inhoud
Voorwoord
7
Wat was en is 9/11? Een eerste verkenning Frans Osinga
9
Al te menselijke reacties…? Sjo Soeters
26
Streven naar absolute veiligheid: de Amerikaanse reactie op 9/11 Ruud Janssens
40
9/11 en de afkalving van Amerika’s supermachtstatus Rob de Wijk
56
Van 9/11 naar Libië: Amerika, navo en de trans-Atlantische band Alexander Bon en Sabine Mengelberg
76
‘The global financial War on Terror’: analyses en cijfers Robert Beeres en Myriame Bollen
92
Terrorismebestrijding in Europa: vergelijking en opdrachten Erwin Muller
107
Tweespalt in Nederland en de echo’s van de aanslagen Jan van der Meulen
128
9-11 boek 3.indd 5
16-08-11 15:29
6
9-11 boek 3.indd 6
inhoud
Het contraterrorismebeleid in Nederland Bob de Graaff
144
De Nederlandse krijgsmacht en 9/11 Erik J. de Waard en Jörg E. Noll
163
Het verschijnsel Al Qaeda: op zoek naar de geheimen van Escher Roy Lindelauf en Giliam de Valk
182
De religieuze renaissance: de veiligheid en de weerbaarheid Theo Brinkel
200
De legitimering van statelijk geweldgebruik na 9/11 P.A.L. Ducheine en T.D. Gill
216
Al-Tahrir vs. Bin Laden: de botsing van ideologieën in het Midden-Oosten vanaf 9/11 tot de Arabische Lente Maarten Rothman
235
Noten Literatuur Over de auteurs
249 261 287
16-08-11 15:29
wat was en is 9/11? een eerste verkenning Frans Osinga
i nl eidi ng Geen gebeurtenis heeft in het afgelopen decennium zoveel teweeggebracht als de inslagen van de twee Boeing 767 passagiersvliegtuigen in het World Trade Center in de ochtend van 9/11 2001. 9/11 heeft eenzelfde lading als de mythische metaforen ‘München’ en ‘Pearl Harbor’. De televisiebeelden staan in het geheugen van miljoenen mensen gegrift. De aanslagen lieten een alleszeggende en tijdperk definiërende leegte achter: het gat in de beroemde skyline van New York waar het World Trade Center – de Twin Towers – stond. Er is vóór 9/11, en er is na 9/11. En dat zijn twee verschillende tijdperken en werelden. Vroeg in de ochtend van 11 september 2001 overmeesterden negentien kapers de vliegtuigbemanning aan boord van vier passagiersvliegtuigen die op weg waren naar San Francisco en Los Angeles vanuit Boston, Newark en Washington D.C. Om 8.46 uur plaatselijke tijd sloeg vlucht aa 11 van American Airlines in op de North Tower van het wtc. Zeventien minuten later sloeg vlucht ua 175 van United Airlines in op de South Tower. Vlucht 77 van American Airlines stortte neer op het Pentagon om 9.37 uur. Het vierde toestel, United Airlines vlucht 93, stortte om 10.03 uur neer bij het plaatsje Shanksville in de staat Pennsylvania, en niet op het vermoedelijke doel: het Capitool of het Witte Huis. De South Tower stortte het eerst in, 56 minuten na de inslag. Om 10.28 uur stortte ook de North Tower in. Neervallende puinbrokken veroorzaakten brand in gebouw 7 van het wtc waardoor ook dit gebouw om 5:21 uur volledig instortte.1
9-11 boek 3.indd 9
16-08-11 15:29
10
frans osinga
Voor duizenden families is 9/11 een persoonlijk drama. Naar schatting bevonden zich 17.400 mensen in het wtc-complex op het moment van de aanslagen, waarvan vermoedelijk ongeveer 14.000 in de Twin Towers. Honderden van hen kwamen om door de impact van de inslagen. Degenen die zich op de daarboven gelegen verdiepingen bevonden, waren ten dode opgeschreven. Ten minste tweehonderd mensen sprongen hun dood uit wanhoop tegemoet. In het wtc waren uiteindelijk 2752 slachtoffers te betreuren, waaronder 147 passagiers van de 2 vliegtuigen en 411 first responders zoals brandweerlieden, eerstehulpverleners en politieagenten. De aanslag op het Pentagon kostte 184 mensen het leven. In het veld bij Shanksville lagen 40 slachtoffers. Hiermee komt het kille totaal van de aanslagen uit op 2977 doden, onder wie 372 slachtoffers afkomstig uit 70 verschillende landen. Meer dan 3000 kinderen verloren die ochtend een of