Jaarstukken 2013
Inhoudsopgave 1.
Introductie
3
2.
Jaarverslag 2013: een zichtbaar beter Gouda
5
2.2
Ontwikkeling financieel resultaat
5
2.3
Speerpunten Coalitieakkoord gerealiseerd
5
2.4
Grondexploitaties
6
2.5
Ontwikkeling WWB
6
2.6
Ontwikkeling weerstandsvermogen
6
2.7
Ontwikkeling externen
7
2.8
Interbestuurlijk toezicht
7
2.9
Tot slot
7
3.
Jaarverslag: programma's
9
3.2
Werken en meedoen
24
2.1
3.1
Inleiding
5
Jeugd, onderwijs en veiligheid
9
3.3
Gouda goed op de kaart
37
3.4
Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren
44
3.5
Duurzaamheid en stedelijk beheer
52
3.6
Cultuur en sport
63
3.7
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
70
4.
Jaarverslag: paragrafen
4.2
Weerstandsvermogen
75
4.3
Onderhoud kapitaalgoederen
79
4.4
Financiering
84
4.5
Bedrijfsvoering
88
4.6
Verbonden partijen
92
4.7
Grondbeleid
101
4.8
Sociaal domein
103
4.9
Interbestuurlijk toezicht
105
5.
Programmarekening
4.1
5.1
73
Lokale heffingen
73
107
Inleiding
107
5.2
Programmarekening 2013
107
5.3
Toelichting op de programmarekening 2013
108
5.4
Incidentele baten en lasten
113
5.5
Resultaatbepaling
115
5.6
Resultaatbepaling op basis van vermogensmutaties
116
5.7
Resultaatbestemming
116
5.8
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens
117
5.9
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)
117
Jaarstukken 2013
1
6.
Balans en toelichting
6.2
Balans per 31 december 2013: activa
6.3
Balans per 31 december 2013: passiva
121
6.4
Grondslagen voor waardering en bepaling van baten en lasten
122
6.5
Toelichting op de balans per 31 december 2013: activa
123
6.6
Toelichting op de balans per 31 december 2013: passiva
128
6.7
Niet uit de balans blijkende langlopende financiële verplichtingen
132
7.
Single information Single audit
133
8.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
137
9.
Raadsbesluit
139
6.1
Inleiding
10. Bijlagen
10.1 Kerngegevens gemeente Gouda
119
119
120
141 141
10.2 Investeringen
142
10.3 Reserves en voorzieningen
149
10.4 Stedelijke vernieuwing
154
2
Jaarstukken 2013
1. Introductie Inleiding Met de jaarstukken 2013 van de gemeente Gouda legt het college van burgemeester en wethouders verantwoording af aan de gemeenteraad over het gevoerde beleid, de geleverde prestaties en de besteding van middelen in 2013. Opbouw Conform wettelijke voorschriften is de opbouw van de jaarstukken analoog aan de programmabegroting. Dit komt de vergelijkbaarheid tussen beide documenten ten goede. De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag (beleidsevaluatie, programma's, paragrafen, Staat van de Gemeente), de jaarrekening en bijbehorende controleverklaring, het besluit en de bijlagen. Beleidsevaluatie Het jaarverslag start met de beleidsevaluatie, waarin de belangrijkste beleidsmatige en financiële ontwikkelingen van 2013 zijn weergegeven. Programma's Na de beleidsevaluatie volgt de programmaverantwoording van de inhoudelijke programma's en van het onderdeel algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. De verantwoording vindt plaats aan de hand van de volgende vragen: ■ Wat hebben we bereikt? ■ Wat hebben we ervoor gedaan? ■ Wat heeft het gekost? Paragrafen In de paragrafen worden onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de programma’s en behandelen de onderwerpen waaraan politiek of financiële risico’s verbonden zijn. In deze jaarstukken 2013 is voor het eerst een paragraaf sociaal domein opgenomen in verband met de drie grote decentralisaties van taken en middelen naar de gemeente per 1 januari 2015. Staat van de Gemeente Als gevolg van de in 2013 met de provincie Zuid-Holland overeengekomen bestuursovereenkomst interbestuurlijk toezicht is in de jaarstukken 2013 voor het eerst de Staat van de Gemeente opgenomen. Met deze staat legt het college horizontaal verantwoording af aan de raad met betrekking tot de naleving van de wet- en regelgeving ten aanzien van de domeinen waarop de bestuursovereenkomst betrekking heeft. Een en ander vloeit voort uit de Wet revitalisering generiek toezicht die op 1 oktober 2012 in werking is getreden. Jaarrekening De jaarrekening bevat de financiële verantwoording over 2013 en bestaat uit de programmarekening en de balans. Ook het overzicht 'single information single audit' maakt deel uit van de jaarrekening. Controleverklaring De jaarrekening is onderworpen aan de accountantscontrole, hetgeen uitmondt in een controleverklaring van de onafhankelijke accountant met een oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening. Besluit en bijlagen De jaarstukken worden gecompleteerd met het voorgestelde raadsbesluit en enkele bijlagen. Weergave van bedragen In de financiële tabellen worden de bedragen zo veel mogelijk in duizenden euro's weergegeven. Hierdoor is soms sprake van afrondingsverschillen die niet worden weggewerkt indien deze € 1 bedragen. In de toelichting op de financiële tabellen en in de overige teksten is omwille van de leesbaarheid gekozen voor een weergave in enkele euro's. Incidenteel hebben min-tekens binnen financiële tabellen verschillende betekenissen. In voorkomende gevallen zijn deze zo goed mogelijk toegelicht.
Jaarstukken 2013
3
4
Jaarstukken 2013
2. Jaarverslag 2013: een zichtbaar beter Gouda 2.1 Inleiding De gemeente Gouda sluit het jaar 2013 af met een positief resultaat in de jaarrekening van € 3,9 miljoen. Daarmee zijn de effecten van het financieel solide beleid dat de afgelopen bestuursperiode is gevoerd, heel expliciet zichtbaar geworden. Ook aan de andere ambities uit het Coalitieakkoord 2010-2014 (Samen werken aan Gouda) is ook in 2013 nog verder hard gewerkt, en met succes. Per saldo concludeert het College dat er aan het einde van de bestuursperiode sprake is van een zichtbaar beter Gouda.
2.2 Ontwikkeling financieel resultaat In de programmabegroting 2013 was aanvankelijk een exploitatieresultaat voor 2013 begroot van € 294.000 positief. e e In de 1 begrotingswijziging 2013 - bij het 1 ijkmoment 2013 - wijzigde het perspectief, onder andere vanwege het (boekhoudkundig) doorschuiven van resterende middelen uit 2012 naar 2013: op basis daarvan werd een tekort van € 2,4 miljoen becijferd. Vrijwel tegelijkertijd verscheen de meicirculaire, die voor Gouda een incidentele tegenvaller bevatte van € 1,8 miljoen, waarmee het perspectief verder zou verslechteren. Dat vormde voor het College aanleiding om Operatie e DOS te starten. Via deze Operatie heeft het College krachtig bijgestuurd, waardoor het financieel perspectief bij de 2 e begrotingswijziging 2013 – bij het 2 ijkmoment 2013 – uit kwam op een tekort van € 703.000. In het laatste deel van het jaar kreeg de gemeente Gouda vervolgens per saldo een aantal incidentele meevallers, onder andere door een extra uitkering op grond van de decembercirculaire en een vervroegde aflossing van Woonpartners, waardoor het definitieve resultaat voor 2013 is uitgekomen op € 3,9 miljoen positief. Indien gekeken wordt naar de ontwikkeling van het exploitatieresultaat (vóór bestemming) in de periode 2010-2014, dan is het beeld als volgt: Ontwikkeling exploitatieresultaat 2010-2013
2.3 Speerpunten Coalitieakkoord gerealiseerd Bij het aantreden in 2010 heeft het College prioriteiten en ambities voor de stad Gouda benoemd in het Coalitieakkoord 2010-2014 ‘Samen werken aan Gouda’. Bij de afronding van de bestuursperiode concludeert het College dat niet alle, maar wel de meeste speerpunten zijn gerealiseerd: Gouda is diverse voorzieningen rijker geworden, staat beter op de kaart, is duurzamer en beter bereikbaar geworden, en de veiligheidsaanpak is versterkt. Specifiek in 2013 heeft de gemeente Gouda onder andere geïnvesteerd in: ■ de Top 60 aanpak; ■ de start van de nieuwbouw van de hoofdlocatie van de GSG Leo Vroman; ■ een verdere reductie van het aantal voortijdig schoolverlaters; ■ een contract met een nieuwe uitvoerder voor jongerenwerk; ■ het continueren van de uitvoering van wijkjaarprogramma’s en het bevorderen van bewonersparticipatie; ■ versterking van de binnenstad en aanstelling van een centrummanager; ■ een verbetering van de toeristische bewegwijzering in de binnenstad; ■ verruiming van de regels omtrent openingstijden voor de detailhandel; ■ de vernieuwing van de Tiendewegbrug; ■ de vernieuwing van panden aan de Kleiweg; ■ de digitale mantelzorgondersteuning;
Jaarstukken 2013
5
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
538 voor Warchild; het nieuwe Groenhovenbad; de uitbreiding en vernieuwing van de kaasmarkt; de regionale samenwerking in Midden-Holland; de ontwikkeling van de Spoorzone; de voorbereidingen voor (fase 1 van) Westergouwe; de uitbreiding van parkeerplaatsen, o.a. 130 plaatsen bij Klein Amerika en de bouw van de Stationsgarage; een goede score op de Duurzaamheidsmeter; de verbouwingen ten behoeve van de (inmiddels geopende) Garenspinnerij en bibliotheek; het opstellen van een erfgoedvisie.
2.4 Grondexploitaties In 2011 heeft de gemeente Gouda een forse afboeking gedaan op de grondexploitaties, met het oog op het beheersen van toekomstige risico’s. In 2012 heeft de actualisatie van de grondexploitaties geleid tot een relatief beperkte aanpassing van de boekwaarden en dat geldt voor 2013 opnieuw. In totaal zal de gemeente Gouda in 2013 (afgerond) € 0,6 miljoen afboeken vanwege de actualisatie van het MPG.
2.5 Ontwikkeling WWB De ontwikkeling van de werkgelegenheid blijft een aandachtspunt. Het effect van de crisis op de ontwikkeling van de arbeidsmarkt is zeker in de eerste helft van 2013 evident zichtbaar geweest in het WWB-cliëntenbestand. In de periode januari 2013 – juni 2013 nam het aantal WWB-uitkeringen toe van rond de 1300 naar meer dan 1450. In de zomerperiode trad een tijdelijk herstel op; daarna zette de stijging zich – weliswaar minder sterk dan in de eerste helft van 2013 – voort. Per saldo heeft de gemeente Gouda in 2013 ongeveer € 600.000 te weinig aan rijksmiddelen ontvangen voor WWBuitkeringen; dit tekort wordt opgevangen vanuit de reserve sociaal domein.
2.6 Ontwikkeling weerstandsvermogen De gemeente Gouda heeft niet veel reserves om incidentele tegenvallers op te kunnen vangen: op dit punt zijn de gemeentelijke financiën kwetsbaar. De Taskforce Versterking Weerstandsvermogen heeft in 2012 daarom geadviseerd om o.a. een spaaroptie te introduceren, met ingang van 2014. Dit is verwerkt in de programmabegroting 2014. e
Het jaar 2013 heeft het echter mogelijk gemaakt om eerder al een toevoeging te doen. Bij de 1 begrotingswijziging 2013 is een toevoeging gedaan vanuit een vrijval uit een bestemmingsreserve. En bij de voorliggende jaarrekening is er opnieuw de gelegenheid om een substantiële toevoeging te doen aan de algemene reserve. In totaal komt de weerstandscapaciteit per eind 2013 uit op € 11,7 miljoen. Dit is het cijfer na resultaatbestemming en verrekeningen met een aantal reserves. Per saldo is het College er deze bestuursperiode in geslaagd om de stad Gouda door de crisis heen te loodsen met een relatief beperkt beroep op de reserves en tegelijkertijd verbeteringen te realiseren voor inwoners, bedrijven en bezoekers in de vorm van structurele voorzieningen in de stad. Ontwikkeling weerstandsvermogen 2009-2013
6
Jaarstukken 2013
2.7 Ontwikkeling externen In 2013 is – in lijn met de in de voorgaande jaren ingezette koers – weer strak gestuurd op de inhuur van externen en is het bedrag aan inhuur ten opzichte van 2012 fors gedaald. Het totale bedrag aan externe inhuur komt per eind 2013 uit op € 4,63 miljoen. Dit komt overeen met een daling van € 1,66 miljoen ten opzichte van 2012. In de gehele bestuursperiode is een flinke reductie gerealiseerd, immers per eind 2009 bedroeg het bedrag aan externe inhuur nog € 7,34 miljoen. De totale reductie komt per saldo dus uit op € 2,71 miljoen. Ontwikkeling externen 2009-2013
2.8 Interbestuurlijk toezicht Op 1 oktober 2012 is de Wet Revitalisering Generiek Toezicht in werking getreden. Met deze wet vereenvoudigt het interbestuurlijke toezicht: het verticaal toezicht van Rijk en provincies op gemeenten wordt verminderd en het accent komt juist te liggen bij de controlerende rol van de raad, een beweging die reeds met de dualisering is ingezet. Tegen de achtergrond hiervan heeft de provincie Zuid-Holland aan elke Zuid-Hollandse gemeente een bestuursovereenkomst interbestuurlijk toezicht voorgelegd; het College heeft deze overeenkomst in 2013 getekend. In deze bestuursovereenkomst is vastgelegd dat gemeenten jaarlijks door middel van de jaarrekening informatie verschaffen over de stand van zaken op de volgende domeinen: financiën, ruimtelijke ordening, huisvesting verblijfsgerechtigden, omgevingsrecht (WABO), externe veiligheid en archief- en informatiebeheer. Ook is de wijze waarop de informatie wordt aangeleverd vastgelegd in de bestuursovereenkomst: dit dienen gemeenten te doen door middel van een eigen ‘staat van de gemeente’. Met de nieuwe paragraaf Interbestuurlijk toezicht wordt invulling gegeven aan de gemaakte afspraken ten aanzien van het aanleveren van verantwoordingsinformatie.
2.9 Tot slot Uiteraard is het werk in een stad nooit klaar. Er is een beperkt aantal wensen onvervuld gebleven afgelopen bestuursperiode, ondanks veel inspanningen: werkloosheid, leegstand en jeugdoverlast blijven aandachtspunten, de (extra) HBO- of universitaire instelling is niet gerealiseerd, de doorstroming van het verkeer op het Hamstergat is nog niet zoals gewenst en de financiële situatie blijft – ondanks de goede resultaten in 2013 – een kwetsbaar punt. En er liggen nog diverse uitdagingen voor de toekomst, zoals de uitvoering van de nieuwe taken die samenhangen met de decentralisaties in het sociale domein, de invulling van een nieuwe bezuinigingsopgave, de bouw van Westergouwe, de ontwikkeling van het zuidelijk stationsgebied of het realiseren van 1 miljoen bezoekers. Het College heeft gewerkt aan een solide basis en zoveel mogelijk bouwstenen voor een volgend bestuur om voortvarend aan de slag te kunnen gaan met deze vraagstukken. Het College kijkt met tevredenheid terug op de periode 2010-2014 en is iedereen erkentelijk die een bijdrage heeft geleverd aan het bereiken van een zichtbaar beter Gouda.
Jaarstukken 2013
7
8
Jaarstukken 2013
3. Jaarverslag: programma's
3.1 Jeugd, onderwijs en veiligheid
Met veel kinderen gaat het goed in Gouda. Gelukkig maar. We hechten veel belang aan een goede, gezonde en speelse ontwikkeling van onze jeugd. Talent ontwikkelen, investeren in de toekomst en geen jongeren tussen wal en schip staan hierin centraal. Ook de komende periode moet er worden gewerkt aan een samenhangend en minder versnipperd aanbod dat effectief en efficiënt is. Dit doen we samen met onderwijs, brede school, partners op het gebied van zorg, jeugd- en jongerenwerk via de jeugdagenda (2011-2014) en de daaraan gelieerde uitvoeringsagenda. Daarnaast zijn we met onze partners volop bezig om ons voor te bereiden op de decentralisatie jeugdhulp. Dit is vooral een regionaal traject waarbij wij kijken hoe we het lokale veld hierin mee kunnen en moeten nemen zodat zij straks ook goed voorbereid zijn. In Gouda willen we dat burgers elkaar kennen en naar elkaar omzien, dat inwoners zich veilig voelen en (al dan niet met de steun van professionals) bereid zijn gezamenlijk de veiligheid te bevorderen. In samenwerking met alle partners wordt hieraan gewerkt. Dit is de koers voor de komende jaren die in de Kadernota Gouds Veiligheidsbeleid 2010-2014 door de gemeenteraad is vastgesteld en verder praktisch en meetbaar is uitgewerkt in het actieplan 2012-2013 met brede steun vanuit de raad. In 2013 is het aantal woninginbraken en het aantal incidenten van jeugdoverlast nog steeds relatief hoog. Dit laat zien dat het noodzakelijk blijft om veiligheid hoog op de agenda te houden.
Jaarstukken 2013
9
3.1.1 Wat hebben we bereikt?
Jeugd De gemeentelijke rol in het jeugdbeleid kan samengevat worden in twee kernelementen: het uitvoeren van wettelijke taken en het voeren van regie op ons gemeentelijk beleid. De wettelijke taken concentreren zich met name rond de verplichtingen in de Wmo om ouders en jongeren bij het opvoeden en opgroeien te ondersteunen. Ook in de Wet op de Jeugdzorg en Wet Publieke Gezondheidszorg is de gemeente verplicht om preventief jeugdbeleid vorm te geven. Verder is het de rol van de gemeente om samenhang in het lokale jeugdbeleid te creëren en partners aan te spreken op hun rol en verantwoordelijkheid. Dit is een complex geheel aangezien bevoegdheden en verantwoordelijkheden in verschillende wetgeving zijn vastgelegd en door verschillende overheden worden aangestuurd. Bij de invoering van de decentralisatie jeugdzorg op 1 januari 2015 zal dit veranderen. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en financiële stromen komen dan voor veel onderdelen van de jeugdhulp (vrij - en niet vrij toegankelijk)bij de gemeenten te liggen. De voorbereidingen voor deze decentralisatie zijn volop bezig, wij doen dit voor een groot deel samen met de regio Midden-Holland, voor sommige onderdelen zelfs bovenregionaal. In 2014 zal een groot deel van de ambtelijke capaciteit voor jeugd ingezet worden voor de voorbereiding van de decentralisatie jeugdhulp. Jeugdbeleid is niet enkel de verantwoordelijkheid van de gemeente. De vraagstukken zijn te groot en te complex om als gemeente alleen aan te kunnen pakken. We hebben dan ook de inzet en het commitment van onze partners nodig. Daarom is de samenwerking met partners geïntensiveerd. In 2011 is de gezamenlijke jeugdagenda 2011-2014 ontwikkeld en vastgesteld (zowel door de besturen van de partners als door de gemeenteraad). In de jeugdagenda is onderscheid gemaakt in een drietal leefgebieden te weten gezin/thuis, school/werk en vrije tijd en zijn prioriteiten gesteld. In 2013 hebben we (evenals voorgaande jaren) samen met onze partners gewerkt aan de afspraken die we in de jeugdagenda hebben gemaakt. Tevens zijn we verder gegaan met de voorbereiding van de decentralisatie jeugdhulp in samenhang met de decentralisatie WMO. Gouda doet het goed op vermindering van voortijdig schoolverlaten. Het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) is een belangrijke partner om jongeren toe te leiden naar scholing. In samenwerking met het onderwijs in Gouda is ook in 2013 uitvoering gegeven aan de actiepunten zoals deze zijn geformuleerd in de visie op onderwijs (huisvesting) en is een start gemaakt met de voorbereiding op de invoering van passend onderwijs in 2014. Op 26 februari 2013 heeft het college van Burgemeester en wethouders het nieuwe handhavingsbeleid kinderopvang vastgesteld. De Beleidsregels bestuurlijke boete Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, die hier onderdeel van uitmaken, zijn op 1 april 2013 in werking getreden. Sindsdien ziet het college strenger toe op naleving van de weten regelgeving en zijn er meer en vaker handhavingsacties ondernomen dan in het voorgaande jaar. Over het algemeen zien we dat door de GGD geconstateerde overtredingen na het geven van een aanwijzing worden opgelost. Er is één
10
Jaarstukken 2013
bestuurlijke boete daadwerkelijk opgelegd en er is – aan het einde van het jaar – één voornemen tot het opleggen van een boete kenbaar gemaakt. De handhaving heeft het afgelopen jaar geen aanleiding tot bezwaar- en beroep gegeven. Wel loopt er nog de afwikkeling van een schadeclaim die het gevolg is van het feit dat de rechtbank heeft geoordeeld dat het college ten onrechte heeft geweigerd een kinderdagverblijf in te schrijven in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. De behandeling van deze aansprakelijkstelling is in handen van onze verzekeraar. In aanvulling op het voorgaande is het ook goed te vermelden dat Gouda voor het tweede achtereenvolgende jaar de A-status (= de gemeente leeft haar wettelijke taken na) heeft. Het onderdeel handhaving is hierbij één van de door de Inspectie van het Onderwijs te toetsen onderdelen. In 2013 is de planning uit het Integraal Huisvestingsplan 2009 verder uitgevoerd. In februari is met de nieuwbouw van de hoofdlocatie voor de GSG Leo Vroman aan de Willem de Zwijgersingel gestart. De bouw verloopt volgens planning, de oplevering wordt in april 2014 verwacht. In het eerste kwartaal zijn door het college de “uitvoeringsregels verhuur en medegebruik in primair en specialaal onderwijs” vastgesteld. Het gebruik door derden van leegstand in schoolgebouwen kan op basis van deze regels makkelijker plaats vinden. Het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs (SHO) is opgesteld en tweemaal in een breed overleg met de schoolbesturen besproken. In de Kamer Huisvesting van 19 november 2013 heeft dit overlegorgaan ingestemd met het SHO. Op 3 december 2013 heeft het college met het SHO ingestemd en aan de gemeenteraad aangeboden ter besluitvorming. De zoektocht naar een nieuwe huisvestingslocatie voor de (V)So De Ark heeft in 2013 niet tot een succesvolle afronding geleid. De gemeente heeft het leegstaande schoolgebouw Bernadottelaan nr. 3 aan het schoolbestuur aangeboden ter overbrugging van de periode tot een definitieve huisvestingslocatie zou zijn gevonden. Dit aanbod is door het schoolbestuur afgewezen. Het schoolbestuur heeft er voor gekozen met het Vso in de huidige locatie aan de Jan Luijkenstraat te blijven en dit gebouw tijdelijk op te knappen. Vanwege een ruimtevraag van de Casimirschool zijn in september 2013 twee noodlokalen op het schoolplein geplaatst. Vooralsnog zullen deze lokalen er voor 1 schooljaar staan. Ook zijn begin dit jaar de meerjarige onderhoudsplannen (mop’s) van de schoolgebouwen geactualiseerd. In de Kamer Huisvesting van 11 februari 2013 hebben de schoolbesturen met de geactualiseerde meerjaren onderhoudsplanning ingestemd. In deze mop’s is per jaarschijf aangegeven welke bouwelementen van de schoolgebouwen in het po en so vervangingen moeten worden met de bijbehorende kosten. Dekking vindt plaats vanuit de voorziening planmatig onderhoud schoolgebouwen welke gevoed wordt vanuit de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Voor het jaar 2014 ontstaat een tekort in deze voorziening. In 2013 is daarom een extra dotatie opgenomen aan deze voorziening om dit tekort te dekken. De 3 CJG's in de stad zijn zich in 2013 gaan voorbereiden op de decentralisatie jeugdhulp, zodat zij straks nog beter in staat zijn om de jeugd in Gouda, en hun opvoeders, te ondersteunen bij opgroei- en opvoedingsvraagstukken. Veiligheid en leefbaarheid In februari 2012 is het actieplan 2012-2013 vastgesteld. Hierin zijn de volgende prioriteiten gesteld: ■ Focus op aanpak van jeugdoverlast en jongerenproblematiek, met name gericht op Marokkaans-Nederlandse jongens (in het bijzonder 8 tot 16 jarigen); ■ Specifieke inzet op geweld, woninginbraken en overvallen; ■ Meer nadruk op preventie, leefbaarheid en sociale cohesie; focus op terugdringen gevoelens van onveiligheid; ■ Versterking regierol gemeente. In 2013 is hard gewerkt aan deze prioriteiten. De belangrijkste aanpassing binnen het veiligheidsbeleid in 2013 is de start van de Top60 aanpak geweest. Er is mede in dit kader veel inzet geweest op de individuele aanpak van overlastgevende criminele jongeren, in het veiligheidshuis en in de groepsaanpak. Vanuit de Top60 aanpak is voor een groot deel van de jongeren gestart met de uitvoering van een op maat gemaakt plan van aanpak. Het doel van de aanpak is de vermindering van recidive. De stadsmarinier heeft zich intensief en met resultaat bezig gehouden met de individuele aanpak van de Klaagmuurgroep in Oost. Ook heeft hij zich gericht op problematisch gedrag van jonge jeugd (vanaf 10 jaar), met name jeugd met licht verstandelijke beperking (LVB). De inventarisatie van de jeugdgroepen van eind 2013 laat zien dat er in Gouda evenals in 2012 sprake is van 9 jeugdgroepen. De doelstellingen voor Oost en Korte Akkeren zijn in 2013 behaald. Goverwelle is vrijwel gelijk gebleven in overlast en in Plaswijck is helaas een toename van groepen. Eind 2013 is een contract gesloten met een nieuwe uitvoerder voor het jongerenwerk voor problematische jeugd, stichting Jong. Samen met politie en gemeente werken zij vanaf 2014 aan een intensieve aanpak in de wijken.
Jaarstukken 2013
11
Het stappenplan grenzen stellen is in 2013 samen met het bejegeningsprofiel van de politie ingezet tegen overlastgevend gedrag op straat. Er zijn in totaal zes gebiedsverboden opgelegd op basis van de Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast (Wet MBVEO). Daarnaast zijn er zestien tijdelijke huisverboden opgelegd. Het projectplan aanpak Woninginbraken is in 2013 uitgevoerd onder regie van de gemeente. Het totaal aantal woninginbraken baart nog steeds zorgen. Het donkere dagen offensief is opnieuw ingezet door de politie. Met onder andere de inzet van de Mobeye (draadloos mobiel alarmsysteem), voorlichtingsavonden en buurtonderzoeken wordt geprobeerd bewoners alert te maken en daders te pakken. Het afzonderlijke project met betrekking tot straatcoaches is in 2013 losgelaten, ook in relatie tot de kosten. Het jeugdtoezicht wordt in 2014 ingebed in stadstoezicht, door de inzet van bikers (BOA’s) in samenwerking met de gemeente Zuidplas. Veiligheidshuis In 2013 is er vanuit het Veiligheidshuis door politie, OM en gemeente vooral ingezet op de aanpak van de criminele jongeren in het kader van de Top60. Hierbij is met name ingezet op individuen die gelinkt kunnen worden aan woninginbraken in Gouda en de regio. De Top60 aanpak is een doorontwikkeling binnen de huidige werkwijze in het veiligheidshuis: een gezamenlijke focus (zowel repressief als preventief) op de meest hardnekkige dossiers. De doelgroepbenadering in het veiligheidshuis (denk aan jeugd, nazorg, veelplegers) is hiermee vervangen door een aanpak die zich richt op complexe actuele casuïstiek, dat wil zeggen problematiek waarbij samenwerken tussen verschillende ketens noodzakelijk is. De ketenpartners signaleren problemen, bedenken oplossingen en voeren die samen uit. Werkprocessen worden op elkaar afgestemd, zodat strafrecht en zorg elkaar aanvullen. Het OM heeft de ZSM werkwijze bijvoorbeeld toegepast op deze jongeren: zo snel, slim, simpel mogelijk een overtreding afhandelen. Dit houdt in dat na aanhouding van een verdachte zo spoedig mogelijk een beslissing wordt genomen over het afdoeningstraject dat een verdachte ingaat en waar mogelijk wordt ook meteen een afdoeningsbeslissing genomen. De inzet van alle partners is op gedragsverandering, recidivevermindering en verbetering van de maatschappelijke perspectieven van de delinquent. Men gaat dadergericht, gebiedsgericht en probleemgericht te werk. In 2013 is gewerkt aan de verdere integratie om te komen tot één Veiligheidshuis voor geheel Hollands Midden, met als hoofdvestiging Leiden en nevenvestiging Gouda (vanaf januari 2014). Deze wijziging brengt met zich mee dat expertise van de regio breder in Gouda ingezet kan worden en is kostenbesparend. Wijkaanpak In samenspraak met partners, wijkteams en burgers zijn er in alle wijken nieuwe wijkanalyses, wijkvisies en wijkjaarprogramma's opgesteld met een reeks van concrete maatregelen. Deze maatregelen bevinden zich op het gebied van Wmo-activiteiten, Samen Doen, Groen, schoon, spelen, Jeugd en Veiligheid. De uitvoering van de wijkjaarprogramma’s is ook in 2013 onverkort doorgezet. Vooral het thema Wmo-activiteiten is in 2013 meer naar voren gekomen binnen de wijkaanpak. Hierbij zien we dat er naast de vaste "wijkaanpakpartners" (corporaties, politie, wijkteams, Participe, gemeente, Brede School en Sport.Gouda) ook de partners uit de zorg de samenwerking vinden in de buurten. Het accent binnen wijkaanpak vanuit de gemeente ligt op het behouden of versterken van de sociale samenhang en de leefbaarheid in wijken en buurten en het versterken van het zelforganiserend vermogen. In 2013 is er voor het eerste jaar gewerkt met aandachtsbuurten specifiek gericht op bevordering van bewonersparticipatie. In 6 buurten is er met alle partners een plan gemaakt en is in de meeste buurten ook gestart aan de uitvoering. Ook het aantal bewonersinitiatieven in het openbaar groen is in 2013 toegenomen, waarbij we zien dat bewoners steeds meer zelf plannen maken voor de inrichting van (grotere) stukken grond en het zelf in beheer nemen. De wijkaanpak heeft dus in 2013 weer vele initiatieven en activiteiten opgeleverd, georganiseerd voor en door vrijwilligers.
3.1.2 Wat hebben we ervoor gedaan?
In deze paragraaf worden voor elk speerpunt uit het coalitieakkoord de voornemens uit de begroting en de realisatie weergegeven. Jeugdbeleid wordt samen met partners vormgegeven en uitgevoerd Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor (indicatoren) doen? De samenwerking met Aantal bijeenkomsten platform Zorgdragen dat het bestuurlijk partnerorganisaties wordt jeugd platform jeugd minimaal twee geïntensiveerd keer per jaar bij elkaar komt om op strategisch niveau de voortgang van de nieuwe jeugdagenda te bewaken
12
Jaarstukken 2013
Wat hebben we gedaan? In 2013 hebben wederom platformbijeenkomsten plaatsgevonden. De bijeenkomsten zijn vooral bedoeld voor kennisuitwisseling. Zo is in 2013 aandacht geweest voor de decentralisatie jeugdhulp en de aanpak van de Top60
Doelstellingen
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Aantal bijeenkomsten m.b.t. de Lokaal Educatieve Agenda (LEA)
Wat gingen we daarvoor doen? Via de vier bijeenkomsten van de Lokaal Educatieve Agenda worden afspraken met het onderwijs gemaakt en gemonitord Prioriteiten zijn gezamenlijk Voortgang vastgestelde Begin 2013 zullen de bepaald en worden uitgevoerd doelstellingen jeugdagenda uitvoerings-plannen 2013 en 2011-2014 2014 worden vastgesteld. Vervolgens zullen deze worden uitgevoerd en gemonitord Voortgang vastgestelde Uitvoeren vastgestelde prioriteiten onderwijsvisie 2011 prioriteiten in de onderwijsvisie
Wat hebben we gedaan? De LEA heeft in 2013 vier keer plaatsgevonden
De plannen zijn door het college vastgesteld en zijn in 2013 uitgevoerd
De onderwijsvisie en de vastgestelde prioriteiten zijn besproken en gemonitord
Talent ontwikkelen: elk kind/jongere kan meedoen in de Goudse samenleving en is actief in zijn vrije tijd Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? De zelfontplooiing van Deelnamecijfers van kinderen Elk kind in het primair Het bereik van de brede school onder kinderen en jongeren wordt aan bredeschoolactiviteiten onderwijs maakt (via de brede schooltijd is nagenoeg 100%. Aan de gestimuleerd school) kennis met het Gouds naschoolse activiteiten namen in 2012 (activiteiten)aanbod op het 1.759 leerlingen van 6-13 jaar deel, terrein van sport, cultuur en dit is 40% van alle leerlingen in het welzijn basisonderwijs. De cijfers van 2013 zijn nog niet bekend Percentage 12-jarigen dat lid Steekproefsgewijs zal de In 2012 is de steekproef gehouden, is van een vereniging of cursist brede school Gouda één keer in 2014 zal deze wederom worden bij een instelling of regelmatig per twee jaar een onderzoek uitgevoerd. Uit de steekproef in 2012 geregistreerd bij buurtactiviteit uitvoeren naar het aantal bleek dat 86% van de leerlingen lid is van 12-jarigen dat lid is van een vereniging een vereniging of cursist bij een instelling of regelmatig geregistreerd staat bij een buurtactiviteit Aantal wijken met begeleid Begeleid spelen of buurtsport In 2013 is in 5 wijken op 8 locaties spelen of buurtsport inzetten begeleid spelen uitgevoerd (buurtsport) Aantal wijken met een Buurtkasten installeren. Hierbij In 2013 zijn 4 buurtkasten in bedrijf; in buurtkast vrijwilligers betrekken de wijken Bloemendaal, Kort Haarlem, Oosterwei en de Raambuurt. Hierbij zijn vrijwilligers betrokken Tenminste drie (nieuwe) Middels de subsidieregeling In 2013 zijn drie initiatieven gefinancierd initiatieven zijn financieel "Jongeren doen mee door vanuit de subsidieregeling: gehonoreerd sport en spel" worden nieuwe ■ Circus Mix: pilot om jongeren te trainen initiatieven ondersteund in participatie bij activiteiten; ■ De Meander: sport-stimuleringsdagen; ■ Het Segment: sportdag. Bevorderen van participatie Het aantal jongeren dat Het professioneel In 2013 is één sportvereninging van kinderen en jongeren. door interventies van het jongerenwerk zorgt voor de ondersteund door het professioneel jongerenwerk lid is geworden toeleiding en begeleiding jongerenwerk. van een (sport)vereniging van jongeren, zodat ze lid worden en lid blijven van een (sport)vereniging Het aantal uitgereikte Jaarlijks worden kinderen en In 2013 zijn 8 jeugdlintjes uitgereikt. jeugdlintjes jongeren voorgedragen voor een jeugdlintje voor hun inzet in de Goudse samenleving Talent ontwikkelen: bevorderen dat Marokkaans-Nederlandse jongeren hun talenten in positieve zin aanwenden Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? Realiseren van een trendbreuk ■ Zie activiteiten uitvoering Veiligheidshuis, Top60 aanpak, op het terrein van: IVB; stadsmarinier en groepsaanpak worden ■ Criminaliteit; ■ Zie activiteiten uitvoeren toegepast op deze jongeren. ■ Overlast; actieplan jeugdwerkloosheid ■ Voortijdig schoolverlaten; (programma 2). ■ Jeugdwerkloosheid.
Jaarstukken 2013
13
Investeren in de toekomst: voorkomen schooluitval Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor (indicatoren) doen? Taal- en rekenachterstanden ■ Aantal VVE-geïndiceerde ■ In beeld brengen van het worden zo veel mogelijk kinderen dat op een VVEaantal kinderen met een teruggedrongen plek zit (VVE=voor- en taalachterstand (VVEvroegschoolse educatie) geïndiceerd); ■ Effect van VVE op ■ Zorgdragen voor voldoende doelgroepkinderen die VVE plekken voorschoolse hebben gevolgd educatie; ■ Versterking van de toeleiding naar plekken van voorschoolse educatie; ■ Vraag en aanbod m.b.t. voorschoolse educatie beter op elkaar afstemmen; ■ Maken van resultaatafspraken met het primair onderwijs; ■ Evaluatie van het effect van VVE; ■ Realiseren van doorgaande leerlijn tussen kinderopvangorganisatie en primair onderwijs.
Aantal kinderen dat deelneemt Per 1 januari 2013 zijn er 23 aan de schakelklassen schakelklassen in Gouda
Aantal kinderen dat deelneemt Kinderen van nieuwkomers aan de opvang anderstaligen krijgen één jaar intensief taalonderwijs via de opvang anderstaligen
14
Jaarstukken 2013
Wat hebben we gedaan? Via het VVE-coördinatiepunt worden alle kinderen met een (taal)achterstand in beeld gebracht. Aantal geïndiceerde kinderen: 140, waarvan geplaatst op een VVE-plek: 130. 10 kinderen zijn (nog) niet geplaatst i.v.m. leeftijd of pas geïndiceerd in december 2013. In 2013 is de indicatie voor VVE uitgebreid naar kinderen met een ontwikkelings-achterstand op één van de vier domeinen (taal, rekenen, motoriek of sociaal-emotioneel). In de werkgroep kinderopvang (onder leiding van de gemeente) wordt besproken hoe het aantal VVE-plaatsen optimaal gebruikt kan worden en wordt de toeleiding besproken en verbeterd. In dit overleg participeert tevens het onderwijs, waardoor de voor- en vroegschoolse educatie goed op elkaar afgestemd wordt. In 2013 is een convenant afgesloten tussen kinderopvang, primair onderwijs en de gemeente m.b.t de doorgaande lijn (voor- en vroegschoolse educatie), in het convenant zijn ook afspraken gemaakt met het primair onderwijs over monitoring van de effecten van VVE en de te behalen resultaten. In 2014 zullen de eerste resultaatmetingen bekend worden. De gemeente subsidieert de schakelklassen op basis van vastgesteld onderwijs-achterstandenbeleid en de Subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid. In 2013 waren er 21 schakelklassen, verspreid over 7 scholen. In totaal namen 166 leerlingen hieraan deel. December 2013 namen er 32 kinderen deel aan de opvang anderstaligen
Doelstellingen
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Per 2014 is het aantal Goudse ■ Aantal verzuimmeldingen voortijdig schoolverlaters per schooljaar van (VSV-ers) teruggedrongen jongeren tot 18 jaar conform landelijke indicatoren (jaarverslag leerplicht en kwalificatieplicht) ■ VSV-monitor: aantal leerlingen dat zonder de startkwalificatie de school verlaat
Wat gingen we daarvoor doen? De strakke aanpak van schoolverzuim handhaven. Daarnaast zijn in het convenant voortijdig schoolverlaten de volgende maatregelen vastgesteld om het voortijdig schooluitval terug te dringen: ■ Overgang VO-MBO: gericht op begeleiding (studiekeuze, aanmelding) en monitoring. ■ Loopbaanoriëntatie en begeleiding: gericht op jongeren die MBO BOL volgen en een herkeuze moeten maken voor een opleiding. ■ Verzuimbegeleiding: gericht op de doelgroep 18+ en ouder in het MBO. ■ Begeleiding Entreeopleiding: hierbij gaat het om een kwetsbare doelgroep, zonder VMBO-diploma, die naar niveau 2 opleiding en/ of werk moet doorstromen. ■ Plusvoorzieningen: maatregel t.b.v. overbelaste jongeren. Deze voorziening die reeds gestart is, wordt gecontinueerd.
Wat hebben we gedaan? Gouda leerplicht Relatief / Luxe verzuim Relatief / Signaal verzuim Absoluut verzuim TOTAAL
2012/2013 37 259 0 296
Gouda kwalificatieplicht Relatief / Luxe verzuim Relatief / Signaal verzuim Absoluut verzuim TOTAAL
2012/2013 3 245 0 248
Het voorkomen van voortijdige schooluitval is opgedragen aan het RMC (Regionaal Meld en Coordinatiecentrum). Het RMC heeft een preventieve aanpak en richt zich op: ■ het voorkomen van voortijdig schoolverlaten; ■ snel contact met jongeren leggen die alsnog zijn uitgevallen; ■ bij onhaalbaarheid van onderwijs verwijzen naar partners op het terrein van werk en/of zorg. Er wordt geïnvesteerd in een warme overdracht po-vo-mbo, voor probleemleerlingen is een plusvoorziening beschikbaar en er zijn topklassen voor jongeren die het MBO dreigen te verlaten door verkeerde keuzes. T.o.v. het schooljaar 2005 – 2006 is een reductie afgesproken van 40%. In het schooljaar 2011-2012 zou het aantal nieuwe VSV-ers 162 moeten bedragen, dit zijn er 186. De gemeente Gouda scoort met 31,1% reductie boven het landelijk gemiddelde van 30,6%. M.i.v. 2012/2013 wordt gemeten met procentuele uitvalpercentages. Dit zijn de maximaal toegestane schooluitvalpercentages. Als de score minder is dan het maximaal toegestane percentage is de ambitie gehaald.
Bevorderen ouderbetrokkenheid bij het onderwijs, met specifieke aandacht voor Marokkaanse ouders
Per 2014 kent elke school een ouderparticipatietraject met specifieke aandacht voor Marokkaanse ouders
In de LEA is dit als prioriteit benoemd. Samen met de scholen zullen we hiervoor een actieplan opstellen
De gemeente subsidieert scholen met schakelklassen om ouderprogramma's uit te voeren (Subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid). Aan deze programma’s nemen veel Marokkaanse ouders deel. Binnen het katholieke schoolbestuur De Groeiling heeft men geïnvesteerd in zgn. ouderkamers op haar scholen (ook met subsidie onderwijsachterstandenbeleid). In de scholen is men zich bewuster geworden van het belang van ouderbetrokkenheid. Er wordt door JSO gewerkt aan een handreiking 'ouderbetrokkenheid'. Scholen kunnen hier desgewenst gebruik van maken.
Jaarstukken 2013
15
Doelstellingen Kwaliteitsslag van zorgstructuren op scholen is verbeterd
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) In het kader van passend onderwijs is in samenwerking met het onderwijs en de zorginstellingen gewerkt aan een verbetering van de zorgstructuren
Wat gingen we daarvoor doen? In het kader van passend onderwijs zal dit overleg opgestart worden in relatie tot de voorbereidingen op de decentralisatie jeugdzorg, waar het gaat over de toegang voor de zorg voor jeugd
Wat hebben we gedaan? Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten Midden-Holland nemen in hun ondersteuningsplannen passend onderwijs resp. beleidsplannen jeugdhulp een gemeenschappelijke paragraaf op. Deze gemeenschappelijke paragraaf schetst de gezamenlijke visie op het organiseren van hulp en ondersteuning aan kinderen en jeugdigen: zowel vanuit de onderwijskant als vanuit de jeugdhulpkant. Daarbij is de verbinding tussen passend onderwijs en zorg voor de jeugd gevonden in de ambitie om hulp en ondersteuning zo vroeg mogelijk, zo licht mogelijk en zo dicht mogelijk in de sociale omgeving van een kind/jeugdige te organiseren. Tijdens het "op overeenstemming gericht overleg passend onderwijs" d.d. 12 januari 2014 tussen onderwijs en gemeenten Midden-Holland is overeenstemming bereikt over de tekst van deze paragraaf, inclusief het benoemen van de thema’s voor de gezamenlijke ontwikkelagenda.
Investeren in de toekomst: bouwen van scholen Doelstellingen Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Passende Nieuwbouw en gerenoveerde onderwijshuisvesting scholen
16
Jaarstukken 2013
Wat gingen we daarvoor doen? Uitvoering IHP
Wat hebben we gedaan? ■ start nieuwbouw hoofdlocatie GSG Leo Vroman; ■ vaststellen uitvoeringsregels verhuur en medegebruik; ■ opstellen SHO
Geen jongere tussen wal en schip: opvoeden versterken Doelstellingen Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Het zelfoplossend vermogen Het aantal deelnemers per van ouders versterken training/cursus
Wat gingen we daarvoor doen? Een goed preventief groepsaanbod opvoedondersteuning realiseren voor ouders, zodat grotere problemen kunnen worden voorkomen
Wat hebben we gedaan? Het CJG organiseert gedurende het hele jaar een groot aantal cursussen en bijeenkomsten voor uiteenlopende doelgroepen: ouders, professionals, kinderen, vrijwilligers. In totaal hebben 513 ouders meegedaan aan een training of cursus. Daarnaast kwamen er ca 280 personen naar bijeenkomsten voor professionals, en namen ca 75 kinderen en jongeren deel aan een cursus vanuit het CJG. Het gaat dan om voorlichting op het gebied van opgroeien: baby in beeld, babymassage, peuter in beeld, puber in beeld, gezondheid van je kind, vroege zwangerschap. ouderschap, bevalling, autisme. Verder waren er bijeenkomsten en cursussen over loverboys, grenzen stellen, kinderen en scheiden, sociale weerbaarheid, zelfvertrouwen, samen sporten, avonden specifiek voor vaders, voor reformatorische ouders, Somalische ouders (20 bezoekers in twee bijeenkomsten) en specifiek voor Marokkaanse ouders (40 ouders in twee bijeenkomsten). Wederom was er in de jaarlijkse landelijke Week van de Opvoeding (7 t/m 12 oktober 2013) een goed gevuld programma: bijeenkomst voor voetbaltrainers en -coaches, voor ouders die gaan scheiden, over hoogbegaafde kinderen, peutergym, over spelen en speelgoed, eten, huiswerk etc. Op de maandelijkse koffieochtenden in het CJG KA, resp. de ouderkamer Wilsonplein komen gemiddeld 15 personen. In de maanden november waren dat in KA gemiddeld 22.
Jaarstukken 2013
17
Doelstellingen Zorg wordt eerder en dichtbij het gezin georganiseerd
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Het aantal toegepaste Sociale Netwerk Strategieën (SNS) of Eigen Kracht conferenties
Wat gingen we daarvoor doen? De sociale netwerken worden ingeschakeld/aangesproken bij het oplossen van problemen (bijvoorbeeld via SNS, Eigen Kracht conferenties of via de methodiek 1 gezin 1 plan).
Wat hebben we gedaan? De zorginstellingen bepalen op dit moment zelf of en zo ja op welk moment er een netwerkstrategie wordt ingezet of niet en welke methode ze hiervoor gebruiken. De methoden bij de instellingen verschillen, sommige instellingen gebruiken een eigen methode, er wordt vaak niet geregistreerd op aantallen. MEE MH heeft al haar consulenten 2011 geschoold in Sociale Netwerk Strategie (SNS) en gebruikt SNS als methodiek om het sociale netwerk te betrekken. Deze werkwijze is in haar bedrijfsvoering geïmplementeerd. De medewerkers van Kwadraad zijn getraind in de inzet van SNS. Andere zorginstellingen zijn geïnteresseerd om SNS van MEE af te nemen. BJZ gebruikt de familie netwerk beraad (FNB) methode. Stek heeft 2 medewerkers geschoold en SNS is geïmplementeerd in de organisatie als goed bruikbare methodiek. Tevens is de visie van alle CJG-partners dat het sociale netwerk betrokken moet worden bij en na hulpverlening.
De samenwerking tussen professionals is versterkt
Aantal gezinnen waarbij "één gezin, één plan" is toegepast
Het werken binnen 1 gezin 1 plan wordt door de ketenpartners van het CJG op dezelfde wijze en conform dezelfde methodiek gedaan
1Gezin1Plan is bij dit alles een belangrijke methode. Binnen de verschillende CJG-organisaties is hard gewerkt aan implementatie van 1Gezin1Plan. Er zijn regionaal 239 medewerkers van de verschillende CJG organisaties getraind in het werken met 1Gezin1Plan. Bovendien zijn afspraken gemaakt over registratie in Gezin in Beeld. In Gezin in Beeld zijn 166 dossiers geregistreerd. Niet alle kernpartners registreren in Gezin in Beeld, waardoor dit systeem niet de daadwerkelijke gegevens weergeeft; GGZ Jeugd registreert nog niet in Gezin in Beeld en STEK medewerkers worden op dit moment geschoold om in het systeem te registreren. Bureau Jeugdzorg en Kwadraad registreren sinds oktober in het systeem; er staan dus enkel dossiers van deze organisaties geregistreerd die gestart zijn vanaf oktober. De cijfers van 2013 zijn, kortom, niet compleet, maar de verwachting is dat in 2014 toegewerkt wordt naar een volledig overzicht. Afgelopen najaar heeft een regionale bijeenkomst tussen managers van de kernpartners en CJG-coördinatoren plaatsgevonden over 1Gezin1Plan. Hierin is afgesproken dat alle partners zich inzetten op verdere ontwikkeling van Gezin in Beeld bij het ondersteunen van medewerkers in het werken volgens 1Gezin1Plan.
18
Jaarstukken 2013
Doelstellingen
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Het preventieve veld is Vastgesteld (regionaal) plan voorbereid op de overheveling van aanpak, invoering is 2014 van taken van jeugdzorg
Wat gingen we daarvoor doen? In 2013 wordt verder vorm gegeven aan de voorbereidingen voor de decentralisatie jeugdzorg. Dit gebeurt i.s.m. de zorginstellingen en de regiogemeenten
Wat hebben we gedaan?
In het kader van de decentralisatie jeugdhulp wordt het preventieve veld nu ook in kaart gebracht en wordt gekeken naar taken, omvang etc. Dit gebeurt in nauwe samenhang met de zorginstellingen en de regiogemeenten. Het is één van de opdrachten uit het omvormingsplan jeugd. Alle disciplines/partners Het aantal doorverwijzingen Per 2014 zijn heldere Er zijn werkprocedures afgesproken zijn gecommitteerd aan naar het CJG vanuit het afspraken gemaakt over rol of tussen de veiligheidspartners en het CJG. de gemeenschappelijke veiligheidshuis, onderwijs, verant-woordelijkheden van Het CJG, het Veiligheidshuis en andere opvoedvisie welzijn en vice versa het onderwijs, welzijn, zorg en zorginstellingen werken samen binnen veiligheid om de opvoedvisie de Top60 Aanpak. Het concrete aantal zoals geformuleerd in het doorverwijzingen vanuit het CJG is niet kader van de CJG's (en bekend, want dit wordt niet geregistreerd mogelijk aangepast in het kader van de decentralisatie jeugdzorg) tot recht te laten komen Waar nodig worden specifieke Het aantal ouderparticipatieVia het CJG wordt Bij CJG Wilsonplein werken twee acties ondernomen om trajecten dat via het CJG wordt waar nodig een gericht frontofficemedewerkers die een Marokkaanse gezinnen te aangeboden aanbod op het gebied van Marokkaanse afkomst hebben. Tevens ondersteunen opvoedondersteuning geboden werkt hier een zorg-consulente JGZ 0-19 voor Marokkaanse ouders met Marokkaanse achtergrond. Zij gaan gesprekken aan met Marokkaanse ouders en signaleren welke thema’s spelen. Op basis daarvan wordt hulpverlening op maat ingezet en worden cursussen/ themabijeenkomsten gehouden (in eigen taal) om te voldoen aan de vragen die leven
Jaarstukken 2013
19
Doelstellingen
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Aantal deelnemers per activiteit
Wat gingen we daarvoor doen? Er vinden gericht activiteiten plaats om ouderbetrokkenheid van Marokkaanse ouders te stimuleren
Wat hebben we gedaan? Er is een cursus Puber in huis gehouden specifiek voor Marokkaanse ouders, en een avond voor ouders van kinderen die naar basisschool Al Qalam gaan. Daaraan namen 15 resp. 25 ouders deel. In principe worden cursussen en themabijeenkomsten georganiseerd op basis van vragen aan de frontoffice medewerkers en de JGZ zorgconsulente. In een wijk waar veel Marokkaanse gezinnen wonen wordt het aanbod dus afgestemd op de vragen van Marokkaanse ouders. Concreet: ■ Koffieochtenden en Ouderkamer worden met name door Marokkaanse moeders bezocht en hier worden op basis van behoefte thema’s over opvoeden en opgroeien georganiseerd. Gemiddeld aantal bezoekers 15 per keer; ■ CJG heeft twee front officemedewerkers in dienst die een Marokkaanse afkomst hebben. Zij zijn daardoor een laagdrempelig aanspreekpunt voor Marokkaanse ouders; ■ Inzet Hup Papa voor (Marokkaanse) vaders; ■ Project diversiteit van GGZ Jeugd: spreekuren van de GGZ op CJG Korte Akkeren en Wilsonplein om zo laagdrempelig de allochtone doelgroep te bereiken; ■ Samenwerking met Spel aan Huis: deelname van het CJG aan sommige thema’s van de oudergroep; ■ Deelname van CJG aan themabijeenkomsten VVE-groepen Participe. Vanuit CJG balie zijn er geen gegevens over afkomst van vragensteller, dit wordt niet geregistreerd.
Het aantal ondersteunde Marokkaanse multiprobleemgezinnen vanuit het CJG per jaar
Veiligheid: veiliger stad door inzet instrumenten Doelstellingen Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Focus op aanpak Stadsmonitor en regionale van jeugd-overlast en veiligheidsmonitor jongerenproblematiek, met name gericht op MarokkaansNederlandse jongens (in het bijzonder 8 tot 16-jarigen) Specifieke inzet op geweld, Stadsmonitor en regionale woninginbraken en overvallen veiligheidsmonitor
20
Jaarstukken 2013
Jaarlijks worden Marokkaanse Voor 22 gezinnen is hulpverlening multiprobleemgezinnen gestart of aangepast. Daarvan zijn ondersteund. er 15 gezinnen (50%) waarbij met 1 gezin, 1 plan of een zorgconferentie is gewerkt en waarvoor een integraal hulpverleningsplan is opgesteld. Van het merendeel van de gezinnen nog niet duidelijk of deze doelstelling is behaald, omdat het hulpverleningstraject nog niet is afgerond.
Wat gingen we daarvoor doen? Uitvoeren IVB-actieplan 2012-2013
Uitvoeren IVB-actieplan 2012-2013
Wat hebben we gedaan? Inzet van de Top60 aanpak, op geprioriteerde overlastgevende groepen in Oost/Goverwelle, Korte Akkeren en Plaswijck. De stadsmarinier heeft zich ingezet voor de aanpak van jongere jeugd met een licht verstandelijke beperking. Onder regie van gemeente is het plan Aanpak Woninginbraken uitgevoerd met o.a. Donkere Dagen Offensief en buurtonderzoek en voorlichting.
Doelstellingen
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Stadsmonitor en regionale veiligheidsmonitor
Meer nadruk op preventie, leefbaarheid en sociale cohesie; focus op terugdringen gevoelens van onveiligheid Versterking regierol gemeente Stadsmonitor en regionale veiligheidsmonitor
Wat gingen we daarvoor doen? Uitvoeren IVB-actieplan 2012-2013
Wat hebben we gedaan?
Uitvoeren IVB-actieplan 2012-2013
In veiligheidshuis en Top60 aanpak wordt regierol steeds sterker ingevuld.
Inzet op buurtpreventie, burgernet en gerichte communicatie over beleid en cijfers.
Veiligheid: via wijkaanpak sociale samenhang en zelforganiserend vermogen vergroten en leefbaarheid in wijken en buurten bevorderen Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? Zelforganiserend vermogen Resultaten conform wijkjaarWijkjaarprogramma's uitvoeren ■ Bloemendaal: “het allerliefste ben ik van wijkbewoners vergroten en programma's, inclusief Bijvoorbeeld: ergens”: realisatie Mozaïek Banken inzetten op versterking sociale uitgaven wijkbudget ■ Bewoners en hun kinderen voor ontmoeting buiten i.s.m scholen samenhang betrekken bij beheer en zorgcentra; van goede sfeer op ■ Kade Buurt: Wijktalentendag in de speelplekken; Goudse Schouwburg voor en door ■ Stimuleren en faciliteren bewoners; van initiatieven in de ■ Stolwijkersluis: het Mirakel van wijken n.a.v. waar de de Sluis: Groots theaterstuk en energie van bewoners bewonersdag ter ere van de renovatie ligt, zoals het opstarten van de Sluis; van buurtpreventieteams, ■ Plaswijck: Huttendorp voor de kinderen infoavonden tegengaan in de vakantie; woninginbraken, ■ Kort Haarlem: Taallessen in de wijk; moestuinen, ■ Goverwelle: Wijkcafé voor bewoners in fietsleerprojecten etc. de wijk. De leefbaarheid in de Stadsmonitor en Wijkjaarprogramma's uitvoeren ■ Achterwillens: Project betrokkenheid bij wijken Oost, Korte Akkeren, Leefbaarometer Bijvoorbeeld: de Buurt; Achterwillens en Sportbuurt ■ Project brede aanpak ■ Gouda Oost: Wijkeethuis wordt opgezet gaat van matig positief naar zorgtoeleiding in en vele maaltijden worden al gekookt positief in 2014 herstructurering oost; en huiswerkbegeleiding in de wijk; ■ Projecten voor stimulering ■ Korte Akkeren: Koffie-inloop in het sociale cohesie. gezondheidscentrum en opstart buurtsportvereniging. De algemene Stadsmonitor en Regionale Wijkjaarprogramma's uitvoeren ■ Bloemendaal: Bewonersgroep plaatst leefbaarheidsscore (van 7.1 Veiligheidsmonitor Bijvoorbeeld: zelf kunstwerk in Atlantisvijver; naar 7.5 in 2014) ■ verfraaien openbare ruimte ■ Gouda Oost: Fototentoonstelling in de samen met de bewoners wijk: Goud in Oost; ■ Nieuwe Park: Bewoners regelen en organiseren startende ondernemers in leegstaande panden op de Vredebest; ■ Raam: Moestuinproject bij Buurthuis de Speelwinkel; ■ Gouda Noord: Aanpassing speelplein Koningin Wilhelminaschool door ouders en buurtbewoners; ■ Binnenstad: Groenbakken fleuren verschillende straten op door bewoners en ondernemers.
3.1.3 Externe invloeden, kaders en ontwikkelingen
Externe invloeden ■ Politie-inzet is een grote externe factor bij veel van de doelstellingen; ■ Media-aandacht en financiële middelen van het Rijk (die eindig zijn); ■ Decentralisatie jeugdhulp en AWBZ. Externe kaders ■ Wet op de jeugdzorg ■ Wet Primair Onderwijs (WPO) ■ Wet Expertise Centra (WEC) ■ Wet Voortgezet Onderwijs (WVO) ■ Wet Educatie en Beroepsonderwijs ■ Wet op het Onderwijstoezicht ■ Leerplichtwet ■ Besluit van 7 december 2001, inhoudende wijziging van de regio-indeling en regels voor de berekening en betaling van de specifieke uitkering van de specifieke uitkering voor de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten) ■ Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzaalwerk (Wkkp)
Jaarstukken 2013
21
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang en peuterspeelzalen 2013 Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2011–2015 Wet maatschappelijke ondersteuning Wet Publieke Gezondheid (WPG) Zorgverzekeringswet AWBZ Kinderbeschermingswet Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Relevant beleid/maatregelen uit andere programma's Programma 2: Werken en Meedoen: jeugdwerkloosheid, aanpak schooluitval en behalen startkwalificatie Programma 5: Duurzaamheid en stedelijk beheer: rommel op straat aanpakken, zelf zwerfvuil opruimen, elkaar aanspreken op gedrag en campagnes Programma 5: Link met duurzaam bouwen bij nieuwe bouwprojecten waarin de gemeente een grote rol speelt Programma 6: Sport en Cultuur: link tussen jongeren en (sport)verenigingen
3.1.4 Wat heeft het gekost 3.1.4.1 Overzicht exploitatie Exploitatie (bedragen * € 1.000)
Begroting 2013 Begroting 2013 na e 2 wijziging
Rekening 2013 Verschil rekening t.o.v. begroting na wijziging
Lasten PG Jeugd PG Onderwijs en educatie PG Veiligheid Totaal lasten
5.434 14.320 13.077 32.830
5.669 14.438 11.431 31.538
5.628 15.013 10.076 30.717
41 -575 1.355 820
Baten PG Jeugd PG Onderwijs en educatie PG Veiligheid Totaal baten
0 -3.234 -115 -3.349
0 -3.261 -477 -3.738
-82 -3.337 -234 -3.652
82 76 -243 -85
Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
29.481 -2.393 27.088
27.800 -2.332 25.468
27.065 -1.868 25.197
735 -464 271
3.1.4.2 Verschillenverklaring exploitatie
Omschrijving (bedragen * € 1) Jeugd Subsidieregeling Wet Oke en harmonisatie kinderopvang 2011 t/m 2013: De subsidieregeling had een plafond van € 201.000. Voor € 86.000 zijn geen aanvragen ontvangen. RAS (Regionale Agenda Samenleving): Van de provincie zijn in 2012 RASsubsidies ontvangen in het kader van de komende decentralisatie jeugdzorg. De projecten zijn in 2013 afgerond en de subsidie is afgerekend met de provincie. Per saldo is het resultaat neutraal. Jeugdmatch: De uitgaven aan jeugdmatch worden voor € 28.500 betaald door een bijdrage van de regiogemeenten. Per saldo is het resultaat neutraal. Overig Onderwijs en educatie Onderwijshuisvesting: Uit de berekeningen voor het planmatig onderhoud gemeentelijke onderwijsgebouwen is gebleken dat de bijbehorende voorziening niet toereikend is. Aanvulling heeft in 2013 plaatsgevonden (€ 305.000). De in het verleden gemaakte voorbereidingskosten niet commerciële voorzieningen Westergouwe (€ 217.000) zijn in 2013 afgeboekt vanwege gewijzigde planvorming en het daardoor ontbreken van een directe relatie tussen die kosten en de realisatie van die voorzieningen. Diverse door de gemeente gemaakte energiekosten zijn een-op-een in rekening gebracht bij Sport.Gouda. Specifieke uitkeringen: Op de specifieke uitkeringen onderwijsachterstandenbeleid en RMC is minder uitgegeven en minder ontvangen dan begroot. Per saldo is het resultaat neutraal. Overig Veiligheid
22
Jaarstukken 2013
Lasten V/N 41.500 V
I/S
Baten V/N 81.500 V
I/S
86.000
V
I
36.000
N
I
36.000
V
I
28.500
N
I
28.500
V
I
20.000
V
I
17.000
V
I
575.500
N
76.500
V
620.000
N
I
113.000
V
I
31.500
V
I
31.500
N
I
13.000
V
I
5.000
N
I
1.355.000
V
243.000
N
Omschrijving (bedragen * € 1) Rijksveiligheidsgelden: Er is sprake van onderuitputting op de rijksgelden voor polarisatie en radicalisering, overlast en verloedering, gezinsmanagers en straatcoaches. Naar aanleiding van de bezuinigingen is spaarzaam omgesprongen met de beschikbare rijksmiddelen. Dit maakt het mogelijk om over een langere periode profijt te hebben van de beschikbare gelden. Aan de raad wordt voorgesteld deze middelen opnieuw beschikbaar te stellen in 2014 t/m 2016 mede in verband met het feit dat deze middelen van het Rijk verkregen zijn met een expliciete focus op sociale veiligheid. Niet gesprongen explosieven: De kosten van onder andere het NGE-onderzoek van de "Reconstructie kruising Hamstergat" zijn doorgeschoven naar 2014. Aangezien 30% van de kosten gelijktijdig naar de projecten wordt doorbelast, ontstaat aan de batenkant een evenredig nadeel. Veiligheidsregio: Een voordeel is ontstaan door een hogere doorschuif-BTW dan begroot en een creditering van een deel van de inwonerbijdrage door een positief saldo in 2012 bij de Veiligheidsregio. Gemeentelijke veiligheidsgelden: In de tweede helft van 2013 heeft de aanbesteding plaatsgevonden voor het jongerenwerk ten aanzien van risicojeugd. Omdat destijds onzeker was of deze opdracht niet al deels in 2013 zou moeten starten om in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de Goudse wijken, is ervoor gekozen om een deel van het budget voor begeleiding van jeugd (jongerenwerk, coaching, nazorg) te reserveren voor deze mogelijkheid. Daarnaast speelt hier mee dat er bijvoorbeeld zaken in opdracht van de stadsmarinier vanuit de tijdelijke rijksmiddelen zijn bekostigd die, indien deze rijksmiddelen niet voorhanden zouden zijn geweest, uit de reguliere budgetten zouden zijn betaald. Overig
Lasten V/N
520.000
V
I
671.000
V
I
48.000
V
I
116.000
V
I
3.1.4.3 Verschillenverklaring reserves
Omschrijving (bedragen * € 1) Aan de reserve niet gesprongen explosieven (NGE) wordt € 464.000 minder onttrokken dan geraamd. Dit verschil ontstaat doordat onder andere de kosten van het NGE-onderzoek van de "Reconstructie kruising Hamstergat" zijn doorgeschoven naar 2014.
3.1.4.4 Investeringen
Investeringen op basis van jaar gereed (bedragen * € 1.000) Onderwijshuisvesting Vervanging cameratoezicht TOTAAL
I/S
Gepland 2013 2.979 150 3.129
Baten V/N
I/S
207.000
N
I
36.000
N
I
Bedrag V/N 464.000
Werkelijk 2013 297 87 384
N
I/S I
Verschil 2.682 63 2.746
Toelichting op het investeringsoverzicht Onderwijshuisvesting Een verschil van circa € 2.235.000 ontstaat doordat ook in 2013 geen definitieve oplossing is gevonden voor de huisvestingsvraag van (V)so de Ark. Direct gekoppeld aan de verhuizing van de (V)so De Ark is de verhuizing van een deel van de basisschool de Triangel. Doorschuiven van investeringen in De Ark betekent automatisch ook doorschuiven van de gedeeltelijke verhuizing van de Triangel. Het restant van de OKV middelen (circa € 400.000) wordt in 2014 ingezet. Vervanging cameratoezicht Op basis van prioritering, de technische staat en de locatie van de camera worden bewakingscamera's vervangen. In 2014 zijn nog uitgaven voorzien op dit krediet.
