ZICHTBAAR BETER INRICHTEN REKENING HOUDEN MET SLECHTZIENDEN IN VERPLEEGHUIZEN SPEERPUNT ZORG EN TECHNOLOGIE, HOGESCHOOL UTRECHT
1
Colofon © Speerpunt Zorg en Technologie, september 2012 Onderzoek: Tekstbewerking: Redactie: Vormgeving:
Marianne Sinoo Jolanda Keesom, Arnhem Drs. Jurgen Mollema, Drs. Bolinda Hoeksema Team Huisstijl & Traffic, Hogeschool Utrecht
ISBN 978-90-8928-058-9 Deze publicatie is de eerste in een serie van het speerpunt Zorg en Technologie. Meer informatie:
[email protected], www.zent.hu.nl 2
Voorwoord De zorg wordt anno 2012 geconfronteerd met twee belangrijke trends: het aantal ouderen neemt snel toe en de ontwikkelingen in de technologie gaan heel hard. Het is zaak dat alle mogelijkheden worden benut zodat de technologische toepassingen een bevorderende invloed hebben op het dagelijks leven van mensen met een zorgvraag. Hoe kun je technologische toepassingen zo ontwerpen en gebruiken zodat ze zoveel mogelijk belemmeringen wegnemen? En hoe kan de technologie een bijdrage leveren aan preventieve gezondheidszorg? Hogeschool Utrecht publiceert de reeks Speerpunt Zorg en Technologie voor zorgprofessionals, docenten en studenten. De brochure Zichtbaar beter inrichten is het eerste deel van de reeks. De reeks belicht thema’s over de cliënt zelf, het cliëntsysteem, de zorgprofessionals en de gebouwde omgeving. Vier maal per jaar verschijnt er een nieuw deel van de reeks. Deze brochure is geschreven door drs. Marianne Sinoo, onderzoeker bij het Lectoraat Vraaggestuurde Zorg van Hogeschool Utrecht. De auteur begint met een aantal feiten over slechtziendheid en blindheid. Daarna bespreekt ze een aantal veel voorkomende oogaandoeningen bij ouderen en maakt het zichtbaar met een aantal visualisaties. Vervolgens geeft ze een aantal praktische adviezen voor de inrichting van verpleeghuizen voor het bevorderen van de mobiliteit en de zelfstandigheid van slechtziende verpleeghuisbewoners. De gegeven adviezen zijn van nut voor het zorgpersoneel van verpleeghuizen. Wij denken dat deze brochure bijdraagt aan het bewustwordingsproces over het effect van lichtcondities op het welzijn van kwetsbare ouderen. De redactie, Drs. Jurgen Mollema Drs. Bolinda Hoeksema
3
4
Inhoud Feiten over slechtziendheid
7
Oogaandoeningen bij ouderen
8
Adviezen voor de inrichting
10
Achtergrondinformatie 13
5
6
Rekening houden met slechtzienden in verpleeghuizen Zichtbaar beter inrichten Ruim 40% van de mensen die in een verpleeghuis wonen, heeft een oogaandoening. Daardoor zien zij wazig, hebben ze een beperkt blikveld of ontgaan hen details. Met een aantal eenvoudige maatregelen in de inrichting van gebouwen zijn ze geholpen. Marianne Sinoo van het Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening van het Lectoraat Vraaggestuurde Zorg* onderzocht welke oogaandoeningen het meest voorkomen in verpleeghuizen en geeft praktische adviezen. * Het Lectoraat Vraaggestuurde Zorg van de Hogeschool Utrecht is onder meer verantwoordelijk voor onderzoeken rond het speerpunt Zorg en Technologie. Via deze publicatie blijven studenten, docenten en zorgverleners op de hoogte van de uitkomsten.
Feiten over slechtziendheid en blindheid
Oogaandoeningen komen vaker voor naarmate mensen ouder worden en hebben ingrijpende gevolgen voor hun dagelijks leven. De cijfers Met het stijgen van de leeftijd neemt de kans op oogaandoeningen toe. Tegenover 5% procent van de totale bevolking ziet meer dan 40% van de verpleeghuisbevolking slecht. De definitie Volgens de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) houdt slechtziendheid in dat iemand minder dan 30% ziet of een gezichtsveld van minder dan 30 graden heeft. Wanneer iemand minder dan 5% ziet of zijn gezichtsveld beperkt is tot 10 graden, is hij blind. De gevolgen Door een oogaandoening lopen mensen het risico informatie te missen en achteruit te gaan in mobiliteit, activiteit en zelfstandigheid. Ook neemt de kans op vallen toe. Slechtziendheid is dus direct van invloed op de kwaliteit van leven.
