11. Het dilemma van de stamcel ‘Ik ben zwanger en ik hoorde kort geleden dat je het navelstrengbloed kunt laten bewaren, zodat het later kan worden gebruikt voor stamceltherapie. Ik begreep dat ze dat bloed kunnen inzetten als je kind een ernstige ziekte krijgt. Ik kan moeilijk overzien of dat echt zo is en of er ethische bezwaren aan kleven. Is het verstandig als ik dit laat doen?’ In het afgelopen decennium zijn er bijzondere ontdekkingen gedaan op het vlak van stamcellen. Deze cellen kunnen uitkomst bieden bij ernstige ziektes. Je wilt niet anders dan dit onderzoek toejuichen, maar veel van deze onderzoeken zijn gedaan met hulp van daarvoor gekweekte embryo’s. Een moeilijke spagaat: mag je embryo’s opofferen om levensreddend onderzoek te doen? En is stamceltherapie dan eigenlijk wel verantwoord? De wetenschap heeft de bijzondere wereld van embryo’s voor ons geopend. We weten hoe ze eruitzien, hoe ze zich ontwikkelen, hoe ze van vorm veranderen en nog veel meer. Het verbazingwekkende levensbegin van de mens kan je stil maken. Ook wetenschappers zijn gefascineerd door deze ontwikkeling van het menselijke leven. Vooral stamcellen zijn razend interessant voor onderzoekers. Deze eenvoudige cellen kunnen zich ontwikkelen tot een compleet en gezond mens. Dat biedt ongekende mogelijkheden.
De perfecte cel Meteen na de conceptie bestaat een embryo uitsluitend uit deze stamcellen. Zo’n stamcel is nog een onbeschreven blad, hij kan zich nog alle kanten op vormen. Het zijn de ‘basiscellen’ van de mens. Zodra het embryo is ingenesteld, groeien deze cellen in twee richtingen. De ene helft vormt zich tot het embryo van de mens. De andere helft groeit uit tot de placenta. De cellen van het embryo gaan zich specialiseren tot huidcellen, levercellen, zenuwcellen, bot en meer. Tot voor kort waren wetenschappers vooral aangewezen op embryo’s om stamcellen te onderzoeken en te kweken. Maar sinds kort is daar verandering in gekomen. De Japanse wetenschappers Kazutoshi Takahashi en Shinya Yamanaka hebben in 2006 lichaamscellen van volwassenen terug geprogrammeerd in stamcellen. Deze cellen worden induced Pluripotent Stem Cells (iPSC’s) genoemd. Het voordeel van deze ‘stamcellen’ is dat je ze gemakkelijk kunt verkrijgen en dat ze geen gebruik van embryo’s vragen. In 2012 bleek dat de iPSC’s niet zo ‘blanco’ zijn als embryonale stamcellen en dus minder mogelijkheden hebben. Als wetenschappers erin slagen om ook de zogeheten epigenetische code van deze cellen te veranderen, krijgen deze cellen waarschijnlijk dezelfde mogelijkheden als embryonale stamcellen. 98
en
enleving
isch
els
11. HET DILEMMA VAN DE STAMCEL Meer lezen -
Er zal de komende jaren veel worden geïnvesteerd in verder stamcelonderzoek. Zo is vlakbij Moskou een groot technologiepark verrezen met een universiteit en talloze laboratoria. Een van de geplande onderzoeksinstituten is het Skolkovo Center for Stem Cell Research. Het is een initiatiefAfweging van wetenschappers uit Nederland, Amerika en Rusland. Rusland investeert 50 miljoen dollar in het project. Daarvan gaat 16,6 miljoen naar de Nederlandse deelnemers, waaronder het Hubrecht Instituut voor Ontwikkelingsbiologie en Stamcelonderzoek in Utrecht. De onderzoekers van dit Nederlandse instituut maken gebruik van de iPSCtechniek: ze gebruiken dus stamcellen die gemaakt zijn uit gewone lichaamscellen.
