BIJLAGE A
1. SOCIAAL-ECONOMISCHE KENMERKEN HOEKSCHE WAARD In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de sociaal-economische structuur van de Hoeksche Waard. Deze analyse vormt een belangrijk uitgangspunt voor deze visie.
1.1 Sociaal-economische structuur De Hoeksche Waard: aantrekkelijk wonen, maar benedengemiddelde economische prestaties Hoewel er zelden sprake is van uitersten, kunnen veel gebieden worden gekenmerkt als werk- of woonregio. De Hoeksche Waard is duidelijk een woonregio en heeft door zijn aantrekkelijke ligging en de status van nationaal landschap een zeer gewaardeerd woonmilieu en een grote aantrekkingskracht op omliggende regio’s. De woningmarkt van de Hoeksche Waard kent door deze aantrekkingskracht een zekere marktdruk, wat zich vertaalt in een bovengemiddelde woningwaarde. Hoe presenteert de regio echter op het gebied van economie? Jaarlijks meet Bureau Louter de economische prestaties van alle Nederlandse gemeenten. Het gemiddelde van de regio loopt tussen 2000 en 2010 terug van iets boven het landelijk gemiddelde (6,5) naar iets onder het landelijk gemiddelde. Ten opzichte van omliggende gemeenten en regio’s scoort de Hoeksche Waard duidelijk lager (zie tabel 1). Tabel 1: economische prestaties van Hoeksche Waard en omliggende regio’s Hoeksche Waard Rotterdam Drechtsteden Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
2000 6,6 7,2 7,1 6,8
2001 6,5 7,4 7,1 6,9
2002 6,4 7,4 7,0 6,6
Bron: Bureau Louter, 2011
Sociaal-Economische visie regio Hoeksche Waard, bijlage a Stec Groep aan regio Hoeksche Waard 10.006 -definitief-
1
2003 6,3 7,5 7,0 6,5
2004 6,2 7,4 7,0 6,6
2005 6,3 7,5 6,8 6,7
2006 6,3 7,5 6,9 6,8
2007 6,3 7,5 6,9 6,9
2008 6,3 7,5 6,9 7,0
2009 6,3 7,6 6,9 6,9
Productiestructuur leunt relatief sterk op landbouw, industrie en handel Veel regio’s in Nederland worden gekenmerkt door een productiestructuur met een oververtegenwoordiging van de zakelijke dienstverlening en een ondervertegenwoordiging van industrie en landbouw. De Hoeksche Waard toont een omgekeerd beeld met een relatief sterke vertegenwoordiging van landbouw, industrie en handel en een ondervertegenwoordiging van de zakelijke dienstverlening. Ook de ontwikkeling van de productiestructuur tussen 2006 en 2010 toont dit aan. Juist de industrie en landbouw kenden een bovengemiddelde werkgelegenheidsgroei, met een groei van respectievelijk 28% (880 banen) en 14% (60 extra banen). De zakelijke dienstverlening groeide licht, maar wel onder het regionaal gemiddelde. De arbeidsparticipatie in de Hoeksche Waard ligt rond het landelijk gemiddelde van circa 67%. Krimp en toenemende demografische druk zijn belangrijke Figuur 1: bovengemiddelde vergrijzing uitdagingen voor Hoeksche Waard in de Hoeksche Waard Een uitdaging voor de regio ligt op het gebied van krimp en de toenemende demografische druk. Zo neemt de bevolking af van ruim 85.000 inwoners in 2010 tot minder dan 84.000 in 2030. Door gezinsverdunning neemt het aantal huishoudens tot en met 2030 nog licht toe (tussen de 0,1 en 0,5% per jaar). Een tweede uitdaging voor de Hoeksche Waard is de toename van de demografische druk. Door de toenemende vergrijzing en ontgroening (zie figuur 1) neemt deze toe. Zo nemen de leeftijdsgroepen 30-44 en 45-64 tussen 2010 en 2030 sterk af, terwijl de groep 65-plussers in dezelfde periode bijna Bron: Primos, 2011 verdubbelt. Ondernemers geven aan met name in de technische beroepen tekorten aan personeel te ervaren. Door beide uitdagingen komt het voorzieningniveau onder druk te liggen: ouderen hebben immers andere wensen en een andere tijdsbesteding dan jongeren. Ook in de Structuurvisie Hoeksche Waard wordt hier al op ingegaan.