7
Oogaandoeningen bij ouderen
De belangrijkste oorzaken van slechtziendheid en blindheid bij ouderen zijn: cataract of staar, glaucoom, maculadegeneratie en diabetische retinopathie. Alleen aan staar is iets te doen. Andere oogaandoeningen kunnen worden afgeremd. Optometristen kunnen met oogonderzoek vaststellen wat er aan de hand is. Cataract of staar Als de ooglens troebel is, heeft iemand cataract of staar. Daardoor ziet hij minder scherpte en contrast. Alles is wazig en fel tegenlicht is hinderlijk. Soms kan iemand ook minder kleur zien omdat de lens vergeelt. Staar of cataract is bijna altijd te verhelpen door een operatie waarbij de ooglens wordt vervangen.
Glaucoom Glaucoom ontstaat wanneer de oogzenuw is aangetast, bijvoorbeeld door een te hoge druk in het oog. Bij glaucoom ziet iemand minder kleur en verliest hij beeld aan de rand van zijn gezichtsveld. Door dit ‘kokerzicht’ loopt iemand een groter risico om te struikelen, zich te stoten of iets niet te kunnen vinden.
Maculadegeneratie Bij maculadegeneratie wordt het netvlies aangetast op de plaats waar veel lichtgevoelige cellen zitten, de ‘macula’ of ‘gele vlek’. Daardoor ziet iemand minder scherp, minder contrast en minder details.
8
Diabetische retinopathie Diabetische retinopathie is een beschadiging van het netvlies door het ontstaan van nieuwe bloedvaatjes als gevolg van diabetes. Dit heeft tot gevolg dat iemand gezichtsveld verliest, gevoelig is voor schittering, minder kleur waarneemt en minder scherp ziet.
Oogaandoeningen herkennen Zorgverleners kunnen slechtziendheid herkennen aan praktische problemen, zoals: • niet kunnen vinden van een sleutelgat, deuropening, licht- of liftknopje of een voorwerp op tafel • niet herkennen van voorwerpen op basis van hun kleur • niet opzij gaan voor een stoel of kar op de gang, met botsingen, blauwe plekken of vallen tot gevolg • niet kunnen lezen van naambordjes, mededelingen of andere teksten • stilstaan of zoeken in de deuropening bij grote lichtverschillen tussen ruimtes.
9
Adviezen voor de inrichting
Voor de mobiliteit en de zelfstandigheid van slechtziende verpleeghuisbewoners is het belangrijk bij de inrichting te letten op verlichting, kleur en contrast en veiligheidsrisico’s. Verlichting Hoe meer licht, des te scherper en des te meer contrast mensen met oogaandoeningen kunnen zien. Tenzij zij erdoor verblind worden. Voor de verlichting gelden de volgende adviezen: Zorg voor voldoende verlichting en doe die ook aan.
Zo wel... zo niet... Benut het daglicht door zoveel mogelijk zitplaatsen in de buurt van de ramen te maken.
Optimale lichtsterkte bij het raam
10
Voorkom schittering en verblinding door reflectie en tegenlicht.
Verblinding en reflectie Kleur en contrast Door het gebruik van contrasterende kleuren zijn voorwerpen beter te onderscheiden. Voor het gebruik van kleur en contrast gelden de volgende adviezen: Dek de tafel met contrast en gebruik daarvoor servetten en placemats.
Zo...
in plaats van zo
Gebruik geen tafelkleden met drukke patronen, maar rustige, effen kleden.
Zoek de echte bloemen…….
11
Gebruik voor de deurpost, deur en muren kleuren die sterk contrasteren, dan is de deur gemakkelijker te vinden.
Niet zo……………………………………maar zo Veiligheid Losse spullen in gangen en kamers achterlaten vergroot het risico dat slechtzienden er over struikelen of vallen. Adviezen met het ook op de veiligheid: Zorg voor opgeruimde gangen.
Gevaarlijk voor slechtzienden
12
Haal losse snoeren en voorwerpen weg. Een ongeluk zit in een klein ….