Soorten stamcellen Wetenschappelijk
Stamcellen hebben het vermogen – de potentie – om te veranderen in een ander celtype. We noemen dat proces differentiatie. Afhankelijk van het soort stamcel heeft zo’n cel meer of minder mogelijkheden. Embryonale stamcellen kunnen zich vormen tot een breed scala aan andere cellen: ze zijn totipotent. Daarnaast heb je – in volgorde van afnemende ‘potentie’ Behandeling – de pluripotente, de multipotente en de unipotente stamcel. Waar de pluripotente stamcel zich nog tot allerlei cellen om kan vormen, kan de unipotente zich maar tot één type cel ontwikkelen.
Een ethische doorbraak Pastoraal
‘Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.’ Dat oude gezegde is heel mooi van toepassing op de huidige ontwikkeling in het stamcelonderzoek. Het onderzoek naar stamcellen leunde in eerste instantie op het onethische gebruik van embryo’s. Met de nieuwste ontwikkelingen wordt gelukkig een heel andere weg ingeslagen. In 2012 kreeg de net genoemde Japanse hoogleraar dr. Shinya Yamanaka de Nobelprijs voor de geneeskunde vanwege zijn stamcelonderzoek met volwassen lichaamscellen. De bisschoppenconferentie van de Europese Unie prees de toekenning van de Nobelprijs aan deze arts, en terecht. Zijn methode betekent een keerpunt ten goede in het stamcelonderzoek en het debat daarover. Dr. Yamanaka heeft de ethische bezwaren tegen embryo-onderzoek serieus genomen. ‘Toen ik door de microscoop naar een embryo keek, realiseerde ik me plotseling hoe klein het verschil was tussen dit en mijn dochters’, vertelde de Japanse onderzoeker in 2007 aan de New York Times. De arts zei na de toekenning van de Nobelprijs dat hij blijft doorwerken tot de stamcellen daadwerkelijk kunnen worden ingezet om menselijke patiënten te genezen. Met zijn onderzoek naar iPSC’s heeft Yamanaka de wetenschap geholpen aan een weg die voor iedereen acceptabel is – stamcelonderzoek zónder gebruik van embryo’s. Volgens dr. Christine L. Mummery, hoogleraar ontwikkelingsbiologie aan de Universiteit van Leiden, worden er nu al nauwelijks meer nieuwe embryo’s gebruikt in het stamcelonderzoek. Aan het onderzoek van Yamanaka zit wel een scherp ethisch randje. De Japanner had zijn onderzoek niet goed kunnen doen zonder de kennis 99
enleving
DEEL 2 BIJ HET BEGIN VAN HET LEVEN
Afweging
die eerder is opgedaan met stamcelonderzoek met menselijke embryo’s. Is het dan niet een beetje hypocriet dat tegenstanders van embryonaal onderzoek zo enthousiast zijn over zijn bevindingen? Nee, toch niet. Eenmaal bestaande kennis kun je nu eenmaal niet negeren. En als je die kennis toepast zonder een directe relatie met het oorspronkelijke kwaad, is dat moreel goed te verantwoorden.
isch
Stamcellen uit de darmen Wetenschappelijk
De Nederlandse stamcelbioloog Hans Clevers heeft de laatste jaren opzien gebaard met zijn onderzoeken. Aan de lopende band plaatst hij wetenschappelijke vondsten in hoog genoteerde bladen zoals Science en Nature. Zijn instrument: stamcellen uit het volwassen lichaam. Clevers ontdekte in 2007 de darmstamcel. Daarna vond hij in acht organen vergelijkbare stamcellen: de Behandeling dunne en de dikke darm, de maag, de huid, de lever, de alvleesklier, de nier en de hersenen. Met deze stamcellen kan Clevers intussen zieke muizen genezen. De recent ontdekte groeiversneller R-spondin zorgt ervoor dat de stamcellen zich snel kunnen delen, zodat er ook altijd genoeg weefsel voorhanden is.
