Jaarstukken 2014
1
INHOUDSOPGAVE
Pagina 1
SAMENVATTING 1.1 1.2
2
Financieel resultaat 2014 Financiële positie
3 7
PROGRAMMA’S Programma 1. Algemeen bestuur Programma 2. Openbare orde en veiligheid Programma 3. Verkeer en vervoer Programma 4. Economische zaken Programma 5. Onderwijs Programma 6. Kunst en cultuur Programma 7. Sport en recreatie Programma 8. Zorg en welzijn Programma 9. Werk en inkomen Programma 10. Natuur en milieu Programma 11. Ruimtelijke inrichting Programma 12. Volkshuisvesting Algemene uitgaven en dekkingsmiddelen
3
PARAGRAFEN 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
4
Lokale heffingen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
66 76 88 93 97 100 109
JAARREKENING 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
5
Programmarekening Toelichting op de programmarekening Balans per 31 december 2014 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans Sisa bijlage
113 114 119 121 124 145
OVERZICHTEN 5.1 5.2
6
9 15 19 23 25 29 32 35 44 49 55 59 62
Lijst met afkortingen Overzicht onderwerpen coalitieprogramma
151 154
CONTROLEVERKLARING
157
2
1. SAMENVATTING In dit hoofdstuk wordt een samenvatting gegeven van het financiële resultaat en de financiële positie per 31 december 2014. In de paragraaf financieel resultaat 2014 wordt het exploitatieresultaat over 2014 gepresenteerd en op hoofdlijnen toegelicht. Op de financiële positie wordt in paragraaf 1.2 ingegaan en dan met name op de ontwikkeling van de reserves (het eigen vermogen).
1.1 Financieel resultaat 2014 Het financiële resultaat is het saldo van de verschillen tussen de begroting na wijziging (als gevolg van besluiten in de raad om de begroting aan te passen) en de jaarrekening. De programmarekening sluit met een voordelig saldo van € 3.469.055. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: Opbouw resultaat jaarrekening 2014 Totaal van de lasten Totaal van de baten Toevoeging aan reserves Onttrekking aan reserves
€ 68.826.533 € 69.858.165 € 1.031.632 resultaat voor inzet van reserves € 19.343.018 € 21.780.442 € 3.469.055 resultaat na inzet van reserves
Een positief resultaat van € 3.469.055 is fors, maar was voor een zeer groot deel al bij de tweede Bestuursrapportage 2014 voorzien. Wij hebben toen melding gemaakt van een te verwachten positief resultaat van circa € 2,1 miljoen en dit resultaat zit nu verweven in het totale resultaat over 2014 dat wij hierbij presenteren. Het uiteindelijke resultaat over het jaar 2014 ligt dus ongeveer € 1,4 miljoen hoger dan de verwachtingen bij de tweede bestuursrapportage. In 2014 is er sprake van forse stortingen en onttrekkingen aan reserves. Deze zijn het gevolg van de bestemming van het resultaat over 2013 alsmede de herijking van de bestemmingsreserves, en zijn dus vooral van incidentele aard. In dit resultaat zitten de nodige incidentele baten en lasten voor het jaar 2014 (zie het overzicht in paragraaf 4.2.1). Als we die bedragen (exclusief de mutaties van de reserves) buiten beschouwing laten, dan kunnen we concluderen dat het resultaat uit de normale bedrijfsvoering voor 2014 uitkomt op een positief resultaat van circa € 1.370.000. Dit positieve resultaat is voornamelijk het gevolg van de gunstigere algemene uitkering en het feit, dat wij reeds besparingen hebben weten te realiseren op activiteiten waarop wij in 2015 fors gekort worden door het Rijk. Het resultaat is daarmee in lijn met de koers die we hebben uitgezet. Het financiële beleid is er namelijk op gericht om een structureel evenwicht te krijgen en te behouden tussen de jaarlijkse kosten en opbrengsten, waarbij we niet afhankelijk zijn van de inzet van reserves. Ook voor de komende bezuinigingen van het Rijk die ons gaan raken, is het goed geweest om tijdig maatregelen te treffen, zodat de financiële gevolgen in 2015 en volgende jaren ook daadwerkelijk worden opgevangen. Het resultaat over 2014 laat zien dat we op dit punt een goede lijn te pakken hebben. Een toelichting per programma is terug te vinden in de Programmaverantwoording (hoofdstuk 2).
3
Resultaat op hoofdlijnen Hieronder volgt een toelichting op hoofdlijnen op basis waarvan het totale resultaat tot stand is gekomen. Oorzaak
Programma
Voordeel
Nadeel
Dotatie wachtgeldvoorzieningen en pensioenen
1
€ 145.000
Vergoeding waterschade
1
€ 52.000
Kosten/opbrengsten parkeren
3
Vrijval voorziening onderwijshuisvesting
5
€ 700.000
Onderwijsachterstandenbeleid
5
€ 57.000
Afwikkeling overdracht zwembad
7
€ 835.000
Individuele voorzieningen
8
€ 750.000
Gezondheidszorg en sociaal-cultureel werk
8
€ 495.000
Bijstand
9
Vergoeding taakuitvoering voor Naarden en Muiden
9
€ 240.000
Minimabeleid en bijzondere bijstand
9
€ 240.000
Vrijval ISV Bodem
10
€ 490.000
BTW rioleringsprojecten
10
Algemene uitkering gemeentefonds
13
€ 598.000
Organisatiekosten en overhead
13
€ 240.000
Minder inzet van de Algemene reserve
13
€ 950.000
Afschrijvingslasten openbare verlichting
3
€ 487.000
Afschrijvingslasten verkeersregelinstallaties
3
€ 52.000
Afschrijvingslasten straatmeubilair
3
€ 24.000
Afschrijvingslasten speelvoorzieningen
7
€ 60.000
Afschrijvingslasten groenvoorzieningen
10
Reserve afschrijving investeringen maatschappelijk nut
13
€ 280.000
Suppleties belastingdienst
13
€ 369.000
Overige verschillen diverse programma's
€ 200.000
€ 340.000
€ 269.000
€ 56.000
€ 249.000
Totalen:
€ 5.824.000
Saldo van de voor- en nadelen
€ 3.469.000
4
€ 2.354.000
Dotatie voorziening wachtgeld en pensioenen Eind 2014 is een actualisatie van de berekening naar toekomstige verplichtingen van voormalig personeel en voormalig wethouders uitgevoerd. Teneinde te kunnen voldoen aan toekomstige verplichtingen moest een bedrag van € 180.000 bijgestort worden in de voorziening. Bij de tweede bestuursrapportage werd deze storting nog ingeschat op € 325.000. Vergoeding waterschade Voor de waterschade bij het gemeentehuis en andere locaties hebben wij een vergoeding ontvangen ter dekking van gemaakte kosten. In verband met mogelijke aanpassingen aan deze gebouwen is een deel van deze vergoeding nog niet besteed en valt daarmee vrij in het resultaat. Kosten/opbrengsten parkeren Het resultaat van de parkeerexploitatie is in principe neutraal omdat voor- en nadelen worden afgewenteld op de egalisatiereserve. Door de hogere subsidie van € 461.000 aan de Parkeer b.v. voor het afwaarderen van de parkeergarage Gewest is deze reserve niet meer toereikend om het volledige verlies in de exploitatie 2014 te dekken en daarom komt een deel van het verlies (€ 200.000) ten laste van het resultaat. Vrijval voorziening onderwijshuisvesting Door de wijziging in de bevoegdheden van de gemeenten en de schoolbesturen ten aanzien van het onderhoud aan schoolgebouwen, is het niet langer noodzakelijk om de voorziening voor het onderhoud aan schoolgebouwen aan te houden. Dit geeft een incidentele vrijval in de rekening 2014. Onderwijsachterstandenbeleid In de begroting is een budget op basis van de rijksbijdrage en een gemeentelijk deel beschikbaar. Ten opzichte van deze middelen blijft een bedrag van € 57.000 over. Tot en met de rekening 2012 zijn deze overschotten direct aan de bestemmingsreserve toegevoegd. De raad moet nog een besluit nemen (bij de bestemming van het resultaat ) of ook nu het niet bestede deel aan de bestemmingsreserve moet worden toegevoegd. Afwikkeling overdracht zwembad De nadere afspraken rond de exploitatie van het zwembad zijn in 2014 geconcretiseerd, hetgeen qua financiële afwikkeling voor de gemeente een incidenteel voordeel van € 835.000 heeft opgeleverd. Dit voordeel wordt veroorzaakt door de afrekening van subsidies voorgaande jaren, onderhoudskosten en overeengekomen huurvergoedingen. Bij de tweede bestuursrapportage was daar al grotendeels rekening mee gehouden. Individuele voorzieningen Vanaf 2013 wordt op een andere manier gewerkt met de uitvoering en verstrekking van de individuele voorzieningen (de zogenaamde ‘Kanteling’). Dit gaat vergezeld van een behoorlijke reductie op de totale kosten van verstrekkingen, hetgeen ook noodzakelijk is om een bezuiniging van het Rijk, die in 2015 ingaat, te kunnen realiseren. De besparing 2014 komt uit op € 750.000 ten opzichte van de beschikbare budgetten. Gezondheidszorg en Sociaal-cultureel en maatschappelijk werk Doordat alle aandacht in 2014 gericht was op de voorbereiding en inrichting van de taken voor de uitvoering van het Sociaal domein, zijn er op deze onderdelen budgetten overgebleven. Dit heeft te maken met het kunnen combineren van activiteiten en het verkrijgen van minder aanvragen. Bijstand De hogere bijstandskosten door de toename van het aantal cliënten, alsmede de lagere rijksbijdrage worden deels gecompenseerd door een incidentele terugontvangst van verstrekte bedrijfskredieten, maar per saldo is er sprake van een nadeel. Vergoeding taakuitvoering Naarden en Muiden In 2014 heeft er een uitbreiding van de personele bezetting plaatsgevonden in verband met de grote drukte bij Sociale Zaken. Voor deze uitbreidingskosten is een bijdrage van de deelnemende gemeenten Naarden en Muiden ontvangen, welke nog niet in de begroting was meegenomen.
5
Minimabeleid en bijzondere bijstand Ondanks veel publiciteit en campagnes zijn deze budgetten niet tot volledige besteding gekomen en vallen daarmee vrij in het resultaat. Vrijval ISV Bodem Conform het ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing (ISV III, periode 2010-2014) zijn in de afgelopen jaren diverse uitgaven gedaan in het kader van bodemsaneringen, bodeminformatiesystemen en dergelijke. De hiervoor ontvangen provinciale subsidie was echter nog niet verwerkt in de exploitatie en leidt nu in 2014 tot een incidenteel voordeel van € 490.000. BTW rioleringsprojecten De BTW-component (over de exploitatielasten en de investeringen) wordt meegenomen bij de bepaling van de kostendekkendheid van de rioolheffing. De BTW is als last niet zichtbaar in de exploitatie. Het lagere niveau van investering in 2014 (ten opzichte van de raming), onder andere als gevolg van aanbestedingsvoordelen, en dus de lagere BTW leidt nu tot een nadeel in de exploitatie. Algemene uitkering gemeentefonds Door een hoger accres en door herschikking bij de verdeling van het gemeentefonds hebben wij een structureel hogere uitkering verkregen. Bij de tweede bestuursrapportage is daar al melding van gemaakt. Organisatiekosten en overhead Bij het totaal van de organisatiekosten en de daaraan verbonden overhead is een fors voordeel ontstaan. Dit voordeel zit vooral in lagere kosten van ICT en automatisering, alsmede huisvestingkosten. Deze budgetten zijn voor een deel – in verband met de komende fusie – niet meer volledig besteed. De budgetten voor personeel en inhuur zijn in totaliteit overeenkomstig begroting. Minder inzet algemene reserve Bij het vaststellen van de begroting of een wijziging is er soms sprake van een (tijdelijk) gebrek aan dekking in de exploitatie. Dan wordt veelal een beroep gedaan op de algemene reserve. Uiteindelijk blijkt bij de jaarrekening of deze inzet nodig is of dat door onderuitputting sprake is van incidentele voordelen dan wel van dekking. Om die reden is een geraamde onttrekking aan de algemene reserve van € 950.000 niet noodzakelijk gebleken. BTW Suppletie In 2014 is onderzoek gedaan naar de juistheid van de afwikkeling van de BTW en het BTW compensatiefonds over de jaren 2009 tot en met 2014. Dat heeft geresulteerd in extra terug ontvangsten en aanvullende betalingen. Met dit onderzoek waren ook incidentele kosten gemoeid. Diverse afschrijvingslasten/Inzet reserve afschrijving investeringen maatschappelijk nut Bij de vaststelling van het activabeleid is als uitgangspunt gekozen om investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zo veel mogelijk direct ten laste van de exploitatie te brengen en dus niet te activeren. Door de afwikkeling van een aantal (deel)projecten zijn zodoende investeringen opgekomen die meteen zijn afgeschreven. Deze afwikkeling lag hoger dan was voorzien bij de tweede bestuursrapportage. Het merendeel van deze extra afschrijvingslasten kan worden afgedekt door een onttrekking aan de reserve die daarvoor – bij de vaststelling van het activabeleid – is ingesteld.
6
1.2 Financiële positie In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de ontwikkeling van het eigen vermogen. Het eigen vermogen van de gemeente bestaat uit de algemene reserve, het rekeningresultaat en de bestemmingsreserves. Het is geen pot met geld, die we op de bank hebben staan, want deze middelen zijn al ingezet om investeringen te financieren. De algemene reserve en de bestemmingsreserves hebben als doel om specifiek gemeentelijk beleid te bekostigen en dienen ook als buffer om eventuele onverwachte tegenvallers op te vangen. In 2014 hebt u een notitie “Herijking bestemmingsreserves” vastgesteld en dat heeft geleid tot een opschoning van het aantal bestemmingsreserves en een versterking van de algemene reserve. Dit heeft geleid tot veel mutaties, maar het inzicht in de beschikbare vermogenspositie – vooral via de algemene reserve – is daarmee sterk verbeterd. Het eigen vermogen is inclusief het rekeningresultaat over dit jaar met € 9.419.644 afgenomen. Deze toename wordt veroorzaakt door: Onttrekkingen Algemene Reserve Onttrekkingen Bestemmingsreserves
€ 758.014 € 7.200.176
Toevoegingen aan de Algemene Reserve Toevoegingen aan de Bestemmingsreserves Verdeeld resultaat jaarrekening 2013 Nog te bestemmen rekeningresultaat 2014
€ 5.450.529 € 3.229.459 €13.610.495 -/€ 3.469.053
€ 7.958.190
€ 1.461.454 -/Per saldo een afname van het eigen vermogen:
€ 9.419.644
De totale omvang van de reserves per ultimo 2014 wordt daardoor circa € 28.476.955. In het volgende overzicht is dit uiteengezet en daarbij is het verloop van de afgelopen jaren weergegeven. Omvang van de reserves Algemene reserve Bestemmingsreserves Nog te verdelen rekeningresultaat Totaal omvang eigen vermogen
2010 8.516 33.362 4.569 46.447
2011 2012 2013 2014 8.816 8.595 5.946 10.638 33.519 33.579 18.340 14.370 4.445 1.742 13.610 3.469 46.780 43.916 37.896 28.477 Bedragen x € 1.000 en per ultimo van het jaar
De bestemmingsreserves zijn dit jaar verder gedaald. Dit komt met name door de herijking van bestemmingsreserves waarbij een divers aantal reserves zijn vrijgevallen. Voor een toelichting op de saldi en het verloop van de verschillende reserves verwijzen wij naar de toelichting op de balans. De forse daling van de reservepositie ten opzichte van de jaren 2010 – 2013 is geheel veroorzaakt door het gewijzigde activabeleid waarbij bestemmingsreserves zijn gebruikt om activa af te boeken.
7
2. JAARVERSLAG 2.1 Programmaverantwoording Bij de programmaverantwoording wordt per programma een toelichting gegeven over de ontwikkelingen in het jaar 2014 en in welke mate de te verrichten prestaties zijn gehaald. In financiële zin worden de verschillen per programma toegelicht, waarbij in principe een ondergrens van € 25.000 wordt gehanteerd.
8
PROGRAMMA 1 ALGEMEEN BESTUUR
Algemeen doel 1.1 Een kleinere afstand tussen het bestuur en de gemeentelijke organisatie en de inwoners
Commissie: Bestuur Portefeuillehouder: Adriana van den Berg - van Bart Nen van Ramshorst Lia de Ridder Henk Heijman
Wat hebben we bereikt? Kernbegrippen als zichtbaar, bereikbaar en herkenbaar typeren de gemeente Bussum. We hebben duidelijk voor ogen gehad hoe wij willen zijn, namelijk een moderne gemeente, die professioneel wordt geleid en open staat voor nieuwe ontwikkelingen. In 2014 hebben wij daar een actieve bijdrage aan geleverd door het toepassen van ontwikkelingen op het gebied van interactieve beleidsvorming en burger- en overheidsparticipatie. Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Aanbesteden nieuwe website Alle voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van de nieuwe website, het intranet en het Raads Informatie Systeem (RIS) zijn ondergebracht bij de fusieorganisatie en daarmee ook de aanbestedingsprocedure. De website van de gemeente Bussum is in 2014 onderhouden en duidelijker ingericht op de belangrijkste taken voor de inwoner. De verkenning voor een sociaal intranet - een intranet waarbij het aangaan van interactie centraal staat en het delen van kennis wordt gefaciliteerd en gestimuleerd - is opgestart en wordt voortgezet in 2015 ten behoeve van de nieuwe gemeente. De zoekfunctie van het RIS is verbeterd. Vanwege de aanstaande fusie met Naarden en Muiden was er behoefte aan een gelijkluidend intranet voor de drie fusiepartners; Naarden en Muiden werken inmiddels met hetzelfde intranetsysteem als Bussum. Communicatiejaarplan 2014-2015 In 2014 heeft de focus gelegen op de vorming van een nieuw college en daarmee de formulering van het nieuwe collegeprogramma. De prioriteiten van het nieuwe college zijn leidend geweest voor de werkzaamheden op het gebied van communicatie, met als uitgangpunt de bestaande visie op communicatie: communicatie hoort thuis in het hart van het beleid (omgevingsbewust werken of wel Factor C). Er is uitvoering gegeven aan de communicatie over de aanstaande herindeling en er is gestart met de visieontwikkeling voor de communicatie van de nieuwe gemeente. Onderdeel hiervan is het traject van de huisstijlontwikkeling voor de nieuwe gemeente, dat in 2014 in gang is gezet. Interactieve beleidsvorming In 2014 is het communicatiebewustzijn van college, management en medewerkers verder vergroot door de implementatie van de methodiek Factor C, dat staat voor omgevingsbewust werken. Het interactiever maken van de website wordt betrokken in de ontwikkeling van de nieuwe website voor de nieuwe gemeente en is ondergebracht bij de fusieorganisatie. Burgerparticipatie en Overheidsparticipatie Gezien het grote belang dat de gemeente hecht aan de uitgangspunten genoemd in de missie, visie en contourenschets, is bij participatie en wijkgericht werken, gestart met het nadrukkelijk monitoren van de Bussumse werkwijze. Ook is gestart met ambtelijk-bestuurlijk overleg met de gemeenten Naarden en Muiden om de kritische succesfactoren te benoemen, benodigd voor optimale burgerparticipatie en overheidsparticipatie. Het aantal bestaande inwoners en organisaties, dat samen met de overheid een bijdrage levert aan de samenleving en het gemeentelijk beleid, is groot en in schema gebracht. Om de vele initiatiefrijke inwoners van Bussum beter te kunnen ondersteunen, in het realiseren van hun ideeën met een positieve maatschappelijke bijdrage, is besloten tot het benoemen van een ideeënmakelaar. 9
Verkiezingen In 2014 hebben twee verkiezingen plaatsgevonden. In maart voor de gemeenteraad en in mei voor het Europees Parlement. Het doel was om de opkomst van de laatste gemeenteraadsverkiezingen (november 2010) te overtreffen. Om de opkomst te bevorderen heeft de burgemeester samen met de portefeuillehouder Onderwijs begin 2014 alle groepen acht van de basisscholen bezocht om met de kinderen te spreken over de gemeentelijke democratie. De opkomst is gestegen van 45,2% in 2010 naar 57,1% in 2014. Verminderen van administratieve lasten Alle parkeervergunningen zijn omgezet naar automatische verlenging. Het betreft de vergunningen die vóór 1 augustus 2012 zijn afgegeven en twee jaar geldig zijn. Het gaat om ongeveer 3500 vergunningen. Alle abonnementen worden vanaf nu na controle automatisch verlengd, wat een vermindering van de administratieve lasten voor de inwoner betekent. Men hoeft niet meer naar het gemeentehuis te komen. Dienstverlening De tweejaarlijkse benchmark ‘Waar staat je gemeente’ die voor 2014 was aangemerkt als onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, is niet uitgevoerd. Wij hebben daartoe besloten omdat wij het niet zinvol vinden om in de aanloop naar de fusie een dergelijk onderzoek uit te voeren. Verloren en gevonden voorwerpen De gemeente heeft de afhandeling van verloren en gevonden voorwerpen overgenomen van de politie. De taak omvat opslag, uitgifte en digitale registratie van gevonden voorwerpen en fietsen. In 2014 zijn er 227 gevonden voorwerpen geregistreerd waarvan 28 voorwerpen weer terug zijn bij de rechtmatige eigenaar. 28 fietsen zijn geregistreerd waarvan er 9 weer terug zijn bij de rechtmatige eigenaar. Inwoners, die een voorwerp verliezen, kunnen informatie inwinnen bij het Centraal Informatie Punt of het voorwerp gevonden is. Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) De naam ‘Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens’ is inmiddels gewijzigd in Basisregistratie Personen, BRP. Aansluiting op de landelijke database, de landelijke BRP, stond gepland voor 2014. Door technische problemen bij het Rijk heeft dit flinke vertraging opgelopen. Gemeenten moeten zelf aanvullende modules kopen, de kosten hiervoor zijn voor de gemeenten zelf. De eerste gemeenten zullen, als de nieuwe planning wordt gehaald, in de loop van 2016 kunnen aansluiten. De gemeente Gooise Meren zal waarschijnlijk pas in 2017 kunnen aansluiten.
Algemeen doel 1.2 Grotere bestuurskracht
Commissie: Bestuur Portefeuillehouder: Henk Heijman
Wat hebben we bereikt? Het streven was erop gericht om in samenwerking tussen gemeenten concrete voordelen te behalen. De belangrijkste stappen die hiertoe in 2014 zijn gezet zijn de voorbereidingen van een fusie tussen de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum alsmede de transities in de zorg voor het Sociaal domein.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten): Voorbereiden voorgenomen herindeling Bussum, Naarden en Muiden In 2014 is conform de Wet Algemene regels herindeling (Arhi) gestart met de voorbereidingen van een fusie tussen de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum. Projectorganisatie Om tot deze nieuwe gemeente te komen is een projectorganisatie opgericht, aangestuurd door een Stuurgroep (op bestuurlijk niveau) en een Projectgroep (op ambtelijk niveau). Hieronder zijn verschillende kerngroepen opgericht onder leiding van kerngroep leiders. De Stuurgroep bestaat uit
10
de drie burgemeesters en drie wethouders (van iedere gemeente één) en staat onder leiding van een externe bestuurlijk trekker. De Stuurgroep komt tweewekelijks in vergadering bijeen of zoveel vaker als nodig. De Projectgroep bestaat uit de drie gemeentesecretarissen en hun plaatsvervangers. De Projectgroep staat onder leiding van een externe projectleider. De Projectgroep komt eens per week bijeen. Een projectbureau zorgt ervoor dat de overleggen van de Stuur- en Projectgroep soepel verlopen. De vele werkzaamheden in de voorbereiding op de fusie wordt gedaan door een aantal kerngroepen, te weten: Personeel, organisatie en cultuur; Huisvesting & facilitair; PI&A-ICT; Missie/visie en Besturingsfilosofie; Dienstverlening; Financiën; Wetgeving en naamgeving; Communicatie en Beleidsharmonisatie. Binnen de kerngroepen wordt weer in werkgroepen door medewerkers van alle drie de gemeenten enthousiast samengewerkt. Er is in 2014 veel bereikt Bovenstaande intensieve deeltrajecten hebben in 2014 geleid tot meerdere afgeronde producten. Er is een visie op de nieuwe gemeente vastgesteld, een Besturingsfilosofie en een visie op dienstverlening. Ook is in dit jaar een Managementfilosofie en een Hoofdstructuur voor de nieuwe organisatie ontwikkeld. Daarnaast is al veel voorwerk verzet om in 2015 te kunnen besluiten over de Detailstructuur, het Dienstverleningsconcept en de ICT-infrastructuur. Ook is het proces rondom de Beleidsharmonisatie van de drie gemeenten goed in beeld gebracht en is het Huisvestingsvoorstel in concept afgerond. Om (voorbereidende) besluiten die de fusie betreffen te kunnen nemen is een Fusieraad opgericht. Hierin hebben alle raadsleden van de drie gemeenten zitting. Ondersteund door de drie griffiers hebben meerdere raadswerkgroepen de nodige inbreng bij de verschillende onderwerpen. De agenda en het proces van besluitvorming van de Fusieraad wordt in het fusiepresidium voorbereid. Tenslotte worden de belangen van de medewerkers van de drie organisaties behartigd door de, in het kader van deze fusie ingestelde, bijzondere ondernemingsraad (BOR) en het bijzonder georganiseerd overleg (BGO). Bijeenkomsten Om een heldere missie en visie te ontwikkelen waar we als nieuwe gemeente voor (willen) staan, hebben in 2014 interactieve bijeenkomsten plaatsgevonden voor raadsleden, inwoners, stakeholders en ambtenaren. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een missie die kort gezegd luidt: ‘Samen wonen, werken, ondernemen en recreëren in een groen en historisch gebied’. Voor de medewerkers van alle drie de gemeenten is er in het begin van het jaar een aftrap-middag georganiseerd in theater Spant! Ook vond er een drietal personeelsbijeenkomsten plaats, waarin de medewerkers werden geïnformeerd over fusiezaken in het algemeen en over het onderwerp ‘personeel en organisatie’ in het bijzonder. Het ging daarbij om de stand van zaken rondom het sociaal plan, harmonisatie arbeidsvoorwaarden, functiewaarderingssystemen, het formatieplan, werving en plaatsing van medewerkers, et cetera. Alle informatie kan worden teruggelezen op het, inmiddels voor de drie gemeenten, gezamenlijke intranet. Daarnaast zijn medewerkers via een nieuwsbrief frequent geïnformeerd over de projecten, het wetgevingstraject, personeelsbijeenkomsten en dergelijke. Naast deze bijeenkomsten zijn vanuit de kerngroepen tal van bijeenkomsten en andere vormen van participatie georganiseerd om inwoners, ondernemers, instellingen, organisaties, raadsleden en medewerkers te betrekken bij het vormgeven van de nieuwe gemeente. Zo heeft de kerngroep Dienstverlening een intensief (e-)participatie traject opgestart om anderen te betrekken bij het formuleren van de visie op dienstverlening en het dienstverleningsconcept. Ruim 2500 mensen hebben hierover hun mening gegeven. Vanuit de P&O-werkgroep Managementfilosofie/ Hoofdstructuur zijn diverse ronde tafelgesprekken gehouden om de input van medewerkers op te halen voor het vormgeven van de detailstructuur van de nieuwe organisatie.
11
Gooise Meren Eind 2014 hebben de drie gemeenteraden de naam voor de nieuwe gemeente gekozen: Gooise Meren. Deze naam wordt opgenomen in het wetsvoorstel tot herindeling. Toekomstige ontwikkeling Regio In de Regio Gooi en Vechtstreek vond in 2014 een reorganisatie plaats, waarbij de Regio veranderde van een dienstenmodel naar een programma-gestuurde organisatie met een Fysiek en een Sociaal Domein. Voor het Sociaal Domein stond 2014 in het teken van voorbereiding op de transities in de zorg. Ook speelde het proces van de totstandkoming van een regionale samenwerkingsagenda (RSA), waarbij vooral van belang is dat hierin de raden van de in regioverband samenwerkende gemeenten meer ‘aan de voorkant’ worden betrokken. Jaarlijks terugkerend in uw Raad is de besluitvorming over de begroting en de beleidsrekening van de Regio.
Algemeen doel 1.3 Internationale samenwerking
Commissie: Bestuur Portefeuillehouder: Henk Heijman
Wat hebben we bereikt? De stedenband met Valasske Mezirici blijft in stand, maar zonder financiële middelen. Steun bij lokale initiatieven blijft mogelijk, zoals assistentie bij het aanvragen van Europese subsidies voor uitwisselingen.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten)
5
Samenwerkingsovereenkomst Valasske Mezirici In 2014 hebben op ambtelijk niveau gesprekken plaatsgevonden. In de gesprekken is de voorgenomen fusie uitgelegd aan de partnergemeente. In het kader van de fusie worden de stedenbanden van Bussum en Naarden nader bezien.
12
Wat heeft het gekost? PROGRAMMA 1 ALGEMEEN BESTUUR 6100 BESTUUR
Begroting incl. wijzigingen 2014
Realisatie 2014
2.250.231
1.438.399
1.580.047
1.446.394
168.671
166.569
166.569
166.534
8.706
8.711
8.711
8.764
1.562.163
1.486.649
1.479.955
1.474.741
-
-
2.464.518
1.478.134
6105 BESTUURLIJKE SAMENWERKING 6110 KLACHTENAFHANDELING 6130 BESTUURSAPPARAAT
Primitieve begroting 2014
Realisatie 2013
6140 FUSIE NAARDEN-MUIDEN-BUSSUM 6200 AMBTELIJK APPARAAT
141.543
45.300
45.300
79.819
6400 BURGERZAKEN
598.652
633.127
629.333
600.693
6405 DOCUMENTEN BURGERZAKEN
485.878
469.487
543.009
548.946
6410 OVERIG BURGERZAKEN
78.451
55.321
55.321
68.637
267.890
327.027
326.730
326.731
5.562.186
4.630.590
7.299.493
6.199.393
286.838
5.932
5.932
12.479
6105 BESTUURLIJKE SAMENWERKING
-
-
-
-
6140 FUSIE NAARDEN-MUIDEN-BUSSUM
-
-
1.035.775
649.995
53.187
-
-
87.351
6415 CENTRAAL INFORMATIEPUNT TOTAAL LASTEN 6100 BESTUUR
6200 AMBTELIJK APPARAAT 6400 BURGERZAKEN 6405 DOCUMENTEN BURGERZAKEN 6410 OVERIG BURGERZAKEN 6415 CENTRAAL INFORMATIEPUNT
36.798
44.000
44.000
39.878
402.921
482.000
492.000
497.902
53.816
48.000
48.000
51.012
85.658
70.000
-
-
919.220
649.932
1.625.707
1.338.616
4.642.966
3.980.658
5.673.786
4.860.777
ONTTREKKINGEN AAN RESERVES
-
14.600
1.446.093
847.614
SALDO MUTATIES RESERVES
0
-14.600
-1.446.093
-847.614
4.642.966
3.966.058
4.227.693
4.013.163
TOTAAL BATEN Resultaat voor bestemming STORTINGEN IN RESERVES
SALDO PROGRAMMA 1
13
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen Per saldo is er sprake van een voordeel van € 214.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: BESTUUR De voorziening wachtgelden en pensioenuitkeringen wordt jaarlijks geactualiseerd. Om aan toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen kon worden volstaan met een lagere storting dan voorzien, waardoor een voordelig verschil is ontstaan van € 145.000.
V
€ 145.000
FUSIE NAARDEN-MUIDEN-BUSSUM/RESERVES Ter voorbereiding op de fusie zijn in de eerste helft van 2014 budgetten beschikbaar gesteld voor de uitwerking van een 10-tal procesplannen. De kosten en investeringen van de fusie zijn ondergebracht in de administratie van de gemeente Bussum. Op basis van de werkelijke kosten wordt verrekend met de andere partners. De voor rekening van Bussum blijvende kosten worden ten laste gebracht van de reserves. Voorgesteld wordt het resterende budget over te hevelen naar 2015 zodat de verdere uitvoering kan plaatsvinden. Dit geldt ook voor de dekking via de reserve.
V
€ 600.000
RESERVES De werkelijke fusiekosten kosten zijn ten laste gebracht van de reserve, waardoor er een lagere onttrekking heeft plaatsgevonden. Voorgesteld wordt de voorgenomen onttrekking aan de reserves over te hevelen naar het jaar 2015.
N
€ 600.000
AMBTELIJK APPARAAT De waterschade die in juli 2014 is ontstaan, is volledig gedekt door de verzekeringsmaatschappij. Met het oog op toekomstige ontwikkelingen (huisvesting nieuwe gemeente, Breeduit), zijn niet alle schades hersteld. Hierdoor is een voordelig verschil ontstaan van € 52.000.
V
€ 52.000
OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
V
€ 17.000
TOTAAL
V
€ 214.000
14
PROGRAMMA 2 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
Algemeen doel 2.1 Commissie: Een woon- en leefomgeving waarin inwoners niet alleen veilig zijn, maar Bestuur zich ook veilig voelen Portefeuillehouder: Henk Heijman Wat hebben we bereikt? Het aantal buurtpreventieverenigingen is uitgebreid. Door weesfietsen regelmatig af te voeren hebben we bereikt dat er meer stallingsruimte over is voor de fietsen, die hier daadwerkelijk gebruik van willen maken. De regionale organisatie van de gemeentelijke bevolkingszorg heeft haar nieuwe organisatie beschreven en gefaseerd geïmplementeerd om kwalitatiever en efficiënter te kunnen functioneren. Door middel van een campagne is bewerkstelligd dat het aantal deelnemers bij Burgernet fors is toegenomen. Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Verbeteren responstijden uitruk Brandweer De aangepaste wijze van uitrukken van de Brandweer (twee personen met een klein voertuig, gevolgd door vier personen met de reguliere tankautospuit) is in 2014 structureel en regionaal uitgerold. Om de opkomsttijd van vrijwilligers verder te verbeteren zijn zij, waar dat mogelijk is, geholpen door huisvesting dichter bij de kazerne te realiseren en zijn er, in gebieden met een zware parkeerdruk, voor deze medewerkers parkeerplaatsen gereserveerd. Bezuinigingen Begroting Veiligheidsregio De Veiligheidsregio blijft op zoek naar mogelijkheden om te bezuinigen. De kostenontwikkeling van de Veiligheidsregio is, in samenhang met de noodzaak tot verdere bezuinigingen, kritisch gevolgd. Ondanks het eerder ingenomen standpunt om voor 2014 de nullijn te handhaven heeft het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio besloten de loon- en prijscompensatie slechts ten dele binnen de eigen begroting op te vangen. Terugdringen woninginbraken/buurtpreventie In het kader van het verder terugdringen van woninginbraken is het aantal buurtpreventieverenigingen in Bussum uitgebreid van 9 naar 11. Hiermee is circa 70% van het grondgebied van Bussum gedekt door buurtpreventieverenigingen. Naast het uitbreiden van het aantal buurtpreventieverenigingen is er een start gemaakt met een pilot van het project Waaks in de wijken waar inwoners geen buurtpreventievereniging willen. Voor project Waaks benadert de gemeente hondenbezitters met de vraag of ze verdachte of risicovolle situaties aan gemeente of politie door willen geven. Het aantal woninginbraken in 2014 in Bussum is met 31% afgenomen ten opzichte van 2013, terwijl in Midden-Nederland er een daling te zien was 15%. In 2012 was het aantal inbraken ten opzichte van 2011 gestegen met 29%. Terugdringen fietsdiefstallen Door middel van communicatie, in de vorm van een terugkerende campagne, zijn in 2014 potentiële slachtoffers bewust gemaakt van de risico’s en de wijze waarop de risico’s, om het slachtoffer te worden van een fietsendiefstal, kunnen worden verminderd. Het aantal fietsdiefstallen is in 2014 ten opzichte van 2013 gedaald met 36%. De aanpak van de problematiek rond de weesfietsen is ook in 2014 voortgezet. Een weesfiets is een fiets die onbewaakt gestald staat en waar de eigenaar geruime tijd (of nooit) naar omkijkt. Deze weesfietsen nemen stallingsruimte in beslag die ten koste gaat van andere te stallen fietsen. Daarnaast geven de weesfietsen de openbare ruimte een rommelige aanblik. Door weesfietsen regelmatig af te voeren blijft er meer stallingsruimte over voor de overige fietsen. Verder is in 2014 de integrale aanpak fietsendiefstal voortgezet, onder andere door het aantal fietsparkeerplekken te vergroten.
15
Crisis-en rampenbestrijding De gemeente Bussum werkt voor de crisis- en rampenbestrijding samen met de regiogemeenten in één organisatie. Deze regionale organisatie van de gemeentelijke bevolkingszorg heeft haar nieuwe organisatie beschreven. Gemeenten uit de Gooi en Vechtstreek werken vanuit één vereenvoudigde organisatie. In 2014 is deze organisatie gefaseerd geïmplementeerd om kwalitatiever en efficiënter te kunnen functioneren. De nieuwe organisatie is helder van opzet met drie hoofdprocessen. Het uitgangspunt is de zelfredzaamheid van inwoners. De uitvoering van deze processen wordt geborgd door onder andere uit gemeente Bussum afkomstige piketfunctionarissen. Daarnaast is er in 2014 een centraal bureau gevormd die deze functionarissen ondersteunt met werkinstructies, opleidingen en oefeningen. Zo is de gemeente Bussum verzekerd van professionele inzet tijdens crises en rampen. Het centrale bureau heeft in 2014 verder gewerkt aan de verbinding met andere partners in crisisbeheersing. Het informatie- en ondersteuningsmanagement is beschreven in het regionaal crisisen organisatieplan bevolkingszorg dat gedurende het jaar 2014 verder is ingevoerd en uitgewerkt. Deze onderdelen zijn essentieel voor de verbetering van de Bussumse communicatie en samenwerking. Burgernet In maart 2014 is het relatiebeheer van Burgernet overgegaan van de politie naar de gemeente. Burgernet speelt een rol in de bestrijding van criminaliteit. In het nieuwe coalitieakkoord is opgenomen dat het gebruik van Burgernet wordt gestimuleerd om de criminaliteit hierdoor te verminderen. In september 2014 is er een gemeentelijke wervingscampagne gevoerd. Het percentage inwoners dat aangemeld is bij Burgernet was op 1 januari 2015 8,1%. Dit betekent 433 nieuwe aanmeldingen in 2014.
Algemeen doel 2.2 Handhaving regels samen met strategische partners, met bevordering van de eigen verantwoordelijkheid van inwoners
Commissie: Bestuur Portefeuillehouder: Lia de Ridder en Henk Heijman
Wat hebben we bereikt? De overlast op zaterdagavond op de bekende indrinkplekken is teruggedrongen. Door de leeftijdsverhoging van alcoholgebruik is het in het uitgaansleven veel rustiger geworden. In regionaal verband is een samenwerkingsovereenkomst over toezichtstaken gesloten en zijn het uitvoeringsprogramma Bussum 2014-2016 en het jaarplan integrale veiligheid vastgesteld.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten)
7 8
9
Toezicht horeca In het kader van het horecatoezicht is een aantal elementen van belang: het cameratoezicht, de mobiele portiers en de vrije sluitingstijden. Door de nieuwe drank- en horecawetgeving voor jongeren onder de 18 jaar is het aantal horecabezoekers, met name op de vrijdag, aanzienlijk afgenomen. Daarom is medio 2014 de inzet van de mobiele portiers verminderd. In plaats van twee koppels van twee op de vrijdag en de zaterdag is dit teruggebracht naar één koppel van twee op de zaterdag. Deze twee mobiele portiers zijn per fiets in de twee horecagebieden aanwezig. Om de overlast op de bekende indrinkplekken terug te dringen zijn in 2014 op de zaterdagavond incidenteel de BOA’s weer ingezet. Drank- en horecaoverlast - verminderen alcoholgebruik onder jongeren In 2014 hebben de negen regiogemeenten en de GGD in het kader van het programma ‘Samen aan de Slag’ het Preventie- en Handhavingsplan 2014-2016 geactualiseerd. Aanleiding hiertoe was de leeftijdsverhoging voor de verkoop van alcohol en het gebruik hiervan in openbare ruimten naar 18 jaar. Aangezien de verantwoordelijkheid van alle aspecten van het alcoholmatigingsbeleid in handen van de gemeenten ligt, was een volledige integrale aanpak mogelijk. In het plan wordt richting gegeven aan zowel preventie als handhaving van het alcoholmatigingsbeleid om zodoende het alcoholgebruik onder de jeugd terug te dringen. Dit is nog altijd een actueel probleem, ook in onze regio: uit regionaal onderzoek onder jongeren (Emovo) van de GGD blijkt dat een aanzienlijk deel van 16
de jeugd alcohol gebruikt. In 2014 werden, in vergelijking tot 2013, meer kinderen van 13 en vooral van 14 jaar opgenomen. Het percentage opgenomen jongeren van 16 jaar is afgenomen en dat van de 17 jarigen bleef gelijk ten opzichte van 2013. Daarmee lijkt er geen sprake van een nadelig effect van de invoering van de wettelijke leeftijdsgrens van 18 jaar. Helaas blijkt uit de Mysteryshopactie van 2014 dat alcohol nog steeds voor jongeren onder de 18 jaar te verkrijgen is. Op regionaal niveau wordt reeds jaren door de gemeenten in het kader van het programma ‘Samen aan de slag’ gezamenlijk aan een alcoholmatigingsbeleid voor de jeugd gewerkt. Zo is er regionaal een verordening opgesteld over hoe om te gaan met paracommerciële instellingen in relatie tot alcoholverstrekking. Bovendien is er regionaal een samenwerkings- overeenkomst afgesloten over toezichtstaken. Voor het opstellen van het Preventie- en Handhavingsplan is eveneens met de regiogemeenten samengewerkt en afgestemd. De rol van de ouders is door de leeftijdsverhoging nog belangrijker geworden. Immers, de kans op indrinken thuis neemt toe nu elders de beschikbaarheid is afgenomen. Het bevorderen van de bewustzijn bij de ouders stond dan ook centraal. Aan het begin van het schooljaar is vanuit het programma ‘Samen aan de slag’ aan alle VO scholen de PAS-ouderavond (Preventie Alcoholgebruik Scholieren) aangeboden. Daarbij werd tijdens een algemene ouderavond een presentatie van 15 minuten gegeven over jongeren en alcohol. Ook kregen volwassenen tijdens de actie ’30 Dagen zonder alcohol’ voor de derde keer op rij de mogelijkheid te ervaren hoe het is om een maand ‘nee’ te zeggen tegen een drankje, waarmee zij aan jongeren het goede voorbeeld gaven. De leeftijdsverhoging van alcoholgebruik had grote impact op het uitgaansleven in Bussum. De gemeente Bussum heeft namelijk meerdere uitgaansgelegenheden die tot 2014 druk werden bezocht door 16- en 17-jarigen. Na de invoering in 2014 besloot de gemeente dan ook om jongeren en horecaondernemers met elkaar in contact te brengen om elkaars dilemma’s, behoeften en wederzijds begrip boven tafel te krijgen. Integraal toezicht en handhaving In 2014 is het project integraal toezicht en handhaving afgerond. Nieuw daarin is het signaaltoezicht. Signaaltoezicht betekent dat toezicht en handhavingspartners (Omgevingsdienst Flevoland Gooi en Vechtstreek, BOA’s, politie en brandweer) voor elkaar toezicht houden en elkaar daar over informeren. Daardoor is in 2014 de informatie-uitwisseling tussen de bovengenoemde partijen aanzienlijk verbeterd. De taakvelden waarop het signaaltoezicht van toepassing is zijn bouwen, milieu, openbaar groen en de Algemene plaatselijke verordening. Tevens hebben wij medio 2014 het handhavingsuitvoeringsprogramma Bussum 2014-2016 vastgesteld. Uitvoeringsplan integrale veiligheid Bussum Het jaarplan integrale veiligheid is in 2014 vastgesteld. Per kalenderjaar worden de resultaten van organiseren en het monitoren van samenwerking en de resultaten op het vlak van sociale veiligheid beschreven. Het jaarplan 2014 is opgesteld op basis van het beleidskader integrale veiligheid. Per prioriteit zijn drie overleggen geïnitieerd waar afstemming is geoperationaliseerd. Met het jaarplan integrale veiligheid 2014 wordt een begin gemaakt met het per kalenderjaar beschrijven, organiseren en monitoren van samenwerking en resultaten op het vlak van criminaliteit en (on)veiligheid van de gemeente. Het lokale jaarplan sluit aan bij de landelijke en regionale resultaatafspraken op basis van de regionale veiligheidsstrategie Midden-Nederland. In het lokale jaarplan van gemeente Bussum zijn woninginbraken, geweld (vooral gerelateerd aan uitgaan), georganiseerde criminaliteit en overlast jeugdgroepen geprioriteerd. In het district Gooi en Vechtstreek is in 2014 de totale criminaliteit/overlast afgenomen met 12% ten opzichte van 2013. De daling van de totale criminaliteit/overlast zien we terug bij alle gemeenten. In de gemeente Bussum zien wij een daling van criminaliteit/overlast van meer dan 10%. Bij de fietsendiefstallen zien wij wel een daling, echter het aantal fietsendiefstallen blijft hoog. Alleen bij de overlast van jongeren is een lichte stijging te zien. Veilig ondernemen Het project Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) in het centrum van Bussum is in 2014 succesvol verlopen. Alle Bussumse ondernemers in het centrum zijn geënquêteerd in het kader van Keurmerk Veilig Ondernemen en hebben kunnen aangegeven welke maatregelen er nog nodig zijn voor een veilig en schoon winkelcentrum. De gegevens uit deze enquête zijn opgenomen in een plan van aanpak 2014-2016.
17
Belangrijk is de rol die de werkgroep KVO speelt bij de Bussumse Ondernemingsvereniging (BOV), de Buurtpreventievereniging Centrum en de visies die binnen de gemeente ontwikkeld worden met betrekking tot het nieuwe Centrumplan Bussum. Een KVO onderdeel is onder andere het fietsvrij maken van de Nassaulaan en de Nassaustraat. Ook de winkelscan op het gebied van controle en veiligheid rond en in de winkels was een succes. Verder heeft de KVO werkgroep Bussum in 2014 de derde ster gehaald nadat de audit van het KIWA succesvol was doorlopen. De bijbehorende certificaten zijn uitgereikt aan de burgemeester in het bijzijn van alle belanghebbenden.
Wat heeft het gekost? PROGRAMMA 2 OPENBARE ORDE & VEILIGHEID
Primitieve begroting 2014
Realisatie 2013
6115 VEILIGHEID
524.585
6600 PREPARATIE BRANDWEER
Begroting incl. wijzigingen 2014
562.968
560.784
Realisatie 2014 510.442
230.450
186.491
172.701
199.728
1.726.334
1.770.337
1.770.337
1.773.727
TOTAAL LASTEN
2.481.369
2.519.796
2.503.822
2.483.897
6115 VEILIGHEID
70.731
76.200
5.700
7.291
6615 BRANDWEERORGANISATIE
6600 PREPARATIE BRANDWEER
-
-
-
18.457
70.731
76.200
5.700
25.748
Resultaat voor bestemming
2.410.638
2.443.596
2.498.122
2.458.149
SALDO PROGRAMMA 2
2.410.638
2.443.596
2.498.122
2.458.149
TOTAAL BATEN
Per saldo is er sprake van een voordeel van € 40.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: RAMPENBESTRIJDING Voor bevolkingszorg is, conform de jaarstukken van de veiligheidsregio, een teruggave over het jaar 2013 ontvangen. De bijdrage over 2014 is ook lager vastgesteld.
V
€ 23.000
OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
V
€ 17.000
TOTAAL
V
€ 40.000
18
PROGRAMMA 3
VERKEER EN VERVOER
Algemeen doel 3.1 Het garanderen van bereikbaarheid
Commissie: Ruimte Portefeuillehouder: Nen van Ramshorst
Wat hebben we bereikt? De gemeente Bussum heeft de bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid op verkeersgebied in stand gehouden en waar mogelijk verbeterd. Met name het fietsgebruik en het opheffen van de spoorse doorsnijding zijn belangrijke aandachtspunten.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten)
19
Actualisatie Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (GVVP) Als gevolg van de fusie van en de beleidsharmonisatie tussen de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum ontstaat na de vorming van de nieuwe gemeente een geschikt moment voor het opstellen van een nieuw Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan voor Gooise Meren. In het afgelopen jaar is nog volop uitvoering gegeven aan het besluit vanuit het huidig GVVP tot categorisering van wegen en is een van de laatste delen van Bussum verder ingericht tot verblijfsgebied (herinrichting Westereng). Tevens zijn eind 2014 besluiten genomen over verkeerskundige projecten en studies op belangrijke in het GVVP genoemde routes, Ceintuurbaan en Groot Hertoginnelaan. Voor de Groot Hertoginnelaan is afgelopen najaar besloten tot invoering van een nachtelijk inrijverbod voor vrachtverkeer. Vanaf medio juni 2014 is gestart met het project Verkeerscirculatieplan (VCP) voor het centrum. Rond de zomer is tijdens een aantal bijeenkomsten en workshops met een grote groep belanghebbenden nagedacht over aanpassingen die eventueel nodig zijn in de verkeersstructuur (veiligheid en bereikbaarheid) van het centrum. In het najaar is tevens via een enquête onder het Bussumse Burgerpanel de nodige input opgehaald. Mede op basis van de ingebrachte informatie heeft het college eind 2014 besloten om alvast (in ieder geval tijdelijk) snelheidsremmende maatregelen te treffen op de Landstraat. Gebleken is dat voor het totale proces meer tijd nodig is dan eerder bedacht. Het VCP heeft een nauwe relatie met het onlangs opgestarte Centrummanagement, waarin eveneens de dialoog met partijen in de samenleving wordt gezocht.
17
Herinrichting wegen in verband met duurzaam veilig beleid Project “Herinrichting Westereng” De deelplannen 1 en 2 zijn overgedragen aan beheer. Deelplan 3 is in uitvoering, deelplan 4 is aanbesteed en in uitvoering. Deelplan 5 is in voorbereiding. Project “Veldheimerlaan/Botweg” De voorbereiding voor het project “Veldheimerlaan/Botweg” is eind 2014 afgerond. Project “aanleg hemelwaterafvoer ‘t Spiegel” De voorbereiding voor het project “aanleg hemelwaterafvoer ’t Spiegel” is gevorderd tot het voorlopige ontwerp.
11
Spoorse doorsnijdingen Naarden-Bussum In het kader van de verbetering/uitbreiding van de dienstregeling (Programma Hoogfrequent Spoor) is ProRail in 2014 gestart met de voorbereiding van een aantal grootschalige aanpassingen, onder andere het verwijderen van sporen bij het station Naarden-Bussum en het realiseren van een westelijke toegang tot het station. Drie belangrijke overwegen (Meerweg, Generaal de la Reijlaan en Comeniuslaan) worden naar verwachting korter en overzichtelijker. In november 2014 is de raad geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van de spoorse doorsnijdingen.
19
13
Liften bij station Bussum Zuid De bouw van de traverse met liften bij station Bussum Zuid is conform de planning in 2014 gestart en verloopt naar wens. De liften op station Naarden Bussum zijn in de zomer 2014 opgeleverd en in gebruik genomen.
Algemeen doel 3.2 Het garanderen van een goed onderhouden en veilig wegennet voor alle verkeersdeelnemers
Commissie: Ruimte Portefeuillehouder: Nen van Ramshorst
Wat hebben we bereikt? Een goed onderhouden en veilig wegennet voor zowel gemotoriseerd verkeer, fietsverkeer als voor voetgangers. Daarnaast een meer duurzaam beheer van de openbare ruimte.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Uitvoering Wegenbeheerplan 2014-2018 De actualisatie van het wegenbeheerplan is in de aanloop naar de fusie nu niet uitgevoerd.
52
Uitvoering Beheerplan duurzame openbare verlichting 2011-2016 Binnen diverse herinrichtingsprojecten zijn de verlichtingsinstallaties vervangen door installaties met led verlichting. Optimaliseren beleid, onderhoud en beheer openbare verlichting Evaluatie van het bestaande beleid is, net als onderzoek naar onderhoud en beheer van bestaande installaties, uitgesteld naar 2015. Dit wordt samen met Muiden en Naarden opgepakt in aanloop naar de fusie.
