#1. Segmentatie 2. Wegnemen #3. Locale kwaliteit

#1. Segmentatie A. Verdeel een systeem in aparte delen of secties.  In plaats van het vervaardigen van een gietstuk uit één deel, deel het op in twee of meer relatief goedkopere delen  Samengestelde extrusieprofielen in plaats van één complex profiel  Vakwerkliggers B. Maak een systeem gemakkelijk monteerbaar en demonteerbaar  Snelspanners  Klemkoppelingen  Breng boorrillen of positioneringgroeven aan op het oppervlak ten behoeve van eenvoudige montage  Klikverbindingen van extrusieprofielen, bijvoorbeeld fotolijstjes  Uitvalnaven van een fiets C. Verhoog de hoeveelheid segmentatie  Bouw een component op uit diverse delen en stel het samen door bijvoorbeeld door te lijmen of lassen #2. Wegnemen A. Waar een systeem in meerdere functies voorziet waarvan één of meerdere niet gewenst zijn (en onder bepaalde voorwaarden zelfs schadelijk kunnen zijn), ontwerp het systeem zo dat zij, weg zijn of weggenomen kunnen worden.  Gebruik opzetstukken in de mal bij gietwerkstukken om materiaal te besparen.  Neem op plaatsen waar mogelijk materiaal weg na het gieten en hergebruik dit direct bij de bron  Afbreekgroeven aanbrengen om eenvoudig delen weg te nemen indien mogelijk of noodzakelijk  Grootste constructie element op voorraad nemen en overige elementen altijd op maat maken. #3. Locale kwaliteit A. Daar waar een object of systeem uniform of homogeen is, maak het niet-uniform  Gegoten handgrepen op gereedschap  Kanalen in een aluminium leiding om warmte uit te wisselen  Onderdelen die zodanig gevormd zijn zodat ze stabiel gestapeld kunnen worden (nestbaar)  Materiaal oppervlaktebehandeling, corrosie bescherming, etc.  Maak oppervlakken stroef voor een betere verbinding  Breng structuur aan op oppervlakken om het te verstevigen, bijvoorbeeld door middel van shotpeening, of cold-metal-spray  Deformeer profielen aan het oppervlak om het sterker te maken, bijvoorbeeld stuiken ipv. strekken (walsen)  Breng versterkingen aan daar waar nodig, bijvoorbeeld een versterkingsring om externe krachten om een onderdeel op te vangen (AFPT)  Extrudeer ribben in bijvoorbeeld profielen, inwendig of uitwendig  Ontwikkel een gietstuk om bijvoorbeeld de ‘knieholte’ van een bocht in een constructie te ondersteunen  Hydroformen B. Verander dingen om het systeem (bijv. de omgeving) van uniform naar niet-uniform.  Gebruik wisselende temperatuur, dichtheid of druk in plaats van een constante temperatuur, dichtheid of druk  Bestuurbare, instelbare systemen  MIG of TIG lassen  Friction Stir Welding C. Maak het voor ieder deel van het systeem mogelijk om onder locale optimale condities te functioneren.  Zet lichte constructies pas vast indien deze belast worden, bijvoorbeeld de gesloten laadklep van een vrachtwagen verstevigd de opbouw D. Maak het voor ieder deel van een systeem of een object mogelijk om verschillende (mogelijk direct tegengestelde) nuttige functies uit te voeren.  Geïsoleerde profielen ten behoeve van elektrische isolatie of warmtebrug  Klikverbindingen van extrusieprofielen

  

Extrusieprofielen voorzien van ‘weerhaakjes’ om eenvoudig te monteren maar moelijk te demonteren Maak in het ontwerp gebruik van de aanwezige bronnen, bijvoorbeeld glaslatprofielen klemmen zich tegen het glaspaneel en zijn eenvoudig te verwijderen in geval van glasbreuk ‘Contramal’ een verbinding van profielen ten behoeve van een spelingvrije verbinding

#4. Asymmetrie A. Daar waar een object of een systeem symmetrisch is of symmetrische lijnen bevatten, voer asymmetrie in. 