els
Pastoraal
Genezing uit de navelstreng Er zijn meer ontwikkelingen rond stamcelonderzoek die belangrijk zijn om te noemen. De eerste is de ontdekking – rond 2000 – dat navelstrengbloed rijk is aan stamcellen. Naast beenmerg is dit bloed een bron van pluripotente stamcellen: stamcellen met heel veel mogelijkheden. Als je dit bloed invriest, kun je het op z’n minst nog vijftien jaar gebruiken. In theorie zou je deze cellen kunnen gebruiken als je kindje later bijvoorbeeld kanker krijgt. Een voordeel is dat de stamcellen dan direct beschikbaar zijn en dat ze in principe niet worden afgestoten. Navelstrengbloed wordt in Nederland op twee manieren opgeslagen: via de publieke navelstrengbloedbank en via commerciële opslag. Bij de publieke navelstrengbloedbank wordt het bloed anoniem gedoneerd. Het is dan niet beschikbaar voor eigen gebruik, wel voor algemeen gebruik. Bij commerciële opslag kunnen mensen er zelf voor kiezen om het navelstrengbloed van hun kinderen te bewaren. In 2005 werden twee andere belangrijke ontdekkingen gedaan. Prof. dr. Colin McGuckin van de Kingston Universiteit in Londen ontdekte in dat jaar een uniek celtype in het navelstrengbloed. Hij vond een cel met eigenschappen van een lichaamsstamcel én van een embryonale stamcel. Toch kwam deze cel niet uit het embryo zelf. In datzelfde jaar ontdekten wetenschappers uit Singapore dat navelstrengweefsel ook rijk is aan epitheliale en mesenchymale stamcellen. Deze cellen kunnen bijna elk menselijk weefsel vormen. Omdat navelstrengen in feite medisch afval zijn, kan dit materiaal moreel gezien vrij worden gebruikt. De casus van het Spaanse meisje Alba laat zien wat deze ontwikkelingen voor de geneeskunde aan mogelijkheden bieden. Het meisje – geboren in 2007 – herstelde in 2011 van een kwaadaardige hersentumor. Ze werd behandeld met cellen uit haar eigen navelstreng. Zonder deze cellen zou ze zijn overleden. 100
en
enleving
isch
els
leving
ch
11. HET DILEMMA VAN DE STAMCEL
Een ander even recent voorbeeld meldt Bobby Schindler in LifeNews. com. Dat betreft de behandeling van een comateus kind (PVS) ten gevolge van een hartstilstand. Artsen hebben in de aderen stamcellen ingespoten uit navelstrengbloed. Binnen enkele maanden kon hij praten en lopen. In de gangbare diagnostiek zou hij zijn afgeschreven. We moeten hier dus voorzichtiger worden. Mensen behandelen met stamcellen uit hun eigen lichaam. In het Schotse Glasgow is een van de eerste proeven gedaan die mogelijk goede Meer lezen resultaten oplevert, zo bleek medio 2013. Negen patiënten waren meer dan een half jaar tevoren getroffen door een beroerte. De stamcellen zijn geïnjecteerd in de beschadigde delen van de hersenen. Sommigen van hen waren jaren verlamd en kunnen nu hun vingers weer bewegen. Anderen konden weer zelfstandig door hun huis lopen. Er is meer onderzoek nodig, maar ‘het zou vreemd zijn als het allemaal een kwestie van toeval en placebo-effecten is ’, aldus prof. dr. Keith Muir. Afweging De techniek biedt hoop op genezing bij ziektes zoals kanker, Alzheimer en Parkinson. Is het opslaan van je eigen navelstrengbloed of navelstrengweefsel daarmee het ei van Columbus? Dat is maar zeer de vraag. Het op commerciële basis opslaan van stamcellen uit navelstrengweefsel is in ieder geval duur. En het blijkt ook niet meteen heel zinvol om navelstrengbloed van je baby op te slaan. De kans dat je dit bloed