Algemeen doel 3.3 Goede parkeervoorzieningen en optimale benutting van parkeerplaatsen
Commissie: Ruimte Portefeuillehouder: Nen van Ramshorst
Wat hebben we bereikt? De vraag naar parkeergelegenheid van inwoners, ondernemers en bezoekers faciliteren wij op zodanige wijze dat de kwaliteit van de openbare ruimte behouden blijft. In het parkeerbeleid leggen wij het accent op optimale benutting van het bestaande parkeerareaal (voor auto en fiets), verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte (Tuindorp Bussum) en het behoud van de leefkwaliteit in de overige woongebieden.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten)
21 22 23
Uitvoering geven aan nieuw parkeerbeleid Enkele maatregelen uit het vastgesteld parkeerbeleid zijn ingevoerd (bijvoorbeeld werknemersvergunningen in het centrum). Andere maatregelen (bijvoorbeeld het invoeren van belparkeren) worden uitgevoerd nadat het parkeerbeleid is geëvalueerd. In 2014 is gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden tot privatisering en/of opheffing van de Parkeer BV. Ten aanzien van de evaluatie van het parkeerbeleid wordt de commissie over bovenstaande zaken geïnformeerd.
20
Het fietsbeleid is conform de bestaande Fietsnota uitgevoerd. Bij verkeers-/herinrichtingsprojecten zijn maatregelen voor het fietsverkeer toegepast. Bij bouwprojecten zijn de parkeernormen voor fietsparkeren en inpandig stallen toegepast. In 2014 zijn de openingstijden van de bewaakte fietsenstalling uitgebreid. De voorbereidingen voor een fietsenstalling bij station Bussum Zuid zijn in 2014 gestart. Bij het opstellen van een nieuw GVVP voor de nieuwe gemeente Gooise Meren wordt het fietsbeleid geïntegreerd.
Wat heeft het gekost? Investeringen Het totaal aan investeringen voor straatmeubilair in 2014 bedraagt € 20.000; dit betreft afvalbakken, parkeerbeugels en bankjes. Afronding van de herstructurering van de Spijkerstraat, Ceintuurbaan, Papaverstraat en Westereng (deelplan 1 en 2) heeft in 2014 geleid tot additionele investeringen in wegen voor een bedrag van € 1,2 mln. en in openbare verlichting voor € 142.000. Het totaal aan investeringen voor tractie (twee bedrijfsauto’s) bedraagt in 2014 conform planning € 38.000. PROGRAMMA 3 VERKEER & VERVOER
Realisatie 2013
6210 PARKEERBELASTINGEN 6305 OPENBARE VERLICHTING
6314 PARKEERAANGELEGENHEDEN
6210 PARKEERBELASTINGEN
228.788
279.779
229.540
621.349
638.459
1.124.962
340.462
209.419
234.619
218.078
15.490.834
3.367.960
1.985.550
1.983.817
2.250.521
1.192.026
1.327.918
1.815.203
689.157
332.156
285.886
307.526
20.344.195
5.951.698
4.752.211
5.679.126
1.301.940
1.348.500
1.339.100
1.280.944
11.636
11.000
11.000
11.151
8.668
4.500
4.500
1.882
383.108
294.319
539.921
561.112
1.023.492
326.063
274.315
283.800
6305 OPENBARE VERLICHTING 6310 STRAATMEUBILAIR 6312 WEGEN 6314 PARKEERAANGELEGENHEDEN 6316 VERKEER TOTAAL BATEN Resultaat voor bestemming
40.760
39.800
53.100
21.898
2.769.604
2.024.182
2.221.936
2.160.787
17.574.590
3.927.516
2.530.275
3.518.338
442.410
25.366
319.294
319.294
STORTINGEN IN RESERVES ONTTREKKINGEN AAN RESERVES SALDO MUTATIES RESERVES SALDO PROGRAMMA 3
Realisatie 2014
226.561
6316 VERKEER TOTAAL LASTEN
Begroting incl. wijzigingen 2014
1.346.660
6310 STRAATMEUBILAIR 6312 WEGEN
Primitieve begroting 2014
13.869.978
1.558.385
384.679
670.442
-13.427.568
-1.533.019
-65.385
-351.148
4.147.022
2.394.497
2.464.891
3.167.191
21
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen. Per saldo is er sprake van een nadeel van € 702.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: PARKEREN (INCLUSIEF RESERVE) Uitvoering van het parkeerbeleid is deels gestart in 2014 en op onderdelen uitgesteld naar 2015 in afwachting van de evaluatie van het beleid (V € 38.000). Er zijn meer inkomsten voor het parkeren op straat (parkeergeld en opbrengsten vergunningen centrum) binnengekomen (V € 45.000). De inkomsten voor de naheffingsaanslagen (boetes bij betaald parkeren) zijn veel lager dan geraamd (N € 94.000). Beide zijn gevolgen van de maatregelen die voortvloeien uit het vastgestelde parkeerbeleid. De subsidie aan de Stichting Parkeren is hoger dan begroot (N € 475.000). Deze overschrijding wordt grotendeels veroorzaakt door de afwaardering van parkeergarage Gewest. De ontwikkelaar van de Geweststrook is bereid 54 plaatsen over te nemen tegen een marktconforme prijs. Hierdoor heeft de Parkeer B.V. Bussum een noodzakelijk afwaardering moeten doen op deze garage. Het hierdoor extra ontstane tekort is door de Gemeente Bussum gesubsidieerd. In het kader van een kostendekkende exploitatie worden eventuele tekorten onttrokken aan de Reserve Parkeren. Omdat deze niet meer toereikend is resteert een nadelig exploitatieverschil.
N
€ 200.000
OPENBARE VERLICHTING Bij de vaststelling van de nota Activabeleid in 2013 is afgesproken om investeringen in de Openbare Ruimte met Maatschappelijk Nut in één keer af te boeken. Het nadeel heeft betrekking op de in 2014 afgesloten herinrichtingsprojecten Ceintuurbaan, Spijkerstraat, Papaverstraat en Westereng deelplan 1 en 2. De afboeking wordt gedekt door een onttrekking uit de hiervoor destijds ingestelde reserve ‘Investeringen Maatschappelijk Nut’. (dit voordeel is terug te vinden op Programma Algemene uitgaven en dekkingsmiddelen).
N
€ 486.000
WEGEN De bezuiniging op het integraal beheer van de openbare ruimte van € 200.000 is op calculatiebasis over de programma’s 3 en 10 verwerkt. In de praktijk blijkt dat er kleine inkoopverschillen tussen de programma’s zijn gerealiseerd. Op straatreiniging is een overschot (V € 56.000) en op wijkgroen is een tekort ontstaan. In zijn totaliteit is de bezuiniging op het integraal beheer van de openbare ruimte gerealiseerd maar vraagt om een aanpassing tussen de programma’s. Als gevolg van kleinschalige werkzaamheden zijn diverse niet-planmatige onderhoudskosten gemaakt (N € 33.000).
V
€ 23.000
VERKEER Bij de vaststelling van de nota Activabeleid in 2013 is afgesproken om investeringen in de Openbare Ruimte met Maatschappelijk Nut in één keer af te boeken. Het nadeel heeft betrekking op de verkeersregelinstallatie (VRI) van het in 2014 afgesloten herinrichtingsproject Ceintuurbaan. De afboeking wordt gedekt door een onttrekking uit de hiervoor destijds ingestelde reserve ‘Investeringen Maatschappelijk Nut’. (dit voordeel is terug te vinden op Programma Algemene uitgaven en dekkingsmiddelen).
N
€ 52.000
OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
V
€ 13.000
TOTAAL
N
€ 702.000
22
PROGRAMMA 4 ECONOMISCHE ZAKEN De gemeente Bussum streeft naar voldoende werkgelegenheid en een hoog voorzieningenniveau. Algemeen doel 4.1 Een goed vestigingsklimaat voor het midden- en kleinbedrijf
Commissie: Ruimte Portefeuillehouder: Adriana van den Berg – van Bart
Wat hebben we bereikt? We hebben in 2014 een nieuwe impuls gegeven aan de samenwerking met diverse betrokken partijen, waaronder ondernemers. Door de inzet van de Dorpsmanager en door het introduceren van Centrummanagement spelen we snel en flexibel in op maatschappelijke initiatieven gericht op het vormgeven van een toekomstbestendig, levendig en groen centrum met een eigen identiteit. In december 2014 heeft de raad een wijziging van de winkeltijdenverordening vastgesteld (uitbreiding koopzondagen).
Wat hebben we daarvoor gedaan? Uitvoeren acties 2014 Regionale Economische agenda In 2014 is een start gemaakt met het opstellen van de Regionale Samenwerkingsagenda. Hiervoor vindt in 2015 een ronde langs de gemeenteraden in de regio plaats. De ontwikkeling van de rol, positie en capaciteit van de Economic Board vindt gelijktijdig plaats. De Board heeft desgevraagd geadviseerd over regionale opgaven als de Kredietunie en de Floriade. Retailvisie Gooi en Vechtstreek De raad heeft op 18 juni 2014 de regionale Retail visie vastgesteld. Herprofilering Bedrijventerrein de Nieuwe Vaart. Vanwege de blijvende onduidelijkheid over de verplaatsing van enkele bedrijven op bedrijventerrein Nieuwe Vaart, is het onderzoek naar de mogelijkheden voor herprofilering van de Nieuwe Vaart uitgesteld. Een door de provincie verstrekte subsidie voor dit onderzoek is om dezelfde reden niet handhaafbaar gebleken. De herprofilering blijft afhankelijk van de verplaatsing van bedrijven. Op korte termijn wordt deze verplaatsing niet voorzien. Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP-ers) In alle bestemmingsplannen van de gemeente zijn mogelijkheden opgenomen voor het uitoefenen van kantoor- en praktijk aan huis en kleinschalige bedrijfsactiviteiten. Deze mogelijkheden zullen ook worden opgenomen in het nieuwe Omgevingsplan dat nu in ontwikkeling is. Managen van de Krimp: Compact centrumwinkelgebied Bussum De ontwikkelingen in de detailhandel in het centrum zijn nauwgezet gevolgd. In overleg met ondernemers en de Dorpsmanager is gekeken naar een optimale invulling van het winkelbestand door retailers. Het initiatief voor de coördinatie hiervan ligt bij de stichting Pro Bussum en de door hen aangestelde Dorpsmanager. Met hen wordt het functioneren van het centrumgebied gevolgd en waar mogelijk gefaciliteerd. Hierbij worden (lange termijn) initiatieven voor nieuwbouwontwikkelingen in het centrum zoals de herinvulling van Bensdorp, Mariënburg, Scapino en Veldweg meegewogen. Commissienotitie Voortgangsrapportage Economie Deze notitie is in september besproken in de Commissie Ruimte.
23
Wat heeft het gekost? PROGRAMMA 4 ECONOMISCHE ZAKEN
Primitieve begroting 2014
Realisatie 2013
6320 MARKTEN 6325 DETAILHANDEL EN HORECA 6332 BEDRIJVIGHEID TOTAAL LASTEN
Begroting incl. wijzigingen 2014
Realisatie 2014
78.077
75.248
77.748
78.322
282.813
296.767
294.713
295.255
153.193
119.387
146.387
160.595
514.083
491.402
518.848
534.173
6320 MARKTEN
146.618
69.088
64.000
64.748
6325 DETAILHANDEL EN HORECA
224.762
246.650
229.700
232.985
TOTAAL BATEN
371.380
315.738
293.700
297.732
Resultaat voor bestemming
142.704
175.664
225.148
236.441
STORTINGEN IN RESERVES
-
-
71.088
71.088
ONTTREKKINGEN AAN RESERVES
-
-
7.588
5.505
SALDO MUTATIES RESERVES
0
0
63.500
65.583
142.704
175.664
288.648
302.024
SALDO PROGRAMMA 4
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen. Per saldo is er sprake van een nadeel van € 13.000. OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
N
€ 13.000
TOTAAL
N
€ 13.000
24
PROGRAMMA 5 ONDERWIJS De gemeente Bussum wil de jeugd en de jongeren voorbereiden op een actieve deelname aan de samenleving.
Algemeen doel 5.1 Hoogstaand en sluitend stelsel van huisvestingsvoorzieningen primair en voortgezet onderwijs
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Adriana van den Berg-van Bart
28 30
Wat hebben we bereikt? In 2014 is er samen met de schoolbesturen gewerkt aan het behoud van een goede kwaliteit van huisvestingsvoorzieningen, waarbij zoveel mogelijk aansluiting is gezocht bij de wensen van de gebruikers in het onderwijs. Deze zorg heeft plaatsgevonden binnen het kader van de landelijke wetgeving (wetten op het primair en voortgezet onderwijs, WPO en WVO) en de gemeentelijke verordening Huisvestingsvoorzieningen gemeente Bussum. De behoefte aan onderwijshuisvesting is gebaseerd op de leerlingenaantallen en de leerlingenprognoses, waarbij rekening is gehouden met toekomstige ontwikkelingen in en de samenstelling van de wijk.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Voorbereiden verbouwing en uitbreiding gebouw Opmaat Het gebouw van voorheen college De OpMaat aan de Graaf Florislaan 2 is herbestemd voor het basisonderwijs (Koningin Emmaschool). Hiermee wordt het knelpunt met betrekking tot de onderwijshuisvesting in het Spiegel opgelost. In 2014 is gewerkt aan het opstellen van een programma van eisen en de vertaling hiervan naar een ontwerp. Er heeft intern afstemming plaatsgevonden over de uitbreiding in afwijking van het bestemmingsplan ter voorbereiding van een bestemmingsplan wijziging. De stukken ten behoeve van een omgevingsvergunning en de aanbesteding zijn uitgewerkt. Uitvoeren Programma huisvestingsvoorzieningen 2014 en voorbereiding doordecentralisatie Het huisvestingsprogramma 2014 is uitgevoerd. In 2014 is, in overleg met het onderwijs, verder invulling gegeven aan de doordecentralisatie per 1 januari 2015. Het onderhoud aan onderwijsgebouwen voor het primair onderwijs is overgeheveld naar de schoolbesturen. De gemeente blijft in de nieuwe situatie wel verantwoordelijk voor de bekostiging van de volgende voorzieningen: nieuwbouw, uitbreiding, medegebruik (verhuur), constructiefouten (onder andere asbest), herstel in geval van bijzondere omstandigheden (calamiteiten als brand, diefstal, stormschade). Voor de onderdelen waar de gemeente wel verantwoordelijk voor blijft is in 2014 het huisvestingsprogramma 2015 opgesteld. Ook blijft de gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud van de gymzalen.
Algemeen doel 5.2 Samenhangende voorzieningen voor kinderen en jongeren op het gebied van onderwijs, (buitenschoolse) opvang, sport, welzijn
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Adriana van den Berg-van Bart / Nen van Ramshorst
Wat hebben we bereikt? In 2014 is er gewerkt aan het bevorderen van een doorgaande ontwikkelingslijn voor het (jonge) kind, waarbij school, opvang en andere activiteiten voor kinderen op elkaar aansluiten en elkaar versterken en bij voorkeur ook in samenhang met elkaar worden aangeboden.
25
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Handhaven kwaliteit en herijken subsidiering peuterspeelzalen In 2014 is de wettelijke taak van toezicht en handhaving op basis van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit Educatie (OKE) verder uitgevoerd. Het Rijk heeft het voornemen een stelselwijziging van de voorschoolse voorzieningen door te voeren, maar de concrete invulling hiervan laat op zich wachten. De invoering van de herijking van het peuterspeelzaalbeleid in Bussum is om die reden uitgesteld. Door het uitstel van de herijking ontstaat voldoende tijd om deze aan te laten sluiten bij de koers van het Rijk en gelijk te hamoniseren met Naarden en Muiden. Uitvoering geven aan leerlingenvervoer; opstellen nieuwe verordening en monitoren Het leerlingenvervoer betreft een wettelijke taak en voor de gemeente een open einde regeling. De kosten van leerlingenvervoer fluctueren sterk per jaar. Ten gevolge van de Wet Passend Onderwijs, die medio 2014 van kracht werd, was een wijziging van de verordening leerlingenvervoer noodzakelijk, onder andere vanwege veranderingen in de doelgroep. In 2014 is hiervoor de ‘verordening leerlingenvervoer Naarden Muiden Bussum 2014’ vastgesteld. Stimuleren inhoudelijke samenwerking en verbeteren beheer en exploitatie Breeduit Na bespreking van het rapport van de rekenkamercommissie en de commissienotitie 36 ‘Toekomstscenario’s Breeduit’ in december 2013 is de koers met betrekking tot Breeduit gewijzigd. Het plan ‘Van open naar beheersbaar’ is in 2014 niet uitgevoerd. In plaats daarvan is in 2014 een inventarisatie gemaakt van toekomstscenario’s voor Breeduit. Begin 2014 is een eerste quickscan voorgelegd aan de commissie welzijn op basis waarvan de commissie kaders heeft gesteld voor de verdere uitwerking van de inventarisatie.
Algemeen doel 5.3 Initiëren en ondersteunen activiteiten gericht op doelgroep achterstandsleerlingen
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Adriana van den Berg-van Bart
Wat hebben we bereikt? De gemeente heeft geïnvesteerd in onderwijsachterstandenbeleid. Doel was om de talenten van leerlingen zo optimaal mogelijk te ontplooien. Het gaat hierbij vooral om kinderen en jongeren die op grond van sociale, economische en culturele factoren minder kans hebben op een succesvolle schoolloopbaan. Om de positie van met name de leerlingen die extra begeleiding nodig hebben verder te versterken, heeft goede afstemming plaatsgevonden met andere partijen die op dit gebied inspanningen leveren; met name met de scholen die hierin een belangrijke rol hebben vanuit het passend onderwijs en met de aanbieders van volwasseneneducatie. Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Uitvoeren Nota Onderwijs Achterstanden Beleid 2012-2014 In de periode 2012-2014 was het accent in het onderwijsachterstandenbeleid in Bussum gericht op het vroegtijdig signaleren en bestrijden van onderwijsachterstanden en het terugdringen van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. De hierop gerichte activiteiten speelden zich grotendeels af in de wijken het Centrum en De Westereng (in en rond Breeduit). De volgende activiteiten werden in 2014 uitgevoerd: voor- en vroegschoolse educatie, verlengde schooldagactiviteiten, stapprogramma’s en het bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten. De schakelklas van de Koningin Emmaschool locatie Breeduit is vanwege de verhuizing naar de Fortlaan halverwege 2014 opgeheven. De directe gevolgen van de verhuizing van de Emmaschool Breeduit naar de Fortlaan zijn in kaart gebracht. Veel gewichtenleerlingen (leerlingen met een mogelijke achterstand) zijn doorgestroomd naar basisschool de Zonnewijzer. De gemeente is in overleg getreden met het schoolbestuur over verdere ondersteuning van deze leerlingen. Het onderwijsachterstandenbeleid, zoals vastgelegd in de nota Onderwijsachterstandenbeleid 20112014, is met één jaar verlengd. 26
Investeren in samenwerking Passend onderwijs De Wet Passend Onderwijs verplicht de samenwerkingsverbanden van het primair en voortgezet onderwijs om een ondersteuningsplan op te stellen waarin onder andere beschreven wordt hoe leerlingen onderwijsondersteuning wordt geboden. Over het concept van het ondersteuningsplan hebben de samenwerkingsverbanden OOGO overleg (op overeenstemming gericht overleg) gevoerd met de gemeenten, omdat elkaars beleid over en weer gevolgen heeft. De gemeente is namelijk verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de leerplicht, het leerlingenvervoer, de onderwijshuisvesting en het achterstandenbeleid. Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de zorg voor de jeugd. In 2014 is overeenstemming bereikt over de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden, met de voorwaarde dat de in de ontwikkelagenda opgenomen punten door de Stuurgroep en de samenwerkingsverbanden verder worden uitgewerkt. De ontwikkelagenda 2014-2018 bevat onder andere de volgende punten: • de consequenties van passend onderwijs voor het Sociaal domein zoals Wmo en AWBZ, • de aansluiting tussen schoolinterne zorg en de externe zorg (jeugdzorg), • de consequenties van passend onderwijs voor de tussenvoorzieningen voortgezet onderwijs • de consequenties van passend onderwijs voor leerlingenvervoer, • de consequenties van de gemeentelijke subsidieregeling voor schoolmaatschappelijk werk. Met de uitwerking van deze punten is in 2014 een begin gemaakt. Afstemmen aanbod volwasseneducatie Vanaf 2015 treedt de wetswijziging ten aanzien van volwasseneneducatie in werking: het ministerie van OCW stelt het budget niet langer per gemeente beschikbaar, maar per arbeidsmarktregio en de verplichte inkoop bij het ROC wordt fasegewijs afgebouwd. Door de relatief late totstandkoming van deze wetswijziging ontbrak in 2014 de tijd voor een gedegen voorbereiding op een regionaal programma educatie en een mogelijke aanbesteding bij andere aanbieders. De regiogemeenten hebben daarom eind 2014 ingestemd met voortzetting van de prestatieovereenkomst met het ROC in 2015.
Wat heeft het gekost? PROGRAMMA 5 ONDERWIJS
Primitieve begroting 2014
Realisatie 2013
Begroting incl. wijzigingen 2014
Realisatie 2014
6420 ONDERWIJS
1.858.267
1.095.463
1.718.629
1.762.295
6425 GEMEENSCH. UITGAVEN ONDERWIJS
3.344.580
4.484.422
3.062.844
2.976.779
TOTAAL LASTEN
5.202.848
5.579.885
4.781.473
4.739.074
6420 ONDERWIJS
129.599
-
80.055
779.331
6425 GEMEENSCH. UITGAVEN ONDERWIJS
129.468
382.904
155.404
151.523
259.067
382.904
235.459
930.855
4.943.781
5.196.981
4.546.014
3.808.220
-
-
-
-
TOTAAL BATEN Resultaat voor bestemming STORTINGEN IN RESERVES ONTTREKKINGEN AAN RESERVES SALDO MUTATIES RESERVES SALDO PROGRAMMA 5
1.300.244
713.873
-
-
-1.300.244
-713.873
0
0
3.643.536
4.483.108
4.546.014
3.808.220
27
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen. Per saldo is er sprake van een voordeel van € 738.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: VRIJVAL ONDERHOUDSVOORZIENING ONDERWIJS Als gevolg van de doordecentralisatie van het buitenonderhoud in het basisonderwijs is het niet langer nodig hiervoor een voorziening in stand te houden, wat resulteert in een vrijval van deze voorziening.
V
€ 700.000
ONDERWIJS ACHTERSTANDEN BELEID Op het onderwijsachterstandenbeleid is een gedeelte van de middelen niet gebruikt.
V
€ 57.000
VERVOER GYMNASTIEKLESSEN In 2014 is meer vervoer van en naar gymnastieklokalen geweest dan geraamd onder andere als gevolg van de duur van de verbouwing van de Opmaat.
N
€ 22.000
OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
V
€ 3.000
TOTAAL
V
€ 738.000
28
PROGRAMMA 6 KUNST EN CULTUUR De gemeente Bussum wil de inwoners ondersteunen bij het ontplooien (actief en passief) op cultureel en kunstzinnig gebied. Algemeen doel 6.1 Een breed aanbod van kunst- en culturele voorzieningen
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Nen van Ramshorst
Wat hebben we bereikt? De gemeente heeft de inwoners gestimuleerd om passief en actief te genieten van de cultuur in ons dorp. Daarom is geïnvesteerd in een gevarieerd cultuuraanbod, zijn evenementen gefaciliteerd en zijn er subsidies verstrekt aan culturele instellingen.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten)
35
46 62
Subsidiëren van diverse culturele instellingen en evenementen De in Bussum aanwezige voorzieningen, zoals Spant!, filmhuis en bibliotheek, worden ondersteund door subsidie en worden via de gemeentelijke media onder de aandacht van de inwoners gebracht. Bestaande evenementen, zoals Bussum Cultureel, Open Monumentendag, viering Koningsdag, Bussum op IJs en Spoorpop, hebben medewerking van de gemeente gekregen, bijvoorbeeld in de vorm van subsidie of ambtelijke inzet. Daarnaast ondersteunden we initiatieven vanuit inwoners en verenigingen. Bespreken jaarstukken Spant! en bibliotheek De jaarstukken van Spant! en bibliotheek zijn besproken in commissie en Raad. Stimuleren kunst in de openbare ruimte Het plaatsen van kunst in de openbare ruimte verlevendigt het aangezicht van het dorp. In 2014 is een start gemaakt met het aantrekken van een tijdelijk kunstwerk op de wisselsokkel op het Veerplein. Het beeld Mamadonna, wat in 2013 op de wisselsokkel stond, is aangekocht om een vaste plek te krijgen. Verder zijn ontwerpen gemaakt voor een kunstwerk voor de rotonde Ceintuurbaan/Dr.A.Kuijperlaan. Naast de aanwonenden zal ook Spant! betrokken worden bij de definitieve keuze. De kraaien op het kunstwerk nabij het gemeentehuis zijn alle gestolen. Besloten is om vooralsnog geen nieuwe kraaien aan te kopen, maar in een later stadium met de kunstenaar naar een oplossing te zoeken. Tenslotte zijn voorbereidende werkzaamheden getroffen om de restanten van de grote, door storm verwoeste, esdoorn op de hoek van de Meerweg en de Nieuwe ’s-Gravelandseweg om te vormen tot een Pinakel, als symbool voor de in het Spiegel veel voorkomende huisversiering.
29
Algemeen doel 6.2 Behoud van cultuurhistorisch erfgoed
Commissie: Ruimte Portefeuillehouder: Nen van Ramshorst
Wat hebben we bereikt? Onze ambitie om wat van cultuurhistorische waarde is, zoveel mogelijk te behouden was ook in 2014 het uitgangspunt. De Beleidsnota Cultuurhistorie Bussum en Besluit Ruimtelijke ordening vormen het kader van het ruimtelijk beleid, zoals bij onder andere monumentenzorg en het behoud van karakteristieke panden en wijken/buurten.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Actualiseren beleidsnota Cultuurhistorie Bussum De beleidsnota Cultuurhistorie Bussum is geactualiseerd en aangeboden aan de gemeenteraad ter eerste bespreking. De aanbevelingen uit de voorgaande nota zijn nagenoeg allemaal opgevolgd. Met de herziene nota is de nadruk komen te liggen op het realiseren van ‘behoud door ontwikkeling’ door het aangrijpen van mogelijkheden die op een verantwoorde wijze een nieuwe toekomst bieden aan de aanwezige cultuurhistorische waarden. Met betrekking tot het aanwijzen van gemeentelijke monumenten is in 2014 een inhaalslag ingezet. Inventarisatie van historisch geografische plekken en structuren en beeldbepalende panden. Het culturele en historische erfgoed van Bussum is waardevol. De gemeente doet veel aan behoud en versterking van het culturele en historische erfgoed. Het mooie moet worden behouden. Vooruitlopend op de nieuwe Omgevingswet is opdracht gegeven om belangrijke historisch geografische plekken en structuren in de gemeente inzichtelijk te maken via kaartmateriaal. Voorts zijn, in navolging van het centrum, nu ook voor de rest van Bussum alle beeldbepalende panden geïnventariseerd. De gemeente heeft bovendien bijgedragen aan en de coördinatie op zich genomen van de renovatie van de Hut van Van Eeden zodat dit belangrijke cultureel erfgoed behouden blijft voor Bussum. Renovatie lantaarn P.J. Lohmanplein In 2013 is de lantaarn, gemeentelijk monument, na vandalisme weggehaald. In 2014 is met burgerparticipatie en een financiële bijdrage van de Vrienden van het Spiegel, de lantaarn gerestaureerd en weer teruggeplaatst. In overleg met omwonenden is het pleintje opnieuw ingericht waarbij de lantaarn meer centraal is geplaatst en bovendien in een border met prikkelplanten is geplaatst, waarbij wij hopen dat dit vandalen zal weerhouden de lantaarn opnieuw te beschadigen. De bank, eveneens gemeentelijk monument, die op hetzelfde plein stond is ontdaan van graffiti en op de algemene begraafplaats geplaatst, nabij het monumentale graf van oud burgemeester Van Suchtelen van de Haare, aan wie de bank geschonken was ter ere van zijn 70ste verjaardag.
30
Wat heeft het gekost? PROGRAMMA 6 KUNST & CULTUUR
Realisatie 2013
6120 FESTIVITEITEN
14.976
6302 KERMISSEN, CIRCUSSEN EN EVENEMENTEN
Primitieve begroting 2014
Begroting incl. wijzigingen 2014
15.200
15.200
Realisatie 2014 13.433
24.423
15.500
16.500
9.014
6334 MONUMENTEN
406.542
123.227
84.616
76.235
6440 BIBLIOTHEEK
830.793
807.201
830.556
830.556
6445 THEATERS
855.243
658.132
786.699
790.429
6450 KUNST
287.963
295.816
297.691
272.668
35.721
49.802
49.802
35.543
2.455.661
1.964.878
2.081.064
2.027.878
6302 KERMISSEN, CIRCUSSEN EN EVENEMENTEN
19.733
20.000
24.000
18.326
6440 BIBLIOTHEEK
13.972
11.700
14.116
14.241
142.034
116.511
116.511
112.823
6455 VORMINGS- EN ONTW.WERK TOTAAL LASTEN
6445 THEATERS 6455 VORMINGS- EN ONTW.WERK
11.849
28.527
28.527
11.850
187.589
176.738
183.154
157.239
Resultaat voor bestemming
2.268.072
1.788.140
1.897.910
1.870.639
SALDO PROGRAMMA 6
2.268.072
1.788.140
1.897.910
1.870.639
TOTAAL BATEN
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen. Per saldo is er sprake van een voordeel van € 27.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: OMSCHRIJVING Er zijn op het gebied van subsidies Kunst en Thematentoonstellingen minder aanvragen ontvangen en ook minder subsidies toegekend.
V
€ 25.000
OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
V
€ 2.000
TOTAAL
V
€ 27.000
31
PROGRAMMA 7 SPORT EN RECREATIE Zoveel mogelijk Bussumers doen actief aan sport. Algemeen doel 7.1 Stimulering van sportbeoefening door specifieke groepen
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Lia de Ridder
Wat hebben we bereikt? De gemeente heeft de deelname van haar inwoners aan sport en spel gestimuleerd vanwege het positieve effect op gezondheid en sociale ontwikkeling. Hierbij is deelname aan het reguliere sport- en speelaanbod bevorderd en zijn zo nodig specifieke doelgroepgerichte activiteiten gestimuleerd.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Stimuleren sportdeelname en bewegen bij ouderen en jongeren Het uitvoeringsprogramma, zoals opgenomen in de Sportnota 2012 – 2016 was leidraad voor 2014. 46 Voor de eerste maal is in samenwerking met Sportfondsen en Squash en Welness het evenement Bussum sportief georganiseerd. Een evenement waar de Bussumse verenigingen in de gelegenheid worden gesteld zichzelf en met name hun sport aan de Bussumse inwoners te presenteren. Specifieke doelgroepen waaronder ouderen hebben de gelegenheid om zich sportief via Versa te ontwikkelen, die daar een speciaal activiteitenprogramma voor heeft opgesteld. Sportservice Noord Holland coördineert het aangepast sporten binnen gemeente Bussum en daarbuiten.
Algemeen doel 7.2 Gevarieerde en uitgebreide sportvoorzieningen
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Lia de Ridder
Wat hebben we bereikt? De gemeente heeft waar mogelijk en nodig de kwalitatief goede sportvoorzieningen verder ontwikkeld, dan wel een aanzet daartoe gegeven.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Uitvoeringsprogramma sport 2012-2016 In de zomerstop zijn bij voetbalvereniging Allen Weerbaar de kleedkamers volledig gerenoveerd en 37 voorzien van een modern systeem om legionella te voorkomen. Ook zijn de natuurgrasvelden van een nieuwe grasmat voorzien. De plannen voor de bouw van nieuwe kleedkamers bij HCAW zijn verder ontwikkeld. Start van de bouw wordt in 2015 verwacht. De bouw van een berging op sportpark Zuid heeft tot heden niet plaatsgevonden omdat het bestemmingsplan dat niet toestaat. Allereerst dient andere ruimte voor de daar gehuisveste toneelvereniging gevonden te worden, waarna (bouw)ruimte voor een berging ontstaat.
62
Wijzigen meerjarenafspraken Zandzee In 2014 heeft de verdere financiële ontvlechting van het sportcomplex (zwembad en sporthal) plaatsgevonden. Het onderhoud van het complex is daarmee ook naar de gemeente toegekomen. Overleg over het vernieuwen van de onderhoudsplannen voor het sportcomplex is in 2014 opgestart.
32
Algemeen doel 7.3 Goede recreatieve mogelijkheden waaronder speelplaatsen
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Nen van Ramshorst
Wat hebben we bereikt? In het belang van de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van kinderen heeft de gemeente voorzien in een aantal gevarieerde speelplaatsen op strategische plekken in het dorp en voor verschillende doelgroepen, om in de directe nabijheid van woningen het spelen op veilige plekken mogelijk te maken. Dergelijke speelplaatsen kunnen ook als een sociale ontmoetingsplek fungeren voor ouders en verzorgers.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten)
39
Uitvoeren Uitvoeringsprogramma Speelruimte 2013–2020 Op basis van de Nota Speelruimte 2013–2020 zijn de acties en maatregelen, zoals voor 2014 opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Speelruimte 2013–2020, uitgevoerd. Bewonersparticipatie heeft geleid tot eerdere voorbereidingen voor een nieuwe speelplek in het Spiegel (gepland 2015). Er is een locatie aangewezen voor een tijdelijke speelplek. De definitieve speelplek maakt deel uit van de ontwikkeling van Bensdorp. Ook zijn in samenwerking met jongeren de voorbereidingen voor de vervanging van de half pipe (skatebaan) in de Groene Long gestart. De speeltoestellen op het Eendrachtpark voldoen nog aan de eisen en zijn niet volgens planning verwijderd. De andere vervangingen (skatebaan Groene Long, speelplaats K.P.C. de Bazelstraat en een hinkelbaan op de Lothariuslaan, doeltjes in Gooiberg) schuiven op vanwege uitgelopen projecten (Van Galenlaan en Peppels). Wat heeft het gekost? Investeringen In 2014 zijn de speelvoorzieningen De Peppels en de Van Galenlaan gerealiseerd (€ 13.000).
PROGRAMMA 7 SPORT & RECREATIE 6344 SPEELVOORZIENINGEN 6430 ZWEMBAD 6435 SPORT EN RECREATIE TOTAAL LASTEN
224.147
269.734
203.496
1.112.600
1.712.898
2.025.789
1.423.769
1.297.907
1.348.797
1.321.738
3.330.718
2.634.654
3.331.429
3.551.024
484.424
28.418
1.301.364
1.632.451
89.080
60.478
64.478
71.052
573.504
88.896
1.365.842
1.703.503
2.757.214
2.545.758
1.965.587
1.847.521
-
-
-
-
1.282.473
96.618
-
-
-1.282.473
-96.618
0
0
1.474.741
2.449.140
1.965.587
1.847.521
TOTAAL BATEN
STORTINGEN IN RESERVES SALDO MUTATIES RESERVES SALDO PROGRAMMA 7
Realisatie 2014
480.098
6435 SPORT EN RECREATIE
ONTTREKKINGEN AAN RESERVES
Begroting incl. wijzigingen 2014
1.426.851
6430 ZWEMBAD
Resultaat voor bestemming
Primitieve begroting 2014
Realisatie 2013
33
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen Per saldo is er sprake van een voordeel van € 118.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: SPEELVOORZIENINGEN Bij de vaststelling van de nota Activabeleid in 2013 is afgesproken om investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut in één keer af te boeken. Omdat nog niet alle investeringen conform planning zijn afgerond ontstaat in 2014 een voordeel.
V
€ 66.000
ZWEMBAD Door de financiële ontvlechting van het sportcomplex en de gevolgen hiervan voor de nieuwe meerjarenafspraken (inkomsten en uitgaven) met Sportfondsen Bussum BV is er een incidenteel voordeel. Dit voordeel betreft het saldo van diverse baten en lasten waaronder de verrekening van onderhoudskosten, het afrekenen van voordelige exploitatieresultaten van voorgaande jaren, de verrekening van onroerendezaakbelastingen en verzekeringen in verband met wijziging van het eigendom.
V
€ 18.000
EXPLOITATIEVERGOEDING GYMZALEN De exploitatievergoeding aan Sportfondsen voor het beheer en onderhoud van de gymnastieklokalen is lager vastgesteld.
V
€ 18.000
OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
V
€ 16.000
TOTAAL
V
€ 118.000
34
PROGRAMMA 8 ZORG EN WELZIJN Sociaal domein Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet, de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Participatiewet. Taken die bij provincie, Rijk of de zorgverzekeraar lagen komen bij de gemeenten en/of worden gebundeld in een regeling. Voor het Sociaal domein stond het jaar 2014 daarom geheel in het teken van het voorbereiden van deze zogenoemde transities op het Sociaal domein. Er is gekozen voor een integrale benadering van het Sociaal domein, met een centrale rol voor de gemeente. Gemeente Bussum heeft hiermee gezorgd voor een integraal werkende toegang tot individuele voorzieningen, waarbij wordt uitgegaan van de vraag en inwoners ondersteund worden bij het zelfstandig deelnemen aan de samenleving. De voorbereidingen op de transities Sociaal domein zijn eind 2013 gestart en in 2014 verder uitgewerkt. Er staat per 1 januari 2015 een integraal werkende uitvoeringsdienst die de vraag centraal stelt en de inwoners ondersteunt bij het zelfstandig deelnemen aan de samenleving. In 2014 is voor de komende vier jaar integraal beleid ontwikkeld op het ‘Sociaal domein’. Een integrale beleidsnota Sociaal domein is vastgesteld en drie subnota’s waarin de onderwerpen gemeentelijke dienstverlening, individuele maatwerkvoorzieningen en de afstemming tussen passend onderwijs en jeugdhulp zijn uitgewerkt. In 2014 is de beleidsontwikkeling gestart, gericht op het voorveld, de inzet van inwoners en de toegankelijkheid van onze gemeente. Het beleid is samen met de gemeenten Naarden en Muiden ontwikkeld en ook de uitvoeringsdienst werkt voor de drie gemeenten.
Algemeen doel 8.1 Alle (ook kwetsbare) inwoners kunnen meedoen aan de samenleving
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Gerard Boekhoff
40
Wat hebben we bereikt? Vanaf 2015 gaan gemeenten meer taken uitvoeren maar krijgen daarvoor minder geld. De overheveling van taken vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en Jeugdzorg geven ook de mogelijkheid om nieuwe kansen te benutten. Het is een belangrijke bestuurlijke opgave om de balans te vinden tussen mogelijkheden voor intelligent maatwerk en een goed collectief voorzieningenniveau. Dit moet worden bereikt zonder onnodige bureaucratie waarbij de vraag centraal staat. Er is nieuw beleid opgesteld en vastgesteld waarmee de gemeente de nieuwe taken per 1 januari 2015 kan gaan uitvoeren. Er is een Uitvoeringsdienst Sociaal domein ingericht die de vraag van de bewoner kan articuleren en voorziet in de behoefte van de inwoner. Daarnaast zijn vooral de kwetsbare inwoners versterkt door middel van diverse projecten en subsidies.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Realiseren Transitie van AWBZ naar Wmo Conform de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 hebben we het Wmo-beleidsplan 2012-2015 herzien, door het Beleidsplan Sociaal domein 2015-2018 vast te stellen. Daarnaast is de Wmo-verordening 2015 vastgesteld. Het beleidsplan Sociaal domein bestaat uit een strategische nota en meerdere subnota’s. In de subnota ‘Grip op het bestaan’ staan onder andere de uitgangspunten voor de inkoop en uitvoering van AWBZ-begeleiding beschreven, als ook de uitgangspunten voor de bezuiniging op de huishoudelijke hulp (Compensatie Huishoudelijke Taken). In 2014 hebben we met de andere gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek het inkooptraject ‘begeleiding, dagactiviteit en kortdurend verblijf’ gerealiseerd. Er zijn 61 aanbieders gecontracteerd. Het contract voorziet daarmee in een breed aanbod, voor een realistische prijs. Ook het inkooptraject Beschermd Wonen is gerealiseerd. Daarnaast hebben we het contract met de aanbieders van Compensatie Huishoudelijke Taken herijkt. 35
In de vormgeving van de transitie is de Kanteling naar integraal en vraaggestuurd werken in 2014 voortgezet en uitgebreid van de Wmo naar de andere domeinen in het Sociaal domein. Wmo-voorzieningen kopen we regionaal in en de contracten worden regionaal beheerd. Zowel de Kanteling als het contractbeheer brengen financiële effecten met zich mee. Op het totale Wmo-budget is in 2014 een voordeel van €753.000 behaald. Realiseren integrale toegang In de subnota ‘Gemeentelijke dienstverlening’ hebben we de aanpak om te komen tot een integrale toegang beschreven. We hebben ervoor gekozen de integrale toegang op één centrale plek onder te brengen, in de Uitvoeringsdienst Sociaal Domein. De Uitvoeringsdienst Sociaal domein is daarmee de uitvoeringsorganisatie voor inwoners van Bussum, Naarden en Muiden en zetelt in het gemeentehuis van Bussum. Om de integrale toegang goed toegankelijk te maken is advies ingewonnen bij cliëntvertegenwoordigers. Hun ervaringskennis is toegepast op de inrichting en bereikbaarheid. In 2014 is er hard gewerkt om te realiseren dat inwoners vanaf 1 januari 2015 bij de gemeente terecht kunnen met hun vragen op het terrein van Wmo, Jeugd en Werk en inkomen. In december 2014 is de integrale toegang gerealiseerd. Vanuit de toegang wordt bekeken of sprake is van een meervoudige of een enkelvoudige vraag en kan zo nodig een onderzoek worden gestart om de vraag te verhelderen. Via interne en externe sollicitatieprocedures hebben we mensen kunnen plaatsen in de nieuwe teams, waarbinnen meerdere disciplines zijn vertegenwoordigd. Voor de Uitvoeringsdienst Sociaal domein is de naam ‘Wijzer’ gekozen. Wijzer was het Wmo-loket van de gemeente en genoot van daaruit naamsbekendheid bij de inwoners. Met communicatie is ingezet op de uitbreiding van de dienstverlening van Wijzer; van alleen Wmo, naar Wmo én Jeugd én Werk en Inkomen. Bevorderen van de inclusieve samenleving In 2014 is aandacht besteed aan inclusief recreëren, specifiek aan het vergroten van de toegankelijkheid van recreatief winkelen in Bussum en het buiten recreëren in de natuur. Waar in 2013 de focus lag op de rol/verantwoordelijkheid van de gemeente zelf lag nu de focus op het betrekken en stimuleren van winkeliers, horeca en natuurbeheer van Goois Natuurreservaat en Natuurmonumenten. Het Platform Wmo speelde een belangrijke rol in het schouwen van locaties. In 2014 is in samenwerking met organisatoren van de landelijke Week van de Toegankelijkheid (waaronder de landelijke koepel Ieder(in)) ook aandacht besteed aan toegankelijkheid van het verenigingsleven in Naarden, Muiden en Bussum. Er is een netwerkbijeenkomst georganiseerd met ervaringsdeskundigen in de gemeenten (waaronder die van het Steunpunt LFB en het Platform WMO), waarbij verenigingen uit Naarden, Muiden en Bussum zijn uitgenodigd. Er is ingezet op bewustwording en er zijn praktische plannen gemaakt en uitgevoerd. Inclusief denken en doen is opgenomen als kernwaarde in de visie voor de nieuwe gemeente. In de (fusie) kerngroep dienstverlening Gooise Meren is actief ervaringskennis opgehaald over de dienstverlening en informatievoorziening ten behoeve van de nieuwe gemeente. Hervormen collectieve basisvoorzieningen In oktober 2014 is het Beleidsplan Sociaal domein Naarden, Muiden, Bussum 2015-2018 vastgesteld. Naast de drie subnota’s die tegelijk met het strategische beleidsplan zijn vastgesteld, is begonnen aan de drie subnota’s ‘Toegankelijke samenleving: iedereen doet mee’, ’De inwoners aan zet’ en ‘Basisvoorzieningen op orde’. Met deze subnota’s worden speerpunten vastgesteld om te werken aan een voor iedereen toegankelijke samenleving, met een goed functionerend maatschappelijk voorveld waardoor inwoners vanuit hun eigen kracht en mogelijkheden deelnemen aan de samenleving. Naar aanleiding van de transitie van MEE Utrecht Gooi & Vecht hebben wij in 2014 in regionaal verband afspraken gemaakt over de continuering van de dienstverlening van MEE in 2015 en het bedrag dat daarvoor beschikbaar is. Ten behoeve van de subsidieverlening op lokaal niveau is een regionaal subsidiekader voor cliëntondersteuning opgesteld. Wij hebben in 2014 in regionaal verband een impuls gegeven aan het versterken van de inzet van ervaringsdeskundigen in de basisvoorzieningen. Ervaringsdeskundigen kunnen een waardevolle bijdrage leveren voor het creëren van duurzame oplossingen voor cliënten. Ook is de inbreng van ervaringsdeskundigen onmisbaar bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. Vanuit de regionale sociale agenda is aan MEE subsidie verleend voor de ontwikkeling van expertise en advies over de vraag hoe ervaringsdeskundigheid beter tot zijn recht kan komen in de ondersteuning en
36
hulpverlening en voor de ontwikkeling van een breed toegankelijke database en klankbordgroep van getrainde ervaringsdeskundigen. Communiceren naar inwoners over transities In 2014 is de communicatie over de transities vormgegeven en uitgevoerd. Met de communicatie naar inwoners is ingezet op 1) wat verandert er? 2) wat kunt u van ons als gemeente verwachten? en 3 wat verwachten wij van u? Er is daarbij zoveel mogelijk vanuit de integrale visie op de drie decentralisaties gecommuniceerd. In de klantcommunicatie is uitgegaan van het perspectief van de klant en er is aangesloten bij de bestaande communicatiestructuren van de verschillende doelgroepen. Ten aanzien van de concrete veranderingen is aangesloten bij de communicatie van de Rijksoverheid (ministeries van VWS en SZW). Daar waar het beleid en de uitvoering van de regiogemeenten gelijk waren, is regionale samenwerking gezocht in de vormgeving en uitvoering van de communicatie, zoals het gezamenlijk formuleren van klantbrieven en het vervaardigen van ondersteunende communicatiemiddelen.
45
Uitvoeren Pilot persoonsvolgend financieren mantelzorgondersteuning De pilot persoonsvolgend financieren mantelzorg, vrijwillige thuishulp en buddyzorg is gestart in 2013 met een looptijd van twee jaar. De pilot is in de loop van 2014 geëvalueerd. Het tijdstip van de evaluatie (in de loop van 2014 in plaats van aan het einde van de pilotperiode) is gekozen om zoveel mogelijk aan te kunnen sluiten bij de ontwikkelingen in het kader van de transities binnen het Sociaal domein. De evaluatie heeft onder andere geleid tot het besluit om mantelzorgondersteuning blijvend persoonsvolgend te financieren. Op deze manier ontvangen mantelzorgers en hun zorgvragers maatwerkoplossingen die aan hun behoeften voldoen. Ook heeft de evaluatie geleid tot aanbevelingen die worden meegenomen in de verschillende projecten in de Lokale Transitie Agenda. Tevredenheidsonderzoek Wmo Het wettelijk verplichte, jaarlijkse tevredenheidsonderzoek is uitgevoerd via de regionale Wmomonitor. In 2014 is de Wmo-monitor doorontwikkeld naar een monitor Sociaal domein waarmee vanaf 2015 ook de nieuwe maatwerkvoorzieningen in het Sociaal domein gemonitord kunnen worden. Faciliteren zorgvernieuwingsprojecten Middelen voor zorgvernieuwingsprojecten vanuit de Wmo zijn bedoeld om in te spelen op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en zorg. In 2014 hebben wij subsidie verstrekt voor de pilot Sociale Innovatie. Deze pilot is gericht op sociale duurzaamheid en is deels vanuit het programma duurzaamheid gesubsidieerd. In de pilot is een nieuwe methode uitgeprobeerd om Bussumse inwoners niet alleen te verbinden maar ook te activeren om dingen te doen voor anderen in hun omgeving. De resultaten en bevindingen worden meegenomen in de subnota ’De inwoner aan zet’ die hoort bij het Beleidsplan Sociaal domein 2015 -2018 en bij de invulling van de functie van de ideeënmakelaar. In 2014 hebben wij subsidie verstrekt voor de driejarige pilot Steunpunt LFB in Bussum. Het LFB staat voor Landelijke Federatie Belangenbehartiging voor en door mensen met een verstandelijke beperking. Ervaringsdeskundigen met een beperking organiseren activiteiten om mensen met een verstandelijke beperking te versterken en om Bussum voor hen toegankelijk te maken. In 2013 is het Steunpunt gestart in Breeduit. Dit project is in 2014 geadopteerd door de regio Gooi en Vechtstreek en (deels) gefinancierd met een provinciale subsidie. Dit veroorzaakt het positief resultaat van het zorgvernieuwingsbudget. Ook hebben we in 2014 subsidie verstrekt aan Stichting Maatjes voor een project ‘Dynamisch Duo’, een nieuwe variant van het bestaande Maatjesproject, gericht op het verbeteren van de leefstijl van de deelnemer. Mensen met psychiatrische aandoeningen hebben vaak gezondheidsproblemen. De levensverwachting is ongeveer twintig jaar lager dan bij de gemiddelde Nederlander, wat direct samenhangt met een ongezonde leefstijl. Ook nieuw is dat bij dit project ervaringsdeskundigen worden ingezet als maatje én als trainer/coach voor de vrijwilligers die zelf geen achtergrond in de Geestelijke Gezondheidszorg hebben. Realiseren inkomensondersteuning voor mensen met een beperking De terugkoppeling op dit onderwerp is meegenomen in programma 9.2
37
46
Behandelen en vaststellen jaarlijkse en eenmalige welzijnssubsidies Bij de toetsing van subsidieaanvragen is rekening gehouden met de in het Meerjarenwelzijnskader 2013-2016 neergelegde doelen en wegingsfactoren. Zo is bijvoorbeeld gekeken naar de doelmatigheid en toegankelijkheid van activiteiten, maar ook of een activiteit aantoonbaar aansluit bij de vraag vanuit de samenleving. Daarnaast is ook gekeken of organisaties openstaan voor verbindingen en vernieuwing en of er oog is voor een duurzaam resultaat. In 2014 zijn alleen aanvragen voor jaarlijkse subsidies behandeld, die in 2012 of 2013 nog niet meerjarig verleend waren voor de looptijd van het Meerjarenwelzijnskader. Ook zijn - in verband met de op handen zijnde fusie – subsidies alleen verleend voor2015. Verder is in 2014 een aantal aanvragen voor eenmalige subsidies behandeld. Er zijn in 2014 minder eenmalige subsidies aangevraagd en minder subsidies toegekend. De duidelijkheid die het Meerjarenwelzijnskader biedt over wat subsidiabel is heeft hier aan bijgedragen. Ook is er (incidenteel) een aantal jaarlijkse subsidies niet aangevraagd in 2014. Dit is mede oorzaak voor een positief financieel resultaat subsidies in 2014. In 2014 zijn de jaarlijkse subsidies die voor 2013 zijn verleend, vastgesteld. Op basis van de verleende jaarlijkse subsidies in 2013 over 2014 is een subsidieregister gepubliceerd op de website.
Algemeen doel 8.2 Een zo gunstig mogelijke uitgangssituatie voor Bussumse jeugd
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Nen van Ramshorst
De jeugd is de toekomst. Het is dan ook van groot belang dat jeugd in Bussum veilig en gezond kan opgroeien, de gelegenheid heeft eigen talenten te ontwikkelen, deel kan nemen aan de samenleving en een passende bijdrage kan leveren. Het beleid richt zich op het versterken van de pedagogische civiele samenleving (dat wil zeggen de ondersteuning die opvoeders elkaar onderling kunnen bieden), het in stand houden van een adequaat aanbod aan algemene voorzieningen en het realiseren van vraaggerichte voorzieningen gericht op participatie voor jeugdigen en hun gezinnen. Specifiek wordt ingezet op de mogelijkheid eigen initiatieven te realiseren voor jongeren. Wat hebben we bereikt? We hebben geïnvesteerd in het creëren van een zo gunstig mogelijke uitgangssituatie voor de Bussumse jeugd zodat de jeugd in Bussum veilig en gezond kan opgroeien en de gelegenheid heeft haar talenten te ontwikkelen. In 2014 was onze inzet gericht op de transitie jeugd door de invoering van de Jeugdwet. In onze afspraken met maatschappelijke organisaties die zich richten op jeugd, maakten we de kanteling naar een flexibele inzet die, meer dan voorheen, gericht was op de behoeften en wensen van de doelgroep. In het Beleidsplan Sociaal domein en de bijbehorende subnota’s is ook het beleid gericht op de jeugdigen en hun ouders voor de komende vier jaar vastgesteld. Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Versterken pedagogisch klimaat Het versterken van het pedagogisch klimaat was aanvankelijk onderdeel van de nota preventief jeugdbeleid, die uiteindelijk een notitie jeugd en jongerenwerk is geworden. Het uitwerken van het onderdeel pedagogisch klimaat moet vorm krijgen in samenhang met de nieuwe taken op het Sociaal domein, waaronder het uitvoeren van de Jeugdwet. Gemeente Bussum heeft ervoor gekozen het beleid van het terrein van jeugdhulp onderdeel uit te laten maken van het beleid op het Sociaal domein. Hierdoor kan maatschappelijke ondersteuning, maatschappelijk deelnemen en ondersteuning van gezinnen en jeugdigen in samenhang worden bezien.
