tijdens een inventarisatie van het aanwezige afval zakte ik plotseling tot mijn middel weg in een oude smeerput vol water. Ik heb er niets aan overgehouden maar dat had net zo goed anders kunnen aflopen.” Kostenverhaal Eind november 2002 stonden shovels en ander groot materieel klaar en waren een schaftkeet en mobiel toilet geplaatst. Voor de duur van de werkzaamheden, vier weken, is particuliere beveiliging ingeschakeld. Die moest voorkomen dat er opnieuw illegaal afval werd gedumpt. De grootste afvoer was naar de afvalverwerking. Een Engelse rubberverwerker was overgekomen om de niet-verbrande banden op te ruimen. Tempelman:
HandHaving 2004 #3
Gegevens over de ontruiming
40
Duur uitvoering bestuursdwang Aantal werkdagen Totale kosten Aantal zeecontainers naar Engeland Gewicht banden Verbrande resten naar de stortplaats Aantal ritten naar de stortplaats
4 weken 22 400.000 tot 500.000 euro 95 1395 ton 1595 ton 99
„Een ongelooflijk zwaar en vies karwei.” De teller van de ontruiming gaat richting €500.000,-. Dat de ontruiming flink in de papieren zou lopen, was duidelijk. Van Dijk: „De provincie wil proberen zoveel mogelijk van de gemaakte kosten verhalen. Met de projectontwikkelaar, eigenaar van de grond, is een regeling getroffen. Die betaalt een deel van de kosten.” Omdat Van de B. failliet is, wordt het lastig daar het restantbedrag op te verhalen. „Wij adviseren Gedeputeerde Staten wel altijd om te handhaven, ook al zijn de kosten niet te verhalen.” In een eerdere ontruiming van een loods vol stinkende compost, heeft de provincie de eigenaar ook persoonlijk aansprakelijk gesteld en beslag laten leggen op zijn villa met zwembad. Onlangs heeft het Gerechtshof de provincie echter in het ongelijk gesteld. „Hiertegen gaan we wellicht in cassatie, maar zo’n uitspraak geeft ook aan dat het verhalen van dergelijke kosten vaak niet eenvoudig is.” Inzamelnummer Paul Tempelman is ook Bijzonder opsporingsambtenaar (BOA) en maakte deel uit van het verhoorteam. Bij het nagaan van de gangen van Van de B. bleek dat hij in het hele land actief was. „Hij schermde met zijn inzamelnummer en gaf de ontdoener een keurig bonnetje met BTW. Laat het gemiddeld bedrag per band 25 gulden geweest zijn. Er lagen duizenden banden op het terrein, dus reken maar uit. Investeringen nul komma nul. De schuren waren uitermate bouwvallig
Vonnis In maart van dit jaar deed de meervoudige kamer uitspraak. De eis van het Openbaar Ministerie was vijftien maanden hechtenis, ontzegging van de bevoegdheid banden in te zamelen en verhalen van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het vonnis luidt
240 uur taakstraf, te voltooien binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van het vonnis, eventueel te vervangen door 120 dagen hechtenis. Ook kreeg hij een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar met een proeftijd van 2 jaar en verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen vrachtauto. De meervoudige kamer is niet ingegaan op de eis van de officier van justitie tot ontzegging van zijn inzamelbevoegdheid. De verdediging heeft appèl tegen het vonnis ingesteld.
Nadere inlichtingen: Paul Tempelman, provincie Overijssel, tel. 038 - 425 21 03, fax 038 - 425 26 10,
[email protected]; Margreet van Dijk, provincie Overijssel, tel. 038 - 425 14 74, fax 038 - 425 25 10,
[email protected] Tekst: Nicoline Elsink Foto’s: provincie Overijssel - Dienst Luchtvaartpolitie, Freddy Schinkel
(advertentie)
1/4 AD MILCURA
Financiële zekerheid Hoe kan worden voorkomen dat de overheid opdraait voor opruimkosten na een faillissement? In sommige situaties biedt het Besluit financiële zekerheid uitkomst. Alleen bij categorie 28-bedrijven van het Inrichtingen en vergunningbesluit (inrichtingen die werken met afvalstoffen) en als de beheerskosten na een faillissement oplopen tot meer dan €10.000,-, mag de overheid in de milieuvergunning financiële zekerheid opleggen. Dat kan bijvoorbeeld een bankgarantie zijn. Na een faillissement kan het gezag die borg aanwenden voor het opruimen.
41
HandHaving 2004 #3
Als de bandenberg eind jaren negentig meer is de vijftig kubieke meter valt het terrein onder het gezag van de provincie Overijssel.
en in veel meer dan een bestelbusje reed hij niet rond.” Nu het terrein redelijk schoon is, is de eigenaar/ projectontwikkelaar extra alert. „Hij spreekt de gebruiker aan op zijn gedrag. De ontruiming was nog gaande toen de bandeninzamelaar echter alweer rond reed met partijen oude banden. De politie zag hem ook ’s nachts banden op het terrein dumpen. Ook werd de man gesignaleerd in Dronten, waar hij schuren heeft gehuurd.” April vorig jaar werd Van de B. aangehouden nadat was geconstateerd dat hij op het terrein banden in containers had geladen. Na drie dagen in voorarrest mocht hij weer gaan.
