Aan alle Wallaroes, en aan hun leerkrachten, veel succes en, k? u nog belangrijker, le ! be . e e nd aar ero u veel plezier! isk en m ango W w
. w w
k k Re n d e sku i w
c
Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w.
Dit initiatief kwam tot stand binnen het actieplan Wetenschapscommunicatie van de Vlaamse Gemeenschap. Kangoeroe wordt georganiseerd door de Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w. i.s.m. Technopolis.
Juist antwoord 5 punten
Geen antwoord 1 punt
Fout antwoord 0 punten
Wedstrijdduur 75 minuten
Rekentoestel niet toegelaten
1. De les Nederlands start om half elf. Na een kwartier vliegt er een vogel binnen. Hoe laat is het dan? 11 12 1 10
11 12 1 2
9
10
3
8
9
4 7
A
6
8 7
11 12 1
6
4 7
C
6
5
2
9
4 7
5
10
3
D
3
8
11 12 1 2
8
6
2
9
4
B
9
10
3
5
10
11 12 1 2
3
8
5
4 7
E
6
5
2. De indiaan Grote Beer heeft drie veren, ´ e´ en pijl en twee strepen op zijn borst. Zijn zoon Kleine Beer heeft twee veren, drie pijlen en ´ e´ en streep op zijn borst. Op welke tekening zie je Grote Beer en Kleine Beer?
A
B
D
E
C
3. Rubi vouwt een tekening van vier kangoeroes dubbel en vouwt ze daarna weer open. Ze doet dit vier keer na elkaar zoals je hiernaast kan zien. Hoeveel keer overlappen de kangoeroes elkaar precies?
A
0
B
1
C
2
D
3
E
4
4. In een restaurant kost het voorgerecht e 4, het hoofdgerecht e 9 en het dessert e 5. Als je alles in ´ e´ en keer bestelt, betaal je slechts e15. Hoeveel moet je dan minder betalen? A
e3
B
e4
C
e5
D
e6
E
e7
5. Een kat en een muis lopen in een doolhof. • De kat kan bij de melk. • De muis kan bij de kaas. • De kat en de muis zullen elkaar nooit tegenkomen. Wat hoort op de plaats van het vraagteken?
A
B
D
E
C
6. We spiegelen het cijfer 4 twee keer, zoals in de figuur. Als hetzelfde met 5 gebeurt, wat komt er dan op de plaats van het vraagteken?
4 4
5
4
5
B
5
D
5
5
C
5
A
?
E
7. Een vlieg heeft 6 poten en een spin heeft er 8. Samen hebben 2 vliegen en 3 spinnen evenveel poten als 10 vogels en A
2 katten
B
3 katten
D
5 katten
E
6 katten
C
4 katten
8. Als H + H + 6 = H + H + H + H, wat hoort er dan op de plaats van H? A
2
B
3
C
4
D
5
E
6
9. We hebben vier tegels die er zo uit zien:
. Welk van de volgende patronen
kunnen we niet maken?
A
B
D
E
C
10. De figuren tonen telkens een armband. In welke armband zit er een knoop?
A
B
D
E
C
11. Vier vrienden eten ijs. Indra eet meer ijs dan Kiara. Lennert eet meer ijs dan Wim. Lennert eet minder ijs dan Kiara. Rangschik de vrienden van wie het meeste ijs eet naar wie het minste ijs eet. A
Indra, Lennert, Wim, Kiara
B
Wim, Indra, Kiara, Lennert
C
Lennert, Wim, Indra, Kiara
D
Indra, Kiara, Lennert, Wim
E
Lennert, Indra, Wim, Kiara
12. Drie leerlingen raden hoeveel boeken er in de kast staan. Abdel denkt dat het er 117 zijn, maar de juf zegt “Neen, het zijn er 5 meer of 5 minder.” Britt denkt dat het er 118 zijn, maar de juf zegt “Neen, het zijn er 6 meer of 6 minder.” Hoeveel boeken staan er in de kast? A
112
B
113
C
117
D
122
E
124
13. Frank heeft bomen omgehakt en zaagt die in stukken. Hij zaagt 17 keer een stam door. Hij eindigt met 22 stukken. Hoeveel bomen heeft hij omgehakt? A
5
B
6
C
7
D
8
E
9
14. In een doos liggen zeven blokken, zoals in de figuur. Hoeveel blokken moeten er worden verschoven om plaats te maken voor nog zo’n blok?
A
1
B
2
C
3
D
4
E
5
15. Zes muntstukken liggen in de vorm van een driehoek. Hoeveel muntstukken moet je minstens verplaatsen om ze in de vorm van een cirkel te leggen?
→
A
2
B
3
C
4
D
5
E
6
16. Een juwelier maakt een ketting door schakels met elkaar te verbinden. 0,5 mm
... 4 mm Wat is de lengte van een ketting die bestaat uit 5 schakels? A
20 mm
B
18 mm
C
17,5 mm
D
16 mm
E
15 mm
17. Hecto heeft honderd voeten. Hij kocht 16 paar schoenen en deed die aan. Toch loopt hij nu nog op 14 blote voeten. Hoeveel schoenen had hij al aan voor hij ging winkelen? A
27
B
40
C
54
D
70
E
18. Benthe windt een touw rond een stuk hout. In de figuur zie je de voorkant van het stuk hout. Hoe ziet de achterkant er dan uit?
A
B
D
E
C
77
19. Op een ruilmarkt worden goederen geruild volgens bepaalde afspraken. Boer Teun brengt net voldoende kippen mee om naar huis te kunnen met een gans, een kalkoen en een eend. Hoeveel kippen heeft hij bij zich? A
14
15
B
Hoe ruilen? 1 kalkoen ↔ 1 gans en 2 kippen ↔ 4 kippen ↔
16
C
D
17
E
5 eenden 3 eenden 1 gans
18
20. Annemie woont 12 verdiepingen boven Pieter-Jan. Pieter-Jan neemt de trap om bij Annemie op bezoek te gaan. Als hij halfweg is, is hij op de 8ste verdieping. Op welke verdieping woont Annemie? A
12
14
B
16
C
D
20
E
24
E
24
21. Een grote kubus bestaat uit 64 kleine witte kubusjes. Jan schildert 5 zijvlakken van de grote kubus groen. Hoeveel kleine kubusjes hebben er dan 3 groene zijvlakken?
A
4
8
B
16
C
D
20
22. Wat kunnen we vinden door 60 × 60 × 24 × 7 uit te rekenen? A
Het aantal minuten in 7 weken.
B
Het aantal seconden in 7 uren.
C
Het aantal uren in 60 dagen.
D
Het aantal seconden in 1 week.
E
Het aantal minuten in 24 weken.
23. Een vierkant blad papier heeft een grijze bovenzijde en een witte onderzijde. Stefanie knipt vier keer om de gegeven figuur te vouwen. Op welke lijnstukken moet ze knippen?
1
2
8 7
3 4 6
→
5
A
1, 3, 5 en 7
B
2, 4, 6 en 8
D
3, 4, 6 en 7
E
1, 4, 5 en 8
C
2, 3, 5 en 6
24. In de figuur zijn negen gebieden begrensd door ´ e´ en of meer cirkels. Plaats in elk gebied juist ´ e´ en van de getallen van 1 tot 9 zodat de som van de getallen in elk van de cirkels gelijk is aan 11. Welk getal komt er op de plaats van het vraagteken?
?
A
5
B
6
C
7
D
8
E
9