Verslag van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 02.04.2013 ---------------------------------------------------------------------------------------------Samenstelling: Mevrn. Liesbeth Van Hemelrijck, voorzitter Annelies Mine, Aïcha Al Merrouni, Dhrn. Gustaaf Hendrickx, Christophe Lonnoy, Mevrn. Machteld Vandevoorde, Christine Berckmans, Lieve Deturck, Dhr. Michel Claeys, Mevrn. Liesbeth Devue, Lydie Wuyts, raadsleden Dhr. D. Billen, secretaris Dhr. R. Seurs, beleidsmedewerker – wnd secretaris Dhr. W. Vrebos, financieel beheerder Iedereen aanwezig behalve Afwezig: Verontschuldigd: Dhr. Gustaaf Hendrickx Mevrn. Annelies Mine, Christine Berckmans Dhr. D. Billen, secretaris Dhr. W. Vrebos, financieel beheerder ---------------------------------------------------------------------------------------------De voorzitter opent de vergadering om: 20 uur. Agenda: OPENBARE VERGADERING 1. Goedkeuring van het ontwerpverslag van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 04.03.2013 2. Betaalbaarstellingen 3. Ter goedkeuring: lokaal opvang initiatief – deelname aan de oproep programma voor hervestiging van vluchtelingen van het Commissariaat voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties 4. Ter goedkeuring: Sociale dienst – aanvraag aansluiten sociale dienst op cliëntvolgsysteem VDAB 5. Ter kennisgeving: Sociale dienst – aanpassing subsidies voor artikel60§7 in sociale economie initiatieven 6. Ter kennisgeving: Sociale dienst – dialoog met voedselbank 7. Ter kennisgeving: Patrimonium – casa manuel verbouwingswerken en informatiecampagne 8. Ter kennisgeving: Patrimonium – terugkoppeling ervaringen bezoek 9. Ter goedkeuring: Serviceflats – facebookpagina
OPENBARE VERGADERING 1. Goedkeuring van het ontwerpverslag van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 04.03.2013 De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het ontwerpverslag van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 04.03.2013 goed mits volgende aanpassingen: - Agendapunt 14 (pagina 33): “Raadslid Vandevoorde geeft aan dit dossier uit te stellen tot een volgende oproep opdat er meer informatie is over de inhoudelijke voorwaarden en financiële implicaties zodat en gefundeerde beslissing kan genomen worden.” Agendapunt 9 (pagina 31): “Besluit: Art 1. De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met het technische voorstel om internet, telefonie en televisie- aansluitingen in alle doorgangswoningen en de LOI- woonentiteiten te voorzien.”
2. Betaalbaarstellingen Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid de artikelen 71 en 72; Besluit Enig artikel. De raad gaat akkoord dat aanrekening AK1/2012/2347 voor een totaal bedrag van 1.679,60 EUR betaald mag worden. De raad gaat akkoord dat aanrekening AK1/2013/154 voor een totaal bedrag van 5.983,46 EUR betaald mag worden. De raad gaat akkoord dat aanrekeningen AK1/2013/431 tem AK1/2013/457 voor een totaal bedrag van 26.437,15 EUR betaald mogen worden. 3. Ter goedkeuring: lokaal opvang initiatief – deelname aan de oproep programma voor hervestiging van vluchtelingen van het Commissariaat voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties Overwegende de oproep van fedasil tot hervestiging van vluchtelingen in België;
Nota aan de OCMW 's betreffende het programma voor hervestiging van vluchtelingen in België in 2013 en de betrokkenheid van de OCMW' s
Deze nota wil de OCMW' s informeren over het programma voor hervestiging van vluchtelingen dat in 2013 in België zal worden geïmplementeerd in samenwerking met het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) (overeenkomstig het regeerakkoord van december 2011) en wil de betrokkenheid van de OCMW' s hierbij bevorderen. 1. Wat is de hervestiging van vluchtelingen?1 Hervestiging is het selecteren en overbrengen van vluchtelingen vanuit een eerste asielland, waar zij bescherming hebben gezocht, naar een derde land dat heeft ingestemd deze vluchtelingen op te nemen en hen een permanent verblijfsstatuut toe te kennen. De hervestiging van vluchtelingen is één van de drie "duurzame oplossingen" voor slachtoffers van vervolgingen wereldwijd, die door het UNHCR worden aanbevolen. Het UNHCR gaat voor elke vluchteling na of een vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst of een lokale integratie in het eerste opvangland geen (betere) opties zijn. Als deze opties niet haalbaar zijn, voorziet het UNHCR de hervestiging in een "hervestigingsland". De prioriteiten voor hervestiging worden elk jaar vastgelegd door het UNHCR. In 2013 gaat het bijvoorbeeld om de Somalische vluchtelingen in Kenia, de Afghaanse vluchtelingen in Iran en Pakistan, de Congolese vluchtelingen in Oeganda, Tanzania, Rwanda en Burundi, enz.
1
Zie www.unhcr.fr/pages/4aaa621e454.html, www.unhcr.org/pages/4a16b1676.html en www.resettlement.be.
