GEMEENTE WEVELGEM MILIEURAAD
Verslag vergadering 21 februari 2005 Aanwezig: Steven Cuvelier, Stefaan Rasson, Maarten Tavernier, Herman Vanhoutte, Erwin Decoene, Ivan Deklerck, Ide Desplancke, Patrick Gheysens, Jean-Pierre Minne, Antoine Roels, Frans Spillebeen, Noël Stockman, Nikolas Vandelanotte, Geert Vanhauwaert, Tim Vannieuwenhuyse, Steven Verschaeve. Verontschuldigd: Luc Scherpereel, Jozef Bruneel, Leticia Gheysens, Kristina Nayaert, Patrick Pottie, Niek Vandendriessche, Geert Vangheluwe, Willy Vanglabeke, Veronique Vanthournout, Burgemeester Jan Seynhaeve. AGENDA DEEL 1: GESLOTEN VERGADERING De Voorzitter heet iedereen welkom. Opmerking: bij het begin van de vergadering waren niet voldoende stemgerechtigde leden aanwezig (verkeersproblemen door sneeuwval). Na enige tijd was dit wel het geval. Daarom werden bepaalde stemmingen op het einde van de vergadering overgedaan. 1. Verslag van de vorige vergadering Er worden geen inhoudelijke en redactionele opmerkingen gegeven: het verslag wordt goedgekeurd. 2. Aanbrengen van de variapunten Behalve vanuit het secretariaat worden geen variapunten ingediend tijdens de vergadering. 3. Jaarverslag milieuraad 2004 Er worden geen opmerkingen geformuleerd. Het jaarverslag wordt unaniem goedgekeurd. 4. Milieujaarprogramma 2005 Het milieujaarprogramma 2005 bevat uitzonderlijk enkel een verslag van de activiteiten van 2004, en geen planning voor 2005. Ten eerste is dit niet meer verplicht via de samenwerkingsovereenkomst, ten tweede is er momenteel een overgangsperiode naar het nieuwe milieubeleidsplan dat nog in openbaar onderzoek is en dus nog niet in definitieve versie beschikbaar is, en ten derde is er een reorganisatie van de milieudienst lopend waardoor het moeilijk plannen is. Er worden op de ontwerpversie, onderdeel bodem, 2 opmerkingen gegeven: - de grondbank is niet meer de enige beheersorganisatie. Antwoord: dit staat inderdaad vermeld onder het kader. De tekst in het kader komt uit het milieubeleidsplan van 2000, toen er van de huidige wettelijke regeling rond bodem nog geen sprake was. Dit tekstonderdeel is inderdaad ondertussen achterhaald. De gemeente volgt hierbij de wettelijke regeling. 1
- voor preventieve werking rond bodemverontreiniging zijn de periodieke onderzoeken zeer belangrijk Antwoord: inderdaad, maar daar heeft de gemeente geen bevoegdheid in, dit is de verantwoordelijkheid van de bedrijven. Stemming: het milieujaarprogramma 2005 wordt gunstig geadviseerd met 11 stemmen voor. 5. Dossiers hinderlijke inrichtingen Te adviseren : a) N.V. Recticel, Pleijadenlaan 15, 1200 Brussel : verder exploiteren en intern uitbreiden van een kunststofverwerkend bedrijf, gelegen Tramstraat 6. Met volgende activiteiten (cfr. VLAREM-indelingsrubrieken): • 3.3: lozing van ca. 1197 m3/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering en 44.000 m2 parking- en dakafvalwater • 7.1: inrichting voor de productie of behandeling van organische of anorganische chemicaliën met een capaciteit van 5.405 ton/jaar • 12.2: twee transformatoren van 800 & 1.250 kVA, • 12.3: een vaste inrichting voor het laden van accumulatoren 156,8 kW • 15.1: een stelplaats voor 20 heftrucks, 2 transpaletten en 1 veegmachine • 16.3.1: airco-installaties voor een vermogen van 230,8 kW • 16.3.2: koelcompressoren totaal 95,88 kW • 16.7: opslagplaats voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in verplaatsbare recipiënten 1190 liter • 17.2.1: een veiligheidsrapportplichtige inrichting met opslag van producten vermeld in bijlage 6 van VLAREM-1 voor 36,95 ton • 17.2.2: de opslag van 1 ton zeer giftige en/of ontplofbare producten • 17.3.3: de opslag van oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen voor een totaal van 673,9 ton • 17.3.4: een opslagplaats van 1,49 m3 voor licht & zeer licht ontvlambare vloeistoffen • 17.3.5: de opslag van 23,7 m3 voor ontvlambare vloeistoffen (ts. 21 & 55°C) • 17.3.6: de opslag van 17 m3 ontvlambare vloeistoffen • 17.3.7: een opslagplaats voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 100°C van 815 m3 • 19.6: een opslagplaats voor 3 ton hout • 23.1: een inrichting voor het vervaardigen van kunststoffen 564 kW • 23.2: “ en 1.086 kW • 23.3: de opslag van 2.646 ton kunststoffen • 24.4: een laboratoria 21 kW • 29.5.2: diverse metaalbewerkingstoestellen met 5,9 kW geïnstalleerd vermogen, een sprinklerinstallatie 180 kW • 31.1.1: de opslag van 9 ton papier • 43.1.1: een stookinstallatie met een totaal vermogen van 4.384 kW Het openbaar onderzoek gedurende 30 dagen wordt ingesteld van 4.02.2005 tot en met 6.03.2005. In deze inrichting worden PU-isolatieschuimplaten geproduceerd. 2
Het bedrijf is in het bezit van een veiligheidsrapport (risico-bedrijf cfr. Seveso-richtlijn). De risico’s inherent aan het bedrijf : * verhoogd brandrisico * ontploffingsgevaar * opslag zeer giftige stoffen * bij brand : verspreiding van giftige stoffen Volgens het rapport zijn de risico’s verbonden aan de exploitatie van de inrichting te beheersen. Stemming: de milieuraad adviseert gunstig met 5 stemmen voor, 1 stem tegen en 1 onthouding. b) N.V. Recticel, Pleijadenlaan 15, 1200 Brussel : verder exploiteren, uitbreiden en wijzigen van een polyurethaanbedrijf voor de productie & verwerking van polyurethaanschuim, gelegen Zuidstraat 1. Het betreft gelijkaardige activiteiten zoals het moederbedrijf. In dat geval werd het bedrijf De Groot- Van Nes overgenomen waarin de N.V. Recticel dezelfde productie (gelijkaardig vestiging Tramstraat) wenst verder te zetten. Op dit terrein bevindt zich de ondergrondse pentaantank 11,1 ton. Deze site is extra beveiligd. Pentaan wordt gebruikt als CFK-vrij blaasmiddel bij de PU-productie. Ook hier vermeldt het geactualiseerd veiligheidsrapport (oktober 2004) een beheersbaar risico, mits in achtname van een stipt op te volgen checklist met veiligheidsmaatregelen. Stemming: de milieuraad adviseert gunstig met 5 stemmen voor, 1 stem tegen en 1 onthouding. - Ter kennisgeving advies College van Burgemeester & Schepenen : a) Leroy Geert, Ter Poperenweg 4, verder exploiteren en uitbreiden van een rundveehouderij met groenvoederopslag & wassen van witloofwortels. Het openbaar onderzoek liep van 6.01.2005 tot 7.02.2005 : Er werden geen schriftelijke en mondelinge klachten genoteerd. Evenwel werd op de milieudienst door een omwonende bezwaren geopperd De klacht had betrekking op : * gebrek aan zindelijkheid * illegale lozing van drijfmest * vervuiling van het oppervlakte- en grondwater Advies dienst Milieuvergunningen : Kort samengevat en na plaatsbezoek zijn de opmerkingen de volgende : • de inrichting verkeert niet in zindelijke toestand (art. 4.1.3.1. van VLAREM-I wordt niet gerespecteerd) (veel modder, gezondheidstoestand dieren bediscussieerbaar, enzoverder) • de voorzieningen voor de opvang van silosappen en sappen van de witloofwortels zijn ontoereikend; de bestaande voorzieningen ondoeltreffend • in de mestkelders infiltreert regenwater; deze worden lopen te snel vol en dan weer over op de terreinen, met afvloeiing naar de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater • de maatregelen genomen door de exploitant zijn overhaast, ondoordacht, weinig doeltreffend en amateuristisch
3
verzachtende omstandigheden : • het terrein kent vele niveauverschillen, en het niveau van de langsgracht langs de autoweg ligt hoger dan de gemiddelde terreinhoogte van het landbouwerf, terwijl het afvloeiend hemelwater ten noorden van de inrichting naar het landbouwerf vloeit, met als gevolg stilstaand water ter hoogte van het landbouwbedrijf en eutrofiëring • het landbouwbedrijf omvat bijna 300 runderen, terwijl er slechts één persoon instaat voor de bedrijfsvoering • uit de omstandigheden blijkt een tekort aan financiële middelen (o.m. voor een deskundig ontwerp & uitvoering) van de exploitant om op een doeltreffende manier de VLAREMvoorwaarden te kunnen respecteren Het C.B.S. verleende in zitting van 15.02.2004 dan ook volgend advies : Gunstig advies, voor één jaar op proef, mits : • voorleggen van een studie betreffende de waterhuishouding, op te stellen door een deskundige in de materie • alle aanpassingswerken te laten uitvoeren door een deskundige firma • het plan voor te leggen binnen de zes maand na afgifte van de vergunning, en de uitvoering te voorzien in de daaropvolgende zes maanden • de bedrijfsvoering te veranderen teneinde te voldoen aan art. 4.1.3.1 van VLAREM titel I, en hiertoe een actieplan voor te leggen aan de B.D., binnen de 6 maanden na afgifte van de vergunning op proef 6. Varia - Er is een aanvraag binnengekomen voor lidmaatschap van dhr. Gino Lommens vanuit de milieuverenigingen. Indien deze kandidatuur overeenkomstig de statuten is, zal dhr. Lommens vanaf de volgende keer uitgenodigd worden. - Stand van zaken dossier Verhaeghe/Recyco nv (Nijverheidslaan/Ambachtenlaan) Het dossier kent volgende beknopte historiek : De laatst afgegeven milieuvergunning door Best. Dep., dateert van 24.04.2003, geldig voor een termijn tot 15.04.2019. Het gemeentebestuur tekent beroep aan omwille van de lamentabele bedrijfsvoering, de inbreuken op de milieuwetgeving en het permanent gevaar voor bodem en omgeving. De voorgaande milieuvergunningsaanvraag (voorjaar 1999) werd owv dezelfde redenen door het gemeentebestuur eveneens negatief geadviseerd. Hierbij werd AMINAL Bestuur Milieu-Inspectie op de hoogte gebracht, met de vraag nauwlettend toezicht uit te oefenen op de exploitatie van de inrichting en zo nodig procesverbaal en/of aanvullende maatregelen op te leggen. Het BMI had reeds op 7.11.2001 een proces-verbaal van overtreding opgesteld, wegens niet naleven van de reglementaire bepalingen De Minister willigt op 1.12.2003 het beroep gedeeltelijk in: de vergunning geldt slechts tot 30.11.2006. In die tijd moet het bedrijf bewijzen dat het de opgelegde voorwaarden en de milieureglementering respecteert. De verkregen milieuvergunning blijft echter geschorst voor die activiteiten waarvoor ook een stedenbouwkundige vergunning noodzakelijk is. Inmiddels blijven de ingediende stedenbouwkundige vergunningsaanvragen onbehandeld, omdat de aanvrager nalaat noodzakelijke dossierstukken aan te vullen, en/of de plannen te wijzigen zodat deze conform de voorschriften van de industriezone zijn (noot: de laatste stedenbouwkundige aanvraag dateert reeds van 23.12.2002). 4
AMINAL-BMI stelt een nieuw proces-verbaal op 30.06.2004, dit keer met dwingende bepalingen betreffende de afvalverwijdering (binnen de 30 dagen). Mede door deze dwangmaatregel en de onmogelijkheid deze te kunnen uitvoeren, sticht de bedrijfsleider op 28.07.2004 opzettelijk brand. Op 10.08.2004 organiseert de burgemeester met de exploitant een hoorzitting. Op 18.08.2004 gaat de burgemeester over tot verzegeling van de toegang van het terrein (kant Ambachtenlaan). Op vraag van het advocatenbureau Laga & Philippe (i.o.v. de exploitant) wordt op 17.09.2004 een vergadering belegd, samen met de OVAM, Leiedal en de exploitant.Het gemeentebestuur stuurt een waarnemer. De exploitant doet een voorstel aan de OVAM met de bedoeling een ambtshalve sanering te laten uitvoeren. De OVAM gaat niet in op dit voorstel. Na het faillissement van de N.V. RECYCO wordt Meester Debusschere Eddy, Pres. Rooseveltplein 1, Kortrijk, aangesteld als curator. Via de aangrenzende terreinen van de N.V. Building Services – waarvan de activiteiten overgenomen worden door het bedrijf N.V. Roussel – worden een aantal machines e.d.m. verwijderd en verkocht. Via een nieuwe en illegale toegang langsheen de Nijverheidslaan blijken enerzijds nieuwe afvalmaterialen aangevoerd te zijn, anderzijds een deel verwijderd te worden. De politieambtenaar bevoegd voor milieu komt telefonisch tussenbeide en wijst de curator op zijn plichten inzake de sanering van het terrein, maar ook betreffende de vrijwaring van de verzegeling. De gemeentelijke diensten gaan daarop over tot het versperren van de nieuw gemaakte toegang langs de Nijverheidslaan. Verder verloop: De curator zal aangeschreven worden inzake 1) de verplichting voortvloeiend uit de verzegeling van het terrein en 2) de plicht tot sanering na overleg en in samenspraak met de OVAM. Aan de OVAM zal kopie van deze brief aangetekend verstuurd worden. AMINAL/Bestuur Milieu-Inspectie zal eveneens op de hoogte gebracht worden. Het zijn vermelde instanties die momenteel rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor de opvolging van het dossier, en de controle ter plaatse. De ongediertebestrijding – voor zo ver deze zich verspreidt buiten de terreinen van het bedrijf – gebeurt op last van de gemeente. Gelet op de omtrek van het bedrijf is het afzetten van het terrein met een scherm financieel niet haalbaar. Bovendien is de curator als huidig “exploitant” verantwoordelijk voor de afsluiting rondom, cfr. de voorschriften van toepassing op inrichtingen voor afvalstoffenverwerking. Het in orde stellen van het terrein, inclusief de afvoer van afvalstoffen en de noodzakelijke sanering, is een taak die nog lang op zich zou kunnen wachten, en bij uitvoering veel tijd zal vergen. Momenteel worden er tevens bodemonderzoeken uitgevoerd. 7. Milieubeleidsplan De milieuraad kreeg reeds de gelegenheid op de vergadering van 16 november 2004 om opmerkingen en suggesties te geven op het ontwerp van milieubeleidsplan. Dit was nog in de informele procedure. De milieuraad deed toen 4 bijkomende voorstellen, waarvan er 2 door het College van Burgemeester en Schepenen opgenomen werden:
5
- voorstel om mogelijkheid van alternatieve straffen voor sluikstorten te onderzoeken: werd opgenomen - voorstel om KLE’s zoveel mogelijk te behouden bij nieuwe verkavelingen: werd opgenomen - voorstel om een actie op te nemen rond controle op vergunningen: werd niet opgenomen omwille van te beperkte beschikbaarheid van personeel - voorstel om actie op te nemen rond pilootprojecten rond duurzaam bouwen bij nieuwbouwprojecten of bij verkavelingen: werd niet opgenomen wegens geen prioriteit Er werden tijdens dit deel van de vergadering geen bijkomende opmerkingen meer geformuleerd. Het milieubeleidsplan 2005-2009 wordt gunstig geadviseerd met 10 stemmen voor en 1 onthouding. DEEL 2: OPEN VERGADERING Extern aanwezigen: Mevr. Hanssens en mevr. Vermandere. Er wordt eerst een korte toelichting gegeven over het hoe en waarom van het milieubeleidsplan en een overzicht van de opgenomen acties. Daarna is er de gelegenheid tot het formuleren van vragen, opmerkingen, suggesties. De volgende zaken komen aan bod: - opmerking: iemand stelt zich vragen bij de voorbeeldfunctie van de gemeente in het kader van de cluster hinder. De concrete bezwaren zullen per brief aan de gemeente overgemaakt worden. - vraag ivm cluster mobiliteit: om de mogelijke maatregelen concreet te maken, wat is er gepland rond de fietsenstalling aan het standbeeld in Moorsele? Antwoord: de herinrichting van de parking (met o.a. de fietsenstalling) is voorzien op de begroting 2005. Concreet naar timing toe zullen de nodige procedures in 2005 doorlopen worden, om de werken in 2006 uit te voeren. - vraag ivm de mogelijkheid om een buslijn te bekomen tussen Wevelgem en Gullegem. Antwoord: dit is geen element dat opgenomen werd in het mobiliteitsplan. Momenteel is het wel in het weekend mogelijk om zonder overstap van Gullegem naar Wevelgem te rijden en omgekeerd, via Moorsele. Of dit in de toekomst ook uitgebreid wordt naar de weekdagen, is onzeker. Voor verslag, Herman en Maarten.
6