41
Onderzoeken integratiemogelijkheden Jeugdgezondheidszorg en Centrum voor Jeugd en Gezin De taken van het huidige Centrum voor Jeugd en Gezin zijn het bieden van informatie, advies over opvoeden en opgroeien en het bieden van lichte opvoedondersteuning. De Jeugdgezondheidszorg maakt de omslag naar een vraaggerichte organisatie, met aandacht voor gezondheid, ontwikkeling en opvoeding. Daarbij past een verdere integratie van taken die door beide organisaties worden
38
uitgevoerd. We hebben in 2014 de mogelijkheden en kansen die integratie van jeugdgezondheidszorg en Centrum voor Jeugd en Gezin kunnen bieden onderzocht, zowel in termen van bereik en kwaliteit als efficiëntie en kosten. Dit heeft geleid tot het besluit om de integratie medio 2015 te realiseren. Voorbereiden transitie Jeugd De beleidsmatige voorbereidingen van de transities op het Sociaal domein zijn in 2014 in de regio gezamenlijk opgepakt. In het lokale Beleidsplan Sociaal domein 2015-2018 en de bijbehorende subnota’s beschrijven we hoe we de komende vier jaar vorm en inhoud willen geven aan de ondersteuning van jeugdigen en gezinnen, het ondersteunen van eigen kracht en het bevorderen van maatschappelijke deelname, steeds uitgaande van de vraag van de jeugdige en zijn ouders. Daarnaast is de verordening jeugdhulp opgesteld, die conform het perspectief op vraaggericht werken, een sterk procedurele rol heeft. Inwoners mogen rekenen op passend onderzoek naar de vraag en een toekenning van voorziening die bijdraagt aan het versterken van de eigen mogelijkheden en het zelfstandig deelnamen aan de samenleving. In samenwerking met gemeenten in de regio, geformaliseerd in het samenwerkingsverband Regio Gooi en Vechtstreek, heeft gemeente Bussum vormen van jeugdhulp ingekocht en organisaties gesubsidieerd die vormen van jeugdhulp aanbieden. Met vijf organisaties zijn subsidieafspraken gemaakt en met 68 aanbieders zijn contracten afgesloten voor jeugd GGZ, begeleiding in het kader van de jeugdwet en jeugdzorg plus. Hierdoor is gerealiseerd dat er per 1 januari 2015 voldoende jeugdhulp beschikbaar is. Uitvoeren pilot kernteam toegang/proeftuin vervroegde toegang De gemeente heeft in een pilot ‘Kernteam toegang’ ervaringen opgedaan met integraal werken, om deze nieuwe taak in de vingers te krijgen. Ter voorbereiding op de vormgeving van de integraal werkende toegang , is er binnen de pilot door een multidisciplinair team (kernteam) samen met de cliënt afgewogen wat in die situatie eventueel extra nodig zou zijn vanuit de uitgangspunten ‘vraaggestuurd’, ‘integraal’ en ‘participatie bevorderend’. Het kernteam in Bussum is in de loop van 2014 onderdeel geworden van de regionale proeftuin vervroegde toegang. In het project vervroegde toegang werden medewerkers van Bureau Jeugdzorg onderdeel van het kernteam toegang, dat zich richtte op de meer complexe jeugdhulp. Deze medewerkers voerden daarmee hun Bureau Jeugdzorg taken uit binnen een gemeentelijke context. De bedoeling van de pilot was dat gemeenten kennis op konden doen van de werkwijze van Bureau jeugdzorg, en tegelijk de stap konden maken naar de integrale vraaggestuurde en participatiebevorderende werkwijze. De pilot heeft bijgedragen aan toename van kennis over het jeugddomein, een versterking van de relatie met het ‘voorveld’ en een start met integraal werken. Opstellen lokaal beleidsplan jeugdhulp De jeugdwet vraagt gemeenten om een beleidsplan jeugd vast te stellen waarin de gemeentelijke visie op jeugdhulp worden opgenomen en kaders en doelen worden beschreven op het gebied van onder andere toegang en aanbod van jeugdhulp, de uitvoering van preventie en de specialistische zorg. Gemeente Bussum heeft ervoor gekozen om de Jeugdhulp integraal onderdeel te laten uitmaken van het Beleidsplan Sociaal domein. Met deze invulling heeft Bussum voldaan aan de eisen van de Jeugdwet. Op basis van het Beleidsplan Sociaal domein is een verordening Jeugdhulp opgesteld en zijn nadere regels vastgesteld ten aanzien van deze verordening op uitvoeringsniveau. Opstellen Meerjarig beleidskader jeugdhulp 2015–2019 en uitvoeringsplan 2015 (maart 2015) Het Meerjarig beleidskader jeugdhulp is ondergebracht in het Beleidsplan Sociaal domein. Meer specifiek zijn hierover in de subnota ‘Grip op het bestaan’ kernwaarden en kernkeuzes opgenomen. Omdat ervoor gekozen is om integraal beleid te laten vaststellen, is er geen apart Meerjarig beleidskader en uitvoeringsplan opgesteld.
43 42
Invullen speerpunten Lokaal jeugdbeleid In januari 2014 werd de notitie ‘Kaders jongerenwerk en jongerenparticipatie’ vastgesteld en kreeg het jeugdbeleid een nieuwe invulling. Op basis van de notitie is de pilot ambulant jongerenwerk van Versa voortgezet, waarbij het locatie gebonden jongerenwerk werd verlaten en vervangen door een vindplaatsgerichte werkwijze. Meer dan voorheen legden de jongerenwerkers hierbij contact met de jeugd op hangplekken en met buurtbewoners. Dit heeft geleid tot minder meldingen rondom de hangplekken, meer respect tussen jongeren en buurtbewoners, meer bewustwording bij de beide partijen en meer wooncomfort.
39
Het jaar 2014 was ook de start van een driejarige pilot met Stichting Talent And Dreams (STAD), waardoor jongeren een vaste plek kregen om hun ideeën te verwezenlijken. STAD werkt vraaggericht, waardoor de projecten goed aansluiten bij de jongeren. Met de vestiging van stichting STAD in Bussum zijn in 2014 de eerste tekenen van een ondernemende jongerencultuur zichtbaar geworden. Bewaken kwaliteit kinderopvang Het bewaken van de kwaliteit van de kinderopvang draagt bij aan de ontwikkeling en veiligheid van kinderen in hun eerste jaren. Het aanbieden van verantwoorde kinderopvang in een gezonde en veilige omgeving is daarom belangrijk. Door middel van een adequaat handhavingsbeleid is het bij wet aan ons toebedeelde toezicht op kinderopvang en peuterspeelzalen inhoud gegeven. In een aangepast Handhavingsmodel zijn de meest recente wetswijzigingen verwerkt. Hiermee is bereikt en bevorderd dat voorzieningen voor kinderopvang en peuterspeelzalen voldoen aan wet- en regelgeving. Algemeen doel 8.3 Bewustwording van inwoners van de leefsituatie en culturele achtergrond van de ander, zowel lokaal als mondiaal
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Nen van Ramshorst
We realiseren ons dat Bussumers steeds mondialer denken en werken. Mensen zijn zich bewust van de wereld om zich heen en wij willen een actief burgerschap bevorderen, ook over onze grenzen heen. Wij streven naar een samenleving waar inwoners zich gedragen als mondiale burgers; waar gelijkwaardigheid van mensen, besef van wederzijds afhankelijkheid en het nemen van gedeelde verantwoordelijkheid centraal staan. In een globaliserende wereld waarin jongeren dagelijks in aanraking komen met invloeden uit andere landen is mondiaal burgerschap bij uitstek een belangrijk onderwerp om de jeugd mee kennis te laten maken. Wat hebben we bereikt? We hebben geïnvesteerd in het bewust maken en betrekken van de Bussumse inwoners bij mondiale en duurzame ontwikkelingen. Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Uitvoeren Millenniumdoelen In 2014 zijn door de gemeente activiteiten gefaciliteerd en gesubsidieerd op de Dag van de Duurzaamheid en de Internationale vrouwendag en is de Wereldwinkel (Bussum Wereldwijd) gesubsidieerd. Daarnaast heeft in de tweede helft van 2014 een kleine co-financiering plaatsgevonden ten behoeve van een benefietwedstrijd, gericht op bewustzijnsbevordering van de jeugd bij de leefsituatie en culturele achtergrond van de ander. Uitvoeren integratiebeleid Met de Marokkaans Culturele Vereniging (MCV) en de Turks Culturele Vereniging (TCV) is intensief overleg gevoerd, over toekomstige huisvesting na het vertrek uit de Huizerweg 54 en over de subsidiering van de activiteiten van de verenigingen. Het anti discriminatiebureau ontving in 2014 een zeer forse stijging van het aantal meldingen (van 11 naar 25) voor Bussum. Deze stijging werd grotendeels veroorzaakt door meldingen naar aanleiding van de uitspraken van Geert Wilders op de uitslagenavond van de gemeenteraadsverkiezingen (meer of minder Marokkanen). Door een grote landelijke instroom van asielzoekers is de taakstelling asielzoekers voor de gemeente Bussum in 2014 flink gestegen. Door een beperkt woningaanbod is de taakstelling in 2014 niet volledig gerealiseerd. De significant hogere instroom van asielzoekers zal vanaf 2015 extra druk zetten op de inzet van de gemeente op bijvoorbeeld bijstand, minimabeleid en onderwijsachterstandenbeleid.
40
Algemeen doel 8.4 Het bevorderen van een optimale gezondheid van de inwoners door het bieden van passende gezondheidszorg
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Gerard Boekhoff/Nen van Ramshorst
De gemeente wil bijdragen aan optimale gezondheid. Randvoorwaarden hiervoor zijn een gezonde levensstijl, een gezonde omgeving, een sluitend zorgaanbod en een goede toegankelijkheid van het zorgaanbod voor iedereen. Wat hebben we bereikt? Informatie, advies en preventieve activiteiten hebben bijgedragen aan de bewustwording van de inwoners en scholen voor een gezond en veilig leven. Alle scholen in het Voortgezet Onderwijs hebben rookvrije schoolpleinen. Het percentage opgenomen jongeren van 16 jaar door overmatig alcoholgebruik is afgenomen, dat van de 17 jarigen bleef gelijk ten opzichte van 2013. Wat hebben we hiervoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Stimuleren van samenwerking met eerstelijnszorgaanbieders In 2014 hebben wij gewerkt aan de verbinding tussen het gemeentelijke Sociaal domein en het medische domein. Daartoe zijn in regionaal verband afspraken gemaakt met zorgverzekeraar Achmea over de inkoop van niet toewijsbare verpleegkundige zorg in onze regio. Per 1 januari 2015 heeft de wijkverpleegkundige nieuwe taken gekregen met betrekking tot het verbinden van de eerstelijns zorg en het Sociaal domein. Dit valt onder de zogenoemde ‘niet-toewijsbare zorg’. Voor Bussum zijn de middelen voor niet toewijsbare zorg toegewezen aan de zorgaanbieders Vivium en Amaris. Eind 2014 is met deze partijen een verkenning gestart ten behoeve van de invulling van de samenwerking op wijkniveau. Stimuleren ontwikkeling gezondheidscentra De gemeente stimuleert en ondersteunt de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden, in de vorm van gezondheidscentra, indien daar vanuit de eerstelijnszorg behoefte aan is. In 2014 bleek hiervoor geen concrete vraag te bestaan. Uitvoeren van preventieprogramma’s Twee bestaande collectieve preventieprogramma's voor de jeugd zijn in samenwerking met de GGD voortgezet: Gooi in Beweging (gezond gewicht: voeding, drinken van water, bewegen en opvoeding) en Samen aan de Slag (preventie schadelijk alcoholgebruik). Hierbij hebben wij ons gericht op een gezamenlijke inspanning van verschillende partijen door middel van voorlichtingsactiviteiten gericht op jongeren, ouders, sportverenigingen, scholen en alcoholverstrekkers. Dit alles vond zoveel mogelijk plaats in de leefwereld van de doelgroepen. Voorbeelden zijn de aanleg van een beweegtegel bij een hangplek voor jongeren, voorlichting in huiselijke kring of sportkantine door Drugsadvies.nl, terugkoppeling aan jonge comazuipers door Jellinek, uitdelen Boete of Kanskaart door bureau Halt en het uitvoeren van mysteryshopacties door Buro Nuchter.
31
Door de leeftijdsverhoging voor de verkoop van alcohol en het gebruik hiervan in openbare ruimten naar 18 jaar, hebben de negen regiogemeenten en de GGD in het kader van het programma Samen aan de Slag het Preventie- en Handhavingsplan 2014-2016 geactualiseerd. Realiseren taakstelling GGD De GGD moet volgens de vernieuwde Wet Publieke Gezondheid vormgeven aan een ‘contactmoment’ adolescenten. Aan de GGD is gevraagd deze opgave te realiseren binnen de bestuursopdracht Jeugdgezondheidszorg. In deze bestuursopdracht is de GGD gevraagd zich om te vormen naar een meer vraaggericht werkende organisatie. Onderdeel van de opdracht is om het in de wet opgenomen contactmoment in samenspraak met het onderwijs, budgettair neutraal vorm te geven. Hiermee is de bezuinigingstaakstelling GGD afgerond.
41
Wat heeft het gekost? PROGRAMMA 8 ZORG & WELZIJN 6468 INDIVIDUELE VOORZIENINGEN
5.813.671
5.051.986
994.245
1.070.809
1.068.791
918.728
1.264.748
1.470.146
1.557.288
1.558.164
5.149
-
-
-
2.514.892
2.510.889
2.250.187
1.978.925
6479 INVOERING SOCIAAL DOMEIN TOTAAL LASTEN
Realisatie 2014
5.908.676
6474 KINDEROPVANG 6476 GEZONDHEIDSZORG
Begroting incl. wijzigingen 2014
5.498.776
6470 MAATSCH.BEGELEIDING & ADVIES 6472 SOCIAAL-CULTUREEL WERK
Primitieve begroting 2014
Realisatie 2013
-
-
1.396.579
797.454
10.277.810
10.960.520
12.086.515
10.305.257
967.721
888.000
888.000
879.563
-
2.500
2.500
-
6468 INDIVIDUELE VOORZIENINGEN 6470 MAATSCH.BEGELEIDING & ADVIES 6472 SOCIAAL-CULTUREEL WERK
71.952
12.497
31.629
117.343
367.010
80.286
155.788
150.866
-
-
487.935
487.935
TOTAAL BATEN
1.406.683
983.283
1.565.852
1.635.707
Resultaat voor bestemming
8.871.127
9.977.237
10.520.663
8.669.550
937.978
205.122
2.329.122
2.180.926
6476 GEZONDHEIDSZORG 6479 INVOERING SOCIAAL DOMEIN
STORTINGEN IN RESERVES ONTTREKKINGEN AAN RESERVES
389.584
40.000
1.329.615
420.971
SALDO MUTATIES RESERVES
548.394
165.122
999.507
1.759.956
9.419.521
10.142.359
11.520.171
10.429.506
SALDO PROGRAMMA 8
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen Per saldo is er sprake van een voordeel van € 1.090.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: INDIVIDUELE VOORZIENINGEN Vooruitlopend op de transities zijn we in de uitvoering al in 2013 begonnen met de Kanteling. Dit is een proces dat zich ook in 2014 verder heeft voortgezet. Ook kopen we Wmo-voorzieningen sindsdien regionaal in en worden de contracten regionaal beheerd. Zowel de Kanteling als het contractbeheer brengen financiële effecten met zich mee. Op het totale Wmo-budget is in 2014 een voordeel van € 753.000 behaald. Hier tegenover staat wel een incidenteel nadeel door extra kosten voor het regionale contractbeheer op het product invoering Sociaal domein.
V
€ 753.000
PILOT PERSOONSVOLGENDE FINANCIERING Binnen de pilot persoonsvolgend financieren mantelzorg, vrijwillige thuishulp en buddyzorg is minder uitgegeven dan begroot. In de evaluatie van de pilot is aangegeven dat bezuinigen geen doelstelling van de pilot was. De persoonsvolgende financiering en maatwerkoplossingen vanuit het brede gesprek hebben echter wel bijgedragen aan een doelmatige besteding van het Wmo-budget.
V
€ 87.000
DECENTRALISATIEUITKERING CJG In plaats van zelf activiteiten te organiseren, is het initiatief meer neergelegd bij de instellingen, zoals bijvoorbeeld kinderdagverblijven en scholen, voor het meer gericht organiseren van activiteiten. Hierdoor zijn de kosten gedaald.
V
€ 83.000
42
SUBSIDIES Er zijn in 2014 minder eenmalige subsidies aangevraagd en minder subsidies toegekend. Hier heeft meer duidelijkheid over de inhoudelijke doelstellingen voor de subsidieaanvragers aan bijgedragen. Niet alle gelden voor millennium doeleinden zijn uitgegeven: de subsidie aan Versa voor aatschappelijke stages is minder dan begroot, na overleg met het Voorgezet Onderwijs over de afbouw van de maatschappelijke stages in het schooljaar 2013-2014, Jeugd en jongerenwerk is op een andere manier gesubsidieerd. Op basis van de nota ‘kaders jongerenwerk en jeugdparticipatie’ is de inzet verschoven van locatie gebonden jongerenwerk naar ambulant jongerenwerk. Op budget dat was gereserveerd voor incidentele activiteiten en projecten voor jeugd en wijkactiviteiten voor jeugd is in 2014 geen beroep gedaan door inwoners of instellingen. Dit alles heeft een voordeel opgeleverd.
V
€ 138.500
HUURINKOMSTEN CONSULTATIEBUREAU De verantwoordelijkheid voor de kosten voor de huisvesting consultatiebureaus is in 2014 overgegaan van de regio naar de gemeenten. De regiobegroting is hiervoor verlaagd. Deze wijziging was in 2014 nog niet in de gemeentelijke begroting verwerkt.
N
€ 40.500
WMO Op een tiental reguliere posten is minder uitgegeven dan geraamd omdat activiteiten zijn gecombineerd met projectmatige werkzaamheden in het kader van de transities binnen het Sociaal domein. De uitgaven hiervoor zijn geboekt op het programmabudget van de Lokale Transitie Agenda. Dat leidt op dit product tot een voordeel van € 220.000.
V
€ 220.000
SOCIAAL DOMEIN In 2014 zijn er - zoals opgenomen in het regionaal uitvoeringsprogramma Sociaal domein - enkele extra niet geraamde incidentele lasten voor onder meer contractbeheer aan de gemeente in rekening gebracht.
N
€ 160.000
OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
V
€ 9.000
TOTAAL
V
€ 1.090.000
43
PROGRAMMA 9 WERK EN INKOMEN De gemeente Bussum wil ervoor zorgen dat inwoners niet afhankelijk zijn van een uitkering en kunnen leven boven de armoedegrens. De gemeente streeft naar actieve participatie van inwoners en zo min mogelijk inwoners afhankelijk van een uitkering. Uitgangspunt is dat iedereen die kan werken, moet werken; arbeidsparticipatie staat voorop en de gemeente ondersteunt daarbij.
Algemeen doel 9.1 Actieve participatie inwoners en zo min mogelijk inwoners afhankelijk van een uitkering
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Gerard Boekhoff
Wat hebben we bereikt? Het Bussumse cliëntenbestand is, ondanks een hogere instroom, relatief beperkt gestegen omdat we de uitstroom op peil hebben weten te houden, met name de uitstroom naar betaald werk. De deelname aan vrijwilligerswerk en parttime werkzaamheden is gestimuleerd.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten)
47
Verstrekken uitkeringen en stimuleren arbeidsparticipatie Eind 2014 hadden 520 huishoudens een bijstandsuitkering. De druk op de bijstand is nog steeds hoog. Er zijn in het afgelopen jaar 314 bijstandsaanvragen behandeld, waarvan er 212 daadwerkelijk zijn toegekend. Het aantal aanvragen is in 2014 met 17 procent gestegen. De meeste uitkeringen zijn toegekend wegens afloop van een werkloosheidsuitkering of wegens vestiging in de gemeente. Het aantal toekenningen is groter dan het aantal beëindigingen, waardoor het uitkeringsbestand steeg met 7,2 procent. Als gevolg hiervan namen ook de uitkeringslasten toe. De arbeidsmarkt is licht verbeterd. De toename van het aantal vacatures is nu, na een korte opleving, echter gestopt. We waren in staat evenveel inwoners naar een betaalde baan toe te leiden als in 2013. In 2014 hebben we met Opstap naar werk verder geïnvesteerd in arbeidstoeleiding en re-integratie. Door samenhang aan te brengen tussen intensieve begeleiding en coaching, matching en inzet van werktrajecten zijn cliënten klaargestoomd voor arbeidsdeelname. Omdat de arbeidsmarkt stagneert, zijn we meer met proefplaatsingen en werkervaringsplaatsen gaan werken om de stap voor werkgevers en cliënten gemakkelijker te maken. Daarnaast hebben we ons meer gericht op parttime werk en vrijwilligerswerk omdat dit vaak een opstap is naar volledige arbeidsdeelname. Eind 2014 kregen 58 cliënten partiële inkomsten en waren 65 cliënten actief met vrijwilligerswerk. De werkervaringsplaatsen waarbij cliënten werkritme en ervaring opdoen laten bij de eerste evaluatie een uitstroom van bijna 30% zien. Verruiming individuele bijzondere bijstand en invoering kostendelersnorm Het was de bedoeling dat de categoriale bijzondere bijstand met ingang van 1 juli 2014 zou worden afgeschaft en de individuele bijzondere bijstand voor daadwerkelijke kosten per gelijke datum zou worden verruimd. In 2014 bleek invoering onmogelijk te zijn en heeft het Rijk de ingangsdatum verschoven naar 1 januari 2015. Tegelijkertijd met de verruiming van de individuele bijzondere bijstand zou de kostendelersnorm worden ingevoerd, maar ook deze invoering is verschoven naar 1 januari 2015. In 2014 is een project gestart om de kostendelersnorm per 1 januari 2015 te kunnen invoeren voor nieuwe gevallen. Voor degenen die op 31 december 2014 al een uitkering ontvingen bestaat er overgangsrecht. Deze groep is geïnformeerd over een mogelijke wijziging in de uitkering in de loop van 2015. Invoering Participatiewet In 2014 is regionaal samengewerkt bij het ontwikkelen van beleid voor de invoering van de Participatiewet, waarbij afstemming is gezocht met de transities Jeugd en Wmo. Hiervoor zijn in Bussum het beleidsplan Sociaal domein en de subnota ‘Grip op het Bestaan’ vastgesteld. De visie is 44
verder uitgewerkt in de verordeningen die in december zijn vastgesteld. Bij het opstellen van de verordeningen is ook regionaal samengewerkt. Het invoeringsplan Participatiewet, waarin de wijze van uitvoering van de Participatiewet is beschreven, is tegelijkertijd met de verordeningen vastgesteld. Omdat de instroom in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) per 1 januari 2015 stopt, is in 2014 binnen het Werkvoorzieningsschap Tomingroep gewerkt aan een nieuwe werkwijze voor de bestaande Wsw-doelgroep. Hierbij wordt de verbinding gezocht met de doelgroepen uit de Participatiewet, om te kijken of de faciliteiten en kennis van de Tomingroep benut kunnen worden bij het verhogen van de participatie van het cliëntenbestand. Eind 2014 is door gemeenten, het UWV, sociale partners en het ROC samengewerkt bij de voorbereidingen om begin 2015 een regionale Werkkamer te laten starten. Deze werkkamer wordt een netwerkplatform, waarbinnen partijen samenwerken om problemen op de arbeidsmarkt aan te pakken, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. De belangrijkste taak van deze regionale Werkkamer wordt de invulling van de afspraken over de garantiebanen. De regiogemeenten en de Tomingroep ontwikkelen samen een regionale werkgeversdienstverlening ten behoeve van de doelgroepen van de Participatiewet. Daarbij wordt samengewerkt met het UWV. Het nieuwe werkgeversteam moet in het voorjaar van 2015 operationeel worden en onze lokale werkgeversdienstverlening overnemen.
Algemeen doel 9.2 Armoede en sociaal isolement tegengaan
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Gerard Boekhoff
Wat hebben we bereikt? We hebben voor een breder toegankelijk aanbod gezorgd door particuliere initiatieven en organisaties die actief zijn op het gebied van armoede en schulden meer met elkaar in contact te brengen. Ook hebben wij het voorlichtingsmateriaal over gemeentelijke regelingen naar de inwoners verbeterd. Minder mensen zijn in problematische schulden gekomen door het preventieve schuldhulpverleningsaanbod van de gemeente.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten)
49
Uitvoeren Minimabeleid Door de huidige economische situatie zijn steeds meer mensen aangewezen op een minimuminkomen. We hebben in het kader van het project ‘Maximaal voor minimaal’ alle lokale organisaties en initiatieven voor mensen die leven van een minimuminkomen met elkaar in contact gebracht door een speeddatebijeenkomst te organiseren en daarmee de netwerken te verbeteren. Er is een facebookpagina van ‘Maximaal voor minimaal’ gemaakt, waarop de organisaties met elkaar in contact kunnen blijven. Deze pagina wordt beheerd door de gemeente. In samenwerking met de cliëntenraad is bekeken hoe de voorlichting aan mensen met een laag inkomen het beste vormgegeven kan worden. Het is namelijk van belang dat alle inwoners, die recht hebben op tegemoetkomingen, ook daadwerkelijk weten van welke regelingen zij gebruik kunnen maken. Daarvoor is een nieuwe, meer overzichtelijke voorlichtingsfolder ontwikkeld en hebben vier voorlichtingsbijeenkomsten plaatsgevonden. De nazorg schuldhulpverlening is ingebed in de uitvoering en er is meerdere keren een cursus preventie van schulden gegeven, bestemd voor alle inwoners. Voor deze cursus was maar beperkt animo. In 2014 is een toename in beschermingsbewind waargenomen. De gemeente is wettelijk verplicht deze kosten vanuit de bijzondere bijstand te vergoeden.
45
Per 2014 zijn de Compensatie Eigen Risico (CER) en de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) door het Rijk afgeschaft omdat de regelingen onvoldoende ten goede kwamen aan de doelgroep. Inwoners die via deze regelingen recht hadden op een financiële tegemoetkoming krijgen dat in 2015 niet meer. We hebben een vervangende regeling vastgesteld waarmee inwoners die leven van een laag inkomen in aanmerking kunnen komen voor een compensatie van €100,- voor het wettelijke eigen risico van de ziektekostenverzekering. Voor de uitvoering van de eenmalige koopkrachttegemoetkoming - een opdracht vanuit het Rijk - is beleid ontwikkeld. Alle rechthebbende inwoners hebben tijdig de tegemoetkoming ontvangen.
Algemeen doel 9.3 Actieve handhaving en fraudebestrijding
Commissie: Welzijn Portefeuillehouder: Gerard Boekhoff
Wat hebben we bereikt? Terug- en invordering Op grond van de wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid is terug- en invordering weer als verplichting opgenomen in de wet. Dat betekent dat het bestaande beleid is aangepast. Er is wettelijk geen ruimte meer voor keuzemogelijkheden en uitzonderingen. Dit beleid is vastgelegd in nieuwe beleidsregels.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
48
Terug- en invordering De bestuurlijke handhaving, zoals controles aan de poort en thema-controles, heeft in 2014 een besparingsbedrag van € 204.000 opgeleverd (het besparingsbedrag wordt berekend over één jaar uitkering). In enkele gevallen is een onderzoek door de Sociale Recherche ingesteld. Afschaffen Periodieke Verklaring In 2014 is op verzoek van de cliëntenraad een project gestart om de maandelijkse Periodieke Verklaring (= inkomstenverklaring) af te schaffen. Vanaf 1 januari 2015 moeten cliënten alleen nog maar een formulier insturen als er iets wijzigt. Tweemaal per jaar ontvangen alle cliënten een voor ingevuld mutatieformulier. Dit levert voor cliënten een grote administratieve lastenverlichting op en daarnaast een besparing van het milieu en kosten.
46
Wat heeft het gekost?
PROGRAMMA 9 WERK & INKOMEN 6460 BIJSTAND C.A.
Realisatie 2013
Primitieve begroting 2014
Begroting incl. wijzigingen 2014
Realisatie 2014
9.075.131
8.916.664
9.758.462
9.758.583
319.473
317.500
317.500
299.832
6464 SOCIALE WERKGELEGENHEID
1.664.738
1.678.479
1.715.332
1.757.845
6465 PARTICIPATIE
2.209.602
1.837.629
2.073.594
2.034.644
485.664
417.792
466.972
441.809
6462 INKOMENSVOORZIENINGEN
6466 MAATSCH.DIENSTVERL. SOZA 6480 SOCIALE RECHERCHE
457.817
498.770
498.770
498.770
14.212.425
13.666.834
14.830.630
14.791.482
8.178.034
7.720.078
8.182.475
8.288.371
1.110
2.000
2.000
1.437
6464 SOCIALE WERKGELEGENHEID
1.635.262
1.562.463
1.599.316
1.630.944
6465 PARTICIPATIE
1.091.205
632.597
1.057.264
1.003.259
2.150
-
-
-
TOTAAL LASTEN 6460 BIJSTAND C.A. 6462 INKOMENSVOORZIENINGEN
6466 MAATSCH.DIENSTVERL. SOZA 6480 SOCIALE RECHERCHE TOTAAL BATEN Resultaat voor bestemming
401.972
437.859
437.859
441.724
11.309.734
10.354.997
11.278.914
11.365.734
2.902.691
3.311.837
3.551.716
3.425.748
375.666
468.592
-
-
STORTINGEN IN RESERVES ONTTREKKINGEN AAN RESERVES
261.135
262.124
2.621.962
2.621.962
SALDO MUTATIES RESERVES
114.531
206.468
-2.621.962
-2.621.962
3.017.222
3.518.305
929.754
803.786
SALDO PROGRAMMA 9
47
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen. Per saldo is er sprake van een voordeel van € 126.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: BIJDRAGEN DIENSTVERLENING NAARDEN EN MUIDEN In 2014 heeft er een uitbreiding van de personele bezetting plaatsgevonden in verband met de grote drukte bij de afdeling Sociale Zaken. Voor deze uitbreidingskosten is een bijdrage ontvangen van de deelnemende gemeenten Naarden en Muiden, welke nog niet in de begroting was meegenomen.
V
€ 239.000
BIJZONDERE BIJSTAND De eenmalige koopkrachttegemoetkoming is in 2014 in opdracht van het Rijk uitgevoerd. Alle mensen in het cliëntenbestand van de gemeente kregen de tegemoetkoming automatisch uitgekeerd. De gemeente heeft hiervoor een budget ontvangen. Door het Rijk is er landelijk gecommuniceerd via de media; daarnaast heeft de gemeente ook lokaal gecommuniceerd. Uiteindelijk is op de helft van budget aanspraak gemaakt door cliënten. Omdat we enkele producten goedkoper hebben kunnen inkopen, zoals de cursus ‘Baas over je budget’, hebben we een voordeel kunnen realiseren op preventieve schuldhulpverlening (budget kwetsbare groepen). Ook het budget langdurigheidstoeslag is niet volledig benut.
V
€ 114.000
MINIMAREGELINGEN De uitgaven op het Doe-budget zijn in 2014 groter geweest dan in 2013, maar zijn nog altijd lager dan het geraamde budget. Eind 2014 heeft de fusiecommissie Sociaal domein geadviseerd over de bestemming van de middelen ten behoeve van intensivering armoedebeleid.
V
€125.000
BESLUIT BIJSTANDSVERLENING ZELFSTANDIGEN (BBZ) Dit jaar is er meer verleend bedrijfskrediet afgelost dan het Rijk voor de gemeente Bussum had berekend, hetgeen resulteert in een incidenteel voordeel van € 80.000.
V
€ 80.000
WWB<65 De toename van het cliëntenbestand heeft geleid tot een toename van de uitkeringslasten. Daarnaast is ook de rijksbijdrage lager uitgevallen als gevolg van wijzigingen in het landelijke macrobudget.
N
€ 420.000
EXTERNE ADVISERING HILVERSUM Bij de uitvoerende gemeente Hilversum hebben zich in het kader van de BBZ meer zelfstandigen aangemeld voor het saneren van schulden. Om te kunnen beoordelen of men in staat is om terug te betalen wordt extern bedrijfskundig advies ingewonnen.
N
€ 30.000
BIJDRAGE STADSBANK IN HET KADER VAN SCHULDHULPVERLENING Er is in 2014 minder beroep gedaan op schuldhulpverleningstrajecten van de Kredietbank. Gemiddeld waren er tien mensen minder in traject in vergelijking met 2013.
V
€ 30.000
OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
N
€ 12.000
TOTAAL
V
€ 126.000
48
PROGRAMMA 10 NATUUR EN MILIEU De gemeente Bussum streeft een duurzame en leefbare omgeving na, waarbij de milieurisico’s beperkt zijn.
Algemeen doel 10.1 Behoud en verbetering van het woon/leefmilieu en de natuurwaarden
Commissie: Ruimte Portefeuillehouder: Nen van Ramshorst Lia de Ridder
Wat hebben we bereikt? De gemeente Bussum heeft gewerkt aan het optimaliseren van een kwalitatief hoogwaardig woon- en leefmilieu. Daarbij ging het zowel om het fysieke milieu boven als onder de grond, schoon (grond-) water, schone lucht, schone grond en een natuurlijke, groene omgeving waar veel diversiteit is in flora en fauna. De gemeente werkt bij de realisering van de natuur- en milieuambities nauw samen met (regionale) partijen als de GNR, GAD en de OFGV die namens de regionale gemeenten ook uitvoering geven aan gemeentelijke beleidsdoelstellingen.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Waterkwaliteit en rioolreconstructies In het kader van het Waterkwaliteitsspoor wordt binnen het project Westereng het regenwater van circa 4 hectare aan verhard oppervlak afgekoppeld. Westereng deelplan 1-3 zijn inmiddels gereed en deelplan 4 en 5 zijn respectievelijk in uitvoering en voorbereiding. Vanuit het verbreed gemeentelijk rioleringsplan en de regenwateroverlast van juli 2014 is extra aandacht besteed aan wateroverlast in Bussum. De overlast is geanalyseerd en zijn meerdere oplossingsrichtingen onderzocht waarvan er al één is uitgewerkt in het voorlopig ontwerp aanleg hemelwaterafvoer Hett Spiegel. De voorbereiding voor het project ‘Veldheimerlaan/Botweg’ is eind 2014 afgerond. Railschermenproject Bussum Er is gestart met fase 1 van het plaatsen van kokosgeluidsschermen langs het spoor. De meeste schermen van fase 1 zijn geplaatst. Maatregelen nota Bomen implementeren In 2014 is de Nota Bomen vastgesteld. In het Uitvoeringsprogramma Bomen is onder andere het opstellen van een ‘gereedschapskist’ opgenomen. De kist omvat criteria voor het omgaan met bestaande bomen in projecten. De criteria zijn in concept gereed. De gereedschapskist omvat ook gerichte maatregelen voor de aanleg en beheer van bomen. In het kader van de fusie vindt de beleidsharmonisatie van het bomenbeleid en het uitvoeringsprogramma van de 3 gemeenten na de fusie plaats.
Algemeen doel 10.2 Samen met bewoners zorgdragen voor een schoon en goed functionerend openbaar gebied
Commissie: Ruimte Portefeuillehouder: Nen van Ramshorst Lia de Ridder
Wat hebben we bereikt? De gemeente Bussum heeft gewerkt aan een kwalitatief hoogwaardig woon- en leefmilieu tegen zo laag mogelijke kosten. Daarbij ging het zowel om het fysieke milieu boven als onder de grond, schoon (grond-)water, schone lucht, schone grond en een natuurlijke, groene omgeving waar veel diversiteit is 49
in flora en fauna. Daarnaast zijn de Bussumse inwoners gestimuleerd om zelf actief bij te dragen aan het behoud en verbeteren van de eigen leefomgeving.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten)
51
50
Integraal Beheer Openbare Ruimte (inclusief Beheer Kwaliteit Plan) Er is in 2014 gestart met een proef naar de verlaging van de beeldkwaliteit van het centrum van hoogwaardig naar normaal. Deze proef is bij de behandeling van de begroting in de commissie Ruimte besproken. In verband met de korte proefperiode is de proef verlengd tot de looptijd van één jaar zodat alle seizoenen zijn gepasseerd. Bij de behandeling van de begroting 2015 is in een presentatie de noodzaak voor verdere doorontwikkeling van de monitoring, de eigen verantwoordelijkheid van gebruikers ten aanzien van zwerfvuil en de mogelijkheid van participatie aan de orde geweest. Aan het einde van de looptijd van de proef zal worden geëvalueerd. Op het terrein van het beheer openbare ruimte zijn veel initiatieven met inwoners gestart, onder andere: Koninginneweg Is gebaseerd op een buurtinitiatief voor herinrichting van het plantsoen en onderhoud door de bewoners. Speelplek Herenstraat De bewoners hebben het initiatief genomen voor realisering van een speelplek. Resultaat is de aanwijzing van een speelplek op de Nieuwe Spiegelstraat en de bereidheid tot (sleutel)beheer. Prinses Margrietplantsoen Dit betreft het verzoek voor aanleg van een buurttuin. Initiatiefnemers gaan een plan maken voor een kleinere oppervlakte van het gemeenteplantsoen. Kamerlingh Onnesweg Dit betreft een verzoek tot het bespeelbaar maken van een deel van de middenberm en het hondenpoepvrij maken van de middenberm. PMR Versteegplantsoen Hier gaat het om een initiatief voor herinrichting en onderhoud van het pleintje. Bijenkasten in de openbare ruimte Op de Algemene Begraafplaats zijn op verzoek van de imkervereniging Bussum bijenkasten geplaatst. Lange Heul, complex Heulstraat Dit betreft een initiatief van bewoners om mee te denken over de inrichting van een gemeentelijke groenstrook en het verrichten van onderhoud door bewoners. Nieuwe Brink Betreft het initiatief van een ondernemer voor groene aankleding van de openbare ruimte. Er ligt een plan en er liggen afspraken over het beheer. Tien bomen voor Bussum Betreft de uitvoering van het raadbesluit van 13 november 2014 inzake de markering van het einde van de gemeente Bussum met de aanplant van tien bomen op tien locaties. Via een oproep bepaalt de Bussumse gemeenschap de locaties en de keuze van de bomen. Wipperoen Betreft het initiatief voor het gebruik van de plek van een te verwijderen gebouw.
Huishoudelijk afval en biomassa Het portefeuillehoudersoverleg Milieu van de Regio heeft in 2012 de ambitie vastgesteld om 70% van het afval gescheiden in te zamelen in 2019. De GAD heeft opdracht gekregen een structuur te ontwikkelen om het hergebruik van huishoudelijk afval te verhogen tot 70% (eind van dit decennium) en op de lange termijn zelfs naar (bijna) 100%. Om te kijken hoe we in de regio een hoger hergebruikpercentage kunnen krijgen, is in 2014 onderzocht wat de meest optimale wijze van inzameling is. Hiervoor zijn pilots in Bussum en Huizen uitgevoerd. Op basis van de resultaten wordt een modelkeuze ontwikkeld. De gemeente Bussum heeft samen met de regiogemeenten een contract voor de afvoer en verwerking van biomassastromen (gemeentelijk hout-, snoei- en plantsoenafval).
50
Algemeen doel 10.3 Het bevorderen van duurzaamheid
Commissie: Ruimte Portefeuillehouder: Lia de Ridder
Wat hebben we bereikt? In 2014 valt op dat de toenemende betrokkenheid van Bussumers bij duurzaamheid blijvend is. Initiatieven uit het verleden leven nog steeds en ontwikkelen zich door. Duidelijk is ook dat het netwerk van betrokken Bussumers zoekt naar onderlinge verbinding en samenwerking. De rol van de gemeente Bussum verschuift hierdoor. Naast het faciliteren van initiatieven is de gemeente Bussum partner geworden in het netwerk van duurzaamheidinitiatieven dat in samenwerking met elkaar werkt aan de verduurzaming van Bussum. Een voorbeeld hiervan is het laatste duurzaamheidcafé over ‘samenwerken aan duurzaamheid’ waar ingezet werd op het stimuleren en verbinden van initiatieven.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Versterking van de duurzaamheidambities in het gemeentelijke beleid Enkele voorbeelden zijn: • het recyclen van oude lichtmasten via het ‘Take back programma’ van Sapa; • deelname in een meerjarig regionaal project om 4000 woningen duurzamer te maken; • het project ‘Sociale innovatie’ waarin een nieuwe methode uitgeprobeerd werd om Bussumse inwoners te verbinden en te activeren om dingen te doen voor anderen in hun omgeving; • de installatie van een tweede serie zonnepanelen op het dak van het gemeentehuis in samenwerking met de coöperatieve vereniging Watt Nu U.A. De installatie van de zonnepanelen was mogelijk door de financiële bijdrage van 54 Bussumers die één of meerdere aandelen van 100, 200 of 400 euro in een zonnepaneel investeren. De Bussumse Milieuraad heeft viermaal een advies uitgebracht over het Bussumse Milieu- en Duurzaamheidbeleid. De advisering betrof de Nota Bomen, Perspectiefnota 2015, verduurzaming gemeentelijk vastgoed en verduurzaming evenementen. Met betrekking tot de Nota Bomen is het advies om het belang van de instandhouding van bomen bij de uitvoering van ruimtelijke projecten te onderkennen in de definitieve nota opgenomen. Verder is afgesproken dat de Milieuraad bij de uitwerking van criteria over het al of niet behouden van bomen meedenkt. Naar aanleiding van het advies over de Perspectiefnota werd op een aantal punten de zorg van de Milieuraad gedeeld. Zo is het voorstel om de energiesubsidies af te schaffen geschrapt en blijft het stimuleren van biodiversiteit en biologisch groenbeheer overeind. Naar aanleiding van de adviezen over verduurzaming gemeentelijk vastgoed en verduurzaming evenementen is de Milieuraad uitgenodigd om mee te denken op welke wijze de verduurzaming te realiseren is. Het ‘Jaarverslag Milieu en Duurzaamheid 2013’ is in september vastgesteld.
53
Het goede voorbeeld geven in de eigen bedrijfsvoering De gemeente Bussum blijft fairtrade koffie, thee en suiker in de eigen organisatie gebruiken. In de bedrijfskantine biedt Tomin biologische en dagverse producten aan. Daarnaast wordt papier betrokken bij een leverancier die CO2 neutraal werkt. De post van de gemeente Bussum wordt CO2 neutraal verstuurd. Verder koopt de gemeente Bussum haar stroom groen in, is duurzaamheid een criterium bij inkoop en wordt het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer gestimuleerd. Een actieve rol in de maatschappelijke dialoog over duurzame ontwikkeling In 2014 zijn twee duurzaamheidcafés georganiseerd: een café ging over de ‘doe-democratie’ en het andere café stond stil bij ‘samenwerken aan duurzaamheid’. In dit laatste café ontstonden 11 ideeën die bijdragen aan een duurzamer Bussum. Bij elk idee zijn concrete afspraken gemaakt over de verdere uitwerking. Op initiatief van de gemeente Bussum hebben vijf grote ondernemers (waaronder de gemeente Bussum) in januari een CO2 convenant getekend. Dit convenant zet in op 10% CO2 reductie. Ook in 2014 is er een Natuur- en Milieueducatief aanbod voor het basis- en voortgezet 51
onderwijs gerealiseerd. Eind 2014 is aan het netwerk van betrokken Bussumers gevraagd hoe zij over het programma ‘Bussum bewust’ denken en welke ideeën en wensen er voor de toekomst zijn. De resultaten hiervan worden meegenomen in een raadsvoorstel over de continuering van het programma Bussum bewust, met daarin tevens een doorkijk naar duurzaamheid in de nieuwe gemeente Gooise Meren.
54
Informeren, stimuleren en faciliteren van inwoners, bedrijven en (maatschappelijke) organisaties In 2014 werd de rol van het verbinden- en stimuleren van initiatieven belangrijker. Duidelijk werd dat het netwerk van betrokken Bussumers bij milieu en duurzaamheid verbinding en samenwerking zoekt. Dit doet een beroep op de rol die Bussum speelt om samen met anderen te werken aan een duurzame samenleving. Daarnaast hebben we in de krant twee keer over een thema, te weten energie en Dag van de Duurzaamheid, een artikel geplaatst. Regelmatig zijn er artikelen in de krant geplaatst over milieu- en duurzaamheid activiteiten zoals de streekmarkten van Tafel4, de Repair Cafés en Watt Nu. De volgende initiatieven uit de Bussumse samenleving zijn gefaciliteerd: markt van Stichting Tafel4 (voor de laatste keer), de Bussumse Groenteclub, Stichting ‘…in Bussum Natuurlijk’, project Sociale Innovatie en Watt Nu. Sinds oktober kunnen particuliere huiseigenaren subsidie aanvragen voor de verduurzaming van hun huis. In oktober 2014 was na één jaar tijd het subsidieplafond bereikt van de energiesubsidie ‘bestaande woningen’. 179 Particuliere huiseigenaren hebben voor € 55.544 aan subsidie aangevraagd. Dit brengt de totale investering in het verduurzamen van de huizen op € 504.111.
52
Wat heeft het gekost? Investeringen Reguliere renovatie van plantsoenen (onder andere herinrichting Lomanplein) alsmede afronding van de herstructurering van de Spijkerstraat, Veldheimerlaan/Botweg en Westereng (deelplan 1 en 2) hebben in 2014 geleid tot additionele investeringen in groen voor een bedrag van € 74.000. Naast genoemde herstructureringsprojecten is in 2014 ook de herinrichting Papaverstraat afgerond. Dit heeft geleid tot additionele investeringen in riolering voor een bedrag van € 577.000. PROGRAMMA 10 NATUUR EN MILIEU 6340 GROENVOORZIENINGEN
Primitieve begroting 2014
Realisatie 2013 2.161.198
6342 WATERPARTIJEN
Begroting incl. wijzigingen 2014
1.796.860
1.857.761
Realisatie 2014 1.892.389
14.100
15.784
13.334
13.942
220.887
185.704
180.534
174.669
6350 RIOOLBEHEER
2.715.008
3.288.212
2.419.522
2.378.097
6355 AFVAL
6346 NATUURBESCHERMING
3.265.128
3.214.967
3.214.967
3.196.909
6370 BODEM
244.605
98.854
98.854
149.523
6372 MILIEUBELEID
122.690
113.088
113.088
113.088
6374 MILIEUZORG
685.311
692.344
772.244
670.183
TOTAAL LASTEN
9.428.928
9.405.813
8.670.304
8.588.800
7.503
8.000
8.000
6.459
11.923.012
3.902.735
2.988.206
3.002.489
5.437.822
3.741.607
3.582.563
3.527.351
169.000
-
-
490.043
6340 GROENVOORZIENINGEN 6350 RIOOLBEHEER 6355 AFVAL 6370 BODEM 6374 MILIEUZORG
24.057
10.800
30.800
5.085
TOTAAL BATEN
17.561.393
7.663.142
6.609.569
7.031.428
Resultaat voor bestemming
-8.132.465
1.742.671
2.060.735
1.557.372
STORTINGEN IN RESERVES
-
-
10.594.405
10.663.029
50.000
130.978
428.059
261.755
-50.000
-130.978
10.166.347
10.401.274
-8.182.465
1.611.693
12.227.082
11.958.646
ONTTREKKINGEN AAN RESERVES SALDO MUTATIES RESERVES SALDO PROGRAMMA 10
53
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen. Per saldo is er sprake van een voordeel van € 268.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: GROENVOORZIENINGEN Er is in 2014 minder beplanting aangekocht. De beplanting voor de Westereng is uit het project gefinancierd. Buiten deze herinrichting om zijn er beperkt vervangingen uitgevoerd. Op wijkgroen is een tekort ontstaan. De bezuiniging op het integraal beheer van de openbare ruimte van € 200.000 is op calculatiebasis over de programma’s 3 en 10 verdeeld. In de praktijk blijkt dat er kleine inkoopverschillen tussen de programma’s zijn gerealiseerd. Op straatreiniging is een overschot en op wijkgroen (dit programma) is een tekort ontstaan. In zijn totaliteit is de bezuiniging op het integraal beheer van de openbare ruimte gerealiseerd maar vraagt om een aanpassing tussen de programma’s. Bij de vaststelling van de nota Activabeleid in 2013 is afgesproken om investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut in één keer af te boeken. Het nadeel heeft betrekking op de in 2014 afgesloten herinrichtingsprojecten Ceintuurbaan, Spijkerstraat, Papaverstraat en Westereng deelplan 1 en 2. De afboeking (N € 62.000) wordt gedekt door een onttrekking uit de hiervoor destijds ingestelde reserve ‘Investeringen Maatschappelijk Nut’ (dit voordeel is terug te vinden op Programma Algemene uitgaven en dekkingsmiddelen).
N
€ 36.000
RIOOLBEHEER De BTW-component (over exploitatielasten en investeringen) wordt meegenomen bij bepaling van de kostendekkendheid van de rioolheffing. De BTW is niet zichtbaar in de exploitatiebegroting. Het lagere investeringsniveau 2014 (ten opzichte van de raming), als gevolg van onder meer aanbestedingsvoordelen, leidt tot een nadeel in de ‘algemene dienst’ (N € 269.000). Door geparkeerde auto’s zijn minder kolken gereinigd (V € 37.000). Het budget voor het reinigen van kolken laat al langere tijd een onderschrijding zien. In 2014 is onder andere het reinigen van kolken opnieuw aanbesteed, wat geen grote wijziging laat zien in de kosten.
N
€ 232.000
BODEM Conform het ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing (ISV III, periode 2010-2014) zijn in de afgelopen jaren diverse uitgaven gedaan in het kader van bodemsaneringen, bodeminformatiesystemen en dergelijke. De hiervoor ontvangen provinciale subsidie was echter nog niet verwerkt in de exploitatie en leidt nu in 2014 tot een voordeel van € 490.000. De gemeente is in 2014 bij rechterlijk vonnis veroordeeld ook met een tweede generatie eigenaar van een woning aan de Gooiberg, in verband met bodemvervuiling, een garantieovereenkomst aan te gaan. De proceskosten leiden in 2014 tot een nadeel van € 41.000. In 2014 zijn voorbereidingen getroffen voor de sanering van grond aan de Nieuwe Vaart (N € 10.000).
V
€ 439.000
MILIEUZORG De beschikbare middelen voor duurzame milieuambities en Bussum Bewust waren ruim voldoende voor eigen projecten en activiteiten en voor het faciliteren van initiatieven uit de Bussumse samenleving. Dit jaar werd er minder beroep gedaan op financiële ondersteuning van initiatieven.
V
€ 76.000
OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
V
€ 21.000
TOTAAL
V
€ 268.000
54
PROGRAMMA 11 RUIMTELIJKE INRICHTING De gemeente Bussum streeft naar het realiseren en behouden van een hoogwaardig en duurzaam ingerichte gemeente.