Momenteel bieden 26 landen hervestigingsplaatsen aan, onder andere de Verenigde Staten, Canada en Australië. Een tiental lidstaten van de Europese Unie (EU) heeft een programma voor hervestiging, en een aantal andere lidstaten organiseert ad hoc operaties. 2. Belgische en Europese context inzake hervestiging België heeft recent deelgenomen aan twee ad hoc operaties op het vlak van hervestiging (Irak in 2009 en Libië in 2011), in het kader van oproepen die werden gelanceerd door de EU en het UNHCR. De deelname van België aan een hervestigingsprogramma met het UNHCR werd opgenomen in het regeerakkoord van december 2011, waardoor België het 27ste hervestigingsland werd. In navolging hiervan heeft België zich ertoe verbonden om in 2013 100 personen te hervestigen (= 40/45 dossiers) in het kader van het gemeenschappelijk Europees hervestigingsprogramma2.
In juli 2012 werden de hervestigingsprioriteiten voor 2013 vastgelegd: •
40 personen krachtens de specifieke gemeenschappelijke prioriteiten van de EU voor 2013, meer bepaald Congolezen die verblijven in kampen in de streek van de Grote Meren (BURUNDI) 40 personen uit een land of gebied waar de EU een regionaal beschermingsprogramma heeft (Burundezen of Congolezen die verblijven in kampen in TANZANIA) 20 personen die behoren tot één of meerdere kwetsbare groepen (vrouwen en kinderen of overlevenden van geweld en marteling).
• •
3. Opvang en begeleiding van de vluchtelingen Zoals bij de eerste twee operaties zal FEDASIL instaan voor de eerste opvang van de vluchtelingen. Deze opvang (in groep) duurt ongeveer 6-7 weken en is bedoeld om de administratie in orde te brengen en een inleidend basisprogramma aan te bieden in samenwerking met de inburgeringsactoren. Na afloop van deze periode worden de vluchtelingen overgebracht naar privéwoningen. Daarna loopt er gedurende 12 maanden een begeleiding na opvang. Het is de bedoeling om de samenwerking met de OCMW's op te voeren en hen vroeger in het proces te betrekken als voornaamste partners. Via een oproep tot kandidaatstelling3 hebben OCMW's de mogelijkheid om actief deel te nemen aan de overbrenging naar privéwoningen en aan de begeleiding van de vluchtelingen. De OCMW's die zich kandidaat stellen, zullen meer in het bijzonder:
o o
o o o
een aantal hervestigingsplaatsen voorstellen in het kader van de oproep4 vooraf een aangepast aanbod aan woningen ter beschikking stellen (privémarkt of sociale huisvesting)5 (overbrenging 6-7 weken na aankomst), inclusief een voorafgaande hulp bij de installatie in de woningen (meubels en basisapparatuur, hygiëne, enz.) een nood-/overgangshulp ter beschikking stellen (huur, kosten voor levensonderhoud, transport, enz.) in afwachting van een leefloon de procedure voor toegang tot OCMW-steun vervroegen (leefloon, installatiepremie, kinderbijslag, enz.) voorzien in een intensieve globale opvolging van de vluchtelingen die op hun grondgebied worden hervestigd
2
Het programma legt gemeenschappelijke hervestigingsprioriteiten vast, alsook een specifiek financieel kader via het Europees Vluchtelingenfonds. 3 Er werd al in 2009 een dergelijke oproep gelanceerd, maar die kende weinig succes, met name door de beperkingen in de cofinanciering van het EVF maar eveneens gezien de hoogdringendheid van de operatie. 4 Niet op basis van gezinssamenstelling. 5
Geen door FEDASIL gesubsidieerd LOI aangezien de vluchtelingen erkend zullen worden.
o
via FEDASIL kennis nemen van de dossiers van de betrokkenen voor aankomst en deelnemen aan de voorbereidende en operationele coördinatievergaderingen6.
Daarvoor zal een financiële incentive voorzien worden (zie financiële modaliteiten). De belangrijkste argumenten vóór deze aanpak, zijn:
o o
o o
het stimuleren van een proactieve en geïnformeerde houding van de OCMW's ten opzichte van de hervestiging van vluchtelingen het bevorderen van de continuïteit van het integratieparcours van de vluchtelingen op lokaal niveau (aangezien de vluchtelingen op termijn opgenomen worden in de klassieke diensten - eveneens van het OCMW - is het beter om rechtstreeks samen te werken met de betrokken en wettelijk bevoegde lokale partijen) de toegang tot diensten/hulpverlening op het niveau van de OCMW's vooruitlopen en de verschillende vormen van ondersteuning coördineren (bijv. hulp bij de vestiging) het huisvestingsaanbod vooraf vastleggen zodat vluchtelingen van bij hun aankomst in België weten waar ze zullen worden gevestigd.
In het licht van de ervaring die tijdens de twee voorgaande operaties werd opgedaan, zullen verenigingen bijkomende steun voorzien voor die specifieke doelgroep (nieuwkomers en kwetsbare vluchtelingen) ter ondersteuning van de OCMW's in hun rol als maatschappelijke dienstverlener naar de vluchtelingen toe. De concrete taakverdeling zal gebeuren in samenspraak met de verschillende betrokken partijen in het kader van de afsprakenprocedure. 4. Financiële modaliteiten Om de OCMW's te vergoeden, zal er worden gewerkt met een eenmalig forfait per hervestigde persoon dat alle hierboven beschreven diensten zal dekken.