beide ouders. In Europa leidde 9/11 tot grote sympathie voor en betrokkenheid bij de Verenigde Staten (vs). In Berlijn namen 200.000 Duitsers deel aan een optocht waarmee zij hun solidariteit met de vs wilden tonen. ‘Nous sommes tous Americains,’ verkondigde Le Monde op 12 september 2001. De navo verklaarde op diezelfde dag het solidariteitsbeginsel van artikel 5 van kracht, waarmee zij aangaf dat de aanslagen werden beschouwd als een gewapende aanval op een van haar lidstaten. De Verenigde Naties (vn) veroordeelden op die dag in resolutie 1368 deze ‘horrifying terrorist attacks’ en beschouwden deze als een bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid. de na sc hok k e n : wa a rom ? ‘Why do they hate us?’ was een veelgehoorde vraag in een zoektocht naar de oorzaken van de aanslag. Uit onderschept berichtenverkeer werd al direct op de dag van de aanslagen duidelijk dat Osama bin Laden achter de aanslagen zat met zijn organisatie Al Qaeda (‘de basis’). Op 27 september toonde de fbi foto’s van de negentien vliegtuigkapers. Naast de Egyptenaar en leider Mohammed Atta bestond de terreurcel uit vijftien Saoedi’s. Twee van hen waren afkomstig uit de Verenigde Arabische Republiek en één uit Libanon. Geen organisatie is sindsdien zo grondig onderwerp van studie geweest als Al Qaeda. Meer dan 20.000 boeken zijn momenteel verkrijgbaar over terrorisme en aanverwante thema’s.2 In literatuur (bijvoorbeeld bestsellers zoals Falling Man en Extremely Loud and Incredibly Close), film en televisieseries (de serie 24 met Jack Bauer bijvoorbeeld) zijn 9/11 en terrorisme veelvoorkomende thema’s.3 In academia probeerde men inzicht te krijgen in de aard van deze vorm van terrorisme, in manieren om dit soort groeperingen te kunnen analyseren en te detecteren (bijvoorbeeld
9-11 boek 3.indd 10
16-08-11 15:29
wat was e n i s 9 / 1 1 ?
11
social network analysis), in contraterrorisme-strategieën, en vooral in de oorzaken van de aanslagen. Sommigen (zeker ook in Europa) wezen naar de vs zelf in die zin dat arrogantie, hun buitenlandse inmenging en economisch en politiek paternalisme deze gewelddadige reactie zouden hebben uitgelokt. Anderen zagen in de globalisering de oorzaak die de tegenstellingen tussen arm en rijk zou hebben geaccentueerd, en die culturele ontworteling zou veroorzaken. Maar dat was een these die werd ontkracht toen bleek dat de meeste aanhangers van radicale bewegingen en daders van terreuraanslagen geenszins economisch achtergesteld waren noch intellectueel minder onderlegd.4 Ook werd een oorzaak gezien in de falende maatschappelijke modernisering, politieke repressie en achterblijvende economische ontwikkeling in de ‘derde’ wereld ten opzichte van de rest van de wereld.5 Het eigenlijke antwoord op de waaromvraag lag in de videotapes en fatwa’s van Al Qaeda uit 1996, en in die van na 9/11: het ging om de beëindiging van de Amerikaanse bemoeienis in Palestina, het vertrek van Amerikaanse troepen uit Saoedi-Arabië en tot slot het vestigen van een nieuw kalifaat in het Midden-Oosten. In de perceptie van Bin Laden (en van zijn jihadistische volgelingen) betrof het een existentiële strijd met een metafysisch doel: jihad. Hij deed een beroep op de ‘heilige oorlog’, een religieuze strijd die al decennia zo niet eeuwen woedt. Het is een absolute oorlog waarin het enige echte geloof strijdt tegen afvalligen en ongelovigen, of dat nu despotische of verlichte regeringen zijn in het Midden-Oosten (de ‘near enemy’) of de bevolking in de vs en West-Europa (‘the far enemy’). In deze visie heeft iedere ‘echte’ moslim de plicht zich bij deze strijd aan te sluiten. 