Laat Amsterdam roemen op schoonheid en pracht Op straten en pleinen, op brug en op gracht Wij minnen ons dorpke, daar hebben w’ons woon Wij minnen ons Liempde, wij vinden het schoon Wij minnen ons Liempde, wij vinden het schoon Zijn akkers en velden verrukken het oog En canida’s rijzen als nergens zo hoog Laat anderen maar spreken van Liempde met hoon Wij minnen ons Liempde, wij vinden het schoon Wij minnen ons Liempde, wij vinden het schoon Wij kennen elkander en spreken van Jan Van Piet en van Mieke, wij noemen geen van En vader zijn voornaam zal duiden de zoon Wij minnen ons Liempde, wij vinden het schoon Wij minnen ons Liempde, wij vinden het schoon Wij minnen elkander en hangen aaneen Wie jong is vertrokken komt oud weer hierheen De klomp is in ere, de ploeg geeft haar loon Wij minnen ons Liempde, wij vinden het schoon Wij minnen ons Liempde, wij vinden het schoon De kronk’lende Dommel, de beemden bevrucht En talrijk zijn d’oudjes, gezond is de lucht De kinderen zijn speelziek en blozend van koon Wij minnen ons Liempde, wij vinden het schoon Wij minnen ons Liempde, wij vinden het schoon
Woningbouwlocaties Liempde 2015-2025 mei 2015
1
Inhoudsopgave 1 Inleiding
3
2 Huidige kwaliteit
4
Ruimtelijke structuur Beleving Huidig beleid op kwaliteit
3 Woningbouw anno 2015
11
Behoefte Beschikbare ruimte Belemmeringen
4 Sfeerbeelden per locatie
16
Locatie Kerheiseweg-Boxtelseweg Locatie Kerheiseweg-Nieuwe Erven Locatie Vendelstraat Locatie Cattestraat Uitbreidingslocaties
5 Strategie en planning
24
Keuze Strategie Draagvlak
Bijlage 1: landschap en cultuurhistorie Bijlage 2: Woonwensenonderzoek d.d. december 2010
2
29 42
1 Inleiding Het dorp Liempde, de politiek en de provinciale prognoses geven aan, dat er weer woningen gebouwd moet worden in Liempde. Terwijl elders in het land de bevolkingsomvang juist krimpt en er woningen vrij komen is er in deze regio nog een paar decennia lang groei te verwachten. Het perspectief van een op termijn krimpende bevolkingsomvang vraagt echter wel een kritische houding. Met deze notititie zijn drie aspecten extra belicht: 1) Hoe zorgen we dat Liempdeeen aantrekkelijke woonplaats blijft; 2) Welke woningtypes missen we in de woningvoorraad van Liempde? 3) Moeten we permanent of tijdelijk bouwen? Het is nu met een teruglopende vraag extra belangrijk om de kwaliteiten van Liempde te benutten en de juiste woningen te bouwen. Ondanks de vraag naar nieuwe woningen zal vanwege het bestaande aanbod de vraag naar vrijstaande gezinswoningen minimaal zijn. In deze tijd zoeken niet alleen de jongeren een geschikte woonstek. Ook een deel van de ouderen zoekt een geschikte woning waar ze gelukkig oud kunnen worden. Het lied op de voorpagina geeft goed aan hoe Liempde wordt beleefd. De hieronder aangehaalde frases geven aan, dat het goed wonen is in Liempde, maar dat er ook voor de terugkerende jongeren woongelegenheid moet zijn:
Wij minnen ons dorpke, daar hebben w’ons woon Wij minnen ons Liempde, wij vinden het schoon Wij minnen elkander en hangen aaneen Wie jong is vertrokken komt oud weer hierheen Liempde biedt genoeg ruimte voor nieuwbouw op maagdelijk terrein of door transformatie van bestaande gebouwen. Maar welke plek is het beste voor de beleving van het dorp, voor de ondersteuning van voorzieningen en voor de doelgroep? In deze notitie wordt u meegenomen in de aard van de woningvraag, de mogelijkheden en de keuze tot aanpak. In de eerste hoofdstukken worden de karakteristieken van Liempde benoemd. In de daarop volgende hoofdstukken wordt de behoefte aan woningbouw, de ruimte voor woningbouw en de belemmeringen voor woningbouw in beeld gebracht. Vervolgens wordt per locatie een sfeerbeeld gegeven van de mogelijke invullingen. De laatste hoofdstukken omvatten de strategie en de planning om te komen tot daadwerkelijke woningbouw.
3
2 Huidige kwaliteit Liempde is in de Brabantse context een uniek dorp Het staat bekend als een dorp met een gaaf bewaarde dorpskern. Maar wat bepaalt die kwaliteit? De identiteit van dit dorp is grotendeels gebaseerd op de ligging in het landschap en de cultuurgeschiedenis. Voor geinteresseerden is een uitgebreide beschrijving als bijlage toegevoegd. Daarnaast vormt natuurlijk ook het huidige gebruik en beleving een rol bij de identiteit.
2.1 Ruimtelijke structuur Het dorp Liempde bestond in beginsel uit een gebied met diverse buurtschappen op en later naast de akkers. Het huidige dorp heeft zich vanaf 1650 ontwikkeld temidden van de toen bestaande akkers en gehuchten rondom de schuurkerk (op de plek van het huidige Tooseplein). Hier ontstond de buurt Kerkeind. De toen bestaande bebouwing ging in 1864 grotendeels in vlammen op, waarna de huidige langgevelboerderijen werden gebouwd. In 1787 wordt het huidige raadhuis gebouwd, waardoor een nieuw centrum werd gecreeerd. De Dorpsstraat met aan de ene kant het Tooseplein en de andere kant het Raadhuisplein vormt de historische ruggegraad van het huidige Liempde. De meeste horeca en voorzieningen liggen op deze as.
4
In de periode 1800-1840 is de Nieuwstraat ontstaan en met de huidige winkels uitgegroeid tot de economisch ruggegraat van het dorpscentrum. In de huidige structuur zijn alle wegen op het raadhuisplein gericht. Deze radialen geven samen met de diverse dwarswegen de wegenstructuur de typische spinnenwebvorm. Het centrum wordt benadrukt door een plein met horeca, een raadhuis en veel levendigheid. e
e
Langs de radialen staat een mix van 19 eeuwse boerderijen en 20 eeuwse vrijstaande en halfvrijstaande woningen. Deze bebouwing bestaat voor het merendeel uit één woonlaag met zadeldak of wolfsdak. De bebouwing staat veelal dicht op de straat; de rooilijn is onregelmatig.
2.2 Beleving De radialen van het dorp zijn de beeldbepalende wegen. Het beeld van Liempde wordt gedomineerd door open bebouwing temidden van agrarische gronden en gehuchten en de Dommel. Het landschap langs de Dommel verraad met de begeleidende beplanting de vroegere meanders van de rivier en geeft zicht op de eeuwenoude open weilanden die in gebruik zijn door het grazende vee. Op sommige plaatsen zijn markante reliefsprongen (steilranden) te zien die de overgang van het beekdal naar de hogere gronden scherp begrenzen. Wat een bezoeker van het dorp het eerst opvalt is “individueel samen”, “sterke eigen identiteit ontleend aan de ruimtelijke structuur”: “geborgenheid en rust” en “kracht’. De oude kern aan de Kapelstraat-Dorpsstraat, de wegenstructuur met radialen en de ruimtelijkheid blijken bepalend voor deze beleving. Radiale wegenstructuur De beleving van Liempde wordt sterk bepaald door het overwegend radiale patroon van de wegen. Het dorp is vanuit het raadhuisplein verbonden met de vroegere gehuchten en huidige dorpen Olland, St. Oedenrode, Best, met de snelweg (en Velder) en natuurlijk met Boxtel. Alle wegen van Liempde leiden naar het Raadhuisplein. Daar komen de Oude Dijk, Keefheuvel, Den Achterhof, Oude Postbaan en Barrierweg samen. Dit knooppunt vormt het centrum van het dorp. Het nabijgelegen knooppunt van de Dorpsstraat, Nieuwstraat en Oude Dijk is als ontmoetingspunt vormgegeven. Liempde heeft een sterke eigen identiteit ontleend aan de ruimtelijke structuur. De wegen zijn licht gebogen, relatief smal en worden begeleid door hagen en gevels. Alle zichtlijnen binnen het dorp eindigen dus op een straatwand. Dit geeft het dorp zijn geborgenheid.
5
Lintbebouwing langs bestaande wegen e De 20 eeuwse woningbouw vond in eerste instantie plaats tussen de reeds bestaande boerderijen langs de toen bestaande wegen. Zo zijn intensief bebouwde linten ontstaan van individuele woningen van veelal één laag met een kap. Dit geeft het gevoel van “individueel samen”.
Kracht Door het kenmerkende stratenpatroon zijn er in Liempde vele ‘straatkoppen’. Op de hoekpunten/kruispunten zijn veelal levendige gevels te zien. De aanwezige bebouwing is daar op meer straten georiënteerd.
6
Raadhuisplein Vooral op het Raadhuisplein zijn een aanzienlijk aantal hoeksituaties te zien. De ruimten lopen deels in elkaar over. Het Raadhuis zelf heeft behalve door zijn grotere bouwvolume ook door zijn enigszins ‘vooruitgeschoven’ positie op één van de hoekpunten een sterke ruimtelijke werking. Aan weerszijden zet de pleinruimte zich voort in een wat kleinere open ruimte. Kerkbuurt In de ruimtelijke opbouw van de kerkbuurt komt het agrarische element sterker naar voren dan in de raadhuisbuurt. Aan de noordzijde van de Kapelstraat liggen enkele boerderijen van het langgeveltype. In de omgeving van het Tooseplein ligt de bebouwing strak tegen de weg, Daarbuiten hebben diverse boerderijen een voorerf. Tegenover de klompenmakerij is nog een doorzicht mogelijk naar het aangrenzende cultuurlandschap, waar populierenlanen het beeld sterk bepalen. Naar het oosten toe verdicht de bebouwing langs de Kapelstraat zich en ontstaat er een min of meer gesloten gevelwand van burgerwoningen, welke zich voortzet langs de noordzijde van het e e Tooseplein. De bebouwing van de kerkbuurt bestaat hoofdzakelijk uit laat-19 of vroeg 20 eeuwse panden. Het agrarische karakter van de kerkbuurt wordt ook benadrukt door een open binnengebied, dat wordt doorsneden door enkele onverharde paden, het Oude Kerkpad en de Cattestraat. Dit binnengebied dat deels bestaat uit achterven en er deels door wordt begrensd, kent een agrarische of half-agrarische bestemming. Goed passend binnen de historische ontwikkeling en de door populieren bepaalde ruimtelijke karakteristiek is de klompenfabriek, die in dit binnengebied is gelegen.