• •
• •
Op het niveau van de OCMW's komt dit forfait toe aan het OCMW dat een aantal plaatsen voorstelt, een voorafgaand huisvestingsaanbod doet volgens de voorziene modaliteiten, de vestiging voorbereidt en de nodige diensten voorziet. Wanneer een persoon daarna beslist om voor het einde van de 12 maanden begeleiding te verhuizen (krachtens de vrije keuze van woonplaats), zal het oorspronkelijke OCMW het forfait behouden en zal het OCMW van de nieuwe vestigingsplaats niet meer kunnen genieten van de stimulerende financiële maatregelen. Dit systeem zal na één jaar worden geëvalueerd. Op operationeel niveau zullen deze personen steeds worden gevolgd door verenigingen die, in dit geval, een meer consistente ondersteunende rol zullen spelen. De betalingsmodaliteiten van het forfait zullen in een overeenkomst met de OCMW's worden vastgelegd. Uitgaande van de taakverdeling OCMW-verenigingen werd het forfait geraamd op: € 1.200 voor de OCMW's.
5. Timing Timing van de oproep aan de OCMW's De oproep aan de OCMW's zal in de loop van januari worden gelanceerd. Daarna zullen er voor de geïnteresseerde OCMW's informatiesessies volgen. De oproep kan in 2013 worden herhaald, in functie van de timing van de operaties.
Indicatieve timing van de hervestigingsprocedure Het basisprincipe is één hervestigingsoperatie (één groep) per semester. De eerste groep zal in mei naar België worden gebracht (en overgebracht naar privéwoningen in juni), de tweede groep in oktober (en overgebracht naar privéwoningen in november).
6
Bijvoorbeeld in samenwerking met de opvangcentra van FEDASIL, de verenigingen en UNHCR.
6. Meer informatie? Voor meer informatie over deze nota kunt u zich richten tot Fedasil, meer bepaald:
•
FEDASIL - Directie Operationele Diensten: 02/213.43.85 -
[email protected].
Meer informatie over hervestiging in België kunt u ook vinden op de site www.resettlement.be. Bijlage Overzicht van de hervestigingsactiviteiten in 2013 De hervestigingsactiviteiten voor 2013 omvatten:
•
Voor aankomst: Overmaking van de dossiers door het UNHCR Screening van de dossiers/onderzoek van de asielaanvraag door het Commissariaatgeneraal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) o Adviesaanvraag aan de Staatsveiligheid o Selectie door het CGVS (interviews) o Goedkeuring van de geselecteerde vluchtelingen door de Staatssecretaris7 o Voorbereiding bij aankomst door FEDASIL (sociale en medische informatie om het onthaal en de begeleiding in België voor te bereiden). Transfer van de vluchtelingen in België door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) Na aankomst: o "Formele" asielaanvraag8 o Eerste opvang (in groep) van ongeveer 6-7 weken in opvangcentra van FEDASIL o Fase na opvang: overbrenging naar privéwoningen en specifieke begeleiding bij de integratie door de OCMW's, in samenwerking met de verenigingen (begeleidingsoperatoren) gedurende een periode van 12 maanden.
o o
• •
Belangrijkste partijen betrokken bij de hervestiging De belangrijkste partijen die bij het hervestigingsprogramma betrokken zijn, zijn: • De Staatssecretaris, verantwoordelijk voor het hervestigingsbeleid in België • Het CGVS, verantwoordelijk voor de selectie en documentering van de vluchtelingen en voor de coördinatie van die aspecten van het hervestigingsprogramma • FEDASIL, verantwoordelijk voor de transfer, de opvang en (de opvolging van) de begeleidingsfase na opvang, in samenwerking met de OCMW's en de verenigingen, en voor de coördinatie van die aspecten van het hervestigingsprogramma • De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), verantwoordelijk voor de toegang tot het grondgebied • Het UNHCR, verantwoordelijk voor de doorverwijzing van de dossiers voor België en voor de coördinatie van het hervestigingsprogramma wereldwijd • De IOM, als verstrekker van transfers en daaraan gerelateerde activiteiten • De Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, facilitator en medezeggenschap voor de keuze van prioriteiten • De Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, facilitator en link met de OCMW’s • De OCMW's van de steden en gemeenten waar de vluchtelingen zullen worden gevestigd • De Verenigingen van Steden en Gemeenten 7
Enkel de Commissaris-generaal of een van zijn adjuncten zijn bevoegd voor het toekennen van het vluchtelingenstatuut. De minister geeft toestemming voor toegang tot het Belgisch grondgebied. In de praktijk zal de Commissaris-generaal zijn advies overmaken aan de minister die, na akkoord, de Dienst Vreemdelingenzaken opdracht zal geven om de visa toe te kennen. 8 De personen die worden geselecteerd voor hervestiging in België moeten, om procedurele redenen, formeel een asielaanvraag indienen op het Belgisch grondgebied. Dankzij de selectieprocedure zal deze aanvraag echter al onderzocht zijn door het CGVS en zal het statuut van vluchteling enkele dagen na aankomst in België al worden toegekend.
• •
De regionale spelers (verantwoordelijk voor het integratiebeleid) De verenigingen die gespecialiseerd zijn in de begeleiding van vluchtelingen.