Sociaal-Economische visie regio Hoeksche Waard, bijlage a Stec Groep aan regio Hoeksche Waard 10.006 -definitief-
2
1.2 Kantoren, bedrijventerreinen en voorzieningen Meer dan voldoende plannen voor bedrijventerreinen, daarnaast ook herstructureringsopgave De Hoeksche Waard heeft 30 bedrijventerreinen die samen goed zijn voor 485 hectare bruto en 390 hectare netto oppervlakte. Het merendeel van deze terreinen is kleinschalig. In de Hoeksche Waard is nog circa 27 hectare netto direct uitgeefbaar (zie ook tabel 2). Dit is niet voldoende om de vraag tot en met 2020 op te vangen (circa 32 hectare). Wanneer we echter alle plannen (circa 115 hectare tot en met 2025) in de vraagaanbodconfrontatie betrekken, is sprake van een duidelijk overaanbod. Belangrijk is dus deze terreinen niet direct op de markt te brengen. Het is raadzaam het moment af te laten hangen van de ontwikkelingen op deze markt. Zo lagen de uitgiftecijfers van 2009 en 2010 namelijk door de crisis beneden het meerjaarsgemiddelde (zie figuur 3). In de Hoeksche Waard is op zeven terreinen sprake van veroudering. De grootste opgave ligt in de gemeente Binnenmaas. Figuur 2: uitgiftecijfers bedrijventerrein Hoeksche Waard
Bron: IBIS, 2011
Sociaal-Economische visie regio Hoeksche Waard, bijlage a Stec Groep aan regio Hoeksche Waard 10.006 -definitief-
3
Tabel 2: aanbod van bedrijventerreinen in de regio Hoeksche Waard Gemeente
Locatie
Binnenmaas
Mijlpolder Reedijk RBT Hoeksche Waard Wevereinde (vm. Suikerfabriek) Proeftuin Korendijk De Bosschen Hoogerwerf Strijen Strijen
Cromstrijen Korendijk Oud-Beijerland Strijen
Terstond uitgeefbaar (netto ha)
20
Niet-terstond uitgeefbaar (netto ha) 16 8 40 20 11 2 0,6
3,6 3
Totaal
27
5 103
Fasering 2014-2023 2014-2017 2012-2024 2014-2020 vanaf 2012 ideefase vanaf 2012 vanaf 2012 vanaf 2012 ideefase
Bron: opgave gemeenten Hoeksche Waard, 2012
Bovengemiddelde leegstand op kantorenmarkt De leegstand op de kantorenmarkt van de Hoeksche Waard is met 17% net iets boven het landelijk gemiddelde (14%). De hoge leegstand wordt sterk bepaald door het aanbod van enkele grote panden, zoals het voormalig pand van de Rabobank (1.491 m² vvo, Oud-Beijerland) en de verzamelpanden op ondernemerspark De Grienden (3.724 m² vvo, Oud-Beijerland). De regio heeft een divers voorzieningenniveau dat onder druk staat De Hoeksche Waard beschikt over een verscheidenheid aan voorzieningen. Concentraties bevinden zich in de hoofdkernen van de gemeenten. Qua onderwijs is het aanbod beperkt tot maximaal middelbare beroepsopleidingen, inwoners zijn voor hogere opleidingsniveaus aangewezen op de omringende stedelijke gebieden. Hierdoor verlaten hoger opgeleiden de regio meer dan gemiddeld voor studie en werk. Het voorzieningenniveau in de regio staat onder druk. Een van de oorzaken is dat het verzorgingsgebied van de omliggende grootstedelijke gebieden tot ver in de Hoeksche Waard reikt. Nieuwe ontwikkelingen/
Sociaal-Economische visie regio Hoeksche Waard, bijlage a Stec Groep aan regio Hoeksche Waard 10.006 -definitief-
4
voorzieningen in de omringende steden, in combinatie met een vergrijzende (en krimpende) bevolking verminderen het draagvlak voor winkels, zorg- en sociale voorzieningen.