7
Akkers De open akkercomplexen bij Vrilkhoven en Hezelaar worden gekenmerkt door de openheid en de aanwezige zandwegen. Opvallend is het hoogteverschil van 1 tot 3 meter tussen de rand en het centrum van het akkercomplex. Het dorp wordt ten noorden van de Kapelstraat begrensd door het agrarisch gebied. De zone tussen de Kapelstraat en Smaldersestraat bestaat uit de kampen van het gehucht Den Berg en ten noorden van de Smaldersestraat ligt de karakteristieke en hoger gelegen Smalderse Akker. Waarschijnlijk is deze akker de basis van het gehucht Den Berg. De steilrand tegen de Dommel is gaaf en de Smalderseweg volgt het oude tracé. Tussen de Pastoor Dobbelijnstraat, Kerkakkers en Smaldersestraat ligt eveneens een complex van grote open akkers.De wegen hebben door hun lagere ligging het karakter van een holle weg. Ook hier is nog een karakteristieke steilrand naar de Dommel aanwezig. De Hezelaarse akkers ligt tussen het dorp en het gehucht Hezelaar. Zowel aan de kant van de Dommel als aan de Groote Waterloop komen steilranden voor. Het open en hooggelegen karakter, samen met de gaaf bewaard gebleven patroon van zandwegen maakt het akkercomplex bijzonder. Ten westen van het dorp ligt de karakteristieke Vrilkhovense akker. Het open en hooggelegen karakter, het patroon van zandwegen, de centrale holle weg, waterlopen en de verkaveling zijn grotendeels intact gebleven.
2.3 Huidig beleid op kwaliteit Het beschermd dorpsgezicht, het bestemmingsplan buitengebied 2011, de Verordening Ruimte en Het nationaal landschap Het Groene Woud sturen op het behoud en versterking van het unieke landschap. De uniciteit wordt beschreven met: • Het groene karakter • Kleinschalige openheid • Samenhangend complex van beken, essen, kampen, bossen en heides • Open akkercomplexen Leesbaar landschap In de loop der eeuwen hebben wij het landschap ondergeschikt gemaakt aan de menselijke activiteiten. De kwaliteit van leven en wonen hangt nauw samen met het landschap. De provincie streeft naar een goed leesbaar landschap. Bij de planvorming kan de leesbaarheid worden versterkt door de landschappelijke kwaliteit van het beeksysteem van de Dommel (Dommel en grote waterloop) te versterken en de contrasten tussen zand- en leemgronden tussen hoog en laag te versterken. Daarnaast vinden alle overheden het belangrijk om water vast te houden in alle haarvaten van het watersysteem. Dit moet enerzijds bijdragen aan het herstel van het grondwater en anderzijds aan de opvang van regenwater. Door de klimaatveranderingen zullen de regenbuien in de toekomst heftiger worden wat in ons stedelijk gebied opgevangen dient te worden.
8
Dommeldal Het Dommeldal bestaat uit beemden (vochtige graslanden), half verlandde afgesneden meanders en kleine landschapselementen als poelen en houtsingels. In het Dommeldal broeden IJsvogel, Patrijs, Grasmus, Kerkuil, Blauwborst en Roodborsttapuit. In de poelen komen onder meer Kamsalamander, Waterspitsmuis en Groene Kikker voor. De Dommel zelf is een traag stromende laaglandbeek, op enkele plaatsen zijn nog landduinen aanwezig. De gemeenten Boxtel, Best en Oirschot, waterschap De Dommel en de provincie NoordBrabant hebben een gebiedscontract afgesloten om middels het Groen Blauw Stimuleringskader het agrarische cultuurlandschap te versterken. De partijen willen een impuls geven aan het agrarisch gebied in landschappelijk, ecologisch, recreatief en sociaaleconomisch opzicht. Voor dit doel stellen zij de komende zes jaar gelden beschikbaar. Via de aanvullende opgaven voor de 'Proeftuin Het Groene Woud' is aanvullend budget beschikbaar gesteld voor water- en recreatieve doelen. Het natuurlijker maken van de (vroeger gekanaliseerde) Grote Waterloop is in dit kader als project opgevoerd. Open akkers De Hezelaarse en de Vrilkhovense akkers zijn gewaardeerd als ‘historisch akkercomplex’ (zie onderstaande kaart). Beide open akkers maken deel uit van een uitgestrekt, en cultuurlandschappelijk zeer goed bewaard gebleven ensemble rondom Liempde. Kenmerkend zijn duidelijk herkenbare open akkers, met hun steilranden, en onverharde beplante wegen, en de bebouwing (Hezelaar), of in de nabijheid geconcentreerd (Vrilkhoven). Ook de samenhang tussen de Hezelaarse Akkers en de weide- en hooilanden langs de Groote Waterloop is nog goed herkenbaar en erg kenmerkend. De snelweg doorsnijdt de Vrilkhovense Akker. De bebouwing van Liempde op beide akkers heeft de akkers verkleind en deels aan het zicht onttrokken.. Op onderstaande provinciale cultuurhistorische waardekaart zijn de cultuurhistorische waarden van het dorps-landschap samengevat. Deze gebieden zijn archeologisch van zeer hoge waarde. De pictogrammen wijzen op monumenten. Deze waardering is verwerkt in het bestemmingsplan buitengebied.
9
Cultuurhistorische waardekaart (interpretatie) RAAP-rapport sept. 2011 Op bovenstaande figuur is de ligging van de karakteristieke open akkercomplexen te zien. Aan de westzijde de hoogst gelegen Vrilkhovense akkers, aan de oostzijde de Hezelaarse akkers (die tot aan de Dommel doorlopen), aan de noordzijde de Kerkakkers en Smalderse akker.
10
3 Woningbouw anno 2015 3.1 Behoefte Door de provincie wordt de ontwikkeling van de bevolkingsopbouw en -groei gemonitord en de behoefte aan nieuwbouw voor de korte en lange termijn (tot 2030) geprognotiseerd. Tot 2030 wordt voor Boxtel een afnemende bevolkingsgroei verwacht. Tussen 2025 en 2030 zal de bevolkingsgroei minimaal zijn, De groei in huishoudens zal in deze jaren 1,5 keer zo groot zijn net als de groei in eenpersoonshuishoudens. In deze prognose is rekening gehouden met recente ontwikkelingen in het rijksbeleid, waardoor een groot deel van de verzorgingshuiszorg zal worden geëxtramuraliseerd. Het gaat dan over vormen van beschermd wonen, beschut wonen,verzorgd wonen en geschikt wonen. De hieruit voortvloeiende behoefte zal naar verwachting tot 2040 toenemen.
In regionaal verband worden vervolgens afspraken gemaakt over de woningbouwproductie voor de korte termijn, (binnen de eerste periode van onderstaande tabel) . De provinciale prognoses voor Boxtel zijn de laatste jaren steeds naar boven bijgesteld. Anno 1-1-2015 is volgens de provincie nodig: Perioden 2015-2020 2020-2025 2025-2030 2015-2030
Gemeente Boxtel Ca 790 Ca 520 Ca 330 Ca 1640
Liempde Ca 130 Ca 85 ca 55 Ca 270
In het kader van de woonvisie wordt over deze prognoses een gemeentelijk standpunt bepaald. In het kader van dit onderzoek naar geschikte woonlocaties is het exact aantal noodzakelijke woningen niet relevant. Duidelijk is, dat woningbouwlocaties voor relatief grote aantallen woningen nodig zijn. Voor Liempde zijn volgens deze prognoses op korte termijn (tot 2020) ongeveer 130 woningen gewenst. De recent ontwikkelde plannen waren gericht op vrijstaande woningen (particuliere plannen) en zorgwoningen (witte school). Voor de huidige vraag is nog geen bouwruimte beschikbaar. Voor de langere termijn (tot 2030) zijn nog eens een 140-tal woningen nodig. Uit het woningmarktonderzoek van december 2010 (zie bijlage 2) blijkt, dat Liempde meer dan voldoende woningen in de vrije sector heeft, maar onvoldoende woningen voor de kleine huishoudens beschikbaar heeft. De nieuwbouwplannen voor de omgeving Looeind (aan de zuidzijde van Liempde) waren destijds gericht op de vrije sector (vrijstaande en halfvrijstaande woningen), omdat dit het best zou passen bij de reeds bestaande boerderijen. De ‘Nieuwe wijk’ van de jaren ’50 en ’60 omvatte eveneens vrijstaande en halfvrijstaande woningen. In het plan Keefheuvel van de jaren ’70 zijn veel halfvrijstaande woningen gebouwd en een paar rijen geschakelde woningen. In de jaren ’80 werd een groot deel van de Kerkhei bebouwd met een mix van halfvrijstaande en woningen en geschakelde woningen. Bij de ontwikkeling van Heidonk in de jaren ’90 lag het accent wederom op halfvrijstaande woningen.Ook bij plan Strijpenhof van na 2000 lag het accent op de halfvrijstaande woningen.
11
Met het plan Heideweg is tegemoet gekomen aan de grote vraag aan (goedkopere) kleinere starterswoningen. De jeugd investeert graag in een woning, waar ze een gezin kunnen starten. Vanwege de veranderingen in de maatschappij (ouder wordende bevolking, langer thuis blijven wonen, minder kinderen, meer behoefte om gescheiden te leven, meer behoefte aan flexibiliteit, woning is geen belegging meer) is er een sterke behoefte ontstaan aan juist kleinere wooneenheden. Het college heeft zich de vraag gesteld, of dit voor Liempde afwijkende woontype op een ruimtelijk verantwoorde manier inpasbaar is.
3.2 Beschikbare ruimte Van oorsprong zijn in Liempde de doorgaande wegen en de daartussen gelegen akkers benut voor woningbouw. In de jaren ’70 en ’80 zijn ook de randen van de Vrilkhovense akker en Hezelaarse akker bebouwd. De karakteristieke bolle akkers zijn grotendeels gevrijwaard van bebouwing en momenteel in alle beleidsstukken beschermd. Vandaag de dag zijn er twee mogelijkheden voor woningbouw: 1) Bebouwing binnen het dorp: a. Verdichting van de bestaande lintbebouwing b. Nieuwbouw op grote achtererven 2) Benutting uitbreidingslocaties. Ad 1a) Het dorp is in de loop der jaren van agrarisch dorp getransformeerd naar een ‘landelijk’ dorp. Een verdere verdichting van de beeldbepalende linten zoals de Boxtelseweg, Oude Dijk, Kerkheiseweg (door benutting van de grote tuinen) biedt vanuit volkshuisvestelijk oogpunt geen meerwaarde; het aantal woningen is te gering en er is geen behoefte meer aan vrijstaande woningen. Een splitsing van de grotere woningen t.b.v. kleine huishoudens kan wel bijdragen aan volkshuisvestelijke doeleinden. Deze mogelijkheid ontstaat vaak pas bij leegstand en met enige ondernemerszin van de eigenaar. Het toevoegen van kleinere eenheden zal snel afbreuk doen aan het ‘landelijke’ karakter van Liempde. Ad 1b) Binnen Liempde bestaan nog een paar locaties waar woningbouw op het achterterrein denkbaar is. Maar naar inschatting zullen deze locaties niet aan de kwantitatieve vraag kunnen voldoen en zal de ontwikkeling tijd nodig hebben. Ad 2) Uitbreiding is denkbaar en kan redelijke aantallen woningen mogelijk maken. De gemeente Boxtel bezit gronden op de Hezelaarse akkers.. Deze zijn op nevenstaand plaatje blauw gekleurd. U ziet de uitbreidingswijk ‘Koolhof’ aan de westzijde en de onverharde Heuvelstraat aan de noordzijde. Bebouwing van deze gronden zou vandaag de dag een aantasting van de karakteristieke akker zijn. (Voor nadere motivatie zie de bijlage). Vooral aan de noordzijde en zuidzijde van het dorp worden mogelijkheden gezien voor woningbouw. De sportvelden zijn in theorie ook geschikte locaties, maar dan moeten er elders weer sportvelden worden gecreeerd.
12
De volgende argumenten hebben een rol gespeeld bij de keus van de te onderzoeken locaties: - Nabijheid bij centrum(voorzieningen) van Liempde - Mogelijkheid voor minimaal 5 woningen - Minimale belemmeringen voor woningbouw - Maatschappelijk draagvlak - Vrijwaring van waardevolle bolle akkers en Dommeldal Dit heeft geleid tot de keuze voor de volgende locaties:
Smaldersestraat BoxtelsewegKerkheiseweg
Cattestraat Vendelstraat
Nieuwe ErvenKerkheiseweg
HamsestraatRoderweg
3.3 Belemmeringen Er zijn verschillende factoren die woningbouw kunnen belemmeren: - Vervuilde grond - Belastende bedrijfsactiviteiten in omgeving - Te verplaatsen bedrijfsactiviteiten op of rondom de gronden - Waarde van de grond (ecologie, cultuurhistorie), die beleidsmatig beschermd wordt - Moeizame ontsluiting/potentiele overlast van ontsluiting voor omwonenden - Moeizame ontwikkeling vanwege een groot aantal particuliere eigenaren - Aantasting van de eigenheid van het dorp/ gebrek aan draagvlak Daarnaast speelt het onderwerp ‘klimaatadaptie’ een belangrijke rol. De komende decennia zal het warmer worden in onze stedelijke kernen. De aanwezigheid van groen en water zijn belangrijk voor de koeling en voor de opvang van de extreme regenbuien.. Mogelijke woningbouwlocaties zijn ook mogelijke locaties voor water en groen.
13
In het kader van dit locatie-onderzoek is slechts een risico-analyse uitgevoerd, een quick scan naar mogelijke belemmeringen. Het is aan de grondeigenaar c.q. ontwikkelaar om hier nader onderzoek naar te doen. Locatie Kerkheiseweg-Boxtelseweg Er zijn geen aanwijzingen voor mogelijke vervuiling van de bodem door bijvoorbeeld belastende bedrijfsactiviteiten. Het terrein wordt aan drie zijden omringd door woningen. Aan de Bergstraat zijn enkele bedrijven gevestigd, waarvan de activiteiten inpasbaar zijn in een woonomgeving. In de directe omgeving staan al woningen. Het terrein wordt voor eventuele weggeluidhinder afgeschermd door reeds bestaande woningen. Het terrein heeft een 10-tal eigenaren. Door de eigenaar van de twee percelen die ontsloten kunnen worden op de Kerkheiseweg is belangstelling getoond voor ontwikkeling. De grond ligt buiten de hoofdwegen van het ‘spinnenweb’ en heeft daardoor nauwelijks effect op het karakter van Liempde. De locatie is diverse keren door het dorp aangedragen als potentiële locatie. Locatie Kerksheiseweg-Nieuwe Erven Er zijn geen aanwijzingen voor mogelijke vervuiling van de bodem door bijvoorbeeld belastende bedrijfsactiviteiten. Het terrein wordt aan alle zijden omringd door woningen. Het terrein wordt voor eventuele weggeluidhinder afgeschermd door reeds bestaande woningen. Het terrein kent een 7-tal eigenaren. De grond ligt buiten de hoofdwegen van het ‘spinnenweb’ en heeft daardoor nauwelijks effect op het karakter van Liempde. De locatie is diverse keren door het dorp aangedragen als potentiele locatie. Locatie Cattestraat De locatie is van oudsher het centrum van Liempde, waar diverse activiteiten hebben plaatsgevonden. Mogelijk dat het huidige gebruik als klompenfabriek effect heeft gehad op de bodemkwaliteit. De grond is archeologisch zeer interessant, maar behoort ook tot het beschermd dorpsgezicht. De straten in de omgeving hebben een beperkte dimensie. De ontwikkeling is beeldbepalend voor het dorp. In de directe omgeving bevinden zich een paar horecagelegenheden. Onderzocht moet worden in hoeverre deze functies belemmerend zijn voor een woonfunctie. In het idop-Liempde werd deze locatie ook als mogelijke inbreidingslocatie genoemd. Locatie Vendelstraat Deze locatie heeft lang een agrarisch gebruik gekend en is daarna enkele decennia als bedrijf in gebruik geweest (terrazzo-werk respectievelijk garage). Onbekend is of de bedrijfsactiviteiten effect hebben gehad op de bodemkwaliteit.. Het terrein wordt omgeven door woningen. Er worden geen belemmeringen verwacht vanwege verkeer of andere functies in de omgeving. Het terrein heeft een langgerekte vorm, de omgeving is voor Liempdse begrippen al intensief bebouwd. Het is niet duidelijk wat nieuwbouw voor het woongenot van omwonenden betekent. Er zijn kansen om het plangebied groter te maken dan het huidige terrein. . Dit impliceert dan wel vervroegde afschrijving van het vastgoed. Locatie Smaldersestraat De locatie kent van oudsher een agrarisch gebruik. Er zijn geen vermoedens van bodemvervuiling.
14
Binnen deze locatie zijn nog een tweetal agrarische bedrijven actief, die effect hebben op mogelijke woningbouw. Verplaatsing of nadere afspraken zijn nodig voor benutting van de gehele locatie. De ontsluiting van het gebied verdient extra aandacht. De mogelijke ontsluiting op de hoofdstructuur (Boxtelseweg) wordt door bebouwing geblokkeerd. Bij handhaving van de agrarische bedrijven kan het oostelijk deel van de locatie grenzend aan Strijpenhof worden benut. De ontsluiting van dit deel kan via ‘de achterkant’, het reeds verharde deel van de Smaldersestraat, plaats vinden. Deze gronden zijn voor de provincie waardevol, omdat ze grenzen aan het ecologisch waardevolle Dommeldal. De gronden zijn tevens waardevol uit oogpunt van cultuurhistorie. In het beschermd dorpsgezicht wordt het zicht op de het buitengebied als randvoorwaarde genoemd voor eventuele ontwikkelingen. De overgang van buitengebied naar bebouwde kom is belangrijk voor de identiteit van Liempde. Het beleid van de provincie is gericht op ‘integratie stad-land’ wat impliceert, dat de locatie niet versteend mag worden. De locatie wordt door het dorp steeds genoemd als mogelijke woningbouwlocatie. Locatie Hamsestraat-Roderweg Deze locatie ligt eveneens aan de rand van het dorp in het agrarisch gebied. Er zijn geen vermoedens van vervuilde grond. In de directe omgeving ligt een kas, een tankstation en een bedrijventerrein. Van het bedrijventerrein is bekend, dat er effecten zijn tot ca.20 meter in het studiegebied. Van het tankstation worden weinig negatieve effecten verwacht. Omliggende agrarische bedrijven liggen op ruime afstand van het plangebied. De aanwezige bedrijven geven naar verwachting geen noemenswaardige belemmering voor woningbouw. Het beleid van de provincie is gericht op ‘integratie stad-land’ wat impliceert, dat de locatie niet versteend mag worden. Er worden mogelijkheden gezien om hiervoor de zuidelijke rand rondom de Groote Waterloop van een groene zone te voorzien. De overgang van buitengebied naar bebouwde kom is belangrijk voor de identiteit van Liempde. De locatie grenst aan twee beeldbepalende radialen.
15
4 Streefbeelden per locatie Onderstaande prenten illustreren de mogelijkheden voor woningen voor kleine huishoudens op de verschillende locaties. Nieuwe woningbouwlocaties moeten ook flexibel zijn om in te kunnen spelen op een veranderende vraag.
4.1 Locatie Kerheiseweg-Boxtelseweg
Kenmerken Het ruime binnenterrein is in particuliere handen, maar heeft een semi-agrarisch gebruik. Dit typeert het agrarische verleden van het dorp Aan de oostzijde worden de percelen scherp begrensd door hagen en muren. Aan de westzijde zijn de percelen het verlengde van de tuin. Het terrein is toegankelijk vanaf de Kerkheiseweg. Wellicht ontstaan er nieuwe mogelijkheden met een eventueel vertrek van de aan de Bergstraat aanwezige bedrijven. Zowel de Boxtelseweg als de (minder belangrijke) Kerkheiseweg maken deel uit van het spinnenweb wegennet. Een tweede toegang vanaf bijvoorbeeld de Bergstraat is voor dit geringe aantal woningen functioneel wenselijk. Vanuit ruimtelijk oogpunt is een een ondergeschikte toegang op de radiaalstructuur gewenst. Op die manier voegt de nieuwbouw zich in de bestaande setting. De bebouwing grenzend aan de locatie bestaat uit langgerekte bouwmassa’s die wisselend parallel en haaks op de straten staan. Sfeerbeeld
16
De beslotenheid en de wisselend georienteerde bouwmassa’s geeft een aanleiding om het gebied in te richten met langgerekte massa’s, zie bovenstaand sfeerbeeld. Deze manier biedt een mogelijkheid om kleinere woningen in rijtjes van 3 of 4 te realiseren.
Binnen deze bouwvorm kunnen woningen voor kleine huishoudens worden gerealiseerd in zowel gondgebonden variant als appartement. Ook biedt dit ruimte voor twee-onder-eenkappers. De opzet biedt mogelijkheden voor een gefaseerde uitvoering. Zo kunnen 15-20 woningen worden gerealiseerd. De eigenaren van de oostelijke percelen zijn al bereid om hun gronden voor ontwikkeling in te zetten.
17
4.2 Locatie Kerkheiseweg-Nieuwe Erven
Kenmerken Het terrein heeft een speelse vorm en van twee zijden toegankelijk. De locatie is een soort scharnier tussen de gebieden met grote en brede kavels aan de westzijde en de veel smallere en intensiever bebouwde kavels aan de oostzijde. De bebouwing rondom het terrein bestaat uit vrijstaande en halfvrijstaande woningen, expliciet geen langgevelboerderijen, maar moderne woningen. De omliggende straten zijn onderdeel van de spinnenweb structuur. Karakteristiek zijn de onregelmatige kavelvormen, bomen en schuurtjes. De locatie en de eigendomssituatie geeft een aanleiding voor het bouwen van mantelzorgwoningen/ woningen voor kleine huishoudens/familie-erf-woningen in een tuinachtige setting. Sfeerbeeld
18
Iedere eigenaar kan zijn eigen woning in zijn achtertuin bouwen, mits er een gezamenlijke ontsluiting en opvang van parkeren is geregeld. Gezien het beperkt aantal woningen kan de toegangsweg als een oprijlaan/vakantieparkontsluiting worden vormgegeven. Daarmee kan de nieuwbouw ondergeschikt worden aan de bestaande structuur.
Binnen dit sfeerbeeld zijn langs de wegen, passend in het straatbeeld, een vrijstaande villa of 2onder-1-kap woning mogelijk, en op het binnenterrein woningen met een voetprint van grofweg 70-75m2 en maximaal 300m3. Mogelijk dat het studiegebied bij meer belangstelling van omliggende eigenaren kan worden uitgebreid Het aantal woningen dat (met behoud van de Liempdse kwaliteit) gebouwd kunnen worden varieert van 9-12.
19
4.3 Locatie Vendelstraat
Kenmerken Het terrein heeft een langgerekte vorm en wordt via een smalle strook op de Vendelstraat ontsloten. In de directe omgeving staan woningen uit de jaren ’70. De achtertuinen zijn beperkt van grootte. Aan de zuidzijde staan complexjes seniorenwoningen van één laag met een kap. Dit is het woningbezit van Goed wonen Liempde. Het studiegebied omvat het terrein van de voormalige garage alsook een woonblok van stichting Cello die het complex recent hebben opgeknapt. Sfeerbeeld Het gebied biedt ruimte voor korte halfvrijstaande woningen en rijtjes voor kleinere huishoudens. Uit de verschillende verkavelingsstudies blijkt, dat een ruimtelijk goede herontwikkeling van deze gronden alleen mogelijk is in combinatie met vernieuwing van het omliggende woningbestand van ‘Goed Wonen Liempde’ en het Cellocomplex.
20
4.4 Locatie Cattestraat
Kenmerken Deze locatie is momenteel benut door de klompenmakerij.. Het ligt in het historisch centrum en wordt omringd door langgevelboerderijen uit de periode 1650-1800, maar ook door woningen uit de na-oorlogse periode. De bebouwing bestaat vooral uit één laag met een kap. De bebouwing van de klompenmakerij dateert eveneens van de periode na 1945. De organische ontwikkeling komt tot uiting in de vormen van de verschillende kavels: grote, zeer dicht bebouwde kavels naast kleinere met grillige vormen. De historische plek wordt benadrukt door bomen en de greppel aan de noord-westzijde. Het doorzicht naar het buitengebied met dommeldal benadrukt de landelijke/agrarische setting. Sfeerbeelden Uitgangspunten voor dit studiegebied zijn: geen extra weg, ontsluiting bij voorkeur vanaf de noordzijde, behoud van karakteristiek straatprofiel Oude Kerkpad. De gepresenteerde sfeerbeelden betreffen een variant met los gespreid liggende bebouwing en een variant met bepekte bebouwing en gezamenlijk groen in de vorm van een moestuin of dergelijke Het gebied biedt ruimte voor 5-8 woningen.
21
4.5 Uitbreidingslocaties De beide uitbreidingslocaties bieden meer mogelijkheden. Net als bij de kleinere locaties is hier gezocht naar de kwaliteiten in de directe omgeving waar op ingespeeld moet worden. Beide uitbreidingslocaties liggen op de rand van de zandrug.
Kenmerken De zone tussen de Smaldersestraat en de Dommel omvat de Smalderse akkers en vormt volgens het provinciaal beleid onderdeel van het Dommeldal. Het feitelijke dal ligt daar weer ten noorden van. Dit dal heeft vanwege de weilanden een open karakter. De onverharde Smaldersestraat vormt net als de onverharde Heuvelstraat bij de Hezelaarse akkers onderdeel van de Smalderse akkers en een fietsverbinding. Het gebied is bereikbaar vanaf de Smaldersestraat (die vanaf de Vendelstraat voor een deel al is verhard). Het gebied sluit ook aan op De Bocht (waar het agarisch bedrijf en kas de toegang belemmerd). De toegang vanaf de Molenstraat is niet aan te bevelen. Het profiel is afgestemd op kleinschalige verkeersstromen en fietsers. Aan de zuidzijde van de locatieHamsestraat-Roderweg bevinden zich de nattere broekbossen. Dit gebied kan worden gekarakteriseerd als een coulissenlandschap, een landschap met groene kamEr zijn goede mogelijkheden om het gebied op de radialen te ontsluiten. Uitgangspunten voor Smaldersestraat: 1) Het gebied dient minimaal tweezijdig ontsloten te worden, waarbij het fietspad wordt gerespecteerd. Gezien het beschermd dorpsgezicht rondom de Kapelstraat moet visueel contact tussen Kapelstraat en buitengebied mogelijk zijn. Gestreefd moet worden naar een verkaveling met strakke straten gericht op de Dommel. 2) Er wordt gedacht aan het realiseren van een schil rondom Strijpenhof die vanaf de verharde Smaldersestraat ontsloten wordt. Gezien de ligging aan de rand van het dorp
22
3)
4)
dient te worden gestreefd naar een open verkaveling. Gestreefd moet worden naar handhaving van de onverharde Smaldersestraat. Verder wordt gedacht aan een buurtje ter plaatse van de huidige kas, grenzend aan de achtertuinen van de woningen aan de Molendijk en ter plaatse van het agrarisch bedrijf dat via de Bocht op de Kapelstraat wordt ontsloten. Naar verwachting kan dit niet op korte termijn tot ontwikkeling worden gebracht. Naar inschatting kunnen twee buurtjes van 30-40 woningen worden gerealiseerd.
Uitgangspunten voor Hamsestraat-Roderweg 1) De ontsluiting van het gebied dient zowel via de Hamsestraat als de Roderweg plaats te vinden. Dit past bij de omliggende wegenstructuur. 2) De toegangswegen dienen zoveel mogelijk begeleid te worden door bij voorkeur populieren. 3) Gestreefd moet worden naar een verdeling van woningen in groen omrande kamers. Verder dient de gehele buurt een dorpse (en groene) overgang te krijgen naar en een fysieke verbinding met de nattere gronden aan de zuidzijde en de Groote Waterloop. 4) Het naastgelegen bedrijventerrein vergt een milieukundige afstemming. 5) Naar inschatting biedt deze locatie ruimte voor 80 woningen. .
Met een voorzichtige inschatting bieden de locaties ruimte voor ca 200 woningen. In de verdere toekomst kunnen door ontwikkelingen nieuwe locaties beschikbaar komen.