Op federaal niveau wordt regelmatig een interdepartementaal overleg georganiseerd met het oog op een vlotte planning en coördinatie van de aankomsten. Er worden periodiek vergaderingen met de betrokken partijen (institutionele en niet-institutionele spelers op federaal, regionaal en lokaal, maar eveneens internationaal niveau) voorzien (voor 2013 gaat het om 3 vergaderingen).
Gelet op de voorgaande beslissingen van de raad d.d. 4.2.2013 en 4.3.2013 en van het vast bureau d.d. 18.2.2013 en 18.3.2013; Overwegende dat het bestuur kiest voor de opvang van één gezin; Overwegende dat de begeleiding van dit gezin mee opgenomen wordt in de dagdagelijkse werking van de sociale dienst, nl. psycho- sociale en administratieve begeleiding, tewerkstelling en maatschappelijke activering, woonbegeleiding en integratie in samenwerking met externe partners. Besluit: Enig artikel. De raad voor maatschappelijk welzijn beslist tot deelname aan deze oproep met dien verstande dat dit project via de kwartaalrapportering driemaandelijks aan de raad ter opvolging wordt voorgelegd. 4. Ter goedkeuring: Sociale dienst – aanvraag aansluiten sociale dienst op cliëntvolgsysteem VDAB De VDAB wil voor alle burgers een gepast traject voorzien, rekening houdend met hun specifieke profiel en eventuele problemen die het vinden van een job in de weg kunnen staan. Via het door de VDAB ontwikkelde “Mijn Loopbaan voor partners” kan de samenwerkende organisatie de VDAB- dossiers raadplegen en aanvullen met de eigen uitgevoerde acties. Elke betrokken begeleider/opleider van de burger ziet op deze wijze tijdens het traject een totaalbeeld van de burger Op deze manier kan de sociale dienst de stappen volgen die de VDAB en de cliënt zetten naar werk, opleidingen, behalen ervaringsbewijs, enz… We krijgen inzage in de dossiergegevens van de cliënt, krijgen een overzicht van de huidige en vorige werksituatie, informatie over de inzetbaarheid, de eventueel aanwezige belemmeringen en problemen. Om toegang te krijgen tot het systeem moeten aan volgende voorwaarden voldaan worden : • ondertekenen contract door de organisatie • de administrator van de organisatie voegt de maatschappelijk werker(s) als gebruiker toe en kent tevens het toegangsrecht tot de applicatie "Mijn Loopbaan voor Partners" toe • de maatschappelijk werker(s) ondertekent een gebruikersverklaring • de maatschappelijk werker(s) volgt de opleiding (half dagdeel) Pas als deze formaliteiten vervuld zijn, wordt de toegang geactiveerd.
Dit dossier is gelinkt aan de strategische agenda: - Algemeen maatschappelijk werk o Gespecialiseerde hulpverlening Tewerkstelling en maatschappelijke activering • Samenwerking met VDAB
Tussen de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, waarvan de zetel gevestigd is te 1000 BRUSSEL, Keizerslaan 11, vertegenwoordigd door Mirielle Gillebeert, Algemeen Directeur van de VDAB hierna aangeduid als de VDAB en het OCMW Herent, gevestigd te Herent, Spoorwegstraat 6 en vertegenwoordigd door mevrouw Liesbeth Van Hemelrijck, voorzitter OCMW Herent hierna aangeduid als de medecontractant wordt overeengekomen wat volgt: Artikel 1. Dit contract wordt afgesloten met ingang van 01.03.2013 tot 31 december 2018. Dit contract wordt opgeschort als de ESF3-subsidiëring, de VDAB- cofinanciering of enige andere samenwerking wordt stopgezet. Artikel 2. Het voorwerp van deze overeenkomst is: Ten eerste: de modaliteiten te bepalen waaronder het dossier van de burger via " Mijn Loopbaan voor Partners" ter beschikking wordt gesteld aan de medecontractant. Ten tweede: het toevoegen in "Mijn Loopbaan voor Partners" van gegevens in verband met de begeleiding die door de medecontractant wordt uitgevoerd in functie van de reïntegratie van de burger op de arbeidsmarkt. De medecontractant is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens. Gevoelige, medische en gerechtelijke persoonsgegevens mogen niet verwerkt worden, Het registreren in "Mijn Loopbaan voor Partners" van het aantal gevolgde uren actie.
