10
(Slaatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.) Artikel 2.
Wanneer het bedrag, uitgetrokken bij een der artikelen 3 , 12, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 2 1 , 22, 2 3 , 25, 26, 27, 28, 3 1 , 4 0 , 4 1 , 4 2 , 4 3 , 44, 4 5 , 46, 47, 4 8 , 49 , 50 , 51 , 54 , 5 5 , 56 , 57 , 5 8 , 59 , 60, 6 1 , 62, 63 , 64, 7 3 , 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81 en 85 van het bij deze wet vastgestelde hoofdstuk ontoereikend wordt bevonden, kan het, met inachtneming van het voorschrift van het tweede lid van artikel 24 der wet van den 5den October 1841 {Staatsblad n°. 40), door overschrijving uit artikel 86 van dat hoofdstuk worden aangevuld. Artikel 8. Op artikel 86 van het bij deze wet vastgestelde hoofdstuk worden aangewezen de tot liet dienstjaar 1893 b<=hoorende uitgaven, het vermeld Departement betreffende , die hare omschrijving niet vinden in een der andere artikelen van dat hoofdstuk. Die uitgaven worden voor elke soort afzonderlijk in de rekening gebracht en omschreven. Lasten en bevelen , dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen , Autoriteiten , Colleges en Ambtenaren , wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Oorlog,
Omschrijving der uitgaven.
f
Vestingstelsel (Afd. XVII) f
§ 3. Tot toelichting van de verschillen tusschen de toegestane en nog aangevraagde sommen voor 1892 , en de raming voor 1893 , alsmede tot verdere toelichting dier raming, heeft de ondergeteekende de eer het navolgende mede te deelen: Iste
AFDKKLING.
Kosten van het Departement. Art. 2. In de Memorie van Toelichting op de ontwerpbegrooüng voor het dienstjaar 1891 werd reeds door den ambtsvoorganger van den ondergeteekende medegedeeld, dat de werkzaamheden bij het Departement van Oorlog
(2.
VIII. 2.) MEMORIE VAN TOELICHTING.
Tot toelichting van het ontwerp der begrooting, betreübnde het Departement van Oorlog, voor het dienstjaar 1893, heeft de ondergeteekende de eer het navolgende te doen kennen: § 1. Inrichting der begrooling. De ontwerp-begrooting is geheel ingericht als die voor de laatste jaren. § 2. Eindcijfer. Voor den dienst van 1892 werd toegestaan eene som van f 21 679 500, waarbij echter moet worden gevoegd eene verhooging van f 193 400, nangevraagd bij het ontwerp van wet, dat bij de Tweede Kamer der Staten-Geueraal aanhangig is (Gedr. stukken 1891 — 1892, l ï 9 ) , zoodat het totaalbedrag, dat voor 1892 werd toegestaan en nog is aangevraagd , beloopt f21 872 900. Voor 1893 wordt aangevraagd een bedrag van f 22 598 227, alzoo f 725 327 meer. Alvorens over te gaan tot de bijzondore toelichting op de artikelen, wenscht de ondergeteekende, door middel van de volgende tabel, een overzicht te geven van de onderscheidene uitgaven, zooals zij voor 1893 zijn geraamd en voor 1892 zijn toegestaan en nog aangevraagd.
Geraamd
Toegestaan
voor
en aangevraagd
1893.
voor 1892.
18 697 202
f
18 591 800
562 325
506 300
i 159 700
1 299 800
2 179 000
1 475 000
22 598 227
f
21 872 900
Voor 1893. Meer. f
Minder.
105 402
»
56 025
>
>
f
140100 >
f
140100
704 000 f
865 427
f
725 327
in den laatsten tijd zóó waren uitgebreid, dat ze — tenzij bijzondere maatregelen werden getroffen — bezwaarlijk met het bestaande personeel konden worden uitgevoerd, en dat daarom het voornemen bestond, de indeeling der afdeelingen van het Departement in bureaux cp te heffen, opdat zoodoende bij die afdeelingen ruimer zou kunnen worden beschikt over de werkkrachten daarbij aanwezig, dan volgens de bestaande organisatie kon geschieden. Bij de Memorie van Antwoord werd door den Minister van Oorlog er nogmaals op gewezen, dat, werd tot die opheffing niet overgegaan, de uitbreiding van werkzaambeden , die op allerlei gebied wordt waargenomen , het noodig zou maken, dat het personeel der ambtenaren bij het Departement werd uitgebreid. Werd door den ondergeteekende, onder verwijzing naar
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.) het bovenstaande, la do Memorie van Toelichting op de ontwerp-begrooting voor het loo pende, dienstjaar reeds medegedeeld , dat, ock na het tot stand komen der bovenbedoelde opheffing do/ bureaux, het personeel van het Departement van Oorlog onmogelijk kon worden verminderd , hij ziet zich thans verplicht te moeten verklaren , dat de uitbreiding der werkzaamheden bij het I)epartement het bepaald onmogelijk maakt, den dienst met do bestaande werkkrachten naar behooren gaande te houden. Uitbreiding van het personeel van het Departement van Oorlog is dan ook niet langer tegen te houden. Voorshands zal echter kunnen worden volstaan met de aanstelling vun twee eerste-klerken en een tweede-klerk , voor wier hezoldigingen eene som van f 2000 (2 X f 800 -+- f 400) wordt vereischt; terwijl door detacheeriug bij het Departement van Oorlog getracht zal worden verder in de behoefte te voorzien , In afwachting of later ook vermindering van werkkrachten mogelijk wordt. In verband hiermede is het bedrag voor toelagen wegens detacheering met f 550 verhoogd De aan bedoelde vermeerdering van werkkrachten verbonden uitgaven mogen er natuurlijk niet toe leiden, dat aan ambtenaren, die op rangsverhooging aanspraak kunnen maken, deze onthouden wordt of dat aan geen der ambtenaren of beambten eene traktementsverhooging zou toegekend worden. Maar wel heeft het den ondergeteekende er toe geleid, niet allen, aan wie hij gaarne eene lotsverbetering zou zien toegekend, hiervoor bij deze begrooting te berekenen maar slechts diegenen hunner, die door geringe bezoldiging in verband met hun diensttijd het eerst in aanmerking kwamen. Voor dezen — twee adjunct-commiezen, een vijftal klerken en zes boden — wordt een gezamenlijk bedrag van f 850 uitgetrokken. Voor de hierbedoelde meerdere kosten, in haar geheel, wordt alzoo een bedrag van f 3400 aangevraagd, hetgeen met de verhooging van toelage voor een tot majoor bevorderden kapitein-kwartiermeester, ad f 100, het bedrag der raming van art. 2 doet verhoogen met eene som van f 3500.
Minder: Verhooging van traktement wegens dienstjaren f Voor toelagen
400 300 f
700
Meer als boven
f
700
Een der beide kolonels van den generalen staf is in het loopende jaar bevorderd tot generaal-majoor. Vermits h ' t , naarde meening van den ondergeteekende, oooriiff en raadzaam is, dat bij dien staf een opper- of een hoof !t,!'icier beschikbaar zij, die geschikt en aangewezen is om dVn chef , van het dienstvak zoo noodig te kunnen vervangen, is de bedoeldo generaal-majoor bestemd voor de functie van sous-chef van den generalen staf. Ten einde dien opperofficier in de gelegenheid te stellen een troepencommaudo te voeren, is hij iutusschen tijdelijk belast met het bevel over eene der divisiëu infanterie. Hoezeer hij dus geacht wordt tot den generalen staf te blijven behooren en zijn traktement diensvolgens op dit artikel wordt uitgetrokken , heeft zijne bevordering voorshands geene vermeerdering, maar daarentegen eene vermindering van uitgaven ten gevolge. Immers zijn, terwijl op dit artikel op een kolonel van den generalen staf minder wordt gerekend, op art. 8 de traktementen enz., geraamd voor 2 generaal-majo.jrs, commandanten van divisiën infanterie, in plaats van voor 3 zooals voor 1892. Art. 6.
Iatendance.
Toegestaan voor 1892 Geraamd
Ilde
11
f 60300
> 1893
66 400
AFDBKLING.
Voor 1893 meer . . .
f
6 100
f
6100
Traktementen enz., staven. Meer i
Art. 4. Groote staf. Toegestaan voor 1892
f
Geraamd voor 1893
52700 54 300
Voor 1893 meer f
Een luitenant-kolonel,
f
3 400
Een kapitein . . . .
2 200
Voor toelagen . . .
700
1 600
f
6 300
Minder .•
Meer: Twee majoors meer en twee kapiteins minder f 1600.
Voor verhooging van traktement wegens dienstjaren
Art. 5. Generale staf. Toegestaan voor 1892
Meer als boven . . . f
Geraamd voor 1893
83 600 84 300
Voor 1893 meer f
700
Op de begrooting voor 1892 was 1 kapitein-intendant minder uitgetrokken dan de formatie toeliet. Zie overigens de toelichting van art. 52. Art. 7. Provinciale en 'plaatselijke staven.
Meer; Een generaal-majoor meer en een kollonel minder . . . f 1 000 Een luitenant-kolonel meer en een majoor minder. . . .
200
Toegestaan voor 1892 Geraamd
400
»
Voor 1893 meer. . . . f
140
f 73 900
1893
74 900 f
1 000
ii
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. lieer:
Tirae luitenant-kolonels meer en twee majoors minder f
400
Voor verhooging van traktement wegeus dienstjaren
600
Meer als boven lilde
Art. 8.
Wapeukorpsen.
Voor toelagen voor de oülcieren der normaal-schietschool f
1 200
Voor toelagen wegens verblijf in de residentio voor de officieren gedetacheerd bij de normaal-schietschool. . . .
1900
Voor idem bij de Hoogere Krijgsschool
600
Voor toelagen bij het Instructie-bataljon
100 f 26 575
Infanterie.
Toegestaan voor 1892 »
1000
AFDBELINÜ.
Traktementen enz.
Geraamd
f
—
2.)
f
1893
1628 015
Meer als boven
f 34 175
1662190
Aan den inspecteur van het militair onderwijs is tot nu toe een kapitein , als adjudant, toegevoegd. De vele en belangrijke werkzaamheden, welke, in verband met de Voor 1893 meer . . . f 34175 onderscheidene in uitvoering of in voorbereiding zijnde nieuwe regelingen, uit de wet van 21 Juli 1890(Staatsblad D*. 126), op bet gebied van het militair onderwijs Meer: voortvloeien en die nog gedurende geruimen tijd voorziening zullen eischen, zijn oorzaak dat genoemde inspecteur Een majoor toegevoegd aan den inspecteur van het mili op zijn bureau, zooals reeds is gebleken, behoefte heeft tair onderwijs f 3 000 aan vermeerdering van werkkrachten. Mitsdien is dan ook Een eerste--luitenant-adjureeds thans een luitenant van een der korpsen tijdelijk dunt van idem 1 400 onder zijne bevelen werkzaam moeten worden gesteld. In verbund met het vorenstaande en gelet op de omstanEen majoor-kwart iermeester digiieil dat de officier die als adjudant aan den inspecteur meer en een kapitein-kwartieris toegevoegd , eerlang in aanmerking zal kunnen komen meester minder 600 voor eene bevordering tot majoor , acht de ondergeteekende liet wensclielijk in beginsel te kunnen bepalen , dat aan Drie eerste-luitenants-kwartiermeesters meer en drie tweedien inspecteur een hoofdofficier (majoor of luitenant-kolonel) del-uitenants-kwartierrueesters kunne worden toegevoegd en dat hij bovendien kunne minder 600 beschikken over de diensten van een eerste-luitenant, als adjudant. Door eene regeling in dezen zin zal de samenVeertien eerste-luitenants stellin
Minder: Een generaal-majoor, divisiecommandant f
5 500
Een majoor, twee kapiteins en twee eerste-luitenants van de normaal-schietschool. . .
9 400
Een majoor, directeur van de Cadettenschool
875
Twee kapiteins, bataljonsadjudanten, minder en tieneerste-Iuitenants, bataljons--adjudanten , meer
De t.erstn-iuitenant-kwartiermeester, voor wien tot nu toe kotten werden geraamd bij die van bet Instructie-bataljon , is werkzaam als leeraar bij den hooflcursus. Diensvolgens gaat hij bij de nieuwe regeling van die inrichting over in de sterkt'' van het daartoe belioorende vnste personeel, en is zijn traktement enz., thans uitgetrokken op art. 31. Art. 9 . Cavalerie. Toegestaan voor 1S92
251 300 267 300 Meer voor 1893 f
7 000
16 000
Tweede Kamer.
Bijlage A. (Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.) Meer :
13
op pensioen is gesteld , als zoodanig te vervangen , zijn de bedoelde uitgaven vervallen. Aftrek wegens Daarentegen zijn thans op dit artikel, bij het commando incompleet, verover de bereden artillerie de kosten berekend ten behoeve valt f 16 000 van een majoor, voorzitter van de remonte-commissie. De bedoelde functie werd tot voor korten tijd waargenomen door Toelagen . . 600 een der hoofdofficieren, afdeelingscoinmandanten van de f 16 600 regimenten veld-artillerie. De belangrijkeen bij voortduring in omvang toenemende diensten, welke de voorzitter der Minder: remonte-commissie te verrichten heeft, leverde intusschen een overwegend bezwaar op tegen eene blijvende samenVerhooging van traktement koppeling van deze betrekking met die van afdeeliugswegens dienstjaren. . . . . 600 commandant. Niet alleen toch is de voorzitter der remonteMeer als boven . f 16 000 commissie veelvuldig en soms eenige weken achtereen uit zijne garnizoensplaats afwezig, tot het aankoopeu van paarden in het binnenland, maar bovendien is zulks, in Art. 10. Artillerie. de laatste jaren , me Ie het geval, wegens de hem opgedragen diensten bij de provinciale comrnissiën voor de Toegestaan voor 1892 f 952 650 paardenfokkerij en de verbetering der paarden rassen. De voorzitter en de leden der remonte-commissie zijn Geraamd voor 1893 968 950 namelijk benoemd tot leden van de comrnissiën, door welke de van Rijkswege tot vermelde doeleinden beschikVoor 1893 meer f 16 300 baar gestelde subsidiën worden toegekend en moeten daartoe veelvuldig paardenkeuringen en tentoonstellingen bijwonen , enz. Meer : Zal dus eenerzijds het belang van den dienst bij het betrokken korps gebaat worden door de aanwijzing van Een majoor, vooreen hoofdofficier, bepaaldelijk voor de functie van voorzitter zitter der remonteder remonte-commissie, ongetwijfeld zal die aanwijzing commissie f 3 200 mede ten goede komen aan de belangen der binnenlandsche Een kapiteiu-magapaardenfokkerij, doordien de bedoelde voorzitter zich thans zijnmeester . . . . 2000 meer volledig kan wijden aan de werkzaamheden der remonteering in het binnenland. De ondergeteekende, die Een lste-luitenantvan zijn kant die remonteering zooveel doenlijk wenscht adjudant 1400 te bevorderen, vertrouwt dan ook dat het beschikbaar stellen van een hoofdofficier voor de omschreven taak, den Drie conductenrs der bijval van de Staten-Generaal zal wegdragen. Hij teekent lste klasse, ad f 800 2400 hierbij nog aan , dat de betrokken hoofdofficier gesteld is Drie conducteurs der onder de rechtstreeksche bevelen van den commandant der 2de klasse, ad f 700 . 2 100 bereden artillerie, en voor zooveel zijn dienst zulks toelaat , werkzaam is op het bureel van dien opperofficier. Voor de pantserforten: In verband met eene voorgenomen wijziging in de regeEen lste-luitenantling der artillerie- en dergenie-commandementen, waaraan kwartiermeester... 1 200 geen bijzondere uitgaven verbonden zullen zijn, acht de ondergeteekende het wenscbelijk, het bestuur over het in Een kapitein . . . 2 200 de artillerie magazijnen opgelegde materieel, voor zooveel het voor de veldtroepen bestemd is, af te scheiden van dat Een lste-luitenant. 1 300 over het materieel der vesting-artillerie. Daarbij zou naTwee 2de-luitenants melijk Let bestuur over laatstbedoeld materieel — voor ad f 1100 . . . 2200 zooveel het niet in de stapel magazijnen is opgelegd — opgedragen blijven aan den commandant der vesting-artilVoor verhooging van lerio, doch zou dat over het eerstbedoelde worden toevertraktement wegens trouwd aan den commandant der bereden artillerie. Voorts dienstjaren . . . 1 000 zouden in beginsel voor de oplegging van materieel voor Voor toelagen . . 1300 de veldtroepen twee afzonderlijke artillerie-magazijnen worden bestemd, zoodat ook het beheer over dit materieel zou f 20 300 worden losgemaakt van dat over het vorenbedoelde mateMinder: rieel der vesting- artillerie. Ten einde deze regeling in toepassing te kunnen brenEen majoor, belast gen , is het intusschen noodig aan den commandant der met de keuring van het bereden artillerie een m&gazijnmeester te kunnen toevoematerieel f 3 000 gen, evenals de commandant der vesting-artillerie over de diensten van zoodanig officier beschikt. Daartoe wordt op Een lste-luitenantdeze begrooting. op art. 10 het vereischte bedrag aangevraagd. kwartiermeester minder en een 2de-idem De ondergeteekende doet hieromtrent opmerken dat de meer 200 besproken splitsing in het bestuur en het beheer over het materieel, in de artillerie-magazijnen opgelegd, niet alleen Vier lste-luitenants wenschelijk is, omdat de commandant der bereden artillerie minder en vier 2dein beginsel de zorg en de verantwoordelijkheid behoort te idem meer 800 dragen voor het richtig bestuur over het materieel dat in oorlogstijd onder zijne bevelen zal zijn gesteld, maar ook 4 000 omdat die maatregel er toe zal leiden dat de commandant Meer als boven f 16 300 der vesting-artillerie, wiens taak, vooral wat den dienst van het materieel betreft, zéér omvaugrijk is, daardoor eenigszins van werkzaamheden zal worden ontlast. Bij den staf der artillerie werd in de laatste jaren gerekend op uitgaven wegens traktement enz., voor een Van de twee luiten.mts-adjudant van het lste regiment majoor, belast met de aanschaffing en de keuring van vesting-artillerie is er gedurende bet tijdvak der recrutenartillerie-materieel. Vermits de ondergeteekende het niet opleidiug, bij voortduring één noodig te Zwolle, vermits noodig oordeelde den titularis, die in het loopende jaar de 9de en de 10de compagnieën van dat korps, die voor Handelingen der Staten-Generaal.
Bijlagen. 1892-1893.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
14
den dienst bij de artillerie-schietschool zijn aangewezen, i Meer: wanneer zij de legerplaats bij Üldebroek betrekken, hunne < recruten in bet garnizoen moeten achterlaten. Verhooging van traktement Diensvolgens is er bij dit regiment voor den adjudants- wegens dienstjaren f 1 600 dienst, feitelijk slechts één luitenant beschikbaar, zoodat < steeds een der officieren van de compagnieën als adjudant Aftrek wegens incompleet verv moet dienst doen. De ondergeteekende acht het daarom valt 3 300 wenschelijk dat bij dit regiment drie luitenants-adjudanten f 4 900 aanwezig kunnen zijn en uit dien hoofde wordt op deze begrooting het noodige bedrag aangevraagd, om daarbij Minder: een derden luitenant-adjudant te kunnen aanstellen. Hij vertrouwt dat daartegen geen bezwaar zal rijzen; ook Toelagen 300 omdat de vermeerdering van uitgaven, welke van dien maatregel het gevolg zal zijn, voorshands namelijk zoolang Meer als boven f 4 600 een overcompleet aan officieren der artillerie zal bestaan, niet meer dan f200 'sjaars zal bedragen; terwijl het hier geldt de voorziening in eene bijzondere behoefte, voortIVde AFDEELINGI. spruitende uit de eischen van den dienst bij de artillerieschietschool. Soldijen enz. (Wapenkorpsen.) Terwijl op de begrooting voor het dienstjaar 1892 een Tot toelichting van de woorden: » en kosten van aanmemoriepost voorkwam, ten einde eventueel nog in dat jaar te kunnen overgaan tot de oprichting van de voor schafftng voor Rijksrekening van levensmiddelen met de het fort aan het Pampus bestemde vierde pantserfort- brandstolen, noodig tot bereiding daarvan, ten behoeve van compagnie, worden thans op de betrokken artikelen van onderofficieren en soldaten", waarmede de omschrijving de lilde ec de IVde afdeelingeu van deze ontwerp-begroo- in het hoofd van dit artikel is uitgebreid, moge het volgende ting de noodige gelden voor traktementen, soldijen enz., dienen: Tot dusver worden , zooals bekend is, de menages van ten behoeve van het personeel dier compagnie uitgetrokken. Met betrekking tot de ontworpen samenstelling dier de mindere militairen uit de hun toegekende soldijen becompagnie, heeft de ondergeteekende de eer te verwijzen kostigd, en is het bedrag van het zakgeld, binnen zeker naar het ter zake gestelde op bladz. 6, ad art. 10, der vastgestelde grenzen , van die kosten afhankelijk. Herhaaldelijk evenwel is het denkbeeld geopperd en de Memorie van Toelichting van het VlIIste hoofdstuk der wenschelijkheid in het licht gesteld — ook van de zijde der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1892. Intusschen wordt bij deze ontwerp-begrooting er op Volksvertegenwoordiging — de voeding der militairen in gerekend dat de pantserfortcompagnieën, bij de oprichting vredestijd, evenals dit in oorlogstijd het geval zal moeten van de vierde compagnie, zullen worden afgescheiden van zijn , geheel ten laste van het Rijk te brengen , en aan de het 4de regiment vesting-artillerie — waartoe de drie be- militairen een vast zakgeld toe te kennen. Ten einde nu ter juiste beoordeeling van deze belangrijke staande compagnieën thans organiek behooreu — en zullen worden gevormd tot een zelfstandig korps pantserfort- aangelegenheid in hare gevolgen door de practische toepassing van het stelsel, gegevens te verzamelen , ligt het in het artillerie. Deze regeling is uit verschillenden hoofde alleszins wen- voornemen van den ondergeteekende, de noodige stappen schelijk. Vooreerst zou de reeds thans te omvangrijke te doen , ten einde in het volgende jaar, in een drietal groote taak van den commandant van het 4de regiment vesting- garnizoenen, met het stelsel van Rijksvoeding eene proef te artillerie, bij de uitbreiding van het aantal pantserfort- doen nemen. Die proefneming zou dan bovendien moeten plaats hebben compagnieën , nog wederom toenemen. Ten andere heeft een zelfstandig korps voor den dienst der pantserforten, bij troepenafdeelingen die veldoefeningen houden of wel in gelet op den bijzonderen aard van het materieel dier forten , kampementen , kantonnementen, bivaks, forten en versterkte plaatsen verblijf houden. alle recht van bestaan. Het hoofddoel van de proef zal wezen , gegevens te verzaVoorts zal de beoogde organisatie-verandering strekken tot vereenvoudiging in den gang der dienstzaken, terwijl melen noodig voor het vaststellen van de regelen , volgens eindelijk de commandant van het korps pantserfort-artillerie, welke de verstrekking en de verantwoording van de levensals commandant in een afzonderlijk artillerie-commande- middelen enz., in meerbedoeld stelsel zouden moeten gement optredende, zelfstandig met het toezicht over het schieden. Vermits wijders het voor de proef benoodigde bedrag, beheer van het materieel dier forten kan worden belast. De hoogere uitgaven voor de oprichting van het korps uit den aard der zaak, thans zelfs nog niet eenigermate pantserfort-artillerie bepalen zich overigens, wat art. 10 nauwkeurig kan worden geraamd , is de post in den toelichbetreft, tot die voor een luitenant-kwartiermeester. aan- tenden staat voor memorie uitgetrokken. Hiertegen kan te minder bezwaar bestaan , omdat zoowel gezien de hoofdofficier en de luitenant-adjudant voor de samenstelling van den staf van het korps vereischt, thans nu als in den vervolge het streven zou moeten zijn , de kosten in de formatie van het 4de regiment vesting-artillerie be- van de voeding met het zakgeld te zamen niet te doen grepen zijn en daaruit bij de nieuwe regeling kunnen stijgen boven de bedragen , welke in het tegenwoordige stelsel van voeding voor soldijen en voor bijslag op de soldij vervallen. worden toegestaan. Onder verwijzing naar het medegedeelde ad art. 10 in de Memorie van Toelichting van de oorlogsbegrooting voor Art. 13. (Soldij), 14 [Brood) en 15 (Kleeding en uitrusting). het jaar 1889, wordt, met het door hoogeu ouderdom en overlijden van fortwachters tevens waarnemend conducteurs Voor deze drie artikelen , waarop door onderscheidene der artillerie ontstaan van vacaturen, die nu moeten oorzaken in gelijken zin invloed wordt uitgeoefend, en worden aangevuld door conducteurs der artillerie, alsmede die daarom gezamenlijk behandeld worden, is: door het gereed komen van nieuwe verdedigingswerken Toegestaan voor 1892 f 6 886 950,00 de voorgestelde vergrooting van het aantal conducteurs noodzakelijk geacht. Geraamd voor 1893 6 892044,00 Art. 11. Genie. Toegestaan voor 1892 Geraamd
»
f
1893 Voor 1893 meer
269 800 274 400
. . .
f
4600
Voor 1893 meer
. . .
f
5094,00
Meer: 1°. Uitbreiding van personeel bij en wijziging in de formatie van de korpsen:
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
KORPSEN.
Art. 13.
Art. 14.
Art. 15.
Korps pantserfort-artillerie. Oprichting van een vierde pantserfort-compagnie Korps torpedisten 2 opperschippers, uitgetrokken als 1ste klasse
f 20 072,93
f
1259,01
f
2 803,93
f
1259,01
f
2 803,93
276,00
Idem 4 stokers, uitgetrokken als korporaal335,80 f 20 684,73
.
f 24747,67
2°. Meer miliciens tot eerste oefening onder de wapenen :
Geul miliciens.
KORPSEN.
Regiment grenadiers en jagers
. .
Compagnieën hospitaal-soldaten . .
228
Art. 13.
f
Art. 14.
4 668,26
f
647,80
Art. 15.
f
1513,58
2 719
52 188,75
7 710,04
16 513,31
103
2 970,86
293,42
628,45
830
22 908,00
2 353,05
6 185,16
500
14 030,00
1 441,12»
3 507,50
1 403,00
144,11»
434,93
2 253,22
262,29
612,84
2557,12
5473,37
50 92 Regimenten vesting-artillerie . . .
900
70 786,01
Korps p a n t s e r f o r t - e r t i l l e r i e . . . .
123
3 675,80
349,75»
749,08
66
1 997,87
187,32
437,73
137
3 030,48
389,13
909,14
5 748
f 129 912,25
f 16 335,16* f 36 965,09
3°. Meer miliciens die tot herhalingsoefeningen ouder de wapenen worden geroepen :
Getal miliciens.
KORPSEN.
Regimenten huzaren (meer)
. .
Idem vesting-artillerie (minder) . Meer
225 '
60
. . .
165
Art. 14.
Art. 13.
f
3 636,99
f
2 864,19
f
99,22*
772,80 f
372,07
Art. 15.
f
272,84* f
978,07 212,52 765,55
4°. Verhooging van soldij wegens dienstjaren, vooral een gevolg van het langer in dienst blijven van onderofficieren . .
8 212,50
5°. Verhooging van soldij voor wachtmeesters . . . .
1 368,75
16 6°. Verhooging van voor schrijvers
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.) soldij
7°. Wegens hoogere raming van den prijs voor het brood.
f
3 022,20 22 035,53 f 246
Ad \um. Ten aanzien van de organisatie van het k(rps pantserfort-artillerie heeft de ondergeteekende de eer in de eerste plaats te verwijzen naar de toelichting van art. 10. Wijders teekent hij daaromtrent het navolgende aan. Voor den staf van het korps zijn 2 schrijvers uitgetrokken, omdat bij de uitbreiding van het aantal compagnieën niet kon worden volstaan met den schrijver, die thans voor den dienst bij den hoofdofficier, belast met het bevel over de pantserfort-compagnieën , beschikbaar is. In de samenstelling van elk der 4 compagnieen zijn thans opgenomen: een smidvuurwerker en een smid-bankwerker. Bij de bestaande compagnieën zijn deze werklieden begrepen onder de kanonniers-stokers. Aangezien zij evenwel den graad van korporaal bekleeden, is de thans gekozen benaming juister. Het aantal kanonniers-stokers bij de vorenbedoelde compagnieën, hetwelk thans voor elk 3 bedraagt, is dienovereenkomstig tot 1 teruggebracht. Voor de nieuw op te richten vierde pantserfortcompagnie zijn , behalve de vorenvermelde werklieden, 2 kanonniers-stokers noodig, in verband met de noodzakelijkheid om te voorzien in den dienst op de stoomboot, waarmede de gemeenschap tusschen het fort aan het Pampus en Muiden zal worden onderhouden. Voor dat doel zijn ook bij deze compagnie in de ontworpen samenstelling begrepen: een sergeant" en een korporaal-schipper. In de Memorie van Toelichting van de begrooting voor het loopende dienstjaar, werd wel van een sergeant-, doch niet van eeu korporaal-schipper melding gemaakt. De ondergeteekende acht het intusschen noodig ook een korporaal-schipper aanwezig te doen zijn, opdat ook bij ontstentenis van den sergeant-schipper, de dienst op de stoomboot naar behooren verzekerd zij. De opperschippers bij het korps torpedisten, ten getale van 4, zijn tot nu toe allen gelijk gesteld aan den graad van sergeant, majoor en bezitten geen vooruitzicht op bevordering. Vermits de diensten van deze onderofficieren bij het korps zeer worden gewaardeerd, acht de ondergeteekende het billijk hun eenige lotsverbetering toe te kennen. Uit dien hoofde ligt het in zijne bedoeling de opperschippers te verdeelen in twee klassen; in dier voege dat 2 hunner zouden behooren tot de eerste klasse — waarbij zij een traktement genieten van f 1100 'sjaars, e n , ook wat hun pensioen betreft, gelijk gesteld zouden zijn aan den graad van adjudant-onderofficier — terwijl de 2 anderen tot de tweede klasse zouden behooren en als zoodanig in hunne tegenwoordige positie en op hun tegenwoordig traktement van f 950 'sjaars gehandhaafd zouden blijven. Gelet op het geringe bedrag der verhooging van uitgaven, die uit deze regeling zal voortvloeien, zal, naar de ondergeteekende vertrouwt, daartegen geene bedenking rijzen. Eenige lotsverbetering wenscht de ondergeteekende voorts ook te kunnen verschaffen aan enkelen van de 12 stokers, tot de for-
>'
matie van het korps torpedisten behoorende; namelijk door aan 4 hunner den graad van korporaal, en in verband daarmede eene soldij verhooging van f 0,15 per dag toe te kennen. Behalve in het belang der betrokken personen, zal deze maatregel ook strekken in het belang van den dienst, aangezien het in de bedoeling ligt aan de stokers, die tot korporaal bevorderd worden, den eisch te stellen, dat zij in staat moeten zijn om in gewone omstandigheden zonder tegen woordigheid van een machinist, de machines der sleepbootjes te drijven. Ad 2um. In verband met de aflevering der lichting van 1893 tusschen 1 en 15 Maart, moeten voor die lichting over 306 dagen soldij enz. op de begrootiug worden gebracht, of 61 dagen meer dan op de vorige begrooting voor eerste oefening der lichting van 1892 zijn uitgetrokken. De hieruit voortspruiteude verhooging van uitgaven wordt echter geheel opgewogen door de hiervoren sub 1°. vermelde mindere uitgaven voor het zoogenaamd blijvend gedeelte der lichting van 1892. Ad 3um. Wegens het verminderd aantal vrijwilligers bij het 1ste en het 2de regiment huzaren bleek de noodzakelijkheid, in 1892 tegen het tijdstip der grootere cavalerie-oefeningen bij die regimenten eene lichting1 verlofgangers ouder de wapenen te roepen, hoewel daarvoor geen gelden op de begrooting waren gebracht. Vermits het zich laat voorzien , dat ook in 1893 die maatregel noodig zal zijn, worden de daarop vallende kosten uitgetrokken. Voor de regimenten vestingartillerie kunnen de uitgaven voor herhalingsoefeningen echter iets lager worden geraamd dan voor 1892 is geschied. Ad hum. De ondergeteekende acht het wenschelijk, dat ook bij het wapen der cavalerie de sedert 1890 bij de infanterie en de vestingartillerie ingevoerde maatregel worde toegepast, om te zorgen dat onderofficieren aauwezig zijn die geschikt zijn om, zoo noodig, een luitenant te vervangen. Vooral bij de regimenten huzaren is die maatregel van belang, omdat daarbij het ontbreken van officieren en het gemis aan stof tot aanvulling, te velde lichtelijk ernstig nadeel ten gevolge kan hebbeu. Hij wenscht daarom bij elk der 15 veldeskadrons een wachtmeester voor de bedoelde taak te doen opleiden en aan de aldus gevormde onderofficieren, zoolaug zij voor die functiën aangewezen en geschikt blijven, eene soldijverhooging van f 0,25 per dag toe te kennen, evenals zulks aan de betrokken onderofficieren bij de infanterie en bij de vestingartillerie is geschied. Ad 6M»M. In de laatste jaren is van verschillende zijden en ook van de zijde der Staten-Generaal herhaaldelijk aangedrongen op verbetering van de positie der militaire schrijvers. Lotsverbetering scheen ook in het belang van den dienst, werkelijk noodig voor schrijvers, niet in het genot van pensioen of gagement. Voor deze categorie van schrijvers werden dan ook, bij de nieuwe regeling omtrent de militaire schrijvers, welke bij Koninklijk besluit van 4 Maart 1892 n°. 36, in het leven geroepen werd, meer gunstige bepalingen gesteld èn wat soldij, èn wat bevordering, èn wat pensioen betreft. Diegenen hunner, welke zich door geschiktheid, ijverige
Tweede Kamer.
BUlage A.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
17
plichtsbetrachting en goed gedrag onderscheiden , kunnen thans nl. bij uitzondering eu op machtiging van den Minister van Oorlog tot sergeant-majoor (opperwachtmeester) en adjudant-onderofficier worden bevorderd. Aldus bevorderd zijnde genieten zij eene soldijverhooging van 25 cent in eerstbedoelden en van 50 cent in laatstgemelden graad; terwijl zij bij pensionneering in aanmerking komen voor het pensioen , vastgesteld voor den hun verleenden graad. Aan een groot aantal hunner is de graad van sergeant-majoor (opperwachtmeester) reeds verleend, waarbij als regel gold, dat alleen zij voor die bevordering in aanmerking kwameu, die versierd waren met eene medaille voor trouwen militairen dienst. Voorshands scheen het onnoodig, om verder te gaan en op die wijze de uit de nieuwe regeling voortvloeiende uitgaven op te drijven. Het spreekt echter wel vanzelf, dat later voor soldijverhuoging ten behoeve van de schrijvers een hooger bedrag dan thans zal moeten worden uitgetrokken. Minder: 1°. Minder miliciens die tot samenstelling van het lL der militie onder de wapenen worden gehouleh:
Getal miliciens.
KORPSEN.
Regiment grenadiers en jagers Regimenten infanterie
.
.
.
459
Art. 13.
f
Art. 1
1 302,685
9 516,57
Art. 15.
3 060,01
10 060,73
21 634,85
3 548
69 642,62
Compagnieën hospitaal-soldaten
120
3501,88
345,87
740,78
Regimenten veld-artillerie .
533
15 068,22
1 513,21
3 689,89
Korps rijdende artillerie. .
44
1 312,09
126,8 i
386,67
Idem pontonniers
85
2 108,24
239,715
563,43
1390
32 946,72
3 944,22
8 504,34
Korps pantserfort-artillerie.
96
2954,03
272,895
584,43
Idem torpedisten
. . . .
59
1 834,67
167,26
394,07
. . .
110
2 553,46
317,05
740,78
6 444
f 141 438,50
100
2 627,22
0 344
f 138 811,28
. . . .
Regimenten vesting-artillerie
Idem genietroepen.
f 18 290,475 f 40 299,25
Af: Regimenten huzaren (meer)
288,91
756,12
f 18 001,565 f 39 54:U3
f 196 355,975
2°. Verschillen in de sterkte van de volontairs bij de navermelde inrichtingen van onderwijs: INRICHTI1NGEN.
Art. 13.
f
3 038,00
Art. 14.
f
1 308,53 f
4 346,53
Handelingen der Staten-Ooneraal. Bijlagen. 1 «92-1893.
176,505 f 73,08
f
249,585 f
Art. 15.
446,83 184,90 631,73
5 227,845
(Staaisbegrooting voor het dienstjaar 4893. VIII. 2.)
18
3». Afneming van vrijwilligera:
Getal minderen.
KORPSEN.
Art. 13.
f
Art. 14.
1208,88
f
Art. 15.
Regiment grenadiers en jagers . .
10
Regimenten huzaren
52
8 730,80
896,805
2357,32
40
5 708,60
689,85»
1 477,52
102
f 15 648,28
f
172,46
1759,12
f
f
402,96
4 237,80
f 21645,20
4°. Afloopende betalingen wegens soldijverhoogingen welke, ingetrokken zijn , doch in het genot waarvan belanghebbenden gehandhaafd blijven .
580,35
5°. Verschillen door afronding der sommen
0,18
6°. Minder voor het schrikkeljaar: Soldijen (art. 13) . . .
.
Brood (art. 14)
13346,00 1 273,28
Kleeding en uitrusting (art. 15)
2 978,91 f 241407,74
Meer als boven
Ad \um. Door de vervroeging van het tijdstip der aflevering van de jaarlijksche lichting, bij de wet van 4 April 1892 (Staatsblad n°. i)6) bepaald, zullen de miliciens der lichting van 1893 op een vroeger tijdstip aan degarnizoens- en andere diensten kunnen deelnemen, en behoeven dientengevolge de miliciens behoorende tot het '/; der militie, bedoeld bij art. 123dermilitiewet, minder lang onder de wapenen te worden gehouden. Hierdoor kunnen de uitgaven voor de lichting van 1892 aanmerkelijk lager worden geraamd. Dat niet te min voor de regimenten huzaren een hoogcr bedrag wordt uitgetrokken, vindt zijn oorzaak in de omstandigheid , dat, wegens verminderd aantal vrijwilligers, aan het 1ste en het 2de regiment huzaren van de lichting van 1892, te zamen 85 man meer zijn toegewezen dan van vorige lichtingen. Art. 17.
Idem ad 6 cent per ration , 841 325 rations f Voor het schrikkeljaar en verschil ronde som . . . .
f
5 094,00
f
108640,55
50 479,50 3684,80
Meer: '/» van het bedrag, ad f 220 899,30. (Zie overzicht der wijzigingen, gebracht in het VlIIste hoofdstuk der Staatsbegrooting 1891/92 n°. 21). .
36 816,55
Voeding en verzorging van paarden.
a. Fourage enz.: Toegestaan vcor 1892 Geraamd voor 1893 .
f
Voor 1893 minder Minder: Wegens lagere raming, ad 5 cent per ration . 1 091 715 ration», min 365 (intendance) en 1825 (staf der genie) = 1 089 525 rations f
54 476,25
1 301 746 1 229 922 f
71824
Minder als boven f
71 824,00
Met het oog op den buitengewoon ongunstigen uitslag van de aanbesteding der fourage in het najaar van 1891 — waardoor de aanvankelijk geraamde prijzen met pi. m. 10 cent per ration moesten worden verhoogd — en de meer gunstige verwachtingen die men omtrent de aanbesteding in dit najaar meent te mogen koesteren, heeft de raming niet plaats gehad volgens de prijzen van het loopend jaar, doch heeft men gemeend aanvankelijk met het gemiddelde van de prijzen over de jaren 1891 en 1892 te kunnen volstaan.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.) Art. IX.
Meer:
Huisvesting en voeding van personeel en stalling van paarden.
f.
Militair onderwijs:
Staven, diensten en korpsen Toegestaan voor 1892
f
Geraamd voor 1893
120 000
7 000
Meer: c. Drinkwater voor personeel, en atder vee
paarden f
3 000
f. Verlichting en verwarming van rcili— taire wachten enz.
4 000
Meer als boven f
7 000
19. Herstellen, en onderhouden van wapenen, ledergoed, enz.
Art. 21. Bureel~ en andere administratiekosten..
Geraamd
78 000
Geraamd voor 1893 .
93 800 Voor 1893 meer f
De ouischrijviug van dit artikel heeft eene wijziging ondergaan. Als tweede alinea is daaraan toegevoegd eene nieuwe zinsnede, luidende: » vrijwillige oefeningen in deu wapenhandel". Die toevoeging heeft ten doel om op dit artikel tekunnen verevenen de uitgaven welke een gevolg zijn van gehouden oefeningen door jongelieden die militieplichtig worden. Daar de kosten evenwel nog moeilijk k * jnen worden geraamd en in elk geval niet groot zullen zijn is de post voor » Memorie" uitgetrokken.
Toegestaan voor 1892
Toegestaan voor 1892
15 800
>
f
1893
Regiment grenadiers en jagers . . .
f
Acht regimenten infanterie en militaire gchoolcompagnie te Haarlem
1 600 14 000
Instructie-bataljon
200 Meer als boven f
100 925 101225
Voor 1893 meer
300
Meer: Voor den commandant in de Stelliug van Amsterdam . f
Meer: a.
Minder als boven f 3 0Ö0
127 000 Voor 1893 meer f
Art
1 000
Voor den inspecteur van het militair onderwijs Voor den chef generalen staf
van
450 75
den 100
Voor den hoofdintendant
.
75 700
15 800 Minder:
Art. 20.
Toegestaan voor 1892 Geraamd
Voor het technisch comité voor artillerieen geniezaken ,
Oefeningen en onderwijs. f
» 1893
99 300
Meer als boven
400 300
96 300 Voor 1893 minder f
3 000
Minder: a. Schieten en richten met draagbare vuurwapenen. Infanterie: liegiment grenadiers en jagers . . .
f 1 000
Acht regimenten infanterie en militaire schoolcompagnie te Haarlem
2 000
e. Exercitie- en dienstreglementen, kosteloos te verstrekken aan onderofficieren en soldaten
1 000 f 4 000
Art. 22. Manoeuvres , enz. Het op dit artikel uitgetrokken bedrag i.s gelijk aan dat hetwelk, voor de daarbij betrokken onderwerpen, over 1892 werd toegestaan. Intusschen is de ven!reling van dat bedrag over de verschillende onderwerpen gewijzigd , in verband met de vermoedelijke eischen van den dienst in het volgende jaar. Zoo is de post voor kampeeren van troepen verhoogd en die voor veldoefeningen verminderd, omdat de ondergeteekende van meening is, dat op het voetspoor als voor het loopende jaar is bepaald , het vereenigen van korpsen of onderdeden , ook van verschillende wapens, gedurende eenigen tijd in eene legerplaats, hoogst nuttig, zoo niet onmisbaar is om de eigenlijke veldmanoeuvres aan het daarmede beoogde doel te kunnen doen beantwoorden. De duur van de laatstbedoelde oefeningen kan dan ook worden bekort, wanneer de troepen, alvorens zij daaraan deel-
(Staatsbcgrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
'20
ïieiuet», 1 a 2 weken in eeu kamp hebben doorgebracht. Dn voor den postduivendienst uitgetrokken som is van f 1000 op f 1500 gebracht, omdat, bij de geleidelijke uitbreiding vau het aantal Rijks-postduivenstations, met eerst vermeld bedrag niet meer kan worden volstaan. Het ligt in de bedoeliug in het jaar 1893 over te gaan tot de vestiging van een postduivenstation in het fort aan den Hoek van Holland.
verhooging van traktement vooreen hoofdcommies en voor een adjunct-commies en voor het in dienst stellen van een vasten knecht bij het bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht
900
Art. 23. Remonte, enz.
verhoogd traktement van den boekhouder bij 's Rijks magazijn vau geneesmiddelen . .
100
daggelden en meerdere werkloonen voor werklieden bij 's Rijks magazijn van geneesmiddelen, waarvan het aantal voor den dienst onvoldoende is gebleken
2 901
Toegestaan voor 1892.
238 570
Geraamd
240 575
»
1893. Voor 1893 meer.
2 005
daggelden en verhoogde dagDe sterkte van de remonte is voor 1893 even groot ge- gelden voor geëmployeerden bij raamd als voor het loopende jaar. Daarentegen is reeds in 06 militaire hospitalen, hoofd1891 gebleken dat de gemiddelde prijs voor de aanscbaf- zakelijk wegens langdurigen 1758 fing per paard uitgetrokken, te laag is. Bepaaldelijk zijn dienst de paarden die in Engeland en in Ierland worden aangekocht 10 859 in den laatsten tijd niet voor den gemiddelden prijs van f 570 per stuk verkrijgbaar, doch moet daarvoor veelal Minder als boven f 1241 f 574 a f 575 worden betaald. Ook met het oog op de remonteering der berelen artillerie in het binnenland, is intussehen eenige verhooging van den gemiddelden prijs Wijziging van het aantal en van de klassen der paarwenscbelijk , aangezien thans meermalen geschikte paar- denartsen. den niet kunnen worden aangekocht, omdat zij te duur Aan de paardenartsen bij het leger zijn in de laatste zijn. Mitsdien is de aanschaffing per paard bij deze be- jaren gaandeweg meer werkzaamheden opgedragen, als grooting met f 5 verhoogd, hetgeen voor 40i paarden, onder andere het optreden als lid van commissiën tot de boveD vermelde vermeerdering van uitgaven, ad f 2005, keuring van paarden voor het leger, zoowel hier te lande ten JKTOIM hr:eft. als in het buitenland , de keuring van paarden voor 's Rijks postdienst, het keuren van slachtvee voor de troepen , enz. Bovendien is hun werkkring uitgebreid door de oprichVde AFDBKLING. ting van het remontedepot en de oefeningen gedurende een groot gedeelte vau den zomer in Je legerplaats bij Geneeskundige dienst. Olde broek. Opdat bij voortduring naar behooren in den veterinairen dienst, Lij het leger kunne worden voorzien , is het daarom Artikel 24. hoogst wenscbelijk , het organiek vastgestelde getal der paardenartsen met twee te vermeerderen, — eene vermeerdeToegestaan voor 1892. f 601 074 ring , die op het oogenblik feitelijk op eene uitbreiding Geraamd » 1893 599 833 met één neerkomt, omdat een paardenarts der 2de klasse vau gedetacheerd uit Nederlandsch-Indië is teruggekeerd en tijdelijk als overcompleet in de sterkte moet worden Vcor 1893 minder, f 1241 gevoerd. Minder: Wegens verschil in traktementeu en verhooging van traktementen voor officieren en voor administrateurs bij de militaire hospitalen bij verandering in rangen en klassen . . . . f
4 000
traktement van een klerk bij het bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der lauJmacht, welke vacature niet wordt aangevuld. . . .
1 100
premiün en tegemoetkomingen voor studenten voor den militaireu geneeskundigen dienst
7 000 12100
De uitbreiding van het getal paardenartsen der 1ste klasse met drie houdt ten deele verband met die vermeerciering en vindt voorts zijn grond in de toezegging door den ondergeteekende, zoowel in de Tweede als in de l''e-ste Kamer der Staden-Generaal gedaan , met betrekking t^t de verbetering der vooruitzichten van de paardenartsen der 2de klasse. De ondergeteekende is daarbij overtuigd, dat, wanneer de verhouding der paardenartsen van de lst') klasse tot die der 2de en 3de klasse wordt geregeld als thans wordt voorgesteld, namelijk dat van het geheele aantal de kleinste helft tot de 1ste klasse kan behooren, in den ongunstigen toestand , waarin de paardenartsen der 2de klasse thans, vergeleken bij de officieren van gezondheid en de militaire apothekers, ten opzichte van hunne bevordering verkeeren, vcor de toekomst eene groote verbetering komen zal. Art. 25. Verpleging tan zieken. Toegestaan voor 1892 f 198 050,00 Geraamd voor 1893
208540,00
Meer: Verschil in de traktementen vau 'ie paardeuartseu ten gevolge van de voorgenomen reorganisatie van het aantal eu van de klassen .
Voor 1893 meer f
5 200
De ondervinding heeft geleerd dat de raming der kosten, ad f 0,45 per dag, voorde verpleging van zieken in de militaire hospi-
10 490,00
Bijlage A.
Tweede Kamer. (Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2)
Uien te laag is gesteld en met f 0,02 moet worden verhoogd. Dit veroorzaakt eene meerdere uitgaaf van f Door de verplaatsing van een bataljon infanterie van Maastricht naar 's Hertogenbosch, in welke laatste plaats de zieke militairen worden verpleegd in eene burgerziekeninrichting, is het aantal verpleogdagen in de militaire hospitalen met 5000 verminderd en dat in de burgerziekeninriebtingen met gelijk getal verhoogd. Door het verschil in den verpleegprija per dag is daardoor meer noodig Totaal als boven f Vide
Voor brood. 7 240.00
1,83
Voor kleeding en uitrusting....
7,30
Voor onderhoud van meubelen . .
489,30
Voor fourage.
919,80
.
f 21 058,23 Minder: 3 250,00
Voor toelage voor den directeur . . f
300,00
10 490,00
Voor officierenleerlingen....
400,00
AKDKELING.
Studie en onderwijs. Art 28.
. . f
21
Hoogere Krijgsschool. Oorlog.
Koloniën.
Totaal.
Toegestaan voor 1892
f 13 950
f 27171
f 41 121
Geraamd voor 1893 .
24 000
36 500
60 500
Voor 1893 meer
f 10 050
9 329
f 19 379
Voor gratificatien
600,00
Voor soldijen . .
135,05
Voor reiskosten .
179,00
Voor vergoeding aan de gemeente Delft
60,00
Voor het schrikkeljaar
5,18 1 679,23
f
Meer: Traktement: 2 kapiteins van den generalen stat' van het leger hier te lande f 5800 1 kapitein der infanterie van id.. .
2 200,00
1 idem der genie van idem . . . .
2200,00
1 kapitein intendant van het Nederlandsch-Inilisch leger (voor 8 maanden meer dan in 1892)
2 333,00
Van een burgerleeraar in de natuuren scheikunde . .
25,00
Toeligen : Officieren-leeraren van het leger hier te lande
250,00
Bijslag wegens detacheerig aan A-i Rijkslandbouwscbool en bij bereden wapens 6 118,00 Reraunerati Sn: Voor 1 leeraar in de Malcische taal .
250,00
Voor 1 idem in het Staats- en administratief recht van Ned. In lië . . .
391,00
Voor verhoogde soldij ,
:i.i'0
Handelingen der Stater.-Generaal. Bijlagen. 1892-1893.
Meer als boven ..
f
19 379
Hij de tot uitvoering van de wet van 21 Juli 1890 {Staatsblad n°. 126) ten aanzien van de Hoogere Krijgsschool getroffen regeling, vervat in het bij Koninklijk besluit van 14 September 1891 [Staatsblad i.°. 170) vastgestelde regiement voor die inrichting, is o. a. bepaald dat de directeur der Hoogere Krijgsschool, die den rang van hoofdofficier heeft, in zijnen rang gevoerd wordt boven (ie formatie van het wapen of bet dienstvak waartoe hij behoort. In overeenstemming daarmede zijn op de begrooting voor het kopende jaar de kosten wegens traktement en verdere vergoedingen ten behoeve van voornoemden directeur uitgetrokken op bet artikel waarop de uitgaven voor de Hoogere Krijgsschool zijn geraamd. Naar de me:" ing van d:\\> ondergeteekende behoort in gelijken zin te worden gehandeld ten aanzien van de officieren van het lnger hier te lande, die als leeaar aan de hoogere krijgsschool verbonden zijn en die, nevens de bedoelde, geen andere dienstbetrekking vervullen. Wanneer deze officieren toch blijven medetellen in de formatie van hun wapen of van Lun dienstvak, nemen zij daarbij plaatsen in van officieren, die voor den dierst bij bet wapen of dienstvak zelf noo.lig zijn ; wat op den duur aanleiding moet geven tot bezwaren. Bovendien komen alsdan de kosten wegene traktementen , enz., te hunnen behoeve , niet ten laste van de Hoogere Krijgsschool, zcodat de uitgaven voor die inrichting niet juist kunnen worden geraamd en overzien Daarvan is wijders het gevolg dat, voor zooveel de bedoeld i officierea ook onderwijs geven aan leerlingen voor den dientt in Indië, niet — zooals ten aanzien van alle uitgaven voor het militair onderwijs in beginsel =s aangenomen — een aandeel van do bedoelde uitgaveu op de uegrooting voor Ne lerlandach-Indifl kan worden gebracht; zoodut de verdeeling der kns'en over deze begrooting eu die van bet Departement van Oorlog niet juist kan lijn. Naar aanlci ling ran deze overwegingen worden op dit artikel thans ook de kosten wegens traktementen, enz. uitgetrokken, voor vier officieren-leeraren, van bet leger hier te lande en wel voor: 2 kapiteins van den generalen staf, 1 kapitein der infanterie en 1 kapitein der genie; welke officieren op 1 üctober a. s in bet hiervoren aar> geduide geval zullen verkeeren. In verband daarmede is de ondergeteekende voornemens, te zijner tijd, etappen te doen , om in de bij bet Reglement voor de Hoogere K.:jgsschool bebooteude tabel de bepaling te doen opnemen, dat
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
22
vier officieren-leeraren van bat leger Lier te lande, in hunnen rang zullen worden gevoerd boven de formatie van bun wapatl of hun dienstvak Daaromtrent zij opgemerkt dat zoodanige bepaling in geenen deele e.one permanente uitbreiding van het personeel van den genenden staf tan gevolge zal hebben. Immers het is zeer wel mogelijk dat officieren van den generalen staf nevens de betrekking van leeraar aan de Hoogere KftfgMchool, eene andere functie vervullen en feitelijk gaMhtedl zulks ook nu en dan met sommigen hunner. De hiervoren bedoelde bepaling zal dan ook in algemeenen zin worden gesteld , zoodat zij, naar omstandigheden, voor alle wapeus en dienstvakken van toepassing kan zijn. De officieren van het leger hier te lande die, na op 1 October 1890 tot de toenmalige Ilde afdeeling der Krijgsschool te zijn toegelaten , on 1 October 1892 de studiën aan de Hoogere Krijgsschool zullen hebben voleindigd, worden , krachtens de te hunnen aanzien vastgestelde voorschriften , op laatstgenoemden datum , voor den tijd van één jaar, gedetacheerd bij de te 's Gravenhage garnizoen houden.Ie bereden korpsen. Aangezien nu bij OM korp-en slechts een beperkt aantal ofiicier'.üi tijdelijk kan worden ingedeeld, ten einde zie!) daarbij in practisciie richting ta bekwamen, moeten de officiereu die als leerling vau de Hoogere Krijgsschool van een Mei tot 30 September 1893, in het belang van hunne practis?ho vorming bij een bereden korps moeten worden gedetacheerd, alleu worden ingedeeld bij korpsen buiten 's Gravenhage gevestigd. Mitsdien hebben die officieren , ingevolge de regeling van de Hoogere Krijgsschool, gedurende voormeld tijdvak allen aanspraak op bijslag op hun traktement wegens verblijf buiten 's Gravenhage. Het bedrag dat voor bijslag nis hier bedoeld op deze begrooting moest worden uitgetrokken , is daardoor aanmerkelgk hooger dan in volgende jaren — wanneer geens leerlingen van de voormalige Ilde afdeeling der Krijgsschool meer aanwezig >:ul!en zijn — het geval zal behoeven te wezei'. Art. 29. Koninklijke Militaire Academie.
Oorlog.
Koloniën.
Totaal.
Toegestaan voor 1892.
f 264 760
f 190 500
f 455 260
Geraamd voor 1893 .
237 925
207 225
445 150
Voor 1893
meer ( minder
»
f 16 725
f 26 835
Minder: Voor een kapitein der infanterie ad f 2ö00,3 1 /, maand f 758:33
933,34
Voor een idem der artillerie
1 700,00
Vooreen leeraar in de wis-» natuur- en scheikunde ad f 2800, 3'/. maand . . .
816,67
Voor een idem in de letterkunde ad f 2800, 3V3 maand
816,67
Voor een idem ad f2CO0, idem
758,33
Vooreen idem in het handteekeueu ad f 1800, idem .
525,00
Voor afloopende betalingen
Voor het schrikkeljaar.
18.25
.
128,39»
Voor toelagen voor vernieuwing en onderhoud . .
144,02B
Voor voeding en zakgeld. 14 400,00 Voor kleed ing en uitrusting 11 620,00 Voor onderhoud van idem 4 608,00 Voor reis- en verblijfkosten
2 500,00
Voor aankoop en onderhoud van boeken enz . . 2 880,00 Voor vernieuwing en onderlioud van panrdetuig, stat en nianegebehocf'en enz. 1 000,00 f 44 165.62 Meer: Voor schadeloosstelling voor huishuur van den eersteofficier f 200,00 Voor traktement voor een eerst e-luitenant der infanterie Oost-Indisch leger. . . . 2 000,00 De l-apitein-kwartiermeester bevorderd tot majoorkwartiermeester
600,00
De eerslf-luitenant-admi" nistrateur vau kleuding bevorderd tot kapitein . . .
600,00
Yerhoogiug van traktement wegens dienstjaren. .
500,00
Voor verhooging van trakternent voor burgerlijke ambtenaren
600,00
Voor soldijverhooging we~ géiis dienstjaren
200,425
Voor brood
76,145
Voor huisvesting en stalling . . 26 890,00 Voor onderhoud en herstelling van verschillende voorwerjeu Voor fouiage
1135,90 1 253,15 34 055,62
Minder als boven.
Voor twee eerste-luitenants der idem ad f 1600, 3'/ s maand
Voor soldijen
f 10 110
wegens soldijverhoogingen welke ingetrokken zijn, doch in het genot waarvan belaughebbend» u gehandhaafd blijven f
558,61
f 10 110
In verband met het vooruemeu om de Cadettenschool op 16 September 1893 te openen — zie de toelichting van art. 30 — zijn op deze begrooting de uitgaven wegens traktementen, enz. van de officieren, de burgerleeraren en het verdere personeel, die in aanmerking komen om op vermeld tijdstip van de Koninklijke Militaire Academie bij de Cadettenschool over te gaan, voor slechts 81/, maand uitgetrokkeu. Voorts zijn , mede in verband met het aangeduide voorj:emen , op dit artikel geene kosten geraamd voor jonge• helen die op 1 September 1893 als cadet op vermelde Academie zouden worde:: geplaatst. Het gemiddeld beJrag der oplcidingskosten per cadet aan de Academie is ten gevolge van een en ander voor het dienstjaar 1893 aanmerkelijk hooger dan over vroegere jaren , toen in den regel op 1 September telkens omstreeks 70 cadetten tot die inrichting werden toegelaten.
23
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.) Naar aanleiding van den daaromtrent in het rapport van Voor soldijen f 22 032,52* de bij Koninklijk besluit van 5 Januari 1891, n°. 51,in» verhoogde soldij wegens ffMtOlde commissie voorkomenden «ronk, orn de bestaande 173,37* gasverlichting van de gebouwen en terreinen te doen ver- dienstjaren vangen door eene electrische, waardoor de zuiverheid van Voor idem voor bijzondere de lucht binnen de gebouwen verhoogd, en het behoud diensten 985,50 van het gezichtsvermogen der cadetten bevorderd zouden Voor bijslag op de soldij. . 305,00 worden, is daarvoor een post vau f 4(5 000 uitgetrokken , die gegrond is op een voorafgaand nauwgezet desbetreffend » brood 1588,96 onderzoek. » eerste uitrusting. . . 50,00 Op dit oogenblik zijn 11 paarden in een gehuurden stal » toelage voor vernieubuiten de Academie geplaatst; met liet aangevraagde be3 591,14 drag zal op de goedkoopste wijze in bet reeds sedert langen wing en onderhoud . . . . tijd bestaande gebrek aan stalling kunnen wordeu voorzien. Voor rei8- en verblijfkosten, enz 130,00 De herstelling van de gevels op de binnenplaats van het Voor scheeps- en wagenhoofdgebouw is eene voortzetting van eene reeds in 1891 vrachten, enz 1 000,00 aangevangen voorziening. Art. 30. Cadettenschool. a. Zooals reeds hiervoren is aangeteekeud ligt het in de bedoeling de Cadettenschool te openen op 10 September 1893. Dienovereenkomstig zijn op dit artikel de kosten van deze inrichting berekend naar een aantal van 50 cadetten van één studiejaar, met hetnóodige personeel uitgetrokken over 3'/ s maand. Vermits geaue gegevens bestaan ter be jordeeling van de vraag hoeveel cadetten gebruik zullen maken van de lij art. 19 der wet van 21 Juli 1890 (Staatsblad n°. 126) verleende bevoegdheid , om liet voorbereidend onderwijs voor toelating tot de Koninklijke Militaire Academie elders dan aan de Cadettenschool te volgen, is er bij d e n begroeting op gerekend dat alle cadetten die tot genoemde school zullen worden toegelaten, aan die inrichting zelve zullen verblijf houden. b. Aangezien bij het uitwerken van de plannen voor de Cadettenschool te Alkmaar, ook in verband niet de stijging van enkele eenheidsprijzen , de noodzakeUjkueid aan het licht trad, de aanvankelijke raming eenigszins te overschrijden, is dit jaar voor den bouw vau d.e inricutiug alsnog een poot vau f 8500 uitgetrokken. Art. 31.
Hoofdcursus.
Oorlog.
Toegestaan voor 1892. Geraamd
» 1893.
Koloniën.
Totaal.
32 500
f 28 000
f 60 500
47 040
48 020
95 060
f 14 540
f 20 020
f 34 560
t
Voor 1893 meer. . .
Meer: Verhooging van traktement voor den directeur f
200,00
Een kapitein (leeraar). . .
2 400,00
Een eerste-luitenant van het Oost-Indisch leger (id.) . . .
2 000,00
Een eerste-luitenant-kwartiermeester (id.)
1 600,00
Verhooging vau traktement van den eerste-luitonant-kwartiermeester Oost-Indisch leger.
150,00
Schadeloosstelling voor het aanschaffen van een dienstpaard
300,00
Voor kamptoelage . . . .
40,54
a aankoop en onderhoud van boeken, enz
100,00
Voor kosten voor rijkunstig onderwijs
1 400,00
Voor prijs aan een leerling.
50,50 f
3S 097,04
Midder t Een eerste-luitenant
. . . f
1600,00
Voor toelage van een luitevant-kwartierni"°*ter . . .
400,00
Voor traktementen van bur gerlijke beambten . . . .
400,00
Voor huisvesting enz. .
1 137,04 3 537,04
boven
.
. . f
34560,00
Het ligt in de bedoeling van den oudergeteekende den directeur van den Hoofdcursus, die, krachtens de ingevolge de wet op het militair onderwijs nopens deze inrichting te trefTen regeling, den rang van hoofdofficier of van kapitein zal kunnen bezitten, ook wanneer hij laatstbedoeldQn rang bekleedt, bereden te doen zijn. Zulks wordt weuschelijk geacht, ook om dien directeur in de gelegenheid te stellen veelvuldig en zonder te veel tijdverlies bij de practische oefeningen van de leerlingen tegen woordig te kunnen zijn. Bij de nieuwe regeling van den Hoofdcursus il bet noodig geacht te bepalen dat een der officieren*b-eraren van het leger hier te lande '!en rang van kapitei'i cal hebben. !>o reden daarvan is, dat bet wer schel ijk u dat een officier beschikbaar zij die. in verband niet zijnen rang, geschikt en aangewezen zij om den directeur van den HoofJcursns, in gevul van ziekte, afwezigheid nf ontstentenis, tijdelijk te Kannen vervangrn. Het werd niet raadzaam geoordeeld daarvoor een luitenant te bestemmen. Mitudien is op deze begrooting gerekend op 1 kapitein, ;!s leeraar, méér en 1 eerste-luitenant minder. Ten aanzien van de aanmerkelijke vermeerdering van de uitgaven wegens soldijen enz , ten behoeve van de leerlingen van den Hoofdcursus, heeft de ondergetekende de eer, met verwijzing naar het gestelde ad. art. 30 inde Memorie van "o-dichting van de ontwend eg.-oting vcor het loopende dienstjaar, in beril-nering te bretijren, dat de onderofficieren die, ingevolge de wettelijke regeling van den Hoofdcursus, tot die inrichting zijn toegelaten, in hunnen graal moeten w( rden gevoerd boven de formatie der korpsen. Op de begrooting voor het dienstjaar 1892 was zulks slechts over 3 maanden van invloed ; op die voor 1893 daarentegen over het geheele jaar.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
24
Art. 32. Pupillenschool. f
Toegestaan voor 1892 Geraamd
»
1893
67 200 53 854
f
Voor 1893 minder
hoeve van personeel der Normaal-Scbietschool, terwijl op het nieuwe artikel thans de huur, wegens het gebouw dier school en wegens de gebouwen en terreinen te Waalsdorp is gebracht, waarmede vroeger art. 46 (huur) werd bezwaard.
13 346
Vilde
AFDBBUNO.
Materieel der artillerie.
Minder: ff
Voor soldijen
5577,34
Art. 34. Directie der artillerie-inrichtingen.
764,66
> brood
6 000,00
> eerste uitrusting > toelagen voor vernieuwing en onderhoud > onderhoud van kleeding
f
Geraamd voor 1893 3,57
. f
0,43 13 346,00
Bij de raming der uitgaven voor de Pupillenschool op dit artikel is gerekend op eene vermindering van het aantal pupillen met 50, die in den loop van het jaar 1893 zul plaats hebben.
7 100 8 800
Meer voor 1893 .
1700
1 000,00
» vernieuwing en onderhoud van verschillende voorwerpen Minder als boven
Toegestaan voor 1892
welk verschil ontstaat als volgt: een werktuigkundig ingenieur
. . . .
f
1200
drie schrijvers, ieder ad f 100 verhooging.
300
twee bedienden, ieder ad f 100 rerhooging.
200
Als boven . . . .
f
1 700
f
48 300
Art. 33. Normaal-schietschool. Naar aanleiding van den door den Minister van Koloniën daartoe aai» deu ondergeteekende kenbaar gemaakten wensoli. wordt er bij deze begrooting op gerekend dat de Normaal-schietschool, meer dan tot nu toe geschieden kan , ook dienstbaar zal worden gemaakt aan de opleiding in het schieten van officieren, onderofficieren en verdere militairen van het Nederlandsen-Indische leger en aan de vorming van onderwijzers in het schieten voor dat leger. Terwijl namelijk tot dusver slechts nu en dan oföcieren van meerbedoeld leger, die zich met verlof hier te lande bevinden , eenen cursus aan voormelde inrichting kunnen volgen , zouden , indien de voren aangeduide maatregel tot uitvoering komt, jaarlijks 10 officieren en 24 onderofficieren en minderen van het Nederlandsen-Indische leger aan bedoelde school kunnen worden opgeleid. Daarvoor is evenwel eene uitbreiding uoodig van het vaste personeel dier in* richtii.g met één kapitein, twee luitenants en twee soldaten. Van die luitenants zou 1 behooren tot het leger hier te lande, terwijl de kapitein en de andere luitenant in den regel van het Indische leger bij de Schietschool zouden worden werkzaam gesteld. In verband met deze regeling heeft de ondergeteekende, in overleg met den Minister van Koloniën , aangenomen , dat van de kosten der Normaal-scbietschooi een evenredig aandeel zal komen ten laste van de begrooting voor Nederlandsch-Indië. Ten einde bet bedrag dier kosten volledig te kunnen overzien en de verdeeling daarvan over de beide begrootingen met juistheid te kunnen regelen , zijn alle uitgaven voor de Normaal-schietschool — die tot dusver onder die van verschillende artikelen der lilde, der IVde en der VlIIste afJeelingeu van het VlIIste hoofdstuk der >>taatsbegrootiiig begrepen waren — thans gebracht op één artikel, dat, naar de ondergetekende meent, gelet op den aard der uitgaven, tehuis behoort onderde Vide afdeeling van dat hoofdstuk. Eene vergelijking van de kosten der Normaab schietschool volgens deze begrooting en die van vorige jaren, is niet wel mogelijk, doordien die kosten in vorige begrootingen niet overal van andere uitgaven zijn afgescheiden. Aangezien evenwel het Departement van Koloniën thans, uit den aard der zaak, ook zal bijdragen in de algemeene kosten der inrichting — die niet belangrijk zul'en toenemen — zal dat bedrag der uitgaven dat ten laste van het Departement van Oorlog komt, zeker verminderd zijn. De ondergeleekende heeft (ie eer ten deze overigens te verwijzen naar de toelichting van art. 8, op welk art. f 12 800 minder is uitgetrokken wegens trak;ementen enz. ten be-
Art. 35.
Stapelmagazijnen.
Toegestaan voor 1892 Geraamd voor 1893
48 900
Meer voor 1893 .
f
600
welk verschil ontstaat als volgt: toelage voor een conducteur
f
vijf schrijvers, ieder ad f 100 verhooging. Als boven. Art. 36.
100 500
f
600
Constructie-werkplaatsen.
Toegestaan voor 1892
f
Geraamd voor 1893
189 700 190 800
Meer voor 1893
1100
welk verschil ontstaat als volgt: een boekhouder, verhooging
f
100
twee schrijvers, ieder ad f 100 verhooging
200
drie onderopziebters der smeden , ieder ad f 100 verhooging
300
één meester-vormer en gieter 1ste klasse, verhooging
100
twee keurders van projectielen, ieder ad f 100 verhooging
200
Minder afgetrokken voor hetgeen uit de verstrekkingen beschikbaar zal komen , hetgeen dus komt in tiet meerdere der begrooting
200
Als boven
. . .
f
1100
Tweede Kamer.
lilllage A.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.) Art. 37. Pyrotechnitche werkplaatsen. f
Toegestaan voor 1892 Geraamd
i
25
verstrekkingen beschikbaar zal komen en dat dus in het meerdere der begrooting komt . f
16 500
78 000
1893 Meer voor 1893
Minder voor:
600
. . f
aankoop van vijlen en verkappen van vijlen welk verschil ontstaat als volgt:
f
steenkolen en cokes
twee boekhouders, ieder ad f 100 verhooging
200
één schrijver 1ste klasse, verhooging . .
100
twee opzichters-vuurwerkers, f 100 verhooging
werktuigen, gereedschappen en velerlei behoeften
15 000 f
19 000
f
16500
200
een onderopzichter-vuurwerker, verhooging
100
Meer
. . .
Minder
19 000
600
. . .
Minder als boven Art. 38.
>
f
1893
85 200 85 450
Meer voor 1893
250
welk verschil ontstaat als volgt: een boekhouder verhoogiug
f
een schrijver 1ste klasse varhooging
. .
100 100
Minder afgetrokken voor hetgeen uit de verstrekkingen beschikbaar zal komen, hetgeen dus komt in het meerdere der bef
300 50
Minder voor de opzichters . . Als boven
. . .
f
250
Art. 39. Geschutgieterij. Toegestaan voor 1892 .
f
33 350 33 400
. f
Meer voor 1893 . .
50
Verhooging voor den meester vormer en gieter. Omtrent de verschillen in de traktementen en toelagen, uitgetrokken bij de verschillende artikelen der Vilde afdeeling, wordt verder verwezen naar den uitgewerkten en toelichtenden staat. Art. 40. Materieel der artillerie. Toegestaan voor 1892 »
f
1893
455 500 453 000
Minder voor 1893
. f
2 500
welk verschil ontstaat als volgt: Meer voor: scherpe patronen tot kamerschietoefeningen aanschaffing van cavalerie-sabels
.
. .
Omtrent het meerder uitgetrokkene wordt verwezen naar de noten 9 en 10 van den uitgewerkten en toelichtenden staat. Omtrent het minder uitgetrokkene strekt het navolgende tot toelichting: met de aangevraagde sommen voor de aanschaffing van vijlen en het verkappen van vijlen kan worden volstaan, terwijl de steenkolen lager kunnen geraamd worden wegens de daling in prijs dier behoeften; de uitgetrokken som voor werktuigen , gereedschappen en velerlei behoeften is mede lager kunnen geraamd worden, omdat in het loopende jaar onderscheidene werktuigen van nieuwe constructie konden worden aangeschaft. VlIIste
100
Geraamd
2 500
Werkplaatsen voor draagbare wapenen.
Toegestaan voor 1892 Geraamd
2 000 2 000
ieder ad
Als boven
2 000
77 400
f
4 500 10 000
Minder uitgetrokken voor hetgeen uit de Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1892-1893.
AFDBEUNG.
Materieel der genie en kazerneering. Hoofdzakelijk ten gevolge van de vermeerdering, welke het artikel voor huur weder moet ondergaan , is ook thans weder voor deze afdeeling een eenigszins hooger bedrag geraamd moeten worden. Door echter de sommen, bestemd voor het onderhoud en voor de uitvoering van belangrijke herstellingen en vernieuwingen, tot het strikt noodige te beperken, bedraagt de geheele verhooging van het voor deze afdeeling uitgetrokken bedrag, niettegenstaande het artikel voor huur f 12 030 hooger is dan ten vorigen jare, slechts f 1270; waartegenover dan echter door den ondergeteekende de aandacht wordt gevestigd op de vermindering die het bedrag van de in de XVIde afdeeling voor het materieel der genie opgenomen buitengewone uitgaven heeft ondergaan. Voor zooveel de aard der in den toelichtenden staat vermelde belangrijke herstellingen en voorzieningen niet uit hare omschrijving volgt, en zij niet zijn aangeduid als: • voorzieningen van onderscheiden aard , welke ieder op zich zelve een gering geldelijk bedrag vereischen en daarom bij elkander zijn gevoegd, doch waaromtrent niets nader valt mede te deelen dan dat zij als zeer noodzakelijk moeten worden beschouwd en bij uitstel onvermijdelijk tot grootere uitgaven zouden noodzaken, zij dienaangaande het volgende medegedeeld: Art. 43. lste genie-commandement. In de woning van den opzichter voor fortificatien te Muiden is slechts ééne kamer van behoorlijke grootte; er is bovendien geen gelegenheid om een behoorlijk bureel te hebben en evenmin tot archiefberging. Vergrooting van de woning is daarom sinds lang noodig. Het herstellen van asphaltvloeren in de kazerne der vesting-artillerie te Utrecht betreft eene zeer noodige voorziening. Hoewel de genomen proeven on: het bestaande asphalt door eene hardere soort te vervangen , aanvankelijk goede uitkomsten opleverden, wenscht men toch dezen zomer
26
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
af te wachten alvorens een volledig oordeel uit te spreken. Het bedrag van f 360 voor bet verbeteren van de In afwachting daarvan is echter MM som op 'Ie begrooting opzichterswoning te Ter Neuzen is bestemd voor het maken gesteld om de herstelling reeds in 1893 te kunnen aau-• van een primaat met put, het aanbrengen van eene pomp vaugen. in de keuken, het herstellen van dakgoten en het aanbrengen van behangsels en van een plafond. Het buroelgebouw voor den generaal-rnajoor, commandant in de Nieuwe Hollaudsche Waterlinie, tevens bevelDe toestand van den toegansweg naar het fort Ellewoutshebber in de Ilde militaire afdeeling , biedt geene genoeg-• dijk is bij regenachtig weder zeer slecht en vereischt zame ruimte aan. Verplaatsing van de bureelen naar eldersi dringend verbetering. komt den ondergeteekende om verschillende redenen niet> wenschelijk voor. Met de gevraagde som zal eene vergrooting Het onderdek van de brug in courtine IV—V te Helletot stand kunnen worden gebracht, die genoegzaam in1 voetsluis is zeer slecht; ook het bovendek, enkele palen, de bestaande behoefte voorziet. slooven en liggers moeten worden vernieuwd. De herstelling van bek leed ingsmuren te Gorinchem is eene voortzetting van een reeds in voorgaande jaren begonnen werk.
De post van f 950, bestemd voor het doen van voorzieningen van onderscheiden aard aan verschillende gebouwen te Brielle, is bestemd voor: het dichten van scheuren in het gewelf van lokaal n°. 2 van het wachtDe bij den opzichter van fortificatiPn in gebruik zijnde' huis in bastion IV, het vernieuwen van de zinkdekking ortierswoning bij de Waterpoort te Gorinchem is zeer be-" op het provoostgebouwtje bij de kazerne den Doele en ompt en vochtig en de grondslag belangrijk verontreinigd ,> het vernieuwen van 2 pompen in de kazerne en de voorzoodat voorziening dringend noodig is. malige infirmerie. Ook het Linge-wachthuis eischt verbetering. Het voornemen bestaat de indeeling daarvan tevens eenigszins te Art. 46. 4de genie-commandement. wijzigen, waardoor het geschikt zal worden tot woning voor genoemden opzichter, die daardoor dan in de nabijHet herstellen en vernieuwen van steenen vloeren en heid der genieloods komt te wonen, hetgeen voor het toezicht; bestratingen te Leeuwarden vormt eene voortzetting van op die loods zeer gewenscht is. Eerstgenoemde woning in vorige jaren aangevangen voorzieningen. kan alsdan worden bestemd voor een ander gehuwd militair. Het maken van eene beschoeiing langs de Singelgracht Het bedrag van f 1200 voor het doen van herstellingen ten noorden van de kazerne aldaar is noodig ter vooren voorzieningen aan verschillende gebouwen en werken koming van afschuiving van den grond en van verzakking te Woudrichem met onaerhoorigheden is bestemd voor het; van de nabij het talud staande gebouwen. maken van twee omplacementen voor het behoorlijk lichten en inbreDgen van schotbalken aan de Papsluis; voor het In het bedrag van f 350 voor het doen van voorzieningen vervangen van eene slechte keibestrating op den openbaren van onderscheiden aard aan verschillende gebouwen en weg te Woudrichem ; voor het vernieuwen van twee palis- werken te Leeuwarden is onder meer opgenomen het maken saden kappen te Bakkerskil en Giessen ; voor het beschieten van een tochtportaal in de kamers bestemd tot bureelen van het dak der bergloods in het fort aan den Uppelschen van de bataljons-commandanten, gelegen in de onmiddeU dijk en voor het vergrooteu van den te kleinen zolder in lijke nabijheid van trappen, waardoor men aldaar veel die bergloods. last van tocht heeft.
S
Art. 44. 2de genie-commandement. De voorgestelde vernieuwing van houten vloeren enz. in de kazerne Oranje-Nassau te Amsterdam is onder meer in hoofdzaak bestemd tot herstelling van grooteiideels verstikte ondervloeren der waschlokalen. Eenige trappen in militaire gebouwen te Amsterdam vorderen vernieuwing , terwijl de raveelingen van sommige bordessen vergaan zijn en u itsdien almede door nieuwe moeten worden vervangen. • Het oprichten van een postduiven-station op het fort aan den Hoek van Holland is noodig om aan buitengaats ter verkenning uitgezonden vaartuigen de gelegenheid te geven spoedig berichten te kunnen doen overbrengen , en voorts om, ingeval het fort ingesloten mocht worden, de gemeenschap naar buiten, ook na afsnijding van de telegraphische verbindingen, te kunnen blijven onderhouden. Art. 45. 3de genie-commandement. De woning van den opzichter van fortificatiön te Geertruidenberg eischt in verschillende opzichten verbetering. De daarvoor uitgetrokken som van f 500 is bestemd voor het nemen van maatregelen tot wering van vocht, voor verbetering van het privaat, voor watervoorziening en voor herstelling van vloeren. In verschillende gebouwen te Vli3singen moeten de volgende houten vloeren worden vernieuwd: in de onderofficierskaraer van de bomvrije kazerne, in de lokalen 3 en 6 der woningen aan de noordzijde der voormalige kazerne Westdijk, in de manschappencantine der kazerne Koning WUlem III en in de woning aan den Nieuwen weg.
Het bedrag van f 350, uitgetrokken voor het doen van voorzieningen van onderscheiden aard in de Noorderkazerne te Groningen, is bestemd voor: het plaatsen van 2 rijen boomen op het niet bestraat zijnde gedeelte binnenplaats, het maken van een poetslokaal bij de wapenkamers, het maken van twee schuttingen bij de alleenstaande woning en het aanbrengen van verbeteringen in den stal van den garnizoens-commandant. Het vernieuwen van 13 glasramen, waarvan 3 in het hoofd- en 10 in het schoolgebouw van het instructiebataljon te Kampen, is noodig, omdat bij harden wind de zinken glasroeden doorbuigen en daardoor de ruiten breken. Van de stallen nabij den Brink-Uitgang te Deventer zijn sommige buitenmuren zoodanig met ammoniak doortrokken , dat de buiteubepleistering afvalt; men wenscht de muren te herstellen en daarna opnieuw te bepleisteren. Deze herstelling is eene voortzetting van eene sedert 2 jaren begonnen voorziening. Het aanbrengen van luchtkokers op de kap van de rijloods te Deventer is noodig tot afvoer van den waterdamp , die hinderlijk is bij de oefeningen en een ongunstigen invloed óp het dakbeschot uitoefent. Vier in slechten toestand verkeerende deuren in het fouragernagazijn aldaar worden nimmer gebruikt, zoodat men ze wenscht dicht te metselen, waardoor de hechtheid van het geheele gebouw tevens zal worden gebaat. Ten einde de gebouwen en terreinen van de voormalige werkinrichting » Ommerschaus", die gedeeltelijk in beheer bij het Departement van Oorlog zijn overgegaan, geschikt te maken voor het onderbrengen van troepen en paarden
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
27
gedurende het houden van zomeroefeniugun in de ouiliggende terreinen , is eene som van f 8000 uitgetrokken.
Art. 51. Aanschaffing en onderhoud van materieel voor den telegraafdienst te velde.
De post van f 400 uitgetrokken ten deele voor het doen van voorzieningen van onderscheiden aard aan de kazerne • de IJzendoorn" en de stallen te Zutphen is in hoofdzaak bestemd voor het herstellen van bepleisteringen in en bij die gebouwen. Hei benoodigde drinkwater voor het hospitaal en het hulpgebouw wordt thans verkregen uit eene in de nabij heid van die gebouwen staande stadspouip. Daar het doo. deze pomp geleverde drinkwater echter slechts na filtratie bruikbaar is wordt eene kraan van de waterleiding in elk der bovengenoemde gebouwen zeer noodig geacht.
Voor het bij dit artikel aangevraagde bedrag, waarin f 400 begrepen is voor onderhoud van reeds aangeschaft materieel en f 350 voor de aanschaffing van nieuwe elementen voor de batterijen der voorposten-afdeelingen van 2 divisiën, zullen overigens weder twee nieuwe statiouswagens worden aangeschaft.
Het dak boven de kazerne » de IJiendoorn" en dat der woning bij de rijloods verkeeren in slechten staat, doordien de pannen verweerd zijn en meerdere gordingen, spanribben en belattingen vernieuwing vorderen.
Art. 52. Pertoneel by de centrale magazijnen.
IXde
AFDBBLINO.
Centrale en garnizoens-kleedingmagazijnen.
Toegestaan voor 1892
f 123 340,00
Geraamd voor 1893
De vervanging van de in slechten staat verkeerende houten voederbakken door ijzeren is in onderscheidene stallen noodig. Men wenscht thans met deze vervanging in ééne stal een begin te maken.
114 540,00
Voor 1893 minder . . .
f
8800,00
Minder: Voor het onderhouden van de schipbrug over het Broekhuizerwater nabij Doesburg is slechts een memoriepost uitgetrokken. Deze- brug is thans vour de defensie geheel zonder belang, doch vordert niettemin voortdurend vrij hooge onderbouds- en herstellingskosten, die ten laste komen van het VlIIste hoofdstuk der Staatsbegrooting. Vermits, voor zooveel is nagegaan kunnen worden , het Departement van Oorlog niet verplicht is in de openbare gemeenschap over het Broekhuizerwater ter plaatse van de bestaande schipbrug te voorzien en voorts zoodanige gemeenschap — zij het dan ook langs een meer of minder grooten omweg — blijft bestaan , heeft de ondergeteekende het voornemen opgevat de schipbrug tegen het einde van April 1893 te doen wegruimen. Van dit voornemen is aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid kennis gegeven. Wanneer tot op het tijdstip der wegruiming of in geval van onvoorziene omstandigheden herstellingen aan de brug noodig mochten zijn, kunnen daartoe door overschrijving uit art. 86 {onvoorzien) gelden beschikbaar worden gesteld. Vernieuwing van het dak van de rijloods te Arnhem is dringend noodig, aangezien de allengs ontstane en bezwaarlijk te herstellen lekken schade doen aan den leembodem van de rijbaan. Hoewel de kazerne bij het Valkhof te Nijmegen niet altijd door troepen bewoond wordt, eu zulks alleen voor korten tijd het geval is, bij opkomst van lichtingen voor herhalingsoefeningen en bij het opkomen van eene nieuwe lichting, zijn toch de voor dit getouw opgenomen voorzieningen niet voor uitstel vatbaar. De vloeren en de daarop staande beschotten in de kazerne aan de Hamstraat te Roermond zijn gedeeltelijk verzakt; spoedige herstelling is dus onvermijdelijk.
Bij de in 1892 in werking getreden nieuwe organisatie van de centrale magazijnen van militaire kleeding, uitrusting enz. is de betrekking van directeur van elk dier inrichtingen komen te vervallen en is, als hoofd van de 3 magazijnen benoemd een majoor-intendant, wiens traktement en toelage voor verblijf te Amsterdam zijn uitgetrokken bij art. 6 van deze begrooting. Ten gevolge daarvan is dit artikel verminderd met: a. de traktementen van 3 directeuren . . f 9 b. de toelage wegens verblijf te Amsterdam voor 1 directeur c. de schadeloosstelling voor bureelkosten voor 2 directeuren
300,00 400,00 f
9 700,00
Meer: Toegekende verhoogiug van traktement aan de adsistentmagazijnmeesters en aan een boekhouder, in verband met de nieuwe organisatie . . .
f
500,00
Verhooging van traktement wegens 15 jaren officiersdienst voor een luitenant
200,00
Toelage voor verblijf te Amsterdam voor een kapitein, hoofd van het een traal magazijn aldaar
200,00 900,00
Minder als boven. . . . Art. 47.
000,00
f
8800,00
Buur.
Op het voetspoor van hetgeen in 1888 ten aanzien van de artillerie-inrichtingen heeft plaats gehad , is bij Konink* lijk besluit van 8 April 1892 n°. 6 eene nieuwe organisatie voor de centrale magazijnen van militaire kleeding en uitrusting vastgesteld, waarbij die magazijnen onder eenhoofdige leiding werden gebracht. Als directeur der drie instellingen is een majoor-intendant benoemd die, onder de onmiddellijke bevelen van den j hoofdintendant, is belast met het toezicht over het dageArt. 50. Practische oefeningen der genietroepen, met lijksch beheer in de magazijnen en in het bijzonder met de daarvoor noodige voorwerpen. de zorg voor de aanschaffing van goederen en de leiding van de keuringen bij het centraal magazijn te Amsterdam. Dit artikel is weder uitgetrokken tot hetzelfde bedrag De gronden en overwegingen welke tot het nemen van als voor de laatste jaren ; hoewel voldoende, leert de onder- dien maatregel aanleiding hebben gegeven zijn in hoofdvinding dat vermindering daarvan niet mogelijk is. zaak dezelfde als die welke in 1888 voor de reorganisatie Evenals in vorige jaren is ook thans weder voor de berekening van dit bedrag voor dit artikel tot maatstaf genomen de torn welke gedurende het eerste kwartaal van het jaar 1892 tot gelijk einde is noodig geweest; over geen latere gegevens toch kan in deze worden beschikt. Volgens dien grondslag kan op geen kleiner bedrag dan van f 213 530 worden gerekend.
28
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 9.)
van de artillerie-inrichtingen golden en uitvoerig zijn be- strikt noodzakelijke wordt beperkt, heeft de ondervinding sproken iu de Memorie van Toelichting en de Memorie van doen zien dat het geld, voor het gewone onderhoud van Beantwoording op het Voorloopig Verslag der Tweede kampements-effecten toegestaan , niet toereikende is om Kamer betreffende het Vlllste hoofdstuk der Staatsbegroo- het verbruikte weder aan te vullen. Het meer aangevraagde is dan ook noodig om den ting voor het dienstjaar 1888. Hetgeen in die beseheiden omtrent de taak van den in- aanwezigen voorraad in stand te kunnen houden. specteur dor artillerie met betrekking tot de artillerie-inrichtingen is gezegd is in gelijke mate van toepassing op Ad 2um. De aanschaffing van veldlantaarns wordt noodig het algemeen toezicht hetwelk aan den hoofdintendant geacht voor het gebruik in geconcentreerde kantonnemet betrekking tot de centrale magazijnen van kleeding menten, kampen en bivaks, bij nachtmarschen , patrouilles is opgedragen. Üe ondergeteekende durft voorts de verzeke- en nachtelijke terreinwerkzaamheden, tot verlichting van ring te geven, dat de thans geldende regeling van de toegangen, enz. directie , bij minder kosten , niet aan deugdelijkheid bij de vroegere achterstaat. Ad 'Sum. Do zoogenaamde > officiers-cantines " , kleine kisten met enkele onontbeerlijke artikelen voor de bereiArt. 53. Pertoneel bij de garnizoent-kleedingmagazijnen. ding en het gebruik van spijs en drank op bivaks en dergelijke, werden tot dusver bij de artillerie-inrichtingen Toegestaan voor 1892 f 21 375,00 aangemaakt, op grond van de overweging, dat genoemde Geraamd voor 1893 18 375,00 voorwerpen gerekend werden te behooren tot de uitrusting van de compagnieskarren, op welke voertuigen ze door de troepen te velde worden medegevoerd. Intusschen komt het den ondergeteekende juister voor, Voor 1893 minder . . . f 3 000,00 deze cantines te rangschikken onder de voorwerpen van velduitrusting, en in verband daarmede ze te doen aanschaffen door de zorg van den directeur van de centrale Minder: magazijnen van militaire kleeding en uitrusting. Voor 2 kapiteins, vervangen door gepenTot aanvulling van den nog ontbrekenden voorraad zijn sionneerde officieren en een kapitein vervaneen honderdtal cantines noodig, waarvan de prijs per stuk gen door een eerste-luitenant (3 X f 18Ö0 := op f 40 wordt geraamd. f 5400 — f 1200) = f 4 200,00 Art. 55. Leder goed en paar de tuig.
Verhooging van traktement voor een kapitein wegens langdurigen officiersdienst . .
400,00 Toegestaan voor 1892
Toelage wegens verblijf in de residentie voor een kapitein
200,00 f
f 63 000,00
Geraamd voor 1893
4 800,00
82 500,00
Voor 1893 meer . . . .
f 19 500,00
Meer: Meer:
Toelagen voor 2 gepensionneerde officieren , beheerders van garnizoens-kleedingmagazijnen Minder als boven
. . .
1 800,00 f
3 000,00
Art. 54. Kampements-effecten en voorwerpen van veldiiitrusting. Toegestaan voor 1892
f 30 000,00
Geraamd voor 1893
43 000,00
Voor 1893 meer . . . .
Voor 300 cavaleriezadels a f 65 f 19 500,00. De aanschaffing van deze zadels moet hoofdzakelijk geschieden om die waarvan de drachttijd is verschenen en voor zoover zij onbruikbaar worden bevonden, te kunnen vervangen. De kosten kunnen dus niet als buitengewone uitgaven worden beschouwd en komen daaronder dan ook niet meer voor. Wanneer de onbruikbaar geworden zadels geleidelijk door nieuwe zullen vervangen zijn, zal het artikel, voor zooveel betreft de uitgaven voor het hierbedoeld gewoon onderhoud, weder vermindering kunnen ondergaan.
f 13000,00 Xde
Meer:
AFDBBLINO.
Militaire verkenningen en Topographitehe inrichting.
1°. voor aanschaffing van kampementseffecten f
7 600,00
2°. voor idem van veldlantaarns . . . .
1 400,00
3°. voor idem van officiers-cantines.
4000,00
. .
Art. 57. Toegestaan voor 1892
f 47 350,00
Geraamd voor 1893 Meer als boven . . . .
f
60 400,00
13000,00 Voor 1893 meer . . . .
f 13 050,00
Die uitgaven zijn noodig om de volgende redenen: Ad \um. De voorraad kampements-effecten, met uitzonderirg van de kampementsdekens, kan thans voldoende worden geacht, zoodat onder de op deze begrooting uitgetrokken buitengewone uitgaven geen geld voor den aanmaak van tenten meer voorkomt. Doordien echter in de laatste jaren meer gebruik wordt gemaakt van tentmaterieel, zoowel bij het betrekken van kampen als bij de najaarsmanoeuvres, door welke laatste maatregel de inlegering bij de inwoners tot het
Meer: Bureel- en lokaalbehoeften voor den direo teur der militaire verkenningen
f
50,00
Verhooging van traktementen van ambtenaren bij de Topographische inrichting . .
1100,00
Idem van daggelden aan tijdelijk geëmployeerden hv idem
6900,00
Tweede Kamer.
Bjjlagc A.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.) Aankoop van eene slijpmachine . . . .
f
Verwarming vun lokalen
1 000,00 200,00
f
9 250,00
Minder: Reiskosten van den directeur der militaire verkenningen Blijft
. . .
Bij: het bedrag dat voor bijdragen van andere Departementen minder is afgetrokken.
200,00 f
9050,00 4 000,00
Xllde
29
AFDKKUNO.
Verschillende uitgaven. Art. 67. Subsidie aan de. Vereenv/ing van gepensionneerde onderofficieren en minderen van het Nederlandsche leger. liet streven dezer vereniging om aan do meest hulpbehoevenden der vóór de wet van 29 Mei 1877 (Staatsblad n". 114) gepensionneerde militairen, naast hun luttel pensioen , eene tegemoetkoming te v-iseliallen, verdient allo waardeering. De inkomsten der vereeuiging zijn echter niet toereikend, om aan de groote steeds klimmende behoeften, zelfs op de meest bescheiden wijze , te voldoen. Ten ein Ie haar in haar loffelijk streven te gemoet te komen, wordt thans voorgesteld bet subsidie, hetwelk sedert enkele jaren tot een bedrag van f 1000 was uitgetrokken, voor 1893 op f 5000 te brengen. Art. 72. Veteranen en militaire huisgezinnen.
Meer als boven
. . .
f 13050,00
Tot toelichting vnn de hierboven omschreven verschillen, diene het navolgende:
Voor 1893 wordt voor dit onderwerp f 800 minier uitgetrokkeu dan voor 1892 werd toegestaan, ten gevolge van de geleidelijke vermindering van het getal veteranen, enz. Art. 73. Telejraphische en. telephonische correspondentie.
Voor bureel- en lokaal behoeften , enz. voor de directie der militaire verkenningen, blijkt meer noodig te zijn dan voor 1892 werd toegestaan. In verband hiermede wordt, voor 1893, f 50 meer geraamd. Voor traktementsverhoogingen , aan eenige ambtenaren toe te kennen, wordt voor 1893 f 1100 meer geraamd dan voor 1892 werd toegestaan. Dit bedrag wordt aangevraagd , ten einde één adjunct-commies te kunnen bevorderen tot commies en om het traktement van tien adjunct-commiezen en klerken elk met f 100 te kunnen verhoogen. l'e ambtenaren, aan wiede hierbedoelde traktementsverhoogingen zijn toegedacht, worden door den directeur der Topographische inrichting ten zeerste daarvoor aanbevolen , dewijl zij zich , bij voortduring , op lofwaardige wijze van de hen opgedragen werkzaamheden kwijten. Voor daggelden aan tijdelijk geëmployeerden is f 6900 meer geraamd dan voor 1892 werd toegestaan. Het is den ondergeteekende namelijk gebleken , dat de belooningen, door de tijdelijke geëmployeerden bij de Topo g-aphische inrichting genoten , geenszins in evenre ligheid staan tot de diensten, welke door deze categorie van beamhten worden gepraesteerd. Onder deze geëmployeerden bevinden zich zeer geschikte werklieden , waarvan er verseheidene sedert jaren bij genoemde inriclitiug werkzaam zijn. Ten einde aan de evenbedoelde onbillijkheid te gemoet te kunnen komen , wordt het bovengemelde bedrag van f 6900 als verhooging voor 1893 aangevraagd. Het bedrag , voor steenen , papier , enz. geraamd , bedraagt f 1200 meer dan voor 1892 werd toegestaan. Van dit bedrag is f 1000 bestemd voor de aanschaffing van eene mechanische slijpmachine. Door de aanschaffing van deze machine kan het zeer tijdroovendeafslijpen van litho— graphische steenen vervallen en die aanschaffing zal mitsdien zeer in het belang van den dienst bij de Topographische inrichting zijn. Voorts wordt in verband met de uitbreiding van de Topographische iurichting met een gedeelte van de lokalen van het voormalig Rijksmaga/.ijn van geneesmiddelen , het bedrag voor verwarming, enz. in 1892 toegestaan , met f 200 verhoogd. In verband met bet gereed komen van de Waterstaatskaart zullen de bijdragen van andere Departementen verminderen en is de opbrengst dier bijdragen f 4000 lager geraamd dan waarop voor 1892 werd gerekend. Handelingen der Staten-Ueueraal. Bijlagen. 1892-1893.
Ho', toenemend gebruik dat van telegraaf en telephoon moet worden gemaakt, is oorzaak, dat de in de laatste jaren bij de begrootingen toegestane sommen met niet onaanzienlijke bedragen uit den post voor onvoorziene uitgaven moesten worden aangevuld. Ten einde daaraan te gemoet te komen, wordt voor 1893 voor dit onderwerp f 800 meer aangevraagd dan voor 1892 werd toegestaan. XlIIde AFDKELIXG.
Nonactiviteits-traMemeutea , pensioenen , gajanenten , onderstanden , lijfrenten , toelagen en wachtgelden. Art. 77, 78 en 79. Pensioenen. Het totaal bedrag voor pensioenen, volgens dé bij de bfgrootimc overgelegde staten in de onderscheidene penfioenregisters ingeschreven , blijkt op 31 Mei 1892 te bedragen eene som van f 2 038597, tegen een hedrag van f 1965 286 op hetzelfde tijdstip in 1891, en beloopt alzoo f 73 311 meer. Dit verschil is , voor zooveel de pensioenen , gagementen en onderstanden (art. 77) betreft, in hoof I zaak het gevolg van de omstandigheid , dat liet bedrag, hetwelk aan pensioeneu is toegekend, aanmerkelijk hooger is dan dat, hetwelk door versterf als anderszins is vrij^revallen. Het is dan ook noodig art. 77 voor 1893 f 60 000 hooger te ramen dan voor 1892 werd toegestaan. Het bedrag voor art. 79 uitgetrokken bedraagt f 5000 meer dan voor 1892 werd toegestaan. In verband met de bepalingen der wet van 18 Juli 1890 (Staatsblad n°. 109) is deze verhooging zeker noodig. XVde
AFDEBLING.
Wapen der marechaussee. In overleg met den Minister van Justitie meent de onder geteekende bij deze begrooting gelden te moeten aanvragen om in het jaar 1893 te kunnen overgaan tot eene verdere uitbreiding van het wapen der Koninklijke marechaussee, en wel van de 3 !e divisie van dat wapen. Vermits de vestiging van marechaussees in het oosten en noorden des lands met bijval is begroet en de diensten welke dat personeel aldaar bewijst in het algemeen ten volle beantwoorden aan de daarvan gekoesterde verwachting, acht de Regeeriug het wenschelijk en iaadzaam — nu de 3de divisie, in hoofdzaak overeenkomstig de
:JO
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 189 '. VIII. 2.)
daarvoor out worpen en destijds aan de Staten-Generwd medegedeelde regeling is uitgezet — met de bedoelde vestiging eenen stap verder te gaan en mitsdien ook het noordelijk gedeelte van de provincie Friesland met marechausse.es te bezetten. De ondergeteekende vertrouwt dat de Staten-Generaal mei dezen maatregel zullen instemmen en dat de daarvoor gevorderde vermeerdering van uitgaven geen overwegend bezwaar zal ontmoeten. Het ligt in de bedoeling voor de uitbreiding van de 3de divisie marechaussee een nieuw district te vormen, zoodat deze divisie alsdan over vijf districten zal zijn ver» deeld. De commandant van het nieuwe district zou zijn standplaats hebben te Leeuwarden , terwijl de sterkte en de samenstelling van het personeel voor het nieuwe district, alsmede de gemeenten alwaar brigades marechaussee zouden worden gevestigd, vermeld zijn inde bij deze Memorie gevoegde bijlage I. Evenals tot de overige districten van deze divisie, zouden ook tot het district Leeuwarden uitsluitend bereden marechaussees behooren, met uitzondering van een hoefsmid, die onbereden kan zijn. Bovendien wordt, mede in overleg met den Minister van Justitie, bij deze begrooting gerekend op eene uitbreiding van het wapen der marechaussee, ten einde eene bereden brigade van dat wapen te kunnen vestigen te Apeldoorn. In deze gemeente is sedert vele jaren een detachement huzaren gestationneerd , tot het verleenen van hulp bij politiediensten. Aangezien daardoor personeel en paarden worden onttrokken aan den dienst bij het wapen der cavalerie, voor eene taak die meer eigenaardig en ook beter zal worden vervuld door marechaussees, en aangezien de definitieve vestiging van eene brigade van dat wapen te Apeldoorn, gelet op de belangen van de justitie en de politie, raadzaam wordt geoordeeld, zal deze uitbreiding eventueel zoowel ten goede komen aan laatstbedoelde belangen als aan den militairen dienst. Ingevolge de voren omschreven voorstellen zal het wapen der marechaussee eventueel in het jaar 1893 worden uitgebreid:
gevolge van de voorgenomen uitbreiding op dezo bogrooting slechts ruim t 36 500, namelijk wegens: traktement van een officier
f
soldijen enz
1 200,00 22591,05
fourage
8 464,50
huisvesting
4 300,00 Totaal
. . .
f
36555,55
Ken en ander blijkt nader uit de onderstaande toelichting van de betrokken artikelen. Art. 87. Traktementen enz. Toegestaan voor 1892
f
Geraamd voor 1893
34 075,00 36 475,00
Voor 1893 meer
f
2400,00
Mn r .
1 majoor
f 3 200,00
2 kapiteins ad f 2400
. .
4 800,00
1 eerste-luitenant (9 maanden)
1 200,00 f
9 200,00
Minder: 1 luitenant-kolonel
. . .
f
3600,00
2 eerste-luitenants ad f 1600.
3 200,00 6 800,00
Meer als boven
1°. ten behoeve van de vorming van het district Leeuwarden, met:
. . .
f
2400,00
Art. 88. Soldijen enz.
1 officier,
Toegestaan voor 1892
47 onderofficieren en manschappen,
f 472 225,00
Geraamd voor 1893
2 officiers» en 46 troepen paarden;
525 850,00
Voor 1893 meer
2°. ten behoeve van de vestiging eener brigade te Apeldoorn, met: 6 onderofficieren en manschappen , en 6 troepenpaarden;
. f 53 625,00
Meer: Voor soldijen enz Voor verhoogde soldij
f 22 591,05 474,50
Af: voor het schrikkeljaar
f 23 065,55 862.65*
Voor huisvesting, nachtligging en stalling.
f 22 202,89» 18 000,00
Voor scheeps- en wagenvrachten , weg-, tol- , brug- en veergelden
5,63*
te zamen alzoo met; 54 hoofden en 54 paarden. De jaarlijksche kosten van deze uitbreiding kunnen, in het geheel, geraamd worden als volgt: traktement van 1 officier
f
soldijen en verdere vergoedingen
. . .
1600,00
+ 28 700,00
fourage
± 11200,00
huisvesting (huur van kazernes en stalling).
+
5 500,00
Voor fourage (wegens uitbreiding) f Voor id. hoogere raming
Totaal
. .
.
8 464,50 5 184,00
. ± f 47 000,00
Voor het personeel en de paarden in 1893 in dienst te stellen, zijn intusschen in deze begrooting de uitgaven slechts over 9 maanden berekend , aangezien dat personeel en die paarden eerst in den loop van dat jaar geleidelijk beschikbaar zuller. komen. Mitsdien bedraagt de vermeerdering van kosten, ten
f Af: schrikkeljaar . . . .
13 648,50 232,03 13 416,47
Meer als boven
f 53 625,00
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. l2.) Do raming voor kosten voor ► huisvesting, nachtligging en stalling" is in 1891 overschro !eu met een bedrag vu;. f 13 747,79*, terwijl de meerdere kosten van dezen aard, als gevolg van de uitbreiding van het wapen, worden geraamd op ongeveer f 4300. In verband daarmede is voor 1893 eene som van f 18 000 meer voor dit onderwerp uitgetrokken. De prijs voor het ration » Fourage voor paarden " is f 0,03 hooger gesteld dan voor 1892 is toegestaan, omdat in 1891 gemiddeld f 0,57 per ration is betaald, en de uitkomsteu over 1892 nog niet kunnen worden geraamd. Daardoor is meer noodig pi. m. f 5184, terwijl het bedrag van f 8464,50 voortspruit uit de hierboven vermelde uitbreiding. XVIde
AKDEBLING.
Buitengewone uitgaven. A. Materieel der artillerie. Art. 89. Evenals in de laatste jaren het geval was, zal ook uu de uitgetrokken som moeten dienen tot het aanvullen van den voorraad kanonnen van 15 c.M. K. en van 10 c.M., huskruit, projectielen, uitrustingstukken, enz. Bovendien zullen mitrailleurs en snelvurende kanonnen moeten worden aangeschaft. Hoewel de keuze van stelsel van dit laatste geschut nog niet heeft kunnen plaats vinden , is het met zekerheid te verwar-bten , dat zulks bij de behandeling der Staatsbegrooting zal zijn geschied. De omvang der proeven en het niet altijd op juisten tijd gereed zijn der proef-vuurmonden, affuiten en munitie, zijn oorzaken van deze vertraging geweest. Art. 90. Zooals ten vorigen jare reeds werd gezegd, moeten voor bet fort aan het Pampus nog uoodige aanschaffingen plaats hebben. Art. 91. De hiervoor uitgetrokken som wordt aangevraagd voor de aanschaffing van 2 teakhouten vletten, in vervanging van stalen, die bij holwater slecht voldoen. Voorts tot het doen van buitengewone aanschaffingen, die het gevolg zijn van noodzakelijke proeven, die op hare beurt weder voortspruiten uit de omstandigheid, dat de electrotechniek steeds hoogere eischen stelt, wier vervulling ook op torpedogebied niet mag uitblijven. Art. 92. De aangevangen proeven met een karabijn van hetzelfde kaliber als het in beproeving te nemen geweer, kunnen leiden tot bet doen eener voorloopige keuze. Om alsdan een zeker aantal dier karabijnen te kunnen koopen, om ze bij de cavalerie in beproeving te geven en om, hetgeen echter niet verwacht wordt, de gelegenheid te hebben nog andere geweerstelsels te onderzoeken, als het nu bestelde geweer niet mocht medevallen, zijn de aangevraagde gelden noodig. Art. 93. De uitrusting van de infanterie met Linnemannschoppen wordt onvoldoende geacht met het oojr op de noodzakelijkheid om zich op eenigszins omvangrijken voet door ingravingen te kunnen dekken tegen vijandelijk vuur. B. Dienst der genie. Op het voetspoor van voorgaande jaren is thans weder de vervanging door Senking-fornuizen voorgesteld van alle fornuizen, welke dringend noodig vernieuwing vorderen. Art. 95. \ste genie-commandement. Voor den bestaanden toestand. Het aanbrengen van een vredesprivaat nabij de bomvrije kazerne » Bastion Promers" te Naarden werd reeds ten vorigen jare dringend noodig geacht, op grond van de hinderlijke lucht, die door de binnen die kazerne gelegen
31
privaten verspreid wordt. Da voorziening kon toenmaals ovenwei bij gemis van gelden niet worden uitgevoerd. Vandaar dat thans vour de totstandkoming de beuoodigde gelden worden aangevraagd. Met het oog op het voornemen om eerlang tot den zeer noodigen bouw van eene nieuwe kazerne voor het korps genietroepen te Utrecht over te gaan, heeft de ondergeteekende zich bij het vaststellen van het bedrag van f 3000 voor herstellingen en verbeteringen in de tijdelijke kazerne van dat korps, bepaald tot voorzieningen , die niet vour uitstel vatbaar zijn. De bestaande schietbaan te Gorinchem is te kort en daardoor onvoldoende, daarenboven is de veiligheid in de omgeving niet genoegzaam verzekerd te achten. Men wenscht daarom drie nieuwe banen van verschillende lengten in te richten aan de oostzijde van de vesting Gorinchem, welke plaats daartoe alleen geschikt is. Pogingen tot aankoop van grond buiten de vesting voor den aanleg van nieuwe schietbanen, hebben wegens de hooge prijzen niet tot een gunstig gevolg geleid. Art. 96. 2de genie-commandement. A. Voor den bestaanden toestand. Aangezien aan vermeerdering van arrestlokalen te den Helder behoefte bestaat, wensebt men op het terrein achter de kazerne der infanterie een vrijstaand arrestantengebouw te houwen, dat ouder het oog van den aldaar op post staauden schildwacht zal zijn gelegen. De bergplaats van patronen in de cavalerie-kaztrne te Amsterdam is te klein om daarin ook den voor mobilisatie bestemden voorraad te kunnen opleggen; daar het niet wenschelijk voorkomt dien voorraad in een der buiten de stad gelegen magazijnen te bergen, vermits daardoor het spoedig marschvaarüig zijn van de cavalerie zou worden in gevaar gebracht, wenscht de ondergeteekende op de exercitiebatterij van de vesting-artillerie eene nieuwe patronen-bergplaats, waarin de munitie voor de vestingartillerie en voor de cavalerie bestemd kan worden opgelegd, te doen maken. Die bewaarplaats is zoo ruim ontworpen, dat zij ook in de toekomst, bij eene eventueele invoering van repeteerkarabijnen bij de cavalerie, aan de behoeften zal voldoen. Te Amsterdam is geen gelegenheid tot berging van de wapenen van de bij mobilisatie op te richten depots van het 7de regiment infanterie en van het 1ste regiment infanterie; men wenscht daartoe eene zolderruimte in de Oranje Nassau-kazerne in te richten , aangezien anders hetzij door den bouw van een nieuw magazijn of wel door het huren van de noodige localiteit in de behoefte zou moeten worden voorzien. Het maken van eene loods bij het fort IJ muiden tot het bergen van gedeponeerde goederen wordt noodzakelijk geacht , in de eerste plaats omdat de beschikbare ruimte binnen het fort niet toelaat voor dat doel lokalen af te zonderen en in de tweede plaats omdat eene langdurige oplegging van die goederen in de bomvrije kazerne van het fort., blijkens de opgedane ondervinding , niet gewenscht is. De ontworpen woningen voor gehuwde militairen aan den Hoek van Holland, zijn bestemd voor den, met het onderhoud en de bewaking van het torpedomateric3l aldaar belasten, conducteur bij de torpedo-magazijnen en voor den kanonnier-stoker. Vermits voor deze personen geen Rijkswoningen beschikbaar en geen particuliere woningen te huren waren, heeft men tot nog toe steeds ongehuwden voor die beide betrekkingen moeten aanwijzen. Op deze wijze kan echter niet steeds in het bestaande bezwaar voorzien worden, vermits het niet wenschelijk voorkomt, voor de zelfstandige betrekking van conducteur, waaraan eene vrij groote verantwoordelijkheid verbonden is, steeds jeugdige onderofficieren, tot welke categorie de ongehuwde grootendeels behooren, te bestemmen.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
32
B. Ter uitvoering van het algemeen plan van hater neer ing. Met liet aangevraagd bedrag voor den tweeden termijn van het bouwen van woningen v 0 °r gehuwde militairen te 's Gravenhage , zullen de 22 woningen, waarvoor op de begrooting van 1892 een eerste termijn werd beschikbaar gesteld, kunnen worden voltooid. Art. 97.
Me genic-commandemenl.
A. Voor den bestaanden toestand. Vermits de conducteurswoning op het terrein achter Hakkers te Dordrecht ongeschikt is verklaard Ier verdere bowoning, kan zij worden afgebroken en ontstaat op dat terrein gelegenheid tot het maken van een zeer noodig afdak tot het opbergen van de pontons, bestemd voor de overzetveeren op do Oude Maas. Het bedrag van f 1150 uitgetrokken voor het \erbeteren van de Jacobskazerne en het voormalig Grout Tuighuis te 's Hertogenbosch is bestemd voor: a. het verbeteren van de afwatering van het terrein ten zuiden van het Arsenaal, om het geschikter te maken voor detail-exercitiön; b. het wegruimen van de palissadeering tusschen het Arsenaal en de Jacobskazerne en het daarna bestraten van het nog niet bestrate gedeelte van terrein aldaar, ter vergrooting van de appèlplaats der kazerne; c. het afscheiden van het sub a genoemde terrein van den openbaren weg door een muur met poort; d. het verbeteren van de afscheiding van het sub b genoemde terrein en den openbaren weg; en e. het verplaatsen van het tegen de ramen van het. Arsenaal gestelde brandladderafdak. Het logies op den zolder van den korten stal op het Nonnenveld te Breda is, hoewel niet bepaald ongezond , uit een oogpunt van geriefelijkheid, verre van voldoende. De ondergeteekeude wenscht daarom door het bouwen van eene cantine den bewoners een aangenaam dagverblijf te verschaffen , terwijl de waschinrichting in eene werkelijke behoefte zal voorzien. De vermelde muur is noodig om het kazerneplein van de achterbuurt af te scheiden. De thans daartoe dienende . palissadeering eischt vernieuwing. De gelegenheid tot het bergen van gedeponeerde kleeding en wapenen ie Breda eischt verbetering ; daartoe is de post van f 600 uitgetrokken. Tot het verkrijgen van bergruimte voor die goe.ieren dient ook de meer omvangrijke verbetering van het oudklein Arsenaal. Deze zal bestaan in het, door wegneming van een zakgoot en wijziging der dakconstructie , verruimen van de aldaar aanwezige magazijnen ; deze verbetering die met betrekkelijk geringe kosten kan worden tot stand gebraeht, is te meer wenschelijk , vermits de bestaande zakgoot in ieder geval toch binnenkort eene belangrijke herstelliug zou dienen te ondergaan. De voorzieningen aan de kazerne Groot Arsenaal staan in verband met hetgeen hierna sub b omtrent de kazerneering te Breda zal worden medegedeeld. Het bedrag van f 1300 uitgetrokken voor den aanleg van schietbanen is bestemd voor het maken van vier banen op een van het Departement van Financiën over te nemen gedeelte van de Setersche heide. Ken gedeelte van het werk werd reeds in dit jaar aangevangen , ten einde de kampeerende cadetten, die op de Teteringsche beide geen schietoefeningen meer kunnen houden, in het schy'fschieten te oefenen; met het aangevraagde bedrag zullen de 4 banen geheel voltooid kunnen worden.
'
liet beslaande houten wachthuis op het terrein Kijk— in-de-Pot, te Hergen op Zoom , verkeert in slechten toestand en eischt vernieuwing Vermits zoowel 's winters als 's zomers ter bewaking van de schietbanen en materialen aldaar een wacht noodig is, wenscht men thans een steenen gebouwtje te maken. De bestaande schietbanen in het reduit van het gesloopte Midden-Kroonwerk te Vlissingen, welke ook door het garnizoen van Middelburg worden gebruikt, gaven aauleiding tot klachten over onveiligheid voor de omwonenden Ten einde hieraan te gemoet te komen , dient tot den aanleg van een ««//tal nieuwe schietbanen te worden overgegaan. In verband echter met andere dringend noodige zaken is op de begrooting van het jaar 1893 slechts een bedrag van f 5000 uitgetrokken, ten einde thans met den aanleg van twee banen te kunnen beginnen. Vermits het drinkwater te Middelburg onvoldoende is van hoedanigheid en hoeveelheid , wordt aansluiting van de kazen.e in de Korte Noordstraat en van het hospitaal aan de seJert korten tijd voltooide gemeente-duinwaterleiding zeer noodig geacht. Het privaatgebouw bij de kazerne den Doele te Brielle geeft aanleiding tot onreinheid, doordien langs den buitenmuur slechts eenige zeer kleine ijzeren urinoirs zijn geplaatst. Voor het bedrag van f 1100 wenscht men daarom eene nieuwe overdekte waterplaats te maken. B. Ter uitvoering van het algemeen plan van kazerneering. Reeds gedurende verscheidene jaren zijn overwegingen aanhangig om wijzigingen te brengen in de garnizoensindeeling van h^t 2de regiment huzaren en van het 3de regiment veld-artillerie. Het wordt namelijk, zooals reeds bij vorige gelegenheden meermalen aan de Staten-Generaal is medegedeeld , hoogst wenschelijk geacht: 1°. de thans te Roermond gevestigde twee batterijen veld-artillerie naar elders over te brengen; 2" de thans te 's Hertogenbosch garnizoen houdende twee eskadrons huzaren te Roermond te vestigen.
De redenen, waarom te Roermond veld-artillerie minder goed geplaatst is, terwijl daarentegen het vestigen van cavalerie aldaar is aan te bevelen , zijn de volgende. In de eerste plaats is Roermond minder geschikt als garnizoen voor veld-artillerie, met het oog op de eischen eener eventueele mobilisatie. De mogelijkheid bestaat, dat aldaar tijd te kort zou schieten om de batterijen zonder stoornis in strijdvaardigen toestand te brengen. Uit dien hoofde is reeds sedert langen tijd bepaald , dat de veldartillerie uit Roermond zich te Breda, alwaar de staf en een gedeelte van het betrokken korps garnizoen houden , zullen mobiliseeren. Het ia intusschen duidelijk dat deze regeling bezwaren medebrengt, en dat het verreweg verkieslijk is, dat de batterijen in vredestijd definitief verblijf houden in de plaats waar zij zich eventueel zullen moeten mobiliseeren. Voor garnizoensplaats dier batterijen zou, bij de bestaande organisatie, Breda zijn aan te bevelen, omdat aldaar alsdan de vier batterijen der Iste afdeeling van het korps vereenigd zouden zijn onder het bevel van den commandant dier afdeeling. Intusschcn bestaat te Breda geen gelegenheid om, zonder vrij kostbare voorzieningen , vier batterijen te huisvesten ; weshalve van de batterijen uit Roermond één naar Breda en de andere naar 's Hertogenbosch dient te worden overgebracht, waartegen te minder bezwaar bestaat, omdat het in de bedoeling ligt alle afdeelingen van de regimenten veld-artillerie te brengen op eene zelfde sterkte van 3 batterijen. De vestiging van twee eskadrons cavalerie te Roermond is daarentegen aan te bevelen , vooreerst omdat die eskadrons alsdan veplvuldig met de drie te Venlo verblijf houdende eskadrons van hetzelfde korps, onder de leiding van den regimentscommandant, oefeningen kunnen houden ;
Bfllage A.
Tweede Kamer. (Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
len andere omdat bij Roerraunü betere gelegenheid butmtt tot oefening van cavalerie dan te 'l Hertogenbosch, en eindelijk omdat In geval van mobilisatie, de aanwezigheid van een regiment huzaren in Limburg noodig of wensehelijk kan zijn. Wauneer nu drie eskadrons te Venlo en twee eskadrons te Roermond gevestigd zijn, kan hetgeheele korps, enkele uren nadat de order tot mobilisatie is uitgevaardigd, in strijdvaardige» toestand vereenigd zijn , wat niet mogelijk is, wanneer twee eskadrons te 's Hertogenbosch garnizoen houden. De ondergeteekende acht het mitsdien raadzaam en noodig, dat tot de hierbedoelde troepenverplaatsingen wordt overgegaan Daarvoor dienen te Roermond verschillende voorzieningen te worden getroffen, hoofdzakelijk tot uitbreiding van de gelegenheid tot stalling , waartoe in art. 98 een post van f 67 000 is uitgetrokken. In verband met de voorgenomen wijziging in de garnizoensindeeling van het 3de regiment veld-artillerie zullen voorts enkele andere verschikkingen van onderdeelen van dat korps noodig zijn om te Breda de vereischte ruimte te verkrijgen tot huisvesting en stallling van ééne der batterijen uit Roermond. Het ligt daarbij in de bedoeling — aangezien het meer en meer onmogelijk blijkt nabij Bergen op Zoom geschikte oefeningsterreinen voor bereden artillerie te verkrijgen — de aldaar garnizoen houdende Ilde afdeeling van dat korps, bestaande uit den staf en twee batterijen , naar 's Hertogenbosch over te brengen, zoodat dan drie batterijen van het korps te Breda en drie te 's Hertogenbosch vereenigd zullen zijn. Verder zal van de twee thans te Breda aanwezige treiucompagnieën van dat korps, de eene gevestigd worden te Bergen op Zoom, terwijl de andere te Breda zal blijveü; met dien verstande, dat laatst vermelde compagnie niet sterker zal zijn dan voor de treindiensten ter plaatse gevorderd wordt. Overigens zal van die compagnie een detachement moeten worden gevestigd te 's Hertogenbosch, terwijl het personeel en de paarden, die niet elders noodig zijn , bij de compagnie te Bergen op Zoom zullen worden geietacheerd. In laatstgenoemde garnizoer.splaats zullen wijders ook de remontepaarden met het voor de africhting vereischte personeel worden gedetacheerd , en aldaar zal ook de kaderschool , van dat korps, die er reeds thans aanwezig is, gevestigd blijven. Deze regeling biedt het groote voordeel aan, dat niet alleen van de nieuwe overdekte rijbaan te Bergen op Zoom op uitnemende wijze zal kunnen worden partij getrokken voor de africhting van de remontepaarden, maar dat ook de bouw van eene zoodanige rijbaan te Breda voor dat doel — eene voorziening waarop reeds sedert jaren door de betrokken autoriteiten is aangedrongen — achterwege zal kunnen blijven. Ten einde vorenbedoelde verschikkingen van onderdeelen van het 3de regiment veld-artillerie te kunnen ten uitvoer brengen is o. m. een bedrag van f 6500 uitgetrokken voor de kazerneering te 's Hertogenbosch. Met deze som kunnen de volgende noodzakelijke voorzieningen worden tot stand gebracht: het aanbrengen van nieuwe zadelpeunen in de stallen; het wijzigen van de Mortelkazerne; het bouwen van eene smederij met beslagloods; het verbeteren van de open rijbaan; het maken van een parkeerterrein in het fort Isabella; het inrichten van lokalen aldaar tot voertuigbergplaatsen , munitiemagazijnen , wachtverblijf enz.; het herstellen van de fortbrug met barrière en het verbeteren van de keibestratingen ter weerszijden van den b r u g , en het egaliseeren van gedeelten van het exercitieterrein > de legerplaats bij Vitght1'. Te Breda zullen, wanneer de voorzieningen aan de kazerneering onder A genoemd, worden tot stand gebracht, geen nadere wijzigingen, in verband met de bedoelde verschikking , noodig zijn.
Handelingen der Staten-GeneraaL. Bijlagen. 1892-1893.
33
Art. 08. 4de geiut-commandement. A. Voer den bestaanden toestand. Het inrichten van de schietbanen te Groningen is eene zeer noodige verbetering, die rnet het oog op de oefeningen van de aldaar garnizoen houdende troepen, niet kan worden uitgesteld. Op de totstandkoming daarvan werd reeds meermalen door de betrokken autoriteiten aangedrongen ; de te maken afsluitingen dienen om den toegang tot do banen voor het publiek af te sluiten. Het hoofdwachthuis te Groningen , staande op eene in het oog vallende plaats van de Groote markt aldaar, ontsiert, in den tegenwoordigen toestand , dit overigens zoo fraaie plein. Men wenscht daarom het uiterlijk van dit gebouw eenigszins te verbeteren. Het bouwen van eene schermzaal op de achterplaats van de kazerne te Deventer is zeer noodig, vermits in die kazerne zelf daarvoor geen geschikt lokaal aanwezig en het thans daarvoor gebruikte voor het doel veel te klein isReeds geruimen lijd werd deze voor de oefeningen der cavalerie zeer gewenschte voorziening noodig geacht, doch zij moest tot nu toe wegens gemis van foudsen achterwege worden gelaten. De bewaarplaats van gedeponeerde kleeding in het arsenaal te Deventer is te klein, om die goederen zoodanig te plratsen , dat zij in greval van nood , spoedig en zonder verwarring kunnen worden uitgereikt. Door de 1ste verdieping in haar geheel tot bergruimte te bestemmen , kan in dit gebrek worden voorzien ; het is dan echter noodig voor het thans op die verdieping aanwezige geuie-materieel eene afzonderlijke loods te bouwen. Ree Is meermalen bleek de noodzakelijkheid in hetremontedspot te Milligen gelegenheid te hebben, de aldaar nieuw aangevoerde paarden eenigen tijd af te zonderen en ze niet onmiddellijk met de reeds aanwezigen te samen te stallen ; het kwam toch voor, dat korten tijd na aankomst van de nieuw aaugevoerde paarden daaronder eene ziekte van epidemisch karakter uitbrak, die alsdan ook de andere paarden aanstak. Om dit te voorkomen wordt de bouw van quarantaine stallen , waarin de pas aangevoerde paarden eenigen tijd geobserveerd kunnen worden, dringend noodig geacht; voorloopig zal met 2 dergelijke stallen, elk geschikt voor 50 paarden , in deze behoefte kunnen worden voorzien. In de maand April van het jaar 1891 werd het welwater in de Mauritskazerne en het hospitaal te Doesburg ongeschikt voor drinkwater bevonden. Door het beschikbaar stellen van filters, is sedert voorloopig in het gebrek voorzien. Men w-mscht echter thans tot eene afdoende verbetering over te gaan. Van de beide smederijen achter de Willemskazerne te Arnhem is een bestemd voor de 1ste batterij en de instructiebatterij van het korps rijdende artillerie. Die smederij is daartoe echter te klein. Bovendien is het wensehelijk dat elke batterij haar eigen vuurhaard heeft. Men wenscht daarom tegen den achtermuur een nieuw vertrek met beslagloods aan te bouwen. De bouw van een voldoend ruim munitiemagazijn buiten de stad is in het belang van de veiligheid dringend noodig. Voor den bouw van zoodanig magazijn met een afzonderlijk wachtlokaal op den Galgenberg is derhalve een post van f 4850 uitgetrokken. Het aanbrengen van privaten in de kazerne bij de Roermondsche poort te Venlo is eene voorziening die geen uitstel gedoogt. Het aanbrengen van gootsteenen op de verschillende verdiepingen is almede zeer noodig. De bewoners toch moeten thans al het verbruikte vuile water naar beneden brengen en in het straatriool uitsto/ten.
34
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1803. VIII. 2.)
Het verbeteren van de schietbanen te Maastricht is noodzakelijk uu dfl veiligheid van het voor- en zijwaarts gelegeu terrein behoorlijk te waarborgen ; voor liet uitgotrokkon bedrag zullen 5 banen worden ingericht, voorzien van veilige schietstanden , sehietpoorten en ricoehetborstweringen , op de wijze zooals die elders met gunstig gevolg zijn ingericht. Vermits er zich omstandigheden zouden kunnen voordoen, waardoor het zeer bezwaarlijk , zoo niet onmogelijk zoude zy"n, bij eene eventueele mobilisatie van het leger, de paarden en voertuigen van de eskadrons cavalerie te Venlo , aan het station aldaar in te laden, is het noodig, dat op een zoo dicht mogelijk in de nabijheid gelegen station in de richting van het noorlen, daartoe gelegenheid bestaat. Blijkens onderzoek kan die gelegenheid aan het station te Blerick met de minste kosten worden tot stand gebracht door het maken van verhoogde perrom en het aaubrengen van een tweetal wissels met kruisingen. Vermits de hooge perrons ook het reizigersverkeer ten goede komen , is voor de uitvoering van dat werk op de spoorwegbegrooting van het loopende jaar een bedrag uitgetrokken. De kosten van het aanbrengen der wissels c. n. die voor het gewoon spoorwegverkeer geheel onnoodig zijn , kunnen op grond daarvan niet ten laste der spoorwegbegrooting worden gebracht en worden daarom thans de daartoe noodige gelden, ten bedrage van f 4860, aaugevraagd. Het gedeelte van den Kijnbandijk , dat gelegen is binnen de batterij nabij de Spies, heeft een^ geringere waterkeerende hoogte dan de buiten de batterij gelegen dijksgedeelten. Hierop is door den dijkstoel van Nederbetuwe de aandacht gevestigd. Met het uitgetrokken bedrag van f 2500 kan het bezwaar worden opgeheven ; de henoodig.ie grond kan door vergraving van het verdedigingswerk worden verkregen. B. Ter uitvoering tan het algemeen plan van kazerneer ing. Het als derde termijn voor den kazernebouw te Assen aangevraagd bedrag is bestemd voor de voortzetting van het onderhanden werk. Ter motiveering van het voor de verbetering van de stalling te Roemond uitgetrokken bedrag van f 67 000 zij verwezen naar het sub B in art. 97 gestelde. Voor den bouw van eene kazerne c. a. voor een regiment iufanterie te Amersfoort is voor den laatsten termijn een bedrag van f 13 000 uitgetrokken , terwijl daarbij is gevoegd eene som van f 1000 bestemd voor de aansluiting van de 4de bataljonskazerne aan de L'trechtsche waterleiding. Dit bedrag is in vergelijking met vroegere aansluitingen gering, omdat daarop met den aanleg van de buizen bij de aansluiting van de 31e bataljonskazerne reeds door het aanbrengen van hulpstukken enz. gerekend is. Art. 99. Tot dusver werd jaarlijks slechts eene betrekkeiijk geringe som voor de aanschaffing van verduurzaamde levensmiddelen op de begrooting uitgetrokken.
Ten gevolge daarvan is do voor de bezettingstroepen bij mobilisatie beschikbare voorraad niet voldoende, om voor die troepen in de behoefte aan dat artikel te voorzien. Bovendien zullen in tijdon van mobilisatie en oorlog d-Tgelijke levensmiddelen dikwijls noodig kunnen zijn voor het onderhoud van de veldtroepen , wanneer de tijd ontbreekt om gewone levensmiddelen te verzamelen en behoorlijk te bereiden. Met het, oog op een en ander acht do ondergeteekendo het dringend noodig, den op te leggen voorraad meer In overeenstemming te brengen met de eventueele behoeften bij mobilisatie en in oorlogstijd, en wel in de eerste plaats den voorraad reserve rations vleesch. Deze rations toch behooren in zoodanige hoeveelheid aanwezig te zijn, dat bij mobilisatie ieler militair van de veld- en de bezettingstroepeu van een ration vleesch (0,3 K.O.) kan worden voorzien, en dat bovendien nog een zekere voorraad als reserve beschikbaar blijft. Ten eiude in dien toestand te geraken , is het, in verband met den aanwezigen voorraad, voorshands noodig, pi. m. 70 000 rationa aan te schallen , waarvoor, den prijs van een ration op 50 cent stellende, f 35 000 noodig is. Van de overige f 1000 zijn f 300 bestemd voor het bestrijden van de kosten van ondernoud van den opgelegden voorraad verduurzaamde levensmiddelen en f 700 tot het aanschaffen en het onderhouden van gereedschappen , tot het gereed maken van spijzen in versterkte plaatsen. Hoewel de ondergeteekende daartoe slechts noode is overgegaan, heeft hij zich toch, gelet op het gewichtige doel, door het aanzienlijk bedrag, niet mogen laten weerhouden , de noodig geoordeelde geilen aan te vragen. Art. 100. Aanvulling van den voorraad in de centrale magazijnen van militaire kleediag en uitrusting. Toegestaan voor 1892
f 66 300,00
Geraamd voor 1893
37 290,00
Voor 1893 minder
. .
f 29100,00
Het ontbrekende aan den voorraad zal, in navolging van hetgeen in vorige jaren plaats had, zooveel mogelijk worden aangevuld. Het incompleet aan dekens voor gebruik in legerplaatsen , forten, enz. — zoogenaamde kampementsdekens — is nog zeer belangrijk. Met de aanschaffing evenwel van de bedkribben en dekens voor bet nachtleger in de garnizoenen, zal de voorraad daarvan, onvnorziene omstandigheden ui!gezonderd . voldoende zijn om in de behoefte te kunnen voorzien. Buitengewone aanschaffing van laatstbedoelde voorwerpen zal dan ook vermoe'ielijk in de eerstvolgenae jaren niet meer behoeven plaats te hebben. De Minister van Oorlog, SKYFFARDT.
Ontworpen uitbreiding van de 3de Divisie van het Wapen der Koninklijke Marechaussee.
Standplaatsen
STERKTE.
der
DISTRICT.
OPMERKINGEN.
Paarden.
brigades.
Officieren.
Wachtmeesters
Brigadiers. Marechaussees. Hoefsmeden. Officiers -
Leeuwarden.
1
1
7
1
2
Troepen-
9
Voor het district Leeuwarden wordt mitsdien vereischt eene sterkte Tan:
Franeker.
»
5
•
6
St. Anna Parochie
•
4
>
5
47 onderofficieren en manschappen
Dokkum.
t
4
>
5
2 officiers" en 46 troepenpaarden.
Veenwouden.
•
4
»
5
Nijega.
>
4
»
5
Buitenpost.
»
4
>
5
Heereuveen.
y>
5
•
6
1 officier;
J-oeuwardon.
.
Totaal. Zutphen .
. .
Apeldoorn.
1
1 »
»
2 1
7 »
1
37 5
|
2 >
4G 6
• j Te zamen.
1
3
7
42
1
2
52
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
36
Bijlage A.
Tweede Kamer.
BIJLAGE I I
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1803. VIII. 2.) VERGELIJKING van hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor 1891 artikelen dezer begrooting gesteld
met dat voor 1892 voor zooverre de sommen bij de verschillende niet met elkander overeenstemmen.
Bedrag1.
Artikel.
1803.
]1892.
1893.
Minder.
Meer.
Bedrag.
Artikel.
O N D E R W E R P E N
2 4 5 6 7 8 9 10 11 13 14 15 17 18 19 20 21 28 24 25 28 29 30a 30J 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 43 44 45
f
124 050 54 300 84 300 66400 74 900 1 662 190 267 300 968 950 274 400 4 952 145 484 782 1455117 1 324 222 127 000 93 800 96 300 101 225 240 575 599 833 208 540 24 000 237 925 23 000 8 500 47 040 53 854 25 610 8 800 48 900 190 800 78 000 85 450 33 400 453 000 103 450 134 200 115 540
2 4 5 6 7 8 9 10 11 13 14 15 17 18 19 20 21 23 24 25 28 29 > 29Ms
30 31 > 32 33 34 35 36 37 38 41 42 43
f
120 550
f
52700 83 600
700
60 300
6 100
73 900
1000
1 628 015
34175
251300
16 000
952 650
16 300
269 800
4 600
4 958 813
» » » » » » » > »
3 500 1600
*
f
466 163
•
1 461 974
> >
6 857
1 396 046
71824
> »
120 000
7 000
78 000
15 800
99 300 100 925
> 300
238 570
2 005
> »
601 074
•
1241
198 050
10 490
13 950
10 050
» •
264 760
»
26 835
23 000
•
»
3 000
145 000
>
32500
14 540
>
67 200
>
13 346
>
25 610
7100
1700
» > » » > » >
6;0
189 700
1100
77 400
455 500
600 250 50 >
102 300
1150
t
128 400
5 800
>
130 420
>
14 880
85200 33 350
, toelagen enz. van den grooten staf. > generalen staf. de intendance. » provinciale en plaatselijke staven. » officieren der staven en korpsen infanterie. •
>
»
»
»
>
cavalerie.
>
»
»
»
»
>
artillerie.
>
genie.
» » » > > Soldijen, daggelden, enz. van onderofficieren en soldaten, enz. Brood. Kleeding en uitrusting van onderofficieren en soldaten, enz. I Voeding en verzorging van paarden, enz. j Werf kosten. i Herstellen en onderhouden van wapenen en ledergoed, enz. i Oefeningen en onderwijs. Bureel- en andere administratiekosten, enz. Remonte.
*
Traktementen, toelagen, enz. van de officieren van gezondheid, enz. Verplegen van zieken. Kosten van de Hoogere Krijgsschool.
136 500
48 300
UITGAAF.
Traktementen van den secretaris-generaal en van de verdere ambtenaren.
6 668
18 619
VAN
»
» Koninklijke Militaire Academie.
>
» Cadettenschool.
> den bouw van de Cadettenschool. »
> Hoofdcursus.
»
de Pupillenschool.
»
» Normaal-schietschool.
Jnarwedden van beambten, enz. bij de directie der artillerie inrichtingen. » stapel magazijnen. » constructie-werkplaatsen. » pyrotechnische werkplaatsen.
2500
» werkplaatsen voor draagbare wapenen. » geschutgieterij. Materieel der artillerie. Onderhouden, herstellen, enz. van vestingwerken, enz. in het 1ste geniecommandement. »
>
»
»
»
> > >
2de
>
»
»
>
»
>
» > >
3de
>
Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen 1892-1893.
37
(Staalsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.)
38
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1893. VIII. 2.) 1808.
1892.
1803.
O N D E R W E R P E N Artikel.
Bedrag.
46
140 2^5
47
213 530
51
4 950
52
114 540
53
18 375
54
43 000
55
82 500
57
60 400
58
2 000
59
90 000
60
200 000
67
5 000
72
4 700
73
2 800
77
1 960 000
79
25 000
82
13 154
87
36 475
88
525 850
90
25 000
91
10 000
93
20 000
93
15 000
95 »
13 500 »
96a
24G0O
965
40 000
97a
23 390
975
6 500
98a
63 510
985
331 000
99
36 000
100
37 200
101
2 179 000
Bedrag.
Artikel.
44 45 49 50 51 52 53 55 56 57 58 65 70 71 75 77 80 85 86 88 89 90 > 92a 925 93a 935 94 > 95a 955 96 97 98
f
Meer.
3 080
Onderhouden, herstellen, enz. van vestingwerken, euz. in het 4de genie-commandement.
»
201 500
12 030
i
Huur van gebouwen, oefeningsterreinen en loodsen.
4 700
250
»
Materieel voor den telegraafdienst te velde.
8 800
Traktementen, enz. bij de centrale magazijnen van kleeding, enz.
21375
» »
30 000
13 000
Magazijuskosten , vernieuwing en onderhoud van kampements-effecten, enz.
63 000
19 500
Aankoop, vernieuwen en wijzigen van ledergoed en paardetuig.
47 350
13 050
Militaire verkenningen en Topographische inrichting.
3 000
>
70 000
20 000
164 700
35 300
1000
4 000
5 500
»
»
3 000
1000
»
» » garnizoens-
21 298 997
»
»
»
Reiskosten , verblijfkosten , teerkosten en vacatiën , enz. >
Scheeps- en wagenvrachten , enz. Subsidie aan de Vereeniging van gepensionneerde onderofficieren en minderen.
> 800
Kosten vallende op telegraphische en telephonische correspondentie. Pensioenen, gagementen en onderstanden.
Onderhouden van veteranen en militaire huisgezinnen.
2 000
800
1 900 000
60 000
>
20 000
5 000
>
12 990
164
»
Toelagen voor het verliezen van het genot der leges, enz.
34 075
2 400
>
Traktementen, toelagen, enz. van de officieren van het wapen der marechaussee.
472 225
53 625
>
Soldijen, jaarwedden, enz. en verdere kosten
150 000
>
125 000
20 000
»
10 000
10 000
10 000
»
, enz. van geweren verkleind kaliber.
»
15 000
»
van Linnermann-schoppen.
15 000
»
1500
10 000
»
10 000
33 550
>
8 950
15 000
25 000
»
35550
>
12160
>
6 500
»
42 500
21010
>
363 000
»
32 000
29 500
»
6 500 66 300 1 300 000
f
»
Kosten van de Permanente Militaire Spoorwegcommissie.
29100 879 000
»
aan mindere geëmployeerden , werklieden en bedienden, enz.
20 380 270
1 447 768
Meer f 918727
529 041
» »
>
»
>
Kanonnen, enz. voor de kustbatterijen nabij Amsterdam. Aanschaffing van torpedo-materieel.
I in het 1ste genie-commandement, voor den bestaanden toestand. Buitengewone °
> » 1ste
»
ter uitvoering van het kazerneeringsplan.
> » 2de
»
voor den bestaanden toestand.
» » 2de
>
ter uitvoering van het kazerneeringsplan.
J > » 3de
»
voor den bestaanden toestand.
» > 3de
>
ter uitvoering van het kazerneeringsplan.
> » 4de
>
voor den bestaanden toestand.
> > 4de
»
ter uitvoering van het kazerneeringsplan.
dienst der genie.
Approviandeering van forten, enz. Aanvulling van den voorraad [in de centrale magazijnen van kleeding, enz, Voltooiing van het vestingstelsel.
f
UITGAAF.
Minder.
143 305
123 340
VAN
39