Net gestart en te veel gedaan Het aantal starters met een burn-out stijgt // De oorzaak? Hun identiteit is gekoppeld aan presteren // Ze willen uitblinken en overschrijden keer op keer hun eigen grenzen WOENSDAG 16 APRIL 2014
Door Steven Verseput
Femke (28) zit in een Amsterdamse kroeg met een paar vriendinnen. Een vrijdagavond, eind mei 2013. De werkweek afsluiten met een borrel. Onderwerp van gesprek is haar baan bij het Academisch Medisch Centrum (AMC), waar ze arts- assistent op de afdeling gynaecologie en verloskunde is. Haar werkdagen zijn intensief en stressvol. Ze voelt zich slecht: ze zweet, is benauwd en voelt druk op haar borst. Ze verlaat het café en fietst trillend naar huis. Thuis moet ze overgeven. Ze heeft het erg koud en neemt een warme douche. Haar vriend ontraadt haar om de week erop te gaan werken. „Dit moet nu stoppen. Dat zinnetje zat heel de tijd in mijn hoofd”, zegt ze nu. De diagnose is snel gemaakt: ze heeft een burn-out. Femke behoort tot een grote groep jonge starters die zich verliezen in hun werk. Het aantal is groeiende, blijkt uit onderzoek dat TNO vorig jaar deed. Ruim 14 procent van de hoogopgeleide jongeren tot 30 jaar heeft burnoutklachten, onder laagopgeleide jongeren is dit zelfs 17 procent. Jongeren nemen in de statistieken een „enorme spurt”, zei TNO-onderzoeker Irene Houtman een jaar geleden in het tv-programma Spraakmakende Zaken.
Ik wilde alles meteen kunnen Starters hebben een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Ze moeten vechten voor een baan, het jeugdwerkloosheidspercentage van het Centraal Bureau voor de Statistiek ligt al maandenlang rond de 16 procent. Als je dan eenmaal die eerste baan hebt gevonden, geef je er alles voor. De druk is hoog, je bent gekozen uit vele kandidaten. Je wilt jezelf bewijzen, en een vast contract binnenslepen. Teleurstellen in je eerste serieuze baan is geen optie.
Femke was 25 toen ze haar loopbaan begon. Eerst in het Spaarne Ziekenhuis en het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, en sinds vorig jaar in het AMC. Door in meerdere ziekenhuizen te werken kon ze veel ervaring opdoen en haar kansen op een opleidingsplek tot gynaecoloog vergroten. Ze had altijd een heroïsch beeld van het werk als gynaecologe, vertelt ze. Een heldenberoep. „De nachtdiensten leken mij mooi: terwijl de rest van Amsterdam slaapt, ga ik levens van moeders en baby’s redden. Ik legde er veel eer in. Ik wilde belangrijk zijn.”
Presteren = erkenning Maar ze merkt dat ze vaker dan gedacht moeite heeft met de stressvolle situaties die voorkomen in haar werk. Het nemen van beslissingen onder enorme tijdsdruk tijdens de diensten valt haar zwaar, ook ’s nachts. „Je bent beginnend arts, je bent nog onzeker, je baas ligt te slapen, jij runt de tent en er is veel te verliezen: een baby en een moeder. Bel ik de baas nu? Het is drie uur ’s nachts”, zegt ze. En dan berustend: „Je wilt alleen maar het allerbeste doen.” Ze legde de lat hoog voor zichzelf. „Ik vond dat ik alles meteen moest kunnen en mocht geen fouten maken.” Ze vond het fijn om extra tijd te besteden aan haar patiënten en wilde hun verhaal horen. „Maar ik kon die aandacht niet geven, want de pieper ging de hele tijd.” Naast haar reguliere baan moest ze nog een promotieonderzoek doen wat voor veel onrust zorgt. Haar promotor stelde verscherpte deadlines, net op het moment dat ze overstapte naar het AMC. Een ongelukkig moment, want ze had tijd nodig om te wennen aan haar nieuwe baan. Ze kreeg elke week deadlines. „Dat heeft de bom doen barsten.” Het verhaal van Femke klinkt bekend bij Gingermood Coachmatchers. Zij zien steeds vaker jongeren die tegen burn-out of overspannenheid aanzitten. Het coachingsbedrijf koppelt mensen aan een coach om te praten over loopbaankwesties zoals stress op het werk. Een jaar geleden deden ze een onderzoekje: 18 procent van de 243 cliënten die zij op dat moment begeleidden met een burn-out, was jonger dan 33 jaar. „En het lijkt steeds erger te worden. Dat zien we terug in onze aanvragen”, zegt oprichter en directeur Barbara Martens.
Jongeren met een burn-out zijn vaak opgegroeid met het idee dat je pas erkenning krijgt als je presteert, verklaart Martens. „Dat is hun basisgeloof. Hun identiteit is gekoppeld aan presteren.” Ze willen uitblinken bij hun manager, en overschrijden daardoor keer op keer hun eigen grenzen. „Als de baas zegt dat ze vanavond nog een presentatie moeten afmaken, dan doen ze dat.” Alle energiereserves raken op die manier opgebrand. „Het is alleen maar actie, actie, actie. Er is geen rust, geen balans.” De jongeren zitten vaak in een werkomgeving waarin dit wordt aangemoedigd. „Het wordt op prijs gesteld als je om half twaalf ’s avonds nog een e-mail beantwoordt, of als je toch komt werken terwijl je ziek bent. Dat werkethos wordt beloond, die mensen krijgen promotie.” Jongeren hebben nu een veel hoger burn-outrisico dan hun collega’s boven de 35, staat in een rapport uit 2013 van onderzoeksbureau SKB. De mate van psychische vermoeidheid onder werknemers daalde sinds 2000 in alle leeftijdscategorieën, behalve in de groep van 25 tot 34 jaar: lang bleef het gelijk, de laatste drie jaar neemt het toe. De oorzaken van het hogere burnoutrisico liggen volgens het SKB vooral buiten het werk. Dat merkt ook Heleen van Kuijeren, adjunct-directeur bij CSR Centrum voor stressmanagement. „Jongeren gaan mee in de ratrace, ze moeten goed, interessant en ambitieus zijn. En dat willen ze laten zien op Facebook”, zegt ze. „Ze willen een geweldig leven hebben, zowel qua werk als privé. Ze willen alles. Dat gaat niet.” De jongeren plegen roofbouw op hun lichaam, pakken te weinig rust om te herstellen en vallen uiteindelijk om.
Belangrijke lessen geleerd Femke zat tijdens haar burn-out zes weken thuis. Ze was tot weinig meer in staat en raakte al overprikkeld als ze boodschappen ging doen. Heel voorzichtig kwam ze terug op de werkvloer, met goede ondersteuning vanuit het AMC. Afgelopen januari, acht maanden nadat ze instortte, was ze weer volledig inzetbaar. Vorige maand liep haar jaarcontract af, het werd niet verlengd. Ze had zelf al besloten niet verder te gaan als gynaecologe. In augustus begint ze met een Amerikaanse deeltijdopleiding, Integrative Medicine, waarbij
complementaire en reguliere geneeskunde worden samengevoegd en gezondheid en geluk van de patiënt centraal staan. De burn-out is het heftigste wat Femke ooit heeft meegemaakt. Ze heeft twee belangrijke lessen geleerd, zegt ze. Ze moet niet zo hard zijn voor zichzelf. „Het is niet gek dat ik als jonge dokter soms om hulp moet vragen bij anderen.” En ze hoeft niet de heroïsche gynaecologe te worden om tevreden te zijn met zichzelf. „Het is al oké hoe ik ben.” Femke wil liever niet met haar achternaam in de krant in verband met haar carrièreperspectief
Wat is het verschil tussen overspannen en burn-out? Overspannen zijn, een burn-out hebben: je wilt het allebei vermijden. Maar wat is het verschil tussen die twee? In beide situaties kun je klachten hebben als vermoeidheid, lusteloosheid, gepieker en een prikkelbaar, gespannen gevoel. Maar waar overspannenheid na een paar weken rustig aan doen weer verdwijnt, is een burn-out hardnekkiger: het gevoel van uitputting is allesoverheersend en is het resultaat van maanden tot jaren je grenzen stelselmatig overschrijden. Een overspannen gevoel gaat weg als de oorzaak wordt weggenomen, maar bij een burn-out is er soms geen directe relatie met het werk aan te wijzen. Of je wel of niet vatbaar bent voor een burn-out, heeft veel te maken met je persoonlijkheid: ben je idealistisch, plichtsgetrouw, perfectionistisch en heb je veel verantwoordelijkheidsgevoel? Dan zit je in de gevarenzone.
Vijf tips voor jongeren tegen een burn-out 1 Energie is als geld, geef je het uit dan moet je zorgen dat er weer wat binnenkomt. Je kunt tijdelijk rood staan, maar blijf je meer uitgeven dan je hebt, dan kom je in de problemen. Kost je nieuwe baan veel energie, zorg dan voor genoeg hersteltijd buiten het werk. 2 Sporten is goed, maar houd het wel leuk. Je hoeft niet per se te presteren; niet iedereen hoeft de marathon van New York te lopen. Ook sporten kost energie. 3 Maak keuzes en stel prioriteiten, kies voor datgene dat je echt belangrijk vindt en laat de rest ‘vallen’. Oftewel: zeg wat vaker nee. 4 Slapen is herstellen. Zorg dat je lekker kunt slapen, en neem geen tablet, smartphone of laptop in bed. Dat heeft een negatieve invloed op je nachtrust. 5 Niemand kan acht uur geconcentreerd werken; twee uur achter elkaar is al heel veel, neem dus vaker korte pauzes.
Bron: Heleen van Kuijeren, adjunct-directeur bij CSR Centrum voor stressmanagement Uit NRC Next van woensdag 16 april 2014, 1.550 woorden (leestijd ongeveer 6'12) Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.