1 STATUTEN STICHTING REGIONAAL OPLEIDINGEN CENTRUM DRENTHE, OOK GENAAMD: DRENTHE COLLEGE per 19 april 2012 (kop van de akte van statutenwijziging is om privacy redenen weggelaten)
INLEIDING a. De comparant verklaarde dat deze statuten worden gewijzigd in het kader van de implementatie van de code Goed bestuur in de bve-sector binnen het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie die op een januari tweeduizend negen moet zijn geëffectueerd. Onder goed bestuur wordt verstaan: Het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen beheersen en toezicht houden van het Drenthe College, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van beleidsdoelstellingen, alsmede het daarover op een open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden. Mocht in deze statuten een bepaling zijn opgenomen die geacht wordt in strijd te zijn met de dwingende bepalingen van genoemde code Goed bestuur in de bve-sector dan zal de betreffende bepaling niet als geldig worden aangemerkt en treden genoemde dwingende bepalingen hiervoor in de plaats. b. Het Drenthe College kent als organen: a. het College van Bestuur; b. de Raad van Toezicht UITGANGSPUNTEN BINNEN HET DRENTHE COLLEGE : 1. Het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag van het Drenthe College. Het College van Bestuur is belast met het besturen van het Drenthe College en vertegenwoordigt het Drenthe College in en buiten rechte. 2. De Raad van Toezicht is ingericht om op het College van Bestuur en de algemene gang van zaken in het Drenthe College toe te zien en het College van Bestuur met raad terzijde te staan en heeft in verband daarmede een aantal specifieke taken en bevoegdheden. 3. Richtinggevend voor het besturen van het Drenthe College, het intern toezicht daarop en het verantwoording afleggen daarover is het bepaalde daarover in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en in de binnen de bve-sector vigerende code Goed Bestuur in de bve-sector. AFKORTINGEN In deze akte van statutenwijziging worden de volgende afkortingen gebruikt: 1. “het Drenthe College ” of: "de stichting": Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Drenthe; 2. “de missie”: het perspectief waar het Drenthe College systematisch naar toe werkt zowel in haar interne als ook haar externe activiteiten en functioneren; 3. “deelnemers”: natuurlijke personen die op welke wijze dan ook gebruik maken van de faciliteiten van het Drenthe College; 4. “de code Goed bestuur in de bve-sector”: de governance code binnen het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie als hiervoor in de inleiding vermeld;
2 5. “sectoren”: de marktgerichte organisatieonderdelen gericht op onderwijsuitvoering van het Drenthe College; 6. “diensten”: de centraal aangestuurde stafafdelingen van het Drenthe College; 7. “CMT”: het hoogste beleids- en besturingsorgaan van Drenthe College. De voorzitter van het College van Bestuur besluit nadat het CMT is gehoord; 8. “het management”: personen die anders dan door deelname in het College van Bestuur een leidinggevende functie hebben binnen het Drenthe College; 9. “bve”: beroeps- en volwasseneneducatie; 10. “deelnemersraad”: de ingevolge de Wet Educatie en Beroepsonderwijs voor het Drenthe College als geheel ingestelde deelnemersraad; 11. “ondernemingsraad”: de ingevolge de Wet op de Ondernemingsraden voor het Drenthe College als geheel ingestelde ondernemingsraad. NAAM EN ZETEL Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Drenthe. De verkorte naam van deze stichting luidt: “Drenthe College”. 2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Emmen. DOEL Artikel 2 Het doel van het Drenthe College is: 1. het vervullen van de functie van regionaal opleidingencentrum dat middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie verzorgt in de provincie Drenthe; 2. het -zonder winstoogmerk- zo optimaal mogelijk verzorgen, verder ontwikkelen en uitbouwen van een samenhangend geheel aan opleidingsmogelijkheden voor beroepsonderwijs, maatschappelijke vorming en algemeen voorbereidend en voortgezet onderwijs voor jongeren en volwassenen. Deze opleidingen worden verzorgd op een wijze en in een omgeving die dient te getuigen van respect voor de uiteenlopende godsdienstige, culturele, levensbeschouwelijke en maatschappelijke overtuigingen en stromingen. Bij deze doelstellingen beschouwt het Drenthe College de door haar vastgestelde missie als richtsnoer voor haar optreden, besluitvorming en functioneren. MIDDELEN Artikel 3 1. Middelen algemeen: Het Drenthe College tracht de in artikel 2 genoemde doelen te bereiken door: a. het organiseren, initiëren, inrichten en in stand houden van cursussen, scholings- en contractactiviteiten; b. het samenwerken met overheden, bedrijven en instellingen; c. het voortdurend werken aan kwaliteitsverbetering en vernieuwing van de aan te bieden onderwijsproducten, die zo veel mogelijk zijn afgestemd op de omgeving; d. het (doen) geven en bevorderen van voorlichting over het doel van het Drenthe College;
3 e.
