Gemeente Waterland Mei 2012 1
1.
Inleiding
De gemeente is op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg) verplicht om elke vier jaar een nota gezondheidsbeleid op te stellen, waarin aangegeven wordt hoe de gemeente vorm geeft aan de publieke gezondheid. De huidige nota gezondheidsbeleid 2008-2011 is op 18 december 2008 door de gemeenteraad vastgesteld. De termijn van deze nota liep in 2011 ten einde. Op 15 december 2011 informeerden wij u over de verlenging van de nota tot 31 december 2012. In 2012 ontwikkelen wij een nieuwe nota gezondheidsbeleid. De basis voor de nieuwe nota is de evaluatie van de huidige nota (regionaal en lokaal) en de landelijke nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid Dichtbij’. In deze evaluatie vindt u een overzicht van de activiteiten die in de periode 2008-2011 in de gemeente Waterland zijn uitgevoerd op het gebied van het gezondheidsbeleid. Daarnaast hebben wij per prioriteit aanbevelingen geformuleerd. Deze aanbevelingen nemen wij mee bij de ontwikkeling van de nieuwe nota gezondheidsbeleid. 1.1.
Achtergrond
De huidige nota gezondheidsbeleid 2008-2011 bestaat uit een regionaal en een lokaal deel. In het regionale deel staan doelstellingen beschreven voor de speerpunten: • overgewicht • opvoedingsproblematiek • schadelijk alcoholgebruik De gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland hebben afgesproken om aan deze onderwerpen lokaal aandacht te besteden. De manier waarop dat gebeurt kan per gemeente verschillen. In het lokale deel staan doelstellingen beschreven voor de speerpunten: • beperking eenzaamheid • verbeteren binnenmilieu • ondersteuning mantelzorgers • bevorderen van een netwerk van AED’s 1.2.
Evaluatie regionale speerpunten
De GGD Zaanstreek-Waterland heeft het regionale deel van de nota gezondheidsbeleid geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat: ‘Een voortzetting van het huidige gezondheidsbeleid, inclusief de drie speerpunten (overgewicht, opvoedingsproblematiek en schadelijk alcoholgebruik) aanbeveling verdient. Er zijn resultaten behaald in de eerste kolommen van het referentiekader gezondheidsbevordering1 (organiseren, interventies en interventie-uitkomsten). Om resultaten te kunnen boeken op determinantenniveau, leefstijl en gezondheid is het belangrijk om blijvend te investeren in interventies ter bestrijding van overgewicht, schadelijk alcoholgebruik en opvoedingsproblematiek’. Er zijn twee aspecten die volgens de GGD een toelichting verdienen, omdat zij beiden als belemmerende factor uit de procesevaluatie van de GGD komen. Het aanbod van interventies is groot, maar over de effectiviteit en het bereik is weinig bekend. De Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) concludeerde daarom ook dat het huidige gemeentelijk gezondheidsbeleid geen substantiële bijdrage levert aan de vermindering van de volksgezondheidsproblemen (2010). Volgens de IGZ verbinden gemeenten te weinig uitvoeringsplannen aan de lokale nota’s gezondheidsbeleid en de speerpunten. Van de interventies die worden ingezet is niet bekend of ze effectief zijn. Datzelfde geldt voor de 1 Het referentiekader gezondheidsbevordering (Refka) is een kwaliteitsinstrument voor de gezondheidsbevordering. Het model bestaat uit vijf kolommen. De laatste twee kolommen ‘determinanten van gezondheid’ en ‘gezondheidsuitkomsten’, geven aan wat het effect is van een interventie en het beleid. Echter, dit zijn trage cijfers. Daarom wordt vaak ook gekeken naar de middelste kolom, ‘interventie-uitkomsten’.
