HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE ONT WIKKELINGSSA MENWERKING
TWEEMAANDELIJKS MAGAZINE SEPTEMBER-OKTOBER 2010
10 JAAR NA DE
MILLENNIUMVERKLARING
P308613 A FGIFTEKANTOOR B RUSSEL X
DE MILLENNIUMDOELEN
Tussentijdse balans Interviews Succesverhalen
THEMATISCHE FICHE De Doelen in kaart
HUMANITAIRE HULP De lessen van de tsunami voor Haïti
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
1
NR.4
Dossier: De millenniumdoelen 10 jaar, een gelukkige verjaardag?
05 Dossier: De millenniumdoelen Succesverhalen
08
"Alleen jullie, de volkeren, waar ook ter wereld, kunnen inhoud geven aan de Millenniumverklaring. Alleen jullie, de volkeren, kunnen de vastgelegde verbintenissen doen nakomen om van deze nieuwe eeuw een beter tijdperk te maken." Kofi Annan
Thematische fiche Hoever staan we?
15 Dossier: De millenniumdoelen Vragen bij de Millenniumdoelen
20 humanitaire hulp Tsunami-Haïti: positieve lessen
26 Naar school gaan blijft een droom voor vele kinderen in de wereld.
En ook...
HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE ONT WIKKELINGSSA MENWERKING
10 JAAR NA DE MILLENNIUMVERKLARING: Tussentijdse balans
TWEEMAANDELIJKS MAGAZINE SEPTEMBER-OKTOBER 2010
P308613 A
B
.4
X
DE MILLENNIUMDOELEN
Interviews Successverhalen
THEMATISCHE FICHE
10 jaar, een gelukkige verjaardag?
De Doelen in kaart gebracht
HUMANITAIRE HULP
De lessen van de tsunami voor Haïti
1
Het blad van de Belgische ontwikkelingssamenwerking
Tweemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGD) Redactie: DGD Directie Sensibiliseringsprogramma’s Karmelietenstraat, 15 | B-1000 Brussel Tel: 0032 (0)2 501.48.81 – Fax: 0032 (0)2 501.45.44 E-mail:
[email protected] www.diplomatie.be | www.dg-d.be Redactiesecretariaat: Elise Pirsoul, Jean-Michel Corhay, Chris Simoens Lay-out en productie: www.propaganda.be De artikels geven niet noodzakelijk het officiële standpunt weer van DGD of van de Belgische regering. Overname van de artikels is toegestaan mits bronvermelding en een kopie voor de redactie. Dimensie 3 verschijnt 5 maal per jaar om de 2 maanden, behalve in de zomer. Abonnement: gratis in België en in het buitenland. Gedrukt op chloorvrij papier.
2
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
05
Het belangrijkste van allemaal
07
Succesverhalen
08
Het aftellen is begonnen
11
Schuldverlichting wordt fonds tegen armoede
12
De vergeten dimensie
13
Thematische fiche: Hoever staan we?
15
Belgische VN-vrijwilliger lanceert alternatief WK-lied
19
Vragen bij de Millenniumdoelen
20
Money money money. Naar een wereldsolidariteitsfonds
24
Lissabon stelt EU-ontwikkelingsagenda bij
25
Tsunami-Haïti: positieve lessen uit de humanitaire hulp
26
Onderscheiding voor Belgische ontwikkelingssamenwerking
28
Het is altijd weer aanpassen
29
Puntkomma
30
Wordt vervolgd…
32
Gratis abonnement op www.dg-d.be of per mail aan
[email protected]
Is voorzien in basisbehoeften ‘hoog gegrepen’? “Hoog gegrepen”, antwoorden heel wat mensen wanneer hen gevraagd wordt naar de Millenniumdoelen. Deze zijn nochtans het voorwerp van een wereldwijde consensus, ingegeven door eenvoudige beginselen die inspelen op de fundamentele noden van de mens. Daaraan moet men zonder al te veel problemen tegemoet kunnen komen: eten, drinken, zich verzorgen, leren lezen en schrijven… Is het dan hoog gegrepen de honger in de wereld met slechts de helft terug te dringen terwijl we over voldoende middelen beschikken om de hele planeet eten te kunnen geven? Is het dan hoog gegrepen, het aantal kinderen dat onder de leeftijd van 5 jaar sterft met tweederde (tweederde!) te willen verminderen terwijl we de middelen hebben om hen de nodige zorg te kunnen verstrekken? Het is het voorwaardelijke – de bereidheid om actie te ondernemen – dat verhindert dat het "mogelijke" ook werkelijkheid wordt. Nochtans, wie van ons kan zich voorstellen wat het is om elke dag met honger te moeten leven, of om zijn kinderen aan de gevolgen van een goedaardige ziekte te zien sterven? Hebben we dan niet allemaal gelijke noden? Het is inderdaad zo dat zelfs een zo gedetailleerd kader voor armoedebestrijding zoals de Millenniumdoelen in wezen een aantal zwakke punten bevat. Je kunt je vragen stellen bij de lokale relevantie van “universele” definities of bij doelen en indicatoren waaraan cijfers gekoppeld zijn die wereldwijd van toepassing zijn. Het eerste Millenniumdoel – de armoede en de honger in de wereld met de helft terugdringen – zal worden gehaald maar dat is grotendeels te danken aan de aanhoudende ontwikkeling van de opkomende landen met een grote bevolking zoals India, China en Brazilië. Daar ondervindt het Afrikaanse continent nog steeds geen voordeel van… De cijfergegevens houden er ook geen rekening mee dat in eenzelfde samenleving sommigen zich verrijken terwijl de kloof met de armen alsmaar groter wordt. Gelijkheid is wel degelijk de "vergeten dimensie" (zie pg. 13). De wedren om de cijferdoelen te halen geeft bijwijlen aanleiding tot specifieke acties met uiteindelijk weinig positieve gevolgen, zoals basisonderwijs voor allen met overbevolkte klassen en slecht opgeleide leerkrachten. Het is ook geen toeval dat de moeder- en kindersterfte hoog blijft (zie pg. 20): gender is een inhoudelijk probleem dat zich niet leent voor gerichte oplossingen. Voor een vergelijkende stand van zaken per Millenniumdoel verwijzen we naar de thematische fiche in het midden van dit nummer.
© CTB-BTC / Dieter Telemans
Maar wat het meest van tel is, de drijvende kracht achter de Millenniumdoelen, is de politieke wil… en daar ontbreekt het nu juist aan, als je bedenkt dat pas jaren na de Millenniumverklaring begonnen werd met het opzetten van specifieke programma’s. Nog steeds is voor de ontwikkelingslanden en voor de landen die de ontwikkelingslanden kunnen helpen de menselijke ontwikkeling geen absolute prioriteit, zoals moge blijken uit de geografische en sectorale spreiding van de hulp, en ook niet voor de internationale organisaties die de markt in goede banen moeten leiden. Uiteindelijk is het zo dat het meest ‘hoog gegrepen‘ doel is iedereen te overtuigen de solidariteit op gang te brengen (Doel 8, zie pg. 7). Daarom worden er aan de vooravond van de VN-Top ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de Millenniumverklaring tal van sensibiliseringsacties georganiseerd, zoals bijvoorbeeld de Wachtnacht van 11 september (zie pg. 11). Deze VN-Top in New York (zie pg. 5) is een uitgelezen gelegenheid om de Millenniumdoelen volop in de kijker te plaatsen opdat de burgers zich aangesproken voelen en rekenschap vragen aan hun regeringen. België, dat momenteel voor het voetlicht staat als voorzitter van de EU, is vastbesloten om ook daar de Millenniumdoelen een plaats te geven op de internationale scene.
De redactie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
3
© CTB-BTC / Dieter Telemans
«
Mamadou nam opnieuw de benen, werd aangehouden en naar Marokko uitgewezen. Daar vond hij een manier om de oversteek te maken naar de Canarische eilanden. Het werd een helse 7-daagse tocht op een woelige zee. Drie passagiers lieten het leven. Bij hun aankomst werden ze opgevangen door vertegenwoordigers van het Rode Kruis: Mamadou kwam terecht in een vluchtelingenkamp voor niet-begeleide minderjarigen. (…) Volgens de geldende overeenkomsten kunnen minderjarigen immers niet worden uitgewezen. Het enige knelpunt was dat de jongen niet kon bewijzen dat hij maar 15 jaar oud was of ongeveer die leeftijd had. Tijdens de ondervragingen vertelde Mamadou zijn belevenissen en vroeg om naar school te mogen, in afwachting dat over zijn lot beslist werd. Telkens kreeg hij te horen dat de wens om naar school te gaan onvoldoende reden was om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning. Het zou nogal wat zijn als iedereen die in Europa naar school wil, zomaar vrije toegang zou krijgen!
Hij maakte bij zichzelf evenwel de bedenking dat niet iedereen naar Europa kwam met de hoop er school te kunnen lopen. Bij zijn weten was hij een van de weinigen of zelfs de enige die dit verlangen koesterde. De anderen was het er helemaal niet om te doen de kans te krijgen om te leren. Zij wilden alleen maar werk vinden om een gezin te kunnen stichten, een auto te kopen en een leven te leiden zoals de doorsnee Europeaan. Waarom kon Europa voor hem dan geen uitzondering maken? (…) Dat hij een ethnische slachtpartij had overleefd, was ook geen wettige reden om op grond van humanitaire redenen asiel te krijgen of in aanmerking te komen voor een verblijfskaart. Hij had het immers toch overleefd, niet? En daarbij, deze gebeurtenissen behoorden nu immers tot het verleden. (…) In Rwanda waren toch ook scholen, of niet soms? Mamadou zei dat hij geen school meer had. Alle leerlingen waren dood. Hij was de enige die had overleefd.
»
Björn Larrson – "Ecole fermée pour génocide"
De literaire stukjes op pagina 4 en 23 komen uit het boek 'Huit nouvelles' dat werd gerealiseerd met steun van het Franse ministerie van Buitenlanse en Europese Zaken en het Frans Ontwikkelingsagentschap. Het boek bundelt het werk van 8 schrijvers uit de hele wereld. Elke bijdrage werpt licht op 1 van de 8 Millenniumdoelen. "Huit nouvelles" Zoé Valdès, Björn Larsson, Taslima Nasreen, Moussa Konaté, Vénus Khoury-Ghata, Philippe Besson, Simonetta Greggio, Alain Mabanckou, onder leiding van Delphine Mozin, Ed. Calman-Lévy, 2008 4 , van dimensie SEPTEMBER -OKTOBER 2010
DOSSIER
VN-Top
10 JAAR, EEN GELUKKIGE VERJAARDAG? Een vooruitblik naar de VN-Top over de Millenniumdoelen, New York, 20-22 september 2010 Al wie begaan is met ontwikkeling zal van 20 tot 22 september de blik op New York richten. Het is dan immers tien jaar geleden dat de wereldgemeenschap de Millenniumverklaring goedkeurde. Een bijeenkomst op topniveau van de Verenigde Naties moet nagaan hoever het staat met de realisatie van de Millennium Ontwikkelingsdoelen (MDG’s) en wat er gedaan kan worden om de voortgang te versnellen.
Groots Alles wijst erop dat het een topbijeenkomst wordt waar de meeste landen vertegenwoordigd zullen zijn door hun staatsof regeringsleider. Ieder van hen zal een korte boodschap uitspreken in de voltallige Algemene Vergadering, terwijl een aantal "Ronde Tafels" meer technische debatten zullen houden. Tezelfdertijd zullen officiële en niet-officiële instellingen, in groep en individueel, een overvloed aan side events (parallelle evenementen) organiseren over de meest diverse onderwerpen rond de ontwikkelingsproblematiek. Een grootse gebeurtenis, met duizenden deelnemers.
© CTB-BTC / Dieter Telemans
Zoeken naar consensus
De tijd loopt voor de Millenniumdoelen. Hopelijk brengt de Millenniumtop een vernieuwd engagement van de internationale gemeenschap.
Zal het resultaat even indrukwekkend zijn? Het formele resultaat van de Top is een outcome document dat, in principe, bij consensus door alle VN-lidstaten zal worden goedgekeurd. De onderhandelingen over die tekst, in de VN in New York, duren al enkele maanden en zullen doorgaan tot in september, misschien zelfs tot de vooravond van de Top zelf. Dat komt omdat de visies op de MDG’s en de optimale weg om die te realiseren sterk uiteenlopen. Op punten zoals mensenrechten, gelijkheid tussen man en vrouw,
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
5
>
DOSSIER
© CTB-BTC / Dieter Telemans
VN-Top
bijkomende ontwikkelingshulp, beleidsruimte voor de ontwikkelingslanden en toezicht op de globale economie liggen de standpunten van het Noorden en het Zuiden ver uit elkaar. Het is bijzonder moeilijk om een evenwicht te vinden dat iedereen kan aanvaarden. Het ziet er dan ook naar uit dat de slottekst heel lang zal zijn, wellicht tientallen bladzijden. Waarschijnlijk wordt het een brede verzameling van behoedzaam geformuleerde standpunten en ideeën die de hele ontwikkelingsproblematiek bestrijken en dus het veld van de MDG’s ver te buiten gaan. Dat is niet echt wat België, en tal van andere Europese landen, op het oog hadden. België vond van bij het begin dat de slotverklaring een korte tekst moet zijn met een krachtig politiek engagement voor armoedebestrijding en menselijke ontwikkeling, een engagement dat zowel geldt voor het beleid op landenniveau als voor de steun die de wereldgemeenschap daaraan moet geven. Jammer. Gevreesd moet worden dat het outcome document een politiek minder krachtige verklaring zal zijn dan de Millenniumverklaring van 2000.
Een kei in water gooien Moeten we de Top dan nu al een halve mislukking noemen? Nee, helemaal niet!
bijeenkomst zelf en zijn outcome document. Een Top als deze is als een kei in water gooien: het effect is veel breder en langduriger dan de inslag. Wat vóór en na de Top gebeurt, is in zekere zin belangrijker dan de Top zelf. De MDG’s worden nu algemeen gezien als het kerndoel van de ontwikkelingsinspanningen. En het voorbereidingsproces heeft die consensus versterkt. In de aanloop naar de topbijeenkomst zijn in alle landen rapporten gemaakt, debatten gevoerd en beleidsdocumenten geschreven die de positie van die elementaire targets hebben versterkt. De kennis van "wat werkt en wat niet" is toegenomen. We weten nu beter waarom er weliswaar vooruitgang is, maar waarom die te traag is. Er zijn tal van nieuwe initiatieven genomen en landen hebben kennis en ervaring uitgewisseld. Dat alles heeft ook een politiek mobiliserend effect gehad. En we kunnen er zeker van zijn dat dit proces ook na de Top nog een hele tijd zal blijven doorwerken. Kortom, dankzij deze Top zullen de inspanningen om de MDG’s te bereiken op bredere politieke steun kunnen rekenen en krachtiger en efficiënter worden.
Strijd nog niet gewonnen In de eerste plaats kan het feit dat 192 lidstaten, op het hoogste niveau, hun uitdrukkelijke steun komen uitspreken voor elementaire targets van armoedebestrijding en menselijke ontwikkeling moeilijk worden overschat. Even terzijde: het volstaat een paar decennia terug te kijken in de geschiedenis om te beseffen dat deze groeiende consensus over ontwikkeling een recente verworvenheid is. Dit betekent dat er, tenminste in woorden, een politiek engagement is, ook al is dat niet stevig geformuleerd in de slotverklaring. Bovendien zou het fout zijn de impact van zo’n Top alleen te bepalen op grond van de
6
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
Zitten we daarmee veilig op koers om de MDG’s tegen 2015 te halen? Zeker niet, en bovendien, met het bereiken van de MDG’s is de strijd nog lang niet gewonnen. Als followup van de MDG Top lijken drie punten daarom van het hoogste belang voor de komende jaren. In de eerste plaats moet het probleem van de ongelijkheid worden aangepakt. Er zijn sterke aanwijzingen dat de vooruitgang naar de MDG’s toe is samengegaan met groeiende ongelijkheid. Concreet betekent dit dat de kansen op onderwijs, gezondheidszorg en behoorlijk werk, om maar die te noemen, nu ongelijker verdeeld zijn dan tien jaar gele-
den. En het zijn vaak dezelfde groepen die het slechtst bedeeld zijn: vrouwen, etnische minderheden en plattelandsbevolking. De strijd tegen de ongelijkheid is niet alleen een zaak van elementaire rechtvaardigheid. Het is ook goed economisch beleid. Cijfers tonen aan dat lage ongelijkheid de sociaaleconomische groei bevordert. De Millenniumverklaring van 2000 noemt de zorg voor menselijke waardigheid, gelijkheid en billijkheid een collectieve verantwoordelijkheid van alle landen en samenlevingen. We kunnen dit principe niet genoeg benadrukken. Aan de ene kant zal het zaak zijn te blijven hameren op de verantwoordelijkheid van de ontwikkelingslanden zelf. Menselijke ontwikkeling en armoedebestrijding vergen in de allereerste plaats een effectief beleid van elk land zelf. Maar het heeft ook gevolgen voor het ontwikkelingsbeleid van de donorlanden. Meer dan in het verleden zal ontwikkelingshulp gericht moeten zijn op zelfredzaamheid ten bate van menselijke waardigheid, gelijkheid en billijkheid. Momenteel presteert de officiële ontwikkelingshulp allesbehalve optimaal in dit verband, noch wat betreft de geografische en sectorale toewijzing, noch wat betreft de keuze en efficiënte inzet van hulpinstrumenten. En dan, ten derde, is er de vraag: wat na 2015? De grote meerderheid van de VN-lidstaten vonden dat het beter was de Top van september niet te bezwaren met een debat over een nieuw "MDG-achtig" doelstellingenkader. Ook België stond achter deze keuze. Terecht, de Top moest immers een "alle hens aan dek" zijn voor de inspanningen over de laatste 5 jaar tot 2015. Maar na september moet de wereldgemeenschap nadenken over de vraag of zo’n doelstellingenkader nog nuttig is en, zo ja, hoe het er moet uitzien. In het debat daarover zullen de donoren, anders dan in 2000, de zwaarste stem aan de ontwikkelingslanden moeten geven. Een eventueel nieuw kader mag niet opnieuw een creatie worden van het Noorden. Naar inhoud zal het nieuwe kader het juiste evenwicht moeten vinden tussen eenvoud en volledigheid zodat het optimaal fungeert als aansporing voor politici, civiele maatschappij en media ten bate van menselijke ontwikkeling. Marcus Leroy
DOSSIER
Millenniumdoelen, een rappel
HET BELANGRIJKSTE VAN ALLEMAAL De Millenniumdoelen willen armoede en honger uitbannen, de gezondheid verbeteren, het milieu beschermen… Maar om echt duurzame veranderingen teweeg te brengen is er nood aan een gunstig internationaal kader voor handel, transfer van technologie en zo meer. Dat vereist een inspanning van de rijke landen. Millenniumdoel 8 verwoordt dit engagement. Omdat het belangrijkste Millenniumdoel het minst gekend is, spellen we het hier woord voor woord uit. Uitbannen van de grootste armoede en honger tegen 2015
Waarborgen van basisonderwijs voor iedereen tegen 2015
Bevorderen van gelijkheid tussen vrouwen en mannen, en versterken van de positie van de vrouw tegen 2015
Terugdringen van de kindersterfte tegen 2015
Verbeteren van de gezondheid van moeders tegen 2015
Bestrijden van hiv/aids, malaria en andere ziekten tegen 2015
Waarborgen van een duurzaam milieu
Tot stand brengen van een wereldwijd partnerschap voor ontwikkeling
8A — Blijven werken aan een open stelsel van
landen: behoorlijke en productieve werkgele-
handel en financiën, dat gebonden is aan regels,
landen die ernst maken met het uitbannen van
voorspelbaar is, en niet discrimineert. Hieraan
armoede.
gekoppeld
zijn
beloftes
aangaande
genheid voor jongeren creëren. 8F — In samenwerking met de farmaceutische
goed
bestuur, streven naar ontwikkeling en uitbannen
8C — Aandacht hebben voor de bijzondere
bedrijven: toegang creëren in ontwikkelings-
van armoede, zowel op nationaal als internati-
behoeften van landen zonder zeehavens en
landen voor betaalbare basisgeneesmiddelen.
onaal vlak.
ook van arme, kleine eilandstaten.
8B — Aandacht besteden aan de speciale
8D — Aandacht besteden aan de schuldenlast
de voordelen van nieuwe technologieën –
behoeften van de minst ontwikkelde landen.
van ontwikkelingslanden door middel van nati-
vooral de informatie- en communicatietechno-
Met inbegrip van de opheffing van tolmuren en
onale en internationale maatregelen om, op de
logie – op brede schaal verspreiden.
quota’s voor hun exportgoederen, extra schuld-
lange termijn, tot een beheersbare schuld te
verlichting voor landen met de grootste geldzor-
komen.
online
8E — In samenwerking met de ontwikkelings-
www.undp.org/mdg/
8J — In samenwerking met het bedrijfsleven:
gen, het schrappen van officiële bilaterale schulden en meer officiële ontwikkelingssteun voor
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
7
DOSSIER
SUCCESVERHALEN
België draagt bij aan de verwezenlijking van alle Millenniumdoelen, zowel via de rechtstreekse gouvernementele samenwerking als via de non-gouvernementele en internationale organisaties. Enkele succesverhalen.
Uitbannen van de grootste armoede en honger tegen 2015 9000 arme boerengezinnen in Rwanda hebben meer voedsel en inkomen door verbetering van de volledige productieketen.
© Caritas International
(betere variëteiten, bemesting, microkrediet…), bewaring, verwerking, verkoop. (tomaten, paprika’s, aubergines…), fruit (ananas, pruimen…), koeien. commercieel en juridisch bij. Belgische bijdrage: 4 miljoen euro (2006-2014) via Belgisch Fonds voor de Voedselzekerheid. Uitvoerende organisatie: Caritas International.
Waarborgen van basisonderwijs voor iedereen tegen 2015 'Onderwijs voor Allen' brengt miljoenen kinderen naar school.
© Curt Canemark / World Bank
'Onderwijs voor Allen' ondersteunt lage-inkomenslanden met degelijke beleidsplannen voor de uitbouw van hun basisonderwijs. Het wil kwaliteitsvol basisonderwijs leveren aan miljoenen kinderen. Van 2000 tot 2008 konden in de deelnemende Afrikaanse landen 22,8 miljoen meer kinderen naar school, waaronder 60% meisjes.
8
Belgische bijdrage: 1 miljoen euro per jaar. Voornaamste partner: Wereldbank.
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
Belgische ontwikkelingssamenwerking
Bevorderen van gelijkheid tussen vrouwen en mannen, en versterken van de positie van de vrouw tegen 2015
© FORPROFEM / CTB-BTC
Honderden jonge meisjes en vrouwen in Senegal krijgen beroepsgerichte vorming met zicht op een baan. Meisjes die hun middelbare school niet hebben afgemaakt en jonge vrouwen die zich willen bijscholen, krijgen een degelijke arbeidsgerichte vorming van 1 tot 3 jaar. Na de vorming kunnen de meisjes solliciteren in de bedrijven waar ze stage liepen of zich vestigen als zelfstandige. Ze kunnen zich ook in groepen verenigen om het vinden van een baan te vergemakkelijken. Belgische bijdrage: 2 miljoen euro (2008-2010). Uitvoerende organisatie: Belgisch ontwikkelingsagentschap BTC.
Terugdringen van de kindersterfte tegen 2015 Kindersterfte in Uganda daalt van 8,8 % (2005) naar 7,6 % (2009)
© CTB-BTC Kampala
België steunt het Ugandese ministerie van Gezondheidszorg. Bijzondere aandacht gaat naar preventieve zorg voor jonge kinderen en zwangere vrouwen. Er is onder meer vooruitgang op vlak van vaccinaties, familieplanning, geboortes in gezondheidscentra en malariabehandeling en – preventie. België zorgt ook voor opleidingen voor het gezondheidspersoneel en geeft studiebeurzen. Belgische bijdrage: 34,5 miljoen euro (2005-2012). Uitvoerende organisatie: Belgisch ontwikkelingsagentschap BTC.
Verbeteren van de gezondheid van moeders tegen 2015
© CTB-BTC / Julio Pedroza
Integrale gezondheidsverzekering doet moedersterfte met ruim 50% dalen in 3 regio’s van Peru. België ondersteunt de Peruaanse overheid – financieel en technisch – om basisgezondheidsdiensten te verlenen, in het bijzonder voor moeders en kinderen. Ruim 1,3 miljoen armen zijn al gedekt door een integrale gezondheidsverzekering. Meer bevallingen vinden plaats in een gezondheidscentrum (vb. voor de regio Apurímac: 86% nu, tegenover 54% voordien). Belgische bijdrage: 29 miljoen euro (2005-2014). Uitvoerende organisatie: Belgisch ontwikkelingsagentschap BTC. >
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
9
DOSSIER
Bestrijden van hiv/aids, malaria en andere ziekten tegen 2015
© Action Damien/Damiaanactie
Ruim 85% van de opgespoorde tbc-patiënten en melaatsen genezen in 4 provincies van DR Congo. Dankzij de steun aan de teams van het ministerie voor Volksgezondheid in 4 provincies (22 miljoen inwoners) worden de zieken vroegtijdig opgespoord en behandeld. Bij lepra gaat bijzondere aandacht naar het voorkomen van handicaps en de zelfverzorging door de zieken. Aandachtspunten bij tuberculose zijn de co-infectie met hiv/aids en de resistentie tegen meerdere geneesmiddelen. Belgische bijdrage: 9,9 miljoen euro (2003-2010). Uitvoerende organisatie: Damiaanactie.
Waarborgen van een duurzaam milieu
© CTB-BTC Vietnam
70.000 mensen in Vietnam genieten van een propere omgeving en goedkoop drinkwater. ! !"# $ ! bovenop. ! %& ! dan via verkopers. $ '&& ( ! en installatie van toilet en douche. ! milieuvriendelijkere vuilnisbelt. Belgische bijdrage: 2,8 miljoen euro (2006-2010). Uitvoerende organisatie: Belgisch ontwikkelingsagentschap BTC.
Tot stand brengen van een wereldwijd partnerschap voor ontwikkeling
© DGD / Th. Hiergens
België draagt op diverse fronten bij aan het creëren van een gunstige internationale omgeving voor ontwikkeling. Enkele voorbeelden:
!" ! landen. )! # * universitaire samenwerking (internet…). + , (Ä op internationale financiële transacties.
"
Chris Simoens
Deze 8 succesverhalen zijn ook beschikbaar als mobiele tentoonstelling van 8 roller ups. Verenigingen, scholen en gemeenten kunnen deze kosteloos ontlenen (vervoer en opstelling). Mail naar
[email protected] of reserveer via www.dg-d.be > sensibilisering. Je vindt daar ook onze andere gratis tentoonstellingen.
10
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
DOSSIER
NGO
HET AFTELLEN IS BEGONNEN
Youssou N'Dour
In 2000 schaarden de lidstaten van de Verenigde Naties zich collectief achter de Millenniumdoelen (MDG’s). Tien jaar later lijkt de realisatie van de ontwikkelingsdoelen moeizamer te verlopen dan verwacht. Daarom organiseert de coalitie '2015 DE TIJD LOOPT' - 11.11.11 en 26 andere ngo’s - de Wachtnacht: meer wereldwijde aandacht moet het behalen van de MDG’s versnellen. Het evenement leunt aan bij de belangrijke VN-top over de MDG’s in New York.
Hoe is de Wachtnacht precies ontstaan? In 2005 is 11.11.11 gestart met de coalitie '2015 DE TIJD LOOPT'. Samen met de 26 partners van deze coalitie wilden we een stand van zaken maken van de MDG’s en extra druk uitoefenen voor het behalen van de doelen. Nu heeft de Wachtnacht drie doelstellingen: de politieke wil aanscherpen om zich te engageren voor de MDG’s, het publiek laten kennismaken met de MDG’s en steun zoeken bij het publiek om onze stem luider te laten klinken.
De Wachtnacht vindt plaats in Gent. Mikken jullie enkel op een Gents publiek? Neen. Er worden bussen ingelegd vanuit verschillende provincies, en die uit Limburg zitten al vol. We hopen op niet minder dan 10.000 toeschouwers. Een zeer breed publiek, jong en oud, maar met speciale focus op mensen die we met onze andere acties niet bereiken. En jongeren staan cen-
© 11.11.11
© 11.11.11
Op 11 september organiseert de coalitie '2015 DE TIJD LOOPT' de Wachtnacht op het Sint-Pietersplein in Gent. Het groots opgezette evenement moet meer aandacht vragen voor de realisatie van de Millenniumdoelen. Men zal er stevig debatteren, maar er is ook plaats voor muziek en animatie. Dimensie 3 sprak met Soumaya Zaougui, campagnehoofd bij 11.11.11.
Soumaya Zaougui
traal. Voorts hebben we de campagne zo laagdrempelig mogelijk gehouden. Mensen die niet tot in Gent geraken, kunnen deze campagne ondersteunen door via de website een filmpje op te nemen terwijl ze een wachtende pose aannemen.
Wat staat er te gebeuren tijdens de Wachtnacht? Niemand minder dat Youssou N’Dour en vele Belgische artiesten treden op. In de vooravond wordt er een filmpje opgenomen waarbij de toeschouwers iets doen rond het concept 'wachten'. Bedoeling is om de videoboodschap te verspreiden tijdens de VN-Top in New York. Zo willen we een signaal geven aan beleidsmakers, want de tijd dringt om de MDG’s tot een goed einde te brengen. In sommige landen gaat het vooruit, in andere dan weer niet. Azië heeft een opmerkelijke vooruitgang geboekt, terwijl Afrika geen goede prestaties neerzet. De wereld moet dringend een tandje bijsteken als we de doelen nog willen behalen tegen 2015.
Wat kan België doen? België zou zijn ontwikkelingbeleid coherenter kunnen maken. Daartoe moet het beleid van de verschillende ministers beter op elkaar worden afgestemd. België zou op internationaal vlak een voortrekkersrol kunnen spelen voor de Tobintaks, een taks op wisselkoerstransacties. Jammer genoeg is België op heden het enige land dat deze taks heeft gestemd.
Evenementen rond de Millenniumdoelen België is niet het enige land waar een evenement wordt georganiseerd rond de realisatie van de MDG’s. In GrootBrittannië organiseert Oxfam 'The Big Promise', een evenement met dezelfde doelstelling als de Wachtnacht waarbij je een belofte rond de MDG’s online kan neerschrijven. En ook in Ierland, Duitsland en Denemarken worden soortgelijke initiatieven genomen.
Wat verwacht 11.11.11 van de VN-Top in New York? Het herbevestigen van het streven naar de MDG’s en het uittekenen van de krijtlijnen voor de manier waarop we in de volgende vijf jaar de Millenniumdoelen kunnen realiseren. En hopelijk zal men niet de financiële crisis aanwenden om de MDG’s niet meer te hoeven realiseren. We hebben een officiële reactie gekregen van minister Michel dat hij zijn best zal doen voor het welslagen van de VN-top en net als wij politiek engagement en concrete stappen wil. We hopen alsnog te kunnen deelnemen aan de officiële delegatie tijdens de Top. Diana Grasso Thomas Hiergens online www.wachtmee.be www.detijdloopt.be
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
11
DOSSIER
Schuldverlichting wordt fonds tegen armoede Amina Az-Zubair is de speciale assistente van de President van Nigeria verantwoordelijk voor de Millenniumdoelen. Ze doet er alles aan om de Millenniumdoelen in haar land te verwezenlijken.
© DGD / D. Ardelean
Zijn de MDG’s een afdoend middel om de armoede in Nigeria te bestrijden?
Amina Az-Zubair, speciale assistente van de President van Nigeria.
© European Union
Voor de ontwikkeling van het land zijn ze een aanknooppunt. De Millenniumdoelen leggen de grondslag en liggen in het verlengde van de opdrachten die de Staat ten aanzien van zijn bevolking moet vervullen: gezondheid, onderwijs, toegang tot water, voeding, enz. Op die manier zetten de MDG’s de doelstellingen van het land kracht bij en vervullen ze een hefboomfunctie.
Welke doelstellingen genieten prioriteit in Nigeria?
Zijn er nationale strategieën om de MDG’s te verwezenlijken?
Dat hangt af van de regio. In het noorden, bijvoorbeeld, is de gezondheid van moeders een belangrijk aandachtspunt, in het zuiden is dat veeleer de strijd tegen hiv/aids en malaria. Maar over het hele grondgebied – en wellicht overal in Afrika – moet de genderdimensie in de doelstellingen verwerkt zijn.
In 2005 begonnen we daadwerkelijk aan de verwezenlijking van de MDG’s. Dat jaar kwam Nigeria in aanmerking voor een schuldkwijtschelding van ongeveer 1 miljard dollar. Dit werd niet beschouwd als een inkomen, maar veeleer als een bezuiniging. Het geld werd gestort in een "Virtual
Millenniumdorpen
12
De Millenniumdorpen zijn modeldorpen in 'honger hotspots' van Subsaharaans Afrika die proberen de Millenniumdoelen te halen. Ze ontvangen hiervoor steun van onder meer het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP). De dorpen krijgen simpele oplossingen aangeboden zoals zaad van hoge opbrengstvariëteiten, meststoffen, geneesmiddelen, waterputten en materiaal voor de bouw van scholen en klinieken. Dit wordt aangevuld met eenvoudige technologie zoals boomlandbouw, met insecti
medicamenten en satellietfotografie.
Momenteel zijn er al 80 Millenniumdorpen met samen 500.000 inwoners. Uit een steekproef blijkt dat de aanpak vruchten afwerpt. De landbouwopbrengst is verdubbeld, ondervoeding en malaria komen minder voor, en de toegang tot drinkwater klom van 20% naar 72%. De Millenniumdorpen tonen aan dat met een bescheiden investering de Millenniumdoelen gehaald kunnen worden. Zeer arme dorpen die aan overlevingslandbouw doen worden producenten. De bedoeling is dat de aanpak zich naar meer en meer dorpen verspreidt.
De bevolking bepaalt zelf zijn noden en blijft nauw betrokken tijdens de uitvoering van de projecten. Daarenboven kiest UNDP specifiek voor goed bestuurde landen in vrede die zich engageren voor de Millenniumdoelen. De overheid, dorpelingen en partnerorganisaties dragen overigens zelf 60 dollar bij per dorpeling per jaar. De donoren betalen jaarlijks 50 dollar per persoon gedurende vijf jaar. Veel aandacht gaat naar opleidingen om de aangeboden kennis in de dorpen te verankeren.
Chris Simoens
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
online www.millenniumvillages.org
Interviews
De vergeten dimensie poverty fund", dat werd opgericht om aan de Millenniumdoelen te werken. Om er op een verantwoorde wijze mee om te gaan, werd besloten het fonds te gebruiken voor de toekenning van beurzen aan de deelstaten. Voor alle duidelijkheid, nagenoeg alle lopende uitgaven van de Staat houden op enigerlei wijze verband met de MDG’s: betaling van leerkrachten, waterbeheersingsystemen, enz.
Volstaan economische groei, ontwikkelingshulp en goed bestuur om de Millenniumdoelen te halen? Ontwikkelingseconoom Jan Vandemoortele meent van niet.
Hoe zal de Nigeriaanse regering haar verbintenis inzake de MDG’s nakomen aangezien er geen sancties worden geheven in geval van slecht bestuur? Wat is het aandeel van het maatschappelijk middenveld?
U noemt ongelijkheid het belangrijkste obstakel om de Millenniumdoelen te halen. Wat is de fundamentele oorzaak van ongelijkheid in een samenleving?
De MDG’s zijn de zeven grote agendapunten van de Nigeriaanse regering, ingeschreven in de grondwet. Als de Staat er niet in slaagt zijn opdracht tot een goed einde te brengen, zal hij verantwoording moeten afleggen aan de bevolking die de Staat daarvoor zal afstraffen. Nu we overgestapt zijn van een militair regime
Het Monopolyspel toont aan wat er gebeurt als alles zomaar vrij en vrolijk kan gebeuren. Eén persoon wint en krijgt alle bezittingen in handen. En het is niet noodzakelijk de beste speler, wel degene met het meeste geluk.
naar een democratisch bestel, wint het internationaal maatschappelijk middenveld alsmaar aan invloed. Het is nauw betrokken bij de MDG’s.
© DGD / D. Ardelean
De MDG’s zijn de zeven grote agendapunten van de Nigeriaanse regering.
Ontwikkelingseconoom Jan Vandemoortele werkte bij UNICEF en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Bij het VN-Ontwikkelingsfonds UNDP stond hij mee aan de wieg van de Millenniumdoelen. Momenteel is hij onafhankelijk onderzoeker.
‘Millenniumdorpen‘ zijn pilootdorpen waar men streeft naar de verwezenlijking van de MDG’s op kleine schaal. Hoe functioneren ze in Nigeria? De twee ‘Millenniumdorpen‘ (zie kader) in mijn land functioneren naar behoren en zijn vooral toegespitst op lokaal bestuur. In een federaal systeem zoals het onze zou dat ook op nationaal niveau kunnen werken, op voorwaarde dat de lokale besturen verantwoording moeten afleggen zodat ze alle lonen uitbetalen, enz. Opgetekend door Elise Pirsoul
Wat hebben 10 jaar Millenniumdoelen teweeggebracht? De precieze impact is onmeetbaar. We kunnen wel vaststellen dat de Millenniumdoelen enthousiasme en energie hebben opgewekt. Er werden veel initiatieven genomen en, naar aanleiding van de top in september, honderden rapporten geschreven over hoe ver we staan.
Zonder gelijkheid halen we de Millenniumdoelen niet. De laatste 20-30 jaar is de pendel doorgeslagen naar 'de markt regelt alles het best'. Er wordt weinig doelbewust voor gelijkheid gekozen. In Noord en Zuid zien we een grotere ongelijkheid tussen rijk en arm. Zo kennen China en Vietnam een enorme ongelijkheid. Ik verwijs naar een recent boek 'The Spirit Level' (zie kader). Het bevat data van 23 rijke landen: levensduur, kindersterfte, zwaarlijvigheid, tienerzwangerschap, aantal moorden, aantal gevangenen, enz. De auteurs tonen aan dat volksgezondheid en welvaart niet zozeer samenhangen met inkomens, maar met de ongelijkheid in een land. Hoe ongelijker, hoe moeilijker het leven. Scandinavië en Japan scoren goed, er is weinig ongelijkheid. Ook België sluit hier vrij goed bij aan, voorlopig toch nog. Maar in de VS, Groot-Brittannië en Portugal is de ongelijkheid zeer groot.
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
13
>
Gelijkheid
Het gaat beter met ons 'The Spirit Level' (Wilkinson en Pickett, Penguin, 2009) toont met harde feiten aan dat het beter leven is – voor rijk én arm – in een meer gelijke samenleving. Hoe groter de kloof tussen rijk en arm binnen eenzelfde samenleving, hoe slechter het algemeen welzijn. Rijken uit rijke landen kunnen dus hun levenskwaliteit niet verhogen door nog rijker te worden. Zo hebben de hogere klassen in een ongelijk land als Groot-Brittannië een hogere kindersterfte, slechter geschoolde kinderen en meer mentale ziektes dan in een vrij gelijk land als Zweden. Waarom? In ongelijker samenlevingen is er meer angst, stress en onveiligheid. De competitie om meer te hebben is er groter. In meer gelijke samenlevingen is er meer vertouwen, en een rijker verenigingsleven. Ook de status van de vrouw is er merkelijk beter.
Moeten we dan naar een volkomen egalitaire samenleving? Ongelijkheden binnen de perken houden betekent niet dat er volledige gelijkheid moet zijn. De nood aan meer gelijkheid heeft ook niets te maken met communisme. Diep menselijke gedragingen zorgen ervoor dat ongelijkheid nefast is. Hoe breder de kloof tussen rijk en arm, hoe minder contact ze hebben met elkaar, hoe meer stereotypen er ontstaan en hoe meer ze elkaar wantrouwen. Uiteindelijk komen die anderen steeds minder geloofwaardig over, met als resultaat een polarisatie.
Hoe wordt een samenleving meer gelijk? Door de mensen gelijke kansen te geven! Je moet mensen toelaten van eenzelfde niveau te beginnen, dus vooral gelijke kansen geven aan kinderen: gelijke toegang tot volksgezondheid, onderwijs… Men kan echter een beleid nooit veralgemenen, elk land heeft zijn eigen kenmerken. Ik geef drie voorbeelden van landen die erin geslaagd zijn de kloof behoorlijk te dichten, elk op hun eigen manier.
1.
Brazilië is een zeer ongelijk land, maar de laatste 10 jaar is dat verminderd en is er ook veel vooruitgang geboekt voor de Millenniumdoelen. De laagsten op de ladder hebben de meeste vooruitgang geboekt. Dit is te danken aan de overheid. Die heeft geld aan arme families gegeven, maar wel
14
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
Volgens u zijn 'economische groei', 'ontwikkelingshulp' en 'goed bestuur' onvoldoende om de Millenniumdoelen te halen. Maar zijn deze 3 dan helemaal nutteloos? 2. Ook Bangladesh heeft een goede voor- Hoe ziet u hun impact?
onder voorwaarden. Zo moesten die families ervoor zorgen dat hun kinderen school liepen en gevaccineerd werden, ze moesten regelmatig bijeenkomen (onder andere voor lessen over borstvoeding), enz.
uitgang geboekt. Maar hier waren er geen overheidsprogramma’s, en was er geen mirakeleconomie zoals in India. Hier hebben de microkredieten van de Grameenbank en de vrouwengroeperingen goed werk geleverd. De vrouwen zijn zelfstandig geworden ('empowered') en hebben nu een grotere zeggenschap in de families en de gemeenschappen.
3. Dan is er Malawi, een zeer arm land met een slechte voedselzekerheid. Vandaag - .! /3 Afrika. De regering heeft hier de arme boeren van een starterpakket voorzien: kleine pakjes met onder meer wat meststoffen. Het was bewust kleinschalig, de boeren hebben er immers weinig land (een halve hectare). Had de overheid een grote zak gegeven, dan hadden de boeren hem waarschijnlijk gewoon verkocht. Het verhoogde huishoudelijk inkomen had er effect op het onderwijs, de gezondheid en zo meer. Vandaar dat Malawi goed presteert voor de Millenniumdoelen. Dit zijn drie voorbeelden waar men zeker geen model kan op bouwen. Er bestaat geen alleenzaligmakend Europees model.
Groei, goed beheer en hulp blijven belangrijke elementen. Maar de lobby’s erachter overdrijven en verheerlijken elk van die elementen apart. Figuren zoals Daniel Kaufman verheerlijken goed beheer, Jeffrey Sachs doet dit met ontwikkelingshulp, terwijl de Wereldbank groei verdedigt. Maar je kunt de Millenniumdoelen ook halen zonder grote vooruitgang op die drie vlakken. Nemen we Bangladesh en Brazilië. Ze kenden geen supergroei en ze ontvingen relatief weinig ontwikkelingshulp. Hulp is enkel belangrijk voor de kleinere Afrikaanse landen. De impact van hulp is overroepen. Ongelijkheid als factor drukt uit hoe een samenleving er van binnen aan toe is. Het geeft een indicatie van het beheer, de corruptie en de mensenrechten.
Opgetekend door Chris Simoens
THEMATISCHE FICHE
dimensie LE JOURNAL DE LA COOPÉRATION BELGE
© Dieter Telemans
HOEVER STAAN WE? In 2000 onderschreven de Verenigde Naties acht 'Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen', kortweg Millenniumdoelen of MDG’s. Ze zijn een ambitieus plan om tegen 2015 de levensomstandigheden in ontwikkelingslanden te verbeteren. We schetsen hier kort een stand van zaken. De wereldkaarten geven voor elk Millenniumdoel de situatie van één ontwikkelingsindicator weer, bijvoorbeeld het aantal kinderen dat school loopt of het aantal moeders dat sterft in het kraambed. Let wel, dit zijn geen gewone wereldkaarten. De oppervlakte van de landen staat in verhouding tot de grootte van de ontwikkelingsindicator.
Extreme armoede en honger bestrijden Omvang van een land = aantal mensen dat het moet stellen met minder dan 1,25 dollar per dag (Totaal: 1,4 miljard mensen) Extreme armoede gaat snel achteruit. Ondanks de groei van de bevolking is het aantal mensen in ontwikkelingslanden dat leeft met minder dan 1,25 dollar per dag gedaald van 1,8 miljard in 1990 naar 1,4 miljard in 2005 (in percentage van de bevolking: van 42% naar 25%). Vooral China heeft een grote vooruitgang geboekt: van 60% naar 16%. Sub-Sahara Afrika heeft nog een lange weg af te leggen. De voedselcrisis bemoeilijkt het terugdringen van honger en ondervoeding, nochtans essentiële factoren. Ondervoeding leidt namelijk tot meer ziektes (MDG 6) en een hogere kinder- en moedersterfte (MDG 4 en 5). Oezbekistan Afghanistan Jemen
Turkije
Pakistan
China
Noord-Korea
210 miljoen
Nepal Haïti Senegal
Niger
Burkina Faso
Tsjaad
Ethiopië
Guinea Sierra Leone
Colombia Brazilië
Myanmar
Soedan
Mali
Venezuela
Bangladesh
480 miljoen
Nigeria
Ghana Liberia Ivoorkust
India
93 miljoen
77 miljoen
Oeganda
D.R.C.
Filipijnen Vietnam
Cambodja
Rwanda Burundi
Tanzania
Angola
Zambia
Indonesië
Madagaskar
Zimbabwe Malawi Mozambique
Sri Lanka
Zuid-Afrika
Basisonderwijs voor iedereen Omvang van een land = aantal kinderen (6-11 jaar) dat niet naar Rusland de basisschool gaat (Totaal: 75 miljoen kinderen)
Afghanistan Irak
Iran
Turkije
Verenigde Staten van Amerika
Eritrea
1,7 miljoen Dominicaanse Republiek
Egypte
Senegal
Mali
Burkina Faso
Guatemala Venezuela
Jemen
Niger Tsjaad
Soedan
6,8 miljoen
China
India 7,2 miljoen
Marokko Haïti
Nepal
Pakistan Saoedi-Arabië
Bangladesh Vietnam Cambodja
3,7 miljoen
Sierra Leone
Filipijnen
1,4 miljoen
Ethiopië Somalië
Colombia
Brazilië
Ghana
Oeganda
Liberia Ivoorkust
Nigeria 8,1 miljoen
Basisonderwijs voor iedereen is binnen bereik. Toch gaat in Sub-Sahara Afrika meer dan één op vier kinderen niet naar de lagere school, dat is meer dan de helft van het totaal in de wereld (75 miljoen kinderen).
Dem. Rep. Congo
Rwanda
Kenia Indonesië
Burundi
Angola
Mozambique Zuid-Afrika Lesotho
1 miljoen
>
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
I
THEMATISCHE FICHE
Gelijke kansen voor de vrouwen Omvang van een land = aantal kinderen dat naar de lagere en middelbare school gaat. Gender parity index: Hoe donkerder het land, hoe verder het staat van gelijkheid tussen jongens en meisjes (100% = gelijk). De kloof tussen jongens en meisjes in het onderwijs slinkt, vooral op de lagere school. Twee derden van de ontwikkelingslanden zal in 2015 de ongelijkheid tussen jongens en meisjes in het lager en middelbaar onderwijs hebben weggewerkt. Sub-Sahara Afrika maakt vooruitgang, maar blijft ver achter. De ongelijkheid in het hoger onderwijs en het beroepsleven blijft overal bestaan. Gender Parity Index (F/M)
Verenigd Koninkrijk
> 100%
90 - 95%
95 - 99%
< 90%
no data
Rusland Duitsland
Kazachstan
Canada
Frankrijk
Verenigde Staten
Oekraïne
Oezbekistan Syrië
Spanje
Turkije
49 miljoen
Afghanistan Irak
China 210 miljoen kinderen naar school, 100 meisjes op iedere 100 jongens.
Iran
Pakistan
Italië
China
Saoedi-Arabië Dominicaanse Republiek
Algerije
Guatemala El Salvador
Ghana
Brazilië Peru
Chili
Soedan
Ivoorkust
Colombia Ecuador
Bangladesh
India
Vietnam
Oeganda D.R. Kenia Congo
Nigeria
Thailand Cambodja India 228 miljoen kinderen naar school, 91 meisjes op iedere 100 jongens.
Tanzania
Niger 1,3 miljoen kinderen naar school, 70 meisjes op iedere 100 jongens.
Bolivia
Myanmar
Ethiopië
95 miljoen
Venezuela
Malawi Zimbabwe
Brazilië 43 miljoen kinderen naar school, 103 meisjes op iedere 100 jongens.
Zuid-Korea
Nepal
Jemen
Egypte
Marokko
Mexico
Japan
Bangladesh 28 miljoen kinderen naar school, 103 meisjes op iedere 100 jongens.
Filipijnen
Madagaskar
Argentinië Zuid-Afrika 12 miljoen kinderen naar school, 100 meisjes op iedere 100 jongens.
10 miljoen
Indonesië Sri Lanka
De kindersterfte terugdringen Omvang van een land = aantal kinderen dat overlijdt voor hun vijfde verjaardag (Totaal per jaar: 1,6 miljoen) Kindersterfte blijft dramatisch. In 2007 stierven wereldwijd 74 op 1.000 kinderen vóór hun 5e verjaardag. In Sub-Sahara Afrika waren dit in 2008 144 kinderen per 1000! Daar verergeren conflicten en hiv/aids de situatie. Ook Zuid-Azië doet het slecht.
Rusland
Turkije
Iran
Irak
Afghanistan
Jemen Senegal
Verenigde Staten Guinee
Mexico
Burkina Faso Niger
Sierra Leone Colombia
Liberia
Brazilië Bolivia
Egypte
Mali
Haïti
Tsjaad
Ethiopië
India 2,3 miljoen (2004)
Myanmar Bangladesh 280.000 Cambodja
370.000
Filipijnen
Oeganda Kenia
127.000
1,1 miljoen
Rwanda
D.R. Congo 560.000
Burundi
500.000
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
Indonesië
Tanzania
Zambia Mozambique Malawi Madagaskar Zimbabwe Zuid-Afrika
Angola
dimensie
Noord-Korea
420.000
Ivoorkust
Nigeria
III
China
420.000 (2004)
Soedan C.A.R.
Ghana
Nepal
Pakistan
Sri Lanka
De gezondheid van moeders verbeteren Omvang van een land = aantal vrouwen dat overlijdt bij een bevalling (Totaal per jaar: 525.000) De moedersterfte daalt nauwelijks en ook de toegang tot medische begeleiding en verloskundige hulp blijft beperkt. Wekelijks sterven 10.000 vrouwen in ontwikkelingslanden aan behandelbare complicaties ten gevolge van zwangerschap en bevalling. In SubSahara Afrika sterven 900 moeders per 100.000 geboorten.
Afghanistan 20.000 Irak
Nepal
Pakistan
Senegal Mali
Haïti
Sierra Leone
Jemen
Egypte
Burkina Faso
Guinee
China
Niger
Bangladesh
Tsjaad
Ivoorkust
India
Soedan
Ghana Guatemala
Myanmar Vietnam
23.000
Filipijnen
Cambodja
123.000
Ethiopië Brazilië
Nigeria
Peru
Oeganda
62.000
Indonesië
D.R.C. Kenia
Rwanda Burundi
Tanzania Angola
Zambia
Malawi
Mozambique Zimbabwe Zuid-Afrika
10.000
Madagaskar
Hiv/aids, malaria en andere dodelijke ziekten bestrijden Omvang van een land = aantal mensen (0-49 jaar) dat met hiv is besmet (Totaal: 33 miljoen) Er is enige vooruitgang bij het stoppen van de verspreiding van besmettelijke ziekten. In 2008 leefden wereldwijd nog 33,4 miljoen mensen met hiv/aids, waarvan twee derden in Sub-Sahara Afrika. De situatie verbetert langzaam. Tuberculose doodde 1,8 miljoen mensen in 2006, maar de ziekte komt geleidelijk aan minder voor, behalve in Sub-Sahara Afrika. Malaria zorgde voor 1 miljoen doden, waarvan 80% kinderen in Sub-Sahara Afrika. Rusland Oekraïne
Iran
Sudan
Oeganda
Haïti Ivoorkust
China
Ethiopië
Verenigde Staten van Amerika
Kenia
India
1,75 miljoen
2,4 miljoen
Myanmar
Thailand
Ghana
Vietnam
Nigeria
Tanzania
2,6 miljoen
Dem. Rep. Congo
Kameroen
1,4 miljoen
Brazilië Malawi
Angola
Zambia
Mozambique Indonesië
1,4 miljoen
Namibië
Zimbabwe
Madagaskar
1,3 miljoen Botswana
Swaziland
Zuid-Afrika 5,7 miljoen Lesotho 1 miljoen
>
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
IIII
THEMATISCHE FICHE
Zorgen voor een duurzaam milieu Omvang van een land = jaarlijkse uitstoot van koolstofdioxide (CO2) (Totaal: 28 miljard ton) Er moet meer aandacht gaan naar het milieu. Rijke landen moeten minder broeikasgassen uitstoten en ontwikkelingslanden financieel en technisch bijstaan om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. De helft van de mensen in ontwikkelingslanden heeft nog steeds geen propere toiletten en wasgelegenheid. De toegang tot veilig drinkwater verbetert wel aanzienlijk.
Nederland
Rusland Verenigd Koninkrijk
Duitsland
Canada
1,5 miljard
Oekraïne
Frankrijk
China
Turkije
Spanje Italië
Verenigde Staten van Amerika
Japan
5,5 miljard
Iran
Zuid-Korea
Koeweit
5,8 miljard
1,2 miljard
Saoedi-Arabië V.A.E.
India
Hong-Kong
1,4 miljard
Mexico
Thailand
Filipijnen
Maleisië
Venezuela Algerije
Brazilië
Egypte
Singapore
Nigeria
Zuid-Afrika
Argentinië
1 miljard ton kooldioxide Australië
Een wereldwijd partnerschap voor ontwikkeling tot stand brengen Omvang van een land = omvang van het budget voor ontwikkelingshulp (Totaal: 119 miljard dollar)
Finland 0,43%
Noorwegen
De wereld heeft nog werk aan een echt partnerschap voor ontwikkeling. Rijke landen moeten hun ontwikkelingshulp verder opvoeren, ondanks de financiële crisis. De besprekingen over het opruimen van handelsbelemmeringen voor ontwikkelingslanden (Doha-ronde) raken niet afgerond. De afwezigheid van specifieke doelen verhindert de vooruitgang voor de toegang tot technologie en goede geneesmiddelen. Meer schulden moeten worden kwijtgescholden.
Zweden
0,88%
0,98%
Verenigd Koninkrijk
Denemarken
0,43%
0,82%
Ierland 0,58%
Nederland
Japan
0,80% (7 miljard)
0,18% (9,4 miljard)
Canada 0,32%
Duitsland
België 0,47%
0,38% Luxemburg 0,92%
Frankrijk
Verenigde Staten van Amerika
0,39%
0,18% (26 miljard)
Oostenrijk Zwitserland
0,42%
0,41%
Italië Spanje
0,20%
Griekenland 0,20%
0,43%
10 miljard US dollar ($)
Australië 0,34% Nieuw-Zeeland 0,30%
Wat doet België? &56," !! besteden vanaf 2010. !" 789" %&&:;# < ! 7 ; geneesmiddelen. = ! >7! ; via universitaire samenwerking.
"
" # / ! , ! bij de verkoop van aandelen en obligaties.
IV
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
Chris Simoens Bron: Global Monitoring Report 2010 Kaarten: Mapping Worlds Thematische fiche van het blad van de Belgische ontwikkelingssamenwerking Tweemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGD) Redactie: DGD Directie Sensibiliseringsprogramma’s Karmelietenstraat, 15 | B-1000 Brussel Tel: 0032 (0)2 501.48.81 – Fax: 0032 (0)2 501.45.44 E-mail:
[email protected] www.diplomatie.be | www.dg-d.be
DOSSIER
Sport
© AE / BZ
© Sowetogospelfans.com
8 GOALS VOOR AFRICA
Christophe Verhellen.
De Soweto Gospel Band
Tijdens het WK voetbal waren het niet enkel de voetbalgoals die tellen. De Belg Christophe Verhellen coördineerde in Pretoria de campagne van de Verenigde Naties om tijdens het voetbalfeest ook de Millennium Development Goals en de strijd tegen de armoede onder de aandacht te brengen. Voor die campagne ging hij in zee met 8 Afrikaanse topmuzikanten waaronder Yvonne Chaka Chaka en Baaba Maal. Hun alternatieve WK-lied '8 Goals for Africa' moet het voetbalgekke miljoenenpubliek bewustmaken van de Millenniumdoelen. Het refrein van het lied klinkt alvast bijzonder meeslepend.
Belgische ontwikkelingssamenwerking "Ik ben ongelooflijk trots dat ik als Belgisch vrijwilliger bij de VN de kans kreeg om bij te dragen aan het behalen van de Millenniumdoelen", aldus Christophe Verhellen, die sinds 2008 bij het Informatiecentrum van de Verenigde Naties (UNIC) in Pretoria heeft gewerkt aan deze campagne. "Toen ik via de Belgische ontwikkelingssamenwerking deze mogelijkheid kreeg aangeboden, nam ik deze kans dan ook graag met beide handen aan."
"Time is tick, tick ticking It’s ticking away There’s no time to delay The Africa we dream of Only 8 Goals away" met de campagne", besluit Verhellen. "Het belangrijkste doel is immers om de boodschap van de Millenniumdoelen te laten overslaan bij het publiek."
Gratis download
Millenniumdoelen bij het publiek brengen
Alternatief WK-lied
Reinout Van Vaerenbergh
Met vele jaren ervaring in productie en regie van televisie- en entertainmentprogramma’s, kreeg Christophe Verhellen bij UNIC de verantwoordelijkheid voor het volledige creatieve proces van de campagne. Vanaf het idee voor het 8 Goals for Africa-lied, het contacteren van de muzikanten tot het ontwerpen van de communicatiestrategie. Maar ook nadien. "Want de 8 Goals for Africacampagne is niet voorbij met het lied en
8 Goals for Africa werd met bijhorende videoclip uitgezonden gedurende het WK-voetbal in Zuid-Afrika. De clip was ook te zien op grote publiekschermen opgesteld voor de voetbalfans. De muzikanten brachten het lied live tijdens verschillende matchen van het voetbaltoernooi, en op 11 juli, dag van de WK-finale, zongen ze het lied tijdens het afsluitend voetbalfeest in Johannesburg.
8 Goals for Africa is gratis te downloaden van de website en via iTunes. Doel is 1.000.000 downloads.
online www.8goalsforafrica.org
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
19
DOSSIER
Met de Millenniumdoelen werden ontwikkelingsvraagstukken herleid tot acht afgelijnde punten die meetbaar en inplanbaar zijn. Het werd een nooit eerder geziene consensus op wereldschaal over het welzijn van de wereldbevolking. Toch doet de vereenvoudigde formulering een aantal vragen rijzen: kunnen de algemene doelstellingen ook op lokaal niveau worden toegesneden? Waarom hinkt Afrika achterop? En vooral: waarom is het zo moeilijk om de moederen kindersterfte terug te dringen? Tekst en uitleg van Francisco Songane uit Mozambique.
© Béatrice Petit
VRAGEN BIJ DE MILLENNIUMDOELEN
De laatste top van de Afrikaanse Unie in Kampala had als hoofdthema de gezondheid van moeders en kinderen.
"Alleen jullie, de volkeren, waar ook ter wereld, kunnen inhoud geven aan de Millenniumverklaring. Alleen jullie, de volkeren, kunnen de vastgelegde verbintenissen doen nakomen om van deze nieuwe eeuw een beter tijdperk te maken." – Kofi Annan Tien jaar nadat de secretarisgeneraal van de VN deze woorden uitsprak op de Dag van het Millennium, is wereldwijd vooruitgang opgetekend, maar het gaat allemaal te traag. Vormen de MDG’s het geschikte kader voor de menselijke ontwikkeling? We schrijven het jaar 2000. De Millenniumverklaring is in die zin een krachttoer dat alle landen in de VN zich schaarden rond de 8 belangrijkste punten waarop de mensheid vooruitgang moet boeken. Er bestond een wereldwijde consensus over de ongelijkheid tussen Noord en Zuid en over de onmogelijkheid tot snelle veranderingen zonder extra hulp. Ontwikkeling is veel meer dan de MDG’s en deze moeten dan nog in een
20
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
nationale context worden geplaatst. Toch hebben ze hun belang omdat er een platform voor wereldwijde solidariteit uit is ontstaan, gericht op de menselijke basisbehoeften. Uiteindelijk verwoordt het achtste doel een van de kernboodschappen van de Millenniumverklaring.
1,25 dollar wordt beschouwd als het minimumbedrag dat iemand per dag nodig heeft. Wie minder heeft, leeft in extreme armoede. Is het mogelijk om een algemene armoedegrens vast te leggen? Is dit geen louter Westerse benadering? Dit is een richtinggevende norm, het minimale bedrag dat iemand nodig heeft voor
zijn basisbehoeften. Natuurlijk weerspiegelt dit niet de realiteit. Boven de drempel van de armoede leven betekent meer dan genoeg te eten hebben, maar ook toegang tot onderwijs, drinkwater, gezondheidszorg, sanitair etc. De grenswaarde van 1,25 dollar heeft enkel zin als ook de andere doelen bereikt zijn. Het is dus belangrijk de MDG’s in hun geheel te beschouwen.
Is de langzame vooruitgang toe te schrijven aan het gebrek aan politieke wil, zowel in het Zuiden als in het Noorden? Zoals ik eerder aanhaalde werd te zeer voorbijgegaan aan doel 8 dat gericht is op het tot stand brengen van een wereldpartnerschap voor ontwikkeling. Slechts een handvol landen heeft blijk gegeven van een
Stem uit het Zuiden Dr. Francisco Songane, voormalig minister van Volksgezondheid van Mozambique en expert in kinderen moedergezondheid. Hij is ook gynecoloog-verloskundige.
Zou het kunnen dat de politiek, toch vooral een mannenzaak, onvoldoende wil heeft om Anderzijds moeten de landen uit het Zuiden zich bezig te houden met de meer inspanningen leveren voor het berei- problemen van vrouwen en ken van de doelen 4 en 5 - de sterfte van kinderen? kinderen jonger dan vijf jaar met tweederde terugbrengen en de moedersterfte verminderen met driekwart. Dit bewijst immers het gebrek aan aandacht voor het gezin als hoeksteen van de maatschappij. Een kind maakt iedereen gelukkig en is zowat het mooiste wat er is. Een kind moet zorgeloos kunnen opgroeien in een gezin aan wie het vreugde schenkt. Een maatschappij die het normaal vindt dat een onschuldig kind of een jonge moeder het leven laat, een maatschappij die er niet in slaagt hen te beschermen, is een maatschappij die haar basisplichten verwaarloost. Wie de doelen 4 en 5 verwezenlijkt, wint ook de strijd tegen armoede.
Het is een feit dat de terugdringing van de kinderen moedersterfte het minst vooruitgaat. Is dit tekenend voor de tanende aandacht voor gendervraagstukken? Kinder- en moedersterfte staan symbool voor armoede en voor het falen van de gezondheidszorg. Maar de lage sociale status van vrouwen maakt het allemaal veel erger. Bijvoorbeeld: het gaat fout bij een bevalling, de moeder is in gevaar en er is geen ziekenhuis in de buurt. Voor ze het huis kan verlaten om hulp te zoeken, moet ze de toestemming van de familie vragen. Dan moet ze een vervoermiddel zoeken en om het vervoer te kunnen betalen moet ze geld aan haar man vragen. Toch hebben vrouwen een groot aandeel in de gezinseconomie. Hier zijn vrouwen binnengekomen die al drie dagen weeën hadden, met alle onomkeerbare gevolgen vandien. Natuurlijk is het niet normaal dat een vrouw 10 kilometer moet lopen tot de dichtstbijzijnde materniteit. Dit voorbeeld toont aan dat de gezondheidszorg de basisbehoeften van de bevolking niet kan vervullen. Het maakt ook duidelijk dat de problemen bij de bevalling vaak te maken hebben met de ongelijkheid tussen man en vrouw. Het gaat over mensenrechten.
Er is zeker een opmerkelijke vooruitgang. De politieke leiders beseffen dat ze gendervraagstukken nu echt op de agenda moeten zetten en dat doen ze ook. Een van de hoofdthema’s op de laatste Top van de Afrikaanse Unie in Kampala was de gezondheid van moeders en kinderen. Maar op het lagere dorpsniveau blijven hardnekkige taboes bestaan. Bij velen leeft nog het idee dat moedersterfte een gewone zaak is. Er is dus nood aan informatie, men moet weten dat dit kan worden voorkomen. Het is dan ook goed dat politieke leiders het onderwerp bovenaan de agenda hebben geplaatst. Alleen moet het nog doordrin-
“Men heeft vaak solidariteit omgevormd tot liefdadigheid.” gen op lokaal niveau waar vooral een mentaliteitswijziging de dingen in beweging kan brengen. En de instellingen dienen degelijke diensten te leveren op een rechtvaardige manier.
Waarom gaat de vooruitgang zo traag in Afrika? Het is het continent met de slechtste sociaaleconomische context. Er is nauwelijks sprake van politieke stabiliteit of een cultuur van zelfbestuur. Voor de Afrikaanse landen komt het erop aan een nationale strategie te kunnen voeren waarop de buitenlandse hulp een aanvulling vormt. Tot op heden zijn deze landen nog te zeer afhankelijk van externe hulp. De doeltreffendheid van deze strategieën kan maar op lange termijn blijken en dit is een kiese zaak in landen met een labiele politieke macht die niet voldoende oor heeft voor de noden van de bevolking. Het is cruciaal dat de leiders de ontwikkelingsagenda van hun land ernstig nemen en een kader op punt zetten voor geschikte activiteiten – externe hulp inbegrepen – die gericht zijn op de noden
© DGD / D. Ardelean
blijvende inzet en niet zelden kwam "liefdadigheid" in de plaats van solidariteit.
van de bevolking. Van hun kant moeten de donoren dringend de bestaande ontwikkelingsstrategieën ondersteunen.
Kunt u, om te besluiten, een aantal success stories met ons delen? Ja, in Mozambique zijn er al meerdere voorbeelden. Zo hebben we bij de uitbouw van de openbare gezondheidszorg een strategie ontwikkeld waarbij een permanente dialoog wordt aangegaan met de partnerdonoren. (Nvdr : Francisco Songane was minister van Volksgezondheid). Dankzij dit plan konden in 2002 antiretrovirale middelen tegen aids ingevoerd worden in de openbare sector, terwijl de ontwikkelingspartners hiertegen gekant waren. Ze opperden dat deze behandeling te complex was voor een land als Mozambique. Deze voorbeelden worden vaak aangehaald door landen met gelijkaardige leefomstandigheden als het onze. Ik denk ook aan andere landen als Maleisië, Thailand en Sri Lanka waar de moedersterfte met meer dan de helft – tot 60 à 75 % - werd teruggedrongen. De Indiase staat Kerala, één van de armste, doet het veel beter dan de andere staten. Terwijl in de rest van India 254 vrouwen op de 100.000 overlijden bij de bevalling, is dit in Kerala slechts 95. Dit is te danken aan investeringen in onderwijs voor vrouwen en in eerstelijnsgezondheidszorg. Er is ook het verbijsterende voorbeeld van Cuba dat, ondanks de economische blokkade, betere sociale indicatoren heeft dan veel ontwikkelingslanden.
Opgetekend door Elise Pirsoul
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
21
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
© John Isaac/The World Bank
22
«
Toen ik naar hier kwam, wist ik dat ik te maken zou krijgen met
oorlog, integrisme, hongersnood, maar ik was de Ziekte bewust uit het oog verloren. Met een schok kom ik tot de ontdekking dat ze een plaats heeft weten te veroveren tussen de andere rampen. Door mijn tranen bewogen tot een meer toegeeflijke houding, komt de perplexe vrouw vlug weer bij zinnen. Ze vertelt me dat de Ziekte in deze streken onder de bevolking lelijker huishoudt dan een vuurwapen, ze is een straf die zelfs de Bijbel niet had kunnen bedenken, ze doodt sneller dan honger en dorst.
Na enkele blikken te hebben gewisseld, zegt de vrouw tegen me: "Kom, ik breng je naar het consultatiebureau." Werktuiglijk volg ik haar op de voet. Maar al snel keer ik me om naar het dode lichaam van het meisje. Nu het lichaam ontdaan is van emoties, vormt het een schril contrast, alsof de afdaling naar de dood het lichaam van het kind van alle angst heeft bevrijd: "Als we daar zijn, zal ik vragen dat ze haar komen halen."
Tijdens het stappen vertelt ze hoe het eraan toegaat. "De mannen gebruiken geen enkele vorm van bescherming, de vrouwen stemmen hiermee in, de kinderen zijn al wees op jonge leeftijd voor zover ze zelf ook niet besmet zijn. En dan zijn er nog drugs, prostitutie. Ook malaria draagt bij tot de algemene kwetsbaarheid. Het virus verspreidt zich als een lopend vuurtje." Boos zegt ze: "En u gelooft het of niet, maar Gods gezanten kijken toe en leven mee, maar ze maken er geen woorden aan vuil. Ze beperken zich tot het begraven van de doden, met de regelmaat van de klok, met een voelbare gelatenheid, maar het komt zelfs niet bij hen op dat ze iets zouden
»
kunnen ondernemen om de genocide tegen te gaan."
Philippe Besson – "La Gueule du loup"
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
23
DOSSIER
Doel 8
MONEY MONEY MONEY. NAAR EEN WERELDSOLIDARITEITSFONDS
© European Union, 2010
De globalisering laat enorme sommen geld de wereld rondgaan, maar die dragen nauwelijks bij aan het wereldwelzijn. Het behalen van de Millenniumdoelen is in belangrijke mate evenzeer een zaak van centen, en vooral dan van het gebrek eraan. In dit kader wordt een internationale consensus gezocht voor de oprichting van een wereldsolidariteitsfonds. Gespijsd via een heffing op de internationale geldstromen moet het de financieringskloof tussen de globale economie en de ontwikkelingsnoden helpen dichten.
Elke dag wordt meer dan 4000 miljard dollar aan wisselkoerstransacties versast. Dit is 800.000 miljard dollar op jaarbasis. Zelfs een minimale belasting levert enorme budgetten op.
Internationale wisselkoersen De Belgische professor Lieven Denys (VUB) helpt als expert mee aan een voorstel voor de totstandkoming van dat fonds, en kent als geen ander de mogelijkheden en uitdagingen ervan: "Het gaat om het taxeren van financiële transacties, waarvan een belasting op internationale wisselkoerstransacties (CTL of currency transaction levy) de meest prominente is. De dagomzet van de wisselkoerstransacties bedraagt momenteel meer dan 4.000 miljard dollar, of 800.000 miljard dollar op jaarbasis. Een buitengewoon grote belastbare materie. Aan een minimaal tarief - er wordt gesproken van percentages van 0,005% - levert dat hele grote budgetten op. En die zijn hard nodig. Het aantrekkelijke van deze voorstellen is dat de afwikkeling van de financiële transacties sterk gecentraliseerd en computermatig gebeurt: dat schept natuurlijk technisch aantrekkelijke heffingsmogelijkheden."
Potentieel voor ontwikkelingsfinanciering Denys: "Als bron hebben zowel de belas-
24
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
ting op wisselkoerstransacties (CTT of Tobintaks) als die op financiële transacties (FTT) een buitengewoon groot potentieel. Conservatieve ramingen schommelen tussen 25 en 35 miljard euro - goed voor de helft van alle officiële ontwikkelingshulp uit Europa -, andere gaan tot een veelvoud van honderden miljarden. Daarmee kunnen niet alleen de Millenniumdoelen maar ook de kosten van de klimaatverandering en zelfs de kosten van de recente bankencrisis worden gedekt. De bedoeling is dat de middelen worden besteed aan globale publieke diensten, zoals armoedebestrijding en ecologische uitdagingen. Een globaal solidariteitsfonds moet die middelen democratisch en solidair besteden, op basis van de noden, en de betrokken partijen evenwaardig zeggenschap bieden."
zijn onder meer Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Brazilië en Japan er lid van. De werkgroep onderzocht enerzijds de technische en juridische haalbaarheid, en anderzijds de politieke wenselijkheid van een bijdrage op internationale financiële transacties. Ze publiceerde haar rapport in juli 2010*. Tijdens zijn voorzitterschap van de Europese Unie zal België zich inspannen om een Europese consensus rond het voorstel te bewerkstelligen. Het rapport van de werkgroep zal aan de basis liggen van een evenement over innovatieve financiering tijdens de Millenniumtop op 22 september in New York. Het doel: de globalisering mee laten betalen voor ontwikkeling, ten dienste van de gehele wereldbevolking.
Reinout Van Vaerenbergh
Op zoek naar consensus De heffing op wisselkoerstransacties en de oprichting van een wereldsolidariteitsfonds wordt voorgesteld door de internationale werkgroep rond financiële transacties voor ontwikkeling. Naast België
* www.leadinggroup.org/article668.html
ACTUALITEIT
Voorzitterschap
LISSABON STELT EU-ONTWIKKELINGSAGENDA BIJ
België aan het roer Donderdag 1 juli 2010 was geen doodgewone dag. Integendeel. Die dag gaf Spanje de fakkel door aan België als voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Dat ging gepaard met ronkende verklaringen, spetterend vuurwerk, een grootschalig dansfeest in 12 Belgische steden en zelfs een wereldrecordverbrekende tennismatch in het Koning Boudewijnstadion. Je moest al op Mars wonen - of toch zeker buiten de EU om het niet te merken. Tot 31 december heeft ons land de eer voorzitter te zijn van de Raad, één van de belangrijkste instellingen van de EU. Hier komen vertegenwoordigers van de 27 lidstaten samen om het beleid van de EU te # ,
, ?> onderhandelingen tussen de lidstaten leiden en overleggen met andere Europese instellingen, bijvoorbeeld de Commissie of het Parlement.
Lissabon verandert rol van voorzitter Voor ontwikkelingssamenwerking heeft het Verdrag van Lissabon veel veranderd aan de rol van de ‘roterende voorzitter’. De ontwikkelingsagenda wordt voortaan bepaald door Catherine Ashton, de Hoge Vertegenwoordigster van de EU. Je kunt haar vergelijken met een minister van Buitenlandse Zaken, want zij spreekt in naam van de EU en moet het overzicht bewaren tussen de verschillende onderdelen van het extern beleid. Ze zal hierbij geholpen worden door het nieuwe Europese diplomatieke korps. “Het is daarom dat we, toch voor ontwikkelingssamenwerking, niet van een Belgisch Voorzitterschap spreken, maar liever van een ‘voorzitterschap van het tweede semester’.” legt Karima Saqui uit. Zij werkt op de Permanente Vertegenwoordiging van ?>")@
© European Union
© European Union
Het Belgisch voorzitterschap van de EU doet een en ander bewegen in Brussel en daarbuiten. Het Verdrag van Lissabon verandert veel aan de rol van de voorzitter. Voortaan zet Catherine Ashton de ontwikkelingsagenda op punt.
Catherine Ashton, Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Beleid van de EU.
"Het EU voorzitterschap zet onze ontwikkelingssamenwerking mooi in de kijker" het voorzitterschap. “Zo willen we duidelijk maken dat het geen business as usual is.”
Overgang naar post-Lissabontijdperk Wat staat er dan de komende maanden op de agenda? Onze eerste prioriteit is zonder twijfel het verzorgen van een vlotte overgang naar het ‘post-Lissabontijdperk’. Zo zal België mevrouw Ashton ondersteunen bij de organisatie van twee ‘ministerraden’, waar de Europese ministers voor ontwikkelingssamenwerking elkaar ontmoeten om samen hun beleid uit te zetten. Men zal onder andere aandacht geven aan de hulp voor fragiele staten, denk aan Afghanistan of de Hoorn van Afrika, en aan ‘innovatieve financiering’ of de vraag hoe men een heffing op internationale financiële transacties, zoals de Tobintaks, kan aanwenden voor ontwikkeling.
Internationale topontmoetingen Er vinden de komende maanden ook een reeks internationale topontmoetingen plaats. Natuurlijk is er de belangrijke VN-Top over de Millenniumdoelen in New York waar de EU, als grootste donor, een belangrijke rol zal spelen. Maar de EU-Afrikatop in Libië en de klimaattop in Mexico zijn ook belangrijke afspraken op de ontwikkelingsagenda. Tot slot organiseert België begin december de Europese Ontwikkelingsdagen, een grootse bijeenkomst waar de voltallige ontwikkelings-
sector samenkomt om na te denken over de toekomst van de internationale hulp. Dit alles betekent natuurlijk een grote werklast. “Het is een zeer drukke periode, alle lidstaten willen weten wat België voor hen in petto heeft. In die zin zet het EU-voorzitterschap onze ontwikkelingssamenwerking heel mooi in de kijker”, sluit Saqui af. Ewout Stoefs
De belangrijkste internationale afspraken tijdens het Belgisch voorzitterschap: 20-22/09: Top over de Millenniumdoelen in New York 21-22/10: Informele EU-ministerraad in het Egmontpaleis in Brussel 15/11: Formele EU-ministerraad in het Justus Lipsiusgebouw in Brussel 29-30/11: EU-Afrikatop in Libië 29/11-2/12: Gezamenlijke vergadering Europees Parlement en parlementen uit ACP-landen in Kinshasa 6-7/12: de Europese Ontwikkelingsdagen in Brussel 8-10/12: Klimaattop in Cancùn
online www.eutrio.be www.un.org/en/mdg/summit2010 www.eudevdays.eu
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
25
HUMANITAIRE HULP
TSUNAMI-HAÏTI: POSITIEVE UIT DE HUMANITAIRE HULP
© European Union / ECHO
Na de krachtige tsunami die in 2004 een spoor van vernieling trok door de landen rond de Indische Oceaan, maakte de Tsunami Evaluation Coalition (TEC) de balans op van de humanitaire hulp. Een jaar na de publicatie van hun rapport, stonden de hulpverleners voor een nieuwe uitdaging: de zware aardbeving op Haïti in januari 2010. Wat hebben de internationale hulpverleners onthouden van hun werk na de tsunami en hoe hebben ze die kennis in Haïti gebruikt?
Haïti na de aardbeving: voor een doeltreffender hulp moeten de humanitaire organisaties hun tussenkomsten beter op elkaar afstemmen.
HET EVALUATIERAPPORT VAN DE TEC NA DE TSUNAMI VAN 2004
coördinatie van de actoren van de humanitaire hulpverlening
De verwoestende tsunami eiste 228.000 mensenlevens. Indonesië, Sri Lanka, India, Thailand en de Malediven betaalden de zwaarste tol. De internationale hulpverlening haalde een recordbedrag van 13,5 miljard dol # ?" ,! + naar schatting 222.570 mensen het leven. De belangrijkste punten uit het rapport van de hulpverlening na de tsunami zijn:
Het TEC-rapport pleit ervoor om in de toekomst de hulpverlening niet toe te spitsen op het zenden van hulp, maar op het ondersteunen van de bestaande lokale structuren die meer vertrouwd zijn met de situatie in de getroffen regio. Wedijver onder hulporgani ! zijn de meest opmerkelijke vaststellingen. Zo waren in een kleine regio van Sri Lanka niet minder dan 77 hulporganisaties actief.
De donoren informeren Volgens het rapport zouden verschillende humanitaire hulporganisaties niet al het ingezamelde geld hebben besteed, terwijl het toch bestemd was voor de slachtoffers van de tsunami. Vandaar de noodzaak om via een transparant communicatiebeleid de burgers te informeren over de besteding van de middelen.
Meer ervaren vrijwilligers
Hulp voor bestaande lokale hulporganisaties en een betere
In het verleden was het vaak zo dat de hulpverlening niet was afgestemd op de behoef-
26
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
De tsunami bracht heel wat onervaren vrijwilligers op de been waardoor de organisatie van de humanitaire hulp ter plaatse niet altijd even vlot verliep.
De hulp afstemmen op de meest dringende behoeften van de slachtoffers
ten van de getroffen bevolking: er werden geneesmiddelen en voeding gestuurd die vervallen waren of niet in de culturele context van het land pasten.
Rol van de media in noodsituaties Het rapport wijst er tevens op dat mede door de verslaggeving over natuurrampen, er een recordbedrag aan hulpgelden kon worden ingezameld. Anderzijds raken ook heel wat crisissen die geen mediabelangstelling krijgen bij het publiek in de vergetelheid. Hier is een taak weggelegd voor de media.
HAÏTI EN DE HUMANITAIRE HULP De hulporganisaties hebben belangrijke lessen getrokken uit de tsunami. Alles is voor verbetering vatbaar, maar met de aardbeving in + ! , beter aanpakt. De VN en ngo’s zoals het Rode Kruis stonden er op het voorplan bij de hulp #
Haïti
© Elise Pirsoul
LESSEN
India, vijf jaar na de tsunami: de hulp is terechtgekomen, maar kon efficiënter besteed worden.
DE FUNCTIE VAN DE VERENIGDE NATIES BIJ DE AARDBEVING IN HAÏTI
hulpverlening beschikken. Hierdoor kon op het terrein beter werk worden geleverd.
gende behoeften in kaart te brengen en de + " natie van de logistieke ondersteuning van de zoek- en reddingsacties. Er werden 376.000 zeildoeken en meer dan 45.000 grote tenten uitgedeeld, evenals kookgerei en materiaal voor elementaire hygiëne, touw, dekens en muggennetten.
Voedselhulp voor allen en vooral aandacht voor landbouw
Betere logistiek, sneller optreden De vernielde infrastructuur bemoeilijkte de aanvoer van humanitaire hulp. De belangrijkste haven was gesloten en de grote invalswegen naar Port-au-Prince waren door puin onberijdbaar. De congestie van het luchtruim en het bepalen van de voorrang voor prioritaire vluchten nam een aantal dagen in beslag, waardoor een grote hoeveelheid hulpgoederen over de weg moest worden aangevoerd. Dit gebeurde via de Dominicaanse Republiek; de regering had er gerichte maatregelen getroffen voor een vlotte doorvoer van de goederen. Toch kwam de hulpverlening algauw op kruissnelheid nadat de Verenigde Staten hun medewerking verleenden om de haven te laten functioneren.
Instelling van een coördinatiesysteem = * J tiesysteem opgezet om te vermijden dat zich te veel vrijwilligers aandienen die niet over de nodige kennis en vaardigheden inzake
De eerste maanden na de aardbeving maakte het Wereldvoedselprogramma (WFP), de nodige middelen vrij voor een snelle levering van de voedselhulp. Er werd voedsel bedeeld onder 3,5 miljoen mensen en ondanks de logistieke problemen bleef het WFP zijn werk doen. Zo werden met de medewerking van lokale hulporganisaties dagelijks maaltijden bezorgd in scholen. Dit betekende niet alleen dat de kinderen verzekerd waren van een maaltijd per dag, maar dat ze ook school konden blijven lopen. Toch is voedselbedeling geen oplossing op zich. Het is zaak de landbouw opnieuw op gang te brengen om de duurzame voedselproductie te waarborgen. Er werden dan ook zaaigoed en landbouwgereedschap uitgedeeld aan 68.000 landbouwers.
Het Internationaal Comité van het Rode Kruis + PFQF'::8!,+ #+ + Q $ beving kinderen en verwanten op om aldus gezinsbanden te herstellen. Tot op heden konden 17 kinderen met hun ouders worden herenigd.
Voedselbedeling Het ICRC zorgde met de medewerking van + Q $ van 300 ton rijst, bonen, olie, zout en plastic zeildoeken aan meer dan 30.000 ontheemden en in weeshuizen ondergebrachte kinderen.
Beheer en bevoorrading met geneesmiddelen
Het ICRC leverde ondersteuning voor geneesmiddelenbeheersing en –bevoorrading voor + Rode Kruis inrichtte in Port-au-Prince en Petit-Goâve, en leverde ook basisgeneesmiddelen voor vijftien medische structuren VN-missie voor de stabilisering in het rampgebied. De Fédération internatiin Haïti (MINUSTAH) = - onale des Sociétés de la Croix-Rouge et du taire hulp en ontwikkeling van MINUSTAH is Croissant-Rouge kreeg de hulp van medische '::8!,+ #+ teams voor het vaccineren van meer dan is hulp te verlenen op het gebied van logis- 12.000 personen in de wijken Martissant en tiek en communicatie en een veilige werk- Cité Soleil. omgeving te creëren voor de regering en de hulpverleners. Na de aardbeving bouwde Humanitaire hulpverlening in noodsituaties MINUSTAH meer dan 204 onderkomens en blijft een complex gegeven, maar de lessen werd 6 miljoen dollar uitgetrokken voor de uit het verleden kunnen de aanpak in nieuwe schoonmaak van de afvoerkanalen in Port- situaties alleen maar ten goede komen. au-Prince. Samen met de lokale overheid zette MINUSTAH het project "Travail contre Özlem Erikçi rémunération" op, een tewerkstellingsproject voor ontheemden.
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
27
TRENDS
Peer Review
Onderscheiding voor Belgische ontwikkelingssamenwerking
© DGD / R. Van Vaerenbergh
Het Comité voor Ontwikkelingshulp (DAC) van de OESO gaf België een onderscheiding voor zijn ontwikkelingsbeleid. Een grote vooruitgang in vergelijking met een vorige evaluatie.
Belgisch-Congolees samenwerkingsprogramma PREPICO voor herstel en onderhoud van wegen in DR Congo.
Dat is het resultaat van een peer review, een soort examen waarbij lidstaten van het Comité voor Ontwikkelingshulp (DAC) elkaars ontwikkelingsbeleid doorlichten. België werd gescreend door Canada en Zwitserland.
Lof De Belgische ontwikkelingssamenwerking behaalde in globo een onderscheiding voor haar ontwikkelingsbeleid, en dit in tijden van economische crisis. Ons land boekte de voorbije jaren grote vooruitgang. De vorige peer review gaf België nog een 'onvoldoende'. Het DAC was vol lof over minstens vijf punten. Speciale aandacht ging uit naar het feit dat België - als een van de weinige landen - steun blijft geven aan fragiele staten terwijl andere donoren zich eruit terugtrekken. Een goede score volgde tevens voor volgende punten: het stijgende hulpbudget, de overeenkomsten die werden afgesloten met ngo’s en universiteiten, de niet-geoormerkte bijdragen aan multilaterale instellingen en de hervorming van de humanitaire hulp. Toch dient België in de toekomst nieuwe strategieën te ontwikkelen om zijn beleid coherenter te maken. Daartoe dient er onder meer een gemeenschappelijke visietekst te komen van alle federale en regionale overhe-
28
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
den die officiële ontwikkelingshulp bieden. België wordt tevens aangemoedigd de publieke opinie nog beter te sensibiliseren.
Stijgende hulp Vorig jaar werd 0,55% van het bruto nationaal inkomen (BNI) van België gereserveerd voor ontwikkelingssamenwerking. Ons land streeft ernaar om tegen het einde van dit jaar 0,7% van zijn BNI te besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Volgens de peer review kan ons land daar in slagen. België zou dan het zesde donorland zijn dat de 0,7%-norm bereikt.
De OESO vindt het ook bemoedigend dat België meer dan 50% van zijn bilaterale hulp besteedt aan Sub-Sahara Afrika en de minst ontwikkelde landen (MOL’s). Een aanzienlijk deel gaat nog steeds naar de exkolonies Congo, Rwanda en Burundi. Het zwaartepunt van de Belgische ontwikkelingssamenwerking ligt dus nog steeds in Centraal-Afrika.
Hervormingen De afgelopen jaren onderging de Belgische ontwikkelingssamenwerking een duidelijke gedaanteverandering. Zo engageert ze zich meer en meer in internationale akkoorden en wordt er meer ruimte gelaten voor zelfreflectie. Inmiddels werd het ontwikkelingsbeleid vernieuwd en zijn nieuwe uitvoeringsbesluiten in de maak. De modernisering van het beleid staat centraal en de focus wordt geregeld bijgesteld. Op deze manier wist België tegemoet te komen aan vele aanbevelingen van de vorige peer review en is ons land goed geplaatst om nieuwe uitdagingen aan te pakken. Thomas Hiergens
online www.oecd.org/cad
OESO? DAC? Peer review? Een woordje uitleg. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) omvat 34 lidstaten waaronder België. = OESO verzamelt statistische gegevens en voert studies en prognoses uit over grote economische en sociale thema’s. De organisatie stelt dus haar leden in de mogelijkheid hun ervaringen in de openbare sector te vergelijken, antwoorden te zoeken op gemeenschappelijke problemen, goede praktijken op punt te stellen en hun beleid op elkaar af te stemmen.
?<)< Comité voor Ontwikkelingshulp (DAC) een internationale werkgroep waar de regeringen van de lidstaten en de multilaterale organisaties (zoals de Wereldbank en de VN) samen de ontwikkelingsvraagstukken onderzoeken. Peer reviews zijn wederzijdse testen van de regeringen die resulteren in aanbevelingen. Ze vormen één van de werkmethoden van de OESO. EP
PARTNER
Op stap met
Het is altijd weer aanpassen Wie: Noël Soetaert, medewerker Tearfund in Ouagadougou, Burkina Faso.
© Tearfund
Wat: een onthaalcentrum, een financieel adoptieprogramma en microkredieten. Waarom: om kinderen van de straat te houden, hen school te laten lopen en hun ouders te verzelfstandigen.
Noël Soetaert en zijn vrouw in Ouagadougou.
Dweilen met de kraan open In samenwerking met de Belgische ngo Tearfund hebben we in Ouagadougou een onthaalcentrum voor straatkinderen opgericht. Maar als je aan zoiets begint, is het alsof je een domino in gang zet. Een opvangcentrum is nodig, maar het is dweilen met de kraan open. Je helpt een aantal kinderen van de straat en verhindert dat zij in de misdaad terecht komen, maar er komen steeds nieuwe straatkinderen bij. Waar blijven deze kinderen vandaan komen? Waarom worden ze straatkinderen?
© Tearfund
Velen komen uit straatarme families. Ze hebben niet genoeg geld om voedsel te
kopen, laat staan om de scholing van hun kinderen te betalen.
Gierst als eerste hulp Als aanvulling op het onthaalcentrum zijn we gestart met een financieel adoptieprogramma. Zo konden we de kinderen van de straat halen en naar school sturen. Om de ouders te motiveren en te helpen om hun kinderen school te laten lopen, geven we hen maandelijks gierst als eerste hulp tegen de honger. De nood van deze mensen is namelijk zo groot dat scholing geen prioriteit is. Hun kinderen moeten meehelpen of bedelen. De voorwaarde voor onze hulp is dat het kind effectief naar school gaat. Zo helpen we enkele honderden families en voorkomen we dat hun kinderen op straat belanden.
Microkrediet ter verzelfstandiging Dit programma verandert het leven van heel wat families, maar wat gebeurt er als de financiële adoptie stilvalt? En hoe kunnen we verhinderen dat ze te afhankelijk worden van onze hulp? De volgende stap was daarom het starten met microkredieten. We slaagden erin om de families uit het adoptieprogramma de eerste microkredieten te geven. Heel voorzichtig in het begin, want kunnen en willen ze het geleende microkrediet wel terugbetalen? Na terugbetaling maken ze kans op een groter krediet, en zo verder. We horen hoe deze kleine leningen het leven van vele vrouwen - en dus ook dat van hun families - verbetert. Een vrouw vertelde me dat ze modderstenen maakte
om te overleven, een hard en zwaar werk. Met het microkrediet is ze een kleine zaak gestart. Ze verdient nu een pak meer. Haar blijdschap is de beste beloning die ik me kan inbeelden. Hun levens werden veranderd.
© Tearfund
Daar stonden we dan, na een lange vlucht, onder een loden zon op de luchthaven van Ouagadougou. Enkele uren daarvoor zagen we nog de druilerige Europese grijze hemel. De kinderen stonden beteuterd te kijken naar de voor hen erg vreemde omgeving tot ze plots een hagedis in de gaten kregen die op enkele meters van hen de muur op kroop. Meteen waren ze helemaal in beslag genomen door dit bijna dertig centimeter lange beestje en verdween hun angst. Nooit gedacht dat ik een hagedis dankbaar zou zijn!
Eigen cultuur in vraag stellen Ook mijn leven veranderde. In het begin ervaarde ik veel als schokkend. Ik was verbaasd over de lokale gebruiken en het denken. Maar gaandeweg stel je je eigen cultuur in vraag. Je ontdekt dat sommige dingen hier wel anders gebeuren, maar dat dit niet noodzakelijk slechter is. Integendeel, soms beter. En op zijn beurt levert terugkeren naar België nu een 'cultuurschok' op. Elke keer we Zaventem verlaten, staan we versteld hoe snel de mensen rijden. We ervaren overal dat mensen gejaagd zijn en geen tijd hebben voor elkaar. Wat een verschil met Afrika, waar mensen stoppen om te helpen als je bijvoorbeeld pech hebt. Ook de somberheid en het pessimisme steken schril af tegen de vrolijkheid en de joie de vivre die we in Burkina Faso ervaren. Belgen zijn nochtans veel rijker, maar ze lijken veel ongelukkiger. Het is altijd weer aanpassen.
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
29
PUNTKOMMA
Multidimensionale Armoede-index onthult nieuwe inzichten over wereldwijde armoede
Jaarverslag 2009 van BTC: omvorming tot een ontwikkelingsagentschap van de tweede generatie
Het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) en de Universiteit van Oxford hebben een nieuwe index gelanceerd om armoede te meten, de Multidimensionale Armoede-index. De nieuwe index geeft een multidimensionaal beeld van mensen die in armoede leven en kan helpen om ontwikkelingsmiddelen efficiënter te definiëren. Het nieuwe meetinstrument werd ontwikkeld door het Oxford Poverty and Human Development Initiative (OPHI) met steun van UNDP.
Meten van armoededimensies De nieuwe MAI meet enkele kritieke factoren op huishoudelijk niveau: van scholing over gezondheid tot lokale voordelen, goederen en diensten. Samen geven deze factoren een breder beeld van armoede en welzijn dan de uitsluitend inkomensgerelateerde factoren. De index onthult de aard, de breedte en de impact van armoede op verschillende niveau’s: van gezinsniveau tot regionale, nationale en internationale dimensies.
"De MAI is als een breedhoeklens die een levendig spectrum aan uitdagingen voor arme huishoudens in kaart brengt", zegt OPHI-directeur Sabina Alkire. "De index verschaft ons een breder beeld van armoede dan de één dollar per dag-formules. Het is een zeer waardige toevoeging aan de familie van meetinstrumenten om armoede en welzijn te onderzoeken."
Nieuwe inzichten Onderzoekers analyseerden data van 104 landen met een totale bevolking van 5,2 miljard of 78% van de wereldbevolking. In de onderzochte populatie leven 1,7 miljard mensen in multidimensionale armoede, een derde van de bevolking. Dit cijfer gaat ver boven de geschatte 1,3 miljard mensen - in diezelfde landen – die het met minder dan 1,25 dollar per dag moeten stellen, de meer algemeen aanvaarde meting van ‘extreme armoede’. Voor een pak landen werpt de nieuwe MAI ook een ander licht op de armoedecijfers. In Ethiopië is 90% van de bevolking mul-
tidimensionaal arm, tegenover 39% die in extreme armoede leeft volgens de uitsluitend inkomensgerelateerde factoren. Anderzijds is in Tanzania 89% extreem inkomensarm, tegenover 65% multidimensionaal arm. India steekt ver boven de rest uit. Er wonen meer multidimensionale armen in 8 Indiase staten alleen (421 miljoen), dan in de 26 armste Afrikaanse landen samen (410 miljoen). Volgens de MAI leeft de helft van ’s werelds armen in Zuid-Azië, en 28% in Afrika.
Ook dit jaar – voor de tweede keer op rij - stelt BTC zijn jaarverslag op in de vorm van een duurzaamheidsverslag. Op die manier wil het transparant communiceren over de duurzaamheid van zijn activiteiten, over zijn successen en tekortkomingen. Zo kan het aantonen dat het lessen wil trekken uit het verleden, om het in de toekomst nog beter te doen. Dé grote uitdaging voor BTC is de aanpassing aan de gewijzigde context van het ontwikkelingslandschap sinds zijn oprichting 10 jaar geleden. Vooral de Verklaring van Parijs in 2005 heeft voor een fundamentele verschuiving gezorgd. Het zwaartepunt van de ontwikkelingsrelaties ligt meer en meer bij de ontwikkelingslanden zélf. Er ontstaan nieuwe hulpvormen zoals budgethulp en de budgetten per interventie worden groter. Daarom moet BTC zichzelf heruitvinden tot een ontwikkelingsagentschap van de tweede generatie, dat ook in de 21ste eeuw zijn relevantie en meerwaarde kan blijven aantonen. In het jaarverslag vindt u de vernieuwde missie en visie van BTC terug. Het positioneert zich voortaan als Belgisch ontwikkelingsagentschap en stelt waarden als innovatie, integriteit en verantwoordelijkheidszin voorop.
U kunt een gedrukte versie aanvragen via
[email protected].
30
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
© Newstatesman
België springt Pakistan bij
Hevige moessons in Pakistan hebben een gebied groter dan Italië blank gezet, 20 miljoen mensen zijn er door waterellende getroffen. Tot op heden – eind augustus – zijn er naar schatting 'slechts' 1.700 doden, maar het dodenaantal kan flink oplopen, onder meer door ziektes zoals cholera. De gevolgen van de ramp zullen zich nog lange tijd laten voelen. België biedt dan ook 2 miljoen euro via het Wereldvoedselprogramma. Dit bedrag komt bovenop de 4,1 miljoen euro die eerder dit jaar werd vrijgemaakt. Dit geld was bestemd voor voedselhulp voor meer dan 3 miljoen mensen, alsook voor huisvesting en andere basisbehoeften voor meer dan 800.000 ontheemden ten gevolge van Pakistan’s interne conflicten.
noodsituatie in Pakistan. Ons land stuurt ook een expert mee op de missie van het 'Monitoring and Information Centre' van de EU. De missie moet duidelijk maken hoe bijkomende inspanningen van België zinvol kunnen aansluiten bij de acties van andere landen en organisaties.
De Belgische minister van Buitenlandse zaken vertegenwoordigt de EU – in het kader van het Belgische voorzitterschap – op een bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de VN over de
Ook u kunt bijdragen. De noden zijn immers uitermate hoog. Kijk op de website van het Belgisch Consortium voor Noodhulpsituaties: www.1212.be.
Nadenken over een verandering in kijk HARUBUNTU, de wedstrijd voor Afrikanen die hoop brengen en rijkdommen creëren, kent dit jaar zijn derde editie (www.harubuntu.com). De prijsuitreiking gaat begin december in Brussel door. Zes kandidaten zullen zoals elk jaar gelauwerd worden. Met de getuigenissen van deze geëngageerde terreinwerkers als uitgangspunt, zal Echos Communication – ngo gespecialiseerd in ontwikkelingsvorming en organisator van de wedstrijd – zichzelf bevragen over de manier waarop zij de ontwikkelingsmechanismen begrijpt en interpreteert. Ze stelt zich hierbij meerdere fundamentele vragen. Wat zijn de remmen voor verandering? Hoe drukken ze zich uit? Zijn ze cultureel, individueel, of slaan ze op het hele systeem? Ze zoekt te begrijpen hoe de kijk die we hebben over onszelf en de anderen, en de kijk die anderen hebben over ons, de dynamiek van ontwikkeling #<: Echos Communication u hierover een colloquium aan... Een gelegenheid om andere instrumenten uit te testen, andere brillen voor een verandering in uw kijk. Meer info bij Wivine Hynderick, email :
[email protected] of tel. +32 2 / 387 53 55.
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
dimensie
31
Boum yé !
scenario en tekeningen: jules baïsole. inkleuring: jason kibiswa
Verantwoordelijke Uitgever: Dirk Achten, Voorzitter van het directiecomité, Karmelietenstraat 15, B-1000 Brussel
een week later ...
Wordt vervolgd… In de strip “Congo 50” nemen de tweelingen Lipanda en Dipanda die in juni 1960 geboren zijn, ons mee op avontuur doorheen 50 jaar Congolese geschiedenis. Acht hoofdstukken geven ons een beeld van de levensvreugde, de meevallers en tegenvallers, de oorlog en de hoop van de Congolezen vanaf de onafhankelijkheid tot op vandaag, gaande van Kinshasa via de brousse tot Lubumbashi. De acht geschiedenishoofdstukken bevatten illustraties van acht Congolese tekenaars die in het kader van Africalia samenwerkten. De strip is leerrijk en biedt veel lees- en kijkplezier voor groot en klein. Een chronologisch overzicht van de politieke en culturele feiten vult het verhaal aan. De strip is beschikbaar in het Nederlands en het Frans.
32
dimensie
SEPTEMBER-OKTOBER
2010
"Congo 50", door Asimba Bathy, Cara Bulaya, Jules Baisolé, Didier Kawende, Fati Kabuika, Djemba Djeis, Tetshim, Jason Kibiswa. Roularta Books & Africalia Belgium, 48 pg, 12,9 euro.