het in studie (doen) nemen van vraagstukken die samenhangen met de verwezenlijking van het doel van het Drenthe College en het implementeren van de daarvoor voorgestane oplossingen; f. het bevorderen van een zo gunstig mogelijk werkklimaat voor alle geledingen binnen het Drenthe College; g. gebruik te maken van alle overige middelen die voor de verwezenlijking van het gestelde doel bevorderlijk kunnen zijn. 2. Het vermogen van het Drenthe College zal worden gevormd door: a. inkomsten en of bijdragen die krachtens wettelijke voorschriften van rijk, provincie, gemeenten of andere publieke organisaties worden verkregen; b. opbrengsten van derden voor het verzorgen van al dan niet specifieke scholing, contractactiviteiten, subsidies, donaties, bijdragen van deelnemers en andere baten; c. opbrengsten van kapitaal; d. opbrengsten van erfstellingen en legaten, die uitsluitend onder het voorrecht van boedelbeschrijving kunnen worden aanvaard; e. aanwezig eigen vermogen van het Drenthe College. COLLEGE VAN BESTUUR (ALGEMEEN) Artikel 4 1. De Raad van Toezicht stelt vast uit hoeveel leden het College van Bestuur bestaat. 2. De Raad van Toezicht benoemt, schorst en ontslaat de leden van het College van Bestuur. Voorts benoemt de Raad van Toezicht de voorzitter van het College van Bestuur in zijn functie. 3. Bij werving, selectie en benoeming van leden van het College van Bestuur werkt de Raad van Toezicht met vooraf opgestelde en openbaar gemaakte profielen voor de leden van het College van Bestuur. Het College van Bestuur levert daartoe een voorstel aan. De ondernemingsraad en de deelnemersraad hebben adviesrecht over deze profielen. 4. Het is voor leden van de Raad van Toezicht niet toegestaan om benoemd te worden in of te solliciteren naar een functie in het College van Bestuur bij het Drenthe College als zij daar toezichthouder zijn of zijn geweest, of bij een instelling die daaruit voorkomt. 5. Hoogte en structuur van de beloning van de leden van het College van Bestuur, alsmede de ontslagregeling sluiten aan bij de zwaarte van de functie en houden rekening met maatschappelijke waarden en normen en zijn in overeenstemming met hetgeen in de vigerende beloningscode is bepaald. Zij bevorderen een optimale inzet van het College van Bestuur in het belang van de instelling en zetten niet aan tot gedrag van bestuursleden in hun eigen belang. 6. De Raad van Toezicht stelt het College van Bestuur in de gelegenheid zich over een voorgenomen benoeming, ontslag of schorsing van een lid van het College van Bestuur uit te laten. 7. Indien de Raad van Toezicht besluit tot schorsing van één of meer leden van het College van Bestuur is deze verplicht binnen drie maanden na het ingaan van de schorsing te besluiten tot opheffing van de schorsing, éénmalige verlenging van de schorsing voor drie maanden of ontslag, bij gebreke waarvan de schorsing vervalt. Indien hieromtrent bij collectieve arbeidsovereenkomst (cao) anders is bepaald, prevaleert hetgeen bij de betreffende cao bepaald is.
4 8. Een geschorst lid van het College van Bestuur wordt in de gelegenheid gesteld om zich in de Raad van Toezicht te verantwoorden en zich daarbij te laten bijstaan door een raadsman. 9. De Raad van Toezicht bepaalt de arbeidsvoorwaarden van de leden van het College van Bestuur. 10. Mocht het College van Bestuur uit meer leden bestaan en één of meer leden ontbreken -om welke reden ook-, dan vormen de overblijvende leden of vormt het enige overblijvende lid niettemin een geldig bestuur. 11. Bij ontstentenis of belet van het College van Bestuur alsmede in gevallen waarin sprake is van tegenstrijdige belangen van het College van Bestuur en het Drenthe College worden de bestuurstaken voor beperkte tijd en onder nader vast te stellen condities waargenomen door één of meer door de Raad van Toezicht al dan niet uit zijn midden, daartoe aan te wijzen personen. Een waarnemend lid van het College van Bestuur, die tevens lid is van de Raad van Toezicht, heeft in deze periode geen stemrecht in de Raad van Toezicht. Een lid van de Raad van Toezicht die fungeert als lid van het College van Bestuur kan dit uitsluitend doen zolang dit noodzakelijk is. Voor een nadere uitwerking van de in de eerste volzin van dit artikel genoemde tegenstrijdige belangen geldt onverminderd hetgeen daaromtrent is geregeld in het reglement van het College van Bestuur, casu quo het reglement van de Raad van Toezicht. 12. Voor het desbetreffende lid eindigt zijn lidmaatschap van het College van Bestuur: a. op de dag waarop de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt; door het overlijden, vrijwillig aftreden, het faillissement of surséance van betaling, onder curatelestelling of het verlies van het beheer over het vermogen op andere wijze; b. door ontslag; 13. Voor het aanvaarden van een betaalde of onbetaalde nevenfunctie door een lid van het College van Bestuur wordt goedkeuring gevraagd aan de Raad van Toezicht. De criteria waarop de Raad van Toezicht zijn goedkeuring verleent of onthoudt worden vastgelegd in een reglement. TAAK COLLEGE VAN BESTUUR, REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR Artikel 5 1. Behoudens de beperkingen en voorwaarden volgens deze statuten is het College van Bestuur belast met het besturen van het Drenthe College. 2. Het College van Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens en voorts aan ieder lid van de Raad van Toezicht alle inlichtingen de aangelegenheden der stichting betreffende die deze mocht verlangen. Het College van Bestuur maakt effectief gebruik van de adviesfunctie van de Raad van Toezicht door belangrijke beslissingen en complexe zaken aan de Raad van Toezicht voor te leggen. 3. Aan de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht zijn in ieder geval onderworpen de besluiten van het College van Bestuur omtrent: a. de visie op basis waarvan het wenst te opereren in relatie tot het maatschappelijke belang waarvoor de instelling staat en de onderwijsdoelstellingen die daarvan afgeleid worden; b. het strategisch meerjarenplan, de begroting, het jaarplan; c. het vaststellen van de jaarrekening en het jaarverslag;
5 d. besluit tot statutenwijziging of ontbinding van de rechtspersoon of het aanvragen van faillissement of surseance van betaling; e. het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, alsmede het sluiten van overeenkomsten waarbij het Drenthe College zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt; Indien en voor zover transacties echter expliciet in het goedgekeurde jaarplan zijn opgenomen, geldt dit als schriftelijke voorafgaande goedkeuring van de betreffende transacties voor het betreffende jaar; f. het vaststellen (dan wel wijzigen) van het reglement voor het College van Bestuur, als hierna nader omschreven; g. overige majeure beslissingen op voorstel van het College van Bestuur te bepalen door de Raad van Toezicht en vast te leggen in het door het College van Bestuur op te stellen reglement, als hierna nader omschreven; h. het vaststellen van andere door het College van Bestuur op te maken reglementen, voor zover de code Goed bestuur in de bve-sector dit vereist. 4. Het College van Bestuur stelt een reglement voor het College van Bestuur vast, nadat hiervoor voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht is ontvangen. 5. In het reglement voor het College van Bestuur wordt ten minste vastgelegd -dan wel wordt aangegeven in welk afzonderlijk reglement is vastgelegd-: a. de wijze waarop het College van Bestuur zijn taken en bevoegdheden uitoefent en - indien het College van Bestuur uit meer leden bestaat wie welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft en wie verantwoordelijk is voor het organiseren van het overleg tussen de bestuurders en de kwaliteit van de besluitvorming binnen het College van Bestuur, alsmede de wijze van communicatie met de Raad van Toezicht; b. de structuur van het management onder het College van Bestuur en de taken en bevoegdheden die het College van Bestuur aan de betrokken functionarissen wenst op te dragen; c. de wijze waarop interne conflicten tussen de leden van een meerhoofdig College van Bestuur dan wel tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur worden geregeld; d. overige majeure beslissingen als bedoeld in lid 3 sub g van dit artikel. 6. De in lid 3 sub e genoemde beperkingen van de bestuursbevoegdheid kunnen aan derden worden tegengeworpen. Andere beperkingen van de bestuursbevoegdheid kunnen evenwel niet aan derden worden tegengeworpen. VERTEGENWOORDIGING Artikel 6 1. Het Drenthe College wordt vertegenwoordigd door het College van Bestuur als zodanig, dan wel door ieder lid van het College van Bestuur afzonderlijk. 2. Het College van Bestuur kan aan personen behorend tot het management, die aangestuurd worden door het College van Bestuur, beperkte of algehele volmacht toekennen ten behoeve van de dagelijkse gang van zaken.
6 3. De beperking van de bestuursbevoegdheid in artikel 5 lid 3 sub e geldt mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging. 4. De in het vorige lid vermelde beperking kan slechts door het Drenthe College worden ingeroepen, in welk geval het Drenthe College eveneens rechtsgeldig vertegenwoordigd kan worden door de Raad van Toezicht. RAAD VAN TOEZICHT (ALGEMEEN) Artikel 7 1. De Raad van Toezicht bestaat uit een aantal van ten minste vijf en ten hoogste negen natuurlijke personen. Het aantal leden wordt met inachtneming van het bepaalde in de vorige zin door de Raad van Toezicht bepaald. 2. De Raad van Toezicht kiest uit zijn midden een voorzitter en een vice voorzitter. 3. Bij werving, selectie en benoeming van leden van de Raad van Toezicht wordt een profielschets opgesteld voor de desbetreffende vacature. Alle profielschetsen worden voor advies voorgelegd aan het College van Bestuur, de ondernemingsraad en de deelnemersraad. De procedure voor werving en selectie is bij voorkeur openbaar. 4. Eén lid van de Raad van Toezicht wordt benoemd op bindende voordracht van de ondernemingsraad indien de ondernemingsraad van dit wettelijk recht gebruik wil maken. 5. Voormalige leden van het College van Bestuur, voormalige werknemers of iemand die belangrijke relaties heeft gehad met het Drenthe College kunnen geen lid worden van de Raad van Toezicht van het Drenthe College of een daaruit voortkomende instelling. 6. De leden van de Raad van Toezicht worden door de Raad van Toezicht benoemd, geschorst en ontslagen en hebben zitting voor een tijdvak van maximaal vier jaar. Bij herbenoeming mag de bij elkaar opgetelde zittingsduur niet langer zijn dan acht jaar. 7. Behoudens het bepaalde in artikel 4 lid 11 kunnen de leden van de Raad van Toezicht geen deel uitmaken van het College van Bestuur. 8. Het bepaalde in artikel 4 lid 12 is van overeenkomstige toepassing op leden van de Raad van Toezicht, met dien verstande dat: a. het lidmaatschap niet eindigt bij het bereiken van de dag van de pensioengerechtigde leeftijd; b. het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eveneens kan eindigen door aftreden volgens rooster of door ontslag verleend door een meerderheid van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering van de Raad van Toezicht; en c. een lid van de Raad van Toezicht niet benoembaar is als lid van het College van Bestuur. 9. Leden van de Raad van Toezicht ontvangen een honorering waarvan de hoogte door de Raad van Toezicht wordt vastgesteld. De honorering is gekoppeld aan de zwaarte van de functie en houdt rekening met maatschappelijke waarden en normen en is in overeenstemming met hetgeen in de vigerende beloningscode is bepaald. De honorering is niet gekoppeld aan de prestaties van het Drenthe College. TAAK RAAD VAN TOEZICHT, REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Artikel 8 1. De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht en richt zich daarbij naar het belang van het Drenthe College, haar maatschappelijke doelstelling
7
2.
3.
4. 5. 6.
7.
en het belang van relevante belanghebbenden. Hij toetst de afwegingen die het College van Bestuur heeft gemaakt, waarbij hij al deze belangen alsmede criteria van externe toezichthouders betrekt. De Raad van Toezicht heeft in het bijzonder de volgende taken en bevoegdheden: a. zorgen voor een goed College van Bestuur, onder meer door benoeming, schorsing, ontslag en jaarlijkse evaluatie van de bestuurder(s); b. toezicht houden op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken van de instelling en de met haar verbonden instellingen, waarbij ook toezicht op de naleving door het College van Bestuur van wettelijke verplichtingen en gedragscodes en op de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de middelen van de instelling; c. goedkeuring geven of onthouden aan de beslissingen van het College van Bestuur, opgesomd, in artikel 5 lid 3 en 5 lid 4, alsmede goedkeuring geven of onthouden aan de majeure beslissingen, opgenomen in het reglement van het College van Bestuur; d. het College van Bestuur met raad terzijde staan en als klankbord fungeren; e. zorgen voor een adequate inrichting en het adequaat functioneren van de Raad van Toezicht, onder meer door het opstellen van een profielschets voor (leden van) de Raad van Toezicht, het maken van afspraken over de procedure voor werving en selectie alsmede jaarlijkse evaluatie van de inrichting en het functioneren van de Raad van Toezicht als collectief en de bijdrage daaraan van de afzonderlijke leden alsmede het vastleggen van de conclusies en afspraken die naar aanleiding van de uitgevoerde evaluatie zijn gemaakt; f. benoemen van de externe accountant van het Drenthe College. Om de zes jaar vindt een gemotiveerde heroverweging van de keuze voor de accountant plaats; De Raad van Toezicht is bevoegd inzage te nemen en te doen nemen in alle boeken, bescheiden en correspondentie van het Drenthe College. Ieder lid van de Raad van Toezicht heeft te allen tijde toegang tot alle bij het Drenthe College in gebruik zijnde ruimten en terreinen. De Raad van Toezicht kan zich voor rekening van het Drenthe College in de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door één of meer deskundigen. De Raad van Toezicht informeert het College van Bestuur tijdig over alle besluiten van de Raad van Toezicht, die voor een goede uitoefening van de bestuurstaak relevant zijn. De Raad van Toezicht stelt een reglement voor de Raad van Toezicht vast. In het reglement voor de Raad van Toezicht wordt ten minste vastgelegd: a. de wijze waarop de Raad van Toezicht zijn taken en bevoegdheden uitoefent en wie welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft en wie verantwoordelijk is voor het organiseren van het overleg tussen de leden van de Raad van Toezicht en de kwaliteit van de besluitvorming binnen de Raad van Toezicht; b. de wijze waarop interne conflicten tussen leden dan wel tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht worden geregeld. De Raad van Toezicht draagt zorg voor een klokkenluidersregeling die het werknemers mogelijk maakt zonder benadeling van hun belangen de Raad van Toezicht te informeren over onregelmatigheden binnen de instelling.
8 MEDEZEGGENSCHAP Artikel 9 1. Ingevolge de Wet op de Ondernemingsraden wordt voor het Drenthe College als geheel een ondernemingsraad ingesteld. 2. Ingevolge de Wet Educatie en Beroepsonderwijs wordt voor het Drenthe College als geheel een deelnemersraad ingesteld. 3. Van een ondernemingsraad en deelnemersraad zijn de samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden omschreven in het Medezeggenschapsstatuut Drenthe College. Dit medezeggenschapsstatuut wordt vastgesteld door het College van Bestuur. 4. Indien tenminste vijfentwintig (25) ouders van deelnemers daarom verzoeken, stelt het College van Bestuur een ouderraad in. BOEKJAAR, JAARSTUKKEN, BEGROTING Artikel 10 1. Het boekjaar van het Drenthe College is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Jaarlijks wordt vóór één december door het College van Bestuur een investerings- en exploitatiebegroting voor de gehele instelling voor het volgende jaar voorbereid, die aan de goedkeuring van de Raad van Toezicht is onderworpen. Het College van Bestuur stelt binnen de kaders van deze algemene begroting(en) de deelbegrotingen vast. 3. Jaarlijks dient het College van Bestuur voor de jaarvergadering, te houden vóór één juli, een door het College van Bestuur ondertekende balans alsmede een rekening van baten en lasten over het afgelopen jaar over te leggen. Indien een handtekening ontbreekt wordt de reden daarvan op het desbetreffende stuk vermeld. Noodzakelijke goedkeuring van deze stukken door de Raad van Toezicht vindt plaats, nadat de Raad van Toezicht kennis heeft genomen van een rapport, uitgebracht door een door de Raad van Toezicht aangewezen en bevoegde accountant. De externe accountant rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek van de jaarrekening gelijkelijk aan het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De externe accountant woont in ieder geval de vergadering van de Raad van Toezicht bij, waarin wordt gesproken over de jaarrekening en de managementletter. 4. Jaarlijks stelt het College van Bestuur een schriftelijk financieel -, sociaalen onderwijsinhoudelijk verslag vast over het voorafgaande jaar dat de goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist. 5. Het College van Bestuur zendt de in de voorgaande leden van dit artikel bedoelde stukken, na vaststelling door de Raad van Toezicht, ter kennisneming aan daartoe geëigende instanties, daaronder begrepen de gemeenten en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Indien zulks als voorwaarde voor subsidieverlening gesteld wordt, worden de jaarstukken ter kennisneming toegezonden aan de subsidiërende organisatie of instelling. Het bepaalt voorts hoe op andere wijze aan deze stukken algemene bekendheid wordt gegeven. 6. Buiten de goedgekeurde begroting(en) mogen in principe geen uitgaven worden gedaan tengevolge waarvan de begroting in haar totaliteit substantieel moet worden overschreden. Mocht daartoe wel aanleiding bestaan, dan brengt het College van Bestuur deze aangelegenheid onmiddellijk ter beslissing in de Raad van Toezicht. 7. Het College van Bestuur stelt de jaarstukken en het jaarverslag vast na vooraf daartoe goedkeuring te hebben verkregen van de Raad van Toe-
9 zicht. Goedkeuring van de Raad van Toezicht dechargeert de leden van het College van Bestuur, behalve voor hetgeen niet uit de boeken blijkt. REGLEMENTEN Artikel 11 1. Het College van Bestuur stelt -naast het in artikel 5 bedoelde reglement voor het College van Bestuur zelf- één of meer reglementen vast, waarin die onderwerpen worden geregeld, die niet in deze statuten zijn vervat. Deze reglementen zijn -voor zover de code Goed bestuur in de bve-sector dit vereist- onderworpen aan voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht. Ook wijzigingen of intrekking van deze reglementen behoeven -voor zover de code Goed bestuur in de bve-sector dit vereist- voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht. 2. De Raad van Toezicht stelt -naast het in artikel 8 bedoelde reglement voor de Raad van Toezicht zelf- eveneens een of meer reglementen vast die de raad zelf betreffen. 3. Een reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn. 4. Het orgaan dat een reglement heeft vastgesteld is te allen tijde bevoegd het vastgestelde reglement te wijzigen of in te trekken, met inachtneming van de goedkeuringsplicht omschreven in lid 1 van dit artikel. STATUTENWIJZIGING, ONTBINDING EN VEREFFENING Artikel 12 1. Het College van Bestuur is slechts bevoegd de statuten te wijzigen, dan wel het Drenthe College te ontbinden, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. de datum van de vergadering waarin een voorstel tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van het Drenthe College zal worden behandeld, dient ten minste één maand tevoren schriftelijk aan alle leden van de Raad van Toezicht bekend te worden gemaakt. b. in de oproep voor de vergadering dient het voorstel tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van het Drenthe College duidelijk en letterlijk te worden aangekondigd. c. er is overleg gevoerd over de voorstellen bedoeld in het voorgaande lid met de ondernemingsraad en de deelnemersraad conform het Medezeggenschapsstatuut Drenthe College. d. er is vooraf een goedkeuringsbesluit verkregen van de Raad van Toezicht. Voor dit goedkeuringsbesluit gelden binnen de Raad van Toezicht de volgende eisen: het besluit wordt genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de geldig uitgebrachte stemmen, genomen in een vergadering, waarin ten minste drie/vierde van het aantal leden van de Raad van Toezicht vertegenwoordigd is. Indien evenwel in de vergadering minder dan drie/vierde van het aantal leden van de Raad van Toezicht vertegenwoordigd is, zal op een tijdstip, vallende niet eerder dan twee weken, doch uiterlijk binnen vier weken na die vergadering, een nieuwe vergadering worden gehouden waarin omtrent het voorstel tot wijziging of tot ontbinding van het Drenthe College, een besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde der geldig uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige leden van de Raad van Toezicht. 2. Bij ontbinding van het Drenthe College zullen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen, de eigendommen en baten van het Drenthe College voor zover mogelijk, tot een soortgelijk doel als door het Drenthe College
10 is beoogd, aangewend worden. Het College van Bestuur is in het geval van vorenbedoelde ontbinding, na goedkeuring door de Raad van Toezicht, belast met de liquidatie van het Drenthe College en legt daarvan schriftelijk rekening en verantwoording af aan de subsidieverlenende instanties en andere geldgevers, alsmede aan andere belanghebbenden. 3. Het Drenthe College blijft na besluit tot ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is. 4. Van een besluit tot statutenwijziging of tot ontbinding van het Drenthe College geeft het College van Bestuur zo spoedig mogelijk kennis aan de landelijke organisatie(s) waarbij de instelling is aangesloten. Het College van Bestuur draagt er zorg voor dat een authentiek afschrift van wijziging, alsmede van de gewijzigde statuten -zo spoedig mogelijk na het passeren van de betreffende notariële akte- gedeponeerd wordt bij het Stichtingenregister ten kantore van de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welk gebied het Drenthe College haar zetel heeft. SLOTBEPALING Artikel 13 In alle gevallen waarin door de wet, deze statuten of verdere reglementen niet is voorzien, beslist het College van Bestuur na raadpleging van de Raad van Toezicht.