Achtergrondinformatie
Bouma H, Weale RA & McCreadle C (2006) Technological environments for visual independence in later years. Gerontechnology 5 (4), 187-195. doi:10.4017/ gt.2006.05.04.001.00 Boyce PR (2003) Lighting for the elderly. Technology and Disability 15(3), 165-180. doi: 10.1201/9780203426340.ch12 Hoof, J. van, en T. Schoutens (2007) Van voorlichting tot verlichting. Den Haag, Lemma. Limburg H & Keunen JEE (2009) Blindness and low vision in The Netherlands from 2000 to 2020- modeling as a tool for focused intervention. Ophthalmic Epidemiology, 16(6), 362-369. Sinoo, M.M., Kort, H.S.M. and Duijnstee, M.S.H. (2012) Visual functioning in nursing home residents: information in client records. Journal of Clinical Nursing, 21, 1913-1921, doi: 10.1111/j.1365-2702.2012.04128. 1913-1921 Sinoo M.M. van Hoof, J., Kort, H.S.M. (2011) Light conditions in the nursing home, Building & Environment. 46, 1917-1927 Sinoo M, Keizer, M. (2010) Kijk op zien en technologie in de zorg, reeks Zicht op zorg en technologie. Utrecht, Vilans Sinoo, M. (2009) Ouderen en visuele beperkingen. Nurse Academy: nascholing voor verpleegkundigen. 1:1, Voorjaar 2009. pp. 66-71. Silverstone B, Lang MA, Rosenthal BP, Faye EE (eds ) (2000) The lighthouse handbook on vision impairment and vision rehabilitation, Volumes I and II. Oxford University Press, Oxford, UK. Kijktip DVD Met het oog op zorg op: http://www.innovatievanzorgverlening.onderzoek.hu.nl/ Data/Dossiers/Met%20het%20oog%20op%20zorg.aspx
13
Hogeschool Utrecht
Hogeschool Utrecht (HU) is een kennisorganisatie waar door hoogwaardig onderwijs en onderzoek wordt gewerkt aan innovatie en professionalisering van de beroepspraktijk. Het is een sterk groeiende, dynamische hogeschool. De HU is gevestigd op het Utrecht Sciencepark, nabij strategische, kennisintensieve partners UU en UMCU. Kennisontwikkeling en kenniscirculatie beschouwt de HU als één van haar kerntaken. De HU investeert dan ook in vraaggericht toegepast onderzoek, kenniscirculatie en kennisvalorisatie en levert als University of Applied Sciences door onderwijs en onderzoek een grote bijdrage aan de innovatie van de beroepspraktijk en daarmee aan de sociale en economische ontwikkeling van de innovatieve regio Utrecht/Amersfoort.
HU kenniscentra
De HU kent zes kenniscentra waarbinnen het onderzoek plaatsvindt. Verschillende lectoraten binnen een bepaald onderzoeksdomein vormen samen een kenniscentrum. Een kenniscentrum doet onderzoek op specifieke thema’s, in samenspraak met het beroepenveld. Elk kenniscentrum binnen de HU heeft een eigen website. Op deze sites vindt u informatie over de individuele onderzoeksgebieden, onderzoeken en projecten. Ook worden de lectoren aan u voorgesteld. Het overzicht van de kenniscentra vindt u op www.onderzoek.hu.nl
14
Speerpunt Zorg en Technologie
Het speerpunt Zorg en Technologie richt zich op onderzoek als gevolg van twee trends. Het aantal ouderen neemt snel toe en de ontwikkelingen in de technologie gaan heel hard. De gangbare gedachte bij Zorg en Technologie is dat de technologische toepassingen een bevorderende invloed hebben op het dagelijks leven van mensen met een zorgvraag. De andere kant is dat technologische toepassingen, bijvoorbeeld ICT-toepassingen, in sommige situaties juist belemmerend werken voor mensen met een zorgvraag. Het vraagstuk dan is hoe de technologische toepassing ontworpen en gebruikt moet worden, zodat er geen of nauwelijks belemmeringen meer zijn. In het algemeen hebben vooral oude ouderen en mensen met een chronische ziekte een zorgvraag. Binnen het speerpunt ligt de focus op hoe zorg en technologie kan inspelen op een potentiële zorgvraag en op deze manier een preventieve werking kan hebben. Het gaat om de volgende vraagstukken: • Hoe kan Zorg en Technologie de belemmering in het dagelijks functioneren en of sociale participatie voortkomend uit de biologische veroudering of als gevolg van een chronische ziekte verminderen? • Hoe kan Zorg en Technologie een positief effect hebben op de ondersteuning van het cliëntsysteem bij de zorg voor de naaste? • Hoe kan Zorg en Technologie het werk van de beroepsbeoefenaar binnen de zorg verlichten en daarmee passend zijn bij de zorgvraag? • Hoe kunnen binnen Zorg en Technologie woningen / leefomgevingen worden gebouwd die maximaal aansluiten bij de mogelijkheden van mensen met een zorgvraag? Contact Mw. prof. dr. Helianthe Kort, programmadirecteur Zorg en Technologie Mw. drs. Elise Nauta, programmamanager Zorg en Technologie Hogeschool Utrecht, Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening Meer informatie:
[email protected], www.zent.hu.nl
15