echt nodig zult hebben, isWetenschappelijk 1 op 10.000 tot 1 op 200.000 keer. Het gebruik van ‘eigen’ bloedstamcellen is ook lang niet altijd de oplossing. Bij erfelijke bloedziektes of stofwisselingsziektes bijvoorbeeld zit de ziekte in je eigen genen. Als je dan met eigen stamcellen wordt behandeld, houd je de ziekte in stand (omdat de stamcellen de genetische fout ook bevatten). In zo’n geval zou je dus alsnog gebruik moeten maken van donorcellen. Behandeling Het gebruik en de mogelijkheden van stamcellen staan overigens nog in de kinderschoenen. Toch gaat de medische wetenschap ervan uit dat steeds meer met behulp van stamceltherapie kunnen Meeraandoeningen lezen worden behandeld. ‘Ik heb kanker. De arts heeft me nu een nieuwe therapie voorgePastoraal steld. Daarbij krijg ik medicijnen die zijn gemaakt met behulp van genetisch veranderde stamcellen. Kan ik daarvan gebruikmaken? Dit hoofdstuk roept een aantal vragen op rond het gebruik van Afweging stamcellen. Allereerst natuurlijk: wat is een christelijke visie op onderzoek rond stamcellen? Maar de tweede vraag komt dichterbij: wat als ik ziek word, is stamceltherapie dan een optie? Bij het nadenken over deze vragen zijn de drie ethische benaderingen uit hoofdstuk 5 een goed hulpmiddel. Vanuit de plichtethiek kijk je vooral naar de handeling op zichzelf. Is er bij deze vorm van onderzoek sprake van een correct en ethisch verantwoord handelen? Het is al eerder genoemd: voor christenen speelt hier de zorgWetenschappelijk plicht voor het ongeboren leven mee. Het levende embryo herbergt vanaf 101
DEEL 2 BIJ HET BEGIN VAN HET LEVEN
het prille begin een compleet mens en moet worden gezien als levende mens. Vanuit dat perspectief is het gebruik van embryo’s om stamcellen te oogsten ethisch onaanvaardbaar. Dat geldt nog sterker als deze embryo’s speciaal worden gekweekt voor onderzoek. Dit is een onbegaanbare weg. Vanuit de plichtethiek kun je geslachtscellen ook niet zomaar voor onderzoek gebruiken zonder toestemming van een donor: je hebt de plicht om zorgvuldig met dit materiaal om te gaan. Intussen neemt de druk op vrouwen wel toe om eicellen tegen betaling te doneren. In de VS krijgen jonge – liefst mooie en intelligente – vrouwen duizenden dollars aangeboden. Hoe ‘vrij’ ben je dan nog bij het geven van toestemming voor ‘donatie’ van eicellen? Zal dit niet leiden tot uitbuiting van vooral arme vrouwen? Bij volwassen stamcellen ligt dat heel anders. In principe vind je die in het gedifferentieerde weefsel van een volwassen persoon. Deze cellen hebben niet de morele last van het menselijke embryo. Ze zijn in zichzelf bruikbaar – al dan niet met voorbehandeling – zonder dat het leven van de donor hierdoor gevaar loopt. Met toestemming van de donor kun je ze ethisch correct gebruiken. De tweede manier van kijken is vanuit de doelethiek: is het doel van de handeling goed? Het doel van stamcelonderzoek is in ieder geval het verbeteren van de geneeskundige zorg. Zo’n doel is ook vanuit christelijk perspectief uiteraard ethisch verantwoord. Christenen willen goed doen, het leven bevorderen, mensen in nood helpen (Romeinen 12: 9-21). Maar in de christelijke ethiek hangen de plicht en het doel samen. Goede doelen – zoals genezing – rechtvaardigen niet elk middel. Met de inzet van embryonale stamcellen ga je over een grens. Met de inzet van volwassen stamcellen zit je op een goede weg. In de deugdenethiek gaat het om het ‘deugdzaam’ handelen van de betrokken personen. Vanuit deze benadering is het uitstekend als je nieuwe technieken ontwikkelt om patiënten te behandelen. Daarmee laat je zien dat je betrokken bent bij zieke mensen. Stamceltherapie bij kanker is daar een goed voorbeeld van – zoals in het voorbeeld van het Spaanse meisje Alba (met stamcellen uit navelstrengbloed). Het is een medische therapie die ook gebaseerd kan zijn op het gebruik van volwassen stamcellen. Dergelijke therapieën zijn ook goed bruikbaar bij de behandeling van bijvoorbeeld leukemie en de ziekte van Kahler. Een ander voorbeeld is het herstellen van weefsels die zijn beschadigd door bestraling. Kankerpatiënten worden bestraald om delende kankercellen te vernietigen. Maar daarbij beschadig je ook delende cellen van gezond weefsel. Stralingsbioloog prof. dr. Rob Coppes (geb. 1960) vroeg zich af of je dat weefsel kunt herstellen door middel van stamceltherapie. Hij deed specifiek onderzoek rond hoofd- en halskanker. Door bestraling kunnen de speekselklieren en mondslijmvliezen van patiënten met deze vorm van kanker beschadigen. Met stamceltherapie blijkt het mogelijk om deze klieren bij muizen deels of soms zelfs volledig te herstellen. De toepassing bij mensen wordt onderzocht. Je kunt ook denken aan stamceltherapie voor mensen met de ziekte van Pompe of aanverwante ziektes – de zogenoemde stapelingsziektes. Op dit moment bestaat er nog geen genezing voor de ziekte van Pompe. Maar 102
en
enleving
isch
n els
enleving
11. HET DILEMMA VAN DE STAMCEL
Lezen
Meer lezen
de vooruitgang in de ontwikkeling van enzymvervangende therapie en gentherapie wekt de hoop dat een effectieve therapie snel beschikbaar zal zijn. Gentherapie is ook een uitkomst voor de overheid, die worstelt met de financiering van de peperdure medicijnen voor deze ziektes. Deze therapie is veel goedkoper én eenmalig, want na de therapie is de patiënt in principe genezen. Met deze behandelingsmethodes kun je recht doen aan de deugd van de Samenleving Afwegingcellen ingezet. Maar eerbied voor het leven: er worden geen embryonale ook de deugd prudentia verdient aandacht: wijsheid, bescheidenheid, realisme, respect. Respect voor de mens als geschapen naar Gods beeld. Dat betekent ook respect voor het prille begin van de mens. En als het om het gebruik van stamcellen gaat: bescheidenheid, omdat we nog heel beperkt zijn in onze kennis over de inzet van stamcellen in ons lichaam.
Medisch Een 56-jarige
Een nieuwe neus
Britse man verloor zijn neus door huidkanker. Wetenschappelijk Maar sinds begin 2013 groeide er een nieuwe neus op zijn arm. De neus begon met een mal van glas, overtrokken met een polymeerlaag. In een bioreactor werden stamcellen aangemaakt op dezelezen laag. Deze cellen kwamen uit het beenmerg van de paMeer tiënt. Tegelijkertijd werd de huid op zijn arm stukje bij beetje opgerekt met een ballon. Zo kon de mal na een paar weken Behandeling onder de huid worden geplaatst. Hij blijft drie maanden op de arm zitten, zodat er bloedvaten in het weefsel kunnen ontstaan. Bijbels Daarna vindt transplantatie naar het gezicht plaats. Het is nog een lastige klus om de kleine bloedvaten in de nieuw gevormde neus te verbinden met de bloedvaten in het gezicht. Maar als datAfweging arts Alex Seifalian lukt, is dit het eerste orgaan dat op deze Pastoraal manier is gemaakt.