Rubriekkop Jurisprudentie
’In zijn macht hebben’: wespennest voor handhavers Bij de aanzegging van bestuursdwang is van belang wie overtreder is, niet wie het in zijn macht heeft de illegale situatie te beëindigen. Bij een last onder dwangsom is die macht wel van belang. Een wespennest voor handhavers als niet duidelijk is wie aan de overtreding een einde kan of moet maken.
HandHaving 2004 #3
Partycentrum of Las Vegas
42
De burgemeester van Landgraaf had in het kader van de Algemene Politie Verordening (APV) aan Partycentrum BV een vergunning gegeven om een speelgelegenheid te mogen exploiteren of te doen exploiteren. Partycentrum verhuurt de benedenverdieping aan gezelligheidsvereniging Las Vegas. Vervolgens trok de burgemeester de vergunning weer in, zodat ook Las Vegas haar vergunning kwijt was. Zij bleef echter in strijd met de APV casinospelen houden. De burgemeester zegde Partycentrum BV bestuursdwang aan als overtreder van het speelverbod. Las Vegas wordt niet als overtreder gezien en krijgt zelfs geen afschrift van het bestuursdwangbesluit. Partycentrum verweert zich door te zeggen dat zij het als verhuurster niet in haar macht heeft aan de gestelde overtreding een einde te maken. In hoger beroep honoreert de Afdeling bestuursrechtspraak dit verweer niet. Niet Las Vegas, maar Partycentrum had de vergunning; bovendien had Partycentrum op basis van de huurovereenkomst te allen tijde toegang tot de verhuurde benedenverdieping en had zij laten weten die overeenkomst op te zeggen als Partycentrum een andere speelvergunning zou worden verleend. Voor de praktijk is interessant de opmerking
van annotator (iemand die wetgeving of uitspraken nader verklaard -red) Vermeer. Volgens hem zit de Afdeling op het verkeerde spoor. Bij bestuursdwang is namelijk niet relevant of Partycentrum BV macht heeft om aan de overtreding een einde te maken. Artikel 5:24 Awb (Algemene wet bestuursrecht) eist bekendmaking van het besluit tot toepassing van bestuursdwang aan de overtreder, de rechthebbende op het gebruik van de zaak ten aanzien waarvan bestuursdwang wordt toegepast en de eventuele aanvrager. Het bestuursorgaan hoeft zich niet bezig te houden met de vraag of de overtreder het in zijn macht heeft de overtreding ongedaan te maken. De belanghebbenden moeten zelf uitmaken (art. 5:24, lid 4 Awb) wie van hen maatregelen zal nemen om de overtreding ongedaan te maken en daardoor daadwerkelijke uitvoering van bestuursdwang te voorkomen. Volgens Vermeer zou het voor het bestuursdwangbesluit niets hebben uitgemaakt als Partycentrum niet bij machte was om de illegale situatie te beëindigen. De redenering van de Afdeling brengt mee dat het bestuursorgaan wordt opgezadeld met allerlei (privaatrechtelijke) problemen over de vraag of de overtreder het in zijn macht heeft om de illegale situatie te beëindigen. Wel belangrijk is wie over-
treder is, want op de overtreder kunnen de kosten van bestuursdwang worden verhaald. Overtreder is in de eerste plaats degene die fysiek in overtreding is. In dit geval zouden zowel Las Vegas als Partycentrum fysieke daders kunnen zijn. Naast de fysieke dader kan er ook een functionele dader zijn.
Autobedrijf De Rooy of De Rooy Exploitatie Een tweede geval betrof twee dwangsombesluiten van Burgemeester en wethouders van De Bilt. Een dwangsom van € 2.000,- per week (maximum € 30.000,-) was aangezegd aan Autobedrijf De Rooy BV wegens het in werking hebben van een tankstation in strijd met het Besluit tankstations milieubeheer. Het bedrijf diende binnen twee maanden (begunstigingstermijn) de verkoop van brandstoffen te beëindigen en de aanwezige tankinstallaties buiten werking te stellen. Een dwangsom van € 5000,- (maximum € 100.000,-) moest het bedrijf dwingen de installaties te verwijderen en binnen zes maanden gestart te zijn met bodemsanering. Het bedrijf verzocht om een voorlopige voorziening en betoogde bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak dat de dwangsom had moeten worden opgelegd aan De Rooy Exploitatie BV. Dat laatste bedrijf dreef de inrichting sinds 6 augustus, terwijl de dwangsom op 24 september in werking was getreden. Naast beide bedrijven had ook De Rooy Beheer BV om de voorlo-