1 Wordt door VDAB toegekend Ten derde: Het gebruik van de Opleidingenmanager waarbij de opleidingen van de medecontractant openbaar gesteld kunnen worden via de website van de VDAB en de WIS- palen. Het gepubliceerde aanbod
van opleidingen wordt evenwel beperkt tot het arbeidsmarktgericht opleidingsaanbod bestemd voor volwassen burgers (werkzoekenden, werknemers en deeltijds leerplichtigen) en dat de (weder)inschakeling in de arbeidsmarkt of het behouden van een arbeidsplaats tot doel heeft. Artikel 3. De medecontractant mag enkel de gegevens van die burgers raadplegen en toevoegen die hiervoor (voorafgaand) hun uitdrukkelijke schriftelijke toestemming hebben gegeven aan de VDAB en van die burgers die de VDAB heeft doorverwezen in het kader van de trajectwerking. De gegevens kunnen geraadpleegd worden vanaf de start van de actie tot het einde van het traject. Artikel 4. De medecontractant verbindt er zich toe de actie correct te registreren in "Mijn Loopbaan voor Partners" overeenkomstig de VDAB-reglementering betreffende de registratie van aanwezigheden en de uitbetaling van vergoedingen. De medecontractant dient, op eenvoudig verzoek van de VDAB, aan te tonen dat de geregistreerde actie werd uitgevoerd en de vergoedingen correct werden ingegeven (o.a. door aanwezigheidslijsten, attesten, ...). Artikel 5. De medecontractant krijgt toegang tot "Mijn Loopbaan voor Partners" via Internet. Elke gebruiker heeft zijn persoonlijke toegangscode en een persoonlijk paswoord. De toegangscode en het paswoord mogen niet kenbaar gemaakt worden aan derden2. Het persoonlijk paswoord wordt aan de medewerker toegekend na ontvangst van een ingevulde en ondertekende "verklaring van de gebruiker "Mijn Loopbaan voor Partners"" en het volgen van een opleiding "Mijn Loopbaan voor Partners". Artikel 6. De medecontractant verbindt er zich toe de wet van 8 december 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens strikt na te leven, zowel tijdens de uitvoering als na het beëindigen van de opdracht. Dit betekent ondermeer dat hij de strikte vertrouwelijkheid waarborgt van de persoonsgegevens opgenomen in het IKL- dossier. De persoonsgegevens van het IKL- dossier mogen enkel gebruikt worden ter bevordering van de (re)integratie op de arbeidsmarkt van de betreffende burger. Deze gegevens mogen onder geen enkele voorwaarde meegedeeld worden aan derden. Artikel 7. De medecontractant verbindt er zich toe de bemerkingen in verband met de burgers en de resultaten van de begeleiding en opleiding enkel te bespreken met de VDAB- medewerkers en onder geen enkele voorwaarde informatie mee te delen aan derden, behalve aan ACTIRIS voor Brusselse burgers. Artikel 8. De medecontractant verbindt er zich toe al zijn projectmedewerkers dezelfde verplichtingen op te leggen als vermeld in artikel 2, ten tweede tot en met artikel 7. Artikel 9. De medecontractant houdt een actuele lijst van de medewerkers bij die toegang hebben tot "Mijn Loopbaan voor Partners", ter beschikking van de VDAB. Elke wijziging wordt onmiddellijk meegedeeld aan de VDAB. Hij laat elke nieuwe gebruiker een opleiding volgen. Artikel 10. Gebruik Opleidingenmanager. De VDAB verbindt zich ertoe: informatie omtrent de ingevoerde opleidingen van de medecontractant op te nemen in de publieksinformatiesystemen van de VDAB. Dit houdt in dat deze opleidingen gedurende een periode van 6 maanden na datum van ingave of wijziging raadpleegbaar zijn de VDAB stelt de
opleidingenmanager gratis ter beschikking van medecontractant. De medecontractant krijgt toegang tot de opleidingenmanager via internet en een door de VDAB opgegeven toegangscode. De medecontractant verbindt zich ertoe: de informatie omtrent de aangeboden opleidingen uitsluitend in de Nederlandse taal ter beschikking te stellen enkel reëel en op korte termijn beschikbaar opleidingsaanbod voor publicatie aan te bieden de bepalingen van de wet van 8 december 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van de persoonsgegevens strikt na te leven de opleidingenmanager te gebruiken zoals beschreven in de technische handleiding die. raadpleegbaar is op de site van de VDAB http://www.vdab.be/cvs/ in de rubriek handleidingen. De medecontractant erkent het recht van de VDAB om de publicatie van een bepaald opleidingsaanbod te verbreken als niet aan alle wettelijke en deontologische regels van niet-discriminatie, privacy en taalgebruik is voldaan of indien andere misbruiken vastgesteld worden. Artikel 11. Betreft de aansprakelijkheid van de VDAB bij gebruik Opleidingenmanager. - De VDAB kan niet aansprakelijk gesteld worden door een derde als hij gebruik maakt van de opleidingenmanager of als hij informatie raadpleegt die via de opleidingenmanager is ingegeven. De VDAB kan niet aansprakelijk gesteld worden voor onderbreking van publicatie die te wijten is aan tijdelijke technische storingen. Artikel 12. Indien de medecontractant de bepalingen vermeld in deze overeenkomst niet naleeft, alsook elke foutieve registratie of elk oneigenlijk gebruik van de persoonsgegevens van het IKL-dossier door de medecontractant leidt tot onmiddellijke uitsluiting uit het systeem, zonder voorafgaande ingebrekestelling en geeft aanleiding tot het betalen van een forfaitaire schadevergoeding ten belope van 1.250 Euro per geraadpleegd dossier in de periode van 2 maanden voorafgaand aan de vaststelling van het misbruik. Artikel 13. Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht. In geval van betwistingen zijn de rechtbanken van Brussel bevoegd. Opgemaakt te Herent op 13.02.2013 in 2 exemplaren. Elke partij erkent het voor haar bestemde exemplaar te hebben ontvangen. Voor de medecontractant Roel Seurs Wnd. Secretrais
Stempel organisatie
Liesbeth Van Hemelrijck Voorzitter Voorzitter
Voor de VDAB Mirielle Gillebeert Algemeen Directeur
Besluit: Enig artikel. De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de samenwerking met VDAB inzake het cliëntvolgsysteem goed.
5. Ter kennisgeving: Sociale dienst – aanpassing subsidies voor artikel60§7 in sociale economie initiatieven
De maatregel artikel 60 § 7 - verhoogde staatstoelage sociale economie, voorziet in een verhoogde toelage van de Staat aan OCMW’s die in het kader van artikel 60, § 7, gerechtigden op maatschappelijke integratie en gerechtigden op financiële maatschappelijke hulp ter beschikking stellen van erkende sociale economie-initiatieven. Het gaat bijvoorbeeld om initiatieven zoals SPIT, Wonen en Werken, INOPTEC, JOBLINK, VELO, … Tijdens de tewerkstelling binnen initiatieven in de sociale economie, doen mensen werkervaring op en krijgen zij een opleiding. Volgende voorwaarden zijn van toepassing voor de toekenning van de verhoogde staatstoelage in het kader van art. 60§7: - Het OCMW dient op de lijst in bijlage voor te komen - Het OCMW kan enkel aanspraak maken op de verhoogde staatstoelage voor een tewerkstelling binnen een erkend sociale economie-initiatief. Het OCMW moet hiertoe een overeenkomst sluiten met dit initiatief. Als een OCMW blijvend met eenzelfde sociale economie-initiatief samenwerkt, wordt aangeraden om de overeenkomst jaarlijks te herzien; - Het moet gaan om nieuwe aanwervingen, niet om vervangingen. De werknemers, ter beschikking gesteld van sociale economie-initiatieven, moeten aangeworven gerechtigden op maatschappelijke integratie of een financiële maatschappelijke hulp zijn die niet reeds in een artikel 60, § 7 – statuut tewerkgesteld waren. Het OCMW mag dus niet zijn bestaande aantal werknemers, aangeworven met toepassing van artikel 60, § 7, waarvoor de normale staatstoelage geldt, geleidelijk aan vervangen door aanwervingen van werknemers voor wie de verhoogde staatstoelage geldt; - Ook binnen de context van het sociale economie-initiatief moet het om bijkomende tewerkstelling gaan. Daarom voorziet de overeenkomst tussen het OCMW en het sociale economie-initiatief in een overzicht van het personeelsbestand van het sociale economie initiatief én moet het sociale economie-initiatief daarbij uitdrukkelijk verklaren dat dit personeelsbestand niet zal worden afgebouwd zolang de terbeschikkingstelling duurt. Het OCMW dient aan de hand van dit overzicht op te volgen of het sociale economie-bedrijf deze verbintenis daadwerkelijk naleeft; - Het OCMW kan hoogstens één vierde van het haar toegekende bedrag gebruiken voor de ter beschikking stelling aan sociale economie-initiatieven die door een OCMW zelf worden ingericht; - De verhoogde staatstoelage dient om het volledige brutoloon van de werknemer te dekken. Gezien het OCMW bij deze vorm van ter beschikking stelling zelf geen loonkosten dient te dragen, kan het OCMW geen financiële bijdrage vragen aan het sociale economie-initiatief voor een ter beschikking stelling in dit kader; - Werkzaamheden waarvoor dienstencheques worden uitgereikt, mogen niet worden verricht door werknemers, aangeworven met toepassing van artikel 60§7, overeenkomstig artikel 2quater, §4, eerste lid, 14° van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques. Hiertoe wordt er jaarlijks een contingent van 3000 VTE beschikbaar gesteld aan de OCMW’s. Om een verdeling van deze plaatsen te kunnen maken op basis van de tewerkstelling die de verschillende OCMW’s in het voorgaande jaar hebben gerealiseerd, heeft de POD ervoor geopteerd om een nieuwe verdeelsleutel te hanteren. Enerzijds om de OCMW’s te stimuleren het budget maximaal te gebruiken, anderzijds om erop toe te zien dat in deze budgettaire krappe tijden het budget niet overschreden wordt. Eerst en vooral zal er niet meer gewerkt worden met een contingent van voltijds equivalenten dat wordt toegekend, maar wel met een maximumbudget dat een OCMW kan terugvorderen in het kader van artikel 60§7 verhoogde staatstoelage. In het geval van het OCMW van
Herent gaat het om een bedrag van 210.889 euro(*). Dit komt overeen met ongeveer een achttal voltijds equivalenten. Met deze werkwijze wordt tegemoet gekomen aan de vraag naar meer flexibiliteit en administratieve vereenvoudiging. Volgens de POD geeft dit de OCMW’ s de nodige autonomie. Zo kunnen OCMW’s schommelingen in de bezetting voortaan beter opvangen en binnen het aan het OCMW toegekende budget herverdelen. Voorbeeld; afwezigheidsperiodes, bijvoorbeeld door ziekte, waarvoor geen terugbetaling is voorzien. Bovendien zullen OCMW’s er nu voor kunnen opteren om binnen het toegekende budget deeltijds werken mogelijk te maken, wat het OCMW van Herent nu al doet (gelet op de beperkte draagkracht van sommige cliënten en de aandacht voor maatzorg). Om de continuïteit van de het activeringsbeleid van de OCMW’s niet in het gedrang te brengen, zullen de arbeidsovereenkomsten met toepassing van art.60§7 verhoogde staatstoelage die werden opgestart voor de datum van de omzendbrief (15 maart 2013, verschenen op 18 maart 2013 op de site van de POD), betoelaagd worden aan de verhoogde staatstoelage tot aan het einde van de arbeidsovereenkomst. Het toeval wil dat er het laatste contract opgestart werd op 18 maart 2013. Op dit ogenblik is het dus belangrijk dat de financiële dienst een prognose maakt op basis van de huidige tewerkstellingen, rekening houdend met de contractstopzettingen (wegens voldoende arbeidsdagen) om te weten hoe we er voor staan voor 2013. De vraag stelt zich of er nog kan aangeworven worden, en zo ja hoeveel en met welke tewerkstellingsbreuk. Indien het budget overschreden wordt is er nog een uitwijkmogelijkheid naar een gewoon artikel 60§7 (subsidiëring van 1068,45 euro per maand) aangezien er drie gebudgetteerd zijn (op dit ogenblik 2 in dienst) Hieronder de lijst (gedeelte) per OCMW met het maximum bedrag voor 2013 voor art.60§7 verhoogde staatstoelage. De volledige lijst kan teruggevonden worden op de site van de POD MI. *Manier van berekenen: Het beschikbare budget, equivalent aan 3000 voltijdse plaatsen, werd verdeeld op basis van de terugbetalingsgegevens van de POD MI, per OCMW wordt een gemiddelde berekend op basis van het bedrag dat werd terugbetaald tijdens de jaren 2010, 2011 en 2012. Per OCMW wordt het relatieve gewicht berekend in functie van het gemiddelde terugbetaalde bedrag in 2010, 2011 en 2012. Het federale budget van 3000 plaatsen wordt tot slot herverdeeld in functie van dit relatieve gewicht. Op deze manier krijgt elk OCMW een budget toegekend voor 2013. Bijlage ASSE
311.550
BEERSEL
102.695
BIEVENE
5.259
DILBEEK
613.303
GAMMERAGES
33.453
GOOIK
21.404
GRIMBERGEN
472.002
HAL
284.349
HERNE
33.639
HOEILAART
34.786
KAMPENHOUT
17.078
LIEDEKERKE
56.648
LONDERZEEL
29.659
MACHELEN
49.737
MEISE
33.855
MERCHTEM
24.851
OVERIJSE
79.443
PEPINGEN
24.704
SINT-PIETERS-LEEUW
107.134
STEENOKKERZEEL
28.088
TERNAT
46.382
VILVORDE
1.036.404
ZAVENTEM
204.303
ZEMST
30.082
ROOSDAAL
10.386
DROGENBOS
174.936
KRAAINEM
79.395
LINKEBEEK
99.983
RHODE-SAINT-GENESE
75.316
WEZEMBEEK-OPPEM
97.952
LENNIK
17.477
AFFLIGEM
71.114
AARSCHOT
101.177
BEGIJNENDIJK
21.327
BEKKEVOORT
19.980
BERTEM
4.053
BIERBEEK
14.008
BOORTMEERBEEK
25.514
BOUTERSEM
40.320
DIEST
164.382
GEETBETS
87.678
HAACHT
53.188
HERENT
210.889
HOEGAARDEN
54.057
HOLSBEEK
11.106
HULDENBERG
18.764
KEERBERGEN
26.777
KORTENAKEN
33.482
KORTENBERG
109.047
LANDEN
21.639
LOUVAIN
735.964
LUBBEEK
52.771
OUD-HEVERLEE
20.116
ROTSELAAR
46.485
TERVUREN
138.842
TIRLEMONT
156.962
TREMELO
29.674
LINTER
11.335
MONTAIGU-ZICHEM
92.826
TIELT-WINGE
36.106
GLABBEEK
10.728
Besluit: Enig artikel. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis. 6. Ter kennisgeving: Sociale dienst – dialoog met voedselbank Naar aanleiding van de feedback van Marant op de theatervoorstelling van 25 oktober 2012 (‘leven in een Krabbenmand’ in het kader van de dag tegen de armoede) en de feedback op de briefing van de sociale dienst over de discretie van vrijwilligers van de voedselbank groeide het idee om een dialoog te organiseren tussen vzw Halfweg (de voedselbank van Herent), Marant en Sociale Dienst. (zie vast bureau 17.12.2012) Het opzet: • kennismaken met de leefwereld van mensen in armoede • ervaringen en informatie uitwisselen tussen mensen in armoede, (nieuwe) vrijwilligers van de voedselbank en maatschappelijk werkers. • versterken van de samenwerking Op dinsdag 19 maart 2013 ging in De Kouter de dialoog door. De deelnemers van Huis Marant brachten enkele pakkende getuigenissen van hoe (over)leven in armoede. Bij het uitwisselen van ervaringen kwamen vooral de drempels, die mensen in armoede ervaren, sterk naar voren. Maatschappelijk werkers en vrijwilligers gaven extra toelichting over de manier van werken. Er werden tips en voorstellen gedaan om de samenwerking en doorverwijzing in de toekomst beter op elkaar af te stemmen. De dialoog werd door al de deelnemers als zinvol ervaren. Dit overlegmoment zal jaarlijks worden herhaald. Aansluitend op de dialoog werd aan de Voedselbank een cheque van €300 overhandigd. Dit is de opbrengst van de lokale actie van de ‘dag tegen de armoede’ in samenwerking met ACW, Welzijnszorg, GC De Wildeman en Huis Marant /Sociaal Huis. (zie vast bureau 15.10.2012) Deze actie kadert binnen de BBC: - Huis Marant – plek voor ontmoeting, inspraak, vorming en ontspanning o AP22 in dialoog actief burgerschap van moeilijk bereikbare doelgroepen verhogen (act 79) Besluit: Art. 1 De raad voor maatschappelijk welzijn vindt dit een waardevol initiatief en wenst in de toekomst mee betrokken te worden in initiatieven die betrekking hebben op het detecteren van arme Herentse gezinnen. Art.2 De raad voor maatschappelijk welzijn stelt voor een gelijkaardig initiatief te ontwikkelen met de Herentse scholen en huisartsen.