Jaarstukken 2013
23
3.2 Werken en meedoen
Iedereen moet kunnen meedoen. Dat is de ambitie van de gemeente Gouda. Voor burgers die dat niet op eigen kracht kunnen, biedt de gemeente ondersteuning. We vinden het belangrijk dat iedereen participeert en zich daardoor betrokken voelt bij de samenleving. Die betrokkenheid is nodig voor de krachtige sociale samenleving die we in Gouda willen hebben. Door mee te doen op de arbeidsmarkt kunnen mensen in hun eigen inkomen voorzien. Een gunstig ondernemersklimaat is van belang voor de werkgelegenheid in Gouda. We hebben daarom aandacht voor de wensen en behoeften van de Goudse ondernemers en houden Gouda als mogelijke vestigingsgemeente stevig op de kaart. Het vinden van betaalde arbeid is niet voor iedereen haalbaar. Lukt het niet om zelf in een inkomen te voorzien dan wordt het steeds belangrijker dat burgers toch een waardevolle bijdrage leveren in onze samenleving. Een uitkering voorziet in een laatste vangnet voor mensen die niet op eigen kracht in hun inkomen kunnen voorzien. Om ervoor te zorgen dat het maatschappelijk draagvlak voor deze vorm van inkomensondersteuning ook in de toekomst gewaarborgd blijft, wordt de beoordeling van de rechtmatigheid, het voorkomen van fraude en de maatschappelijke inzet van uitkeringsgerechtigden steeds belangrijker. Voor de ondersteuning op het terrein van inkomen, zorg en participatie wordt vrijwel alleen gebruik gemaakt van open-einde regelingen. Om ervoor te zorgen dat de door het Rijk daarvoor beschikbaar gestelde budgetten niet worden overschreden, besteden we veel aandacht aan de demografische ontwikkelingen binnen de gemeente Gouda en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
24
Jaarstukken 2013
3.2.1 Wat hebben we bereikt?
Economie Versterken economische structuur Een goed vestigingsklimaat is van belang voor de komst naar en binding van bedrijven en instellingen aan de gemeente. De gemeente voert met name een kaderstellend, ondersteunend en faciliterend economisch beleid dat gericht is op het versterken van de concurrentiepositie van de (binnen)stad, het versterken van het ondernemersklimaat en het versterken van de regionale centrumfunctie van Gouda. Versterken concurrentiepositie (binnen)stad Sinds mei 2011 is de Werkgroep Flankerend Beleid actief. De werkgroep is gericht op het versterken van de binnenstad. De Werkgroep Flankerend Beleid bestaat uit vertegenwoordigers van de SOG (Samenwerkende Ondernemers Gouda; bestuursleden en winkeliers), makelaars, Koninklijke Horeca Nederland (KHN) afdeling Gouda, vastgoedeigenaren, Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad (OMB), Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD), Kamer van Koophandel (KvK), Multi Vastgoed, Platform Binnenstad en vertegenwoordigers van de gemeente (EZ, toerisme, horeca, stedenbouw). Nu de plannen voor een (flinke) uitbreiding van het detailhandelsaanbod in het Zuidelijk Stationsgebied voorlopig ‘on hold’ zijn gezet, richt de werkgroep Flankerend Beleid zich met name op een algemene versterking van de positie van de binnenstad. Om dit te markeren heeft de werkgroep Flankerend Beleid een doorstart gemaakt en zich omgevormd tot de werkgroep Binnenstad. Een gemeentelijke programmamanager coördineert alle activiteiten die plaats vinden in het kader van het versterken van de binnenstad. Naast de bestaande aandachtspunten van de werkgroep Flankerend Beleid betreft dit nu ook werkzaamheden van andere afdelingen die raken aan de binnenstad. Bijvoorbeeld activiteiten in het kader van veiligheid, de warenmarkt en het beheer van de openbare ruimte in de binnenstad (met name grootschalige projecten). Bij de doorstart van de werkgroep zijn naast lopende onderwerpen (verbeteren fietsparkeren, terrassenbeleid, verbetering uitstraling markt, Het Nieuwe Winkelen) ook nieuwe speerpunten voor 2014 en 2015 benoemd. Dit zijn: aanpak leegstand winkels d.m.v. “pand voor pand” benadering i.s.m. eigenaren, ondernemers, gemeente, makelaars en projectontwikkelaars; verbetering uitstraling, beleving en aankleding winkelstraten met als eerste pilot de (kop van de) Kleiweg; verhogen van de parkeertevredenheid van bezoekers door betere communicatie o.a. door optimale parkeerverwijzingen, online-toepassingen en inzetten scouts op drukke dagen. In 2013 heeft op 16 april een gezamenlijke bijeenkomst plaatsgevonden voor de ondernemers in de binnenstad waarbij de ontwikkelingen in de detailhandel, resultaten van het Koopstromenonderzoek van de Rabobank, het Nieuwe Winkelen, en ontwikkelingen m.b.t. de werkgroep Flankerend Beleid zijn gepresenteerd. Deze bijeenkomst was een co-productie van de SOG, Rabobank, Kamer van Koophandel en de gemeente Gouda. Ook is een nieuwe toeristische bewegwijzering in de stad geplaatst die op 14 juni feestelijk is onthuld. Een onderzoek naar het uitvoeren van de meerwaarde van binnenstadsmanagement voor de stad heeft ertoe geleid dat de gemeente en de SOG gezamenlijk per 1 juli 2013 een (part time) centrummanager hebben aangesteld voor de periode van drie jaar (verlenging per jaar na gezamenlijke evaluatie). In het kader van Het Nieuwe Winkelen is de gemeente een samenwerking aangegaan met Centric. Twee groepen internationale studenten van de Haagse Hogeschool hebben onderzoek gedaan naar het toekomstgericht winkelen in Gouda en toekomstgericht toeristisch bezoek van Gouda. Voor fietsparkeren is een pilot gestart bij de ingang van de Nieuwe Markt Passage. Met betrekking tot het terrassenbeleid heeft een workshop plaatsgevonden, is een toekomstige
Jaarstukken 2013
25
visie uitgewerkt, een plan van aanpak opgesteld en is advies aan de ARK (Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit) gevraagd. In het kader van de aankleding, profilering en uitstraling winkelstraten hebben ondernemers en gemeente samen gewerkt aan de vernieuwing van de feestverlichting. De Tiendewegbrug is vernieuwd en op 7 september feestelijk in gebruik genomen. In 2013 heeft weer een aantal marketing- en promotieactiviteiten plaatsgevonden ter versterking van de binnenstad. Deze zijn veelal in samenwerking met de stadsmarketeer ontwikkeld. Denk hierbij aan activiteiten in het kader van Valentijnsdag, 538 Warchild, aanvulling kaasmarkt met markt voor streekproducten, zotte zaterdag en herfstvakantieprogramma, activiteiten rondom Gouda bij Kaarslicht en shopping by candlelight. Programma 3 gaat hier dieper op in. Voor het evenement Gouda bij Kaarslicht zijn vertegenwoordigers met een link naar het thema winkelleegstand en het thema kaas uitgenodigd als gasten van het college. In de marge van Kaarsjesavond zijn in een informele sfeer partijen aan elkaar gekoppeld en heeft het college ook zijn waardering kunnen uitspreken over de betrokkenheid van verschillende partijen bij het functioneren van de binnenstad. De vernieuwde panden aan de Kleiweg van the Sting, WE, C&A en Blokker (project Redevco) zijn op 8 november 2013 genomineerd voor de NRW jaarprijs (Nederlandse Raad van Winkelcentra; bekendmaking 9 april 2014). Eveneens heeft in 2013 een overleg met de huidige hoteleigenaren plaatsgevonden met betrekking tot de ontwikkeling van het hotelaanbod in Gouda. Naar aanleiding van de gewijzigde landelijke wetgeving met betrekking tot de winkeltijden, is ook de winkeltijdenverordening in Gouda aangepast en heeft een wijziging plaats gevonden van het beleid ten aanzien van de koopzondagen. Dit heeft geleid tot een verruiming van de openingsmogelijkheden voor de detailhandel waarbij onderscheid is gemaakt naar locatie, typen winkels en typen aanbod. In de binnenstad hebben we o.a. La Place als nieuwkomer kunnen verwelkomen. De gemeente heeft faciliterend opgetreden om La Place te kunnen accommoderen, vooral voor wat betreft het bieden van terrasruimte. De Goudsche Bagel heeft met name in de zomermaanden (tijdelijk) terrasuitbreiding kunnen krijgen. Op Goudse Poort raken de GO Stores steeds meer gevuld. Sligro krijgt een nieuw onderkomen in het oude pand van de Gamma. Het bedrijf Vosko is bezig met een herontwikkeling waaraan de gemeente medewerking verleent. Op Kromme Gouwe heeft de gemeente meegewerkt aan de vestiging van Action. Versterken ondernemersklimaat In 2013 heeft geen onderzoek naar het ondernemersklimaat plaatsgevonden. Dit onderzoek is ingesteld op grond van de Economische Visie 2005-2010 en vindt normaal gesproken 2-jaarlijks plaats, meest recente meting dateert van 2011. Het is aan het nieuwe college om te beoordelen of de ontwikkelde instrumenten geschikt zijn om inzicht te geven in het ondernemersklimaat en eventueel een keuze te maken voor het gebruik van een van de instrumenten of een combinatie daarvan. Het contact tussen bestuur en ondernemers is belangrijk voor een gezond ondernemersklimaat. Ook in 2013 heeft weer een aantal bedrijfsbezoeken plaatsgevonden. Het bestuur heeft een bezoek gebracht aan het project van Redevco op de Kleiweg, Slangen Staal, Lafeber en Mick Bunnik (Lombokontwikkeling). Daarnaast heeft de wethouder EZ deelgenomen aan bedrijfsbijeenkomsten op de bedrijventerreinen Gouwespoor en Gouwestroom en individueel bedrijfsbezoeken afgelegd. De ondernemers op Kromme Gouwe hebben zich verenigd en een parkmanager aangesteld. De burgemeester heeft kennismakingsbezoeken afgelegd op de vijf bedrijventerreinen in Gouda. Op 21 maart is het Platform Gouda Onderneemt! gelanceerd. Dit is een samenwerkingsverband van de Goudse ondernemersverenigingen (SOG, RHID, Goudse Business Club), VNO-NCW en de Kamer van Koophandel. Het college heeft in 2013 drie keer overleg gevoerd met het bestuur van Gouda Onderneemt!, waarbij in november is afgesproken om een gezamenlijk actieprogramma voor de economie van Gouda op te stellen. De gebruikelijke overleggen met de RHID (Raad voor Handel, Industrie en Dienstverlening), en het ROGO (Regulier Overleg Goudse Ondernemers) hebben om deze reden geen doorgang gevonden in 2013. Wel is overleg gevoerd met de BVGP (Belangen Vereniging Goudse Poort) over ontwikkelingen op bedrijventerrein Goudse Poort. Ook heeft overleg plaats gevonden met vertegenwoordigers en parkmanagers van de bedrijventerreinen en Cyclus over het beheer van de openbare ruimte. Op 14 maart heeft de BVGP een Ronde Tafel bijeenkomst georganiseerd over leegstand op Goudse Poort, waaraan de gemeente heeft deel genomen. De gemeenteraad is door middel van een nota geïnformeerd over de kantorenleegstand in Gouda. De gemeenteraad heeft op 16 oktober 2013 een informatiebijeenkomst over leegstand van kantoren georganiseerd. Eind oktober zijn met het oog op de leegstandsproblematiek in samenwerking met de Stec Groep uit Arnhem bij de provincie Zuid-Holland drie subsidieaanvragen gedaan (in het kader van de regeling Planvorming Herstructurering Bedrijventerreinen) voor de bedrijventerreinen Goudse Poort, Gouwespoor en Gouwestroom. De subsidieaanvragen zijn erop gericht om op elk van de bedrijventerreinen een proces te starten waarbij gekeken wordt naar de economische waarde en toekomstvastheid van het terrein. De pandeigenaren worden uitgedaagd om investeringen in hun vastgoed en kavel te
26
Jaarstukken 2013
doen. Dat is van belang, omdat de uitstraling van de panden en kavels een directe relatie heeft met de aantrekkelijkheid en waarde van de bedrijventerreinen en het vestigingsklimaat van Gouda. Inmiddels is bekend dat deze aanvragen zijn toegewezen. In 2014 zal hier dan ook uitvoering aan worden gegeven. In 2013 is het Werkgeversservicepunt van start gegaan. Op 18 november is in samenwerking met het Werkgeversservicepunt een ‘zorgtop’ georganiseerd. Dit was een sectoroverleg voor vertegenwoordigers uit de zorg. Tijdens de top is informatie uitgewisseld, zijn verbindingen gelegd en werkgroepen geformeerd om gezamenlijk aan nieuwe uitdagingen te werken. Meer informatie over het Werkgeversservicepunt treft u aan in het onderdeel ‘werk’. Befree2work is gevestigd op de benedenverdieping van het Huis van de Stad. De gemeente biedt hier openbare kantoorruimte aan voor werken, vergaderen en ontmoeten. De plek voorziet nog steeds in een behoefte. Met name ZZP-ers maken hier gebruik van. Het ondernemersloket van de gemeente vervult een belangrijke taak in de uitvoering van het economisch beleid door het informeren van de ondernemers over de vigerende beleidskaders, verordeningen en het vergunningenbeleid. Er heeft overleg plaats gevonden over het opvangen van bepaalde taken van de Kamer van Koophandel, die na de opheffing van de KvK vanaf 2014 geen doorgang meer zouden vinden. Het ondernemersloket heeft de verwijsfunctie van de KvK overgenomen in het kader van het mentorenproject. Het bestuur van GO! heeft toegezegd om te onderzoeken in hoeverre het bestuur een rol kan spelen in de organisatie van startersdagen. Hierdoor zijn belangrijke onderdelen van de dienstverlening van de Kamer van Koophandel voor de toekomst geborgd. Sinds 2012 is het mogelijk om gelden uit het Ondernemersfonds Gouda, die gedurende drie jaar niet zijn ingezet, aan te wenden voor stadsbrede projecten. Hiervan is ook in 2013 gebruik gemaakt. Subsidies zijn toegekend aan de intocht van Sinterklaas, Het Nieuwe Winkelen, Sensation Kaas, Theatergroep Vloerbedekking, een publieksactie rondom parkeren (30 maart 2013), de Houtmansplantsoenconcerten. Op 23 mei zijn ondernemers voorgelicht over het aanbestedingenbeleid van de gemeente. In de zomer heeft van 17 t/m 19 juli het opleidingstraject van De Zomerondernemer plaatsgevonden in het Huis van de Stad. De Zomerondernemer is een initiatief van o.a. SNS Reaal Fonds, de Rabobank, het CCHO en OFB Tools Sweden. Het project biedt middelbare scholieren de gelegenheid om in de zomervakantie een eigen onderneming op te zetten waarbij zij een klein startkapitaal krijgen, worden begeleid door coaches, en op een speelse manier de tips en trucs van het ondernemen leren. Versterken regionale centrumfunctie Op landelijk niveau is Gouda toegetreden tot het G32 stedennetwerk, een samenwerkingsverband van 34 (middel)grote steden in Nederland. Op 6 maart heeft de gemeente het Convenant Smarter Cities (mede) ondertekend. Gouda zet hierbij in op twee thema’s: Onze stad (waarin met name onderwerpen zoals communicatie, burgerparticipatie en het gebruik van o.a. social media aandacht krijgen) en Bedrijvige Stad (waarin met name onderwerpen zoals ondernemersklimaat, detailhandel en leegstand aandacht krijgen). De stuurgroep REO (Regionaal Economisch Overleg in het kader van het samenwerkingsverband ISMH) is in 2013 vier keer bij elkaar gekomen. De provincie Zuid-Holland heeft aan de stuurgroep REO gevraagd om op de beleidsterreinen detailhandel, bedrijventerreinen en kantoren actualisaties door te voeren van het vigerende beleid. De actualisaties worden door de provincie meegenomen in de herziening van de Provinciale Structuur Visie. Ten aanzien van de kantoren had de Stuurgroep REO de provincie in 2012 al bericht over de vrijwillige (neerwaartse) bijstelling van ontwikkelplannen voor kantoren. De Spoorzone Gouda is in 2013 als een van de weinige ontwikkellocaties aangewezen in de conceptversie van de herziene Provinciale Structuur Visie. Voor de detailhandel en de bedrijventerreinen zijn door het REO in 2013 nieuwe regionale visies opgesteld die in het eerste kwartaal van 2014 aan de gemeenteraden zullen worden aangeboden en in de regionale zienswijze op de concept Provinciale Structuur Visie en Verordening zijn verwerkt. Voor “de Nieuwe Regio” is door de stuurgroep REO een programma Economie, Arbeid en Onderwijs opgesteld. In juli hebben de gemeenteraden van de ISMH gemeenten ingestemd met de voorgestelde strategische koers. Naast de samenwerking met de ISMH gemeenten hebben ook verkenningen plaats gevonden met de gemeentebesturen van Alphen aan den Rijn en Woerden ten aanzien van de onderwerpen economie en arbeidsmarkt. Werk en scholing Meer mensen aan het werk De samenwerking tussen de spelers op het terrein van werk, inkomen en onderwijs blijft belangrijk. We blijven op zoek naar mogelijkheden deze samenwerking te verbeteren en zo meer mensen aan het werk te helpen. In het Werkgeversservicepunt (WSP) Midden-Holland bundelen het UWV Werkbedrijf Midden-Holland, Promen, Waddinxveen, de K-5 gemeenten en Gouda hun krachten binnen één netwerkorganisatie. Voor het zo optimaal mogelijk faciliteren van
Jaarstukken 2013
27
werkgevers zijn stappen gezet om een gemeenschappelijk netwerk van werkgevers met één centraal punt voor informatie en advies te realiseren. Om een optimale matching tussen vacatures en werkzoekende mogelijk te maken, spannen gemeenten zich in om de aansluiting met vacature- en klantsysteem van het UWV te realiseren. Het overleg met ondernemers en (MBO) onderwijsinstellingen is in 2013 voortgezet met als doel de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt nog verder te verbeteren. Juist voor degenen met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt is het van belang zo goed mogelijk voor te sorteren op de vraag vanuit de arbeidsmarkt. De eind 2010 gekozen beleidslijn (Participatienota 2011-2014) waarbij prioriteit wordt gegeven aan activiteiten die kunnen leiden tot het geheel of gedeeltelijk uitstromen van cliënten naar betaalde arbeid, wordt gecontinueerd. Voor cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt organiseren we vrijwilligerswerk. Op de re-integratieverplichtingen van bijstandsontvangers die niet-gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan, wordt strikt gehandhaafd. Cliënten waarvoor op korte termijn nog geen perspectief op werk is, verwijzen we door naar maatschappelijke organisaties die de voor hen noodzakelijke zorg of ondersteuning kunnen bieden. Opdrachtnemers van de gemeente Gouda hebben de verplichting ‘iets terug te doen’ (Social Return). In 2013 zijn via Social Return ruim 30 plaatsingen gerealiseerd waardoor cliënten in staat werden gesteld (gedeeltelijk) in hun eigen inkomen te voorzien. Social Return is nog steeds een instrument dat cliënten een grotere kans geeft op de uitstroom naar regulier werk. Door de uitvoering van de catering en de schoonmaak in het Huis van de Stad bij Promen te beleggen zijn verschillende arbeidsplekken voor mensen met een Wsw-indicatie gecreëerd. Hiermee vervult de gemeente een voorbeeldfunctie. Met het oog op de nieuwe quotumregeling zal deze voorbeeldfunctie in de toekomst steeds belangrijker worden. Ontwikkeling cliëntenbestand In 2013 was de instroom in het cliëntenbestand groter dan de uitstroom. Aan het begin van 2013 deden 1.289 cliënten een beroep op een uitkering, op 2 januari 2014 is dit aantal gestegen tot 1.452. Een aanzienlijk deel van de cliënten doet slechts een beperkt beroep op de uitkering. In 2013 kregen 174 cliënten naast hun inkomen uit arbeid, een aanvulling vanuit de WWB. e
De ontwikkeling van het cliëntenbestand in Gouda is gunstiger geweest dan tijdens het 2 ijkmoment 2013 op grond van de landelijke ontwikkelingen werd ingeschat. Slechts een klein deel van de (met een begrotingswijziging uitgevoerde overheveling van) middelen uit de reserve sociaal domein is ingezet voor de betaling van de uitkeringen. De overschrijding van het door het rijk toegekende BUIG-budget is gering waardoor Gouda in 2013 net als in 2012 niet in aanmerking komt voor een Incidentele Aanvullende Uitkering van het Rijk. Uitkeringen dienen terecht te komen bij mensen die hier recht op hebben. Gelukkig kunnen we constateren dat het overgrote deel van onze cliënten zich aan de regels houdt. Per 1 januari 2013 is wettelijk vastgelegd dat fraude zwaarder bestraft dient te worden, tevens is de nieuwe Wet huisbezoeken in werking getreden. De gemeente Gouda hecht grote waarde aan het maatschappelijk draagvlak voor bijstandsverstrekking, zij spant zich daarom in om cliënten die zich niet aan de regels houden op te sporen. De maatregelen zijn ondermeer gericht op het vereenvoudigen en begrijpelijk maken van de regels, voorlichting van cliënten en de koppeling van gegevensbestanden, huisbezoeken worden ingezet om de leefsituatie van cliënten te controleren. Alle jongeren participeren In de huidige WWB is de eigen verantwoordelijkheid van jongeren voor het vinden van een baan of opleiding stevig verankerd. Jongeren dienen hun mogelijkheden binnen het regulier onderwijs volledig te benutten alvorens zij in aanmerking kunnen komen voor een uitkering. In 2013 werd het regionale Actieplan Jeugdwerkloosheid Midden-Holland afgerond. Met de middelen uit het actieplan is extra formatie op de toeleiding naar reguliere banen ingezet. In 2013 heeft de gemeente Gouda gebruik gemaakt van de mogelijkheid weer een (Europese) subsidie aan te vragen om de meest kwetsbare jongeren naar werk of terug naar school te begeleiden. Maatschappelijke ondersteuning Wet Maatschappelijke Ondersteuning "Meedoen" is het kerndoel van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Dat meedoen geldt voor iedereen: jong en oud, ongeacht zijn of haar maatschappelijke of economische positie, ongeacht of iemand beperkingen heeft of niet. Voor de meeste mensen is dat geen probleem. Voor anderen gaat meedoen niet vanzelf. Voor wie dit niet vanzelf gaat, is voor de gemeente een taak weggelegd, maar ook voor de inwoners van Gouda zelf. We werken aan het vergroten van de sociale samenhang in buurten en wijken. Tegelijkertijd blijven we mensen stimuleren zich in te zetten voor de mensen in hun omgeving, hun eigen verantwoordelijkheden op te pakken en creatief op zoek te gaan naar oplossingen voor problemen in plaats van deze af te wentelen op de overheid. Mensen met een beperking kunnen problemen hebben die hen belemmeren in hun participatie en zelfredzaamheid. Ook hier kunnen met creativiteit en hulp uit de omgeving veel oplossingen gevonden worden. Maar niet alles is zo op te lossen. De gemeente zet dan middelen en ondersteuning in ter compensatie. Daarbij zullen we de eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen bevorderen en verder onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor algemene en collectieve
28
Jaarstukken 2013
voorzieningen. Ook kijken we naar efficiënte inzet van (hulp)middelen. Uitgangspunt blijft dat we in Gouda blijven zorgen voor de mensen die het echt nodig hebben. Wmo-beleid In april 2012 heeft de gemeenteraad met de nota Wmo, Verbinden en Vernieuwen, het kader voor de Wmo vastgesteld waarin de belangrijkste uitgangspunten en thema's zijn vastgelegd. Door de komende nieuwe wetgeving WMO wordt bijstelling van dit kader noodzakelijk. Gebaseerd op het kader en anticiperend op de nieuwe wetgeving is in 2013 in Gouda Noord gestart met de pilot sociale team en is op 13 maart 2013 een convenant met de zorgverzekeraar/zorgkantoor gesloten (een van de eerste gesloten convenanten tussen gemeente en zorgverzekeraar in Nederland). De WMO-raad, die ook in 2013 weer gevraagd en ongevraagd verschillende adviezen aan het college heeft gegeven, heeft aangegeven in 2014 na te gaan denken hoe zij in het licht van de veranderingen in het sociale domein de adviestaak het beste kunnen vormgeven. Compensatie met resultaat Vanwege lokale- en rijksbezuinigingen zijn de beschikbare financiële middelen voor individuele Wmo verstrekkingen wederom afgenomen. Om deze bezuinigingen op te kunnen vangen is op 3 oktober 2013 de nieuwe verordening maatschappelijke ondersteuning en de daar bijhorende beleidsregels door de raad vastgesteld. De belangrijkste wijzigingen die zijn doorgevoerd in de nieuwe verordening zijn: nieuw protocol hulp bij het huishouden, splitsen tarief Persoonsgebonden budget, het schrappen van een rolstoel voor incidenteel gebruik uit het kernassortiment, aanscherping toegang CVV en tenslotte het invoeren van een eigen bijdrage op voorzieningen die al reeds verstrekt zijn. Planning is, als het wetsgevingstraject rond de nieuwe WMO loopt zoals momenteel verwacht wordt, om per 1 januari 2015 een nieuwe verordening maatschappelijke ondersteuning te hebben die voldoet aan de wijzigingen welke binnen de Wmo doorgevoerd gaan worden. Gewoon meedoen In juni 2012 heeft het college de beleidsnota en de beleidsregels Gewoon meedoen; participatie van kwetsbare burgers vastgesteld voor 2013 en 2014. Hierin wordt aangegeven hoe we in Gouda ervoor willen zorgen dat ook zij kunnen (blijven) participeren en zo lang mogelijk zelfstandig een eigen huishouding kunnen blijven voeren. In 2013 zijn de eerste subsidies in het kader van dit beleidsveld beschikt. Om de verbinding tussen zorg en welzijn te maken leveren een aantal organisaties een bijdrage aan de pilot sociale team. Daarnaast is het project ‘Welzijn op recept’ opgestart met als doel huisartsen bekend te maken met het welzijnsaanbod zodat zij patiënten met sociale problematiek ook naar welzijn kunnen doorverwijzen. Het project Levensloopbestendig Gouda is afgerond. De beoogde resultaten, zoals agendering van dit onderwerp binnen de deelnemende organisaties en het gegeven dat de organisaties elkaar hebben leren kennen en makkelijker de samenwerking aangaan, zijn behaald. Dit biedt een goede basis om op te bouwen en om het rijksbeleid van extramuralisatie, Scheiden Wonen en Zorg, te implementeren. Ondersteuning van ouderen Ouderenvoorlichting is gerealiseerd en opgenomen in standaard dienstverlening. Ondersteuning mantelzorgers Prestatieveld 4 van de Wmo legt de gemeentelijke verantwoordelijkheid bij de ondersteuning voor mantelzorgers en vrijwilligerswerk vast. In april 2011 is de beleidsnota mantelzorg 2011-2014 vastgesteld door de gemeenteraad. Het hoofddoel van het beleid is een voor alle burgers toegankelijke infrastructuur van mantelzorgondersteuning in stand te houden en te versterken. In 2013 is hieraan uitvoering gegeven door de digitale mantelzorgondersteuning verder vorm te geven, meer mantelzorgers te bereiken en is er een start gemaakt met de voorlichtingscampagne voor jongeren. Vrijwilligersbeleid In september 2013 is het nieuwe vrijwilligersbeleid 2013-2016 ‘Vrijwilligers hebben de toekomst’ vastgesteld in de gemeenteraad. Met het beleid wil Gouda zorgen dat er sterke en vitale vrijwilligersorganisaties zijn. Daarnaast worden bestaande en nieuwe burgerinitiatieven niet uit het oog verloren. Het nieuwe vrijwilligersbeleid gaat door op basis van het vorige, solide beleid. Om onderlinge betrokkenheid en hulp voor elkaar te bevorderen krijgen vrijwilligersorganisaties - die daar al een belangrijke rol in spelen - een extra steuntje in de rug. De doelen voor de komende jaren: ■ Er komt per 1 januari 2014 een digitale marktplaats, waarbij inwoners kunnen aangeven dat ze vrijwilligershulp nodig hebben en vrijwilligers zich kunnen aanmelden; ■ Het aantal vrijwilligers blijft tot en met 2016 minimaal gelijk. In 2013 is 37% van de Gouwenaren vrijwilliger; ■ Via cursussen en workshops worden nog meer vrijwilligers bereikt en ondersteund in hun vrijwilligerswerk; ■ Minimaal de helft van de vrijwilligersorganisaties is tevreden over het ondersteuningsaanbod dat de gemeente hen biedt. Gezondheidsbeleid In mei 2013 is het nieuwe gezondheidsbeleid 2013-2016 vastgesteld in de gemeenteraad. De Wet Publieke Gezondheid (WPG) geeft gemeenten de taak preventief beleid op volksgezondheid te voeren. Het is belangrijk, want voorkomen is beter
Jaarstukken 2013
29
dan genezen. Met de partners in de stad zal de gemeente de komende jaren sturen op het voorkomen van overgewicht bij kinderen en jeugd (gezonde leefstijl in de buurt) en het tegengaan van alcohol- en drugsgebruik door jeugd. Niemand buiten de boot/Maatschappelijke Zorg Gouda is door het Rijk aangewezen als centrumgemeente voor Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang, OGGZ en Verslavingsbeleid. Dat betekent dat de gemeente Gouda voor de gehele regio Midden Holland de middelen ontvangt en verantwoordelijk is voor de besteding daarvan. We dragen de zorg voor een groep burgers met een complexe problematiek die niet in staat is tot het zelfstandig opbouwen van een menswaardig bestaan. Op 3 april 2013 heeft de gemeenteraad het lokale beleidsplan ‘Niemand buiten de boot’, het Regionaal Kader Maatschappelijke Zorg Midden Holland 2013-2016 en een aantal prestatie indicatoren voor de maatschappelijke zorg vastgesteld. Naar aanleiding daarvan hebben alle betrokken instellingen en gemeenten zich gecommitteerd aan het regionaal kader en een integrale werkwijze conform de ‘één huishouden, één plan, één regisseur’ methodiek door ondertekening van het Convenant Samenwerken Maatschappelijke Zorg. Hoewel instellingen voor maatschappelijke en vrouwenopvang al sinds jaar en dag een eigen bijdrage vragen voor verblijf, is deze verantwoordelijkheid als gevolg van een wijziging in de Wmo sinds 1 januari 2014 een exclusieve verantwoordelijkheid van de gemeente geworden. In voorbereiding hierop is op 11 december 2013 door de gemeenteraad de Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang Gouda vastgesteld. In het Besluit eigen bijdrage maatschappelijke opvang Gouda (vastgesteld op 5 november) stelt het college nadere regels over de heffing van deze eigen bijdrage. Visie op geweld in huiselijke kring In 2013 zijn de voorbereidingen getroffen voor de besluitvorming van de regionale visie op Geweld in huiselijke kring 2014-2018 in Hollands-Midden. Het betreft een visie op de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. De Regiovisie is opgesteld door een regionale ambtelijke werkgroep. In de oriënterende fase is gesproken met belangrijke kernpartners. Vervolgens is een eerste conceptversie opgesteld, die uitvoerig met de diverse partijen is besproken en van commentaar is voorzien. Vervolgens is een eindversie opgeleverd, die in juli 2013 door de colleges van Gouda en Leiden is vastgesteld voor zienswijze en inspraak. Na verwerking van de inspraakreacties is de gewijzigde versie van de regiovisie in december 2013 opnieuw door de colleges van Gouda en Leiden vastgesteld en aangeboden voor besluitvorming aan de gemeenteraden. Wmo onder dak/ accomodatiebeleid Het (maatschappelijk) vastgoed moet op een efficiënte wijze aansluiten bij de behoefte aan maatschappelijke voorzieningen op wijk- en stadsniveau. Eind 2012 is de Kadernota Vastgoed vastgesteld. In 2013 is het makelpunt geïntroduceerd. Integraal armoedebeleid Zwakkeren in de samenleving worden in Gouda ontzien. Dat is één van de uitgangspunten in het coalitieakkoord "Samen werken aan Gouda". Met een goede schuldhulpverlening, de Geld-Terug-Regeling voor prioritaire groepen en overige acties zoals vastgelegd in het uitvoeringsprogramma van de kadernota Integraal Armoedebeleid 2009-2012 stimuleren we de participatie van de Goudse minima in de samenleving. Schuldhulpverlening Oplopende wachtlijsten voor schuldhulpverlening waren de aanleiding meer regie te voeren op de schuldhulpverleningstrajecten. In 2013 is gestart met de uitvoering van het beleidsplan schuldhulpverlening. Met een gerichtere doorverwijzing van cliënten wordt een effectievere inzet van de schuldhulpverleningstrajecten beoogd. In 2013 is gelukt de wachttijden stevig terug te dringen. Burgers worden vrijwel altijd binnen één of hooguit twee werkdagen teruggebeld. In het algemeen wordt vervolgens binnen 7 werkdagen een vervolggesprek gepland. De wachttijden bij de schuldhulpverlener zijn inmiddels teruggebracht tot gemiddeld twee en een halve week. Ondanks de recessie en het landelijke beeld dat een toename van de schuldenproblematiek laat zien, is het aantal burgers dat in 2013 de gemeente benaderde met een advies- of ondersteuningsvraag ten opzichte van het jaar daarvoor nauwelijks gestegen. De ernst van de schuldenproblematiek (het percentage aanvragen vanuit een bedreigende situatie en de omvang van de schulden) op het moment van aanmelden lijkt de laatste jaren te zijn verminderd. In 2013 zijn 78 trajecten voor een minnelijke schuldregeling opgestart. Op 31 december 2013 liepen er 300 schuldhulptrajecten bij de schuldhulpverlener. Ongeveer een derde van de cliënten werd op dat moment gestabiliseerd, een derde van de cliënten zat in een minnelijke schuldregeling. De overige cliënten waren op dat moment bezig met het afbetalen van hun schulden of bevonden zich nog in een intakefase. Verschillende maatschappelijke (vrijwilligers) organisaties zijn actief op het terrein van preventie en bij de ondersteuning van schuldenaren bij het ordenen van hun administratie. Inburgering Vanwege de wijziging van de Wet inburgering zijn in 2013 alleen nog taken uitgevoerd waarvoor gemeenten op grond van het overgangsrecht verantwoordelijk zijn. In 2013 zijn in totaal 53 inburgeraars geslaagd voor het inburgeringsexamen, 46 van hen volgden een traject via de gemeente. In 2013 zijn in het kader van handhaving 23 boetes opgelegd. Op peildatum
30
Jaarstukken 2013
31-12-2013 zijn in totaal nog 228 personen aan het inburgeren via een traject van de gemeente. We volgen daarnaast nog 180 personen die zich zelfstandig voorbereiden op hun examen.
3.2.2 Wat hebben we ervoor gedaan?
In deze paragraaf worden voor elk speerpunt uit het coalitieakkoord de voornemens uit de begroting en de realisatie weergegeven. Economie: versterken economische concurrentiepositie (binnen)stad Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor (indicatoren) doen? Minimaal op peil houden van Ontwikkeling werkgelegenheid Ondersteunen van nieuwe werkgelegenheid (peildatum in Gouda (meting ondernemersinitiatieven 2009) bedrijvenregister Zuid-Holland) (zuidelijk stationsgebied, Spoorzone, Goudse Poort) Informeren naar motieven vertrekkende bedrijven
Faciliteren groei van bestaande bedrijven en vestiging nieuwe bedrijven en instellingen; o.a. vergroten klantgerichtheid, verbeteren dienstverlening, geen overbodige regeldruk Economie: versterken ondernemersklimaat Doelstellingen Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Score op algemene Ontwikkeling tevredenheid tevredenheidsindex ondernemers ondernemers boven 6,5 (ondernemersenquête)
Wat hebben we gedaan? Werkgelegenheid is per 1 januari 2013 licht gedaald t.o.v. 2012, 32.546 naar 32.157 Ook in 2013 is geïnformeerd naar motieven van vertrekkende bedrijven. De bedrijven gaven gangbare motieven op (einde huurcontract, nieuwbouw elders, etc.). In 2013 is een start gemaakt met het project Antwoord (zie programma 3). Er is verder ingezet op verminderen regeldruk.
Wat gingen we daarvoor doen? 2-jaarlijks onderzoek naar tevredenheid ondernemers
Wat hebben we gedaan?
Wat gingen we daarvoor doen? In het kader van de Nieuwe Regio wordt gewerkt aan het opstellen van een programma Economie, Arbeidsmarkt en Onderwijs
Wat hebben we gedaan?
Werk en scholing: meer mensen aan het werk Doelstellingen Hoe gaan we het meten? (indicatoren) De ontwikkeling van het Omvang WWB-bestand cliëntenbestand volgt (met enige vertraging) de landelijke ontwikkelingen
Wat gingen we daarvoor doen? Cliënten op basis van hun individuele mogelijkheden ondersteunen bij het vinden van werk.
Wat hebben we gedaan?
Werk en scholing: minder uitkeringen Doelstellingen Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Uitkomen met het van De uitgaven van rijkswege beschikbaar bijstandslasten gestelde budget
Wat gingen we daarvoor doen? Bevorderen uitstroom cliënten, inzet op rechtmatigheid en op fraudepreventie aan de poort
Wat hebben we gedaan?
Economie: versterken regionale centrumfunctie Doelstellingen Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Versterken regionale economie Regionale economische en daarin de centrumfunctie speerpunten (clusters) Gouda benoemd in 2011
In 2013 heeft geen Benchmark ondernemerklimaat plaatsgevonden.
Door de stuurgroep REO is een programma Economie, Arbeid en Onderwijs opgesteld. In juli 2013 hebben de gemeenteraden van de ISMH gemeenten ingestemd met de voorgestelde strategische koers.
In 2013 zijn 133 cliënten uitge-stroomd naar betaald werk. Het cliëntenaantal is gestegen van 1.289 naar 1.452.
Vanwege de ophoging van het budget door het Rijk is de overschrijding van het BUIG-budget zeer beperkt (<1%) geweest.
Jaarstukken 2013
31
Werk en scholing: alle jongeren participeren Doelstellingen Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Jongeren halen een Alle werkzoekende startkwalificatie of vinden jongeren zijn bekend bij het passende arbeid Jongerenloket en volgen een passend en kwalitatief goed aanbod
Wat gingen we daarvoor doen? ■ Jongeren met mogelijkheden in het rijks bekostigd onderwijs worden gestimuleerd weer naar school te gaan; ■ De middelen van het Actieplan Jeugdwerkloosheid ook in 2013 inzetten voor een specifiek aanbod voor jongeren; ■ Inzetten op een integrale aanpak van jongeren.
Maatschappelijke ondersteuning: zorgen voor mensen die het nodig hebben Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor (indicatoren) doen? Bevorderen dat mensen Het effect van de maatregelen De eigen verantwoordelijkheid in eerste instantie wordt gemonitord. van mensen werken we verder verantwoordelijkheid nemen bij uit. het voorkomen van of vinden van een oplossing voor hun beperking of probleem. Op grond van het ■ Het aantal mensen met Uitvoering conform kader compensatie-beginsel Wmo een beperking of probleem individuele verstrekkingen aan mensen die een beperking dat met een individuele en verordening. Daarbij oog of probleem ondervinden voorziening deelneemt aan voor scherpe inkoop van de en waarvan de beperking is de samenleving; individuele hulpmiddelen; vastgesteld en die niet met ■ De tevredenheid van slim organiseren van een algemene of collectieve cliënten over de mate voorzieningen. voorziening geholpen kunnen waarin ondersteuning worden een compensatie bijdraagt aan zelfstandig bieden in de vorm van een meedoen aan de individuele voorziening. samenleving. Mantelzorgers ervaren dat Het percentage mantelzorgers Tweejaarlijkse meting in de zij gewaardeerd worden dat bekend is met het onder- bewonersenquête en ontvangen waar nodig steuningsaanbod voor ondersteuning. mantelzorgers is toegenomen van 22% in 2010 naar 44% in 2014. Het aantal mantelzorgers dat Prestatieafspraak met gebruik maakt van de mantel- gesubsidieerde instelling zorgondersteuning is jaarlijks met 10% gedaald. Het tevredenheidspercentage Tweejaarlijkse meting in de onder mantelzorgers die bewonersenquête gebruik maken van het ondersteuningsaanbod is gestegen van 72% (2010) naar 80% in 2014. Het percentage van Tweejaarlijkse meting in de de mantelzorgers dat bewonersenquête (nulmeting overbelasting ervaart, neemt in 2011) af ten opzichte van het niveau 2011.
Wat hebben we gedaan? Jongeren met een uitkering worden gestimuleerd weer naar school te gaan. Met de extra middelen van het Actieplan zijn regionaal 1278 jongeren bereikt. Subsidiemogelijkheden worden benut zodat we kunnen blijven inzetten op jongeren.
Wat hebben we gedaan? De eigen verantwoordelijkheid van mensen is nader vorm-gegeven door vanaf 2012 o.a. een eigen bijdrage in te voeren op de voorzieningen. Iedereen waarvan medische noodzaak is vastgesteld dat een individuele voorziening noodzakelijk is omdat een collectieve voorziening niet volstaat, heeft deze voorziening ook daadwerkelijk gekregen. De tevredenheid van cliënten over de mate waarin ze ondersteund worden is een 8,2 (cijfer benchmarkonderzoek 2012). 22% in 2010, 30% in 2013.
Prestatieafspraak in subsidiebeschikking: stijging van 10% naar 300. Resultaat: 419 mantelzorgers (medio 2013). Niet meetbaar (onvoldoende respondenten)
Schaal van 1 op 10, waarbij 10 => mantelzorg is veel te zwaar. In 2011: 32% van de mantelzorgers geeft een 6 of hoger
In 2013: 27% van de mantelzorgers geeft een 6 of hoger. De overbelasting is dus 5% omlaag gegaan. Ouderen zijn goed Aantal ouderen dat bereikt Ouderenvoorlichting wordt Ouderenvoorlichting is opgenomen als geïnformeerd over wonen, wordt met ouderenvoorlichting voortgezet. standaarddienst verlengde front office zorg, welzijn. Wmo loket Mensen met een beperking ■ Ondertekening nieuw ■ Convenant levensloopAfgesproken hoe de onderlinge kunnen optimaal participeren convenant LBG; bestendig Gouda verlengen; samenwerking duurzaam gecontinueerd en voeren zo lang en zo ■ Aantal kwetsbare burgers ■ Welzijnsaanbod voor wordt zelfstandig mogelijk een eigen dat deelneemt aan kwetsbare burgers huishouding. welzijnsactiviteiten LBG. ontwikkelen. In 2012 nieuw beleid vastgesteld. Welzijnsaanbod ouderen is omgebouwd van activiteitenaanbod naar participatieondersteuning kwetsbare burgers
32
Jaarstukken 2013
Doelstellingen
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) De nieuwe Wet gemeentelijke Een voorstel voor schuldhulpverlening verplicht indicatoren is opgenomen gemeenten een plan op te in het beleidsplan stellen over het gemeentelijke schuldhulpverlening dat schuldhulpverleningsbeleid. aan het eind van het jaar ter vaststelling aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Zorgdragen voor een adequate opvang en begeleiding van mensen die zich niet op eigen kracht in de samenleving kunnen handhaven.
Een voorstel voor indicatoren zal worden opgenomen in de uitvoeringsagenda maatschappelijke zorg.
Verbetering van de volksgezondheid in Gouda via preventie.
Indicatoren worden opgenomen in het nog vast te stellen gezondheidsbeleid.
Wat gingen we daarvoor doen? In het beleidsplan schuldhulpverlening wordt vastgelegd hoe de gemeente Gouda de schuldhulpverlening wil verbeteren.
Wat hebben we gedaan? In 2013 zijn 78 trajecten voor een minnelijke schuldregeling opgestart. Van alle opgestarte minnelijke trajecten konden eind 2013 28 schuldenaren starten met een afbetalingsregeling.
Ongeveer 2/3 van de inwoners van Gouda gaf in 2013 aan bekend te zijn met de schuldhulpverlenings-mogelijkheden bij de gemeente. Het regionaal kader "Niemand Regionale beleidskader in 2013 buiten de boot" (OGGZ) is vastgesteld. Indicatoren: in eerste concept gereed. ■ Preventie: het aantal dak - en Naar verwachting kan het thuislozen in de regio daalt in absolute nieuwe regionale kader met zin ten opzichte van het niveau van lokale uitwerking in april 2012; 2013 ter besluitvorming aan ■ Preventie: 90% van het aantal de gemeenteraad worden dreigende huisuitzettingen als gevolg voorgelegd. van huurschuld, wordt voorkomen; ■ Verbeteren uitstroom: 90% van alle dak- en thuislozen die in de opvang terechtkomen, stromen binnen zes maanden uit; ■ Het percentage cliënten voor wie een trajectplan is opgesteld en het voor hen haalbare niveau van zelfredzaamheid (of participatie) bereikt heeft, stijgt met minimaal 10%; ■ Zwerfjongeren: het percentage zwerfjongeren voor wie een trajectplan is opgesteld en het voor hen haalbare niveau van zelfredzaamheid (of participatie) bereikt heeft, stijgt met minimaal 10% met 2013 als nulmeting. Regionaal en lokaal gezondGezondheidsbeleid in 2013 vastgesteld. heidsbeleid begin 2013 Speerpunten (voorkomen overgewicht bij vaststellen. jeugd en het tegengaan van alcohol en drugsgebruik door jeugd) bepaald.
Organisatie(s) vrijwilligers en meedoen: slimmere organisatie van voorzieningen: werk van vrijwilligers en professionals vult elkaar aan Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? Een sterke organisatie ■ 75% van de vrijwilligers en Voortzetting en uitbreiding van 2010 en 2011: 30% van de vrijwilligers is voor vrijwilligers en hun 80% van de verenigingen is het VIP. bekend met het VIP. De bekendheid van organisaties bekend met het VIP; het VIP onder verenigingen is gestegen ■ 80% van degenen die het van 66% in 2010 naar 90% in 2011. VIP kennen is tevreden over het ondersteuningsaanbod. 78% van de organisaties die bekend zijn met het VIP, is (zeer) tevreden over de ondersteuning van het VIP in 2011 tegenover 59% in 2010. Professioneel welzijnswerk In subsidieregels is meetIn subsidieregels is meetinstrument: is aanvullend op en instrument: vrijwillig wat kan, vrijwillig wat kan; professioneel wat moet. ondersteunend aan professioneel wat moet. vrijwilligersactiviteiten Organisatie(s) vrijwilligers en meedoen: maatschappelijk vastgoed sluit aan op behoefte aan maatschappelijke voorzieningen Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? Maatschappelijk Vastgoed Ontwikkeling accommodatie- In 2012 is de kadernota Vastgoed sluit aan op behoefte beleid. Hierin worden concrete vastgesteld. aan maatschappelijke doelstellingen en indicatoren voorzieningen opgenomen.
Jaarstukken 2013
33
Organisatie(s) vrijwilligers en meedoen: meedoen mogelijk maken voor mensen met kleine beurs Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? Optimaal gebruik van de GTR- Aantal kinderen dat gebruik GTR inzetten voor kinderen In 2013 hebben 1.105 kinderen (en 600 regeling maakt van de GTR. uit gezinnen met een ouderen en chronische zieken) gebruik minimuminkomen. gemaakt van de GTR. 516 kinderen hebben daarnaast ook nog gebruik gemaakt van de GTR extra. Organisatie(s) vrijwilligers en meedoen: vrijwilligersinzet op peil houden Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor (indicatoren) doen? Percentage vrijwilligers blijft Percentage actieve vrijwilligers Voortzetting en versterking van minimaal gelijk aan het aantal het VIP. gemeten vrijwilligers in 2009 (37% is vrijwilliger)
Wat hebben we gedaan? Het percentage gemeten vrijwilligers is minimaal gelijk gebleven: 2009 37%, 2010 37%, 2011 38%, 2012 37%, 2013: 37%.
3.2.3 Externe invloeden, kaders en ontwikkelingen
Externe kaders Werk en scholing ■ Wet Werk en Bijstand (Inkomendeel en Werkdeel) inclusief Bijzondere Bijstand en Langdurigheidstoeslag (WWB) ■ Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (IOAW) ■ Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ) ■ Wet Inburgering (WI) ■ Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (BBZ) ■ Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) ■ Vreemdelingenwet 2000 ■ Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (Fraudewet) ■ Een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek (Wet huisbezoeken) Economie ■ ISMH (2006): "Actualisatie Regionale Structuurvisie Detailhandel Midden-Holland" ■ ISMH (2009): "Bedrijventerreinenstrategie Midden-Holland 2008-2030" ■ ISMH (2008): "Regionale kantorenstrategie Midden-Holland 2008-2020" ■ ISMH (2008): "Midden-Holland in beweging" ■ ISMH (2009): "Ruimtelijke agenda Midden-Holland - geslaagde kwaliteit in een vitale regio" ■ ISMH (2010): "Region Building in Midden-Holland" ■ Provincie Zuid-Holland (2008): "Internationaal Concurrerend, Innovatief en Duurzaam - Economische Visie" ■ Provincie Zuid-Holland (2007): "Actieprogramma Ruimte voor Economie 2007-2011" ■ Provincie Zuid-Holland (2009): "Tussenrapportage Uitvoeringsprogramma Ruimte voor Economie" ■ Provincie Zuid-Holland (2005): "Koopstromenonderzoek Randstad 2004" ■ Provincie Zuid-Holland (2007): "Structuurvisie detailhandel Zuid-Holland 2007" ■ Provincie Zuid-Holland (2009): "Economische Monitor Zuid-Holland 2009" ■ Provincie Zuid-Holland (2009): "Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020" ■ Provincie Zuid-Holland (2009): "Regionale kansen voor kwaliteit - Handreiking voor uitvoeringsstrategieën in provinciaal en (inter)gemeentelijk bedrijventerreinenbeleid" ■ Provincie Zuid-Holland (2009): "Provinciale Structuurvisie"-concept ■ Ministerie van Economische Zaken (2004): "Pieken in de Delta -Gebiedsgerichte economische perspectieven" ■ Ministerie van Economische Zaken (2009): "Pieken in Zuidvleugel 2009" ■ Intentieverklaring "(Samen)Werken in de regio Midden-Holland" (24 april 2008) ■ Actieplan Jeugdwerkloosheid 2009-2011 Regio Midden-Holland (28 augustus 2009) Maatschappelijke ondersteuning ■ de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ■ de Wet publieke gezondheid (Wpg) ■ de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) ■ de Zorgverzekeringswet (Zvw) ■ Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) Diverse externe kaders zijn indirect van belang, zoals wet- en regelgeving op het terrein van ruimtelijke ordening, woningbouw en de WWB. Organisaties, vrijwilligers en meedoen ■ de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
34
Jaarstukken 2013
Relevant beleid/maatregelen uit andere programma's Economie Programma 3: dienstverlening aan ondernemers en regionale samenwerking Programma 4: ruimtelijke ordening van de stad, bereikbaarheid en parkeren Werk en scholing Programma 1: Jeugdwerkloosheid en behalen startkwalificatie
3.2.4 Wat heeft het gekost 3.2.4.1 Overzicht exploitatie Exploitatie (bedragen * € 1.000)
Begroting 2013 Begroting 2013 na 2e wijziging
Rekening 2013 Verschil rekening t.o.v. begroting na wijziging
Lasten PG Inkomen PG Minimabeleid PG Welzijn en zorg PG Werk (en activering) Totaal lasten
20.435 3.612 20.211 19.537 63.795
21.537 3.312 20.702 19.471 65.022
22.792 3.167 18.999 18.681 63.639
-1.255 145 1.703 790 1.383
Baten PG Inkomen PG Minimabeleid PG Welzijn en zorg PG Werk (en activering) Totaal baten
-19.057 -110 -1.140 -15.429 -35.737
-19.059 -110 -1.290 -15.387 -35.847
-20.924 -141 -1.842 -15.087 -37.993
1.864 31 552 -300 2.147
28.059 -934 27.124
29.176 -1.175 28.001
25.646 -566 25.080
3.530 -609 2.920
Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
3.2.4.2 Verschillenverklaring exploitatie
Omschrijving (bedragen * € 1) Inkomen Bijstandsverlening: Bij het 2e ijkmoment in augustus 2013 is vanuit de reserve sociaal domein de begroting voor de uitgaven BUIG (BUIG=WWB, IOAW, IOAZ, BZ starters levensonderhoud) met € 1,1 miljoen verhoogd. Daarnaast hebben we ook € 1,9 miljoen extra rijksgelden ontvangen waarmee de stijgende uitgaven gecompenseerd konden worden. Ondanks de economische recessie en de bijbehorende landelijke stijging van het aantal bijstandsontvangers is het cliëntvolume in Gouda de laatste vier maanden van 2013 per saldo stabiel gebleven. Dit heeft geresulteerd in een per saldo lager nadeel (€ 678.000) dan begroot. Dit verschil vloeit terug naar de reserve sociaal domein en is al met al budgetneutraal. Waardering bijstandsvorderingen: Het resultaat van de in 2013 gerealiseerde terugvorderingen op basis van fraude en te veel verstrekte uitkeringen was € 120.000 lager dan begroot. Ook dit bedrag wordt net als het gehele product Inkomen verrekend met de reserve sociaal domein. Overig Minimabeleid Bijzondere bijstand: Door aanscherping van de WWB is in 2012 de inkomensgrens voor de bijstand verlaagd. Bovendien is voor vergoeding van ziektekosten via de bijzondere bijstand een goedkopere collectieve ziektekostenverzekering in de plaats gekomen. Medische kosten worden niet meer vergoed via de bijzondere bijstand. Structurele doorwerking van deze maatregelen in combinatie met verhoging van het budget bijzondere bijstand heeft in 2013 geleid tot een voordelig resultaat van € 282.000. Schuldhulpverlening: Door een groter beroep van Goudse burgers op de gemeentelijke schuldhulpverlening in 2013 zijn de uitgaven € 77.000 hoger dan begroot. Tegemoetkoming kosten kinderopvang: Vanaf 2013 is de begroting voor dit onderdeel structureel verlaagd. De uitgaven zijn in 2013 echter minder hard gedaald dan verwacht, waardoor een nadeel van € 33.000 is ontstaan ten opzichte van de begroting. Het beroep op de kinderopvang van cliënten die een reintegratie- of inburgeringstraject volgden, is in 2013 wel verder afgenomen ten opzichte van 2012. Het tekort wordt gedekt binnen de overige producten van het minimabeleid. Overig Welzijn en zorg
Lasten V/N 1.256.000 N
I/S
Baten V/N 1.864.000 V
I/S
1.234.000
N
I
1.912.000
V
I
47.000
N
I
73.000
N
I
25.000
V
I
25.000
V
I
145.000
V
31.000
V
254.000
V
I
28.000
V
I
77.000
N
I
33.000
N
I
1.000
V
I
3.000
V
I
1.703.000
V
552.000
V
Jaarstukken 2013
35
Omschrijving (bedragen * € 1) Maatschappelijke opvang/OGGZ: De middelen voor MO/OGGZ worden door Gouda als centrumgemeente mede namens de regio uitgegeven. Per saldo blijft een positief saldo over van € 180.000. De raad zal worden voorgesteld om het niet bestede budget 2013 toe te voegen aan een nieuw te vormen bestemmingsreserve MO/VO. Vrouwenopvang: De middelen worden door Gouda als centrumgemeente mede namens de regio uitgegeven. Per saldo resteert € 1.096.000 (inclusief een overschot van € 304.000 uit de jaren voor 2013). De raad zal worden voorgesteld om het niet bestede budget 2013 toe te voegen aan een nieuw te vormen bestemmingsreserve MO/VO. Individuele verstrekkingen (Wmo) (inclusief uitvoeringslasten): Per saldo is er een voordeel op de individuele verstrekkingen Wmo van € 697.000. Het voordeel aan de lastenkant wordt voor een groot deel veroorzaakt door overschotten op bouwkundige woningaanpassingen en op hulp bij het huishouden. Het overschot bij de baten komt door hogere eigen bijdragen dan begroot. Decentralisaties: Van het Rijk, regiogemeenten en provincie zijn incidentele middelen ontvangen voor de invoeringslasten van de komende decentralisaties in het sociale domein. Van deze middelen is nog € 138.000 over. Aan de raad zal worden voorgesteld dit bedrag in 2014 opnieuw beschikbaar te stellen voor incidentele lasten die samenhangen met de invoering van de decentralisaties. Bijdrage regiogemeenten ZorgVernieuwingsProjecten (ZVP): De uitgaven aan ZVP waren hoger dan begroot. De uitgaven worden gedekt door een bijdrage van de regiogemeenten. Subsidievaststelingen: Het voordeel wordt veroorzaakt door een tweetal terugvorderingen als gevolg van subsidievaststellingen 2012. Kwetsbare burgers: De lasten zijn lager uitgevallen omdat de digitale sociale kaart niet gerealiseerd is. Besloten is dit niet langer lokaal, maar regionaal op te pakken. Hiermee wordt tevens een schaalvoordeel bereikt. Wmo raad: De Wmo raad heeft in 2013 geen externe deskundigheid ingehuurd waardoor de kosten lager zijn uitgevallen dan begroot. Overig Werk (en activering) Jeugdwerkloosheid: De actieplannen jeugdwerkloosheid worden in 2014 verder afgehandeld in afwachting van de eindrapportage van de ESF-controle. Het budget AJW is geoormerkt geld. Tevens wordt het project Ontsluiting werkzoekendenbestand in 2014 afgerond. De raad zal worden voorgesteld om het resterende saldo van € 410.000 van deze projecten opnieuw beschikbaar te stellen in 2014. Specifieke uitkeringen: Op de specifieke uitkeringen participatiebudget en WSW is minder uitgegeven en minder ontvangen dan begroot. Per saldo is het resultaat neutraal. Bijdrage Promen: Als gevolg van het definitief worden van de jaarrekening 2012 van Promen zijn de lasten lager uitgevallen dan geraamd. Overig
3.2.4.3 Verschillenverklaring reserves
Lasten V/N
I/S
Jaarstukken 2013
I/S
180.000
V
I
793.000
V
I
303.000
V
I
504.000
V
I
193.000
V
I
138.000
V
I
55.000
N
I
55.000
V
I
32.000
V
I
52.000
V
I
38.000
V
I
21.000
V
I
790.000
V
300.000
N
410.000
V
I
1.000
V
I
316.000
V
I
316.000
N
I
47.000
V
I
17.000
V
I
15.000
V
I
Omschrijving (bedragen * € 1) De stijging van het aantal bijstandscliënten was lager dan verwacht. Hierdoor heeft een lagere onttrekking aan de reserve sociaal domein plaatsgevonden.
36
Baten V/N
Bedrag V/N 609.000
N
I/S I
3.3 Gouda goed op de kaart
Gouda is een unieke historische stad, centraal gelegen in het Groene Hart en de Randstad, waar water vanuit het verleden een belangrijke functie vervult. Een stad waar het goed wonen, werken en recreëren is. Een stad van de menselijke maat. We zorgen dat Gouda positief op de kaart komt te staan. Het programma "Gouda goed op de kaart" heeft dus tot doel het beeld van de stad - zowel bij onze eigen burgers als bij derden buiten de stad - in positieve zin te beïnvloeden. Daartoe staan verschillende instrumenten ten dienste. Dit programma omvat dan ook - naast de interne en externe dienstverlening van de gemeentelijke organisatie - de marketing van de stad alsmede de vormgeving en ondersteuning van lokaal bestuur en de samenwerking in de regio. Ook het "goed op de kaart krijgen" van Gouda bij de verschillende overheidslagen en de daarbij behorende bestuursorganen behoort tot de doelen van dit programma.
Jaarstukken 2013
37
3.3.1 Wat hebben we bereikt?
Gouda is een fantastische stad met een prettig leefklimaat. Veel Nederlanders weten echter (te) weinig van Gouda. Het moois dat Gouda te bieden heeft, willen we breder bekend maken. Daarom zetten we Gouda goed op de kaart. Als robuuste centrumstad in een sterke regio maakt onze stad zich samen met de omliggende gemeenten sterk voor de ontwikkeling van het gebied. Stadsmarketing en toerisme Binnen stadsmarketing ligt de focus op het bevorderen van de economische vitaliteit van Gouda door de binnenstad levendiger en aantrekkelijker te maken voor bedrijven, bewoners en bezoekers. De gedachte daarachter is dat een sterke binnenstad fungeert als vliegwiel voor de rest van de stad. Uit onderzoek blijkt namelijk dat een historische binnenstad, met een gevarieerd aanbod aan horeca en cultuur, een aantrekkende werking heeft op bewoners en bedrijvigheid in heel Gouda. Een gevarieerd winkelaanbod vormt een belangrijk onderdeel van een aantrekkelijke binnenstad. Ook bewoners in de omliggende wijken en de bedrijven op bedrijventerreinen profiteren van een aantrekkelijke binnenstad. Effectieve toeristische promotie leidt tot versterking van het imago van de stad. Meer bezoekers dragen bij aan een levendige stad en zorgen voor inkomsten. Met name winkelende bezoekers uit de regio zorgen voor inkomsten. Toerisme is voor Gouda een groeimarkt die een aanjaagfunctie heeft voor meer werkgelegenheid, vooral in de categorie laaggeschoolde arbeid. Dankzij het cultureel erfgoed in de binnenstad heeft Gouda een goed aanbod voor de toeristische markt. De toeristische promotie wordt in samenwerking met ondernemers en het culturele veld vormgegeven en uitgevoerd. Dit leidt tot een toename van de betrokkenheid van de partijen in de stad. Door onderlinge samenwerking van de partners in Gouda zal de stad meer voor elkaar krijgen dan welke individueel werkende toeristische organisatie dan ook. Hierbij wordt ook de relatie met het Groene Hart gelegd. De doelgroepen waar stadsmarketing en toerisme zich in eerste instantie op richt zijn: ■ Bedrijven: bedrijven in de binnenstad, voornamelijk detailhandel en horeca; ■ Bewoners: primair koopkrachtige bewoners in heel Gouda; ■ Bezoekers: primair bezoekers uit de regio en de Randstad, met name de steden Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Vanwege het beperkte budget worden communicatiemiddelen vooral ingezet in het gebied Gouda- Rotterdam. Bezoekers uit de regio kunnen zorgen voor herhalingsbezoek en zijn relatief eenvoudig (lees: met een beperkt budget) te bereiken; ■ Ook wordt er aandacht geschonken aan het aantrekken van landelijke/internationale bezoekers via touroperators. Aangezien Gouda sinds 2012 over meer hotelfaciliteiten beschikt zijn er nu meer mogelijkheden voor meerdaags bezoek. Vanuit de focus op kaas&streek en cultuur/historie hebben we ingezet op de volgende gebieden: Versteviging Binnenstad door behoud detailhandel en horeca - Het Nieuwe Winkelen. Stapsgewijs wordt het Nieuwe Winkelen uitgebreid in Gouda. In 2013 is de mogelijkheid voor het aanbieden van gratis Wifi onderzocht; - Productontwikkeling en stadspromotie. Versterken imago Gouda - Voortzetting seeyouzoencampagne, 90 bedrijfswagens rijden met stickers van deze campagne door Nederland. Het logo wordt ook op diverse sites gebruikt en in de communicatie van Gouda Stad van toeristische promotie; - Genereren Free publicity, bijvoorbeeld rond opening Kaasmarkt door de inzet van Frau Antje; - Het binnenhalen van nominaties en prijzen. Stadsmarketing heeft al enkele nominaties en prijzen binnengehaald voor Gouda. Het meedoen aan een verkiezing vergt veel voorwerk, des te leuker als we dan ook in de prijzen vallen. In 2013
38
Jaarstukken 2013
heeft Gouda de tweede plaats in de Nationale Citymarketing Trofee behaald, een erkenning van buitenaf dat Gouda op de goede weg is met Stadsmarketing; - Een nieuw spraakmakend evenement, dat past in de gewenste positionering. Ondanks onze inhoudelijk goede en aantrekkelijke inzending is het nog niet gelukt om de Landelijke Sinterklaasintocht naar Gouda te halen. In 2013 heeft er in Gouda wel de actie voor Warchild van radio 538 plaatsgevonden, dit evenement is door de gemeente binnengehaald en gesponsord; - De gemeente heeft in 2013 een aantal grote evenementen (de Sterevenementen) gesubsidieerd (Gouda bij Kaarslicht, Gouda bij Kunstlicht, Kaas- en Ambachtenmarkt, Keramiekdagen, Houtmansplantsoenconcerten, Goudse Hofstedendagen); - De subsidieregeling Goed voor Gouda had een looptijd tot 31-12-2013. Dit heeft in totaal 37 kleine en grote initiatieven opgeleverd, van het bakken van de grootste stroopwafel of de organisatie van Huiskamer van de stad tot de organisatie van Stap en het kerst-wandeltheater. Voor 2014 is een vergelijkbare regeling vastgesteld met de duur van één jaar. Productontwikkeling Goudse binnenstad - Topattractie Kaas. De huidige Kaas- en Ambachtenmarkt heeft de potentie om uit te groeien tot een topattractie; het is de basis voor activiteiten rond het thema kaas. De Kaas- en Ambachtenmarkt wordt georganiseerd door de Stichting Kaas met behulp van een grote groep vrijwilligers. De Rabobank heeft zich opgeworpen als trekker van het thema “Kaas en ommeland” in het kader van het initiatief De Kracht van het Groene Hart. In 2013 is door partijen uit de stad een plan ontwikkeld dat in 2014 kan worden uitgevoerd. Belangrijk is een intensievere samenwerking met kaastoeleveranciers en sponsors; - In 2013: - De ondernemers hebben diverse nieuwe activiteiten rond de Kaasmarkt ontwikkeld. Na een succesvolle try-out van de Goudse Specialiteitenmarkt in 2012 heeft deze in 2013 maar liefst 10 keer plaatsgevonden. Door hen is ook de Goudse Specialiteitenroute ontwikkeld, met een grote ronde folder (deels door Stadsmarketing gesponsord) en ludieke zaken als een Kaasmeisje fotobord en reuzeklompen, allemaal leuk voor op de foto; - Het bruisende Sensation Kaasfeest vond in najaar 2013 wederom plaats. Tijdens dit dansfeest wordt door de EreWaeghemeesters de Bronzen Kaas Boerin uitgereikt aan de maker van de lekkerste kaas; - Op het topje van alle palen van de nieuwe toeristische voetgangersbewegwijzering is een kaasje geplaatst. - Cultuurhistorie: Erasmus als verbindend element. In Gouda is juist de combinatie van Goudse Glazen, het water, religie en de vele monumenten uniek. Op advies van de jury “Beste Binnenstad” is gezocht naar een manier om deze historie onderling én met de horeca en detailhandel te verbinden. Erasmus, die een grote naamsbekendheid heeft, is hiervoor gekozen. Cultuurhistorie heeft met Erasmus een stem en gezicht gekregen, hierdoor is het mogelijk de Goudse middeleeuwse historie tot leven te laten komen. Den Bosch en Delft zetten ook hun beroemdste inwoner graag in om meer gasten te trekken. In de komende jaren wordt het thema Erasmus verder verankerd en uitgewerkt. Ook in relatie met Rotterdam. In 2013 is voor de 2e keer Zotte Zaterdag georganiseerd. Met een knipoog naar zijn Lof der Zotheid worden bezoekers op deze dag mee terug genomen naar de middeleeuwen, de tijd van de jonge Erasmus. Die dag is er in de binnenstad veel middeleeuwse muziek en loopt er een nar rond. Ondernemers haken hierop in onder andere met de door hen ontwikkelde Spreukenspeurtocht en met allerlei Erasmus specialiteiten. Ook kan jong en oud aan allerlei creatieve workshops deelnemen. Alle basisschoolleerlingen van groep 5,6,7 en 8 waren hiervoor uitgenodigd; - “Historische stad in de 21e eeuw”. Deze rode draad in het Stadsmarketingbeleid wordt goed zichtbaar in de samenwerking met Centric en diverse Hogescholen. Op dit moment lopen er drie projecten die mogelijk leiden tot meer beleving en daarmee meer bestedingen in de binnenstad. Informatie en (toeristische) promotie Gouda gaat de bezoekersmarkt verder ontwikkelen waarbij we inzetten op een substantiële groei van het aantal bezoekers. De ambities voor de periode tot 2017 zijn: - Vergroten van het aantal vrijetijdsbezoekers in Gouda en daarmee ook van de totale bestedingen: we gaan op weg naar 1 miljoen bezoekers in 2017. In 2012 waren dat er circa 700.000. Dit cijfer is gebaseerd op de resultaten van het Continu Vakantie Onderzoek (CVO) dat het aantal individuele Nederlandse bezoekers in kaart brengt, aangevuld met inschattingen van het aantal internationale bezoekers (individueel en groepen), Nederlandse groepen en het watertoerisme. De cijfers over 2013 zijn beschikbaar vanaf april 2014; - Vergroten van het aantal zakelijke evenementen dat in Gouda wordt georganiseerd; - Versterken van het toeristisch profiel van Gouda. Ondersteuning ondernemers Ter verbetering van het ondernemersklimaat en het ondersteunen van ondernemers zijn het afgelopen jaar grote stappen gezet. Zo hebben de ondernemers zich verenigd in het platform Gouda Onderneemt!, is er een centrummanager aangesteld in samenwerking tussen de SOG en de gemeente en een programma binnenstad opgestart als doorontwikkeling van het Flankerend Beleid. In dit programma worden er gezamenlijk acties opgepakt onder andere tussen ondernemers, horeca, makelaars, bewoners, vastgoedeigenaren en de gemeente. Bestuursstijl In 2013 vond een organisatorische wijziging plaats waarbij de afdeling Bestuursondersteuning en Communicatie in twee afdelingen is gesplitst. Nu is er een helderder onderscheid ontstaan tussen publiekscommunicatie en bestuurscommunicatie. Hoewel organisatorische wijzigingen altijd tijdelijk verminderde capaciteit met zich meebrengen, is ook in 2013 voortgegaan met activiteiten om burgers te betrekken en te informeren. Hiervoor zijn de bekende middelen
Jaarstukken 2013
39
ingezet. Het persgesprek is op effectieve wijze benut om burgers te informeren, zo ook het collegespreekuur waarbij burgers zonder afspraak direct contact met bestuurders kunnen hebben. Bijzonder in 2013 was de publicatie van een interactieve pdf op www.gouda.nl met een overzicht van gemeentelijke taken. Voor collegeleden en ambtelijk betrokkenen is een workshop Public affairs georganiseerd, waarna de eerste stappen op dit terrein zijn gezet. Ook in 2013 hebben weer verschillende exposities in het Huis van de Stad het open karakter van het Huis benadrukt. Dat is ook het geval geweest met de vrijdagmiddagconcerten die in het Huis van de Stad werden georganiseerd. Betrokken en geïnformeerde burgers In 2013 is de fysieke dienstverlening in het Huis van de Stad verder doorontwikkeld. Zo is er veel aandacht besteed aan het optimaliseren van de ontvangst en doorgeleiding van de bezoekers. De Goudse burgers en ondernemers weten het Huis van de Stad inmiddels goed te vinden. Gerelateerd aan de uitgangspunten, ontmoeten, samenwerken en dienstverlenen weet het Huis van de Stad zich hoe langer hoe meer te profileren en te positioneren. Naast de reguliere dienstverlening vinden er ook tal van evenementen en activiteiten plaats die deze uitgangspunten ondersteunen. Tevens wordt ten aanzien van huisvesting gekeken welke partijen aanvullend gehuisvest kunnen worden in het Huis van de Stad, zodat dit een toegevoegde waarde heeft voor de dienstverlening. In relatie met de nog in te vullen bezuinigingen en de aankomende decentralisaties is een verdere herstart gemaakt met het uitrollen van het programma Antwoord©. Met behulp van een transparante programma structuur en verschillende projecten wordt de organisatie verder opgelijnd om tegen minder kosten betere dienstverlening te leveren. De focus ligt hierbij op het “in één keer goed principe” en het elimineren van overbodige processtappen. Het verbeteren van de informatievoorziening is hierbij een belangrijk speerpunt. Twee belangrijke onderdelen hierbij zijn de vernieuwde website die binnenkort live gaat, als het ontwikkelen van centraal beheer van de content. Dit laatste is onderdeel binnen het Antwoord© programma. De klanttevredenheid (baliebezoek en telefonie) is ten opzichte van 2012 licht gestegen. Naar verwachting zal deze trend zich verder doorzetten als de effecten van het programma Antwoord© meer merkbaar worden. Regionale samenwerking Midden-Holland (De Nieuwe Regio) De ontwikkeling van de intergemeentelijke samenwerking in Midden-Holland heeft in de eerste helft van 2013 geleid tot een tweetal producten: ■ de Externe Commissie Midden-Holland (naar haar voorzitter: de Commissie Hendrikx) presenteerde op 18 april haar advies “De drang naar groter, de hang naar kleiner”; ■ de Stuurgroep Nieuwe Regio heeft in mei haar visie op de toekomst van de intergemeentelijke samenwerking in de regio (“De Nieuwe Regio 2.1”) ter besluitvorming aan de raden van de betrokken gemeenten aangeboden. In de visie wordt ingespeeld op de aanbevelingen van de Commissie Hendrikx. In de tweede helft van 2013 is uitwerking gegeven aan de Visie op de Nieuwe Regio 2.1. Naast de verdere ontwikkeling van de vijf inhoudelijke programma’s en een strategische agenda - waarin de speerpunten van de regio zijn opgenomen - had de vormgeving van de regionale samenwerking de hoogste prioriteit. Aan het einde van het kalenderjaar heeft dit geleid tot een voorstel waarin de raden wordt gevraagd een viertal uitgangspunten voor de vormgeving vast te stellen en daarnaast kennis te nemen van de aanstelling van een transitiemanager die tot taak krijgt in 2014 het bestaande samenwerkingsorgaan om te bouwen tot een toekomstbestendige, compacte organisatie waarbinnen de belangenbehartiging voor de regio centraal staat. De regionale samenwerking behoeft meer slagkracht. Dit betekent onder meer dat de regionale samenwerking niet beperkt blijft tot het geografisch gebied van Midden Holland. In lijn met de visie op de Nieuwe Regio 2.1 en het advies van de Commissie Hendrikx is de bestuurlijke samenwerking in de driehoek Alphen aan den Rijn – Gouda – Woerden geïntensiveerd. Deze samenwerking heeft tot doel te komen tot een gemeenschappelijke strategische agenda c.q. een samenwerkingsconvenant dat in de eerste helft van 2014 wordt vastgesteld.