2
kwaliteitseisen die gesteld worden aan professionals om leefstijlinterventies succesvol uit te voeren. Daartoe dienen doelstellingen SMART2 te worden geformuleerd, zowel op de korte (procesgericht) als op de lange termijn (haalbare resultaten). Belangrijk is dat concrete plannen beschreven worden zodat duidelijk is welke activiteiten gaan plaatsvinden, wanneer en waar projecten plaatsvinden en wie er verantwoordelijk is voor de uitvoering en de financiering. Dat brengt ons gelijk bij het tweede aspect; het gebrek aan een financiële paragraaf in de huidige nota gezondheidsbeleid is door alle betrokken partijen als gemis ervaren om gezamenlijk en daadkrachtig te kunnen werken aan de speerpunten. In de nieuwe nota gezondheidsbeleid is het noodzakelijk dat een uitvoeringsplan wordt ondersteund door een financiele paragraaf. Zo kan gestuurd worden op de uitvoering en financiën. Daarbij kan een nader (ook landelijk gewenst) onderzoek naar bewijslast voor effectiviteit van ingezette interventies worden meegenomen. De regionale evaluatie van de GGD is opgenomen in bijlage 1. 1.3. Aanbevelingen van de GGD Uit het bovenstaande komen de volgende aanbevelingen naar voren: Blijf investeren in interventies ter bestrijding van overgewicht, schadelijk alcoholgebruik en opvoedingsproblematiek. Maak integraal beleid en zoek aansluiting bij andere beleidsterreinen zoals de Wmo, Jeugd, Onderwijs, Sport en Sociale Zaken. Formuleer SMART-doelstellingen, zowel op de korte (procesgericht) als op de lange termijn (haalbare resultaten). Beschrijf concrete plannen zodat duidelijk is welke activiteiten gaan plaatsvinden, wanneer, waar en wie er verantwoordelijk is voor de uitvoering en de financiering. Dit evaluatieverslag gaat verder in op de lokale speerpunten.
2
SMART staat voor: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden
3
2.
Evaluatie lokale prioriteiten
In de huidige nota gezondheidsbeleid is per prioriteit aangegeven wat de gemeente wil bereiken (lokale doelstelling) en op welke manier wij dat willen bereiken. Het is lastig om de invloed van een bepaalde interventie op een doelstelling aan te geven. De relatie tussen een ingezette interventie en de uitkomst is immers complex. Gedragsverandering is meetbaar, maar de relatie tussen de interventie en de uiteindelijke gedragsverandering is niet goed meetbaar op korte termijn. Bovendien zijn op lange termijn eventuele meetbare effecten veelal niet meer toe te schrijven aan één specifieke interventie. In dit hoofdstuk vindt u per prioriteit een overzicht van de activiteiten die in de periode 2008-2011 in de gemeente Waterland zijn uitgevoerd op het gebied van gezondheidsbeleid. 2.1.
Beperking overgewicht
Doel gezondheidsbeleid 2008-2011: Het voorkomen van het ontstaan van overgewicht en voorkomen dat mensen die al overgewicht hebben verder toenemen in gewicht. Wat hebben wij gedaan? Buurt, Onderwijs en Sport (BOS) impuls De BOS-impuls is een tijdelijke stimuleringsmaatregel van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Met de BOS-impuls wordt een gezonde en actieve leefstijl van jongeren van 4 tot 19 jaar gestimuleerd. Het beperken van overgewicht en het bevorderen van gezonde voeding was één van de doelstellingen van de gemeentelijke BOS-impuls. De impuls is in 2009 onder leiding van Sportservice Noord-Holland in Waterland gestart. Sportservice heeft tot eind 2011 uiteenlopende activiteiten georganiseerd, waaronder sportspectakels en clinics. Lekker fit! Lekker fit! is een meerjarig lesprogramma voor de basisschool dat als doel heeft gezonde voeding bij leerlingen te bevorderen. Het programma bestaat uit een reeks van acht lessen over voeding, bewegen en het maken van gezonde keuzes. De ouders worden bij de lessen betrokken door middel van thuiswerkboekjes en ouderbijeenkomsten. De uitvoering van het project is in handen van sportservice Noord-Holland, de GGD, zorgverzekeraar Zilveren Kruis Achmea, de Hartstichting, basisscholen en een lokale diëtiste. Het programma is (gratis) aan alle basisscholen aangeboden. In 2010 zijn twee basisscholen in onze gemeente gestart met Lekker Fit! Leskisten van de GGD Scholen kunnen bij de GGD Zaanstreek-Waterland gratis leskisten lenen over diverse leefstijl thema’s (alcohol, roken, gezonde voeding, mondgezondheid e.a.). Vier basisscholen hebben in de afgelopen periode de leskist ‘mondgezondheid’ geleend en één basisschool heeft de leskist ‘voeding en beweging’ van de GGD geleend. Nieuwsbrief onderwijs Het basis- en voortgezet onderwijs ontvangt twee keer per jaar een nieuwsbrief van de GGD. Hierin staat allerlei informatie over gezondheid (niet alleen over overgewicht). Magazine FF serieus De GGD verspreidde in 2011 het magazine FF serieus naar alle groepen 8 van het basisonderwijs. FF serieus gaat in op voeding en beweging, maar ook op alcohol, roken, seks, drugs, zoenen en pesten.