Introduceer een geometrisch kenmerk die incorrect gebruik of samenstelling van een component voorkomt, bijvoorbeeld een aardpin op een elektrische stekker of een verdikking aan profielen om ‘foolproof’ te monteren.  Asymmetrische leidingen staan een hogere doorstroming (venturi) toe dan symmetrische leidingen (buisprofielen)  Gebruik een asymmetrisch extrusieprofiel in plaats van een ronde buis om in één richting een constructie sterker/stijver te maken.  In plaats van een rechte verbindingen maak gebruik van verstekken om het te verbinden oppervlak te vergroten.  Maak gebruik van een spie of keil om een spelingvrije verbinding te realiseren. B. Verander de vorm van een object of systeem om zich aan externe asymmetrie aan te passen (bijvoorbeeld voor ergonomische redenen)  “Vinger en duim greep” aanbrengen aan een object C. Indien een object of een systeem reeds asymmetrisch zijn, verhoog dan de mate van asymmetrie  Houd rekening met de verschillen tussen links- en rechtshandige gebruikers  Afgeronde of afgeschuinde geometrische kenmerken op componenten of profielen om esthetische of architectonische redenen  Maak gebruik van ‘gezichtsbedrog’  Accentueren in plaats van camoufleren #5. Samenvoegen A. Fysiek samenvoegen van identieke of aan elkaar verwante objecten, operaties of functies  Samenstelling van aluminium legeringen, ten behoeve van verschillende eigenschappen  Mogelijkheden in oppervlakte behandelingen door middel van poedercoaten of in kleur anodiseren.  Slijtlagen aanbrengen  Extrusieprofielen en plaatmateriaal aan elkaar verbinden door middel van friction stir welding B. Samenvoegen van objecten, operaties of functies zodat zij gelijktijdig kunnen handelen  Deel een enkel profiel op in afzonderlijke delen en stel deze zodanig opnieuw samen zodat er een variëteit ontstaat in prestatie of functionaliteit. Bijvoorbeeld in hoogte verstelbare profielen, waarbij de uiterste vezelafstand toeneemt  Wals twee afzonderlijke samengestelde extrusieprofielen die zich ten opzichte van de neutrale lijn kunnen verschuiven, in plaats van het walsen van één enkel zwaar profiel #6. Uniformiteit A. Maak een object of een systeem in staat om meerdere functies uit te voeren, zodat de noodzaak voor andere systemen verdwijnt  Multifunctionele profielsystemen ten behoeve van ontwerpvrijheid, bijvoorbeeld in stand- en apparatenbouw of gevelbouwsystemen  Universele verbinding  Integreer andere functies in bestaande systemen, bijvoorbeeld verlichting in een aluminium kliklijst zodat er geen separate lichtbron meer op de posterafbeelding hoeft te worden gericht #7."Matroeska poppen" A. Plaats een object of systeem in een ander  Intrekbaar vliegtuig onderstel  Voeg holten toe aan 3D structuren B. Plaats verschillende objecten of systemen in anderen