3.3.2 Wat hebben we ervoor gedaan?
In deze paragraaf worden voor elk speerpunt uit het coalitieakkoord de voornemens uit de begroting en de realisatie weergegeven. Stadsmarketing Doelstellingen
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Bedrijven behouden en nieuwe ■ Aantal bedrijven in Gouda aantrekken (bedrijvenregister ZuidHolland en Locatus) ■ Tevredenheid ondernemers (benchmark ondernemersklimaat)
40
Jaarstukken 2013
Wat gingen we daarvoor doen? Uitvoering marketingplan en inzet marketeer
Wat hebben we gedaan? Werkgroep Binnenstad (voorheen flankerend beleid)
Doelstellingen Meer bezoekers aantrekken, die langer blijven en die meer besteden. In 2017 mikken we op 1 miljoen bezoekers
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Aantal bezoekers (Stadsmonitor)
Wat gingen we daarvoor doen? Uitvoering marketingplan en inzet marketeer
Wat hebben we gedaan? ■
■ ■ ■
■ ■ ■ ■ ■
Bewoners zo trots laten zijn op hun stad, dat zij als "ambassadeur" voor de stad optreden
Stadsmonitor
Uitvoering marketingplan en inzet marketeer
Voortzetting See You Zoen campagne. Inmiddels rijden meer dan 90 bedrijfswagens rond met een uitnodiging naar Gouda te komen; Nieuwe VVV organisatie en winkel opgezet; Toeristische promotie lokaal, regionaal en internationaal; Ondersteuning promotie Zomer- en Winterprogramma zoals 200.000 brochures huis aan huis; 8 weken uitzenden Zomer- en Wintercommercial op regionale TV; Start herfstvakantiepro-gramma; Verdere uitwerking thema Erasmus; Uitwerking thema kaas; Onderzoek haalbaarheid Wifi 2012: 700.000 bezoekers (cijfers 2013 beschikbaar in april 2014)
Evenementen richten zich ook op bewoners van Gouda. Financiële bijdrage geleverd aan activiteiten vanuit de regeling Goed voor Gouda. Met partners veel positieve PR gegenereerd, bijvoorbeeld rond opening Kaasmarkt.
Bestuursstijl Doelstellingen Betere communicatie tussen bestuur en burgers
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Tevredenheid burgers (Stadsmonitor en Waarstaatjegemeente.nl)
Wat gingen we daarvoor doen? Intensiveren bestuurlijke contacten en gebruik nieuwe media en uitvoeren lobbyagenda
Wat hebben we gedaan? ■ ■ ■ ■ ■
Belangenbehartiging Doelstellingen Implementatie adequate belangenbehartiging Regionale samenwerking Doelstellingen Realiseren bestuurlijke samenwerking
Interactieve pdf: overzicht gemeentelijke taken; Persgesprek; Collegespreekuur; Exposities Huis van de Stad; Verder uitrol programma Antwoord©.
Hoe gaan we het meten? (indicatoren)
Wat gingen we daarvoor doen? Uitvoeren actieplan belangenbehartiging
Wat hebben we gedaan?
Hoe gaan we het meten? (indicatoren)
Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? doen? Oriëntatie op adequaat niveau ■ Rapport: “De drang naar groter, de regionale samenwerking hang naar kleiner”, Externe Commissie Midden-Holland; ■ Visie stuurgroep Nieuwe regio aangeboden aan de gemeentenraden.
Uitvoering workshop Public affairs
Jaarstukken 2013
41
3.3.3 Externe invloeden, kaders en ontwikkelingen
Externe invloeden Zowel voor de bestuurlijke samenwerking in de regio als de uitvoering van de ARHI-procedure geldt dat de resultaten mede afhangen van de inzet van de partners bij deze projecten en activiteiten. Externe kaders © ■ Het programma "Antwoord " ■ Ruimtelijke Agenda (ISMH) ■ Bestuursopdracht Toekomst ISMH Relevant beleid/maatregelen uit andere programma's Programma 2 Ondernemersklimaat (concurrentie) en samenwerking Programma 4 Bereikbaarheid Programma 6 Financieel beleid met name ten aanzien van regionale samenwerkingprojecten
3.3.4 Gemeenteraad en griffie
Het jaar 2013 was het eerste volledige jaar van burgemeester Milo Schoenmaker, die in december 2012 geïnstalleerd was. In dit jaar stonden twee onderwerpen centraal in de gemeenteraad: de financiën en de transities van het sociale domein. In het voorjaar is de discussie over de financiën gevoerd aan de hand van drie scenario’s: de gemeente die doet, de gemeente die laat en de gemeente die mogelijk maakt. In enkele sessies is verkend wat de consequenties van deze scenario’s voor de gemeente zijn. Vlak voor de zomervakantie heeft het college de start van de operatie DOS bekend gemaakt. DOS staat voor Doorgaan of Stoppen. Bij iedere activiteit wordt overwogen of stoppen nog mogelijk is. Tussentijdse extra bezuinigingen waren noodzakelijk geworden door onder andere lagere inkomsten van het Rijk, die in de loop van het jaar bekend geworden waren. Aan het eind van het jaar heeft het college volgens afspraak een ambtelijke verkenning over bezuinigingsmogelijkheden voor de komende raadsperiode vrijgegeven. Over de komende transities op het terrein van het sociaal domein is de raad in diverse sessies bijgepraat. Speciaal hiervoor is een driewekelijks mondeling halfuurtje toegevoegd aan de werkwijze van de raad. Ook het jaarlijks werkbezoek had het sociaal domein als onderwerp. Er zijn werkbezoeken gebracht aan verschillende instellingen en in het Huis van de Stad vond een speeddate sessie plaats met ruim 25 cliënten, mantelzorgers en enkele hulpverleners. Het jaarlijks etentje vond plaats in Sam Sam, een eetcafé van en voor mensen zonder dagbesteding. In de formatie van de griffie zijn in het verslagjaar geen wijzigingen geweest. De rekening laat een overschot van € 100.000 zien. Dit bedrag is voor een belangrijk deel te verklaren omdat voorgenomen investeringen in de audiovisuele apparatuur voor de zijzalen van de vergaderzaal aangehouden zijn. Daarnaast is er voor en na de start van DOS een uiterst sober financieel beleid gevoerd. In 2014 zal het overschot naar verwachting minder groot zijn, omdat in dat jaar extra kosten gemoeid zijn met de wisseling van de gemeenteraad, de investering in nieuwe iPads en scholing en het inwerken van de nieuwe raad. Over de verslaglegging van de raadsbijeenkomsten, al of niet met behulp van audiovisuele apparatuur zal nadere besluitvorming volgen met de daarbij horende financiële consequenties.
3.3.5 Wat heeft het gekost? 3.3.5.1 Overzicht exploitatie Exploitatie (bedragen * € 1.000)
Begroting 2013 Begroting 2013 na 2e wijziging
Rekening 2013 Verschil rekening t.o.v. begroting na wijziging
Lasten PG Bestuur PG Publiekszaken PG Regionaal beleid PG Toerisme en recreatie Totaal lasten
5.862 4.204 946 1.346 12.358
5.891 4.204 948 1.346 12.390
5.902 4.133 856 1.359 12.250
-11 72 92 -13 140
Baten PG Bestuur PG Publiekszaken PG Regionaal beleid PG Toerisme en recreatie Totaal baten
-33 -1.260 0 -101 -1.394
-33 -1.260 0 -101 -1.394
-43 -1.168 -1 -96 -1.308
9 -92 1 -5 -87
Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
10.964 0 10.964
10.996 0 10.996
10.942 0 10.942
54 0 54
42
Jaarstukken 2013
3.3.5.2 Verschillenverklaring exploitatie
Omschrijving (bedragen * € 1) Publiekszaken Leges burgerlijke stand: Het aantal huwelijksvoltrekkingen in Gouda was minder dan begroot. Daarnaast is het legestarief voor trouwen in het stadhuis in 2013 gedaald door de overgang naar de nieuwe exploitant. Hier staat tegenover dat de kosten voor de trouwambtenaren ook lager zijn uitgevallen. Gemeentelijke basis administratie: De controlekosten op de gemeentelijke basisadministratie zijn als gevolg van een tussentijdse contractaanpassing lager dan begroot. Naturalisatie: Er zijn minder documenten verstrekt dan begroot met als gevolg een nadeel aan de batenkant. Dit wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de lagere afdrachten aan het Rijk. Overig
Lasten V/N 72.000 V
Regionaal beleid Bijdrage ISMH: De doorschuif-BTW vanhet ISMH was in 2013 hoger dan geraamd. Hierdoor is een voordeel ontstaan van € 26.500. Regionale samenwerking: Het voordeel is ontstaan door afrekeningen over het jaar 2012 van zowel de Grondbank als de Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas (ROZ). Overig
3.3.5.3 Toelichting gemeenteraad, griffie en rekenkamer Exploitatie (bedragen * € 1.000) Gemeenteraad Vergoeding raadsleden Vergoeding burgerraadsleden Fractiebudgetten Persoonsgebonden budget en individuele cursussen Overhead Nieuwjaarsreceptie en jaarlijks etentje (sfeerbevordering) Vergaderkosten Communicatie en drukwerk Accountant Werkbezoeken en deskundigheidsbevordering Overige goederen en diensten Kapitaallasten Subtotaal
I/S
Baten V/N 92.500 N
I/S
21.000
V
I
28.000
N
I
18.000
V
I
2.500
V
I
42.000
V
I
60.000
N
I
9.000
N
I
7.000
N
I
92.500
V
1.000
V
26.500
V
I
48.000
V
I
3.000
N
I
18.000
V
I
4.000
V
I
Begroting 2013
Rekening 2013
Verschil
650 4 6 10 155 11 35 10 70 15 53 5 1.024
646 6 3 0 155 9 10 6 74 0 44 6 959
4 -2 3 10 0 2 25 4 -4 15 9 -1 65
Griffie Salarislasten Overige personeelslasten Bureaukosten Subtotaal
346 6 11 362
364 3 5 371
-18 3 6 -9
Rekenkamer Groene Hart Vergoeding rekenkamerleden Salarislasten Overige goederen en diensten Onderzoek Bijdrage deelnemende gemeenten Subtotaal
14 14 1 73 -33 68
15 19 2 21 -33 23
-0 -6 -1 52 -0 46
1.455
1.354
102
TOTAAL
Jaarstukken 2013
43
3.4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren Gouda ligt centraal in de Randstad, in de oostflank van de Zuidvleugel aan de rand van het Groene Hart. Maar het is niet alleen de ligging waardoor de stad een aantrekkelijke woon- en werkgemeente is. Het historisch stadshart en de aanwezige voorzieningen en werkgelegenheid bieden de basis voor een goed woon- en leefklimaat voor de inwoners en de mensen die er werken. De belangrijkste doelstellingen voor de ruimtelijke ontwikkeling van de stad zijn opgenomen in de ruimtelijke structuurvisie. Gouda kiest daarin positie als onderdeel van een ‘netwerk van steden’ in de Zuidvleugel, gelegen in het overgangsgebied tussen de stedelijke concentratie Rotterdam-Den Haag en het Groene Hart. Gouda heeft een regionale centrumfunctie en stelt zich daarnaast ten doel een goed bereikbare centrumgemeente in de Randstad te zijn die tegelijkertijd haar groene en cultuurhistorische kwaliteiten optimaal benut. De doelstellingen voor wonen zijn vastgelegd in een lokale en een subregionale woonvisie. Hoofdopgave is het zo adequaat mogelijk benutten en uitbreiden van de woningvoorraad. Daarvoor wil Gouda vooral woningbouw en herstructurering van de woningvoorraad stimuleren om zo de gewenste woningen te bieden aan huidige en toekomstige inwoners. Gouda ligt goed gesitueerd aan een knooppunt van wegen. Ook per spoor en over water is de stad goed bereikbaar. Diverse ontwikkelingen in de stad en directe omgeving zetten de bereikbaarheid onder druk. Zowel de interne en externe bereikbaarheid hebben grote invloed op de leefbaarheid en (ruimtelijk-economische) ontwikkelingsmogelijkheden. De lange termijndoelstellingen op het gebied van verkeer en vervoer zijn vastgelegd in het mobiliteitsplan. Dat betekent onder andere het streven naar een autoluwe binnenstad, die zich bij uitstek leent voor verplaatsingen per fiets en te voet en waar de auto te gast is. Zo wordt bij elke aanpassing in de openbare ruimte aandacht besteed aan de meest optimale en veilige inpassing van het fietsverkeer. Ook de bereikbaarheid en de doorstroming van gemotoriseerd verkeer van en naar de stad krijgen continu aandacht. Samen met andere overheden is continu aandacht voor de uitvoering van projecten die de bereikbaarheid, doorstroming en verkeersveiligheid ten goede komen.
44
Jaarstukken 2013
3.4.1 Wat hebben we bereikt?
Ruimtelijke ontwikkeling De eerste hoofddoelstelling van dit programma is de ruimtelijke ontwikkeling van de stad Gouda. Onze voornemens zijn in hoofdlijnen vastgelegd in de Ruimtelijke Structuurvisie 2005-2030. Ook in 2013 is gewerkt aan de versterking van het woonen werkklimaat en onze positie als centrumgemeente. We zijn erin geslaagd om enerzijds de cultuurhistorische kwaliteiten te behouden en waar mogelijk te versterken. Daarnaast is ook in 2013 sprake geweest van nieuwe ontwikkelingen zoals de werkzaamheden in Westergouwe, wijkontwikkeling in Korte Akkeren en nieuwbouw in de Spoorzone. De gemeente heeft in 2013 de volgens de wet verplichte actualisatie van de bestemmingsplannen afgerond. De doelstellingen voor woningbouw zijn vastgelegd in een lokale en een subregionale woonvisie. Daarnaast heeft de gemeenteraad op 3 juli 2013 de afspraken in de Regionale Agenda Wonen vastgesteld. Een aantal van de afspraken heeft betrekking op woningbouw. De in 2008 gestarte kredietcrisis en de daarop volgende economische recessies hebben mede tot een stagnatie van de nieuwbouw geleid door tegenvallende verkoop en dalende huizenprijzen. Wanneer en hoe de woningmarkt zich herstelt is nog steeds onduidelijk en hangt af van vele factoren. Uiteindelijk was 2013 een uitzonderlijk productief jaar: 403 nieuwbouwwoningen kwamen op diverse binnenstedelijke locaties gereed. De woningproductie bereikte daarmee een niveau waarvoor we zelfs terug moeten gaan naar midden jaren negentig. De herstructurering van de woningvoorraad in vooral de wijkontwikkelingsgebieden Korte Akkeren en Gouda Oost ging gestaag verder: 171 bestaande woningen, voor het merendeel in de wijkontwikkelingsgebieden, werden gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw de komende jaren. Eind 2013 waren er 130 woningen in aanbouw. De gemeenteraad stelde daarnaast startersleningen voor nieuwkomers op de bestaande koopmarkt beschikbaar om zo meer beweging op de woningmarkt te krijgen. Ten aanzien van de overige vastgoedontwikkelingen staan voor de komende periode ook diverse projecten op de agenda waarvan de realisatie van onderdelen van het project Spoorzone, diverse projecten binnen de wijkontwikkeling in Korte Akkeren en Gouda Oost en de voorbereiding van Westergouwe het meest in het oog springen wat betreft de voortgang in 2013. Daarnaast is verder uitvoering gegeven aan de in 2012 vastgestelde Kadernota Vastgoed waarin de strategische uitgangspunten voor de samenstelling van de gemeentelijke vastgoedportefeuille en de spelregels voor de uitvoering van het vastgoedbeleid zijn beschreven. Hiertoe is ondermeer de website www.makelpunt-nederland.nl gelanceerd. Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen worden duurzaamheidsaspecten en andere toekomstbestendige kwaliteitsaspecten vanaf een zo vroeg mogelijk stadium meegenomen. Uitgangspunt is dat bij bouwprojecten waarbij de gemeente een rol speelt, binnen de financiële mogelijkheden, duurzaam wordt gebouwd. Het gaat dan om eigen gemeentelijke projecten, zoals de bouw van het Huis van de Stad, en om projecten waarbij de gemeente een grondpositie
Jaarstukken 2013
45
heeft. In de Overeenkomst prestatieafspraken wonen 2010-2014 zijn afspraken over toekomstbestendig bouwen vastgelegd met de woningcorporaties. Ook met particuliere ontwikkelaars maken we afspraken over toekomstbestendig bouwen. In 2013 is de normalisatie van de woonwagenterreinen op gang gekomen. Huurachterstanden zijn grotendeels weggewerkt en er zijn betalingsregelingen afgesproken. Voor illegale en gedoogde situaties wordt aan een structurele oplossing gewerkt. Belangrijk is de status van de woonwagenstandplaatsen aan de Goudkade in het bestemmingsplan Nieuwe Park Bedrijven. Bewoners van de Goudkade hebben beroep ingesteld tegen handhaving van de bestemming 'Bedrijventerrein' voor de woonwagenlocatie Goudkade en met name het onder overgangsrecht brengen van de zittende hoofdbewoners. Op 26 maart 2014 is door de Raad van State hierover uitspraak gedaan. De Raad van State heeft het beroep van de bewoners Goudkade verworpen, mede omdat legalisatie van de woonwagenlocatie niet reëel is, waarbij oog is voor de belangen van de bewoners. Het bestemmingsplan en het raadsbesluit blijft op dit punt in stand. Verbeteren van de bereikbaarheid binnen Gouda en de regio De uitvoering van het Mobiliteitsplan Gouda 2007-2020 staat centraal bij uitvoeringsprojecten waarbij de centrale doelstelling van het mobiliteitsbeleid is: het zoveel mogelijk bevorderen van de gelijkmatige doorstroming van alle verkeer en voldoende variatie bieden in verkeer en vervoerswijzen, waardoor mensen een bewuste keuze kunnen maken hoe en wanneer ze zich verplaatsen. Het streven is erop gericht de binnenstad een steeds autoluwer gebied te laten zijn, dat wil zeggen waar de auto "te gast" is en zoveel mogelijk verplaatsingen per fiets en te voet plaatsvinden. De historische markt is op veler verzoek sinds december 2012 vrij van busvervoer, terwijl de bereikbaarheid van de markt voor ouderen of minder validen door een halte op korte afstand gewaarborgd blijft. Ook is door een nieuwe busroute aan de zuidkant van de stad de ontsluiting per openbaar vervoer van en naar de wijk Korte Akkeren verbeterd. De dynamiek van de stad wordt verder versterkt door niet alleen een goede bereikbaarheid per openbaar vervoer na te streven, maar ook per auto. Zo zijn de verkeersregelinstallaties rond de Burgemeester van Reenensingel, Goverwellesingel, Bolwerk, Lange Tiendeweg, Schouwburglaan, Martensstraat en Voorwillenseweg/Joubertstraat vervangen door moderne, snellere regelingen met prioriteit voor langzaam verkeer. De doorstroming van het autoverkeer wordt verbeterd door de koppeling van verkeerslichtenregelingen en de realisatie van een stadsring (zuidwestelijke randweg). Vanuit het budget Spoorse Doorsnijdingen is, na afronding van het Albert Plesmanplein en de Van Reenensingel, in 2013 gestart met de reconstructie van het kruispunt Hamstergat. Het betreft voorbereidende werkzaamheden (kabels en leidingen) en zettingsmaatregelen alvorens in 2014 extra rijstroken en nieuwe verkeersregelinstallatie met een koppeling aan kruispunt Van Reenensingel/Goudse Poort worden aangelegd. Op regionaal niveau zijn flinke stappen gezet in verbetering van de bereikbaarheid per auto (extra Gouwekruising, Moordrechtboog en de verbreding van de A20 tussen Nieuwerkerk aan den IJssel en Gouda), het verkeer over water en het openbaar vervoer (HOV Zuid-Holland Noord en StedenbaanPlus). De nieuwe aansluiting van Gouda-West op de A20 bevindt zich inmiddels in een vergevorderd stadium. Dit geldt eveneens voor de aanleg van de Tweede (Juliana)Sluis. De hiermee gepaard gaande aanpassingen van het Sluiseiland met de aansluiting op de Zuidwestelijke Randweg komen de doorstroming van het autoverkeer en daarmee de bereikbaarheid van de stad ten goede. En niet in de laatste plaats de afname van doorgaand (regionaal) verkeer door de stad. Parkeren In 2013 is veel gebeurd op het gebied van parkeren. Een groot aantal werkzaamheden waren met name gericht op het uitbreiden van het aantal parkeerplaatsen in het centrum. Daarbij is het parkeerterrein Klein Amerika vernieuwd, uitgebreid met 130 plaatsen en voorzien van extra camperplaatsen en -voorzieningen. Ook zijn flinke stappen gezet in de realisatie van de parkeergarage met P+R aan de noordzijde van het station; de Stationsgarage. De raad heeft besloten deze garage vanaf maart 2014 de eerste jaren zelf in exploitatie te nemen. De garage heeft 320 parkeerplaatsen, waarvan een groot aantal (200) voor P+R van de NS. De garage is mede gerealiseerd met het oog op de ontwikkelingen in de Spoorzone, zoals het Huis van de Stad, de bioscoop, de nieuwe kantoren en mogelijk een hotel. Ook is een aparte entree in de richting van de Spoortunnel voor bezoekers aan de binnenstad gerealiseerd. Met de uitbreiding van parkeerterrein Klein Amerika en nadat de Stationsgarage zal zijn opgeleverd, heeft Gouda voorlopig voldoende parkeergelegenheid. Dit komt overeen met de ambities voor onze centrumgemeente en de gewenste stijgende bezoekersaantallen. Voor bewoners is de parkeerdruk in de historische binnenstad en woonbuurten eromheen beheersbaar en op een acceptabel niveau gebracht. Ook in 2013 is, gelet op de gestelde ambities, naar het soms haperende parkeerverwijssysteem (PVS) gekeken. Gebleken is dat het zoeken naar parkeerplaatsen veelal plaatsvindt via tevoren ingewonnen informatie van een site of met behulp van apps of in de auto aanwezige navigatiesystemen. Bebording, voor zover die er nog toe doet, heeft een minimale richtingverwijzende functie. Zowel commerciële parkeerbeheerders als de gemeente hebben daarom met elkaar geconcludeerd dat de meerwaarde van een dynamisch parkeerverwijssysteem erg beperkt is. Er is daarom gekozen dit systeem 'af te bouwen' (lees: op te heffen daar waar toch al werkzaamheden plaatsvinden) en alleen nog via statische
46
Jaarstukken 2013
borden (ANWB bewegwijzering) een parkeerroute aan parkeerders te duiden. Voor de komende periode zal digitalisering van parkeren door middel van mobiel betalen en het thuis aanvragen van de parkeervergunning nader uitgewerkt worden met een mogelijke invoering vanaf 2015. Mobiel betalen voor parkeren kan in de toekomst mogelijk ook in de gereguleerde gebieden rondom de binnenstad leiden tot meer duidelijkheid en flexibiliteit voor zowel bewoners als bezoekers. In 2013 is onderzoek gedaan naar de parkeerorganisatie en de mogelijkheden om taken uit te besteden. De conclusie van het onderzoek is dat uitbesteding nog geen voordelen oplevert. Dit heeft vooral te maken met de kosten voor overhead en de desintegratie- en frictiekosten. Ook biedt de huidige situatie van integraal toezicht voordelen ten opzichte van uitbesteding van parkeertaken. Op de korte termijn zijn er nog wel mogelijkheden om de interne organisatie effectiever te maken. In de toekomst kan het opnieuw vormgeven en toedelen/uitbesteden van taken nader bekeken worden. De komende jaren zal het parkeerbeleid worden geactualiseerd als vervolg op het huidige 'Parkeerbeleidsplan Gouda 2005 – 2015'. Hierbij zal de nadruk niet liggen op ontwikkeling van nieuw beleid, maar op een koerswijziging 'van parkeerbeleid naar parkeerbeheer' voor het komende decennium.
3.4.2 Wat hebben we ervoor gedaan?
In deze paragraaf worden voor elk speerpunt uit het coalitieakkoord de voornemens uit de begroting en de realisatie weergegeven. Ruimtelijke ontwikkeling Doelstellingen In 2012 zijn alle bestemmingsplannen in Gouda actueel en gedigitaliseerd.
Laten bouwen van gewenste woningen
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Voortgangsrapportage bestemmingsplannen
PenC-cyclus
Wat gingen we daarvoor doen? Voor 1 juli 2013 worden nog een drietal bestemmingsplannen afgerond: ■ Binnenstad-oost; ■ Zuidelijk IJsselfront; ■ Schielands Hoge Zeedijk
Wat hebben we gedaan?
Voor 1 juli 2013 zijn de bestemmingsplannen Binnenstad-oost en Zuidelijk IJsselfront vastgesteld. Het bestemmingsplan Schielands Hoge Zeedijk is in oktober 2013 vastgesteld. Het project actualisering en digitalisering bestemmingsplannen is daarmee afgerond. Faciliteren van sloop en/of Opgeleverd zijn in 2013: nieuwbouw op de locaties: ■ Bleulandweg (Riddervelden, 131 ■ Achterwillenseweg 96 woningen); (Smitse Hout) ■ GMF (Gouds Magnifiek, 2 woningen); ■ Achterwillenseweg 98 ■ Bolwerk (53 woningen); ■ Bleulandweg (Riddervelden) ■ Driestar (121 woningen voor studenten) ■ Centrumvoorzieningen Korte ■ Winterdijk (Dijkgraef, 36 woningen) Akkeren ■ Diverse binnenstedelijke locaties (62 ■ Drie Nootenbomen woningen) ■ Erasmustraat Aan de volgende projecten is onder meer ■ Gedenklaan gewerkt in 2013: ■ GMF (Gouds Magnifiek) ■ Korte Akkeren Entree ■ Achterwillenseweg 96 (Smitse Hout); ■ Jan Verswollezone Zuid ■ Achterwillenseweg 98; ■ Jan Verswollezone Noord ■ Centrumvoorzieningen Korte Akkeren; ■ Middenwillens ■ Drie Nootenbomen; ■ Olympiadeplein ■ Erasmustraat; ■ Raam e.o. (Koningshof) ■ Gedenklaan; ■ Rode Dorp (Parkwijk) ■ Korte Akkeren Entree; ■ Springers ■ Jan Verswollezone Zuid; ■ Telderstraat (Zuidelijk ■ Jan Verswollezone Noord; Stempel Midden fase 1) ■ Middenwillens; ■ Wachtelstraat ■ Olympiadeplein; ■ Westerkade-Snoystraat ■ Raam e.o. (Koningshof); (Gouwe Akkeren) ■ Springers; ■ Westergouwe ■ Telderstraat (Zuidelijk Stempel Midden ■ Wiarda Beckmanstraat fase 1); (Zuidelijk Stempel West) ■ Wachtelstraat; ■ Winterdijk (Dijkgraef) ■ Westerkade-Snoystraat (Gouwe Akkeren); ■ Westergouwe; ■ Wiarda Beckmanstraat (Zuidelijk Stempel West).
Jaarstukken 2013
47
Doelstellingen (Laten) bouwen van overig vastgoed
Bij bouwprojecten waarbij de gemeente een rol speelt, wordt binnen de financiële mogelijkheden duurzaam gebouwd.
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) PenC-cyclus
PenC-cyclus
Verbeteren bereikbaarheid Doelstellingen
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Verbeteren doorstroming auto PenC-documenten en openbaar vervoer
Fietsgebruik wordt gestimuleerd en Gouda wordt aantrekkelijker gemaakt als fietsstad
Parkeren Doelstellingen Uitbreiding realiseren van parkeerplaatsen in de schil rond de binnenstad
PenC-documenten
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) PenC-documenten
Wat gingen we daarvoor doen? Het zwembad wordt in 2013 opgeleverd.
Wat hebben we gedaan?
Wat gingen we daarvoor doen? Completeren stadsring: ■ Aanpassen kruisingen Goudse Poort/Burgemeester Jamessingel (2013); ■ Aanpassen Burgemeester Van Reenensingel (2012/2013); ■ Aanpassen kruising Thorbeckelaan/ Bodegraafsestraatweg Koppeling verkeerslichten waar mogelijk: verkeerslichten zullen in een aantal gevallen worden vervangen.
Wat hebben we gedaan?
In mei 2013 is het Groenhoevenbad geopend, laatste punten worden nog hersteld. Aan onder andere de volgende ■ Start bouw Stationsgarage en Cinema projecten wordt in 2013 Gouda; gewerkt: ■ Afronding kantoorpand Technolution; ■ Spoorzone; ■ Start sloop-/nieuwbouw woningbouw ■ Zuidelijk Stationsgebied; centrumontwikkelinge Korte Akkeren; ■ Centrumontwikkeling Korte ■ Afronding planvorming Springerslocatie Akkeren; ■ Springerslocatie. ■ Westergouwe wordt een ■ Stedenbouwkundige verbeteringen groen-blauwe, duurzame doorgevoerd en een start gemaakt met wijk; grondverbetering in Westergouwe; ■ Afspraken maken met ■ Raamovereenkomsten met corporaties en projectWoonpartners over deelgebieden in ontwikkelaars over Gouda-West. duurzaam bouwen.
In samenwerking met onze regionale en Zuidvleugelpartners: ■ Extra Gouwekruising; ■ Moordrechtboog; ■ Verbreding A20; ■ StedenbaanPlus; ■ Aanpassing Sluiseiland. ■ Bij het herinrichten van de openbare ruimte ook verbeteringen voor fietsers en fietspaden meenemen ("werk met werk maken"); ■ Aanpassing kruising Thorbeckelaan/ Bodegraafsestraatweg; ■ Vernieuwing Tiendewegbrug.
■ ■ ■
Voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd; Verkeersregelinstallaties zijn vervangen en beter afgesteld; Rotonde Thorbeckelaan/ Bodegraafsestraatweg is gerealiseerd.
Uitgevoerd bij: Burgemeester van Reenensingel, Goverwellesingel, Bolwerk, Lange Tiendeweg, Schouwburglaan, Martensstraat, Voorwillenseweg, Joubertstraat ■ Vergunningen voor Extra Gouwekruising en Moordrechtboog zijn verleend; ■ Verbreding A20 Nieuwerkerk-GoudaWest staat op MIRT agenda; ■ Werkzaamheden Sluiseiland grotendeels uitgevoerd. ■
■
Rotonde Thorbeckelaan/ Bodegraafsestraatweg is gerealiseerd waarmee veiliger fietsoversteek is gerealiseerd; Tiendewegbrug en verkeersregelinstallatie zijn vernieuwd hetgeen drukke fietsroute heeft verbeterd.
Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? doen? Uitbreiden parkeergelegenheid ■ P-terrein Klein Amerika is uitgebreid en in schil rond binnenstad vernieuwd; ■ Start realisatie Stationsgarage (inclusief P+R).
3.4.3 Externe invloeden, kaders en ontwikkelingen
Laten bouwen van gewenste woningen Het was in eerdere jaren de bedoeling om de woningvoorraad tot 2015 met tenminste 300 woningen per jaar te doen toenemen. Mede door de kredietcrisis en de daarop volgende economische crisis werd het steeds moeilijker deze ambitie te bewerkstelligen. Voor het eerst zijn er in 2013 in Gouda meer nieuwbouwwoningen opgeleverd dan de jaren ervoor. Dit was mede te danken aan de Tijdelijke Stimuleringsregeling Woningbouw en de woningcorporaties die bleven investeren en
48
Jaarstukken 2013
soms als achtervang optraden. Bijna tweederde deel van de nieuwbouw bestond uit huurwoningen. Het nieuwbouw-, sloopen verkoopprogramma is er op gericht de samenstelling van de woningvoorraad ook in kwalitatieve zin te veranderen. De samenstelling van de woningvoorraad in de jaren 2003-2012 is als volgt veranderd: ■ Het aandeel huurwoningen nam af van 52% naar 45%; het aandeel daalde bijna net zo sterk als in Zuid-Holland en iets sterker dan in Nederland en ligt daarmee iets onder het gemiddelde in Zuid-Holland (46%) maar behoorlijk boven het landelijke gemiddelde (40%); ■ Het aandeel meergezinswoningen in Gouda steeg 1 procentpunt (tot 36%); dit aandeel ligt aanzienlijk onder het provinciale gemiddelde (47%) maar behoorlijk boven het landelijke gemiddelde (29%), die daarmee beide ook een stabiel patroon vertoonden. In 2011 is de Monitor Woonvisie 2010 aan de raad voorgelegd. In de 2e helft van 2011 is een lokale uitvergroting van het Woon Onderzoek Nederland gestart. De uitkomsten hiervan zijn begin 2013 ontvangen. Vervolgens zijn in 2013 voorbereidende werkzaamheden voor een nieuw lokale woonvisie van start gaan, waaronder een beschrijving van de lokale uitkomsten van het Woon Onderzoek Nederland in de vorm van een Kernpublicatie. Verder heeft de gemeente in 2012 samen met de andere gemeenten in de regio gewerkt aan de zogeheten Regionale Agenda Wonen Midden-Holland. De gemeenteraad heeft op 3 juli 2013 de afspraken die in de Regionale Agenda Wonen zijn opgenomen, vastgesteld. In reactie op de nog steeds voortdurende crisis op de woningmarkt heeft de gemeente in 2012 een flinke slag gemaakt door een aanzienlijke reductie in haar woningbouwprogramma tot 2020 aan te brengen. Uitgangspunt is daarbij een zo realistisch mogelijk en een bij de afzetruimte in de woningmarkt passend programma uit te voeren.
3.4.4 Wat heeft het gekost? 3.4.4.1 Overzicht exploitatie Exploitatie (bedragen * € 1.000)
Begroting 2013 Begroting 2013 na 2e wijziging
Rekening 2013 Verschil rekening t.o.v. begroting na wijziging
Lasten PG Cultuurhistorie PG Grondexploitaties PG Ruimtelijke ordening PG Verkeer PG Wonen Totaal lasten
403 1.952 1.895 6.660 10.379 21.289
395 12.252 2.870 3.544 9.837 28.898
400 6.580 3.104 3.887 12.273 26.244
-5 5.672 -234 -343 -2.436 2.654
Baten PG Cultuurhistorie PG Grondexploitaties PG Ruimtelijke ordening PG Verkeer PG Wonen Totaal baten
0 -1.709 -688 -2.819 -5.906 -11.122
0 -12.252 -787 -2.736 -6.127 -21.902
0 -6.028 -847 -2.980 -8.323 -18.177
0 -6.225 59 244 2.196 -3.724
Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
10.167 -5.470 4.697
6.996 -2.226 4.770
8.066 -2.220 5.846
-1.070 -6 -1.076
3.4.4.2 Verschillenverklaring exploitatie
Omschrijving (bedragen * € 1) Grondexploitaties Per saldo treedt binnen de grondexploitaties een negatief effect op van € 553.000. Een complex (Kleiweg) is met een positief resultaat afgesloten. Van twee complexen is een deel van de boekwaarde afgewaardeerd. Voor één van deze twee complexen stond daar een nagenoeg even grote vrijval van de voorziening tegenover. Deze effecten waren niet geraamd.
Lasten V/N 5.672.000 V
I/S
5.672.000
V
Ruimtelijke ordening Het nadeel wordt veroorzaakt door een hogere urenafname van BWT-taken in verband met vergunningaanvragen. Een deel van de hiermee samenhangende legesinkomsten wordt in 2014 verantwoord. Bestemmingsplannen: De kosten in verband met het actualiseren en digitaliseren van bestemmingsplannen bedragen € 114.000. Voorgesteld wordt om dit bedrag te verrekenen met de daarvoor bestemde reserve bestemmingsplannen. Beheer gronden: Het voordeel aan de batenkant wordt veroorzaakt doordat een perceel aan de Gouderaksedijk in afwijking van de raming aan het einde van het jaar nog notarieel is getransporteerd. Om toekomstige verkopen mogelijk te maken zijn in 2013 al kosten gemaakt die niet waren geraamd. Overig
234.000
N
51.000
N
I
114.000
N
I
70.000
N
I
Verkeer
343.000
N
I
Baten V/N 6.224.000 N
I/S
6.224.000
N
59.000
V
61.000
V
I
2.000
N
I
244.000
V
Jaarstukken 2013
I
49
Omschrijving (bedragen * € 1) Verbetering doorstroming verkeer rondom het spoor: Het nadeel ontstaat door extra uitgaven aan de renovatie van de Hamstergatkruising, terwijl het voordeel voor het grootste gedeelte ontstaat door een niet begrote verrekening met een investering in VRI's. Een deel van deze extra kosten (€ 108.000) zijn voor derden gemaakt en zijn bij hen in rekening gebracht. In beide gevallen gaat het om een wijziging in het kasritme. Verrekening vindt plaats via de gelijknamige reserve. Voordeel op energie verkeersregelinstallaties, voor het grootste deel veroorzaakt door restitutie van te veel betaalde energie voorgaande jaren. Extra personele inzet (in verband met een aantal langdurig zieken) ten behoeve van verkeersprojecten en lasten verkeersschades (aanrijdschades). Een deel van deze lasten kon verhaald worden op de veroorzaker van de schade. Parkeren: Het nadeel op de parkeerinkomsten wordt voornamelijk veroorzaakt door een nadeel op de inkomsten naheffingsaanslagen (geen kaartje / verlopen kaartje). Door prioritering bij personele inzet zijn er minder uren "buiten" geweest. Overig
Lasten V/N
Wonen Bouw- en woningtoezicht: De voorbereidingskosten in verband met de uitplaatsing van BWT worden tot een bedrag van € 90.000 met de reserve bouwleges verrekend. Het nadeel op de bouwleges bedraagt € 716.000. In 2013 zijn met name minder vergunningen verleend op aanvragen van grotere bouwprojecten. Voorgesteld wordt om dit nadeel met de reserve bouwleges te verrekenen. Panden: Het beheer van de panden levert per saldo een nadeel op van € 53.000. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een verschil in de door te belasten kosten (o.a. energie en onderhoud) van de panden (deze zijn niet vooraf begroot en zowel bij de lasten als de baten geeft dit een grote over- c.q. onderschrijding van het budget) en de nagekomen kosten voor de herbestemming van het stadhuis. ISV Stedelijke vernieuwing: De van de provincie ontvangen middelen voor ISV waren niet begroot. Alle middelen zijn besteed. Daardoor vallen zowel de gerealiseerde lasten als baten afgerond € 862.000 hoger uit dan geraamd. OMB: Op basis van de jaarrekening 2013 van de Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad (OMB) is voor het verwachte verlies op de deelneming in de OMB een voorziening gevormd. Zie ook de paragraaf Verbonden partijen. Aflossing lening: In verband met een vervroegde aflossing van een lening door een woningbouwcorporatie is een boeterente ontvangen. Voorgesteld wordt om 50% van dit bedrag vrij te laten vallen in het rekeningresultaat en 50% te doteren aan de reserve wijkontwikkeling. Daartoe zal bij de resultaatbestemming een voorstel worden gedaan. Het saldo van het voordeel op de baten en het nadeel op de lasten van Wijkontwikkeling wordt met de reserve Wijkontwikkeling verrekend. Het nadeel op de lasten wordt veroorzaakt doordat in de prognoses voor 2013 rekening was gehouden met de inkomsten van een verdienlocatie. Deze is in 2013 niet doorgegaan. Woonwagens: Een intensiever overleg met betrekking tot woonwagenaangelegenheden heeft geleid tot een overschrijding. Een voordeel kon worden gerealiseerd bij de ontvangen huren. Overig
314.000
N
I
26.000
V
I
56.000
N
I
50
Jaarstukken 2013
I/S
329.000
V
I
26.000
V
I
111.000
N
I
2.196.000
V
V
I
2.436.000
N
109.000
N
I
716.000
N
I
388.000
N
I
335.000
V
I
862.000
N
I
862.000
V
I
668.000
N
I
1.678.000
V
I
367.000
N
I
49.000
V
I
43.000
N
I
7.000
V
I
1.000
V
I
19.000
N
I
Omschrijving (bedragen * € 1) Reserve Verkeer rondom het spoor: de verrekening met de reserve is iets lager geweest dan geraamd
Investeringen op basis van jaar gereed (bedragen * € 1.000) Cultuurhistorie Herinrichting woonwagenlocatie RijnGouweLijn Mobiliteitsvisie (reconstructie kruising Hamstergat) Parkeervoorzieningen Ruimtelijke ordening Oostpolder Selectieve toegangverlening binnenstad. Uitvoeringsmaatregelen Gouda fietst door Uitvoeringsmaatregelen nota parkeerbeleid Uitvoeringsmaatregelen verkeer- en vervoersplan Verkeersplannen Vervanging VRI Depotgebouw Bibliotheek Buytenerf TOTAAL
Baten V/N
1.000
3.4.4.3 Verschillenverklaring reserves
3.4.4.4 Investeringen
I/S
Gepland 2013 55 -9 -3.179 2.100 1.139 26 338 146 104 67 475 3.155 3.949 1.953 10.319
Bedrag V/N 6.000 N
Werkelijk 2013 0 -9 -3.300 237 1.139 26 337 141 4 16 0 1.972 793 1.526 2.882
I/S I
Verschil 55 0 121 1.863 0 0 1 5 100 50 475 1.183 3.156 427 7.436
Toelichting op het investeringsoverzicht Cultuurhistorie De uitgaven voor de inrichting van het depotgebouw zijn voorzien in 2014. Mobiliteitsvisie (reconstructie kruising Hamstergat) De reconstructie van het Hamstergat is in 2013 gestart. Oplevering is in 2014 voorzien. Uitvoeringsmaatregelen nota parkeerbeleid Het afgelopen jaar zijn verdere voorbereidingen gedaan voor technische aanpassingen aan het vergunningensysteem. Voorzien is dat deze aanpassingen in 2014 uitgevoerd kunnen worden. Uitvoeringsmaatregelen verkeer- en vervoersplan Ten laste van dit krediet is een bijdrage gedaan ten behoeve van de verkeersveiligheid rotonde Thorbeckelaan Bodegraafsestraatweg. Verkeersplannen Het betreft de herinrichting van de Sportlaan. In afstemming met de herontwikkeling van de wijk vinden de werkzaamheden in 2014 tot en met 2016 plaats. Vervanging VRI De afronding van het project "Vervanging van 20 VRI's" zal in 2014 plaatsvinden. De VRI beheerinstallatie is vervangen en op veel plaatsen in de stad zijn de nieuwe VRI's al operationeel. Depotgebouw De afronding van de bouw van het nieuwe depotgebouw wordt verwacht in 2014. Bibliotheek Buytenerf De afronding van de investering in de nieuwe bibliotheek op het Buytenerf wordt verwacht in 2014.
Jaarstukken 2013
51
3.5 Duurzaamheid en stedelijk beheer
We zijn ons ervan bewust dat we de wereld “lenen” van de generaties na ons. De opdracht voor onze toekomst is het vinden van een goede balans tussen maatschappelijk welzijn, het milieu en sociaaleconomische ontwikkeling. We hebben gemerkt dat vele inwoners en ondernemers in de stad dit met ons belangrijk vinden. We bundelen waar mogelijk samen met anderen in de stad onze plannen en geven zo onze ambities vorm. We willen graag dat onze inspanningen op dit vlak zichtbaar zijn, waarmee we als gemeente het goede voorbeeld uitdragen. Duurzame ontwikkeling definiëren we als ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden en die er bovendien in voorziet dat toekomstige generaties in hun eigen behoeften kunnen blijven voorzien (naar commissie Brundtland, 1987). Kort gezegd: in het 'hier en nu' zorgen voor 'daar en straks'. In 2011 is daartoe het Uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2012-2014 vastgesteld. Naast het uitvoeringsprogramma duurzaamheid moeten de fysieke voorzieningen in de stad nu en in de toekomst blijven functioneren. De inspanningen op het gebied van beheer zijn gericht op een duurzame inrichting en het duurzaam onderhouden van de boven- en ondergrondse infrastructuur. Dit betekent onder andere dat geïnvesteerd wordt in gescheiden rioolsystemen, ophogingen en in duurzame en openbare verlichting zodat de stad ook in de toekomst bruikbaar en leefbaar blijft, en waarbij we droge voeten houden.
52
Jaarstukken 2013
3.5.1 Wat hebben we bereikt?
Duurzaamheid en stedelijk beheer In februari 2013 werd de eerste Voortgangsrapportage duurzaamheid 2012-2014 vastgesteld. Deze voortgangsrapportage beschrijft uitgebreid de bereikte resultaten tot 2013 en de voorgenomen acties voor 2013-2014. Eind 2012 scoorde Gouda 89% op de Lokale Duurzaamheidsmeter, goed voor een 9e plaats. De duurzaamheidsmeter is in 2013 vernieuwd en aangevuld met een flink aantal nieuwe vragen. Met een score van 78% neemt Gouda eind 2013 een 12e plaats in binnen de top 25 van deze meter bij een deelname van inmiddels 63 gemeenten. Het werk van de gemeente wordt steeds duurzamer. In 2012 werd een motie aangenomen die inhield, dat bij relevante onderwerpen duurzaamheid zichtbaar moet worden meegenomen in bestuurlijke stukken. Sinds 2013 werken we er hard aan om duurzaamheid structureel onderdeel te maken van (bedrijfs-)processen, bijvoorbeeld door het aanstellen van een energiebeheerder en door verkenning van mogelijkheden voor duurzaamheidsmaatregelen in het onderhoudsprogramma van het gemeentelijk vastgoed. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Fairtrade gemeente In 2013 heeft Gouda de titel Fairtrade Gemeente behouden. Wethouder Ruwhof was voor het tweede jaar jurylid voor de Goudse MVO award die op 30 november 2013 werd uitgereikt. De activiteiten van de stichting Fairtrade Gouda worden in 2014 voortgezet. Duurzaam Inkopen De gemeente Gouda is convenantpartner van FSC Nederland. Papier en hout dat wij toepassen voldoen daarom aan de FSC-standaarden. Projecten in de openbare ruimte worden aanbesteed aan gecertificeerde aannemers. Gouda koopt, voor de energiebehoefte van haar gebouwen, groene stroom en groen gas in. Duurzame inkoop richt zich niet alleen op het milieu, maar ook op maatschappelijk welzijn en sociaaleconomische ontwikkeling. Overeenkomstig de Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid wordt bij aanbestedingen de opdrachtnemer gevraagd een deel van de aanbestedingssom (5% van de loonsom) in te zetten voor het creëren van werkgelegenheid. Daarmee wordt invulling gegeven aan Social Return. (zie ook programma 2 Werken en meedoen). Bij grote projecten waar veel internationale inschrijvers worden verwacht, wordt van de inschrijvers verwacht dat zij bij het inschrijven op een aanbesteding de verklaring ILO-bepalingen tekenen. Hierin wordt verwezen naar de verdragen en richtlijnen die door de ILO (International Labour Organisation) zijn opgesteld (doel: het bevorderen van internationaal erkende rechten op het gebied van de arbeid).
Jaarstukken 2013
53
Er wordt binnen de gemeentelijke organisatie gestreefd naar een duurzaam wagenpark. Het leasen van voertuigen (auto's en scooters/fietsen) wordt centraal geregeld en bij de vervanging van voertuigen is duurzaamheid een uitgangspunt. Nieuwe leaseauto’s zullen op aardgas rijden. Duurzame inrichting en beheer gebouwde omgeving Duurzaam bouwen Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen worden duurzaamheidaspecten vanaf een zo vroeg mogelijk stadium meegenomen. In 2011 is de EPC-eis (EnergiePrestatieCoëfficient) voor woningen in het landelijke Bouwbesluit aangescherpt van 0,8 tot 0,6. Dit betekent dat nieuwbouwwoningen 25% energiezuiniger moeten worden ontworpen. In 2015 volgt aanscherping naar 0,4. Een extra uitdaging voor zowel de markt als de gemeente. Omdat we deze ontwikkeling van eisen in het Bouwbesluit ambitieus genoeg vinden stellen we voorlopig geen aanvullende norm. Voor utiliteitsbouw is de EPC eis in 2013 aangescherpt. Duurzaam bouwen richt zich niet alleen op nieuwbouw. Er is grote milieuwinst te halen wanneer eigenaren van bestaande woningen hun woningen verbeteren. Om die reden zijn met de woningcorporaties afspraken gemaakt over de uitvoering van renovatieprojecten, en stimuleren we inwoners om energiebesparende maatregelen te treffen. Gouwenaren kunnen sinds begin 2012 via de website van de gemeente kijken hoeveel warmte via hun dak uit de woning verdwijnt. Ze kunnen dan conclusies trekken betreffende de isolatie van de eigen woning. Wanneer particuliere huiseigenaren maatregelen willen treffen kunnen ze een duurzaamheidslening aanvragen. In juni 2012 is de Verordening Svn duurzaamheidslening voor particuliere huiseigenaren in werking getreden. Er zijn sinds de start 7 aanvragen behandeld. In de wijk Bloemendaal is in 2012/2013 een energiebesparingactie uitgevoerd onder woningeigenaren, waaraan ruim 90 eigenaren deel hebben genomen en uiteindelijk in meer dan 20 woningen maatregelen zijn genomen. Klimaatbeleid: CO2--neutrale stad In januari 2012 stelde de raad het Actieprogramma Energie 2012-2014, 'op weg naar een CO2 neutraal Gouda' vast. Het actieprogramma beschrijft de inspanningen om te komen tot een CO2 neutrale stad in 2040 en een CO2 neutrale gemeentelijke organisatie in 2014. Onderdelen van het Actieprogramma die in 2012 werden opgepakt c.q. uitgevoerd zijn: verbeteren van het energiebeheer (waaronder openbare verlichting), duurzaam wagenparkbeheer, het plaatsen van een zestal oplaadpunten voor elektrische auto’s en het compenseren van niet reduceerbare CO2. Verder is door de gemeente actief meegewerkt aan de organisatie van de duurzaamheids- en energiemarkt in de Sint Jan. Het beleid sluit aan bij de rijksdoelstellingen. Hierin is o.a. het streven naar inkoop van minimaal 75% duurzame energie in 2010 en 100% in 2015 opgenomen. Zoals hierboven aangegeven koopt de gemeente Gouda al 100% groene stroom in en vanaf 1 januari 2012 ook groen gas, waarmee deze doelstelling is gehaald. In 2012 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor tariefdifferentiatie (diftar) bij afvalinzameling. Op basis hiervan is in 2013 gestart met een pilot voor een nieuwe variant, genaamd gespiegeld inzamelen waarbij burgers zelf hun restafval wegbrengen naar ondergrondse verzamelcontainers. Alle overige (waardevolle) afvalstromen worden bij huis opgehaald. In september is een proef gestart in de Heesterbuurt waarbij plastic afval in de grijze containers kan worden bewaard en bij huis kan worden aangeboden. Restafval moet naar ondergrondse containers worden gebracht. Doel is verbeteren afvalscheiding. De proef eindigt in augustus 2014 met een evaluatie. Duurzame inrichting en beheer van de openbare ruimte Bij de inrichting en beheer van de openbare ruimte speelt duurzaamheid in diverse opzichten een rol. Bij het dagelijks beheer wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met het FSC-convenant en de inkoop van beplanting wordt gedaan bij kwekers met een duurzaamheidscertificaat. Bij de vervanging van openbare verlichting wordt, bij een gunstige terugverdientijd, energiebesparend en duurzaam materiaal aangeschaft. In 2014 zal een aantal armaturen vervangen worden door armaturen met LED lampen. Bij het vervangen van beschoeiing wordt een duurzame beschoeiing van recycled kunststof gebruikt. Door in de openbare ruimte gebieden op te hogen ontstaat een langere levensduur voor de hele bovenen ondergrondse infrastructuur. Bomen krijgen de kans om oud te worden en de levensduur van straten en riolen wordt geoptimaliseerd. Op deze manier wordt de technische levensduur en bruikbaarheid van wegen, riolen en verlichting maatgevend voor vervanging, hetgeen kostenbesparing en uiteindelijk minder afval oplevert. Het merendeel van uitvoering van de specialistische milieutaken met betrekking tot de openbare ruimte (bodem, geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid) is ondergebracht bij de Omgevingsdienst Midden-Holland, die hierover rapporteert in de Jaarrapportage. Voor een volledig overzicht van de uitgevoerde activiteiten wordt hiernaar verwezen. Zorgvuldig omgaan met groen in de stad Gouda is een compacte stad. Dit betekent dat er weinig ruimte binnen de gemeentegrenzen is voor groen of water. Desondanks is Gouda een groene stad en wil zij deze uitstraling ook houden. Daarom wordt goed gekeken naar de ontwikkelingen in de stad op het gebied van binnenstedelijke woningbouw en de gevolgen voor het groen. Het groenoppervlak wordt jaarlijks gemeten. Het aantal bomen in de stad wordt eveneens jaarlijks gemonitord in de bomenbalans. Ambitie is om het aantal bomen op het peil van 2006 te houden. Deze kwantitatieve monitoring is leidend, maar een kwalitatieve afweging is mogelijk indien dit voor het groen op langere termijn een betere of duurzamere keuze is.
54
Jaarstukken 2013
Verminderen gemiddelde zakking van de bodem Gouda heeft een sterk zakkende bodem. Dit komt doordat Gouda op een dikke veenlaag ligt die continu zakt. Deze situatie zorgt voor een kortere levensduur van de infrastructuur en hoge kosten voor het in stand houden daarvan. Tevens zorgt dit voor veel overlast bij bewoners en gebruikers van de stad. Daarnaast heeft een laag liggende openbare ruimte een lagere waterbergende capaciteit waardoor straten eerder kunnen onderlopen. In 2013 zijn de laatste projecten van het Meerjarig UitvoeringProgramma zakkende bodem (MUP) afgerond. Met het afronden van het programma zakkende bodem is het zettingsprobleem in Gouda niet opgelost. Gouda blijft zakken en er zijn in de afgelopen periode nieuwe gebieden ontstaan die onder de 20 cm drooglegging liggen. Nieuwe ophogingen kunnen daarna alleen ten laste komen van het budget voor groot en vervangingsonderhoud van de openbare ruimte, waardoor deze gaan concurreren met de overige beheeronderdelen (zoals onderhoud van kunstwerken, openbare verlichting, groen, speelvoorzieningen etc.). Dit betekent dat we gericht keuzes moeten blijven maken over het inzetten van het budget voor groot- en vervangingsonderhoud. Deze keuzes zijn vastgelegd in het beheerplan groot en vervangingsonderhoud. Aanleg gescheiden rioolstelsel De Goudse bodem zakt onregelmatig. Dit heeft natuurlijk effecten op het rioolstelsel. Deze lekt op een aantal plaatsen. De oude gemengde rioolstelsels worden vervangen door gescheiden stelsels, waarbij schoon regenwater niet meer met vuil rioolwater wordt vermengd. Deze vervangingsopgave is voorlopig nog niet afgerond, maar er worden flinke slagen gemaakt in de verbetering en verduurzaming van het rioolstelsel. Het waterkwaliteitsniveau is inmiddels enorm verbeterd. Welke keuzes we hierin nemen wordt vastgelegd in het (v)GRP. Afgelopen jaar is het vGRP 2009-2013 geëvalueerd en is de actualisatie gestart. Vaststelling van dit nieuwe GRP zal in 2014 plaats vinden.
3.5.2 Wat hebben we ervoor gedaan?
In deze paragraaf worden voor elk speerpunt uit het coalitieakkoord de voornemens uit de begroting en de realisatie weergegeven. Duurzaamheid Doelstellingen Streven naar een totaalscore op de Duurzaamheidsmeter van minimaal 80% in 2014 en minimaal een plaats in de top 25 binnen de ranking van gemeenten.
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Lokale duurzaamheidsmeter
Maatschappelijk verantwoord ondernemen: Fair Trade Doelstellingen Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Bijdrage leveren aan het Voldoen aan de eisen voor het behouden van de titel behouden van de titel Fairtrade gemeente.
Wat gingen we daarvoor doen? Uitvoeren programma 5
Wat hebben we gedaan?
Wat gingen we daarvoor doen? Faciliteren van de lokale werkgroep Fairtrade Gemeente. Opnemen van Fairtrade doelstellingen bij inkoop en aanbesteding. Faciliteren uitreiking MVO award.
Wat hebben we gedaan?
Maatschappelijk verantwoord ondernemen: duurzaam inkopen Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor (indicatoren) doen? In 2015 wordt in alle fasen van Inkoopcontracten Investeren in kennis op het het inkoopproces rekening gebied van duurzaam inkopen gehouden met milieu- en op alle bedrijfsonderdelen. sociale aspecten.
Score eind 2013 op de vernieuwde/ gewijzigde duurzaamheidsmeter: 78% e (12 plaats)
Werkgroep wordt financieel ondersteund met € 7.000 en vergaderruimte; titel in 2013 weer behaald Verwerkt in programma van eisen aanbesteding warme drankenautomaten. MVO award uitgereikt op 1 november 2013
Wat hebben we gedaan? Specialistische kennis verworven bij afdeling inkoop. Start gemaakt met kennisoverdracht in 2013.
Jaarstukken 2013
55
Duurzame inrichting en beheer gebouwde omgeving: duurzaam bouwen Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? De bestaande woningvoorraad ■ Corporaties: monitor ■ Nieuwbouw: zie programma ■ Warmtescan van daken beschikbaar energie-zuiniger maken: prestatie-afspraken; 4: ruimtelijke ordening, gesteld; ■ Door isoleren de ■ Particulieren: aantal bereikbaarheid en parkeren. ■ Campagne 'Gouda bespaart' in energievraag beperken. uitgebrachte energiescans ■ Bestaande bouw: stimuleren Bloemendaal uitgevoerd; ■ Door lokale duurzame en aantal verstrekte duurzaam renoveren door ■ Sinds de start zijn 7 aanvragen energie-opwekking duurzaamheidsleningen. particulieren. behandeld (duurzaamheidslening). (bijv. zon, koude- en warmteopslag) zoveel mogelijk in de resterende energie vraag voorzien. Duurzame inrichting en beheer gebouwde omgeving: klimaatbeleid Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor (indicatoren) doen? Realisatie ambitie CO2Monitoring CO2-uitstoot (1* per Uitvoeren actieprogramma neutrale stad 4 jaar) Energie
Wat hebben we gedaan? ■ ■ ■ ■
Energiebeheer Huis van de Stad; Compenseren CO2 uitstoot Huis van de Stad; Gebruik slimme meters; LED lampen in openbare verlichting.
Duurzame inrichting en beheer van de openbare ruimte: kwaliteit openbare ruimte op niveau B en straatreiniging op A voor Plusgebied (kern)winkelgebied, de NS-stations , toeristische locaties en voor elementverhardingen op niveau C Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? Realisatie van gestelde ■ Maandelijkse schouw op Periodieke kwaliteitsmetingen Maandelijks zijn kwaliteitsmetingen kwaliteitsdoelen: openbare willekeurige plaatsen; t.b.v. uitvoering DVO Cyclus uitgevoerd. Hieruit blijkt dat het totale crow ruimte op niveau B ■ Malusregeling bij kwaliteitsniveau voldoet aan de gewenste onvoldoende kwaliteit. kwaliteit. Wel zijn er incidenteel te hoge Met uitzondering van D-scores (meer dan de afgesproken 2%) elementen-verharding, welke voor de gehele In het Plusgebied (de NS-stations, stad is teruggebracht naar (Kern)winkelgebied en toeristische kwaliteitsniveau C. De locaties) wordt niet aan het hogere elemen-tenverharding in kwaliteitsniveau m.b.t. zwerfvuil voldaan. het Plusgebied blijft op Als prikkel voor verbetering in de niveau B. Voor zwerfvuil toekomst heeft Cyclus een malus is de beeldkwaliteit in het opgelegd gekregen. Plusgebied A. Tegengaan van zwerfafval Maandelijks op basis van ■ Extra inzamelen plastic ■ De hoeveelheid ingezameld plastic blijft beeldmeetlatten afval; mede door de proef in de Heesterbuurt ■ Meer ondergrondse stijgen; afvalcontainers plaatsen; ■ In de binnenstad is het merendeel van ■ Ondersteunen de ondergrondse containers in 2013 bewonersinitiatieven op het geplaatst. gebied van "Groen moet je doen". Duurzame inrichting en beheer van de openbare ruimte: zorgvuldig omgaan met het groen in de stad Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? Behoud oppervlakte stedelijk Monitoren oppervlakte stedelijk Ervoor zorgen dat stedelijk Monitoring van stedelijk groen via groen groen groen zoveel mogelijk groenareaal balans (P&C cyclus). Het gecompenseerd wordt. areaal groen is iets afgenomen t.o.v. 2009. Behoud aantal bomen Bijhouden bomenbalans Ervoor zorgen dat gekapte Monitoring van het aantal bomen in bomen zoveel mogelijk Gouda middels de boombalans (P&C gecompenseerd worden. cyclus). Uit de boombalans blijkt dat het aantal bomen vrijwel gelijk is aan dat in 2006. Duurzame inrichting en beheer van de openbare ruimte: verminderen zakking van de bodem Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? Verminderen gemiddelde Voortgang programma Ophogen van de bodem Het Meerjarig UitvoeringProgramma zakking van de bodem zakkende bodem/MUP conform programmering MUP. zakkende bodem (MUP) is in 2013 afgerond.