4
SMALL-project In 2010-2011 is het SMALL project uitgevoerd. SMALL staat voor Stimulerings Model voor een Actief Leven door middel van Leefstijlactiviteiten. Het project is gericht op sportieve niet actieve senioren van 65 tot en met 71 jaar. In Waterland hebben in totaal 67 ouderen deelgenomen aan het project. Na afloop van het project bewegen mensen meer en vinden ze het ook leuk en willen ze meer bewegen. Raakvlakken met andere beleidsterreinen De activiteiten in de nota sport en bewegen 2011-2015 hebben raakvlakken met de preventie van overgewicht. Met het beleid voor sport en bewegen wil de gemeente Waterland haar inwoners stimuleren om voldoende te bewegen en te sporten. Hiermee wil zij bijdragen aan een actieve en gezonde leefstijl van al haar burgers. Met actief wordt zowel lichamelijk actief als maatschappelijk actief bedoeld. Doelstelling 2008-2011 in cijfers Het percentage volwassenen tussen 18-70 jaar met matig tot ernstig overgewicht is in 2011 niet hoger dan 44,4 % en het percentage volwassenen tussen 18-70 jaar met obesitas is niet hoger dan 8,8%. Het percentage jeugdigen van 0-11 jaar met overgewicht is in 2011 lager dan het percentage zoals gemeten bij de jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen in 2007. Uitkomsten Het aantal volwassenen met overgewicht is de afgelopen jaren gedaald. De doelstelling voor volwassenen is daarmee gerealiseerd. Bij de ouderen is sprake van een toename van het aantal mensen met overgewicht. De resultaten van de gezondheidsenquête 2005 (peildatum) zijn vergeleken met het onderzoek uit 2009. In 2013 onderzoekt de GGD opnieuw de gezondheidssituatie van volwassenen en ouderen. Overgewicht * Gemeente Waterland Regio Zaanstreek-Waterland
2005 (enquête 18-70 jarigen)
2009 Volwassenen (18-65 jaar)
2009 Senioren (>65 jaar)
44.4 + 8.8 = 53.2
42.0
55.0
48.5
47.0
59.0
Bron: GGD onderzoek 2005 en 2009, volwassenenonderzoek * De GGD heeft in het onderzoek 2009 geen onderscheid gemaakt tussen overgewicht en obesitas, daarom zijn de percentages in 2005 opgeteld.
Uit de jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen 2007 bleek dat 12% van de kinderen overgewicht heeft en er bij 2,7% van deze kinderen zelfs sprake was van obesitas. De resultaten uit 2010 laten een daling van overgewicht zien voor de jongere kinderen in de leeftijd van 5 jaar. Voor de 11-jarigen is het percentage kinderen met overgewicht gelijk gebleven. In beide gevallen is het percentage kinderen met obesitas toegenomen. Overgewicht PGO groep 2 (5 jaar) PGO groep 7 (11 jaar) PGO klas 2 VO (14 jaar)
2010 8% (waarvan 4% ernstig overgewicht/obesitas) 12 % (waarvan 3% obesitas) 11 % (waarvan 0% obesitas)
Bron: GGD onderzoek 2010
Als wij uitgaan van bovenstaande resultaten ten aanzien van de gestelde doelstellingen dan hebben de activiteiten niet voldoende resultaat opgeleverd. Hierbij tekenen wij aan dat het gaat om cijfers uit 2009/2010. In dit jaar waren het SMALL-project voor ouderen en Lekker Fit! voor kinderen nog niet gestart. Daarnaast vragen wij ons af of de gestelde doelstellingen wel realistisch waren. Uit landelijk onderzoek blijkt dat overgewicht onder de Nederlandse bevolking de laatste jaren is toegenomen (van Bakel en Zantinge, 2010). Onder volwassenen lijkt de stijging af te
5
vlakken. Een daling van het percentage overgewicht bij kinderen is gezien de landelijke trend te hoog gegrepen. Aanbevelingen: • Blijf inzetten op de preventie van overgewicht. De snelle ontwikkeling van overgewicht en obesitas vormt een toenemende bedreiging voor de volksgezondheid. • Geef prioriteit aan risicogroepen. De groei van overwicht en obesitas onder kinderen is bijzonder verontrustend. Zet stevig in op maatregelen voor kinderen en hun ouders. • Voor de aanpak van overwicht en obesitas is een gezamenlijke aanpak, op alle niveaus (overheid, bedrijfsleven, scholen, professionals en burgers) belangrijk. • Kies voor effectieve interventies (op basis van database Loket Gezond Leven van de Rijksoverheid). • Zoek samenwerking met andere gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland. 2.2.
Beperking opvoedingsproblematiek
Doel gezondheidsbeleid 2008-2011: In 2010 is er minimaal één Centrum voor Jeugd en Gezin ingericht De regio beschikt in 2009 over een Elektronisch Kind Dossier (EKD) Het opvoedprogramma Triple P is in 2009 regionaal geïmplementeerd
Wat hebben wij gedaan? Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Op 6 april 2010 opende het CJG haar deuren in Waterland. Het CJG is een laagdrempelige voorziening waar ouders, kinderen en jongeren terecht kunnen met vragen of knelpunten bij het opgroeien en de opvoeding. De kernpartners in het CJG zijn de jeugdgezondheidszorg (GGD), Bureau jeugdzorg, stichting MEE, Stichting Maatschappelijke Dienstverlening (SMD) en het onderwijs. Implementatie Elektronisch Kind Dossier (EKD) De regio Zaanstreek-Waterland beschikt sinds het schooljaar 2011-2012 over een Digitaal Kinddossier (voorheen: Elektronisch Kinddossier). Alle kinderen van 0 tot 19 jaar die bij de jeugdgezondheidszorg komen krijgen een digitaal dossier jeugdgezondheidszorg. Dit dossier bevat gegevens over de gezondheid en ontwikkeling van het kind. Triple P Met financiering van de Stadsregio Amsterdam en de negen gemeenten in de ZaanstreekWaterland is in 2008 gestart met de implementatie van het project Triple P, een laagdrempelig en integraal programma voor opvoedingsondersteuning aan ouders met kinderen van 0 tot 12 jaar. Voor de implementatie van Triple P zijn onder andere beroepskrachten getraind, lezingen georganiseerd en hebben groepsbijeenkomsten plaats gevonden. Alle reguliere contacten in het kader van opvoedingsondersteuning worden sinds 2008 op Triple P wijze uitgevoerd. Raakvlakken met andere beleidsterreinen De activiteiten in het Wmo-beleidsplan 2008-2012 (thema 2. opgroeien en opvoeden) hebben veel raakvlakken met het gezondheidsbeleid. In het Wmo-beleidsplan staat: ‘de gemeente Waterland wil graag dat kinderen en jongeren gezond en evenwichtig opgroeien zodat zij als mondige en zelfredzame burgers in het leven staan en een bijdrage aan de (lokale) samenleving zullen leveren. Voor de groep die problemen ondervindt bij het opgroeien, biedt de gemeente extra hulp. De stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de beleidsvoornemens zijn jaarlijks uitgewerkt in het Wmo-uitvoeringsplan.
6
Doelstelling 2008-2011 in cijfers De doelstelling voor het thema beperking opvoedingsproblematiek is niet vertaald in cijfers. Uitkomsten De hierboven beschreven opsomming laat zien dat alle doelen bereikt zijn. Het CJG is geopend, er wordt regionaal gewerkt met het digitaal kinddossier en Triple P is geintegreerd in de reguliere werkzaamheden van de jeugdgezondheidszorg. Aanbevelingen • Neem de (algemene) doelstellingen met betrekking tot opvoedingsondersteuning en jeugdgezondheidszorg op in de beleidsnota jeugd en/of het Wmo-beleidsplan. Zo voorkom je overlap van de prioriteiten in de beleidsnota’s. 2.3.
Beperking schadelijk alcoholgebruik
Doel gezondheidsbeleid 2008-2011: Het voorkomen en beperken van schadelijk alcoholgebruik bij jongeren en het beperken van excessief alcoholgebruik bij volwassen mannen. Wat hebben wij gedaan? Startnotitie ‘Beperking alcohol- en drugsgebruik in de gemeente Waterland’ Op 15 juni 2010 stemde het college in met de startnotitie ‘Beperking alcohol- en drugsgebruik in de gemeente Waterland’. De gemeenteraad sprak in zijn vergadering van 9 september 2010 over de notitie. De startnotitie vormde de basis voor gesprekken met onder andere scholen, horecaondernemers, jongerenorganisaties en sportverenigingen uit Marken, Monnickendam, Broek in Waterland en Ilpendam. In alle gesprekken stond de lokale aanpak van het alcohol- en drugsgebruik centraal. Uit de gesprekken kwam naar voren dat voorlichting als belangrijkste activiteit wordt gezien in de aanpak van het alcohol- en drugsgebruik in Waterland. Daarnaast werd de rol van de jongerenwerker om het alcohol- en drugsgebruik van jongeren bespreekbaar te maken benadrukt. Deze concrete maatregelen zijn opgenomen in het uitvoeringsplan alcohol en drugs. Uitvoeringsplan alcohol & drugs 2011-2013 Op 10 februari 2011 heeft de raad kennis genomen van het uitvoeringsplan alcohol & drugs 2011-2013. In het uitvoeringsplan worden concrete activiteiten en maatregelen beschreven om het alcohol- en drugsgebruik van jongeren in Waterland te voorkomen en beperken. Na elk projectjaar vindt een tussentijdse procesevaluatie plaats. Doelstelling 2008-2011 in cijfers Op 29 maart 2012 hebben wij de gemeenteraad geinformeerd over de activiteiten die in 2011 in de gemeente Waterland zijn uitgevoerd op het gebied van alcohol- en drugspreventie. Wij blijven dit tot en met 2013 jaarlijks doen. Aanbevelingen: • Continueer het alcohol- en drugsbeleid op basis van het uitvoeringsplan 2011-2013. • Integreer de activiteiten uit het uitvoeringsplan alcohol & drugs 2011-2013 in de nieuwe nota gezondheidsbeleid.
7
2.4.
Beperking eenzaamheid
Doel gezondheidsbeleid 2008-2011: Het aantal mensen dat aangeeft matig tot ernstig eenzaam te zijn neemt de komende jaren af.
