11. Deelruimten 11.1
Inleiding
In het kader van de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur worden er naast de hoger beschreven sectoranalyses (deelstructuren) een analyse en beschrijving gemaakt van een zestal deelruimten. Deze deelruimten hebben hun typische karakteristieken, knelpunten en potenties. De volgende deelruimten worden op het grondgebied van Vilvoorde onderscheiden: • Kanaalzone • Stationsomgeving • Stadscentrum • Grootstedelijk woongebied Koningslo • Stedelijke groenas Tangebeek – Hoogveld – Drie Fonteinen • Open ruimte Houtem – Peutie Een aantal deelruimten overlappen elkaar gedeeltelijk. Kaart 25:
11.2
Indeling deelruimten
Kanaalzone
11.2.1.
Situering
De (Kanaalzone) omvat het Zeekanaal Brussel - Schelde en haar directe omgeving met als belangrijkste gegeven de parallel gelegen Zenne die hier grotendeels is rechtgetrokken. Het kanaal is voor Vilvoorde een sterk structuurbepalend gegeven die het grondgebied van zuid naar oost doorsnijdt.
11.2.2.
Beschrijving
Het gebied langs weerszijden van het Zeekanaal Brussel – Schelde wordt gekenmerkt door een opeenvolging van zones met specifieke eigenschappen en kenmerken. Algemeen biedt de ruimtelijke structuur in deze zone een eerder troosteloos uitzicht, hoofdzakelijk door de verwaarloosde bedrijventerreinen en infrastructuren, maar eveneens door de te weinig benutte potenties van het gebied. In het gebied ten oosten van het kanaal wordt de ‘compacte’ stadskern zowel langs noordelijk en zuidelijke zijde begrensd door grootschalige bedrijvenzones. In het zuiden ligt de bedrijvenzone van “Broek” met leegstaande panden en (te saneren) braakliggende terreinen. Dit gebied bevat tevens een aantal woonconcentraties met overwegend aaneengesloten karakter die geprangd liggen tussen de klein- en grootschalige bedrijven en infrastructuren. Deze situeren zich aansluitend bij de stadskern en in een woonlint langsheen de Harensesteenweg met als kern de sociale bebouwing van de Marie-Joséwijk. De zone en de aanwezige infrastructuren worden gekenmerkt door een noordzuid-gerichtheid. De ontsluiting van de wijk gebeurt hoofdzakelijk langs de Schaarbeeklei (N1) die een drietal doorsteken kent richting R22 Woluwelaan in aansluiting op het hogere wegennet. De N1 is een vierbaansweg met middenberm (oude trambedding) die Vilvoorde verbindt met Brussel. Het “viaduct van Vilvoorde” bevindt zich op 40m hoogte boven de wijk. Dit viaduct bepaalt naast de verwaarloosde oudere bebouwing en het indrukwekkend industrieel complex van Renault, het beeld van ‘Broek’. Daarnaast wordt de zone nog gekenmerkt door de aanwezigheid van het Kanaal Brussel – Schelde en de spoorlijn 25 Brussel – Antwerpen. Ook de Zenne slingert zich nog doorheen deze deelruimte. In het noorden liggen de bedrijventerreinen Bedrijvenzone Centrale, Bedrijvenzone Mechelsesteenweg en Bedrijvenzone Cargovil langs het insteekdok aan het kanaal. De ontsluiting gebeurt langs de R22 doorheen Cargovil naar Verbrande Brug. Veel vrachtverkeer gaat echter door het centrum wat overlast met zich meebrengt. De koeltorens van de elektriciteitscentrale domineren dit gebied visueel. De leegstand en verouderde terreinen maakten de laatste jaren plaats voor (ver)nieuwbouw. Cargovil met transport- en overslagbedrijven vormt de motor voor nieuwe investeringen in relatie tot de luchthaven van Zaventem.
D+A Consult Stad Vilvoorde
96
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
Ter hoogte van de Darse is een locatie voor watergebonden recreatie zonevreemd gelegen in industriegebied. Het stadscentrum wordt gescheiden van het kanaal door het grootschalige ziekenhuizencomplex. Het centrum wordt volledig door bovengenoemde voorzieningen (bedrijven, ziekenhuizen) omringd. Hierdoor is er geen relatie met het kanaal, de wijk Kassei en de aanpalende groene ruimten van het Domein van Borcht en Park Drie Fonteinen. De Zenne is in het centrum grotendeels overwelfd waardoor ook deze rivier uit het stadsbeeld verdween. In combinatie met de braakliggende terreinen vormt dit geheel een ongestructureerde ‘stadsrand’. Ter hoogte van de Vuurkruisenlaan biedt deze ruimte een kwaliteitsarm stadszicht van beton en grootschalige infrastructuren (brug en wegenis). In het noorden van het gebied ten westen van het kanaal bevindt zich de bedrijvenzone Grimbergen. Deze bedrijvenzone wordt ontsloten door de “Verbrande Brug” richting R22. Veel van het zwaar verkeer rijdt evenwel via de Westvaartdijk naar Brussel en naar de R0 met overlast voor de wijk en de groene ruimten. Deze kant van het kanaal is hierdoor onleefbaar. Zelfs de oever is hierdoor waardeloos voor andere functies. De resterende delen omvatten de wijk Kassei met een gesloten bebouwingsstructuur tot tegen het kanaal. Vroeger werd dit gebied verbonden met het stadscentrum via de intussen verdwenen brug ter hoogte van de Vlaanderenstraat. Dit gaf continuïteit van de centrumbebouwing naar Kassei met winkels en openbare gebouwen. Deze worden thans door woonfuncties ingenomen. Aan weerszijden van Kassei bevinden zich groengebieden: - de omgeving van Borcht (valleigebied met kasteel) noordwaarts op Grimbergen; - het stadspark Drie Fonteinen ten zuiden. Ten zuiden van het stadspark “Drie Fonteinen” liggen de bedrijvenzones van Brussel De westelijke en oostelijke kant van het kanaal worden op grondgebied Vilvoorde enkel verbonden door de Vuurkruisenlaan (N211). Deze verbinding wordt regelmatig fysisch onderbroken door de ophaalbrug. Op Grimbergen is de situatie identiek bij Verbrande Brug. Het verkeer zoekt regelmatig een weg langs de Budabrug waardoor Broek en Machelen extra belast worden door o.a. het verkeer tussen de Ring en de R22. Kaart 26:
11.2.3. 11.2.3.1 •
Deelruimte ‘kanaalzone’
Knelpunten en kwaliteiten Knelpunten
Ontsluitingsproblemen
Ondanks de multimodale ontsluitingsmogelijkheden wordt de stad Vilvoorde geconfronteerd met heel wat problemen op het vlak van ontsluiting van de bedrijvenzones en andere activiteitenzones: - de N260 (Westvaartdijk, Brusselsesteenweg) wordt door het zwaar vrachtverkeer gebruikt als ontsluitingsweg voor de bedrijvenzones van Grimbergen in de richting van de R0 en dit ten koste van de woonwijk Kassei en de aanpalende groene ruimten; - de gebrekkige zuidelijke ontsluiting van de R22 naar de R0 ten nadele van verkeer doorheen de stedelijke gebieden langsheen de N1 en de N211; - de ontoereikende inrichting van de R22 ter hoogte van de bedrijvenzone(s) te Grimbergen en de aansluiting met de verkeerswisselaar te Machelen; - de gebrekkige dwarsrelatie (ontsluiting) tussen het oosten en het westen van de stad en de bedrijvenzones; - de site van het Tuchthuis is slecht bereikbaar en de ontsluiting is niet gedimensioneerd op de functies en de omgeving; - de omgeving van de ziekenhuizen vormt één grote parkeerruimte. Bovendien wordt dit gebied gebruikt voor de ontsluiting van het kanaal noord- en zuidwaarts.
