duktie van nieuwe groei en de produktie van bloemen en fruit. Een overproduktie van nieuwe, sappige scheuten zal ten koste gaan van het fruit. Aan de andere kant gaan te veel vruchtknoppen ten koste van nieuwe, gezonde scheuten, waardoor de boom geleidelijk aan verzwakt en slechter fruit gaat opbrengen. Het ideaal is uiteraard een gulden middenweg te vinden. En het bereiken van dit evenwicht is zo belangrijk, dat ik er hier nog wat nader op wil ingaan. Elke plant vormt een energiereserve voor zijn groei; extra energie voor de vorming en ontwikkeling van wortels, takken, bladeren, bloemen en vruchten. Deze energie wordt door de wortels geleverd - die niet alleen de taak hebben de plant te verankeren, maar ook in het grondwater opgeloste voedingsstoffen omhoog voeren en tevens door de bladeren, die verdere voedingsstoffen aanmaken door de lichtenergie met behulp van het bladgroen (chlorofyl) om te zetten volgens het zogenaamde fotosyntheseproces. We kunnen deze energie vergelijken met de energiebron van een auto, een accu, die de stroom levert voor het starten van de motor, het onderhouden van de ontsteking en voor het laten branden van de verlichting e.d. Een plant heeft slechts één doel in het leven en dat is niet ons te plezieren met zijn schoonheid (al heeft de Almachtige ons deze zegening dan gegeven als een erfdeel). Alles dat de plant wil is zich vermeerderen - gewoonlijk door middel van zaden, die in sommige gevallen zijn ingesloten in eetbare vruchten. Zolang de plant nog jong is stopt hij al zijn energie in het uitbreiden van het wortelstelsel en het opbouwen van een ‘geraamte’ van stammen en takken, twijgen en scheuten waarop hij dan bloemen kan produceren en vruchten. Naarmate de plant ouder wordt gaat hij een steeds groter deel van zijn energie in de vorming van bloemen en vruchten stoppen. De groei neemt af, totdat die op een bepaalde leeftijd geheel stopt, waarbij de batterij alle reserves gebruikt voor de vrucht/zaad-produktie. Dat is het normale, natuurlijke patroon, zoals dat ook voor ons zelf geldt. Maar net als bij de mens en bij automobielen, kan er iets fout gaan. Om te beginnen kan een ‘gezonde’ batterij uitgeput raken. De reden 10
Opslag van energie door een plant
te veel bloemen en fruit
te veel nieuwe scheuten
kan dan zijn dat er niet voldoende voeding is of om in plantentermen te spreken, hij verkommert. Daarvoor zijn twee hoofdoorzaken aan te wijzen, (1) gebrek aan voedingsstoffen in de grond, of (2) te weinig licht - waardoor de aanmaak van voedsel in de bladeren terugloopt. De kuur ligt voor de hand: bijmesten of de grond op een andere manier rijker aan voeding maken, en de hoeveelheid licht vergroten (het is te vergelijken met het bijladen van een accu voor een paar uren of de vloeistof in de cellen bijvullen). Er is nog een derde mogelijkheid van achteruitgang van een plant, namelijk te sterk snoeien, waarmee de plant van te veel bladeren wordt beroofd. Snoeien op zich heeft een krachtiger groei tot gevolg, maar terwijl nieuwe scheuten worden gevormd, moet het tekort worden aangevuld door een extra verrijking van de grond. Maar zelfs als de accu van de plant prima in orde is, hoeft alles nog niet goed te gaan. Er kan te veel energie in de vorming van nieuwe scheuten gaan zitten en te weinig in de produktie van bloemen en vruchten - of omgekeerd. De grondoorzaak daarvan is gewoonlijk een onbalans van de voedingsstoffen in de grond - een overmaat stikstof kan de vorming van scheuten afremmen. Het is echter lang niet altijd eenvoudig om een juiste samenstelling te verkrijgen. Dan is het zaak, dat een juiste snoei een belangrijke rol gaat spelen. Laten we aannemen dat er te veel groei is, met niet voldoende vruchten. Zwaar snoeien veroorzaakt, zoals we hebben gezien, een krachtige reactie in termen van groei. Dus niet snoeien, of erg licht. In hardnekkige gevallen kan het nodig zijn onze toevlucht tot andere methoden te nemen - door wortelsnoei of door ringen van de bast (beide methoden worden op blz. 16/17 besproken), of door gras onder de boom te laten groeien om de overmaat stikstof op te nemen. Laten we veronderstellen dat het omgekeerde het geval is: te veel vruchtknoppen, die een massa kleine vruchten produceren, maar onvoldoende gezonde nieuwe scheuten. Er is dan behoefte aan een groeistimulans en dat betekent krachtig snoeien en volop voeding, beide onmiddellijk en voor lange duur. Als groei wordt verlangd moet het accent liggen op stikstof, als vruchten gewenst zijn op kalium. Is 11
Rigoureus toppen kan een boom vernielen
12
de boom tot rust gekomen en voldoende ‘werkzaam’, dan ook heeft hij jaarlijks zowel stikstof als kalium nodig, met fosfaten eens per drie jaren of om het jaar. Als het mogelijk is iedere herfst wat stalmest, waardoor niet alleen de grond lang rijk aan voedsel blijft, maar deze ook structureel verbeterd wordt. U ziet dus dat snoeien steeds hand in hand gaat met bijmesten – om de accu geladen te houden, moet de energiestroom constant zijn en de verhouding van groei en bloesem/vruchten in evenwicht. Nog iets over het beperken van de grootte. De meeste bomen en struiken kunnen tamelijk sterk worden gesnoeid, de een meer dan de ander - om ze binnen de perken te houden. Hegplanten, zoals taxus of liguster, worden jaar na jaar iedere zomer gesnoeid en doen het niettemin goed. Sommige struiken, die op het hout van dat seizoen bloeien, worden vrijwel tot op de grond ingesnoeid, ieder jaar opnieuw, en overleven die behandeling zonder nadelige gevolgen. Een mooie boom echter, die een natuurlijke groei en prachtige vorm heeft, kan worden geruïneerd door het afzagen of kappen van zijn takken. Ook kan een eens prachtige en sierlijke struik een raar en misvormd gedrocht worden als gevolg van verkeerde behandeling met zaag en snoeimes. U kunt dan wel zeggen: ‘0, ik heb maar een kleine tuin - hoe kan ik hem anders binnen de perken houden?’ Mijn antwoord, waarvan u misschien zult schrikken, is dat u beter zo snel mogelijk die mishandelde boom of struik weg kunt doen, dan te proberen hem nog te redden. Het juiste antwoord op ruimteproblemen is uiteraard, dat u van tevoren grondig moet overwegen wat u zult aanschaffen en hoe groot de betreffende aanwinsten kunnen worden. Maar al te veel mensen hebben Atlantische ceders of treurwilgen in hun voortuintje geplant om na een paar eerste jaren, waarin ze een vreugde zijn geweest, al gauw een hinder worden en zelfs een gevaar voor de fundering van het huis. Ik zal zeker niet beweren, dat het niet mogelijk is een boom of struik door snoeien in een gewenst formaat te houden of te krijgen, maar ik wil er toch voor pleiten, dat men de zaak van de andere kant gaat benaderen. Plant alleen waar u ruimte voor heeft.
HOOFDSTUK 2
Het juiste gereedschap en hoe dat te gebruiken Zonder goed gereedschap kan men niet goed snoeien. Altijd moet men goed en scherp gereedschap gebruiken en het juiste instrument voor het juiste karwei. Bot gereedschap zal de plant, de tak of scheut alleen maar kneuzen of breken, en een plek achterlaten die allerlei ziektekiemen en bacteriën de kans geeft hun vernielend werk te doen. Het is overigens ook veel prettiger om met goed scherp gereedschap te werken. Maar al te vaak leest men over ‘het snoeimes’, dat inderdaad het ideale gereedschap is in handen van de vakman, de ervaren tuinier. Die kan er de beste sneden mee maken, maar in de handen van een amateur wordt het een gevaarlijk instrument. Toch heeft u er wel een nodig om sneden die met de zaag zijn gemaakt wat bij te werken of om gebroken en geknakte takken of twijgen te verwijderen. Voor de meeste snoeikarweitjes kan men het beste een goede en solide snoeischaar kopen. Er zijn twee typen snoeischaren - de papegaaiesnavel (die meestal niet zo ‘snavelachtig’ is als ze vroeger waren, maar even goed) en het aambeeld-type, waarbij het snijblad tegen een platvorm bijt, met een geringe rolbeweging. Als u het niet te duur vindt, koop dan van ieder een. Het snaveltype is meer geschikt voor zacht hout en het aambeeld-type beter voor harder hout. Het aambeeld-type heeft nog het voordeel dat men er ook bindtouw gemakkelijk mee doorknipt. Voordat u tot een aankoop van snoeischaren besluit, probeer eerst of ze goed in de hand liggen en of ze opgehangen kunnen worden, en voorzien zijn van een sluiting om ze dicht te houden als ze niet in gebruik zijn. Die sluiting moet men gemakkelijk met de duim los en vast kunnen zetten. Moet u er iets meer voor betalen, koop ze dan toch, u zult er geen spijt van hebben. Vaak geldt voor de aanschaf van
Bijsnijden van een wond met een snoeimes
a.
b. Snoeischaren: a. aambeeldtype, b. snaveltype
13
Snoeischaar met hefboomarmen
Groftandige snoeizaag
Langarmige snoeischaar voor bomen 14
goed gereedschap: goedkoop = duurkoop. Een snoeischaar is het typische stuk tuinmansgereedschap waarop niet mag worden bezuinigd. Een goede snoeischaar moet takken tot ca. 20 mm dikte gemakkelijk kunnen snijden. Probeer dan ook geen dikkere takken ermee te knippen, want dan zult u de schaar zeker ontwrichten. Er zijn speciale snoeischaren voor dikkere takken, zwaarder uitgevoerd en voorzien van lange hefbomen om voldoende kracht te zetten. Gewoonlijk is het echter beter om de dikkere takken met een snoeizaagje te lijf te gaan. Beter schaft men twee verschillende zaagjes aan, een voor zachter en een voor hard hout - de tanden van de eerste staan verder uiteen, voor hard hout zijn ze fijner en staan dichter bij elkaar. Er zijn ook zaagjes met twee zaagkanten, voor beide doeleinden. Ik wil die echter afraden, na er zelf een gebruikt te hebben - de kans bestaat namelijk, dat men met de vrije zaagkant naburige takken beschadigt. Het beste zijn de licht gebogen zaagjes, die voor vrijwel alle werk kunnen worden gebruikt. Voor bijzonder hoge bomen zal men ander gereedschap moeten hebben, wil men niet op een hoge trap of ladder moeten gaan staan om er bij te komen. De ‘afstandsbediening’ van de lange top-snoeischaar met de verlengde handgreep maakt het mogelijk dat karwei vanaf de grond te doen. Een dergelijk instrument zal men uiteraard alleen dienen aan te schaffen als men hoge bomen in de tuin heeft staan. Alle snoeigereedschap moet absoluut schoon worden gehouden om te voorkomen dat ziekten worden overgebracht. De snijbladen moeten met fijn amarilpapier worden gereinigd als dat nodig is en afgeveegd met een vet lapje (zuurvrije vaseline) om roesten tegen te gaan. Van tijd tot tijd zullen ze op een oliesteen moeten worden gewet (de bramen eraf slijpen). Laat dat eventueel door de vakman doen. Voor grote snoeikarweitjes, zoals heggen en grote struiken, is een heggeschaar onontbeerlijk. Kies ook nu weer een goed stuk gereedschap, eventueel een elektrische als u een grote heg heeft. Er zijn tegenwoordig ook op oplaadbare batterijen werkende (dus zonder snoer) heggescharen. Ze besparen veel moeizame arbeid, maar moeten wel zorgvuldig schoongemaakt en onderhouden worden.