Wat hebben wij gedaan? Studiemiddag eenzaamheid In 2010 organiseerde GGZ Dijk en Dijn een studiemiddag ‘eenzaamheid’. De werkgroep had tot doel te onderzoeken in hoeverre er in de gemeente Waterland sprake is van eenzaamheid. De groep bestond o.a. uit een beleidsmedewerker van de gemeente, vrijwilligers van kerken en ouderenorganisaties, professionals van de thuiszorg, WonenPlus, Dijk en Duin, GGD en huisartsen. De werkgroep concludeerde dat er geen duidelijk aanwijsbaar probleem is waaraan gewerkt moet worden. Er zijn wel problemen maar daar wordt al samen aan gewerkt. Preventieve huisbezoeken De Stichting Maatschappelijke Dienstverlening (SMD) heeft in de periode 2009-2010 in opdracht van de gemeente Waterland preventieve huisbezoeken uitgevoerd bij alle zelfstandig wonende ouderen van 75 jaar en ouder. Het doel van de huisbezoeken was het informeren van ouderen over alle diensten die het zelfstandig wonen mogelijk maken en het verkrijgen van inzicht in hun leefsituatie. De huisbezoeken zijn uitgevoerd door vrijwilligers. De vrijwilligers hebben voor de start van het project een training ‘herkennen van eenzaamheid’ ontvangen. De resultaten van het preventief huisbezoek zijn ter informatie aan de raad aangeboden. Training deskundigheidsbevordering Context preventie organiseerde 9 december 2010 een themabijeenkomst over eenzaamheid en depressie bij ouderen. Bij de bijeenkomst waren in totaal 20 vrijwilligers, mantelzorgers en medewerkers van maatschappelijke organisaties aanwezig. Het doel van de training was het leren omgaan met mensen die vereenzamen en depressieve gevoelens hebben. De signalenkaart (om eenzaamheid te erkennen) is verspreid onder vrijwilligers en organisaties. Aanbod vriendschappelijk huisbezoek WonenPlus WonenPlus biedt sinds 2009 een vriendschappelijk/sociaal huisbezoek aan. Mensen die behoefte hebben aan contact worden door WonenPlus gekoppeld aan een vrijwilliger. Samen ondernemen zij activiteiten of wordt koffie gedronken. De vraag naar een vriendschappelijk huisbezoek is de afgelopen jaren flink toegenomen van 1 huisbezoek in 2009 tot 40 huisbezoeken in 2011. Raakvlakken met andere beleidsterreinen Het thema eenzaamheid is nauw verbonden met het Wmo-beleidsplan 2008-2012. Het doel van de Wmo is meedoen. Meedoen van alle inwoners (met of zonder beperking). De Wmo is gericht op het activeren van mensen (o.a. ter voorkoming van eenzaamheid). De stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de Wmo zijn jaarlijks uitgewerkt in het Wmo-uitvoeringsplan. Doelstelling 2008-2011 in cijfers Het percentage volwassenen dat aangeeft matig tot ernstig eenzaam te zijn is in 2010 lager dan 31 procent (Gezondheidsenquête 2005 GGD). Uitkomsten Het percentage volwassenen dat matig tot ernstig eenzaam is, is de afgelopen jaren gedaald. Bij de senioren is sprake van een stijging van het aantal mensen dat eenzaam is. De resultaten van de gezondheidsenquete 2005 (peildatum) zijn vergeleken met het onderzoek uit 2009. In 2013 onderzoekt de GGD opnieuw de gezondheidssituatie van volwassenen en ouderen.
8
Eenzaamheid
2005 (enquête 18-70 jarigen)
2009 Volwassenen (18-65 jaar)
2009 Senioren (>65 jaar)
31.0
28.0
40.0
38.1
34.0
47.0
Gemeente Waterland Regio Zaanstreek-Waterland
De activiteiten hebben voor de doelgroep ouderen niet voldoende resultaat opgeleverd, als wij uitgaan van bovenstaande resultaten ten aanzien van de gestelde doelstellingen (<31). Hierbij tekenen wij aan dat het gaat om cijfers uit 2009. In dit jaar waren nog niet alle activiteiten gestart. Uit het preventief huisbezoek 2010 is naar voren gekomen dat een meerderheid van de ouderen in Waterland voldoende contact heeft met andere mensen. Aanbevelingen: Neem het thema eenzaamheid mee in het Wmo-beleidsplan 2013-2016. Gebruik de resultaten van de gezondheidsenquête van de GGD als input voor het beleidsplan. 2.5.
Verbetering binnenmilieu
Doel gezondheidsbeleid 2008-2011: De inwoners van de gemeente Waterland zijn breed geïnformeerd over het nut van het ventileren van de woning. Wat hebben wij gedaan?