Tot slot: het dilemma blijft Stamcelonderzoek biedt hoop voor de toekomst, maar op dit moment is het nog geen ‘schone’ wetenschap. Tegen embryonaal stamcelonderzoek bestaan ernstige ethische bezwaren. Die bezwaren wegen zwaarder dan de potentiële voordelen van het onderzoek. Het tegenovergestelde geldt voor onderzoek met ‘volwassen’ stamcellen en voor Wetenschappelijk stamcellen uit navelstrengbloed. Dat onderzoek valt vanuit een christelijk-ethische visie juist uitstekend te verdedigen. Stamcelonderzoek biedt prachtige kansen, maar binnen het kader van ethische grenzen. Er wordt veel verwacht van de ontwikkelingen rond navelstrengbloed en iPSC’s, zeker als je de zogenoemde epigenetische code van deze stamcellen kunt veranderen.
Behandeling De brochure Meer lezen ‘Liefde voor embryo’s en stamcellen’ (zie literatuurlijst) geeft een- verdere uitwerking van dit thema.
Meer vragen?
Pastoraal Hebt u persoonlijke vragen over bijvoorbeeld anticonceptie, abortus of ivf? Bel dan met de medewerkers van de NPV tijdens Afweging
103
DEEL 2 BIJ HET BEGIN VAN HET LEVEN
de spreekuren Individuele Belangenbehartiging: tel. (0318) 54 78 88. Of kijk op www.npvzorg.nl.
24-uurs hulplijn Hebt u een dringende vraag over bijvoorbeeld de verwachting van een (ernstig) gehandicapt kindje of zit u met een dilemma rond het al of niet behandelen van een gehandicapt kindje? Dan kunt u zeven dagen per week dag en nacht contact opnemen met het NPV-Consultatiepunt: tel. (0318) 54 78 78. Professionals die werkzaam zijn (geweest) in de gezondheidszorg zitten klaar om vragen te beantwoorden. De NPV kan ook doorverwijzen naar instanties die hulp verlenen rond abortus provocatus.
n
enleving
sch
els
Meer lezen
Meer lezen?-
Algemeen Bezinning op het levensbegin – Verzamelde opstellen van Henk Jochemsen T.A. Boer (red.) | Buijten & Schipperheijn (Amsterdam, 2009) Deel 17 van de Lindeboomreeks, over vragen en keuzes rond het begin van het leven. Afweging Christelijke oriëntatie in medisch-ethische onderwerpen B.S. Cusveller, N.A. de Ridder e.a.| Buijten & Schipperheijn (Amsterdam, 2003) Deel 13 van de Lindeboomreeks, over medisch-ethische dilemma’s rond onder meer anticonceptie, abortus en stamcelonderzoek. Instructie Donum vitae – Over de eerbied voor het beginnend menselijk leven en de waardigheid van de voortplanting Wetenschappelijk J. Ratzinger, A. Bovone | te downloaden op www.medische-ethiek.nl (1987) Publicatie van de congregatie over de status van het embryo. In Statu Nascendi – De beschermwaardigheid van het menselijk embryo vanuit het gezichtspunt van de christelijke ethiek E. Schroten | Rijksuniversiteit Utrecht (1988) Behandeling Oratie bij de aanvaarding van de leerstoel christelijke ethiek. Pril leven – Vragen en dilemma’s R. Seldenrijk | De Groot Goudriaan (Kampen, 1993) Ethische en theologische kwesties rond de zwangerschap.
Pastoraal
Het embryo – Iets of iemand E. Sgreccia, W.J. Eijk e.a. | te downloaden op www.medische-ethiek.nl (1997) Katholieke schrijvers over de status van het embryo.
Over anticonceptie Verantwoorde gezinsvorming G. van Bruggen, L.W. de Graaff | De Vuurbaak (Barneveld, 1983) Deze bundel gaat in op ethische en praktische vragen rond gezinsvorming.
104
Seksualiteit en huwelijk J. Douma | De Groot Goudriaan (Kampen, 1993) Bezinning op huwelijk en seksualiteit in christelijk perspectief. Natuurlijk en zeker – Natuurlijke geboorteregeling, een leidraad P. Frank e.a. | Jongbloed (Heerenveen, 2003) Handboek voor geboorteregeling op basis van de natuurlijke cyclus van de vrouw.