9/11 was een provocatie met als doel een overreactie aan de vs te ontlokken. Bewust werden de symbolen van de moderne seculiere democratische natiestaat aangevallen. De vs stonden voor individualiteit, pluriformiteit, kapitalisme en militaire dominantie. De ineenstorting van de Twin Towers had daarmee een diepe symbolische betekenis die angst moest inboezemen bij de westerse bevolking, binnen de islamitische wereld de macht van de terreurgroep moest bevestigen, moest aanzetten tot radicalisering en als recruiteringsmateriaal kon dienen voor uitzichtloze jongeren.6 9/11 bleek te zijn ingegeven, niet door armoede, sociale of economische motieven, maar door culturele en religieuze motieven, vermengd met gevoel van eerverlies en ingegeven door diepe weerstand tegen de culturele invasie van het Westen. Tot slot, 9/11 was ook bedoeld om een grote impact te veroorzaken, waarmee Bin Laden zijn leidende positie kon bevestigen binnen een diversiteit aan radicale islamitische groeperingen en daarnaast eenheid binnen de islamitische wereld kon creëren.7 Het waren symbolische statements, vormen van een public performance die een divers publiek bespeelden,
9-11 boek 3.indd 11
16-08-11 15:29
12
frans osinga
a theater of cruelty, zoals Braudillard het eerder verwoordde, met als specifiek doel spectaculaire media-impact te veroorzaken.8 Die was niet in de laatste plaats gericht tegen de ‘afvallige’ regimes in het Midden-Oosten die steun leverden aan de vs. Deze regimes moesten ten val worden gebracht. Voor Bin Laden en door hem geïnspireerde radicale moslims ging het, zo blijkt uit interviews en fatwa’s, om niet minder dan de clash of civilizations,9 een war of ideas,10 een kosmische strijd11 waarin het christendom, de moderniteit en de westerse beschaving de vijand zijn.12 Het was voor hen een strijd die zou leiden tot het herstel van de islamitische glorie van weleer en de vorming van de islamitische staat. Al Qaeda is de voorhoede van een mondiale religieuze salafistische revivalbeweging. ‘Terrorist’ is dan ook een te simpele betiteling voor Bin Laden; hij was een civilizational revolutionary.13 Dit ideologische kenmerk lijkt zelfs belangrijker te worden sinds 2001, na de verdrijving van Al Qaeda uit Afghanistan. Al Qaeda transformeerde tot een ideologie, een programma, een sociale beweging met apocalyptische visioenen. Een nieuwe ‘vijand’ was opgestaan. Sageman verwoordde in ieder geval zowel de Amerikaanse perceptie als de agenda van Bin Laden: ‘The global jihad is a threat to the world. Its theatre of operations spans the globe, and its apocalyptic vision melts away any barriers to its planned atrocities.’14 wat bet ek e n t h et? De psychologische impact was enorm. Direct na de aanslagen toonde een Gallup Poll dat 43% van de Amerikanen terrorisme als de grootste zorg zag terwijl dat vooraf aan 9/11 nihil was. Vijf jaar na de aanslagen gaf 46% nog steeds aan bezorgd tot zeer bezorgd te zijn.15 De aanslagen van 9/11 veranderden het denken over veiligheid radicaal, uiteraard in de vs maar ook direct in Europa, en niet alleen binnen politieke en bestuurlijke elites. 9/11 kwam, zo stelt Kepel, als een volslagen verrassing, shockeerde het Westen en raakte dit direct in zijn fundamenten.16 Het nieuwe van 9/11 lag in de schok van de ontdekking van een nieuwe transnationaal optredende tegenstander, die in zijn extremistische en suïcidale gedrag nauwelijks is af te schrikken, die zich bovendien al midden in hoogontwikkelde landen bevond en die al een decennium een oorlog bleek te voeren tegen de vs en het Westen in het algemeen. In de jaren negentig stonden voor het Westen slechts beperkte belangen op het spel. Nu leken plots weer vitale belangen en waarden van westerse landen direct bedreigd. De scheiding tussen interne en externe veiligheid en risicobronnen vervaagde. Een groepering die zich verschool in een falende staat ver buiten onze grenzen wist de westerse samenleving in de hoofdsteden aan
9-11 boek 3.indd 12
16-08-11 15:29
wat was e n i s 9 / 1 1 ?
13
te vallen. ‘A far away evil became a present danger,’ zei Bush treffend op 12 september 2001. Voorafgaande aan 9/11 werd terrorisme weliswaar onderkend als dreiging, maar werd toch benadrukt dat in het Westen, zeker met het verdwijnen van de raf en de ira, terrorisme meestal maar beperkte schade veroorzaakte. Geen enkele terreuraanslag voor 9/11 had meer dan vijfhonderd slachtoffers veroorzaakt.17 De vorm waarin het terrorisme zich in New York en Washington manifesteerde was in zijn omvang, strategische reikwijdte, suïcidaal gedrag van de daders en doelbewuste massaslachting onder burgers weerzinwekkend en uniek. Dit was Fourth Wave Terrorism.18 Plotseling was een niet-statelijke actor, optredend vanuit diverse westerse landen, in staat een daad van agressie uit te voeren die in omvang kon worden beschouwd als de oorlogsdaad van een natiestaat. Hier was, zo was de publieke perceptie, sprake van terrorisme met catastrofale gevolgen uitgevoerd op grond van een bovenaardse rechtvaardiging. Religie en cultuur stonden plots blijkbaar weer centraal als primaire conflictoorzaak daar waar het Westen sinds driehonderd jaar religie als legitimatiegrond voor oorlog had uitgebannen. Het was in dat opzicht de meest recente manifestatie van de strijd om ‘sacred causes’.19 Die radicale interpretatie van religie – fundamentalisme – zorgt voor ideologische helderheid waarin geen plaats is voor compromis, voor historische gegrondheid en onvermijdelijkheid van de strijd, voor morele rechtvaardiging voor de terreurdaden, voor een duidelijk aanwijsbare en in absolute oppositionele termen aangeduide tegenstander, voor een boven aardse belangen verheven doel en voor een tijdshorizon waarin deze doelen verwezenlijkt moeten worden die zich oneindig ver uitstrekt. Bovendien suggereert zij dat de terrorist deelneemt aan een existentiële spirituele activiteit.20 Voorafgaand aan 9/11 werd al beschreven dat religieus geïnspireerd terrorisme in opkomst was, en dat de daarmee gepaard gaande aanslagen steeds meer waren gericht op het bewust veroorzaken van een maximaal aantal burgerslachtoffers, waarbij vooral stedelijke objecten als doelwit werden uitgekozen en economische schade werd beoogd. Symbolische objecten bieden daarbij het voordeel dat de aanslag een grotere bekendheid en meer betekenis krijgt. Daarnaast ging het niet meer om specifieke materiële en politieke doeleinden, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de aanslagen van de eta of de ira. Verschillende van dit soort aanslagen waren ook al verijdeld, ook in Europa. 9/11 volgde op eerdere aanslagen op Amerikaanse doelen zoals die in 1993 (het World Trade Center), in 1995 en 1996 (aanvallen op Amerikaans personeel in Saoedi-Arabië), in 1997 (aanslag op westerse toeristen bij het Luxor tempelcomplex in Egypte), in 1998 (aanslagen op Amerikaanse am-
9-11 boek 3.indd 13
16-08-11 15:29
14
frans osinga
bassades in Kenia en Tanzania) en in 2000 (de aanslag op de uss Cole). In die zin, zo concludeerde het officiële 9/11-rapport, was het een schok, maar geen verrassing – althans dat had het niet hoeven zijn als alle signalen tijdig in samenhang waren onderkend.21 Echter, het Westen had zich veilig gewaand, en de democratische staat met een vrijemarkteconomie leek de triomfantelijke enig overgebleven ideologie. Strijd om grootse ideeën waren, zo had Mueller al in 1989 gesteld, ‘subrationally unthinkable’ geworden, met name in West-Europa. De alarmerende waarschuwingen van de eerdere aanslagen kwamen tegen die achtergrond niet door bij het brede publiek. Dit veranderde met de aanslagen van 9/11 en daarna die in Madrid, Londen en Bali, de moord op Theo van Gogh en de cartoonrel in Denemarken. Deze terreurgroep demonstreerde dat de iconen van globalisering – internet, vrij verkeer van personen, mobiele telefoons – kleine groeperingen mogelijkheden verschaffen om met simpele en goedkope middelen over grote afstand acties te plannen en te coördineren, en daarmee een staat verschrikkelijke schade toe te brengen. De Dow Jones Index opende, nadat deze van 11 tot 17 september gesloten was gebleven, 684 punten lager op 8921, ofwel met een verlies van 7,1%, dat in de loop van die week steeg tot 14,3%, het grootste verlies in één week tot aan de financiële crisis in het najaar van 2008. In één week ging 1,4 triljoen dollar aan beurswaarde verloren. Wereldwijd raakten duizenden mensen hun banen kwijt in de luchtvaartsector, gevolgd door de hotel- en conferentiesector en de toerismesector. De door de aanvallen veroorzaakte schade bedroeg ongeveer 40 miljard dollar. De moderne staat leek ineens vol kwetsbare infrastructuur, en door de geografische concentratie van kapitaal en kennis, gekoppeld aan de verwevenheid van economische sectoren en van nationale en internationale economieën, kon de impact van de aanslagen in New York binnen enkele uren wereldwijde gevolgen teweegbrengen.22 De toekomst van de seculiere natiestaat als dominante politieke organisatievorm werd zelfs ter discussie gesteld in het licht van dit nieuwe religieuze geweld. Konden regeringen hun burgers nog wel beschermen tegen dit soort transnationale dreigingen? Moderne maatschappijen bleken in ieder geval psychologisch kwetsbaar, mede door de 24-uurs media die overal aanwezig en overal te volgen zijn.23 oor log ? Wat de aard was van het conflict waarin het Westen zich nu bevond, was vooral een politiek vraagstuk. Een voormalig adviseur van de Amerikaanse National Security Council beschouwde het als een existentiële strijd tegen het westerse model van de open democratische ‘market-state’. Hij stelde dat het heersende internationaal rechtelijke stelsel, dat een schild
9-11 boek 3.indd 14
16-08-11 15:29
wat was e n i s 9 / 1 1 ?
15
was geweest in het tijdperk waarin veiligheid werd bedreigd door staten, niet meer afdoende is in een tijd dat niet-statelijke actoren vanuit ‘schurkenstaten’ konden optreden. Preëmptief optreden moest weer als legitiem worden aangemerkt.24 Met name in de vs werd de strijd als een oorlog gezien en werd die gevoeld als een tweede Pearl Harbor. Sommige stemmen in de politiek conservatieve stroming zagen het als een strijd van de ‘West against the rest’25 een clash of civilizations à la Huntington. Anderen typeerden die als een totalitaire ideologie en zagen het fundamentalistisch islamisme als een reactie op het modernisme net zoals het fascisme en communisme dit waren geweest in de twintigste eeuw, met dit verschil dat die twee stromingen aards en materialistisch waren en de jihad een metafysische strijd betreft.26 De regering-Bush hanteerde veelvuldig oorlogsmetaforen. In 2002 typeerde Bush de strijd in 2002 als een ‘crusade of good against evil’ waarmee hij precies het discursieve strijdtheater betrad waar Bin Laden hem wilde hebben, namelijk dat van de absolute religieuze eeuwige eschatologische strijd tussen het christendom en de islam. Dat label verraadde ook het feit dat de vs een maatschappij zijn waarin, veel meer dan de Europese, christelijke religie nog steeds een grote rol speelt in het dagelijks leven van burgers. Andere landen – Rusland, Pakistan, China, Israël – sloten zich vervolgens graag aan bij de plotselinge aandachtsverschuiving van de regering-Bush, vooral omdat zij zelf problemen met nationale terreurbewegingen kenden.27 Europeanen echter hadden grote moeite met deze religieus getinte retoriek en vroegen zich af of oorlog wel de juiste metafoor was om dit fenomeen mee te duiden. Is het een War on Terror in de wetenschap dat terrorisme slechts een tactiek is? De metafoor van oorlog suggereerde bovendien dat de strijd zich afspeelt in het militaire domein, tegen een herkenbare tegenstander, en dat er sprake is van veldslagen. Dat is hier niet het geval. Bovendien verschafte hij Al Qaeda de equivalente status van natiestaat (want alleen die voeren juridisch gezien oorlog) en de terroristen die van legitieme combattanten. Hij suggereerde ook een zichtbaar succesvol einde aan de strijd. In praktische zin riep de metafoor van oorlog de vraag op hoe je oorlog voert tegen een pluriform, wijdverspreid netwerk, gevormd door cellen die autonoom maar gecoördineerd leken op te treden. Bovendien, in tegenstelling tot partijen in ‘gewone’ oorlogen, leek Al Qaeda niet enkel of voornamelijk een aards politiek doel voor ogen te hebben dat, eenmaal bereikt, zou leiden tot beëindiging van de oorlog. Tot slot zorgt de metafoor ervoor dat het conflict, en de reactie erop, verengd worden tot een enkele dimensie en wordt het zicht verloren op de diepere onderliggende oorzaken van het
9-11 boek 3.indd 15
16-08-11 15:29
16
frans osinga
fenomeen. Het polariseert de verhoudingen, stigmatiseert hele groeperingen, stereotypeert de actoren en simplificeert een diep complex probleem. h et a n t woor d ? w e st e rse t w e e spa lt De terreurdreiging van radicale islamitische groeperingen wierp direct veel vragen op. Is er daadwerkelijk sprake van een mondiale dreiging, een ‘meta-conflict’,28 of haken lokale groeperingen aan bij de mondiale aandacht voor Al Qaeda om bekendheid en legitimiteit te verkrijgen? Is onze reactie niet overdreven in het licht van het feit dat jaarlijks meer mensen sterven bij het nemen van een bad in eigen huis dan door terreuraanslagen? Is terrorisme niet juist zo effectief door onze buitensporige tegenmaatregelen die wij in reactie op terreuraanslagen nemen?29 In hoeverre gaat het hier om een machtstrijd binnen de islamitische wereld en in welke mate is dit terrorisme daadwerkelijk gericht tegen het Westen? Diverse analisten putten zich uit in genuanceerde beeldvorming en benadrukten dat het een complex probleem betreft dat om een multidimensionale benadering vraagt. Maar hoe te handelen tegen een diffuus netwerk waarvan de leden bereid zijn zichzelf op te blazen? Hoe te onderhandelen met een partij die geen compromis accepteert en niet geïnteresseerd is in overleg? Hoe verdedig je een land tegen radicale individuen die gebruikmaken van de infrastructuur van de mondiale economie om zichzelf, strijdmiddelen en ideologische boodschap te transporteren? Waardoor radicaliseert een individu? In hoeverre dreigen wij de westerse waarden van de liberale democratie te schenden in onze poging de maatschappij te verdedigen tegen terroristen met, bijvoorbeeld, inbreuken op de privacy? Hoe gedragen jihadistische netwerken zich precies?30 Is het een binnenlands probleem voor Europese landen dat is geïmporteerd door immigratie?31 In hoeverre is hiermee het taboe op inzet van massavernietigingswapens opgeheven?32 De benadering van deze vragen had ook consequenties voor transAtlantische betrekkingen. De verschillen in strategische culturen werden zichtbaar tussen de vs en Europese landen. De vs zagen de terreurdreiging als een probleem van buitenlands beleid en kenden een grote rol toe aan het militaire instrument ter bestrijding ervan. 9/11 betekende voor de vs dat deze in staat van oorlog waren. Zoals bleek uit de Amerikaanse National Security Strategy uit 2002, kon volgens de regering-Bush de dreiging die uitgaat van dit soort nieuwe terroristische groepen, die zich ophielden in schurkenstaten en feitelijk ongeregeerde gebieden, alleen worden gepareerd door preventieve acties. Die zouden desnoods unilateraal moeten worden uitgevoerd, onder het terzijde schuiven van internationale organen, zoals de vn, en in weerwil van het internationale recht. Daar waar de aanvallen tegen de Taliban en Al Qaeda in 2001 vanuit zelfverdediging
9-11 boek 3.indd 16
16-08-11 15:29
wat was e n i s 9 / 1 1 ?
17
te rechtvaardigen waren, was de preventieve aanvalsdoctrine, op grond van vermeend bezit van massavernietigingswapens, hét motief (en een lang gekoesterde wens tot regime change) voor de Amerikaanse inval in Irak in 2003. De regering-Bush wilde met de invasie van Irak, na het aanvankelijke succes in Afghanistan, de machtspositie van de vs nogmaals manifesteren. Dit pakte anders uit. De Amerikaanse pogingen om Irak te stabiliseren en daarmee een begin te maken met de democratisering van het Midden-Oosten sloegen stuk op de burgeroorlog en de vele acties van de diverse strijdgroepen tegen de troepen van de vs. De vs hadden voor de radicalen in Irak een nieuw front gecreëerd. De kosten liepen op tot boven de 400 miljard dollar. In plaats van een demonstratie van macht, resulteerde de militaire aanwezigheid van de vs in een groot verlies van prestige en geloofwaardigheid, met name vanwege het uitblijven van bewijs dat Irak over massavernietigingswapens beschikte en de schandalen over de slechte behandeling van gevangenen in Guantanamo Bay en Abu Ghraib. Michael Scheuer (met de nomme de plume ‘Anonymous’) verwoordde de opinie van velen in zijn book Imperial Hubris. Hierin beargumenteert hij dat de vs de aard en motieven van Al Qaeda onvoldoende hadden begrepen. In zijn ogen berustte de houding om een hele regio te democratiseren en naar eigen hand te zetten op een christelijk, militaristisch, unilateraal en imperialistisch neoconservatisme en getuigde het van een contraproductieve overmoed. Europese leiders en het brede publiek hadden kritiek op de contouren van de War on Terror, die vanaf 2006 de Long War werd genoemd. Europese landen, met vaak een grote moslimgemeenschap in hun midden, zagen het vooral als een probleem van binnenlandse veiligheid dat vroeg om internationaal gecoördineerde inzet van een veelheid aan nationale instanties en internationale organisaties. Daarbij hoorde ook een bescheiden ambitie: terrorisme kon nooit worden uitgebannen, alleen worden ingedamd en de schade beperkt door preventieve maatregelen te nemen. Al te robuust militair optreden en denken in absolute termen van ‘good against evil’ zouden juist contraproductief zijn. Stigmatisering van de islam lag op de loer met mogelijk radicalisering van groeperingen binnen de eigen Europese grenzen tot gevolg. De grote onenigheid over het besluit om Irak aan te vallen versterkte de animositeit tussen Europa en de vs. Een ‘transatlantic rift’ was het gevolg.33 De vraag was of er nog wel over ‘het Westen’ kon worden gesproken. 9 /11 e n h et k l i m a at i n eu ropa Toch wordt sinds 9/11 ook in Europa het denken gedomineerd door een gevoel van kwetsbaarheid, vooral sinds het najaar van 2003, en zeker sinds
9-11 boek 3.indd 17
16-08-11 15:29
18
frans osinga
de aanslagen in Madrid en Londen. Binnen Europa heeft 9/11 immigratie en integratie tot politieke kernthema’s gemaakt en, net als in de vs, discussies losgemaakt over binnenlandse veiligheid, contraterreuraanpak, legitimering van militair geweld, maar ook over de grenzen van de inbreuk op privacy. 9/11, maar vooral de aanslag in Londen van juli 2005, legde de vinger op maatschappelijke problemen zoals jeugdwerkloosheid, radicalisering van specifieke subculturen, falende integratie, en vervreemding onder jongeren van de eigen maatschappij. Al vanaf 2002, na de klinkende Amerikaanse ‘Operation Enduring Freedom’ die de regime change in Afghanistan teweegbracht, kleurt het transnationale terrorisme het veiligheidspolitieke debat, zowel binnen de navo als binnen de eu.34 Zoals voormalig secretaris-generaal De Hoop Scheffer in 2006 het stelde: ‘We have begun tackling terrorism as a main mission, indeed, in Afghanistan we are engaging terrorism at the source.’ De navo moest een mondiale speler worden. Direct bescherming van eigen belangen met zonodig acties ‘whereever they are needed’, werd het leitmotiv. Ondanks de scherpe politieke retoriek en brede maatschappelijke kritiek op de vs besloten vele Europese landen (evenals vele mid-Aziatische landen) tot deelname aan Operation Enduring Freedom. Ook de Europese Unie (eu) liet zich niet onbetuigd met de publicatie in 2003 van de Europese Veiligheidsstrategie.35 Dit document volgde op de trans-Atlantische spanningen en was een reactie op aantijgingen van de vs dat Europa zich nog niet ten volle bewust was van de implicaties van 9/11. Tot dan toe had het Europese veiligheids- en defensiebeleid de identiteit van de eu als civiele macht benadrukt en richtte het zich met name op humanitaire operaties. De nieuwe strategie onderkende de veranderingen sinds 9/11. Er zijn ‘wereldwijde uitdagingen’, want open grenzen betekenen dat ‘interne en externe aspecten van veiligheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn (…) niet aan de staat gebonden organisaties hebben meer ruimte gekregen om een rol te spelen in internationale aangelegenheden (…) de afhankelijkheid van Europa van onderling gekoppelde infrastructuur (…) vergroot, en dus ook de kwetsbaarheid’.36 Tot de voornaamste dreigingen rekent de eu sindsdien terrorisme, de verspreiding van massavernietigingswapens (onder meer onder terreurgroepen), failed states en georganiseerde misdaad. Energie-afhankelijkheid, klimaatverandering en concurrentie op het gebied van natuurlijke hulpbronnen worden daarnaast als bron van zorg gezien. Deze factoren zijn met elkaar verweven en ‘wettigen de conclusie dat er een zeer ernstige dreiging in het verschiet zou kunnen liggen’.37 Uit de strategie spreekt een proactieve en zelfs preventieve houding. ‘Wij moeten wereldwijd denken en lokaal optreden’, want ‘in een tijdperk van mondialisering kunnen verre dreigingen even zorgwekkend zijn als bedreigingen die van dichtbij ko-
9-11 boek 3.indd 18
16-08-11 15:29
wat was e n i s 9 / 1 1 ?
19
men’. De eerste verdedigingslinie bevindt zich vaak buiten onze grenzen en dus moeten we klaar zijn ‘om op te treden voordat een crisis uitbreekt. Met preventie kan niet vroeg genoeg begonnen worden’.38 Hiertoe is een strategische cultuur noodzakelijk die ‘vroegtijdige, snelle en, waar nodig, krachtige interventie bevordert’. 39 Overal is onzekerheid troef, ondanks het feit dat Europese landen een periode van ongekende veiligheid en welvaart doormaken, ook na 9/11. We leven in een risk society, zoals dat is gaan heten.40 De zekerheid van de dreiging van een nucleaire catastrofe is verdwenen en vervangen door het besef dat wij in ons alledaagse leven omringd worden door een diversiteit aan mogelijk grote risico’s waarvan overigens de meeste een heel kleine kans hebben om daadwerkelijk te gebeuren. Die risico’s zijn niet te kwantificeren. We weten niet exact wat de risico’s zijn, noch wat de waarschijnlijkheid is dat, of waar, specifieke risico’s zich zullen manifesteren, noch wanneer die zijn verdwenen. Dit besef is terug te vinden in de eu-Veiligheidsstrategie wanneer deze stelt: ‘Europa heeft te maken met nieuwe, meer uiteenlopende, minder zichtbare en minder voorspelbare dreigingen.’41 de dood va n bi n l a de n : h et ei n de va n ‘ t h e age of a n x i et y ’? Met enkele schoten van Amerikaanse seal special forces in het Pakistaanse Abbottabad op 2 mei 2011 leek een eind aan de War on Terror te zijn gekomen. Hiermee werd een hoogtepunt bereikt in de intensivering van de operaties in het Afghaans-Pakistaanse grensgebied, waartoe Barack Obama snel na zijn beëdiging tot president had besloten. Met cia-personeel, special forces en high tech intelligence middelen, zoals onbemande vliegtuigen bewapend met precisiewapens, wisten de vs voortdurend gevoelige slagen toe te brengen aan het leiderschap van Al Qaeda in een ‘decapitation strategie’. Het idee erachter was dat het voor iedere organisatie, die voor een effectief optreden afhankelijk is van persoonlijke contacten en vertrouwensbanden, op den duur onmogelijk wordt om een gekwalificeerd kader in stand te houden wanneer de leiders ervan stelselmatig worden geliquideerd. Met zijn charisma en de populariteit was Bin Laden het centrum van de beweging waar ideologische inspiratie en operationele sturing van uitging. Door zijn persoonlijke netwerk en invloed bracht hij een diversiteit aan lokale en regionale groeperingen onder een ideologische paraplu die daardoor mondiale reikwijdte kreeg. Zonder Bin Laden is de kans reëel dat de beweging versplintert. 42 De existentiële dreiging lijkt voorbij en de ‘worst decade ever’ afgesloten.43 Ook de Arabische Lente suggereert het falen van de ideologie en strategie van Al Qaeda. Bin Ladens dood komt precies op een moment dat de radicale
9-11 boek 3.indd 19
16-08-11 15:29