Algemeen doel 11.1 Versterking en handhaving van de ruimtelijke kwaliteit
Commissie: Ruimte Portefeuillehouder: Lia de Ridder Nen van Ramshorst
Wat hebben we bereikt? We hebben in 2014 een nieuwe impuls gegeven aan de samenwerking met diverse betrokken partijen. Deze samenwerking leidt tot herstart van enkele grote bouwprojecten. Door het introduceren van Centrummanagement spelen we snel en flexibel in op maatschappelijke initiatieven gericht op het vormgeven van een toekomstbestendig, levendig en groen centrum met een eigen identiteit.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten)
33 55 56
Aanpak van het centrum In mei 2012 heeft de raad de Gebiedsvisie voor het centrum vastgesteld. Uitgangspunt is te komen tot het gezamenlijk vormgeven van een toekomstbestendig, levendig en groen centrum met een eigen identiteit. In het coalitieprogramma 2014-2015 is aangegeven dat de herontwikkelingen in het centrum integraal benaderd moeten worden. Randvoorwaarden voor deze integrale benadering zijn de ambities uit de Gebiedsvisie voor het Centrum. De aanpak voor het centrum heeft zich ontwikkeld tot het instrument Centrummanagement. Centrummanagement verbindt partijen en zorgt dat activiteiten in co-creatie worden uitgevoerd. Bij Centrummanagement wordt structureel samengewerkt tussen publieke en private partijen. Deze samenwerking is gebaseerd op gelijkwaardigheid; er wordt gekozen voor een gezamenlijke inzet van middelen, met als doel het economisch functioneren in het centrum te versterken. Binnen het Centrummanagement worden allerlei ideeën ingebracht en besproken, zoals vergroenen van het centrum, realiseren overdekte fietsenstalling, plaatsen van meer fietsenrekken en bakfietsplaatsen, verbeteren van de verbindingen naar het centrum en afstemmen vergunningen voor evenementen. Ook worden initiatieven van derden, zoals onder andere herontwikkeling Marïenburg, Veldweg, Scapino Nieuwe Brink en herinrichting van de Havenstraat, Kapelstraat en Brinklaan, ingebracht met als doel de integrale kwaliteit van initiatieven te waarborgen en waar mogelijk te verbeteren door alle voor het centrum belangrijke partijen te betrekken in de beoordeling van de plannen. De raad heeft op 5 maart 2015 ingestemd met het Centrummanagement. In 2014 is het bestemmingsplan Centrum onherroepelijk geworden. Uitvoeren ISV-programma Gedeputeerde Staten hebben in 2014 aangegeven dat de uitvoering van het ISV-3-budget in 2018 moet zijn afgerond. De uitvoering ligt op schema. In 2014 zijn de projecten Geluidisolatie woningen Kerkstraat en realisering jongerenhuisvesting in de panden Torenlaan1/Prinsenstraat 14 en Broederhuis (Sint Vitusstraat 14) gerealiseerd. Herontwikkelen Crailo In 2014 is het ruimtelijk kader voor Crailo door de raden van de samenwerkende gemeenten en de Provincie vastgesteld. De Provincie heeft tegelijkertijd besloten geen actieve bemoeienis meer te willen met de herontwikkeling en het plangebied bij voorkeur in het geheel te verkopen waarbij het ruimtelijk kader uitgangspunt is. Als gevolg daarvan is het bestuurlijk overleg met de gemeenten gestaakt. De voorbereidingen op het grondgebied van de gemeenten Laren en Hilversum voor het realiseren van een definitief oefencentrum gaan gewoon door.
55
Herontwikkelen MOB-complex Landgoed Nieuw Cruysbergen (voormalig MOB-complex) wordt herontwikkeld in drie fases. In 2014 is de eerste fase door de ontwikkelaar vraaggestuurd ontwikkeld. De start van de bouw heeft nog niet plaatsgevonden omdat het voorverkooppercentage nog niet was behaald en het bestemmingsplan nog niet onherroepelijk was. De grond voor deze eerste fase is in 2014 door de gemeente van het Rijk aangekocht. Herontwikkelen Geweststrook en Bensdorp Tussen de gemeente en Bensdorp Gewest VOF is eind 2014 overeenstemming op hoofdlijnen bereikt om te komen tot beëindiging van de contractspositie van deze ontwikkelaar op de Geweststrook. Gelijktijdig is tussen de gemeente en Noordersluis Bouwgroep een afsprakenkader vastgesteld onder welke condities de gemeente en de Parkeer BV de Geweststrook met bijbehorende parkeerplaatsen zal verkopen aan Noordersluis Bouwgroep. Daarnaast zijn tussen deze partijen afspraken gemaakt over de ontwikkeling van de Geweststrook en de Bensdorplocatie binnen de door de raad gestelde kaders. Evalueren Duurzaam bouwen Op basis van de evaluatie is besloten om in afwachting van de fusie geen aanvullend beleid op het terrein van duurzaam bouwen te ontwikkelen. Opstellen Nota begraafplaatsen De voorgenomen fusie heeft geleid tot heroverweging van de planning. In het kader van de beleidsharmonisatie wordt vaststelling voorzien in 2016.
Algemeen doel 11.2 Bevorderen van goed gebruik van de ruimte in de gemeente Bussum
Commissie: Ruimte Portefeuillehouder: Lia de Ridder
Wat hebben we bereikt? Door de vaststelling van de Structuurvisie beschikt de gemeente over een modern instrument voor de regulering van het duurzaam gebruik van de ruimte.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Vaststellen Structuurvisie Op 30 januari 2014 heeft de raad de Structuurvisie Naarden-Bussum, voor zover betrekking hebbend op het eigen grondgebied, vastgesteld.
57
Opstellen Omgevingsplan In 2014 zijn de nodige voorbereidingen getroffen om te komen tot het opstellen van een Omgevingsplan, waarbij de gemeente Bussum pilotgemeente is. In oktober 2014 is een presentatie gehouden in de Commissie Ruimte over de stand van zaken van dit Omgevingsplan. De vaststelling van het Omgevingsplan is uitgesteld naar medio 2016 omdat, vanwege de voorgenomen fusie, eerst beleidsharmonisatie van de relevante verordeningen, op het terrein van de fysieke leefomgeving, tussen de drie fusiegemeenten moet plaatsvinden.
56
Algemeen doel 11.3 Bevorderen van fysiek veilige openbare ruimtes en verblijfsgebouwen
Commissie: Ruimte Portefeuillehouder: Lia de Ridder
Wat hebben we bereikt? Er zijn stappen gezet om te komen tot vermindering van gemeentelijk vastgoed.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Opstellen Accommodatieplan In 2014 is de eerste stap gezet in het opstellen van een accommodatieplan. In de vergadering van de commissie Ruimte van december 2014 is een notitie besproken waarin een inventarisatie is opgenomen van het gemeentelijk vastgoed. Daarnaast is er een voorstel gedaan voor een werkwijze waarop met dit vastgoed zal worden omgegaan. Daarbij zijn uitgangspunten en toetsingscriteria opgesteld op basis waarvan tot een concrete besluitvorming over al dan niet afstoten van gemeentelijk vastgoed kan worden gekomen. In 2014 is een start gemaakt met het afstoten van gemeentelijk vastgoed, waaronder Huizerweg 54. Wat heeft het gekost? Investeringen In 2014 zijn investeringsuitgaven gedaan voor de begraafplaats (graflift) voor een bedrag van € 6.000.
PROGRAMMA 11 RUIMTELIJKE INRICHTING
Realisatie 2013
6360 BEGRAAFPLAATSEN 6384 BEHEER GEMEENTELIJKE GEBOUWEN
Primitieve begroting 2014
Begroting incl. wijzigingen 2014
Realisatie 2014
770.786
840.739
771.843
731.749
4.588.616
1.783.834
3.150.852
3.136.189
6386 BOUWPLANNEN
803.052
905.042
775.042
775.042
6388 BESTEMMINGSPLANNEN
395.248
314.714
354.714
354.918
6392 GRONDEN NIET OPENBARE DIENST
482.410
152.603
151.452
162.280
6394 EXPLOITATIE GRONDEN
552.529
178.980
1.605.253
1.309.628
7.592.641
4.175.912
6.809.156
6.469.807
856.405
822.750
706.837
799.084
2.543.973
1.194.405
2.630.438
2.571.113
9.375
-
-
-
40.850
75.000
20.000
15.266
TOTAAL LASTEN 6360 BEGRAAFPLAATSEN 6384 BEHEER GEMEENTELIJKE GEBOUWEN 6386 BOUWPLANNEN 6388 BESTEMMINGSPLANNEN 6392 GRONDEN NIET OPENBARE DIENST
676.184
15.500
15.500
53.127
6394 EXPLOITATIE GRONDEN
666.460
176.583
1.254.872
880.327
TOTAAL BATEN
4.793.247
2.284.238
4.627.647
4.318.917
Resultaat voor bestemming
2.799.394
1.891.674
2.181.509
2.150.890
STORTINGEN IN RESERVES
4.717.422
86.216
512.794
605.151
ONTTREKKINGEN AAN RESERVES
5.413.621
441.425
746.563
695.341
SALDO MUTATIES RESERVES
-696.199
-355.209
-233.769
-90.190
2.103.195
1.536.465
1.947.740
2.060.700
SALDO PROGRAMMA 11
57
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen. Per saldo is er sprake van een nadeel van € 113.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: BEGRAAFPLAATS In 2014 zijn meer opbrengsten gerealiseerd (V € 94.000) door meer begrafenissen dan geraamd. De stijging ten opzichte van 2013 is circa 11% (2013: 167 en 2014: 186). Daarnaast zijn minder kosten besteed aan beheer en onderhoud van de begraafplaatsen, door alleen uit te voeren wat strikt noodzakelijk was (V € 45.000). Hierdoor kon meer worden gestort in de egalisatiereserve begraven (N 139.000). Per saldo is dit budgetneutraal. Daarnaast zijn de kosten voor lijkbezorging (wettelijke plicht gemeente) iets hoger uitgevallen (N € 7.000).
N
€ 7.000
BEHEER GEMEENTELIJKE GEBOUWEN Advieskosten inzake de huurovereenkomsten voor het pand aan de Huizerweg 54 en niet begroot onderhoud aan diverse andere panden leiden tot een nadeel van € 125.000. De exploitatie van Breeduit valt € 80.000 voordeliger als gevolg van lagere energiekosten omdat minder ruimten in gebruik zijn. Ook zijn in 2014 voor Breeduit geen kosten voor inhoudelijke coördinatie gemaakt.
N
€ 45.000
DIVERSE GRONDEN Door onder meer verkoop van snippergroen is in 2014 een voordeel ontstaan van € 27.000.
V
€ 27.000
EXPLOITATIE GRONDEN De complexen Scapino/Nieuwe Brink respectievelijk Veldweg worden onderdeel van de nieuw te ontwikkelen aanpak van het gehele centrum. Hiertoe zijn de huidige complexen in 2014 afgeboekt naar respectievelijk de taxatiewaarde (afboeking € 261.000) en de waarde zoals vastgesteld bij de Jaarrekening 2012 (afboeking € 90.000). De extra lasten zijn afgedekt door een onttrekking aan de Algemene Reserve Grondexploitaties (onttrekking € 351.000) en is derhalve budgetneutraal. Daarnaast zijn ook de eerder gemaakte kosten ter voorbereiding van ontwikkelingen in het centrum afgeboekt in afwachting van genoemde nieuw te ontwikkelen aanpak van het gehele centrum.
N
€ 79.000
OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
N
€ 9.000
TOTAAL
N
€ 113.000
58
PROGRAMMA 12 VOLKSHUISVESTING De gemeente Bussum schept condities om de inwoners te faciliteren op het gebied van wonen, werken en recreëren. Algemeen doel 12.1 Commissie: Ontwikkelen van een evenwichtige woningvoorraad die is afgestemd op Ruimte de behoeften van de diverse doelgroepen Portefeuillehouder: Lia de Ridder Wat hebben we bereikt? Door wijziging van het woonruimte verdeelsysteem is de doorstroming in de sociale woningvoorraad toegenomen. We hebben in 2014 een nieuwe impuls gegeven aan de samenwerking met diverse betrokken partijen, waaronder ontwikkelaars. Deze samenwerking leidt tot herstart van enkele grote bouwprojecten, onder andere Bensdorp en Geweststrook. Voor het project Patria is een bestemmingsplan vastgesteld en onherroepelijk geworden ten behoeve van de huisvesting van jongeren.
Wat hebben we daarvoor gedaan? (prestaties, bestuurlijke actiepunten) Uitvoeren Projecten (incl. projecten Centrumplan) Vanwege de economische crisis hebben in de afgelopen jaren diverse voorgenomen vastgoedontwikkelingen vertraging opgelopen. Gaandeweg treedt het herstel in op de vastgoedmarkt en worden nieuwbouwprojecten weer opgestart. Ten aanzien van de projecten in Bussum kunnen de volgende ontwikkelingen worden gemeld: - Het bestemmingsplan voor het project Patria is vastgesteld en onherroepelijk geworden - Voor Bensdorp is een overeenkomst op hoofdlijnen vastgesteld - Voor de Geweststrook is een afsprakenkader vastgesteld - Voor het MOB-complex is het bestemmingsplan vastgesteld. Tevens is de verkoop van de woningen en workshops met gegadigden gestart. Hierover bent u tussentijds via de commissie geïnformeerd. Monitoren Convenant Woonruimteverdeling 2011 In 2014 is een evaluatie uitgevoerd van het woonruimteverdeelsysteem. Dit liet zien dat sinds de invoering van het nieuwe systeem de doorstroming in de sociale voorraad is toegenomen. Uitvoeren projecten Regionaal Actie Programma (RAP) 2012 Binnen het RAP zijn in 2014 vier prioriteiten behandeld: 1. Duurzaamheid; 2. Betaalbaarheid: in verband met de landelijke ontwikkelingen wordt overwogen of de ontwikkeling van een nieuwe visie wenselijk is. 3. Toegankelijkheid 4. Corporatiehotel
59
58
Uitvoeren prestatieafspraken Corporaties 2013 De Commissienotitie is in september besproken in de commissie. De in 2014 voorziene evaluatie van de prestatieafspraken is vanwege agendatechnische redenen in januari 2015 gehouden. Uitgeven Startersleningen In 2014 zijn elf startersleningen verstrekt. Voor 2014 was geraamd dat er nog zeker tien startersleningen zouden kunnen worden verstrekt. Aan het eind van 2014 is het saldo circa € 95.000. Daarnaast is er nog een reserve van € 100.000 voor startersleningen. Er is dus nog steeds ruimte voor 5 á 10 startersleningen.
59
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht De economische tijden veranderen. Dit is onder andere te merken aan de stijging van het aantal aanvragen voor een Wabo omgevingsvergunning, welke zijn gestegen van 309 in 2013 naar 360 in 2014. Het betrof 344 kleine bouwaanvragen met een bouwsom van minder dan € 100.000 en 16 bouwaanvragen met een bouwsom van meer dan € 100.000. Er zijn 295 vergunningen verleend waarvan tien met een bouwsom van meer dan € 100.000. De leges uit de grote Wabovergunningen dekken deels de kosten die wij maken voor de vergunningverlening voor kleinere bouwplannen. Het aantal digitaal ingediende aanvragen is in twee jaar dat we hiermee werken gestegen naar 79%. Aanvragers worden gemotiveerd hun aanvragen digitaal in te dienen, dit is steeds meer gemeengoed geworden. Dit levert een besparing op in tijd (snellere doorlooptijden) en kosten (papier). De gemiddelde doorlooptijd van een vergunning was vóór de invoering van de Wabo 52 dagen, deze was in 2014 gemiddeld 32 dagen. We streven naar een termijn van 28 dagen. In het kader van deregulering zijn verschillende voormalige vergunningen (in/uitrit, brandveiligheid en asbest) omgezet naar een melding. Hierdoor zijn er geen kosten en minder regels voor de aanvrager wat de regeldruk heeft doen afnemen voor de inwoner van de gemeente Bussum. Als gevolg daarvan is het aantal meldingen gestegen van 109 in 2013 naar 398 in 2014. De gemeente Bussum doet mee aan een pilot ten behoeve van de invoering van de Omgevingswet. Dit moet in de toekomst leiden tot minder regels waardoor de kosten van de uitvoering van de Wabo kunnen dalen. Wat heeft het gekost? PROGRAMMA 12 VOLKSHUISVESTING 6379 WET ALG.BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT
Primitieve begroting 2014
Realisatie 2013
Begroting incl. wijzigingen 2014
Realisatie 2014
1.027.157
1.082.073
1.082.073
1.013.642
158.019
146.739
146.739
146.220
6390 VOLKSHUISVESTING
96.603
131.753
455.303
434.527
6490 WOONRUIMTE
59.988
66.004
66.004
60.385
1.341.767
1.426.569
1.750.119
1.654.774
550.677
827.051
347.500
437.711
6380 VERGUNNINGEN WONINGWET C.A.
TOTAAL LASTEN 6379 WET ALG.BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT 6380 VERGUNNINGEN WONINGWET C.A.
-
200
200
-
272.631
-
345.588
340.603
TOTAAL BATEN
823.308
827.251
693.288
778.314
Resultaat voor bestemming
518.459
599.318
1.056.831
876.460
STORTINGEN IN RESERVES
200.000
-
-
-
ONTTREKKINGEN AAN RESERVES
227.677
-
751.560
596.442
SALDO MUTATIES RESERVES
-27.677
0
-751.560
-596.442
SALDO PROGRAMMA 12
490.782
599.318
305.271
280.019
6390 VOLKSHUISVESTING
60
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen. Per saldo is er sprake van een voordeel van € 25.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: WABO Er zijn meer bouwplannen met een bouwsom van hoger dan € 100.000 behandeld waardoor de legesinkomsten hoger zijn dan geraamd. De legesinkomsten voor de bouwplannen met een bouwsom van lager dan € 100.0000 zijn lager dan geraamd. Per saldo is er ruim € 90.000 meer aan leges ontvangen dan geraamd. Doordat er minder vergunningsaanvragen zijn ingediend en door meer digitaal te werken is het kostenniveau gedaald. Deze effecten worden verrekend met de egalisatiereserve. Het voordelig saldo komt voort uit de voor en nadelen die buiten de kostendekkendheid vallen.
V
€ 3.000
OVERIGE VERSCHILLEN Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten.
V
€ 22.000
TOTAAL
V
€ 25.000
61
ALGEMENE UITGAVEN EN DEKKINGSMIDDELEN
Het onderdeel Algemene uitgaven en dekkingsmiddelen betreft het financiële ‘programma’ van de gemeente. Samen met de programma’s 1 tot en met 12 vormt het de exploitatiebegroting. De producten die onder dit programma vallen hebben te maken met de heffing en inning van de lokale heffingen, de financiering van de gemeentelijke financiën en algemene lasten en baten ten behoeve van de uitvoering van de programma’s 1 tot en met 12. Het financiële beleid is erop gericht te zorgen voor een solide beheer van de gemeentelijke financiën en de zorg voor voldoende weerstandsvermogen. Voor dit onderdeel zijn geen beleidsdoelen en bestuurlijke actiepunten geformuleerd. Wel zijn er algemene financiële beleidsuitgangspunten geformuleerd in het raads- en collegeprogramma en ligt het financiële beleid en beheer vast in met name de financiële verordening en het financieringsstatuut. Wat heeft het gekost? Investeringen Op basis van de vastgestelde begroting 2014 zou er worden geïnvesteerd in verschillende activiteiten voor de bedrijfsvoering. Dit betrof onder andere € 24.000 voor verbetering raadhuis, € 280.000 voor ICT en automatisering en € 75.000 voor het klantcontactcentrum. Deze voorgenomen investeringen zijn maar voor een beperkt deel (of geheel niet) uitgevoerd. In verband met de komende fusie zijn alleen die zaken nog opgepakt die absoluut noodzakelijk waren om de bedrijfsvoering te garanderen. Een investering in het belastingpakket is geheel afgevoerd, omdat deze kosten niet als investering kunnen worden aangemerkt. Deze kosten zijn in de exploitatie genomen.
62
ALGEMENE UITGAVEN EN DEKKINGSMIDDELEN
Primitieve begroting 2014
Realisatie 2013
Begroting incl. wijzigingen 2014
Realisatie 2014
6220 FINANCIERING
-
-
-
250
6225 BELEGGINGEN
49.680
52.249
61.940
61.012
531
-
-
-
-8.782
63.295
-
-7.540
-
45.000
-
-
6229 OVERIGE FINANCIËLE MIDDELEN 6230 ALGEMENE UITKERING 6235 ONVOORZIENE UITGAVEN 6240 ALGEMENE UITGAVEN
14.940.793
1.768.052
671.263
786.481
6246 WAARDERING ONR. ZAKEN (WOZ)
586.991
556.018
584.115
583.370
6250 ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN
63.304
63.995
63.995
68.316
6255 HONDENBELASTING
35.514
32.574
32.574
34.181
6260 PRECARIOBELASTING
942
902
902
902
6265 TOERISTENBELASTING
942
902
902
902
6270 KWIJTSCHELDING
6.935
6.639
6.639
6.639
155.394
153.851
270.851
267.335
15.832.244
2.743.477
1.693.181
1.801.848
4.207.167
4.744.518
2.302.449
2.304.416
6275 ALG. KOSTEN PUBLIEKRECHTELIJKE HEFFINGEN TOTAAL LASTEN 6225 BELEGGINGEN 6229 OVERIGE FINANCIËLE MIDDELEN 6230 ALGEMENE UITKERING
46.108
-
-
60.227
29.361.314
30.277.000
30.360.000
30.422.363
6240 ALGEMENE UITGAVEN
556.680
66.117
1.032.476
1.455.292
3.416.589
3.556.400
3.556.400
3.553.556
135.286
136.000
136.000
136.737
6260 PRECARIOBELASTING
35.355
18.800
27.800
28.778
6265 TOERISTENBELASTING
64.598
61.000
61.000
62.656
6275 ALG. KOSTEN PUBLIEKRECHTELIJKE HEFFINGEN
76.464
75.900
75.900
89.562
37.899.562
38.935.735
37.552.025
38.113.585
-22.067.318
-36.192.258
-35.858.844
-36.311.737
3.231.960
2.457.826
8.908.666
5.503.529
6250 ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN 6255 HONDENBELASTING
TOTAAL BATEN Resultaat voor bestemming STORTINGEN IN RESERVES ONTTREKKINGEN AAN RESERVES SALDO MUTATIES RESERVES SALDO ALGEMENE UITGAVEN EN DEKKINGSMIDD.
6.742.575
1.373.911
17.868.705
15.660.410
-3.510.615
1.083.915
-8.960.038
-10.156.881
-25.577.933
-35.108.343
-44.818.882
-46.468.618
63
Toelichting belangrijkste oorzaken van de verschillen Per saldo is er sprake van een voordeel van € 1.650.000. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: RESERVES V € 1.197.000 Van de voorgenomen stortingen volgens de begroting zijn de volgende mutaties niet noodzakelijk geweest: 1. toevoeging aan de reserve Decentrale arbeidsvoorwaarden wegens opheffing van de reserve; 2. toevoeging aan de algemene reserve vanwege te verwachten positieve resultaten vanuit de exploitatie (€ 3.390.000). Van de voorgenomen onttrekkingen teneinde de begroting in evenwicht te houden zijn de volgende mutaties niet noodzakelijk gebleken: 1. onttrekking aan de reserve Bloeien door snoeien (€ 242.000) wegens niet gemaakte extra kosten; 2. onttrekking aan de algemene reserve voor de dekking van de storting groot onderhoud zwembad, de extra toevoeging voor de reserve Sociaal domein, de gevolgen van de parkeerexploitatie, alsmede de gevolgen van de doorwerking van de tweede Bestuursrapportage 2013 (totaal € 947.000); 3. onttrekking aan de algemene reserve voor het geconstateerde tekort bij de eerste Bestuursrapportage 2014 (€ 1.300.000). De onttrekking aan de reserve Investeringen Maatschappelijk Nut is hoger dan geraamd (extra € 280.000) omdat een groot aantal kleine investeringen voortkomende uit projecten direct is afgeschreven volgens het activabeleid. De geraamde mutaties van de genoemde storting ad. 2 en de onttrekking ad. 3 komen overeen met het verwachte rekeningresultaat zoals dat aan u bij de tweede bestuursrapportage is voorgelegd. Dit verwachte resultaat is dus nu onderdeel van het uiteindelijke resultaat dat wordt gepresenteerd in dit jaarverslag. ALGEMENE UITKERING GEMEENTEFONDS V € 70.000 Op basis van de laatst bekende gegevens van het gemeentefonds hebben we over 2014 een voordeel van € 70.000 OVERIGE FINANCIELE MIDDELEN V € 60.000 Dit heeft betrekking op opbrengst rente rekening courant Parkeer BV over 2014, waarmee in de begroting geen rekening was gehouden. ALGEMENE UITGAVEN V € 315.000 Het merendeel van deze mutaties betreft de afwikkeling van de verschillende saldi van de kostenplaatsen. Een kostenplaats waarbij de lasten hoger zijn dan geraamd, geeft een nadeel binnen dit product, terwijl een kostenplaats waarbij de lasten lager zijn dan geraamd, een voordeel te zien geeft. Het gesaldeerde verschil ten opzichte van de aannames in de begroting , inclusief tweede bestuursrapportage, bedraagt € 415.000 voordelig en wordt met name veroorzaakt door: • geen directe aanwending stelposten loonkosten (€ 210.000) • lagere uitvoerings-en loonkosten bij de kostenplaats Facilitaire Zaken en informatievoorziening (€ 190.000); • lagere kosten voor onderhoud bij de kostenplaats Raadhuis (€ 80.000); • lagere loonkosten bij de kostenplaats Vergunningen en Handhaving (€ 75.000); • hogere kapitaallasten en kosten bij de kostenplaats Ruimte (€ 85.000); • hogere loonkosten bij de kostenplaats Samenlevingszaken (€ 35.000); • hogere bedrijfsvoeringskosten bij de kostenplaats Financiën (€ 20.000). Bij de afwikkeling van de btw zijn we tegen een nadeel opgelopen omdat we onvoldoende rekening hadden gehouden met de rente-effecten en de te maken kosten om de suppletieaangiften af te ronden (€ 100.000) OVERIGE VERSCHILLEN V € 8.000 Overige verschillen lager dan € 25.000 hebben betrekking op diverse kleinere posten. TOTAAL V € 1.650.000
64
3. PARAGRAFEN
65
3.1 LOKALE HEFFINGEN 1. Inleiding In deze paragraaf lokale heffingen worden alle lokale heffingen uit de verschillende programma’s gegroepeerd en wordt op hoofdlijnen verantwoording afgelegd over de gemeentelijke heffingen in 2014. De gemeentelijke heffingen zijn een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente. Totaal gaat het in deze jaarrekening om een bedrag van circa € 13,3 miljoen. De verdeling, qua grootte van de opbrengst, kan als volgt schematisch worden weergegeven.
De onroerende-zaakbelastingen (OZB), de riool- en de afvalstoffenheffing worden samen de lokale woonlasten genoemd. Deze drie heffingen zijn in 2014 goed voor 73% van de totale opbrengst van alle gemeentelijke heffingen in Bussum. Deze paragraaf gaat als eerste in op een aantal algemene zaken. Daarna wordt informatie verstrekt over de lastendruk en de gerealiseerde opbrengst per heffing over 2014. Verder wordt ingegaan op de exploitatieresultaten 2014 van de kostendekkende heffingen en de ontwikkeling van de egalisatiereserve.
2. Algemeen Belastingverordeningen en uitvoeringsregelingen De belastingheffing en –invordering vindt plaats op basis van de elf door de gemeenteraad vastgestelde belastingverordeningen. Naast deze verordeningen geldt ook nog de door de raad vastgestelde kwijtscheldingsregeling 2013. Om tot een goede belastingheffing en –invordering te komen, hebben wij diverse uitvoeringsbesluiten genomen. Bijvoorbeeld regels voor automatische incasso, het doen van aangifte en de maximale parkeerduur bij parkeerapparatuur in het centrum. Wet Arhi Omdat voor de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum een fusietraject loopt moeten de nieuwe belastingverordeningen worden goedgekeurd door het college van Gedeputeerde Staten van NoordHolland (GS). Op 25 november 2013 en 10 januari 2014 heeft GS van Noord-Holland de toegezonden belastingverordeningen voor 2014 goedgekeurd. Deze nieuwe verordeningen gelden vanaf 1 januari 2014. Gecombineerde aanslagen De gecombineerde aanslagbiljetten zijn eind januari 2014 aan de inwoners verzonden. Op het gecombineerde aanslagbiljet komen de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de onderhoudsrechten begraafplaatsen, de reclamebelasting en de hondenbelasting voor. Voor de betaling van de opgelegde (gecombineerde) aanslag kunnen de inwoners kiezen voor automatische incasso of acceptgiro. Voor de inwoners die gebruik hebben gemaakt van de automatische incasso zijn in 2014 tien betaaltermijnen gehanteerd. Is van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt, dan moet de belastingaanslag in één termijn van zes weken worden betaald. 66
Bezwaar- en beroepschriften In de volgende twee schema’s wordt over het jaar 2014 ingegaan op het aantal bezwaar- en beroepschriften en de verdere behandeling. Totaal zijn 937 bezwaarschriften in 2014 bij de afdeling belastingen ingediend. Dit waren er in 2013: 1.523. Dat is dus 38% minder dan in 2013. De verdeling per belastingsoort is als volgt. Bezwaarschriften 2014
Soort heffing OZB Rioolheffing Afvalst. heffing Hondenbel. Grafrechten Reclamebel. Parkeerbel. Leges WOZ Overig 1) Totaal
% gegrond Opgelegde Ingediend % ten opt.o.v. Nog open aanslagen aantal zichte van Ongegrond Gegrond aantal per 31 of WOZ bezwaar- aanslagen Verklaard Verklaard ingediende dec. 2014 beschikking schriften c.a. bezwaren 0,04 50,0 19.308 8 3 4 1 0,08 53,8 16.283 13 5 7 1 0,28 15,9 15.394 44 32 7 5 10,10 100,0 1.758 179 0 177 2 1,80 95,5 2.403 45 2 43 0 6,20 95,4 702 44 1 42 1 5,70 57,0 3.586 205 86 117 2 1,00 70,2 3.699 37 7 26 4 1,86 54,5 18.940 354 153 193 8 0,00 100,0 256 8 0 8 0 82.329
937
1,14
289
624
66,6
1) Betreft: Toeristenbelasting; precariobelasting, marktgelden en grootverbruikers rioolheffing.
Uit deze tabel blijkt dat nog slechts 24 bezwaarschriften (2%) moeten worden afgehandeld. Dit is een prima resultaat. Normaal gesproken moet een bezwaarschrift binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet worden ingediend en door de gemeente binnen het belastingjaar worden afgehandeld. In sommige gevallen is het mogelijk een bezwaarschrift ook op een later tijdstip in te dienen. Deze situaties kunnen zich voor wat de WOZ betreft bijvoorbeeld voordoen bij woningverkoop (nieuwe eigenaren) of bij erfenissen (erfgenamen). Verder worden gedurende het gehele jaar aanslagen opgelegd. Hierbij denken wij aan verhuizingen naar Bussum, de koop van een hond, het opleggen van een naheffingsaanslag bij overschrijden gekochte parkeerduur op straat. Tegen deze aanslagen kan ook een bezwaarschrift (binnen zes weken) worden ingediend. Daardoor kunnen er nog bezwaarschriften openstaan op 31 december 2014. Verder blijkt uit de tabel dat bij de hondenbelasting, de grafrechten, de reclamebelasting en overige heffingen nagenoeg alle bezwaarschriften gegrond worden verklaard. Dit komt omdat het bezwaar veelal om concrete veranderingen gaat, die goed aantoonbaar zijn en waardoor de opgelegde aanslag (achteraf) niet juist blijkt te zijn. Hierbij kan gedacht worden aan: • hondenbelasting: hond overleden (aantoonbaar door nota dierenarts/crematorium); • onderhoud eigen graf: het graf is bijvoorbeeld niet meer in bezit, omdat bijvoorbeeld afstand is gedaan, of het onderhoud is afgekocht; • reclamebelasting: de reclame is weggehaald; • precariobelasting: het in gebruik nemen van gemeentegrond voor een uitstalling van goederen is gestopt.
67
24
Indien een bezwaarmaker het niet eens is met een uitspraak op een bezwaarschrift kan hij/zij in beroep gaan. Van het aantal beroepschriften is de volgende specificatie te maken. Ingediende beroepschriften over de tot en met 2014 opgelegde aanslagen Omschrijving Niet ontvankelijk Ingetrokken Gegrond Ongegrond Compromis Totaal behandeld Nog open ultimo 2014 Totaal aantal ingediend
Rechtbank 0 1 1 1 5 8 2 10
Gerechtshof 0 0 0 0 0 0 0 0
Hoge Raad 0 0 0 0 0 0 0 0
3. Kwijtschelding Om een compleet beeld van de gemeentelijke belastingen te geven, besteden wij hieronder aandacht aan de kwijtschelding. In 2014 was het mogelijk voor de volgende heffingen kwijtschelding aan te vragen: • afvalstoffenheffing; • hondenbelasting, uitsluitend 50% van het tarief van de eerste hond. Voor de andere heffingen kan geen kwijtschelding worden verleend. Dit is geregeld in de Kwijtscheldingsregeling 2013. Om te beoordelen of een aanvrager in aanmerking komt voor kwijtschelding vindt toetsing plaats aan het zogenaamde normbedrag. Dit normbedrag van de kwijtschelding wordt in Bussum (evenals in nagenoeg alle gemeenten) gerelateerd aan 100% van de bijstandsnorm. Het Rijk hanteert voor de rijksbelastingen een norm van 90%. Dit betekent dat een belastingplichtige van de rijksbelastingen minder snel kwijtschelding ontvangt dan van de gemeentelijke belastingen. De hoofdregels voor de uitvoering van de kwijtschelding zijn opgenomen in het door ons vastgestelde Reglement kwijtschelding 2010. Uit dit reglement blijkt onder andere welke termijnen, welke procedures worden gehanteerd en welke instanties bevoegd zijn op het gebied van de kwijtschelding in Bussum. In de jaren 2011 tot en met 2014 zijn de navolgende kwijtscheldingsbedragen betaald: Heffing 2011 2012 2013 2014 Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Totaal
€ 112.271 € 1.204 € 113.475
€ 111.925 € 1.309 € 113.234
€ 121.379 € 1.497 € 122.876
€ 127.999 € 1.449 € 129.448
4. Lastendruk Landelijk, regionaal en Bussums beeld 2014 Voor de vergelijking van de lastendruk in andere gemeenten hanteren wij, evenals voorgaande jaren, de gegevens uit de COELO atlas 2014 (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden van de Rijksuniversiteit van Groningen). Om de lastendruk vast te stellen hanteert het COELO de gemiddelde aanslag die wordt opgelegd voor de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Om een beeld te geven van de lokale lastendruk in Bussum ten opzichte van andere gemeenten hebben wij de Bussumse cijfers hierna afgezet tegen de landelijke cijfers en tegen de cijfers van de regiogemeenten. Uit de COELO atlas uit 2014 blijkt dat de lastendruk voor een meerpersoonshuishouden over 2014 in Bussum (€ 633) ongeveer 10% onder het landelijk gemiddelde e van € 704 ligt. Bussum staat op de 68 plaats (nummer 1 is de laagste) van de 417 (deel)gemeenten.
68
Per heffing kan het volgende worden opgemerkt. De rioolheffing in 2014 is landelijk met gemiddeld 1,6% gestegen (In Bussum is dit tarief met 2% verhoogd). Verder daalde landelijk de reinigingsheffing (in Bussum is dit de afvalstoffenheffing) voor meerpersoonshuishoudens met gemiddeld 1,5%. Het Bussumse tarief daalde met 0,5%. Daarnaast stegen de OZB tarieven in 2014 landelijk: • voor de eigenaren van woningen, met gemiddeld 2,7% (in Bussum: 4,8%) • voor de eigenaren van niet-woningen, met gemiddeld 2,8% (in Bussum: 4,8%) • voor de gebruikers van niet-woningen, met gemiddeld 1,6% (in Bussum: 2.8%) Indien hieruit voor de regiogemeenten de totale gemeentelijke woonlasten (de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing) voor de meerpersoonshuishoudens (eigenaar/gebruiker) worden ontleend, ontstaat het volgende beeld:
Uit het vorenstaande kan geconcludeerd worden, dat: • • •
de lastendruk in de gemeente Bussum in 2014 10% onder het landelijk gemiddelde ligt; de gemeente Bussum de één na laagste lastendruk in onze regio heeft met € 633; onze regio een meer dan gemiddelde lastendruk kent.
69
5. Totaalbeeld opbrengsten 2014 Opbrengsten heffingen gemeente Bussum In de onderstaande tabel wordt een totaaloverzicht gegeven van de geraamde en de werkelijke opbrengsten van de Bussumse heffingen in 2014. Ook zijn de door de gemeenteraad vastgestelde aanpassingspercentages voor de tarieven 2014 vermeld.
Soort heffing
Stijgings% 2013-2014
Raming 2014 (incl. begr.wijz)
Werkelijke opbrengst 2014
Verschil in Verschil in € %
Belastingen O.Z.B.
4,8/2,8
3.556.400
3.553.556
-2.844
-0,1%
Hondenbelasting
2
136.000
136.737
737
0,5%
Toeristenbelasting
0
61.000
62.656
1.656
2,7%
Precariobelasting
2
27.800
28.778
978
3,5%
Reclamebelastingen
div
193.050
190.636
-2.414
-1,3%
Parkeerbelastingen (incl. parkeerverg. Centrum)
7,4
1.339.100
1.280.944
-58.156
-4,3%
5.313.350
5.253.307
-60.043
-1,1%
2
2.961.370
2.975.242
13.872
0,5%
-2,4/-0,5
3.210.000
3.221.986
11.986
0,4%
Totaal belastingen Bestemmingsheffingen/rechten Rioolheffing Afvalstoffenheffing Begraafrechten
2
464.000
561.267
97.267
21,0%
Marktgelden
0
63.000
61.061
-1.939
-3,1%
Leges omgevingsvergunning
0
347.500
437.711
90.211
26,0%
Leges parkeervergunning (schil)
0
196.900
181.839
-15.061
-7,6%
Overige leges
2
596.800
592.317
-4.483
-0,8%
7.839.570
8.031.423
191.853
2,4%
13.152.920
13.284.730
131.810
1,0%
Leges
Totaal heffingen en leges TOTAAL GENERAAL
In deze tabel wordt onderscheid gemaakt in belastingen, bestemmingsheffingen, rechten en leges. De totale werkelijke opbrengst van de gemeentelijke heffingen over 2014 is circa € 13,3 miljoen. Dit is ongeveer € 132.000 (1%) hoger dan de geraamde opbrengst. Dit verschil is onder te verdelen in een nadelig verschil van € 60.000 voor de belastingen en een voordelig verschil van € 192.000 voor de bestemmingsheffingen, de rechten en de leges. Afgesproken is dat de opbrengst van de belastingen en de overige leges (totaal circa € 64.500 nadeliger dan geraamd) worden aangewend als algemeen dekkingsmiddel. Daarnaast geldt dat de bestemmingsheffingen, de rechten en de leges omgevingsvergunning en de leges parkeervergunningen (totaal een voordeel van circa € 196.300) binnen de 100% kostendekkende exploitatie worden opgevangen door te storten in of te onttrekken aan de egalisatiereserves.
70
De grote verschillen zijn als volgt te verklaren: • De lagere opbrengst van de parkeerbelastingen wordt veroorzaakt door minder uitgeschreven naheffingsaanslagen (fiscale bon onder de ruitenwisser) ad. € 94.300. • De hogere opbrengst van de begraafrechten van € 97.200 wordt met name veroorzaakt doordat meer eigen graven zijn aangeschaft dan geraamd; ook is het aantal begrafenissen iets gestegen ten opzichte van vorig jaar (2013: 167 en 2014: 186). • De hogere legesopbrengst van circa € 90.000 voor de omgevingsvergunningen is als volgt te specificeren: o vergunningen in het kader van bouw t/m een bouwsom van € 100.000: - € 43.000; o vergunningen in het kader van bouw boven een bouwsom van € 100.000: €102.000; o overige omgevingsvergunningen € 31.000.
6. Exploitatieoverzichten kostendekkende heffingen In deze paragraaf is een uittreksel van de exploitatieoverzichten 2014 van de 100% kostendekkende heffingen opgenomen. Onder deze overzichten worden per heffing de belangrijkste verschillen tussen de raming (inclusief de begrotingswijzigingen) en de werkelijkheid in 2014 toegelicht en wordt de stand van de egalisatiereserve per ultimo 2014 weergegeven. Het gaat om de volgende kostendekkende heffingen: • Rioolheffing; • Afvalstoffenheffing; • Begraafrechten; • Marktgelden; • Parkeerbelastingen; • Leges omgevingsvergunning. Rioolheffing De gemeente Bussum brengt de kosten van het beheren en instandhouden van het rioolstelsel bij de burgers in rekening via de rioolheffing. Het exploitatieoverzicht over 2014 ziet er als volgt uit. UITGAVEN Opleggen aanslagen c.a Diverse gemalen en pompen Expoitatiekosten Kosten afdelingen Kapitaallasten Kosten GRP Straatkolken Bijdrage aan straatreiniging BTW-compensatiefonds Toevoeging aan de egalisatievoorz. i.v.m. exploitatie-overschot totaal
begroting 2014 35.934 11.364 166.050 239.251 1.583.396 5.800 120.600 170.000 674.814 0
3.007.209
rekening INKOMSTEN begroting 2014 2014 34.337 -4.971 Opbrengst 2.961.370 rioolheffing 154.692 239.251 1.583.396 22.597 91.257 170.000 442.883 241.800 Onttrekking aan de 45.839 egalisatievoorz. i.v.m. het exploitatietekort 2.975.242 totaal 3.007.209
rekening 2014 2.975.242
0
2.975.242
Op een aantal in het exploitatieoverzicht genoemde verschillen wordt hierna nader ingegaan: Voordelen: • In 2014 zijn minder rioolwerkzaamheden (administratief) afgerond dan geraamd. Hierdoor is de BTW op de rioolinvesteringen ook lager (€ 231.900) • De lagere kosten voor de straatkolken (putten in de straat) is te verklaren doordat € 29.300 minder aan het schoonmaken van deze kolken is uitgegeven dan geraamd • Het verschil op diverse gemalen en pompen wordt met name veroorzaakt door het gemaal aan de Zwarteweg. In 2014 zijn minder kosten gemaakt dan geraamd en is een bedrag van € 5.090 (afrekening over 2013) van het Waternet terugontvangen.
71
De rioolexploitatie 2014 levert een voordelig resultaat op van circa € 241.800. Dit bedrag wordt gestort in de egalisatievoorziening riolering. In onderstaande tabel is de ontwikkeling en de stand op 31 december 2014 van deze voorziening weergegeven. Stand 01.01.2014 8.771.597
Mutatie exploitatie 2014 + 241.800
Mutaties buiten de exploitatie in 2014 0
Stand 31.12.2014 9.013.397
Afvalstoffenheffing Zoals bekend, haalt de Gewestelijke Afvalstoffendienst (GAD) het huisvuil in de gemeente Bussum (en de regio) op. Het exploitatieoverzicht over 2014 ziet er als volgt uit. UITGAVEN Bijdrage aan de GAD Opleggen aanslagen en perceptiekosten Kwijtschelding (vergoeding) verpakkingsheffing BTW-compensatiefonds Toevoeging aan de egalisatievoorz. i.v.m. exploitatie-overschot totaal
begroting 2014 2.972.562 71.797 148.560 0 548.688 0
3.741.607
rekening INKOMSTEN begroting 2014 2014 2.972.580 Opbrengst 3.210.000 afvalstoffenheffing 73.259 Voordelige bijdrage GAD 372.563 (jaarrekening) 127.999 -4.383 564.245 0 Onttrekking aan de egalisatievoorz. i.v.m. het exploitatietekort 3.733.701 totaal
rekening 2014 3.221.986 299.959
159.044
211.755
3.741.607
3.733.701
In de begroting 2014 was rekening gehouden met een onttrekking aan de egalisatievoorziening van circa € 159.000. Uit de jaarstukken 2014 vloeit uiteindelijk per saldo een onttrekking aan deze voorziening voort van € 211.755. Dit is totaal een nadelig verschil van circa € 52.700 en is met name te verklaren door een lagere teruggaaf van de GAD van € 72.600 en omdat aan Bussumse inwoners circa € 20.500 minder aan kwijtschelding is verleend dan geraamd. In onderstaande tabel is de ontwikkeling en de stand op 31 december 2014 van de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing weergegeven. Stand 01.01.2014 1.649.633
Mutatie exploitatie 2014 - 211.755
Mutaties buiten de exploitatie in 2014 0
72
Stand 31.12.2014 1.437.878
Begraafrechten De begraafrechten worden geheven om de kosten van de instandhouding van de Bussumse begraafplaatsen te dekken. De exploitatieresultaten over 2014 zijn hieronder weergegeven. UITGAVEN
begroting rekening INKOMSTEN 2014 2014
Opleggen aanslagen c.a. Kosten begraafplaats Kapitaallasten Opslagruimte Aula Wijkpost Toevoeging aan de egalisatieres i.v.m. exploitatie-overschot totaal
13.457 525.024 58.673 6.500 23.450 5.250 0
632.354
12.967 Opbrengst begraafrechten 472.148 rente voorziening afkoopsom 58.673 mutatie voorziening afkoopsom 5.554 Huuropbrengsten 32.770 5.520 92.357 Onttrekking aan de egalisatieres. i.v.m. het exploitatietekort 679.988 totaal
begroting rekening 2014 2014 464.000 38.886 82.451
561.267 37.958 77.305
0
3.458
47.017
0
632.354
679.988
De exploitatie over 2014 van deze begraafplaatsen levert per saldo een voordelig saldo op van circa € 92.300. Omdat een onttrekking van circa € 47.000 was geraamd, is er een voordelig verschil ten opzichte van de raming van rond € 139.300. Dit verschil is met name te verklaren, omdat meer begraafrechten - met name voor eigen graven - zijn ontvangen (€ 97.300) dan geraamd. Dit komt omdat in 2014 meer begrafenissen hebben plaatsgevonden dan geraamd. De stijging ten opzichte van 2013 is circa 11% (2013: 167 en 2014: 186). Verder vallen de kosten van de begraafplaatsen ook mee € 52.800. De ontwikkeling en de stand op 31 december 2014 van de egalisatiereserve ziet er als volgt uit: Stand 01.01.2014
Mutatie exploitatie 2014
Mutaties buiten de exploitatie in 2014
Stand 31.12.2014
116.319
+ 92.357
n.v.t.
208.676
Marktgelden Het exploitatieresultaat van de weekmarkt over 2014 ziet er als volgt uit. UITGAVEN Vuilafvoer Bijdrage PR activiteiten Advisering Water en electriciteit Beheerskosten incl marktmeester BTW-compensatiefonds Toevoeging aan de egalisatieres i.v.m. exploitatie-overschot totaal
begroting 2014 10.000 2.600 12.593 2.500 38.222 4.673 0
70.588
rekening INKOMSTEN 2014 6.867 Opbrengst marktgelden 2.012 12.593 2.711 39.619 2.763 0 Onttrekking aan de egalisatieres. in verband met het exploitatietekort 66.566 totaal
begroting rekening 2014 2014 63.000 61.061
7.588
5.505
70.588
66.566
Over 2014 komt de exploitatie van de weekmarkt uit op een nadelig saldo van circa € 5.500. Dit bedrag wordt eind 2014 onttrokken aan de egalisatiereserve marktgelden. Het voordeel van € 2.000 ten opzichte van het geraamde tekort wordt met name veroorzaakt door de lagere kosten voor de vuilafvoer (€ 3.100).
73
De ontwikkeling en de stand op 31 december 2014 van deze egalisatiereserve marktgelden is als volgt: Stand Mutatie Mutaties buiten Stand 01.01.2014 exploitatie de exploitatie 31.12.2014 2014 in 2014 71.088 - 5.505 n.v.t. 65.583 Parkeerbelastingen De parkeerbelastingen zijn belastingen die betaald worden voor het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerplaats in het centrumgebied en de winkelstraten van Bussum. De exploitatie van de parkeervoorzieningen op de openbare weg wordt verzorgd door de gemeente. De exploitatie van de parkeergarages Nieuwe Brink, Brediusdam, Westerpark, De Olmen en de garage bij het Gewestkantoor is in handen van de Parkeer BV. Ter dekking van het nadelig exploitatiesaldo van deze parkeergarages verleent de gemeente jaarlijks een subsidie aan de Stichting Parkeren Bussum. Hieronder worden de cijfers met betrekking tot de totale parkeerexploitatie over 2014 weergegeven. In deze opstelling is rekening gehouden met het nieuwe parkeerbeleid 2014-2020. UITGAVEN Parkeergarages (BV en Stichting) Afboeken boekwaarde Gewestgarage Opleggen aanslagen en bezwaar en beroep Parkeermeters en automaten Parkeercontroleurs Parkeervergunningen (CIP) Doorrekening kosten wegen/fietsen BTW-compensatiefonds Toevoeging aan de egalisatieres i.v.m. exploitatie-overschot totaal
begroting 2014 593.273 0 71.957 360.635 235.762 117.903 229.322 39.249 0
1.648.101
rekening INKOMSTEN 2014 606.606 Opbrengst parkeerbelastingen 461.000 opbrengst parkeervergunningen (centrum) 71.094 opbrengst parkeervergunningen (schil) 330.193 Opbrengst verhuur grond 235.762 Parkeerontheffingen ambtenaren 121.914 197.106 Opbrengsten Mulderfeiten 39.589 verlies ten laste van de alg. middelen 0 Onttrekking aan de egalisatieres. i.v.m. het exploitatietekort 2.063.263 totaal
begroting 2014 1.248.500
rekening 2014 1.182.307
90.600
98.637
196.900
181.839
3.570
4.896
11.000
5.276
64.000
70.720
0
200.295
33.531
319.294
1.648.101
2.063.263
Uit het overzicht blijkt het werkelijke tekort op de parkeerexploitatie in Bussum over 2014 circa € 519.600 bedraagt, terwijl een tekort van € 33.500 was geraamd. Dit is een verschil van circa € 486.100. Dit verschil wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door de afboeking van € 461.000 van de boekwaarde van de Gewestgarage, in verband met de voorgenomen overdracht van de parkeerplaatsen tegen marktconforme prijzen. Hiervan komt € 200.300 ten laste van de algemene dienst, omdat zoals hieronder blijkt in de egalisatiereserve eind 2013 slechts een bedrag van € 319.000 zat. De ontwikkeling van de stand op 31 december 2014 van de egalisatiereserve kan als volgt worden gespecificeerd. Stand 01.01.2014 319.294
Mutatie exploitatie 2014 - 319.294
Mutaties buiten de exploitatie in 2014 0
74
Stand 31.12.2014 0
Leges omgevingsvergunning Het exploitatieresultaat van het verlenen van de omgevingsvergunningen (Wabo) ziet er voor 2014 als volgt uit. UITGAVEN
begroting rekening INKOMSTEN 2014 2014 Algemene kosten wabo 128.299 124.069 Omgevingsvergunningen bouw 493.812 456.000 Leges Wabo bouw Omgevingsvergunningen 74.247 74.247 Leges Wabo overige planafwijking vergunningen Overige omgevingsvergunningen 111.635 100.035 BTW-compensatiefonds 19.058 7.793 Toevoeging aan de egalisatieres. 0 0 Onttrekking aan de i.v.m. exploitatie-overschot egalisatieres. i.v.m. het exploitatietekort totaal 827.051 762.143 totaal
begroting rekening 2014 2014 330.000 17.500
389.141 48.570
479.551
324.432
827.051
762.143
Het werkelijke nadelig saldo komt over 2014 uit op circa € 324.400. Dat is circa € 155.100 gunstiger dan geraamd, omdat de legesopbrengst circa € 90.200 hoger is dan geraamd. Verder zijn de diverse ambtelijke kosten € 49.400 lager dan geraamd, terwijl er ook een meevaller op de BTW van € 11.200 is ontstaan. De stand van de egalisatieserve WABO op 31 december 2014 ziet er als volgt uit. Stand 01.01.2014 608.324
Mutatie exploitatie 2014 - 324.432
Mutaties buiten de exploitatie in 2014 0
75
Stand 31.12.2014 283.892
3.2 WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING Inleiding Een weerstandsvermogen is nodig om de gemeente in staat te stellen substantiële tegenvallers zelfstandig op te vangen zonder (belangrijke) gevolgen voor het beleid en de bedrijfsvoering. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit en is van belang bij het bepalen van de financiële positie van de gemeente voor de korte (begroting) en de middellange (meerjarenraming) termijn. De focus bij deze paragraaf ligt met name op de realisatie ofwel welke risico’s moesten in 2014 daadwerkelijk worden afgedekt en hoeveel heeft dat gekost. Bij het opstellen is uitgegaan van de voorschriften in het Besluit begroting en verantwoording (Bbv). Net als in de begroting 2015 worden 1 alle cijfers meerjarig in beeld gebracht, waarbij de cijfers van de begroting 2015 zijn gehanteerd. In § 3.2.1 is de beschikbare en in § 3.2.2 de werkelijk benodigde weerstandscapaciteit in beeld gebracht. In § 3.2.4 is een aantal indicatoren opgenomen, waarmee de financiële positie van gemeenten kan worden vergeleken. In de daarop volgende subparagrafen wordt de beschikbare tegen de (werkelijk) benodigde weerstandcapaciteit afgezet en wordt het beleid voor het beheersen van de risico’s aangegeven. In § 3.2.5 zijn de verschillende risico’s beschreven.