Over voorplantingsgeneeskunde en de kinderwens Het gaat nooit over – Over de verwerking van ongewenste kinderloosheid A.B.F. Hoek-van Kooten, A. de Jong-Kalkman e.a. | Uitgeverij Boekencentrum (Zoetermeer, 2006) Over de verwerking van ongewenste kinderloosheid. Kunstmatige voortplanting en de status van het embryo R. Rolland, M. Christiaens e.a. | Gooi en Sticht (Hilversum, 1988) Uitgave van het Katholiek Studiecentrum over voortplantingsgeneeskunde. Reageerbuisbevruchting verantwoord? W.G.M. Witkam, W.H. Velema e.a. | Buijten & Schipperheijn (Amsterdam, 1991) Deel 2 van de Lindeboomreeks, over ivf.
Over abortus Vroegchristelijke denkers en hedendaagse morele zorgdilemma’s T.A. Boer, A.S. Groenewoud | ZonMw (’s-Gravenhage, 2012) In deze publicatie komen een aantal denkers uit de eerste eeuwen na Christus uitgebreid aan het woord over thema’s uit de gezondheidszorg. Schreeuw uit de baarmoeder – Hoe ons land met abortus de dood tot vriend maakte L.P. Dorenbos | Stichting Schreeuw om leven (Hilversum, 2012) Bezinning op de abortuspraktijk in Nederland. Mijn kind is bij God J. Hayford | Gideon (Hoornaar, 1992) Pastorale publicatie over het omgaan met verlies van ongeboren kinderen door abortus, miskraam of overlijden. Ongepland A. Johnson | De Banier (Apeldoorn, 2012) Het biografische verhaal van Abby Johnson, voormalig directrice van een abortuskliniek. Psychosociale gevolgen van abortus – Een overzicht van de literatuur M. van Kooten, W. van Berlo e.a. | Rutgers Nisso Groep – Eburon (Delft, 2003) Een uitgebreid overzicht van de resultaten van internationaal onderzoek naar de gevolgen van abortus.
105
DEEL 2 BIJ HET BEGIN VAN HET LEVEN
Psychische problematiek bij vrouwen na abortus provocatus en de rol van de huisarts T.W. van Laar-Jochemsen, Ch. Zijp-Zuidema e.a. | Lindeboom Instituut (Ede, 2006) Wetenschappelijk rapport van het Prof dr. G.A. Lindeboom Instituut. Nooit meer hetzelfde – Leven na een abortus M. Oosterhoff | Stichting Schreeuw om leven (Hilversum, 2003) Vrouwen en mannen vertellen over hun ervaringen met een abortus.
Over prenatale diagnostiek Vragen over erfelijkheid J.J.P. van de Kamp, J.J. Cassiman e.a. (red.) | Kosmos (Utrecht, 1997) Diverse vragen over erfelijkheid, zoals: Bestaat er een gen voor intelligentie? Wat is een genenpaspoort? Erfelijkheidsonderzoek, prenatale diagnostiek en abortus provocatus in hun onderlinge samenhang Werkgroep Biowetenschappen van het Katholiek Studiecentrum | Gooi en Sticht (Hilversum, 1986) Wetenschappelijk rapport over diverse medisch-ethische thema’s rond de voortplantingsgeneeskunde.
Over stamcelonderzoek Liefde voor embryo’s en stamcellen R. Seldenrijk, H. Jochemsen e.a. | Platform Zorg voor Leven (Veenendaal, 2006) Brochure over de ethische dilemma’s rond stamcelonderzoek, te bestellen via www.npvzorg.nl. Stamcellen – Het geneesmiddel van de toekomst? A.A. Teeuw | SGPJ (Den Haag, 2005) Infoschets nr. 28 van SGP-jongeren over stamcelonderzoek, te bestellen via www.sgpj.nl. De foetus als donor E.J. Westerman, T. van Laar e.a. | Amsterdam (Buijten & Schipperheijn, 1995) Deel 7 van de Lindeboomreeks, over onderzoek met embryonaal weefsel.
106