1 Mindfulness+: psychologische flexibiliteit aanboren Mindfulness kun je omschrijven als een toestand waarin je bewust aanwezig bent in het hier en nu. Je hebt aandacht voor wat er op dit moment aanwezig is in je omgeving en in jezelf, aan gedachten, gevoelens en andere sensaties. In een situatie van mindfulness sta je als het ware even met beide benen op de grond. Je bent alert zonder dat er sprake is van stress. Dat verschilt nogal van hoe het er op een gemiddelde werkdag vaak aan toegaat.
Op de automatische piloot Marloes heeft om drie uur een vergadering in het gebouw aan de overkant, 50 meter verderop. Om vijf voor drie pakt ze haar spullen om die kant op te gaan. In gedachten bedenkt ze alvast wat ze straks wil gaan zeggen. Het is voor haar belangrijk dat ze goed overkomt. Bij het oversteken schrikt ze even: een fietser knalt bijna tegen haar aan. Bij de vergaderkamer gekomen, ziet ze op de deur een briefje hangen: ‘Wegens omstandigheden gaat vergadering niet door! Sorry!’ Marloes wordt boos. Waar slaat dit op! Had iemand niet even een sms’je of mailtje kunnen sturen? We leven toch niet meer in het stenen tijdperk! Ze kan haar tijd wel beter besteden! Geïrriteerd beent ze weer terug naar haar kamer.
1.1
Mindfulness op de werkvloer
Veel mensen brengen het grootste deel van de dag door in een gedachtewereld. Ze maken amper contact met de realiteit, met wat er werkelijk om hen heen gebeurt en is. Dat is ook niet zo vreemd. De samenleving is druk en
9
hectisch en je hebt al snel het gevoel dat je ‘van alles moet’. De stress slaat toe waardoor je in ‘je hoofd’ gaat zitten. Bovendien doet de maatschappij van nu vooral een sterk beroep op het verstand en intellect. Fysieke arbeid is uitzondering geworden. Nu is het heel menselijk en natuurlijk om ‘in je hoofd’ te zitten. Gedachten zijn er immers constant, en stress tegenwoordig ook. Maar te veel in je ‘hoofd’ zitten, heeft grote nadelen, bijvoorbeeld:
* Je krijgt de realiteit niet helemaal meer mee. Zo zag Marloes de fietser
*
niet aankomen. Haar aandacht was namelijk naar binnen gericht, ze zat in haar eigen wereldje. Als je vooral in je hoofd zit, wordt de ervaring van de wereld en de dingen om je heen vaak oppervlakkiger, het dringt allemaal niet meer zo tot je door. Je functioneert als een soort zombie of robot, op de automatische piloot. Dit zorgt er ook voor dat je minder kunt genieten van de prettige dingen in het leven en weinig oog hebt voor de kleine dingen die zo waardevol kunnen zijn, zoals een warme kop thee of een ondergaande zon. Je krijgt het gewoon niet mee. Je gezondheid lijdt eronder. Wie erg in zijn hoofd ‘leeft’ voelt vaak niet goed meer hoe zijn lijf eraan toe is. Je voelt niet meer dat je spieren gespannen zijn, dat je pijn hebt in je rug, of dat je eigenlijk heel moe bent. Je voelt het niet meer omdat het simpelweg zo druk is in je hoofd. Dit kan hele vervelende gevolgen hebben voor je gezondheid. Het kan ervoor zorgen dat je over je grenzen heen gaat: je racet maar door, en stopt pas als je compleet opgebrand bent of een fikse migraine krijgt. Je lijf trekt dan aan de noodrem. Eigenlijk is het dan al veel te laat: je hebt signalen van pijn, stress en vermoeidheid zo lang genegeerd dat je lichaam in staking gaat. Is het eenmaal zover, dan kan het heel wat tijd kosten om weer te herstellen en jezelf terug te vinden.