D+A Consult Stad Vilvoorde
97
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
•
Leegstand, vervuilde sites en braakliggende terreinen
De meeste concentraties aan leegstand, vervuilde sites en braakliggende terreinen worden teruggevonden in de zone Broek, met name langsheen het kanaal maar ook in de zone zelf (Renaultsite). De ongestructureerde stadsranden worden ook geconfronteerd met dit fenomeen. Langsheen de N260 doet zich leegstand en verval in de bebouwing voor en dit vooral ter hoogte van Kassei. Verouderde en verlaten sites kenmerken eveneens de omgeving van de voormalige Forges de Clabecq en de Steenkaai. •
Conflict wonen – bedrijvigheid
De rand van het centrum met woonfuncties en gemengd karakter wordt meestal geconfronteerd met grootschalige structurele en ruimtelijke problemen vanuit de bedrijvigheid, het verkeer, de braakliggende terreinen en de ongestructureerde opbouw. •
Desolaat en onaantrekkelijk stadsbeeld
Samen met de oudere en weinig comfortabele woningen creëren de oude en verlaten industriële sites een desolaat en onaantrekkelijk stadsbeeld. Algemeen dient hierbij gestreefd naar vernieuwing en reconversie. •
Ontoereikende verbindingsstructuur tussen beide zijden kanaal
Momenteel zijn er een drietal verbindingen die het oostelijk deel van het kanaal verbinden met het westelijke deel. Deze verbindingen staan bijna uitsluitend in teken van het autoverkeer (Budabrug, Verbrande Brug en brug Vuurkruisenlaan). Momenteel heeft het centrum geen enkele directe relatie of link met het Domein Drie Fonteinen en Kassei. Hierdoor komt de barrièrewerking van het kanaal nog sterker tot uiting. •
Renault-gebouw
Het beeld van de Schaarbeeklei wordt in grote mate gedomineerd door het indrukwekkend industrieel complex van Renault. Na de sluiting werd het gebouw deels ingenomen door vele kleine bedrijfjes. De aanwezigheid en de grootschaligheid van het gebouw kunnen enerzijds de slaagkansen van een globaal project voor Broek hypothekeren. Anderzijds kan het gebouw wel de nodige activiteit genereren als een groot “bedrijvencentrum” voor kleine en startende ondernemingen. 11.2.3.2 •
Kwaliteiten
Multimodaliteit -
-
•
De kanaalzone biedt troeven voor watergebonden bedrijvigheid ten noorden van het stadscentrum, ter hoogte van het insteekdok (en te Grimbergen). Het optimaliseren van de R22 als verbinding naar de E19 en Ring R0 voor de bedrijvenzones kan het centrum ontlasten van verkeer en tegelijk troeven bieden voor Machelen dat verkeersoverlast kent. Zodoende kunnen ook de verschillende woongebieden gevrijwaard worden die heden belast worden door het verkeer op de N1 en N211. Het station van Vilvoorde en in mindere mate de halte Buda vormen een multimodaal knooppunt dat publieksgenererende potenties biedt voor de streek en het openbaar vervoer. Bijkomende openbaar vervoerspunten kunnen in Broek voorzien worden door bijvoorbeeld de middenberm van de N1 te valoriseren. De uitbouw van een bijkomend GEN-station in het verlengde van de Kerklaan te Machelen zal een goede openbaar vervoersontsluiting verder versterken. Een aantrekkelijke kanaalzone
-
De uitbouw van de kanaalzone voor woonfuncties en recreatieve functies biedt troeven voor het commerciële, socio-culturele en toeristische karakter van Vilvoorde. Het kanaal is hiertoe een potentiële drager in de noord-zuidas tussen Brussel en het buitengebied ten noorden.
D+A Consult Stad Vilvoorde
98
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
Voor het wonen zijn potenties aanwezig bij een herstructurering van de stadsrand en het versterken van de woongebieden die grenzen aan het kanaal (Kassei en de omgeving van de Vlaanderenstraat en het Tuchthuiscomplex, maar eveneens langs de Brusselsesteenweg). Op recreatief vlak biedt het kanaal potenties voor de uitbouw van langzaam verkeersroutes, oeverrecreatie en het versterken van de oost-westrelaties tussen Kassei (woongebied en groene ruimten) en het stadscentrum. Ook voor Broek zijn gelijkaardige opties mogelijk. De Zenne kan terug in het stadsbeeld geherwaardeerd worden. Langsheen de Zenne kunnen diverse functies zicht enten op een te ontwikkelen groenstructuur (wonen, bedrijven en recreatie in het groen).
-
-
-
•
Braakliggende terreinen en leegstand
De leegstaande panden en de braakliggende terreinen bieden mogelijkheden tot reconversie over te gaan. In het kader van deze reconversie zal allicht een grondige sanering moeten gebeuren van bepaalde terreinen. (Dit hypothekeert wel een snelle reconversie). •
Invloed van naburige polen
De aanwezigheid van de internationale luchthaven van Zaventem, de geplande HST-terminal in Haren – Schaarbeek en in mindere mate de Brusselse Zeehaven bieden mogelijkheden tot heropbouw van de economische activiteiten in de zone van “Broek”. Vooral de HST-terminal kan, in combinatie met een goede openbaar vervoersontsluiting een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van “Broek”.
11.3
Stationsomgeving
11.3.1.
Situering
De deelruimte ‘stationsomgeving’ beslaat nagenoeg volledig de zone ten oosten van de spoorlijn tot aan de Woluwelaan (R22). Deze deelruimte omvat aldus de kern Faubourg en de aanliggende bedrijvenzone (Mima). Ook een beperkt gedeelte van de zone ten westen van de spoorlijn wordt opgenomen binnen deze deelruimte.
11.3.2.
Beschrijving
De spoorlijn 25 (Brussel – Antwerpen) doorsnijdt de deelruimte van zuid naar noord en vormt een ware barrière of ‘muur’ tussen het westelijke en oostelijk gedeelte van de deelruimte. Het station fungeert hierbij als scharnier tussen beide stadsdelen. Ter hoogte van het station zijn er een drietal onderdoorgangen. Eén ervan staat specifiek in het teken van de bereikbaarheid van de sporen en is enkel toegankelijk voor voetgangers. De doorsteken ter hoogte van de Luchthavenlaan (N211) en de Perksestraat – Leuvensesteenweg staan vooral in het teken van het autoverkeer. Meer noordelijker (ter hoogte van Horteco) ligt een vierde onderdoorgang, die minder gebruikt wordt. De N211 (Luchthavenlaan – Stationslei) doorsnijdt de deelruimte van oost naar west en vormt de belangrijkste verkeersader in de deelruimte. Het oostelijk gedeelte van de Luchthavenlaan zorgt voor een snelle verkeersafwikkeling richting de R22 (Woluwelaan) en de A1/E19-autosnelweg. Daarbij wordt ook een directe link gelegd met de internationale luchthaven van Zaventem. Ten zuiden van de Luchthavenlaan liggen de uitgestrekte parkeerterreinen van Renault. Deze worden momenteel nog steeds als verdeelpunt voor Renault-wagens wordt gebruikt. Daartegenover staan de meer recente ontwikkelingen langsheen de Luchthavenlaan. De zuidelijke strook langsheen de weg is ingevuld met een hotel, een kantoorcomplex, autogarages, nijverheid en media. De Trawool vormt hier als het ware een buffer tussen de grootschalige parkings en de “steenweg”ontwikkeling. De noordzijde van de Luchthavenlaan wordt eerder gekenmerkt door vestigingen voor meubelverkoop, distributie en computertoebehoren, maar ook door leegstaande panden en braakliggende terreinen. In directe aansluiting met het station ligt de parking van de NMBS (park & ride). In het gebied van de Perksestraat – Leuvensesteenweg wordt zowel woonbebouwing als bedrijfsactiviteiten (autogarages, vestigingen uit de media-, video- en geluidswereld) aangetroffen. Vooral de verfnijverheid (Levis (Akzo Nobel)) heeft een groot deel van het gebied ingepalmd. De woonbebouwing bestaat voornamelijk uit oudere en gesloten bebouwing. Deze bebouwingsvorm zet zich eveneens voort in noordelijke richting (Hoveniersstraat) en daarna richting Park Hazeweide. Hier zijn tevens een aantal gemeenschapsvoorzieningen gelegen. Het gebied meer ten westen
D+A Consult Stad Vilvoorde
99
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
(Bavaylei,…) wordt gekarakteriseerd door een sterke vermenging van woonbebouwing en bedrijvigheid. In het noordoosten van de deelruimte liggen verkavelingen van recente datum. Helemaal in het noorden ligt de tuinbouwschool ‘Horteco’, een overgangsgebied naar de open ruimte. Ten westen van de spoorlijn loopt de N211, omzoomd door woonbebouwing, verder richting Grimbergen. Ten zuiden van N211 (Stationslei) ligt het Hanssenspark als één van de weinige groenstructuren in de nabijheid van het stadscentrum. Ten zuiden van het Hanssenspark liggen nog een aantal hoogbouwblokken. De zone ten noorden van de Stationslei wordt eerder gekenmerkt door meergezinswoningen. Het stationsplein fungeert als knooppunt voor het openbaar busvervoer. Kaart 27:
11.3.3. 11.3.3.1 •
Deelruimte ‘stationsomgeving’
Knelpunten en kwaliteiten Knelpunten
Park & ride trekt te veel verkeer aan
Aan het station in Vilvoorde bevindt zich een park & ride. De NMBS stelt voor om deze parking nog verder aan uit te breiden om alzo het station in Vilvoorde te optimaliseren. Deze optie zal echter de verkeersdruk op Vilvoorde nog verhogen zonder een meerwaarde aan activiteiten met zich mee te brengen. Alternatieven dienen gezocht in het verbeteren van de openbaar vervoersvoorzieningen van De Lijn vanuit de omgeving richting station (zie kwaliteiten). •
Stationsplein heeft geen pleinfunctie
Het stationsplein is zwaar onderhevig aan verkeersdruk. meerwaarde voor de bezoeker/bewoner. •
Bijgevolg is er geen pleinfunctie met
Achterkant station
De achterkant van het station fungeert momenteel als (onaantrekkelijke) toegang voor een deel van de reizigers. In functie van de optimalisatie van het station en het uitbouwen van ondermeer een langzaam verkeerrelatie richting Machelen, het voorzien van een nieuwe terminal voor de bussen van De Lijn en het uitbouwen van de relatie station/bedrijvenzone Mima (Achter Mima) kan ook dit “gat in de de muur’ worden opgewaardeerd tot een 2 voorkant voor het station. •
Trawool: versmacht in de zone
De Trawool komt weinig tot niet tot zijn recht bij zijn doortocht door de bedrijvenzone Mima. De beek heeft geen ruimte, weinig kwaliteit en geen enkele functie als groenstructuur. •
Sobemetal: herinrichting
De bestaande loodsen van Sobemetal hypothekeren een functionele herinrichting van de zone tussen de Luchthavenlaan en de Leuvensesteenweg •
Barrièrewerking spoorlijn
De bedding van de spoorlijn tussen Brussel en Antwerpen vormt een echte barrière tussen het oosten en het westen van de spoorlijn. De aanwezige doorsteken zijn onvoldoende om de relatie tussen oost en west te verbeteren of te optimaliseren •
Conflict bedrijvigheid – wonen
Op diverse plaatsen is er een directie confrontatie tussen gebouwen met een woonfunctie en bedrijfsactiviteiten. Van enige buffering of inkadering is er geen sprake.