Wij hebben weinig aandacht besteed aan het verbeteren van het binnenmilieu. De belangrijkste reden hiervoor is een wijziging in de prioriteitstelling van het college.
Doelstelling 2008-2011 in cijfers Het percentage personen dat de woonkamer niet continue ventileert is in 2011 lager dan 68%. Uitkomsten Het thema binnenmilieu is in 2009 niet meegenomen in het onderzoek van de GGD. Een vergelijking van de resultaten is daarom niet mogelijk. Aanbevelingen: • Vraag de GGD om bij de gezondheidsenquêtes dezelfde onderzoeksthema’s te hanteren. Zo voorkom je dat doelstellingen niet gecontroleerd /vergeleken kunnen worden. • Kies in de nieuwe nota gezondheidsbeleid voor maximaal 3 prioriteiten. Zo zorg je ervoor dat je doelgericht, effectief en structureel met een paar prioriteiten aan de slag gaat. 2.6.
Ondersteuning mantelzorgers
Doel gezondheidsbeleid 2008-2011: De gemeente Waterland beschikt in 2011 over een vraaggericht lokaal aanbod van mantelzorgondersteuning. Wat hebben wij gedaan? Voor de ondersteuning van mantelzorgers is in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aparte beleid geschreven. In het Wmo-beleidsplan 2009-2012 geven wij
9
aan hoe wij invulling geven aan de lokale mantelzorgondersteuning in Waterland. De stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de beleidsvoornemens zijn jaarlijks uitgewerkt in het Wmo-uitvoeringsplan. Doelstelling 2008-2011 in cijfers De doelstelling voor mantelzorgondersteuning is niet vertaald in cijfers. Toch is het interessant om de resultaten uit 2005 te vergelijken met 2009. Uitkomsten Uit de gezondheidsenquete 2005 bleek dat het aantal personen dat mantelzorg geeft in de gemeente Waterland beduidend hoger is dan elders in de regio. Het verschil tussen onze gemeente en de regio is in 2009 kleiner dan in 2005. Daarnaast valt op dat het aantal mensen dat mantelzorg geeft de afgelopen jaren iets is afgenomen. Mantelzorg geven
2005 (enquête 18-70 jarigen)
2009 Volwassenen (18-65 jaar)
17.5
16
12.8
14
Gemeente Waterland Regio Zaanstreek-Waterland
2009 Senioren (>65 jaar) 14 11
Aanbevelingen Neem de ondersteuning van mantelzorgers op in het nieuwe Wmo-beleidsplan 20132016. Gebruik de resultaten van de gezondheidsenquete van de GGD als input voor het beleidsplan. 2.7.
Bevorderen netwerk AED’s
Doel gezondheidsbeleid 2008-2011: Iedere ingezetene of bezoeker van de gemeente wordt, in het geval van hartproblemen, binnen zes minuten geholpen door een gekwalificeerde vrijwilliger of beroepskracht met een AED Wat hebben wij gedaan? Waarderingssubsidie voor stichtingen in de gemeente De ‘Stichting zes minuten Waterland’ en de ‘Stichting AED Marken-Uitdam’ zorgen voor de plaatsing en onderhoud van AED’s in onze gemeente. Deze stichtingen ontvangen sinds 2009 jaarlijks een waarderingssubsidie van € 200,00 per AED. De subsidie is bestemd voor de dekking van de kosten van de aanschaf en het onderhoud van AED’s die 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar zijn, de opleiding en training van vrijwilligers en de aanschaf en het onderhoud van de alarmeringsapparatuur. Publicatie overzicht locatie AED’s Een overzicht van de AED’s in de gemeente is sinds 2008 jaarlijks gepubliceerd in de gemeentegids. Sinds 2011 wordt voor de locaties verwezen naar de websites van de AED stichtingen. De belangrijkste reden hiervoor is de actualiteit van de locaties. Financiering AED-training vrijwilligers In 2010 hebben wij eenmalig de AED-trainingen voor vrijwilligers betaald vanuit de WEB-gelden (Wet Educatie Beroepsonderwijs). Op 20 januari 2011 stemde de raad unaniem in met de motie van Waterland Natuurlijk en de VVD om een incidentele subsidie van € 4.500,00 beschikbaar te stellen aan de Stichting 6 minuten Waterland om daarmee voor het jaar 2011 de oefenavonden voor vrijwilligers mogelijk te maken. De stichting AED Marken-Uitdam ontving een soortgelijke subsidie van € 500,00.
