1. Probleemstelling 1. Staan jou boeken op je kamer ook zo slordig? Hoe lossen we dat op? …………………………………………………………………………………………… 2. We gaan tijdens de lessen TO een boekensteun maken, probeer aan de hand van het model in de klas de verschillende onderdelen op te schrijven (groepswerk) 1. ………………………………………………….. 2. ………………………………………………….. 3. ………………………………………………….. 4. ………………………………………………….. 5. ………………………………………………….. 3. Meet het werkstuk op en maak zelf een schets van de onderdelen. (gebruik hiervoor een A4 blad met ruitjes) 4. Maak nu een samenstellingsschets van de volledige boekensteun. (gebruik hiervoor een A4 blad met ruitjes) 5. Vergelijk nu jullie zelfgemaakte schets met de tekening in dit werkmapje. Ben je zelf tevreden over het resultaat? ……………………………………………………….
2
3
2. Materiaal 1. Onze boekensteun is uit metaal, noem enkele andere materialen waaruit we ons werkstuk zouden kunnen vervaardigen. a. ………………………………………………….. www.hout.be b. ………………………………………………….. www.plastic.be Vergelijk nu deze materialen met metaal en geef enkele voor – en nadelen. - materiaal a: ……………………………………………. voordeel: …………………………………………………………. nadeel: ……………………………………………………………. - materiaal b: ……………………………………………. voordeel: ………………………………………………………….. nadeel: ……………………………………………………………. 2. Metalen Zoek enkele soorten metaal op. a. ………………………………………………. b. ………………………………………………. c. ……………………………………………….
www.robecmetaal.be www.fabrimetal.be www.vantrappen.be www.remi-claeys.be
Zacht staal Voordeel: …………………………………………………………………… Nadeel: ………………………………………………………………………. INOX Voordeel: …………………………………………………………………… Nadeel: ……………………………………………………………………… Aluminium Voordeel: ………………………………………………………………….. Nadeel: ……………………………………………………………………… Wij maken ons werkstuk uit zacht staal of INOX.
4
3. Handelsmaten Je kan het metaal in de handel kopen in verschillende afmetingen. Wat bedoelen we daarmee? (zoek dit op in de catalogus van een metaalhandel) - ………………………………………………………. - ………………………………………………………. - ………………………………………………………. Welke dikte van materiaal kunnen we het beste kiezen ? …………………………………………………………………………………………………….. Waarom? Dun materiaal vb 0,5 of 1mm is ………………………………………….. Dik materiaal vb dikker dan 2mm is ………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. In welke afmetingen kunnen we de metaalplaten in de handel kopen? (platen van 1,5 mm dik) - ………………………………………………………… - ………………………………………………………… - ………………………………………………………… LET OP
Alle maten in een ijzerwarencatalogus staan in mm. 4. Bewerkingen
Om onze boekensteun de maken moeten we een aantal bewerkingen uitvoeren met een aantal gereedschappen. Vervolledig de werkgang en maak een keuze uit de onderstaande bewerkingen en gereedschappen. Bewerkingen : tekenen – knippen – vijlen – plooien Gereedschappen : vijl – hamer – krasnaald – meetlat – plaatschaar – handplooibank
5
5. Werkgang 1. Steun
Werkvolgorde
Bewerking
Gereedschap
Maten overbrengen op de plaat Uitknippen werkstuk Afronden straal 20 Steun plooien op de plooilijn 90° 2. Versterking Maten overbrengen op de plaat Uitknippen werkstuk Plooien op de plooilijn 45°
6
3. Houder Maten overbrengen op de plaat Uitknippen werkstuk Boog straal 35 mooi rond maken
4. Voet (2stuks) Maten overbrengen op het werkstuk Werkstuk uitknippen Plooien op de plooilijn 90°
7
6. Gereedschappen Om ons werkstuk te kunnen vervaardigen maken we gebruik van werktuigen en machines. Wat is het verschil tussen een werktuig en een machine ? Werktuig: ………………………………………………………………………………………… Machine : ………………………………………………………………………………………… Benoem de onderstaande werktuigen. a. ………………………………………………………. b. ………………………………………………………. c. ……………………………………………………….
a
b
c
d. ………………………………………………………….
d
8
e. …………………………………………………………….
e
f. ……………………………………………………………….
f
De werktuigen die wij gebruiken maken geen gebruik van elektriciteit maar van ……………………………………………..
Om het ons toch iets gemakkelijker te maken zijn al deze machines gebaseerd op het principe van hefboomwerking. Wat is een hefboom? www.ontonet.be/~gembahem/fysica2.htm ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… Hier zie je een afbeelding van de door ons gebruikte machines.