Dagelijks verschillende momenten van mindfulness inbouwen helpt om het contact met jezelf en de realiteit te herstellen. Je krijgt weer oog voor hoe je lichaam eraan toe is en voor de dingen, mensen en gebeurtenissen om je heen. Dingen waar je steeds aan voorbij racete vallen bovendien op. Je voelt weer even hoe koud de regen op je gezicht is of dat je maag aan het knorren is. Kortom, je staat even stil. Een positief bijeffect daarvan is dat er een moment van ontspanning is. In een mindful moment is er geen gisteren of
10
mindfulness op het werk
morgen, er is alleen ‘nu’. Die ervaring is heel bevrijdend en heeft een sterk ontstressend effect. Er is geen gisteren of morgen, en er zijn dus ook geen zorgen over gisteren (‘Had ik nu maar..’) of morgen (‘Ik moet niet vergeten om morgen …’). Je kunt natuurlijk mindful momenten ‘bewaren’ tot na je werk. Maar het is veel verstandiger om ook, of misschien wel juist, tijdens een drukke werkdag dit soort momenten in te bouwen. Als Marloes meer mindful in het leven had gestaan, had haar dag er bijvoorbeeld zo uit kunnen zien.
Een mindful moment Om vijf voor drie pakt Marloes haar spullen om die kant op te gaan. Buiten merkt ze op hoe warm het zonnetje nog is en voelt ze de wind door haar haren. Ze ziet een fietser op haar afstormen en stapt op tijd aan de kant. Ze hoort de fietser nog roepen ‘Sorry!’ Als ze op de deur van de vergaderkamer een briefje ziet hangen met ‘Wegens omstandigheden gaat vergadering niet door! Sorry!’ denkt ze: wat zou er aan de hand zijn? Ze merkt dat ze innerlijk moet lachen. Lekker dat die vergadering niet doorgaat, dan heeft ze wat meer tijd voor andere dingen. Buiten voelt ze weer de warme zon op haar huid. Ze blijft even stilstaan, en laat alle geluiden om zich heen op haar inwerken. Ze voelt hoe haar voeten contact maken met de grond en is zich ervan bewust hoe ze daar staat, een mensje tussen al die grote gebouwen. Daarna loopt ze naar binnen. Toch even lekker een frisse neus gehaald.
Een mindful houding ontspant niet alleen, maar schept ook ruimte voor iets anders. Relevant voor het werk zijn bijvoorbeeld:
* Nieuwsgierigheid. In een moment van mindfulness vallen je dingen op die je niet opmerkt als je ‘in je hoofd’ zit. Je ziet bijvoorbeeld hoe een collega enigszins hinkt met zijn been. Dat maakt nieuwsgierig: wat zou er aan de hand zijn? Of je merkt op dat de koffie zo lekker smaakt. Zou de secretaresse een ander merk koffie in het koffieapparaat hebben gedaan? Nieuwsgierig zijn, of dat nu gaat om kleine of grote dingen, kan
mindfulness+: psychologische flexibiliteit aanboren
11
*
*
*
veel mooie dingen opleveren. Het kan leiden tot creatieve en innovatieve ideeën die je kunt gebruiken voor je werk of persoonlijk leven. Uit onderzoek blijkt bovendien dat nieuwsgierigheid positief samenhangt met welzijn: hoe nieuwsgieriger mensen zijn, hoe beter ze zich voelen over hun leven (Kashdan & Stejer, 2007). Communiceren gaat beter. Een mindful houding maakt het makkelijker om op een adequate manier met anderen te communiceren. De kans dat je hoort wat de ander werkelijk bedoelt is veel groter dan wanneer je ondertussen opgeslokt wordt door allerlei gedachten die door je hoofd spoken. Je hebt je aandacht beter bij het gesprek en wat de ander wil zeggen. Dat vergroot de kans dat je begrijpt wat de ander werkelijk bedoelt en daar op passende wijze op reageert. Hoofdstuk 7 gaat hier verder op in. Humor. Wie stilstaat ziet ook eerder de humor van dingen in. Je kunt bijvoorbeeld ineens ontdekken in wat voor absurde situatie je je bevindt of hebt oog voor iets grappigs wat je anders niet opgevallen was. Denk aan de geinige stropdas van een collega of een manager die eventjes idioot kijkt. Doordat een mindful houding de communicatie verbetert (zie vorige punt) wordt het bovendien makkelijker om humor met anderen te delen. Hierdoor kunnen je relaties met anderen in positieve zin groeien. Genieten. In een mindful moment kun je ontdekken hoe lekker dat kopje koffie eigenlijk smaakt dat je elke ochtend op de automatische piloot naar binnen giet. Of je merkt weer hoe mooi het uitzicht is vanuit je kantoor. Doordat je aandacht hebt voor mooie dingen, hoe klein ook, krijg je ze weer ‘mee’. Je ervaart weer hoe leuk, mooi of waardevol ze zijn.
Zo zitten er nog veel meer voordelen aan een mindful houding op de werkvloer. Al is het ondanks al deze voordelen niet zo dat mindful momenten altijd per se prettig aanvoelen. Je kunt ook mindful op de kamer van je leidinggevende zitten terwijl hij je vertelt dat je contract niet wordt verlengd. Het gaat er dan ook niet zozeer om dat mindfulness prettig of ontspannend zou zijn (alhoewel dat een fijn neveneffect kan zijn), maar dat het je beleving versterkt van de dingen om je heen en in jezelf. Je wordt ‘wakker’ en kunt beter inspelen op wat er op dat moment gebeurt. Overigens is het een misverstand dat je de hele dag mindful zou kunnen of moeten zijn. Er zijn altijd gedachten die je afleiden van het ‘hier en nu’. De menselijke aandacht
12
mindfulness op het werk
is nu eenmaal vluchtig. Het is al heel wat als je dagelijks een aantal mindful momenten weet in te bouwen. Gelukkig is mindfulness niet iets wat je ‘overkomt’, maar een vaardigheid die je kunt leren en trainen.
Test jezelf: Hoe mindful ben jij? Vul deze test in om een idee te krijgen hoe mindful je momenteel bent. De test is ontwikkeld door wetenschappers (Feldman et al.; normscores gebaseerd op Dijkstra & Barelds, 2011) en levert betrouwbare resultaten op. Achter elke stelling vind je een reeks cijfers. Omcirkel achter elke stelling het cijfer in de kolom die het beste jouw mening weergeeft. Denk bij het invullen vooral aan je werk. (Bijna) nooit
Soms Geregeld
Vaak
(Bijna) altijd
1. Ik kan me goed concentreren op mijn werkzaamheden.
1
2
3
4
5
2. Ik kan emotionele pijn goed verdragen.
1
2
3
4
5
3. Ik kan dingen die ik niet kan veranderen, accepteren.
1
2
3
4
5
4. Ik kan, op het moment dat ik ze voel, mijn gevoelens tot in detail beschrijven.
1
2
3
4
5
5. Ik ben snel afgeleid.
5
4
3
2
1
6. Ik vind het gemakkelijk om mijn gedachten en gevoelens te volgen.
1
2
3
4
5
7. Ik ben me bewust van mijn gedachten, zonder ze te veroordelen.
1
2
3
4
5
8. Ik kan mijn gedachten en gevoelens accepteren.
1
2
3
4
5
9. Het lukt me om in het ‘nu’ te leven.
1
2
3
4
5
10. Ik kan gedurende langere tijd mijn aandacht gericht houden op één ding.
1
2
3
4
5
! Let even op bij vraag 5. Hierbij lopen de cijfers andersom. Trek je daar niks van aan. Dit is nodig voor de puntentelling. Ook bij vraag 5 geldt: de kolom het meest links staat voor ‘(bijna) nooit’, de kolom het meest rechts voor ‘(bijna) altijd’.
mindfulness+: psychologische flexibiliteit aanboren
13
Testuitslag Bereken je uitslag door de cijfers die je hebt omcirkeld bij elkaar op te tellen. * 38 punten of meer: je staat behoorlijk mindful in je werk. Maar een mens is nooit uitgeleerd. Dit boek helpt je om nog meer uit je werk te halen dan nu. * 29 – 37 punten: Je staat ‘gemiddeld’ mindful in je werk, dat wil zeggen, ongeveer net zo sterk als de meeste andere mensen. Dit boek helpt je om (nog) aandachtiger om te gaan met je werk. 28 * punten of minder. Je staat weinig mindful in je werk. Je lijkt erg in je hoofd te zitten. Dit boek helpt je om een meer mindful houding aan te nemen.
1.2
Mindfulness+ op de werkvloer
Zeker als je al geïnteresseerd bent in mindfulness en er al eens wat over gelezen hebt, zal het bovenstaande niet nieuw voor je zijn. Mindfulness ken je dan. Maar wat is dan Mindfulness+? Mindfulness+ gaat een stap verder. Een mindful levenshouding is een prachtige uitgangssituatie, ook op het werk. Je bent ‘hier en nu’, je bent met heel je aandacht bij de dingen die gebeuren op je werk en de situaties daaromheen. Vanuit die grondhouding kun je nog een stap verder zetten. Vanuit een mindful houding ga je je leven zo vormgeven dat het past bij wie je werkelijk bent en wilt zijn, en bij wat voor jou belangrijk is, zowel privé als in je werk. Je gaat na wat je waarden zijn en stelt van daaruit doelen waar je toegewijd aan werkt, net zolang tot je ze hebt bereikt. Dat alles doe je met mindfulness als grondhouding. Mindfulness+ wordt in de wetenschappelijke literatuur ook wel Acceptance and Commitment Training genoemd, afgekort ACT. Het is net als mindfulness een methode waarvan wetenschappelijk onderzoek inmiddels heeft bewezen dat ze vele gunstige effecten heeft op het levensgeluk, de bevlogenheid en de vitaliteit van mensen. Wie de ingrediënten van Mindfulness+ weet toe te passen in zijn eigen leven en loopbaan voelt zich beter, gelukkiger, meer ontspannen,
14
mindfulness op het werk
gaat doelgerichter te werk en krijgt meer voor elkaar. Dat is daadwerkelijk wetenschappelijk aangetoond.
in ag
g en verand e
g rin
uit d
Hoe dat kan? Het antwoord: Mindfulness+ (of ACT) maakt mensen psychologisch flexibeler. Je kunt de gebeurtenissen die zich voordoen in je leven, en de gewenste en ongewenste veranderingen waarmee je bijvoorbeeld op je werk geconfronteerd wordt, veel beter hanteren. Veel psychische problemen en ook problemen in het contact met anderen komen namelijk voort uit het feit dat mensen uit hun ‘comfortzone’ moeten komen. Er wordt een kleine of grote verandering van hen verlangd. Bij kleine veranderingen kan het gaan om verhuizen naar een andere kamer op kantoor of een nieuwe collega krijgen. Grotere veranderingen zijn bijvoorbeeld dat mensen langer moeten doorwerken dan ze hadden gehoopt, een andere functie krijgen, niet de waardering krijgen waarop ze hadden gehoopt of dat belangrijke anderen op het werk niet doen wat ze willen. Alhoewel veel veranderingen ook leuke kanten hebben (zo kan de nieuwe collega veel leuker zijn dan de oude) brengen ze vaak stress met zich mee doordat ze een beroep doen op het aanpassingsvermogen van mensen. Mensen zijn van nature gewoontedieren. Liever veranderen ze niet. Dat doen ze pas als het echt nodig is of niet anders kan.
comfortzone
mindfulness+: psychologische flexibiliteit aanboren
15
Daar komt bij dat werknemers het vaak lastiger vinden om te veranderen naarmate ze langer ergens op dezelfde manier werken en langer in een bepaalde routine zitten. Ze kunnen dan bijvoorbeeld denken dat ze alleen maar op een bepaalde manier kunnen werken of alleen in een bepaalde omgeving en zich daardoor gaan verzetten tegen de verandering die van hen wordt verwacht. Ze kunnen boos, verbolgen, cynisch, verongelijkt of angstig reageren of simpelweg hun kop in het zand steken. Ze kunnen ruzie krijgen met degene die de verandering initieert of stiekem de verandering gaan ondermijnen (ja zeggen maar nee doen). Het meest beruchte gevolg is nog wel stress: ze hebben het gevoel dat ze de grip op de situatie verliezen en niet mee kunnen of willen met wat er van hen wordt verwacht. Er wordt in hun ogen te veel van hen gevraagd. Op dat moment stellen werknemers zich inflexibel op. Ze tonen weerstand. Nu is weerstand niet per se erg en zelfs een heel natuurlijk en gezond fenomeen. Het zorgt ervoor dat mensen niet zomaar met elke verandering instemmen en met elke wind meewaaien. Weerstand zorgt ervoor dat mensen eerst willen weten hoe iets echt zit en wat ze met een verandering opschieten. Weerstand is ook logisch omdat mensen vaak eerst aan een verandering of het idee daarvan moeten wennen. Blijft weerstand echter bestaan en blijven werknemers zich verzetten tegen een verandering die toch wel plaats gaat vinden, dan zitten ze zichzelf en anderen in de weg. Wie bij een reorganisatie bijvoorbeeld blijft klagen en zeuren over de nieuwe afdeling, demotiveert zichzelf en anderen. Hij zal niet beter gaan presteren of zich beter op zijn plek gaan voelen. Blijven hangen in weerstand ontneemt werknemers bovendien: • de kans om de nieuwe situatie – de verandering – zo in te vullen dat ze zich er goed bij voelen • de kans om van de nieuwe situatie een betere situatie te maken dan de oude. Ze blijven immers vasthouden aan het ‘oude vertrouwde’ in plaats van te accepteren dat ze moeten gaan veranderen en ermee aan de slag moeten. Natuurlijk kan het zijn dat werknemers de nieuwe situatie (de verandering) echt niet kunnen accepteren, bijvoorbeeld omdat ze er grote persoonlijke
16
mindfulness op het werk
of ethische bezwaren tegen hebben. Dat is ieders goed recht. Maar ook dan is verzet en weerstand vaak niet het juiste pad. Het zal je niet verder brengen. Je komt verder als je de verandering kunt accepteren met alle gevoelens en gedachten die daarbij horen, om vervolgens een keus te maken, bijvoorbeeld de keus om ontslag te nemen. Langdurig verzet en weerstand, hoe begrijpelijk soms ook, zit aanpassing in de weg en kan zoveel stress opleveren dat je gezondheid eronder gaat lijden. Langdurig verzet, weerstand en stress zijn uitingen van inflexibiliteit. De zogenaamde durability-bias (Wilson et al., 2000) werkt dit in de hand. Dit is het fenomeen dat mensen denken dat negatieve gebeurtenissen een veel langere emotionele nasleep hebben dan daadwerkelijk het geval is. Zo kunnen mensen van tevoren denken dat ze het echt vreselijk zullen vinden als ze van baan moeten wisselen en daar nog heel lang verdrietig van zullen zijn. In werkelijkheid blijkt het bijna altijd mee te vallen. Mensen zijn veel sneller aan de nieuwe situatie gewend dan ze van tevoren dachten en voelen zich snel weer beter. De durability-bias kan ervoor zorgen dat werknemers onevenredig erg opzien tegen veranderingen op de werkvloer, zelfs zo erg dat het ertegen opzien een groter probleem vormt dan de verandering zelf. Zoals gezegd is weerstand een gezond en natuurlijk verschijnsel. Je moet het dus vooral niet onderdrukken. Wel kun je er mindful mee omgaan. Je zou bewust moeten opmerken dat je innerlijk verzet voelt en kiezen wat je daarmee wilt: blijven hangen in dat verzet en weigeren mee te gaan in de verandering of, met je tegenzin, negatieve gedachten en angsten, toch de verandering aangaan? Wie kiest voor dat laatste, leert daar vaak een heleboel van: • Je komt erachter dat je meer aankunt dan je dacht. • Je bent trots op jezelf dat je dit ‘varkentje’ toch maar even hebt gewassen. Je • ziet positieve aspecten aan de nieuwe situatie die je van tevoren niet had gezien. Je • hebt het gevoel dat je in positieve zin bent ‘gegroeid’. • Je hebt het gevoel dat het ‘best meeviel’ en voelt je gesterkt.
mindfulness+: psychologische flexibiliteit aanboren
17
Dit soort ervaringen kunnen je leven verrijken. Ook al leveren ze stress op en komen er allerlei negatieve emoties bij kijken, je komt wél vooruit. Blijven steken in een status quo uit angst om te veranderen of vanuit het idee dat je niet kunt veranderen, is weinig bevredigend. Dat alles wil niet zeggen dat veranderen of aanpassen makkelijk is. Nergens leer je echt hoe dat moet. Daardoor maken mensen zich vaak onevenredig druk en denken ze achteraf: waar heb ik me toch zo druk om gemaakt? Misschien schamen ze zich zelfs wel voor hun opstelling. Dit boek helpt je om je flexibiliteit op het werk te vergroten en flexibiliteit bij anderen te stimuleren, een eigenschap die veel problemen gaat voorkomen en je vooruit gaat helpen.
1.3
Jezelf trouw blijven én veranderen
De vorige paragraaf is geen pleidooi om je zomaar, ongeacht wat er van je wordt gevraagd, aan te passen of te veranderen. De uitdaging is om jezelf trouw te blijven in de mallemolen die veranderingen nu eenmaal met zich meebrengen. Jezelf trouw blijven betekent niet je vastklampen aan oude routines of patronen. Het betekent wél: blijven doen wat jij belangrijk en waardevol vindt om te doen, en wat voor jou bevrediging en plezier oplevert in je werk. Jezelf trouw blijven heeft te maken met waarden. Waarden zijn die zaken die een mens belangrijk vindt in het leven en dat zijn er heel wat. Denk bijvoorbeeld aan Vriendschap, Werk, Kinderen, Geld, Avontuur, Ambitie et cetera. Waarden zijn weliswaar stabiel, maar niet statisch: ze kunnen in de loop van de tijd veranderen. Voor een vrijgezel kunnen bijvoorbeeld Plezier of Avontuur belangrijke waarden zijn. Tien jaar later, als hij getrouwd is en kinderen heeft, kan dat verschoven zijn en vindt hij bijvoorbeeld Familie en Zekerheid belangrijk. Hoe het ook zij, waarden geven richting aan het leven. Ze geven aan waar voor jou het leven van betekenis is en wat je zou kunnen doen om een bevredigend leven te leiden. Wie zijn leven vormgeeft naar zijn waarden, zal dan ook een gevoel van betekenis en zinvolheid ervaren.
18
mindfulness op het werk
Waarden
Humor Creativiteit Betrokkenheid Passie Mededogen ZekerheidWijsheid Geld Enthousiasme Balans Orde Wijsheid Stabiliteit Prestatie Gerechtigheid Avontuur Vertrouwen Echtheid Vriendschap Competitie Macht Spiritualiteit Kennis Liefde Ondernemingszin Genot Gevoel Spontaniteit Erkenning Loyaliteit Rechtvaardigheid Zelfstandigheid Integriteit Inzicht Groei Plezier Oprechtheid Authenticiteit Rust Verantwoordelijkheid Eerlijkheid Openheid Nieuwsgierigheid Discipline Familie Onafhankelijkheid Leiderschap Bescheidenheid Respect Ontwikkeling Beleefdheid Trots Vrijheid Teamgeest
Ook binnen je werk zijn waarden belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan waarden als Mentale uitdaging of Variatie. Het zijn je waarden die richting geven: aan wat je wilt in je werk en waar je met je werk naartoe wilt. In zijn algemeenheid geldt dat wie te weinig leeft en werkt naar zijn waarden, een gevoel van zinloosheid of frustratie zal ervaren. Mensen zijn stuurloos en weten niet wat ze moeten of willen met hun leven of werk. Alles lijkt interessant of juist niets. Om die reden is het dan ook belangrijk dat je erachter komt welke waarden je in je werk vorm wilt geven. Wat is voor jou werkelijk belangrijk? Waar haal je in je werk plezier en bevrediging uit? Het is daarbij wel heel belangrijk dat je je werkelijke waarden leert kennen. Soms denken werknemers dat ze weten wat ze belangrijk vinden, maar zijn dat eigenlijk de dingen waarvan ze denken dat die belangrijk hóren te zijn of die ze belangrijk moeten vinden. Het onderscheid tussen werkelijke waarden en niet-werkelijke waarden is niet altijd even duidelijk. Mensen kunnen bijvoorbeeld van huis uit mee hebben gekregen dat Status belangrijk is: je moet een baan hebben die in de ogen van anderen aanzien heeft. Pas later komen ze erachter dat voor hen hele andere dingen het werk bevredi-
mindfulness+: psychologische flexibiliteit aanboren
19
gend en betekenisvol maken, zoals Onafhankelijkheid. Hetzelfde kan gelden voor de waarden waarmee de cultuur mensen heeft ‘geprogrammeerd’. Zo zijn in de Westerse maatschappij waarden als Prestaties en Geld belangrijk. Dit kan mensen in eerste instantie doen geloven dat dit belangrijke zaken zijn in hun werk. Pas na verloop van tijd, bijvoorbeeld door levenscrises, gaan ze inzien waar ze nu werkelijk warm voor lopen. Waarden zijn zeker niet in strijd met psychologische flexibiliteit. Dat lijkt soms zo omdat waarden stabiel zijn en richting geven. Maar de psychologische flexibiliteit die in dit boek wordt bedoeld, is er niet één waardoor je met alle winden meewaait. Het is een psychologische flexibiliteit waardoor je verandert en je aanpast terwijl je trouw blijft aan jezelf en je waarden. Sterker nog, waarden geven houvast, zeker in turbulente tijden waarin er veel dingen veranderen. Ze herinneren je aan waar je het allemaal ook alweer voor doet en wat voor jou in je werk écht belangrijk is. Waarden helpen bepalen welke veranderingen je wel wilt omarmen en welke niet. Eenmaal in een verandering helpen waarden je om te blijven focussen op waar je naartoe wilt.
1.4
Het grotere geheel
Het doel van Mindfulness+ is duidelijk: meer psychologische flexibiliteit. Het is goed om deze eigenschap in te bedden in het grotere geheel van het werk. Dan wordt duidelijk welke rol psychologische flexibiliteit kan spelen, voor een werknemer en voor een organisatie. We gebruiken daarvoor het Job Demands-Resources Model (Schaufeli & Bakker, 2004). In elke organisatie en in elke baan zijn er dingen die nu eenmaal gedaan moeten worden, leuk of niet. Het zijn de taken waar je voor bent aangenomen. Die taken kunnen lichamelijk zijn – het dragen van verhuisdozen of het metselen van een muur – maar ook mentaal, organisatorisch of sociaal. Je moet bijvoorbeeld een huis ontwerpen of een vergunning juridisch toetsen (mentaal), van alles regelen voor een vergadering of leidinggeven (organisatorisch), proberen een product te verkopen of luisteren naar problemen (sociaal). Deze werkzaamheden kosten energie en moeite. Je moet
20
mindfulness op het werk
je inzetten en inspannen om te voldoen aan de eisen die de taak stelt. Alhoewel taakeisen moeite en energie kosten, zijn ze in principe ‘neutraal’. Dat wil zeggen: noch negatief noch positief. Werkzaamheden – en dus taakeisen – dragen namelijk ook bij aan een positief gevoel, van bijvoorbeeld voldoening en plezier, en kunnen zorgen voor uitdaging en zelfontwikkeling. Dat wil niet zeggen dat taakeisen geen stress op kunnen leveren. Dat kunnen ze zeker. Dat gebeurt als taakeisen te zwaar worden, bijvoorbeeld omdat de werkdruk zo hoog is dat er geen tijd meer is voor een pauze en je steeds op je tenen moet lopen. Er is dan te weinig tijd om te herstellen van de inspanningen van het werk. De taakeisen groeien je dan boven het hoofd en kunnen daardoor stress opleveren. Wie gedurende langere tijd te maken heeft met te hoge taakeisen, kan last krijgen van stressklachten en een verminderd welzijn. Ook voor de organisatie is het nadelig: de overbelaste werknemer meldt zich ziek of presteert niet naar vermogen. Je ziet dit terug in de bovenste helft van Figuur 1.1.
Taakeisen: • Mentaal, zoals concentratie • Emotioneel, zoals ergernissen • Fysiek, zoals repetitieve bewegingen
Mate van ervaren stress
Energiebronnen: waaronder: • Mindfulness • Zefvertrouwen • Optimisme • Lichamelijke conditie • Extraverte persoonlijkheid • Etc.
Mate van bevlogenheid
Gevolgen in termen van: • Lichamelijk en psychisch welzijn • Ziekteverzuim • Prestaties • Veranderbereidheid versus weerstand • Werksfeer • Etc.
Figuur 1.1 Het Job Demands-Resources Model.
mindfulness+: psychologische flexibiliteit aanboren
21
Naast taakeisen bestaan er ook energiebronnen. Taakeisen kosten energie, energiebronnen leveren juist energie op. Denk bijvoorbeeld aan steun en gezelligheid van collega’s, betrokkenheid en constructieve feedback van een leidinggevende, de mogelijkheid om jezelf te ontwikkelen in je werk of aan bijscholing te doen, en de vrijheid om zelf te bepalen hoe je je werk invult. Dit soort zaken gaan stress tegen, en leveren allerhande positieve gevoelens op, zoals plezier, het gevoel zinvol bezig te zijn, het gevoel iets te leren, het gevoel dat je ergens goed in bent en het gevoel dat je bij een leuke groep mensen hoort. Het zorgt vooral voor een sterke motivatie om te werken en voor betrokkenheid bij het werk. Energiebronnen zorgen daardoor voor bevlogenheid en die bevlogenheid geeft tegenwicht aan energievretende taakeisen. Dit is vooral belangrijk als je te maken hebt met hoge taakeisen. Juist als het werk zwaar of druk is, is het belangrijk dat daar genoeg positieve dingen tegenover staan. Energiebronnen dragen bij aan positieve gevolgen voor werknemer en organisatie: de werknemer voelt zich gezonder, zit psychisch beter in zijn vel en presteert daardoor beter. Dit is te zien aan de onderste helft van Figuur 1.1. Energiebronnen zijn er in twee soorten. Als eerste zijn er energiebronnen die voortkomen uit de organisatie, de afdeling en de mensen die daar rondlopen. Deze energiebronnen liggen grotendeels buiten de werknemer zelf. Hierbij valt te denken aan een goede werksfeer of een compliment van een leidinggevende. Ten tweede zijn er persoonlijke energiebronnen die in de werknemer zelf zitten. Dit zijn eigenschappen als optimisme, stressbestendigheid en zelfvertrouwen. Wie dit soort eigenschappen bezit, raakt gemakkelijker bevlogen en is daardoor beter bestand tegen werkstress. Psychologische flexibiliteit, inclusief de mindful grondhouding die daarbij hoort, behoort tot de persoonlijke energiebronnen van werknemers. Het is echter niet ‘zomaar’ een van de vele energiebronnen. In vergelijking met veel andere persoonlijke energiebronnen: • is psychologische flexibiliteit heel goed aan te leren en te trainen. Het is dus geen alles-of-nietskwestie van ‘je hebt het of je hebt het niet’. • leidt psychologische flexibiliteit niet alleen via bevlogenheid tot betere
22
mindfulness op het werk
uitkomsten voor werknemer en organisatie. Psychologische flexibiliteit heeft ook een direct effect op de mate van stress die iemand door te hoge taakeisen ervaart. Wie flexibeler, is zal namelijk makkelijker met veranderingen en stress omgaan. Kan het niet rechtsom, dan probeer je het linksom. Dat vermindert gevoelens van stress. In Figuur 1.2 zie je de plek van mindfulness en psychologische flexibiliteit in het model.
Taakeisen
Energiebronnen: waaronder: • Mindful houding • Psychologische flexibiliteit
Mate van ervaren stress Gevolgen in termen van: • Lichamelijk en psychisch welzijn • Ziekteverzuim • Prestaties • Veranderbereidheid versus weerstand • Werksfeer • Etc. Mate van bevlogenheid
Figuur 1.2 De plek van psychologische flexibiliteit en mindfulness in het Job Demands-Resources Model.
Kortom, meer psychologische flexibiliteit versterkt de positieve uitkomsten voor zowel werknemer als organisatie door: • bevlogenheid te versterken • stress te verminderen.
mindfulness+: psychologische flexibiliteit aanboren
23