1.3 Landbouw en de bio-economie Potentiële groeikansen in de landbouwsector De landbouwsector is van oudsher sterk vertegenwoordigd in de Hoeksche Waard. De laatste jaren is in deze sector ook een bovengemiddelde werkgelegenheidsgroei zichtbaar. Na de sterke jaren 2010 en 2011 wordt ook voor de komende jaren een groei in de werkgelegenheid voor de landbouwsector verwacht. Het is voor de Hoeksche Waard aantrekkelijk in de (nabije) toekomst op deze sector in te zetten. Belangrijk is om hierbij als regio keuzes te maken. De landbouwsector is immers omvangrijk en bestaat uit meerdere disciplines. Duurzaamheid en duurzame ontwikkeling zijn de afgelopen twee decennia gevestigde begrippen geworden. Vrijwel iedereen kent het Kyoto-protocol, het Max Havelaar-keurmerk en duurzame energie. Gezien de huidige aandacht voor dit onderwerp, de bewustwording onder de bevolking en de urgentie van het onderwerp verwachten wij dat deze duurzaamheidstrend zich de komende decennia doorontwikkelt. Een koppeling van duurzaamheid met de agrarische sector is een aantrekkelijke, toekomstbestendige combinatie. Dit is te bereiken door middel van de bio-economie of bio-based economy. Hoeksche Waard geschikt voor bio-economie Een bio-based economy past in een economie die een overgang maakt van fossiele grondstoffen naar biomassa als grondstof. Toepassingen zijn bijvoorbeeld inhoudstoffen, chemicaliën, materialen, transportbrandstoffen, elektriciteit en warmte. Nederland heeft alles in huis om van de bio-based economy een succes te maken: uitstekende landbouwkennis, goede logistiek, een vooraanstaande chemische sector en het sluit aan bij het topsectorenbeleid van de Rijksoverheid.
Sociaal-Economische visie regio Hoeksche Waard, bijlage a Stec Groep aan regio Hoeksche Waard 10.006 -definitief-
5
Ook voor de Hoeksche Waard is een bio-based economy een potentiële kans. De Hoeksche Waard ligt in de nabijheid van de belangrijkste greenport, kennisinstellingen en de Rotterdamse haven (als hub voor grondstoffen). De akkerbouw in de Hoeksche Waard heeft al jaren geleden aansluiting gezocht bij biobrandstofproductie in de haven en heeft zijn ambities kenbaar gemaakt met een nieuw initiatief: Agrolab Hoeksche Waard (zie ook box 1). De Hoeksche Waard kan door inzet op een bio-based economy een belangrijke leverancier worden van een breed scala aan organische grondstoffen. Box 1: Agrolab Hoeksche Waard De coöperatie HoekscheWaardDuurzaam en LTO Hoeksche Waard hebben hun krachten gebundeld in Agrolab. Doel van dit initiatief is het stimuleren van innovaties binnen de landbouw gericht op een meer efficiënt gebruik van energie en biomassa. Naast biodiversiteit kan energietransitie zo de tweede duurzaamheid peiler worden van de Hoeksche Waard. De Hoeksche Waard is al een belangrijke voedselproducent en een voorloper op het gebied van de functionele agrobiodiversiteit. De opkomst van de bio-based economy of bio-economie is een nieuwe uitdaging die extra kansen biedt. Agrolab gaat deze uitdaging aan. De Hoeksche Waard wil een proeftuin worden voor de toepassing van energiezuinige teeltsystemen en duurzame kringlopen. Het doel is een klimaatbestendige inrichting van de Hoeksche Waard, waarbij natuur en economie elkaar versterken in een vitale en leefbare omgeving. Bron: coöperatie HoekscheWaardDuurzaam, 2012
1.4 Recreatie & toerisme en zorgeconomie Mogelijkheden recreatie en toerisme in Hoeksche Waard uitbouwen Recreatie en toerisme is een sterk groeiende sector in Nederland. Voor 2007 geldt dat de bestedingen die voortvloeien uit toerisme en recreatie in de Hoeksche Waard ongeveer € 45,2 miljoen bedroegen1. Als we de huidige trendlijn doortrekken, betekent dit dat de bestedingen voortvloeiend uit toerisme en recreatie in 2011 ruim € 50 miljoen zijn. In deze sector ligt een duidelijke kans voor de Hoeksche Waard. De regio heeft een aantrekkelijk landschap, is uitermate geschikt voor dagrecreatie en watersport en ligt– anders dan diverse andere regio’s met een aantrekkelijk landschap – in de nabijheid van Rijnmond en de Drechtsteden, die over een groot potentieel aan dagrecreanten beschikken. De sector staat echter nog in de
1
In 2003 bedroegen de bestedingen ruim € 38 miljoen
Sociaal-Economische visie regio Hoeksche Waard, bijlage a Stec Groep aan regio Hoeksche Waard 10.006 -definitief-
6
kinderschoenen. Zo is het voorzieningenniveau nog beperkt en is het gebied van oorsprong geen vakantiegebied. Zorgeconomie groeikans in Hoeksche Waard Een andere kans ligt in de zorgsector. Hoeksche Waard vergrijst, net als Nederland, de komende jaren sterk. Hierdoor wordt in toenemende mate een beroep op de zorgsector en hieraan gerelateerde sectoren gedaan (zie figuur 3). De werkgelegenheid in de gezondheids- en welzijnszorg in de Hoeksche Waard groeide tussen 2006 en 2009 sterk. Deze groei lag boven het landelijk gemiddelde. Ook voor de komende jaren wordt een bovengemiddelde groei van de werkgelegenheid in de zorgsector verwacht. Belangrijk is wel om in het achterhoofd te houden dat groei op elke regio een andere uitwerking heeft. Zo kan de groeiende zorgvraag eveneens leiden tot een krimp van bepaalde zorgsectoren in de regio. Toenemende concurrentie in de zorg leidt bijvoorbeeld tot schaalvergroting in de vorm van fusies, overnames en reorganisaties bij zorgaanbieders, -verzekeraars en andere zorgpartijen. Voor de regio ligt hier dan ook een uitdaging. Mede gezien de vergrijzing van de Hoeksche Waard, is het behoud van medische voorzieningen een pre. Hier kan de regio slim op inspelen. Samenwerking met (private) zorgpartijen is hierbij van belang, waaronder ook omliggende ziekenhuizen in bijvoorbeeld Rotterdam of Dordrecht. Figuur 3: segmenten binnen de zorgeconomie
Bron: Stec Groep, 2012 Sociaal-Economische visie regio Hoeksche Waard, bijlage a Stec Groep aan regio Hoeksche Waard 10.006 -definitief-
7
BIJLAGE B
2. NATIONALE, REGIONALE EN LOKALE BELEIDSCONTEXT In deze bijlage hebben we aandacht voor de nationale, lokale en regionale beleidscontext die van invloed zijn op deze sociaal-economische visie.
2.1 Nationale beleidscontext Topsectorenbeleid van het Rijk: bio-based economy sluit hierop aan Enkele sectoren waarin Nederland internationaal al goed presteert (de zogenoemde topsectoren) krijgen van het huidige kabinet extra financiële middelen om zich nog meer op de kaart te zetten (topsectorenbeleid). Dit zijn: agrofood, tuinbouw en uitgangsmaterialen, high tech materialen en systemen, energie, logistiek, creatieve industrie, water, life sciences en chemie. Bio-based economy is hiermee een dwarsdoorsnijdend thema in de topsectoren. Uitgangspunt is dat de overheid niet stuurt met regels en subsidies, maar dat Nederlandse bedrijven de ruimte krijgen om te ondernemen, te investeren, te innoveren en te exporteren. Niet de overheid, maar ondernemers benutten namelijk economische kansen en creëren daarmee economische groei, werkgelegenheid en welvaart. Het is dus een echte publiek-private samenwerking (PPS). Het nieuwe beleid betekent (I) minder subsidies in ruil voor lagere belastingen, (II) minder en eenvoudigere regels, (III) ruimere toegang tot bedrijfsfinanciering, (IV) betere benutting van de kennisinfrastructuur door het bedrijfsleven, en (V) betere aansluiting van fiscaliteit, onderwijs en diplomatie op de behoefte van het bedrijfsleven. De Rijksoverheid heeft in 2012 circa € 1,5 miljard beschikbaar voor de topsectoren. In 2015 is dat ruim € 2 miljard. Dit budget wordt ingezet op basis van de innovatiecontracten die de topsectoren indienen. De topteams krijgen dus geen eigen budget, maar hebben wel invloed op de manier waarop het geld wordt ingezet. Naast het bedrijfsleven participeren NWO, KNAW en de toegepaste kennisinstituten door een deel van hun budget te richten op topsectoren. In 2015 zal hun bijdrage opgelopen zijn tot tenminste € 600 miljoen.
Sociaal-Economische visie regio Hoeksche Waard, bijlage b Stec Groep aan regio Hoeksche Waard 10.006 -definitief-
1
Het uiteindelijke doel van het beleid is drieledig: Nederland in de top 5 van kenniseconomieën in de wereld (in 2020); stijging van de Nederlandse R&D-inspanningen naar 2,5% van het BBP (in 2020); topconsortia voor kennis en innovatie, waarin publieke en private partijen participeren voor meer dan € 500 miljoen, waarvan ten minste 40% gefinancierd door het bedrijfsleven (in 2015). De commissie-Noordanus zet sterk in op herstructurering Zo’n 30 procent van de Nederlandse bedrijventerreinen voldoet niet meer aan de eisen van vandaag: deze terreinen zijn verouderd. Opknappen is duur, nieuw bouwen en verhuizen is goedkoper. Hierdoor wordt veel open ruimte opgeofferd, terwijl bestaande terreinen verouderen. Om dit tegen te gaan, heeft het Rijk beleid voor bedrijvenparken vastgesteld. Dit beleid is gebaseerd op het advies van de commissie-Noordanus. In lijn met het advies van de Taskforce (Her)ontwikkeling Bedrijventerreinen (commissie-Noordanus) uit 2008 bestaat deze aanpak in hoofdlijnen uit: een zorgvuldige planning en duurzame aanleg van nieuwe bedrijventerreinen; het tegengaan van veroudering van bestaande terreinen door het stimuleren van duurzaam beheer en onderhoud via onder andere parkmanagement; een versnelling van de uitvoering van de herstructureringsopgave van 6.500 hectare tot en met 2013; regionale samenwerking; het verzakelijken van de aanleg en beheer van bedrijventerreinen. Afspraken vastgelegd in Convenant Bedrijventerrein 2010-2020 Rijk, provincies en gemeenten hebben in november 2009 met elkaar in het Convenant Bedrijventerreinen afgesproken dat: er tot en met 2020 maximaal 11.015 hectare aan bedrijventerreinen bij komt; het Rijk ruim € 400 miljoen (2009-2013) uittrekt voor de herstructurering; gemeenten regionaal samenwerken bij de planning en (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen; de provincies zien hierop toe; parkmanagement wordt toegepast om de kwaliteit van bedrijventerreinen te waarborgen en veroudering tegen te gaan;
Sociaal-Economische visie regio Hoeksche Waard, bijlage b Stec Groep aan regio Hoeksche Waard 10.006 -definitief-
2
de provincies zich garantstellen voor de versnelde sanering van 6.500 hectare aan verouderde bedrijventerreinen. Ze hebben hiervoor Provinciale Herstructureringsprogamma’s (PHP’s) opgesteld. Dit Convenant is een uitwerking van de doelen in de Nota Ruimte, de samenwerkingsagenda Mooi Nederland en Pieken in de Delta. Het doel van het Convenant is om te komen tot een duurzaam en economisch verantwoord bedrijventerreinenbeleid, dat bijdraagt aan de ruimtelijke en economische kwaliteit van Nederland. Een werkgroep onder leiding van de commissie-Jorritsma (Bestuurlijke Werkgroep Uitwerkingsstrategie (her)inrichting bedrijventerreinen) heeft in november 2009 een uitvoeringsstrategie op papier gezet. Aan de hand van dit document kunnen gemeenten en provincies concreet aan de slag met het Convenant Bedrijventerreinen.
2.2 Regionale beleidscontext De Provinciale Structuurvisie van Zuid-Holland Het ruimtelijk-economisch beleid van de provincie Zuid-Holland is vastgelegd in de structuurvisie. De Provinciale Structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040, met bijbehorende uitvoeringsstrategie. Er staat in hoe de provincie samen met haar partners wil omgaan met de beschikbare ruimte. Met de structuurvisie werkt de provincie aan een vitaal Zuid-Holland, met meer samenhang en verbinding tussen stad en land. Hierdoor is in Zuid-Holland goed wonen, werken en recreëren voor iedereen binnen handbereik. De provincie onderscheidt vijf hoofdopgaven: aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel; duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie; divers en samenhangend stedelijk netwerk; vitaal, divers en aantrekkelijk landschap; stad en land verbonden. Ook de instrumenten van de provincie komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent op kaarten, ontwikkelt programma’s en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: ‘Lokaal wat kan, provinciaal wat moet.’ Sociaal-Economische visie regio Hoeksche Waard, bijlage b Stec Groep aan regio Hoeksche Waard 10.006 -definitief-
3
Economische agenda Zuidvleugel De Zuidvleugel, grenzend aan de Hoeksche Waard, is een sterke op de wereld georiënteerde regio, die een forse bijdrage levert aan de economie van Nederland en het internationale vestigingsklimaat van de Randstad. De Zuidvleugel is met 3,2 miljoen inwoners één van de dichtstbevolkte regio's van Europa. Keuzes die hier gemaakt worden zijn dus direct van invloed op de Hoeksche Waard. Om de Zuidvleugel ook in de toekomst een economisch aantrekkelijk regio te laten zijn, wordt ingezet op elf sectoren: chemie, energie, bio-based, clean tech, IT & telecom, logistiek, vrede, recht en veiligheid, delta / maritiem, greenports, life sciences & health en kantoren. In de uitvoering van het programma wordt samenwerking gezocht tussen de Zuidvleugel, het Rijk en bedrijven en instellingen.
2.3 Lokale beleidscontext Structuurvisie Hoeksche Waard De commissie Hoeksche Waard geeft met de Structuurvisie sturing aan de ruimtelijke ontwikkeling van de regio. Uitgangspunt is de versterking van de ruimtelijke kwaliteit, de leefbaarheid en de economische vitaliteit van het Nationaal Landschap Hoeksche Waard. De visie is opgesteld in nauw overleg met het maatschappelijk middenveld en met de provincie Zuid-Holland. Alle partijen zijn het er over eens dat het unieke polderlandschap van de Hoeksche Waard behouden moet blijven. Tegelijkertijd moet er ruimte zijn voor dynamiek: mensen moeten prettig wonen, werken en recreëren. Beide uitgangspunten leveren soms een spanningsveld op. Om tot een succesvolle en toekomstgericht ruimtelijke inrichting van de Hoeksche Waard te komen, dienen keuzes gemaakt te worden. In deze Structuurvisie is met name aandacht voor wonen, welzijn en leefbaarheid, werkgelegenheid en bedrijventerreinen, landbouw, water en natuur, recreatie en toerisme, infrastructuur en duurzame energie.
Sociaal-Economische visie regio Hoeksche Waard, bijlage b Stec Groep aan regio Hoeksche Waard 10.006 -definitief-
4