56
Jaarstukken 2013
Duurzame inrichting en beheer van de openbare ruimte: vervanging van riolen Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor (indicatoren) doen? Vervanging van riolen Voortgang programma Vervanging riolen Gemeentelijk Rioleringsplan conform geactualiseerde programmering GRP.
Wat hebben we gedaan? Uitgevoerd overeenkomstig planning 2013.
3.5.3 Externe invloeden, kaders en ontwikkelingen
Sinds 2002 doet Gouda mee aan de lokale duurzaamheidsmeter. De duurzaamheidsmeter is ontwikkeld door het COS. Het COS is een kennis- en expertisecentrum op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken en internationale samenwerking. Met de Meter wordt een beeld verkregen van hoe de gemeente scoort op gebied van milieubeleid, mondiaal beleid, sociaal beleid, ruimtelijk beleid, groenbeleid en beleid aangaande water. Scores worden uitgedrukt in een puntenlijst van 0 tot 100%. In 2005 haalde Gouda binnen de ranking van deelnemende gemeenten de top 25. In 2010 scoorde Gouda 72% en stond daarmee op 19 in de top 20. Met een score van 89% op deze meter stond Gouda eind 2012 op de 9e plaats. De duurzaamheidsmeter is in 2013 vernieuwd en aangevuld met een flink aantal nieuwe vragen. Met een score van 78% neemt Gouda een plaats in binnen de top 25 van deze meter. (meting 2 januari 2014: plaats 12, bij een deelname van 63 gemeenten). De vernieuwde duurzaamheidsmeter heeft op een aantal punten vragen opgeroepen. Op dit moment is niet zeker of een volgend college zal blijven vasthouden aan deze duurzaamheidsmeter of zal kiezen voor een andere wijze van monitoren van het beleid. In 2005 is het Kwaliteitsplan Openbare Ruimte (KOR) opgesteld. Hierin zijn voor de belangrijkste onderdelen van de openbare ruimte vijf kwaliteitsniveaus gedefinieerd, A t/m E, aan de hand van beeldmeetlatten volgens de Cibor systematiek. Bij de actualisatie van het KOR in 2011, als gevolg van de bezuinigingen, is besloten om per 1 januari 2012 over te stappen op de beeldsystematiek van de CROW. Kwaliteit openbare ruimte gehele stad
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat bij alle beheercategorieën de som van de kwaliteiten A+, A en B groter is dan de minimale 85%. Op dit punt wordt dus voldaan aan de afgesproken kwaliteitseis. Voor elementenverharding is een lager kwaliteitsniveau afgesproken, hier moet de som van de kwaliteiten A+ t/m C minimaal 85% bedragen. Hieraan wordt ruim voldaan. Bij de beheercategorieën Reiniging, Groen en Meubilair is het aandeel D-scores wel te hoog, namelijk meer dan 2%.
Jaarstukken 2013
57
Kwaliteit openbare ruimte 2012-2013
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de totale kwaliteit van de openbare ruimte in 2013 iets is toegenomen ten opzichte van 2012. Een vergelijking met eerdere jaren is niet mogelijk in verband met de overstap naar de CROW systematiek in 2012. Aanvullend op de normale schouw wordt er in het Plusgebied extra geschouwd op de aanwezigheid van zwerfvuil. Met Plusgebied wordt het (Kern)winkelgebied, de NS-stations en toeristische locaties bedoeld. Deze schouw wordt 1x per kwartaal uitgevoerd.
58
Jaarstukken 2013
Zwerfvuil Plusgebied 2012-2013
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat ook in 2013 lang niet aan het hogere kwaliteitsniveau m.b.t. zwerfvuil in het Plusgebied wordt voldaan: de som van de kwaliteiten A+ en A zit ver onder de minimale eis van 85%. In 2013 is het percentage A scores wel iets toegenomen ten opzichte van 2012, maar helaas er is in 2013 ook eenmalig een C-score gehaald. Boombalans
Het aantal bomen wordt door middel van een geautomatiseerd beheersysteem gemonitord en vertoont in 2013 een lichte stijging. De oppervlakte stedelijk groen is nagenoeg gelijkgebleven.
Jaarstukken 2013
59
Groenareaal
Door de afkoop van de artikel 12 status is in 2003 eenmalig € 43,73 miljoen extra beschikbaar gekomen voor de aanpak van achterstallig onderhoud, met name door de snel zakkende bodem van Gouda. De afgelopen jaren is dit geld besteed op basis van het Meerjarig Uitvoeringsplan Zakkende Bodem (MUP). In 2013 is het MUP afgerond, waarmee 53% van het meest zettingsgevoelig 'grijs' en 64%van het meest zettingsgevoelig 'groen' in Gouda is aangepakt. Dit is overeenkomstig de doelstelling van het MUP. Vooraf was duidelijk dat met het MUP-geld niet alle zettingsgevoelige gebieden aangepakt konden worden. De slappe bodem van Gouda blijft een feit dat grote gevolgen heeft voor het beheer van de openbare ruimte. Dit zal altijd (extra) aandacht blijven vragen en brengt hoge kosten met zich mee.
3.5.4 Wat heeft het gekost? 3.5.4.1 Overzicht exploitatie Exploitatie (bedragen * € 1.000)
Begroting 2013 Begroting 2013 na 2e wijziging
Rekening 2013 Verschil rekening t.o.v. begroting na wijziging
Lasten PG Afwatering (blauw) PG Bruggen en tunnels PG Milieu PG Openbaar groen PG Riolering (bruin) PG Wegen, straten pleinen Totaal lasten
1.756 2.301 10.502 3.776 9.072 12.729 40.137
1.717 2.283 11.102 3.698 8.917 12.378 40.095
1.716 2.261 10.782 4.081 8.536 13.353 40.729
1 22 320 -383 381 -975 -634
Baten PG Afwatering (blauw) PG Bruggen en tunnels PG Milieu PG Openbaar groen PG Riolering (bruin) PG Wegen, straten pleinen Totaal baten
-29 -97 -10.308 0 -10.030 -450 -20.915
-29 -97 -10.913 0 -9.875 -460 -21.374
-34 -93 -10.647 -357 -9.908 -1.740 -22.779
5 -3 -266 357 33 1.279 1.405
19.222 0 19.222
18.721 0 18.721
17.950 0 17.950
771 0 771
Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
60
Jaarstukken 2013
3.5.4.2 Verschillenverklaring exploitatie
Omschrijving (bedragen * € 1) Milieu Afval: Het voordeel op de lasten wordt veroorzaakt door een hogere post aan kwijtscheldingen in combinatie met lagere lasten afvalinzameling en kosten afvalbrengstation. Het nadeel op de baten komt vooral door een lagere opbrengst van de reinigingsheffing. Het saldo van de baten en de lasten (€ 13.000) komt op basis van nacalculatie van de compensabele BTW ten gunste van het resultaat. Milieuplannen: Voor een bedrag van € 23.000 zijn kosten gemaakt in verband met de regeling omgevingslawaai. Hier staan ook baten tegenover. Ongediertebestrijding: Door minder curatieve bestrijding van ratten en wespen vielen de kosten lager uit. Overig
Lasten V/N 320.000 V
I/S
Baten V/N 266.000 N
I/S
257.000
V
I
244.000
N
I
23.000
V
I
23.000
N
I
18.000
V
I
22.000
V
I
Openbaar groen Dagelijks onderhoud groen: Najaarsstormen, met name in december 2013, hebben geleid tot meerkosten stormschade van € 61.000. Door indexverschillen op de DVO Onderhoud Openbaar gebied kon een voordeel gerealiseerd worden van per saldo € 33.000. Oostpolder: Het project is opgeleverd en de subsidieafwikkeling met de provincie heeft plaatsgevonden. Het nadeel op de lasten is vrijwel gelijk aan het voordeel op de baten. Beide waren niet geraamd. Overig
383.000
N
357.000
V
29.000
N
I
362.000
N
I
357.000
V
8.000
V
I
Riolering (bruin) Riolering: De lasten voor dagelijks onderhoud en groot onderhoud riolering waren in 2013 per saldo € 310.000 lager dan begroot door een lager bedrag aan kwijtscheldingen rioolheffing, minder calamiteitenreparaties en een geringere inzet externe medewerkers. De baten laten per saldo een voordeel zien van € 33.000. Dit wordt veroorzaakt door een hogere onttrekking uit de voorziening riolering. De saldi komen op basis van nacalculatie van de compensabele BTW ten gunste van het resultaat.
381.000
V
33.000
V
381.000
V
33.000
V
975.000
N
1.279.000
V
53.000
N
I
151.000
V
I
926.000
N
I
917.000
V
I
133.000
N
I
133.000
V
I
63.000
V
I
38.000
N
I
106.000
N
I
109.000
V
I
26.000
V
I
180.000
V
I
26.000
N
I
7.000
V
I
Schouw Openbare Ruimte: De ontvangen malus van Cyclus in verband met het niet voldoen aan de gestelde beeldkwaliteit was € 151.000 hoger dan voorzien. Voor een bedrag van € 53.000 zijn meerkosten gemaakt die een directe relatie hebben met de schouwwerkzaamheden. Bijdragen van derden: Van derden is € 917.000 ontvangen ten behoeve van projecten openbare ruimte. Dit bedrag is een voordeel bij de baten (de opbrengsten waren niet geraamd). Van deze ontvangsten is € 643.000 gedoteerd aan de voorziening. Ook deze dotatie was niet geraamd. Voor de bijdrage aan de herinrichting van de kruising nabij Bedrijventerrein Gouwepark is € 180.000 uitgegeven. Tegenover deze uitgaven staat een bijdrage van derden voor hetzelfde bedrag. Voor € 103.000 zijn uitgaven gedaan ten behoeve van projecten openbare ruimte. Werken voor derden: Voor € 133.000 zijn werken voor derden uitgevoerd. Een identiek bedrag is hiervoor van derden ontvangen. Openbare verlichting: Voordeel op de lasten door lagere energiekosten en aanpassing van de onderhoudsplanning. Verrekening van energielasten lichtmastreclame van voorgaande jaren leverde een nadeel bij de baten op. De ontvangen vergoeding van nutsbedrijven voor wegopenbrekingen als gevolg van werkzaamheden aan kabels en leidingen was € 109.000 hoger dan begroot. Deze meerontvangsten zijn voor het overgrote deel gedoteerd aan de voorziening groot onderhoud openbare ruimte om beschikbaar te zijn voor toekomstige herstel-werkzaamheden van de verslechterde bestrating. Per saldo budgetneutraal voor de exploitatie. Dagelijks onderhoud wegen - grijs: Door indexverschillen DVO Openbaar gebied kon een voordeel op de lasten gerealiseerd worden Gladheidsbestrijding en straatreiniging: Door de zachte november en decembermaand 2013 is er aanmerkelijk minder inzet gepleegd op gladheidsbestrijding. Een aanvullende toerekening van kosten staatreiniging aan riool leverde een voordeel op bij straatreiniging. Overig
I
Jaarstukken 2013
I
I
61
3.5.4.3 Investeringen
Investeringen op basis van jaar gereed (bedragen * € 1.000) Implementatie verbeterplan gescheiden inzameling Investeringen wegen grijs Nota speelplaatsen Ondergrondse containers afvalinzameling Riolering Speelvoorzieningen Uitvoering beheerplan Bloemendaalseweg Uitvoeringsmaatregelen waterplan Vervanging VRI door rotonde / rotondes TOTAAL
Gepland 2013 129 5.557 144 1.202 10.612 25 37 391 375 18.472
Werkelijk 2013 28 3.768 49 596 10.351 0 39 7 269 15.107
Verschil 101 1.789 95 606 261 25 -2 383 105 3.363
Toelichting op het investeringsoverzicht Implementatie verbeterplan gescheiden inzameling In de Heesterbuurt is een proef met "gespiegeld inzamelen" opgestart. Doel hiervan is een betere afvalscheiding bij de bron om hiermee de hoeveelheid restafval te reduceren. In 2014 vindt de evaluatie van deze proef plaats. Investeringen wegen grijs De uitgaven hebben betrekking op vervangingsinvesteringen openbare ruimte die in het CIP zijn opgenomen. Vanaf 2011 maken ook de Lange Termijn Investeringen deel uit van deze vervangingsinvesteringen. Binnen deze investeringscategorie zijn vervangingen uitgevoerd van diverse bruggen (waaronder vervanging Tiendewegbrug en diverse plantsoenbruggen), beschoeiingen / kademuren (waaronder Walvisstraat) en speelvoorzieningen. Ook de vervanging van lichtmasten is hier een onderdeel van. Door verschuivingen in de uitvoeringsplanning zijn de uitgaven 2013 achtergebleven ten opzichte van de initiële planning. Nota speelplaatsen Het betreft bij deze post de uitbreiding van het aantal speelplekken op basis van de 90-norm. In overleg met bewoners is bij een aantal voorziene locaties afgeweken van de oorspronkelijke plannen. In 2014 vindt de afwikkeling van dit project plaats. Ondergrondse containers afvalinzameling In de stad (buiten de binnenstad) is 98% van de in totaal 284 containers geplaatst. In de binnenstad worden er minder ondergrondse containers geplaatst omdat dit vanwege kabels en leidingen en kademuurfunderingen onmogelijk is. We blijven daar deels inzamelen met huisvuilzakken. Inmiddels is 68% van de in totaal 75 containers geplaatst. Medio april 2014 worden in één uitvoeringsronde alle resterende containers geplaatst nadat kabels en leidingen zijn verlegd. Gasleidingen kunnen namelijk pas na het stookseizoen worden verlegd. Het project kan dan in de 2e helft van 2014 worden afgesloten. Het project heeft geen effect op het financieel meerjarenperspectief aangezien de kapitaallasten van deze investering worden betrokken bij de berekening van de afvalstoffenheffing. Riolering In 2013 is voor een bedrag van € 10,3 miljoen aan rioolprojecten uitgevoerd. De kapitaallasten van deze investeringen worden betrokken bij de berekening van de rioolheffing. Nu de rioolprojecten in Korte Akkeren in uitvoering zijn zal de komende jaren jaarlijks gemiddeld € 10 miljoen aan rioolvervanging geïnvesteerd worden. Het zwaartepunt van het werk ligt de komende jaren in Korte Akkeren en Nieuwe Park. Vanaf 2014 zal ook in Kort Haarlem de uitvoering van de rioolvernieuwing starten. Uitvoeringsmaatregelen waterplan Op verzoek van Hoogheemraadschap Rijnland is overleg over de uit te voeren maatregelen uitgesteld. Daarmee is de uitvoering vertraagd. Aanleg rotondes Het verkeer heeft in 2013 gebruik kunnen maken van de nieuwe rotonde Thorbeckelaan - Bodegraafsestraatweg. De afrondende werkzaamheden (onder meer aan de openbare ruimte) zullen in 2014 plaatsvinden.
62
Jaarstukken 2013
3.6 Cultuur en sport
Cultuur en sport dragen bij aan een attractief Gouda en zorgen ervoor dat onze inwoners zich thuis voelen in hun stad. Cultuur en sport bieden mogelijkheden voor ontplooiing en ontmoeting en dragen daarmee bij aan de identiteit van bewoners en gebruikers en aan een actieve participatie van burgers in de maatschappij. Het programma Cultuur en Sport omvat de beleidsvelden kunst en cultuur inclusief informatievoorziening en media, cultuurhistorie en sport. Binnen dit programma zijn als belangrijkste beleidskaders vastgesteld: de Cultuurnota met het bijbehorende Uitvoeringsplan cultuurbeleid, de Sportnota met bijbehorende Nota Sportaccommodaties, de Erfgoedvisie en de Nota Cultuurhistorie. De visie op cultuur, zoals vastgelegd in de Cultuurnota 2008, wordt in 2014 herijkt. Het investeren in cultuur en sport zorgt er voor dat Gouda goed op de kaart staat en zich blijvend onderscheidt van andere steden. Uitgangspunt bij de besluitvorming over de bezuinigingen in 2011 was dat het voorzieningenniveau op een voldoende peil blijft. De implementatie van de bezuinigingen is gestart in 2012 en loopt tot en met 2015.
Jaarstukken 2013
63
3.6.1 Wat hebben we bereikt?
Cultuur Binnen de krapper wordende financiële kaders vinden we het belangrijk dat culturele voorzieningen een belangrijke rol blijven spelen in Gouda. Ook in de toekomst moeten zij kunnen blijven bijdragen aan het op de kaart zetten van Gouda en het stimuleren van een actieve deelname aan kunst en cultuur. De bibliotheek heeft de bezuinigingen benut als een impuls om het bibliotheekwerk wezenlijk te vernieuwen en klaar te maken voor de toekomst. De drie filialen in de stad sluiten en worden vervangen door één grote centrale vestiging met kleinere servicepunten in de stad. Begin 2013 is besloten om de stadsbibliotheek aan de Spieringstraat te gaan sluiten en de bibliotheek, samen met de publieksfunctie van het Streekarchief, op Klein Amerika te huisvesten (de Chocoladefabriek). De verbouwing van het voormalige stadskantoor Buytenerf is in 2013 gestart. De chocoladefabriek is op 28 februari 2014 geopend. De Garenspinnerij wordt verbouwd tot een Cultuurhuis, waar Kunstpuntgouda, Jeugdtheaterhuis en StudioGonz worden gehuisvest. Nadat gemeente en culturele partners een inhoudelijke visie hebben opgesteld en de ontwerpfase is afgerond, is in 2013 de aanbesteding succesvol verlopen en is de verbouwing gestart. Het Cultuurhuis Garenspinnerij is op 7 maart 2014 geopend. Het Cultuurhuis wordt het centrum voor cultuureducatie en amateurkunst. In 2013 is het werk van de amateurkunstmakelaar voortgezet. Tevens is een belangrijke stap gezet op het terrein van cultuureducatie in Gouda. Tot voor kort werden voor cultuureducatie middelen ontvangen van het Fonds Cultuurparticipatie, in ISMH-verband en met matching van de provincie. Die regeling eindigde na 2012. Voor een nieuwe regeling is onder penvoerderschap van Kunstpuntgouda een subsidieaanvraag gehonoreerd voor Gouda en Zuidplas, met als doel cultuureducatie steviger te verankeren in het onderwijs. De betreffende gemeenten hebben bestaande subsidies ingebracht als matching. Cultuurhistorie Het beleidsveld cultuurhistorie valt in hoofdlijnen uiteen in archeologie, monumentenzorg en landschapsbehoud. In 2013 is een Erfgoedvisie opgesteld. De Erfgoedvisie richt zich op een gezonde toekomst voor het Goudse erfgoed, dat verder gaat dan monumenten alleen. Het is een algemeen kader voor de nieuwe Raad/College ten behoeve van uitwerking en invulling. Daarbij horen ook de eventuele aanpassingen van bestaande verordeningen en regelingen. Deze blijven daarom voorlopig bestaan. De bestaande Nota Cultuurhistorie uit 2004 richtte zich vooral op behoud en conserveren. De Erfgoedvisie richt zich nadrukkelijker op de ontwikkeling van het erfgoed. Dit willen we bereiken door: 1. Samenhang centraal te stellen; 2. Duidelijk te zijn op inhoud; 3. Ontwikkelingsgericht te investeren; 4. Het delen van verantwoordelijkheden; 5. Het inzetten van kennis en expertise uit de stad; 6. Samenwerking tussen partijen en sectoren; 7. Te (her)oriënteren op de rol van de gemeente. Leegstand en herbestemmen van monumenten vraagt in steeds sterkere mate onze aandacht. Leegstand is slecht voor het behoud van monumenten en andere historisch waardevolle gebouwen. Ze moeten bruikbaar zijn en een eigentijdse functie hebben in de samenleving. Maar herbestemming is ook maatwerk. De uitdaging daarin is niet alleen om gebouwen bruikbaar te maken voor de toekomst, maar om tegelijkertijd de cultuurhistorische waarden te behouden. Dat dit kan, is ook
64
Jaarstukken 2013
in Gouda inmiddels al meerdere keren bewezen. Denk hierbij aan recente voorbeelden als de Sacramentskerk, het gebouw Arti Legi, de Kadeschool, de Kleischuur en het Badhuis. Ook is in 2013 de herbestemming van het stadhuis succesvol afgerond. Met de nieuwe huurder zijn goede afspraken gemaakt over onder meer het onverminderde representatieve gebruik van het stadhuis door de gemeente en over de publieke toegankelijkheid. Bovendien is een culturele commissie opgericht die zorgt voor extra activiteiten in en rondom het monument. Sport Bij sport hebben we ons ingezet op het faciliteren van actieve, sportieve burgers via sportstimulering en het aanbod van voorzieningen. In 2012 is het sportbeleid geëvalueerd. De nieuwe indicatoren zijn opgenomen in de programmabegroting 2014. Het sportvoorzieningenbeleid "Ruimte voor sport 2009-2015" is in 2009 vastgesteld door de raad. In 2013 is de bouw gestart van een nieuwe kleedaccommodatie van GC&FC Olympia, deze zal in het voorjaar van 2014 worden opgeleverd. De voorbereidingen voor een kleedaccommodatie bij GMHC zijn in 2013 gestart. De mogelijkheden voor een nieuwe bestemming van het Spaardersbad worden onderzocht. Het Groenhovenbad is in 2013 in gebruik genomen en feestelijk geopend. In juli 2013 heeft het eerste internationale evenement in het nieuwe Groenhovenbad plaatsgevonden: “the Dutch Waterpolo Trophy” met de nationale selecties van Nederland, Verenigde Staten en Canada. In 2009 is de Impulsregeling Brede scholen, Sport en cultuur aangevraagd. Inmiddels zijn er al 13 fte combinatiefunctionarissen in Gouda actief. Ze zijn actief zowel in de cultuursector als in de buurtsport, bij de gymlessen op school en verder ondersteunen ze sportverenigingen bij de professionalisering van de vereniging. De regeling is in 2013 uitgebreid met de buurtsportcoaches. Naast de impulsregeling is in 2010 ook een subsidieregeling van kracht geworden "Jongeren doen mee aan sport en spel". Deze is voortgekomen uit de flexibilisering van het bestaande jeugdbudget. Doel van deze regeling is om jongeren tussen de 12 en 18 jaar in Gouda te stimuleren om mee te doen door middel van een gevarieerd aanbod van sport- en spelactiviteiten, die zijn gericht op: ontmoeting, talentontwikkeling, sportiviteit, respect en/of het bevorderen van sociale samenhang.
3.6.2 Wat hebben we ervoor gedaan?
In deze paragraaf worden voor elk speerpunt uit het coalitieakkoord de voornemens uit de begroting en de realisatie weergegeven. Zo groot en breed mogelijk cultuurbereik: stimuleren actieve deelname aan kunst en cultuur Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? ■ Het bevorderen van Bezoekersaantallen en Uitvoeren van de actiepunten Actiepunten van het cultuureducatie en aantallen activiteiten uit het Uitvoeringsprogramma Uitvoeringsprogramma Cultuurbeleid cultuurparticipatie, (exposities, cursussen, etc.) Cultuurbeleid. 2008 t/m 2011 worden verder uitgevoerd. en het faciliteren van Realisatie Cultuurhuis In 2014 wordt de visie op cultuur, amateurkunst; ■ Het in stand houden Garenspinnerij. zoals vastgelegd in de Cultuurnota, geactualiseerd. en ontsluiten van de gemeentelijke collectie; Realisatie Gouwedepot. De bezoekerscijfers over 2013 worden ■ Het bieden van Ontwikkeling centrale laagdrempelige toegang tot medio 2014 bekend. bibliotheek. informatie en het stimuleren Sinds 2012 worden alle cultuureducatieve van het gebruik. activiteiten gepresenteerd via www.cultuureducatiegouda.nl. Gouwedepot, Cultuurhuis en Centrale bibliotheek worden in 2014 in gebruik genomen
Jaarstukken 2013
65
Zo groot en breed mogelijk cultuurbereik: realiseren van een cultuurhuis in de Garenspinnerij Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor Wat hebben we gedaan? (indicatoren) doen? De Garenspinnerij ontwikkelen Realisatie Cultuurhuis 2014 De Garenspinnerij Verbouwing Garenspinnerij is gestart in als multifunctioneel wordt ontwikkeld tot een 2013; opening Cultuurhuis in 2014. cultureel centrum met de Cultureel Centrum waarin partijen Kunstpuntgouda, het Jeugdtheaterhuis, Jeugdtheaterhuis, Studio Gonz Kunstpuntgouda en De Gonz en eventueel atelierhouders en gehuisvest zijn. derden: ■ waarbij gezamenlijk gebruik van voorzieningen als uitgangspunt geldt; ■ waarbij inhoudelijke versterking te zijner tijd nader ontwikkeld moet worden (collegebesluit oktober 2010).
Zo groot en breed mogelijk cultuurbereik: stimuleren cultureel ondernemerschap Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor (indicatoren) doen? Er worden meer eigen ■ Eigen inkomsten Monitoren aan de hand van inkomsten gegenereerd door gesubsidieerde culturele jaarlijkse de culturele instellingen. instellingen; verantwoordingen. ■ Aanboren nieuwe doelgroepen.
Wat hebben we gedaan? Stimuleren van een brede oriëntatie op en samenwerking met het bedrijfsleven door culturele instellingen. Stimuleren van een ondernemende en zakelijke houding van culturele instellingen. Realisatie Cultuurhuis en nieuwe centrale vestiging voor de bilbiotheek, biedt optimaal kader voor cultureel ondernemerschap. Daarnaast faciliteren Schouwburg bij bouw van de bioscoop.
Actief, sportief en (gezond) Gouda: het bereiken van een sportieve samenleving Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor (indicatoren) doen? Gouda scoort hoger dan het Aantal inwoners dat voldoet Door middel van de nieuwe landelijk aan de landelijke norm subsidieregeling gemiddelde voor het aantal voor bewegen: minstens 30 "Jongeren doen mee door inwoners dat minstens 30 minuten per dag. sport en spel" deze activiteiten minuten per dag beweegt. ondersteunen. Uitvoeren sportstimuleringsbeleid.
Aantal deelnemers aan sportactiviteiten die (mede) tot doel hebben jongeren en ouderen toe te leiden naar reguliere sportverenigingen.
Door buurtsport voor zowel de jeugd als ouderen in te zetten worden deze doelgroepen gestimuleerd om meer te gaan bewegen.
Wat hebben we gedaan? In 2013 zijn drie nieuwe initiatieven gesubsideerd. Volgens het landelijk gemiddelde voldoet 60% van de inwoners aan de norm gezond bewegen. In Gouda voldoet 66% van de inwoners aan deze norm. (Onderzoek GGD Hollands Midden 2012). Gemiddelde deelname per wijk is 18 kinderen per activiteit. De deelname onder de jongens is hoger dan onder de meisjes. Van deze groep is gemiddeld genomen 54% lid van een sportvereniging. Hierin zijn wel grote verschillen te constateren in de verschillende wijken. De lopende activiteiten voor ouderen zijn uitgevoerd.
66
Jaarstukken 2013
Doelstellingen Gouda haalt het landelijk gemiddelde voor het aantal kinderen dat 5 dagen per week 60 minuten beweegt.
Hoe gaan we het meten? (indicatoren) Aantal kinderen dat 5 dagen per week 60 minuten beweegt.
Wat gingen we daarvoor doen? Uitvoeren Impulsregeling: Begeleid spelen draagt bij aan de toestroom naar sportverenigingen.
Wat hebben we gedaan? In 2013 is het begeleid spelen in zeven wijken gehandhaafd. Landelijk voldoet 15,7% aan de beweegnorm (t/m 12 jaar) en jongeren (12-17 jaar ) 13% en is het percentage van de fitnorm 31,7%. In Gouda voldoet van de kinderen in de leeftijd 6 t/m 11 jaar 16% aan de beweegnorm en jongeren in de leeftijd 12 t/m 17 jaar 19%. In het uitgevoerde onderzoek is onderscheid gemaakt tussen de beweegnorm en de fitnorm (3 keer per week minstens 20 minuten zwaar intensief bewegen, vooral gericht op fysieke fitheid (uithoudings-vermogen, kracht en coördinatievermogen). Indien naar de resultaten van de fitnorm wordt gekeken blijkt dat 48% van alle kinderen en jongeren aan die fitnorm voldoet. (cijfers 2010, Voor de jeugd zijn er nog geen nieuwe cijfers beschikbaar).
Geldterug-regeling (GTR) De GTR is gehandhaafd voor jongeren t/ handhaven voor kinderen en m 18 jaar. jongeren met een kleine beurs. Van de GTR toekenningen heeft 37% betrekking op sportactiviteiten. (cijfers 2013).
Actief, sportief en (gezond) Gouda: het realiseren van vitale sportverenigingen Doelstellingen Hoe gaan we het meten? Wat gingen we daarvoor (indicatoren) doen? Het aantal leden stijgt ten Het aantal leden van sportDoor sportverenigingen opzichte van 2007. verenigingen (of het aantal te betrekken bij de verenigingen dat aangeeft sportstimuleringsactiviteiten een ledenstijging te hebben wordt het lidmaatschap bereikt). aan een sportvereniging bevorderd.
Aantal deelnemers aan sportactiviteiten (die mede) tot doel hebben jongeren en ouderen toe te geleiden naar reguliere sportverenigingen dat daadwerkelijk lid is geworden van een reguliere sportvereniging.
Wat hebben we gedaan? In 2013 is het begeleid spelen in 7 wijken gehandhaafd. Dit draagt bij aan de toestroom naar sportverenigingen. Bij de sportstimulering wordt een deel van de activiteiten uitgevoerd bij de sportvereniging. Hiermee wordt de drempel om lid te worden van een vereniging verlaagd.
Onderzoeken door middel van In 2013 was 54% van de jongeren tm 12 een verenigingsmonitor en jaar die deel hebben genomen aan sportmonitor Sport.Gouda. stimuleringsactiviteiten lid van een sportvereniging. Bij een volgende meting wordt duidelijk of dit percentage is gestegen.
Uit de verenigingsmonitor blijkt dat sportverenigingen onvoldoende de relatie kunnen leggen tussen de sport-stimuleringsactiviteiten en het lidmaatschap van de sportverenigingen, omdat dit afhankelijk is van verschillende factoren. Het aantal aangemelde leden Onderzoeken door middel van Uit de verenigingsmonitor blijkt dat bij reguliere sportverenigingen een verenigingsmonitor sportverenigingen onvoldoende de dat na verloop van een jaar na relatie kunnen leggen tussen de aanmelding nog steeds lid is sport-stimuleringsactiviteiten en het van diezelfde sportvereniging. lidmaatschap van de sportverenigingen, omdat dit afhankelijk is van verschillende factoren.
Jaarstukken 2013
67
3.6.3 Externe invloeden, kaders en ontwikkelingen
Externe kaders ■ Mediawet; ■ Beleidsbrief van de minister OCenW over de Modernisering Monumentenzorg (november 2009). Het programma eigen beleid
Product/maatregel Sportnota 2011 e.v. Vervolg op Cultuurnota 2008 t/m 2011 Uitvoeringsprogramma Cultuurbeleid 2008 t/m 2011 Nota sportaccommodaties Erfgoedvisie
Ontwikkelingsfase Uitvoering Bijstelling in 2014 Bijstelling in 2014 Uitvoering Uitvoering
Relevant beleid andere programma's ■ Programma 1: Jeugdbeleid
3.6.4 Wat heeft het gekost? 3.6.4.1 Overzicht exploitatie Exploitatie (bedragen * € 1.000)
Begroting 2013 Begroting 2013 na 2e wijziging
Rekening 2013 Verschil rekening t.o.v. begroting na wijziging
Lasten PG Cultuur PG Sport Totaal lasten
7.036 8.089 15.125
6.964 8.133 15.097
6.960 8.086 15.046
4 46 51
Baten PG Sport Totaal baten
-2.351 -2.351
-2.356 -2.356
-2.444 -2.444
89 89
Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
12.774 0 12.774
12.741 0 12.741
12.602 0 12.602
139 0 139
3.6.4.2 Verschillenverklaring
Omschrijving (bedragen * € 1) Sport Jongeren doen mee door sport en spel: Deze subsidieregeling laat een onderuitputting zien. Dit komt doordat er onvoldoende aanvragen zijn ingediend die voldoen aan de voorwaarden van de subsidieregeling. Vanaf 2013 is € 52.000 bezuinigd op het budget voor deze subsidieregeling. Impulsregeling Brede school, sport en cultuur (combinatiefunctionarissen): De activiteiten met betrekking tot deze Impulsregeling worden in 2014 verder uitgevoerd. In 2013 is sprake van een voordeel op de uitgaven en inkomsten (€ 73.000). In 2012 zijn door het Rijk extra middelen toegekend in het kader van de buurtsportcoaches. Deze zijn per 1 januari 2013 gestart. Aan de raad zal worden voorgesteld het budget in 2014 opnieuw beschikbaar te stellen, mede in verband met eisen op het gebied van cofinanciering. Impulsregeling toegankelijkheid accommodaties: In 2013 was dit budget ingeboekt als onderdeel van de bezuinigingen. Deze bezuiniging is echter een jaar eerder al gerealiseerd en als zodanig als voordeel gemeld in 2012. Over de jaren heen betreft dit een neutrale mutatie. Zwemmen: De sloop van de Trefkuil was gepland in 2013 maar is nog niet afgerond. Aan de raad zal worden voorgesteld om het (restant-)bedrag (€ 69.000) opnieuw beschikbaar te stellen in 2014. Overig: Dit betreft met name de door te belasten exploitatiekosten (energie, belastingen enz.) met betrekking tot sport: de energielasten, verzekeringen en OZB-aanslagen van de zwembaden, sporthallen, gymzalen en sportvelden worden eerst door de gemeente betaald en daarna doorbelast naar Sport.Gouda.
3.6.4.3 Investeringen
Investeringen op basis van jaar gereed (bedragen * € 1.000) Nieuwbouw zwemaccommodatie Renovatie sportvelden Kleedaccommodatie Olympia Voorzieningen toerisme en cultureel erfgoed TOTAAL
68
Jaarstukken 2013
Lasten V/N 46.000 V
I/S
47.000
V
I
46.000
V
I
50.000
N
I
69.000
V
I
66.000
N
I
Gepland 2013 4.368 509 950 259 6.086
Werkelijk 2013 3.488 520 774 63 4.845
Baten V/N 89.000 V
I/S
27.000
V
I
62.000
V
I
Verschil 880 -11 176 196 1.241
Toelichting op het investeringsoverzicht Nieuwbouw zwemaccommodatie Met betrekking tot het Groenhovenbad stonden eind 2013 nog enkele financiële verplichtingen open. Ook moet er nog een aantal inrichtingswerkzaamheden worden afgerond. Dit betekent dat het krediet voor de nieuwbouw nog niet geheel is besteed. Er resteert nog € 880.000. Het investeringskrediet voor de nieuwbouw moet in 2013 worden afgesloten, omdat het Groenhovenbad in 2013 in gebruik is genomen en de kapitaallasten zijn gestart. Bij het 1e ijkmoment 2014 wordt de raad voorgesteld om het restant van het krediet ad € 880.000 in 2014 opnieuw beschikbaar te stellen. Kleedaccommodatie Olympia De afronding van de bouw van de kleedaccommodatie van Olympia is gepland voor mei 2014. Voorzieningen toerisme en cultureel erfgoed De afrondende lopende activiteiten zullen plaatsvinden in 2014.
Jaarstukken 2013
69
3.7 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 3.7.1 Inleiding
Alle lasten en baten die samenhangen met de programma's 1 tot en met 6 worden rechtstreeks op het desbetreffende programma verantwoord. De baten bestaan uit doeluitkeringen, specifieke rijksvergoedingen, huuropbrengsten en dergelijke. Daarnaast kent de gemeente diverse inkomsten waarvan de besteding niet gebonden is, de zogenaamde algemene dekkingsmiddelen. Deze baten zijn niet aan een concreet programma toe te rekenen.
3.7.2 Wat heeft het gekost? 3.7.2.1 Overzicht exploitatie Exploitatie (bedragen * € 1.000)
Begroting 2013 Begroting 2013 na 2e wijziging
Rekening 2013 Verschil rekening t.o.v. begroting na wijziging
Lasten PG Algemene baten en lasten PG Dividenden en gemeentegaranties PG Lokale heffingen PG Saldo financieringsfunctie Totaal lasten
3.533 47 1.187 194 4.961
3.209 47 1.195 162 4.614
3.365 47 1.213 162 4.788
-155 0 -18 -0 -173
Baten PG Algemene baten en lasten PG Algemene uitkering PG Dividenden en gemeentegaranties PG Lokale heffingen PG Saldo financieringsfunctie Totaal baten
0 -87.227 -152 -15.008 -4.737 -107.124
0 -86.482 -152 -15.095 -3.646 -105.375
0 -87.453 -208 -15.481 -3.948 -107.089
0 971 56 386 302 1.715
Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
-102.163 0 -102.163
-100.760 767 -99.994
-102.302 808 -101.494
1.541 -41 1.500
3.7.2.2 Verschillenverklaring exploitatie
Omschrijving (bedragen * € 1) Algemene baten en lasten Onvoorzien: De post onvoorzien valt vrij in het rekeningresultaat. Stelpost taakmutaties algemene uitkering: Het saldo van de stelpost valt vrij in het rekeningresultaat. Van dit saldo is € 70.000 beschikbaar gekomen voor armoedebeleid in de septembercirculaire 2013. Aan de raad zal worden voorgesteld dit bedrag opnieuw beschikbaar te stellen in 2014. Organisatieontwikkeling: Er is een onderuitputting op de begrote kosten van het sociaal plan met betrekking tot personeel dat naar de BSGR is overgegaan bij de uitplaatsing van de afdeling belastingen. Dit voordeel leidt tot een lagere onttrekking aan de reserve organisatieontwikkeling. Saldo bedrijfsvoering: Het nadeel wordt veroorzaakt door hogere personeelslasten dan begroot. Bij de afgelopen bezuinigingsrondes is de formatie gereduceerd. De feitelijke realisatie van deze formatiereductie blijkt in deze economisch lastige tijden echter moeilijk te bewerkstelligen. Overig
Lasten V/N 155.000 N 151.000 V
Algemene uitkering De circulaire gemeentefonds december 2013 en daarna ontvangen beschikkingen van het Rijk leveren € 971.000 meer op dan geraamd bij de circulaire van september 2013, die verwerkt is in de 2e begrotingswijziging 2013. Daarvan wordt € 135.000 veroorzaakt door nacalculaties over 2011 en 2012. Nieuwe en gewijzigde decentralisatie-uitkeringen zorgen voor € 281.000 aanvullende inkomsten. Ten slotte is de algemene uitkering € 556.000 hoger uitgevallen als gevolg van de trap-op-trap-af systematiek en de verwerking van de meest recente aantallen van enkele maatstaven. Alle middelen vallen vrij in het rekeningresultaat. Om een deel van de middelen in 2014 in te kunnen zetten, zal de raad worden voorgesteld de betreffende middelen opnieuw beschikbaar te stellen in 2014.
0
Dividenden en gemeentegaranties Deelnemingen: De BNG kende een goed jaar voor wat betreft het resultaat. De dividenduitkering viel hoger uit dan geraamd. Garanties: Aan de stichting Schouwburgcomplex wordt een premie in rekening gebracht vanwege de in 2013 verstrekte gemeentegarantie. Deze baten waren niet geraamd.
0
Lokale heffingen
0
70
Jaarstukken 2013
I/S
Baten V/N
I/S
I
84.000
V
I
41.000
V
I
445.000
N
I
14.000
V
I 971.000
V
971.000
V
I
56.000
V
I
48.000
V
I
8.000
V
I
386.000
V
I
Omschrijving (bedragen * € 1) De hogere inkomsten hebben voornamelijk betrekking op een hogere OZBopbrengst van € 402.000 (oftewel 2,8% van de raming). De hogere OZBopbrengst houdt enerzijds verband met het feit dat bij de vaststelling van de tarieven over 2013 de taxaties nog niet volledig afgerond waren waardoor de totale economische waarde van de objecten nog niet exact kon worden bepaald. Anderzijds wordt de hogere OZB-opbrengst veroorzaakt door een hogere opbrengst oude jaren. De inkomsten van de precariobelasting vielen iets lager uit dan geraamd. Saldo financieringsfunctie Als gevolg van het achterblijvende investeringstempo in grondexploitaties en in overige investeringen en kredieten kon in 2013 € 668.000 minder rente worden omgeslagen. Daartegenover staat dat in 2013 € 970.000 minder rente werd betaald, grotendeels als gevolg van een lager volume aan benodigde financieringsmiddelen dan begroot. Daarnaast zijn de betaalde rentelasten lager uitgevallen als gevolg van de keuze om zo veel mogelijk met kortlopende middelen tegen zeer lage rentetarieven te financieren.
3.7.2.3 Investeringen
Investeringen op basis van jaar gereed (bedragen * € 1.000) Automatisering Huis van de Stad TOTAAL
Lasten V/N
0
Gepland 2013 1.076 220 1.296
I/S
Baten V/N
I/S
386.000
V
I
302.000
V
I
302.000
V
I
Werkelijk 2013 804 146 949
Verschil 272 74 346
Toelichting op het investeringsoverzicht Automatisering In 2013 is geanticipeerd op de bij de Voorjaarsnota 2014-2017 ingeboekte bezuiniging op bedrijfsvoering, waarvan de kapitaallasten op automatiseringskredieten onderdeel uitmaken. Hiertoe is een aantal voorgenomen investeringen doorgeschoven c.q. niet uitgevoerd. Huis van de Stad Het restantkrediet van € 74.000 voor het Huis van de Stad wordt in 2014 ingezet voor de laatste werkzaamheden op het gebied van de klimaatbeheersing.
Jaarstukken 2013
71
72
Jaarstukken 2013
4. Jaarverslag: paragrafen 4.1 Lokale heffingen 4.1.1 Inleiding
Doelstelling van lokale heffingen is het als gemeente verwerven van eigen middelen uit belastingen en retributies ter dekking van algemene en specifieke uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. Het staat de gemeente vrij om al of niet belastingen te heffen. In artikel 219 van de Gemeentewet staat aangegeven op basis waarvan de gemeentelijke belastingen en retributies kunnen worden geheven. Een deel van deze lokale heffingen staat opgesomd in de Gemeentewet zelf, daarnaast bieden ook bijzondere wetten de mogelijkheid om te heffen, bijvoorbeeld de Wet milieubeheer (afvalstoffenheffing). Invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen geschiedt door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. Zowel bij de jaarlijkse begroting als bij de betreffende jaarrekening wordt in de paragraaf lokale heffingen gerapporteerd over de wijze waarop wij voor het komende begrotingsjaar respectievelijk over het afgelopen jaar nadere invulling willen respectievelijk hebben gegeven aan het lokale belastingbeleid.
4.1.2 Beleid
De uitgangspunten waarop de tarieven van de lokale heffingen in principe aangepast worden, zijn in het Coalitieakkoord 2010-2014 neergelegd. De raad heeft op 12 december 2012 de belastingverordeningen 2013 met daarin opgenomen de tarieven 2013 vastgesteld. De tarieven voor de meeste belastingen zijn hierbij verhoogd met inachtneming van het inflatiepercentage van 1,5% zoals dat was vermeld in de junicirculaire 2012 van de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. De marktgelden stegen met 3,5%. De reinigingsheffingen gingen met 3,9% omhoog. De rioolheffing steeg met 7%. In het kader van de aan de raad toegezonden "Notitie parkeerbalans 2013" zijn enkele tarieven (exclusief tarieven parkeervergunningen) met ingang van 2013 verhoogd om het tekort op de parkeerbalans van circa € 90.000 tegen te gaan.
4.1.3 Aanslagoplegging, kwijtschelding en uitvoering wet WOZ
In onderstaande tabel is de totale productie van de BSGR in 2013 voor de gemeente Gouda opgenomen. Omschrijving Aantal aanslagregels belastingjaar 2013 Aantal aanslagregels belastingjaren 2011 en 2012 Bruto opgelegd Correcties (-) Kwijtscheldingen (-) Netto
Aantallen en bedragen 152.849 5.346 € 37.385.594 € 1.400.291 € 1.206.142 € 34.779.161
De bedragen in vorenstaande tabel betreffen ook oudere belastingjaren. Zo is in het nettobedrag van € 34.779.161 een bedrag van € 1.550.168 opgenomen dat betrekking heeft op belastingjaren vóór 2013. De opbrengst van de OZB viel in 2013 2,8% hoger uit dan het geraamde bedrag in de begroting. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door een hogere opbrengst oude jaren en anderzijds door het feit dat bij de vaststelling van de tarieven over 2013 de taxaties nog niet volledig waren afgerond en derhalve de totale economische waarde van de objecten nog niet exact kon worden bepaald. De opbrengst van de reinigingsheffingen is 2,3% lager dan geraamd. Alhoewel dit reeds in de opbrengst is verwerkt, moeten de aanslagen reinigingsrechten bedrijven 2012 nog gedeeltelijk en 2013 nog volledig worden opgelegd. De opbrengst rioolheffingen is 0,6% lager dan de raming. Alhoewel dit reeds in de opbrengst is verwerkt, moeten er nog aanslagen rioolheffingen grootverbruik 2012 en 2013 worden opgelegd. De opbrengst hondenbelasting is 4,2% hoger dan geraamd. Het effect van de algehele controle op het bezit van honden rond de jaarwisseling 2012/2013 is hier duidelijk zichtbaar omdat in 2012 de opbrengst 6,2% achterbleef ten opzichte van de raming. Kwijtschelding Over het belastingjaar 2013 is in 2013 een bedrag van € 1.128.861 kwijtgescholden. Daarnaast is in 2013 een bedrag van € 77.281 kwijtgescholden over oude belastingjaren. In de drie daaraan voorafgaande belastingjaren bedroeg de kwijtschelding als volgt: € 943.816 (2010); € 1.128.378 (2011); € 1.057.166 (2012).
Jaarstukken 2013
73
Wet waardering onroerende zaken Tegen de WOZ-beschikkingen 2013 (waardepeildatum 1 januari 2012) zijn 1.201 bezwaarschriften ingediend. Dit is een stijging ten opzichte van het aantal van 1.001 (896 + 105) bezwaarschriften dat tegen de WOZ-beschikkingen van het jaar daarvoor was ingediend.
4.1.4 Overzichten
In deze paragraaf staan de volgende overzichten: 1. Overzicht lokale heffingen; 2. Overzicht lokale lastendruk eigenaar/gebruiker en huurder; 3. Overzicht woonlasten Gouda in relatie tot andere gemeenten in Zuid-Holland. ad 1 Overzicht lokale heffingen Belasting
Opbrengst 2013 begroot
Opbrengst 2013 rekening
Kwijtschelding begroot 2013
Onroerendezaakbelastingen
14.528.176
14.930.274
Reinigingsheffingen
10.195.000
9.960.002
720.000
8.551.000
8.500.791
371.000
320.381
333.717
Rioolheffingen Hondenbelasting
Kwijtschelding rekening 2013 2.789
Tarieven
eigenaar woning eigenaar niet-woning gebruiker niet woning 752.700 eenpersoonshuishouden meerpersoonshuishouden 373.372 eigenaren gebruikers eerste hond tweede en iedere volgende hond
0,1390% 0,2444% 0,1949% 279,36 349,20 94,80 155,40 99,00 122,40
ad 2 Overzicht lokale lastendruk eigenaar/gebruiker en huurder Onderstaand treft u een tabel aan waarin de lastendruk in Gouda in het jaar 2013 is opgenomen voor zowel een eigenaargebruiker als een huurder. Zoals gebruikelijk in het woonlastenoverzicht worden hierbij de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffingen betrokken. Verder is als uitgangspunt genomen een meerpersoonshuishouden. Voor de berekening van de OZB wordt uitgegaan van een woning met een WOZ-waarde van € 193.000 (gemiddelde WOZwaarde van woningen in Gouda in 2013). Omschrijving
2013 eigenaar/gebruiker 268,25 349,20 94,80 155,40 867,65
OZB eigenaar Afvalstoffenheffing Rioolrechten eigenaar Rioolrechten gebruiker Totaal
huurder 349,20 155,40 504,60
ad 3 Overzicht woonlasten Gouda in relatie tot andere gemeenten in Zuid-Holland In onderstaande tabel zijn de tarieven 2013 van enkele andere gemeenten in Zuid-Holland verwerkt. Hiermee kan een beeld worden gegeven hoe de lokale lastendruk in onze gemeente zich in 2013 verhield ten opzichte van deze gemeenten in Zuid-Holland. Voor het berekenen van de OZB is hierbij uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde in de betreffende gemeente. Het tarief van de reinigingsheffing is gebaseerd op een meerpersoonshuishouden. Als bron is gebruikt de Atlas van de lokale lasten 2013 van het COELO, zoals gepubliceerd op de website. Gemeente Vlaardingen Zoetermeer Schiedam Alphen aan den Rijn Delft Leiden Waddinxveen Gouda Bodegraven-Reeuwijk
OZB-tarief (eigendom) 0,1332% 0,1722% 0,1210% 0,0999% 0,1269% 0,1670% 0,1335% 0,1390% 0,1325%
OZB Reinigingsheffing 226 300 340 275 184 322 227 283 237 317 370 261 294 294 268 349 392 254
Rioolrechten 158 84 212 209 176 120 214 250 342
Totaal 684 699 718 719 730 751 802 867 988
In eerdervermelde Atlas van de lokale lasten 2013 neemt Gouda ten opzichte van alle (deel)gemeenten in Nederland de 406e plaats in. Nb. de 430e (deel)gemeente is de duurste. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat in de Atlas van de lokale lasten 2014 Gouda de 391e plaats inneemt. In 2014 is de 417e (deel)gemeente de duurste.
74
Jaarstukken 2013
4.2 Weerstandsvermogen 4.2.1 Inleiding
Elke gemeente is verplicht om inzicht te geven in risico’s die de financiële positie van de gemeente kunnen beïnvloeden. Dit gebeurt in de paragraaf weerstandsvermogen. In de paragraaf weerstandsvermogen komen de volgende onderwerpen aan de orde: ■ beleid en de uitgangspunten van risicomanagement; ■ een overzicht van de belangrijkste risico’s en het bijbehorende risicoprofiel; ■ een meerjarig overzicht van de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit; ■ een kwalificatie om de toereikendheid van de weerstandscapaciteit weer te geven.
4.2.2 Beleid
Het beleid ten aanzien van risicomanagement is vastgelegd in de nota risicomanagement en weerstandsvermogen. In de nota zijn de uitgangspunten bepaald ten aanzien van risicomanagement. Bijvoorbeeld als het gaat om de gehanteerde risicocategorieën, de wijze waarop risico’s worden geïnventariseerd en de methode van wegen van risico’s. De gemeente Gouda heeft de afgelopen jaren de nodige investeringen gedaan om risicomanagement op een hoger niveau te brengen. Zo vindt inventarisatie van risico’s in een open dialoog plaats. Verder gaat er veel aandacht uit naar beheersmaatregelen en de effecten daarvan. Op basis van dit inzicht wordt een antwoord geformuleerd op de vraag of het aanwezige weerstandsvermogen toereikend is en/of er aanvullende maatregelen zijn vereist. Risicomanagement is een dynamisch proces. Dit betekent dat het inventariseren van risico's, het inschatten van de impact en het treffen van beheersmaatregelen voortdurend in de praktijk wordt uitgevoerd. Voor de raad betekent dit dat bij zowel de begroting als bij de jaarrekening gerapporteerd wordt hoe de risico's zich ontwikkelen en hoe deze zich verhouden tot de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen bestaat uit de weerstandscapaciteit en risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd. Hoe hoger het weerstandsvermogen des te beter kunnen risico's worden opgevangen. Afhankelijk van de verhouding tussen risico's en weerstandscapaciteit kan worden besloten de beschikbare middelen voor het opvangen van risico's te verhogen of te verlagen. Ook kunnen op basis van dit inzicht maatregelen worden genomen om risico's te beperken. Het weerstandsvermogen geeft feitelijk aan hoe robuust de begroting is. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente kan beschikken om niet voorziene uitgaven (tegenvallers) te dekken. In Gouda betreft dit een optelsom van de algemene reserve, de reserve sociaal domein en het saldo van een aantal mutaties in de exploitatiesfeer.
4.2.3 Risico-inventarisatie
Om te bepalen of de gemeente over voldoende weerstandscapaciteit beschikt, zijn alleen financiële risico's van belang die niet worden afgedekt door verzekeringen, voorzieningen of andere maatregelen. Om structuur aan te brengen wordt gebruik gemaakt van risicocategorieën. In de tabel hieronder zijn de risicocategorieën aangegeven en voorzien van een korte toelichting. Voor de hieronder gepresenteerde risico's zijn maatregelen getroffen om te zorgen dat de kans dat het risico daadwerkelijk optreedt en de impact op de gemeente zo klein mogelijk is. In de volgende tabel zijn de actuele risico's opgenomen en verdeeld over de risicocategorieën. De opsomming van de risico's is echter niet limitatief. Risicomanagement is een dynamisch proces. Dit betekent dat het voortdurend in de praktijk wordt uitgevoerd waardoor het mogelijk is dat bestaande risico's verdwijnen en nieuwe risico's zichtbaar worden. Risico categorie Openeind/sociaal
Subcategorie Cliëntele
Toelichting De afgelopen jaren is er steeds sprake geweest van een tekort op het WWBInkomensdeel en ook 2013 is hierop geen uitzondering gebleken, ondanks een verhoging van het BUIG-budget. Het tekort over 2013 is wel ruim onder de eigen risicogrens van 10% uitgekomen zodat ook over het jaar 2013 geen aanvraag zal worden gedaan voor een aanvullende uitkering. Er zal ook geen beroep gedaan worden op de Meerjarig Aanvullende Uitkering (MAU) omdat het tekort, conform de systematiek die het Ministerie hiervoor hanteert, onder de hiervoor gestelde norm van 2,5% ligt. Ondanks alle inspanningen op het gebied van re-integratie zijn er enkele factoren die niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn, waardoor het risico op budgetoverschrijding aanwezig blijft.
Jaarstukken 2013
75
Risico categorie
Subcategorie Wmo
Bouwplannen/ bouwprojecten
Algemeen
Westergouwe
Toelichting De Wmo is een open einde regeling. Naast het risico dat er een groter beroep op deze regeling wordt gedaan, is de beheersbaarheid moeilijk omdat op voorhand niet vaststaat in welke mate gebruik zal worden gemaakt van het voorzieningenpakket. Het risicoprofiel voor de open einde regeling wordt gehandhaafd zoals dat ook in de programmabegroting 2014-2017 is opgenomen. Voor de indexen van de grondexploitaties hebben we voor 2013 nog rekening gehouden met een forse daling. We zien dat de woningmarkt voorzichtig herstelt en dat de prijzen niet of nog maar beperkt dalen. Vanaf 2014 verwachten we stabilisatie van de indexen. Voor de jaren daarna houden we rekening met een voorzichtige groei zowel aan de kostenkant als aan de opbrengstenkant. De aantallen verkopen van woningen lijken eind 2013, begin 2014 ook aan te trekken, zodat we reële verwachtingen in de MPG hebben opgenomen. In grote lijnen geeft de ontwikkeling van de woningmarkt een stabiel beeld ten opzichte van onze prognose. De getroffen voorziening voor fase 1 wordt vooralsnog als voldoende ingeschat. De grondexploitatie gaat uit van prognoses van opbrengsten en kosten. De feitelijke realisatie van de grondprijzen bij de uitgifte van specifieke locaties aan partijen en de daadwerkelijke kosten voor de uitvoering van de infrastructurele werken kunnen uiteraard mee- of tegenvallen.
Voor de niet in exploitatie genomen gronden (NIEG) is geen afboeking noodzakelijk dankzij de getroffen rentemaatregel. Spoorzone De gemeenteraad heeft in 2013 het voorstel voor het zuidelijk stationsgebied van Multi Vastgoed afgewezen. Hierdoor moest worden afgewaardeerd op het gemeentelijk vastgoed en zijn daarmee samenhangende plankosten afgeboekt. De risico’s met betrekking tot de ontwikkelkavel op zuid en verplaatsing van het busstation zijn toegenomen. Middenwillens De geprognosticeerde indexen zoals toegepast bij het MPG 2013, jaarrekening 2012 blijken in overeenstemming met de behaalde indexen. De marktconformiteit van deze grondprijzen zal blijken bij eerste verkopen in 2014. Het budget voor plankosten staat onder druk, vooral wanneer maatwerk nodig is bij het aangaan van meerdere specifieke gronduitgifte overeenkomsten. Het afzettempo in relatie tot de afgekochte indexen op het civiele werk, rente in de grondexploitatie en de plankosten blijven een risico. Goudse Poort Het risico van het terugbetalen van de € 411.000 is door een strategische aanpak omgebogen tot een subsidie toezegging van ruim € 850.000. Dit betekent dat Gouda nog een bedrag van circa € 440.000 tegemoet kan zien. Oostpolder De Oostpolder is opgeleverd en het subsidietraject met de provincie is administratief afgerond. Het overschot aan subsidiemiddelen is aan de provincie terugbetaald. Wijkontwikkeling De reserve is begin 2014 door een vervroegde aflossing van een lening door een woningcorporatie aangevuld. Dat biedt de financiële ruimte om de wijkontwikkeling tot 2020 te continueren, waarbij nog aanvullende inkomsten uit grondverkoop moeten plaatsvinden. RZG Zuidplas Grondbank Uit de jaarrekening van de grondbank is gebleken dat voor 2013 de getroffen voorziening van € 1.800.000 vooralsnog voldoende is. Wel worden de rentelasten separaat gedragen door de deelnemende partijen.
Gouwe Park
Bolwerk Bouwleges Verbonden partijen
Financiering
76
Jaarstukken 2013
Te verwachten valt dat de ruimte voor woningbouw beperkter wordt in de nog vast te stellen Visie Ruimte en Mobiliteit van de provincie. Het is te verwachten dat dit volgend jaar een lagere waardering van de gronden in de Zuidplas tot gevolg heeft, waardoor de voorziening opgehoogd dient te worden. De door het Algemeen Bestuur eind 2013 vastgestelde grondexploitatiebegroting gaat nog steeds uit van een positief eindresultaat. Dit ondanks de vertraging in de grondverkopen. Die vertraging zal wel gevolgen kunnen hebben voor de looptijd van de grex, welke nu nog als einddatum 31 december 2016 heeft. Is opgeleverd. In 2013 zijn minder legesinkomsten ontvangen dan begroot. Dit nadeel wordt grotendeels opgevangen binnen de reserve bouwleges. Participatie in verbonden partijen levert gemeenten niet alleen voordelen op maar kan ook leiden tot financiële en bestuurlijke risico's. Uit een inventarisatie van risico's bij verbonden partijen blijkt bij enkele verbonden partijen sprake te zijn van een toename van risico's. Door intensieve gesprekken en maatregelen, zowel voor de korte als voor de lange termijn, is getracht de risico's zoveel mogelijk te beperken. Het risicoprofiel wordt gehandhaafd. Doelstelling is om de benodigde financieringsmiddelen op het juiste moment, in de juiste omvang en tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden aan te trekken. Risico’s doen zich voor wanneer dit niet of onvoldoende op elkaar is afgestemd. Door middel van een permanent proces van treasury-beheersmaatregelen bestaat er een betrouwbaar inzicht in de benodigde financieringsmiddelen zowel qua volume als qua looptijden. Ook worden de ontwikkelingen op de rentemarkten nauwkeurig gevolgd.
Risico categorie Juridisch
Subcategorie Algemeen
Toelichting Risico's zijn niet of onvoldoende nakomen van contractuele of andere afspraken en toezeggingen, onzorgvuldig contractbeheer of faillissementen van contractpartners, het onrechtmatig uitvoeren van (Europese) aanbestedingen of verstrekken van geldleningen. Bij aanbestedingen en faillissementen nemen de risico's toe, o.a. door de Wet implementatie rechtsbeschermingrichtlijnen aanbesteden (de Wira) en de toenemende juridisering van het (Europese) aanbestedingsrecht, respectievelijk de toename van faillissementen met name in de bouw en civiele sector.
Algemeen
De gemeente kan aansprakelijk worden gesteld voor schade ontstaan in het openbaar gebied (letselschade, materiële schade, gederfde winst, verzakking bij (bouw) werkzaamheden, achterstallig onderhoud). Te denken valt ook aan aansprakelijkstelling voor schade ontstaan bij evenementen, planschade, onzorgvuldige besluitvorming en verkeerde toepassing van regelgeving. Wet dwangsom en beroep Volgens de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen moet de gemeente, indien zij niet tijdig op een aanvraag voor bijvoorbeeld een vergunning of uitkering beslist, een dwangsom betalen. Dit betekent een risico voor de gemeente. Het op orde hebben van de processen beperkt dit risico. SiSa De gemeente ontvangt allerlei specifieke uitkeringen welke verantwoord dienen te worden via de systematiek van Single Information Single Audit (SiSa). Indien de verantwoording niet of onvoldoende invulling krijgt, loopt de gemeente het risico dat de uitkering niet als een rechtmatige besteding wordt aangemerkt en terugbetaald moet worden. Naast het risico van terugbetaling, bestaat er een financieel risico als gevolg van extra werkzaamheden door de onafhankelijke accountant en/of ambtelijke inzet. Het Rijk heeft de afgelopen twee jaar gewerkt aan het verbeteren van het SiSa-proces waardoor de kans op fouten/terugbetaling is geminimaliseerd.
4.2.4 Relatie risico's en weerstandscapaciteit
In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is bepaald dat het risicoprofiel wordt berekend door aan elke risicocategorie een score toe te kennen, afhankelijk van het aantal risico's binnen die categorie. Vervolgens worden de risico's gewogen, en afhankelijk van de zwaarte van het risico wordt er een wegingsfactor toegekend. In onderstaande tabel zijn de resultaten van de weging zichtbaar aangegeven. Risico categorie Milieu Openeind/sociaal Bouwplannen/bouwprojecten Verbonden partijen Financiering Juridisch Algemeen Totaal = Som toegekende score * weging
Toegekende score 1 2 4 2 1 2 1
Weging risicocategorie 1 2 2 2 2 1 1
Score 1 4 8 4 2 2 1 22
Op basis van een weging behaalt de gemeente Gouda 22 punten. Dit betekent dat het risicoprofiel van de gemeente Gouda als laag-midden wordt gekwalificeerd. Voor deze classificatie wordt een vijfpuntsschaal gebruikt, variërend van laag [0-15], laag-midden [16-22], midden [23-30], midden-hoog [31-37], en hoog [38-48]. Indeling in de categorie laag-midden heeft tot gevolg dat voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit (conform de nota risicomanagement en weerstandsvermogen) wordt uitgegaan van 25% van de algemene uitkering en de belastingcapaciteit. De algemene uitkering bedraagt ruim € 72 miljoen en de belastingcapaciteit € 14 miljoen. De benodigde weerstandcapaciteit bedraagt derhalve 25% van € 86 miljoen = € 21,5 miljoen. De benodigde weerstandscapaciteit van € 21,5 miljoen is hoger dan de beschikbare weerstandscapaciteit van € 11,7 miljoen in 2013.
Jaarstukken 2013
77
Onderstaande tabel geeft meerjarig de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit weer. Omschrijving (bedragen * € 1.000) 1. Vermogenssfeer Vrij besteedbaar deel van de algemene reserves Reserve sociaal domein
2. Exploitatiesfeer Jaarrekeningresultaat ten gunste van de algemene reserve Jaarrekeningresultaat ten laste van de reserve sociaal domein 1e ijkmoment 2013 vrijval reserve NGE 1e ijkmoment 2013 verhuizing bibliotheek Opnieuw beschikbaar stellen van budgetten Overige dotaties/onttrekkingen aan reserve sociaal domein Overige dotaties/onttrekkingen aan algemene reserve Versterking weerstandsvermogen (sparen) Verwachte positieve grondexploitaties
2013
2014
2015
2016
6.148 1.959
10.282 1.396
11.383 1.396
12.585 1.396
383 -1.195
-350
-70
12 1.750
1.250
1.500
151
302
453
12.779 22.000
13.981 21.250
15.864 21.250
3.579 -491 1.047 -352 -72 -140
3. Stelposten Onvoorzien cumulatief 4. Weerstandscapaciteit per 31-12 (1 + 2 + 3) 5. Benodigde weerstandscapaciteit op basis van de risico's
11.678 21.500
Beoordeling weerstandsvermogen In het voorgaande is zowel de beschikbare- als de benodigde weerstandscapaciteit bepaald. In dit onderdeel kan een relatie worden gelegd tussen deze twee eenheden om de ratio te bepalen (de ratio wordt bepaald door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit). Om de ratio te duiden maken wij gebruik van onderstaande waarderingstabel die in samenwerking tussen het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) en de Universiteit van Twente is opgesteld. Waardering A B C D E F
Ratio >2,0 1,4-2,0 1,0-1,4 0,8-1,0 0,6-0,8 < 0,6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Gegeven de ratio van 0,54 betekent dit voor Gouda dat het weerstandsvermogen ruim onvoldoende is. Goed risicomanagement zorgt ervoor dat zowel de kans als de impact van risico's lager worden, zodat mogelijke tegenvallers die ten laste komen van het weerstandsvermogen worden voorkomen en/of worden beperkt. Tegen deze achtergrond heeft de gemeente Gouda flink geïnvesteerd om risicomanagement te professionaliseren. In 2013 is de gemeenteraad geïnformeerd over een meer geavanceerde methode om risico’s te wegen. Hierdoor wordt het mogelijk om risico’s individueel te wegen waarbij nadrukkelijk wordt bekeken wat de kans is en de impact dat het risico zich daadwerkelijk voordoet. Daarnaast worden risico’s in een open dialoog opgehaald en vastgelegd op risicokaarten Deze maatregelen dienen ertoe bij te dragen dat er een stevige verbinding wordt gelegd tussen risico’s en het benodigde weerstandsvermogen.
78
Jaarstukken 2013
4.3 Onderhoud kapitaalgoederen 4.3.1 Inleiding
Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van de jaarrekening. De lasten van het onderhoud van kapitaalgoederen komen op diverse programma's voor. In deze paragraaf is per groep kapitaalgoederen aangegeven waarop het onderhoudsbeleid is gebaseerd en welke middelen hiervoor beschikbaar zijn. Het onderhoudsbeleid is gebaseerd op de volgende door de raad vastgestelde nota's: Nota Nota onderhoud schoolgebouwen Nota onderhoud gemeentelijke gebouwen en objecten Nota kwaliteitsplan openbare ruimte (KOR)
Nota Lange Termijn Investeringen (LTI) Nota beheerplan Groot- en Vervangingsonderhoud (GoVo) Nota verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) Nota onderhoud sporthallen en zwembaden
In onderstaande tabel is het niveau aan lasten samengevat: Omschrijving (bedragen * € 1.000) Onderwijsgebouwen Groot onderhoud Dagelijks onderhoud Gemeentelijke objecten en gebouwen Groot onderhoud Dagelijks onderhoud Openbare ruimte Groot onderhoud via voorziening Groot onderhoud via PPCIP en PPLTI Achterstallig onderhoud (MUP) Dagelijks onderhoud (exploitatie) Rioleringen Totaal lasten exploitatie Sportfaciliteiten Groot en dagelijks onderhoud TOTAAL
Datum vaststelling Vastgesteld op 12-12-2005 Vastgesteld op 13-12-2006 Vastgesteld op 03-10-2005, actualisatie tkn in 2012 naar raad Vastgesteld op 25-05-2011 Vastgesteld op 08-11-2012 Vastgesteld op 22-04-2009 Vastgesteld op 27-06-2005
Begroting 2013
Realisatie 2013
731 112
931 137
1.171 193
1.082 201
8.151 4.917 2.400 9.907
6.782 3.603 2.343 9.545
9.368
9.907
231 37.181
231 34.762
4.3.2 Onderwijsgebouwen
Beleid De gemeente is verantwoordelijk voor onderwijshuisvesting van het primair en voortgezet onderwijs. Die verantwoordelijkheid vertaalt zich in een zorgplicht voor huisvesting en onderhoud. Het onderhoud voor scholen in het voortgezet onderwijs is vanaf 1 januari 2005 gedelegeerd aan de betreffende schoolbesturen. De gemeente is nog wel verantwoordelijk voor het planmatig vervangingsonderhoud van de schoolgebouwen van het primair en speciaal onderwijs. Hiervoor is in 2005 de staat van de gebouwen in beeld gebracht. Op basis daarvan heeft de raad het gewenste onderhoudsniveau vastgesteld (technische staat conditie 4, zeer matige kwaliteit) en is een meerjarig onderhoudsplan opgesteld voor de jaren 2006 tot en met 2015. Om de twee jaar wordt dit meerjarig onderhoudsplan geactualiseerd waarbij per gebouw en per jaarschijf wordt aangegeven welke bouwtechnische onderdelen vervangen moeten worden. In het najaar van 2012 heeft deze actualisatie weer plaats gevonden. De gemeente stelt jaarlijks een programma onderwijshuisvesting vast waarin de jaarplanning en onderhoudsaanvragen van de schoolbesturen zijn opgenomen. Vanaf 1 januari 2009 zijn 14 gemeentelijke gymnastiekzalen afgezonderd en is een dienstverleningsovereenkomst met Sport.Gouda voor 10 jaar aangegaan voor het uitvoeren van het onderhoud. Inmiddels heeft de Minister van OC&W een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd waarin het planmatig vervangingsonderhoud van de gebouwen voor primair en speciaal onderwijs vanaf 1 januari 2015 een verantwoordelijkheid gaat worden van het betreffende schoolbestuur, dat daarvoor dan direct vanuit het ministerie bekostigd zal worden. De algemene uitkering aan de gemeenten wordt dan op dit punt aangepast. Financiële middelen groot onderhoud Jaarlijks is maximaal € 898.000 beschikbaar voor groot onderhoud aan onderwijsgebouwen in het primair onderwijs. Door een jaarlijkse dotatie aan de voorziening worden fluctuaties binnen de voorziening opgevangen. Daarnaast is jaarlijks een bedrag van € 102.000 beschikbaar voor de 14 gymnastiekzalen die in beheer zijn bij Sport.Gouda.
Jaarstukken 2013
79
Eind 2010 zijn de onderhoudsplannen geactualiseerd. Met een actueel onderhoudsplan kan de behoefte aan onderhoudsmiddelen gekoppeld worden aan de onderhoudsbehoefte van schoolgebouwen. Hierdoor wordt een financiële meerjarenplanning via jaarschijven en sturing op onderhoud en middelen mogelijk. Vanaf 2006 wordt de jaarplanning vooral bepaald door de meerjarenonderhoudsplannen. Door een planmatige werkwijze kan het beslag op de onderhoudsvoorziening vooraf beter worden vastgesteld. Het verloop van deze voorziening in 2013 was als volgt: Omschrijving (bedragen * € 1.000) Stand 1 januari 2013 Toevoeging Onttrekking Stand 31 december 2013
Realisatie 2013 93 1.214 931 376
Voorbeelden van onderhoud dat in 2013 aan onderwijsgebouwen is uitgevoerd: ■ Herstraten schoolplein en plaatsen nieuw hekwerk bij de basisschool ’t Palet. ■ Vervangen dakbedekking bij de basisschool De Triangel. ■ Gedeeltelijk vervangen dakbedekking bij de Livingstoneschool ■ Herstraten schoolplein bij het So De Ark. dagelijks onderhoud De gemeente is verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud van bruikleenscholen. Gebruik vindt plaats op basis van medegebruiksovereenkomsten. Voor het onderhoud van de overige onderwijsgebouwen zijn de schoolbesturen zelf verantwoordelijk. Het beheer van gymnastieklokalen wordt zoveel mogelijk aan Sport.Gouda toevertrouwd. In 2013 zijn aan dagelijkse onderhoud de volgende middelen besteed: Omschrijving (bedragen * € 1.000) Budget dagelijks onderhoud
Begroting 2013 91
Na wijzigingen 112
Realisatie 2013 137
4.3.3 Gemeentelijke gebouwen en objecten
Beleid In de afgelopen jaren heeft een behoorlijke inhaalslag van het achterstallig onderhoud plaatsgevonden. Inmiddels kan worden gesteld dat het achterstallig onderhoud is ingelopen. Eind 2012 is de Kadernota Vastgoed 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. In deze nota is onder andere het beleid ten aanzien van het onderhoud van gemeentelijke gebouwen vastgelegd. Het Meerjarig OnderhoudsPlan (MOP) 2014-2019 geeft inzicht in de onderhoudsbehoefte per object, op basis van de in de Kadernota bepaalde onderhoudsniveaus. Het uit te voeren onderhoud wordt per jaar binnen het beschikbare budget geprioriteerd op basis van de conditie van een pand en de daarmee samenhangende risico’s De Goudse Schouwburg kent een eigen onderhoudsvoorziening. Ook voor de Schouwburg is een nieuw meerjarig onderhoudsplan opgesteld. De onderhoudsbehoefte van de Schouwburg is over de hele onderhoudscyclus 2014-2019 aanzienlijk groter dan de jaarlijkse dotatie in de voorziening Schouwburg. De algemene onderhoudsvoorziening biedt ruimte om een extra bijdrage te leveren aan het onderhoud van de schouwburg. Met de schouwburg moeten nog nieuwe afspraken worden gemaakt over de verdeling van de kosten uit het nieuwe meerjarig onderhoudsplan: wat moet voor rekening komen van de eigenaar (gemeente) en welk deel is voor rekening van de huurder (schouwburg)? De verwachting is dat na enkele jaren de gemeentelijke bijdrage aan het onderhoud naar beneden kan worden bijgesteld, omdat de Schouwburg op termijn extra inkomsten zal genereren uit de exploitatie van de bioscoop. Financiële middelen planmatig / groot onderhoud Het planmatig en groot onderhoud wordt in de begroting afgewikkeld via een drietal onderhoudsvoorzieningen (groot onderhoud brandweerkazerne, schouwburg en gemeentelijke objecten) waarvan de dotaties plaatsvinden vanuit de diverse progamma's. Het verloop van deze voorzieningen was in 2013 als volgt: Omschrijving (bedragen * € 1.000) Stand 1 januari 2013 Toevoeging Onttrekking Stand 31 december 2013
Voorbeelden van onderhoud dat in 2013 is uitgevoerd: ■ Stabiliseren van de fundering van de Vrouwetoren ■ Schouwburg: vervangen van alle staalkabels en persbussen van de trekkenwand ■ Schouwburg: upgrade (besturingssysteem, motor, modificatie) van de tourniquet ■ Brandweerkazerne: dakbedekking en boeiborden vervangen
80
Jaarstukken 2013
Realisatie 2013 1.371 1.223 1.082 1.512
■ ■ ■
Brandweerkazerne: straatwerk in en rondom de kazerne vernieuwd Brandweerkazerne: veiligheidsinspectie van de elektrische installatie conform NEN3140 De gemeentelijke vastgoedportefeuille is geïnspecteerd op onderhoudsbehoefte voor de periode 2014-2019
dagelijks onderhoud Voor dagelijks onderhoud (contractonderhoud en klachtenonderhoud) zijn in de programma's 1 en 4 in 2013 aan gemeentelijke panden de volgende middelen besteed: Omschrijving (bedragen * € 1.000) Budget dagelijks onderhoud
Begroting 2013 189
Na wijzigingen 193
Realisatie 2013 201
4.3.4 Openbare ruimte (wegen en kunstwerken, water en groen)
Beleid Met ingang van 2012 zijn bezuinigingen doorgevoerd van € 750.000 op het dagelijks onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Er zijn nieuwe afspraken gemaakt die gebaseerd zijn op het landelijk gangbare beeldkwaliteitssysteem (op basis van CROW-normen). De raad heeft over deze aanpassingen in 2011 besloten. crow
De nieuwe beheerkwaliteit voor de stad is met ingang van 2012 B , met uitzondering van de elementenverharding, deze crow wordt op niveau C onderhouden. Voor het Kernwinkelgebied blijft het onderhoudsniveau van de verharding op niveau crow B . Ook is daar op een hoger niveau het zwerfvuil verwijderd. In april 2011 is de nieuwe nota Lange Termijn Investeringen 2010-2017 door de raad vastgesteld. Op basis van de financiële doorkijk tot 2017 is besloten, naast de investeringen in diverse vervangingselementen, ook de investeringen in bruggen, tunnels en beschoeiingen te activeren. De kapitaallasten worden in mindering gebracht op de dotatie aan de voorziening groot onderhoud openbare ruimte. In vervolg hierop is, mede op verzoek van de provincie, een beheerplan voor groot- en vervangingsonderhoud opgesteld met een doorkijk tot 2020. Het beheerplan is nodig om de maatregelen voor groot- en vervangingsonderhoud en de benodigde financiën, vroegtijdig in beeld te brengen. Dit beheerplan is in het najaar 2012 aan het college en de raad aangeboden. Financiële middelen groot en vervangingsonderhoud openbaar gebied (projectprogrammering, PP) Het groot en vervangingsonderhoud wordt afgewikkeld via de voorziening groot onderhoud openbare ruimte. De dotatie aan de voorziening en de kapitaallasten als gevolg van investeringen CIP is opgenomen in programma 4. Het verloop van deze voorziening was in 2013 als volgt: Omschrijving (bedragen * € 1.000) Stand 1 januari 2013 Toevoeging Extra toevoeging Uitputting Stand 31 december 2013
Realisatie 2013 6.652 6.241 1.473 6.782 7.584
De uitputting van het PP is verlaagd doordat de projectkosten van de in 2013 uitgevoerde en te activeren projecten niet op de exploitatiebegroting drukken. Deze projectkosten (circa € 1,5 miljoen) worden geactiveerd en de afschrijving en rentelasten komen ten laste van de voorziening groot onderhoud. Daarnaast is sinds 2008, na verlaging van de jaarlijkse dotatie, een structureel CIP krediet voor een deel van het vervangingsonderhoud van € 1,28 miljoen beschikbaar. De kapitaallasten hiervan komen ten laste van de algemene middelen. Voorbeelden van vervangingsonderhoud dat in 2013 is uitgevoerd: ■ Herstellen van diverse asfaltdeklagen ■ Vervangen Tiendewegbrug ■ Vervangen dek St. Jansbrug ■ Herstel draaibrug Oostlangekade ■ Voorbereiden vervangen kademuur Walvisstraat ■ Vervangen houten fiets-/voetbruggen ■ Vervangen beschoeiingen ■ Vervangen speelvoorzieningen ■ Vervangen armaturen openbare verlichting ■ Ophogen en herinrichten Sophiastraat e.o. ■ Ophogen en herstel 2e Moordrechte Tiendweg ■ Ophogen en herstraten Willem de Zwijgersingel/Johan de Wittlaan De raad heeft in 2011 de nota Lange Termijn Investeringen vastgesteld en besloten tot het kapitaliseren van een aantal vervangingsinvesteringen. Hiervoor zijn, voor een aantal jaren, kredieten op het CIP opgenomen. De daarmee samenhangende kapitaallasten worden in mindering gebracht op de dotatie aan de voorziening groot onderhoud openbare ruimte.
Jaarstukken 2013
81
herstel zakkende bodem (meerjaren uitvoeringsprogramma, MUP) In 2010 is een aangepaste meerjarenraming opgesteld voor het uitgeven van de middelen voor achterstallig onderhoud. In deze meerjarenraming is het bestedingsritme voor de jaren 2011 tot en met 2015 opgenomen. Volgens deze planning zijn de middelen voor achterstallig onderhoud (zakkende bodem) medio 2013 uitgeput. De ophoogprojecten lopen gelijk met deze planning. Omschrijving (bedragen * € 1.000) Stand 1 januari 2013 Toevoeging Toevoeging als gevolg bijdrage derden Onttrekking Stand 31 december 2013
Realisatie 2013 5.487 0 0 2.343 3.144
Voorbeelden van projecten waaraan in 2013 is gewerkt: ■ Uitvoering aanleg rotonde Thorbeckelaan / Bodegraafsestraatweg ■ Uitvoering Vreewijk Noord, gedeeltelijk ophogen en herinrichten ■ Uitvoering ophogen/herinrichten Bleulandweg / Büchnerweg e.o. dagelijks onderhoud Voor het uitvoeren van het dagelijks onderhoud zijn de volgende middelen in de programma's 4, 5 en 6 beschikbaar: Omschrijving (bedragen * € 1.000) Wegen Water Groen
Begroting 2013 6.629 564 3.028
Na wijzigingen 6.314 564 3.028
Realisatie 2013 6.017 555 2.972
Voorbeelden van dagelijks beheer en onderhoud dat in 2013 is uitgevoerd: ■ Diverse reparaties aan wegen en riolen ■ Reinigen openbare ruimte ■ Groenonderhoud openbare ruimte en onderhoud sportvelden ■ Snoeiwerkzaamheden aan bomen in de stad ■ Oplossen van diverse meldingen van burgers ■ Levering van diverse adviezen en rapportages
4.3.5 Riolering
Beleid In april 2009 is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) 2009-2013 (incl. een uitkijk en planning over de lange termijn) door de gemeenteraad vastgesteld. Het VGRP sluit aan bij het waterbeleid van de Europese Unie, de rijksoverheid, de provincie Zuid-Holland, de waterschappen en van Gouda zelf. De hoofddoelen zijn duurzame bescherming van de volksgezondheid, handhaving van een goede kwaliteit van de leefomgeving en duurzame bescherming van natuur en milieu. Het VGRP richt zich daarbinnen op het in 2015 voldoen aan: de Europese Kaderrichtlijn Water (beperking emissies naar het oppervlaktewater en een gezonde ecologische toestand), Wet Bodembescherming (dichten lekkages naar grondwater), CUWVO en Uitvoeringscontract Hollandsche IJssel (nagenoeg geen overstortingen meer op de Hollandsche IJssel), 4e nota water (afkoppelen regenwater van afvalwater, nu komen ze in het riool bij elkaar) en Leidraad riolering Gouda (goed functionerend rioolstelsel). In 2013 heeft een evaluatie van het vGRP 2009 - 2013 plaatsgevonden. Op basis van deze evaluatie en de toekomstige opgave is in 2013 gewerkt aan het GRP 2014 - 2018. Het nieuwe GRP wordt in 2014 aan de raad ter vaststelling voorgelegd. Financiële middelen In het gemeentelijke rioleringsplan zijn jaarlijkse bedragen opgenomen per onderhouds- of vervangingscategorie, die nodig zijn voor de uitvoering van het plan. Middelen benodigd voor zowel achterstallig als groot onderhoud, kapitaallasten van vervangingsinvesteringen en dagelijks onderhoud zijn hierin bij elkaar genomen. Het totaal van deze bedragen is gelijk aan het totaal dat aan gemeentelijke rioleringsheffing zal worden ontvangen. Verschillen in de realisatie worden via de tariefsegalisatievoorziening verrekend. De kosten van riolering zijn de komende jaren hoog omdat er gescheiden rioleringssystemen worden aangelegd. Omdat de kosten gedekt worden door de rioolheffing is de heffing in Gouda ook relatief hoog. Vanaf 2011 wordt een deel van de kosten straatreiniging toegerekend aan riolering omdat schonere straten een kostenreducerend effect hebben op de kosten van het rioolonderhoud. Gebleken is dat het in het GRP 2009-2013 geplande uitvoeringstempo investeringen niet gehaald wordt. Het uitvoeringstempo is in de achterliggende periode van vier jaar lager geweest dan gecalculeerd, gemiddeld € 9,125 miljoen.
82
Jaarstukken 2013
Het aangepaste uitvoeringstempo heeft een bijstelling van de rioolheffing in 2012 mogelijk gemaakt, deze daalde toen met 14%. In 2013 bedroegen de investeringen in riolen € 10,351 miljoen. Jaarlijks worden aanscherpingen in de planning verwerkt in het meerjarige bestedingsritme. De jaarlijkse fluctuaties tussen de kosten en opbrengsten worden via een tariefsegalisatievoorziening met elkaar verrekend. Omschrijving (bedragen * € 1.000) Stand 1 januari 2013 Exploitatielasten (incl BTW) Opbrengst rioolheffing Stand 31 december 2013
Realisatie 2013 12.153 9.907 8.504 10.750
Voorbeelden van rioleringsonderhoud dat in 2013 is uitgevoerd: ■ Nieuwe Park / Winterdijk ■ Korte Akkeren, grootschalige rioolvervanging ■ Vervangen riool Peperstraat ■ Diverse rioolreparaties ■ Groot onderhoud aan rioolgemalen ■ Voorbereiden deelprojecten Afvalwater Transportsysteem (ATS) ■ Aanleg ATS Bosweg
4.3.6 Sportgebouwen
Beleid De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de sporthallen, gymnastieklokalen en de zwembaden in Gouda. In juni 2005 heeft de gemeenteraad de nota onderhoud sporthallen en zwembaden vastgesteld. Daarin is voor de sporthallen gekozen voor een goed onderhoudsniveau (preventief planmatig onderhoud, waarbij het onderhoud specifiek gericht is op de veiligheid, het instandhouden van het bedrijfsproces en het voldoen aan wet- en regelgeving) en een minimaal onderhoudsniveau voor de zwembaden. Sinds 1 mei 2013 is het nieuwe zwembad geopend. De oude zwembaden zijn gesloten. In de afspraken rondom het nieuwe zwembad is het onderhoudsniveau voor het zwembad vastgesteld op onderhoudsstrategie c (zie nota onderhoud sporthallen en zwembaden juni 2005). Bij deze onderhoudsstrategie worden alleen de urgente manifeste gebreken verholpen (correctief onderhoud). Dit wordt zo uitgevoerd dat de openstelling van de accommodatie gegarandeerd is. Met de verzelfstandiging van de afdeling sport is ook de uitvoering van het groot en dagelijks onderhoud overgegaan naar Sport.Gouda BV. Financiële middelen Voor het onderhoud is in programma 6 € 231.000 opgenomen als onderdeel van de dienstverleningsovereenkomst met Sport.Gouda. Dit bedrag is gebaseerd op het in de nota onderhoud sporthallen en zwembaden gekozen onderhoudsniveau. groot onderhoud Het meerjaren onderhoudsplan is voor 15 jaar opgesteld. dagelijks onderhoud Het contractonderhoud (jaarlijkse onderhoudsbeurten van installaties, schilderwerk, servicecontracten voor de lift) en het klachtenonderhoud maken deel uit van de meerjaren onderhoudsplannen.
Jaarstukken 2013
83
4.4 Financiering 4.4.1 Inleiding
De treasuryfunctie bestaat uit de taakvelden cashmanagement, financiering, en renterisicobeheer met als doel de organisatie te voorzien in de behoefte aan vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s. Het financieringsbeleid van de gemeente Gouda is dat binnen de kaders die door de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) worden gesteld bij een normale rentestructuur maximaal gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om de benodigde financieringsmiddelen met een korte looptijd aan te trekken. Als kaders worden onderscheiden: de kasgeldlimiet die het renterisico op de korte schuld moet beperken en de renterisiconorm die het renterisico op de vaste schuld moet beperken. De treasuryfunctie is ondergebracht bij de afdeling Financiën en omvat 0,6 fte. In de paragraaf financiering van de jaarstukken wordt verslag gedaan in hoeverre de in de programmabegroting uitgesproken verwachtingen en ontwikkelingen zijn uitgekomen.
4.4.2 Ontwikkelingen 2013
Aangepaste wetgeving In het najaar van 2013 is in de Wet financiering decentrale overheden een aantal wijzigingen van kracht geworden zoals de invoering van het schatkistbankieren dat decentrale overheden verplicht om overtollige liquiditeiten boven een bepaalde grens af te storten bij het Rijk. Deze nieuwe regelgeving zal in de loop van 2014 worden vertaald naar aanpassingen in het treasurystatuut en het treasuryhandboek. Externe ontwikkelingen De stagnerende economische ontwikkelingen in de Eurozone en de gevolgen van de financiële crisis die eind 2008 ontstond zijn in 2013 nog steeds van invloed geweest op de ontwikkeling van de rentetarieven. De rente op de kapitaalmarkt bleef het gehele jaar 2013 op een historisch laag en redelijk constant niveau. Datzelfde kan gesteld worden voor de rente op de geldmarkt (de korte rente). Ontwikkeling geldmarktrente juli 2012-december 2013
In de begroting 2013 was ten aanzien van de funding van de financieringsbehoefte 2013 door middel van vaste geldleningen uitgegaan van een rentepercentage van 3,60%. Ontwikkeling 20-jaars rente juli 2012 - december 2013
In de begroting 2013 is aangegeven dat we een deel van onze financieringsbehoefte financieren met kortlopende middelen. Uitgangspunt was dat deze middelen zouden kunnen worden aangetrokken tegen een rentepercentage van gemiddeld 1,50%.
84
Jaarstukken 2013
Interne ontwikkelingen Ook in 2013 is de rente op zowel de geldmarkt als op de kapitaalmarkt laag gebleven. Dit had tot gevolg dat we onze financieringsbehoefte in 2013, evenals in 2012, resulterend in het aantrekken van vreemd vermogen, tegen een lagere rente konden realiseren dan begroot. Ter dekking van de structurele financieringsbehoefte is in 2013 voor in totaal € 57,8 miljoen aan langlopende geldleningen aangetrokken. Het betreffen een lening van € 27,8 miljoen met een looptijd van 10 jaar tegen 2,50% en een lening van € 30,0 miljoen met een looptijd van ruim 1 jaar tegen 0,52%. Laatstgenoemde lening wordt op 29 december 2014 omgezet in een 20-jarige geldlening met een rentepercentage 3,225%. Ter dekking van de financieringsbehoefte is in 2013 een mix gezocht tussen langlopende geldleningen en uiterst goedkope korte financieringsmiddelen. Dit laatste is vertaald naar het afsluiten van diverse kasgeldleningen met korte looptijden, meestal een maand. Op 31 december 2013 liep er geen kasgeldlening meer. Op 31 december 2013 is door Woonpartners Midden-Holland een tweetal aan hen verstrekte langlopende geldleningen vervroegd afgelost. Het schuldrestant van beide leningen bedroeg in totaal € 6,4 miljoen. Dit bedrag zal worden aangewend ter dekking van de meerjarige financieringsbehoefte en zal ertoe leiden dat in 2014 minder vreemd vermogen aangetrokken hoeft te worden dan eerder was voorzien.
4.4.3 Evaluatie van het risicobeheer
Dit in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) voorgeschreven onderdeel geeft inzicht in het risicoprofiel van de gemeente Gouda. Hierin worden de onderstaande risico's nader geanalyseerd: ■ renterisicobeheer; ■ kredietrisicobeheer. Renterisicobeheer In onderstaand overzicht wordt aangegeven of de gemeente Gouda zich in 2013 gehouden heeft aan de uit de Wet Fido voortvloeiende toetsingscriteria kasgeldlimiet, renterisiconorm en schatkistbankieren. Kasgeldlimiet, renterisiconorm en norm schatkistbankieren Bedragen * € Begroting 2013 1.000 Norm kasgeldlimiet 16.830
Renterisiconorm
39.600
Norm Niet in begroting Schatkistbankieren
Realisatie 2013
Toelichting
Voldaan aan norm De Wet Fido begrenst via de kasgeldlimiet het maximale bedrag aan vlottende schuld. Het is niet toegestaan 3 kwartalen achtereen de e kasgeldlimiet te overschrijden. In 2013 is de kasgeldlimiet in het 1 en het e 2 kwartaal overschreden. Door middel van consolidatie van vlottende schuld medio 2013 is over het derde kwartaal vervolgens weer aan de norm voldaan. Over het vierde kwartaal is de kasgeldlimiet wederom overschreden hetgeen in het eerste kwartaal 2014 weer teniet is gedaan. Voldaan aan norm De Wet Fido begrenst via de renterisiconorm het maximale bedrag dat in enig jaar op de opgenomen langlopende geldleningen mag worden afgelost of renteherziening mag ondergaan. Over 2013 bedroeg ons werkelijk renterisico in dit verband € 22.485 Voldaan aan norm Ingaande 16 december 2013 diende te worden voldaan aan de norm schatkistbankieren. Deze norm houdt in dat de gemeente gehouden is overtollige liquiditeiten boven een bepaalde norm (tijdelijk) af te storten bij het Rijk. Over de tweede helft van december 2013 bedroeg onze norm € 1.485 credit terwijl er in deze periode sprake was van een gemiddelde debetstand van € 3.562
Kredietrisicobeheer De gemeente Gouda heeft middelen uitstaan waarover in meer of mindere mate kredietrisico wordt gelopen. Onderstaande tabel geeft inzicht in de aard van de uitzettingen per 31 december 2013. Bedragen * € 1.000 Publieke taak Leningen aan verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen Leningen aan woningbouwcorporaties met WSW-garantie Prudent beheer Uitzettingen bij financiële instellingen (A+ rating en hoger) Overige (semi-)overheidsinstellingen Overige toegestane instellingen Overige niet toegestane instellingen Totaal
Begroting 2013
Realisatie 2013
184 6.715
174 354
2.827 0 2.515 0
2.827 13.500 1.229 0
12.241
18.085
Jaarstukken 2013
85
Eerder in deze paragraaf is aangegeven dat per 31 december 2013 een niet begrote extra aflossing van € 6,4 miljoen op aan woningcorporaties verstrekte leningen heeft plaatsgevonden. Vanaf 2013 wordt financiering verstrekt aan het Bedrijvenschap Regio Gouda, een overheidsinstelling in het kader van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze financiering bedroeg per 31 december 2013 € 13.500.000. Bij de totstandkoming van de gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap Regio Gouda in 1995 heeft de raad ingestemd met het (eventueel) financieren van dit schap door de gemeente Gouda. Dat dit daadwerkelijk ook zou gaan plaatsvinden was bij het opstellen van de begroting 2013 nog niet bekend. De verstrekte geldleningen aan overige toegestane instellingen bestaat uit de voorgefinancierde middelen in relatie tot de samenwerkingsovereenkomst Westergouwe. De vertraging in de ontwikkeling heeft ertoe geleid dat het tot en met 2013 voorgefinancierde bedrag achterblijft bij hetgeen bij de totstandkoming van de begroting 2013 was voorzien.
4.4.4 Gemeentefinanciering
In onderstaande tabel worden de mutaties in de leningportefeuille o/g aangegeven. Tevens kan uit de tabel de gemiddelde rentevoet van het lange vreemd vermogen worden afgeleid. Deze is in 2013 wederom gedaald als gevolg van de lage rentetarieven waartegen nieuw vreemd vermogen werd aangetrokken. Ontwikkeling in de leningportefeuille o/g in 2013 Bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari 2013 Nieuwe aangetrokken leningen Contractuele aflossingen Rente aanpassing (oud percentage) Rente aanpassing (nieuw percentage) Stand per 31 december 2013
Begroting 2013 291.180 60.000 16.681 1.434 1.434 334.499
Realisatie 2013 271.180 57.800 15.681 1.434 1.434 313.299
Gemiddelde rente 4,09 % 2,87 % 4,45 % 5,23 % 2,58 % 4,03 %
In 2013 is in totaal € 57,8 miljoen aan nieuwe langlopende geldleningen aangetrokken: ■ € 27,8 miljoen ter financiering van de boekwaarde van de nog niet in exploitatie genomen gronden in Westergouwe; ■ € 30,0 miljoen ten behoeve van de reguliere financieringsbehoefte 2013. De omvang van de langlopende leningenportefeuille per 31 december 2013 is € 21 miljoen lager dan waarvan in de begroting 2013 werd uitgegaan. De oorzaak hiervoor vindt zijn grondslag in het jaar 2012. Bij het opstellen van de begroting 2013 was niet te voorzien dat de omvang van de portefeuille per 1 januari 2013 € 20 miljoen lager zou uitvallen dan geraamd op basis van de financieringsbehoefte 2012.
4.4.5 Uitzettingen
In onderstaande tabel worden de mutaties in de leningportefeuille u/g aangegeven. Verder is uit de tabel het gemiddeld rendement op deze uitzettingen af te leiden. De tabel sluit aan bij de tabel waarin het kredietrisico op de uitzettingen wordt vermeld. Bedragen * € 1.000 Stand per 1 januari 2013 Nieuwe leningen in 2013 Contractuele aflossingen Extra aflossingen Stand per 31 december 2013
Begroting 2013 14.695 10.218 12.671 0 12.241
Realisatie 2013 19.277 6.584 1.415 6.361 18.085
Gemiddelde rente 3,72 % 0,77 % 7,12 % 7,16 % 1,05 %
De toename van per saldo € 5,8 miljoen komt door: ■ het verstrekken van financiering aan het Bedrijvenschap Regio Gouda (BRG) (€ 13,5 miljoen); ■ de vervroegde aflossing van een tweetal verstrekte geldleningen aan een woningcorporatie (€ 6,4 miljoen); ■ de afname van het financieringsarrangement Westergouwe (€ 0,6 miljoen); ■ overige reguliere aflossingen (€ 0,7 miljoen). De daling van de gemiddelde rente tot 1,05% wordt veroorzaakt doordat de financiering aan het BRG plaatsvindt tegen 1 maands Euribor + 0,50%. Per 31 december 2013 bedroeg dit in totaal 0,70%. De aan het BRG verstrekte financiering wordt door de gemeente Gouda overigens ook weer tegen geldmarktrente bij de BNG geleend, globaal tegen het 1 maands Euribor tarief. De bedragen in de tabel hebben betrekking op uitzettingen met verschillende looptijden. In de balans en de toelichting daarop wordt onderscheid gemaakt tussen uitzettingen met een rentetypische looptijd tot 1 jaar en uitzettingen met een rentetypische looptijd vanaf 1 jaar. Om deze reden zijn de in de tabel vermelde bedragen niet één op één uit de balans te herleiden.
86
Jaarstukken 2013
4.4.6 Saldo en liquiditeitenbeheer
Het saldo- en liquiditeitenbeheer vindt plaats aan de hand van een liquiditeitsplanning die permanent wordt onderhouden op basis van de meest actuele informatie; deze planning heeft een horizon van ongeveer 2 jaar. Op grond hiervan worden financieringsbeslissingen op korte termijn genomen zoals het aantrekken van kasgeld (kortstondige leningen met een looptijd tot 1 jaar) of het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen in termijndeposito's. Door de op korte termijn benodigde of overtollige financieringsmiddelen zowel qua volume als qua tijd betrouwbaar in beeld te hebben, kunnen deze zo profijtelijk mogelijk worden aangetrokken of uitgezet.
Jaarstukken 2013
87
4.5 Bedrijfsvoering 4.5.1 Inleiding
Maatschappelijke effecten en productie worden gemeten om te bewaken of producten en doelstellingen binnen de gestelde kaders gerealiseerd worden en om indien nodig bij te sturen. De bedrijfsvoering heeft als doel het zo optimaal mogelijk ondersteunen en uitvoeren van de programma's. In de praktijk moet dit tot uiting komen in het goed bedienen van de klanten van onze gemeente, interne en externe processen efficiënt te laten verlopen en zorgvuldige besluitvorming te garanderen.
4.5.2 Organisatieontwikkeling
Verbeteren dienstverlening In 2013 is de dienstverlening in het Huis van de Stad doorontwikkeld. Zo is er veel aandacht besteed aan het optimaliseren van de ontvangst en doorgeleiding van de bezoekers. Naast de reguliere dienstverlening vinden er ook tal van evenementen en activiteiten plaats die deze uitgangspunten ondersteunen. In 2013 waren dit er ruim 100, goed voor circa 6000 deelnemers. In relatie tot de aankomende decentralisaties is in 2013 het programma Antwoord© gestart. De focus ligt hierbij op het “in één keer goed principe”, het elimineren van overbodige processtappen en het verbeteren van de informatievoorziening. Overgang Stadstoezicht naar Veiligheid en Wijken Per 1 oktober 2013 maakt het organisatieonderdeel Stadstoezicht deel uit van de afdeling Veiligheid en Wijken. De samenvoeging is ingegeven vanuit de gedachte dat hiermee het (veiligheids-)beleid, zoals dat binnen de afdeling Veiligheid en Wijken wordt vormgegeven en de uitvoering bij Stadstoezicht beter op elkaar gaan aansluiten. Herpositionering van de bestuursondersteunende en communicatie functie Ontevredenheid over de output van de voormalige afdeling BenC heeft geleid tot de opsplitsing in een nieuwe afdeling Bestuursondersteuning rechtstreeks onder de directie en in een nieuwe afdeling Communicatie onder de directie-eenheid Dienstverlening. Relevant vraagstuk was de spanning tussen het werken voor het college en de hiërarchische positie in ‘de lijn’. Dit spanningsveld was mede de oorzaak van de onduidelijke opdrachtstructuur. Doorontwikkeling van de afdeling Locatieontwikkeling inclusief Wijkontwikkeling en het Stafbureau van de directie-eenheid Ruimtelijke Ontwikkeling. Het werk voor het team projectmanagement bij de afdeling Locatieontwikkeling loopt de komende jaren verder terug. Oorzaak is dat de bestaande projecten steeds verder in de uitvoering komen en worden opgeleverd of stopgezet. Door de aanhoudende crisis in onder meer het vastgoed komen er weinig nieuwe projecten bij. De terugloop van projecten heeft ook gevolgen voor de in te zetten capaciteit vanuit het Stafbureau RO op het gebied van planningen. De gevraagde capaciteit voor deze werkzaamheden loopt terug. Als gevolg hiervan werden acht personen benoemd als herplaatsingkandidaat. Bouw- en woningtoezicht naar ODMH Per 1 juli 2013 zijn de taken van de afdeling Bouw- en woningtoezicht uitgeplaatst naar de Omgevingsdienst MiddenHolland. Dit past binnen de visie van Gouda als regiegemeente en de landelijke ontwikkeling.
4.5.3 Personeel
Operatie DOS Naar aanleiding van de tegenvaller (ter hoogte van € 1,8 miljoen) in de meicirculaire voor 2013, is besloten tot de Operatie DOS (‘Doorgaan of Stoppen’). De Operatie DOS was erop gericht het tekort voor 2013 te beperken. Daartoe is een maatregelenpakket uitgewerkt. Als onderdeel van het maatregelenpakket werd besloten een aantal personeelgerelateerde budgetten (zoals het budget voor opleiden en sfeerbevordering) te "bevriezen". Goudse Gedragscode In 2013 werd de ambtelijke ‘Goudse gedragscode 3.0’ vastgesteld. De Gedragscode is bedoeld om de regels en dilemma’s over integriteit met elkaar bespreekbaar te maken. Door publicaties op Tera en bespreking in afdelingsoverleggen werd aandacht besteed aan deze code. Handleiding plaatsonafhankelijk werken Door een wijziging in het Arbobesluit is het begrip thuiswerken ruimer gedefinieerd en is de handreiking thuiswerken omgezet in een handreiking plaatsonafhankelijk werken. Vacatures en stageplaatsen Het aantal vacatures in 2013 bedroeg acht, dit zijn er 15 minder dan vorig jaar. Twee zijn vervuld door interne medewerkers en zes door externe werving. Er stroomden dit jaar vier medewerkers in en 37 medewerkers verlieten de gemeentelijke organisatie. 33 medewerkers stroomden door naar een andere functie binnen de organisatie. Net als in 2012 hebben we actief stagiairs geplaatst binnen de afdelingen. In 2013 vonden 36 stagiairs een plek in onze organisatie.
88
Jaarstukken 2013
Arbeidsomstandigheden Eén jaar na intrek in het Huis van de Stad is er een belevingsonderzoek onder de medewerkers gehouden. De uitkomsten waren overwegend positief. In december 2013 is gestart met aanpassingen ter voorkoming van warmte- en koudeklachten. Daarnaast is een aparte bezoekersbalie ingericht en zijn de richtlijnen voor toegang tot het gebouw - en daarmee tot een verbetering van de doorstroming - versoepeld. In 2013 kwam agressie tegen ambtenaren regelmatig voor. In 2013 is om die reden het project ‘Emotie mag, agressie niet’ gestart. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim over 2013 bedroeg 4,2% bij een meldingsfrequentie van 1,3%. In 2012 was het verzuim 4,0% en de frequentie van 1,4%. De oorzaak van de lichte stijging is gelegen in enerzijds een toegenomen werkdruk en anderzijds een langdurigere griepperiode. Formatie en inhuur derden Het jaar is afgesloten met een bezetting van 418 fte. Een daling van 31 fte. Het aantal medewerkers nam af met 39. Bezetting Gemeente Gouda Aantal medewerkers Gemeente Gouda Aantal gedetacheerden Totaal aantal medewerkers
31 december 2012 449 fte 514 20 534
31 december 2013 418 fte 475 18 493
Afname 31 fte 39 2 41
De overgang eind juni van de afdeling Bouw- en woningtoezicht naar de regionale uitvoeringsdienst ODMH en het feit dat uitermate terughoudend is omgegaan met het extern invullen van vacatures, zijn de belangrijkste redenen van de afname van de formatie en de bezetting. In 2013 vond er voor een bedrag van circa € 4.630.000 inhuur van externen plaats. Dit betekent een daling van circa € 1,6 miljoen ten opzichte van 2012. Toen bedroeg de inhuur € 6.299.000. De inhuur over 2012 en 2013 kan als volgt worden verdeeld: Omschrijving (bedragen in €) Inhuur wegens vacatures, ziekte, extra inzet e.d. Inhuur voor projecten, werken en specifieke producten TOTAAL
2012 658.000 5.641.000 6.299.000
2013 383.000 4.247.000 4.630.000
4.5.4 Informatisering en automatisering
Dit onderdeel betreft het "Meerjaren innovatie-, vervangings- en onderhoudsplan", onderzoek en informatie en documentaire informatie. Meerjaren innovatie-, vervangings- en onderhoudsplan (MIVOP) In 2013 is de doelstelling “tijd, plaats- en papieronafhankelijk werken” verder gehaald door de afronding van projecten, zoals telefonie, audiovisuele middelen en projecten die het nieuwe Werken (werkplekonafhankelijk) en het papierloos vergaderen ondersteunen. Wat de implementatie-agenda Dienstverlening en e-Overheid aangaat, zijn 75% van de NUP-bouwstenen geïmplementeerd. De gemeente Gouda blijft behoren tot de top-5 van gemeenten wat betreft de implementatie van deze agenda. Onderzoek en informatie In 2013 is voor de eerste keer een evaluatie Huis van de Stad uitgevoerd. Verder zijn het medewerkertevredenheidsonderzoek en de evaluatie audit-commissie in eigen beheer uitgevoerd. Voorts is bijgedragen aan de Antwoord-projecten ‘klantvraaganalyse’ en ‘geheugen van Gouda’ en zijn de bewonersenquête en de wijkanalyses belangrijke terugkerende onderzoeken. Documentaire informatievoorziening Met de ontwikkeling van het programma "Geheugen van Gouda”, is een aanloop genomen om de doelstelling papieronafhankelijk, digitaal archief en substitutie, in de komende jaren te realiseren. Het reduceren van het semi-statisch archief gaat door schoning en overbrenging naar het nieuwe depot gestaag door.
4.5.5 Financieel beheer
Met betrekking tot het financieel beheer kan onderstaande gemeld worden: Verbijzonderde interne control Binnen de gemeente Gouda is het uitgangspunt om de interne controle (IC) zoveel mogelijk ‘in de lijn’ te organiseren, dat wil zeggen bij de betrokken (proces)medewerkers op de vakafdelingen. Dit wordt ook vaak aangeduid als de
Jaarstukken 2013
89
e
e
1 lijnscontrole. In 2013 is ingezet op het verder versterken van de 1 lijnscontrole. Daarnaast kent Gouda ook de e e verbijzonderde interne controle (VIC), ofwel een 2 lijnscontrole. De bevindingen van de 2 lijnscontrole worden primair gebruikt door de organisatie om processen in control te hebben en houden. Daarnaast steunt de onafhankelijke accountant op de bevindingen die uit deze onderzoeken naar voren komen. Tijdens de interim controle in oktober 2013 heeft PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. zich een beeld gevormd van de interne beheersing en heeft in zijn onderzoeksverslag (Boardletter) opgenomen dat de interne beheersing in opzet van een goed niveau is om te komen tot een betrouwbare jaarrekening. Single information en Single audit (SiSa) Specifieke uitkeringen worden verantwoord in de SiSa-bijlage in de jaarrekening. Voor 2013 gaat het om 9 specifieke uitkeringen. Zie daarvoor hoofdstuk 7 waarin de SiSa-bijlage is opgenomen. Er is gecontroleerd op volledigheid en rechtmatigheid door de organisatie en door de onafhankelijke accountant bij de jaarcontrole. Binnen de SiSa zijn in 2013 door BZK wijzigingen doorgevoerd op het gebied van regelgeving, proces en documenten om het SiSa-systeem te versterken en de werking te verbeteren. Na besluitvorming door de gemeenteraad over de jaarstukken wordt de SiSabijlage aangeleverd aan het CBS. 213a onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid De gemeente Gouda heeft in 2013 twee doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken uitgevoerd, op basis van het interne controleplan 2013. Daarnaast zijn er onderzoeken uitgevoerd in het kader van de lean pilot die in 2013 is opgestart. 1e onderzoek verantwoordingsproces specifieke uitkeringen Centrale vraag in het onderzoek was of het verantwoordingsproces van specifieke uitkeringen betrouwbaar is en effectief en efficiënt is ingericht. De algemene conclusie is dat het verantwoordingsproces bij specifieke uitkeringen in opzet en werking ordentelijk verloopt. Wel zijn er enkele aandachtspunten en aanbevelingen benoemd vooral over het proces (stroomlijnen aan de voorkant) en inrichting (uniforme dossieropbouw). 2e onderzoek aansturing van verbonden partijen Het onderzoek is gebaseerd op een discussienota van de gemeenten in Hollands Midden (Sturen op Verbonden Partijen) en is uitgevoerd bij drie gemeenschappelijke regelingen van de gemeente. In deze notitie wordt samenwerking belicht op vier niveaus, zogenaamde arrangementen. De algemene conclusie luidt dat het model in potentie toepasbaar is om het huidige niveau van de regie op en de samenwerking met verbonden partijen te verhogen. De belangrijkste aanbeveling is dat de betrokkenheid en sturing aan de voorkant verbeterd kan worden door het instellen van gezamenlijke ambtelijke governmentteams (AGT). Pilot Lean-processen In 2013 zijn drie processen – te weten factuurafhandeling, baliebezoek HvdS en aanvragen levensonderhoud (WWB) aan de hand van de zogenaamde ‘lean-methode’ doorgelicht. Dit heeft geresulteerd in de doorontwikkeling van de digitale factuurafhandeling, scheiding van de bezoekersstromen in het HvdS en het verkorten van het aantal processtappen in het proces aanvragen levensonderhoud. In 2014 wordt doorgegaan om volgens deze methode processen door te lichten op efficiëntie en effectiviteit.
4.5.6 Signalen van burgers
Bezwaarschriften Inwoners van Gouda hebben de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen tegen een besluit van de gemeente. Het aantal bezwaarschriften is sinds 2009 vrij stabiel; het gaat jaarlijks om rond de 400 nieuwe bezwaarschriften. Een structurele informele aanpak Al enkele jaren zoeken we bij de behandeling van bezwaarschriften zoveel mogelijk naar een snelle en adequate reactie. Samen in gesprek om te bespreken wat de beste aanpak van een bezwaarschrift is. Persoonlijk contact, afspraken maken en afspraken nakomen is essentieel. Dit doen we met behulp van de inzet van mediationvaardigheden: open houding, eerlijk en nieuwsgierig naar wat er écht speelt en welke oplossingen er mogelijk zijn, zowel vanuit de gemeente als vanuit de burger zelf. Dit vergroot de tevredenheid van burgers over de gemeentelijke dienstverlening en vermindert juridische procedures. e
Over mediation gesproken: Gouda behaalde in 2013 de 2 prijs voor het Project Bel en Win! Dit is een project in het kader van Prettig Contact met de Overheid. Bij vrijwel alle bezwaarschriften biedt de gemeente de mogelijkheid van informele behandeling. In 2013 werd, evenals in voorgaande jaren, in de helft van de gevallen het bezwaarschrift informeel afgewikkeld.
90
Jaarstukken 2013
Overzicht van het aantal ontvangen en afgehandelde bezwaarschriften 2009 Nog te behandelen op 1-1 101 Ingekomen 382 Totaal 483 Afgehandeld 383 Nog te behandelen op 31-12 100 Specificatie van afgehandelde bezwaarschriften 2013 (gedeeltelijk) Gegrond Ongegrond Niet-ontvankelijk Informeel afgedaan Totaal
2010
100 376 476 398 78
2011
78 397 475 380 95
aantal
2012
11 95 24 163 293
95 379 474 415 59
2013
59 371 430 293 137
in % van het totaal 4% 32% 8% 56% 100%
Jaarstukken 2013
91
4.6 Verbonden partijen 4.6.1 Inleiding
De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de relaties van de gemeente in derde rechtspersonen waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend en financiële belangen gemoeid zijn. Verbonden partijen is een manier om een bepaald beleidsvoornemen uit te voeren; het aangaan van verbonden partijen komt altijd voort uit het publiek belang. Gezien het belang van de verbonden partijen in de realisatie van de doelstellingen van de gemeente is het noodzakelijk inzicht te geven in deze partijen.
4.6.2 Gemeenschappelijke regelingen 4.6.2.1 ISMH / De Nieuwe Regio 2.1
Openbaar belang en visie De regionale samenwerking behoeft meer slagkracht. Dit betekent onder meer dat de regionale samenwerking niet beperkt blijft tot het geografisch gebied van Midden Holland. In lijn met de visie op de Nieuwe Regio 2.1 en het advies van de Commissie Hendrikx is de bestuurlijke samenwerking in de driehoek Alphen aan den Rijn – Gouda – Woerden geïntensiveerd. Deze samenwerking heeft tot doel te komen tot een gemeenschappelijke strategische agenda c.q. een samenwerkingsconvenant dat in de eerste helft van 2014 wordt vastgesteld. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's De ontwikkeling van de intergemeentelijke samenwerking in Midden-Holland heeft in de eerste helft van 2013 geleid tot een tweetal producten: ■ de Externe Commissie Midden-Holland presenteerde op 18 april haar advies “De drang naar groter, de hang naar kleiner”; ■ de Stuurgroep Nieuwe Regio heeft in mei haar visie op de toekomst van de intergemeentelijke samenwerking in de regio (“De Nieuwe Regio 2.1”) ter besluitvorming aan de raden van de betrokken gemeenten aangeboden. In de tweede helft van 2013 is uitwerking gegeven aan de Visie op de Nieuwe Regio 2.1. Meer informatie hierover is opgenomen in programma 3.
4.6.2.2 ODMH
Openbaar belang en visie De wettelijke, technische en specialistische taken op het gebied van duurzaamheid en milieu zijn door de gemeente Gouda grotendeels ondergebracht bij de ODMH. Sinds 1 juli 2013 geldt dat ook voor de taken voor Bouw- en Woningtoezicht (BWT). Duurzaamheid en Milieu Het jaarprogramma 2013 beschrijft de planning voor de taakuitvoering Milieu & Duurzaamheid door de ODMH voor de gemeente Gouda. In de jaarrapportage is vastgelegd wat er daadwerkelijk is gedaan. Inhoudelijk gezien geldt dat op hoofdlijnen de planning van de uit te voeren taken is gerealiseerd. In 2013 zijn meer (102%) dan de geplande uren daadwerkelijk gemaakt. Vooral advisering Ruimtelijke Ordening heeft extra inzet van de ODMH gevraagd. Het valt verder op dat de combinatie van recessie en verdere vereenvoudiging van de regelgeving (meer bedrijven die onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit vallen) zich in 2013 verder heeft vertaald naar minder vergunningplichtige bedrijven en daardoor minder uren voor vergunningverlening. Bouw- en woningtoezicht Voor de overheveling van de BWT-taken naar de ODMH is in 2013 een DVO (Dienstverleningsovereenkomst) afgesloten, waarin de verschillende taken zijn beschreven. De hoofdtaken zijn: behandelen vergunningaanvragen, toezicht houden, toepassen handhaving, advisering, afhandeling van klachten en bezwaar en beroepschriften. Net als voor milieu & duurzaamheid wordt voor de BWT-taken een productenboek opgesteld, dat als basis dient voor de op te stellen jaarprogramma's. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's Duurzaamheid en Milieu Per 1 juli 2012 is de milieudienst Midden-Holland opgegaan in de Omgevingsdienst Midden-Holland. Alle taken die de milieudienst uitvoerde voor de gemeente Gouda, zijn vanaf die datum ondergebracht bij de ODMH. In 2013 heeft de inpassing van de provincie en provinciale taken verder vorm gekregen en zijn de afgesproken bezuinigingen gerealiseerd. Met ingang van 1 januari 2014 zijn bijna alle bedrijven waarvoor de provincie nog een deelbevoegdheid voor milieu had, overgeheveld naar de gemeente. Dit heeft tot gevolg dat de ODMH extra taken voor de gemeente(n) zal gaan uitvoeren. Met het overhevelen van de bevoegdheid zijn ook de bijbehorende middelen overgeheveld van provinciefonds naar gemeentefonds. Naar verwachting zijn de middelen voldoende voor uitvoering van de taken. Bouw- en woningtoezicht
92
Jaarstukken 2013
Per 1 juli 2013 zijn de taken op het gebied van BWT naar de omgevingsdienst overgeheveld. De BWT-taken zijn zeer vraaggericht; het aantal bouwaanvragen en de grootte van de werken laat zich nagenoeg niet sturen en voorspellen. Inmiddels blijkt dat de legesinkomsten in 2013 fors lager zijn dan was voorzien. Minder ingediende en vergunde aanvragen voor grote projecten zijn hiervan de belangrijkste oorzaak. Voorgesteld wordt om het nadeel op de bouwleges te verrekenen met de reserve bouwleges. Voor 2014 is de raming van legesinkomsten naar beneden bijgesteld. Ook wordt onderzocht welke verdere ontwikkeling in leges wordt voorzien, welke consequenties dit heeft voor de beschikbare budgetten voor BWT en hoe eventuele tegenvallers kunnen worden gecompenseerd. Voor een goede uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn door VNG, IPO en het Rijk (I&M) landelijke kwaliteitseisen ontwikkeld. Met de in 2012 vastgelegde kwaliteitscriteria 2.1 zijn er afspraken gemaakt over de minimale kwaliteit van de uitvoering. Dit geldt zowel voor de taken die worden uitgevoerd door de Omgevingsdienst MiddenHolland als voor VTH-taken die gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten in eigen beheer uitvoeren. Hiervoor is vanuit gemeenten en provincies een gezamenlijk opgezet implementatietraject gestart dat ongeveer twee jaar zal duren. Het doel van dit implementatieproces is dat vanaf 2015 uitvoeringsorganisaties een overeengekomen kwaliteitsniveau behalen en dit binnen hun organisatie geborgd hebben. Tot die tijd krijgen de betrokken uitvoerders de gelegenheid om hun organisatie en inzet zo te regelen dat zij aan die criteria kunnen voldoen. De criteria gelden voor de VTH-taken met betrekking tot het bepaalde bij en krachtens de Wabo en de in artikel 5.1 Wabo genoemde wetten voor zover dat in die wetten is bepaald (dit betreft milieu, bouw, ruimtelijke ordening, monumenten, natuurbescherming, flora en fauna, water). De implementatie begint met een startmeting bij alle betrokken overheden (eind 2013). Voor de taken die door de Omgevingsdienst Midden-Holland worden uitgevoerd, is de startmeting door de ODMH uitgevoerd. De gemeente Gouda heeft de startmeting verricht voor haar betreffende taken op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. Eind 2014 zal de eindmeting plaats vinden. In de bestuursovereenkomst interbestuurlijk toezicht tussen de provincie Zuid-Holland en de gemeente Gouda is in 2013 afgesproken dat de gemeente Gouda via de jaarrekening rapporteert over de voortgang van dit implementatietraject. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen.
4.6.2.3 Natuur- en recreatieschap Reeuwijkse plassen e.o.
Openbaar belang en visie Het natuur- en recreatieschap Reeuwijkse plassen en omgeving heeft tot doel om de bovengemeentelijke belangen te behartigen van de openluchtrecreatie, het behartigen van de belangen van natuurbescherming in het gebied en het bewaren en bevorderen van natuur en landschapsschoon binnen het gebied. Daarnaast draagt het schap bij aan een effectieve en efficiënte uitvoering van het recreatiebeleid. Ook beheert het schap terreinen voor regionale dagrecreatie in Gouda (Goudse Hout, Oostpolder), Boskoop, Bodegraven-Reeuwijk en Waddinxveen. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's In de Package Deal van 2012 zijn afspraken gemaakt over de deelnemersbijdragen. Voor Gouda leidde dit via een ingroeiregeling tot een hogere bijdrage in de periode van 2013 tot 2016 . Naast de verhoging van de bijdrage aan het schap zijn bezuinigingen voorgesteld op beheer en onderhoud van het recreatieschap, die (beperkt) ingrijpen in de recreatieve mogelijkheden van de recreatiegebieden. In dit kader was in 2012 besloten de daghaven Twaalfmorgen op te heffen vanwege te hoge herstelkosten; in 2013 is in opdracht van het recreatieschap samen met o.a. stichting Veen gezocht naar mogelijkheden om de daghaven toch open te houden; in de eerste helft van 2014 is besluitvorming over dit onderzoek te verwachten. Daarbij worden ook de mogelijkheden van provinciale subsidie’s en financiering door derden betrokken. Het polderpark Oostpolder is na oplevering als nieuw gebied overgedragen in beheer aan het recreatieschap. Aan de inkomstenkant is gezocht naar verdienmogelijkheden; de beste mogelijkheden daarvoor liggen rondom de Reeuwijkse Hout. In de eerste helft van 2014 kan naar verwachting een contract worden gesloten over de ontwikkeling van de voormalige camping. Daarmee wordt een start gemaakt met de belangrijkste verhoging van inkomsten voor het schap. Gemeente Alphen a/d Rijn heeft besloten na de fusie van hun gemeente voorlopig aangesloten te blijven bij het recreatieschap (Boskoop maakte al deel uit van het recreatieschap). Daarnaast hebben de recreatieschappen Reeuwijkse Plassen e.o. en Krimpenerwaard besloten te fuseren. De besluitvorming daarover door de betrokken gemeenteraden is in februari 2014 afgerond. Belangrijke uitgangspunten zijn dat voorlopig de begrotingen gescheiden blijven en dat eventuele nieuwe deelnemers kunnen toetreden. Volgens planning moet de fusie ingaan per 1 mei 2014. De provincie is in november 2013 gestart met een voorstel aan alle schappen in Zuid Holland om over te gaan tot verzelfstandiging van de Groenservice Zuid Holland. De schappen Reeuwijkse Plassen en Krimpenerwaard werken vooruitlopend op de fusie samen in dit dossier. De planning is dat er een nieuwe situatie ingaat per 1 januari 2015. Gezien de discussie over alle mogelijke vormen voor een beherende organisatie met een deel beleidsadvisering, met de voor- en nadelen daarvan voor de betrokken gemeenten, is dit een krap tijdpad, aangezien er ook gemeentelijke verkiezingen zijn in maart.
Jaarstukken 2013
93
4.6.2.4 Streekarchief Midden-Holland (SAMH)
Openbaar belang en visie Het SAMH bewaart de archieven van de gemeentebesturen en de ambtelijke instellingen van Gouda, Waddinxveen, Zuidplas en de Krimpenerwaard, volgens de wettelijke bepalingen in de archiefwet. Bovendien is het SAMH werkzaam als het regionaal historisch netwerk en historisch documentatiecentrum voor de deelnemende gemeenten en het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland (ISMH). Hiertoe worden ook archieven van talloze particuliere instellingen en bedrijven door het SAMH bewaard. Met cultuurhistorie als sturende factor speelt het SAMH ook een rol in de stadspromotie van Gouda. De taken van het streekarchief richten zich vooral op de doelstellingen uit programma 6 (Cultuur en sport) van de gemeentelijke jaarrekening. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's Het streekarchief wordt, samen met Streekarchief Rijnlands Midden en het archeologisch depot van de gemeente Gouda, gebruiker van het nieuw te bouwen depotgebouw op het Gouwepark. De uitvoering van de bouw van het Gouwedepot is begin juni 2013 gestart. In het najaar werd de gemeente geconfronteerd met het faillissement van de aannemer, waardoor vertraging in de bouw onvermijdelijk werd. Gelukkig besloot de curator uiteindelijk om het werk voort te zetten, waardoor er ook geen nieuwe aanbesteding hoefde plaats te vinden. Met enige maanden vertraging ten opzichte van de oorspronkelijke planning staat ingebruikname van het depot nu gepland voor de zomer van 2014. In 2013 is besloten om de publieksvoorziening van het SAMH vanaf 2014 op een nieuwe locatie te huisvesten, samen met de Openbare Bibliotheek Gouda. Enige maanden later zal de verhuizing van archiefstukken naar het Gouwedepot plaatsvinden. Enkele ruimten in het huidige gebouw van het SAMH worden met toestemming van de gemeente verhuurd aan de Casimirschool, die dringend extra lokalen nodig had.
4.6.2.5 Promen
Openbaar belang en visie Promen voert voor de gemeente Gouda de Wet Sociale Werkvoorziening via een Gemeenschappelijke Regeling uit. Promen is begin 2005 voortgekomen uit een fusie tussen de regeling Sterrenborgh en het werkvoorzieningschap IJssel en Lek. Promen wil zinvol en plezierig werk bieden met maximale ontplooiingsmogelijkheden aan mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Promen richt zich hierbij niet uitsluitend op de traditionele doelgroep (WSW), maar ook op mensen die anderszins een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Daarbij plaatst Promen zoveel mogelijk mensen bij werkgevers op de arbeidsmarkt. Promen biedt zo gevarieerd mogelijke werkgelegenheid in de vorm van leerwerkplaatsen, werkervaringsplaatsen en aangepast(e) werk(plekken) zowel binnen als buiten de locaties van Promen te Gouda en Capelle aan den IJssel. Promen voert voor Gouda de volgende doelstelling uit, namelijk: “Iedereen moet kunnen meedoen. De gemeente Gouda ondersteunt degenen die dat nodig hebben bij het vinden van betaalde arbeid” . Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's In 2013 heeft Promen gemiddeld 1.229 SE (arbeidsplaatsen) gerealiseerd. In totaal bood Promen werk aan 1.140 WSW’ers. Deze aantallen wijken nauwelijks af van de begroting. Daarnaast waren er gemiddeld 115 fte vanuit re-integratie en WWB binnen Promen actief. In 2013 was er bij Promen, mede als gevolg van de voorafgaande reorganisatie, een opwaartse lijn te zien. Ondanks de aanhoudende economische recessie en lagere re-integratiebudgetten van gemeenten is Promen in 2013 in staat gebleken het tekort in de begroting deels te verlagen tot een tekort van € 570.000 (inclusief de vrijval van de voorziening herstructurering ad € 203.000). Forse bezuinigingen en herstructurering in de bedrijfsvoering hebben hiertoe geleid. Daarnaast is de omzet relatief flink toegenomen. Omdat er sprake was van een flinke post buitengewone baten blijft waakzaamheid en een strakke sturing geboden. De invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 en het gegeven dat per die datum de instroom van nieuwe WSW’ers stopt, gecombineerd met de afname van de WSW-subsidie per jaar, noopt tot drastische aanpassingen. Promen moet de komende jaren dan ook flink inzetten om adequaat in te spelen op deze ontwikkelingen en de bedrijfsvoering continue aanpassen. Een en ander gebeurt in zeer nauwe samenwerking met andere arbeidsmarktpartners. In dit kader wordt in toenemende mate samengewerkt met gemeenten en het UWV in het Werkgeversservicepunt. Daarnaast wordt 2014 gebruikt om de dienstverlening tussen gemeenten en Promen steeds verder op elkaar af te stemmen anticiperend op de Participatiewet. In de begroting is uitgegaan van een gemeentelijke bijdrage van € 328.000. De verwachting is dat Promen het jaar afrondt met een gering positief resultaat ten opzichte van de begroting. Op dit moment is nog niet bekend hoe dit resultaat bestemd wordt. De bijdrage van de gemeente Gouda in 2013 komt vooralsnog daarmee in totaal op € 211.000.
94
Jaarstukken 2013
Alle hierboven beschreven ontwikkelingen en de hiermee gepaard gaande mogelijke risico's voor ons als deelnemende gemeente, krijgen alle aandacht van het bestuur en van de deelnemende gemeenten.
4.6.2.6 Bedrijvenschap Regio Gouda
Openbaar belang en visie Het Bedrijvenschap Regio Gouda (BRG) is een zelfstandige organisatie waarin de gemeenten Gouda, Waddinxveen en Zuidplas op gelijkwaardige basis samenwerken. Het bedrijvenschap richt zich op het creëren van vestigingsmogelijkheden, primair voor bedrijven uit de regio Midden-Holland. Dit geschiedt door middel van de ontwikkeling van het bedrijventerrein Gouwe Park. Voor Gouwe Park is een dekkende grondexploitatie uitgangspunt. De gemeenten nemen elk voor 1/3 deel in het bij het opheffen van de gemeenschappelijke regeling resterende voor- of nadelig resultaat. Deze ontwikkeling past in de doelstellingen van de programma's 2 (Werken en meedoen) en 3 (Gouda goed op de kaart). Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's Herstel openbare infrastructuur In maart 2013 is de aannemer Van Kessel begonnen met het herstellen van de verzakte openbare infrastructuur. Het gaat hierbij onder meer om verwijdering van de bestaande verhardingen, het op hoogte brengen van alle riolen en kabels en leidingen, het funderen van de wegen met licht ophoogmateriaal (Bims) en het weer opnieuw aanleggen van wegen, voeten fietspaden en bermen. Deze werkzaamheden zullen medio 2014 zijn afgerond. Daarna zullen groenvoorzieningen en dergelijke worden aangelegd. Vervolgens kan het totale openbaar gebied in eigendom en beheer worden overgedragen aan de gemeente Zuidplas. Grondverkopen Het uitgiftecijfer voor 2013 ligt op een lager niveau dan in 2012 en blijft daarmee onder het gemiddelde van de voorgaande jaren. Dit kan worden gezien als een indicatie dat het gemiddelde geraamde uitgifteniveau van rond 4,5 ha per jaar onder druk staat. Meer realistisch lijkt het uit te gaan van de gemiddelde verkoop van de laatste jaren (2 ha per jaar) met op termijn een stijging als gevolg van het aantrekken van de economie. In het kader van de begroting 2015 wordt een nadere analyse gemaakt van de te verwachten grondverkopen en de gevolgen daarvan voor de grondexploitatie en de (looptijd van de) gemeenschappelijke regeling. Het tempo van de gronduitgifte is weliswaar van invloed op het financiële eindresultaat, maar er wordt geen reëel risico voorzien dat dit uiteindelijk negatief zal zijn. Hoofdontsluiting In het verslagjaar is door de provincie Zuid-Holland met voortvarendheid gewerkt aan de nieuwe kruising, tevens hoofdontsluiting voor Gouwe Park. Het BRG draagt voor een deel bij aan de kosten van dit project. Het gaat om een met verkeerslichten geregelde kruising met een grote capaciteit. Hierop is de hoofdontsluiting van Gouwe Park aangetakt. Door de realisatie van deze grootschalige constructie is het bestaande verkeerskundige knelpunt bij de afrit van de Coenecoopbrug opgelost. De kruising is eind 2013 in gebruik genomen. Hiermee heeft Gouwe Park eindelijk een representatieve hoofdontsluiting op de Provincialeweg gekregen. De tijdelijke ontsluiting is buiten werking gesteld en gaat uitsluitend fungeren als noodontsluiting voor de hulpdiensten.
4.6.2.7 RZG Zuidplas Grondbank en Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas (ROZ)
Openbaar belang en visie Vanaf de start van de grondbank (opgericht in 2004) is de doelstelling geweest het op selectieve wijze innemen van strategische grondposities in de Zuidplaspolder. Door middel van het ontwikkelen, vaststellen en uitvoeren van een strategisch grondverwervingsbeleid kunnen de ruimtelijke en sectorale doelstellingen als opgenomen in het Intergemeentelijk Structuurplan worden gerealiseerd. Vanaf 2011 functioneert de grondbank als stallingbedrijf. Er zijn geen gronden meer gekocht en er worden uitsluitend gronden uitgenomen voor de ontwikkelingsgebieden. In 2012 lag de getaxeerde marktwaarde lager dan de boekwaarde van de gronden. Hiervoor is een voorziening getroffen van € 30 miljoen. Gouda draagt hier 6% van hetgeen een beslag van € 1,8 miljoen op het weerstandsvermogen betekent. De deelnemende partijen (provincie Zuid-Holland, Rotterdam, Gouda, Waddinxveen en Zuidplas) bepalen gezamenlijk de woningbouwprogramma’s voor de Zuidplaspolder om onderlinge concurrentie te vermijden. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's De grondbank bezit 302 ha grond met een boekwaarde van € 97 miljoen. Voor de jaarrekening 2013 heeft grondbank Zuidplas recentelijk de gronden opnieuw laten taxeren. Uit deze hertaxatie volgt geen wijziging in de getroffen voorziening. Veranderingen in het te realiseren woningprogramma, de fasering ervan of te realiseren locaties kunnen leiden tot een andere waardering van de gronden. De ontwikkelingen op de woningmarkt in combinatie met het feit dat de Raad van State in 2011 een deel van de bestemmingsplannen heeft vernietigd, betekenen ook in de toekomst een blijvende druk op de verwachte marktwaarde van deze gronden.
Jaarstukken 2013
95
In 2013 is besloten om de Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas op te heffen. Daardoor vervalt in 2015 ook de deelnemersbijdrage van ca € 27.000 per jaar.
4.6.2.8 Regionale dienst openbare gezondheidszorg (RDOG)
Openbaar belang en visie De RDOG verzorgt drie diensten, namelijk de GGD Hollands Midden (Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst), de GHOR Hollands Midden (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) en de RAD Hollands Midden (de Regionale Ambulance Dienst). Het werkgebied van deze dienst komt overeen met de veiligheidsregio van de politie Hollands Midden en de brandweer. Binnen de RDOG wordt gewerkt met twee subregio's: Midden Holland en Zuid-Holland Noord. Vanwege de bezuinigingsopdracht heeft het bestuur besloten tot een regionale werkwijze per 1 januari 2015, met borging voor specifieke subregionale en lokale onderwerpen en omstandigheden. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's In 2011 en in 2012 heeft de organisatie de opdracht gekregen een taakstelling van 10% te realiseren. In de periode 2011 – 2017 vinden er echter ook nog andere ontwikkelingen plaats, die invloed hebben op de bijdrage van gemeenten aan de RDOG HM. Daardoor kan uit het bedrag ‘onder de streep’(de uiteindelijke BPI) niet worden opgemaakt in hoeverre de taakstelling wordt gerealiseerd. Daarom zal in de programmabegroting van de komende jaren een aparte paragraaf taakstelling worden opgenomen, waar het verloop van de taakstelling en de overige relevante ontwikkelingen worden weergegeven. Bij de taakstelling is getracht zoveel mogelijk aan te sluiten bij de voorstellen van het bestuurlijk overleg Financieel Kader GR’en HM (werkgroep Strijk), die als richtlijn een bezuiniging van 10% in 2013 heeft geformuleerd. Om twee redenen heeft het AB van de genoemde termijn afgeweken: ■ De regionalisering, die een kostenvoordeel van € 350.000 oplevert, wordt pas gerealiseerd per 1 januari 2015; ■ De bezuinigingen voor de sector PZJ worden eerder dan 2015 gerealiseerd, maar worden in de periode 2011–2014 gebruikt om de frictiekosten integratie JGZ 0-19 jaar te betalen (€ 2,3 miljoen euro). Relevante ontwikkelingen in deze periode zijn: 1. In de begroting is vanaf 2012 een structurele bijdrage voor de exploitatie van het DD JGZ opgenomen van € 1,08 (ZHN) resp. € 1,44 (MH) per inwoner. Aangezien dit harde lasten zijn (licenties en hosting) maken deze geen onderdeel uit van de taakstelling; 2. De kosten van lijkschouw, BOPZ Online en Huisverbod online kunnen evenmin door de RDOG HM beïnvloed worden en zijn om die reden buiten de taakstellingsopdracht gebleven; 3. Vanwege de nieuwe taken in het kader van de Wet Veiligheidsregio is per 1 januari 2012 een budget van € 50.000 (BPI € 0,08) voor het GGD Rampen Opvang Plan (GROP) aan de programmabegroting toegevoegd; 4. In 2015 is sprake van regionalisatie, waardoor de BPI’s en het basistakenpakket in beide regio’s gelijk zijn. Hierdoor worden enkele onderdelen van het maatwerk JGZ 0-4 jaar in de subregio ZHN onderdeel van het basistakenpakket en worden in MH enkele onderdelen van het basistakenpakket een aanvullende dienst. Daarnaast worden enkele andere kosten onder de BPI gebracht of worden kosten verhoogd door andere oorzaken (BKK). Om de ‘kale’ taakstelling te kunnen beoordelen moet voor deze kosten gecorrigeerd worden; 5. In 2013 wordt de pilot uitgevoerd van het extra contactmoment 14- 16 jarigen. De kosten hiervan worden opgenomen in een begrotingswijziging 2013. Naar aanleiding van nadere besluitvorming zal het bestuur vaststellen op welke wijze een vervolg aan deze pilot wordt gegeven; 6. In de subregio ZHN gold een opdracht om de BPI te verlagen door deze voorcalculatorisch te verrekenen met de risico-opslag op aanvullende diensten. Door vermindering van de omvang van de aanvullende diensten is besloten deze saldering te verminderen. Vanaf 2015 kan deze saldering vanwege de regionalisering niet meer expliciet worden toegepast, maar wordt deze onderdeel van de ‘reguliere’ taakstelling. Daarom maakt deze onderdeel uit van de geschoonde taakstelling; 7. Vanaf 2013 wordt de BTW-verhoging van 19 naar 21 % door gemeenten gecompenseerd, voor zover het compensabele BTW betreft. Deze ontwikkelingen beïnvloeden de BPI. Indien de ontwikkeling van de BPI in het kader van de taakstelling moet worden gevolgd, moet derhalve worden uitgegaan van een geschoonde BPI.
4.6.2.9 Veiligheidsregio Hollands-Midden
Openbaar belang en visie De Veiligheidsregio Hollands Midden heeft ten doel de belangen te behartigen van de aan de regeling deelnemende gemeenten op het terrein van brandweer, geneeskundige hulpverlening bij zware ongevallen, rampen en rampenbestrijding alsmede het realiseren van een gecoördineerde inzet van de bij zware ongevallen en rampen betrokken organisaties, instellingen en diensten. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's In 2013 heeft de regionale brandweer zich gericht op de bedrijfsorganisatie. Na de regionalisering heeft de voorrang gelegen op de incidentbestrijding en moesten de diverse korpsen waaruit de Veiligheidsregio Hollands Midden is ontstaan
96
Jaarstukken 2013
nog verder ineen geschoven worden tot een organisatie. In 2014 wordt hiermee verder gegaan waarbij ook de afgesproken bezuinigingen verder worden uitgevoerd. Voorts zijn er in 2013 voor wat betreft de gemeentelijke inwonersbijdragen Veiligheidsregio afspraken gemaakt om uiterlijk 2017-2018 het niveau van de Cebeon-norm te halen. Voor Gouda betekent dit dat de inwonersbijdrage lager wordt. In 2013 is verder gewerkt aan de intergemeentelijke crisisorganisatie. In 2013 zijn voorbereidingen getroffen om in 2014 gezamenlijke trainingen en oefeningen te houden. Het gaat hier dan om de gemeenten Waddinxveen, BodegravenReeuwijk, Boskoop, Zuidplas, de K5 gemeenten en Gouda. Er zijn in 2013 tevens afspraken gemaakt over de selectie van de gemeenteambtenaren voor de intergemeentelijke crisisorganisatie. Dit zal ook in 2014 plaatsvinden.
4.6.2.10 Toezichthoudend orgaan Stichting Klasse
Openbaar belang en visie Het gemeenschappelijk orgaan houdt toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs in Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Waddinxveen en Woerden. Het oefent de bevoegdheden van de gemeenteraad uit als bedoeld in artikel 48 Wet primair onderwijs, artikel 51 van de Wet op de Expertisecentra en in de statuten van Stichting Klasse. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's Er is vanaf 2011 gewerkt aan het oplossen van de geconstateerde tekortkomingen in het financiële beheer van de Stichting Klasse waar het Toezichthoudend Orgaan toezicht op houdt. In 2011 is het financiële beheer weer op orde gebracht. In 2012 is het meerjarige perspectief op orde gebracht en vertoont geen exploitatietekorten. Daarnaast is het personele bestand en de huisvesting in lijn gebracht voor een gezonde bedrijfsvoering. In 2012 is conform de wetgeving een functionele scheiding aangebracht tussen schoolbestuur en intern toezicht. In 2013 zal worden doorontwikkeld naar een organieke scheiding van schoolbestuur en intern toezicht door het formaliseren van een (interne) Raad van Toezicht. Daarmee zal de rol van het (extern) Toezichthoudend orgaan Stichting Klasse veranderen en meer op afstand komen te staan. In december 2013 heeft het Toezichthoudend Orgaan ingestemd met de formalisering van een Raad van Toezicht. De statuten van de Stichting Klasse zullen begin 2014 hierop worden aangepast. Nu de bedrijfsvoering op orde is zal - op basis van een afnemende basisgeneratie leerlingen - schaalvergroting door fusie of een andere vorm van samenwerking onvermijdelijk zijn. Vanaf 2011 zijn Bodegraven en Reeuwijk gefuseerd tot de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De kosten van het Toezichthoudend Orgaan worden nu nog door vier gemeenten gedragen i.p.v. voorheen 5 gemeenten.
4.6.2.11 Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland
Openbaar belang en visie Medio 2009 is door de dagelijks besturen van het Hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten Gouda, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) opgericht. Het betreft hier een uitvoeringsorganisatie op het terrein van gemeentelijke en waterschapsbelastingen die op 1 januari 2011 van start is gegaan. Met ingang van 1 januari 2013 zijn de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk en Katwijk toegetreden. De BSGR bepaalt ook de hoogte van de WOZ-waarden voor alle onroerende zaken in de acht gemeenten. De belastingverordeningen, alsmede het beleid ten aanzien van heffing en invordering van belastingen, blijven vastgesteld worden door de deelnemende waterschaps- en gemeentebesturen zelf. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's Het jaar 2013 heeft met name in het teken gestaan van de uitwerking van de AO/IC, de managementinformatie en de optimalisatie van de databestanden. Daarnaast heeft er ten aanzien van de taken in het kader van de uitvoering van de wet WOZ een grootschalige controle van de objectkenmerken plaatsgevonden. Een en ander heeft er onder meer in geresulteerd dat de achterstand in aanslagoplegging oude jaren is ingelopen en dat er betere prognoses konden worden afgegeven van nog op te leggen aanslagen oude jaren. Het inlopen van de achterstand in de aanslagoplegging oude jaren heeft er wel weer in geresulteerd dat er een aanzienlijk aantal bezwaarschriften is binnengekomen met betrekking tot deze oude jaren. In 2014 zal dan ook met name worden ingezet op een vermindering van de werkvoorraad af te handelen bezwaarschriften. In 2013 is een onderzoek gestart naar de kostprijs van de diverse producten. De resultaten van dit onderzoek zijn met name ook van belang voor meer adequate berekening van de extra kosten bij de eventuele toetreding van nieuwe deelnemers. De complexiteit van de heffingsmaatstaf van een belasting bepaalt namelijk in sterke mate de kosten per aanslagregel. Als de resultaten van dit onderzoek bekend zijn dan kan ook aan de deelnemers beter inzichtelijk worden gemaakt wat de financiële gevolgen zijn van een gewenste wijziging van de heffingsmaatstaf bij een bepaalde belasting.
Jaarstukken 2013
97
4.6.3 Overige verbonden partijen 4.6.3.1 Sport.Gouda B.V.
Openbaar belang en visie Sport.Gouda B.V. is op 18 januari 2007 opgericht en is voortgekomen vanuit de verzelfstandiging van de sector Sport en Recreatie van de gemeente Gouda. De activiteiten bestaan uit het realiseren, beheren en exploiteren van voorzieningen en accommodaties op het gebied van sport, ontspanning en recreatie. De gemeente Gouda is de grootste opdrachtgever. De opdracht van de gemeente is vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO). De aandelen van Sport.Gouda zijn volledig in handen van de gemeente. Gelet op het maatschappelijke belang heeft onze gemeente de volledige zeggenschap in het bedrijf. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's Het Groenhovenbad is in april 2013 geopend. In 2013 zijn de mogelijkheden voor regionale samenwerking op het gebied van sport onderzocht. Hierover zal in 2014 meer duidelijkheid komen.
4.6.3.2 Cyclus N.V.
Openbaar belang en visie Cyclus geeft aan haar opdrachtgevers advies over het beheer van openbare ruimten en afvalbeheer. Daarnaast is zij ook uitvoerder van deze beheerstaak. Cyclus opereert op het snijvlak van overheid en markt en geeft ook informatie en advies over regionaal en lokaal afvalbeleid. Als zodanig levert zij een bijdrage aan een schoon, heel en veilig leefmilieu. Naast het afvalbeheer heeft Gouda vanaf 2006 ook het beheer van de openbare ruimte ondergebracht bij Cyclus. De aandelen van Cyclus zijn in handen van 14 gemeenten in de regio (peildatum 31-12-2013). De gemeente Gouda bezit 23,5% van deze aandelen. Gelet op de omvang van het contract met Cyclus heeft onze gemeente belang bij zeggenschap in het bedrijf. Naast aandeelhouder is de gemeente ook een belangrijke opdrachtgever voor Cyclus. Hiertoe is een DVO tussen Cyclus en de gemeente Gouda afgesloten. Per 1 januari 2009 is een nieuw contract afgesloten voor het afvalbeheer en het beheer van de openbare ruimte met een looptijd van 10 jaar. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's Inhoudelijk hebben in 2013 een aantal bestuurlijke ontwikkelingen bij en met betrekking tot Cyclus plaatsgevonden. Het college van BenW van Gouda heeft besloten het contract met Cyclus aan het eind van de contractduur (31-12-2018) niet te verlengen. De commissie Governance (waarin aandeelhouders en Raad van Commissarissen vertegenwoordigd zijn) heeft eind 2013 aan de directie van Cyclus, via een extern bureau, de aanbeveling gedaan te streven naar een business-partnership-model (dichter tegen de gemeente) en hierop de organisatie in te richten. Cyclus heeft eind 2013 in een aantal bijeenkomsten met aandeelhouders, opdrachtgevers, stakeholders en ambtelijke vertegenwoordigers het voorstel toegelicht. Gouda heeft, als grootste klant van Cyclus, aangegeven niet vóór de ingezette lijn te zijn omdat dit strijdig is met het genomen besluit om, aan het eind van de contractduur, het contract niet te verlengen. Het proces en de discussie rondom de inrichting van Cyclus geeft aan dat er verschillende ideeën bestaan over de toekomst en activiteiten van Cyclus. In 2014 krijgt dit proces een vervolg. In 2013 is het overleg met Cyclus om tot een nieuwe index te komen voor de DVO Beheer Openbare Ruimte afgerond. De nieuwe index is met terugwerkende kracht ingegaan per 01-01-2013. Onderling overleg over de zogenaamde garantieomzet (de mogelijkheid om te korten op de werkzaamheden en lumpsum) heeft in 2013 niet tot uitsluitsel geleid. Via een geschillenprocedure zal in 2014 een bindende uitspraak verkregen worden. Cyclus heeft het door Gouda aangegeven ISO-certificeringsproces in 2013 afgerond. De ingebrekestelling is opgeheven.
4.6.3.3 Oasen N.V.
Openbaar belang en visie Oasen is een drinkwaterbedrijf in het oosten van Zuid-Holland. Gemeenten zijn aandeelhouder van het waterbedrijf vanwege het belang van een goede drinkwatervoorziening voor de burgers. Oasen is een drinkwaterbedrijf met een maatschappelijke taak: het duurzaam verhogen van de drinkwatervoorziening binnen het voorzieningsgebied. Kernactiviteiten zijn het winnen, zuiveren, distribueren en verkopen van drinkwater. Oasen N.V. is een structuurvennootschap. Er zijn 748 aandelen geplaatst bij de gemeenten in het ruim 759.000 inwoners tellende voorzieningsgebied. Per 1.000 inwoners heeft een gemeente recht op één aandeel. De uitvoering van de taken van Oasen heeft geen directe link met de doelstellingen van de gemeente in de programma's. Er is uiteraard wel sprake van een algemeen belang dat er in de gemeente op een efficiënte, effectieve en duurzame wijze wordt voorzien in drinkwater. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's
98
Jaarstukken 2013
De rol van de gemeente Gouda als aandeelhouder beperkt zich tot het houden van toezicht op een efficiënte, duurzame en effectieve drinkwatervoorziening in ons verzorgingsgebied. In de loop van 2013 is de in de jaarrekening 2012 vermelde discussie rond de door Oasen gehanteerde tarieven voor bluswatervoorzieningen (sprinklers) voor ondernemers naar tevredenheid van de aandeelhouders opgelost. Oasen N.V. keert geen dividend uit, de winst wordt toegevoegd aan het eigen vermogen van Oasen N.V. Tegen deze achtergrond worden in de begroting van de gemeente Gouda geen dividendinkomsten geraamd. Ook worden er aan Oasen geen bijdragen voldaan.
4.6.3.4 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
Openbaar belang en visie De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van de kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. Gevolg is dat de BNG financieringsmiddelen aan decentrale overheden kan aanbieden tegen zeer scherpe prijzen. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor de voorzieningen van de gemeente. De gemeente Gouda heeft 82.446 aandelen in de BNG à € 2,50 nominaal van de in totaal 55.690.720 uitgegeven aandelen. De zeggenschap in de BNG is afgeleid van het aantal aandelen dat in bezit is. Gelet op de wijze waarop de BNG mede het openbaar belang behartigt, ligt het voor de hand dat het aandelenbezit als een duurzame belegging wordt aangehouden. Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's In 2013 is een dividenduitkering van € 122.800 ontvangen; dit betrof het dividend over het boekjaar 2012 van de BNG. Dit is hoger dan de € 80.000 die voor 2013 was begroot. De oorzaak van de hogere inkomsten was dat de raming voor 2013 met enige terughoudendheid was opgenomen vanwege het feit dat de BNG ingaande 2012 het dividendbeleid had aangepast door de aangescherpte internationale regelgeving rondom de versterking van het eigen vermogen van de BNG. Desondanks heeft BNG over 2012 een goed jaar gehad, met name veroorzaakt door een forse toename van het renteresultaat. Het door BNG uitgebrachte halfjaarbericht over 2013 geeft aan dat de winstverwachting over 2013 in de lijn der verwachtingen ligt. In de meerjarenramingen 2014-2018 is een jaarlijkse dividenduitkering van € 100.000 begroot. Aan de BNG worden geen bijdragen voldaan.
4.6.3.5 Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad Gouda B.V. (OMB)
Openbaar belang en visie In februari 2008 is de Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad Gouda (OMB) opgericht. De OMB is een besloten vennootschap met twee deelnemende partijen, te weten: de gemeente Gouda en Mozaïek Wonen. Beide partijen nemen voor 50% deel in het aandelenkapitaal van de OMB B.V. Door beide partijen is € 1.000.000 ingebracht als aandelenkapitaal. Met een gezamenlijk maatschappelijk belang werken de deelnemende partijen door middel van het instrument OMB gebiedsgericht samen aan: "Terugdringing van (dreigende) achteruitgang en verloedering in delen van de Goudse binnenstad door toevoeging van combinaties van economische en woonfuncties gericht op verbetering van de veiligheid, vermindering van overlast, vermindering van leegstand, verbetering van de bouwkundige staat van panden en vergroting van de levendigheid (aantal passanten)". De OMB is de afgelopen 6 jaar zeer actief geweest in de Wilhelminastraat en omgeving. Er zijn panden in de Wilhelminastraat, Rozendaal en Cappenersteeg aangekocht en deze zijn inmiddels gerenoveerd. Meerdere woningen en een winkelruimte zijn verkocht; er resteren nu nog 4 panden in de Rozendaal. Ook door particulieren is in deze straten geïnvesteerd. Rozendaal 8-18 is opgeleverd en de afdeling BWT heeft door middel van een handhavingstraject particulieren aangeschreven hun vastgoed op te knappen. De OMB heeft in principe afspraken gemaakt om vijf woningen in de Speldenmakerssteeg aan te kopen en op te knappen. De daadwerkelijke aankoop wordt begin 2014 verwacht. Met de uitvoering van dit laatste onderdeel is de Wilhelminastraat/ Rozendaal aangepakt en behoeft deze straat geen speciale aandacht meer. De Lange Groenendaal heeft zich zonder ingrijpen van de OMB op eigen kracht hersteld. Het badhuis is in gebruik; de winkels trekken een eigen publiek. De OMB hoeft in deze straat geen werkzaamheden te verrichten. Met de liquide middelen die de OMB nog heeft, kan de OMB nog maar weinig bereiken. Daarmee is de kans reëel dat de jaarlijkse kosten, met name van de organisatie, blijven doorlopen, terwijl er geen concrete resultaten worden behaald. Dat is geen goede aanwending van deze maatschappelijke financiële middelen. Daarom hebben de aandeelhouders van de OMB de conclusie getrokken dat een voortzetting van de OMB niet noodzakelijk is en dat de OMB opgeheven zou kunnen worden, mits ook het project Wilhelminastraat/Speldenmakerssteeg wordt gerealiseerd.
Jaarstukken 2013
99
Ontwikkelingen 2013 en eventuele risico's Als het project Wilheminastraat/Speldenmakerssteeg daadwerkelijk is aangekocht en in uitvoering is, wordt de OMB in liquidatie gebracht. Dat betekent dat er geen nieuwe ontwikkelingen worden opgepakt, maar de lopende verplichtingen worden afgehandeld. De aandeelhouders stellen hiervoor een of meerdere vereffenaar(s) aan. Deze zullen in 2014 de verplichtingen afhandelen en het resterende vastgoed bezit taxeren en verdelen tussen de aandeelhouders. Op basis van de jaarrekening 2013 van de Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad (OMB) is voor het verwachte verlies van onze deelneming in het OMB een voorziening gevormd. Voor het door de gemeente gestorte aandelenkapitaal van € 1 miljoen is een reserve getroffen binnen de gemeente. In 2014 zal deze reserve worden ingezet voor de gevormde voorziening. Bij beëindiging van het OMB kan mogelijk het restant van de reserve vrijvallen.
4.6.4 Financiële bijdragen
De bijdrage voor 2013 per verbonden partij staat in onderstaande tabel:
Verbonden partij (bedragen in €) Gemeenschappelijke regelingen Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan "Midden Holland" / De nieuwe regio 2.1 Omgevingsdienst Midden-Holland Natuur- en recreatieschap Reeuwijkse Plassen en omgeving Streekarchiefdienst Midden Holland Promen Regionale dienst openbare gezondheidszorg RZG Zuidplas Grondbank / Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas Veiligheidsregio Midden-Holland Toezicht houdend orgaan Stichting Klasse Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland
Begroting 2013
Realisatie 2013
652.000 1.915.000 438.000 497.000 328.000 2.561.000 296.000 4.800.000 2.000 1.639.000
652.000 1.979.000 432.000 497.000 211.000 2.621.000 296.000 4.733.000 2.000 1.645.000
4.966.000
4.889.000
250.000 39.000 737.000 417.000 158.000 4.962.000 2.010.000 9.567.000
255.000 20.000 613.000 361.000 156.000 4.566.000 2.003.000 9.341.000
Overige verbonden partijen Sport.Gouda B.V. Cyclus NV - kolkenreiniging - ongediertebestrijding - straatreiniging - gladheidsbestrijding - afvalwateringskanalen, singels en grachten - afvalinzameling - afvalverwerking - dvo dagelijks beheer en onderhoud
Toelichting op substantiële verschillen komt bij de betreffende programma's aan de orde. In bovenstaande tabel zijn alleen de verbonden partijen vermeld waaraan in 2013 een financiële bijdrage is verstrekt. De financiële bijdrage aan de verbonden partijen BNG, Oasen, OMB en Bedrijvenschap Regio Gouda was in 2013 nihil.
100
Jaarstukken 2013
4.7 Grondbeleid 4.7.1 Inleiding
Deze paragraaf geeft, conform artikel 16 van het BBV, een overzicht van de uitgangspunten van het gemeentelijk grondbeleid, de wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven en de stand van zaken van de gemeentelijke grondexploitaties.
4.7.2 Beleid
Nota Grondbeleid 2011 September 2011 heeft de raad de Nota Grondbeleid 2011 vastgesteld. In de Nota Grondbeleid 2011 wordt gekozen voor een actief grondbeleid waar dat nodig is en een faciliterend grondbeleid waar dat kan. Een belangrijke reden voor deze verschuiving ten opzichte van het grondbeleid uit 2004 is dat met actief grondbeleid de gemeente meer kan sturen, maar ook meer financiële risico's loopt. De afgelopen jaren is gebleken dat de gemeente aanvullende voorzieningen in de grondexploitaties moest treffen, terwijl het weerstandsvermogen van de gemeente reeds laag is. Daarnaast is de regierol van de gemeente bij projecten met een faciliterend grondbeleid beter geworden met de komst van de Wet ruimtelijke ordening in 2008. De gemeente kan veel vastleggen via een exploitatieplan of -overeenkomst en het bestemmingsplan. De gemeente heeft bij faciliterend grondbeleid minder sturing op de projecten, maar de gemeente loopt ook veel minder financiële risico's. Hierdoor vindt er een verschuiving plaats naar een keuze voor actief grondbeleid waar dat moet en faciliterend waar dat kan. Grondprijzenbrief November 2013 heeft het college de Grondprijzenbrief 2014 vastgesteld, waarin gedetailleerd wordt weergegeven op welke wijze grondprijzen in de gemeente Gouda tot stand komen. Grondprijsbeleid gaat over de wijze waarop de gemeente de waarde van haar gronden, die voor uitgifte in aanmerking komen, bepaalt en de wijze waarop zij de kaders, uitgangspunten en randvoorwaarden vaststelt die daaraan ten grondslag liggen. De Grondprijzenbrief heeft als doel om extern gebruikt te worden als uitgangspunt bij het opstellen van een exploitatieplan (bij een bestemmingsplan). Daarnaast heeft deze brief ook een interne werking en kan derhalve worden gebruikt als spoorboekje voor interne projectgroepen of toetsingskader voor het college over het behaalde onderhandelingsresultaat. De brief is van toepassing op de eigen gemeentelijke gronduitgiftes en vormt het uitgangspunt voor de bepaling van grondprijzen in Publiek-Private Samenwerkingsovereenkomsten en de invulling van exploitatieplannen. De afgelopen jaren heeft Gouda het nodige gedaan om de projecten robuuster te krijgen. Zo hebben we de afgelopen jaren gestuurd op het beheersen van de risico's in onze grondexploitaties. Door realistisch te ramen in de grondexploitaties; door optimalisaties door te voeren in bijvoorbeeld Westergouwe en door nieuwe contractafspraken te maken met partijen, zoals in Middenwillens en Janverswollezone-zuid is gebeurd. Maar ook door grondexploitaties af te sluiten, tijdig onze verliezen te nemen en voorzieningen te treffen. Op dit pad gaan we door.
4.7.3 Financieel resultaat
Bij de vorige actualisatie hebben we een systeem neergezet waarbij we scherp de ontwikkelingen op de bouw- en woningmarkt kunnen volgen. Door deze indexen te gebruiken, vindt de waardering van onze gronden transparant weer. In de loop van 2013 hebben we het verloop van die indexen gemonitord en begin 2014 definitief vastgesteld bij de actualisatie van de grondexploitaties. In de eerste helft van 2014 is de actualisatie van de lopende grondexploitatieberekeningen afgerond door de vaststelling van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG). Voor één project is door de gemeenteraad grondexploitatie gesloten. In de rapportage MPG zijn alle projecten binnen de grondbedrijfsfunctie nader beschreven en is op basis van de meest actuele situatie een stand van zaken weergegeven. Hierin is ook aangegeven bij welke exploitaties in voorbereiding en lopende grondexploitaties mutaties in de voorzieningen hebben plaatsgevonden. Mutaties in een verwacht negatief resultaat van een exploitatie in voorbereiding of een lopende grondexploitatie worden als voorziening in de jaarrekening meegenomen. Wijzigingen in voordelige saldi van de grondexploitaties worden niet in het jaarresultaat verwerkt. Dit geeft met betrekking tot de post voorzieningen voor 2013 het volgende beeld (bedragen in €): Voorziening per 31-12-2012 € 14,5 miljoen
Werkelijke mutatie voorziening in 2013 € -0,8 miljoen
Voorziening per 31-12-2013 € 13,7 miljoen
Gezien de vertrouwelijkheid van de plannen is ervoor gekozen om alleen het totaal bedrag van de voorzieningen voor grondexploitaties te noemen. Het resultaat van alle grondexploitaties heeft een negatief effect van € 0,55 miljoen op het weerstandsvermogen. Er wordt voor circa € 1,3 miljoen aan kosten afgeboekt; voor circa € 0,9 miljoen valt er aan voorzieningen vrij. De grondexploitatie Kleiweg is afgesloten met een klein positief effect. De totale voorziening voor nadelige grondexploitaties per 31 december 2013 bedraagt € 13,7 miljoen.
Jaarstukken 2013
101
4.7.4 Effecten van de economische crisis
De kredietcrisis en de recessie hebben doorgewerkt in de projecten en de bijbehorende grondexploitaties. We hebben tijdig onze verliezen genomen en in 2011 en 2012 extra voorzieningen getroffen en afboekingen gedaan. De stagnatie op de nieuwbouw woningmarkt heeft in 2013 haar dieptepunt bereikt. De laatste maanden neemt de prijsdaling over het geheel af en zien we op onderdelen ook prijsstijgingen. Al met al heeft de prijsontwikkeling van nieuwbouwwoningen in 2013 een sterke dalende tendens gehad in lijn met onze eerdere verwachtingen. Dat maakt dat onze verliezen in 2013 beperkt zijn. In 2014/2015 wordt herstel van de woningmarkt verwacht. Het herstel op de kantorenmarkt is onzekerder. Hieronder wordt ingegaan op de grootste wijzigingen in de grondexploitaties. Westergouwe, fase 1 Voor de 1e fase van Westergouwe is de uitvoering van de grondverbetering gestart. De Uitvoeringsrichtlijnen Westergouwe zijn in de raad vastgesteld. Het stedenbouwkundig plan voor Westergouwe is flexibel om in te kunnen spelen op de behoefte in de markt naar kleinschaliger, vraaggericht bouwen en een meer organische ontwikkeling van de wijk. Het programma biedt mogelijkheden om in te spelen op de huidige marktomstandigheden met een omslag naar meer huur en meer goedkope en middeldure koopwoningen. De slechte woningmarkt en de daarmee samenhangende negatieve indexen zijn conform onze eerdere verwachtingen. Het saldo van de grondexploitatie ondergaat derhalve geen wijziging. Spoorzone In het gebied C1 zijn een kantoor gerealiseerd en een bioscoop en een parkeergarage in aanbouw. Juni 2013 is de raad niet akkoord gegaan met het plan van Multi aan de zuidkant. Dat betekent dat een verlies genomen moet worden op de plankosten en het vastgoed verbonden aan deze planontwikkeling. Najaar 2013 is er een bewonersinitiatief gestart om tot een nieuw en gedragen plan te komen voor het zuidelijk stationsgebied. Ook dit plan biedt ruimte voor winkels, wonen en horeca. Daarbij wordt de wenselijkheid van verplaatsing van het busstation opnieuw bekeken. Middenwillens Middenwillens bestaat uit twee delen. Het eerste deel wordt gerealiseerd door Slokker en het tweede deel door de gemeente. In beide gebieden worden circa 100 woningen gerealiseerd. Op basis van de gemaakte afspraken heeft Slokker ons in 2013 een geïndexeerde koopprijs betaald ongeacht of zij de woningen verkocht en gebouwd hebben. De slechte woningmarkt en de daarmee samenhangende negatieve indexen zijn conform onze eerdere verwachtingen. Het saldo van de grondexploitatie ondergaat derhalve geen wijziging. Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) Niet in exploitatie genomen (bouw)grond is meestal anticiperend of strategisch aangekocht. Voor deze grond moet een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit, gezien de budgettaire gevolgen (op middellange termijn). Voor Westergouwe (fase 2 t/m 5) en Spoorzone kantorenlocatie A1 is dat het geval. De hoogte van de bedragen van de Niet in exploitatie genomen gronden is gebaseerd op de boekwaarde. De boekwaarde van NIEGG Spoorzone wordt verlaagd. Hierdoor blijft de boekwaarde bij de Spoorzone fors onder de marktwaarde en dat biedt mogelijkheden voor een reëel uitgiftetempo in 6 jaar. In het kader van het verminderen van de risico's is vorig jaar voor de NIEGG Westergouwe vanaf 2013 een projectfinanciering gehanteerd. Door de lagere rente is ruimte gecreëerd om tegenvallers op te vangen. Aangezien de indexen zich conform onze verwachtingen ontwikkelen, is geen verdere bijstelling nodig.
102
Jaarstukken 2013
4.8 Sociaal domein 4.8.1 Nieuwe gemeentelijke taken binnen het sociaal domein
Dat gemeenten er veel verantwoordelijkheden bij krijgen kan niemand ontgaan zijn. De voorbereidingen voor de decentralisatie van verschillende rijks- en provincietaken zijn al enkele jaren geleden in gang gezet. De kabinetsplannen zorgen met name het laatste jaar voor een stroom van media-aandacht, tegengas uit de diverse beroeps- en belangengroepen, en wijzigingsvoorstellen al dan niet leidend tot veranderingen in de wetgeving. De gemeente Gouda heeft de kabinetsvoornemens op de voet gevolgd en zich voortdurend ingespannen tijdig de noodzakelijke acties in gang te zetten. Daar is veel energie in gaan zitten maar op die manier hebben we er wel voor kunnen zorgen dat tijdig de juiste trajecten in gang konden worden gezet.
4.8.2 Veel beweging in het rijksbeleid
Met het kabinetsbesluit in april 2013 de inwerkingtreding van de Participatiewet met één jaar uit te stellen, is de inwerkingtreding van de verschillende wetten (Wmo, Participatiewet en de Wet op de jeugdzorg) gelijk getrokken. Op 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de begeleidingstaken die nu nog in het kader van de AWBZ worden uitgevoerd, voor de verschillende taken op het terrein van jeugdhulp en voor de ondersteuning van mensen die op dit moment nog in aanmerking komen voor een Wsw-dienstverband of, zich in het kader van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), kunnen melden voor ondersteuning door het UWV. De onzekerheden op het terrein van de wetgeving zijn echter nog niet voorbij: zo zal volgens het huidige wetsvoorstel de persoonlijke verzorging vanuit de AWBZ niet naar gemeenten worden overgeheveld en is recent nog besloten de Wajong te handhaven voor jongeren die voor 1 januari 2015 al geïndiceerd waren. Mogelijk ook dat de discussie over de wenselijkheid van de overdracht van de jeugd-GGZ nog tot een verandering van de gemeentelijke taken op het terrein van jeugdhulp zal leiden. De wijzigingen en onzekerheden laten onverlet dat de beoogde inwerkingtreding van de verschillende wetten vooralsnog op 1 januari 2015 is blijven staan. Op die datum dienen gemeenten alle voorbereidingen voor een goede uitvoering van de nieuwe taken te hebben afgerond.
4.8.3 Er is al veel werk verzet
De uitvoering van de nieuwe taken en de betrokkenheid van soms (bijvoorbeeld op het terrein van jeugd) regionaal werkende instellingen maakt de noodzaak tot samenwerking tussen regiogemeenten groter. Vanuit het Rijk wordt deze samenwerking gestimuleerd en op sommige terreinen verplicht gesteld. De gemeente Gouda heeft nadrukkelijk de samenwerking gezocht met de Midden-Holland gemeenten, in 2012 is gestart met de eerste voorbereidingen. De verschillende koerswijzigingen binnen het rijksbeleid vergden sindsdien nog een aanzienlijke flexibiliteit van gemeenten. Toch zijn zowel op regionaal als op lokaal niveau in 2013 de nodige vorderingen gemaakt. Regionaal In het voorjaar van 2013 heeft de samenwerking in Midden-Holland geleid tot de vaststelling van één regionale visie op het sociale domein door alle betrokken gemeenteraden. Het Regionaal Transitie Arrangementen (RTA) van de Midden-Holland gemeenten kreeg als 1 van de 11 RTA’s het predikaat groen van de Landelijke Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd. Dertig van de in totaal 41 regio’s scoorden daarentegen matig tot zeer zwak voor wat betreft hun voorbereidingen op de nieuwe Jeugdwet. De in 2013 opgestelde nota Gebundelde Krachten waarmee een kader wordt gegeven voor de manier waarop de gemeenten in Midden-Holland om willen gaan met de veranderingen in het sociaal domein, is in 2014, nog voor de verkiezingen, vastgesteld in de Goudse gemeenteraad. Om op termijn de regionale inkoop van de verschillende voorzieningen te kunnen realiseren zijn stappen genomen in de realisatie van een samenwerkingsovereenkomst tussen gemeenten. Gezamenlijk ook hebben de wethouders van de gemeenten in Midden-Holland, in een brief aan de Staatssecretaris van VWS, hun zorgen geuit over de korting op de budgetten voor Jeugdhulp. Lokaal Ter voorbereiding op de nieuwe taken is ervaring opgedaan met verschillende pilots: ■ Eind 2012 is met betrokken partijen in Gouda besloten een pilot met een sociaal team op te starten. Bij aanvang werd ervoor gekozen om alle werkvormen die gericht zijn op kortdurende ondersteuning bij participatie en zelfredzaamheid binnen het team te brengen. Het sociaal team met integraal werkende sociaal werkers, is in een driehoek verbonden met wijkverpleegkundigen en huisartsen in de wijk. De inwoners maar ook de huisarts en de andere verwijzers hebben met een sociaal team, binnen hun eigen wijk, één toegang voor ondersteuningsvragen. In 2013 is het in Gouda gelukt de belangrijkste randvoorwaarden voor een integrale aanpak (volgens de methode één gezin, één plan) te realiseren; ■ Met speciale trainingen wordt onderzocht welke mensen, die nu gebruik maken van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV), de overstap naar het Openbaar Vervoer kunnen maken; ■ Als probleemgedrag bij jonge kinderen vroeg wordt onderkend kan met vroegtijdige relatief beperkte inzet, latere intensieve ondersteuning voorkomen worden. Binnen het landelijke programma Alert4you zijn jeugdzorgmedewerkers ingezet bij de opvang van kinderen jonger dan 4 jaar. De eerste resultaten van deze pilot tonen aan dat het met beperkte ondersteuning voor meer kinderen mogelijk wordt gebruik te (blijven) maken van de reguliere kinderopvang. In 2013 zijn steeds meer gegevens beschikbaar gekomen over de op dit moment geldende cliëntaanspraken. De informatie over de omvang van de zorgbehoefte en de daarvoor beschikbaar komende rijksbudgetten geven reden tot enige zorg. Er tekent zich een beeld af van toenemende gemeentelijke verantwoordelijkheden die uitgevoerd moeten worden voor een veel beperkter budget. Het budget en de omvang van op dit moment geleverde ondersteuning benadrukken de noodzaak
Jaarstukken 2013
103
om de speerpunten in de visie op het sociaal domein hoog op de uitvoeringsagenda te houden. Bij de uitwerking van de afzonderlijke beleidsopdrachten zullen we voortdurend uitgaan van de eigen kracht van de burger en zijn of haar netwerk, een integrale aanpak waarin gewerkt wordt volgens het principe van één huishouden, één plan en één regisseur, en de mogelijkheden om met inzet aan de voorkant de druk op zwaardere specialistische zorg te voorkomen.
4.8.4 In 2014 de laatste voorbereidingen
Was 2013 het jaar waarin veel aandacht is gegeven aan het vaststellen van de eerste beleidskaders en het formuleren van de opdrachten waarmee een antwoord moet worden gegeven op de verschillende vragen waarvoor gemeenten zich vanwege de nieuwe verantwoordelijkheden gesteld zien, 2014 wordt het jaar waarin de ambtelijke organisatie wordt voorbereid op de uitvoering van nieuwe taken per 2015. De eerste inventarisaties van de benodigde ondersteuning op juridisch en financieel terrein zijn verricht. Duidelijk is dat de nieuwe taken mogelijk niet alleen om een uitbreiding van bestaande afdelingen vragen maar ook om expertise die nog niet binnen de ambtelijke organisatie aanwezig is. De samenwerking en dus gegevensuitwisseling met verschillende maatschappelijke organisaties kan verschillende ICT aanpassingen noodzakelijk maken. Deze en andere veranderingen in de organisatie vragen om een tijdig voorsorteren. De reeds behaalde resultaten overziend, gaan we ervan uit dat ook dat zal gaan lukken.
104
Jaarstukken 2013
4.9 Interbestuurlijk toezicht 4.9.1 Inleiding
Op 1 oktober 2012 is de nieuwe Wet revitalisering generiek toezicht in werking getreden. Deze wet vormt de basis van de herziening van het interbestuurlijke toezicht: het toezicht van de ene bestuurslaag op de andere bestuurslaag (Rijkprovincie, provincie-gemeente). Het houden van interbestuurlijk toezicht is niet nieuw, maar vanaf 1 oktober 2012 is de wijze waarop toezicht wordt gehouden wel veranderd. Met de nieuwe wet wordt beoogd de interbestuurlijke lasten te verminderen en het toezicht te versoberen. Met de inwerkingtreding van deze wet vervalt een groot aantal toezichtbepalingen in diverse wetten (specifiek toezicht). Daarvoor in de plaats komt een meer generieke aanpak van het interbestuurlijk toezicht. De instrumenten van het generiek interbestuurlijk toezicht zijn de algemene bepalingen over schorsing en vernietiging en indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing, die in de Gemeentewet en de Provinciewet zijn opgenomen. Het nieuwe toezicht moet onder andere soberder, selectiever en risicogericht worden. Het is in eerste instantie niet aan de toezichthouder, maar aan de vertegenwoordigende organen – zoals de gemeenteraad - om via horizontale verantwoording zicht te houden op de uitoefening van medebewindstaken door het college. De nieuwe wet is voor de provincie Zuid-Holland aanleiding geweest om bestuursovereenkomsten te sluiten met alle Zuid-Hollandse gemeenten over dit nieuwe toezicht. In een bestuursovereenkomst is vastgelegd dat het toezicht sober, proportioneel en risicogericht wordt ingezet indien de gemeente de informatievoorziening op orde heeft en de horizontale verantwoording goed functioneert. De gemeenten moeten door middel van het jaarverslag informatie aan de provincie verschaffen over de stand van zaken met betrekking tot de volgende wettelijke domeinen: financiën, ruimtelijke ordening, huisvesting verblijfsgerechtigden, omgevingsrecht, externe veiligheid, en archief- en informatiebeheer. Dit resulteert in een zogeheten “Staat van de Gemeente” als onderdeel van de jaarstukken. De provincie verwerkt de aangeleverde informatie van de afzonderlijke gemeenten in het provinciale totaalbeeld voor alle Zuid-Hollandse gemeenten: de zogeheten “Staat van de Gemeenten”. Aan de hand van de opgestelde criteria in het toezichtkader geeft de provincie een beoordeling over de aangeleverde informatie, stelt zij een toezichtregime vast en informeert zij de gemeenten. Indien de verstrekte informatie daartoe aanleiding geeft, kan de provincie bestuurlijk interveniëren. BenW hebben in september 2013 ingestemd met de bestuursovereenkomst, waarna de ondertekening door de burgemeester heeft plaatsgevonden. Als gevolg van de bestuursovereenkomst is in deze jaarstukken derhalve voor het eerst een verantwoordingsparagraaf Interbestuurlijk toezicht opgenomen.
4.9.2 Staat van de gemeente Gouda
De rapportage en verantwoording op de voorgeschreven domeinen uit de met de provincie Zuid-Holland gesloten bestuursovereenkomst interbestuurlijk toezicht vindt plaats aan de hand van de navolgende Staat van de gemeente Gouda. Financiën De begroting is materieel in evenwicht. De meerjarenbegroting is materieel in evenwicht.
Rood/ Oranje/ Groen Groen Oranje
Is er reden voor extra aandacht?
Nee
Ruimtelijke ordening
Rood/ Oranje/ Groen Groen
De provinciale ruimtelijke belangen zijn opgenomen in de gemeentelijke ruimtelijke plannen.
TOELICHTING De begroting 2014 is structureel en reëel sluitend. De meerjarenbegroting is in evenwicht, maar bevat taakstellingen die nog niet zijn ingevuld. Het weerstandsvermogen wordt versterkt. De financiële positie van Gouda is op onderdelen kwetsbaar, maar die punten zijn goed in beeld.
TOELICHTING In 2013 zijn in totaal 5 voorontwerpbestemmingsplannen via het e-formulier aan de provincie voorgelegd. Bij geen van deze voorontwerpbestemmingsplannen heeft de provincie aangegeven dat er sprake is van strijd met provinciale ruimtelijke belangen. Er zijn geen ontwerp- en vastgestelde bestemmingsplannen aan de provincie voorgelegd.
Is er reden voor extra aandacht?
Niet van toepassing
Omgevingsrecht (toezicht, handhaving en vergunningverlening milieu, bouwen en wonen) Er is een door de gemeenteraad vastgestelde zelfevaluatie.
Rood/ Oranje/ Groen
TOELICHTING
Groen
De zelfevaluatie zal in mei 2014 aan de gemeenteraad worden aangeboden.
Jaarstukken 2013
105
Omgevingsrecht (toezicht, handhaving en vergunningverlening milieu, bouwen en wonen) Er is een door de gemeenteraad vastgesteld verbeterplan. Vanaf 1-1-2015: er is een door de gemeenteraad vastgestelde eindmeting. Is er reden voor extra aandacht?
Rood/ Oranje/ Groen
TOELICHTING
Groen
Het verbeterplan zal in mei 2014 aan de gemeenteraad worden aangeboden.
Externe veiligheid
Rood/ Oranje/ Groen Groen
De gemeente levert actuele en volledige informatie voor de provinciale risicokaart. Is er reden voor extra aandacht? Archief- en informatiebeheer Het archief- en informatiebeheer zijn op orde.
Groen Nee
TOELICHTING Alle gegevens zijn actueel, zowel RRGS als ISOR
Nee Rood/ Oranje/ Groen
TOELICHTING Op 1 oktober 2012 is de Wet Revitalisering Generiek Toezicht in werking getreden. Tegen deze achtergrond heeft de provincie met de gemeente een bestuursovereenkomst ondertekend waarin is vastgelegd dat de gemeente jaarlijks door middel van de jaarstukken informatie verschaft op een aantal domeinen, o.a. over archiefen informatiebeheer. De gemeente Gouda hecht belang aan een gemeentebrede aanpak bij het bepalen van de staat van de informatievoorziening. Om die reden is ingezet op de uitvoering van een interne audit bij alle organisatieonderdelen. Op grond van de uitkomsten daarvan is de gemeente voornemens te bezien wat er nodig is om een toekomstbestendig informatiebeleid te voeren en hoe een brede verbeterstrategie eruit kan zien. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de ambities van de gemeente in relatie tot het verder professionaliseren van de dienstverlening (Programma Dienstverlening, Zaakgericht Werken en Antwoord ©). Het auditproces alsmede het formuleren van de bijbehorende verbeterstrategie is bij de oplevering van de jaarrekening nog niet gereed. De raad zal t.z.t. geïnformeerd worden over de uitkomsten daarvan.
Is er reden voor extra aandacht?
Nee
Huisvesting verblijfsgerechtigden
Rood/ Oranje/ Groen Groen
TOELICHTING
Groen
zie tabel hieronder
Er is volledig voldaan aan de halfjaartaakstelling en er is geen achterstand. Er is tijdig voldaan aan de halfjaartaakstelling en er is geen achterstand. Is er reden voor extra aandacht?
zie tabel hieronder
Signaleren, extra aandacht voor de taakstelling
Gevraagde informatie huisvesting verblijfsgerechtigden Voorsprong per 1 januari van het verantwoordingsjaar Fase interventieladder Taakstelling eerste halfjaar van het verantwoordingsjaar In het eerste halfjaar gehuisveste verblijfsgerechtigden/vergunningshouders Voorsprong per 1 juli van het verantwoordingsjaar Fase interventieladder Taakstelling tweede halfjaar van het verantwoordingsjaar In het tweede halfjaar gehuisveste verblijfsgerechtigden/vergunningshouders Achterstand per 31 december van het verantwoordingsjaar
106
Jaarstukken 2013
Stand van zaken
10 Taakstelling gerealiseerd 18 20 12 Signaleren 27 10 5
5. Programmarekening 5.1 Inleiding De programmarekening vormt samen met de balans en de SiSa-bijlage de jaarrekening 2013. De jaarrekening geeft inzicht in het financiële eindresultaat 2013 met een analyse en toelichting op de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting na wijziging. De gevolgen voor de financiële positie van de gemeente zijn verwerkt in de balans. In de SiSabijlage wordt verantwoording afgelegd over de zogenaamde specifieke uitkeringen. Benadrukt wordt dat alle vergelijkingen, voor zover niet anders gemeld, worden gemaakt met de begroting na de 2e wijziging.
5.2 Programmarekening 2013 In de onderstaande tabel is de opbouw van het resultaat voor bestemming weergegeven. Het totaal van baten en lasten van de programma's en van de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien vormen samen het resultaat voor bestemming. In de tabel zijn de baten vermeld met een -teken. Een positief saldo voor een programma in de kolom "jaarrekening 2013" geeft aan hoeveel de lasten hoger zijn dan de baten oftewel hoeveel het programma de gemeente heeft gekost. Het resultaat voor bestemming van de jaarrekening 2013 van - € 31.000 is derhalve positief. Exploitatie (bedragen * € 1.000)
01. Jeugd, onderwijs en veiligheid 02. Werken en meedoen 03. Gouda goed op de kaart 04. RO, bereikbaarheid en parkeren 05. Duurzaamheid en stedelijk beheer 06. Sport en cultuur Algemene dekkingsmiddelen
TOTAAL RESULTAAT VOOR BESTEMMING
Primitieve begroting 2013
Begroting 2013 na 2e wijziging
Jaarrekening 2013
Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo
32.830 -3.349 29.481 63.795 -35.737 28.059 12.358 -1.394 10.964 21.289 -11.122 10.167 40.137 -20.915 19.222 15.125 -2.351 12.774 4.961 -107.124 -102.163
31.538 -3.738 27.800 65.022 -35.847 29.176 12.390 -1.394 10.996 28.898 -21.902 6.996 40.095 -21.374 18.721 15.097 -2.356 12.741 4.614 -105.375 -100.760
30.717 -3.652 27.065 63.639 -37.993 25.646 12.250 -1.308 10.942 26.244 -18.177 8.066 40.729 -22.779 17.950 15.046 -2.444 12.602 4.788 -107.089 -102.302
Lasten Baten Saldo
190.496 -181.992 8.504
197.654 -191.985 5.669
193.413 -193.444 -31
Saldo V/N rekening min begroting na wijziging 820 V -85 N 735 V 1.383 V 2.147 V 3.530 V 140 V -87 N 54 V 2.654 V -3.724 N -1.070 N -634 N 1.405 V 771 V 51 V 89 V 139 V -173 N 1.715 V 1.541 V 4.241 1.459 5.700
V V V
De bedragen die zijn toegevoegd of onttrokken aan de reserves worden verrekend met het resultaat voor bestemming. Daaruit volgt dan het uiteindelijke resultaat na bestemming. Als gevolg van deze werkwijze verbetert het inzicht in de feitelijke kosten van de onderscheiden programma's. In de navolgende tabel is de opbouw van het resultaat na bestemming weergegeven. Na de verrekening met de reserves ontstaat een resultaat na bestemming van € 3.877.000 positief. Resultaat (bedragen * € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutaties reserves i.v.m. programma's: - dotaties - onttrekkingen TOTAAL RESULTAAT NA BESTEMMING
Lasten Baten
Primitieve begroting 2013
Begroting 2013 na 2e wijziging
Jaarrekening 2013
8.504
5.669
-31
500 -9.298 -294
1.682 -6.648 703
1.682 -5.527 -3.877
Saldo V/N rekening min begroting na wijziging 5.700 V 0 -1.120 4.580
Jaarstukken 2013
N V
107
5.3 Toelichting op de programmarekening 2013 5.3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk zijn toelichtingen opgenomen bij de belangrijkste afwijkingen binnen de verschillende programma's voor zover deze groter zijn dan € 95.000. Een gedetailleerdere toelichting is opgenomen bij de programma's in het jaarverslagdeel van deze jaarstukken.
5.3.2 Programma 1 Jeugd, onderwijs en veiligheid bedragen * € 1.000
Primitieve Begroting 2013 na Jaarrekening 2013 begroting 2013 2e wijziging
Lasten Baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
32.830 -3.349 29.481 -2.393 27.088
31.538 -3.738 27.800 -2.332 25.468
30.717 -3.652 27.065 -1.868 25.197
Saldo rekening V/N min begroting na wijziging 820 V -85 N 735 V -464 N 271 V
Het saldo van de rekening en de begroting na wijziging wordt in belangrijke mate veroorzaakt door: Lasten: Rijksveiligheidsgelden Er is sprake van onderuitputting van € 520.000 op de rijksgelden voor polarisatie en radicalisering, overlast en verloedering, gezinsmanagers en straatcoaches. Naar aanleiding van de bezuinigingen is spaarzaam omgesprongen met de beschikbare rijksmiddelen. Aan de raad wordt voorgesteld deze middelen opnieuw beschikbaar te stellen in 2014 tot en met 2016 mede in verband met het feit dat deze middelen van het Rijk verkregen zijn met een expliciete focus op sociale veiligheid. Gemeentelijke veiligheidsgelden Gelet op de onzekerheid of de opdracht voor het jongerenwerk ten aanzien van risicojeugd al deels in 2013 zou moeten starten om in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de Goudse wijken, is ervoor gekozen om een deel van het budget voor begeleiding van jeugd (jongerenwerk, coaching, nazorg) te reserveren voor deze mogelijkheid. De aanbesteding voor dit project heeft plaatsgevonden in de tweede helft van 2013. Daarnaast speelt hier mee dat er zaken vanuit de tijdelijke rijksmiddelen zijn bekostigd die, indien deze rijksmiddelen niet voorhanden zouden zijn geweest, uit de reguliere budgetten zouden zijn betaald. Hierdoor is een voordeel ontstaan van in totaal € 116.000. Lasten en baten: Onderwijshuisvesting Uit de berekeningen voor het planmatig onderhoud gemeentelijke onderwijsgebouwen is gebleken dat de bijbehorende voorziening niet toereikend is. Aanvulling heeft in 2013 plaatsgevonden (€ 305.000). Daarnaast zijn de in het verleden gemaakte voorbereidingskosten niet commerciële voorzieningen Westergouwe (€ 217.000) in 2013 afgeboekt vanwege gewijzigde planvorming en het ontbreken van een directe relatie tussen die kosten en de realisatie van die voorzieningen. Ten slotte zijn diverse door de gemeente gemaakte energiekosten een-op-een in rekening gebracht (€ 103.000) bij Sport.Gouda. Niet gesprongen explosieven De kosten van onder andere het NGE-onderzoek van de "Reconstructie kruising Hamstergat" zijn doorgeschoven naar 2014. Dit leidt tot een voordeel van € 671.000. Aangezien 30% van de kosten gelijktijdig naar de projecten wordt doorbelast, ontstaat aan de batenkant een evenredig nadeel van € 207.000. Per saldo bedraagt het voordeel € 464.000. Tegenover dit voordeel staat een lagere onttrekking - hetgeen financieel technisch als nadeel geldt - aan de reserve NGE voor hetzelfde bedrag.
5.3.3 Programma 2 Werken en meedoen bedragen * € 1.000
Lasten Baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Primitieve Begroting 2013 na Jaarrekening 2013 begroting 2013 2e wijziging 63.795 -35.737 28.059 -934 27.124
65.022 -35.847 29.176 -1.175 28.001
63.639 -37.993 25.646 -566 25.080
Het saldo van de rekening en de begroting na wijziging wordt in belangrijke mate veroorzaakt door:
108
Jaarstukken 2013
Saldo rekening V/N min begroting na wijziging 1.383 V 2.147 V 3.530 V -609 N 2.920 V
Lasten: Maatschappelijke opvang/OGGZ De middelen voor MO/OGGZ worden door Gouda als centrumgemeente mede namens de regio uitgegeven. Per saldo blijft een positief saldo over van € 180.000. De raad zal worden voorgesteld om het niet bestede budget 2013 opnieuw beschikbaar te stellen in 2014. Decentralisaties Van het Rijk, regiogemeenten en provincie zijn incidentele middelen ontvangen voor de invoeringslasten van de komende decentralisaties in het sociale domein. Van deze middelen is nog € 138.000 over. Aan de raad zal worden voorgesteld dit bedrag in 2014 opnieuw beschikbaar te stellen. Jeugdwerkloosheid De actieplannen jeugdwerkloosheid (AJW) worden in 2014 afgehandeld in afwachting van de eindrapportage van de ESF-controle. Het budget AJW is geoormerkt geld. Tevens wordt het project Ontsluiting werkzoekendenbestand in 2014 afgerond. De raad zal worden voorgesteld om het resterende saldo van € 410.000 van deze projecten opnieuw beschikbaar te stellen in 2014. Lasten en baten Bijstandsverlening Bij het 2e ijkmoment in augustus 2013 is vanuit de reserve sociaal domein de begroting voor de uitgaven BUIG (BUIG = Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten: WWB, IOAW, IOAZ, BZ starters levensonderhoud) met € 1.100.000 verhoogd. Daarnaast hebben we ook € 1.900.000 extra rijksgelden ontvangen waarmee de stijgende uitgaven gecompenseerd konden worden. Ondanks de economische recessie en de bijbehorende landelijke stijging van het aantal bijstandsontvangers is het cliëntvolume in Gouda de laatste vier maanden van 2013 per saldo stabiel gebleven. Dit heeft geresulteerd in een per saldo lager nadeel (€ 678.000) dan begroot. Dit verschil vloeit terug naar de reserve sociaal domein en is al met al budgetneutraal. Waardering bijstandsvorderingen Het resultaat van de in 2013 gerealiseerde terugvorderingen op basis van fraude en te veel verstrekte uitkeringen was € 120.000 lager dan begroot. Ook dit bedrag wordt net als het gehele product Inkomen verrekend met de reserve sociaal domein. Bijzondere bijstand Door aanscherping van de WWB is in 2012 de inkomensgrens voor de bijstand verlaagd. Bovendien is voor vergoeding van ziektekosten via de bijzondere bijstand een goedkopere collectieve ziektekostenverzekering in de plaats gekomen. Medische kosten worden niet meer vergoed via de bijzondere bijstand. Structurele doorwerking van deze maatregelen in combinatie met verhoging van het budget bijzondere bijstand heeft in 2013 geleid tot een voordelig resultaat van € 282.000. Vrouwenopvang De middelen worden door Gouda als centrumgemeente mede namens de regio uitgegeven. Per saldo resteert € 1.096.000 (inclusief een overschot van € 304.000 uit de jaren voor 2013). De raad zal worden voorgesteld om het niet bestede budget 2013 opnieuw beschikbaar te stellen in 2014. Individuele verstrekkingen (Wmo) (inclusief uitvoeringslasten) Aan de lastenkant wordt een voordeel van € 504.000 voor een groot deel veroorzaakt door een overschotten op bouwkundige woningaanpassingen en op hulp bij het huishouden. Het overschot van € 193.000 aan de batenkant komt door hogere eigen bijdragen dan begroot. Specifieke uitkeringen Op de specifieke uitkeringen participatiebudget en WSW is voor € 316.000 minder uitgegeven en minder ontvangen dan begroot. Per saldo is het resultaat neutraal.
5.3.4 Programma 3 Gouda goed op de kaart bedragen * € 1.000
Lasten Baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Primitieve Begroting 2013 na Jaarrekening 2013 begroting 2013 2e wijziging 12.358 -1.394 10.964 0 10.964
12.390 -1.394 10.996 0 10.996
12.250 -1.308 10.942 0 10.942
Saldo rekening V/N min begroting na wijziging 140 V -87 N 54 V 0 N 54 V
Het saldo van de rekening en de begroting na wijziging wordt in belangrijke mate veroorzaakt door:
Jaarstukken 2013
109
Lasten: Overig Per saldo doet zich een voordeel voor van € 140.000 op grond van lager uitgevallen kosten voor diverse onderwerpen binnen het programma Gouda goed op de kaart.
5.3.5 Programma 4 RO, bereikbaarheid en parkeren bedragen * € 1.000
Lasten Baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Primitieve Begroting 2013 na Jaarrekening 2013 begroting 2013 2e wijziging 21.289 -11.122 10.167 -5.470 4.697
28.898 -21.902 6.996 -2.226 4.770
26.244 -18.177 8.066 -2.220 5.846
Saldo rekening V/N min begroting na wijziging 2.654 V -3.724 N -1.070 N -6 N -1.076 N
Het saldo van de rekening en de begroting na wijziging wordt in belangrijke mate veroorzaakt door: Lasten: Bestemmingsplannen De kosten in verband met het actualiseren en digitaliseren van bestemmingsplannen bedragen € 72.000. Voorgesteld wordt om dit bedrag te verrekenen met de daarvoor bestemde reserve bestemmingsplannen. Voor € 42.000 is aanvullende personele inzet gepleegd ten behoeve van bestemmingsplannen. OMB Op basis van de jaarrekening 2013 van de Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad (OMB) is voor het verwachte verlies op de deelneming in de OMB een voorziening gevormd van € 668.000. Baten: Parkeren Het nadeel van € 111.000 op de parkeerinkomsten wordt voornamelijk veroorzaakt door een nadeel op de inkomsten naheffingsaanslagen. Aflossing lening In verband met een vervroegde aflossing van een lening door een woningbouwcorporatie is een boeterente van € 1.678.000 ontvangen. Voorgesteld wordt om 50% van dit bedrag vrij te laten vallen in het rekeningresultaat en 50% te doteren aan de reserve wijkontwikkeling. Daartoe zal bij de resultaatbestemming een voorstel worden gedaan. Lasten en baten: Grondexploitaties Per saldo treedt binnen de grondexploitaties een negatief effect op van € 553.000. Een complex (Kleiweg) is met een positief resultaat afgesloten. Van twee complexen is een deel van de boekwaarde afgewaardeerd. Voor één van deze twee complexen stond daar een nagenoeg even grote vrijval van de voorziening tegenover. Deze effecten waren niet geraamd. Verbetering doorstroming verkeer rondom het spoor Een nadeel van € 314.000 ontstaat door extra uitgaven aan de renovatie van de Hamstergatkruising. Een voordeel van € 329.000 ontstaat voor het grootste gedeelte door een niet begrote verrekening met een investering in VRI's. Een deel van deze extra kosten (€ 108.000) zijn voor derden gemaakt en zijn bij hen in rekening gebracht. In beide gevallen gaat het om een wijziging in het kasritme. Verrekening vindt plaats via de gelijknamige reserve. Bouw- en woningtoezicht De voorbereidingskosten in verband met de uitplaatsing van BWT worden tot een bedrag van € 90.000 met de reserve bouwleges verrekend. Het nadeel op de bouwleges bedraagt € 716.000. In 2013 zijn met name minder vergunningen verleend op aanvragen van grotere bouwprojecten. Voorgesteld wordt om dit nadeel met de reserve bouwleges te verrekenen. Panden Het beheer van de panden levert per saldo een nadeel op van € 53.000. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een verschil in de door te belasten kosten (o.a. energie en onderhoud) van de panden (deze zijn niet vooraf begroot en zowel bij de lasten als de baten geeft dit een grote over- c.q. onderschrijding van het budget) en de nagekomen kosten voor de herbestemming van het stadhuis. ISV Stedelijke vernieuwing De van de provincie ontvangen middelen voor ISV waren niet begroot. Alle middelen zijn besteed. Daardoor vallen zowel de gerealiseerde lasten als baten afgerond € 862.000 hoger uit dan geraamd. Beide posten waren niet begroot.
110
Jaarstukken 2013
Wijkontwikkeling Het saldo van het voordeel op de baten (€ 49.000) en het nadeel op de lasten (€ 367.000) van wijkontwikkeling wordt met de reserve wijkontwikkeling verrekend.
5.3.6 Programma 5 Duurzaamheid en stedelijk beheer bedragen * € 1.000
Lasten Baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Primitieve Begroting 2013 na Jaarrekening 2013 begroting 2013 2e wijziging 40.137 -20.915 19.222 0 19.222
40.095 -21.374 18.721 0 18.721
40.729 -22.779 17.950 0 17.950
Saldo rekening V/N min begroting na wijziging -634 N 1.405 V 771 V 0 771 V
Het saldo van de rekening en de begroting na wijziging wordt in belangrijke mate veroorzaakt door: Lasten: Gladheidsbestrijding en straatreiniging Door de zachte november- en decembermaand 2013 is er aanmerkelijk minder inzet gepleegd op gladheidsbestrijding. Een aanvullende toerekening van kosten staatreiniging aan riool leverde een voordeel op bij straatreiniging. Een onderuitputting van het budget met € 180.000 is het gevolg. Lasten en baten: Afval Het voordeel van € 257.000 op de lasten wordt veroorzaakt door een hogere post aan kwijtscheldingen in combinatie met lagere lasten afvalinzameling en kosten afvalbrengstation. Het nadeel van € 244.000 op de baten komt vooral door een lagere opbrengst van de reinigingsheffing. Oostpolder Het project is opgeleverd en de subsidieafwikkeling met de provincie heeft plaatsgevonden. Het nadeel van afgerond € 360.000 op de lasten is nagenoeg gelijk aan het voordeel op de baten. Beide waren niet geraamd. Riolering De lasten voor dagelijks onderhoud en groot onderhoud riolering waren in 2013 per saldo € 310.000 lager dan begroot door een lager bedrag aan kwijtscheldingen rioolheffing, minder calamiteitenreparaties en een geringere inzet externe medewerkers. De baten laten per saldo een voordeel zien van € 33.000. Dit wordt veroorzaakt door een hogere onttrekking uit de voorziening riolering. De saldi komen op basis van nacalculatie van de compensabele BTW ten gunste van het resultaat. Schouw Openbare Ruimte De ontvangen malus van Cyclus in verband met het niet voldoen aan de gestelde beeldkwaliteit was € 151.000 hoger dan voorzien. Voor een bedrag van € 53.000 zijn meerkosten gemaakt die een directe relatie hebben met de schouwwerkzaamheden. Bijdragen van derden Van derden is € 917.000 ontvangen ten behoeve van projecten openbare ruimte. Dit bedrag is een voordeel bij de baten (de opbrengsten waren niet geraamd). Van deze ontvangsten is € 643.000 gedoteerd aan de voorziening. Ook deze dotatie was niet geraamd. Voor de bijdrage aan de herinrichting van de kruising nabij Bedrijventerrein Gouwepark is € 180.000 uitgegeven. Tegenover deze uitgaven staat een bijdrage van derden voor hetzelfde bedrag. Voor € 103.000 zijn uitgaven gedaan ten behoeve van projecten openbare ruimte. WWerken voor derden Voor € 133.000 zijn werken voor derden uitgevoerd. Een identiek bedrag is hiervoor van derden ontvangen. Kabels en leidingen De ontvangen vergoeding van nutsbedrijven voor wegopenbrekingen als gevolg van werkzaamheden aan kabels en leidingen was € 109.000 hoger dan begroot. Deze meerontvangsten zijn vrijwel volledig gedoteerd aan de voorziening groot onderhoud openbare ruimte om beschikbaar te zijn voor toekomstige herstelwerkzaamheden van de verslechterde bestrating. Per saldo budgetneutraal voor de exploitatie.
Jaarstukken 2013
111
5.3.7 Programma 6 Sport en Cultuur bedragen * € 1.000
Lasten Baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Primitieve Begroting 2013 na Jaarrekening 2013 begroting 2013 2e wijziging 15.125 -2.351 12.774 0 12.774
15.097 -2.356 12.741 0 12.741
15.046 -2.444 12.602 0 12.602
Saldo rekening V/N min begroting na wijziging 51 V 89 V 139 V 0 N 139 V
Het saldo van de rekening en de begroting na wijziging wordt in belangrijke mate veroorzaakt door: Lasten: Zwemmen De sloop van De Trefkuil was gepland in 2013 maar is nog niet afgerond. Aan de raad zal worden voorgesteld om het (restant-)bedrag (€ 70.000) opnieuw beschikbaar te stellen in 2014. Lasten en baten: Impulsregeling brede scholen, sport en cultuur De activiteiten met betrekking tot de Impulsregeling brede scholen, sport en cultuur (combinatiefunctionarissen) worden in 2014 verder uitgevoerd. In 2013 is sprake van een voor op de uitgaven en de inkomsten van € 73.000. Aan de raad wordt voorgesteld het budget in 2014 opnieuw beschikbaar te stellen.
5.3.8 Algemene dekkingsmiddelen bedragen * € 1.000
Lasten Baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
Primitieve Begroting 2013 na Jaarrekening 2013 begroting 2013 2e wijziging 4.961 -107.124 -102.163 0 -102.163
4.614 -105.375 -100.760 767 -99.994
4.788 -107.089 -102.302 808 -101.494
Saldo rekening V/N min begroting na wijziging -173 N 1.715 V 1.541 V -41 N 1.500 V
Het saldo van de rekening en de begroting na wijziging wordt in belangrijke mate veroorzaakt door: Lasten: Onvoorzien De post onvoorzien (€ 151.000) is niet aangewend in 2013 en valt vrij in het rekeningresultaat. Stelpost taakmutaties algemene uitkering Het saldo van de stelpost (€ 84.000) valt vrij in het rekeningresultaat. Van dit saldo is € 70.000 beschikbaar gekomen voor armoedebeleid in de septembercirculaire 2013. Aan de raad zal worden voorgesteld dit bedrag opnieuw beschikbaar te stellen in 2014. Saldo bedrijfsvoering Een nadeel van € 445.000 wordt veroorzaakt door hogere personeelslasten dan begroot. Bij de afgelopen bezuinigingsrondes is de formatie gereduceerd. De feitelijke realisatie van deze formatiereductie blijkt in deze economisch lastige tijden echter moeilijk te bewerkstelligen. Baten: Algemene uitkering De circulaire gemeentefonds december 2013 en daarna ontvangen beschikkingen van het Rijk leveren € 971.000 meer op dan geraamd bij de circulaire van september 2013, die verwerkt is in de 2e begrotingswijziging 2013. Daarvan wordt € 135.000 veroorzaakt door nacalculaties over 2011 en 2012. Nieuwe en gewijzigde decentralisatie-uitkeringen zorgen voor € 281.000 aanvullende inkomsten. Ten slotte is de algemene uitkering € 556.000 hoger uitgevallen als gevolg van de trapop-trap-af systematiek en de verwerking van de meest recente aantallen van enkele maatstaven. Alle middelen vallen vrij in het rekeningresultaat. Om een deel van de middelen in 2014 in te kunnen zetten, zal de raad worden voorgesteld de betreffende middelen opnieuw beschikbaar te stellen in 2014. Lokale heffingen De hogere inkomsten hebben voornamelijk betrekking op een hogere OZB-opbrengst van € 402.000 (oftewel 2,8% van de raming). De hogere OZB-opbrengst houdt enerzijds verband met het feit dat bij de vaststelling van de tarieven over 2013 de taxaties nog niet volledig afgerond waren waardoor de totale economische waarde van de objecten nog niet exact kon worden bepaald. Anderzijds wordt de hogere OZB-opbrengst veroorzaakt door een hogere opbrengst oude jaren. De inkomsten van de precariobelasting vielen iets lager uit dan geraamd.
112
Jaarstukken 2013
Saldo financieringsfunctie Als gevolg van het achterblijvende investeringstempo in grondexploitaties en in overige investeringen en kredieten kon in 2013 € 668.000 minder rente worden omgeslagen. Daartegenover staat dat in 2013 € 970.000 minder rente werd betaald, grotendeels als gevolg van een lager volume aan benodigde financieringsmiddelen dan begroot. Daarnaast zijn de betaalde rentelasten lager uitgevallen als gevolg van de keuze om zo veel mogelijk met kortlopende middelen tegen zeer lage rentetarieven te financieren.
5.4 Incidentele baten en lasten Het overzicht van incidentele baten en lassten draagt bij aan het inzicht in de financiële positie van de gemeente. Het draait immers niet alleen maar om het formele evenwicht van de begroting en de jaarrekening (totale lasten en baten zijn gelijk) maar nog veel meer om het materieel evenwicht (structurele lasten worden gedekt door structurele baten). Het overzicht neemt een steeds prominentere plaats in bij de uitvoering van de toezichtstaak door de provincie. Op aandringen van de provincie is in deze jaarrekening ten opzichte van voorgaande jaren meer aandacht besteed aan dit onderwerp. De financiële tabel is opgebouwd conform het door de provincie geadviseerde model. Alle omschrijvingen en bedragen uit de primitieve programmabegroting 2013-2016 zijn overgenomen. Per onderwerp zijn de gerealiseerde bedragen vermeld in de kolom werkelijk. Daarnaast zijn die lasten en baten opgenomen waarvan het incidentele karakter in de loop van 2013 is komen vast te staan. In de toelichting wordt met name het incidentele karakter van de baten en de lasten beschreven. Voor de afwijkingen tussen de geraamde en werkelijke bedragen wordt verwezen naar hoofdstuk Toelichting op de programmarekening 2013. Incidentele baten (bedragen * € 1.000) Programma 01 Jeugd, onderwijs en veiligheid 02 Werken en meedoen 04 RO, bereikbaarheid en parkeren 04 RO, bereikbaarheid en parkeren 05 Duurzaamheid en stedelijk beheer 05 Duurzaamheid en stedelijk beheer
Omschrijving Onderwijsachterstandenbeleid (Jeugd)werkloosheid Grondexploitatie Aflossing lening woningbouwcorporatie Bijdrage van derden projecten openbare ruimte Werken voor derden
Algemene dekkingsmiddelen
Omschrijving
Reserves Reserve niet gesprongen explosieven WO2 Reserve spoorse doorsnijdingen Reserve wijkontwikkeling Reserve organisatieontwikkeling Algemene reserve Reserve sociaal domein Reserve bestemmingsplannen Reserve parkeren Reserve bouwleges
Omschrijving Niet gesprongen explosieven Spoorse doorsnijdingen Wijkontwikkeling Organisatieontwikkeling WWB/Promen actualisering bestemmingsplannen parkeren bouwleges
TOTAAL INCIDENTELE BATEN Incidentele lasten (bedragen * € 1.000) Programma 01 Jeugd, onderwijs en veiligheid 01 Jeugd, onderwijs en veiligheid 01 Jeugd, onderwijs en veiligheid 01 Jeugd, onderwijs en veiligheid 02 Werken en meedoen 02 Werken en meedoen 03 Gouda goed op de kaart 03 Gouda goed op de kaart 04 RO, bereikbaarheid en parkeren 04 RO, bereikbaarheid en parkeren 04 RO, bereikbaarheid en parkeren 04 RO, bereikbaarheid en parkeren 05 Duurzaamheid en stedelijk beheer 05 Duurzaamheid en stedelijk beheer 06 Cultuur en Sport
Omschrijving Onderwijsachterstandenbeleid Onderwijshuisvesting Niet gesprongen explosieven Rijksveiligheidsgelden Rijksveiligheidsgelden (Jeugd)werkloosheid Grondbank RZG Zuidplas Voorziening pensioenen (voormalig) wethouders Grondexploitatie Deelneming Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad Spoorse doorsnijdingen Wijkontwikkeling Bijdrage van derden projecten openbare ruimte Werken voor derden Buiten gebruik gestelde zwembaden
Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen
Omschrijving Organisatieontwikkeling
Reserves
Omschrijving
Werkelijk -2.264 -9 -6.693 -1.678 -917 -133
Geraamd -2.250
-1.803 -951 -1.000 -459 -348 -562 -150 -20 -90
-2.328 -3.391 -2.078 -500
-17.077
-12.256
Werkelijk 2.264 848 142 221 75 440 270 164 7.245 668 893 1.567 917 133 954
Geraamd 2.250 326 2.328 741 75
459
500
-1.709
Jaarstukken 2013
270 1.952 0 3.243 2.078
113
Incidentele lasten (bedragen * € 1.000) Algemene reserve Reserve parkeren Reserve organisatieontwikkeling
Toevoeging door vrijval NGE Parkeren Organisatieontwikkeling
TOTAAL INCIDENTELE LASTEN Totalen van Incidentele baten en lasten Totaal incidentele baten Totaal incidentele lasten TOTAAL
(bedragen * € 1.000)
1.047 135 500 18.942
13.763
Werkelijk -17.077 18.942 1.864
Geraamd -12.256 13.763 1.507
Toelichting op de tabel Programma 1 – Onderwijsachterstandenbeleid De specifieke uitkering voor onderwijsachterstanden kent een incidenteel karakter hetgeen de opname in dit overzicht verklaart. De lasten en baten waren enkele duizenden euro’s hoger dan geraamd, maar wel aan elkaar gelijk. Programma 1 – Onderwijshuisvesting De lasten vallen in 2013 hoger uit dan geraamd vanwege een incidentele aanvulling van de voorziening planmatig onderhoud gemeentelijke onderwijsgebouwen € 305.000. Ook het afboeken van de in het verleden gemaakte voorbereidingskosten (€ 217.000) niet-commerciële voorzieningen Westergouwe heeft een incidenteel karakter. Programma 1 en reserves – Niet gesprongen explosieven (NGE) In 2013 is ten behoeve van de bezuinigingen circa € 1.700.000 onttrokken aan de gelijknamige reserve. Daarnaast is ten behoeve daadwerkelijk NGE-onderzoek afgerond € 86.000 onttrokken aan deze reserve. Een onderzoek is doorgeschoven naar 2014 (aanpassing kasritme). Programma 1 – Rijksveiligheidsgelden In 2013 was € 741.000 beschikbaar uit de rijksveiligheidsgelden. Deze middelen zijn incidenteel beschikbaar gekomen binnen de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De besteding in 2013 van € 221.000 heeft daarmee ook een incidenteel karakter. Programma 2 – Rijksveiligheidsgelden Het incidenteel beschikbare budget van € 75.000 is besteed conform de begroting. Programma 2 - (Jeugd)werkloosheid Deze uitgaven hebben betrekking op verschillende tijdelijke projecten voor (jeugd)werkloosheid met een doorlooptijd van meer dan een jaar, maar met een incidenteel karakter. Programma 3 – Grondbank RZG Zuidplas Conform begroting zijn de incidentele lasten in verband met de grondbank uitgekomen op € 270.000. Programma 3 – Voorziening pensioenen (voormalig) wethouders De meest recente actuariële berekeningen leiden tot een incidentele aanvullende storting van € 164.000 in de voorziening. Programma 4 – Grondexploitatie Het meerjarenperspectief grondexploitaties (MPG) wordt jaarlijks opgesteld. Deze rapportage geeft inzicht in de stand van de grondexploitaties per 31 december van het afgelopen begrotingsjaar. Binnen het MPG wordt voor projecten met een verwacht nadelig saldo een voorziening getroffen ten laste van de algemene middelen. Een verwacht voordelig saldo wordt bij de afsluiting van het project verrekend met de algemene middelen. Alle verrekeningen hebben een incidenteel karakter. Programma 4 - Deelneming Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad Op basis van de jaarrekening 2013 van de Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad (OMB) is voor het verwachte verlies op de deelneming in de OMB een voorziening gevormd. De toevoeging aan de voorziening was niet geraamd en is incidenteel van aard. Programma 4 en reserves – Spoorse doorsnijdingen In de loop van het jaar worden de verwachte uitgaven aangepast aan de actuele situatie. Daardoor is in 2013 minder uitgegeven dan primitief geraamd. Die houdt ook in dat er navenant minder aan de reserves wordt onttrokken. Programma 4 en reserves – Wijkontwikkeling In de loop van het jaar worden de verwachte uitgaven aangepast aan de actuele situatie. Daardoor is in 2013 minder uitgegeven dan primitief geraamd. Die houdt ook in dat er navenant minder aan de reserves wordt onttrokken.
114
Jaarstukken 2013
Programma 4 – Aflossing lening woningbouwvereniging In verband met de vervroegde aflossing van een lening door een woningbouwcorporatie is een boeterente ontvangen van € 1.678.000. De boeterente is incidenteel van aard. Programma 5 - Bijdragen van derden projecten openbare ruimte De incidentele bijdragen van derden worden aangewend om (op termijn) projecten in de openbare ruimte uit te voeren. Programma 5 - Werken voor derden Het uitvoeren van werken voor derden is incidenteel van aard en budgettair neutraal. Programma 6 – Buiten gebruik stellen zwembaden In verband met het buiten gebruik stellen van de zwembaden Spaardersbad, De Trefkuil en De Tobbe hebben extra afschrijvingen plaatsgevonden voor een bedrag van € 954.000. Algemene dekkingsmiddelen en reserves De reserve organisatieontwikkeling wordt breed ingezet ter dekking van zowel reeds in gang gezette als toekomstige organisatie-ontwikkelingen. In 2013 is € 500.000 aan deze reserve toegevoegd en € 459.000 onttrokken. Overige reserves De overige mutaties op de reserves zijn allemaal incidenteel van aard. Mutaties met een structureel karakter in de reserves hebben zich in 2013 niet voorgedaan.
5.5 Resultaatbepaling De ontwikkeling van het resultaat vanaf de vaststelling van de programmabegroting 2013 is weergegeven in het navolgende overzicht. De -tekens geven aan dat sprake is van een tekort. (bedragen * € 1.000) Saldo begroting c.q. rekening
Primitieve begroting 2013 294
Stand na 1e BW 2013 -2.384
Stand na 2e BW Jaarrekening 2013 2013 -703 3.877
Na de 2e begrotingswijziging 2013 was de verwachting dat het jaarrekeningresultaat 2013 zou uitkomen op € 703.000 negatief. Het werkelijke resultaat na bestemming bij de jaarrekening 2013 bedraagt € 3.877.000 positief. Dit resultaat is als volgt tot stand gekomen: ■ het resultaat voor bestemming (het saldo van baten en lasten zonder mutaties in reserves) is € 31.000 positief; ■ per saldo is voor € 3.846.000 onttrokken aan de reserves. Overzicht belangrijkste afwijkingen e Het verschil tussen het resultaat tot en met de 2 begrotingswijziging en het werkelijke resultaat wordt op hoofdlijnen veroorzaakt door de onderwerpen in onderstaande tabel. In de tabel geven de bedragen de verschillen weer tussen de e cijfers in de jaarrekening en de 2 begrotingswijziging 2013 (-/- in kolom voor bestemming betekent overschrijding van het uitgavenbudget of onderschrijding van de geraamde inkomsten; -/- in kolom na bestemming betekent een storting in een reserve; -/- in kolom totaal betekent nadelig voor het rekeningresultaat van de gemeente). (bedragen * € 1.000) aflossing lening woningbouwvereniging algemene uitkering bestemmingsplannen bijstandsverlening bijzondere bijstand Bouwleges BWT uren Cyclus (malus) deelnemingen financiering gemeentelijk veiligheidsgeld gladheidsbestrijding en straatreiniging Grondexploitaties impulsregeling Brede School Sport en Cultuur Impulsregeling toegankelijkheid accommodaties individuele verstrekkingen (Wmo) invoeringslasten decentralisaties jeugdwerkloosheid actieplan kwetsbare burgers maatschappelijke en vrouwenopvang niet gesprongen explosieven
voor bestemming 1.678 971 -114 678 282 -825 -51 151 48 302 116 180 -536 73 -50 697 138 411 52 1.276 464
na bestemming 0 0 0 -609 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -464
Jaarstukken 2013
totaal 1.678 971 -114 69 282 -825 -51 151 48 302 116 180 -536 73 -50 697 138 411 52 1.276 0
115
(bedragen * € 1.000) onderwijshuisvesting onvoorzien OMB OZB parkeren rijksveiligheidsgelden Riolering (bruin) saldo bedrijfsvoering Schouw openbare ruimte schuldhulpverlening Sloop zwembad Trefkuil taakmutaties Veiligheidsregio waardering bijstandsvorderingen Wet Oke wijkontwikkeling overig totaal verschil t.o.v. 2e begrotingswijziging 2013
voor bestemming -507 151 -668 402 -111 520 414 -445 -53 -77 70 84 48 -120 86 -318 283 5.700
na bestemming 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -47 -1.120
totaal -507 151 -668 402 -111 520 414 -445 -53 -77 70 84 48 -120 86 -318 236 4.580
Op hoofdlijnen wordt onderstaand van het totaal gerealiseerde resultaat na bestemming van € 3.877.000 positief een onderscheid gemaakt in incidentele en structurele componenten. Totaal ontwikkeling resultaat (-=nadelig) e Tot en met de 2 begrotingswijziging 2013 (na bestemming) Structureel bij jaarrekening Incidenteel bij jaarrekening e Lagere aanwending reserves (t.o.v. 2 begrotingswijziging 2013) Totaal (resultaat na bestemming)
(bedragen * € 1.000) - € 703 €0 € 5.700 - € 1.120 € 3.877
5.6 Resultaatbepaling op basis van vermogensmutaties De weergave van de mutaties in het eigen vermogen is op grond van het BBV verplicht. Artikel 42 van het BBV bepaalt dat het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. Het hier bedoelde resultaat wordt afzonderlijk op de balans opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen. Totaal ontwikkeling resultaat (-=nadelig) Saldo van het eigen vermogen per 1 januari 2013 Saldo van het eigen vermogen per 31 december 2013 (saldo is inclusief resultaat na bestemming 2013) Toename van het eigen vermogen
(bedragen * € 1.000) € 20.218 € 20.249 € 31
De toename van het eigen vermogen met € 31.000 is het gevolg van voordelig resultaat van € 3.877.000 en de afname van de reserves met € 3.846.000.
5.7 Resultaatbestemming De jaarrekening 2013 sluit met een positief saldo van € 3.877.000. Het voorstel aan de raad is om vanuit dit rekeningsaldo een aantal verrekeningen met bestemmingsreserves te laten plaatsvinden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
€ 318.000 te onttrekken aan de reserve wijkontwikkeling; € 839.000 toe te voegen aan de reserve wijkontwikkeling; € 114.000 te onttrekken aan de reserve actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen; € 716.000 te onttrekken aan de reserve bouwleges; € 1.276.000 toe te voegen aan een nieuwe reserve maatschappelijke opvang en vrouwenopvang; € 668.000 te onttrekken aan de reserve deelname SVN; het restant van het rekeningresultaat, te weten € 3.579.000 positief, toe te voegen aan de algemene reserve.
1. reserve wijkontwikkeling onttrekking Conform de bestaande werkwijze wordt het saldo van baten en lasten voor wijkontwikkeling verrekend met de daartoe ingestelde reserve wijkontwikkeling. Voor 2013 gaat het om € 318.000. 2. reserve wijkontwikkeling toevoeging Woningcorporatie Woonpartners heeft in 2013 een tweetal geldleningen in zijn geheel vervroegd afgelost en daarbij bedongen dat 50% van de betaalde boeterente beschikbaar zou komen voor wijkontwikkeling. Het hiermee gemoeide bedrag bedraagt € 839.000. Voorgesteld wordt om dit bedrag vanuit het rekeningresultaat toe te voegen aan de reserve wijkontwikkeling.
116
Jaarstukken 2013
3. reserve actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen De kosten van de bestemmingsplannen € 114.000 dienen te worden verrekend met de daartoe beschikbare reserve actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen. 4. reserve bouwleges Het tekort van € 716.000 op de bouwleges wordt verrekend met de daarvoor ingestelde reserve bouwleges. 5. nieuwe reserve maatschappelijke opvang en vrouwenopvang De decentralisatie-uitkeringen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang die Gouda ontvangt als centrumgemeente dienen regionaal te worden ingezet. De raad heeft op 20 juni 2012 besloten om overschotten binnen deze uitkeringen beschikbaar te houden. Voorgesteld wordt om de niet-bestede middelen uit 2013 (€ 1.275.000) toe te voegen aan een nieuw in te stellen reserve maatschappelijke opvang en vrouwenopvang. Het voordeel van deze reserve is dat de nietbestede budgetten van jaar tot jaar niet volledig opnieuw beschikbaar gesteld hoeven te worden. 6. reserve deelname SVN Tijdens de jaarrekeningcontrole 2013 is een voorziening gevormd van € 668.000 voor het verwachte verlies op de deelneming in de OMB. Het instellen van de voorziening is ten laste van het exploitatieresultaat 2013 gegaan. Voor het eventuele verlies op de deelneming heeft de gemeenteraad in het verleden al besloten om de reserve deelname Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten in te stellen. Deze reserve kan pas worden aangewend - ter dekking van de getroffen voorziening - na het vaststellen van de jaarstukken 2013 door de gemeenteraad.
5.8 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens Met het in werking treden van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector met ingang van 1 januari 2013 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens per genoemde datum ingetrokken.
5.9 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Deze wet is in werking getreden met ingang 1 januari 2013. Toelichting bij het samenstellen van de WNT-verantwoording Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 27 februari 2014, inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. Gouda herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblematiek met betrekking tot openbaarmaking van de bezoldiging van die interim niet-topfunctionarissen (verplicht ingevolge artikel 4.2, tweede lid, onderdeel c, van de WNT), indien de functie in een periode van 18 maanden voor meer dan 6 maanden is vervuld en de bezoldiging (naar rato berekend) per kalenderjaar meer bedraagt dan de maximale bezoldiging. Ook de gemeente Gouda beschikte in 2013 nog niet centraal over de gegevens van alle perioden van ingehuurd interim personeel. Wel zijn voor deze mensen de in rekening gebrachte tarieven bezien en is voor de tarieven boven de € 100 de periode van inhuur nagegaan. Op grond van de bevindingen hiervan is geconcludeerd dat er in 2013 geen interim niettopfunctionarissen zijn geweest die in aanmerking komen voor openbaarmaking van de bezoldiging. In artikel 1.1, onderdeel b sub 2, zijn de secretarissen bij de provincies, de gemeenten en de waterschappen en de griffiers bij de provincies en de gemeenten aangewezen als topfunctionaris. Op grond van artikel 4.1 opgenomen in paragraaf 4 (Openbaarmaking) dienen in het financieel verslaggevingsdocument van iedere topfunctionaris en iedere gewezen topfunctionaris de volgende gegevens te worden vermeld. Bezoldiging topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen - met dienstbetrekking (bedragen * € 1) Naam Functie(s) Beloning Belastbare Voorzieningen Totale vaste en ten behoeve bezoldiging variabele van beloningen onkonstenbetaalbaar vergoedingen op termijn L.A.M. Bakker gemeentesecretaris / 112.000 0 20.000 139.000 algemeen directeur B. Lubbers griffier 84.000 0 15.000 105.000
Duur van Omvang van het diensthet dienstverband verband in in het jaar het jaar (fte) (in dagen) 365 1,0 365
1,0
Jaarstukken 2013
117
118
Jaarstukken 2013
6. Balans en toelichting 6.1 Inleiding Naast de programmarekening vormt de balans een belangrijk onderdeel van de jaarrekening van de gemeente. De balans geeft de stand van zaken weer voor wat betreft de omvang en samenstelling van het vermogen. In de balans worden naast de cijfers per balansdatum tevens de cijfers van de balans van het vorige begrotingsjaar opgenomen. Allereerst de balans zelf wordt weergegeven. Daarna worden de gehanteerde grondslagen voor waardering en bepaling van baten en lasten beschreven. Deze worden gevolgd door toelichtingen op de verschillende balansposten. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de niet uit de balans blijkende langlopende financiële verplichtingen.
Jaarstukken 2013
119
6.2 Balans per 31 december 2013: activa ACTIVA (bedragen * € 1.000) VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Kosten sluiten geldleningen en saldo agio/disagio Materiële vaste activa Materiële vaste activa uitgegeven in erfpacht Overige investeringen met economisch nut Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen - overige verbonden partijen Leningen aan woningbouwcorporaties Overige langlopende leningen u/g Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Bijdragen aan activa in eigendom van derden
31-12-2013 171 8.802 268.129 25.671
2.273 2.254 355 1.403 13 16.923
31.796 -3.724
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen Overige vorderingen Overige uitzettingen
15.888 13.500 16 7.204 2.811
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL GENERAAL
120
Jaarstukken 2013
8.926 247.498 19.832
54 245 1.017
243 276.256
34.726 2.941 2.257 7.197 2.003 32 20.296
325.995
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Grond- en hulpstoffen: niet in exploitatie genomen bouwgronden Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie
Overlopende activa Nog te ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen
302.602
243
23.221
TOTAAL VASTE ACTIVA
Liquide middelen Kassaldi Banksaldi
171
31-12-2012
28.072
39.419
299
5.074
4.057
311.225
31.663 -5.347 15.025 7.250 16 7.419 2.811 76 381 2.152
26.316
32.521
457
9.467
7.315 72.865
68.761
398.860
379.986
6.3 Balans per 31 december 2013: passiva PASSIVA (bedragen * € 1.000) VASTE PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat Voorzieningen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's Onderhoudsegalisatievoorzieningen Door derden beklemde middelen Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Onderhandse leningen van: - binnenlandse banken en overige financiële instellingen - overige binnenlandse sectoren Subsidieverplichtingen Besluit woninggebonden subsidies
31-12-2013 8.099 8.273 3.877 10.904 9.472 12.321
Liquide middelen Banksaldi Overlopende passiva Ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel Overige vooruitontvangen en nog te betalen bedragen
TOTAAL VLOTTENDE PASSIVA TOTAAL GENERAAL BORG- EN GARANTSTELLINGEN Verstrekte gemeentegaranties
32.697
313.248 51 22
2.245 6.804
34.806
13.561 8.116 13.129
271.237 271.126 54 57
366.267
0 12.129
20.218
10.695 11.999 -2.476
313.321
TOTAAL VASTE PASSIVA VLOTTENDE PASSIVA Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Kasgeldleningen Overige schulden
20.249
31-12-2012
12.129
2.245 18.219
11.415
326.261
33.094
15.000 18.094
1.186
1.186
19.445
5.530 13.915
32.593
53.725
398.860
379.986
60.212
61.858
Jaarstukken 2013
121
6.4 Grondslagen voor waardering en bepaling van baten en lasten 6.4.1 Waarderingsgrondslagen 6.4.1.1 Algemeen
Naast de algemeen geldende gemeentelijke verslaggevingregels opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn de volgende aanvullende besluiten van toepassing: ■ Regeling reserves en voorzieningen (d.d. 20 oktober 2003, nummer 18020-67); ■ Nota Waardering en Afschrijving Vaste Activa 2013 (d.d. 26 juni 2013). Op basis van de hiervoor genoemde regelingen alsmede het BBV zijn de volgende uitgangspunten gebruikt: ■ Alle verkregen activa zowel met een economisch nut als investering in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd. Voor aankoop en vervaardiging van activa in de openbare ruimte met een meerjarig maatschappelijk nut kan bij raadsbesluit worden afgezien van activering. Voor zover niet anders vermeld, zijn activa en passiva gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. ■ Met ingang van 2006 wordt - indien en voor zover er sprake is van vervaardiging - rente aan een actief toegerekend. ■ Afschrijving van activa vindt plaats op basis van de lineaire methode. ■ De restwaarde van activa wordt in principe op 0 (nul) gesteld. ■ Rente waarmee het geïnvesteerd vermogen moet worden belast wordt jaarlijks voorcalculatorisch bepaald voor de boekwaarde van de gehele activa. Dit wordt berekend aan de hand van de kapitaalmarktrente, rekeninghoudend met de gemiddelde looptijd van de activa. Het voorcalculatorische percentage wordt niet nagecalculeerd. ■ De rentetoerekening en afschrijving op de nieuwe investeringen vinden pas plaats in het eerste jaar na de afronding van de investering en de ingebruikname van het goed. ■ Reserves en voorzieningen worden niet meer ingezet ter dekking van de kapitaallasten van de investeringen. ■ Investeringen waartoe op grond van eerdere CIP's is besloten, maar die nog niet zijn gestart of zijn afgerond, behoren tot het onderhanden werk. Bij jaareinde worden deze kosten geactiveerd. De waardering geschiedt tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
6.4.1.2 Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van bijdragen en subsidies (netto waardering) verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingsduur bedraagt hoogstens vijf jaar.
6.4.1.3 Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van bijdragen en subsidies (netto waardering), verminderd met afschrijvingen. De erfpachtsgronden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs (in casu de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Afschrijving vindt plaats op basis van de te verwachten toekomstige nuttigheids- of gebruiksduur. Daarbij worden in het algemeen de volgende termijnen gehanteerd: ■ gebouwen 40 jaar; ■ grond-, weg- en waterbouwkundige werken 10-40 jaar; ■ vervoermiddelen 8-15 jaar; ■ installaties 10 jaar. Op investeringen in gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
6.4.1.4 Financiële vaste activa
De onder financiële vaste activa opgenomen geldleningen verstrekt aan derden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Deelnemingen/aandelen/obligatieportefeuille worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Afwaardering vindt plaats indien de waardevermindering naar verwachting duurzaam is. De projecten in het kader van het Besluit woninggebonden subsidies worden gewaardeerd tegen de contante waarde. De bijdragen aan activa van derden zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met de afschrijvingen.
6.4.1.5 Voorraden: onroerende zaken
De (nog niet) in exploitatie genomen onroerende zaken worden gewaardeerd tegen de inbrengwaarde, bij "gronden niet in exploitatie" vermeerderd met de rente over de boekwaarde, vermeerderd met de bedragen sedert de inbreng daaraan besteed en verminderd met de bedragen wegens verkopen (dit is de boekwaarde). Jaarlijks wordt het saldo van baten en lasten van deze onroerende zaken op deze boekwaarde bij- of afgeschreven, tenzij door de raad anders is bepaald. Periodiek, maar ten minste aan het eind van ieder jaar wordt nagegaan of de marktwaarde van de onroerende zaak nog in overeenstemming is met de boekwaarde. Indien de marktwaarde van de niet in exploitatie genomen onroerende zaken lager is dan de boekwaarde wordt het verschil afgeboekt ten laste van de gemeentelijke exploitatie.
122
Jaarstukken 2013
6.4.1.6 Liquide middelen
Deze worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
6.4.1.7 Vorderingen en overlopende activa
Vorderingen worden, evenals de overlopende activa, gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van voorzieningen wegens oninbaarheid.
6.4.1.8 Eigen vermogen
Onder het eigen vermogen zijn opgenomen algemene- en bestemmingsreserves alsmede het saldo van de rekening van baten en lasten.
6.4.1.9 Voorzieningen
Onder de voorzieningen zijn opgenomen op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en/of risico's, voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten. Voorts de kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt en die strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over een aantal begrotingsjaren (kostenegalisatie). Tot slot worden tot de voorzieningen gerekend de van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
6.4.1.10 Langlopende schulden
Onder langlopende schulden zijn begrepen schulden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. De verplichtingen in het kader van het Besluit woninggebonden subsidies worden gewaardeerd tegen de contante waarde.
6.4.1.11 Kortlopende schulden en overlopende passiva Deze worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
6.4.2 Grondslagen van resultaatbepaling
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben (stelsel van baten en lasten). Lasten worden direct opgenomen zodra ze zich voordoen. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Op basis van actuele kostprijsberekeningen worden bij verlieslatende complexen de hoogte van de te nemen voorziening bepaald. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Omdat geen voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume mogen worden opgenomen worden sommige personeelslasten echter toegerekend aan de periode waarin de uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie voor gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten wordt wel een verplichting gevormd. Opbrengsten worden genomen zodra ze gerealiseerd zijn. De positieve resultaten op grondexploitaties worden pas bij het sluiten van grondexploitaties aan het resultaat toegevoegd. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.
6.5 Toelichting op de balans per 31 december 2013: activa 6.5.1 Vaste activa 6.5.1.1 Immateriële vaste activa Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Kosten afsluiten geldleningen, agio/disagio
Boekwaarde 1-1-2013 243
Investeringen
DesinvesBijdragen teringen van derden
Afschrijvingen 72
Boekwaarde 31-12-2013 171
Jaarstukken 2013
123
6.5.1.1.1 Kosten afsluiten geldleningen, agio/disagio
De boekwaarde per 1 januari 2013 is opgebouwd uit geactiveerde kosten met betrekking tot: ■ de boeterente als gevolg van de vervroegde aflossing in 2002 van een langlopende geldlening om deze vervolgens goedkoper te herfinancieren; ■ de kosten van een in 2005 gekochte rentecap op een lening met een variabele rente. In 2013 zijn op dit balansonderdeel geen mutaties geweest. Alleen afschrijvingen zijn geboekt. De afschrijvingstermijn is gelijk aan de restant looptijd van de afgeloste lening respectievelijk de looptijd van de rentecap.
6.5.1.2 Materiële vaste activa Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Boekwaarde 31-12-2013 8.802 268.129 25.671 302.602
Materiële vaste activa uitgegeven in erfpacht Overige investeringen met economisch nut Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut Totaal
Boekwaarde 1-1-2013 8.926 247.498 19.832 276.256
6.5.1.2.1 Materiële vaste activa uitgegeven in erfpacht
De boekwaarde van de in erfpacht uitgegeven gronden is in 2013 met € 124.000 verminderd. Het betreft desinvesteringen wegens beëindiging van de erfpacht hoek Turfsingel/Veerstraat (€ 115.000) en de verkoop Lafeberhof 2 (€ 9.000).
6.5.1.2.2 Overige investeringen met economisch nut Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
Boekwaarde 1-1-2013 20.559 1.725 133.569 67.386 6 5.706 18.547 247.498
Investeringen
DesinvesBijdragen teringen van derden
765
17
17.978 11.926
961 640
576 1.618 32.863
1.618
0
Afschrijvingen 16 50 4.017 3.090 1 935 2.505 10.614
Boekwaarde 31-12-2013 21.291 1.675 146.569 75.582 5 5.347 17.660 268.129
Gronden en terreinen De belangrijkste investeringen in 2013 betreffen de uitbreiding van de parkeerplaats Klein Amerika (€ 83.000), de grond van het openbaar gebied Turfsingel/Veerstraat/Erasmusstraat (€ 115.000) en de grondkosten van het Gouwedepot (€ 540.000). De desinvesteringen betreffen de boekwaarde van de grond (€ 17.000) van de voormalige Jan Ligthartschool die in 2013 is verkocht. Bedrijfsgebouwen De belangrijkste investeringen in 2013 betreffen Kindervriend in MFA Korte Akkeren (€ 98.000), nieuwbouw van het Gouwedepot (€ 687.000), nieuwbouw van de parkeergarage Spoorzone (€ 2.641.000), nieuwbouw van het zwembad Groenhovenpark (€ 3.488.000), herhuisvesting bibliotheek en streekarchief aan het Buytenerf (€ 1.426.000), nieuwbouw van de Goudse scholengemeenschap Leo Vroman (€ 5.910.000), verbouwing van het cultuurhuis de Garenspinnerij (€ 3.542.000) en de kleedaccommodatie GC&FC Olympia (€ 774.000). De desinvesteringen op bedrijfsgebouwen hebben betrekking op de verkochte panden Hanzeweg 6 (€ 576.000) en Jan Ligthartschool (€ 72.000) en op de buiten gebruik gestelde zwembaden Spaardersbad (€ 80.000), De Trefkuil (€ 194.000) en De Tobbe (€ 39.000). In verband met het toepassen van de componentenbenadering op de investeringen voor het depotgebouw zijn de reeds geactiveerde grondkosten (€ 540.000) in de loop van 2013 overgeheveld van bedrijfsgebouwen naar gronden en terreinen. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken De belangrijkste investeringen in 2013 betreffen de uitgaven in het kader van het gemeentelijk rioleringsplan (€ 10.144.000), renovatie van sportvelden (€ 523.000) en parkeerterrein Klein Amerika (€ 1.007.000). De desinvesteringen in deze categorie hebben betrekking op zwembad De Tobbe en bedragen per saldo € 640.000. Machines, apparaten en installaties De belangrijkste investeringen in 2013 betreffen de installaties in het depotgebouw (€ 106.000), de parkeergarage Spoorzone (€ 217.000), vervanging van het cameratoezicht (€ 87.000) en de installaties in de pand aan het Buytenerf (€ 100.000).
124
Jaarstukken 2013
Overige materiële vaste activa De belangrijkste investering in 2013 betreft het Meerjaren Innovatie, Vervangings en Onderhoudsplan (MIVOP) met de volgende onderdelen: MIVOP Basis- en kernregistratie (€ 103.000), MIVOP Dienstverlening (€ 131.000), MIVOP Het Nieuwe werken (€ 270.000) en MIVOP Automatisering 2013 (€ 300.000). In totaal is hiermee € 950.000 gemoeid. Daarnaast is € 596.000 besteed aan de ondergrondse containers voor afvalinzameling. Ten slotte is € 146.000 geïnvesteerd ten laste van het restantkrediet Huis van de Stad.
6.5.1.2.3 Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
Boekwaarde 1-1-2013 16.386 1.962 1.484 19.832
Investeringen
DesinvesBijdragen teringen van derden
Afschrijvingen
5.215 2.309 53 7.577
26
1.330 259 119 1.708
0
4 30
Boekwaarde 31-12-2013 20.245 4.012 1.414 25.671
Grond-, weg en waterbouwkundige werken De belangrijkste investeringen in deze categorie betreffen de werkzaamheden in het kader van het Cultureel kwartier (€ 62.900), de rotonde Thorbeckelaan-Bodegraafsestraatweg (€ 269.000), renovatie Hamstergat (€ 237.000), uitvoeringsmaatregelen Gouda fietst beter door (€ 93.000), verbetering openbare ruimte Goudse Poort (€ 780.000), investeringen wegen grijs (€ 1.194.000), PP lange termijn investering (€ 2.485.000). Voor een drietal projecten is in totaal € 26.000 aan bijdragen van derden ontvangen. Machines, apparaten en installaties De investeringen in 2013 betreffen vervangingen van verkeersregelinstallaties. In totaal is hiermee € 1.946.000 gemoeid. Daarnaast is € 337.000 geïnvesteerd ten behoeve van Selectieve toegangsverlening binnenstad. Overige materiële vaste activa Ten behoeve van de realisatie van een aantal speelvoorzieningen is in 2013 € 53.000 geïnvesteerd. Van derden is € 4.000 aan bijdragen ontvangen.
6.5.1.3 Financiële vaste activa Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen - overige verbonden partijen Leningen aan woningbouwcorporaties Overige langlopende leningen u/g Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Bijdrage aan activa in eigendom van derden Totaal
Boekwaarde 1-1-2013 2.941 2.257 7.197 2.003 32 20.296 34.726
Investeringen
334 -3.300 -2.966
Desinvesteringen
19 19
Afschrij- Voorziening vingen / aflossingen
Boekwaarde 31-12-2013
668
2.273 2.254 355 1.403 13
3 6.842 934 73 7.852
668
16.923 23.221
6.5.1.3.1 Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
Cyclus N.V. € 752.710 In 2003 zijn 71.687 aandelen in Cyclus N.V. verkregen. De nominale waarde van dit aandelenbezit bedraagt € 502.000. De balanswaardering geschiedt tegen de verkrijgingsprijs van € 394.278, bestaande uit de contante storting van € 107.000 en de inbrengwaarde vanuit de voormalige Gemeenschappelijke Regeling Vuilverwerkingsbedrijf Midden-Holland en Rijnstreek van € 287.000. De gemeente is in 2006 en 2007 overgegaan tot het volstorten tot de nominale waarde van de aandelen, oftewel in totaal € 107.530. Ten slotte is in 2008 overgegaan tot de vrijwillige aankoop van nog eens 35.843 aandelen tegen een nominale waarde van € 7,00 per stuk; de totale aankoop 2008 bedroeg derhalve € 250.901. De totale deelname in Cyclus N.V. bedraagt per 31 december 2013 € 752.710 en bestaat uit 107.540 aandelen. Sportbedrijf Gouda € 948.917 Sinds 1 januari 2007 wordt deelgenomen in het sportbedrijf Gouda. De roerende zaken die zich in de sportaccommodaties bevinden zijn overgedragen aan het sportbedrijf en zijn gewaardeerd op € 948.917 (de gemeente Gouda blijft eigenaar van de accommodaties). Deze overdracht is ingebracht op 100.000 aandelen van € 1,00 nominaal; het restant wordt aangemerkt als agio. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten € 206.000 82.446 aandelen, nominaal € 2,50 per aandeel.
Jaarstukken 2013
125
Oasen N.V. € 33.000 72 aandelen, nominaal € 455,00 per aandeel. Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad (OMB) € 1.000.000 In 2009 is € 990.000 gestort als deelname in het aandelenkapitaal van de OMB (990.000 aandelen, nominaal € 1,00 per aandeel). De overige € 10.000 zijn in 2008 gestort ten behoeve van de oprichting van de OMB. Op basis van de jaarrekening 2013 van de OMB is in 2013 voor het verwachte verlies op deze deelneming een voorziening gevormd van € 668.000.
6.5.1.3.2 Kapitaalverstrekkingen aan overige verbonden partijen
Sinds 1996 participeert de gemeente in de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten. Van de verkoopopbrengst van de aandelen Bouwfonds Nederlandse Gemeenten is bij de verkoop in 2000 € 2.244.000 toegevoegd aan deze deelneming. In 2013 is per saldo € 3.371 aan de deelneming onttrokken als gevolg van rentetoevoeging en een betaalde beheersvergoeding. De Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten is aan te merken als een stichting waarin de gemeente participeert, waarvan het bestuur door de deelnemende gemeenten wordt benoemd en de gemeente het risico draagt van de door de stichting verstrekte geldleningen.
6.5.1.3.3 Leningen aan woningbouwcorporaties
In 2013 is € 6.360.835 vervroegd afgelost op een tweetal verstrekte geldleningen. De overige resterende leningen worden conform de overeengekomen aflossingsschema's aan de gemeente terugbetaald.
6.5.1.3.4 Overige langlopende leningen u/g
In het kader van de samenwerkingsovereenkomst Westergouwe financiert de gemeente een gedeelte van de investeringen in het openbaar gebied van Westergouwe voor ten dienste van onze samenwerkingspartners Volker Wessels Vastgoed en Heijmans Vastgoed Realisatie. Dit bedrag wordt vanaf 2011 volgens de overeengekomen aflossingsschema's terugontvangen. Tot deze post behoren ook de geldleningen die zijn verstrekt aan instellingen in het kader van de publieke taak van de gemeente, een aantal hypothecaire geldleningen aan particulieren ten dienste van funderingsherstel en leningen verstrekt aan ambtenaren in het kader van het fietsplan.
6.5.1.3.5 Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Per 31 december 2013 bestaat deze balanspost uit een tweetal waarborgsommen met een totaalwaarde van € 13.480.
6.5.1.3.6 Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Deze post bestaat uit: ■ de verstrekte bijdrage aan Hoogheemraadschap van Rijnland voor de renovatie van het gemaal aan de Bosweg; ■ de voorbereidingskosten van de besluitvorming rond het tracé van de Zuidwestelijke Randweg, verminderd met de ontvangen bijdrage van € 206.000 van de provincie Zuid-Holland. De voorbereidingskosten worden conform het raadsbesluit geactiveerd; ■ de tot en met 2012 aan de provincie Zuid-Holland betaalde bijdragen voor de aanleg van de Zuidwestelijke Randweg en de brug over de Stolwijkervaart; ■ de tot en met 2011 aan de provincie Zuid-Holland betaalde bijdragen voor de aanleg van de RijnGouweLijn en de in 2013 van de provincie terugontvangen bijdrage; ■ de verstrekte bijdrage aan de restauratie van draaiorgel "de Lekkerkerker"; ■ de verstrekte bijdrage aan de provincie Zuid-Holland voor de aanleg van de rotonde nabij de Coenecoopbrug; ■ de betaalde afkoopsom voor de huurkosten van het Nelson Mandela Centrum. In 2013 is € 3.300.000 aan bijdragen onttrokken. Dit betreft de van de provincie Zuid-Holland terugontvangen bijdrage in de aanleg van de RijnGouweLijn. Daarnaast heeft een afschrijving plaatsgevonden van € 73.315.
6.5.2 Vlottende activa 6.5.2.1 Voorraden
Omschrijving (bedragen * € 1.000) Grond- en hulpstoffen: niet in exploitatie genomen bouwgronden Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Totaal
126
Jaarstukken 2013
Boekwaarde 31-12-2013 31.796 -3.724 28.072
Boekwaarde 1-1-2013 31.663 -5.347 26.316
6.5.2.1.1 Grond en hulpstoffen: niet in exploitatie genomen bouwgronden Gronden in voorraad Boekwaarde 1-1-2013 (excl. voorziening) Naar gronden in exploitatie Van gronden in exploitatie Mutaties 2013 Afwaardering Afgesloten Boekwaarde 31-12-2013 (excl. voorziening) Voorziening Balanswaarde 31-12-2013
bedragen * € 1.000 31.663 0 0 869 -736 0 31.796 0 31.796
6.5.2.1.2 Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Grondexploitaties Boekwaarde 1-1-2013 (excl. voorziening) Naar gronden niet in exploitatie Van gronden niet in exploitatie Mutaties 2013 Afwaardering Afgesloten Boekwaarde 31-12-2013 (excl. voorziening) Voorziening Balanswaarde 31-12-2013
6.5.2.2 Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Vorderingen op openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen Overige vorderingen Overige uitzettingen Totaal
bedragen * € 1.000 9.098 0 0 1.439 -624 40 9.953 -13.677 -3.724
Boekwaarde 31-12-2013 15.888 13.500 16 7.204 2.811 39.419
Boekwaarde 1-1-2013 15.025 7.250 16 7.419 2.811 32.521
6.5.2.2.1 Vorderingen op openbare lichamen
De vorderingen op openbare lichamen betreft voornamelijk de vordering op het BTW-compensatiefonds van € 14.322.000 voor de reguliere aangifte BCF over 2013, die naar verwachting medio 2014 wordt ontvangen. Verder is hier een bedrag van € 744.000 opgenomen aan suppletieaangifte tot en met 2011.
6.5.2.2.2 Verstrekte kasgeldleningen
Aan het Bedrijvenschap Regio Gouda is ultimo 2013 € 13.500.000 aan financieringsmiddelen verstrekt.
6.5.2.2.3 Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen
Hieronder is het tegoed op de rekening (Garantiefonds) bij het Nationaal Restauratiefonds opgenomen.
6.5.2.2.4 Overige vorderingen
De overige vorderingen bestaan uit: ■ bijstandsvorderingen voor € 3.885.000 (de voorziening voor mogelijke oninbaarheid bedraagt € 2.603.000); ■ vorderingen inzake gemeentelijke belastingen ondergebracht bij Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland voor € 4.154.000 (de voorziening voor mogelijke oninbaarheid bedraagt € 435.000); ■ vorderingen op overige debiteuren voor circa € 2.012.000 (de voorziening voor mogelijke oninbaarheid bedraagt € 34.000). Per begin maart 2014 is van deze vorderingen – met inachtneming van de voorzieningen voor oninbaarheid van in totaal € 3.072.000 – een bedrag van € 312.000 nog niet voldaan.
6.5.2.2.5 Overige uitzettingen
De categorie overige uitzettingen omvat een uitzetting in ING-obligaties met een nominale waarde van € 2.811.000 tegen variabele rente. De obligaties worden om rendementstechnische redenen aangehouden. Het gemiddeld dividendrendement over 2013 bedroeg 2,43%.
6.5.2.3 Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit kassaldi en banksaldi. Ook zijn hier de bij het Toeristisch Informatie Punt in voorraad zijnde VVV-cadeaubonnen etc. verantwoord.
Jaarstukken 2013
127
6.5.2.4 Overlopende activa
Omschrijving (bedragen * € 1.000) Nog te ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel Overige nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Totaal
Boekwaarde 31-12-2013 1.017
Boekwaarde 1-1-2013 2.152
3.438 619 5.074
6.737 578 9.467
6.5.2.4.1 Nog te ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel Omschrijving (bedragen * € 1.000)
ESF subsidie jeugdwerkloosheid 2010 (2011-2013) BDU Fietsparkeren bij OV-Knooppunten stationsgebied Gouda Deelgebied C1 BDU Gouda fietst beter door: fietspad Buchnerpad (D08015) BDU Bleulandweg (D09018) BDU Bromfiets van de rijbaan Bodegraafsestraatweg (D10015) BDU Bleulandweg (D10018) BDU Veiliger maken kruispunt Steve Bikobrug (D12052) BDU Aanleg Zuidwestelijke Randweg (G05067, G07030, G08018, G09023) BDU Toegankelijkheid bushaltelokaties (T1305) BDU 2005/6 G05075 veilig inrichten N207 BDU 2007 G07033 Rotonde Noordringdijk-Co BDU 2007 G07037 veilig inrichten N207 BDU 2008 G08019 Rotonde Noordringdijk-Co BDU 2010 G10028 Kruising Noordringdijk-C BDU 2011 G11017 met VRI Noordringdijk-Co NTO PZH, BDU D09016 Thorbeckeln-Bodgrstr NTO PZH, BDU D10014 Thorbeckeln-Bodgrstr NTO PZH, BDU D10016 Blekers/Fluwelensng NTO PZH, BDU D11012 Fietspaden v. Reenen NTO PZH, BDU D13031 Bodegrstr-Wibautstr NTO PZH, BDU V11011 Plaswijkwg-Ruigenbrg Wet inburgering 2007 + 2008 Ruimtemiddelen Veenweiden voor Oostpolder Gouda Totaal
Saldo Toevoeging Ontvangen 1-1-2013 430 9 100 100 3 63 11 16 99 7 7 112 20 0 5 0 4 0 11 0 47 0 6 0 28 0 19 0 66 0 38 0 5 0 4 0 21 202 202 1.188 1.188 2.152 362 1.497
Saldo 31-12-2013 439 0 3 63 11 115 0 112 20 5 4 11 47 6 28 19 66 38 5 4 21 0 0 1.017
6.5.2.4.2 Overige nog te ontvangen bedragen
De afwikkeling van deze posten vindt in het volgende boekjaar plaats.
6.5.2.4.3 Vooruitbetaalde bedragen
De afwikkeling van deze posten vindt in het volgende boekjaar plaats.
6.6 Toelichting op de balans per 31 december 2013: passiva 6.6.1 Vaste passiva 6.6.1.1 Eigen vermogen
Omschrijving (bedragen * € 1.000) Algemene reserve Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat Totaal
Boekwaarde 31-12-2013 8.099 8.273 3.877 20.249
In het volgende overzicht wordt het verloop van de reserves in 2013 per programma weergegeven. omschrijving (bedragen * € 1.000)
Programma 1 Programma 4 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal Nog te bestemmen resultaat 2013 TOTAAL
Boek- Toevoeging Onttrekking waarde 1-1-2013 3.503 1.803 8.496 135 2.211 10.695 1.547 1.513 22.694 1.682 5.527
Boekwaarde 1-1-2013 10.695 11.999 -2.476 20.218
Bestemd resultaat 2012 112 -2.589 -2.476
Boekwaarde 31-12-2013 1.700 6.532 8.140 16.372 3.877 20.249
In de kolom "Bestemd resultaat 2012" staan de toevoegingen of onttrekkingen vermeld uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het voorgaand boekjaar.
128
Jaarstukken 2013
In de bijlagen wordt verder ingegaan op de aard en reden alsmede het verloop van de reserves. Saldo van rekening van baten en lasten Het boekjaar 2013 sluit met een voordelig saldo van € 3.877.000. Overeenkomstig artikel 42 lid 2 van het BBV wordt dit saldo van de programmarekening afzonderlijk in de balans opgenomen. Voorgesteld wordt vanuit het voordelig resultaat van € 3.877.000: ■ € 318.000 te onttrekken aan de reserve wijkontwikkeling; ■ € 839.000 toe te voegen aan de reserve wijkontwikkeling; ■ € 114.000 te onttrekken aan de reserve actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen; ■ € 716.000 te onttrekken aan de reserve bouwleges; ■ € 1.276.000 toe te voegen aan een nieuw in te stellen reserve maatschappelijke opvang en vrouwenopvang; ■ € 668.000 te onttrekken aan de reserve deelname Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten. Het restant van het rekeningresultaat, te weten € 3.579.000 positief, komt ten gunste van de algemene reserve.
6.6.1.2 Voorzieningen
Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Boekwaarde 31-12-2013 10.904 9.472 12.321 32.697
Voorzieningen conform artikel 44 1a BBV 2004 Voorzieningen conform artikel 44 1c BBV 2004 Voorzieningen conform artikel 44 2 BBV 2004 Totaal
In onderstaand overzicht wordt het verloop van de voorzieningen in 2013 weergegeven. Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Programma 1 Programma 3 Programma 4 Programma 5 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal
Boek- Toevoeging waarde 1-1-2013 665 1.295 6.292 224 2.051 1.143 25.216 8.312 582 192 34.806 11.165
Vrijval
Boekwaarde 1-1-2013 13.561 8.116 13.129 34.806
Aanwending 1.042 203 1.172 10.530 326 13.274
Boekwaarde 31-12-2013 918 6.312 2.022 22.998 448 32.697
Aflossingen 15.681 35 15.716
Saldo 31-12-2013 313.299 22 313.321
0
Alle aanwendingen van de voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. In de bijlagen wordt nader ingegaan op de aard en reden, alsmede het verloop van de voorzieningen.
6.6.1.3 Vaste schulden met rentetypische looptijd van één jaar of langer Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Saldo 1-1-2013 271.180 57 271.237
Onderhandse leningen Subsidieverplichtingen Besluit woninggebonden subsidies Totaal
Vermeerderingen 57.800 0 57.800
Met betrekking tot de vaste schulden bedraagt de totale rentelast voor het jaar 2013 € 11.171.000.
6.6.1.3.1 Onderhandse leningen
De verdeling van de restschuld per 31 december 2013 naar rentepercentage en looptijd is opgenomen in de volgende tabel. Omschrijving (bedragen * € 1.000) Looptijd tot en met 2015 Looptijd tot en met 2020 Looptijd tot en met 2025 Looptijd tot en met 2030 Looptijd tot en met 2035 Looptijd tot en met 2040 Looptijd tot en met 2045 Totaal
tot 3% 30.000 22.523 27.800 29
80.352
3-4%
8.522 9.750 22.000 40.272
6.6.1.3.2 Subsidieverplichtingen Besluit woninggebonden subsidies Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Definitieve verplichtingen sociale huurwoningen Definitieve verplichtingen sociale koopwoningen Totaal
4-5% 726 26.817
5-6%
1.906
59.250 18.000 37.316 48.660 190.769
1.906
Boekwaarde 31-12-2013 22 0 22
Totaal 30.726 51.246 36.322 69.029 40.000 37.316 48.660 313.299
Boekwaarde 1-1-2013 48 9 57
Jaarstukken 2013
129
Het Besluit woninggebonden subsidies (BWS) is een rijksregeling om volkshuisvesting door woningbouwverenigingen en particuliere huiseigenaren te stimuleren door het verstrekken van subsidies. De gelden worden door het Rijk aan de gemeente uitgekeerd (inmiddels door het Rijk afgekocht), waarna de gemeente deze aan de corporaties c.q. particuliere huiseigenaren doorbetaalt. In de balans is de meerjarige doorbetalingsverplichting aan de corporaties/huiseigenaren zichtbaar, waarvan de laatste naar verwachting plaatsvindt in 2015.
6.6.2 Vlottende passiva 6.6.2.1 Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Onder de kortlopende schulden is ultimo 2012 een tweetal kasgeldleningen voor een totaalbedrag van € 15.000.000 opgenomen die op 18 januari 2013 zijn afgelost. Tot de overige schulden behoort onder andere € 11.158.000 voor crediteuren. Per begin maart 2014 was daarvan € 267.000 nog niet betaald.
6.6.2.2 Liquide middelen
De liquide middelen aan de passivakant van de balans bestaan uit het debetsaldo van de bankrekening bij de BNG.
6.6.2.3 Overlopende passiva Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel Overige vooruitontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Totaal
Boekwaarde 31-12-2013 6.804
Boekwaarde 1-1-2013 5.530
614 10.801 18.219
588 13.327 19.445
6.6.2.3.1 Ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Sport lokaal samen Onderwijsachterstanden 2006-2010 Onderwijsachterstanden 2011-2015 Vrouwenopvang Participatie Budget 2011 (afw. WEB ISMH) Participatie Budget (meeneemregeling) Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) BDU Knoop Gouda West - Gouweknoop (G05061) BDU Knoop Gouda West - Gouweknoop (G07036) BDU Knoop Gouda West - Gouweknoop (G09024) BDU Knoop Gouda West - Gouweknoop (totaal G05061/G07036/G09024) BDU Knoop Gouda West - Gouweknoop (G08020) BDU N207 VRI Noordringdijk/Coenecoopbrug (G05075, G07033, G08019, G10028) BDU Rotonde Thorbeckelaan-Bodegraafsestraatweg (D09016) BDU Veiliger maken aansluiting fietspaden Nieuwe Gouwe OZ (D11011) BDU Veiliger maken aansluiting fietspaden Burg. van Reenensingel (D11012) BDU Veiliger maken Groen van Prinsterersingel (D11013) BDU Veiliger maken van Ridder van Catsweg (D11014) PZH, BDU D13028 Houtmansgracht L Tiendwg PZH, BDU D13029 Kruispunt Oranjeplein PZH, BDU D13030 Govwellesng-Lakenpolderp PZH, BDU D13032 Plaswijckweg-Boegpad PZH, bijdrage Westergouwe Blauwgroenezone (BGZ) Bijdrage verbetering binnenklimaat PO Bijdrage Regionaal Meldpunt Coördinatie RD&I decentrale Jeugdzorg (RAS) Apparaatskostenvergoeding geluidsbelastingkaart 2010-2012 Bijdrage van regiogemeenten in kosten Waterambassadeurs Kennisfundament in Gouda Wet Sociale Werkvoorziening 2011 Wet Sociale Werkvoorziening 2012 Wet Sociale Werkvoorziening 2013 Veenweidepark (Prov ZH) Kwetsbare jongeren (Prov ZH) Totaal
De afwikkeling van deze posten vindt in het volgende boekjaar plaats.
130
Jaarstukken 2013
Saldo Toevoeging 1-1-2013 7 14 1.063 2.450 303 15 506 3.347 2.408 534 8 7 9 23 8 205 75 32 19 11 34 0 0 0 0 0 160 333 36 82 11 12 172 0 5.530
Vrijgevallen 7 14 2.264 303 3.153 862 8 7 9 0 205 75 32 19
15 18 60 18 1 1.800 817 42 5 82 43 48 9.303
34
160 752 36 59 11 12
7 8.029
Saldo 31-12-2013 0 0 1.249 0 15 700 2.080 0 0 0 23 8 0 0 0 0 11 15 18 60 18 1 1.800 0 398 0 65 0 0 5 172 82 43 41 6.804
6.6.2.3.2 Overige vooruitontvangen bedragen
De afwikkeling van deze posten vindt in het volgende boekjaar plaats.
6.6.2.3.3 Nog te betalen bedragen
De afwikkeling van deze posten vindt in het volgende boekjaar plaats.
6.6.3 Borg- en garantstellingen
Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke en rechtspersonen kan als volgt worden gespecificeerd: Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Aantal ultimo 2013
Garanties met laag risicoprofiel 1. Particuliere woningen 2. Woningcorporaties 3. Zorginstellingen Totaal garanties met laag risicoprofiel Garanties met hoger/hoog risicoprofiel 4. Welzijnsinstellingen 5. Sportverenigingen 6. Sportverenigingen Totaal garanties met hoger/hoog risicoprofiel TOTAAL VERSTREKTE GEMEENTEGARANTIES
Oorspron- Percentage kelijk borgstelling bedrag
Boekwaarde 1-1-2013
Boekwaarde 31-12-2013
542 14 19 575
38.307 44.285 26.083 108.675
100% 100% 100%
13.043 33.769 13.214 60.026
10.761 32.182 12.329 55.272
10 2 2 14
11.067 1.597 129 12.793
100% 50% 100%
1.585 182 65 1.832
4.730 159 51 4.940
589
121.468
61.858
60.212
In 2013 nieuw verstrekte garanties en borgstellingen In 2013 zijn garanties afgegeven voor € 900.000 aan de Stichting Bibliotheek ten behoeve van verhuis- en inrichtingskosten van de centrale bibliotheek en voor € 6.816.000 aan de Stichting Schouwburgcomplex voor de bouw van de Cinema Gouda. De Cinema Gouda verkeert ultimo 2013 nog in de bouwfase. Voor 2013 is € 2.723.000 opgenomen in het overzicht. Achtervang Naast bovenstaande garanties die door de gemeente Gouda rechtstreeks zijn verstrekt, is sprake van garanties die door waarborgfondsen aan derden zijn verstrekt en waarvoor de gemeente als achtervang (als secundaire of tertiaire zekerheid) optreedt. De gemeente zal dus pas op deze garantie(s) worden aangesproken als het garantievermogen van de waarborgfondsen onvoldoende is om de betalingsverplichtingen voor rente en aflossing van de gewaarborgde geldleningen over te nemen van de in gebreke blijvende instelling. Het garantievermogen van de waarborgfondsen verschilt per fonds maar beloopt miljarden euro’s. De kans dat de gemeente op deze achtervangpositie wordt aangesproken, wordt erg klein geacht. Indien dat toch gebeurt, zal de aanspraak eerst op basis van 50/50 worden verdeeld tussen Rijk en gemeenten waarna het deel dat aan de gemeenten wordt toebedeeld op basis van een bepaalde verdeelsleutel wordt omgeslagen naar de deelnemende gemeenten. Het eventueel voor Gouda resterende deel zal nooit meer zijn dan globaal 5% van het garantiebedrag en bestaan uit het verstrekken van een renteloze lening aan het betreffende waarborgfonds. Het eventuele netto verlies voor de gemeente bestaat derhalve uit derving van rentevergoeding op de verstrekte renteloze geldlening. A. Garantstelling via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) Aantal garanties: 4.309 Omvang: € 692.000.000 50% aandeel gemeente Gouda: € 346.000.000 Het Rijk heeft met ingang van 1 januari 2011 de achtervangpostitie van de gemeenten overgenomen voor nieuw te verstrekken leningen onder Nationale Hypotheek Garantie. Dit betekent dat gemeente Gouda geen risico loopt om te worden aangesproken op de achtervangpostitie voor leningen die vanaf 1 januari 2011 in dit kader zijn verstrekt. Het ondanks de economische crisis als laag te kwantificeren risico op de bestaande leningen onder NHG-garantie, dus die welke zijn verstrekt tot en met 2010, zal de komende jaren steeds verder afnemen als gevolg van de gepleegde aflossingen. Overigens is het aantal onder NHG verstrekte garanties (en dus ook het daarmede verband houdende bedrag) groter dan tot en met 2012 in de jaarrekening werd vermeld. Vanaf 2013 worden de juiste aantallen en garantiebedragen opgenomen. Dit is overigens niet of nauwelijks van invloed op het risico dat hier op wordt gelopen. B. WSW-garanties voor woningcorporaties Aantal garanties: 48 Omvang: € 376.000.000 50% aandeel gemeente Gouda: € 188.000.000
Jaarstukken 2013
131
Op grond van de generieke achtervang overeenkomst met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) werden in 2013 nieuwe garantstellingen afgegeven ten behoeve van Mozaïek Wonen voor in totaal € 15.000.000 en ten behoeve van Woonpartners voor in totaal € 10.000.000. In het geval dat de gemeenten op de achtervangpositie worden aangesproken, geldt een vooraf bepaalde verdeling, waarbij het Rijk 50% voor zijn rekening neemt en de overige 50% van de leningen door gemeenten zullen worden verstrekt. De tertiaire zekerheid is nog nooit ingeroepen en het risico dat dit de komende jaren gebeurt wordt vrijwel nihil geacht.
6.7 Niet uit de balans blijkende langlopende financiële verplichtingen 6.7.1 Lopende rechtsgedingen en schadeclaims
Sinds 2012 loopt een rechtszaak met een financiële vordering op de gemeente Gouda van afgerond € 131.000. De gemeente bestrijdt deze vordering. Gelet op de tussenvonnissen van de rechtbank (waarbij bepaald is dat de gemeente 2,5% van de nog vast te stellen omvang van de schade dient te vergoeden) zal het te betalen bedrag afgerond maximaal € 3.300 zijn. In de zaak waarbij de gemeente een geldvordering niet kon innen, voortvloeiend uit een schikking, met een projectontwikkelaar, is de totale vordering in 2013 als oninbaar afgeboekt. In 2012 was daar al een voorziening dubieuze debiteuren voor geschapen. Nog steeds loopt het geding waarbij de gemeente zich in rechte heeft verzet tegen het terugvorderen respectievelijk de hoogte van een aantal rijksgelden op het gebied van participatie en arbeidsmarkt. Het risico van een mogelijk nadeel in deze zaak is in 2012 al afgedekt. Een verzekeringskwestie over een bedrag van € 900.000 loopt nog. Het treffen van een voorziening is hiervoor niet noodzakelijk omdat de eventuele schade (secundair) gedekt wordt door de CAR-verzekering. Een andere verzekeringskwestie over een bedrag van € 180.000 is in 2013 opgelost. In dit geval zijn een aannemer en de gemeente aansprakelijk gesteld en uiteindelijk heeft de aannemer de gehele vordering voldaan.
6.7.2 Arbeidskosten met een jaarlijks vergelijkbaar volume
Het opgebouwde vakantierecht bedraagt ultimo 2013 € 954.000. Het aantal nog op te nemen verlofuren bedraagt 12.600 waarmee een bedrag is gemoeid van € 455.000.
132
Jaarstukken 2013
7. Single information Single audit
Jaarstukken 2013
133
134
Jaarstukken 2013
Jaarstukken 2013
135
136
Jaarstukken 2013
8. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de gemeenteraad van de gemeente Gouda Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van gemeente Gouda gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de programmarekening over 2013 en de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gouda is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de ‘Beleidsregels toepassing Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)’ alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante weten regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het College van Burgemeester en Wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden het Besluit accountantscontrole decentrale overheden en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Deze goedkeuringstolerantie is door de gemeenteraad bij raadsbesluit van 20 oktober 2003 vastgesteld. Voor de in de toelichting opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de in de ‘Beleidsregels toepassing WNT’, inclusief het controleprotocol WNT opgenomen controletoleranties gehanteerd. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van gemeente Gouda een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen.
Jaarstukken 2013
137
Geen controlewerkzaamheden verricht ten aanzien van externe niet-topfunctionarissen In overeenstemming met de aanvullende beleidsregels van 12 maart 2014, hebben wij geen controlewerkzaamheden verricht ten aanzien van de functionarissen zoals genoemd in art. 4.2 lid 2 letter c WNT (externe niet-topfunctionarissen). Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Den Haag, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. drs. A.E. Gerritsma RA
138
Jaarstukken 2013
9. Raadsbesluit
Jaarstukken 2013
139
140
Jaarstukken 2013
10. Bijlagen 10.1 Kerngegevens gemeente Gouda Kengetal
2008 (1-1-2009)
2009 (1-1-2010)
2010 (1-1-2011)
2011 (1-1-2012)
2012 (1-1-2013)
2013 (1-1-2014)
70.828 3.589 11.628 45.508 10.103
71.115 3.529 11.627 45.599 10.360
71.053 3.496 11.471 45.522 10.564
71.253 3.484 11.439 45.204 11.126
70.907 3.366 11.376 44.608 11.557
70.945 3.347 11.261 44.388 11.949
Cliënten sociale dienst Personen in sociale werkvoorziening Niet-werkende werkzoekenden
1.371 497 2.141
1.317 510 2.321
1.291 527 2.699
1.338 524 2.631
1.289 470 3.180
1.452 450 3.803
Oppervlakte (in hectares) Totaal - waarvan binnenwater - waarvan historische kern
1.811 127 53
1.811 127 53
1.811 130 53
1.811 136 53
1.811 136 53
1.811 136 53
x x 71 54
x x 71 54
x x 71 52
30.704 3.797 71 52
31.067 3.775 71 52
31.542 3.764 71 52
Lengte wegen (in meters) Totaal - waarvan binnen bebouwde kom - waarvan buiten bebouwde kom
282.117 267.397 14.720
283.895 268.901 14.994
282.630 268.606 14.024
280.090 266.155 13.935
280.904 267.004 13.900
286.836 269.806 17.030
Lengte waterwegen (in meters)
88.000
88.000
88.000
88.000
88.000
88.000
216
210
208
208
206
206
Bevolking Totaal - 0 t/m 3 jaar - 4 t/m 16 jaar - 17 t/m 64 jaar - 65 jaar en ouder
Woonruimten Aantal woningen Aantal niet-woningen Aantal standplaatsen woonwagens Aantal woonschepen en -arken
Oppervlakte openbaar groen (in hectares)
Toelichting op de tabel: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Bevolking: bron is GBA, gemeente Gouda; Cliënten sociale dienst: bron is afdeling Maatschappelijk Beleid, gemeente Gouda; Personen in sociale werkvoorziening: bron is Promen; Niet-werkende werkzoekenden: bron is UWV via www.werk.nl; Oppervlakte: bron is afdeling Beheer Openbare Ruimte, gemeente Gouda; Woonruimten: Nederland stapt over op de BAG als officiële registratie van het aantal woningen. De nieuwe cijfers zijn niet vergelijkbaar met de cijfers uit de oude registratie. Daarom zijn in de tabel alleen de cijfers uit de BAG opgenomen. Enkele statistieken zijn daarmee komen te vervallen. De woningaantallen per 1-1-2014 zijn voorlopige cijfers. 7. Lengte wegen: bron is afdeling Beheer Openbare Ruimte, gemeente Gouda; 8. Lengte waterwegen: bron is afdeling Beheer Openbare Ruimte, gemeente Gouda; 9. Oppervlakte openbaar groen: bron is afdeling Beheer Openbare Ruimte, gemeente Gouda.
Jaarstukken 2013
141
10.2 Investeringen 10.2.1 Inleiding
Op 26 juni 2013 heeft de gemeenteraad besloten de Nota waardering en afschrijving vaste activa 2013 (WAA) vast te stellen en direct in werking te laten treden onder gelijktijdige intrekking van de op 14 november 2007 door de raad vastgestelde Regeling waardering en afschrijving vaste activa. In algemene zin gold dat de uitgangspunten en bepalingen uit de regeling nog steeds goed toepasbaar waren. Anders dan de tijdsbepaling in de Financiële verordening was er feitelijk geen noodzaak tot het actualiseren van de regeling. Desondanks is de actualisatie gebruikt voor de expliciete toevoeging van een bepaling over restwaarde op grond van een zogenaamde aanbeveling van de commissie BBV. Daarnaast zijn de verwijzingen naar de relevante wet- en regelgeving geactualiseerd. In dit hoofdstuk Investeringen wordt gerapporteerd over de realisatie van de investeringen gedurende het begrotingsjaar. Alvorens op de afzonderlijke investeringen in te gaan, wordt opgemerkt dat op basis van het meest actuele CIP (versie na e 2 begrotingswijziging 2013) € 33.400.000 uitgegeven zou worden aan investeringen die in 2013 gereed zouden zijn. Voor deze investeringen is daadwerkelijk € 21.849.000 uitgegeven in 2013.
10.2.2 Begroting en realisatie kapitaallasten 2013
De begrote kapitaallasten voor 2013 bedroegen € 24.636.000. De werkelijke kapitaallasten waren € 25.590.000. Dit is een afwijking van € 954.000 (nadelig). Deze afwijking wordt nagenoeg volledig verklaard door de extra afschrijvingen in verband met het buiten gebruik stellen van de zwembaden Spaardersbad, De Trefkuil en De Tobbe.
10.2.3 Voorstel verlenging investeringskredieten
In de nota WAA is opgenomen dat aan het eind van een jaar alle kredieten worden afgesloten die volgens het CIP dat jaar als eindjaar hebben. Indien het krediet nog niet afgesloten kan worden, dient een toelichting te worden gegeven waarom is afgeweken van de planning. Indien op basis hiervan blijkt dat het eindjaar aangepast moet worden, wordt dit als voorstel voor aanpassing van het CIP afgewogen in de begrotingswijziging naar aanleiding van de jaarrekening. In de navolgende overzichten zijn per programma de investeringen volgens het CIP met eindjaar 2013 opgenomen waarvan het voorstel is om deze niet af te sluiten per 31 december 2013 maar te verlengen tot 1 januari 2015. Programma 1 Jeugd, onderwijs en veiligheid Omschrijving (bedragen x € 1)
Toelichting
Investeringen met economisch nut Investering De Ark
Ook in 2013 is geen definitieve oplossing gevonden voor de huisvestingsvraag van de (V)so De Ark. Voorbereidingskrediet de Ark idem Permanente uitbreiding De Triangel met 4 lokalen, Direct gekoppeld aan de verhuizing van de (V)so De Coniferensingel 20 Ark is de verhuizing van een deel van de basisschool de Triangel. Doorschuiven van investeringen in De Ark betekent automatisch ook doorschuiven van de gedeeltelijke verhuizing van de Triangel. Rentelasten Integraal Plan Huisvesting Onderwijs 2011 Dit budget zal worden besteed in 2014 Restant onderwijskundige vernieuwingen te realiseren tot Het restant van de OKV middelen zal in 2014 worden ingezet. en met 2011 Vervanging cameratoezicht (CCTV) 2013 Afronding is voorzien in 2014 Totaal investeringen met economisch nut TOTAAL PROGRAMMA 1 Programma 4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren Omschrijving (bedragen x € 1) Toelichting Investeringen met economisch nut Inrichting archeologie Totaal investeringen met economisch nut Investeringen met maatschappelijk nut Aanleg VRI Hazepad Herinrichting Sportlaan - voorheen Verkeersplan Oost (CIP 2005) Herinrichting Sportlaan 2013 - voorheen Verkeersplan Oost (2006) Renovatie Hamstergat Uitvoeringsmaatregelen gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (2009)
142
Jaarstukken 2013
De uitgaven zijn voorzien in 2014.
De uitvoering en oplevering is naar verwachting in 2014. De uitvoering van de werkzaamheden zijn gepland in 2014 t/ m 2016. De uitvoering van de werkzaamheden zijn gepland in 2014 t/ m 2016. De daadwerkelijke renovatie vindt in 2014 plaats. Voor 2014 zijn bijdragen ten behoeve van de investering voorzien.
Restant bedrag 2014 1.786.437 249.139 200.000
39.517 407.354 63.105 2.745.552 2.745.552
Restant bedrag 2014 55.000 55.000 120.000 175.000 150.000 1.862.783 50.279
Omschrijving (bedragen x € 1)
Toelichting
Uitvoeringsmaatregelen nota parkeerbeleid (2009)
In verband met de afwikkeling van lopende projecten is beschikbaarheid in 2014 gewenst. Voor 2014 zijn bijdragen ten behoeve van de investering voorzien. De uitvoering van de werkzaamheden zijn gepland in 2014 t/ m 2016. Afrondende investeringen ten laste van dit kredietdeel vinden in 2014 plaats. Uitvoering en oplevering is naar verwachting in 2014. Afwikkeling is voorzien in het 1e kwartaal 2014.
Uitvoeringsmaatregelen plan 'Gouda fietst beter door' (2009) Verkeersplan Oost 2007 Vervanging Selectieve toegangsverlening binnenstad (zakpalen) Vervanging VRI Algemeen (2012-2013) Vervanging VRI Industriestraat - Nieuwe Gouwe Oostzijde, nr 13 (2014) Totaal investeringen met maatschappelijk nut TOTAAL PROGRAMMA 4 Programma 5 Duurzaamheid en stedelijk beheer Omschrijving (bedragen x € 1) Investeringen met economisch nut Ondergrondse containers afvalinzameling meerjarenplan deel 2008 Ondergrondse containers afvalinzameling meerjarenplan deel 2009 Verbetering Afvalscheiding - voorheen "Verbeterplan gescheiden afvalinzameling 2004-2006" Totaal investeringen met economisch nut Investeringen met maatschappelijk nut Nota speelplaatsen 2012 Rotonde Thorbeckelaan - Bodegraafsestraatweg, nr 7 Speelvoorzieningen (2010) Uitvoeringsmaatregelen Waterplan (2006) Uitvoeringsmaatregelen Waterplan (2007) Uitvoeringsmaatregelen Waterplan (2008) Uitvoeringsmaatregelen Waterplan cip2011(2007) Totaal investeringen met maatschappelijk nut TOTAAL PROGRAMMA 5 Programma 6 Cultuur en sport Omschrijving (bedragen x € 1) Investeringen met economisch nut Kleedaccommodatie GC&FC Olympia Totaal investeringen met economisch nut Investeringen met maatschappelijk nut Cultureel- en Havenkwartier voorbereidingskrediet 2010 Totaal investeringen met maatschappelijk nut TOTAAL PROGRAMMA 6 Omschrijving (bedragen x € 1) Investeringen met economisch nut Restantkrediet Huis van de stad Totaal investeringen met economisch nut TOTAAL ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN TOTAAL GENERAAL
Restant bedrag 2014 100.000 3.417 150.000 1.834 1.017.260 33.200 3.663.773 3.718.773
Toelichting
Restant bedrag 2014
Laatste plaatsingen en afrondende werkzaamheden zijn voorzien in het 1e halfjaar 2014. Laatste plaatsingen en afrondende werkzaamheden zijn voorzien in het 1e halfjaar 2014. Investeringen in verband met 'gespiegeld inzamelen' vinden in 2014 plaats.
221.231
Afwikkeling en ingebruikname is voorzien in 2014. Bestuurlijke en procedurele zaken zorgden voor oponthoud. In 2014 is uitvoering voorzien. Afwikkeling en ingebruikname is voorzien in 2014. Afwikkeling is voorzien in 2014. Afwikkeling is voorzien in 2014. Afwikkeling is voorzien in 2014. Afwikkeling is voorzien in 2014.
96.175 105.439
Toelichting
384.499 100.639 706.369
24.715 53.278 50.000 180.000 100.000 609.607 1.315.976
Restant bedrag 2014
Deze wordt in 2014 in gebruik genomen. Afronding van werkzaamheden in het voorjaar van 2014.
176.303
Afrondende lopende activiteiten moeten nog plaatsvinden in 2014 i.v.m. de verdere ontwikkeling van het Havenkwartier.
195.914
Toelichting
176.303
195.914 372.217 Restant bedrag 2014
Het restantkrediet wordt in 2014 ingezet voor de laatste werkzaamheden op het gebied van klimaatbeheersing.
74.233 74.233 74.233 8.226.751
Jaarstukken 2013
143
10.2.4 Overzicht investeringen 2013
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van het verloop van de investeringen in 2013. Onderscheid wordt gemaakt in drie soorten investeringen die in tabelvorm worden weergegeven. ■ tabel 1. Investeringen in uitvoering die doorlopen; ■ tabel 2. Investeringen in uitvoering die afgesloten worden; ■ tabel 3. Investeringen waarover geen uitvoeringsbesluit genomen is en die in gewijzigde vorm op het CIP blijven staan. In de tabel worden dan alleen die investeringen vermeld waarop een wijziging van toepassing is (mutatie in jaar gereed).
10.2.4.1 Investeringen in uitvoering die doorlopen naar 2014 Programma 1 Jeugd, onderwijs en veiligheid Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Diverse investeringen stadstoezicht Niet commerciële voorzieningen Onderwijshuisvesting
Investeringen met economisch nut Vervanging cameratoezicht (CCTV) 2013 Voorbereiding, niet-commerciële voorzieningen Westergouwe (2007) Voorzieningencluster (School) 1 bouwkosten Bouw Gymzaal Korte Akkeren 15 jaar Bouw Gymzaal Korte Akkeren 20 jaar Bouw Gymzaal Korte Akkeren 40 jaar Huisv. Al Qualam (renovatie Calslaan) Investering De Ark Krediet de Ark Rentelasten Integraal Plan Huisvesting Onderwijs 2011 Voorbereiding nieuwbouw hoofdgebouw Goudse Scholengemeenschap Leo Vroman Totaal investeringen met economisch nut TOTAAL PROGRAMMA 1
Programma 4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Cultuurhistorie Herinrichting woonwagenlokatie Parkeervoorzieningen
Vastgoed
Mobiliteitsvisie Selectieve toegangverl.binnenstd. Uitvoeringsmaatregelen Gouda fietst door Uitvoeringsmaatregelen nota parkeerbeleid Uitvoeringsmaatregelen verkeer- en vervoersplan Vervanging VRI
144
Investeringen met economisch nut Inrichting archeologie Inv. woonw.terreinen div. 51 plaatsen
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Krediet na begrotingswijziging
Som van Over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
2013
2014
150.000
86.895
63.105
2022
2022
300.772
-203.228
504.000
2024 2014 2014 2014 2014 2013 2013 2013
2024 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014
1.865.000 128.000 72.000 650.000 1.187.590 1.786.437 249.139 193.660
0 0 0 0 0 0 0 154.143
1.865.000 128.000 72.000 650.000 1.187.590 1.786.437 249.139 39.517
2014
2014
9.434.884
5.910.394
3.524.490
16.017.482 16.017.482
5.948.203 5.948.203
10.069.278 10.069.278
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Krediet na begrotingswijziging
Som van Over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
2013 2014
2014 2014
55.000 375.660
0 55.884
55.000 319.776
2014
2014
161.520
0
161.520
2014 2014 2014 2014 2014 2014
2014 2014 2014 2014 2014 2014
975.000 2.358.613 500.175 0 1.430.000 523.000 6.378.968
0 2.641.039 235.300 0 1.426.468 100.000 4.458.691
975.000 -282.426 264.875 0 3.532 423.000 1.920.277
2013 2013
2014 2014
2.100.001 338.459
237.218 336.625
1.862.783 1.834
2013
2014
96.487
93.070
3.417
2013
2014
100.000
0
100.000
Uitvoeringsmaatregelen gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (2009)
2013
2014
66.774
16.495
50.279
Aanleg VRI Hazepad Vervanging VRI Algemeen (2012-2013) Vervanging VRI Industriestraat - Nieuwe Gouwe Oostzijde, nr 13 (2014( geopend Totaal investeringen maatschappelijk nut TOTAAL PROGRAMMA 4
2013 2013 2013
2014 2014 2014
120.000 2.738.358 33.373
0 1.721.098 173
120.000 1.017.260 33.200
5.593.452 11.972.420
2.404.679 6.863.370
3.188.773 5.109.050
Uitbr.inv. twee woonwagenstandplaatsen Nieuwe Park Parkeergarage Spoorzone (25% restwaarde) Parkeergarage Spoorzone bouwkosten Parkeergarage Spoorzone installaties Parkeergarage Spoorzone parkeersysteem Bibliotheek Buytenerf bouwkosten Bibliotheek Buytenerf Installaties Totaal investeringen met economisch nut Investeringen met maatschappelijk nut Renovatie Hamstergat Vervanging Selectieve toegangsverlening binnenstad ( zakpalen ) Uitvoeringsmaatregelen plan 'Gouda fietst beter door' (2009) Uitvoeringsmaatregelen nota parkeerbeleid (2009)
Jaarstukken 2013
Programma 5 Duurzaamheid en stedelijk beheer Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Implementatie verbeterplan gescheiden inzameling Ondergrondse containers afvalinzameling
Diverse investeringen openbaar gebied Investeringen wegen grijs
Investeringen met economisch nut Verbetering Afvalscheiding (voorheen "Verbeterplan gescheiden afvalinzameling 2004-2006") Ondergrondse containers afvalinzameling meerjarenplan deel 2008 Ondergrondse containers afvalinzameling meerjarenplan deel 2009 Totaal investeringen met economisch nut
129.067
28.428
100.639
2013
2014
409.098
187.867
221.231
2013
2014
792.413
407.914
384.499
1.330.578
624.210
706.369
0
1.450.000
Investeringen wegen grijs (voorheen PP) 2013
2014
2014
1.280.000
0
1.280.000
2014 2013 2013 2013
2014 2014 2014 2014
230.000 117.619 24.715 60.562
0 21.444 0 7.284
230.000 96.175 24.715 53.278
2014
2014
459.179
229.752
229.427
2014 2014 2013
2014 2014 2014
766.666 766.666 374.717
530.413 0 269.278
236.253 766.666 105.439
5.530.124 6.860.702
1.058.171 1.682.380
4.471.953 5.178.322
Investeringen met economisch nut Cultureel- en Havenkwartier, nieuwbouw- en herhuisvestingsplan bouwkundig (2010) Cultureel- en Havenkwartier, nieuwbouw- en herhuisvestingsplan installaties (2010) Depotgebouw bouwkundig Depotgebouw grondkosten Depotgebouw installaties Kleedaccommodatie GC&FC Olympia Totaal investeringen met economisch nut
Algemene dekkingsmiddelen Categorie (bedragen x Omschrijving € 1)
TOTAAL GENERAAL
2014
1.450.000
Investeringen met maatschappelijk nut Voorzieningen Toerisme Cultureel- en Havenkwartier voorbereidingskrediet en cultureel erfgoed 2010 Totaal investeringen maatschappelijk nut TOTAAL PROGRAMMA 6
Huis van de Stad
2013
2014
Programma 6 Cultuur en sport Categorie (bedragen x Omschrijving € 1)
Renovatie sportvelden
Som van Over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
2014
Renovatie spoortunnel Nota speelplaatsen 2012 Speelvoorzieningen (2010) Uitvoeringsmaatregelen Uitvoeringsmaatregelen Waterplan (2006) Waterplan Verbetering openbare Verbetering openbare ruimte Goudse Poort 2008 ruimte Goudse Poort Verbetering openbare ruimte Goudse Poort 2009 Verbetering openbare ruimte Goudse Poort 2010 Vervanging VRI door Rotonde Thorbeckelaan - Bodegraafsestraatweg, rotonde/ rotondes nr 7 Totaal investeringen maatschappelijk nut TOTAAL PROGRAMMA 5
Depotgebouw
Krediet na begrotingswijziging
Investeringen met maatschappelijk nut Zuidelijke stempels west - Gouda Oost
Speelvoorzieningen
Cultuurhuis De Garenspinnerij
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Investeringen met economisch nut Restantkrediet Huis van de stad Totaal investeringen met economisch nut TOTAAL ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Krediet na begrotingswijziging
Som van Over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
2014
2014
4.188.414
3.541.991
646.423
2014
2014
1.200.000
0
1.200.000
2014 2014 2014 2013
2014 2014 2014 2014
2.809.697 627.000 1.052.700 950.000 10.827.811
686.851 540.090 105.979 773.697 5.648.608
2.122.846 86.910 946.721 176.303 5.179.203
2013
2014
258.859
62.945
195.914
258.859 11.086.670
62.945 5.711.553
195.914 5.375.117
Jaar Jaar gereed gereed was wordt 2013
2014
Krediet na begrotingswijziging
Som van Over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
220.000 220.000 220.000
145.767 145.767 145.767
74.233 74.233 74.233
46.157.274
20.351.273
25.806.000
Jaarstukken 2013
145
10.2.4.2 Investeringen in uitvoering die afgesloten worden Programma 1 Jeugd, onderwijs en veiligheid Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Onderwijshuisvesting
Investeringen met economisch nut Programma huisvesting 2013 1e inrichting Vervangende nieuwbouw De Kindervriend in MFA Korte Akkeren (betreft bijdrage voor OKV aan nieuwbouwproject binnen Wijkontwikkeling) Totaal investeringen met economisch nut TOTAAL PROGRAMMA 1
Programma 4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Herinichting woonwagenlokatie Parkeervoorzieningen
Verbetering openbare ruimte Oostpolder
Uitvoeringsmaatregelen Gouda fietst door Uitvoeringsmaatregelen nota parkeerbeleid Vervanging VRI
Investeringen wegen grijs
Investeringen met economisch nut Investeringen woonwagenstandplaatsen Goudkade en Nieuwe Parkerf (CIP 2003) Investeringen woonwagenstandplaats Goudkade en Nieuwe Parkerf, opbrengst verkopen Herinrichting bestaand parkeerterrein Klein Amerika Uitbreiding Parkeren Klein Amerika 130 plaatsen grondkosten Uitbreiding Parkeren Klein Amerika 130 plaatsen inrichtingskosten Vervangen invalidenparkeermeters Grond openbaar gebied Turfsingel/Veerstraat Grond t.z.v. spoorlijn Moordrecht-Woerden Totaal investeringen met economisch nut Investeringen met maatschappelijk nut Uitvoeringsmaatregelen plan 'Gouda fietst beter door' (2008) Uitvoeringsmaatregelen nota parkeerbeleid (2008) Vervanging VRI - Beheerinstallatie Vervanging VRI Van Limburg - Stirumstraat R.v.Catsweg - Statensingel, nr 30 Totaal investeringen maatschappelijk nut Investeringen in financieel vaste activa Bijdrage in aanleg RijnGouweLijn
Investeringen wegen grijs
Nota speelplaatsen Speelvoorzieningen Uitvoering beheerplan Bloemendaalseweg
146
2013 2013
2013 2013
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Investeringen met economisch nut Rioleringskrediet 2013 - 15 jr Rioleringskrediet 2013 - 40 jr Totaal investeringen met economisch nut
Krediet na begrotingswijziging
Som van Niet over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
44.546 98.000
44.547 98.000
-1 0
142.546 142.546
142.547 142.547
-1 -1
Krediet na begrotingswijziging
Som van Niet over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
2013
2013
125.885
-8.530
134.415
2013
2013
-135.000
0
-135.000
2013
2013
515.370
517.008
-1.638
2013
2013
84.236
84.236
0
2013
2013
490.000
490.000
0
2013 2013
2013 2013
49.750 114.733
47.350 114.733
2.400 0
2013
2013
26.173 1.271.147
26.173 1.270.970
0 177
2013
2013
49.939
47.936
2.003
2013
2013
4.326
4.305
21
2013 2013
2013 2013
38.578 224.878
25.578 224.878
13.000 0
317.721
302.698
15.024
-3.179.092
-3.300.000
120.908
-3.179.092 -1.590.224
-3.300.000 -1.726.332
120.908 136.109
2013
2013
Totaal investeringen in financieel vaste activa TOTAAL PROGRAMMA 4
Programma 5 Duurzaamheid en stedelijk beheer Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Riolering
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Krediet na begrotingswijziging
Som van Niet over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
2013 2013
2013 2013
212.242 10.399.838 10.612.080
207.015 10.143.712 10.350.726
5.227 256.126 261.353
2013
2013
497.974
511.265
-13.291
Investeringen wegen grijs (voorheen PP) 2012 PP Lange Termijn Investeringen (LTI) jaarschijf 2013 Nota Avontuurlijke speelplek vh Oostpolder Nota speelplaatsen 2009 Nota speelplaatsen 2010 Nota speelplaatsen 2011 Uitvoering beheerplan Bloemendaalseweg (2008)
2013 2013
2013 2013
1.280.000 3.779.422
657.082 2.484.944
622.918 1.294.478
2013 2013 2013 2013 2013
2013 2013 2013 2013 2013
7.000 47.583 11.329 -39.956 4.296
8.128 47.583 11.329 -39.957 7.898
-1.128 0 0 1 -3.602
Uitvoering beheerplan Bloemendaalseweg (2009)
2013
2013
32.933
31.367
1.566
Investeringen met maatschappelijk nut Investeringen wegen grijs (voorheen PP) 2011
Jaarstukken 2013
Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Totaal investeringen maatschappelijk nut TOTAAL PROGRAMMA 5 Programma 6 Cultuur en sport Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Nwbouw zwemaccomodatie
Renovatie sportvelden
Investeringen met economisch nut Zwembad Groenh.park, afschr. 10 jaar Zwembad Groenh.park, afschr. 15 jaar Zwembad Groenh.park, afschr. 20 jaar Zwembad Groenh.park, afschr. 25 jaar Zwembad Groenh.park, afschr. 40 jaar Zwembad Groenh.park, grond Voorb.fase zwembad Groenh.park Renovatie sportvelden 2012 - 15 jaar Renovatie sportvelden 2013 - 8 jaar Renovatie sportvelden 2013 - 15 jaar Totaal investeringen met economisch nut TOTAAL PROGRAMMA 6
Algemene dekkingsmiddelen Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Automatisering
Investeringen met economisch nut MIVOP Automatisering 2013 MIVOP Basis- en Kernregistraties 2013 MIVOP Dienstverlening 2013 MIVOP Her Nieuwe Werken 2013 Totaal investeringen met economisch nut TOTAAL ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Krediet na begrotingswijziging 5.620.581 16.232.661
Som van Niet over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014 3.719.638 1.900.942 14.070.365 2.162.295
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Krediet na begrotingswijziging
Som van Niet over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
2013
2013
740.463
-714.111
1.454.574
2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013
2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013
736.267 771.121 65.000 1.311.617 743.456 0 284.377 150.000 75.000 4.877.301 4.877.301
2.583.122 593.544 88.356 937.565 -544 9 296.602 149.047 75.000 4.008.589 4.008.589
-1.846.855 177.577 -23.356 374.052 744.000 -9 -12.225 953 0 868.711 868.711
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Krediet na begrotingswijziging
2013 2013 2013 2013
2013 2013 2013 2013
TOTAAL GENERAAL
10.2.4.3 Investeringen zonder uitvoeringsbesluit Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Niet commerciële voorzieningen Onderwijshuisvesting
Investeringen met economisch nut Niet-commerciële voorzieningen Westergouwe (2007), voorbereiding Permanente uitbreiding De Triangel met 4 lokalen, Coniferensingel 20 Restant onderwijskundige vernieuwingen te realiseren tot en met 2011 Totaal investeringen met economisch nut
Programma 4 Ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en parkeren Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Programma 4 Verkeersplannen
Investeringen met maatschappelijk nut Herinrichting Sportlaan voorheen Verkeersplan Oost (CIP 2005) Herinrichting Sportlaan 2013 voorheen Verkeersplan Oost 2006 Verkeersplan Oost 2007 Totaal investeringen maatschappelijk nut TOTAAL PROGRAMMA 4
Programma 5 Duurzaamheid en stedelijk beheer Categorie (bedragen x Omschrijving € 1) Investeringen met maatschappelijk nut Uitvoeringsmaatregelen Uitvoeringsmaatregelen Waterplan (2007) Waterplan
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Som van Niet over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
394.500 162.000 184.000 335.000 1.075.500 1.075.500
299.533 102.914 131.427 269.744 803.617 803.617
94.967 59.086 52.573 65.256 271.882 271.882
20.737.784
17.298.787
3.438.997
Krediet na begrotingswijziging
Som van Over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
2014
2022
13.500
0
13.500
2013
2014
200.000
0
200.000
2013
2014
407.354
0
407.354
620.854
0
620.854
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Krediet na begrotingswijziging
Som van Over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014
2013
2014
175.000
0
175.000
2013
2014
150.000
0
150.000
2013
2014
150.000 475.000 475.000
0 0 0
150.000 475.000 475.000
Jaar Jaar gereed gereed was wordt
Krediet na begrotingswijziging
2013
2014
50.000
Som van Over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014 0
Jaarstukken 2013
50.000
147
Categorie (bedragen x Omschrijving € 1)
Jaar Jaar gereed gereed was wordt Uitvoeringsmaatregelen Waterplan (2008) 2013 2014 Uitvoeringsmaatregelen Waterplan cip2011(2007) 2013 2014 Totaal investeringen maatschappelijk nut TOTAAL PROGRAMMA 5
TOTAAL GENERAAL
148
Jaarstukken 2013
Krediet na begrotingswijziging 180.000 100.000 330.000 330.000 1.425.854
Som van Over te uitgaven en brengen naar inkomsten 2014 0 180.000 0 100.000 0 330.000 0 330.000 0
1.425.854
10.3 Reserves en voorzieningen 10.3.1 Reserves
Overzicht verloop reserves Naam reserve (bedragen * € 1.000) Programma 1 Reserve niet gesprongen explosieven WO2 Programma 4 Reserve deelname Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten Reserve wijkontwikkeling Reserve actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen Reserve parkeren Reserve verbetering doorstroming verkeer rondom het spoor Reserve bouwleges Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemene reserve Reserve sociaal domein Reserve organisatieontwikkeling TOTAAL
Saldo 1-1-2013
Toevoeging
3.503
Onttrekking Bestemming resultaat 2012
Saldo 31-12-2013
1.803
1.700
1.000 2.078 583 633 3.418 784
1.000
135
8.966 1.729 1
1.047
22.694
1.000 150 20 951 90
112
1.078 433 748 2.467 806
500
492 562 459
-2.818 229
6.703 1.396 42
1.682
5.527
-2.476
16.372
Onderstaand volgt een toelichting per reserve. Programma 1 Reserve niet gesprongen explosieven WO2 Deze reserve is gevormd voor de middelen die ontvangen worden in het kader van het opsporen en ruimen van niet gesprongen explosieven. Conform het besluit van de raad op 10 februari 2010 worden overschotten bij het opruimen van explosieven aan de reserve toegevoegd. In 2013 is ten behoeve van de bezuinigingsmaatregelen een bedrag van circa € 1.700.000 aan deze reserve onttrokken. Daarnaast is in 2013 ten behoeve daadwerkelijk onderzoek een bedrag van circa € 86.000 ten laste van deze reserve onttrokken. Programma 4 Reserve deelname Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) Deze met ingang van 2000 ingestelde reserve betreft de storting in een fonds ten behoeve van volkshuisvestings- en stedelijke vernieuwingsprojecten. Deze deelname in het SVn-fonds is ontstaan uit de verkoop van de eerste tranche (50%) aandelen N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. In 2013 hebben in deze reserve geen mutaties plaatsgevonden. Reserve wijkontwikkeling Deze reserve is bestemd voor de dekking van de kosten van de wijkontwikkelingsprojecten. In 2013 is € 1.000.000 aan deze reserve onttrokken. Bij de resultaatbestemming 2013 wordt voorgesteld om nog een bedrag van circa € 318.000 te onttrekken aan deze reserve. Reserve actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen Deze reserve is bestemd voor regulering van over meerdere jaren te maken kosten ten behoeve van werkzaamheden, mede door en voor derden, met betrekking tot actualiseren en digitaliseren van bestemmingsplannen. In 2013 is een bedrag van € 150.000 onttrokken aan deze reserve ten behoeve van het rekeningresultaat. Bij de resultaatbestemming 2013 wordt voorgesteld om de kosten 2013 van het actualiseren en digitaliseren van bestemmingsplannen van € 71.500 te onttrekken aan deze reserve. Reserve parkeren Deze reserve wordt gevoed door afkoopsommen die worden betaald als bij de afgifte van bouwvergunningen niet (volledig) kan worden voldaan aan de normering van het aantal te realiseren parkeerplaatsen op eigen terrein. Gelet op het vorenstaande dient deze reserve te worden aangewend voor de aanleg van parkeerplaatsen, het treffen van parkeerregulerende maatregelen en andere voorzieningen in het kader van het betaald en/of belanghebbendenparkeren. In 2013 is conform de programmabegroting een bedrag van € 135.000 aan deze reserve toegevoegd. Daarnaast is een bedrag van ruim € 21.000 aan deze reserve onttrokken in verband met een terugbetaalde afkoopsom parkeren. Reserve verbetering doorstroming verkeer rondom het spoor Deze reserve is in 2010 gevormd met als doel het verbeteren van de doorstroming en de leefbaarheid rondom het spoor. Deze reserve is tot en met 2013 gevoed met de subsidie die in het kader van Spoorse Doorsnijdingen via de uitkering
Jaarstukken 2013
149
van het gemeentefonds werd ontvangen. In 2013 zijn bedragen beschikbaar gesteld voor de reconstructie van het Hamstergatkruising en het opknappen van de spoortunnel. Ten behoeve van bezuinigingsmaatregelen is in 2013 een bedrag aan deze reserve onttrokken. Reserve bouwleges De reserve bouwleges is bestemd voor de verevening van kosten en opbrengsten gerelateerd aan de verstrekte bouwvergunningen. De werkzaamheden gerelateerd aan bouwvergunningen beslaan veelal meerdere jaren terwijl de legesinkomsten in één jaar verantwoord worden. Bij de resultaatbestemming 2013 wordt voorgesteld om het nadeel op de bouwleges 2013 te onttrekken aan deze reserve. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemene reserve Deze reserve wordt gebruikt voor de afwikkeling van het rekeningresultaat. Het saldo van baten en lasten van de jaarrekening 2012 bedroeg € 2.476.000 negatief. Vanuit dit saldo is in 2013 € 229.000 gedoteerd aan de reserve sociaal domein en € 112.000 aan de reserve bouwleges. Per saldo is € 2.818.000 ten laste van de algemene reserve gebracht. e
Ingevolge de begroting 2013 is € 492.000 aan deze reserve onttrokken. Daarnaast heeft in 2013 bij het 1 ijkmoment een dotatie plaatsgevonden van € 1.047.000 ter versterking van het weerstandsvermogen. Reserve sociaal domein De bij de jaarstukken 2008 ingestelde reserve kent een brede doelstelling en is bedoeld om de gevolgen van onvoorziene situaties en risico's in de sociale pijler op te kunnen vangen binnen het sociaal domein. Daarbij wordt onder andere ook gedacht aan: 1. het opvangen van de sociale effecten van de economische recessie voor bepaalde groepen, bijvoorbeeld bestrijding jeugdwerkloosheid en participatiebudget; 2. een bijdrage leveren aan effecten op de sociale infrastructuur die veroorzaakt worden door rijksbeleid, bijvoorbeeld frictiekosten breed welzijnswerk. Uitgangspunt van onttrekking is dat voorgestelde activiteiten en maatregelen eenmalig zijn, geënt op het bereiken van structurele effecten. Uit het rekeningsaldo 2012 is in 2013 ruim € 229.000 aan deze reserve toegevoegd. In de loop van 2013 is € 562.000 aan deze reserve onttrokken. Reserve organisatieontwikkeling Deze reserve wordt breed ingezet ter dekking van zowel reeds in gang gezette als toekomstige organisatieontwikkelingen. In 2013 is een bedrag van € 500.000 aan deze reserve toegevoegd. De onttrekking in 2013 bedroeg € 459.000.
10.3.2 Voorzieningen
Overzicht verloop voorzieningen Naam voorziening (bedragen * € 1.000) Programma 1 Voorziening planmatig onderhoud gemeentelijke onderwijsgebouwen Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne Programma 3 Voorziening pensioenaanspraken (voormalig) wethouders Voorziening deelname grondbank Zuidplas Programma 4 Voorziening verhuurdersonderhoud schouwburg Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen en objecten Voorziening bijdragen Goudse Poort BPG Voorziening civieltechnische werken en plankosten Bolwerk Voorziening civieltechnische werken en plankosten De Drie Notenboomen Programma 5 Voorziening achterstallig onderhoud openbaar gebied Voorziening groot onderhoud openbare ruimte Voorziening verwerking afvalstoffen Voorziening riolering
150
Jaarstukken 2013
Saldo 1-1-2013
Toevoeging
Vrijval Aanwending
Saldo 31-12-2013
93
1.214
931
376
572
80
111
542
4.492 1.800
224
203
4.512 1.800
62 738 85 917 250
111 1.032
156 814
16 955 85 724 242
5.487 6.653 924 12.152
193 8
7.714 598
2.343 6.782 1.405
3.145 7.584 1.522 10.747
Naam voorziening (bedragen * € 1.000) Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Voorziening spaaruren verlof Voorziening flankerend beleid Optima Forma Voorziening pijporgel aula begraafplaats TOTAAL
Saldo 1-1-2013
Toevoeging
Vrijval Aanwending
Saldo 31-12-2013
100 429 53
1 191
8 318
93 301 53
34.806
11.165
13.274
32.697
0
Onderstaand volgt een toelichting per voorziening. Programma 1 Voorziening planmatig onderhoud gemeentelijke onderwijsgebouwen Deze voorziening is bedoeld voor de dekking van de kosten van meerjarig onderhoud aan gemeentelijke onderwijsgebouwen, bruikleenscholen, conciërgewoningen en gymzalen. In het jaarlijkse - door het college vast te stellen - onderwijshuisvestingsprogramma wordt aangegeven op welke wijze de voorziening wordt aangewend. Als basis hiervoor worden meerjarenonderhoudsplanningen opgesteld, die jaarlijks worden geactualiseerd. In 2013 is een bedrag van € 898.000 aan deze voorziening toegevoegd en is een bedrag van circa € 1.003.000 besteed aan onderhoud. Voor het jaar 2014 ontstaat een tekort in deze voorziening. Om die reden heeft in 2013 een incidentele aanvulling plaatsgevonden van € 305.000. Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne Deze voorziening is bestemd voor het uitvoeren en nivelleren van uitgaven voor groot onderhoud aan de nieuwe brandweerkazerne. Conform de programmabegroting 2013 is een bedrag van ruim € 80.000 in deze voorziening gestort. Programma 3 Voorziening pensioenaanspraken (voormalig) wethouders Politieke ambtsdragers in functie bouwen pensioenaanspraken op. Voor de gemeente Gouda betreft dit de wethouders. Deze pensioenaanspraken komen ten laste van de gemeente Gouda. In tegenstelling tot deelnemers aan het ABP vindt voor de Appa geen premieafdracht plaats van de gemeente aan een pensioenfonds, De pensioenen van de wethouders worden gefinancierd uit de begroting van de gemeente Gouda op het moment dat dit pensioen wordt uitbetaald aan betrokkene. Op grond van artikel 44 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dient een voorziening voor de pensioenaanspraken (voormalig) wethouders te worden gevormd. Ter financiering van de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten op (partner)pensioen van (voormalig) wethouders is per 31 december 2013 een voorziening gevormd van € 4.512.998. De actuele actuariële berekeningen leiden in 2013 tot een dotatie aan de voorziening van € 223.889. In de begroting was dekking aanwezig voor de dotatie aan de voorziening. Door veranderingen in de aannames van de berekeningen kan het benodigde bedrag in de voorziening sterk veranderen van jaar tot jaar. Voorziening deelname grondbank Zuidplas De RZG Grondbank Zuidplas is opgericht om strategische aankopen te doen in de Zuidplaspolder. De gemeente Gouda neemt voor 6% deel in de grondbank. De grondbank waardeert haar gronden jaarlijks. In 2011 heeft een afwaardering plaatsgevonden van in het verleden gekochte gronden en heeft de gemeente Gouda een voorziening gevormd voor € 1.800.000. In 2013 heeft in deze voorziening geen mutatie plaatsgevonden. Programma 4 Voorziening verhuurdersonderhoud schouwburg Deze voorziening is bestemd voor het nivelleren van de uitgaven verhuurdersonderhoud aan het schouwburgcomplex gelegen aan de Boelekade 67. In 2013 is een bedrag van afgerond € 111.000 in deze voorziening gestort en ruim € 156.000 besteed wegens onderhoudswerkzaamheden. Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen en objecten Deze voorziening is bestemd enerzijds voor het nivelleren van uitgaven aan planmatig onderhoud aan gemeentelijk pandenbezit. Anderzijds dient deze voorziening als dekking voor het inlopen van onderhoudsachterstanden aan genoemde panden. In december 2006 is door de raad de nota planmatig onderhoud gemeentelijke gebouwen en objecten vastgesteld. Op basis van de in deze nota gekozen onderhoudsstrategieën en de meerjarenonderhoudsplanning, die in 2009 door het college is vastgesteld, is de verwachting dat de toegekende middelen voor het planmatig onderhoud voldoende zijn. In 2013 is een nieuwe onderhoudsinspectie uitgevoerd voor een meerjarenonderhoudsplanning voor de periode 2014-2018. In 2013
Jaarstukken 2013
151
is een bedrag van ruim € 1.032.000 in deze voorziening gestort, inclusief een aanvullende dotatie van € 34.000. Wegens in 2013 uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden is een bedrag van circa € 815.000 van deze voorziening besteed. Voorziening bijdragen Goudse Poort BPG De voorziening is in 2009 gevormd in verband met de waarschijnlijke terugbetaling van achteraf bezien onterecht ontvangen subsidies ten behoeve van het bedrijventerrein Goudse Poort. Voor deze claim loopt de bezwarenprocedure nog. Voorziening civieltechnische werken en plankosten Bolwerk en voorziening civieltechnische werken en plankosten De Drie Notenboomen Bij de actualisatie van de grondexploitaties (MPG) zijn de grondexploitaties van Bolwerk en De Drie Notenboomen afgesloten. Voor de nog uit te voeren civieltechnische werken in de openbare ruimte en bijbehorende plankosten in deze gebieden zijn bij de jaarrekening 2012 twee afzonderlijke voorzieningen gevormd. De bijbehorende werkzaamheden zijn in 2013 gedeeltelijk afgerond. Programma 5 Voorziening achterstallig onderhoud openbaar gebied Deze voorziening heeft tot doel het in het Meerjarig uitvoeringsprogramma Zakkende Bodem (MUP-ZB) opgenomen onderhoud aan de openbare ruimte te kunnen uitvoeren. Alle projecten zijn momenteel in voorbereiding of in uitvoering. Medio 2013 vinden de laatste uit dit programma afkomstige ophogingen plaats. In 2013 is per saldo € 2.343.000 onttrokken aan de voorziening. Het resterende saldo van deze voorziening wordt in 2014 toegevoegd aan de voorziening groot onderhoud openbare ruimte. Voorziening groot onderhoud openbare ruimte Deze voorziening is bestemd voor de egalisatie van beschikbare middelen en kosten groot onderhoud van de openbare ruimte (groot onderhoud van wegen plus kunstwerken, water en groen) zoals is opgenomen in het P(roject)P(rogramma), PP als onderdeel van het Integraal Uitvoerings Plan (IUP). Jaarlijks wordt een bedrag in deze voorziening gestort. Op basis van een projectmatige aanpak wordt het groot onderhoud uitgevoerd. In 2013 is € 7.714.000 aan deze voorziening toegevoegd en is ten behoeve van uitgevoerde onderhoudsprojecten € 6.782.000 aan deze voorziening onttrokken. Voorziening verwerking afvalstoffen Bij de inzameling en verwerking van afvalstoffen is volledige kostendekking uitgangspunt. Deze voorziening is een egalisatievoorziening, waarop geen meerjarig onderhoudsplan van toepassing is. Het uiteindelijke jaarlijkse exploitatieresultaat wordt op nacalculatiebasis bepaald en aan deze voorziening toegevoegd of onttrokken. Een nevendoel van deze voorziening is het bevorderen van een gelijkmatig tariefverloop bij onregelmatige lasten. In 2013 is € 598.000 aan deze voorziening toegevoegd. Voorziening riolering Bij de riolering is volledige kostendekking uitgangspunt. Deze voorziening is een egalisatievoorziening, waarop geen meerjarig onderhoudsplan van toepassing is. Het uiteindelijke jaarlijkse exploitatieresultaat wordt op nacalculatiebasis bepaald en aan deze voorziening toegevoegd of onttrokken. Deze voorziening heeft als nevendoel een gelijkmatig tariefverloop te bevorderen bij onregelmatige lasten. De kosten die gemaakt worden ten behoeve van riolering worden gedekt door inkomsten rioolrechten. In 2013 is het exploitatieresultaat verrekend met de voorziening. In 2013 is een bedrag van ruim € 1.405.000 aan deze voorziening onttrokken. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Voorziening spaaruren verlof De voorziening biedt de benodigde financiële dekking voor toekomstige verplichtingen die voortvloeien uit de binnen de organisatie opgebouwde spaaruren. De afspraken met betrekking tot deze spaarvariant werden in een zogenaamd spaarcontract tussen werkgever en werknemer vastgelegd. Per jaar kon niet meer dan de opgebouwde compensatie-uren worden gespaard. Tevens was het maximaal te sparen uren gemaximaliseerd tot 1 jaar per medewerker. Door invoering van de levensloopregeling is de verlofspaarregeling met ingang van 1 april 2006 vervallen. In 2013 is er verlof op basis van spaaruren opgenomen ter hoogte van € 7.176. Er heeft een dotatie van € 514 aan de voorziening plaatsgevonden als gevolg van actualisatie van het uurloon. Het saldo per 31 december 2013 betreft de waardeaanspraak van 3 medewerkers. Voorziening flankerend beleid Vanaf 1 januari 2006 is de fiscale wetgeving veranderd in die zin dat afvloeiingsuitkeringen extra worden belast. Deze wetgeving biedt echter wel de mogelijkheid de afvloeiingsuitkering over meerdere jaren uit te keren waardoor de extra belastingheffing achterwege blijft. De uitvoering van de vertrekregeling in het kader van OptimaForma, na genoemde datum van 1 januari 2006, is door de gemeente onder gebracht bij het ABP. De door het ABP verstrekte uitkering wordt maandelijks bij de gemeente gedeclareerd. In 2013 is wegens gebruik van deze regeling een bedrag van circa € 318.383 aan deze voorziening onttrokken. Per 31 december 2013 bedraagt de verplichting voor de vertrekregeling € 302.943.
152
Jaarstukken 2013
Voorziening pijporgel aula begraafplaats Op deze voorziening is geen meerjarig onderhoudsplan van toepassing. Deze voorziening heeft betrekking op een legaat dat door de gemeente Gouda als legataris beheerd wordt. Het legaat dient gebruikt te worden voor de restauratie van het pijporgel op de begraafplaats IJsselhof te Gouda. Restauratie van dit orgel zal worden uitgevoerd door de beheerder/ eigenaar van deze begraafplaats. Op dit moment is niet bekend op welke termijn Yarden deze restauratiewerkzaamheden gaat uitvoeren.
Jaarstukken 2013
153
10.4 Stedelijke vernieuwing Inleiding Tot 2010 verliep de verantwoording over het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) via de SiSa-bijlage. De afspraken over de verantwoording zijn nu opgenomen in twee bestuursovereenkomsten. Bestuursovereenkomst Voor het verkrijgen van het ISV in het derde investeringstijdvak (2010-2014) hebben op respectievelijk 7 en 14 december 2010 Gedeputeerde Staten (GS) en het college van burgemeester en wethouders (B en W) besloten een bestuursovereenkomst voor de onderdelen wonen, geluid en bodem-nazorg te ondertekenen. Daarnaast hebben GS en B en W op 9 februari 2012 een bestuursovereenkomst voor het onderdeel bodem-spoedeisende locaties ondertekend. Deze overeenkomsten zijn tevens de gemeentelijke aanvragen tot verlening van investeringsbudget. In de bestuursovereenkomsten zijn de (inspanningsverplichtende) afspraken vastgelegd waarover het college jaarlijks verantwoording moet afleggen. Het betreft afspraken over zowel de oude investeringstijdvakken 2000-2004 en 2005-2009 als het nieuwe investeringstijdvak 2010-2014. Verantwoording In overeenstemming met de provinciale verordening ISV legt het college jaarlijks via de jaarrekening verantwoording af aan de gemeenteraad. De provincie ontvangt vóór 15 juli na afloop van het begrotingsjaar de jaarrekening van de gemeente. Door het opnemen van een paragraaf stedelijke vernieuwing is de verantwoording van het investeringsbudget zichtbaar. In de jaarrekening 2010 is voor het eerst op deze wijze verantwoording afgelegd. Afspraken Hierna volgt beknopt de stand van zaken rond de (inspanningsverplichtende) afspraken en financiën over (2010-2012) en 2013. Inspanningsverplichtingen ISV-1 en ISV 2 Afspraak Tussenstand ultimo 2013 Realiseren nieuwbouw Nieuwbouw Muroplast in 2007 en nieuwbouw Uiverplein en Muroplast Uiverplein in 2009 opgeleverd; na inrichting openbare ruimte in 2010 ISV-bijdrage uitbetaald. Afronden sanering Grootste deel plangebied (bouwkavel en openbare Bolwerk ruimte) bouwrijp gemaakt waarbij ook gesaneerd.
Toelichting n.v.t. Sanering grond onder en rond het nog te bouwen Poortgebouw hangt samen met de ontwikkeling van dat Poortgebouw. In 2012 kwam de ontwikkelaar in staat van surseance en daarna volgde faillissement. De ontwikkeling van het Poortgebouw is nu onderdeel van de boedel die wordt beheerd door de curator. Het is onzeker wanneer de bouw van het Poortgebouw start en daarmee wanneer de sanering kan worden afgerond. De gemeente heeft geen of nauwelijks invloed hierop. De grond is verkocht en nu in beheer bij de curator die een koper zoekt. De grondwatersanering is nog niet afgerond en daarmee de gehele sanering. Dit kan pas gebeuren al uit monitoring blijkt dat er een stabiele eindsituatie is. De grondwatermonitoring loopt vijf jaar. Bij een stabiele eindsituatie is geen nazorg nodig. De monitoring wordt uitgevoerd in opdracht van de gemeente. Daarnaast moet er nog een naamswijziging ingediend worden bij het bevoegd gezag vanwege het faillissement van de ontwikkelaar die de saneringsplicht van de gemeente heeft overgenomen. Ook wenst het bevoegd gezag nog een formeel monitoringsplan. Als monitoringsplan en naamswijzinging worden ingediend bij ODMH kan de sanering officieel worden afegrond. De grondexploitatie is administratief afgewikkeld en de gereserveerde (rest)bijdrage valt vrij.
154
Jaarstukken 2013
Afspraak Realiseren circa 25 woningen uitleglocaties (bbg 2000)
Realiseren circa 355 woningen bbg Omzetten van 320 woningen van huur naar koop
Realiseren circa 160 volledig toegankelijke woningen Saneren van 8 woningen A-lijst en 3 woningen Raillijst Realisatie brede school en buurtservicecentrum in Gouda Oost
Tussenstand ultimo 2013 4 woningen gesloopt in 2011 en 2 woningen opgeleverd in 2012; voorbereiding loopt.
Toelichting Prestatie hangt hoofdzakelijk samen met ontwikkeling Westergouwe en Middenwillens. Planologische status Westergouwe is uiteindelijk in 2011 onherroepelijk geworden met de uitspraak van de Raad van State. In 2013 is met de voorbelasting van het gebied gestart. Het eerste deelgebied wordt december 2014 op hoogte opgeleverd, waarna het bouwrijp maken start. De actuele planning gaat uit van een start bouw in 2015 en oplevering van de eerste woningen in 2016.
355 woningen opgeleverd in 2010-2013. Minimaal 121 corporatiewoningen omgezet van huur naar koop in 2010-2012.
215 nultredewoningen opgeleverd in 2010-2013.
Voor Middenwillens is in 2008 de bestemmingsplanprocedure afgerond en zijn in 2009 de woningen in verkoop gebracht. Tegenvallende verkoopresultaten leidden tot overleg en onderhandelingen met de ontwikkelaa over planaanpassingen.Medio 2011was hierover overeenstemming met een nieuwe vaststellingsovereenkomst als resultaat. Er is een mix van maatregelen overeengekomen. De ontwikkelaar zal nu de helft van het plangebied voor zijn rekening nemen en de gemeente zal de andere helft later opnieuw aan marktpartijen aanbieden. Ook het programma is aangepast. In het derde kwartaal van 2012 startte de verkoopcampagne opnieuw. De ontwikkelaar treedt mogelijk voor een deel van de onverkochte woningen als belegger en verhuurder op. In juli 2013 besloot de ontwikkelaar de verkoop op te schortenomdat er onvoldoende belangstelling was en onderzocht de mogelijkheden van een nieuwe planherziening. Dit betekent dat een start bouw pas in 2014 en later is te verwachten. n.v.t. Er is nog geen inzicht in de verkoopresultaten van corporaties in 2013. Ook is er geen inzicht in de verkoopresultaten van Vestia in 2011 en 2012, maar dit zal niet om grote aantallen gaan. Deze corporatie houdt rekening met de verkoop van 1 woning in 2014. Tenslotte is er (nog) geen inzicht in de verkoop van particuliere huurwoningen. Deze informatie is alleen tegen kosten te verkrijgen bij het Kadaster. Daarom zal dit slechts eenmalig voor de eindverantwoording gebeuren. Door de crisis op de woningmarkt mede versterkt door de financiële crisis en economische crises zijn er wel bestaande huurwoningen verkocht maar in veel mindere mate dan voor de crisis. De woningcorporaties hebben hun ambities bijgesteld. De prestatie hangt vooral samen met het herstel op de woningmarkt. n.v.t.
Maatregelen aan woningen uitgevoerd en woningen zijn afgemeld.
n.v.t.
MFA Wilsonplein (o.a. brede school en buurtservicecentrum) opgeleverd in 2011.
n.v.t.
Jaarstukken 2013
155
Inspanningsverplichtingen ISV-3 Inhoudelijke afspraak 1. (Her)inrichten van openbare ruimte met als spin off bruto nieuwbouwproductie van circa 530 woningen waarvan circa 100 ter vervanging
Tussenstand ultimo 2013 343 woningen als spin off in 2013 waarvan 273 (theoretisch) ter vervanging; uitvoering en voorbereiding diverse projecten loopt.
Toelichting Voor verantwoording komen opgeleverde nieuwbouwwoningen in de periode 2010-2014 eerst ten goede aan nakoming inspanningsverplichtingen ISV1 en ISV2 en vervolgens ISV-3. Ondanks stagnatie op de woningmarkt mede veroorzaakt door kredietcrisis en recessies en mede dankzij rijks-stimuleringsregeling, achtervang/ overname woningcorporaties en ontwikkelaars en aanpassing van programma's zijn diverse projecten in aanbouw en voorbereiding. Het gaat om projecten zowel in Korte Akkeren en Gouda Oost als binnen de invloedssfeer van Stedenbaan. Eind 2013 zijn nog 130 woningen in aanbouw. Het aantal gesloopte woningen ligt bijna drie keer hoger dan de afspraak. Dit komt voor een belangrijk deel door de destijds gebruikelijke correctie voor planuitval bij de berekening van nieuwbouw en sloop ten tijde van het maken van de afspraken. Deze sloop zal de komende jaren gecompenseerd worden door nieuwbouw op deze en andere locaties.
2.
3.
4.
(Her)inrichten van openbare ruimte met als spin off nieuwbouwproductie van circa 270 woningen in centrumstedelijk woonmilieu en circa 220 woningen in groenstedelijk woonmilieu (Her)inrichten van openbare ruimte met als spin off nieuwbouwproductie van circa 70 woningen in sociale woningbouwsector Bevorderen dat regionale woonvisie wordt opgesteld
184 woningen in centrumstedelijk en 157 woningen in groenstedelijk woonmilieu als spin off in 2013; uitvoering en voorbereiding diverse projecten loopt. 134 woningen in sociale bouwsector spin off in 2013; uitvoering en voorbereiding diverse projecten loopt. Op 8 oktober 2010 tijdens regionale bijeenkomst opstelling woonagenda afgesproken; medio december 2011 eerste fase, verkenning Regionale Agenda Wonen, afgerond; eind december 2012 Regionale Agenda Wonen in concept gereed; op 3 juli 2013 Regionale Agenda Wonen vastgesteld; na zomerreces gestart met uitwerking tot Regionale Woonvisie. Monitor Woonvisie 2010 vastgesteld door college van B en W op 14 juni 2011 en daarna ter informatie aan raad aangeboden; in 2011-2012 met lokale uitvergroting deelgenomen aan Woon Onderzoek Nederland (WoON) 2012; in 2013 zijn uitkomsten lokale uitvergroting binnengekomen; deze zijn input voor nieuwe lokale Woonvisie; extern bureau eind mei 2013ingeschakeld voor publicatie uitkomsten WoON 2012, woningmarktverkenning en prognose wonen en zorg. 342 woningen binnen invloedssfeer Stedenbaan als spin off in 2012-2013, voorbereiding diverse projecten loopt. Alle woningproductie in 2010-2013 binnen BSD 2010 gerealiseerd.
5.
Monitor woonvisie opstellen waarin aandeel sociale woningbouw wordt gevolgd
6.
(Her)inrichten openbare ruimte met als spin off 530 bruto binnen Bestaand Stedelijk en Dorpsgebied (BSD) 2010 Bevorderen dat van woningproductie 50% en als Westergouwe buiten beschouwing wordt gelaten 80% binnenBSD 2010 wordt gerealiseerd Realiseren van een deel van Alle woningproductie in 2010-2013 430 woningen (uitbreiding) op binnen invloedssfeer stedenbaan stedenbaanlocaties gerealiseerd.
7.
8.
156
Jaarstukken 2013
De prestatie hangt vooral samen met het herstel op de woningmarkt. Eind 2013 zijn 69 woningen in centrumstedelijk woonmilieu in aanbouw; verder idem als 1.
Eind 2013 40 woningen in sociale bouwsector in aanbouw; verder idem als 1. 1e kwartaal 2014 is afronding eerste fase uitwerking Regionale Agenda Wonen tot Regionale Woonvisie voorzien; afhankelijk van tweede en laatste fase uitwerking wordt Regionale Woonvisie eind 2014 verwacht.
In 2014 vervolg werkzaamheden om te komen tot nieuwe lokale Woonvisie.
129 woningen binnen invloedssfeer Stedenbaan in aanbouw; verder idem als 1. idem als 1
idem als 1
9. 10. 11.
Inhoudelijke afspraak Bevorderen dat 7% van 822 gemeentelijke monumenten wordt gerestaureerd Bevorderen dat 15 winkelpuien esthetisch verbeteren Uitvoeren fysieke ingrepen in "groene" gemeentelijk monument Van Bergen IJzendoornpark
12.
Verbeteren groenblauwe verbinding Groenhovenpark en buitengebied
13.
Stimuleren van toekomstgericht bouwen: minimaal 2 binnenstedelijke woningbouwprojecten met GPRGebouw, minimaal 1 binnenstedelijk project met DPL/GPR-Stedebouw en minimaal 2 binnenstedelijk woningbouwprojecten Woonkeur met pluspakket veiligheid
Tussenstand ultimo 2013 86 restauratiesubsidies toegekend in 2010-2013(10% van 822).
Toelichting Correctie na administratieve controle.
19 winkelpuien esthetisch verbeterd in 2010-2013. Cultuurhistorische analyse is opgesteld; in vervolg hierop in tweede helft 2011 toekomst- en beheervisie door vierdejaarsstudenten van de Hogeschool Van Hall Larenstein opgesteld;in eerste helft 2012 op basis van toekomst- en beheervisie van studenten gemeentelijke toekomst- en beheervisie opgesteld en in tweede helft 2012 plan met maatregelen opgesteld; eerste fase uitvoering concrete aanpassingen in het park eind 2012 gestart en in maart 2013 afgerond. Medio 2013 is de voorbereiding van de tweede fase begonnen. Heroriëntatie op Groenhovenpark in 2010 gestart; in 2011 voor herinrichting van het sportgedeelte plan gemaakt; vanwege beperkte interne capaciteit startte planvoming voor verbetering van groene inrichting pas in 2013. Door noodzakelijk bezuinigingen is oorspronkelijke idee voor verbetering van groene (her)inrichting loslaten. Subsidieverordening stedelijke vernieuwing 2011 waarin stimuleringsregeling toekomstgericht bouwen is opgenomen, vastgesteld op 22 juni 2011; nog geen subsidieaanvragen ontvangen in 2011-2013; van de binnenstedelijke woningbouwprojecten die ontworpen zijn met GPR-Gebouw zijn er in 2010-2013 vijf opgeleverd en twee nog niet gebouwd; er zijn geen binnenstedelijke woningbouwprojecten met DPL/ GPR-Stedenbouw en Woonkeur met pluspakket veiligheid.
n.v.t. De werkzaamheden in de tweede fase komen volgens planning in april 2014 gereed.
Begin 2014 gaan we na of we met een aangepast plan onze afspraak toch kunnen nakomen.
De schaal van de binnenstedelijke projecten is tot nu toe te gering om DPL/GPR-Stedebouw toe te passen. Hierin zal het komend jaar geen verandering komen. Dit staat zelfs los van de noodzakelijk dosering van projecten. Het enige project met een geschikte schaal is het uitleggebied Westergouwe. Daar is DPL toegepast. In de praktijk nemen ontwikkelaar wel maatregelen vergelijkbaar met Woonkeur, maar ze vragen geen subsidie aan. Ook leidt het niet tot afgifte van certificaten.
Jaarstukken 2013
157
14.
Inhoudelijke afspraak Laten saneren geluid bij 10 van de 20 woningen op de A-lijst
15.
Nazorg Groenhovenpark uitvoeren
16.
Aanpakken spoedeisende locaties
Financiële stand van zaken Omschrijving (bedragen * €1) ISV- 1/2 ISV 3 TOTAAL
* exclusief verplichtingen
158
Jaarstukken 2013
Tussenstand ultimo 2013 Zeven woningen gesaneerd in 2010-2013, voorbereiding project ISV-3 gestart in 2012 en eerste deel in uitvoering genomen in 2013.
Nazorg volgens Nazorplan 2010 uitgevoerd door Omgevingsdienst in 2010-2013. Jaarlijkse rapportage van Omgevingsdienst (voorheen Milieudienst) aan het bevoegd gezag. Financiering voor nazorg na 2014 nog niet verkregen. Informatieniveau is in 2012 op het gewenste niveau gebracht. Schielandse Hogezeedijk 67 gesaneerd in 2012 en sanering in 2013 procedureel afgerond; voor Korte Tiendeweg 11-13 tot nader onderzoek gegeven in 2013.
Stand per 01-01-2013 408.726 1.173.290 1.582.016
Toelichting De sanering van vijf woningen aan de Punt en Vest heeft Omgevingsdienst in 2013 opgepakt. Nadat er een projectplan is opgesteld en offerte aangevraagd is het project medio 2013 in uitvoering genomen. Bij twee woningen bleken al maatregelen vanwege industrielawaai genomen te zijn. Deze woningen zijn van de lijst afgevoerd. Bewoners hebben het besluit op 16 december 2013 toegestuurd gekregen. De overige woningen zijn naar verwachting eind 2014 gesaneerd. De sanering van 13 woningen aan de Spoorstraat hangt samen met de ontwikkeling van het Zuidelijk Stationsgebied. Vier woningen zouden blijven staan, maar de uitgangspunten voor de sanering waren tot de zomer nog te onzeker om over te gaan tot sanering. Negen woningen stonden op de nominatie om gesloopt te worden; alleen was onzeker of dit binnen vijf jaar gebeurd. Als op basis van een 'zwaar weer-scenario' voor de verkeersbewegingen aan de woningen voorzieningen zouden worden getroffen dan was in beide gevallen grote kans dat er geen sprake zou zijn van sobere en doelmatige uitvoering. Op 3 juli 2013 heeft de gemeenteraad besloten niet door te gaan met het toen voorliggende plan voor het Zuidelijk Stationsgebied. Alle eigenaren van de betreffende woningen aan de Spoorstraat zijn inmiddels aangeschreven in het kader van de Wet geluidhinder. Drie bewoners hebben aangegeven geen belangstelling te hebben; deze woningen zijn afgevoerd. Bewoners hebben op 16 december 2013 het besluit toegezonden gekregen. Er wordt toegewerkt naar volledig afbouwen van de nazorg. Dit gebeurt in overleg met de provincie, het bevoegd gezag. n.v.t
In 2013 diende een onderzoek plaats te vinden op de locatie Korte Tiendeweg 11-13. De eigenaren hebben nog geen actie ondernomen naar aanleiding van het gegeven onderzoeksbevel. Er bestaat een kans dat het ISV-deelbudget Bodem (exclusief nazorg) ingezet moet worden voor het onderzoek. De locatie Schielands Hoge Zeedijk is afgerond; op 4 juli 2013 is beschikt op het evaluatierapport.
Uitgaven 2013 Verplichtingen per 31-12-2013 1.900 32.482 860.342 461.632 862.242 494.114
Stand per 31-12-2013* 406.826 312.948 719.774
Colofon uitgave: gemeente Gouda foto's: Astrid de Haan, Pim Mul en Sandra Zeilstra ©gemeente Gouda, april 2014