9
Wat merk je als je de hendel zo ver mogelijk van het draaipunt vast neemt? (schrap wat niet past) De bewerking gaat gemakkelijker/moeilijker. Als we een heel lange hendel zouden gebruiken moeten we zelfs helemaal geen moeite meer doen, welke kracht doet dan het werk voor ons? - …………………………………………………………………………………….
Voor we de onderdelen samenvoegen moeten we ze eerst nog ontbramen. Waarom? ……………………………………………………………………………………….. 10
7. Snijwonden Wat doen we ingeval van een snijwonde? www.redcross.be 1. ………………………………………………………………………………… 2. ………………………………………………………………………………… 8. Samenvoegen van de onderdelen Om de onderdelen van ons werkstukje samen te voegen kunnen we gebruik maken van een permanente verbinding of een niet-permanente verbinding. www.axxis.be/Ntech/ntihbo.htm Tot welke categorie behoren onderstaande verbindingen? - bout en moer: …………………………………………………………………………….. - lassen: ………………………………………………………………………………………….. - klinknagels: …………………………………………………………………………………. - lijmen: ………………………………………………………………………………………….. Welke verbinding zou jij voor de boekensteun gebruiken? ………………………………………………….. Waarom? …………………………………………………………………. ………………………………………………………………… ………………………………………………………………….
11
9. Veiligheid Bij het lassen moeten we wel aan onze veiligheid denken en persoonlijke beveiligingsmiddelen gebruiken. www.hsg.be/workwear Welke ? - ………………………………….. risico: …………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………... - ………………………………….. risico: …………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………..
10. Brandwonden Welke soorten brandwonden ken je? www.redcross.be Geef ook een kenmerk. a ………………………………………………… kenmerk: …………………………………………… ………………………………………………………………. b ………………………………………………… kenmerk: ………………………………………….. ……………………………………………………………… c ………………………………………………… kenmerk: ………………………………………….. ………………………………………………………………
BIJ BRANDWONDEN: EERST WATER DE REST KOMT LATER
12
11. Afwerking Als we INOX gebruiken voor ons werkstuk moeten we het geen oppervlaktebehandeling meer geven. Waarom? ……………………………………………………………………………………………………………... Staal kan (en zal) dus wel roesten. Wat is roesten? ……………………………………………………………………………………………………………… Om het roesten van ons werkstuk te voorkomen moeten we het dus afsluiten van de lucht. Hoe enkele mogelijkheden om dit te doen. - ………………………………………………………………………. www.natuurverfnetwerk.be - ………………………………………………………………………. www.tollens.be - ………………………………………………………………………. www.rp-industries.be - ……………………………………………………………………….
12. Hygiëne We weten dat we regelmatig onze handen moeten wassen. Na het werken aan ons werkstuk moeten we dat zeker doen, maar wanneer nog? www.opb.be/hygiene.htm - ……………………………………………………………………………….. - ………………………………………………………………………………..
13. Bespreking Ons werkstukje is nu klaar, welke verbeteringen zou je eventueel nog kunnen aanbrengen? - ……………………………………………………………………….. - ………………………………………………………………………..
13
14. Beroepen Kleef hier drie afbeeldingen van. een technisch beroep dat te te maken heeft met metaalbewerking.
Welke richtingen op school (of een andere school) kan je volgen om één van bovenstaande beroepen te kunnen uitoefenen? ……………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………….
14
15. Evaluatie Hieronder vind je een evaluatiefiche, geef jezelf een beoordeling en zet een kruisje onder een gezichtje. Ik ken er alles van en kan zo de leerkracht zijn plaats innemen. Ik weet er veel van, mits een beetje oefenen gaat het zeker nog beter. Ik weet voldoende om me uit de slag te kunnen trekken, veel oefenen is de boodschap. Het kan veel beter, ik deed mijn best niet of moet eens met de leerkracht praten over een extra oefening.
Ik kan een eenvoudige technische tekening lezen Ik kan enkele eigenschappen van metaal geven. Ik kan metaalbewerkingsgereedschappen herkennen en benoemen. Ik kan gereedschappen op een correcte manier gebruiken. Ik kan persoonlijke beschermingsmiddelen correct gebruiken. Ik kan enkele beroepen die met hout te maken hebben opnoemen.
Opmerking leerkracht: 15
16. Moeilijke woorden
Moeilijke woorden die je niet begrijpt schrijf je in de eerste kolom. Daarna zoek je met de ganse groep in een woordenboek of op het internet naar een verklaring, je bevindingen schrijf je in een groene kleur in de verklaringskolom. Woordjes die dan nog niet gevonden zijn leggen we voor aan de ganse klas en verduidelijken we in een zwarte kleur.
Moeilijk woord
Woordverklaring
16