3.2.1 Beschikbare weerstandcapaciteit Er wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele weerstandcapaciteit. De structurele capaciteit betreft de mate waarin de gemeente structureel financiële middelen vrij kan maken voor het dekken van structurele lasten van tegenvallers. Dat betreft met name de mogelijke belastingcapaciteit. De incidentele weerstandcapaciteit betreft de mate waarin de gemeente incidentele financiële middelen kan vrijmaken voor het dekken van incidentele tegenvallers. In dit verband wordt gedacht aan de inzet van reserves en met name aan het herbestembare deel daarvan. De beschikbare weerstandcapaciteit bestaat uit het (herbestembare deel van het) eigen vermogen, de stille reserves, de onbenutte belastingcapaciteit en de begrotingsruimte. Eigen vermogen Het eigen vermogen is geen fysieke pot met geld waarover de gemeente kan beschikken. Het is opgebouwd uit een aantal balansposten en geeft het verschil weer tussen de activa (bezittingen) en de passiva (schulden). Tot het eigen vermogen behoren alle reserves. In Bussum worden alleen die reserves tot de weerstandcapaciteit gerekend, waarvan de gemeenteraad de bestemming kan veranderen zonder dat dit belangrijk nadelige gevolgen voor de reguliere begroting heeft. Daarom worden de egalisatiereserves voor de diverse heffingen en de reserves grondwaterbeheer, reconstructie wegen, exploitatie gebouwen, exploitatie gewestkantoor, nationaal uitvoeringsprogramma en sociaal domein niet tot het herbestembare vermogen gerekend, omdat er bij verandering van die bestemming wel sprake kan zijn van nadelige financiële gevolgen in de exploitatie. Ultimo 2014 wordt het herbestembare vermogen berekend op: Eigen vermogen
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
9.249
Algemene reserves
5.945
6.474
10.638
9.809
9.529
Rekeningresultaat
2.683
1.034
3.469
0
0
0
18.341
31.451
14.370
25.757
26.444
26.868
Niet herbestembare reserves
-4.133
-14.089
-6.736
-17.237
-17.924
-18.000
Totaal (her)bestembaar eigen vermogen x € 1.000
22.836
24.870
21.740
18.328
18.048
18.117
Bestemmingsreserves
Ultimo 2014 beschikt de gemeente over een (her)bestembaar vermogen van ruim € 21,7 miljoen. Ten opzichte van de jaarrekening 2013 en de begroting 2014 is het vermogen gedaald met € 1,1 miljoen respectievelijk € 3,1 miljoen. Voor meer informatie over de samenstelling en hoogte van de reserves wordt verwezen naar het overzicht reserves en voorzieningen in deze rekening.
1
Toelichting tabellen: Js= jaarstukken, Pb=programmabegroting en Mj = meerjarenraming.
76
Stille reserves Stille reserves zijn gronden, gebouwen en overige objecten (bijvoorbeeld kunstwerken) waarvan de marktwaarde ofwel de potentiële verkoopwaarde hoger is dan waarvoor deze in de boeken staan. Er zijn geen acties ondernomen om meer inzicht te verkrijgen in de aard en omvang van onze stille reserves, waardoor geen concreet/kwantificeerbaar beeld kan worden gegeven. De stille reserves zijn daarom voor de bepaling van de grootte van het eigen vermogen buiten beschouwing gelaten. Begrotingsruimte Om de ruimte op de begroting te kunnen bepalen moet jaarlijks worden vastgesteld welke voorzieningen wij minimaal moeten aanbieden. En vervolgens moet van alle overige voorzieningen worden bepaald in welke tijdsperiode deze afgestoten kunnen worden. Op die manier is theoretisch de ruimte op de begroting te bepalen, op zowel de korte termijn als op de lange termijn. Dit is een tijdrovende en omslachtige methode. Daarom is het gebruikelijk de begrotingsruimte te bepalen op het in de begroting opgenomen budget voor ‘onvoorziene uitgaven’. Initieel werd hiervoor in 2014 € 45.000 geraamd. Bij de tweede Bestuursrapportage 2014 is dit budget afgeraamd.
3.2.1.1 Incidenteel beschikbare weerstandcapaciteit De werkelijk incidenteel beschikbare weerstandcapaciteit per einde 2014 bedraagt circa € 21,7 miljoen. Dit bedrag is beschikbaar voor het incidenteel afdekken van de financiële risico’s. Incidenteel beschikbare weerstandcapaciteit € 1.000
x
Herbestembaar vermogen
Js 2013
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
18.117
22.836
24.870
21.740
18.328
18.048
0
0
0
158
12
0
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
22.836
24.870
21.740
18.486
18.060
18.117
Begrotingsruimte Stille reserves Incidenteel beschikbare weerstandcapaciteit
Pb 2014
Als uitgangspunt wordt genomen dat de incidentele weerstandcapaciteit wordt ingezet om de verhouding tussen beschikbare en benodigde incidentele weerstandcapaciteit weer te geven (zie paragraaf 3.2.3).
3.2.1.2 Structureel beschikbare weerstandcapaciteit ofwel onbenutte belastingcapaciteit Voor de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit hanteren wij de regels die worden gesteld als eis voor toelating tot extra ondersteuning door het Rijk op basis van artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet. Voorwaarde voor toelating tot extra financiële ondersteuning is een minimaal te hanteren normtarief voor de Ozb en bovendien dat onder andere de riool- en afvalstoffenheffing voor 100% kostendekkend zijn. Door het normtarief Ozb 2014 af te zetten tegen het Bussumse tarief voor 2014 en dat te vermenigvuldigen met de Woz waarden (per september 2014) wordt de onbenutte belastingcapaciteit berekend op: Overzicht onbenutte belastingcapaciteit x € 1.000
Js 2013
Pb 2014
Berekening Js 2014 Wozwaarde 2014 x € 1.000
gebruiker niet-woningen eigenaar woningen eigenaar niet-woningen Totaal
Normatief art 12Fv 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
Tarief Bussum 2014
445
460
409.150
0,001651
0,000639
414
492
490
490
4.541
4.998
4.076.800
0,001651
0,000549
4.493
5.177
5.180
5.180
552
462
426.300
0,001651
0,000718
398
483
480
480
5.538
5.920
5.304
6.152
6.150
6.150
De gemeente kan extra middelen genereren door belastingen te verhogen. De heffingen zijn zoveel mogelijk kostendekkend. Daarmee wordt de onbenutte belastingcapaciteit van circa € 5,3 miljoen per einde 2014 aangemerkt als de structureel beschikbare weerstandscapaciteit. Bij de Programmabegroting 2014 werd deze capaciteit op circa € 5,9 miljoen en bij de Jaarstukken 2013 op ongeveer € 5,5 miljoen berekend.
77
Uitgangspunt is dat de structurele capaciteit dient voor het opvangen van structurele kosten. Bijvoorbeeld voor het compenseren van rentekosten, die gemoeid zijn met leningen voor het afdekken van tegenvallers op risico’s.
3.2.2 Werkelijk benodigde weerstandcapaciteit Het volledig in beeld brengen en kwantificeren van risico´s is een complex en tijdrovend proces. Naar mate wij meer risico’s (beter) kunnen kwantificeren zullen wij op de langere termijn een steeds beter onderbouwde beoordeling van de benodigde weerstandcapaciteit kunnen maken. Dit proces is enkele jaren geleden ingezet en bij iedere begroting en rekening worden verdere stappen gezet bij het volledig kwantificeren van de risico’s. De werkelijk benodigde weerstandcapaciteit voor het afdekken van de voorgedane risico’s in 2014 is opgenomen in de onderstaande tabel. Benodigde weerstandscapaciteit x € 1.000
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Berekening mogelijk financieel risico voor 2015
Werkelijk risico
Maximaal risico
Geschat risico 2015
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
Kans voordoen (%)
Kosten re-integratie werkloze (ex-) werknemers
0
25
41
211
100
25
25
28
14
Gemeenschappelijke regelingen
0
5
0
600
0
0
0
0
0
Dienstverlening, realiseren KCC
0
53
0
0
0
0
0
0
0
Gesubsidieerde instellingen
0
25
0
0
0
0
0
0
0
Transities Sociaal domein
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Participatiewet (wet BUIG)
0
0
420
500
250
50
125
125
125
95
0
41
2.000
100
25
25
25
25
0
163
261
450
450
25
113
113
113
Herontwikkelen Mob-complex
0
213
0
1.878
1.745
10
175
178
186
Herontwikkelen Veldweg
0
188
90
250
250
25
63
63
63
Herontwikkelen Roodborstlaan
0
0
0
849
90
25
23
0
0
Herontwikkelen Geweststrook
0
0
0
1.047
0
10
0
0
0
227
25
324
150
150
50
75
50
50
0
13
0
1.200
250
10
25
25
20
0
450
0
6.300
600
25
150
140
125
Garantieregeling Gooiberg Herontwikkelen Scapino/Nieuwe Brink
Leges Wabo Verstrekte geldleningen Gegarandeerde geldleningen/borgstellingen Gemeentefonds Realiseren bezuinigingen Totaal
0
75
0
500
250
50
125
250
375
888
250
0
818
125
50
63
110
275
1.210
1.485
1.177
987
1.107
1.371
In de tabel wordt voor 2014 het werkelijk afgedekt financieel risico weergegeven en vergeleken met de Programmabegroting 2014, de Jaarstukken 2013 en de Programmabegroting 2015 met bijbehorend meerjarenperspectief. In de berekening daarvan wordt het geschat risico vermenigvuldigd met de kans dat deze zich mogelijk voordoet. De uitkomst hiervan geeft het mogelijk financieel risico weer. Voor het inschatten van deze kans wordt een beperkt aantal gradaties gehanteerd: • het risico is klein 10% • het risico is matig 25% • het risico is groot 50% • het risico is zeer groot 75% Een voorbeeld: het maximale en het geschat risico op de leges Wabo (zie § 3.2.5) is voor de begroting 2014 berekend op € 25.000 en voor de begroting 2015 € 150.000. Werkelijk was voor het afdekken van dit risico in 2014 € 324.432 nodig. De kans dat het risico zich zal voordoen wordt op ‘groot’ ofwel 50% gesteld.
78
En daarmee is het mogelijk financieel risico voor 2015 berekend op 50% van € 150.000 = € 75.000 en voor de jaren daarna op € 50.000. Samenvattend was in 2014 in totaal bijna € 1,2 miljoen benodigd om de risico’s af te dekken, terwijl in de Programmabegroting 2014 werd gerekend op een benodigd bedrag bijna € 1,5 miljoen. In 2013 was hiervoor circa € 1,2 miljoen nodig en voor de Programma begroting 2015 en meerjarig wordt uitgegaan van een benodigd weerstandvermogen van bijna € 1,0 miljoen, respectievelijk € 1,1 miljoen en € 1,4 miljoen.
3.2.3 Verhouding beschikbare en werkelijk benodigde weerstandcapaciteit Het weerstandvermogen wordt uitgedrukt in een verhoudingscijfer ofwel een ratio. De ratio is de verhouding van de beschikbare incidentele weerstandcapaciteit en de werkelijk benodigde weerstandcapaciteit. De weergave van een ratio weerstandvermogen is voorgeschreven in het Bbv en geeft een meerjarige indicatie voor de mate waarin de gemeente in staat is om financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Verhouding beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit x € 1.000 a. Beschikbare weerstandscapaciteit b. Benodigde weerstandscapaciteit
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
18.486
18.060
18.117
22.836
24.915
21.740
1.210
1.489
1.177
987
1.107
1.371
18,9
16,7
18,5
18,7
16,3
13,2
Ratio (a delen door b)
Uit bovenstaande berekening kan worden opgemaakt dat de ratio een licht dalende trend laat zien en nu is berekend op 18,5. Ondanks een lager berekende beschikbare weerstandcapaciteit en daarbij een lagere benodigde capaciteit bij de Programmabegroting 2015 valt de ratio voor dat jaar ongeveer 2 gelijk uit. Meerjarig wordt uitgegaan van een dalende trend. Op basis van de klasse waarin de Bussumse ratio valt kan worden vastgesteld dat de gemeente Bussum over een uitstekend weerstandvermogen beschikt. Over 2013 bedroeg deze ratio voor alle gemeenten gemiddeld 1,8.
3.2.4 Beheersen risico’s door de gemeente Risico’s kunnen pas worden beheerst als deze gemeentebreed zijn geïnventariseerd en gekwantificeerd. De afgelopen jaren is daarom veel energie gestoken in het verkrijgen van inzicht in alle risico’s en de grootte daarvan. De risico’s zijn niet alleen in kaart gebracht en gekwantificeerd, maar er is ook beoordeeld of deze zich kunnen voordoen op korte of lange termijn. Het Besluit Begroting en Verantwoording vraagt om het ontwikkelen van concreet beleid voor het beheersen van de risico’s. Middels deze paragraaf wordt daaraan door de gemeente invulling gegeven. Per risico worden zo nodig afspraken gemaakt voor het beheersen daarvan. Afgesproken is dat we bij het afgeven van nieuwe garanties terughoudend zijn en dat per geval beoordelen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de garantieovereenkomsten Gooiberg. De grondexploitaties zijn volledig in beeld gebracht, waardoor de risico’s die we daarop lopen duidelijk zijn. Bij nieuwe feiten of ontwikkelingen wordt de beschrijving en de kwantificering van alle risico’s geactualiseerd.
3.2.4.1 Indicatoren financiële positie De mogelijke aanpassing van het Besluit begroting en verantwoording voor wat betreft het weerstandvermogen heeft betrekking op het, met behulp van indicatoren, geven van informatie over de financiële positie van de gemeente. Deze voorlopig geadviseerde indicatoren (commissie Depla) worden hieronder waar mogelijk weergegeven. Daarmee kan de gemeente Bussum worden vergeleken met andere gemeenten, die deze indicatoren ook in begrotingen en jaarrekeningen verwerken.
2
Om de ratio voor het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen maken wij gebruik van een aantal klassen en oordelen die in samenwerking tussen het NAR en de Universiteit Twente is vastgesteld: A ratio > 2,0 = uitstekend, B ratio 1,0 tot 2,0 = voldoende tot goed, C ratio 0,5 tot 1,0 = matig en D ratio < 0,5 = onvoldoende.
79
Structurele exploitatieruimte Deze ratio beoogt de financiële wendbaarheid weer te geven en wordt gedefinieerd als: (structurele baten – structurele lasten) / totale baten voor bestemming. De berekening hiervan is gebaseerd op het overzicht ‘incidentele baten en lasten’. Structurele exploitatieruimte
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
Structurele baten
78.394
64.763
64.228
73.330
71.651
71.423
Structurele lasten
83.394
66.152
62.863
72.996
71.303
71.314
Saldo structurele baten – lasten
-5.000
-1.389
1.365
334
348
109
Totale baten voor bestemming
78.945
64.763
69.858
74.333
72.287
71.423
Ratio structurele exploitatieruimte
-0,064
-0,021
0,020
0,005
0,005
0,002
De ratio geeft de structurele ruimte op de begroting of rekening aan. Voor deze jaarrekening wordt deze ratio berekend op 0,02 ofwel 2%. Voor de Programmabegroting 2014 en de Jaarstukken 2013 kwam deze berekening uit op -2,1% respectievelijk -6,4%. Meerjarig wordt een kleine positieve waarde of wel een structurele ruimte van 0,5% berekend. De conclusie is dat de ruimte in 2015 en in meerjarig perspectief positief maar klein is. Met andere woorden: nagenoeg alle baten en lasten liggen structureel vast. Solvabiliteit Onder solvabiliteit wordt verstaan de mate waarin de gemeente aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Middels deze veel gebruikte ratio wordt daarbij het eigen vermogen in een percentage van het totale vermogen uitgedrukt. Onder het eigen vermogen wordt het totaalbedrag aan reserves per einde boekjaar verstaan. Solvabiliteit
Js 2013
Js 2014
Eigen vermogen x € 1.000
37.897
28.476
Totaal vermogen x € 1.000
111.740
118.520
0,34
0,24
Ratio Solvabiliteit (eigen / totaal vermogen)
De berekende ratio geeft aan dat het eigen vermogen eind 2014 24% van het totale vermogen bedraagt. Voor bedrijven wordt in zijn algemeenheid hiervoor een minimum norm van circa 25% gehanteerd. Voor gemeenten is geen minimum norm bekend. Het kengetal is nieuw en in ontwikkeling. De vergelijkende cijfers van de begroting 2014, 2015 en meerjarig zijn nog niet in de begrotingen opgenomen. Netto schuldquote Deze ratio geeft de verhouding tussen de schulden (minus de uitzettingen/vorderingen) en de totale baten/inkomsten van de gemeente aan. Idealiter kan gesteld worden dat deze ratio kleiner dan 1 behoort te zijn. In dat geval komt er meer geld binnen dan er uit gaat. Netto schuldquote onderhandse leningen, overige vaste en kortlopende schuld
Js 2013
Js 2014
58.733
63.956
4.657
5.229
63.390
69.185
4.739
5.689
overlopende activa
10.380
6.514
Totaal uitzettingen c.a.
15.119
12.203
Totaal schulden - totaal uitzettingen c.a.
48.271
56.982
Totale baten voor bestemming
78.945
69.858
Ratio netto schuldquote
0,61
0,81
overlopende passiva Totaal schulden lang- en kortlopende uitzettingen, kortlopende vorderingen
Ozb-tarief in verhouding tot landelijk gemiddeld tarief Deze ratio geeft de nog mogelijke belastingcapaciteit aan. Deze (theoretisch) nog te benutten belastingcapaciteit wordt als volgt gedefinieerd: het Ozb-tarief Bussum gedeeld door het landelijk gemiddelde Ozb-tarief. 80
Het landelijk gemiddelde Ozb-tarief wordt daarbij gesteld op 120% van de norm (tarief) die geldt voor toelating op basis van art.12 Financiële verhoudingswet. Voor de presentatie is er voor gekozen om dit cijfer alleen voor de categorie ‘eigenaar woningen’ uit te werken, omdat dat het overgrote deel van de Ozb-opbrengst betreft. OZB-tarief in verhouding tot landelijk gemiddeld tarief
Js 2013
Ozb tarief gemeente Bussum woning eigenaren
0,000495 0,000495 0,000549 0,000549 0,000549 0,000549
Landelijk gemiddeld tarief (120% tarief art.12 FV)
0,001848 0,001981 0,001981 0,002148 0,002148 0,002148
Ratio Ozb-tarief (Bussum / landelijk gem.)
0,27
Pb 2014
0,25
Js 2014
0,28
Pb 2015
0,26
Mj 2016
Mj 2017
0,26
0,26
De ratio geeft de verhouding aan tussen het Bussumse Ozb-tarief en het landelijk gemiddelde. Dat betekent dat het Bussumse tarief 28% bedraagt van het landelijk gemiddelde. Daarmee wordt ook aangegeven dat de onbenutte belastingcapaciteit voor 2014 72% is. Voor 2013 kwam deze ratio uit op 27% ten opzichte van circa 73%. Grondpositie Deze ratio geeft de verhouding weer tussen de grondpositie en de totale baten. De grondpositie wordt als volgt gedefinieerd: boekwaarde van de in exploitatie en nog niet in exploitatie genomen gronden gedeeld door de totale baten voor bestemming. Grondpositie Boekwaarde van in exploitatie en nog niet in exploitatie genomen gronden Totale baten gemeente voor bestemming
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
2.551
2.578
3.479
1.906
1.696
700
78.945
64.763
69.858
74.333
72.287
71.423
0,03
0,04
0,05
0,03
0,02
0,01
Ratio grondpositie (grondpositie / totale baten)
De grondpositie wordt voor de jaarrekening 2014 berekend op 0,05 ofwel 5%. Voor de jaarstukken 2013 kwam deze berekening uit op 3%. Met andere woorden: er is sprake van een relatief kleine grondpositie en dus ook van een relatief klein risico.
3.2.5 Risico’s In deze paragraaf worden de risico’s - op programmavolgorde - beschreven. Naast een toelichting op het risico wordt een tabel gegeven met de kwantificering van het risico bij de begroting 2014. Indien van toepassing is daarbij ook het bedrag (x € 1.000) opgenomen dat in 2014 nodig was voor het afdekken van het risico.
Kosten re-integratie werkloze (ex-) werknemers De kosten van (ex-)werknemers die nog geen ander werk hebben, kunnen oplopen en vormen een risico. Het risico is iets groter geworden. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat medewerkers tijdelijke urenuitbreidingen hebben gekregen voor werkzaamheden in het kader van de fusie met Naarden en Muiden. Doordat taken kritisch worden bekeken en tijdelijke urenuitbreidingen niet meer worden verlengd, bestaat er een verhoogde kans dat medewerkers deeltijd WW aanvragen. Naast de kosten die dit aan uitkeringsverplichting met zich meebrengt, vraagt dit ook kosten voor re-integratie inspanning die vanuit werkgeverszijde moeten worden geleverd. In 2014 is het risico beperkt gebleken. Voor de rest van de periode kan het risico als matig worden ingeschat. Kosten re-integratie werkloze (ex-) werknemers
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017 114
Geschat maximaal financieel risico
525
211
227
Geschat financieel risico
50
100
114
57
10%
25%
25%
25%
25
28
14
Kans op voordoen Mogelijk financieel risico x € 1.000
0
25
41
Het bedrag ‘mogelijk financieel risico’ van € 41.000 in de kolom Jaarstukken 2014 betreft het dit jaar werkelijk afgedekte risico.
81
Gemeenschappelijke regelingen De gemeente Bussum neemt deel in een aantal gemeenschappelijke regelingen, waarvan de Regio Gooi en Vechtstreek en de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek financieel de omvangrijkste zijn. De gemeentelijke bijdragen zijn gebaseerd op de begrotingen van deze gemeenschappelijke regelingen en een afgesproken verdeelsleutel. Het aandeel van de gemeente Bussum voor de Veiligheidsregio is door de besluitvorming over de wijziging van de gemeentelijke bijdragen in 2014 fors toegenomen en dat betekent ook dat het risico navenant is gestegen. Veel van de regelingen hebben, net als de gemeenten, bezuinigingstaakstellingen te realiseren. Over het algemeen zijn deze volledig gerealiseerd. Incidentele tegenvallers of ontoereikende maatregelen om te bezuinigen dienen zij zelf binnen hun exploitatie op te vangen. Voor het jaar 2014 hebben wij geen signalen ontvangen dat wij toch aanvullend worden aangesproken op een hogere bijdrage. Gemeenschappelijke regelingen
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017 600
Maximaal financieel risico
600
600
600
Geschat financieel risico
50
0
0
0
10%
0%
0%
0%
0
0
0
Kans op voordoen Mogelijk financieel risico x € 1.000
0
5
0
Gesubsidieerde instellingen Theater Spant! en de bibliotheek krijgen subsidie op basis van budgetfinanciering. Sportcomplex De Zandzee is eigendom geworden van de gemeente. Bij Spant! is er in 2014 sprake van goede resultaten; het resultaat 2014/2015 zal naar verwachting niet afwijken van de prognose. Bij de bibliotheek is op dit moment sprake van een stabiele exploitatie. Voor deze instellingen heeft zich in 2014 geen wijziging voorgedaan ten aanzien van de risico’s. Gesubsidieerde instellingen
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
Maximaal financieel risico
500
0
0
0
Geschat financieel risico
100
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Kans op voordoen Mogelijk financieel risico x € 1.000
25% 0
25
0
Transities Sociaal domein De drie transities Sociaal domein betreffen de transitie van AWBZ naar Wmo, transitie Jeugd en de transitie Werk en inkomen. Deze transities hebben grote financiële gevolgen; het aantal zogenaamde ‘open-einde regelingen’ neemt toe. De bedragen die met deze regelingen gepaard gaan, zijn aanzienlijk, waardoor de risico’s voor gemeenten sterk toenemen. In alle transities zullen overgangsregelingen zitten waarin bestaande rechten voor klanten voor een of twee jaar blijven bestaan en de gemeente slechts beperkt sturing heeft op de uitgaven. Uitgangspunt is dat de transities budgettair neutraal worden uitgevoerd. In 2014 hebben we meer zicht op de inkomsten gekregen en zijn de te verwachten uitgaven in kaart gebracht. Het risico heeft zich in 2014 niet voorgedaan. Transities Sociaal domein
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
Maximaal financieel risico
4.000
0
0
0
Geschat financieel risico
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Kans op voordoen Mogelijk financieel risico x € 1.000
0 0
82
0
0
Participatiewet (wet Buig) In de risicoanalyse 2014 is rekening gehouden met een bestandstoename van 4%. De uiteindelijke bestandstoename in 2014 is 7,2% gebleken. Dit resulteert in hogere uitgaven van € 420.000. Participatiewet (wet BUIG)
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017 500
Maximaal financieel risico
250
500
500
Geschat financieel risico
0
250
250
250
Kans op voordoen
0
50%
50%
50%
125
125
125
Mogelijk financieel risico x € 1.000
0
0
420
Wet sociale werkvoorziening (WSW) De rijksvergoeding per SE (arbeidsjaar per WSW’er) is in 2014 verlaagd met € 500 en zal de komende jaren verder verlaagd worden. Bij het werkvoorzieningsschap Tomingroep is al een aantal jaren sprake van een negatief bedrijfsresultaat, dat tot nu toe - en in de komende jaren - wordt gecompenseerd door een bijdrage van Tomingroep BV. Ondanks toenemende risico’s (stelselwijziging, bezuinigingen, economie, et cetera) wordt het geconsolideerde weerstandsvermogen van het schap en de BV als voldoende beoordeeld. Garantieovereenkomsten Gooiberg De gemeente loopt risico’s met betrekking tot de eventuele verkoop van een aantal woningen op de Gooiberg. Op basis van gesloten overeenkomsten kunnen eigenaren onder bepaalde voorwaarden een beroep doen op compensatie voor de relatief lage verkoopprijs als gevolg van de bodemvervuiling. De gemeente moet deze kosten dan vergoeden en daarnaast komen ook de kosten in verband met taxatie en veiling voor rekening van de gemeente. In de exploitatie zijn hiervoor geen structurele middelen opgenomen, zodat alle kosten een risico zijn voor de exploitatie van dat betreffende jaar. Garantieovereenkomsten Gooiberg
Js 2013
Maximaal financieel risico
Js 2014
0
Geschat financieel risico Kans op voordoen Mogelijk financieel risico x € 1.000
Pb 2014
95
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
2.000
2.000
2.000
0
100
100
100
0%
25%
25%
25%
25
25
25
0
41
Het bedrag ‘mogelijk financieel risico’ van € 41.000 in de kolom Jaarstukken 2014 betreft het in dit jaar werkelijk afgedekte risico. Bij de Programmabegroting 2014 werd dit risico niet genoemd, omdat wij toen daarvoor nog een voorziening hadden.
Herontwikkelen Scapino/Nieuwe Brink (grondexploitatie) Het complex Scapino/Nieuwe Brink wordt onderdeel van de nieuw te ontwikkelen aanpak voor het gehele centrum. De verkoop van de gronden heeft in 2014 niet plaatsgevonden. Omdat er nog geen concreet zicht op verkoop is, is de boekwaarde afgeboekt naar de taxatiewaarde van € 450.000. Herontwikkelen Scapino/Nieuwe Brink
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017 450
Maximaal financieel risico
653
450
450
Geschat Financieel risico
653
450
450
450
Kans op voordoen
25%
25%
25%
25%
113
113
113
Mogelijk financieel risico x € 1.000
0
163
261
Het bedrag ‘mogelijk financieel risico’ van € 261.000 in de kolom Jaarstukken 2014 betreft de afboeking van de boekwaarde naar de taxatiewaarde.
83
Herontwikkelen Mob-complex (grondexploitatie) Landgoed Nieuw Cruysbergen De kosten worden gedekt binnen de ontwikkeling. Alleen wanneer de ontwikkelaar zich door tegenvallende verkoopverwachtingen terugtrekt kan er een risico ontstaan omdat over de verwerving van de grond met Bureau Beheer Landbouwgronden contractuele afspraken zijn gemaakt. Dit risico doet zich bij de eerste twee fases van het project voor. In de grondexploitatie is per jaar een opbrengst opgenomen van € 66.000 uit verhuur van huidige. De ontwikkelingen zijn volgens plan verlopen; met uitzondering van de beoogde verhuur en daardoor zijn de verwachte huurinkomsten niet gehaald. Herontwikkelen Mob-complex
Js 2013
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
2.500
1.878
1.977
2.057
Geschat financieel risico
850
1.745
1.777
1.857
Kans op voordoen
25%
10%
10%
10%
175
178
186
Maximaal financieel risico
Mogelijk financieel risico x € 1.000
0
Pb 2014
213
Js 2014
0
Herontwikkelen Veldweg (grondexploitatie) Het complex Veldweg wordt onderdeel van de nieuw te ontwikkelen aanpak voor het gehele centrum. Hiertoe is het huidige complex conform de wettelijke eisen afgeboekt naar de waarde zoals vastgesteld bij de Jaarstukken 2012 zijnde € 250.000. Herontwikkelen Veldweg
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
Maximaal financieel risico
250
250
250
250
Geschat financieel risico
250
250
250
250
25%
25%
25%
63
63
63
Kans op voordoen Mogelijk financieel risico x € 1.000
75% 0
188
90
Het bedrag ‘mogelijk financieel risico’ van € 90.000 in de kolom Jaarstukken 2014 betreft de afboeking van de boekwaarde naar € 250.000. Herontwikkelen Roodborstlaan (grondexploitatie) De kosten worden gedekt binnen de ontwikkeling. Er wordt aangenomen dat binnenkort gestart kan worden met de verkoop van de kavels. Er is een klein risico met betrekking tot de subsidieopbrengst van de Provincie. Herontwikkelen Roodborstlaan
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017 0
Maximaal financieel risico
0
849
0
Geschat financieel risico
0
90
0
0
Kans op voordoen
0
25%
0%
0%
23
0
0
Mogelijk financieel risico x € 1.000
0
0
0
Herontwikkelen Geweststrook (grondexploitatie) De gecontracteerde partij - Bensdorp Gewest VOF - heeft aangegeven van herontwikkeling van de Geweststrook af te zien. Met een andere marktpartij die het terrein wil herontwikkelen is in december 2014 een principeovereenkomst gesloten. De afhandeling van de contractpositie van de marktpartij is mogelijk een (financieel) risico. Hierbij gaat het om eventuele verliezen van een door de gecontracteerde marktpartijen op de naastgelegen locatie aangelegde WKO-installatie. Vertraging in de afhandeling van de contract positie kan voor de gemeente een risico inhouden voor het later krijgen van de grondopbrengsten. Dit risico heeft zich in 2014 niet voorgedaan. Herontwikkelen Geweststrook
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
1.047
0
0
Maximaal financieel risico
0
Geschat financieel risico
0
0
0
0
Kans op voordoen
0
10%
10%
10%
0
0
0
Mogelijk financieel risico x € 1.000
0
84
0
0
Leges wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Het aantal omgevingsvergunningen voor bouwplannen < € 100.000 is ten opzichte van de vorige jaren gestabiliseerd op 307. Daarnaast werden er slechts 9 omgevingsvergunningen voor bouwplannen > € 100.000 verleend. De totale legesopbrengsten zijn ondanks ingrepen, minder inzet van personeel en lagere kosten op het werkproces (lean) niet voldoende om de kosten te dekken. Daarvoor moest een beroep worden gedaan op de betreffende reserve. Leges Wabo
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017 100
Maximaal financieel risico
350
150
100
Geschat financieel risico
100
150
100
100
Kans op voordoen
25%
50%
50%
50%
75
50
50
Mogelijk financieel risico x € 1.000
227
25
324
De bedragen ‘mogelijk financieel risico’ van € 227.000 en € 324.432 in de kolommen Jaarstukken 2013 en 2014 betreffen de in die jaren werkelijke onttrekkingen aan de daarvoor gevormde egalisatiereserve. Verstrekte geldleningen Op de balans per einde 2014 zijn de verstrekte geldleningen opgenomen voor een bedrag van € 1.549.299. Hierin begrepen is een bedrag van € 1.208.275 aan overige langlopende geldleningen (inclusief startersleningen) en € 341.023 aan hypothecaire geldleningen aan ambtenaren. Het risico dat de gemeente loopt in de hypotheken is bijna nihil, omdat de waarde van de met hypotheek bezwaarde woningen doorgaans voldoende zal zijn voor het afdekken van de (restant) hypotheek die nog zou moeten worden afgelost. Het totale risico van de gemeente op de verstrekte geldleningen wordt als laag (klein) ingeschat. Verstrekte geldleningen
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
Maximaal financieel risico
900
1.200
1.100
1.000
Geschat financieel risico
130
250
200
200
10%
10%
10%
25
20
20
Kans op voordoen Mogelijk financieel risico x € 1.000
10% 0
13
0
Parkeerexploitatie/subsidie Parkeer b.v. Voor de parkeerexploitatie, waaronder de subsidie aan de Parkeer b.v. hanteren wij een kostendekkende exploitatie, waarbij eventuele tekorten en overschotten worden verrekend met een egalisatiereserve. Deze egalisatiereserve is eind 2014 geheel verbruikt, maar op basis van de afspraken rond de afwikkeling van de geweststrook is de verwachting dat er in 2015 weer gelden aan de reserve kunnen worden toegevoegd. De subsidie aan de Parkeer b.v. is ter afdekking van het exploitatietekort. De Parkeer b.v. heeft geen voorziening voor groot onderhoud opgebouwd, hetgeen betekent dat deze lasten via de exploitatie lopen en dus een nogal fluctuerend effect kunnen hebben. Gelet op de ouderdom van de garages zit er groot onderhoud aan te komen, waardoor de subsidie tijdelijk hoger kan uitvallen. Voor de gehele parkeerexploitatie loopt een onderzoek naar het toekomstig vervolg, waarbij ook wordt gekeken naar het eventueel afstoten van onrendabele garages. Naar verwachting komen de resultaten van dit onderzoek in de loop van 2015. Daarbij is het niet ondenkbaar dat garages wellicht afgestoten gaan worden, dan wel een andere bestemming moeten krijgen. Dit kan grote gevolgen hebben voor de waardering van deze garages, waardoor opnieuw afgewaardeerd moet worden en dat zal dan leiden tot extra kosten. Er is dus nogal wat onzekerheid over deze exploitatie en de afdekking van de kosten. Het risico kan daarom (nog) niet gekwantificeerd worden.
85
Gegarandeerde geldleningen/borgstellingen Het totaalbedrag van alle leningen waarvoor de gemeente Bussum garantstellingen heeft afgegeven bedraagt eind 2014 € 91,7 miljoen. Het betreft in veel gevallen leningen van woningbouwcorporaties, maar ook voor een bejaardenhuis, parkeergarages en diverse scholen. Van het totaal bedrag aan leningen staat de gemeente garant voor een totaalbedrag van circa € 50,6 miljoen, waarvan voor € 40,9 miljoen indirect (achtervang) en voor € 9,7 miljoen direct garant. Voor de indirect gewaarborgde geldleningen (13) aan woningbouwcorporaties heeft de garantstelling de functie van achtervang. Dit betekent dat de gemeente pas in laatste instantie hierop kan worden aangesproken. Een waarborgfonds (in casu WSW) staat dan in eerste instantie garant. Indien zij niet aan de verplichtingen kan voldoen zal het Rijk (50%) samen met de gemeenten (50%) bij moeten springen in de vorm van het verstrekken van renteloze leningen aan het waarborgfonds. Bij de beoordeling van het risico van leningen aan woningbouwcorporaties is het van belang te weten hoe deze er voor staan. Volgens het Centraal Fonds Volkshuisvesting (Cfv) staan geen van de in Bussum werkzame woningcorporaties onder verscherpt toezicht. Daarnaast is het nog nooit voorgekomen dat een gemeente is aangesproken op zijn achtervangpositie, mede vanwege de grote buffer van het WSW. Daarom schatten wij in dat het risico om aangesproken te worden op onze achtervangpositie nagenoeg nihil is. Bij de direct gewaarborgde geldleningen is er sprake van een groot verschil in risico. Voor een deel betreft dit namelijk leningen (onder andere ten aanzien van de Parkeer BV) waarvan de rente en aflossing, via een vorm van subsidie, al volledig voor onze rekening komt. Het risico dat de gemeente zal worden aangesproken op de borgstelling achten wij om deze reden nihil. Dit geldt tevens voor de positie van de gemeente bij leningen van gemeenschappelijke regelingen, waarvan de gemeente zelf deel uitmaakt. Voor de overige gewaarborgde geldleningen blijft er dan nog maximaal een bedrag van circa € 6.9 miljoen over. De kans dat de gemeente voor een direct gegarandeerde geldlening wordt aangesproken schatten we nu gemiddeld op 25% (matig). Als beheersmaatregel zijn er afspraken gemaakt binnen de gemeente om de partijen, met leningen waarvoor wij garant staan, te monitoren. Hierdoor kan er in een vroeg stadium geconstateerd worden of er mogelijk (financiële) problemen zijn en kan er gekeken worden naar mogelijke oplossingen voordat er een beroep wordt gedaan op de garantstelling. Gewaarborgde geldleningen
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
6.300
5.900
5.400
Maximaal financieel risico
32.000
Geschat financieel risico
1.800
600
560
500
Kans op voordoen
25%
25%
25%
25%
150
140
125
Mogelijk financieel risico x € 1.000
0
450
0
Het grote verschil in de Jaarstukken 2014 en de meerjarenraming ten opzichte van begroting 2014 en jaarstukken 2013 is het feit dat we toen alle garanties via het WSW nog als mogelijk risico hebben meegeteld. Gemeentefonds De Programmabegroting 2014 is gebaseerd op de meicirculaire 2013, waarbij de raming voor 2014 relatief gunstig uitviel. Door de normeringssystematiek (‘samen de trap op, samen de trap af’) van het gemeentefonds hebben fluctuaties in de uitgaven van het Rijk direct gevolgen voor de hoogte van de uitkering die gemeenten ontvangen. Deze fluctuaties waren de laatste jaren steeds groter. Voor de komende jaren zal er, onder andere door de gevolgen van herverdelingen van het gemeentefonds, sprake zijn van een stijgende onzekerheid over de hoogte van de uitkering uit het gemeentefonds. Voor 2014 heeft het mogelijk financieel risico op een lagere uitkering zich niet voorgedaan. Voor de komende jaren wordt de uitkering onzekerder en het geschat financieel risico groter. Gemeentefonds
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017
Maximaal financieel risico
4.000
500
1.000
1.500
Geschat financieel risico
100
250
500
750
50%
50%
50%
125
250
375
Kans op voordoen Mogelijk financieel risico x € 1.000
75% 0
86
75
0
Realiseren bezuinigingen (bloeien door snoeien) In de Perspectiefnota 2014 zijn de te realiseren bezuinigingen geconcretiseerd en in de begroting 2014 verwerkt. Daarbij is nadrukkelijk alleen ingezet op maatregelen die meteen effect sorteren en die ook direct uitvoerbaar zijn. Het mogelijk financieel risico voor 2014 heeft zich dus niet voorgedaan. De nog resterende taakstelling zal bij het fusieproces een plek krijgen en is input voor de begroting van de nieuwe gemeente. De verwachting is, dat de inrichting van de nieuwe organisatie op een zodanige efficiënte wijze kan plaatsvinden, dat daarmee de taakstelling voor de komende jaren kan worden ingevuld. Of alle effecten van deze voorgenomen maatregelen meteen ook het maximale financiële resultaat opleveren, is niet zeker. Het al dan niet realiseren van deze taakstelling is daarmee dus een risico. Realiseren bezuinigingen
Js 2013
Pb 2014
Js 2014
Pb 2015
Mj 2016
Mj 2017 1.600
Maximaal financieel risico
7.000
818
1.200
Geschat financieel risico
1.000
125
220
550
Kans op voordoen
25%
50%
50%
50%
63
110
275
Mogelijk financieel risico x € 1.000
888
250
0
Bij de inschatting van het maximaal financieel risico is het bedrag (afgerond) van de totale bezuinigingen voor dat jaar aangehouden, terwijl het bedrag van het geschatte risico is afgestemd op het bedrag van de bezuinigingen, dat nog verder geconcretiseerd moet worden. Het bedrag ‘mogelijk financieel risico’ van € 888.000 in de kolom Jaarstukken 2013 betreft de geplande bezuinigingen die in dat jaar niet werden ingevuld.
87
3.3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Inleiding De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen heeft betrekking op het onderhoud en beheer van de gemeentelijke bezittingen. Het bespreekt het beleid en uitgaven aan de kapitaalgoederen zoals ze in deze jaarstukken zijn opgenomen. Daarnaast worden ook de geplande activiteiten in 2014 besproken.
De kapitaalgoederen kunnen onderscheiden worden in drie categorieën: • infrastructuur: riolering, wegen, water en kunstwerken • voorzieningen: openbare verlichting, groenvoorzieningen, sportvoorzieningen en speelvoorzieningen • gebouwen: gebouwen (gemeentelijk), scholen Algemene observatie De meeste kapitaalgoederen in deze paragraaf hebben een regulier vervangingsschema op basis waarvan vervanging of onderhoud is geregeld. Bij deze kapitaalgoederen komt onderhoudsachterstand in principe niet voor. In zijn algemeenheid kan worden geconstateerd dat het onderhoudsniveau van de kapitaalgoederen op een adequaat niveau is. Uitgangspunten voor onderhoud van openbare ruimte Bij het samenstellen van de beheers- en dekkingsplannen voor de openbare ruimte wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de vervangingscyclus van de rioleringen van zestig jaar. Op het moment dat de riolering wordt vervangen worden eveneens de overige voorzieningen en openbare ruimten aangepakt. Er is dan sprake van een totale herinrichting van de desbetreffende straat of straten. Omdat niet alle voorzieningen dezelfde levensduur als riolering hebben, kunnen ze voor tussentijdse vervanging of onderhoud in aanmerking komen. Het beheer wordt vervat in een Integraal Beheerplan Openbare Ruimte.
INFRASTRUCTUUR Riolering Beleidskader: Het jaarlijkse onderhoud van de riolering is gebaseerd op het in 2013 door de raad vastgestelde Gemeentelijke Riolerings Plan 2013-2016. Werkelijke vs. begrote werkzaamheden en kosten 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag begroot (€) Werkelijk (€) Riolering € 1.487.000 245.200
Kosten tlv product of voorziening Rioolbeheer (6350)
Toelichting (inclusief indicatie eventueel achterstallig onderhoud): Door geparkeerde auto’s zijn minder kolken gereinigd. Het budget voor het reinigen van kolken laat al langere tijd een onderschrijding zien. In 2014 is onder andere het reinigen van kolken opnieuw aanbesteed, dit laat geen grote wijziging zien in de kosten.
Verklaring afwijking: In de programmabegroting was een bedrag opgenomen van € 1,5 miljoen, omdat daarbij ook de voorgenomen investeringen (circa € 1,3 mln.) zijn meegenomen. In deze paragraaf rapporteren we echter alleen over het onderhoud ten behoeve van instandhouding.
88
Wegen Beleidskader: Het onderhoud van de wegen is nog gebaseerd op het in 2010 vastgestelde beheerplan “Wegbeheer 2010-2014 in de gemeente Bussum” en de in het najaar van 2011 uitgevoerde visuele weginspectie. De actualisatie van het wegenbeheerplan is in de aanloop naar de fusie nu niet uitgevoerd. Werkelijke vs. begrote werkzaamheden en kosten 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag begroot (€) Werkelijk (€) Groot en klein onderhoud € 373.500 € 178.673
Kosten tlv product of voorziening Exploitatie Wegen en Onderhoudsvoorziening wegen
Toelichting (inclusief indicatie eventueel achterstallig onderhoud): Alle werkzaamheden die voortvloeien uit het wegenbeheerplan zijn als planmatig beschouwd en worden via de onderhoudsvoorziening wegen afgewikkeld. Werkzaamheden die niet in het beheerplan zijn opgenomen drukken rechtstreeks op de exploitatie. Bij de inspectie van 2011 was er sprake van achterstallig onderhoud. Er zijn de afgelopen jaren grote delen van Bussum heringericht, zodat daar in 2014 geen onderhoud nodig was. Verklaring afwijking: Niet al het onderhoud is in 2014 uitgevoerd omdat de voorbereiding vertraagd is (langere besteksvoorbereiding- en aanbestedingsprocedure).
Water Beleidskader: Het jaarlijkse onderhoud is gebaseerd op het in 2013 door de raad vastgestelde Gemeentelijke Riolerings Plan 2013-2016. Werkelijke vs. begrote werkzaamheden en kosten 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag begroot (€) Werkelijk (€) Kosten vuilafvoer e.d. € 500 € 1.100
Kosten tlv product of voorziening Exploitatie Waterpartijen
Toelichting (inclusief indicatie eventueel achterstallig onderhoud): In 1999 is de overeenkomst voor het beheer en onderhoud van watergangen met het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht afgesloten. Sinds die tijd ontziet het waterschap de gemeente van haar beheer en onderhoudstaken. Twee keer per jaar voert het waterschap onderhoudstaken uit. Voorheen was de afvoer van maaisel kosteloos maar sinds eind 2013 niet meer en wordt dit in rekening gebracht bij de gemeente. Verklaring afwijking: In 2013 is één onderhoudsronde uitgevoerd waardoor er voor 2014 ook maar één ronde was begroot. In 2014 zijn echter twee rondes uitgevoerd waardoor het bedrag hoger is uitgevallen.
Kunstwerken Beleidskader: De bruggen in het Mouwtje, Bilderdijkplantsoen en Burgemeester ’s Jacoblaan, de waterpartijen in het Mouwtje en de kademuren binnen het project Landstraat Noord worden op basis van de meerjarenonderhoudsplannen onderhouden. Werkelijke vs. begrote werkzaamheden en kosten 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag begroot (€) Werkelijk (€) Tunnel/passage € 11.890 € 11.515
89
Kosten tlv product of voorziening Exploitatie en voorziening Straatmeubilair en Wegen
VOORZIENINGEN Openbare verlichting Beleidskader: Het jaarlijkse onderhoud van de openbare verlichting is gebaseerd op het in 2011 vastgestelde beleiden beheerplan ‘Duurzame openbare verlichting 2011-2016’. Evaluatie van het bestaande beleid is, net als onderzoek naar onderhoud en beheer van bestaande installaties, uitgesteld naar 2015. Dit wordt samen met Muiden en Naarden opgepakt in aanloop naar de fusie. Werkelijke vs. begrote werkzaamheden en kosten 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag begroot (€) Werkelijk (€) Openbare verlichting € 1.567.600 € 117.500
Kosten tlv product of voorziening Openbare verlichting (6305)
Toelichting (inclusief indicatie eventueel achterstallig onderhoud): Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Het uit te voeren onderhoud is voor een groot deel correctief en dus niet precies te voorspellen. Verklaring afwijking: In de programmabegroting was een bedrag opgenomen van € 1,6 miljoen, omdat daarbij ook de voorgenomen investeringen (van € 1,4 miljoen) zijn meegenomen. In deze paragraaf rapporteren we echter alleen het onderhoud ten behoeve van instandhouding.
Groenvoorzieningen Beleidskader: Het jaarlijkse onderhoud van de groenvoorzieningen is gebaseerd op het in 2005 vastgestelde beleidsplan ‘Groennota’ en de in 2014 vastgestelde Bomennota. Werkelijke vs. begrote werkzaamheden en kosten 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag begroot (€) Werkelijk (€) Groenvoorzieningen € 149.500 137.900
Kosten tlv product of voorziening Groenvoorzieningen (6340)
Toelichting (inclusief indicatie eventueel achterstallig onderhoud): Bij het opstellen van het Beheerkwaliteitsplan is gebruik gemaakt van een landelijke benchmark voor de berekening van de benodigde budgetten. In de praktijk leidt dit bij de inkoop tot (kleine) regionale verschillen. In zijn totaliteit is de bezuiniging op het integraal beheer van de openbare ruimte gerealiseerd maar vraagt om een aanpassing tussen de programma’s. Verklaring afwijking: Er is in 2014 minder beplanting aangekocht. De beplanting voor de Westereng is uit het project gefinancierd. In verband met de benodigde en beschikbare capaciteit zijn er buiten deze herinrichting om beperkt andere vervangingen uitgevoerd. Daarnaast is sprake van inkoop voor- of nadelen behorend bij de realisatie van de bezuiniging op het integraal beheer van de openbare ruimte.
90
Sportvoorzieningen Beleidskader: De uitgaven zijn gebaseerd op het meerjarig onderhoudsplan Sport. Werkelijke vs. begrote werkzaamheden en kosten 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag begroot (€) Werkelijk (€) Dagelijks onderhoud € 159.000 158.511 sportvelden Meerjarig onderhoud € 178.000 247.575 sportparken Meerjarig onderhoud € 164.000 382.030 Zwembad
Kosten tlv product of voorziening Sport (6435) Voorziening onderhoud Sport Voorziening onderhoud Zwembad
Verklaring afwijking: Meerjarig onderhoud sportparken: Vanwege onduidelijkheden met betrekking tot de toekomst van voetbalvereniging Allen Weerbaar is er de afgelopen jaren, naast de gebruikelijke klein onderhoud werkzaamheden, geen (groot)onderhoud aan de velden en kleedkamers verricht. In 2014 is conform het B&W-besluit het achterstallig onderhoud uitgevoerd. Meerjarig onderhoud Zwembad: In verband met de financiële ontvlechting van het sportcomplex de Zandzee is zowel het onderhoud van 2014 als het onderhoud van voorafgaande jaren afgerekend ten laste van de onderhoudsvoorziening.
Speelvoorzieningen Beleidskader: In de Nota Speelruimte 2013–2020 is het beleid voor de aanleg, onderhoud en beheer van de gemeentelijke speelplaatsen vastgelegd. Deze nota is in 2013 vastgesteld. Werkelijke vs. begrote werkzaamheden en kosten 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag begroot (€) Werkelijk (€) Onderhoud en beheer € 31.250 € 24.700 speelplaatsen
Kosten tlv product of voorziening Exploitatie Speelvoorzieningen
Toelichting (inclusief indicatie eventueel achterstallig onderhoud): In 2014 zijn speelterreinen op De Peppels en Van Galenlaan gerenoveerd; de kosten waren lager dan verwacht.
91
GEBOUWEN Gemeentelijke gebouwen Beleidskader: In 2014 is het in 2013 gestarte onderzoek naar een nieuw beheerprogramma voor het onderhoud van de gemeentelijke eigendommen voortgezet en in beginsel afgerond. Er ligt nu een nieuw meerjaren onderhoudsplan gemeentelijke gebouwen. Zodra dit plan is vastgesteld worden de ramingen voor planmatig en niet-planmatig onderhoud geactualiseerd. Hierin worden ook de effecten voor hernieuwd in te voeren voorziening onderhoud gebouwen meegenomen. Werkelijke vs. begrote werkzaamheden en kosten 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag begroot (€) Werkelijk (€) Niet planmatig onderhoud € 33.875 € 153.220 Planmatig onderhoud Onderhoud begraafplaatsen
€ 115.000
€ 50.250
€ 27.550
€ 32.400
Kosten tlv product of voorziening Exploitatie onderhoud gemeentelijke gebouwen Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen Exploitatie begraafplaatsen (Aula/ Columbarium/ Opslag)
Verklaring afwijking Er is aan diverse panden (zoals het Gewestkantoor, Jan Ligthartcentrum, kinderdagverblijf Talmalaan, de brandweerkazerne en de begraafplaats) onderhoud uitgevoerd, dat niet onder planmatig onderhoud valt, omdat de werkzaamheden geen onderdeel uitmaken van de bovengenoemde nieuwe meerjaren onderhoudsplannen. Daarom is het planmatig onderhoud lager en valt het niet-planmatig onderhoud hoger uit.
Scholen Beleidskader: Het jaarlijkse onderhoud (inclusief vervangingen) van schoolgebouwen is gebaseerd op de wet op het primair onderwijs, de wet op het voortgezet onderwijs en de verordening voorzieningen onderwijshuisvesting. Op basis van het Integraal Huisvestingsplan (IHP) 2008 en de tweejaarlijkse actualisatie hiervan wordt in de ruimtebehoefte van het basisonderwijs en voortgezet onderwijs voorzien. Het IHP en de actualisaties zijn gebaseerd op de gezamenlijke prognoses die opgesteld worden voor Naarden en Bussum. Voor de realisatie van het klein onderhoud van de scholen wordt door het college van burgemeester en wethouders jaarlijks een huisvestingsprogramma vastgesteld (jaarplannen). Werkelijke vs. begrote werkzaamheden en kosten 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag begroot Werkelijk (€) (€) Diverse € 166.268 € 247.270 onderhoudswerkzaamheden scholen en gymnastieklokalen
Kosten tlv product of voorziening
Voorziening onderhoud buiten (onderwijs)
Verklaring afwijking: Het verschil tussen de raming en werkelijke uitgaven betreft de uitgaven met betrekking tot de ingrijpende renovatie van diverse gymnastieklokalen, welke in 2013 is gestart. Op het product zijn deze uitgaven niet geraamd. Daar tegenover staat ook dat de onttrekking uit de voorziening onderhoud buiten niet was geraamd waardoor het effect binnen het programma budgettair neutraal is. In de voorziening was wel rekening gehouden met deze uitgaven.