D+A Consult Stad Vilvoorde
100
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
•
Parkings Renault
Een groot deel van de oppervlakte ten zuiden van de Luchthavenlaan wordt gebruik als grootschalige (overslag)parking voor Renault-wagens. Hierbij wordt enorm veel ruimte ingenomen voor activiteiten die geen of weinig toegevoegde waarde of tewerkstelling creëren. Door de aanwezigheid van het station van Vilvoorde heeft deze ruimte veel meer mogelijkheden op het vlak van activiteiten met een hoge tewerkstelling per oppervlakte. •
Leegstand en verval
Diverse terreinen ten oosten van de spoorlijn laten een verlaten en vervallen indruk achter. Veel van de leegstaande gebouwen herinneren aan het industrieel verleden van de stad Vilvoorde en bieden mogelijkheden in functie van reconversie van de terreinen. 11.3.3.2 •
Kwaliteiten
Verweving van activiteiten
Een kwalitatieve verweving van activiteiten kan een nieuwe dynamiek in het gebied teweegbrengen. Deze deelruimte biedt ruimte voor wonen en bedrijvigheid in een groen gegeven gelinkt aan ruimte voor voetgangers en fietsers naast de sterkte van een rechtstreekse ontsluiting op het hogere wegenen spoorwegennet. •
Aanwezigheid station – meer dan een multimodaal knooppunt
De aanwezigheid van het station van Vilvoorde op het traject Brussel – Antwerpen biedt grote mogelijkheden op het vlak van reconversie van de bedrijvenzones ten oosten van de spoorlijn waardoor een optimaler gebruik van de zones kan nagestreefd worden. Daarnaast kan het station als openbaar vervoersknooppunt functioneren voor de stad Vilvoorde. Het station kan ook aan de de achterzijde worden uitgebouwd als 2 volwaardige en aantrekkelijke toegang voor de reizigers. Hierbij kan de nieuwe terminal voor De Lijn gesitueerd worden achteraan het station. Samen met het inperken van het autoverkeer creëert deze optie ruimte om het stationsplein uit te bouwen tot een ontmoetingsruimte. •
Trawool
De Trawool is één van de weinige (natuurlijke) groenstructuren in de omgeving van het station. Dit gegeven kan als uitgangspunt dienen bij de reconversie, invulling en inrichting van het gebied ten zuiden van de Luchthavenlaan. •
Recente ontwikkelingen
Langsheen de Luchthavenlaan hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die in het teken staan van vernieuwing en het strategisch belang aantonen van dit gebied. In het kader van het BPA ‘Achter Mima’ werden reeds een aantal opties genomen in functie arbeidsintensieve activiteiten. Enig minpunt is de aanwezigheid van grootschalige kleinhandelsactiviteiten. De opties van het BPA sluiten ook aan bij de visie van de buurgemeente Machelen op de ontwikkeling van de aanpalende gronden. •
Open ruimte ten noorden met Rijkstuinbouwschool ‘Horteco’
De open ruimte van tuinbouwschool ‘Horteco’ zorgt voor enige openheid in het eivormig gebied van de R22, kanaal en R0. Hierdoor ontstaat een relatie tussen de stedelijke kern van Vilvoorde en de open ruimtecorridor tussen Brussel en Mechelen. •
Relatie luchthaven
De Luchthavenlaan zorgt voor een directe relatie van het gebied (stationsomgeving) met de internationale luchthaven van Zaventem. Hierdoor kan het gebied maximaal gebruik maken van de ontwikkelingen op en rond de luchthaven. De luchthaven kan de stimulerende factor worden voor de verdere ontwikkeling van de bedrijventerreinen langsheen de Luchthavenlaan.
D+A Consult Stad Vilvoorde
101
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
•
Multimodale ontsluiting
Het gebied kent een multimodale ontsluiting. Er is niet enkel de aanwezigheid van het station en de Luchthavenlaan, maar ook de R22 (Woluwelaan) en de A1/E19-autosnelweg zijn extra troeven in functie van reconversie. Ook de toekomstige ontwikkeling van het GEN zal het belang van en druk op dit gebied verhogen. De verbetering van de openbare vervoersvoorzieningen moeten - en dit bij prioriteit op de verdere uitbouw van de stationsparking - het voortransport van reizigers richting station verzekeren.
11.4
Stadscentrum
11.4.1.
Situering
De deelruimte ‘stadscentrum’ beslaat een quasi-driehoekige zone bestaande uit het ‘centrum’ van Vilvoorde en de wijk Far West. De wijken Kassei, Faubourg en “Broek” liggen gedeeltelijk binnen deze deelruimte.
11.4.2.
Beschrijving
Het stadscentrum wordt gekenmerkt door een ‘ovale’ historische kernzone waarbinnen wonen, handel, gemeenschapsvoorzieningen en diensten in een gemengde vorm voorkomen. Dragers van dit gebied zijn de pleinen zoals de Grote Markt, de Rooseveltlaan en de omgeving van het station. De centrumstraten en lanen bepalen mee het karakter van dit compact aaneengesloten stadsdeel. Langs deze assen ontwikkelde het centrum uitlopers naar de steden Mechelen, Brussel en Leuven en naar Grimbergen met respectievelijk de bebouwing van Far West, ‘Broek’, Faubourg en Kassei. Het kanaal en het spoor vormen tot op heden belangrijke barrières voor Kassei en Faubourg. Door de N1 en de N211 werd het centrum tot voor kort doorsneden ten nadele van de aanpalende stadsdelen. Recente herinrichtingswerken hebben de relaties tussen de diverse deelgebieden sterk opgewaardeerd ter hoogte van de historische kern. Hierdoor sluit de aaneengesloten bebouwing van het noordelijk deel van ‘Broek’ terug beter aan bij het centrumgebied. Mits infrastructurele maatregelen wordt een gelijkaardige ‘binding’ van Kassei en Faubourg opnieuw mogelijk waardoor het aaneengesloten, compacte karakter van de kern kan verstevigd worden. Daarom wordt de driehoeksvorm ‘Stadscentrum’ als deelruimte als een belangrijke bestaande entiteit beschouwd. De hoger genoemde uitlopers zijn namelijk de basis van de recentere wijkontwikkelingen die het nederzettingspatroon van de stad Vilvoorde kenmerken. Langs deze assen, met een herkenbaar dicht bebouwingpatroon, ligt het centrum binnen loopafstand en heeft de ruimte een zelfde dimensie wat betreft de bebouwing en de open ruimtestructuur. Door een aantal knelpunten (zie hierna) functioneren ‘stadscentrum’ en uitlopers nu niet optimaal. De stedelijke groene ruimten ‘Tyndale’ en Hansenspark behoren tot het historisch kerngebied. Diverse centrumstraten hebben een inrichting als verblijfsgebied (erf- en winkelstraten). De Markt en de Leuvensestraat zijn hierin de belangrijkste polen. In het Mercurius-project (1997) werden binnen het strategisch-commercieel plan volgende entiteiten afgebakend: 1. het commerciële kruis bestaande uit de Nowélei van het Heldenplein tot de Rooseveltlaan en de as van de Grote Markt en omgeving met de Leuvensestraat. Deze zones worden beschouwd als het eigenlijke kernwinkelgebied; 2. de ruime centrumzone rond dit kernwinkelgebied. Deze zone is begrepen tussen de Lange Molensstraat, Vlaanderenstraat, Mechelsestraat, Rooseveltlaan, Bolwerkstraat, Leuvensestraat en Nowélei/Heldenplein. Hier situeren zich dominante centrumfuncties. Deze centrumfuncties zijn vaak niet-commercieel gericht. Zij fungeren echter als belangrijke publiekstrekkers (vredegerecht, parket, politierechtbank, scholen, cultureel centrum, administratie van financiën...). Alzo spelen ze een belangrijke rol in de aantrekkingskracht van Vilvoorde. Dit gebied kent nu ook al een bepaald gegeven van handel, diensten en horeca. 3. de stationsomgeving met zijn bedrijfsactiviteiten en als draaischijf van mobiliteit en bezoekers in een verwevenheid van privaat (NMBS-parking) en openbaar vervoer. D+A Consult Stad Vilvoorde
102
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
De historiciteit van de binnenstad is bepalend en wordt in het Mercuriusproject afgebakend als volgt: - de winkelwandelentiteit langsheen de Grote Markt en de Leuvensestraat; - de omgeving Grote Markt - Guldenschaapstraat - Rooseveltlaan - Mechelsestraat - Lange Molensstraat; - de verbinding vanaf de zone aan de Bolwerkstraat richting Rooseveltlaan, met een bijverbinding naar het oostelijk deel van de Leuvensestraat (richting Faubourg). De kleinschaligheid is zeer kenmerkend voor de Vilvoordse kern met uitzondering van de hoofdstraten N1 en N211. Concreet worden hier de problemen met de grootschalige ontwikkelingen langsheen de Mechelsesteenweg, de Schaarbeeklei en de Luchthavenlaan aangeduid. Hier situeren zich diverse activiteiten van veeleer tertiaire aard, zoals kantoren, garages, meubelzaken, benzinestations gemengd met kmo-bedrijfsactiviteiten. Deze bedrijvigheid hoort, gezien zijn aard en omvang, niet thuis in de eigenlijke stadskern en vindt dus zijn plaats in de meer perifeer gelegen gebieden. Het gedeelte van de Lange Molensstraat en de Mechelsestraat kent een terugval in het winkelgebeuren door minder aantrekkelijke en verouderde bebouwing en openbare ruimte. Aansluitend op de zone van de ziekenhuiscomplexen biedt de Vlaanderenstraat een gelijkaardig beeld. Leegstand is hier meer aanwezig dan in de stadskern. Globaal gezien veroorzaakt het verkeer met te drukke invalswegen, parkerende wagens en onveilige verkeerssituaties een te grote dominantie van de auto in de binnenstad met als gevolg onleefbaarheid en een ernstig