7. Ter kennisgeving: Patrimonium – casa manuel verbouwingswerken en informatiecampagne 8 april is de startdatum waarop DSV nv met de verbouwingswerken een aanvang neemt. Het gedeelten van het gebouw die binnen de scope van de verbouwing vallen, zijn tegen 2 april volledig ontruimd. De informatiecampagne is gestart. Op donderdag 21 maart vond een eerste vergadering met enkele buurtbewoners plaats. We kozen ervoor om enkele buurtbewoners te betrekken die eventueel geïnteresseerd zijn om mee te werken aan de informatiecampagne. De twee aanwezige dames zijn daartoe bereid. De planning is als volgt: - artikel in de infokrant van april 2013 - opstellen van een informatiebrochure met daarin een uitnodiging voor een eerste infomoment - samen met de twee buurtbewoners gaat een medewerker deur aan deur om een woordje uitleg te geven en de mensen uit te nodigen op het eerste infomoment - op 1 mei met een infostand ‘Casa Manuel’ op het Q-evenement. - infomoment in De Kouter in de loop van mei. - tijdens het bouwverlof een tweede infomoment op de site van casa manuel: een rondgang voor de buurt, eventueel gekoppeld aan een buurtfeest (in de buurt wonen enkele jonge gezinnen die vorig jaar een buurtfeest georganiseerd hebben). - na intrek van de cliënten (oktober-november): een kennismakingsmoment met de buurtbewoners. Besluit: Enig artikel. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis. 8. Ter kennisgeving: Patrimonium – terugkoppeling ervaringen bezoek Dit agendapunt werd geagendeerd op vraag van enkele raadsleden tijdens de vorige raad. De raad besprak volgende punten: - Initiatieven van de sociale dienst aangaande het energiezuinig omgaan met verwarming, water en elektriciteit: inzet van een conciërgefunctie, informatiemomenten in groep voor de bewoners via de groepswerking Marant. - Melding van een vreemd voertuig in een garage van de St Benedictushoeve. Dit wordt opgevolgd. - Initiatieven om personen die geen woonentiteit toegewezen hebben gekregen van het BCSD ’s nachts te weren. - Toegang voor OCMW- medewerkers tot de woonentiteiten na aankoniging dat iemand van OCMW langskomt. Wanneer cliënt na aankondiging niet open doet, dan mag OCMW- medewerker zichzelf toegang verschaffen. - Internetkabel tussen twee OCMW- woningen: dit probleem zal zich oplossen van zodra het internetbeheerplan uitgevoerd is. - De lage schattingswaarden van de niet-duurzame gebouwen die ingepland staan voor verkoop.
Besluit: Enig artikel. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis. 9. Ter kennisgeving: Serviceflats – facebookpagina In de zomer 2012 heeft gedurende een paar weken een jonge man in de serviceflats gewerkt voor animatie en permanentie (vervanging ziekte Magy Verstreken). Bij de beëindiging van zijn tewerkstelling werd bij hem gepeild naar mogelijke verbeterpunten in de werking van De Hemelboom. Hij stelde voor een facebookpagina aan te maken. Langs deze weg zouden dan kinderen en kleinkinderen het reilen en zeilen in de Hemelboom beter kunnen volgen. Dit voorstel werd besproken op een vergadering van het MAT en op een vergadering van de bewonersraad. Aan de bewoners werd ook getoond, op de PC in de cafetaria, wat Facebook is en hoe het werkt. De bewoners onthaalden het voorstel positief. Bedoeling is vooral de activiteiten die er door gaan aan te kondigen en/of foto’s ervan te posten. Aan alle bewoners wordt een schriftelijk toestemming gevraagd om beeldmateriaal waar ze op staan te mogen gebruiken. Op deze manier, via nieuw en ander communicatiekanaal, wordt contact met familie, vrienden en sympathisanten mogelijk gemaakt. Bovendien leren de bewoners zo internet kennen en mogelijk ook meer gebruiken. De facebookpagina is sinds vorige week online. Dit nieuwe initiatief kadert in de BBC: - Doelstelling 7: zo lang mogelijk thuis blijven wonen o AP 33: sociale ontmoeting stimuleren om vereenzaming tegen te gaan - Doelstelling 8: serviceflats De Hemelboom o AP 35: 20 flats met diensten- en activiteitenaanbod. Besluit: Enig artikel. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis.