Hockeyblessures Blessurecijfers
Samenvatting
daarna in het ziekenhuis opgenomen. Dit percentage is veel lager dan het percentage opnamen na SEHbehandeling gemiddeld voor alle sporten (5%). De kans op een hockeyblessure is dus groter dan gemiddeld tijdens sporten, maar in het algemeen zijn hockeyblessures minder ernstig.
Jaarlijks ontstaan in Nederland 110.000 blessures tijdens hockey. Dit zijn 4,1 blessures per 1.000 uur hockey, ruim twee keer zoveel als voor sport in het algemeen (1,8 blessures per 1.000 uur sport). Voor 48.000 van deze blessures is medische behandeling nodig. Per jaar worden naar schatting 10.000 hockeyers met een blessure behandeld op een SEH-afdeling. Dit komt neer op 36 SEH-behandelingen per 100.000 uren dat er gehockeyd wordt. Ook dit is aanzienlijk meer dan het gemiddelde voor alle sporten (7,9 SEHbehandeling per 100.000 sporturen). Eén procent van alle hockeyers die op de SEHafdeling behandeld worden aan een blessure wordt
Blessures aan knie en enkel komen het meeste voor. Vaak is er sprake van een blessure door verzwikken /verdraaien of plotseling wenden /keren. De meeste hockeyers worden op een SEH-afdeling behandeld voor een blessure die veroorzaakt is doordat de hockeyer geraakt is door een hockeybal of een hockeystick. Ten opzichte van sport in het algemeen komen op de SEH-afdeling veel hockeyers met een blessure aan het hoofd.
Jaarlijks aantal blessures opgelopen tijdens hockey* Aantal blessures
110.000
Medisch behandelde blessures
48.000
SEH-behandelingen
10.000
Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling * Optellen van de aantallen leidt tot dubbeltelling
80-140
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL; Krantenknipselregistratie 1986-2010, VeiligheidNL; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL; Letsellastmodel 2010, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum; Hespen, A. van, Stubbe, J. en Stege, J. Blessures hockey 2009-2010, Leiden : TNO Gezond Leven, 2011; NOC-NSF, Ledentallenrapportage 2010.
1 Omvang problematiek Op basis van gegevens verzameld via het enquêteonderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN) wordt geschat dat er jaarlijks 110.000 blessures ontstaan tijdens hockey (n=137). Dit zijn 4,1 blessures per 1.000 uur hockey, ruim twee keer zoveel als voor sport in het algemeen (1,8 blessures per 1.000 uur sport). Voor twee vijfde van de blessures (42%) is medische behandeling noodzakelijk. De fysiotherapeut behandeld per jaar 27.000 hockeyblessures. Op de Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling worden jaarlijks gemiddeld 10.000
hockeyblessures gezien. Eén procent van alle hockeyers die op de SEH-afdeling behandeld worden aan een blessure wordt daarna in het ziekenhuis opgenomen. Van de geblesseerde hockeyers is 57 procent man. Twee op vijf geblesseerde hockeyers in de leeftijd van de 15 tot en met 24 jaar (43%), bijna drie kwart in de leeftijd van 10 tot en met 29 jaar (71%). De kans op een blessure tijdens hockey lijkt bij mannen iets groter dan bij vrouwen (4,6 resp. 3,5
Hockeyblessures - Blessurecijfers – VeiligheidNL - augustus 2012
blessures per 1.000 uur) en lijkt toe te nemen met het toenemen van de leeftijd.
Het grootste deel van de blessure (89%) ontstaat plotseling. Hockeyers raken het vaakst geblesseerd aan de knie (23%) of de enkel (20%).
Bron: Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL; Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL; Krantenknipselregistratie 1986-2010, VeiligheidNL
2 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) Per jaar worden naar schatting 10.000 hockeyers met een blessure behandeld op een SEH-afdeling. Dit komt neer op 190 SEH-behandelingen per week en 36 SEH-behandelingen per 100.000 uren dat er gehockeyd wordt. Dit laatste is aanzienlijk meer dan het gemiddelde voor alle sporten (7,9 SEHFiguur 1
behandeling per 100.000 sporturen). De kans dat een hockeyer een blessure oploopt waarvoor behandeling op de SEH-afdeling nodig is, lijkt dus veel groter dan gemiddeld tijdens sporten. Het aantal SEH-behandelingen naar aanleiding van een blessure die is ontstaan tijdens hockey is na een stijging in het begin van de eeuw in de periode 20062010 niet significant veranderd (figuur 1). Bij deze analyse is geen rekening gehouden met een eventuele verandering in het aantal uren dat er jaarlijks aan hockey besteed wordt.