10
Doelstelling 2008-2011 in cijfers Als het gehele gebied van de gemeente Waterland van een netwerk van AED’s is voorzien, die 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar zijn, zijn hier 35 AED’s voor nodig. Uitkomsten Op dit moment zijn er twee stichtingen in onze gemeente actief die tot doel hebben om AED’s in onze gemeente aan te schaffen en te beheren. Het aantal AED’s is de afgelopen jaren toegenomen. In 2009 waren er 17 AED’s in de gemeente (in beheer van de stichtingen). In 2011 is dat aantal gegroeit naar 25 AED’s. Aanbevelingen: • Om het benodigde aantal AED’s (35) te realiseren is het belangrijk te (blijven) investeren in de AED stichtingen.
11
3.
Conclusie
Uit de evaluatie blijkt dat er de afgelopen vier jaar hard is gewerkt aan het gezondheidsbeleid. In de gemeente Waterland zijn uiteenlopende interventies gestart om onder andere overgewicht te beperken, het alcohol- en drugsgebruik te verminderen en een dekkend netwerk van AED’s te realiseren. De aanbevelingen laten ook zien dat er verbeterpunten zijn. Deze aanbevelingen nemen wij mee bij de ontwikkeling van het nieuwe beleidsplan. Overgewicht
•
•
•
• • Opvoedingsondersteuning
•
Beperking schadelijk alcoholgebruik
• •
Eenzaamheid
Binnenmilieu
•
•
Ondersteuning mantelzorgers
•
Bevorderen netwerk AED’s
•
Blijf inzetten op de preventie van overgewicht. De snelle ontwikkeling van overgewicht en obesitas vormt een toenemende bedreiging voor de volksgezondheid. Geef prioriteit aan risicogroepen. De groei van overwicht en obesitas onder kinderen is bijzonder verontrustend. Zet stevig in op maatregelen voor kinderen en hun ouders. Voor de aanpak van overwicht en obesitas is een gezamenlijke aanpak, op alle niveaus (overheid, bedrijfsleven, scholen, professionals en burgers) belangrijk. Kies voor effectieve interventies (op basis van database Loket Gezond Leven van de Rijksoverheid). Zoek samenwerking met andere gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland. Neem de (algemene) doelstellingen met betrekking tot opvoedingsondersteuning en jeugdgezondheidszorg op in de beleidsnota jeugd en/of het Wmo-beleidsplan. Zo voorkom je overlap van de prioriteiten in de beleidsnota’s. Continueer het alcohol- en drugsbeleid op basis van het uitvoeringsplan 2011-2013 Integreer de activiteiten uit het uitvoeringsplan alcohol & drugs 2011- 2013 in de nieuwe nota gezondheidsbeleid. Neem het thema eenzaamheid mee in het Wmobeleidsplan 2013-2016. Gebruik de resultaten van de gezondheidsenquête van de GGD als input voor het beleidsplan. Vraag de GGD om bij de gezondheidsenquetes dezelfde onderzoeksthema’s te hanteren. Zo voorkom je dat doelstellingen niet gecontroleerd /vergeleken kunnen worden. Kies in de nieuwe nota gezondheidsbeleid voor maximaal 3 prioriteiten. Zo zorg je ervoor dat je doelgericht, effectief en structureel met een paar prioriteiten aan de slag gaat. Neem de ondersteuning van mantelzorgers op in het nieuwe Wmo-beleidsplan 2013-2016. Gebruik de resultaten van de gezondheidsenquete van de GGD als input voor het beleidsplan. Om het benodigde aantal AED’s (35) te realiseren is het belangrijk te (blijven) investeren in de AED stichtingen.
12