gebrek aan visuele kwaliteit. De herinrichting van de Grote Markt en de Leuvensestraat bewijzen dat het anders kan… Ook de herinrichting van de Nowélei heeft zowel de leefbaarheid voor de bezoeker en bewoner, als de commerciële entiteit versterkt. Tussen het Heldenplein en de Rooseveltlaan is het beeld van de binnenstad positief beïnvloed. De verkeersader is nu een doortocht waarbij aandacht besteed wordt aan de zwakke weggebruiker, de bewoner en de bezoeker. Rondom de historische kern vormen de aanpalende wijken het recentere bebouwingsweefsel van het stadscentrum. Het zijn meestal woongebieden met aaneengesloten (oudste) tot halfopen (recentste) bebouwing. In het noorden heeft de historische kern uitlopers langs de Mechelsesteenweg en de Groenstraat. Langs deze wegen komen nog oudere gebouwen voor (winkelhuizen, bedrijfsgebouwen), restanten van de vroegere gemengde voorzieningen die steeds meer door woonfuncties worden ingenomen. Langs de Groenstraat komen gemeenschapsvoorzieningen voor (post, scholen, socio-culturele voorzieningen en administratieve voorzieningen). Meer noordwaarts ligt de sociale woonwijk rond het Duchéhof (parkgebied met buurthuis). Rond deze voorzieningen vindt het gemeenschapsleven plaats. Het stadscentrum wordt ten noorden begrensd door het Rolleveldpark en de begraafplaats. Westwaarts wordt de woonzone begrensd door de bedrijvenzone Noord waarbij de recente kmobedrijven aan de Buyssestraat een buffer vormen. Oostwaarts vormt de spoorlijn 25 naar Antwerpen een barrière. De belangrijkste doorsteek wordt gevormd naar de wijk Faubourg ter hoogte van de Leuvensesteenweg. Deze wijk heeft een eigen primair handelsapparaat met gemengde centrumfuncties in de kern hoofdzakelijk in de Perksestraat. Langs de Leuvensesteenweg in Faubourg liggen eveneens bedrijven en winkels voor niet-alledaagse producten (fietsen, meubels, geschenkartikelen,…). Ten zuiden van de historische kern vanaf de Vuurkruisenlaan ligt de wijk Broek. De woongebieden rond de Kasteelstraat en de Parkstraat/Harensesteenweg vormen een gesloten bebouwingsstructuur. De Parkstraat bezit de oudste bebouwing vanaf het station naar de Schaarbeeklei. Recentere hoogbouwblokken en residenties hebben de bevolkingsdichtheid sterk verhoogd. Meer zuidwaarts vormt de gesloten bebouwing langs de Harensesteenweg een ‘enclave’ binnen de bedrijfsbebouwing van ‘Broek’, met als centraal gegeven de Marie-Joséwijk (sociale woningen). De overige woonbebouwing in Broek wordt gevormd door verouderde kleinere woongebiedjes temidden de bedrijven en winkels langs de Harensesteenweg en de Schaarbeeklei. Ter hoogte van de Kasteelstraat, achter de Zenne ligt het Tuchthuiscomplex met stadsdiensten, brandweer en Rode Kruis. Dit oude complex herbergt eveneens jeugdlokalen.
D+A Consult Stad Vilvoorde
103
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
Westwaarts ligt de wijk Kassei, aan de andere kant van het kanaal. Toch sluit de typologie van de bebouwing rond de Grimbergsesteenweg aan bij het centrum. Door recentere ontwikkelingen kwam het wijkcentrum van Kassei hoger te liggen nabij de Rubensstraat en werd de gemengde bebouwing van de Grimbergsesteenweg hoofdzakelijk woonbebouwing. Kaart 28:
11.4.3. 11.4.3.1 •
Deelruimte ‘stadscentrum’
Knelpunten en kwaliteiten Knelpunten
Leegstand / verval
Leegstand en verval kenmerken diverse stadsdelen zoals de omgeving van de C. Buyssestraat, Broek en de woonbebouwing langs het kanaal in Kassei. De binnenblokken van stadsbuurten ter hoogte van de Slachthuizenstraat, de Hellestraat en op diverse locaties in het centrum zelf zijn dikwijls ingevuld met garageboxen en vervallen bijgebouwen. •
Barrièrewerking
Het kanaal en de spoorweg vormen fysieke barrières rond het stadscentrum ten nadele van de wijken Kassei en Faubourg die hierdoor ‘geïsoleerd’ zijn, net zoals het stadscentrum zelf. Sinds de vervanging van de brug in het verlengde van de Vlaanderenstraat door de brug aan de Vuurkruisenlaan is Kassei minder toegankelijk vanuit het centrum (vooral voor het langzaam verkeer). Er ontstond een ruimtelijke scheiding die in de hand werd gewerkt door de ongestructureerde westelijke stadsrand en de weinig aantrekkelijke kanaalzone (zie deelruimte kanaalzone). •
Ongestructureerde uitzwerming
Door het onoordeelkundig uitzwermen van woon- en gemengde functies buiten de kern wordt deze laatste verzwakt met veelal leegstand en verval tot gevolg. De binnenstad wordt hierdoor minder aantrekkelijk. •
Ontbrekende relaties omgeving – stad
Door de barrièrewerking van het kanaal en het spoor en de ‘inkapseling’ van de kerngebieden binnen bedrijventerreinen ontstaat een breuk met de omgevende wijken en open ruimten. De belangrijkste voorbeelden hierbij zijn de ontbrekende relaties van de kern met Kassei en Faubourg, met de open ruimten van Domein Drie Fonteinen, Schoewever en het kanaal. Vanaf het station ontbreekt enige binding met Machelen. Ook een deel van Grimbergen (langs Kassei) zou de binnenstad en het station gemakkelijker moeten kunnen bereiken. •
Socio-cultureel en toeristisch netwerk
Vilvoorde zou als zeer goed uitgeruste stedelijke kern veel aantrekkelijker kunnen zijn op sociocultureel en toeristisch gebied. De uitstraling van de stad lijkt hierin een rem te zijn, ondermeer door de onverzorgde aanblik van hoger genoemde stadsdelen. Maar meer nog ontbreekt het aan publiekstrekkers, historische gebouwen die naar het publiek toe bereikbaar zijn of activiteiten en manifestaties die het publiek naar het centrum trekken. •
Algemene verkeersproblemen:
De stadskern wordt algemeen overheerst door de auto (verkeer, parkerende auto’s) ten nadele van het langzaam verkeer. Een volwaardig openbaar vervoer ontbreekt vooral in de oostwest-oriëntatie van de regio. De spoorinfrastructuur is ontoereikend ingericht en al te veel afgestemd op de noordzuidas Antwerpen-Brussel.
D+A Consult Stad Vilvoorde
104
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
•
Openbaar domein
De inrichting van het openbaar domein kan impulsen geven om aan stadsvernieuwing te doen of om de stad aantrekkelijker te maken. Indien structureel geen opwaardering van het stadsweefsel plaatsvindt en hoger genoemde knelpunten blijven, zijn dergelijke impulsen al te dikwijls tot mislukken gedoemd. Opvallend in het stadscentrum zijn de talrijke pleinen en open ruimten waarvoor een onderlinge verbinding ontbreekt. Een netwerk van langzaam verkeersvoorzieningen ontbreekt al te dikwijls. 11.4.3.2 •
Kwaliteiten
Compacte, gebundelde ruimtelijke structuur
Het stadscentrum wordt gekenmerkt door een zeer compacte en gebundelde ruimtelijke structuur, waarin de meeste voorzieningen (gemeenschapsvoorzieningen, winkels,…) aanwezig zijn en waar diverse activiteiten (wonen, recreëren, werken,…) zich afspelen. Dit biedt mogelijkheden voor het creëren van een aantrekkelijk en kwalitatief woonmilieu, waarin alle bevolkingsgroepen zich thuis voelen. •
Renovatie en vernieuwing
Het stadscentrum wordt geconfronteerd met leegstand en verouderde, weinig kwaliteitsvolle woningen. Dit biedt mogelijkheden om via renovatie en vernieuwing een kwalitatief woonaanbod te creëren die tegemoet komt aan de noden van de eigen bevolking en waarbij naar verdichting kan worden gestreefd. •
Groenentiteiten
In de deelruimte van het stadscentrum zijn diverse kwaliteitsvolle groen- of parkgebiedjes aanwezig, waarbij enkel de verbindingen tussen deze structuurbepalende elementen ontbreken. Dit kan eventueel verwezenlijkt worden door het realiseren van aantrekkelijke assen tussen de diverse groengebieden. •
Aantrekkelijk centrum
Door reorganisatie en ordening van ruimtelijke structuren kan een aangenaam en aantrekkelijk centrumgebied gecreëerd worden met verblijfs- en ontmoetingsruimten. Daarnaast kan de aantrekkelijkheid van het centrum verhoogd worden door te streven naar een opwaardering van de relatie station – centrum. Dit kan door het verbeteren van het openbaar vervoersaanbod en/of het realiseren van langzaam verkeersassen tussen beide structurerende elementen. Hierbij kan ook gebruik gemaakt worden van randparkings vanwaar een goede verbinding wordt gerealiseerd met het centrum. •
Homogeen stadscentrum
Het stadscentrum is een sterk homogeen gegeven en omvat het gebied tussen de wijken Kassei en Faubourg (oost-westoriëntatie) en ‘Broek’ en ‘Far West’ (noord-zuidoriëntatie). Er gaat echter een enorme barrièrewerking uit van het kanaal en de spoorlijn zodat wijken als het ware ‘los’ liggen van het centrum. Algemeen dient gestreefd naar het creëren van een verbeterde relatie tussen de wijken onderling en de relatie tussen de betrokken wijken met de “barrière”. Dit kan door het opwaarderen van de ongestructureerde stadsranden om de link tussen het kanaal en het centrum te versterken. Ook de relatie tussen Kassei en het kanaal en Kassei en het centrum dient verbeterd te worden. Zo ook moet de relatie tussen Faubourg en het centrum verhoogd worden, zonder dat hiermee het centraal gegeven van het centrum verloren moet gaan.
D+A Consult Stad Vilvoorde
105
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
11.5
Verstedelijkt woongebied Koningslo
11.5.1.
Situering
Het verstedelijkt woongebied Koningslo omvat het meest zuidwestelijke gebied van Vilvoorde en situeert zich integraal ten zuiden van de Ring rond Brussel R0. Het verstedelijkt woongebied Koningslo grenst langs westelijke zijde aan de gemeente Grimbergen, meerbepaald aan de kern Strombeek-Bever. Langs oostelijke en zuidelijke zijde grenst Koningslo aan het Brussels Hoofdstedelijk gewest, met name de stad Brussel.
11.5.2.
Beschrijving
Het verstedelijkt woongebied Koningslo behoort tot het traditionele golvend landschap van het Land van Asse. De suburbanisatie vanuit Brussel (invloed van Brussel) en de aanleg van de ring moeten hier gekoppeld worden aan de verdichte uitbreiding van het Brussels grootstedelijk weefsel zelf. Hierdoor ontstonden rond ‘Voor’ en ‘Mutsaard’ een aantal verkavelingen, waarvan het overgrote deel in halfopen en gesloten bebouwing. In ‘Mutsaard’ worden tevens een aantal flatgebouwen aangetroffen. De primaire voorzieningen zijn in ‘Mutsaard’ geconcentreerd in de Sint-Annastraat en het kruispunt met de Romeinsesteenweg. In ‘Voor’ liggen ze aan het rond punt en de hierop aansluitende Streekbaan. Daarnaast zijn er voorzieningen langs de Sint-Annalaan (N202) die via afrit 5 rechtstreeks verbonden is met de ring R0 rond Brussel. Een derde woonconcentratie is de oorspronkelijke, kleinschalige landelijke kern van Koningslo die als een lint van gesloten bebouwing (Romeinsesteenweg) bewaard is gebleven. Deze drie concentraties zijn aan elkaar gegroeid door lintbebouwing en verkavelingen in halfopen en open bebouwing langs de Streekbaan, Strombeeksesteenweg, Romeinsesteenweg en Steenstraat. Ook enkele grootschalige bedrijven (voormalige Kodak-site - nu ingevuld met Athena Business Center en Danka - en Merak) hebben zich in Koningslo tussen het bestaande woonweefsel gevestigd. Door hun grotere schaal, materiaalgebruik, en activiteit zijn ze morfo-typologisch en functioneel niet ingepast in hun omgeving. Dit geldt in de eerste plaats voor de Kodak-site, waarvan de grootschalige gebouwen aansluiten bij de kleinschalige bebouwing van de landelijke kern van Koningslo. De Huizen van de Toekomst I en II langs de Indringingsweg zijn landschappelijk niet ingepast in de omgevende open ruimte. De ontwikkelingen met betrekking tot de bebouwing hebben ertoe geleid dat de vroegere open ruimte volledig versnipperd is. Er worden nog een viertal ingesloten open (rest)ruimten onderscheiden: - de grootste (ingesloten) open ruimte situeert zich in het zuiden van Koningslo tegen de grens met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en kent tevens een ‘uitloper’ in noordoostelijk richting (ten oosten van de Indringingsweg), waar deze zelfs deels de grens met Brussel overschrijdt. Deze open ruimte wordt hoofdzakelijk begrensd door de woonbebouwing en sterke ruimtelijke elementen van ‘Mutsaard’, Koningslo (verkaveling ‘de Pomp’) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Neder – Over - Heembeek). Vooral de ‘grote’ open ruimte ten zuidoosten van ‘Mutsaard’ is, door haar gaaf karakter (akkerland) en sterk afhellend terrein (Knijfvallei) in de richting van het kanaal (Zennevallei) een structuurbepalend gegeven. De open ruimte ten oosten van de Indringingsweg is minder bepalend. Deze werd al aangetast door lintbebouwing langsheen de Trassersweg en Aardebergstraat. Op de helling van de Knijfvallei liggen een aantal bosrestanten. - de open ruimte nabij ‘Mutsaard’ - een vlak binnengebied (parkgebied) omgeven door bebouwing langs de omliggende straten met verrassende doorzichten - heeft een overblijvend landbouwkarakter met akker- en grasland. In de noordelijke hoek zijn de serres grotendeels vervangen door woonbebouwing; - de licht hellende ingesloten open ruimte nabij ‘Voor’ kan eveneens beschouwd worden als een binnengebied (parkgebied), met een resterend landbouwkarakter. Een groot deel van deze ingesloten open ruimte wordt recreatief gebruikt als ‘dierenpark’ (Sint Anna Ranch); - de open ruimte gelegen tussen de Romeinsesteenweg (holle weg), R0 en Streekbaan. Deze open ruimte (Klein Hoogveld) wordt grotendeels gekenmerkt door een licht golvend reliëf, waarvan de oppervlakte wordt aangewend in functie van akkerbouw. Ter hoogte van de holle weg (Kwakkelstraat) kent de open ruimte een sterke depressie (reliëfovergang); De recreatieve voorzieningen in Koningslo situeren zich in de eerste plaats ter hoogte van het rondpunt in ‘Voor’. Nabij de watertoren (Streekbaan) en in de Tangebeekvallei (‘Voor’) liggen nog twee voetbalterreinen. D+A Consult Stad Vilvoorde
106
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
In beide grotere open ruimten vinden we holle wegen terug, die voor de aanleg van de ring R0 één netwerk vormden met de holle wegen op Hoogveld. De belangrijkste ‘landmark’ voor Koningslo is de watertoren. Ook het militaire ziekenhuis van Neder-over-Heembeek is een ‘landmark’, maar dan vooral vanaf de ring R0 rond Brussel. Kaart 29:
11.5.3. 11.5.3.1 •
Deelruimte ‘verstedelijkt woongebied Koningslo’
Knelpunten en kwaliteiten Knelpunten
Zonevreemde woningen
Koningslo wordt net als een aantal andere gebieden geconfronteerd met het fenomeen van zonevreemde woningen. Het betreft een aantal locaties binnen de grotere open ruimten waar één of meerdere al of niet gegroepeerde woningen, zogenaamde ‘woonkorrels’, gelegen zijn. Het gaat hier dikwijls over woonenclaves en individuele zonevreemde woningen. Deze liggen meestal in parkgebied. •
Bouwdruk op resterende open ruimten
Door de aanwezigheid van nog diverse open (rest)ruimten in de nabijheid van Brussel en de aanwezigheid van op- en afrittencomplexen is de druk op en de interesse voor deze restgebieden zeer groot. •
Barrièrewerking van de R0
De Ring rond Brussel (R0) vormt een functionele, verkeerskundige en morfologische barrière tussen Koningslo en de rest van Vilvoorde. Verkeerskundig zijn er slechts twee onderdoorgangen die Koningslo met Hoogveld of Kassei verbinden. Hierdoor wordt de ‘afstand’ tussen Vilvoorde en Koningslo nog groter. Om in hun behoeften te voorzien richten de inwoners van Koningslo zich in eerste plaats naar de grootstad Brussel en niet op het stadscentrum van Vilvoorde met als gevolg het ontbreken van een functionele relatie tussen stadscentrum en stedelijke woonwijk. De aanwezigheid van de ‘Ring’ vergroot de functionele gerichtheid op Brussel. Daarnaast veroorzaakt de R0 ook milieuhygiënische problemen, met name geluidshinder, geurhinder, zwerfvuil,… . Tot slot heeft de R0 er tevens voor gezorgd dat de Tangebeek bij haar doortocht door ‘Voor’ een (groot) deel van haar natuurlijke waarde verloren heeft. •
Ligging “Huizen van de Toekomst”
De ligging van de ‘Huizen van de Toekomst’ wordt door hun huidige publieksaantrekkende en toekomstige arbeidsintensieve (kantoorontwikkeling) functie en de eenzijdige autogerichtheid op het vlak van ontsluiting als problematisch ervaren. •
Verdwijnen van bossen en holle wegen
De bossen in de Knijfvallei zijn slechts relicten van een groter bos dat door de landbouw en in de laatste decennia de oprukkende bebouwing bijna verdwenen is. De holle wegen daarentegen waren in de Romeinse tijd een belangrijke wegverbinding. Deze functie ging al snel verloren, maar nadat ze de laatste decennia ook voor het plaatselijk verkeer en de ontsluiting van landbouwpercelen hun functie verloren, zijn ze sterk gedegradeerd. Een aantal holle wegen zijn hierdoor verdwenen. Andere zijn door gebrek aan onderhoud ontoegankelijk geworden of de typerende randbegroeiing is weggenomen. •
Impact bedrijvigheid in woongebied
Niet alleen de grootschalige gebouwen van de vroegere Kodak-site met zijn ingegroende parkings vormen een schaalbreuk met de kleinschalige omringende woonbebouwing, maar ook de ruimtelijke inpassing van Merak in het woongebied kan als knelpunt aangehaald worden. Daarnaast kent Kodak een grote visuele impact op de landschappelijke waardevolle depressie rond de Kwakkelstraat.
D+A Consult Stad Vilvoorde
107
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
•
Onduidelijke wegenhiërarchie en sluikverkeer
De hiërarchie van wegen wordt in Koningslo eerder bepaald door de intensiteit van gebruik, dan door het dwarsprofiel of de bebouwing langsheen de weg. Straten met een te klein dwarsprofiel en een dicht woonweefsel worden bij grote verkeersintensiteiten verkeersonleefbaar en –onveilig. In de deelkern ‘Voor’ is dit duidelijk zo voor de Meeuwen-, Opperveld- en Leeuwerikenlaan; in de deelkern Koningslo voor de Steenstraat en de Strombeeksesteenweg. In dit verband dient ook de Streekbaan vermeld te worden die door zijn gemengde omgevende bebouwing van woningen, lokale voorzieningen en grootschalige bedrijvigheid kan bestempeld worden als hoofdontsluitingsweg voor Koningslo. Het dwarsprofiel van de Streekbaan is hiervoor echter niet ruim genoeg en onvoldoende ingericht. Daarnaast zijn er wegen die overmaats geprofileerd zijn voor de verkeersintensiteit die ze moeten dragen en die niet aansluiten op de omgevende hoofdontsluitingswegen van Koningslo en Neder-over-Heembeek, de Indringingsweg en de Bruynstraat (grondgebied Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Beide hebben grootschalige wegprofielen en vertrekken vanaf het op- en afrittencomplex. Maar de parallel lopende hoofdontsluitingsroutes lopen vervolgens respectievelijk uit op een Tkruispunt met twee landbouwwegen of in een straat met een ‘woonstraatkarakter’. •
Ongestructureerde ruimtelijke toestand
De ad hoc invullingen van het gebied met woonverkavelingen, de menging van diverse woonweefsels met verschillende typologie (open villaverkavelingen tegenover halfopen woonwijken en gesloten woonlinten en –kernen, bebouwing met landelijk karakter tegenover bebouwing met grootstedelijk karakter), de menging van kleinschalig wonen en grootschalige functies gericht op de ring en tenslotte de ingesloten open restruimten waarrond de omgevende bebouwing niet afgewerkt is, zijn de voornaamste oorzaken van deze ongestructureerde toestand. Dit wordt nog versterkt door de verloederde toestand van bepaalde delen van het openbaar domein. •
Autogerichte inrichting onderdoorgangen
De onderdoorgangen van Koningslo naar Kassei via de Indringingsweg en de Albert I-laan zijn zeer grootschalig en autogericht ingericht. Hierdoor is dit voor het langzaam verkeer geen aangename verbinding met Vilvoorde. Rond het op- en afrittencomplex nr. 6 van de ring R0 (Indringingsweg) is de verkeersonveiligheid een bijkomend probleem omwille van de rijbewegingen en de grote verkeersstromen tijdens de spitsuren. 11.5.3.2 •
Kwaliteiten
Open ruimtefragmenten
Om de groenvoorzieningen in Koningslo op niveau te houden, kunnen de open restruimten omgevormd worden tot ‘agrarisch parkgebied’. Hierbij worden de extensieve agrarische activiteiten behouden, maar ingekaderd in een attractieve groenstructuur. Deze groenstructuur omvat een stelsel van voetwegen en groenvoorzieningen. Hierbij kunnen de bestaande holle wegen en landbouwwegen als uitgangspunt genomen worden. Het resultaat is een parkgebied dat weinig onderhoudskosten vergt aangezien een groot deel van de ruimte beheerd wordt door de landbouwers. Hierbij wordt toch aan landschapsbouw gedaan in deze open ruimten. De inbreng van lijnvormige groenvoorzieningen wordt voornamelijk geconcentreerd in de kleinste restruimten, terwijl in de grote restruimten de glooiende open ruimte maximaal wordt beschermd. •
Ontsluiting R0
Met uitzondering van een paar openbaar vervoerlijnen (bussen) vormen de op- en afritten ter hoogte van de Sint-Annalaan en de Indringingsweg naar de R0 de hoofdontsluiting van het grootstedelijk woongebied Koningslo. •
Aanbod aan onbebouwde percelen
Koningslo heeft nog veel onbebouwde percelen in woongebied.
D+A Consult Stad Vilvoorde
108
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
•
Begrenzing stedelijk bebouwing
De barrièrewerking van de R0 heeft ook een lichtpunt. De R0 vormt de morfologische begrenzing van het stedelijk woonweefsel van Koningslo en belet de “grootstedelijke” bebouwing om zich verder te ontwikkelen in de richting van de grootschalige open ruimte buiten de Ring rond Brussel. •
Concentratie van voorzieningen in de deelkernen ‘Voor’ en ‘Mutsaard’
In beide deelcentra is er nu sprake van een lokaal voorzieningenniveau. In ‘Mutsaard’ ligt het voorzieningenniveau nog hoger door de omgevende grootstedelijke bebouwing. Deze kern heeft een stedelijke uitstraling. Samen met de voorzieningen langs de Sint-Annalaan (N202), kan deze kern uitgebouwd worden tot een concentratie van voorzieningen op lokaal én beperkt secundair niveau. De kern van ‘Voor’ kan uitgebouwd worden tot een voorzieningenconcentratie op lokaal niveau. •
Holle wegen en landbouwwegen
De nog bestaande holle wegen en landbouwwegen bieden grote potenties voor de uitbouw van een integraal langzaam verkeersnetwerk dat in Koningslo de kernen onderling, op een aangename en veilige manier, met elkaar verbindt. Daarnaast kunnen ook verbindingen uitgebouwd worden naar Vilvoorde, Grimbergen en Brussel. De holle wegen bieden ook ecologische potenties voor een grote verscheidenheid aan fauna en flora. Samen met de KLE’s in de open ruimte kunnen ze een raamwerk vormen bij de uitbouw van een groennetwerk. •
Tangebeek als onderdeel van het stedelijk groennetwerk
Zoals eerder vermeld zijn de valleien van het Vilvoordse landschap potentiële natuur- en recreatieassen. Dit geldt zeker voor de Tangebeek die een belangrijk lineair landschappelijk element vormt in het glooiende landschap van de ‘Heuvels van de Leemstreek’. Om de Tangebeek tot een waardevolle natuur- en landschapsas om te bouwen dient men in Koningslo het voetbalveld aan het St. Jan Berchmanscollege om te vormen tot een natuurgebied zodat er zich een rijke, geëigende flora en fauna kan ontwikkelen. Deze natuurontwikkeling kan nog worden versterkt door een opwaardering van het valleilandschap, ook binnen de bebouwing door een landschappelijke inkadering van de gebouwen langsheen de vallei. Samenwerking met de buurgemeente Grimbergen is onontbeerlijk.
11.6
Stedelijke groenas Tangebeek – Hoogveld – Drie Fonteinen
11.6.1.
Situering
Deze deelruimte is langs westelijke zijde grensoverschrijdend met Grimbergen en omvat het gebied ten noorden van de Ring rond Brussel (R0) en ten zuiden van de wijk Kassei. Ten oosten wordt deze deelruimte begrensd door het kanaal.
11.6.2.
Beschrijving
De deelruimte wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een beekvallei, een bosje, een stadsdomein met uitlopers, woonbebouwing en een zone met kantoren. De vallei van de Tangebeek vormt de grens met Grimbergen en loopt verder in de richting van het Domein van Borcht. De vallei bestaat uit een opeenvolging van populierenbestanden. Op de open valleirand, die de overgang vormt van de smalle beekvallei naar Hoogveld, ligt het Tangebeekbos. Het gebied wordt verder gekarakteriseerd door weilanden, akkers en (aangetaste) holle wegen. Ten noorden van de Tangebeek, maar op het grondgebied van Grimbergen, liggen de sociale en residentiële verkavelingen “Populierendal” en “Groot Molenveld”. Hoogveld bestaat uit een residentiële wijk met gemengde woontypologieën en een tweetal oudere hoogbouwblokken. Daartussen liggen enkele open ruimtes, waarvan één recentelijk is omgevormd tot een parkgebied. De opgeworpen ‘grondwal’ moet voor de nodige (visuele) buffering zorgen tussen de residentiële woonwijk en de in volle ontwikkeling zijnde kantorenzone op ‘Business- & Mediapark’. Het merendeel van de kantoren bestaat uit hoogbouwblokken. Helemaal in het oosten van de deelruimte situeert zich het domein Drie Fonteinen met een overwegend recreatieve functie. De bevolking van Vilvoorde en omstreken kan er zowel op een passieve als een actieve manier recreëren. Het domein kent een aantal uitlopers (“groene vingers”) in D+A Consult Stad Vilvoorde
109
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
westelijk richting, meerbepaald in de richting van Europawijk – Hoogveld en Business- & Mediapark. Het stadspark omringt grotendeels het woonpark Lenterik. Tussen de Europawijk en Hoogveld ligt nog het Eurovolleycenter als recreatieve pool op regionaal niveau. De verkeersafwikkeling gebeurt via de Albert I-laan en Poststraat of de Medialaan in de richting van het op- en afrittencomplex van de R0 (Ring rond Brussel). Kaart 30:
Deelruimte ‘stedelijke groenas Tangebeek – Hoogveld – Drie Fonteinen’
11.6.3. 11.6.3.1 •
Knelpunten en kwaliteiten Knelpunten
Business- & Mediapark
De zone ‘Business- & Mediapark’ ligt zowel uit verkeerskundig als uit sociaal-maatschappelijk oogpunt slecht ingeplant. Er is niet enkel de confrontatie met de ‘achterliggende’ woonwijk(en), maar ook de ontsluiting van het gebied laat te wensen over. De zone is te éénzijdig gericht op het autoverkeer. Daarnaast creëert de zone tevens sluikverkeer door de wijk Kassei. •
Zonevreemde woningen
Het gebied wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van diverse zonevreemde woningen die meestal gegroepeerd voorkomen en vooral in natuurgebied liggen. Vooral de kwetsbare vallei van de Tangebeek wordt met dit gegeven geconfronteerd. •
Hoogbouw
Ter hoogte van het Eurovolleycenter liggen twee hoogbouwblokken die schril afsteken tegen de omgevende woonbebouwing (schaalbreuk). •
Autoverkeer gerichte ontsluiting
Door de aanwezigheid van het op- en afrittencomplex nr. 6 (RO) kent het gebied een goede doch eenzijdig autoverkeersgerichte ontsluiting. Dit op- en afrittencomplex trekt ook verkeer aan. •
Holle wegen verloederd
Enkele holle wegen dienen beter onderhouden en terug opgewaardeerd te worden. 11.6.3.2 •
Kwaliteiten
Tangebeekvallei
De vallei van de Tangebeek met Tangebeekbos vormt één van de belangrijkste natuurlijke groenstructuren op het grondgebied van Vilvoorde. Binnen dit deel van de stad Vilvoorde (Hoogveld) heeft de vallei grotendeels haar natuurlijke waarde kunnen behouden. Op bepaalde plaatsen wordt de vallei wel geconfronteerd met de aanwezigheid van zonevreemde woningen. •
Open karakter van het gebied
In tegenstelling tot vele andere gebieden in Vilvoorde wordt dit gebied gekenmerkt door een zekere openheid. Deze openheid komt niet enkel tot uiting in de vallei van de Tangebeek, maar ook in het Domein Drie Fonteinen. Het gebied daartussen is bijna volledig dichtbebouwd, maar hoofdzakelijk door relatief ‘open’ bebouwing. Door de aanwezigheid van een op- en afrittencomplex kent het gebied een goede doch eenzijdige ontsluiting. •
Bovenregionale uitstraling Park Drie Fonteinen en Eurovolleycenter
Binnen deze deelruimte liggen twee bovenlokale polen op het vlak van recreatie. Het betreft het Domein Drie Fonteinen en het Eurovolleycenter. D+A Consult Stad Vilvoorde
110
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
11.7
Open ruimte Houtem – Peutie
11.7.1.
Situering
Deze deelruimte bevindt zich in het oostelijke gedeelte van de gemeente en vormt een onderdeel van de open ruimtecorridor op Vlaams niveau tussen Brussel en Mechelen. Het betreft een groot gemeentegrensoverschrijdend gebied. Dit wordt langs westelijke zijde begrensd door de combinatie van de woonbebouwing van Faubourg en de Woluwelaan (R22) en langs noordelijke zijde over de spoorlijn Brussel – Antwerpen (lijn 25) en de N1 heen loopt richting Nelebroek. Langs zuidelijke zijde wordt de zone begrensd door de bebouwing in de kern Machelen.
11.7.2.
Beschrijving
De open ruimte rond Houtem en Peutie wordt gekenmerkt door een vrij vlak reliëf met een grote landschappelijke openheid. In deze openheid vinden we een aantal blokvormige bosstructuren terug Roosbroeken, Houtembos, Peutiebos, Schoeweverbosjes en Floordambos - met hoge biologische waarden. De open ruimtestructuur wordt nog versterkt door de doorstromende beken. In het noorden lopen de Broekgracht, Kautesteenbeek en Plattesteenbeek, terwijl zuidelijk de Trawoolbeek doorheen het Floordambos stroomt. De aanwezigheid van deze beken geven geen aanleiding tot grote reliëfverschillen. Akkerland is het voornaamste agrarisch gebruik in de open ruimte, met graslanden rond de beken. Een aantal markante historische gebouwen in deze ruimte, zijn vaak gelinkt aan de bosstructuren: het Steenkasteel in de Roosbroeken, de Laathof en het Dry Torenhof nabij Huinhoven (grondgebied Steenokkerzeel), Batenborgkasteel en Kasteel Ravaart in het Floordambos. Een uitloper van dit bos gaat over de A1/E19-autosnelweg en begrenst de kern Peutie langs zuidelijke zijde. Het bos is van groot ecologisch belang door de rijke flora en fauna, nog versterkt door de bovenloop van de Trawool en de Lellebeek/Leibeek. De open ruimte is versnipperd door de aanleg van de E19/A1 autosnelweg en de uitgroeiende lintbebouwing langsheen de hoofdstraten van Houtem. De tuinbouwhogeschool Horteco met zijn hoge gebouwen in een parkachtige omgeving met serres en proefvelden vormt als het ware de overgang van de open ruimte naar het verdichte woonweefsel van Faubourg. De open ruimte loopt hier door ondanks de aanwezigheid van de R22 (Woluwelaan) en de landschappelijk visueel storende hoogspanningslijnen. De natuurwaarden in deze omgeving zijn zeer waardevol en worden nog versterkt door de KLE’s en amfibieënpoelen in het gebied. De overgang van de open ruimte naar de grootschalige gebouwen van de militaire kazerne in Peutie verloopt zeer bruusk, zonder enige landschappelijke inpassing of inkadering. Hierdoor zou men de indruk kunnen hebben dat Peutie van het landelijk of open gebied afgesneden ligt. Dit is zeker niet het geval rekening houdende met de landelijke kenmerken van Peutie en zijn directe omgeving. De beschouwde open ruimte wordt tenslotte in het zuiden begrensd door de ontwikkelingen met betrekking tot wonen en bedrijvigheid (invloed luchthaven) langsheen de Luchthavenlaan en de Leuvensesteenweg. Middenin deze open ruimte tussen spoorlijn en E19/A1 ligt de kern van Houtem. Deze bestaat eigenlijk uit twee ruimtelijk autonome delen: westelijk het oude straatdorp uitgegroeid langs de hoofdwegen en oostelijk de sociale woonwijk ‘Kayput’. Primaire voorzieningen komen geconcentreerd voor ter hoogte van het plein aan de Damstraat en de K. Trekelsstraat. In de woonwijk ‘Kayput’ zijn enkele basisuitrustingen en diensten terug te vinden nabij het A. Rodenbachplein. De kern heeft zich ontwikkeld op het kruispunt van vier belangrijke verbindingswegen, met name de Damstraat (richting Zemst), de Haesendonckstraat (richting Steenokkerzeel), de Kluitingstraat (richting N1 en R22) en de Rollewagenstraat – Houtemsesteenweg (richting Peutie en R22). Veel van de aanwezige lintbebouwing ligt zonevreemd. Tussen beide delen van het dorp in liggen een aantal voor het dorp belangrijke gebouwen: in de Haesendonckstraat een kleinschalige landelijke ruimte met de markante historische gebouwen als de Steenhoeve, het Monnikenhoeve en de Sint-Antoniuskerk en langs de K. Trekelsstraat het schooltje, de sporthal en het cultureel centrum.
D+A Consult Stad Vilvoorde
111
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
Bedrijvigheid van grote omvang is hier niet te vinden, met uitzondering van een bedrijf langs de Damstraat (grondgebied Zemst) dat landschappelijk zeer slecht ingepast is. Het zuiveringsstation sluit aan bij de bebouwing van de kazerne en is ingebufferd door Peutiebos. Peutie ligt eerder geprangd tussen de Woluwelaan (R22), de kazerne van Peutie, de E19autosnelweg en de uitloper van het Floordambos. De historische kern met de meeste primaire voorzieningen situeert zich in de directe omgeving van de kerk, de Aarschotsestraat – Vijfhoekstraat, Linden- en Vilvoordestraat. Door zijn ‘geknelde’ ligging heeft de lintbebouwing zich hier niet in dezelfde mate kunnen manifesteren als in Houtem. Meer recentelijk hebben zich een aantal uitbreidingen van de woonbebouwing, voornamelijk open en halfopen bebouwing, voorgedaan in oostelijke richting. Momenteel is er een sociaal inbreidingsproject aan de gang in het binnengebied gevormd door de Rollewagen-, Linden-, Martelaren- en Nieuwstraat. De ontsluiting van Peutie gebeurt via de Rollewagenstraat of de Aarschotsestraat naar de Leuvensesteenweg en dan verder naar de R22. Ofwel via de Martelarenstraat of de Vijfhoekstraat naar de Sint-Martinuslaan en dan verder via de Luchthavenlaan (N211) naar de R22 of de A1/E19. Door hun ligging en de congestie op het hogere wegennet worden Houtem en Peutie geconfronteerd met veel doorgaand verkeer wat de verkeersleefbaarheid en –veiligheid in beide kernen in het gedrang brengt. Daarnaast wordt Peutie nog eens extra belast met het bestemmingsverkeer naar de militaire kazerne. Kaart 31:
11.7.3. 11.7.3.1 •
Deelruimte ‘open ruimte Houtem – Peutie’
Knelpunten en kwaliteiten Knelpunten
Aanwezigheid van militaire kazerne
Ten noorden van Peutie ligt het grootschalig militair domein van Peutie. Het domein ligt landschappelijk niet geïntegreerd in de open ruimte vanHoutem en Peutie waardoor de relatie tussen deze open ruimte en de landelijke kern van Peutie bijna verloren is gegaan. De grootschaligheid van het complex conflicteert met het open ruimtekarakter van het omliggende gebied en de landelijke uitstraling van de kern Peutie. Deze site genereert dagelijks dusdanige verkeersstromen dat de verkeersleefbaarheid en –veiligheid van Peutie in het gedrang komt. •
Grootschalige verkaveling ‘Kayput’
De landelijke kern van Houtem en de sociale woonwijk ’Kayput’ zijn elkaars tegenpolen op verschillende vlakken. Ruimtelijk is dit logisch aangezien het respectievelijk handelt over een spontaan, historisch gegroeid straatdorp en een geplande grootschalige wijk. Maar de fysische relaties tussen beide weefsels worden slechts gevormd door vier verkeerskundige verbindingen, waarvan 2 voetwegen. Deze relatie kan door de herinrichting van het openbaar domein verbeterd worden waarbij de K. Trekelsstraat als scharnierpunt kan fungeren. Op sociaal vlak heeft de bouw van de woonwijk enorme gevolgen gehad voor de leefgemeenschap van Houtem, aangezien de bevolking plots meer dan verdubbelde in aantal. De verschillende sociale achtergronden hebben het dorpsleven ontwricht en hebben geleid tot een (sociale) breuk tussen de inwoners van de sociale verkaveling en de historisch-maatschappelijk gegroeide nederzetting. Functioneel is de relatie tussen Houtem en Kayput beter op elkaar afgestemd, hoewel de winkelvoorzieningen aan het Rodenbachplein zeer vreemd ingeplant zijn, rekening houdend met de concentratie van de resterende voorzieningen langs de Damstraat en de K. Trekelsstraat. Het resterende gedeelte van het woonuitbreidingsgebied is een potentieel gevaar voor verdere ontwikkeling van de open ruimte aldaar. •
Zonevreemde (lint)bebouwing
Vooral de landelijk kern Houtem wordt geconfronteerd met het fenomeen van lintbebouwing langsheen de belangrijkste toegangswegen. Bij veel van deze ‘linten’ speelt tevens het aspect van zonevreemdheid. Dit is met name het geval langsheen de Damstraat – Houtemsesteenweg, Buitingstraat en Haesendonckstraat – Grensstraat. Het betreft hier dikwijls groeperingen van woningen doch ook enkele woonenclaves. D+A Consult Stad Vilvoorde
112
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
•
Barrièrewerking lijninfrastructuur
De spoorlijn, de E19-autosnelweg en in mindere mate de R22 (Woluwelaan) manifesteren zich als ware fysieke barrières in de open ruimte, met versnippering van de grote open ruimte-entiteiten als gevolg. De spoorlijn is - samen met de bedrijvigheid en de groothandelszaken langs de N1 - een landschappelijke en functionele barrière tussen deze open ruimte en het meersengebied rond de Zenne. De E19/A1 werkt als landschappelijke barrière in de open ruimte, deelt de open ruimte op en scheidt Houtem van Perk. De R22 is landschappelijk een meer beperkte barrière, maar vormt meer een bedreiging voor de open ruimte, aangezien een dergelijke weg een aantrekkelijke locatieplaats is voor groothandelszaken en bedrijvigheid. Daarnaast werkt ze ook verkeerskundig als barrière voor het langzaam verkeer dat via Schoewever van Vilvoorde naar Houtem en Zemst wil gaan. •
Hoogspanningsleidingen
Parallel met de R22 loopt een bundel met hoogspanningsleidingen. Deze lopen maar gedeeltelijk doorheen het gebied. Ten noorden van Houtem loopt nog een tweede lijn. Hoogspanningsleidingen veroorzaken visuele hinder en tasten zo de landschappelijke waarden van de open ruimte rond Houtem en Peutie aan. Hierdoor is het landschap onderhevig aan identiteitsverlies. •
Verdwijnen KLE’s
Ten noordoosten van Houtem, rond de Broekgracht, wordt de open ruimte gekenmerkt door KLE’s. Door de schaalvergroting in de landbouw gaan steeds meer van deze KLE’s verloren. •
Versnippering van het bosbestand
De bossen in het gebied zijn slechts relicten van grotere bosstructuren. Door hun inkrimping hebben ze een deel van hun rijke flora en fauna verloren. •
Grootschalige overgangen
De overgangen over de E19/A1 via de Boektesteenweg en de Sint-Martinuslaan zijn te grootschalig vorm gegeven en zijn zo verkeerskundig niet aangepast aan hun beperkte functie als lokale ontsluitingsweg. Deze grootschalige vormgeving is mede oorzaak van hun gebruik als sluikweg. •
Sluipverkeer
Door de ligging ten aanzien van Brussel en door de congestie op het hoofdwegennet worden veel lokale wegen als alternatief gebruikt met als gevolg dat de kernen van Houtem en Peutie geconfronteerd worden met sluipverkeer. Het vele doorgaand verkeer doorheen de kernen heeft een negatieve invloed op de verkeersleefbaarheid en –veiligheid in de kernen. •
Sint-Martinuslaan
De Sint-Martinuslaan kent bij haar doortocht op het grondgebied van Machelen een versmald wegprofiel over de laatste 500m. Deze versmalling, die zich als een flessenhals manifesteert, is het gevolg van de aanwezigheid van bebouwing (woningen en bedrijven) in het laatste stuk richting Luchthavenlaan. Op grondgebied Vilvoorde is deze weg zeer ruim gedimensioneerd en trekt sluikverkeer aan. 11.7.3.2 •
Kwaliteiten
Openheid
De zone ten noorden van Houtem heeft de potentie om uit te groeien tot een verwevingsgebied voor landbouw en natuur door uitbouw van de bestaande KLE’s, versterking van de natuurwaarden van de Broekgracht en de Kautesteenbeek en oriëntering van de landbouw op grasland. Dit is ook het geval voor de zone tussen de Plattesteenbeek en de E19/A1 autosnelweg. De resterende open ruimte rond Houtem en Perk heeft van oudsher reeds een grote openheid alsook de potentie voor grootschalige landbouw georiënteerd op akkerbouw.
D+A Consult Stad Vilvoorde
113
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002
•
Sint-Martinuslaan en Kazerne van Peutie
Aangezien de ganse organisatie van de kazerne afgestemd is op de hoofdingang aan de Martelarenstraat, dient de afwikkeling van woon-werkverkeer van de kazerne via de Sint-Martinuslaan richting Luchthavenlaan te gebeuren. De Luchthavenlaan kan dan het verkeer verder verspreiden over de R22 (Woluwelaan) en de E19-autosnelweg, afhankelijk van de bestemming. In alle geval dient vermeden dat grote verkeersstromen doorheen de kern van Peutie gaan. •
Ontsluiting via R22 of A1/E19
Met betrekking tot de ontsluiting van de kernen dient gestreefd naar een zo snel mogelijke afwikkeling van het verkeer in de richting van de R22 (Woluwelaan). Door de aanwezigheid van een op- en afrittencomplex op de Luchthavenlaan bestaat voor Peutie ook de mogelijkheid om via de SintMartinuslaan rechtstreeks richting E19 te rijden. •
Bosstructuren voor natuur en recreatie
Roosbroeken en Floordambos hebben door hun omvang en grote natuurwaarden de potentie om uit te groeien tot kerngebieden voor natuurontwikkeling. Het Floordambos wordt door een dienstbrugje verbonden met Peutiebos, waardoor beide bossen recreatief tot één eenheid kunnen worden uitgebouwd. Houtembos en het bos nabij het zuiveringsstation hebben grote potenties tot één grote bosstructuur uit te groeien. Hierdoor worden tevens de natuurwaarden van de Kautesteenbeek versterkt. •
Valleigebieden
De drie beken in de open ruimte - Broekgracht, Kautesteenbeek en Plattesteenbeek - zijn potentiële groenassen en kunnen een onderdeel vormen van een integraal groennetwerk voor Vilvoorde. •
Horteco
De zone rond Horteco heeft de potentie om uit te groeien tot een groenas die de stad binnendringt. Door de extensieve bebouwing met historische gebouwen en grote oude tuinen rond de kruising van De Bavaylei en Houtemsesteenweg kan deze groenas zelfs tot dicht bij het stadscentrum doorgetrokken worden. De uitbouw van een publiekstrekker rond het thema ‘tuinbouw’ kan een meerwaarde betekenen voor Vilvoorde. De fietsverbinding tussen Faubourg en Houtem via Schoewever kan een onderdeel vormen van een kwalitatief integraal fietsnetwerk voor dit stadsdeel.
D+A Consult Stad Vilvoorde
114
Ontwerp structuurplan Versie GR1 - oktober 2002