Trend in het aantal SEH-behandelingen in verband met een blessure door hockey
Bron: Letsel Informatie Systeem 1986-2010, VeiligheidNL
Wie lopen een blessure op? Mannen (49%) en vrouwen (51%) worden even vaak op de SEH-afdeling behandeld in verband met een hockeyblessure. Dit in tegenstelling tot het totaal aan hockeyblessures (OBiN) waarbij jongens/mannen in de meerderheid zijn. Ruim vier op de tien sporters met een hockeyblessure is tussen de 10 en 20 jaar oud (45%), drie kwart tussen 10 en 29 jaar (76%) (figuur
2). Tot en met 24 jaar is het aantal meisjes/vrouwen groter dan het aantal jongens/mannen, in de oudere leeftijdsgroepen is dat omgekeerd (figuur 2). De kans op een blessure is voor mannen en vrouwen ook (vrijwel) gelijk (figuur 3). Opvallend is de grote kans op een blessure met SEH-behandeling in de leeftijdsgroep 25 tot en met 34 jaar.
Hockeyblessures - Blessurecijfers – VeiligheidNL - augustus 2012
Hockeyblessures: SEH-behandelingen, naar leeftijd en geslacht
Vrouw
55 jaar en ouder
50-54 jaar
45-49 jaar
40-44 jaar
35-39 jaar
30-34 jaar
25-29 jaar
20-24 jaar
15-19 jaar
5-9 jaar
Man
0-4 jaar*
55 jaar en ouder
0%
50-54 jaar
0% 45-49 jaar
20%
40-44 jaar
5%
35-39 jaar
40%
30-34 jaar
10%
25-29 jaar
60%
20-24 jaar
15%
15-19 jaar
80%
10-14 jaar
20%
5-9 jaar
100%
0-4 jaar
25%
10-14 jaar
Figuur 2
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL
Figuur 3
Hockeyblessures: jaarlijks aantal SEH-behandelingen per 100.000 uur hockey*, naar leeftijd en geslacht
100 80 60 40 20
Vrouw
Man
50-64 jaar
45-49 jaar
40-44 jaar
35-39 jaar
30-34 jaar
25-29 jaar
20-24 jaar
15-19 jaar
0
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL *Vanwege een verschil in de methode van ondervraging m.b.t. sportparticipatie alleen gegevens over 15-64 jaar
Hoe ontstaan de blessures? De meeste hockeyers worden op een SEH-afdeling behandeld voor een blessure die veroorzaakt is doordat de hockeyer geraakt is door een hockeybal (40%) of een hockeystick (25%). Een kwart van de hockeyblessures die behandeld worden op een SEHafdeling ontstaat door vallen (24%) waarvan de helft een verzwikking is. De verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen de verschillende leeftijdsgroepen zijn klein (tabel 1). Wat opvalt is dat het aandeel SEH-behandelingen in verband met een blessure doordat de hockeyer geraakt is door een stick, afneemt met het toenemen
van de leeftijd, van 28% bij de jeugd tot en met 17 jaar tot 17% bij hockeyers van 45 jaar en ouder. Verder worden mannen (7%) twee zo vaak als vrouwen (3%) op een SEH-afdeling behandeld in verband met een blessure door lichamelijk contact tijdens het hockeyen. Bij vrouwen is vaker dan bij mannen sprake van een verzwikking (14% versus 10%). De meeste hockeyblessures worden opgelopen op het hockeyveld (94%), een klein deel in de zaal (3%). Hier speelt ongetwijfeld de verhouding tussen het aantal uren veldhockey ten opzichte van het aantal uren zaalhockey een rol.