92
3.4 FINANCIERING Inleiding Deze paragraaf biedt inzicht in de financieringsfunctie van de gemeente. Deze functie betreft alle activiteiten die te maken hebben met het verwerven en beheren van de financiële middelen door de gemeente. Voor de uitvoering van de gemeentelijke taken is het van groot belang te kunnen beschikken over voldoende financiële middelen. Hiervoor is het van belang om de rentestanden bij te houden en te weten hoeveel en wanneer er behoefte is aan financiële middelen. Daarnaast geeft deze paragraaf inzicht in de risico’s die verbonden zijn aan het aantrekken en verstrekken van geldleningen en geeft aan in hoeverre de gemeente voldoet aan de regels die in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) hierover zijn gesteld. Het is daarnaast belangrijk om te weten dat het hier over kasstromen gaat, en niet over baten en lasten, zoals bij de programma`s. In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op ons beleid en de renteontwikkelingen (3.4.1). Vervolgens wordt in paragraaf 3.4.2 aangegeven hoe er invulling is gegeven aan de financieringsbehoefte. Dit in combinatie met de bestaande geldleningen leidt tot het financieringsresultaat (3.4.3). De ontwikkelingen van de lange en korte financieringen worden in de paragraaf risicobeheer (3.4.4) getoetst; onder andere aan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Tot slot wordt aan het eind van deze paragraaf bij overige ontwikkelingen ingegaan op het schatkistbankieren en het EMU-saldo. 3.4.1 Financieringsbeleid en rentevisie Het financieringsbeleid is gericht op: • het voorzien in de financieringsbehoefte van de gemeente op korte en lange termijn; • het verzorgen van financiering voor instellingen waarvan de activiteiten worden gerekend tot de publieke taak van de gemeente; • het beheersen van risico’s die met deze transacties verbonden zijn, met name renterisico’s en kredietrisico’s. In de Programmabegroting 2014 werd uitgegaan van een laag blijvende korte en langlopende rente. De rente is uiteindelijk nog verder gedaald. Voor een 3-maands euribor kwam de rente op ongeveer 0,1% en dus onder de geschatte 0,4%. De rente voor een 20-jarige lening daalde tot onder de 2,0% in plaats van stijging naar 3,5%. Naast deze externe rente wordt ook een interne omslagrente gehanteerd. De rentekosten voor investeringen worden via een gemiddeld percentage, de zogenaamde omslagrente, toegerekend (4,5%). Deze wordt gehanteerd bij de vaste activa, onderhanden werk en bouwgrondexploitaties. 3.4.2 Financieringsbehoefte De behoefte aan financieringsmiddelen wordt voor een belangrijk deel bepaald door nieuwe investeringen, afname van reserves en voorzieningen, door de ontwikkeling in de bedrijfsmatige activiteiten op grondexploitaties en door eventuele nieuwe verstrekkingen van leningen aan derden. Voorts kan door verschillen in enerzijds te betalen aflossingen op bestaande leningen en anderzijds de afschrijving op investeringen en te ontvangen aflossingen op verstrekte leningen een behoefte ontstaan. De gemeente Bussum investeert veel, maar heeft hiervoor te weinig eigen geld op de bank. In dat geval ontstaat er een financieringstekort en voor 2014 werd deze geschat op € 11 miljoen. Uiteindelijk is het bedrag aan verwachte investeringen fors lager uitgevallen vanwege het doorschuiven van investeringen en bleek de schatting voor het aantal afschrijvingen en de mutaties in reserves en voorzieningen te hoog te zijn. Hierdoor is het mogelijk geweest om in 2014 alle tekorten op te vangen door middel van de roodstandfaciliteit bij de BNG en is er geen behoefte geweest om langlopende leningen aan te trekken. In 2014 heeft er een overname plaatsgevonden van het zwembad de Zandzee. Tegelijkertijd is de lening die hiertegenover stond bij de BNG overgenomen (€ 9.319.981, annuïteit 4,75%, 18 jaar, renteherziening 1 oktober 2016). Dit betekent dat het totaal aan langlopende leningen per 31-12-2014, ondanks de aflossingen, wel is toegenomen van € 58.721.454 tot € 63.931.710. Verstrekte geldleningen Per 31 december 2014 had de gemeente voor een bedrag van € 1.549.299 aan geldleningen verstrekt. Hiervan was € 341.023 verstrekt als hypothecaire geldleningen aan ambtenaren (een oude regeling die niet meer actief is) en € 1.208.275 aan gesubsidieerde instellingen en startersleningen. 93
Het risico dat een gemeente kan lopen op uitgezette gelden en leningen die zij aan derden verstrekt, wordt het kredietrisico genoemd. De gemeente heeft geen uitgezette gelden en de verstrekte (hypothecaire) geldleningen lopen af. Het kredietrisico dat de gemeente Bussum loopt is hierdoor als laag aan te merken. 3.4.3 Financieringsresultaat Om te voorzien in de financieringsbehoefte staan interne en externe financieringsmiddelen ter beschikking. De interne financieringsmiddelen bestaan uit de reserves en voorzieningen. De externe financieringsmiddelen bestaan uit de opgenomen langlopende geldleningen en kortlopende geldleningen en middelen. Het saldo van de financieringsfunctie wordt bepaald door de totale rentelasten en de intern toegerekende rente. In 2014 komt het renteresultaat uit op € 2,2 miljoen. Het verschil in rente op leningen is het gevolg van de overgenomen lening van het zwembad de Zandzee. Het verschil tussen de Jaarrekening 2013 en Jaarrekening 2014 op de intern toegerekende rente is het gevolg van het eind 2013 vastgestelde activabeleid waarbij de intern toegerekende rente (omslagrente) is verlaagd. Financieringsresultaat (Bedragen x € 1.000)
Jaarrekening 2013
Rente opgenomen langlopende geldleningen Rente kortlopende geldleningen Totaal rentelasten Totaal intern toegerekende rente op activa Renteresultaat
1.985 7 1.993 6.074 4.081
(Actuele) Jaarrekening Begroting 2014 2014 2.594 2.594 4 2 2.598 2.596 4.777 4.777 2.179 2.181
3.4.4 Risicobeheer Aan het aantrekken en verstrekken van geldleningen zijn (rente)risico’s verbonden. Dit onderdeel geeft een samenvatting van het risicoprofiel van de gemeente. De risico’s betreffen: renterisico’s (schuld voor lange en korte termijn) kredietrisico’s koersrisico’s liquiditeitsrisico’s valutarisico’s De Wet Fido stelt minimale eisen aan het beheersen van de renterisico’s, met name door de kasgeldlimiet (schuld korte termijn) en de renterisiconorm (schuld lange termijn). De kasgeldlimiet en de renterisiconorm zijn erop gericht de gevoeligheid voor fluctuaties van de rente te beperken. Gezien de positie van onze gemeente zijn de kasgeldlimiet en de renterisiconorm de belangrijkste risico’s. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is gericht op het voorkomen van renterisico’s, bijvoorbeeld rentestijging. Dit risico doet zich mogelijk voor bij het aangaan van veel leningen met een korte looptijd (tot 1 jaar). Wanneer de rente dan sterk stijgt, bestaat er het risico dat de gemeente leningen aan moet trekken met een hoge rente. De toegestane norm die de Wet Fido stelt is 8,5 procent van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. De kasgeldlimiet bedroeg voor heel 2014 circa € 5,6 miljoen. De kasgeldlimiet biedt ruimte om snel in te kunnen spelen op wijzigingen in de liquiditeitspositie. Door de kasgeldlimiet te benutten kan de gemeente, door het lage rentepercentage van korte leningen en de roodstandfaciliteit bij de BNG, veel geld besparen. In 2014 heeft de gemeente gebruik gemaakt van de roodstandfaciliteit van de BNG. In onderstaand overzicht is te zien dat Bussum elk kwartaal de kasgeldlimiet niet heeft overschreden.
94
Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000)
Begroting 1e 2e 3e 4e 2014 kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
Begrotingstotaal (grondslag 1 jan) 1 Toegestane kasgeldlimiet - in procenten van de grondslag - in bedrag 2 Omvang vlottende korte schuld 3 Vlottende middelen 4 Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende middelen (3-2) Toegestane kasgeldlimiet (1) Ruimte (4+1)
66.152 8,50% 5.623 1.945 2.088
866 3.680
288 5.780
584 4.511
142 5.623 5.765
2.814 5.623 8.437
5.492 5.623 11.115
3.927 5.623 9.550
Renterisiconorm De renterisiconorm is ook gericht op het voorkomen van renterisico’s, maar dan voor de leningen met een looptijd langer dan één jaar. Dit risico doet zich mogelijk voor bij langlopende leningen die tegelijk aflopen en geherfinancierd dienen te worden. Wanneer de rente dan sterk gestegen is, bestaat er het risico dat de gemeente leningen aan moet trekken met een hoge rente. In de Wet Fido zijn normen gesteld voor het renterisico op de langlopende leningen. De renterisiconorm houdt in dat het totaal aan renteherzieningen en aflossingen in een jaar niet hoger mag zijn dan 20% van het begrotingstotaal van dat jaar. Voor 2014 gold er een renterisiconorm van ruim € 13,2 miljoen. In onderstaand overzicht is te zien dat wij voor 2014 ver onder de norm zijn gebleven. Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)
Begroting 2014 0 4.745 4.745 66.152 20% 13.230 8.485 0
1 Renteherzieningen 2 Aflossingen 3 (1+2) Renterisico 4a Begrotingstotaal (grondslag 1 jan) 4b Percentage regeling 4 (4a * 4b/100) Renterisiconorm 5a (4>3) Ruimte onder renterisiconorm 5b (3>4) Overschrijding renterisiconorm
Jaarrekening 2014 0 4.110 4.110 66.152 20% 13.230 9.120 0
Overige ontwikkelingen Schatkistbankieren Het schatkistbankieren houdt in dat decentrale overheden hun liquide middelen, boven een gemeente gerelateerde norm, onder dienen te brengen bij het ministerie van Financiën. Dit gebeurt in de vorm van een rekening-courant, zoals bij een bank. De norm is ingesteld op 0,75% van het begrotingstotaal en was voor 2014 € 496.140. De gemeente zou gemiddeld per kwartaal niet meer dan € 496.140 positief mogen staan op alle bankrekeningen tezamen. In onderstaand overzicht is te zien dat wij voor elk kwartaal in 2014 onder het drempelbedrag zijn gebleven. 1e 2e 3e 4e kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
Drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1.000) 1 Gem. per kwartaal buiten de schatkist 2a Begrotingstotaal (grondslag 1 jan) 2b Percentage norm 2 (2a * 2b/100) Drempelbedrag 3a (2>1) Ruimte onder het drempelbedrag 3b (1>2) Overschrijding van het drempelbedrag
280 66.152 0,75% 496 216 0
95
402
428
225
496 94 0
496 68 0
496 271 0
EMU-saldo Met het EMU-saldo wil het Rijk de begroting en de jaarrekening van gemeenten monitoren om te kunnen voldoen aan afspraken die gemaakt zijn binnen de Economische en Monetaire Unie (EMU). Deze afspraken gaan over het terugdringen van het begrotingstekort en de staatsschuld. In de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) worden de Europese afspraken vertaald naar doelstellingen voor de decentrale overheid met betrekking tot het aandeel in het nationale financieringstekort. Voor elke gemeente wordt er per jaar een individuele referentiewaarde berekend. De referentiewaarde voor 2014 voor Bussum bedraagt € -2.473.000. De Wet Hof heeft niet direct invloed en er dient volgens de VNG ook niet rechtstreeks op de individuele referentiewaarde te worden gestuurd. Het EMU-saldo is gebaseerd op het kasstelsel en bestaat uit het saldo van alle inkomsten en uitgaven op kasbasis, ongeacht of dit ten behoeve van bedrijfsvoering of investering is. Het belangrijkste verschil tussen het door de gemeente gehanteerde stelsel van lasten en baten met het door het Rijk gehanteerde kasstelsel is dat de gemeente investeringen ten laste brengt van meerdere jaren door afschrijvingen en het Rijk investeringen in één keer ten laste brengt van het investeringsjaar. EMU-Berekening (bedragen x € 1.000) 1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden 4 geactiveerd Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, 5 die niet op de exploitatie zijn verantwoord 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. 8 Baten bouwgrondexploitatie Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met 9 derden betreffen Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde 10 exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht 11 Verkoop van effecten Berekend EMU-saldo: (1+2+3-4+5+6-7+8-9-10-11)
Jaarrekening 2014 1.031 4.701 1.055 11.572 0 0 1.232 0 1.485 0 0 -7.502
Ons EMU-saldo ligt dus boven de referentiewaarde en wordt voornamelijk veroorzaakt door het hoge investeringsvolume 2014 als gevolg van de overname van het zwembad de Zandzee. Voor ons liquiditeitspositie had dat geen gevolgen omdat wij een even grote geldlening hebben overgenomen. Het feit dat het EMU-saldo boven de referentiewaarde ligt heeft geen (directe) gevolgen.
96
3.5 BEDRIJFSVOERING Met de term bedrijfsvoering wordt bedoeld de sturing en beheersing van alle primaire en ondersteunende processen in de organisatie. Bedrijfsvoering richt zich daarbij vooral op de onderdelen personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, financieel beheer (waaronder de administratieve organisatie en interne controle) en facilitaire dienstverlening (waaronder de huisvesting); dit alles afgezet tegen de doelstellingen en de gewenste uitvoering van hetgeen in de programma’s is opgenomen. Organisatie en personeel Organisatorische zaken De voorgenomen ontwikkelingen, zoals bepaald bij het opmaken en vaststellen van de begroting 2014, zijn gaandeweg het jaar 2014 steeds meer in het licht van de komende fusie gekomen. Zo is de inrichting van een Klant Contact Centrum geheel doorgeschoven. Uiteraard is wel veel tijd en aandacht besteed aan de inrichting van een efficiënte uitvoeringsorganisatie voor het Sociaal domein. Dat is ook gerealiseerd. In de tweede helft van 2014 is de voorlopige uitvoeringsorganisatie voor de drie gemeenten bepaald, waarbij het jaar 2015 als overgangsjaar wordt gezien, waarbij ook tijdelijk extra menskracht zal worden ingezet om de opstartfase goed door te komen. De uiteindelijk bepaalde uitvoeringsorganisatie is zodanig opgezet en ingericht, zodat deze past binnen de daarvoor beschikbare middelen vanuit het Sociaal domein. Voor de opzet van de organisatie en het bepalen van het beleid is in 2014 gebruik gemaakt van externe ondersteuning, waarbij proefondervindelijk met de voorgenomen veranderde werkwijze is gewerkt. De bestaande organisatie heeft hierbij een belangrijke rol vervuld. Al met al kunnen we zeggen dat de gehele organisatie goed voorbereid is om de uitvoering van het Sociaal domein in 2015 goed op te pakken. Vooruitlopend op de fusie is in 2014 een project gericht op samenwerking voor de uitvoering van de belastingtaken gestart en afgerond. Per 1 september 2014 is er één team, gestationeerd in de gemeente Naarden, dat alle belastingzaken uitvoert voor de huidige drie gemeenten. De samenwerking heeft een directe kostenreductie opgeleverd, terwijl de uitvoeringsorganisatie op termijn nog verkleind kan worden, zodra de effecten van het nieuwe werken echt duidelijk gaan worden. Formatiereductie De reeds eerder in gang gezette bezuinigingsoperatie ‘Bloeien door snoeien’ is na de verkiezingen van een nieuwe gemeenteraad gewijzigd in een actie ‘Zuinig op Bussum’. In beide plannen werd ook een aanzienlijke reductie op de formatie nodig geacht om de gemeentebegroting op langere termijn sluitend te maken en te houden. Bij de vaststelling van de Perspectiefnota 2015 zijn alle directe mogelijkheden om op de formatie nog besparingen door te voeren, en onmiddellijk te vertalen in een lager loonbudget, aangepakt en doorgevoerd. Uiteindelijk is er door ‘Bloeien door Snoeien’ in totaal bijna 21 formatieplaatsen reductie gerealiseerd en daaropvolgend is via ‘Zuinig op Bussum’ in 2014 nog eens 2,5 formatieplaats reductie doorgevoerd. Vervolgens is besloten om een verdere reductie van de organisatie en de formatie te laten plaatsvinden in het kader van de komende fusie. Cao-ontwikkelingen Na lange onderhandelingen tussen vakbonden en VNG is er medio 2014 een nieuwe cao gekomen. De oude regeling liep namelijk al op 1 januari 2013 af. De nieuwe cao kent een looptijd tot januari 2016 en heeft als belangrijkste kernmerken: • een eenmalige uitkering in 2014 vanwege de late ingangsdatum; • een structurele verhoging met 1% per 1 oktober 2014; • een structurele verhoging van € 50 voor een ieder per 1 april 2015. Voorts is er een aantal afspraken gemaakt en maatregelen genomen om de instroom van jongeren naar de gemeentelijke arbeidsmarkt te verbeteren, zodat de algemene vergrijzing van gemeentelijke organisaties wordt tegengegaan.
97
Vitale organisatie We hebben in 2014 gemerkt dat er sprake is van een langzaam toenemende werkdruk. Ook vanuit signalen van het personeel en de ondernemingsraad wordt dit bevestigd. In het kader van de komende fusie en alles wat daarmee gepaard gaat, is dat ook wel verklaarbaar. Het is overigens wel een blijvend aandachtspunt voor ons en het management om daar ook de komende tijd alert te blijven reageren, zodat het zich niet tegen ons gaat keren. De ziekteverzuimcijfers over het jaar 2014 zijn, ondanks deze ervaren werkdruk, uitzonderlijk laag. Voor het gehele jaar 2014 komen we uit om een verzuimpercentage van 3,49%. Ons streefcijfer bij de begroting 2014 was bepaald op 3,9% terwijl de uitkomst over het jaar 2013 lag op 4,38%. In al deze cijfers is rekening gehouden met de langdurig zieken, waarop we als organisatie veelal weinig of geen grip hebben. Ook in vergelijking met landelijke cijfers en gemiddelden is het behaalde resultaat over 2014 zeer goed. De meldingsfrequentie in 2014 is licht gestegen ten opzichte van 2013 (van 1,12 naar 1,23) maar blijft nog altijd duidelijk onder het gemiddelde bij gemeenten van 1,33. Mede ter voorbereiding op de fusie is een zogenaamde ‘Vlootschouw’ gehouden, waarbij met alle medewerkers gesprekken zijn gevoerd en een inventarisatie is opgesteld omtrent hun wensen en verwachtingen ten aanzien van de verdere loonbaanontwikkeling, dan wel een vroegtijdige beëindiging van de carrière. Deze inventarisatie kan en zal gebruikt worden bij het verdere proces voor de inrichting van de nieuwe organisatie. Dienstverlening Klant Contact Centrum De mogelijke fusie is aanleiding geweest om het voornemen tot de inrichting van een Klant Contact Centrum voor de gemeente Bussum alleen stop te zetten. In samenwerking met de fusiepartners zijn we in 2014 wel gestart met het formuleren van behoeften en mogelijkheden in een dienstverleningsconcept voor de nieuwe gemeente. De verdere voorbereiding en inrichting zal in 2015 gaan plaatsvinden. Bereikbaarheid Onderdeel van een goed dienstverleningsconcept is de bereikbaarheid van de gemeente voor de inwoner. Mede om invulling te kunnen geven aan de voorgenomen bezuinigingen is in 2014 hierin wel een stap gezet. De directe bereikbaarheid via loket of telefoon zal worden beperkt door inkrimping van de openingstijden en de telefonische bereikbaarheid. Daardoor kan een besparing plaatsvinden. Het besluit is in 2014 genomen maar de effectuering ervan zal vanaf begin 2015 starten. Door een andere manier van werken (meer digitaal en meer op afspraak) zal het dienstverleningsniveau aan de inwoner hoog moeten blijven. Procesverbetering In 2013 is het programma Processioneel Beter afgerond en dat heeft er onder andere toe geleid dat een groot aantal processen efficiënter is ingericht, waardoor ook efficiënter gewerkt kan worden. Deze slag heeft er mede toe bijgedragen, dat de beoogde besparingen op de organisatie grotendeels ook daadwerkelijk konden worden bereikt. Verdere stappen zijn mogelijk en zijn ook opgestart. In 2014 is daaraan onder andere invulling gegeven om vanuit de processen na te gaan op welke wijze de informatiehuishouding en systemen deze processen optimaal kunnen ondersteunen. Deze informatie zal richting 2016 ook worden gebruikt voor het maken van de juiste keuzes om systemen in te richten. De verdere voortgang gaat nu in samenwerking en samenspraak met Naarden en Muiden (onder de titel Proces- en Informatiemanagement) en deze stappen zullen ertoe moeten bijdragen, dat er een efficiënte gemeentelijke organisatie wordt opgebouwd, zodat ook verdergaande besparingen in de organisatie kunnen worden bewerkstelligd. Automatisering De gemeente Muiden heeft de gemeente Bussum gevraagd om het beheer van de ICTomgeving in de aanloop naar de fusie uit te voeren. Dit betekent dat er op ICT-gebied een extra inspanning is geleverd om dit mogelijk te maken met ingang van 1 januari 2015. Met de gemeente Muiden zijn sluitende afspraken gemaakt over de middelen die benodigd zijn voor dit beheer.
98
Inkoop In september is er een inkoper aangetrokken die bezig is om ‘inkoop’ verder op de kaart te zetten. Dit gebeurt door middel van een inkoopveranderplan, het opzetten van een inkoopkalender, het stroomlijnen van de inkoopprocessen en het uitvoeren van ingewikkelde aanbestedingstrajecten. De ontwikkeling van deze werkwijze gebeurt in nauwe samenwerking met de inkoopdeskundigen bij de fusiegemeenten om zo tot een uniforme werkwijze te komen. Daarnaast worden er in het kader van de voorbereiding voor de fusie al gezamenlijk inkooptrajecten opgepakt. In het inkoopbeleid is het onderwerp social return prominent aanwezig. Het concretiseren hiervan vraagt de nodige inspanningen van de organisatie en betekent vooral dat men moet ‘omdenken’: op welke manier kunnen de doelstellingen geconcretiseerd worden in het kader van deze activiteit. Planning en control Proces Sisa Het verantwoordingsproces op basis van de ‘Single information en single audit’ maakt onderdeel uit van het jaarrekeningproces en is een belangrijk element voor de jaarrekeningcontrole. Dit proces is in 2013 aangepast om de verantwoording van subsidies tussen medeoverheden middels de Sisa-bijlage te verbeteren. Doel was om vooraf in control te komen door een gezamenlijke jaarafsluiting van projecten. Dit jaar zijn daarin verdere stappen gezet zodat de Sisa-dossiers en de informatie tijdig gereed waren bij de aanvang van de jaarrekeningcontrole. Na vaststelling van de Jaarstukken door de raad wordt de Sisa-verantwoordingsinformatie aangeleverd bij het Cbs. Verbijzonderde interne controle Het Jaarplan Verbijzonderde interne controle (Vic) 2014 is met het management besproken en vastgesteld. Doel van de Vic is controle op het uitvoeren van interne controle en daardoor versterking daarvan op de afdelingen. Hiervoor wordt jaarlijks een aantal processen nagelopen. In 2014 waren dat de volgende processen: • financiële rechtmatigheid • betalingsverkeer • centrale kas en banken • crediteuren • debiteuren • leerlingenvervoer • onderwijshuisvesting Alle onderzoeken zijn in 2014 uitgevoerd en afgerond middels een rapportage. Door met name de financiële processen door te lichten op mogelijke verbeteringen is er voor gezorgd dat ten behoeve van de voorbereiding op de fusie het nodige inzicht in deze processen is verkregen.
99
3.6 VERBONDEN PARTIJEN Inleiding Deze paragraaf geeft een overzicht van de rechtspersonen, waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft en waarin zij een financieel belang heeft. Deze rechtspersonen worden de verbonden partijen genoemd. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Financieel belang wil zeggen dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld. De gemeente kan deze middelen kwijtraken als de verbonden partij failliet gaat of als financiële problemen van de verbonden partij op de gemeente verhaald kunnen worden. Naam
Programma Statutaire naam Vestigingsplaats Doel/openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Financieel belang EV en VV begin 2014 EV en VV eind 2014 Rekeningresultaat 2014 Ontwikkelingen
Risico’s
Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek (Operationele onderdelen regionale brandweer Gooi en Vechtstreek en gemeentelijke bevolkingszorg Gooi en Vechtstreek) 2 Openbare orde en veiligheid Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek Hilversum De veiligheidsregio heeft tot doel door samenwerking doelmatig georganiseerde en gecoördineerde preventieve en repressieve brandbestrijding en hulpverlening bij ongevallen en rampen in het verzorgingsgebied te verzorgen. De gemeenten Blaricum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren Het algemeen bestuur heeft negen leden (met negen plaatsvervangers). De gemeente Bussum is met één lid vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Daarmee heeft zij rechtstreekse invloed. Een en ander is geregeld in de gemeenschappelijke regeling. De gemeentelijke bijdrage was in 2014 € 1.770.337 EV € 2.757.134 VV € 18.937.810 EV € 1.703.505 VV € 16.385.514 € 666.073 De gewijzigde bijdrageregeling vanaf 2015 is in 2014 vastgesteld. Daardoor zal de bijdrage van de gemeente Bussum in drie jaar (vanaf 2015) fors stijgen. De algemene bezuinigingstaakstelling, die de regio had, is ingevuld. De veiligheidsregio is druk doende met de doorontwikkeling van het oefencentrum Crailo. De raad van Bussum heeft in een motie van november 2013 aanvullende bezuinigingen gevraagd. Tot op heden heeft de veiligheidsregio daaraan geen invulling gegeven.
100
Naam Programma Statutaire naam Vestigingsplaats Doel/openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Financieel belang EV en VV begin 2014 EV en VV eind 2014 Rekeningresultaat 2014 Ontwikkelingen
Risico’s
Naam Programma Statutaire naam Vestigingsplaats Doel/openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Financieel belang
EV en VV begin 2014 EV en VV eind 2014 Rekeningresultaat 2014 Ontwikkelingen
Risico’s
Stichting Parkeren Bussum 3 Verkeer en vervoer Stichting Parkeren Bussum Bussum Het houden en beheren als (mede)aandeelhouder van de Maatschappij tot exploitatie Parkeergarage Bussum BV Het beoordelen van de exploitatie van parkeeraccommodaties van zowel binnen als buiten het centrum van Bussum. Het regelen van de financiële bijdragen in de eventuele exploitatietekorten van de in het centrum gebouwde parkeervoorzieningen. Parkeer BV Het bestuur bestaat uit vier personen (één collegelid, één raadslid, één gemeenteambtenaar en één extern lid namens de Bussumse Ondernemers Vereniging). De vormgeving en uitvoering van het beleid is een verantwoordelijkheid van het bestuur. De gemeente Bussum heeft via het collegelid, het raadslid en de gemeenteambtenaar rechtstreeks invloed op de vormgeving van het beleid (voor zover van toepassing). De subsidiebijdrage van de gemeente Bussum was in 2014 begroot op € 536.684. EV € 10.210, VV geen EV € 10.210, VV geen -/- € 997.684 De gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort over het jaar 2014 is ten opzichten van 2013 fors gestegen. Dit in verband met een eenmalige afwaardering op de Gewestgarage. Het risico van de exploitatie ligt geheel bij de gemeente.
Maatschappij tot exploitatie Parkeergarage Bussum BV (Parkeer BV) 3 Verkeer en vervoer Maatschappij tot exploitatie Parkeergarage Bussum BV (Parkeer BV) Bussum Het stichten, verkrijgen, vervreemden, financieren, exploiteren en beheren van onroerende goederen, in het algemeen en in het bijzonder parkeergarages in Bussum. Stichting Parkeren Bussum Van de 346 gewone aandelen en 4 prioriteitsaandelen in de Parkeer BV heeft de gemeente Bussum 121 gewone aandelen en vier prioriteitsaandelen. De Stichting Parkeren Bussum heeft 225 gewone aandelen. Via deze aandelen is er rechtstreeks invloed op de besluitvorming. De bijdrage van de gemeente Bussum was in 2014 begroot op € 528.490. De gemeente Bussum staat garant voor leningen van de Parkeer BV eind 2014 voor een bedrag € 2.809.453 EV € 15.882, VV € 5.705.839 EV € 15.882, VV € 4.078.386 -/- € 989.490 De gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort over het jaar 2014 is ten opzichten van 2013 fors gestegen. Dit in verband met een eenmalige afwaardering op de Gewestgarage. Het risico voor de exploitatie ligt geheel bij de gemeente.
101
Naam Programma Statutaire naam Vestigingsplaats Doel/openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Financieel belang EV en VV begin 2014 Begroot EV en VV eind 2014 Rekeningresultaat 2014 Ontwikkelingen
Risico’s
Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek 5 Onderwijs Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek Bussum De gemeenschappelijke regeling heeft als doel de naleving van de Leerplichtwet 1969 in de gemeenten op doelmatige en gecoördineerde wijze te bevorderen en schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten te bestrijden. De gemeenschappelijke regeling geeft aan dat er een openbaar lichaam is, genaamd Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek (RBL). Dit regionale bureau draagt zorg voor de uitvoering van de gemeentelijke taken zoals bedoeld in de Leerplichtwet 1969. Het RBL wordt door een school ingeschakeld indien er vermoeden bestaat van ongeoorloofd schoolverzuim van leerplichtige leerlingen of leerlingen met een leerlingenovereenkomst. Ook biedt het RBL kortdurende maatschappelijke zorg aan of zoekt naar oplossingen. Indien nodig wordt verwezen naar hulpverlenende instanties. Het regionale bureau geeft ook voorlichting aan ouders, jongeren en instellingen over de leerplicht en de mogelijkheden binnen het onderwijs. Namens onderstaande gemeenten draagt het RBL ook zorg voor de uitvoering van de Wet Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig schoolverlaten. Daartoe registreert het RBL alle jongeren tot 23 jaar, die nog geen startkwalificatie hebben behaald en verwijst hen door naar onderwijs of arbeidsmarkt. De gemeenten Blaricum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren Het algemeen bestuur heeft tien leden en even zoveel plaatsvervangers. De gemeente Bussum is met één lid en zijn/haar plaatsvervanger vertegenwoordigd. Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur wordt voorgezeten door een lid van het college van B&W van Bussum. Binnen het AB wordt beleid vormgegeven en toegezien op de uitvoering daarvan, waardoor er rechtstreeks invloed uitgeoefend wordt. De gemeentelijke bijdrage was in 2014 € 70.014 EV 200.165, VV geen EV 128.434, VV geen (tijdelijke gegevens) €0 In 2014 is onderzoek gedaan naar de herpositionering van het RBL in het Sociaal domein en de mogelijkheden naar een nieuw besturingsmodel. In 2015 zal het bestuur, op basis van de rapportage en aanbevelingen, invulling geven aan de herpositionering van het RBL. In het najaar van 2014 is een interimmanager aangesteld bij het RBL. Er is een ontslagprocedure in gang gezet ten aanzien van de directeur. De financiële consequenties van de afwikkeling hiervan zijn nog niet bekend. Het RBL houdt in zijn reserveringen rekening met deze kostenpost.
102
Naam Programma Statutaire naam Vestigingsplaats Doel/openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Financieel belang
EV en VV begin 2014 Begroot EV en VV eind 2014 Rekeningresultaat 2014 Ontwikkelingen
Risico’s
Gemeenschappelijke regeling Educatie Gooi en Vechtstreek 5 Onderwijs Gemeenschappelijke regeling Educatie Gooi en Vechtstreek Huizen Bestuurlijk samenwerking en optimale uitvoering van de gemeentelijke taken op het terrein van (volwassenen)educatie organiseren. De gemeenten Blaricum, Hilversum, Huizen, Laren, Naarden, Muiden, Weesp en Wijdemeren De portefeuillehouders onderwijs zijn aanwezig bij de overleggen van dit orgaan. Jaarlijks wordt door het gemeenschappelijk orgaan het prestatiecontract met het ROC opgesteld, wordt het beleid vormgegeven en toegezien op de uitvoering ervan. Het gemeenschappelijk orgaan bezit geen rechtspersoonlijkheid en heeft geen bevoegdheid tot het sluiten van een overeenkomst, daarom sluit de gemeente Huizen jaarlijks het contract met het ROC nadat het gemeenschappelijk orgaan de overeenkomst heeft vastgesteld. Tot 1 januari 2009 ontving de gemeente Huizen als centrumgemeente de educatiemiddelen van het Ministerie van OCW. Vanaf 2009 ontvangen de deelnemende gemeenten de middelen in het participatiebudget. Er geldt (nog) een verplichte winkelnering bij het ROC. Voor 2014 is een contract gesloten met het ROC Amsterdam Gooi en Vechtstreek. De gemeentelijke bijdrage is gelijk aan de rijksmiddelen die de gemeente in 2014 voor educatie ontvangt; de hoogte hiervan is € 81.108. Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing De volgende wijzigingen gaan in 2015 van start: • de verplichte inkoop bij het ROC wordt stapsgewijs afgebouwd; • de gemeente mag zowel formele als non-formele educatietrajecten bieden; • het ministerie stelt het budget niet langer per gemeente beschikbaar, maar per arbeidsmarktregio. Voor de regio Gooi en Vechtstreek wordt Hilversum de contactgemeente; • de wet gaat uit van gemeentelijke samenwerking op regionaal niveau en een regionaal educatieplan. Een verlaging van de rijksmiddelen kan consequenties hebben voor de uitvoering.
103
Naam Programma Statutaire naam Vestigingsplaats Doel/openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Financieel belang
EV en VV begin 2013 EV en VV eind 2013
Stichting Basisonderwijs Gooi en Vechtstreek, werknaam Villa Primair 5 Onderwijs Stichting Basisonderwijs Gooi en Vechtstreek Huizen Het gemeenschappelijk orgaan primair onderwijs Gooi en Vechtstreek coördineert en oefent de bevoegdheden uit als bedoeld in artikel 17 van de ‘Wet op het primair onderwijs’ (WPO). Dit artikel geeft regels indien een gemeenteraad besluit om de instandhouding van één of meer openbare scholen en een of meer bijzondere scholen door een stichting te laten verzorgen. Door diverse gemeenteraden in Gooi en Vechtstreek en Eemland is hiertoe besloten. Als gevolg hiervan is het gemeenschappelijk orgaan opgericht en is de instandhouding van de scholen in diverse gemeenten in handen gesteld van de nieuw gefuseerde stichting. Deze stichting heeft als doel het geven van openbaar onderwijs aan scholen die onder haar gezag vallen, met inachtneming van artikel 46 van de WPO (ontwikkeling van de leerlingen, toegankelijkheid voor alle kinderen, eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing). De gemeenten Loenen, Muiden, Naarden, Weesp, Wijdemeren, Blaricum, Eemnes, Laren, Huizen en Hilversum. De stichting heeft een Raad van Toezicht (RvT) en een College van Bestuur (CvB). De RvT houdt toezicht op afstand en bestaat statutair uit zeven bestuursleden. Het CvB bestaat uit maximaal drie personen en is het dagelijks bestuur van de stichting. De goedkeuring van de jaarrekening, begroting en statuten behoort tot de verantwoording van de RvT. In het Wgr-orgaan (Wet gemeenschappelijke regeling) zitten de portefeuillehouders onderwijs van de deelnemende gemeenten; dit is de extern toezichthouder. Drie leden van de RvT worden op bindende voordracht benoemd door de RvT namens de Wgr. Ontslag en/of schorsing wordt uitgevoerd door de RvT; hierin heeft de Wgr geen rol of verantwoordelijkheid. Het CvB heeft een actieve informatieplicht. Zij informeert de RvT en het Wgr-orgaan tijdig als er financiële omstandigheden ontstaan die de continuïteit van de stichting in gevaar brengen. De gemeenten hebben op grond van artikel 23 van de Grondwet de zorgplicht voor het openbaar onderwijs. De invloed van de gemeenten middels overleg over de begroting en jaarrekening op grond van artikel 17 WPO is beperkt. Hierdoor zijn de gemeenten afhankelijk van de intern toezichthouder als het gaat om de toezichthoudende taak namens de gemeente en Wgr. Vanuit de rol van externe toezichthouder is er geen gemeentelijke bijdrage 2014 begroot. Villa Primair ontving tot augustus 2014 subsidie gelden vanuit het onderwijsachterstandenbeleid voor de schakelklas van de dislocatie Breeduit van de Koningin Emmaschool. De gemeente heeft in het verleden aan Stichting Primair een renteloze lening verstrekt van € 96.500. In de fusie is deze renteloze lening één op één overgenomen door de gefuseerde stichting. Villa Primair betaalde in 2014 haar maandelijkse aflossingen. EV € 1.560.218 VV € 4.607.269 EV € 2.758.096 VV € 4.531.261
104
Rekeningresultaat 2013 Ontwikkelingen
Risico’s
Naam
Programma Statutaire naam Vestigingsplaats Doel/openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Financieel belang EV en VV begin 2014 EV en VV eind 2014 Rekeningresultaat 2014 Ontwikkelingen
Risico’s
€ 1.197.874 In 2014 hebben de directeur-bestuurder, RvT en Wgr-orgaan prestatie afspraken gemaakt. Deze zijn ingegaan op 1 september 2014 en lopen één jaar. Het risico met betrekking tot Villa Primair is momenteel nihil aangezien het risico op uittreden uit Villa Primair niet aan de orde is en de financiën in 2014 zijn verbeterd.
Gemeenschappelijke Raad voor het Openbaar Bibliotheekwerk (GROB) en Stichting Openbare Bibliotheek Naarden-Bussum 6 Kunst en cultuur Gemeenschappelijke Raad voor het Openbaar Bibliotheekwerk Naarden Bussum Bussum De gemeente Bussum heeft haar taken op het gebied van het openbaar bibliotheekwerk overgedragen aan de Gemeenschappelijke Raad voor het Openbaar Bibliotheekwerk. De raad voert niet zelf taken op het gebied van het bibliotheekwerk uit, maar laat dit beheren door de Stichting Openbare bibliotheek Naarden-Bussum. Deze stichting ontvangt van de Gemeenschappelijk Raad een gebudgetteerde bijdrage. De gemeenten Bussum en Naarden dragen vervolgens de lasten van de Gemeenschappelijke Raad. Naarden Het algemeen bestuur heeft negen leden. De gemeente Bussum is met zes leden vertegenwoordigd in het bestuur. Het algemeen bestuur wordt voorgezeten door een lid van het college B&W van Bussum. Binnen het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Raad wordt beleid vormgegeven en toegezien op de uitvoering daarvan, waardoor er rechtstreeks invloed uitgeoefend wordt. De gemeentelijke bijdrage was in 2014 € 808.600. EV € 112.926 VV € 751.662 EV € 14.902 VV € 737.751 €0 De mogelijkheden van een fusie met een andere bibliotheekorganisatie die in onder andere Muiden werkzaam is worden onderzocht. Er is op dit moment geen sprake van een toename van het risico.
105
Naam Programma Statutaire naam Vestigingsplaats Doel/openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Financieel belang
EV en VV begin 2014 EV en VV eind 2014 Rekeningresultaat 2014 Ontwikkelingen
Risico’s
Werkvoorziening Tomingroep 9 Werk en inkomen Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Tomingroep Hilversum De gemeenschappelijke regeling richt zich op het bieden van werk aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt met een Wsw-indicatie. Tevens is de doelstelling zoveel mogelijk Wsw’ers richting de reguliere arbeidsmarkt te begeleiden/ontwikkelen. Om dit te bereiken maakt de gemeenschappelijke regeling gebruik van Tomin BV, waar zij een honderd procent deelneming in heeft. De BV heeft een aantal bedrijfsactiviteiten ingericht om de doelstellingen te behalen. De gemeenten Almere, Eemnes, Blaricum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren Het algemeen bestuur heeft elf leden en wordt geadviseerd door twee vaste adviseurs. De gemeente Bussum wordt door de portefeuillehouder Sociale Zaken vertegenwoordigd in het algemeen bestuur en vanaf medio 2014 ook in het dagelijks bestuur. Het hoofd Sociale Zaken Bussum heeft tot medio 2014 namens Divosa als adviseur zitting gehad in het dagelijks bestuur. De Rijksvergoeding van € 1.630.944 is in 2014 doorbetaald aan Tomingroep. Daarnaast is een bedrag ad € 32.885 aan gemeentelijke bijdrage betaald. Het resultaat van de gemeenschappelijke regeling is door een bijdrage vanuit de winst en de Algemene Reserves Tomin B.V. uitgekomen op nihil. Een extra bijdrage door gemeenten is dus niet nodig gebleken. EV € 1.500.000 VV € 13.800.000 EV € 1.500.000 VV € 12.100.000 (concept cijfers) Voorlopig rekeningresultaat 2014:€ 0, definitieve cijfers 2014 zijn beschikbaar in juni 2015 In 2014 is verder gewerkt aan de ontwikkeling van de Tomin om de gevolgen van de invoering van de Participatiewet en het stoppen van nieuwe instroom Wsw per 1 januari 2015 te kunnen opvangen. Dit wordt in het eerste kwartaal van 2015 verder uitgewerkt. De financiële risico’s kunnen vooralsnog nog steeds tot 2018 worden opgevangen. In 2014 waren de Rijksbijdrage en de gemeentelijke bijdrage niet dekkend. Het tekort is vanuit de winst en Algemene Reserve van Tomin BV gedekt. Tot en met 2017 blijft dit naar verwachting mogelijk. Bij het opstellen van de nieuwe business case worden de risico’s op lange termijn meegenomen.
106
Naam Programma Statutaire naam Vestigingsplaats Doel/openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Financieel belang
EV en VV begin 2014 EV en VV eind 2014 Rekeningresultaat 2014 Ontwikkelingen
Risico’s
Stichting Gooisch Natuurreservaat 10 Natuur en milieu Stichting Gooisch Natuurreservaat Hilversum Overlegstructuur en uitvoeringsorganisatie inzake groene leefomgeving (natuur en recreatie). De Stichting Gooisch Natuurreservaat (GNR) werd in 1932 opgericht met als doel: - “De instandhouding van het natuurschoon in Het Gooi door de verkrijging van de aldaar gelegen terreinen, om deze ten eeuwigen dagen ongeschonden als natuurreservaat te behouden; - aan het publiek door vrije toegang tot die terreinen onder eventueel te stellen bepalingen, het genot van dat natuurschoon te verzekeren.” (uit statuten GNR) Middels een samenwerkingsovereenkomst zorgen de participanten van het GNR gezamenlijk voor de exploitatiemiddelen van de stichting. Provincie Noord-Holland, gemeenten Amsterdam, Naarden, Huizen, Blaricum, Laren, Hilversum Het algemeen bestuur van het GNR bestaat uit raadsleden van de gemeenten en de gedeputeerde van de provincie. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door wethouders van de gemeenten en de gedeputeerde van de provincie. De rentmeester van het GNR ondersteunt beide besturen. Elke gemeente is met één raadslid en één wethouder en hun plaatsvervangers in het bestuur vertegenwoordigd. Het algemeen bestuur stelt beleid op en ziet toe op de uitvoering. Het dagelijks bestuur voert het beleid uit. De gemeentelijke bijdrage (deelname Bussum in GNR: circa 11% over 2014 bedraagt na de BTW teruggave (ad € 32.975) € 161.835 Voorlopig EV: € 1.514.645 VV:€ 696.338 Voorlopig EV: € 1.223.973 VV: € 519.211 Voorlopig Rekeningresultaat 2014: -/- € 74.727 In verband met de financiële en personele risico’s op de langere termijn wil GNR een samenwerking aangaan met Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN) De beoogde samenwerking met PWN loopt uit. Er is meer onderzoek nodig naar samenwerkingsvarianten. Er is nog steeds het risico van uittreding van Amsterdam uit GNR.
107
Naam Programma Statutaire naam Vestigingsplaats Doel/openbaar belang
Partners
Bestuurlijk belang
Financieel belang EV en VV begin 2014 EV en VV eind 2014 Rekeningresultaat 2014 Ontwikkelingen Risico’s
Naam Programma Statutaire naam Vestigingsplaats Doel/openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Financieel belang
EV en VV begin 2014 EV en VV eind 2014 Rekeningresultaat 2014 Ontwikkelingen
Risico’s
Omgevingsdienst Flevoland Gooi en Vechtstreek (OFGV) 10 Natuur en Milieu Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Lelystad Overlegstructuur en delegatie van gemeentelijke ‘uitvoerende taken’ met betrekking tot de bescherming van milieukwaliteit, middels deelname aan de Gemeenschappelijke Regeling. De gemeenten Blaricum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp, Wijdemeren, Lelystad, Almere, Dronten, Urk, Zeewolde, Noordoostpolder, de provincie Flevoland en de provincie Noord Holland. Gemeenten en provincies zijn opdrachtgever van de omgevingsdienst en vormen samen het Algemeen Bestuur (AB). De stemverdeling in het AB is gebaseerd naar rato van de ingebrachte financiële bijdrage per deelnemende partij aan de gemeenschappelijke regeling. Daarnaast is Bussum door de wethouder vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur. De gemeentelijke bijdrage in 2014 was € 345.785 EV € 2.105.534 VV € 2.358.090 EV € 2.376.035 VV € 3.914.931 € 468.035 Geen Geen
Regio Gooi en Vechtstreek 1 Algemeen bestuur, 8 Zorg en welzijn, 10 Natuur en milieu Regio Gooi en Vechtstreek Bussum Regionaal samenwerken in relevante taakstellingen en doelen. Overlegstructuur en delegatie van gemeentelijke ‘doe-taken’: GAD (afvalstoffen) en GGD (openbare gezondheidszorg). De gemeenten Blaricum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren. De gemeente heeft rechtstreekse invloed op de besluitvorming. Elke gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd op basis van een verdeelsleutel van één stem per 10.000 inwoners (met een minimum van twee stemmen per lid). Dit is vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling. De gemeentelijke bijdrage was € 152.100 (algemeen), € 32.500 (innovatieve verbindingen), € 36.205 (meldkamer ambulancezorg), € 1.018.179 (GGD), € 2.972.562 (GAD) en € 34.033 (regionaal urgentiebureau) aan bevoorschotting voor het jaar 2014. Over oudere jaren zijn wat bijdragen terugontvangen, waarvan de belangrijkste de afrekening 2013 van de GAD betreft. EV € 6.877.106 VV € 9.122.097 EV € 5.538.169 VV € 8.309.367 € 1.668.032 De organisatie van de regio is omgevormd tot een programmaorganisatie, waardoor de financiering en bekostiging vanaf 2015 ook zal wijzigen. Als gevolg daarvan komt er dan ook een programmabegroting. De regio moet eventuele problemen binnen de begroting zelf opvangen. In financiële zin hebben we in 2014 geen risico’s ervaren. 108
3.7 PARAGRAAF GRONDBELEID De gemeente Bussum is zo goed als volgebouwd. Het voeren van een actief grondbeleid met het oog op de ontwikkeling van gronden behoort daardoor niet meer tot de mogelijkheden. Als zich kansen voordoen op het gebied van ruimtelijke ordeningsbeleid en/of volkshuisvesting zullen deze worden aangegrepen om een actieve rol te vervullen. Indien tot exploitatie wordt besloten zal in een nota van uitgangspunten, ten aanzien van die exploitaties het volkshuisvestelijke en het ruimtelijke beleid worden vertaald naar een haalbare exploitatie. In 2010 is de nota Grondbeleid vastgesteld. De grondexploitaties worden onderscheiden naar: 1. Bouwgronden In Exploitatie (BIE) en 2. Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG) BIE: Van de in exploitatie genomen gronden wordt per grondexploitatie een beeld geschetst van de te verwachten uitkomsten, indien de grondexploitatie op termijn wordt afgesloten. Dit zijn de grondexploitaties/projecten: Roodborstlaan, MOB complex en Geweststrook. NIEGG: Van de niet in exploitatie genomen gronden wordt per grondexploitatie duidelijk gemaakt, dat de status zodanig is, dat deze in de nabije toekomst in exploitatie wordt genomen en dat de boekwaarde in overeenstemming is met de marktwaarde. Dit zijn de grondexploitaties/projecten: Scapino/Nieuwe Brink en Veldweg.
Bouwgronden in Exploitatie (BIE)
Grondexploitatie Roodborstlaan 30 Doel grondexploitatie : Het bouwrijp verkopen van 3 kavels. Begrote en werkelijke financiële ontwikkeling 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag Verschil begroot (€) Werkelijk (€) (€) Boekwaarde 1-1 705.131 705.131 0 Kosten 72.031 33.276 38.755 Opbrengsten
Boekwaarde 3112
-648.000
0
- 648.000
129.162
738.407
- 609.245
Verklaring verschil
De infrastructuur is nog niet aanbesteed. De verkoop is niet in gang gezet omdat afgewacht wordt hoe de verdere ontwikkelingen van de naastliggende locatie verlopen.
Verwachting ten aanzien van eindresultaat: Het eind resultaat zal naar verwachting neutraal tot licht positief zijn. Beschrijving eventuele financiële maatregelen: Er is geen reden om een voorziening te treffen omdat aangenomen wordt dat binnenkort verder kan worden gegaan met de verkoop van de kavels.
109
Grondexploitatie Landgoed Nieuw Cruysbergen (voormalig MOB-complex) Doel grondexploitatie: Het herontwikkelen van een militair complex tot natuur met woningbouw. De ontwikkeling is vastgesteld bij raadsbesluit (RV2013-056). Het project zal conform de financiële doelstellingen (minimaal budgettair neutraal) worden herontwikkeld. Er geldt een financieel risico voor de gemeente bij dit project. Voor de nadere toelichting op dit risico wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen. Voor dit project is een grondexploitatie vastgesteld. Landgoed Nieuw Cruysbergen (voormalig MOB-complex) wordt herontwikkeld in drie fases. In 2014 is de eerste fase door de ontwikkelaar vraaggestuurd ontwikkeld. De start van de bouw heeft nog niet plaatsgevonden omdat het voorverkooppercentage nog niet was behaald en het bestemmingsplan nog niet onherroepelijk was. De grond voor deze eerste fase is in 2014 door de gemeente van het Rijk aangekocht. Verwacht jaar van start ontwikkeling: 2015 Verwacht jaar van afsluiting: 2017/2018 Begrote en werkelijke financiële ontwikkeling 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag Verschil begroot (€) Werkelijk (€) (€) Boekwaarde 1-1 60.000 72.838 - 12.838 Kosten 1.374.167 976.490 397.677 Opbrengsten Boekwaarde 3112
66.667 1.367.500
0 1.049.328
- 66.667 318.172
Verklaring verschil
Bouw- en woonrijp maken nog niet gestart Verhuur opstallen nog niet mogelijk
Verwachting ten aanzien van eindresultaat: De huuropbrengsten moeten dienen ter dekking van de rentelasten. Door vertraging hierin kan dit leiden tot een lager exploitatieresultaat.
Grondexploitatie Geweststrook Doel grondexploitatie: Het in de toekomst herontwikkelen van dit terrein in aansluiting op de bestaande omgeving. Deze ontwikkeling is vastgesteld bij raadsbesluit (RV2013-016). De Geweststrook (braakliggende strook grond aan de Brinklaan voor het Gewestkantoor) is gemeentelijk eigendom. Hiervoor is een grondexploitatie opgesteld. Voor de gemeente wordt bij de herontwikkeling van de Geweststrook geen risico verwacht. Tussen de gemeente en Bensdorp Gewest VOF is eind 2014 overeenstemming op hoofdlijnen bereikt om te komen tot beëindiging van de contractpositie van deze ontwikkelaar op de Geweststrook. Gelijktijdig is tussen de gemeente en Noordersluis Bouwgroep overeenstemming op hoofdlijnen bereikt, onder welke condities de gemeente/Parkeer BV de Geweststrook met bijbehorende parkeerplaatsen zal verkopen aan Noordersluis Bouwgroep. Daarnaast zijn tussen deze partijen afspraken gemaakt over de ontwikkeling van de Geweststrook (en de Bensdorplocatie) binnen de door de raad gestelde kaders. Verwacht jaar van start ontwikkeling: 2015 Verwacht jaar van afsluiting: 2016
110
Begrote en werkelijke financiële ontwikkeling 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag Verschil begroot (€) Werkelijk (€) (€) Boekwaarde 1-1 887.509 839.905 47.604 Kosten 147.313 151.629 - 4.316 Opbrengsten 1.583.600 0 - 1.583.600 Boekwaarde 31- 548.778 991.534 - 1.540.312 12
Verklaring verschil
Opbrengst wordt in 2015 verwacht
(Nog) Niet in Exploitatie genomen gronden (NIEGG)
Grondexploitatie Veldweg Doel grondexploitatie : Verkoop gemeentelijke gronden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkeling. Begrote en werkelijke financiële ontwikkeling 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag Verschil begroot (€) Werkelijk (€) (€) Boekwaarde 1-1 293.750 300.872 - 7.122 Kosten 46.156 39.490 6.666 Opbrengsten 0 90.362 90.362 Boekwaarde 31339.906 250.000 89.906 12
Verklaring verschil
Afgeboekt naar marktwaarde
Beschrijving eventuele financiële maatregelen: In afwachting van initiatieven in de omgeving (Mariënburg, Scapino Nieuwe Brink) en de integrale aanpak in het Centrum (Centrummanagement) wordt dit project stopgezet of opgeschort. Te zijner tijd zal indien nodig een grondexploitatie worden opgesteld.
Grondexploitatie Scapino/De Nieuwe Brink (NIEGG) Doel grondexploitatie : Verkoop gemeentelijke gronden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkeling. Begrote en werkelijke financiële ontwikkeling 2014 Omschrijving Bedrag Bedrag Verschil begroot (€) Werkelijk (€) (€) Boekwaarde 1-1 652.631 680.195 - 27.564 Kosten 17.947 30.774 -12.827 Opbrengsten 670.578 260.969 - 409.609
Boekwaarde 3112
0
450.000
Verklaring verschil
Verkoop heeft niet plaatsgevonden. Afboeking naar recente taxatiewaarde.
- 450.000
Beschrijving eventuele financiële maatregelen: In afwachting van initiatieven in de omgeving (Mariënburg, Veldweg) en de integrale aanpak in het Centrum (Centrummanagement) wordt dit project stopgezet of opgeschort. Te zijner tijd zal indien nodig een grondexploitatie worden opgesteld.
111
4. JAARREKENING De jaarrekening bestaat uit de programmarekening (inclusief toelichting) en de balans. De onderdelen zijn opgebouwd op basis van de geldende voorschriften. Hierna wordt een korte toelichting gegeven op de verschillende onderdelen. 4.1 Overzicht van baten en lasten Het overzicht van baten en lasten geeft per programma de lasten en baten weer. In het programmaverslag zijn deze per programma gepresenteerd. In het overzicht van baten en lasten staan de totalen per programma in één overzicht. Dit overzicht presenteert de cijfers uit het programmaverslag 2013, begroting 2014 en de werkelijke cijfers 2014. De gegevens per programma zijn exclusief eventuele mutaties in de reserves. De mutaties in de reserves zijn apart gepresenteerd waardoor het resultaat voor en na inzet van reserves gepresenteerd kan worden. 4.2 Toelichting op overzicht van baten en lasten In de toelichting wordt ingegaan op de incidentele baten en lasten, onvoorziene uitgaven en begrotingsrechtmatigheid. Tot slot is er een verplicht onderdeel opgenomen over de topinkomens. 4.3 Balans In de jaarrekening wordt de balans per 31 december 2014 gepresenteerd. De balans bestaat uit de bezittingen, vorderingen, liquide middelen (activa) en het eigen vermogen, de schulden (passiva). 4.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling In de waarderingsgrondslagen staat per onderdeel van de balans aangegeven door middel van welke methode deze wordt opgenomen en gewaardeerd in de balans. Voor de vaste activa is een overzicht opgenomen waarin per soort investering de afschrijvingstermijn is opgenomen. 4.5 Toelichting op de balans Bij de toelichting op de balans wordt per onderdeel één of meerdere gedetailleerdere overzichten gepresenteerd, conform de voorschriften. De toelichting is verdeeld in de vaste en vlottende activa en de vaste en vlottende passiva. Daarnaast is er een verloopoverzicht met alle voorschotten van subsidies van EU, Rijk en Provincies.
112
4.1 Overzicht van baten en lasten In de financiële rekening zijn de lasten en baten opgenomen van de programma’s 1 tot en met 13. In de tabel ziet u als saldo het resultaat voor en na inzet van de reserves.
1. ALGEMEEN BESTUUR
5.562.186
4.630.590
Begroting incl. wijzigingen 2014 7.299.493
2. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
2.481.369
2.519.796
20.344.195
LASTEN
Realisatie 2013
Primitieve begroting 2014
Realisatie 2014
Verschil
6.199.393
1.100.100
2.503.822
2.483.897
19.925
5.951.698
4.752.211
5.679.126
-926.915
514.083
491.402
518.848
534.173
-15.325
5. ONDERWIJS
5.202.848
5.579.885
4.781.473
4.739.074
42.399
6. KUNST EN CULTUUR
2.455.661
1.964.878
2.081.064
2.027.878
53.186
7. SPORT & RECREATIE
3.330.718
2.634.654
3.331.429
3.551.024
-219.595
8. ZORG & WELZIJN
10.277.810
10.960.520
12.086.515
10.305.257
1.781.258
9. WERK & INKOMEN
14.212.425
13.666.834
14.830.630
14.791.482
39.148
10. NATUUR & MILIEU
9.428.928
9.405.813
8.670.304
8.588.800
81.505
11. RUIMTELIJKE INRICHTING
7.592.641
4.175.912
6.809.156
6.469.807
339.349
12. VOLKSHUISVESTING
1.341.767
1.426.569
1.750.119
1.654.774
95.345
ALGEMENE UITGAVEN EN DEKKINGSMIDDELEN
2.221.749
2.743.477
1.693.181
1.801.848
-108.667
84.966.379
66.152.028
71.108.245
68.826.533
2.281.713
3. VERKEER & VERVOER 4. ECONOMISCHE ZAKEN
Totaal lasten
919.220
649.932
Begroting incl. wijzigingen 2014 1.625.707
70.731
76.200
2.769.604
4. ECONOMISCHE ZAKEN
BATEN
Realisatie 2013
Primitieve begroting 2014
Realisatie 2014
Verschil
1.338.616
287.091
5.700
25.748
-20.048
2.024.182
2.221.936
2.160.787
61.149
371.380
315.738
293.700
297.732
-4.032
5. ONDERWIJS
259.067
382.904
235.459
930.855
-695.396
6. KUNST EN CULTUUR
187.589
176.738
183.154
157.239
25.915
7. SPORT & RECREATIE
573.504
88.896
1.365.842
1.703.503
-337.661
8. ZORG & WELZIJN
1.406.683
983.283
1.565.852
1.635.707
-69.855
9. WERK & INKOMEN
11.309.734
10.354.997
11.278.914
11.365.734
-86.820
10. NATUUR & MILIEU
17.561.393
7.663.142
6.609.569
7.031.428
-421.859
4.793.247
2.284.238
4.627.647
4.318.917
308.730
823.308
827.251
693.288
778.314
-85.026
37.899.562
38.935.735
37.552.025
38.113.585
-561.560
Totaal baten
78.945.022
64.763.236
68.258.793
69.858.165
-1.599.372
GEREALISEERDE TOTAAL VAN SALDO VAN BATEN EN LASTEN
-6.021.357
-1.388.792
-2.849.452
1.031.632
-3.881.085
9.905.437
3.243.122
22.735.370
19.343.018
-3.392.352
Onttrekkingen aan reserves
29.537.288
4.631.914
25.584.822
21.780.441
-3.804.381
GEREALISEERD RESULTAAT
13.610.496
0
0
3.469.055
-3.469.055
1. ALGEMEEN BESTUUR 2. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 3. VERKEER & VERVOER
11. RUIMTELIJKE INRICHTING 12. VOLKSHUISVESTING ALGEMENE UITGAVEN EN DEKKINGSMIDDELEN
Stortingen in reserves
113
4.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten In deze paragraaf is de toelichting op het overzicht van baten en lasten opgenomen. Veel van deze onderdelen zijn voorgeschreven vanuit het BBV. Achtereenvolgens wordt ingegaan op het overzicht incidentele lasten en baten, de aanwending van de post ‘Onvoorzien’ en het onderdeel begrotingsrechtmatigheid. 4.2.1 Incidentele baten en lasten Onderstaand zijn de belangrijkste incidentele baten en lasten, die betrekking hebben op de afwikkeling van het boekjaar 2014, weergegeven.
Activiteit
Nr.
Programma
Incidentele baten
Incidentele lasten
1
Dotatie wachtgeld en pensioenen
1
180.000
2
Kosten voorbereiding fusie
1
1.478.134
Bijdragen Naarden-Muiden fusie
1
649.995
Dekking fusiekosten via reserves
1-res
828.139
3
Waterschade: kosten en vergoedingen
1
87.350
4
Afrekening 2013 Bevolkingszorg
2
20.229
5
Subsidie Parkeer BV: afboeking gewestgarage Dekking subsidie via egalisatiereserve
3
35.513 461.000
3-res
295.000
6
Kosten opbrengsten glasvezel Reggefiber
3
195.000
7
Vrijval voorziening onderwijsgebouwen
5
698.837
8
Afwikkeling overdracht de Zandzee
7
1.567.405
712.496
9
LTA- invoering Sociaal domein
8
487.935
880.453
10
Terugontvangst bijdrage GAD 2013
10
299.959
Verrekening terugontvangst GAD met reserve
10-res
195.000
299.959
11
Vrijval ISV Bodem
10
12
Juridische kosten Gooiberg
10
490.043 40.920
13
Afboeking boekwaarde Veldweg
11
89.000
Afboeking boekwaarde Scapino/Nieuwe Brink
11
261.000
Verrekening afboekingen met ARG
11-res
14
Voorbereidingskosten centrumplan
11
15
Bijdrage Dudok - Torenlaan en ISV-gelden
12
98.884
16
Afrekening Gemeentefonds voorgaande jaren
13
105.926
17
Afrekening BTW voorgaande jaren
13
869.690
Kosten ivm onderzoek BTW voorgaande jaren
13
180.165
Extra afschrijving investeringen Maatsch. nut
div
1.144.606
Onttrekking reserve afschrijving Maatsch. nut
13-res
18
Totalen:
350.000 77.900 125.000 48.965
1.053.632 8.098.024
6.210.111
Ter toelichting op deze posten het volgende: 1. Teneinde de voorziening wachtgelden en pensioenen op een juist niveau te houden, zodat toekomstige verplichtingen kunnen worden nagekomen, is in 2014 een incidentele aanvulling van € 180.000 noodzakelijk geweest. 2. In 2014 is gestart met de voorbereiding van de fusie en daaraan zijn incidentele kosten verbonden, die deels worden gedragen door de gemeenten Naarden en Muiden. Het aandeel van Bussum in deze kosten wordt gedekt door bijdragen uit de reserve Bloeien door Snoeien en de Algemene Reserve. 114
3. In 2014 hebben wij waterschade geleden bij een tweetal gebouwen (gemeentehuis en Breeduit) waarvoor wij een schadevergoeding hebben ontvangen. Een deel van deze vergoeding zal in een later stadium – bij een aanpassing van het gebouw – worden gebruikt, maar valt dus nu incidenteel vrij in het resultaat. 4. Onze bijdrage aan deze gemeenschappelijke taak bij de Veiligheidsregio is over 2013 lager gebleken en wij hebben dan ook in 2014 nog gelden terugontvangen, die niet voorzien waren. 5. De Parkeer BV heeft de boekwaarde van de gewestgarage moeten afwaarderen nu bleek dat de te verwachten verkoopopbrengst veel lager is dan de boekwaarde. Dat maakt dat onze subsidie wordt verhoogd en daarmee de kosten van de parkeerexploitatie. Dit kon slechts ten dele worden opgevangen via de egalisatiereserve. 6. Voor de aanleg van glasvezel is een bijdrage ontvangen die gebruikt is ter dekking van de daarmee verband houden kosten. 7. Door de overdracht van het onderhoud van de schoolgebouwen aan de schoolbesturen kan de voorziening voor onderhoud van deze gebouwen vrijvallen. 8. In 2014 heeft de afwikkeling van de overdracht van de Zandzee plaatsgevonden en daarmee is een afrekening gemaakt voor te verstrekken subsidies en te ontvangen huren en andere vergoedingen en dat heeft geresulteerd in een fors incidenteel voordeel. 9. De kosten voor de invoering van het Sociaal domein zijn incidenteel. Een deel van deze kosten wordt gedragen door de gemeenten Naarden en Muiden. 10. De bijdrage aan de GAD voor het inzamelen van huisvuil over 2013 is te hoog geweest. Het teveel betaalde is in 2014 terugontvangen en wordt – via een lager tarief – aan de burgers teruggegeven. In administratieve zin betekent dit een verrekening met de egalisatiereserve. 11. Subsidie voor ISV Bodem is in de eerdere jaren al besteed maar niet als zodanig afgewikkeld. Derhalve zijn deze bedragen in de rekening 2014 vrijgevallen ten gunste van het resultaat. 12. Bij de risico-inventarisatie komt ook de ontwikkelingen bij de Gooiberg terug. Jaarlijks kunnen we daar tegen (incidentele) kosten aanlopen, die in de rekening opgevangen moeten worden. 13. De complexen Veldweg en Scapino/Nieuwe Brink blijven in ontwikkeling zonder een direct uitzicht op concrete afronding. Daarom is het noodzakelijk om de boekwaarden terug te brengen naar een marktconform niveau. Deze lasten zijn afgedekt door de Algemene reserve Grondexploitatie. 14. In de rekening 2014 hebben we alle voorbereidingskosten voor de ontwikkeling van een centrumplan, die tot en met 2014 zijn gemaakt, ten laste van de exploitatie gebracht en dus als een verlies genomen. 15. Betreft een incidentele bijdrage die grotendeels wordt afgedekt door een ISV-subsidie. 16. Betreft onvoorziene baten vanwege de (eind)afrekeningen van het gemeentefonds van voorgaande jaren. 17. In 2014 is onderzoek gedaan naar de juistheid van de afwikkeling van de BTW en het BTW compensatiefonds over de jaren 2009 tot en met 2014. Dat heeft geresulteerd in extra terugontvangsten en aanvullende betalingen. Met dit onderzoek waren ook incidentele kosten gemoeid.
18. Volgens het activabeleid worden investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut direct afgeschreven en ter dekking wordt de daarvoor gevormde reserve gebruikt. Betreft dus incidentele lasten.
115
4.2.2 Overzicht aanwending ‘Onvoorzien’ In de primitieve begroting was een bedrag van € 45.000 voor onvoorziene uitgaven opgenomen. Er is geen reden geweest om in de loop van het begrotingsjaar dit bedrag aan te wenden. Bij de tweede Bestuursrapportage 2014 is dit bedrag dan ook vrijgevallen ten gunste van het resultaat.
4.2.3 Begrotingsrechtmatigheid Met de jaarstukken wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en de gedane uitgaven, alsmede de gerealiseerde inkomsten. De begrotingsrechtmatigheid geeft inzicht in hoeverre de budgettering (van de kosten) en de gedane uitgaven in lijn zijn met het beleid dat door de gemeenteraad is vastgesteld. Mutaties reserves Analyse van de cijfers ten aanzien van de stortingen en onttrekkingen bij de reserves toont aan dat deze stortingen en onttrekkingen in lijn zijn met het beleid, zoals de raad heeft vastgesteld. Dat komt er op neer dat de stortingen in principe zijn uitgevoerd overeenkomstig de ramingen. Ten aanzien van de stortingen, dan wel onttrekkingen bij de egalisatiereserves kostendekkende heffingen vindt altijd een nacalculatie plaats van de feitelijke kosten en opbrengsten. Ten aanzien van de onttrekkingen aan de reserves is gekeken naar het doel waarvoor deze onttrekking was bedoeld en in welke mate de geplande onttrekking dan ook – gelet op de werkelijk gemaakte kosten – reëel is. Alleen ten aanzien van de onttrekking aan de reserve Afschrijving investeringen met een maatschappelijk nut heeft een extra onttrekking plaatsgevonden, geheel in lijn met het door uw raad vastgestelde activabeleid. Uitgaven In het kader van de begrotingsrechtmatigheid dient het college bij de jaarrekening inzicht te geven in de begrotingsafwijkingen en deze toe te lichten. Met de vaststelling van de jaarstukken stelt de gemeenteraad tevens de kostenoverschrijdingen vast. Hierdoor wordt achteraf goedkeuring gegeven aan deze overschrijdingen. Er is sprake van een overschrijding indien blijkt dat de gerealiseerde lasten, zoals weergegeven in de jaarrekening, hoger zijn dan de geraamde bedragen met inbegrip van de begrotingswijzigingen. Mogelijk is er dan sprake van onrechtmatige uitgaven, omdat de overschrijding in strijd kan zijn met het budgetrecht van de raad. Binnen het begrotingscriterium worden zes verschillende soorten kostenoverschrijdingen onderscheiden: Soorten begrotingsafwijkingen 1 Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct daaraan gerelateerde inkomsten. 2 Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar die niet tijdig konden worden gesignaleerd. 3 Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. 4 Kostenoverschrijdingen die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor men tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingsaanpassing heeft ingediend. 5 Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt. Indien dit wordt geconstateerd: - tijdens het verantwoordingsjaar - na het verantwoordingsjaar 6 Kostenoverschrijdingen op investeringen waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere kapitaallasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren. - in het jaar van investeren - hogere kapitaallasten in latere jaren 1)
Rm=rechtmatig; Orm=onrechtmatig
116
Rm 1) X
Orm 1)
X
X
X
X X
X X
Overzicht kostenoverschrijdingen programma’s (x € 1.000) Programma
Begroot
3. Verkeer & Vervoer
Werkelijk
Saldo
RM
4.752
5.679
-927
x
519
534
-15
x
7. Sport & Recreatie
3.331
3.551
-220
x
Algemene uitgaven en dekkingsmiddelen
1.693
1.801
-108
x
4. Economische zaken
ONR
Toelichting kostenoverschrijdingen Programma 3 De hogere lasten op dit programma hebben te maken met extra afschrijvingslasten op investeringen (voornamelijk openbare verlichting), die volgens het geldende activabeleid zo mogelijk direct worden afgeschreven. Daarnaast is er sprake van een hoger subsidie aan de Parkeer BV omdat eind 2014 is gebleken, dat zij de boekwaarde van de gewestgarage – in verband met de voorgenomen verkoop van een aantal parkeerplekken – moeten afwaarderen vanwege een te verwachten lagere opbrengst.. Programma 4 Dit betreft een hoger subsidie dan begroot, maar is gezien de hoogte van het verschil niet een wezenlijke afwijking. Programma 7 Met De Zandzee zijn in 2013 nieuwe afspraken gemaakt over exploitatie, beheer en het in eigendom terugnemen van het zwembad. De financiële afwikkeling heeft in 2014 plaatsgevonden en heeft enerzijds geleid tot extra kosten, maar deze worden meer dan volledig afgedekt door hogere opbrengsten. Algemene uitgaven en dekkingsmiddelen Op de algemene uitgaven is er sprake van extra lasten (en ook extra baten). Het merendeel van deze mutaties betreft de afwikkeling van de verschillende saldi van de kostenplaatsen. Een kostenplaats waarbij de lasten hoger zijn dan geraamd, geeft een nadeel binnen dit product. Daarnaast zijn er extra uitgaven geweest in verband met de afwikkeling van de BTW oude jaren. Kosten in verband met de nabetaling van afdrachten, inclusief rente. Het totaal wordt evenwel gedekt door ook hogere terugontvangsten, inclusief rente. Investeringen De uitvoering van het project Overstort Karnemelksloot waarvoor alleen maar een voorbereidingskrediet beschikbaar is gesteld in 2014, is vanwege wateroverlast reeds deels opgepakt. Het daadwerkelijke benodigde krediet is in de begroting 2015 beschikbaar gesteld.
Riolering Overstort Karnemelksloot Wegen Overstort Karnemelksloot
Krediet € 30.000 €0
Uitgaven € 176.104 € 43.247
117
Restant -/- € 146.104 -/- € 43.247
4.2.4 Wet Normering Topinkomens (WNT) Op 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. De WNT stelt een maximum aan de bezoldiging van bestuurders en hoogst leidinggevenden in de publieke en semipublieke sector en bevat regels over het openbaar maken van de bezoldiging van topfunctionarissen en interim functionarissen. De bezoldiging bestaat uit: de beloning; de door de werkgever betaalde sociale-verzekeringspremies, de belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (pensioenpremies).
NAAM
FUNCTIE
D.J. van Huizen
Gemeentesecretaris
L. Wieringa
Griffier
Formatie
BELONING 2014
Soc. Lasten incl. pensioen premies
1
102.596
24.500
1
80.400
20.337
Waarvan Pensioen premies
Onkosten 2014
Dienst verband
23.730
2.200
Vast
17.951
0
Vast
Het normenkader rondom de “Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke sector (hierna: WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijsrelaties van 26 februari 2014, nr 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en koninkrijkrelaties van 26 februari 2014, nr 2014-0000 104920. De aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd. Ten aanzien van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen heeft Bussum gebruik gemaakt van de mogelijkheid die paragraaf 6 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze functionarissen. Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT (inclusief de wijziging van paragraaf 6 volgens besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 maart 2014, nr 2014 – 0000142706, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 maart 2014) kan en hoeft Bussum niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de WNT (inclusief verwerking Aanpassingswet WNT)
118
4.3 Balans per 31 december 2014 ACTIVA
31-dec-14
31-dec-13
Vaste Activa Materiele Vaste Activa - Investeringen met een economisch nut: - Gronden uitgegeven in erfpacht - Investering met een economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven - Overige investeringen met een economisch nut - Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een Maatschappelijk Nut
98.604.991
Financiële vaste activa - Kapitaalvestrekkingen aan: - Deelnemingen - Overige langlopende leningen u/g - Overige uitzettingen met een rente-typische looptijd van één jaar of langer
91.892.456
549.372 23.422.009
549.372 23.376.081
64.880.731 9.752.879
58.327.670 9.639.334
4.204.123
Schatkistbankieren
1.871.560
248.642 1.683.534 21.378
248.642 1.606.823 16.095
2.250.569
0
Totaal Vaste Activa
102.809.113
93.764.016
3.482.391
2.607.220
Vlottende Activa Voorraden - Grond- en hulpstoffen - Niet in exploitatie genomen bouwgronden - Onderhanden projecten - Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie - Gereed product en handelsgoederen - Vooruitbetalingen
700.001 0 2.779.268 3.122 0
Uitzettingen met een rente-typische looptijd korter dan één jaar
2.598.942 0 0 8.278 0 5.689.659
4.738.524
- Vorderingen op openbare lichamen - Rekening-courantverhoudingen met niet - financiële instellingen
1.205.102 1.963.028
560.446 1.555.294
- Overige vorderingen
2.521.529
2.622.784
Liquide Middelen - Kas saldi - Bank- en girosaldi
25.294 7.061 18.233
Overlopende Activa - Van Europese of Nederlandse overheden nog te ontvangen voorschotbedragen specifieke uitkeringen - Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen Totaal Vlottende Activa
Totaal Activa
119
250.221 9.889 240.333
6.514.242
10.380.395
988.567
4.591.482
5.525.675
5.788.913 15.711.586
17.976.360
118.520.700
111.740.375
PASSIVA
31-dec-14
31-dec-13
Vaste Passiva Eigen Vermogen
28.476.955
37.896.599
- Algemene Reserve
10.638.041
5.945.525
- Bestemmingsreserves
14.369.862
18.340.578
3.469.053
13.610.495
- Resultaat na bestemming Voorzieningen
15.145.867
- Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's - Onderhoudsegalisatievoorzieningen - Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting
5.106.289
2.112.365
2.217.179
2.501.827
2.816.710
10.531.675
72.400
Vaste Schulden met een rente-typische looptijd van één jaar of langer
63.956.121
58.733.354
- Onderhandse leningen aan: - Binnenlandse banken en overige financiële instellingen - Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstelling
63.931.710
58.494.564
0
226.890
24.411
11.900
- Waarborgsommen
Totaal Vaste Passiva 107.578.943
101.736.242
Vlottende Passiva Netto - Vlottende schulden met een rente-typische looptijd korter dan één jaar
5.712.740
- Kasgeldleningen
-
5.347.387 0
- Bank- en girosaldi
711.692
626.189
- Overige schulden
5.001.048
4.721.197
Overlopende Passiva 5.229.018 - Nog te betalen bedragen - Van Europese of Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden specifieke uitkeringen - Overige vooruit ontvangen bedragen
Totaal Vlottende Passiva
Totaal Passiva
4.656.747
2.468.667
1.237.151
2.202.896
3.408.221
557.455
11.375
10.941.758
10.004.133
118.520.700
111.740.375
52.032.686
59.905.028
Gewaarborgde geldleningen
120
4.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (Bbv) daarvoor geeft. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden.
Vaste activa Materiële vaste activa met economisch nut In erfpacht uitgegeven gronden De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Overige investeringen met economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. Volledigheidshalve vermelden wij dat op investeringen die vóór 2008 gedaan zijn soms extra is afgeschreven zonder economische noodzaak (ter verlichting van toekomstige lasten). Ook zijn in voorkomende gevallen reserves op dergelijke investeringen afgeboekt.
121
De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren Gronden en terreinen Gebouwen steen Onderwijsgebouwen Gebouwen hout Technische installaties Inventaris Software Netwerkbekabeling Pc’s/Laptops/Beeldschermen Printers
n.v.t. 40 60 20 25 20 7 20 5 5
Onderwijsleerpakketten
10
Schoolmeubilair Sportvelden
20 25
Speelterreinen Straatmeubilair Asfalt Klinkers Tegels Vervoermiddelen Parkeermeters- en automaten Openbare verlichting Verkeersregelinstallaties Openbaar groen
25 25 20 15 10 15 15 30 15 30
Waterbouwkundige kunstwerken Riolering
25 60
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut ‘Tot op heden werden alle investeringen (zowel economisch als maatschappelijk nut) geactiveerd en afgeschreven conform de in de financiële verordening 212 opgenomen afschrijvingstermijnen. In de nota activabeleid (vastgesteld door de Raad in november 2013) is onder andere besloten tot het in beginsel in één keer afschrijven van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut.
Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het Bbv) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingprijs. Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d Bbv sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.
Vlottende activa Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijs, dan wel een lagere marktwaarde. Er is rente bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden, maar daarbij is de haalbaarheid van een kostendekkende exploitatie wel in ogenschouw genomen. De overige grond- en hulpstoffen (magazijnvoorraden) worden gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingprijs. De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingkosten in mindering gebracht. Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich met name voor indien voorraden incourant worden.
122
Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statistisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen en overlopende posten. Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Vaste passiva Eigen vermogen Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserve, de bestemmingsreserves alsmede het saldo van de rekening van baten en lasten. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De egalisatievoorzieningen voor onderhoud stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid ter zake nader uiteengezet. Vaste schulden met een rente-typische looptijd van één jaar of langer Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rente-typische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Overlopende passiva De nog te betalen bedragen, nog te besteden specifieke uitkeringen en de overige vooruit ontvangen bedragen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarden. Borg- en garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
123
4.5 Toelichting op de balans 4.5.1 Algemeen Balans/financieringsfunctie De balans is een belangrijk instrument voor de beoordeling van de financiële positie. Het geven van inhoudelijk inzicht in de balans en de toelichting op de balans is van essentieel belang. De balanspositie wordt in omvang voornamelijk bepaald door kapitaalinvesteringen en verstrekte langlopende geldleningen (actiefzijde) en de wijze waarop deze worden gefinancierd (passiefzijde). Vaste en vlottende activa De vaste activa zijn onder te verdelen in de vaste activa (materiële- en financiële activa) en de voorraden (bestaande uit meerjarige projecten, gronden niet in exploitatie en gronden in exploitatie) behoren tot de vlottende activa. De vaste activa en de voorraden blijken uit het hieronder weergegeven grafisch overzicht van de ontwikkelingen van de boekwaarden over de jaren 2010 tot en met 2014
124
Financieringsmiddelen De financieringsmiddelen bestaat uit het eigen vermogen, voorzieningen en de langlopende geldleningen. Deze middelen worden gebruikt ter financiering van de vaste activa en de voorraden. Hieronder treft u een grafisch overzicht aan van de ontwikkeling van de financieringsmiddelen over de jaren 2010 tot en met 2014. Uit onderstaand overzicht valt op te maken dat het eigen vermogen en de voorzieningen ten opzichte van 2013 zijn gestegen met circa € 0,6 miljoen. De leningen laten per saldo een stijging zien van € 5,2 miljoen. Deze verhoging van de leningen is bedoeld voor de aankoop van het zwembad de Zandzee.
125
Financieringspositie De financieringspositie wordt bepaald door de totale waarde van de kapitaalinvesteringen (€ 106,2 miljoen) en de waarde van de financieringsmiddelen (€ 107,6 miljoen). Op 31 december 2014 bedraagt de positie circa € 1,3 miljoen positief. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3.4. Financiering. Hieronder treft u een grafisch overzicht aan van de ontwikkeling van de kapitaalinvesteringen en de financieringsmiddelen per 31 december over de jaren 2010 tot en met 2014.
126
4.5.2 Toelichting op de activa Vaste activa Materiële vaste activa Dit betreft investeringen met een meerjarig economisch- en meerjarig maatschappelijk nut. Omschrijving
2014
Investeringen met een economisch nut: - Gronden uitgegeven in erfpacht - Investeringen met een economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kost en een heffing kan worden geheven. - Overige investeringen met een economisch nut
549.372 23.422.009
549.372 23.376.081
64.880.731
58.327.670
9.752.879
9.639.334
98.604.991
91.892.456
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut Totaal Omschrijving
2013
2014
2013
Overige investeringen met een economisch nut: Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
1.163.522 178.673 58.241.920 3.088.720 120.591 953.399 1.133.907
1.163.522 187.504 50.955.469 3.318.692 149.065 1.090.361 1.463.057
Totaal
64.880.731
58.327.670
De investeringen met een meerjarig economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: Omschrijving
Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen
Boekwaarde 1 jan. 2014
Investeringen
Investerin gen projecten
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Bijdrage derden
Afgewikk elde projecten
1.163.522 187.504 50.955.469
9.416.928
Boekwaar de 31 dec. 2014 1.163.522
8.831
178.673
2.130.477
58.241.920
229.972
3.088.720
Grond-, wegen waterbouwkundige werken Vervoer middelen
3.318.692
149.065
36.205
64.680
120.591
Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
1.090.361
36.119
173.081
953.399
1.463.057
48.815
220.313
157.652
1.133.907
58.327.670
9.538.067
2.827.354
157.652
64.880.731
Totaal
De belangrijkste investeringen die in de rekening 2014 zijn geactiveerd betreffen: • Aankoop sportcomplex de Zandzee In de regel vindt lineaire afschrijving plaats met ingang van 1 januari volgend op het jaar van investering. Een uitzondering hierop is een aantal oudere investeringen in enkele gebouwen, waarvoor op basis van annuïteiten wordt afgeschreven. 127
Omschrijving
Boekwaarde 1 jan. 2014
Investeringen met een economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Investeringen
23.376.081
Investerin Desinvesgen teringen projecten 577.401
Afschrijvingen
Bijdrage derden
Afgewikk elde projecten
531.473
Boekwaar de 31 dec. 2014 23.422.009
Alle investeringen in 2014 met een meerjarig economisch nut zijn geactiveerd. Deze bruto methode is van toepassing sinds het per 1 januari 2004 ingevoerde Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Omschrijving
2014
2013
Investeringen met een meerjarig Maatschappelijk Nut: Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
9.752.879 -
9.639.334 -
Totaal
9.752.879
9.639.334
In 2013 is het nieuwe Activabeleid vastgesteld. Hierin is voorgesteld om alle investeringen met een aatschappelijk nut niet te activeren en alle huidige investeringen met een maatschappelijk nut te desinvesteren. De huidige boekwaarde per 31 december 2014 betreft lopende investeringen waarvan het krediet nog niet volledig is besteed. De investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: Omschrijving Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
Boekwaarde 1 jan. 2014 9.639.334
Investeringen 53.340
Investeringen projecten
Desinvesteringen
Afschrijvingen
1.402.429
Bijdrage derden
1.342.224
Boekwaarde 31 dec. 2014 9.752.879
-
9.639.334
53.340
1.402.429
-
1.342.224
Op balansdatum zijn de volgende kredieten nog in bewerking en dus nog niet afgesloten:
128
9.752.879
Omschrijving Implementatie Migratie Oracle (A03/13)
Huidige Krediet
Geboekt tot 2014
Geboekt huidig jaar
Geboekt t/m 2014
Vrije ruimte
€ 21.913
€ 11.469
€ 10.444
€ 21.913
€0
€ 2.195
€0
€ 2.195
€ 2.195
€0
€ 70
€0
€ 70
€ 70
€0
€ 2.250
€ 2.250
€0
€ 2.250
€0
Tractie: Daihatsu (p/10)
€ 19.099
€ 996
€ 18.103
€ 19.099
€0
Tractie: Fiat Strada (p/10)
€ 19.099
€ 996
€ 18.103
€ 19.099
€0
Renovatie speelvoorzieningen (p/10)
€ 22.485
€ 32.407
€ -9.922
€ 22.485
€0
Renovatie plantsoenen (p/10)
€ 33.565
€ 16.483
€ 17.082
€ 33.565
€0
Renovatie speelvoorzieningen (p/11)
€ 31.578
€ 13.399
€ 18.179
€ 31.578
€0
Renovatie plantsoenen (p/11)
€ 22.407
€ 18.007
€ 4.400
€ 22.407
€0
Speelpl. Voormeulenweg(bestrap2011-1)
€ 16.363
€ 16.363
€0
€ 16.363
€0
Vervangen straatmeubilair (p/12)
€ 21.349
€ 11.854
€ 9.495
€ 21.349
€0
€ 3.278
€0
€ 3.278
€ 3.278
€0
€ 10.828
€0
€ 10.828
€ 10.828
€0
€0
€ 72.838
€ -72.838
€0
€0
€ 76.467
€ 48.190
€ 28.277
€ 76.467
€0
€ 9.833
€ 5.747
€ 4.086
€ 9.833
€0
Back up voorziening (A03/13) Hardware: Netwerkcomponenten (p/14) Upgrade naar GOUW7 (14/12)
Renovatie plantsoenen (p/13) Vervangen straatmeubilair (p/13) Complex MOB-NIEGG (04/10) Op.verl. Spijkerstraat Pj 177 Plantsoen Spijkerstraat Pj 177 Op.verl. Ceintuurbaan Pj 178
€ 167.714
€ 167.714
€0
€ 167.714
€0
VRI Ceintuurbaan Pj 178
€ 52.124
€ 52.124
€0
€ 52.124
€0
Plantsoen Ceintuurbaan Pj 178
€ 32.316
€ 32.316
€0
€ 32.316
€0
Op.verl. Westereng dp 1 Pj 179
€ 89.788
€ 89.788
€0
€ 89.788
€0
€0
€ 839.905
€ -839.905
€0
€0
Plantsoen Westereng dp 1 Pj 179
€ 18.194
€ 18.194
€0
€ 18.194
€0
Op.verl. Westereng dp 2 Pj 180
€ 73.993
€ 61.372
€ 12.621
€ 73.993
€0
Plantsoen Westereng dp 2 Pj 180
€ 1.523
€ 595
€ 928
€ 1.523
€0
Speelvz. Westereng dp 2 Pj 180
€ 4.961
€0
€ 4.961
€ 4.961
€0
€ 80.028
€ 42.876
€ 37.152
€ 80.028
€0
Complex Geweststrook-NIEGG Pj 171
Op.verl. Papaverstraat e.o. Pj 184 Plantsoen Papaverstraat e.o. Pj 184
€ 512
€ 512
€0
€ 512
€0
Aank.grond Nw.Spiegelstr./Iepenln (16/11
€ 230.531
€ 230.531
€0
€ 230.531
€0
Grond Graaf Florislaan 2-Opmaat (07/13)
€ 1.400.000
€ 1.400.000
€0
€ 1.400.000
€0
Raadh.: Opname -en geluidsinstal. (p/14)
€ 24.000
€0
€ 3.385
€ 3.385
€ 20.615
Diverse kredieten F&I I&A 2013 (p/13)
€ 49.500
€0
€ 14.152
€ 14.152
€ 35.348
Informatie beveiliging (A03/13)
€ 10.000
€ 970
€ 909
€ 1.880
€ 8.120
Serverpark en netwerk (A03/13)
€ 38.000
€0
€ 5.804
€ 5.804
€ 32.196
Licenties: Migratie Oracle (A03/13)
€ 22.500
€ 44
€ 2.259
€ 2.303
€ 20.197
Hardware: Mobiele devices (p/14)
€ 25.000
€0
€0
€0
€ 25.000
Software: Mobiele devices beheer (p/14)
€ 20.000
€0
€0
€0
€ 20.000
Software: Sociale Domein (p/14)
€ 50.000
€0
€0
€0
€ 50.000
Software: Gegevens Distributie (p/14)
€ 120.000
€0
€ 16.448
€ 16.448
€ 103.552
Tractie: Volkswagen T4, wijk 4 (p/11)
€ 45.489
€ 996
€0
€ 996
€ 44.493
Tractie: VW transporter Q42, wk 3 (p/12)
€ 46.389
€ 996
€0
€ 996
€ 45.393
Tractie: Opel Vivaro Q43 (p/12)
€ 59.970
€ 996
€0
€ 996
€ 58.974
Tractie: Q 44: Nissan pick-up (p/14)
€ 38.000
€0
€0
€0
€ 38.000
Vervangen parkeerautomaten (p/13)
€ 54.400
€ 5.757
€ -7
€ 5.750
€ 48.650
F 24: freesmachine (p/14)
€ 6.000
€0
€0
€0
€ 6.000
K 24: hogedrukreiniger (p/14)
€ 6.000
€0
€0
€0
€ 6.000
I 19: las aggregaat (p/14)
€ 3.000
€0
€0
€0
€ 3.000
K 25: rioolreiniger (p/14)
€ 21.000
€0
€0
€0
€ 21.000
€ 3.000
€0
€0
€0
€ 3.000
P 07: trilplaat (p/14) G 40: tankwagen (p/14) F 29: maaibalk (p/14) B 47: hijsinstallatie (p/14)
€ 4.000
€0
€0
€0
€ 4.000
€ 13.000
€0
€0
€0
€ 13.000
€ 3.000
€0
€0
€0
€ 3.000
129
Omschrijving
Huidige Krediet
Geboekt tot 2014
Geboekt huidig jaar
Geboekt t/m 2014
Vrije ruimte
G 38: tandemasser (p/14)
€ 2.000
€0
€0
€0
CC1: kolom boormachine (p/14)
€ 4.000
€0
€ 1.674
€ 1.674
€ 2.326
vervanging p-automaten (p/14)
€ 88.000
€0
€0
€0
€ 88.000
Renovatie speelvoorz. 2014 (p/14)
€ 2.000
€ 142.000
€0
€0
€0
€ 142.000
Renovatie plantsoenen (p/14)
€ 70.000
€0
€0
€0
€ 70.000
Vervangen straatmeubilair (p/14)
€ 28.000
€0
€0
€0
€ 28.000
B 34: grafbekisting (p/14)
€ 10.000
€0
€0
€0
€ 10.000
B 38: graflift (p/14)
€ 7.000
€0
€ 5.649
€ 5.649
€ 1.351
B 43: grafbekisting (p/14)
€ 6.000
€0
€0
€0
€ 6.000
B 44: grafbekisting (p/14)
€ 6.000
€0
€0
€0
€ 6.000
B 50: grafbekisting (p/14)
€ 3.000
€0
€0
€0
€ 3.000
B 51: looprooster (p/14)
€ 3.000
€0
€0
€0
€ 3.000
N 18: onkruidbrander (p/14)
€ 4.000
€0
€0
€0
€ 4.000
P 09: trilstamper (p/14)
€ 4.000
€0
€0
€0
€ 4.000
Vervangen armaturen/LED 2012 (18/11)
€ 171.200
€0
€0
€0
€ 171.200
Vervangen Lichtmasten 2012 (18/11)
€ 381.000
€0
€0
€0
€ 381.000
Riolering Meerwg/Karnem afl.koker Pj 172
€ 30.000
€ 60.887
€ 115.217
€ 176.104
€ -146.104
Riolering Veldheimerlaan/Botweg Pj 174
€ 273.200
€ 90.703
€ -47.906
€ 42.797
€ 230.403
Wegen Veldheimerlaan/Botweg Pj 174
€ 323.500
€ 42.684
€ 93.934
€ 136.618
€ 186.882
Riolering Westereng dp 3 Pj 181
€ 2.064.300
€ 195.278
€ 130.672
€ 325.950
€ 1.738.350
Wegen Westereng dp 3 Pj 181
€ 2.163.500
€ 204.662
€ 819.445
€ 1.024.107
€ 1.139.393
Op.verl. Westereng dp 3 Pj 181
€ 220.000
€ 65.418
€ 32.709
€ 98.128
€ 121.872
Riolering Westereng dp 5 Pj 183
€ 180.000
€ 29.039
€ 89.125
€ 118.163
€ 61.837
Wegen Westereng dp 5 Pj 183
€ 120.000
€ 20.262
€ 62.188
€ 82.450
€ 37.550
Plantsoen Westereng dp 3 Pj 181
€ 365.200
€0
€ 35.296
€ 35.296
€ 329.904
Riolering Westereng dp 4 Pj 182
€ 1.811.170
€ 160.375
€ 132.261
€ 292.636
€ 1.518.534
Wegen Westereng dp 4 Pj 182
€ 1.108.840
€ 98.185
€ 80.973
€ 179.159
€ 929.681
€ 357.500
€0
€ 27.282
€ 27.282
€ 330.218
Op.verl. Veldheimerlaan/Botweg Pj 174
€ 29.400
€0
€ 4.026
€ 4.026
€ 25.374
Plantsoen Veldheimerlaan/Botweg Pj 174
€ 13.900
€0
€ 8.003
€ 8.003
€ 5.897
€0
€0
€ 43.247
€ 43.247
€ -43.247
BZ: Kassa's 6x (P12)
€ 32.500
€0
€0
€0
€ 32.500
BZ: Betaalautomaten 9x (P12)
€ 17.500
€0
€0
€0
€ 17.500
BZ: Modernisering GBA (10/12)
€ 51.500
€0
€0
€0
€ 51.500
Kon..Emmasch.: aanp.gebouw OpMaat (p/11)
€ 2.523.000
€ 189.179
€ 53.077
€ 242.257
€ 2.280.743
HCAW: was-en kleedruimten (10/12)
€ 1.012.000
€ 64.674
€ 43.870
€ 108.544
€ 903.456
€ 40.202
€ 40.202
€0
€ 40.202
€0
Op.verl. Westereng dp 4 Pj 182
Wegen Meerwg/Karnem afl.koker Pj 172
Implementatie KCC (21/2011) Licenties: Desktop Virtualisatie (p/12)
€ 54.356
€ 32.434
€ 21.923
€ 54.356
€0
Hardware: Endpoints - beeldsch. (A03/13)
€ 196.119
€ 194.997
€ 30
€ 195.027
€ 1.092
Riolering Spijkerstraat e.o. Pj 177
€ 420.561
€ 295.672
€ 124.889
€ 420.561
€0
Wegen Spijkerstraat e.o. Pj 177
€ 361.651
€ 253.790
€ 107.862
€ 361.651
€0
Riolering Ceintuurbaan Pj 178
€ 479.867
€ 479.867
€0
€ 479.867
€0
Wegen Ceintuurbaan Pj 178
€ 1.940.983
€ 1.937.305
€ 3.678
€ 1.940.983
€0
Riolering Westereng dp 1 Pj 179
€ 1.002.531
€ 991.577
€ 10.954
€ 1.002.531
€0
Wegen Westereng dp 1 Pj 179
€ 702.331
€ 697.221
€ 5.110
€ 702.331
€0
Riolering Papaverstraat e.o. Pj 184
€ 252.582
€ 254.572
€ -1.991
€ 252.582
€0
Wegen Papaverstraat e.o. Pj 184
€ 926.103
€ 951.889
€ -25.786
€ 926.103
€0
Riolering Westereng dp 2 Pj 180
€ 538.106
€ 513.928
€ 24.179
€ 538.106
€0 €0
Wegen Westereng dp 2 Pj 180 Aankoop sportcomplex de Zandzee (08/14) Totaal in €
€ 615.022
€ 598.584
€ 16.438
€ 615.022
€ 9.319.981
€0
€ 9.319.981
€ 9.319.981
€0
33.603.314,33
11.660.067,84
10.658.493,87
22.318.561,71
11.284.752,62
130
Onderhanden projecten Projecten zijn investeringen die vaak meerdere onderdelen van het gemeentelijke takenveld bijeenbrengen. Daarbij moet gedacht worden aan een combinatie van werken ten behoeve van de weg, het riool, het groen en eventuele verkeersmaatregelen. Van de onderhanden projecten kan het volgende overzicht worden gegeven: Projecten Project 172 Overstort Karnemelksloot Project 174 Veldheimerlaan/Botweg Project 177 Riool Spijkerstraat eo Project 178 Herinriching Ceintuurbaan Project 179 Westerengdeelplan 1 Project 180 Westerengdeelplan 2 Project 181 Westerengdeelplan 3 Project 182 Westerengdeelplan 4 Project 183 Westerengdeelplan 5 Project 184 Riool Papaverstraat eo Project 186 Centrumplan Project 511 Fietsenstalling Station Naarden-Bussum Totaal
Projecten Project 172 Overstort Karnemelksloot Project 174 Veldheimerlaan/Botweg Project 177 Riool Spijkerstraat eo Project 178 Herinriching Ceintuurbaan Project 179 Westerengdeelplan 1 Project 180 Westerengdeelplan 2 Project 181 Westerengdeelplan 3 Project 182 Westerengdeelplan 4 Project 183 Westerengdeelplan 5 Project 184 Riool Papaverstraat eo Project 186 Centrumplan Project 511 Fietsenstalling Station Naarden-Bussum Totaal
Projecten Project 172 Overstort Karnemelksloot Project 174 Veldheimerlaan/Botweg Project 177 Riool Spijkerstraat eo Project 178 Herinriching Ceintuurbaan Project 179 Westerengdeelplan 1 Project 180 Westerengdeelplan 2 Project 181 Westerengdeelplan 3 Project 182 Westerengdeelplan 4 Project 183 Westerengdeelplan 5 Project 184 Riool Papaverstraat eo Project 186 Centrumplan Project 511 Fietsenstalling Station Naarden-Bussum Totaal
Cumulatief t/m 2013 Stand Uitgaven Subsidies Saldo Afwikkeling 01-01-2014 60.887 60.887 60.887 133.387 133.387 133.387 1.049.291 445.893 603.398 603.398 3.585.589 916.263 2.669.326 2.669.326 3.167.789 1.371.009 1.796.780 1.796.780 2.041.393 866.915 1.174.478 1.174.478 465.359 465.359 465.359 258.560 258.560 258.560 49.300 49.300 49.300 2.181.288 931.438 1.249.850 1.249.850 53.100 53.100 53.100 168.552 64.000 104.552 104.552 13.214.495
4.595.518
8.618.977
8.461.325
157.652
2014 Stand Status Uitgaven Subsidies Saldo Afwikkeling 31-12-2014 31-12-2014 158.464 Lopend 158.464 158.464 58.057 Lopend 58.057 58.057 479.097 213.983 265.114 265.114 Afgesloten Afgesloten 3.678 3.678 3.678 Afgesloten 23.287 7.223 16.064 16.064 59.126 Afgesloten 98.180 39.054 59.126 Lopend 1.018.122 1.018.122 2.551.071 1.532.949 267.799 27.282 240.517 240.517 Lopend 151.312 151.312 Lopend 151.312 9.375 9.375 Afgesloten 9.375 -53.100 Afgesloten -53.100 Afgesloten 70.328 -70.328 34.224 3.747.220
1.890.819
1.856.401
2.014.053
-
Cumulatief t/m 2014 Stand Uitgaven Subsidies Saldo Afwikkeling 31-12-2014 219.351 219.351 219.351 191.444 191.444 191.444 659.876 868.512 868.512 1.528.388 916.263 2.673.004 2.673.004 3.589.267 3.191.076 1.378.232 1.812.844 1.812.844 2.139.573 905.969 1.233.604 1.233.604 3.016.430 1.532.949 1.483.481 1.483.481 526.359 27.282 499.077 499.077 200.612 200.612 200.612 2.190.663 931.438 1.259.225 1.259.225 168.552 134.328 34.224 34.224 16.961.715
6.486.337
131
10.475.378
10.475.378
-
Financiële vaste activa Omschrijving
2014
2013
248.642 1.683.534
248.642 1.606.823
- Pc- Privéregeling ambtenaren - Fietsregeling ambtenaren Schatkistbankieren
21.378 2.250.569
16.095 -
Totaal
4.204.123
1.871.560
Kapitaalverstrekkingen aan: - Deelnemingen Overige langlopende leningen u/g Overige uitzettingen met een rente-typische looptijd van één jaar of langer:
Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2014 wordt in onderstaand overzicht weergegeven: Boekwaarde 1 jan. 2014
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen/ Aflossingen
Bijdrage derden
Boekwaarde 31 dec. 2014
Kapitaalverstrekkinge n aan: - Deelnemingen
248.642
Overige langlopende leningen u/g
-
248.642
199.693
1.683.534
-
-
1.606.823
276.404
-
-
16.095
20.863
15.581
21.378
-
2.250.569
-
2.250.569
1.871.560
2.547.836
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer:
- Pc- Privéregeling ambtenaren - Fietsregeling ambtenaren Schatskistbaniekieren Totaal
-
215.273
-
4.204.123
De aandelen en deelnemingen kunnen als volgt worden gespecificeerd: a. 121 Gewone aandelen alsmede 4 prioriteitsaandelen van elk nominaal € 45,38 van de Maatschappij tot Exploitatie Parkeergarages Bussum BV; b. 97.188 Aandelen van nominaal € 2,50 per aandeel van de Bank Nederlandse Gemeenten; c. De deelneming in de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten wordt gezien als een verstrekte geldlening. Uit dit fonds zijn in 2014 geldleningen verstrekt aan de stichting Versa en aan de stichting Financieel Ondersteuningsfonds ViJos drum - en showband tot een totaalbedrag van € 378.000.
Vlottende activa De in de balans opgenomen voorraden zijn als volgt gespecificeerd: Omschrijving - Grond- en hulpstoffen - Niet in exploitatie genomen bouwgronden
2014
2013
700.000
2.598.942
- Bouwgrond in exploitatie - Gereed product en handelsgoederen - Vooruitbetalingen
2.779.268 3.122 -
8.278
Totaal
3.482.391
2.607.220
132
Gereed product en handelsgoederen Dit betreffen de voorraad eigen verklaringen van het Centraal Bureau Rijvaardigheid Niet in exploitatie genomen gronden Van de niet in exploitatie genomen gronden kan het volgende overzicht worden gegeven: Projecten niet in exploitatie genomen gronden: Totaal
Boekwaarde per 1 januari 2014
2.598.942
Geweststrook
De Engh Roodborstlaan 30
839.905
705.131
Investeringen en vermeerderingen: * rentebijschrijvingen * exploitatielasten * overige verrekeningen Opbrengsten: * exploitatiebaten * verrekeningen * Overbrengen naar bouwgronden in exploitatie Boekwaarde per 31 december 2014
700.000
839.905
705.131
0
0
Scapino Nieuwe Brink
Veldweg
680.195
300.872
30.609 165
13.539 25.951
260.969
90.362
MOB complex 72.838
72.838
450.000
250.000
0
Van de vijf gronden bij het onderdeel ‘Niet in exploitatie genomen bouwgronden’ zijn er drie doorgeschoven naar bouwgronden in exploitatie. De kosten voor 2014 zijn jaarlijkse kapitaallasten en overige uitgaven. Bouwgronden in exploitatie Voor de bouwgronden in exploitatie kan van het verloop in 2014 het volgende overzicht worden weergegeven: De Engh- Roodborstlaan 30 Boekwaarde per 1 januari 2014
MOB Complex
Geweststrook
0
0
0
31.731 1.545
3.278 973.212
37.796 113.833
705.131
72.838
839.905
738.407
1.049.328
991.533
33.228 85.500
276.311 3.785.000
27.859 235.000
Nog te verwachten opbrengsten: * verkopen * overige opbrengsten
738.700 134.600
5.000.000 200.000
1.583.600
Verwacht eindresultaat (voordeel)
-16.165
-89.361
-329.208
Investeringen en overige vermeerderingen: * bouwrijpmaken * rentekosten * overige bestedingen * overboekingen * Overbrengen van Niet in exploitatie genomen gronden Opbrengsten: * verkopen * overige opbrengsten * Overbrengen naar Niet in exploitatie genomen gronden Boekwaarde per 31 december 2014 Nog te verwachten kosten: * bouwrijpmaken * rentekosten * overige bestedingen * overboekingen
133
Uitzettingen met een rente-typische looptijd van een jaar of minder De in de balans opgenomen vorderingen kunnen als volgt worden gespecificeerd: Omschrijving
2014
2013
Vorderingen op openbare lichamen
1.205.102
560.446
Rekening-courantverhoudingen met niet - financiële instellingen
1.963.028
1.555.294
Overige vorderingen - Algemene debiteuren Af: voorziening voor oninbaarheid
1.354.703 28.321-
- Belasting debiteuren Af: voorziening voor oninbaarheid
654.485 119.046-
1.466.727 107.5941.326.382
1.359.133 590.919 84.645-
535.440 - Sociale Zaken debiteuren Af: voorziening voor oninbaarheid
1.659.711 1.000.004-
Totaal
506.274 1.914.374 1.156.997-
659.707
757.377
5.689.659
4.738.524
De saldi in rekening-courant stemmen overeen met de administratie van de diverse instellingen. Liquide middelen De specificatie van de liquide middelen luidt als volgt: Omschrijving
2014
2013
Kas saldi Bank saldi
7.061 18.233
9.889 240.333
Totaal
25.294
250.221
Alle bank– en girosaldi stemmen overeen met de dagafschriften per 31 december 2014. 1e 2e 3e 4e kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
Drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1.000) 1 Gem. per kwartaal buiten de schatkist 2a Begrotingstotaal (grondslag 1 jan) 2b Percentage norm 2 (2a * 2b/100) Drempelbedrag 3a (2>1) Ruimte onder het drempelbedrag 3b (1>2) Overschrijding van het drempelbedrag
280 66.152 0,75% 496 216 0
402
428
225
496 94 0
496 68 0
496 271 0
Schatkistbankieren Het schatkistbankieren houdt in dat decentrale overheden hun liquide middelen, boven een gemeente gerelateerde norm, onder dienen te brengen bij het ministerie van Financiën. Dit gebeurt in de vorm van een rekening-courant, zoals bij een bank. De norm is ingesteld op 0,75% van het begrotingstotaal en was voor 2014 € 496.140. De gemeente zou gemiddeld per kwartaal niet meer dan € 496.140 positief mogen staan op alle bankrekeningen tezamen. In onderstaand overzicht is te zien dat wij voor elk kwartaal in 2014 onder het drempelbedrag zijn gebleven
134
Overlopende activa De overlopende activa kunnen als volgt worden gerubriceerd: Omschrijving
2014
Nog te ontvangen bedragen - Nog te ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen
2013
988.567
4.591.482
1.279.785
713.211
790.176
317.312
Vooruit ontvangen facturen Te ontvangen compensabele BTW Te ontvangen bedrijfsmatige BTW Overige Posten
74.120 3.098.166 274.279 9.149
74.849 4.159.742 503.839 19.960
Totaal
6.514.242
10.380.395
- Overige nog te ontvangen voorschotbedragen - Overige vooruitbetaalde bedragen
Het te ontvangen bedrag aan compensabele BTW betreft het te vorderen bedrag over het jaar 2014. Dit bedrag zal in de loop van 2015 ontvangen worden van de belastingdienst. Verloopoverzicht nog te ontvangen voorschotten van EU, Rijk en Provincies 2014 Subsidie Omschrijving Stand per Toevoegingen Onttrekkingen nummer 31-12-2013 2014 2014 2008/24989 2009/25681 2009/25699 2010/11891 2010/29154 2012/31444 2006-70539 2011/24026 2011/38050 2010-69987 2008/3026 2011/38044 2011/38048 2011/23686 2012/31315 2012/31442 2013-78189 2013-78186
2011/14885
BUS 2013.066282 BUS 2012.105041 BUS 2013.066282 BUS 2014.041344 64329/207801
Stand per 31-12-2014
Brinklaan/Nw raadhsstr (Project 140) Oostereng (Project 164) Brinklaan/Prinssenstr (Project 167) Godelindebrt Nrd (Project 148) Godelindebrt Zd (Project 149) Vogelkersstraat (Project 173)
91.311 100.000 9.393 58.721 80.000 320.178
91.311 100.000 9.393 58.721 80.000 320.178
0 0 0 0 0 0
Heidezicht (Project 301) Kromme Engln (Project 168) Josef Israelsln (Project 176) Fietsenstalling station NaardenBussum (Project 511)
116.260 233.347 216.588 64.000
116.260 233.347 216.588 64.000
0 0 0 0
Bushalte toeg.heid (Project 166) 26 haltes
269.967
Oversteek Ceintuurbn (Project 178) Rotonde Ceintuurbn/Kuyperln (Project 178)
452.510 176.913
362.008 141.530
90.502 35.383
Bushaltes Ceintuurbaan (Project 178) Amersfoortsestraatweg (Project 178) Westereng deelplan 1 (Project 179) Spijkerstraat (Project 177) Papaverstraat (Project 184) Veldheimer Botweg (Project 174) Westereng deelplan 4 (Project 182) Bushalte toeg.heid (Project 166) station Naarden Bussum
56.415
45.132
11.283
103.951 828.800 229.214 551.418
25.988 46.258 0 0 4.026 27.282 15.125
76.004 301.906 73.303 101.136
0 0 0 455.840 0
4.104.201
988.568
129.939 867.835 229.214 551.418 0 0 15.125
Papaverstraat (Project 184) Westereng deelplan 1 (Project 179) Westereng deelplan 2 (Project 180) Westereng deelplan 3 (Project 181) JPS: Uitgave meerjarige opvoedings (triple P)
Totaal
76.004 301.906 73.303 0 101.136
4.591.482
135
6.915
7.223
276.882
4.026 27.282
455.840
501.286
4.5.3 Toelichting op de passiva Vaste passiva Reserves en voorzieningen Een groot deel van het vermogen van de gemeente bestaat uit reserves en voorzieningen. Het verschil tussen deze is dat de reserves behoren tot het eigen vermogen dat in principe vrij besteedbaar is, terwijl voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen gevormd in verband met reële risico’s of egalisatie van onvermijdelijk kosten, zoals groot onderhoud of verplichtingen. Reserves Met het saldo van rekening van baten en lasten, vormen de reserves het eigen vermogen van de gemeente. Het totaal van het eigen vermogen eind 2014 bedraagt € 28,5 miljoen, onderverdeeld als volgt: Omschrijving
2014
2013
Algemene reserves
10.638.041
5.945.525
Bestemmingsreserves
14.369.862
18.340.578
3.469.053
13.610.495
28.476.955
37.896.599
Resultaat na bestemmingen Totaal
Algemene reserves Bestaat uit één reserve namelijk de ‘Algemene reserve’. Daarnaast maakt het saldo van de jaarrekening onderdeel uit van de Algemene reserve. Bestemmingsreserves De bestemmingsreserves bedragen eind 2014 ruim € 14,4 miljoen. De belangrijkste reserves qua omvang: Reserve Sociaal domein Algemene reserve grondexploitatie Reserve Scapinoterrein Reserve Gewestkantoor Reserve investeringen maatschappelijk nut
€ 3,0 miljoen € 2,8 miljoen € 2,2 miljoen € 2,1 miljoen € 1,6 miljoen
136
Algemene reserves:
Stand per 1/1
Algemene reserve
Toevoeging
5.945.525
Onttrekking
5.450.529
Stand per 31/12
758.014
10.638.041
Saldo jaarrekening (overboeking)
13.610.495
3.469.053
13.610.495
3.469.053
Totaal Algemene reserves
19.556.021
8.919.582
14.368.509
14.107.093
Bestemmingsreserves:
Stand per 1/1
Reserve Bussum Bewust
Toevoeging
Onttrekking
Stand per 31/12
50.000
-
50.000
-
Reserve BTW-compensatiefonds
470.478
-
470.478
-
Reserve archief (20/04)
144.154
-
144.154
-
Reserve EDV Reserve bloeien door snoeien Reserve nationaal uitvoeringsprogramma Reserve investeringen maatsch. nut Reserve dec.arb.voorw./werkg.maatr. (MID) Egalisatiereserve WABO Reserve egalisatie marktgelden
7.953
-
7.953
-
826.000
-
70.125
755.875
159.000
53.000
-
212.000
2.629.423
-
1.053.632
1.575.790
19.475
-
19.475
-
608.323
-
324.432
283.891
-
71.088
5.505
65.583
Reserve reconstructie wegen (GDU)
442.410
-
-
442.410
Reserve exploitatie gebouwen
203.638
86.216
-
289.854
Reserve wijkplannen
70.000
-
-
70.000
2.852.776
310.259
346.176
2.816.860
Reserve volkshuisvesting
272.009
-
272.009
-
Reserve parkeeraccommodaties
351.148
-
351.148
-
2.179.241
-
-
2.179.241
Algemene reserve grondexploitatie
Reserve Scapinoterrein Reserve Grondwaterbeh. Masterpl. ‘t Gooi
171.200
-
21.400
149.800
2.407.862
-
349.165
2.058.697
Reserve egalisatie verkeer/parkeren c.a.
-
319.294
319.294
-
Reserve egalisatie begraafrechten
-
208.675
-
208.675
Reserve WWB (inkomensdeel)
1.143.303
-
1.143.303
-
Reserve werk
1.478.659
-
1.478.659
-
89.505
-
1.288
88.217
Reserve kinderopvang
352.298
-
352.298
-
Reserve onderwijsachterstandenbeleid
147.164
-
-
147.164
Reserve zorgvernieuwingsprojecten
103.100
-
103.100
-
Reserve individuele voorzieningen WMO
316.583
-
316.583
-
Reserve Sociaal domein
844.878
2.180.926
-
3.025.804
18.340.578
3.229.459
7.200.176
14.369.862
Reserve Gewestkantoor
Reserve sociale vernieuwing
Totaal Bestemmingsreserves
137
De belangrijkste reserves qua omvang zijn: Naam Aard Reden
Algemene reserve Algemene reserve Ingesteld voor het opvangen van tegenvallers en het afdekken van de risico’s.
Naam Aard Reden
Saldo jaarrekening 2014 (overboeking) Algemene reserve Betreft het nog niet bestemde resultaat van de jaarrekening 2014, dat bij de vaststelling van de jaarrekening nader zal worden bestemd.
Naam Aard Reden
Algemene reserve grondexploitatie Bestemmingsreserve Ingesteld ten behoeve van het realiseren van toekomstige grondexploitaties. Eventuele winsten en verliezen worden in principe met deze reserve verrekend.
Naam Aard Reden
Reserve bloeien door snoeien Bestemmingsreserve Ingesteld om de beoogde bezuinigingen mogelijk te maken, indien daarvoor tijdelijk extra lasten of overbruggingskosten noodzakelijk zijn.
Naam Aard Reden
Reserve Scapinoterrein Bestemmingsreserve Ingesteld ten behoeve van de realisatie van de ontwikkeling van het Scapinoterrein.
Naam Aard Reden
Reserve investeringen maatschappelijk nut Bestemmingsreserve Investeringen met een maatschappelijk nut worden volgens het vastgestelde activabeleid in principe niet meer geactiveerd. Reserve dient voor het afboeken van toekomstige investeringen met een maatschappelijk nut.
Naam Aard Reden
Reserve Gewestkantoor Bestemmingsreserve Ingesteld om de exploitatie tekorten, die zich in de eerste paar jaar voordoen, te dekken. De tekorten doen zich voor door hogere rente lasten. Na ongeveer 20 jaar zal de exploitatie positiever worden waardoor de reserve zal toenemen.
Naam Aard Reden
Reserve Sociaal domein Bestemmingsreserve Ingesteld ter dekking van de voorbereidingskosten van de decentralisaties.
Naam Aard Reden
Egalisatiereserves Bestemmingsreserve Ingesteld voor de egalisatie van lasten in relatie tot de daarvoor ingestelde heffing of leges. Betreft parkeerheffingen, WABO, en begraven
138
Voorzieningen Voorzieningen behoren financieel tot het vreemd vermogen en worden gevormd ter dekking van reële risico’s, egalisatie van tarieven of onvermijdelijke kosten, zoals groot onderhoud, of verplichtingen. Het totaal van de voorzieningen per 31 december 2014 bedraagt € 4,7 miljoen, onderverdeeld als volgt: Omschrijving
2014
2013
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
2.112.365
2.217.179
Onderhoudsegalisatievoorzieningen
2.501.827
2.816.710
Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting
10.531.676
72.400
Totaal
15.145.866
5.106.289
De belangrijkste voorzieningen qua omvang zijn: Egalisatievoorziening rioolheffing Egalisatievoorziening afvalstoffenheffing Voorziening onderhoud zwembad Voorziening afkoopsommen begraafrechten Voorziening Wachtgeld Verplichtingen
Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting:
€ 9,0 miljoen € 1,4 miljoen € 1,3 miljoen € 1,3 miljoen € 0,6 miljoen
Stand per 1/1
Toevoeging
Rioolheffing
0
9.013.396
Afvalstoffenheffing
0
1.649.634
72.400
8.000
72.400
10.671.030
sociale recherche Totaal door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting:
Onderhoudsvoorzieningen: Voorziening Voorziening Voorziening Voorziening
onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud
Breeduit gebouwen wegen gebouw.begr.plaats
Voorziening onderhoud buiten (onderwijs) Voorziening onderhoud zwembad Voorziening onderhoud sport Totaal onderhoudsvoorzieningen:
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's: Voorziening spaarpremies hypoth.ambt. Voorziening afkoopsommen begraafrechten Voorziening Wachtgeld Verplichtingen Totaal voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's:
Stand per 1/1 239.017
Toevoeging
Onttrekking
Vrijval
Stand per 31/12
9.013.396 211.755
1.437.879 80.400
211.755
Onttrekking
-
Vrijval
10.531.675
Stand per 31/12
80.000 115.000 519.000 23.500
38.739 147.443 11.509
1.018.058 1.361.259 198.376
378.520 277.500 515.473
697.741 382.030 247.575
698.837
0 1.256.729 466.273
2.816.710
1.908.993
1.525.038
698.837
2.501.827
Stand per 1/1
Toevoeging
Onttrekking
215.223 1.224.456 777.501
18.308 107.587 180.000
77.305 333.404
2.217.179
305.894
410.709
139
319.017 76.261 371.557 11.991
Vrijval
Stand per 31/12 233.530 1.254.738 624.097 -
2.112.365
Naam Aard Reden
Voorziening spaarpremies hypotheken en ambtenaren Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Ingesteld om de uitkering van het benodigde kapitaal aan de betreffende deelnemers in de regeling, ter aflossing van de hypotheek aan het eind van de looptijd, te garanderen. Daartoe worden de jaarlijks door de deelnemers gespaarde bedragen ontvangen en gestort in deze voorziening.
Naam Aard Reden
Voorziening afkoopsommen begraafrechten Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Ingesteld voor de egalisatie van de lasten en baten voor het onderhoud aan graven, waarvoor een afkoopsom is ontvangen.
Naam Aard Reden
Voorziening Wachtgeld Verplichtingen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Ingesteld om wachtgeldverplichtingen voormalig personeel en wethouders, alsmede pensioenen wethouders, te kunnen bekostigen.
Naam Aard Reden
Diverse voorzieningen Onderhoudsvoorzieningen Ingesteld voor het egaliseren van de jaarlijkse onderhoudslasten van het onderhoud van (buiten) onderwijs, groot onderhoud zwembad, groot onderhoud Breeduit, onderhoud wegen, onderhoud gebouwen, onderhoud gebouwen begraafplaats en onderhoud sport. De voorziening onderhoud buiten (onderwijs) is vrij komen te vallen. Hiervan is een bedrag voor de gymlokalen van € 450.473 toegevoegd aan de voorziening onderhoud sport. Het resterende bedrag van deze voorziening € 698.837 is als voordeel opgenomen bij programma 5.
Recapitulatie Voor de volledigheid wordt onderstaand in totalen de stand van de reserves en voorzieningen weergegeven. Omschrijving
Stand per
Toevoeging
Onttrekking
1-1-2014
Stand per 31-12-2014
Totaal algemene reserves
19.556.021
8.919.582
14.368.509
Totaal bestemmingsreserves
18.340.578
3.229.459
7.200.176
14.369.862
5.106.289
12.885.917
2.846.339
15.145.886
43.002.888
25.034.958
24.415.024
43.622.821
Totaal voorzieningen Totaal reserves en voorzieningen
14.107.093
Hieronder treft u een grafisch overzicht aan van de ontwikkeling van de reserves en voorzieningen over de jaren 2010 tot en met 2014.
140
Vaste schulden met een rente-typische looptijd van een jaar of langer Tot de vaste schulden behoren de schulden welke in het algemeen een looptijd langer dan twee jaar omvatten. De vaste schulden kunnen als volgt worden gerubriceerd: Omschrijving
1-1-2014
Vermeerderingen
Aflossingen
31-12-2014
Onderhandse leningen aan: - Binnenlandse banken en overige financiële instellingen - Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstelling Waarborgsommen
58.494.564
9.319.981
3.882.835
63.931.710
226.890
-
226.890
0
11.900
12.511
Totaal
58.733.354
9.332.492
24.411 4.109.725
63.956.121
]In 2014 is er één nieuwe leningen aangetrokken van € 9,3 miljoen. Deze lening hangt samen met de aankoop van het complex de Zandzee. In 2014 is er op de langlopende leningen een bedrag afgelost van € 4,1 miljoen.
Vlottende passiva Vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar. Omschrijving
2014
2013
Kasgeldleningen Bank- en girosaldi
711.692
626.189
Rekening-courantverhoudingen met niet - financiële instellingen Overige schulden
3.973
8.465
- Schulden aan openbare lichamen - Schulden aan overige partijen
454.467
515.941
4.542.608
4.196.791
Totaal
5.712.740
5.347.387
141
Van de crediteuren is medio maart 2015 nog een bedrag te voldoen van € 358.495 De saldi in rekening-courant stemmen overeen met de administratie van de verschillende instellingen. Overlopende passiva De overlopende passiva kunnen als volgt worden gerubriceerd: Omschrijving
2014
2013
Nog te betalen bedragen
2.468.667
1.237.151
Van Europese of Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden specifieke uitkeringen Overige vooruit ontvangen bedragen
2.202.896
3.408.221
557.455
11.375
Totaal
5.229.018
4.656.747
Onder de nog te betalen bedragen is een bedrag (€ 609.018) opgenomen als te betalen rente, € 461.000 als extra subsidie aan de Stichting Parkeren in verband met de verkoop van een deel van de garage en € 112.629 voor subsidie aan de GGD. In de post van de vooruit ontvangen bedragen zitten de van de gemeente Naarden en gemeente Muiden ontvangen bedragen in verband met de fusie (totaal € 433.909). Van de reeds ontvangen voorschotbedragen, die nog niet volledig besteed zijn, kan het volgende verloopoverzicht worden gegeven. Verloopoverzicht saldo voorschotten van EU, Rijk en Provincies 2014 Subsidie
Omschrijving
nummer 2010/35722 2010/35722 2010/4814
Stedelijke vernieuwing ISV 2010-2014 bouw Stedelijke vernieuwing ISV 2010-2014 bodem Spoorzone Zuid Bensdorp
Stand per
Toevoegingen
Onttrekkingen
Stand per
31-12-2013
2014
2014
31-12-2014
439.677
86.612
80.825
445.464
386.309
177.434
490.043
73.700
644.180
48.175
596.005
1.263.083 85.139
816.660 -10.975
446.422 96.114 24.356
164.954
Railschermenproject (voorbereiding) Railschermenproject (uitvoering) Geluidsbelastingkaart Wifipunten
164.954
24.356
BPR2012/U51716 Aanpassing GBA Herontwikkeling GAD Terrein De Nieuwe 186626/230506 Vaart 84928/212152 Torenlaan/Prinsenstraat/Sint Vitusstraat 125015 Energiebesparing bestaande woningbouw
13.200
13.200
245.871 26.919
208.453 38.977
37.418 2.195
78203/196239
Westereng deelplan 2 (Project 180)
104.281
39.054
65.227
2013-78189
Spijkerstraat (Project 177)
404.080
352.060
52.020
78186/303775
Papaverstraat (Project 184)
677.993
544.025
133.968
247784/367177
900.000
881.749
18.251
70.328
70.328
066282-SPI
Westereng deelplan 3 (Project 181) Fietsenstalling station Naarden-Bussum (Project 511) Spijkerstraat (Project 177)
61.908
92.862
2014/041344
Westereng deelplan 3 (Project 181)
195.360
195.360
Westereng deelplan 4 (Project 182) Totaal
43.148
2010-69987
3.652
30.954
3.408.219
142
3.652
14.253
2.655.472
43.148 3.860.796
2.202.894
4.5.4 Niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen
Waarborgen en garanties Omschrijving
Gemeente garanties
Restant bedrag geldleningen per 31 december 2013 (= 1 januari 2014)
110.818.436
Restant bedrag geldleningen per 31 december 2014
103.760.037
Gewaarborgd door gemeente Bussum per 31 december 2014
52.032.686
Op 1 januari 2014 was voor € 110.818.436 aan geldleningen, waarmee wij een garantierelatie hebben, afgesloten door externe partijen. Deze partijen hebben bij het afsluiten van de geldlening een verzoek ingediend bij de gemeente voor een garantstelling en hebben deze ook verkregen. De gemeente staat garant voor 100 procent of een lager percentage. Het bedrag waarvoor de gemeente eind 2014 nog garant staat beloopt een bedrag van € 52.032.686. Gewaarborgde geldleningen De gemeente Bussum heeft garanties verstrekt voor verschillende leningen. Een garantie is een zekerheid voor de geldgever waarbij deze is verzekerd dat de verplichtingen rond een lening zullen worden nagekomen. Indien de geldnemer niet aan de verplichtingen kan voldoen, zal de garantieverlener (gemeente) deze verplichtingen overnemen. Het college is bevoegd om garantstellingen te verstrekken en beoordeelt hierbij onder andere of het doel van de lening wel de publieke taak betreft. Een gemeente kan op twee verschillende manieren garant staan. De eerste mogelijkheid is dat de gemeente zelf een garantie verstrekt. Daarnaast kan de gemeente indirect garant staan en dit wordt ‘achtervang’ genoemd. Bij het direct garant staan kan het zijn dat de gemeente zelf voor 100% garant staat of voor een ander percentage waarbij een andere partij voor het resterende deel direct garant staat. Een voorbeeld hiervan zijn garantstellingen voor sport waar de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) voor 50% garant staat en de gemeente voor 50%. In het geval van achtervang is er ook sprake van een waarborgfonds die in eerste instantie garant staat, maar dan voor 100%. Indien het waarborgfonds vervolgens niet aan de verplichtingen kan voldoen zal het Rijk (50%) samen met de gemeenten (50%) bij moeten springen in de vorm van renteloze leningen aan het waarborgfonds. Een van de bekendere waarborgfondsen bij achtervang is het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Indien het WSW garanties verleent aan woningbouwcorporaties voor projecten in Bussum, neemt de gemeente Bussum automatisch een achtervangpositie in. Met het WSW hebben wij hiervoor een overeenkomst, net als de meeste andere gemeenten in Nederland. In het geval waarin de gemeente als achtervang fungeert loopt de gemeente minder risico dan wanneer de gemeente direct garant zou staan. Bij een aantal verbonden partijen kan de gemeente ook automatisch garant staan voor leningen. Dit is mogelijk bij een aantal gemeenschappelijke regelingen waar is vastgelegd, dat de deelnemende gemeenten automatisch garant staan voor leningen die worden aangetrokken door de gemeenschappelijke regeling. De automatische garantstellingen voor verbonden partijen zijn in een apart overzicht opgenomen, omdat de deelnemende gemeenten in principe garant staan voor zichzelf. Hieronder staat het overzicht met alle door de gemeente Bussum gegarandeerde geldleningen. Eind 2014 staat Bussum direct garant voor 15 leningen met een restant bedrag van € 9,7 miljoen. Daarnaast heeft Bussum voor 13 leningen een achtervangpositie voor circa € 40,9 miljoen. Eind 2014 hebben wij besloten tot een garantieverlening aan GLTC Het Spieghel, maar de effectuering van deze garantie (aangaan overeenkomst van borgtocht en verstrekken van de lening door de geldgever) zal eerst in 2015 plaatsvinden. De risicobeoordelingen omtrent de garantstellingen worden behandeld in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Hierin zullen niet de garanties via de verbonden partijen terugkomen, omdat de deelnemers in de verbonden partij tevens de garantieverleners zijn. Wel zal er in de paragraaf Verbonden partijen per verbonden partij worden aangegeven of wij automatisch garant staan voor leningen, of wij al garant staan voor een lening van deze partij en of de verbonden partij zelf garant staat voor een lening.
143
Overzicht directe garantstellingen en achtervang Hoofdsom lening 487.814 248.067 7.176.169 580.000 804.000 2.300.000 272.268 1.600.000 650.000 325.000 325.000 11.300.000 31.765 49.916 453.500 33.000
10.000.000 562.000 2.268.901 2.268.901 4.538.000 7.000.000 7.000.000 8.000.000 9.000.000 20.000.000 25.000.000 4.765.000 3.205.000
Direct
Achtervang
Geldnemer Stichting WEB St. Kinderopvang St. 't spant Vereniging voor VPCO Vrije school Michaël Parkeer BV Parkeer BV Parkeer BV Rock Steady Rock Steady Rock Steady NV Sportfondsenbad Bussum Vereniging Bussum Wereldwijd Vereniging Bussum Wereldwijd Clubhuis GLTC Het Spieghel*) Beregeningsinstallatie SDO*)
St. Woningcorp. Het Gooi St. De woonplaats St. Dudok wonen St. Dudok wonen St. Dudok wonen St. Dudok wonen St. Dudok wonen St. Dudok wonen St. Dudok wonen St. Dudok wonen St. Dudok wonen De Alliantie St. Woonzorg Nederland
Naam borg
%
Bussum Bussum Bussum Bussum Bussum Bussum Bussum Bussum Bussum Bussum Bussum Bussum Bussum Bussum Bussum/SWS Bussum/SWS
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 50 50
WSW WSW WSW WSW WSW WSW WSW WSW WSW WSW WSW WSW WSW
Naam borg -
-
% -
Subtotaal
-
Restant per 1-1-2014 195.126 186.050 4.754.212 566.549 781.707 2.070.000 72.605 880.000 356.500 178.249 178.249 9.319.981 31.765 19.967 211.632 15.400 19.817.992
Restant per 31-12-2014
Totaal 31-122014 aandeel Bussum*
178.865 173.647 4.395.403 561.564 773.560 1.955.000 54.454 800.000 324.000 162.000 162.000 0 31.765 18.303 181.398 13.200 9.785.159
-
178.865 173.647 4.395.403 561.564 773.560 1.955.000 54.454 800.000 324.000 162.000 162.000 0 31.765 18.303 90.699 6.600 9.687.860
Gem.+ Rijk 50 10.000.000 10.000.000 Gem.+ Rijk 50 562.000 562.000 Gem.+ Rijk 50 1.373.541 1.224.420 Gem.+ Rijk 50 2.268.901 2.268.901 Gem.+ Rijk 50 4.538.000 4.538.000 Gem.+ Rijk 50 7.000.000 7.000.000 Gem.+ Rijk 50 7.000.000 7.000.000 Gem.+ Rijk 50 8.000.000 8.000.000 Gem.+ Rijk 50 9.000.000 9.000.000 Gem.+ Rijk 50 20.000.000 20.000.000 Gem.+ Rijk 50 0 5.000.000 Gem.+ Rijk 50 4.765.000 4.765.000 Gem.+ Rijk 50 2.976.350 2.518.450 Subtotaal 77.483.792 81.876.771 Totaal *Het bedrag waarvoor Bussum direct garant staat of als achtervang dient is het restantbedrag van de lening op 31-122014 maal het aandeel van Bussum (percentage).
5.000.000 281.000 612.210 1.134.451 2.269.000 3.500.000 3.500.000 4.000.000 4.500.000 10.000.000 2.500.000 2.382.500 1.259.225 40.938.386 50.626.245
Overzicht garantstellingen via verbonden partijen Hoofdsom lening 11.000.000 1.361.341 2.268.901 2.268.901 2.500.000 2.500.000
Geldnemer
Veiligheidsregio GR Tomingroep GR Tomingroep GR Tomingroep GR Tomingroep GR Tomingroep St. Openbare Bibliotheek 714.704 Naarden-Bussum St. Openbare Bibliotheek 450.000 Naarden-Bussum
Naam borg Bussum e.a. Bussum e.a. Bussum e.a. Bussum e.a. Bussum e.a. Bussum e.a. GR Bibliotheek Naarden/Bussum GR Bibliotheek Naarden/Bussum
% 10,40 7,25 7,25 7,25 7,25 7,25
Restant per 1-1-2014
Restant per 31-12-2014
Totaal 31-122014 aandeel Bussum
11.000.000 68.067 113.445 680.670 500.000 750.000
10.450.000 0 0 567.225 250.000 500.000
1.086.800 0 0 41.124 18.125 36.250
100 (68)*
314.470
285.882
193.542
100 (68)*
90.000
45.000
30.600
Totaal 13.516.652 * Bussum heeft een aandeel van 68% in de GR bibliotheek Naarden/Bussum *) de saldi van deze garanties waren niet in het saldo van de Jaarstukken 2013 opgenomen
12.098.107
1.406.441
144
4.6 SISA BIJLAGE SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 OCW D9 Onderwijsachter- Besteding (jaar T) Besteding (jaar T) Besteding (jaar T) aan Opgebouwde reserve standenbeleid aan voorzieningen aan overige afspraken over voor- en ultimo (jaar T-1) 2011-2015 (OAB) voor voorschoolse activiteiten (naast vroegschoolse educatie Deze indicator is educatie die voldoen VVE) voor met bevoegde bedoeld voor de aan de wettelijke leerlingen met een gezagsorganen van tussentijdse Gemeenten kwaliteitseisen grote achterstand in scholen, houders van afstemming van de (conform artikel 166, de Nederlandse kindcentra en juistheid en eerste lid WPO) taal (conform artikel peuterspeelzalen volledigheid van de 165 WPO) (conform artikel 167 verantwoordingsWPO) informatie Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: D9 Indicatornummer: Indicatornummer: D9 / Indicatornummer: D9 / 01 D9 / 02 03 / 04 € 172.931 € 29.533 €0 €0 M&I
E3
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai)
Hieronder per regel één Besteding (jaar beschikkings-nummer T) ten laste van en in de kolommen rijksmiddelen ernaast de verantwoordingsinformatie
Overige bestedingen (jaar T)
Eindverantwoording Ja/Nee
Kosten ProRail (jaar T) als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze regeling ten laste van rijksmiddelen
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai Provincies, gemeenten en gemeenschappelij ke regelingen (Wgr) Aard controle n.v.t.
Aard controle Aard controle R n.v.t. Indicatornummer: E3 / Indicatornumm Indicatornumm Indicatornummer: Indicatornummer 01 er: E3 / 02 er: E3 / 03 E3 / 04 : E3 / 05 1 BSV 2011057265 €0 €0 Nee € 48.175 2 BSK-2012/217796 Kopie beschikkingsnummer
Aard controle R
Aard controle R
€0
€0
Nee
Cumulatieve bestedingen ten laste van rijksmiddelen tot en met (jaar T)
Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T)
Cumulatieve Kosten ProRail tot en met (jaar T) als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze regeling ten laste van rijksmiddelen
Deze indicator is bedoeld voor Deze indicator de tussentijdse is bedoeld voor afstemming van de tussentijdse de juistheid en afstemming van volledigheid de juistheid en van de volledigheid verantwoorvan de dingsinformatie verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 06 1 BSV 2011057265
Aard controle n.v.t. Indicatornumm er: E3 / 07
2 BSK-2012/217796
Aard controle n.v.t. Indicatornumm er: E3 / 08
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 09 € 468.342 € 816.660
145
€ 816.660
M&I
E27B Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde bestedingen ten laste van provinciale middelen
Overige bestedingen (jaar T)
Provinciale beschikking en/of verordening
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: Indicatornumme E27B / 01 r: E27B / 02 1 2008-3026 €0
Indicatornumm er: E27B / 03 €0
Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde overige bestedingen
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Aard controle R Aard controle R Indicatornumm Indicatornummer: E27B / er: E27B / 04 05 €0
€0
2 2011/14885
€0
€0
€0
€0
3 2011/23686
€0
€0
€0
-€ 37.146
4 2011/24026
€0
€0
€0
€0
5 2011/38044
€0
€0
€0
€ 3.966
6 2011/38048
€0
€0
€0
-€ 959
7 2012/31315
€0
€0
€0
€ 34.139
8 2012/31442
€ 7.223
€ 7.223
€0
€0
€0
€0
€0
€0
10 247751/367031
9 2012/31444
€ 4.026
€ 4.026
€0
€0
11 247763/367156
€ 27.282
€ 27.282
€0
€0
12 340722/340728
€ 122.846
€ 122.846
€ 229.214
€ 229.214
13 438467/438526
€ 823.023
€ 823.023
€ 58.725
€ 58.725
-€ 7.393
-€ 7.393
€0
€0
14 78186/195889 15 78203/196239 Kopie beschikkingsnummer
1 2
3
4
€ 39.054 Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
€ 39.054 Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T)
€0 Toelichting
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse Deze indicator afstemming van is bedoeld voor de juistheid en de tussentijdse volledigheid afstemming van van de de juistheid en verantwoording volledigheid van sinformatie de verantwoordingsinformatie Aard controle n.v.t. Aard controle Aard controle Aard controle n.v.t. n.v.t. n.v.t. Indicatornummer: Indicatornumme Indicatornumm Indicatornummer: E27B / 06 r: E27B / 07 er: E27B / 08 E27B / 09 2008-3026 € 14.156 € 18.580 incl. subsidie 2011/14885 2011/14885 €0 € 0 zie beschikking 2008/3026 (daarin begrepen) 2011/23686 € 56.415 € 4.447 Zie aanpassing overige bestedingen 2011/24026 € 233.347 € 233.347
5 2011/38044
€ 452.510
146
€ 337.587 Zie aanpassing overige
€0 Eindverantwoording Ja/Nee Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor de komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 10 Ja Ja
Ja
Ja Ja
bestedingen 6 2011/38048
€ 176.911
7 2012/31315
€ 129.939
8 2012/31442 9 2012/31444 10 247751/367031
SZW
G1
Wet sociale werkvoorzienin g (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na controle door de
Ja
€ 4.026
€ 4.026
Nee
€ 27.282
Nee
€ 27.282 € 352.060
13 438467/438526
€ 881.749
14 78186/195889 15 78203/196239 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2014
Wet sociale werkvoorzienin g (Wsw)_totaal 2013
€ 320.178
12 340722/340728
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam waren bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr. G1 A
€ 320.178
11 247763/367156
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
SZW
Ja
€ 875.057
€ 129.472 Zie aanpassing overige bestedingen € 129.939 Zie aanpassing overige bestedingen € 875.057
0,00 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinf ormatie voor die gemeente invullen
Ja
€ 544.025 € 539.453
€ 539.453
Ja
Indicatornummer: G1 / 02 Nee Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01
Ja
€ 352.060 Subsidie is begin 2014 toegekend, hierdoor nog geen eerdere SiSa bijlages ingevuld € 881.749 Subsidie is in 2014 toegekend, hierdoor nog geen eerdere SiSa bijlages ingevuld € 544.025
Het totaal aantal Volledig geïndiceerde zelfstandige inwoners van uw uitvoering Ja/Nee gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T) Aard controle R Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 01
Ja
inclusief deel openbaar lichaam Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02
147
Indicatornumm er: G1A / 03
Nee
Ja
gemeente. 1 60381 Bussum 2
63,01
2,96
Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) IOAW
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) IOAZ
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.2 Wet inkomensvoorzi ening oudere en gedeeltelijk arbeidsongesch ikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorzie ning oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschik te werkloze werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoo rziening oudere en gedeeltelijk arbeidsonges chikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R
Aard controle R
3 4 SZW
G2
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Besteding (jaar T) algemene bijstand Gemeente I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk) Gemeente
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R Indicatornumm Indicatornummer: Indicatornum er: G2 / 03 G2 / 04 mer: G2 / 05 € 249.248 € 1.340 € 50.585
Indicatornummer: G2 / 01 € 6.739.231
Indicatornummer: G2 / 02 € 94.999
Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07 € 68.368
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08 € 4.633
Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) Baten (jaar T) kapitaalverstrekking levensonderhou (exclusief Bob) d gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
I.3 Wet inkomensvoo rziening oudere en gedeeltelijk arbeidsonges chikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Aard controle R Indicatornum mer: G2 / 06 €0
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Gemeente
SZW
G3
Besluit bijstandverlenin g zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhou d beginnende zelfstandigen)_g emeente 2014 Besluit bijstandverlenin g zelfstandigen (Bbz) 2004 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle R Aard controle R Indicatornumm Indicatornummer: er: G2 / 09 G2 / 10 €0 Ja
Besteding Besteding (jaar T) aan (jaar T) Bob onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle Aard controle R R Indicatornummer: Indicatornummer: Indicatornumm Indicatornummer: Indicatornum Indicatornum G3 / 01 G3 / 02 er: G3 / 03 G3 / 04 mer: G3 / 05 mer: G3 / 06 € 111.536 € 39.200 € 19.349 € 126.205 € 21.086 €0
148
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Baten (jaar T) kapitaalverstrekki ng (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
lichaam opgericht op grond van de Wgr. Aard controle R
SZW
G5
Wet participatiebudg et (WPB)_gemeent e 2014 Wet participatiebudg et (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: Indicatornummer: G3 / 07 G3 / 08 €0 €0
Indicatornumm er: G3 / 09 Ja
Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijk e regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/07 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01 507 Besteding (jaar T) participatiebudget
Aard controle R
Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's
Baten (jaar T) Waarvan baten (niet-Rijk) (jaar T) van participatiebudg educatie bij roc’s et
Aard controle R Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: Indicatornummer: Indicatornumm G5 / 02 G5 / 03 er: G5 / 04 € 1.086.890 € 81.108 € 193.517
Indicatornummer: G5 / 05 €0
149
Reservering besteding van educatie bij roc’s in jaar T voor volgend kalenderjaar (jaar T+1 )
Aard controle R Indicatornum mer: G5 / 06 €0
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/02 tot en met G5/06 Aard controle n.v.t. Indicatornum mer: G5 / 07 Ja
5. OVERZICHTEN
150
5.1 LIJST VAN AFKORTINGEN Afkorting
Betekenis
APV AWBZ
Algemene Plaatselijke Verordening/Algemene Politie Verordening Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BDU
Brede Doel Uitkering
BIE
Bouwgronden in Exploitatie
BLS
Besluit locatiegebonden subsidies
BNG
Bank Nederlandse Gemeenten
BRP
Basisregistratie Personen
BOA
Buitengewoon Opsporingsambtenaar
BOV
Bussumse Ondernemers Vereniging
Bro
Besluit ruimtelijke ordening
BRP
Basisrioleringsplan
BZK
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CAO
Collectieve Arbeids Overeenkomst
CJG
Centrum Jeugd en Gezin
CN
Commissie Notitie
COELO CvB
Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden College van Bestuur
DMB
Dorps Manager Bussum
DO
Definitief Ontwerp
EMU
Economische en Monetaire Unie
Fido
Wet financiering decentrale overheden
GAD
Gewestelijke Afvalstoffen Dienst
GBA
Gemeentelijke Basis Administratie
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
GGVP
Gemeentelijke Verkeer- en Vervoerplan
GGZ
Geestelijke Gezondheidszorg
GIHA
Gescheiden inzameling huishoudelijk afval
GNR
Gooisch Natuurreservaat
GRP
Gemeentelijk Riolerings Plan
HALT
Het Alternatief
IBOR
Integraal Beheer Openbare Ruimte
IenM
Infrastructuur en Milieu
IHP
Integraal Huisvestingsplan
ILB
Individueel Loopbaanbudget
IOAW
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
IOAZ
151
Afkorting
Betekenis
ISR
gewezen zelfstandigen Interim Subsidie Regeling
ISV
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
KCC
Klant Contact Centrum
LWI
Loket werk en inkomen
MTO
Medewerkers Tevredenheidsonderzoek
MWK
Meerjaren Welzijnskader
NAR
Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement
NIEGG
(Nog) Niet in Exploitatie genomen gronden
PN 13
Perspectiefnota 2013
OAB
Onderwijs Achterstanden Beleid
OCW
Onderwijs Cultuur en Wetenschap
OFGV
Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek
OKE
Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit Educatie
OOGO
Op Overeenstemming Gericht Overleg
OV
Openbare Voorzieningen
OZB
Onroerend Zaak Belasting
PAGO
Periodiek Algemeen en Geneeskundig Onderzoek
PGB
Persoonsgebonden budget
PMO
Preventief Medisch Onderzoek
RAP
Regionaal Actie Programma
RBL
Regionaal Bureau Leerling zaken Gooi- en Vechtstreek
RES
Regionaal Economisch Stimuleringsfonds
RIS
Raads Informatie Systeem
RI&E
Risico Inventarisatie en - Evaluatie
RMC ROC
Wet Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Regionaal Opleidingscentrum
RUD
Regionale Uitvoeringsdienst
RV
Raadsvoorstel
RvT
Raad van Toezicht
Suwi
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
SVB
Sociale Verzekeringsbank
SW
Sociale werkplaats
SZW
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen
VAVO
Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs
Vic
Verbijzonderde Interne Controle
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VVE
Vroeg- en voorschoolse Educatie 152
Afkorting
Betekenis
WABO
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
Wajong
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor jonggehandicapten
Wet Hof
Wet Houdbare overheidsfinanciën
WGS
Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WOZ
Waardering Onroerende Zaak
WPO
Wet primair onderwijs
Wro
Wet Ruimtelijke Ordening
WSNP
Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen
WSW
Wet Sociale Werkvoorziening
WVO
Wet voortgezet onderwijs
WW
Werkloosheids Wet
WWB
Wet Werk en Bijstand
WWNV
Wet werken naar vermogen
Wij
Wet investeren in jongeren
ZVW
Zorgverzekeringswet
zzp
Zelfstandigen zonder personeel
153
5.2 COALITIEPROGRAMMA Onderstaand een overzicht van de boekweitkorrels van de Programmabegroting 2014 gebaseerd op het coalitieprogramma 2010-2014 zoals dat gold bij de vaststelling van de begroting. Halverwege 2014 is er een nieuwe coalitie ontstaan en de daaruit voortvloeiende koerswijzigingen zijn – waar nodig – in de betreffende programma’s aangehaald. Programma 1 - Algemeen Bestuur 1 Het primaat van dienstverlening ligt op de digitale dienstverlening. De mogelijkheden hiervan worden de komende periode versterkt 2 De communicatie en procesgang over besluitvormings- en beleidsbeïnvloedingsprocessen wordt verbeterd 3 Het digitale petitieloket wordt ingevoerd 4 Eén collegelid is verantwoordelijk voor de coördinatie van de vermindering van de regeldruk 5 De stedenband wordt in overleg met Valasske Mezirici afgebouwd Programma 2 - Openbare Orde en Veiligheid 6 De gemeente stimuleert dat inwoners aanpassingen verrichten op het gebied van veilig wonen (keurmerk) 7 De flexibele sluitingstijden worden structureel ingevoerd met als noodzakelijke randvoorwaarden mobiele portiers en cameratoezicht. Nog deze raadsperiode vindt een evaluatie daarvan plaats 8 Zo nodig vindt cameratoezicht plaats op andere plekken in de gemeente 9 Er vindt goede voorlichting plaats om de bewustwording van de consequenties van overmatig drugs- en alcoholgebruik te vergroten 10 De gemeente stimuleert oprichting of revitalisering van de buurtpreventieverenigingen bij gedeelde overlast of gevoelens van onveiligheid Programma 3 – Verkeer en Vervoer 11 De gemeente zal stimuleren dat ProRail, tot het moment van de aanleg van een verdiepte spoorbaan, initiatieven neemt tot het realiseren van een intelligentere spoorovergangsregeling die onnodige wachttijden vermindert 12 De aanleg van liften bij het station Naarden-Bussum wordt daadwerkelijk gerealiseerd 13 De gemeente zal stimuleren dat ProRail initiatieven neemt om de toegankelijkheid van station Bussum-Zuid te verbeteren door de aanleg van liften 14 De gemeente neemt initiatieven tot uitbreiding en verbetering van fietsenstallingen aan beide zijden van het station Naarden-Bussum en station Bussum-Zuid 15 De herinrichting van de Ceintuurbaan wordt in verband met de veiligheid en leefbaarheid van de omwonenden nader uitgewerkt 16 Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden tot verbetering van het openbaar vervoer door het invoeren van een buurtbus. Randvoorwaarden zijn: samenhang met vraagafhankelijk vervoer en privaat initiatief 17 De wijk Westereng wordt ingericht als 30 km/h gebied 18 In 30 km/h straten wordt gekeken of de aanduiding dat het een 30 km gebied is, voldoende duidelijk is. Als dat niet het geval is, wordt de bebording aangepast 19 De gemeente zal de verkeerssituatie in enkele straten in het centrum verbeteren. Hierover vindt overleg plaats met bewoners en ondernemers van de betreffende straten 20 Het parkeerbeleid wordt niet heroverwogen. Als zich knelpunten voordoen wordt gezocht naar oplossingen 21 Bij de parkeertarieven is uitgangspunt dat de parkeeropbrengsten kostendekkend zijn. De tarieven van de parkeergarages worden zodanig vastgesteld dat betalen per minuut mogelijk is. Een deel van de kosten voor het uitbreiden van de (beveiligde) stallingsmogelijkheden voor fietsers wordt toegerekend aan de parkeerkosten en dus doorberekend in de parkeertarieven 22 Bezien wordt of blauwe zones in enkele straten helpen om tot een optimaal gebruik overdag van de aanwezige parkeerplaatsen te komen 23 Er zal een reductie plaatsvinden in soorten parkeervergunningen
154
Programma 4 - Economische Zaken 24 Bezien moet worden of het voormalige Bussumse postkantoor aan de Poststraat een goede, nieuwe bedrijfsbestemming dient te krijgen. Initiatieven die van het postkantoor bijvoorbeeld een bedrijfsverzamelgebouw of een bedrijfs- en technologische centrum willen maken, kunnen op medewerking van de gemeente rekenen 25 De in 2010 ingevoerde reclamebelasting voor ondernemers wordt begin 2012 geëvalueerd. Een kosten/baten analyse maakt onderdeel uit van deze evaluatie 26 In samenwerking met Stichting Bussum Promotie wordt gezorgd voor een betere bekendheid van het brede aanbod van winkelvoorzieningen, evenementen en culturele activiteiten 27 Het bestaande loket voor ondernemers wordt geoptimaliseerd en aangevuld met een digitaal loket Programma 5 – Onderwijs 28 De gemeente wil voldoende lokalen op Bussumse scholen (zowel in het basis- als in het voortgezet onderwijs). Waar dit op korte termijn tot problemen leidt, zal de gemeente – ook in financieel opzicht - samenwerken met de Bussumse scholen om tot oplossingen te komen 29 Het basissysteem van leerlingenprognoses is nu beschikbaar. De gemeente gaat nu gebruik maken van eigen gegevens en ervaringen, gezond verstand en gesprekken met scholen 30 In dit systeem betrekt de gemeente geen wachtlijsten van basisscholen waarop kinderen worden vermeld die de leeftijd van 2½ jaar nog niet hebben bereikt 31 De gemeente stimuleert dat er op scholen voorlichting wordt gegeven op het gebied van verslaving, prostitutie en kindermishandeling Programma 6 - Kunst en Cultuur 32 De gemeente neemt initiatief tot de invoering van een Bussumse Pas 33 De gemeente stimuleert dat er een muziektent op het Wilhelminaplantsoen wordt gerealiseerd waar met regelmaat optredens worden verzorgd door (Bussumse) artiesten 34 De in Bussum aanwezige voorzieningen worden via de gemeentelijke media voortdurend onder de aandacht van de inwoners gebracht 35 Bestaande evenementen krijgen medewerking van de gemeente. Voorwaarde is handhaving op het huidige niveau. Nieuwe initiatieven zijn welkom en kunnen ook rekenen op medewerking van de gemeente 36 De inzet van de gemeente bij de ontwikkeling van het theatergedeelte in de Brede School wordt bezien in het kader van de ontwikkeling van de Brede School als geheel. Kansen voor het theater liggen in het houden van aansluiting bij de doelstelling van de Brede School Programma 7 - Sport en Recreatie 37 Bij gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden van sportlocaties en speelvoorzieningen, beter benutten van de huidige capaciteit 38 Verenigingen die bijzondere prestaties leveren worden bij Bussum Promotie betrokken 39 Bij de evaluatie van Het Speelplaatsenplan wordt gekeken naar uitbreidings- en optimalisatiemogelijkheden voor de iets oudere kinderen op of bij bestaande plekken Programma 8 - Zorg en Welzijn 40 Met de Wmo heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat inwoners zo zelfstandig mogelijk aan de samenleving deelnemen. Voor degenen die hiertoe niet in staat zijn, moet de gemeente een divers aanbod van (aangepaste) woningen en voorzieningen stimuleren. Het aanvragen van een voorziening moet met zo min mogelijk papierwerk gebeuren 41 Het Centrum voor Jeugd en Gezin moet kleinschalig en efficiënt blijven. We moeten voorkomen dat het uitgroeit tot een bureaucratische organisatie. Klantgerichtheid en vraagsturing staan centraal 42 Via Jong Bussum met jongeren werken aan specifieke voorzieningen voor de jeugd in Bussum via een creatievere invulling 43 Stimuleren van nieuwe activiteiten voor jongeren en volwassenen (bijv. een soort Bussum Alive) 44 Een voorziening voor jongeren kan overeenkomstig de randvoorwaarden worden gerealiseerd 45 Mantelzorg moet worden gestimuleerd en ondersteund. Iedereen moet zelf een vrije keuze kunnen maken tussen zorg in concrete beschikbare hulp of een persoonsgebonden budget
155
46 Op terrein van arbeid, sport, cultuur, politiek en wijk doen al onze inwoners mee. Daarbij worden alleen subsidies verstrekt die integratie bevorderend werken Programma 9 - Werk en Inkomen 47 De gemeente ondersteunt bij arbeidsparticipatie 48 Fraude in gebruik van voorzieningen wordt niet geaccepteerd. Uitgangspunt is dat alles wordt teruggevorderd 49 Er vindt actieve voorlichting plaats aan minima over de mogelijkheden van de verschillende voorzieningen Programma 10 – Natuur en Milieu 50 Op het gebied van plasticscheiding wordt na twee jaar gekeken of dat wel voortgezet moet worden óf dat wordt overgestapt op na scheiding 51 De handhaving geschiedt ook via gerichte (lik-op-stuk) acties die in gebieden een (gedrags)verandering teweeg moeten brengen 52 Openbare verlichting wordt duurzaam vervangen 53 De gemeente geeft bij duurzame ontwikkeling zelf het goede voorbeeld. Dit kan bijvoorbeeld door duurzaam bouwen, gebruik van zon- en windenergie, andere vormen van duurzame energie en door duurzaam in te kopen. Daarnaast communiceert de gemeente actief richting inwoners en bedrijven 54 De gemeente brengt het centraal informatiepunt voor particulieren en bedrijven beter onder de aandacht met gerichte voorlichting en persoonlijke advisering/verwijzing over duurzame maatregelen (zoals isolatie, het benutten van zonne-energie, warmtekracht koppeling, benutten restwarmte en de subsidie- en financieringsmogelijkheden) Programma 11 - Ruimtelijke Inrichting 55 De inzet is erop gericht om het Wilhelminaplantsoen (in samenhang met het eventueel autoluw maken van Havenstraat/Kapelstraat) in te richten tot een gezellig plein. Onderzocht wordt welke mogelijkheden er zijn om het Wilhelminaplantsoen aantrekkelijker te maken door het realiseren van bijvoorbeeld één of meerdere terrassen 56 De herinrichting nieuwe Brink wordt voortvarend opgepakt 57 Ingezet wordt op een kostenefficiënte inzet bij (nieuwe) bestemmingsplanprocedures Programma 12 – Volkshuisvesting 58 De starterlening, mits gekoppeld aan de rijksregeling, wordt gehandhaafd 59 De gemeente wil de verkoop van sociale huurwoningen actief ontmoedigen Algemene uitgaven en dekkingsmiddelen 60 In 2011 worden besluiten genomen om te komen tot een sluitende begroting 2012 en de daarop volgende jaren 61 Samen met de subsidie ontvangende instanties wordt gekeken naar bezuinigingen 62 Nagaan in overleg óf en met hoeveel de bijdrage vanuit de gemeente aan de grote subsidieontvangers zoals Spant!, Zwembad, Bibliotheek kan worden teruggebracht 63 Er wordt minder via papier verzonden en meer gebruikt gemaakt van website en e-mail. De kosten worden daardoor teruggebracht 64 Het aantal regels en voorschriften wordt verminderd zodat de werkbelasting en ergernis afnemen
156
6. CONTROLEVERKLARING
157