 Telescopische systemen  Integreer verschillende functies in een systeem, bijvoorbeeld slot en verlichting in een fietsframe C. Sta een object of systeem toe om door een ander object of systeem doorgevoerd te kunnen worden te gaan  Monteren door een montagevolgorde aan te houden, bijvoorbeeld glaspanelen inbrengen door gebruik te maken van voldoende sponningdiepte #8. Antigewicht A. Waar een gewicht van een object of een systeem problemen veroorzaakt, combineer het dan met iets dat het optilt  Maak gebruik van trekstangen of trekkables om voorspanning aan te brengen in plaats van een sterker en dus zwaarder profiel te kiezen, bijvoorbeeld in kassenbouw, trailerbouw, etc. B. Daar waar het gewicht van een object of een systeem problemen veroorzaakt, gebruikt dan aërodynamica hydrodynamica, opwaartsbewegende of andere krachten die lift veroorzaken.  Draagvleugelboten heffen een schip uit het water  Maak gebruik van centrifugaal krachten in roterende systemen.  Gebruik contragewichten, bijvoorbeeld bij bruggen of liften  Verplaats zware apparaten of platen door middel van een luchtlager 9. Voorafgaande anti-actie A. Waar een actie zowel schadelijke als nuttige effecten bevat, ga door met de actie met tegenstelling of antiacties om de schadelijke effecten te verminderen of te elimineren  Gebruik afplakband bij het beschermen van delen die niet gecoat hoeven of mogen worden  Extrudeer een tussenschot mee welke later weggerold of weggebroken kan worden t.b.v. het geleiden van een dunwandig en langwerpig profiel uit een extrusiepers  Profiel ‘open’ extruderen en daarna in de vorm rollen. Dit om nauwkeurige maat te realiseren resultaat. Extrudeer een decoratiegroef of rib om door het proces veroorzaakte schaduwen (warmtezones) te maskeren  Extrudeer een positioneringgroef mee, bijvoorbeeld op ronde buizen.  Botsveilige lichtmasten (lantaarnpalen) van aluminium. In geval van een botsing breekt deze af en is de impactenergie kleiner  Crashbox van een auto. Verjonging aanbrengen, zodat bij botsing deze gecontroleerd deformeert en energie opvangt  Sleuven in plaat aanmaken en daarna strekken voor het maken van strekmetaal, bijvoorbeeld bij vloerdelen, gevelbekleding, etc. B. Voeg spanningen in een object in om bekende schadelijk werkende spanningen later tegen te werken  Constructiedelen op trekspanning belasten om knik te vermijden  Voorgespannen constructie elementen  Gebruik spanbouten om verbindingen op voorspanning te brengen.  Boor gaten ‘trekkend’ om profielen aan te laten sluiten, bijvoorbeeld bij verstekhoeken #10. Voorafgaande actie A. Introduceer een nuttige actie in een object of systeem (geheel of gedeeltelijk) voordat het nodig is  Breng ophanggaten aan of werk met ‘overlengte’ ten behoeve van poedercoaten of anodiseren  Mee-extruderen van schroefdraad, tapgroeven, draadgeleiders, schroefogen voor afsluiten profielen, lasbadondersteuning en klikverbindingen B. Prepareer objecten of systemen zodat zij in actie kunnen komen op de meest geschikte tijd en plaats.  Glijsleuven voor flexibele bevestiging op willekeurige plaats  Assemblagelijnen gebruik makend van vooraf samengestelde subsamenstellingen #11. Buffer A. Introduceer back-ups om in noodgevallen de betrouwbaarheid van een object te compenseren  Crashbox in auto, gecontroleerd deformeren en energie opnemen  Reserve functies in constructie opnemen  Vangrails op autosnelwegen

#12. Verwijder spanning A. Indien een object of systeem aan spanning of compressie krachten is blootgesteld of het vereist, herontwerp de omgeving van het object om de krachten te elimineren of uit te balanceren in de omgeving  Scherpe overgangen afronden ter voorkoming van vermoeiing, elektrische overslag, etc.  Scherpe overgangen afronden ter bevordering van uniforme laagdikte in geval van poedercoating, etc. #13. 'Andersom' A. Gebruik een tegengestelde actie om het probleem op te lossen (bijv. in plaats van een object te koelen, verwarmen).  Om vastzittende delen los te maken, koel het binnenste deel in plaats van het buitenste deel te verwarmen  Vacuüm gieten  Voorgewalste liggers bieden meer weerstand dan rechte liggers tegen statische belasting.  Bij verspanende bewerkingen de spanen niet wegblazen maar bij beitel opzuigen  Zwaartepunten verleggen ten behoeve van stabiliteit B. Zet bewegende delen vast, en maak vaste objecten beweegbaar  Roteer het deel in plaats van het gereedschap  Windtunnels C. Draai het object, systeem of proces "op zijn kop"  Aluminium schuim #14. Curven A. Keer rechte hoeken of platte oppervlakten om in curven  Gebruik bogen en koepels voor sterkte in architectuur  Introduceer afrondingen aan het eind van inkepingen en sleuven, ten behoeve van gemakkelijke montage  Gebogen aluminium kozijnen B. Gebruik rollers, ballen, spiralen, koepels  Gebruik bolvormige rollers in plaats van cilindrische om te centreren of onderdelen of systemen eenvoudig te verplaatsen C. Schakel om tussen lineaire en een roterende beweging  Schroeven of popnagels D. Introduceer of maak gebruik van centrifugaal krachten  Rotatiegieten voor een gelijkmatige wanddikte  Draai een component na het voorbehandelen om, om overtollige chemicaliën te verwijderen #15. Dynamisch A. Sta een systeem of object toe te veranderen om een optimale operatie onder verschillende voorwaarden te behalen  Verstelbare posities, bijvoorbeeld voor stuur, zitting, rugsteun, of spiegelpositie B. Splits een object of systeem in delen die relatief in staat zijn ten opzichte van elkaar te bewegen.  Schokdempers  In- of uitklapbare systemen, bijvoorbeeld de klapschaats en opvouwbare containers C. Indien een object of systeem vast is of niet-flexibel, maak het beweegbaar of aanpasbaar  Flexibele verbindingen, bijvoorbeeld geextrudeerde scharnierdelen  Aluminium kliklijst D. Verhoog de hoeveelheid van vrije beweging  Highlite, gebruik het sandwich materiaal voor de beweging #16. Een beetje meer, een beetje minder A. Indien precies de juiste hoeveelheid van een actie moeilijk te behalen is, gebruik dan 'een beetje meer of 'een beetje minder' van de actie, om het probleem te elimineren  Matrijsmaat groter ivm krimp aluminium extrusie en gietwerk  Strek extrusieprofielen na het persen

# 17. Een andere dimensie A. Indien een object een rechte lijn bezit of zich hierlangs beweegt, overweeg dan het gebruik van andere dimensies of bewegingen buiten deze lijn.  Afgeschuinde of geschulpte randen op een knipmes of stans  Koelribben B. Indien een object zich op een draagvlak bevind of zich hierover beweegt, overweeg het gebruik van dimensies of beweging buiten het draagvlak.  Wenteltrap gebruikt minder vloeroppervlakte  Conische in plaats van gewone (vlakke) flens verbinding voor betere afdichting  Paperclip werkt door uitbuiging uit het normaalvlak  Draagvlak creëren door gebogen profielen toe te passen in constructie, het parapluprincipe C. Gebruik een stapel rangschikking van objecten in plaats van enkellagige rangschikking  Elektronische chips op beide zijden van een printplaat (dubbelzijdig) D. Her-oriënteer het object of systeem, leg het op zijn kant.  Breng verhogingen aan op oppervlakken om onderdelen ‘aan’ te laten liggen E. Gebruik 'een andere kant' van een gegeven object of systeem  Pers, schaaf of frees een groef in de achterzijde van een plaat om een scherpere bocht te zetten  Sla tekst op de rand van een profiel, bijvoorbeeld een onderdeelnummer #18. Mechanische vibratie A. Veroorzaak dat een object trilt of vibreert  Vibratie verdicht zand ten behoeve van het zandgietproces B. Verhoog de vibratie frequentie (mogelijk tot ultrasonisch)  Ultrasonische reiniging  Niet-destructieve scheuropsporing door gebruik van ultrageluid C. Maak gebruik van een object of systeem resonantie frequentie  Vergemakkelijk verspanen door de resonantie frequentie van het materiaal op te zoeken  Verhoog de actie van een katalysator door het te vibreren op de eigen resonantie frequentie D. Gebruik piezoelectrische vibratoren.  Piezoelectrische vibratoren verbeteren vloeibare atomisatie (verstuiven) in een spuitkop E. Gebruik gecombineerde veld oscillaties  Mengen van samenstellingen  Gecombineerd ultrasoon en verhitten in droogoperaties #19. Periodieke actie A. Vervang continue acties door periodieke of pulserende acties.  Periodiek onderhoud  Pulserend waterstraalsnijden  Pulserend reinigen  Pulserend MIG lassen om warmte inbreng te voorkomen door lagere stroom B. Indien een actie reeds periodiek is, verander de periodieke grootte of frequentie om aan externe vereisten tegemoet te komen.  Pulserende zuigkracht verbetert de prestatie, bijvoorbeeld pulserend spaanafvoer in geval van verspanende bewerkingen C. Gebruik ruimten tussen acties om verschillende nuttige acties uit te voeren.  Reinig filters door ze in tegengestelde richting uit te spoelen indien ze niet gebruikt worden. . #20. Continuïteit van nuttige acties A. Laat altijd alle delen van een object of een systeem op volle kracht of bij optimale efficiëntie werken.  Vliegwiel slaat energie op wanneer een voertuig stopt, zodat de motor kan blijven draaien met een optimaal vermogen  Constante snelheid in combinatie met een variabele stand van een propellerblad  Profiel zagen tijdens het extruderen, ‘vliegende zaag’ B. Elimineer alle ongebruikte of niet-productieve acties of werk.  Zelf-reinigende of zelf-legende filters elimineren uitvaltijd



Lean manufacturing

#21. Overslaan A. Leidt een actie met een erg hoge snelheid in om schadelijke neveneffecten te elimineren.  Gebruik een hogesnelheids boor om verhitting van het materiaal te voorkomen  Explosieforming #22. "Vermomde zegen" of "verander Citroenen in Limonade" A. Transformeer schadelijke objecten of acties (in het bijzonder, het milieu of de omgeving) zodat zij een positief effect bijdragen.  Gebruik verspilde hitte om elektriciteit op te wekken  Laat aluminium reageren met lucht zodat er een afsluitende laag ontstaat B. Voeg een tweede schadelijk object of actie toe om de effecten van een bestaand schadelijk object of actie te elimineren of te neutraliseren.  Voeg een buffermateriaal toe aan een corrosieve oplossing  Opofferingsmateriaal, bijvoorbeeld offerblokken op scheepsrompen C. Verhoog een schadelijke factor tot een dergelijk niveau dat het geen schade meer veroorzaakt.  Waterstraalsnijden of lasersnijden #23. Feedback A. Introduceer terugkoppeling om een proces of actie te verbeteren  Thermostaat regelt temperatuur  Statistieke Proces Besturing  Verkleurende slijtoppervlakken B. Indien feedback reeds gebruikt wordt, pas het aan naar de variaties in de operationele vereisten of voorwaarden.  Verander de gevoeligheid van een thermostaat indien er gekoeld resp. verwarmt wordt, omdat de energie minder efficiënt gebruikt wordt tijdens het koelen. #24. 'Intermediair' A. Introduceer een intermediair tussen twee objecten, systemen of acties.  Poedercoaten of anodiseren van aluminium  Coating op een beitel om wrijving te reduceren en het opbouwen van een valse snijkant  Wachttijd tijdens een fabricageproces  Breng een breekpen aan om te voorkomen dat dure of moeilijk te vervangen onderdelen defect raken. B. Introduceer een tijdelijke intermediair die verdwijnt of gemakkelijk verwijderd kan worden na dat het zijn functie heeft vervuld.  Botsvriendelijke aluminium lichtmast  Extrudeer een tussenschot mee welke later weggerold of weggebroken kan worden ten behoeve van het geleiden van een dunwandig en langwerpig profiel uit een extrusiepers #25. Zelfbediening A. Maak het mogelijk dat een object of systeem functies zelf doet of zichzelf organiseert.  Halogeen lampen regenereren de vezels die tijdens het gebruik verdampen, het materiaal slibt weer aan.  Zelfborgende moer  Zelfreinigende oven  Zelfbalancerend wiel. B. Maak gebruik van afval, energie, of substanties.  Gebruik hitte van een proces om elektriciteit op te wekken. "co-generatie".  Hergebruik/recycle aluminium om nieuw materiaal te produceren #26. Kopiëren A. Gebruik eenvoudige en goedkope kopieën in plaats van dure, en mogelijk kwetsbare objecten of systemen.  3D simulaties en Virtual reality  Virtuele mock-ups/elektronische voor-gemonteerde modellen

 Niet zelf alles uitvinden maar onderzoeken wat er al is B. Vervang een object of een actie door een optische kopie  Meet een object door de foto te meten of te vergelijken. C. Indien optische kopieën reeds gebruikt worden, maak gebruik van infrarode of ultraviolette golflengten.  Maak afbeeldingen in infrarood om hittebronnen op te sporen, ‘warmte-lekken’  Gebruik UV als een niet-destructieve opsporings- en inspectiemethode #27. Goedkope wegwerpartikelen A. Vervang een duur object of systeem door een aantal goedkope, korte levensduur objecten.  Aluminium folie en aluminium verpakkingen  Industriële coating (diamantlaag) gebruikt in snijgereedschappen #28 Mechanische vervanging / een ander zintuig A. Vervang een bestaand middel door een middel dat gebruikt maakt van een ander zintuig (optisch, akoestisch, smaak, gevoel of reuk)  Simulatie voor ontwerp door middel van 3D systemen  FEM berekeningsprogramma’s ten behoeve van doorrekenen van constructies B. Introduceer elektrische, magnetische of elektromagnetische velden om op een object of een systeem in te werken.  Om twee poeders te mengen, laadt elektrostatisch een positief en het ander negatief.  Magnetische lagers  Magnetisch veld geactiveerde schakelaars C. Verander van statisch naar beweegbaar, van vast naar variabel, en/of van ongestructureerde naar gestructureerde velden.  MRI scanners  Magneet optische spanningssensoren D. Gebruik velden in samenwerking met veldgeactiveerde (bijv. ferromagnetische) objecten of systemen.  Verhit een substantie die ferromagnetisch materiaal bevat door gebruik van variabele magnetisch veld.  Smelt aluminium schrot of afval door middel van permanent magneet vortex generator  Magnetische billet heaters #29. Pneumatisch en hydraulisch A. Gebruik gassen en vloeistoffen in plaats van vaste delen of systemen.  Overgang van mechanische naar hydraulische of pneumatische systemen  Waterslot, ‘zwanehals’  Hovercraft  Gaslagers #30. Flexibele schalen en dunne films A. Verwerk flexibele schalen en dunne films in plaats van vaste structuren.  Aluminium coating aan de binnenzijde van een zak chips  Gevelbekleding in geval van renovatie B. Isoleer een object of systeem van een potentiële schadelijke omgeving door het gebruik van flexibele schalen en dunne films  Bubbel verpakking  Hydrodynamische lagers  Anodiseren of poedercoaten van oppervlakken  Materiaal aanbrengen aan oppervlakken ten behoeve van mechanische versterking (uiterste vezelafstand)  Composiet-coating in aluminium waterleiding  Ingeschuimde aluminium delen van een rolluik  Aluminium folie in met BOPP film als verpakkingsfolie met hogere scheursterkte en breukweerstand #31. Poreuze materialen A. Maak een object poreus of voeg poreuze elementen toe.

    

Boor gaten, waar mogelijk, in een constructie om het gewicht te reduceren Spouwmuur isolatie Schuim aluminium Gebruik sponsachtige structuren als vloeistof absorptie media Breng gaten aan in oppervlakten om functies toe te voegen, bijvoorbeeld bij geluidswerende wanden of elementen, geluidswallen of gevelpanelen B. Indien een object reeds poreus is, voeg iets nuttigs toe aan de poriën  Gebruik een poreus metaalschuim om overtollig soldeersel van een verbinding weg te schrapen.  Opschuimende verf om brandvertraging te realiseren #32. Kleurveranderingen A. Verander de kleur van een object of zijn omgeving.  Kleuranodiseren.  Gebruik kleurveranderende thermische verf om temperatuur te meten  Camoufleren of (juist) accentueren B. Verander de doorschijnendheid van een object of zijn omgeving.  Lichtgevoelig glas C. Om de zichtbaarheid van dingen te veranderen, gebruik gekleurde toevoegingen of oplichtende elementen  Fluorescerende toevoegingen  UV markeerpennen gebruikt om gestolen goederen te identificeren  Gebruik tegengestelde kleuren om zichtbaarheid te D. Verander de uitstooteigenschappen van een object dat onderhevig is aan stralingshitte.  Gebruik van parabolische reflectoren in zonnepanelen om de energie opname te verhogen #33. Homogeniteit A. Maak met elkaar werkende objecten van hetzelfde materiaal (of materiaal met overeenstemmende eigenschappen).  Frictielassen zonder tussenkomst van een ander materiaal tussen de twee oppervlakken die samengevoegd dienen te worden.  Spanningsarme plaat of gegoten plaat  Anodiseer kwaliteit aluminium voor uniforme kleur  Corrosiebestendig aluminium bij gietlegeringen  Symmetrische matrijsontwerpen en gelijke wanddikten ter bevordering van de extrudeerbaarheid  Gebruik aluminium verbindingen (bouten, moeren, nagels, etc.) en voorkom galvanische (contact) corrosie  Homogeen gesmolten materiaal om koudscheuren van gietblokken te voorkomen #34. Afdanken en herstellen A. Laat elementen van een object of systeem die hun functie vervuld hebben verdwijnen (door oplossing, verdamping, etc.) of te voorschijn komen om te verdwijnen.  Gebruik opvulling bij het buigen van profielen die na de bewerking weggenomen (en hergebruikt) kunnen worden  Gebruik ‘overlengte’ bij het buigen of walsen en verwijder dit later  'Verloren-was' gietproces B. Herstel consumptieartikelen of wegwerp delen van een object of systeem tijdens de operatie.  Zelfslijpende messen/grasmachines/etc.  Restwaarde schrot zorgt voor inzameling en hergebruik aluminium #35. Parameter veranderingen A. Verander een fysieke staat van een object (bijv.naar een gas, vloeistof, of vast)  Gieten van complexe aluminium werkstukken  Legeringelementen aan aluminium toevoegen  Gebruik in plaats van een aluminium hoekverbinding uit etxrusieprofielen een gietstuk als hoekverbinding B. Verander concentratie of dichtheid.  Afschuurbare pakking in een afdichting

 Buigen door niet te rekken maar (samen) te drukken of stuiken C. Verander de graad van flexibiliteit  Gebruik regelbare dempers om het lawaai van delen die in een container vallen door de beweging van de zijwanden van de container te beperken.  Vulkaniseer rubber om de flexibiliteit en duurzaamheid te veranderen D. Verander de temperatuur.  Aluminium ten behoeve van stikstof tanks of in de ruimtevaart, blijven ondanks de lage temperatuur taai en sterk E. Verander de druk.  Elektronenstraal lassen in een vacuüm.  Hoge druk gieten F. Verander andere parameters  Geheugen legeringen/polymeren  Oppervlakte behandeling, de oppervlakte heeft andere eigenschappen als basismateriaal  ‘Cladden’, bekleden van oppevlakte #36. Fase overgangen A. Maak gebruik van fenomenen die plaatsvinden tijdens overgangsfasen (bijv. volume verandering, verlies of absorptie van hitte, etc.)  ‘spiegetje’ bij start smeltbadlassen van aluminium  Opdampen van aluminium (PVD coating) voor betere corrosiebestendigheid van staal of vervaardigen van optische spiegels #Principe 37. Thermische uitzetting A. Gebruik thermische uitzetting (of samentrekking) van materialen om een nuttig effect te bereiken.  Voeg een nauwkeurig passende verbinding samen door het binnenste deel door koeling te laten krimpen en het buitenste deel door verhitting uit te laten zetten, ze samen te voegen en terug te laten keren naar de evenwichtstoestand  Krimpverpakking B. Gebruik meerdere materialen met verschillende uitzettingscoëfficienten om verschillende nuttige effecten te bereiken.  Bi-metalen die in thermostaten gebruikt worden  Combineer materialen met positieve en negatieve uitzettingscoëfficienten om legering zonder (of op maat gemaakte) uitzetting te verkrijgen - bijv. legeringen gebruikt in de montage en lokatie van fragiele componenten van turbinebladen #Principe 38. Verrijkte oxidanten A. Vervang atmosferische lucht met zuurstof verrijkte lucht.  Anodiseer proces, een kunstmatige dichte aluminium oxidelaag  Smeltbadlasproces, bescherming tegen zuurstof door beschermgas Argon of Helium B. Gebruik pure zuurstof.  Gebruik nitriet zuurstof injectie om prestaties te verbeteren C. Gebruik ioniserende straling.  Geïoniseerde lucht om aërodynamische weerstand te reduceren D. Gebruik geïoniseerde zuurstof.  Versnel chemische reacties door het gas voor gebruik te ioniseren E. Gebruik ozon.  Ozon opgelost in water om organische vervuiling van scheepsrompen te verwijderen #Principe 39. Trage atmosfeer A. Vervang een normale omgeving door een trage. Voorkom afbraak van een hete metaal vezel door het gebruik van argon atmosfeer.  MIG/TIG lassen  Elektronenstraal lassen uitgevoerd in een vacuüm  Vacuüm verpakking  CO2 brandblusser

B. Voeg neutrale delen of vertragende elementen toe aan een object of systeem.  Marine luchtvaart brandstof bevat toevoegingen om het brandpunt te veranderen  Dempers  Geluidsabsorberende panelen/structuren  Voeg brand vertragers toe aan titaan om brand in riskante omgeving te voorkomen.  Brandwerende constructies die de opbrandtijd van het materiaal gebruiken als vertraging #Principe 40. Samengestelde materialen A. Wijzig van uniforme naar samengestelde (meerdere) materialen, waar ieder materiaal geoptimaliseerd is aan bepaalde functionele vereisten. Bijvoorbeeld glasvezelversterkt kunststof, bijvoorbeeld GLARE  Samengestelde schacht van een golf club bekleedt met structuren om het gewicht laag te houden, hoge flexibiliteit en hoge torsiestijfheid te geven.  Hard/zacht/hard meerlagige deklaag om corrosie eigenschappen, etc. te verbeteren, bijvoorbeeld anodiseren  Verander het materiaal van een bestaande constructie niet in het geheel van bijvoorbeeld staal naar aluminium, maar alleen daar waar mogelijk, stel het dus samen.  Stel systemen per functie samen, bijvoorbeeld stalen delen tbv. constructie, aluminium delen ten behoeve van de geleidbaarheid, vormgeving, corrosie-bescherming, etc. Schuif deze delen eventueel in elkaar, let wel op de mogelijkheden tot corrosievorming  Pas een aluminium sandwichpaneel toe om gewicht te besparen:  Honingraat als kern  Polyethyleen als kern, Alucobond zoals de gevel van het Aluminium Centrum  Polypropyleen als kern (Hylite), zoals de motorkap van de Volkswagen Lupo  Epoxyhars als kern  Polyester kern met aluminium huid Corapan® voor bijvoorbeeld trailerbouw en balkondekken  Aluminium hockeystick opgevuld met aluminiumschuim

Referenties: 1.

Darrell Mann and Ellen Domb, 40 Inventive (business) Principles with examples, TRIZ journal