23
5 Strategie en planning 5.1 Keuze In de laatste 5 jaar heeftde gemeente meegewerkt aan kavelsplitsing ten behoeve van kleinere vrijstaande woningen. Daarnaast heeft de gemeente het plan Heideweg tot ontwikkeling gebracht en de herontwikkeling van de ‘Witte school’ gefaciliteerd. Hieronder is weergegeven hoe de toekomstige woningbouw kan worden gewaarborgd. Conclusies onderzoek Volgens de prognoses is op korte termijn een fors aantal nieuwe woningen nodig. Volgens de provinciale richtlijnen dienen eerst de inbreidingslocaties te worden benut en daarna de uitbreidingsmogelijkheden. De inbreidingslocaties kunnen echter niet in een kort tijdsbestek ontwikkeld worden en leveren te weinig kwantiteit. Niet alle locaties zijn even geschikt voor woningbouw. De locatie Cattestraat heeft een hoge cultuurhistorische waarde, die met enkel woningbouw verloren zou gaan. Andere functies als toerisme en recreatie passen hier wellicht beter. De ontwikkeling van de locatie voor woningbouw kost relatief veel energie en levert een geringe bijdrage aan het volkshuisvestingsbeleid. Voor de locatie Vendelstraat is een acceptabele verkaveling en ontsluiting pas mogelijk in samenhang met de naastgelegen complexen. Het naastgelegen Cello-complex is recent gerenoveerd en de seniorenwoningen van Goed Wonen Liempde zijn financieel nog niet afgeschreven. De locatie Smaldersestraat kan slechts gedeeltelijk worden ontwikkeld. Het uitzicht over de bestaande weilanden past goed bij het beschermd dorpsgezicht. De plek van de agrarische bebouwing is geschikt voor woningbouw maar moet eerst vrijkomen. Een afronding van plan ‘Strijpenhof’ is op korte termijn mogelijk. De locatie is meer geschikt voor een open bebouwingswijze dan voor geschakelde woningen. De locatie Kerkheiseweg-Boxtelseweg biedt zeer goede mogelijkheden voor de gewenste woningtypen en kan gefaseerd worden gerealiseerd. Het bouwvolume blijft beperkt tot 20 en realisatie is afhankelijk van de ontwikkelzin van particuliere eigenaren. De locatie Kerkheiseweg-Nieuwe Erven biedt goede mogelijkheden voor ‘generatie-wonen’. In beginsel kan elke bestaande woning in de achtertuin worden voorzien van een kleine unit voor ouderen of juist de jeugd. In tweede instantie is een gezamenlijke ontsluiting aan de binnenzijde mogelijk. Het bouwvolume blijft beperkt tot ca 12 en realisatie is afhankelijk van de ontwikkelzin van particuliere eigenaren. Deze locatie leent zich ook voor een tijdelijke invulling. De locatie Hamsestraat-Roderweg is de eerste voorkeurslocatie: De belemmeringen zijn hier minimaal (geen dommeldal, geen open akkers), de mogelijkheden voor ontsluiting zijn goed en er kan een behoorlijke bijdrage worden geleverd aan de woningvraag zonder aantasting van de Liempdse kwaliteiten. Er zijn mogelijkheden voor een combinatie met het verfraaien van de Groote waterloop.
De hierboven genoemde mogelijkheden kunnen leiden tot een toevoeging van ca 200 woningen.
24
5.2 Strategie Volgens de provinciale prognoses zou ruimte moeten worden gevonden voor circa 270 woningen, waarvan 130 op korte termijn. In 2015 wordt een nieuwe gemeentelijke woonvisie opgesteld die helderheid zal geven op de gemeentelijke opgave. Indien de provinciale lijn wordt overgenomen, zullen alle locaties hard nodig zijn. Er zijn meer mogelijkheden om tot de gewenste woningbouw te komen. Door veranderende behoeften (ten aanzien van bijvoorbeeld zorg, religie) kunnen gebouwde voorzieningen vrij komen voor het wonen. Daarnaast is ook woningsplitising of omzetting van grotere boerderijen tot een vorm van appartementen mogelijk. Deze ontwikkelingen kunnen nog moeilijker worden ingepland dan de ontwikkeling van de gezamenlijke binnentuinen. Meewerkende gemeente Geen enkele locatie is gemeentelijk eigendom. In dit nieuwe economisch tijdperk is het ook niet meer aan de gemeente om tot aankopen over te gaan. De gemeente moet wel zorgen dat er voor de doelgroep woningen beschikbaar komen. De gemeente zal vooral regiseren en faciliteren. Dit betekent, dat de gemeente door onderzoek en beleidskeuzen in beeld brengt wat er gebouwd moet worden en dit actief uitdraagt. Partijen die zich melden voor ontwikkeling van de gewenste woningbouw zullen door de gemeente worden begeleid bij het doorlopen van de processen. De gemeente zal aangeven welke (procedurele) stappen nodig zijn om uiteindelijk tot woningbouw te komen. Bij de potentiële inbreidingslocaties zal de gemeente actief contact opnemen met de grondeigenaren. Voorstel Uitgegaan wordt van een relatief forse woningbouwproductie op korte termijn. Onderstaand voorstel is daarom gericht op een optimale woningbouwproductie: binnen een kort tijdsbestek en met beperkte capaciteit komen tot een maximale woningbouwproductie. Alle energie wordt ingezet op de eerste voorkeurslocatie. Het bouwtempo wordt aangepast op de concrete vraag uit het dorp. Indien blijkt dat de voorkeuslocatie Hamsestraat-Roderweg niet snel tot ontwikkeling kan komen, zal als mogelijk worden doorgepakt op de locatie Smaldersestraat. Op korte termijn wordt ook met de eigenaren van de percelen binnen de locaties KerkheisewegBoxtelseweg en Kerkheiseweg-Nieuwe Erven contact opgenomen om de ideeën voor ontwikkeling te ontvouwen. In het gesprek moet blijken hoe de eigenaren hun tuinen waarderen, of zij genegen zijn om te ontwikkelen en op welke termijn dit kan worden verwacht. Verwacht wordt, dat de ontwikkeling van deze gebieden niet zal concurreren met de uitleglocatie Hamsestraat-Roderweg.
Door het dorp is aangegeven (idop) dat er behoefte is aan het weren van doorgaand verkeer door het centrum van het dorp. Er wordt een nieuwe ‘randweg’ gewenst. Deze zou het verkeer van de Roderweg via de voorkeurslocatie buiten het centrum om naar de Dazingstraat moeten leiden. Bij nadere uitwerking van de voorkeurslocatie zal worden onderzocht of en hoe aan deze wens tegemoet kan worden gekomen.
25
5.3 Draagvlak De onderzochte locaties zijn in diverse onderzoeken en notities als potentiële woningbouwlocaties naar voren gebracht. Onderzoek Combinatie95 De politieke partij ‘Combinatie95’ heeft in september 2005 een notitie geproduceerd om aandacht te vragen voor nieuwbouw in Liempde.Daarbij werden ook potentiele bouwlocaties onder de aandacht gebracht. Op onderstaande kaart zijn naast de onderzochte locaties ook ‘groenblijvende locaties’ in beeld gebracht. Dit zijn locaties die expliciet niet in aanmerking komen voor woningbouw. De inbreidingslocaties boden naar inzicht van de partij te beperkte bouwruimte. Bovendien had het aanwezig zijn van relatief veel eigenaren die tot dan toe geen interesse in planontwikkeling Combinatie95 doen besluiten de aandacht te richten op uitbreidingslocaties.
In onderstaande tabel word de motivatie van de gekozen locaties kort weergegeven.
1
2
Locaties Hamsestraat-Roderweg
3
Smalvelderstraat-Barrierweg (Achter Daasdonk) Rand Kerkakkers
4
Terrein sportvelden
Voorkeur
Smaldersestraat-Kapelstraat, aansluitend op Strijpenhof
Mogelijke ontwikkeling Respect voor ‘het Groene Woud’ en ruimte voor opwaardering Groote Waterloop. Daarom geschikt voor klein aantal vrije kavels en ruimte voor ruimte woningen. Sluit aan op bedrijventerrein, sluit niet aan op overige woningen Mogelijkheden voor vrije sector, groot aantal eigenaren, planschade Verleggen sportvelden naar andere kant snelweg, geen tunnel voor autoverkeer, niet realistische mogelijkheid Voorkeurslocatie voor ca 75 woningen in hoge dichtheid. Let op ligging op de rand van Dommeldal
Op basis van de toen geldende beleid en uitgangspunten werd de locatie Smaldersestraat als voorkeurslocatie naar voren gebracht.
26
Idop De Dorpsraad van Liempde (de vertegenwoordiging van het dorp) heeft in januari 2010 een Integraal DorpsOntwikkelingsPlan opgesteld. Dit plan is gebaseerd op diverse dorpsgesprekken gesprekken met gemeente en klankbordgroepen. Voor de Liempdenaren was woningbouw het belangrijkste project om de leefbaarheid te bevorderen. De resultaten van woningmarktonderzoek en prognoses worden onderkend. Er wordt aandacht gevraagd voor woningen voor ouderen nabij voorzieningen en woningen voor starters. Daarom wordt uitgegaan van een groeiende behoefte aan kleine woningen. Liempde wil vooral een actief dorp blijven met een evenwichtige bevolkingsopbouw.
Het dorp heeft voor de gewenste woningbouw de mogelijkheden voor inbreiding en uitbreiding bekeken. Deze zijn met een gele respectievelijk een bordeauxrode kleur aangeduid. Alle locaties zijn beoordeeld op haalbaarheid en wenselijkheid. De best scorende inbreidingslocaties waren: •
Locatie Vendelstraat: Van Oorschot in samenhang met bestaande seniorenwoningen
27
• Locatie Boxtelseweg: garages van Driel + Van Oorschot • Afronding plan Heideweg De locatie van Kapelweg/van Traa scoort het slechtst voor woningbouw vanwege cultuurhistorie en groene kwalteiten. Een herinvulling van de bestaande panden is volgens het dorp goed voorstelbaar.
Als beste uitbreidingslocaties zijn genoemd de Smaldersestraat en Hamsestraat-Roderweg. Het dorp ziet eerstgenoemde locatie graag in combinatie met een verbetering van toegankelijkheid van het buitengebied en ziet laatstgenoemde locatie graag in relatie tot een nieuwe verbindingsweg tussen Roderweg en Dazingstraat. Deze nieuwe weg moet het doorgaande verkeer uit de dorpskern weren. De zuidelijke locatie heeft de voorkeur van het dorp. Interactie met Dorpsraad Op basis van het woonwensenonderzoek is door de gemeente een onderzoek gestart naar de mogelijkheden van kleinere woningen binnen de context van grote vrijstaande woningen met behoud van de Liempdse kwaliteiten. Op basis van de prognoses voor de benodigde woningbouw in Liempde heeft de gemeente gekozen om vooral de grotere locaties te onderzoeken.(voor minimaal 5 woningen). De Dorpsraad kon instemmen met de voorgestelde locaties en heeft gepleit voor de toevoeging van de lcoatie Vendelstraat. Bureau Wolf heeft dit onderzoek uitgevoerd. Met de Dorpsraad is de inventarisatie van kwaliteiten en de conclusies van de studie besproken. De Dorpsraad was van mening dat de voorgestelde verkavelingssuggesties pasten bij een Liempdse manier van woningbouw.
28
Bijlage 1: Landschap en Cultuurhistorie 1. Landschap De structuur van de bodem bestaat uit hoog gelegen dekzandruggen, lager gelegen dekzandvlaktes en ingesneden beekdalen. Deze structuur is bepaald door de nog steeds dalende bodem van de slenk. Tijdens de ijstijd werd in het gebied tussen de Dommel en de Aa leem afgezet, dat later werd bedekt met dekzand. In laagten ontwikkelden zich vennen en moerassen. In de milennia na de ijstijd is de temperatuur toegenomen, kwamen de waterstromen weer tot leven, werden beekdalen ingesneden en ontstonden bossen. Deze veranderingen leidden opnieuw tot effecten op het klimaat. Beken hebben diverse keren hun beloop moeten wijzigen vanwege verstuivingen of vanwege afzettingen.
beekdal
Kernen
Dekzandrug
Dekzandvlakte
Figuur 1, Geomorfologie gemeente Boxtel, structuurvisie plus 2002 Op bovenstaande figuur is te zien dat Liempde is gelegen op een cirkelvormige dekzandrug (felgeel gekleurde vlakken). Het lager gelegen Dommeldal vormt een belangrijk kwelgebied van de omliggende zandruggen. Deze landschappelijke basis bood mensen een goed woonmilieu: De hogere dekzandruggen boden een veilige woonplek en een vruchtbare plek voor gewassen, de nabijgelegen Dommel het noodzakelijke water. Op onderstaande hoogtekaart is te zien, dat het grootste deel van het
29
dorp en de akkers op de hogere gronden liggen. De omgeving van de BoxtelsewegKerkheiseweg ligt buiten deze dekzandrug. Tevens zijn de lagere gronden van het beekdal goed herkenbaar.
Figuur 3: hoogtekaart De volgende paragraaf laat zien, dat de eerste bewoners de volledige dekzandvlakte gebruikte voor bewoning. De Dommel heeft in de loop der eeuwen een wisselend beloop gehad. Waarschijnlijk was de Dommel aan de noordzijde van Liempde door de aanwezigheid van diverse donken oversteekbaar.
30
2. Cultuurhistorie 2.1 Eerste bewoning van het gebied De eerste sporen van bewoning stammen uit de midden-steentijd (10.000 tot 5.000 VC) en zijn gevonden op de Hezelaarse akkers en op de oever van de Blauwhoefseloop (bij Vrilkhoven). Van duidelijke nederzettingen was nog geen sprake; men trok nog steeds in kleine groepen rond en volgde de seizoenen.
Figuur 3: Gemeentelijk archeologische waardekaart
Pas in de Nieuwe Steentijd was met de introductie van de landbouw langere bewoning op één plek mogelijk. In Liempde zijn op de hoge akkers resten van boerderijen uit de Nieuwe Steentijd
31
(5300 – 2100 v.C.) gevonden. In die tijd werden de eerste bossen gekapt en vond de eerste akkerbouw plaats (naast de jacht, visvangst en verzameling van voedsel). In de ijzertijd (800 – 15 v.C.) was de landbouw doorontwikkeld tot een systeem waarbij steeds andere akkers in gebruik werden genomen en de boerderijen mee verhuisden. Op deze manier verplaatste een nederzetting zich in de loop der tijd. Waarschijnlijk hebben dergelijke nederzettingen bestaan in het stroomdal van de Dommel, zoals op de Hezelaarse akkers, tussen de Berg en het gehucht Kasteren, op een hoge akker op Kasteren, in de Maai en op de Kerkakkers waar voorheen de St. Janskapel heeft gestaan. Ook de Romeinen hebben in het Dommeldal sporen van bewoning achtergelaten, o.a. in Berg, de Hezelaarse akkers en de kerkakkers. Het Romeinse rijk viel, de Germanen trokken binnen e en er brak een periode aan van volksverhuizingen en feodalisme. Tot aan de 8 eeuw vond er geen permanente bewoning meer plaats. Lange tijd hebben onze rivieren en beekjes vrij spel gehad. Zo heeft de Dommel in de loop der eeuwen verschillende tracés gekend. De eerste wegen kronkelden om de moerassige gebieden heen. De padenstructuur is in de loop der eeuwen aangepast op de dan bestaande bebouwing.
2.2 Ontwikkeling gehuchten en buurtschappen In de 8e eeuw vestigden men zich op de zandruggen en donken en werd de basis gelegd voor gehuchten als Berg en Kasteren. Resten uit deze tijd zijn vooral gevonden op de huidige akkers. De nederzettingen uit deze tijd bestonden uit enkele hoeven rondom een min of meer driehoekige ruimte, de plaatse. De plaatse diende onder meer als overnachtingsplaats voor het vee; op de met eiken beplante plaatse was dan ook in de regel een drenkpoel aanwezig. Vanaf de plaatse liepen uitvalswegen naar de akkers, beemden en heidevelden. De boerderijen bestonden in de eerste ontginningsfase uit een huis, hof en aangelag (klein bij de boerderij) gelegen onregelmatige blokvormige percelen), die samen de boerderijkavel vormden. In een volgende fase breidde men het akkerdorp uit met grotere nabij de boerderijkavel gelegen percelen, die eveneens een min of meer rechthoekige vorm hadden.
Rondom Liempde liggen enkele flinke dekzandruggen, die zeker sinds de middeleeuwen als akkerland in gebruik zijn, zoals de Vrilkhovense akkers en de Hezelaarse akkers. In de periode tussen 900 en 1200 n.C. lag binnen het dorpsgebied Liempde mogelijk ook een aantal ‘heregoederen’. • Ten Kerchove in Den Berg • Hove ten Acker in Kasteren/Maai het latere Duifhuis • Rondenborch in Vrilkhoven De 11e eeuw staat bekend als een natte eeuw. In de 12e eeuw werd het weer droger. Na eerst te zijn vertrokken naar de hogere gronden kon men zich later weer vestigen op de basis van de eerdere nederzettingen. Het ontstaan en groei van steden leidde tot een toenenmende vraag naar voedsel. Daarom werden geleidelijk de relatief laaggelegen delen in gebruik genomen.
32
e
Vanaf de 13 eeuw verschoven de boerderijen van de hoge akker af naar de randen, waardoor een groot aaneengesloten open akkercomplex ontstond.De boerderijen aan de rand werden verbonden door een (onverharde) weg. Omstreeks 1300 warne nog slechts weinig onontgonnen gebieden over. De bossen degenereerde door de druk steeds meer tot heide. Het oude nederzettingsgebied werd een centrale (open) akker, waarop zich door een intensieve plaggenbemesting in de loop van de eeuwen een dikke plaggenbodem (enkeerd) kon ontwikkelen. Nabij de heregoederen zijn zo enkele buurtschappen ontwikkeld: Den Berg, Vrilkhoven, Hezelaar en Casteren. Elke nederzetting bezat eigen – al dan niet aaneengesloten – akkers, weidegronden en woeste grond (heide en broekland). Den Berg Den Berg is ontstaan uit het goed ‘Ten Kerchove’. Het gehucht Den Berg lag aanvankelijk op de Smalderse akker, veel dichter bij de St. Janskapel en vormde mede dankzij de centrale ligging het kerngehucht van het uiteindelijke Liempde. Kasteren De oudste vermeldingen van Casteren stamt uit 1367. Het is ontstaan in de omgeving van ‘die hove ten Acker’ of ‘t goed ten Acker’. Uit dit ‘goed’ heeft zich waarschijnlijk het ‘Groot Duijfhuis’ ontwikkeld. De eerste keer werd van dit ‘goed’ melding gemaakt in 1400, bij een verkoping voor de schepenen van Liempde. Het Groot Duyfhuis met duiventoren is gelegen aan de Hoevedreef. De huidige boerderij dateert uit de 18e-eeuw en is in het derde kwart van de 19e-eeuw verbouwd. Het tekort aan mest was de voornaamste drijfveer om een Duiventoren te bouwen. Bij de rivierovergang is ook al vroeg sprake van een watermolen waar graan werd gemalen en olie geslagen. De restanten van de Kasterensche watermolen zijn begin jaren ’60 van de vorige eeuw door een brand verwoest.
Hezelaar De oudste vermelding van dit gehucht komt uit 1308. Hezelaar een gebied waar oorspronkelijk bos of struikgewas was, maar dat al vroeg in de historie uitgebaat en gecultiveerd werd. Op de Hezelaarse akkers zijn midden jaren ’80 resten uit de Romeinse tijd gevonden. Vrilkhoven Dit gehucht werd voor het eerst vermeld in 1320. Als gebied laat Vrilkhoven zich beschrijven als het hoogst gelegen akkergebied van Liempde. Ongeveer tot + 11,6m N.A.P. Aan de westzijde en zuidzijde aflopend naar de wat venige en natte gebieden van Ooiendonk en de Prangen. Tegen de zuidwest rand van de Vrilkhovense akkers in de Prangen ligt een ronde akker. Deze akker is bijna cirkelvormig en kent de naam Rondenborgh. Eerste vermeldingen dateren van 1432. Deze naam kan zowel slaan op het perceel als op een ‘borg’ (hoevecomplex). Het omgrachte perceel met een doorsnede van 75 meter steekt ongeveer 1 meter boven de omgeving uit. De omgrachting wordt gevoed door de Blauwhoefse loop en is oorspronkelijk zeker dieper en breder geweest. Alhoewel tot op heden geen sporen van vroegere bewoning werden gevonden, bestaat toch het vermoeden dat hier in de Middeleeuwen een wat versterkt hoevecomplex lag. Een complex met als hoofdgebouw een soort zware houten woontoren. Ook wel borg of borch genoemd.
33
Laar Dit gehucht heeft een oudste vermelding uit 1381. Het lag ten zuiden van de barrierweg (die vroeger laarse dijk heette) en grotendeels onder de huidige snelweg. Het gebied De Laar, dat open plek in het bos betekent, ligt op een dekzandkop. De landbouwgronden gingen naar het zuiden over in een drassig en lemig broekgebied. Het gehucht is doorsneden door de snelweg en vandaag de dag niet meer als eenheid te herkennen. Buurtschappen Looeind en Koestraat Hoewel ook in de Middeleeuwen ontstaan, zijn de buurtschappen Loo-eind en Koestraat van een jongere datum; ook hun namen wijzen daarop. De meeste verklaringen van de naam Loo wijzen op het voorkomen van op wat hogere zandgrond gelegen lichte houtwas of bos. Looeind wijst dan op het einde van een grote geheel: een bos. Het oude buurtschap ligt aan de zuidzijde van de dorpskern tegen het bosgebied De Scheeken.
2.3 Ontwikkeling dorp Liempde 1300 tot 1600 De eerste vermelding van de plaatsnaam Liempde dateert van 1309. De naam Liempde heeft dan nog niet zozeer betrekking op een bepaalde bewoningskern alswel op het totale dorpsgebied als leengoed van de hertog van Brabant. De naam duidt zeer waarschijnlijk op het gebied met klei- of leemachtige grond. Deze grondsoort wordt vooral rond het stroomgebied van de Dommel gevonden. In beginsel bestond het dorpsgebied van Liempde uit een zestal verspreid liggende buurtschappen rondom de akkercomplexen ‘Smalderse akker/Kerkakker’, ‘Hezelaarse akker’ en de ‘Vrilkhovense akker’. In het snijpunt van de verbindende wegen ontstaat geleidelijk aan ‘n dorpskern. Vanaf 1404 wordt geschreven over de eerste kapel. In 1420 wordt de Sint Janskapel voor het eerst vernoemd, die op de hoek Pastoor Dobbeleijnstraat – Kerkakkers stond. Onder het maaiveld liggen de restanten hiervan. Sinds 1982 is dit een archeologisch monument. In 2003 is deze mogelijke stichtingsplek van Liempde, met gevoel voor historie ingericht als stilteplek. Op één van de oude kaarten wordt Liempde afgebeeld als een kruispunt met een kapel. Mogelijk dat de Dommel hier destijds oversteekbaar was. In Liempde moeten rond 1500 bruggen hebben gelegen bij de sluis en de watermolen op Kasteren. In de loop der eeuwen zijn deze gehuchten/buurtschappen uitgegroeid tot het kransakkerdorp Liempde; de akkers liggen als een krans om het dorp heen. Ontwikkeling akkercomplexen e Vanaf de 13 eeuw zijn de boerderijen juist van de akkers af naar de randen verplaatst. Vanaf die tijd zijn de hogere gronden in onderling overleg beheerd. Vanaf het eind van de late middeleeuwen werd naast de uitbreiding van het akkerareaal de landbouwproductie vergroot door een intensivering van bemesting. Hierdoor konden de akkers jaarlijks worden benut en hoefden ze niet meer braak te liggen. Op de heidevelden (de gronden ten noorden van de Bergstraat) werden plaggen gestoken die samen met de dierlijke mest op de akker werd gebracht. De grootte van de akker was afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare mest, die weer afhankelijk was van de beschikbare hooilanden (beekdalen) en heidevelden voor het voeren van het vee. Er werden voor dit doel ook wel broekbossen gekapt. De Hezelaarse akkers, de Vrilkhovense akkers en de gronden aan de Smaldersestraat zijn in de loop der eeuwen verrijkt met organisch materiaal. Dit noemen we de ‘eerdgronden’. De plaggenbemesting versterkte het natuurlijk reliëf tot een bol akkercomplex. In het huidige akkercomplex komen nauwelijks bomen of struiken voor. Aan de randen van het complex bevinden zich vaak wel heggen, een wal of een bomenrij. De wegen binnen het
34
akkercomplex zijn ook in deze tijd nog onverhard. Deze akkers worden gekarakteriseerd als ‘open akkercomplex’. De Hezelaarse akkers en Vrilkhovense akkers hebben een hoge cultuurhistorische waarde. De gronden onder de sportvelden en aan de noordwest zijde van de A2 zijn ‘podzolgronden’. Dit zijn hogere gronden waar in de loop der tijd de humus en ijzer uit zijn weggespoeld. Ontginningen buiten de dekzandrug De ‘wildernis’ buiten het oude cultuurland bestond uit twee verschillende delen: de zandige e gronden en de lemige gronden. De zandige gronden bestonden in de 14 eeuw uit heide en e werden in de tweede helft van de 19 eeuw bebost. De lemige gronden ten oosten van Liempde werden als grasland en bossen gebruikt. e In de 15 eeuw komt aan de ontginningen een einde. De meeste daarvoor geschikte bosgrond is ontgonnen of door te intensief gebruik tot heide gedegenereerd. Met de ontginningen van de late middeleeuwen kwam een groot deel van het huidige wegenpatroon tot stand. De meeste wegen dienden om de akkers of graslanden te bereiken en e waren onverhard.Het toen aanwezige nederzettingspatroon zal tot ver in de 19 eeuw in hoofdzaak gehandhaafd blijven. Hout was de belangrijkste grondstof voor energie, bouwen, werktuigen, huisraad, omheiningen en transport. De landbouw zorgde voor een sterke afname van het bos. In de eerste helft van e de 18 eeuw bereikten de heidevelden hun maximale omvang. Enkel in nattere gebieden kwam nog relatief veel hout voor. Vanaf de middeleeuwen werden de resterende broekbossen beheerd als hakhoutbossen. Tevens werden ten oosten en zuiden van Liempde ook populierenbossen aangeplant. Daarnaast werden ook bomen geplant op het erf en langs wegen en kavelgrenzen. Dorpsontwikkeling Vóór 1600 werden de woningen vooral in hout opgetrokken en met leem afgewerkt. In 1864 gaat een groot deel van het Kerkeind in vlammen op, in 1877 trof een tweede dorpsbrand de omgeving van het raadhuisplein, wat sommige gebouwen verwoestte en andere zwaar beschadigden. De oudste boerderijen van Liempde zijn: de kortgevelboerderij aan de Rosenhofstraat 20 (17e eeuws) en de kortgevelboerderij aan de Kapelstraat 22 (18e eeuws).
Een voorstelling van de dichtheid van bewoning kan men zich vormen dankzij diverse tellingen: 1438: circa 135 haardsteden (huizen), = ca 700 inwoners. 1500: circa 150 woningen, = circa 600 inwoners. 1810: ca 1000 inwoners 1900: ca 1400 inwoners In de periode tussen 1500 en 1800 heeft Liempde, net als de rest van Brabant, bij voortduring te lijden van oorlogsgeweld en hoge belastingen, samenhangend met de politiek instabiliteit. In e e de 16 en 17 eeuw, worden veel boerenbedrijven gesplitst in kleine keuterijen. De agrarische sector heeft zich in de arme tijden gericht op nevenactiviteiten, die leidden tot handel. Omwille van de ontstane handel tussen Holland en Luik werd in 1745 gestart met de weg Den Bosch-Luik, welke dwars door de bestaande landerijen en gemeenschappelijke gronden werd getrokken.
35
2.4
Ontwikkeling huidige dorp Liempde 1600 tot 1950
Kerk Een voor de dorpsontwikkeling van Liempde verstrekkende gebeurtenis is de uitvaardiging van het verbod op de uitoefening van de roomskatholieke godsdienst in 1648. De kapel kwam daarmee in bezit van de protestantse overheid. Een centraal in het dorpsgebied gelegen schuur (op het huidige Tooseplein) wordt later gebruikt als kerkruimte. Hiermee werd de basis gelegd voor het dorp Liempde zoals we dat nu kennen. Ter plekke van de schuilkerk ontwikkelt zich een kleine bewoningskern, het Kerkeind met een bakker, een smid, een winkelier en een tapper. Als de St. Janskapel in 1809 weer in katholieke handen komt, blijft de meer centraal gelegen schuurkerk in gebruik en wordt zelfs vergroot en verfraaid. De vervallen kapel wordt in 1827 afgebroken, de begraafplaats blijft tot 1860 in gebruik. Sint-Janskapel in Liempde in 1787 In 1783 wordt een schoolhuis en in 1787 een raadhuis gebouwd. Als locatie voor het raadhuis kiest met niet één van de bestaande kernen (bijvoorbeeld het Kerkeind), maar het open veld nabij een schutskooi, waar enige zandwegen elkaar kruisen. Een driehoekige ruimte die door deze wegen wordt gevormd richt men in als dorpsplein en kan gezien worden als een relatief recent voorbeeld van een plaatse. Met de vestiging van de kerk en het raadhuis op relatief korte afstand van elkaar is de basis gelegd van het huidige dorp Liempde. In 1864 gaat een groot deel van het Kerkeind in vlammen op. De kerk werd in steen herbouwd. In plaats van de schuurkerk wordt in 1886 iets zuidelijker de huidige neogotische kerk gebouwd. Veel boerderijen zijn na deze brand herbouwd als langgevelboerderij. Ook elders in de e gemeente verrijzen in de tweede helft van de 19 eeuw veel boerderijen van dit type.
36
Liempde in 1870
Liempde 1920 e
e
In de loop van de 19 en eerste helft van de 20 eeuw heeft de bebouwing zich vooral in het gebied nabij het raadhuis verder uitgebreid met overwegend agrarische bebouwing. In 1920 was slechts de doorgaande weg verhard. De kerkbuurt en de raadhuisbuurt zijn geleidelijk aaneengegroeid. De overige buurtschappen ondervinden in deze periode nauwelijks verdere uitbreiding. Omdat het dorp is gegroeid in het gebied tussen de akkers is het oorspronkelijke open en onbebouwde karakter van de akkers grotendeels behouden gebleven. Het patroon van de oorspronkelijke zandwegen en de verkaveling van de akkers is in hoge mate intact. Economie De beperkte opbrengst van de landbouwgrond en de geringe omvang van veel bedrijfjes maakt het noodzakelijk (bij)verdiensten buiten de landbouw te zoeken. Omstreeks het begin van de e 19 eeuw komt daardoor in Midden-Brabant de klompenmakerij tot ontwikkeling. Voor het benodigde hout worden veel populieren aangeplant op erven, langs wegen en op perceelsgrenzen. e Al spoedig leggen velen in Liempde zich toe op de klompenmakerij. In de loop van de 19 eeuw ontstaat hieruit een kleine industrie. In 1890 zijn zelfs meer dan 200 personen als klompenmaker werkzaam. In 1900 werden alle klompen in Liempde nog met de hand vervaardigd en per spoor naar Noord- en Zuid-Holland vervoerd. Tijdens de eerste Wereldoorlog bestelde het leger grote hoeveelheden klompen, waarmee veel geld werd verdiend. In 1921 waren er in Liempde nog 33 klompenmakerijen, waarvan in totaal 83 man werk vonden. Vanwege het toenemend gebruik van gewone schoenen is het aantal klompenmakerijen snel afgenomen. Momenteel heeft Liempde nog slechts 1 toeristische attractie aan de Kapelstraat. Het ‘Duits lijntje’ tussen Boxtel en Goch is in 1873 ontwikkeld; in 1889 werd ook het station Kasteren geopend en in 1936 weer gesloten. De spoorlijn bleek niet rendabel. Het station is als woning verkocht en tot op heden als zodanig in gebruik.
37
In 1887 werd de route van Boxtel naar de kom van Liempde en vervolgens naar de Liempdse barrier bij de rijksweg verhard. De economische opleving in de 19e eeuw brengt een verdere ontginning van de heidegronden met zich mee, een proces dat later nog wordt versneld als met de introductie van kunstmest heidegrond voor de mestproductie minder belangrijk wordt. Als gevolg van deze ontwikkelingen ontstaan in de 19e eeuw landarbeidersgehuchten in de nabijheid van de nieuwe heideontginningen. Het 19e eeuwse agrarische landschap wordt gekenmerkt door een afwisseling van elementen met een open en elementen met en besloten karakter. Met name gebiedsdelen waar veel kleine akkers voorkomen, worden gekenmerkt door hun beslotenheid, ten gevolge van de vele houtwallen die de akkertjes omringen. Ook het betrekkelijk grote aantal kleine dorpen en gehuchten draagt bij tot een besloten en kleinschalig landschap. Liempde is al die tijd vooral een agrarische dorp gebleven. e
In de 20 eeuw hebben het gebruik van kunstmest, nieuwe machines, vernieuwde kennis geleid tot een hogere productie en een groei van de bevolking. Tevens is het landschap aangepast. Door de kanalisatie van een beek als de Grote Waterloop zijn de bijzondere waarden ervan deels verloren gegaan. In 1930 was nog 54 % werkzaam in de landbouw, in 1947 was dit nog 52,9, maar het absolute aantal was gestegen. Er waren in beide perioden meer mensen werkzaam dan noodzakelijk was. In 1952 was nog 14 ha ‘woeste grond’ aanwezig, bestaande uit heide, veen, rietland, plassen en vennen. De mogelijkheden tot ontginning zoals dat voorheen gebruikelijk was, waren gering. Daarom werd geconcludeerd dat een uitbreiding van de bestaansmogelijkheden in de agrarische sector afhankelijk was van een al dan niet door te voeren intensivering van het bodemgebruik. De oprichting van nieuwe boerderijen werd toen niet meer verwacht. Voor de groeiende bevolking zou geen toekomst meer zijn in de agrarische sector in Liempde. Alternatieven worden gezien in de industriële sector (of emigratie).
38
Na 1960 vestigden zich ook enige kleine industriële bedrijven in het dorp. Woningbouw Voor 1900 vond in Liempde kavelsgewijze verdichting van de bestaande linten plaats. Opvallend is het grillig vertakte wegenpatroon dat zich kenmerkt door vele elkaar kruisende wegen en paden. Typerend is daarnaast het bebouwingspatroon dat weliswaar een verdichting van de bebouwing nabij het raadhuis en de kerk laat zien, maar dat verder wordt gekenmerkt door de tamelijk verspreide ligging van de panden langs één van de vele uitvalswegen of dwarspaden. Tussen 1900 en 1940 werd vooral de Nieuwstraat, de Dorpsstraat en de Keefheuvel verdicht. Tussen 1930 en 1947 is de bevolkingsgroei voornamelijk opgevangen in de grootste kern Liempde en voor een kleiner deel in Hezelaar en in het inmiddels onder de snelweg verdwenen Het Laar. Aantal inwoners in de loop der decennia: 1930 1680 inwoners 1980 4000 inwoners 1995 4500 inwoners 2015 4800 inwoners
2.5
Ontwikkeling Liempde vanaf 1950
In 1952 had Liempde slechts twee verharde wegen tussen het dorp en de Rijksweg, de huidige Boxtelseweg-Liempdseweg en de huidige Barrierweg (vroegere Laarse dijk). De Dommel was van ouds her een sterk scheidend element. Binnen de gemeentegrenzen lag het dorp Liempde en de gehuchten Kasteren, Berg, Hezelaar, Vrilkhoven en het Laar. Typisch voor het dorp van 1952 was het verschil in structuur tussen het noordelijk en het zuidelijk gedeelte, met het dorpsplein waaraan het raadhuis is gelegen als duidelijk middelpunt. Het zuidelijk gedeelte van de kern bestond uit een gebied, doorsneden door talrijke wegen en paden van een toevallig beloop en vorm, waarin voornamelijk boerderijen zijn gelegen. In dit dorpsdeel bevond zich populierenbeplanting in de bermen op kavelscheidingen en in de open ruimten.
39
Aan de noord- en zuidzijde van het dorp bevinden zich boscomplexen afgewisseld met cultuurland, zoals het Geeldersbos, het Veldersbos, Kuppen Bunders, Smalvelden en Scheeken. Het dorp Liempde ligt dan ook als een eiland temidden van de Brabants meest karakteristieke landschappen, nl. het prachtige populierengebied, dat in grote lijnen wordt begrensd door de wegen Boxtel-Orischot-Best-St. Oendenrode en in het noordoosten door het dal van de Dommel. De populierenbossen werden vanwege de grondslag niet geschikt bevonden voor woningbouw. Na de Tweede Wereldoorlog werd de woningbouw planmatig aangepakt. Zo werd in 1949 een uitbreidingsplan in hoofdzaken (voor blijvend buitengebied) en in onderdelen (voor woningbouw) opgesteld. Nieuwbouw werd in 1952 gepland langs de toen bestaande wegen, zoals aan weerszijden van de Oude Dijk. In 1963 is het uitbreidingsplan in onderdelen Kom Liempde vastgesteld, waarmee inbreidingen tussen de bestaande straten mogelijk werd.
In de jaren ’50 en ’60 werd de zogeheten Nieuwe wijk gebouwd tussen de Oude Dijk en de rand van Vrilkhoven. In de jaren ’70 werd het plan Keefheuvel uitgevoerd aan de oostzijde van het centrum tegen de Hezelaar aan. In de jaren ’80 werd een groot deel van de Kerkhei (tussen Boxtelseweg, Heidonk, en snelweg) bebouwd. Eerst werd het terrein van Bakx beton herontwikkeld, vervolgens de omgeving Bergstraat-Boxtelseweg-Heidonk. In de jaren ’90 is de meest noordelijke buurt (de Heidonk) gebouwd tussen Bergstraat en De Bleek.
40
In de buurt ten westen van het Raadhuisplein en in het gebied Looeind heeft in de jaren ’70 en ’80 een verdere verdichting plaatsgevonden. Kleinere uitbreidingen werden gerealiseerd in het plan Koolhof nabij de Oude Postbaan. Aan het begin van deze eeuw is Strijpenhof ontwikkeld. e
In de 20 eeuw zijn de meeste houtwallen als gevolg van een proces van schaalvergroting verdwenen. De overgang in de bedrijfsvoering van het gemengde bedrijf naar de veeteelt heeft geleid tot een meer eenvormig landschap. Typerend voor de periode na de Tweede Wereldoorlog is de aanzienlijke toename van het bebouwde oppervlak van veel nederzettingen; in veel gevallen herinnert nog slechts de driehoekige plaatse aan de oorspronkelijke dorpsomvang. De groei van de dorpen gaat gepaard met functieveranderingen; het agrarische aspect raakt sterk op de achtergrond ten faveure van de (winkel)voorzieningen in de woonfunctie. De schaalvergroting in de landbouw leidt vanaf de jaren ’70 tot een sterke teruggang van het aantal boerenbedrijven. Veel boerderijen worden ingericht als woonboerderij.
41
Bijlage 2: Woonwensenonderzoek d.d. dec 2010 Hieronder treft u de resultaten van het woonwensenonderzoek uit 2010. Recent is een nieuw onderzoek gestart, waarvan geen grote grootse veranderingen in de vraag worden verwacht.
42
In bovenstaande tabel is het saldo aangegeven van vraag en aanbod. Opvallend is de behoefte aan appartementen (woningen zonder tuin) en de behoefte aan de goedkopere segmenten. Tevens valt op, dat er een fors overschot is aan vrijstaande koopwoningen boven € 300.000,-De geel-zwart gestreepte blokken wijzen op de toen geplande toevoeging van nieuwbouw (in projecten Witte School, Heideweg en particulliere initiatieven).
43
Bronvermelding:
Een visie op Brabantse nederzettingen, André van den Eerenbeemt – Meinders Pasen 2006 Baanderheren, boeren en burgers, een overzicht van de geschiedenis van Boxtel, Liempde en Gemonde, Jean Coenen, 2004 Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van Liempde als beschermd dorpsgezicht, Publicatie van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, April 1988 Bestemmingsplan buitengebied, 2011 Gemeente Boxtel, Een cultuurhistorische en archeologische waardestelling van Bolle Akkers en Open Akkers in het buitengebied van Boxtel en Liempde, ArchEeO-Rapport 0607, Kortlang & Leenders, 20. Regionale Agenda Wonen, Deel B, Regionaal Ruimtelijk Overleg Noordoost-Brabant 17 december 2014 Concept-uitkomsten van De bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant - actualisering 2014.
44