Hockeyblessures - Blessurecijfers – VeiligheidNL - augustus 2012
Tabel 1
Hockeyblessures: SEH-behandelingen naar leeftijd, geslacht en meest voorkomende scenario’s 0-17
Val Zwikken Contact met object
Totaal
jaar
%
%
24
25
12
10
Kijken we naar leeftijd en geslacht, dan is het grote aandeel blessures aan de bovenste extremiteiten bij de jongste hockeyers (0-17 jaar: 46%) het meest 45 jaar opvallend. Daarnaast 18-24 25-34 35-44 valt opendat het aandeel blessuresjaar aan hoofd/hals/nek-regio dat op een SEHjaar jaar ouder Man Vrouw afdeling behandeld wordt bij% mannen (33%) % % % %groter lijkt % dan bij vrouwen (21%). 22 23 28 28 23 25 13
14
17
11
10
14
Figuur 4 Hockeyblessures: SEH-behandelingen 69 69 59 62 66 69 naar leeftijd, geslacht en lichaamsregio
67
68
Geraakt door bal
40
37
43
41
37
43
38
41
Geraakt door hockeystick
25
28
24
25
20
17
26
25
8
7
9
Totaal8
13
10
10
6
5
4
6
5
6
5
7
3
100
100
100
100
100
100
100
Overig scenario Lichamelijk contact
Totaal 100 Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL
Wat is de aard van de blessures? Blessures aan de bovenste (40%) extremiteiten komen het meeste voor waaronder vooral blessures aan hand en/of vingers (27%) (figuur 4). Blessures aan de onderste extremiteiten volgen met 32%. Een kwart van de SEH-behandelingen in verband met een hockeyblessure vindt plaats aan de hoofd/hals/nekregio (27%). Ten opzichte van sport in het algemeen is vooral het aandeel blessures aan de hoofd/hals/nek-regio bij hockey relatief groot. Onder sportblessures als totaal is het aandeel hoofdblessures ‘slechts’ een tiende (10%). Bij hockey zijn het veelal open wonden aan het hoofd (17%). Dit is tevens de meest voorkomende blessure waarvoor hockeyers naar een SEH-afdeling komen. In een twintigtal gevallen per jaar is er sprake van ernstig hersen-schedelletsel. De top 5 van hockeyblessures die behandeld worden op een SEH-afdeling is als volgt: 1. Open wond hoofd (17%) 2. Oppervlakkig letsel/kneuzing hand/vinger (12%) 3. Fractuur hand/vinger (12%) 4. Enkeldistorsie (8%) 5. Oppervlakkig letsel/kneuzing voet/tenen (6%)
0-17 jaar Hoofd/hals/nek 18-24 jaar
Romp/wervelkolom Schouder/arm/hand Heup/been/voet
25-34 jaar
Overig 35-44 jaar
45 jaar en ouder
Vrouw
Man 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL
3 Ziekenhuisopnamen In de registraties van ziekenhuisopnamen is het niet mogelijk om hockeyblessures te onderscheiden. De onderstaande gegevens betreffen blessures waarvoor
een hockeyer direct na behandeling op de SEHafdeling is opgenomen in het ziekenhuis. Het is dan ook waarschijnlijk dat dit beeld van ziekenhuisopnamen onvolledig is. Zo zullen bijvoorbeeld knieblessures als meniscus- en kruisbandletsel in de regel pas na een langer voortraject tot operatief ingrijpen leiden en zelden leiden tot een acute ziekenhuisopname. Hockeyblessures - Blessurecijfers – VeiligheidNL - augustus 2012
Eén procent van alle hockeyers die op de SEHafdeling behandeld worden wordt direct volgend op een behandeling op de SEH-afdeling in het ziekenhuis. Dit komt overeen met 80-140 ziekenhuisopnamen. Het percentage ziekenhuisopnamen bij hockeyblessure is veel lager dan het percentage ziekenhuisopnamen na SEHbehandeling gemiddeld voor alle sporten (5%). Het aantal ziekenhuisopname in verband met een hockeyblessure is in de periode 2006-2010 niet significant toe- of afgenomen.
Hockeyers die na SEH-behandeling worden opgenomen in het ziekenhuis zijn gemiddeld iets ouder dan hockeyers die alleen een SEH-behandeling ondergaan. Mannen zijn in de meerderheid (57%). Vier op de tien ziekenhuisopnamen vinden plaats in verband met een blessure in de hoofd/hals/nek-regio (38%) en dan vooral hersenletsel. Opname volgt ook vaak bij blessures aan het onderbeen (18%), vooral achillespeesblessures.
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL
4 Overledenen In de registraties van dodelijke ongevallen is het niet mogelijk om hockeyers te selecteren. Daarom is in de Krantenknipselregistratie en in LIS gezocht naar informatie. Uit de Krantenknipselregistratie weten we dat er in de periode 1986-2010 tenminste twee hockeyers zijn overleden. In 1989 overleed een jonge hockeyer
doordat hij een hockeydoel op zijn borst kreeg. In 2001 overleed een 16-jarige jongen, vermoedelijk doordat hij door een hockeybal geraakt werd rond de hartstreek. In het Letsel Informatie Systeem, een steekproef van ongeveer een tiende van de Nederlandse ziekenhuizen, zijn in de periode 1986-2010 geen hockeyers geregistreerd die op de SEH-afdeling zijn overleden. In de periode 1986-2010 zijn dus ten minste twee hockeyers overleden door een sportongeval.
Bron: Letsel Informatie Systeem 1986-2010, VeiligheidNL ; Krantenknipselregistratie 1986-2010, VeiligheidNL
5 Overige letselgegevens Elektronisch Sporters Dossier Een belangrijke aanvulling op bovengenoemde gegevens zijn resultaten uit Elektronisch Sporters Dossier (ESD) waarin contactpersonen bij verenigingen online gegevens kunnen registeren van teams, spelers, blessures en herstel. Met betrekking tot veldhockey zijn in het seizoen 2009-2010 bij 10 verenigingen (49 teams, 574 spelers) gegevens verzameld met via het ESD. Onder een blessure werd verstaan elk letsel ontstaan door een hockeywedstrijd of –training waardoor de hockeyer minimaal drie dagen niet trainings- en/of wedstrijdfit was. Letsels aan hoofd en gebit moesten altijd gemeld worden tenzij het onschuldige letsels als een schram of bult betrof.
Eén op de tien spelers (57) raakte één of meerdere keren geblesseerd tijdens het seizoen 2009-2010 (62 blessures), overeenkomend met 1,9 blessures per 1.000 uren hockey. Een kwart (24%) was een herhaling van een eerdere blessure. Spelers die in het seizoen 2008-2009 ook geblesseerd waren, bleken een ruim twee keer zo grote kans op een blessure te lopen in het seizoen 2009-2010 als sporters die niet geblesseerd waren in het voorgaande seizoen. Daarnaast hebben senioren een twee keer zo grote kans op een blessure als junioren. Hockeyers lopen vooral blessures aan knie en enkel (beide 18%) op (tabel 2). Spierverrekkingen komen het meeste voor. Vier op de vijf blessures ontstaan acuut (82%). Als bijdragende factoren komen vooral verstappen /verdraaien en plotseling wenden/keren naar voren. Daarnaast lijkt de ondergrond een rol te spelen. Op zand ingestrooide kunstgrasvelden en Hockeyblessures - Blessurecijfers – VeiligheidNL - augustus 2012
waterkunstgrasvelden lijken relatief vaker blessures te ontstaan dan op andere typen ondergronden.
en gebitsbescherming. Het relatief vaak ontstaan van blessures door verzwikking /verdraaien pleit voor (vaker) preventief gebruik van braces en stabiliserende oefeningen.
Wat betreft preventieve maatregelen blijken hockeyers goed gebruik te maken van warming-up en scheenTabel 2
Veldhockeyblessures naar meest voorkomende locatie, type en bijdragende factor
Locatie
Type blessure
Mogelijke bijdragende factor
Knie
Spierverrekking
Verstappen /verdraaien
Enkel
Verzwikking /verstuiking
Plotseling wenden /keren
Achterkant bovenbeen
Spierscheur
Vermoeidheid
Heup /lies
Bloeduitstorting /kneuzing
Sprint
Hand /vingers Bandletsel Contact met bal Bron: Elektronisch Sporters Dossier, TNO, in: Hespen, A. van, Stubbe, J. en Stege, J. Blessures hockey 2009-2010, Leiden : TNO Gezond Leven, 2011. Bron: Hespen, A. van, Stubbe, J. en Stege, J. Blessures hockey 2009-2010, Leiden : TNO Gezond Leven, 2011.
6 Kosten en gevolgen van letsel Directe medische kosten De directe medische kosten van hockeyblessures die op de SEH-afdeling zijn behandeld of als gevolg waarvan een ziekenhuisopname heeft plaats gevonden, bedragen gemiddeld € 660. De directe medische kosten van een hockeyblessure zijn hiemee lager dan de gemiddelde kosten van een sportblessure (€ 960). Blessures die tijdens hockey worden opgelopen zijn gemiddeld dus waarschijnlijk iets minder ernstig dan een sportblessure in het algemeen. Deze directe medische kosten lopen op met het toenemen van de leeftijd en variëren per type blessure. Zo is spier- en/of peesletsel bijvoorbeeld gemiddeld relatief duur (€ 1.100), oppervlakkig letsel (€ 500) relatief goedkoop.
De directe medische kosten van hockeyblessures die op de SEH-afdeling zijn behandeld of als gevolg waarvan een ziekenhuisopname heeft plaats gevonden, bedragen per jaar in totaal € 6,7 miljoen. Fracturen zijn verantwoordelijk voor een derde van dit bedrag (32%), oppervlakkig letsel voor ruim een kwart (28%). Verzuimkosten De verzuimkosten van blessures die behandeld zijn op een SEH-afdeling en/of waarvoor een hockeyer is opgenomen in het ziekenhuis, bedragen gemiddeld € 2.500 per blessure en nemen net als de gemiddelde directe medische kosten toe met het toenemen van de leeftijd. Blessures aan bovenste extremiteiten leiden tot de hoogste gemiddelde verzuimkosten (€3.200) op voet gevolgd door hockeyblessures aan de onderste extremiteiten (€ 2.800). De totale verzuimkosten van hockeyblessures bedragen per jaar gemiddeld € 7,3 miljoen per jaar waarvan bijna negentig procent in verband met letsel aan bovenste (47%) of onderste extremiteiten (42%).
Bron: Letsellastmodel 2010, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum Rotterdam; Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeilgheidNL
Hockeyblessures - Blessurecijfers – VeiligheidNL - augustus 2012
7
In de periode 2006-2011 waren gemiddeld per jaar 260.000 hockeyers actief. Eind oktober 2010 telde de KNHB ruim 230.000 leden. Hockey wordt vooral beoefend door jongeren (figuur 5). Vanaf 15 jaar zijn jongens/mannen in de meerderheid.
Toelichting bronnen letselgegevens
Figuur 5
Aantal hockeyers naar leeftijd
80.000
60.000
40.000
20.000
50-64 jaar
45-49 jaar
40-44 jaar
35-39 jaar
30-34 jaar
25-29 jaar
20-24 jaar
15-19 jaar
0
Bron: Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL Bron: Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL; NOC-NSF, Ledentallenrapportage 2010
8 Toelichting bronnen letselgegevens Bij het samenstellen van deze factsheet is gebruik gemaakt van verschillende gegevensbronnen, die hieronder kort beschreven zijn. Meer informatie over deze bronnen is te vinden op de website veiligheid.nl. Het enquêteonderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN) is een continue enquête, waarbij jaarlijks 11.000 Nederlanders worden ondervraagd over letsel en blessures, sportdeelname en bewegen. Uit deze databron zijn de volgende gegevens afkomstig: totaal aantal blessures, medisch behandelde blessures en sportdeelname. De gegevens afkomstig uit OBiN betreffen een jaarlijks gemiddelde over de periode 2006-2011. Het aantal geregistreerde hockeyblessures in OBiN is klein, zodoende kan met deze gegevens slechts een algemeen beeld geschetst worden. Het Letsel Informatie Systeem (LIS) geeft informatie over letsel en blessures die op de Spoedeisende
Hulp-afdeling (SEH) behandeld worden. Daarnaast geeft het systeem informatie over blessures waarvoor een sporter direct na presentatie op de SEH-afdeling in het ziekenhuis opgenomen wordt. LIS wordt uitgevoerd in een representatieve steekproef van ongeveer een tiende van de ziekenhuizen in Nederland. LIS registreert alleen acute en redelijk ernstige letsels. Omdat het aantal geregistreerde letsels in LIS groot is, kan hiermee een gedetailleerd beeld gegeven worden. De gegevens afkomstig uit LIS betreffen een jaarlijks gemiddelde over de periode 2006-2010, tenzij anders is aangegeven. Het Elektronisch Sporters Dossier (ESD: Hespen, A. van, Stubbe, J. en Stege, J. Blessures hockey 20092010, Leiden : TNO Gezond Leven, 2011) geeft een meer volledig beeld van de blessures dan
bijvoorbeeld LIS. Er bleek echter wel sprake van een oververtegenwoordiging van junioren en ruim twee derde van de deelnemende teams was een eerste team. Hiermee moet rekening gehouden worden bij de interpretatie van de gegevens. Voor informatie over ziekenhuisopnamen en overledenen is geen informatie uit de reguliere gegevensbronnen, zoals de Landelijke Medische
Hockeyblessures - Blessurecijfers – VeiligheidNL - augustus 2012
Registratie en de Statistiek Niet-natuurlijke dood beschikbaar. Voor ziekenhuisopnamen is zodoende gebruik gemaakt van informatie uit LIS, ofwel ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling. Voor gegevens over overledenen is gebruik
gemaakt van gegevens over overledenen die in LIS geregistreerd zijn en van krantenartikelen over dodelijke sportongevallen uit een Krantenknipselregistratie.
9
staan de belangrijkste ongevalscijfers beschreven in factsheets zoals deze. U kunt de factsheets gratis downloaden op www.veiligheid.nl. Heeft u interesse in bepaalde cijfers of een specifieke analyse? VeiligheidNL levert u deze graag. Ga hiervoor naar
Meer cijfers VeiligheidNL beschikt over veel meer cijfers over letsels en ongevallen. Per onderwerp of doelgroep
www.veiligheid.nl/onderzoek/cijfers-aanvragen.
Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende, onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn.
Tips voor preventie Voor een persoonlijk advies over het voorkomen van blessures, ga naar www.voorkomblessures.nl Blessure opgelopen? Op de website www.sportzorg.nl is nuttige informatie te vinden over wat te doen als u een blessure hebt opgelopen en daar vragen over hebt. Ook vindt u de juiste weg naar de beste sportmedische zorg.
Tabellen
Hockeyblessures - Blessurecijfers – VeiligheidNL - augustus 2012
SEH-behandelingen naar leeftijd en geslacht
Type ongeval: Sportblessure Type Sport: Hockey Organisatieverband sport: Sportblessures exclusief bewegingsonderwijs Man
Vrouw
Aantal
%
Aantal
%
0-4 jaar
<10
<1
<10
5-9 jaar
120
2
210
10-14 jaar
840
17
15-19 jaar
980
20
20-24 jaar
730
25-29 jaar
830
30-34 jaar
Totaal Aantal
%
<1
10
<1
4
330
3
1.400
27
2.200
22
1.300
25
2.300
22
15
870
17
1.600
16
17
760
15
1.600
16
490
10
300
6
780
8
35-39 jaar
270
5
120
2
390
4
40-44 jaar
280
6
100
2
370
4
45-49 jaar
190
4
70
1
250
3
50-54 jaar
100
2
20
<1
120
1
80
2
30
<1
110
1
4.900
100
5.200
100
10.000
100
55 jaar en ouder Totaal %
49
51
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010 (jaarlijks gemiddelde), VeiligheidNL
100
SEH-behandelingen naar ongevalsscenario
Type ongeval: Sportblessure Type sport: Hockey Organisatieverband sport: Sportblessures exclusief bewegingsonderwijs 0-17 jaar
18-24 jaar
25-34 jaar
35-44 jaar
45 jaar en ouder
Totaal
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
1.100
25
490
22
550
23
210
28
140
28
2.500
24
Zwikken
440
10
290
13
330
14
130
17
50
11
1.200
12
Struikelen
110
3
30
1
10
<1
10
1
<10
2
170
2
Val, niet gespecificeerd
400
10
120
6
170
7
50
7
50
11
800
8
Val, overig
120
3
50
2
40
2
20
3
20
5
250
3
2.900
68
1.600
69
1.600
69
450
59
300
62
6.800
67
2.800
66
1.500
68
1.600
67
440
58
290
60
6.600
66
door bal
1.600
37
960
43
980
41
280
37
210
43
4.000
40
door racket, stick, club, bat
1.200
28
550
24
600
25
150
20
80
17
2.600
25
1.200
28
550
24
600
25
150
20
80
17
2.600
25
80
2
40
2
30
1
10
1
<10
1
170
2
280
7
210
9
190
8
100
13
50
10
820
8
170
4
140
6
120
5
50
6
20
5
500
5
Val
Contact met object Geraakt door bewegend object
door hockeystick Contact met object, overig Overig scenario Lichamelijk contact
80
2
50
2
40
2
20
3
10
3
210
2
Acute fysieke belasting
botsing
60
1
40
2
40
2
30
5
20
5
190
2
Overig scenario, overig
40
1
30
1
30
1
20
2
<10
<1
130
1
Totaal
4.200 100
2.200 100
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010 (jaarlijks gemiddelde), VeiligheidNL
2.400 100
760 100
480 100 10.000 100
SEH-behandelingen naar locatie ongeval x leeftijd
Type ongeval: Sportblessure Type sport: Hockey Organisatieverband sport: Sportblessures exclusief bewegingsonderwijs 0-17 jaar
18-24 jaar
25-34 jaar
35-44 jaar
45 jaar en ouder
Totaal
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Sportlocatie
4.100
98
2.200
99
2.300
99
750
99
470
97
9.900
98
sportveld
3.900
92
2.100
95
2.300
97
720
95
450
94
9.500
94
180
4
60
3
40
2
20
3
10
3
320
3
Overig
30
<1
<10
<1
<10
<1
<10
<1
<10
<1
40
<1
Onbekend
80
2
20
<1
20
<1
<10
<1
<10
2
140
1
sporthal, gymnastieklokaal
Totaal
4.200 100
2.200 100
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010 (jaarlijks gemiddelde), VeiligheidNL Let op bij interpretatie indien aandeel 'onbekend' groot is
2.400 100
760 100
480 100
10.000 100
SEH-behandelingen naar locatie en aard letsel
Type ongeval: Sportblessure Type sport: Hockey
Hoofd/hals/nek open wond hoofd
Aantal
%
2.700
27
1.700
17
oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
490
5
fractuur neus
160
2
licht hersenletsel
100
<1
fractuur aangezicht/kaak
60
<1
letsel oogbol
60
<1
letsel aan gebit
20
<1
ernstig schedel/hersenletsel
20
<1
140
1
90
<1
4.000
40
Romp/wervelkolom oppervlakkig letsel/kneuzing romp Schouder/arm/hand Hand/vingers
2.700
27
oppervlakkig letsel/kneuzing hand/vinger
1.200
12
fractuur hand/vinger
1.200
12
170
2
luxatie hand/vinger
50
<1
distorsie hand/vinger
50
<1
spier-/peesletsel hand/vinger
20
<1
450
4
oppervlakkig letsel/kneuzing pols
220
2
polsfractuur
190
2
30
<1
430
4
open wond hand/vinger
Pols
distorsie pols Bovenarm/elleboog/onderarm oppervlakkig letsel/kneuzing arm
300
3
fractuur onderarm
60
<1
fractuur elleboog
40
<1
390
4
fractuur sleutelbeen/schouder
150
1
luxatie schouder/ac-gewricht
130
1
oppervlakkig letsel/kneuzing sleutelbeen/schouder
100
<1
3.200
32
Schouder/sleutelbeen/ac-gewricht
Heup/been/voet Enkel
1.300
13
enkeldistorsie
860
8
oppervlakkig letsel/kneuzing enkel
330
3
enkelfractuur
140
1
850
8
Voet/tenen
SEH-behandelingen naar locatie en aard letsel
Type ongeval: Sportblessure Type sport: Hockey Aantal
%
oppervlakkig letsel/kneuzing voet/tenen
580
6
fractuur voet/teen
220
2
Knie
640
6
oppervlakkig letsel/kneuzing knie
270
3
distorsie knie
220
2
open wond knie
50
<1
luxatie knie
30
<1
290
3
Onderbeen open wond onderbeen
110
1
oppervlakkig letsel/kneuzing onderbeen
90
<1
achillespeesletsel
40
<1
fractuur onderbeen
30
<1
80
<1
30
<1
30
<1
Heup/bovenbeen oppervlakkig letsel/kneuzing heup/bovenbeen Overig Totaal
10.000 100
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010 (jaarlijks gemiddelde), VeiligheidNL
SEH-behandelingen naar locatie en aard letsel
Type ongeval: Sportblessure Type sport: Hockey Organisatieverband sport: Sportblessures exclusief bewegingsonderwijs 0-17 jaar
18-24 jaar
25-34 jaar
35-44 jaar
45 jaar en ouder
Totaal
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
1.000
25
610
27
750
31
180
23
140
28
2.700
27
open wond hoofd
560
13
390
17
550
23
120
16
110
23
1.700
17
oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
260
6
110
5
80
3
30
4
<10
2
490
5
70
2
40
2
40
2
<10
<1
<10
<1
160
2
Romp/wervelkolom
50
1
30
1
20
<1
20
2
20
4
140
1
Schouder/arm/hand
1.900
46
790
35
820
35
280
36
150
31
4.000
40
Hoofd/hals/nek
fractuur neus
Hand/vingers
1.200
29
590
26
590
25
200
26
100
22
2.700
27
oppervlakkig letsel/kneuzing hand/vinger
670
16
260
12
190
8
80
11
30
6
1.200
12
fractuur hand/vinger
470
11
260
12
290
12
80
11
50
10
1.200
12
30
<1
30
1
70
3
20
3
20
3
170
2
open wond hand/vinger Pols
310
7
40
2
60
3
20
3
10
2
450
4
oppervlakkig letsel/kneuzing pols
160
4
20
<1
30
1
<10
<1
<10
<1
220
2
polsfractuur
120
3
20
<1
30
1
10
2
<10
1
190
2
270
6
80
3
70
3
<10
<1
<10
1
430
4
190
5
50
2
50
2
<10
<1
<10
<1
300
3
Bovenarm/elleboog/onderarm oppervlakkig letsel/kneuzing arm Schouder/sleutelbeen/ac-gewricht
130
3
90
4
100
4
50
7
30
6
390
4
fractuur sleutelbeen/schouder
60
2
20
1
30
1
20
3
10
3
150
1
luxatie schouder/ac-gewricht
20
<1
40
2
40
2
20
2
10
2
130
1
1.200
28
800
36
780
33
290
38
170
36
3.200
32
Heup/been/voet Enkel
540
13
330
15
310
13
120
15
60
11
1.300
13
enkeldistorsie
320
8
230
10
200
8
80
10
30
6
860
8
oppervlakkig letsel/kneuzing enkel
150
4
80
3
70
3
20
2
20
3
330
3
60
1
10
<1
30
1
20
3
10
2
140
1
260
6
250
11
210
9
60
8
60
13
850
8
200
5
180
8
130
6
30
4
30
6
580
6
50
1
60
3
60
3
20
3
30
6
220
2
280
7
140
6
160
7
40
5
20
5
640
6
140
3
60
3
40
2
10
2
10
3
270
3
80
2
40
2
80
3
20
2
<10
1
220
2
50
1
60
3
90
4
60
7
30
7
290
3
<10
<1
30
1
50
2
20
3
<10
1
110
1
10
<1
<10
<1
<10
<1
<10
<1
<10
<1
30
<1
enkelfractuur Voet/tenen oppervlakkig letsel/kneuzing voet/tenen fractuur voet/teen Knie oppervlakkig letsel/kneuzing knie distorsie knie Onderbeen open wond onderbeen Overig
SEH-behandelingen naar locatie en aard letsel
Type ongeval: Sportblessure Type sport: Hockey Organisatieverband sport: Sportblessures exclusief bewegingsonderwijs 0-17 jaar Aantal Totaal
18-24 jaar %
4.200 100
Aantal
25-34 jaar %
2.200 100
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010 (jaarlijks gemiddelde), VeiligheidNL
Aantal
35-44 jaar %
2.400 100
Aantal
45 jaar en ouder %
760 100
Aantal
Totaal %
Aantal
%
480 100 10.000 100
Ziekenhuisopnamen naar leeftijd en geslacht Type ongeval: Sportblessure Type sport: Hockey Organisatieverband sport: Sportblessures exclusief bewegingsonderwijs Man 1
%
0-14 jaar
10
15-24 jaar
20
%
19
20
39
20
20
39
10
<10
3
-
Aantal
25-54 jaar 55 jaar en ouder Totaal %
Vrouw 1
Aantal
Totaal 1
%
37
30
27
33
40
37
30
40
35
-
<10
2
Aantal
60 100
50 100
110 100
57
43
100
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL (alle gegevens betreffen jaarlijkse gemiddelden) 1 Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling
Ziekenhuisopnamen naar locatie en aard letsel
Type ongeval: Sportblessure Type sport: Hockey Organisatieverband sport: Sportblessures exclusief bewegingsonderwijs 1
%
40
38
Romp/wervelkolom
<10
5
Schouder/arm/hand
20
22
Heup/been/voet
40
33
<10
2
Aantal Hoofd/hals/nek
Overig Totaal
110 100
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010 (jaarlijks gemiddelde), VeiligheidNL 1 Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling