INHOUD 1
2
3
4
5
Eerste kennismaking met Inagro en zijn activiteiten .................................... 3 1.1
Wie of wat is Inagro? ............................................................................................................... 3
1.2
Wat doet Inagro?..................................................................................................................... 7
1.3
Teelten onder afdekking ....................................................................................................... 12
Zelf op onderzoek ...................................................................................... 15 2.1
Even herhalen........................................................................................................................ 15
2.2
Aan de slag ............................................................................................................................ 16
Water geven, niet vergeten?...................................................................... 23 3.1
Zelf water geven op vaste tijdstippen ................................................................................... 23
3.2
Ontwerpen van een automatisch watersysteem voor planten ............................................ 23
Op bedrijfsbezoek bij Inagro ...................................................................... 25 4.1
Goede afspraken maken goede vrienden ............................................................................. 25
4.2
Verloop van het bezoek......................................................................................................... 25
Verwerking bedrijfsbezoek, presentatie en evaluatie ................................ 26 5.1
Verwerking bedrijfsbezoek.................................................................................................... 26
5.2
Presentatie ............................................................................................................................ 27
5.3
Evaluatie ................................................................................................................................ 28
5.3.1
Eigen onderzoek ............................................................................................................ 28
5.3.2
Bezoek aan Inagro ......................................................................................................... 28
5.3.3
De groepstest ................................................................................................................ 29
1 1.1
EERSTE KENNISMAKING MET INAGRO EN ZIJN ACTIVITEITEN Wie of wat is Inagro?
Wat zou Inagro kunnen zijn? Schrijf alle woorden op waaraan je denkt als je deze naam hoort. Om jou een beetje op weg te helpen hebben we alvast het logo van Inagro in het midden van de woordspin geplaatst.
Op de volgende twee pagina’s staat een artikel dat geschreven werd door de medewerkers van Inagro. Bekijk het artikel en let vooral op de titels, ondertitels en de grafieken. Probeer daarna onderstaande vragen te beantwoorden. -
Wat is de titel van het artikel?
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. -
In welke sector situeert Inagro zich?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… -
Wat doen de mensen die bij Inagro werken? Specifiek in dit artikel?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… -
Waaruit leid je dat af?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… -
Waarom is Inagro niet hetzelfde als een boerderij?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
3
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
4
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
5
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
6
1.2
Wat doet Inagro?
Inagro is een onderzoekscentrum voor land- en tuinbouw. Inagro doet er aan wetenschappelijk onderzoek om de landbouwers in België te steunen. De mensen die er werken doen tal van onderzoeken om de landbouwers info te kunnen geven over hoe je het best bepaalde gewassen kan telen. Deze informatie kan zeer divers zijn. Het kan gaan over de verschillende soorten rassen, hoe ziekten te voorkomen, hoe efficiënter en duurzamer telen (vb. minder energie),… Een goed wetenschappelijk onderzoek bestaat uit vijf verschillende stappen.
1. PROBLEEMANALYSE Het analyseren van het probleem is de eerste stap in de richting naar een oplossing. De opdrachtgever (bijvoorbeeld een landbouwersvereniging) komt naar Inagro met een algemeen probleem. Dit kan bijvoorbeeld zijn: “De aardbeien die we in België kweken hebben last van slechte schimmels. Hoe kunnen we deze schimmels het beste bestrijden, zonder smaakverlies bij de aardbeien?”. Nog voor Inagro een oplossing voor dit probleem kan bedenken, moeten ze het probleem proberen te doorgronden. Wat is de oorzaak van het probleem? Hoe groot is het probleem? Welke oplossingen bestaan er nu al? Kunnen we nieuwe oplossingen bedenken? Hoe kunnen we aardbeienschimmels bestrijden zonder de smaak van de aardbeien aan te tasten? Vervolgens moet de onderzoeker het probleem zo scherp mogelijk formuleren in eigen woorden.
2. ONDERZOEKSONTWERP Voordat een onderzoeker begint met het verzamelen van gegevens, stelt hij een onderzoeksontwerp op. Dit betekent dat Inagro probeert een antwoord te formuleren op de vraag van de landbouwers. SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
7
Het antwoord in deze situatie zou dus kunnen zijn: We kunnen de schimmels bij aardbeien bestrijden met gewasbeschermingsmiddelen OF met hommels die goede schimmels in de bloemen brengen en op deze manier insecten of slechte schimmels bestrijden. In dit onderzoeksontwerp hebben we dus twee objecten die we willen onderzoeken. -
Object 1 = smaakverlies bij aardbeien door bestrijding van slechte schimmels via gewasbeschermingsmiddelen. Object 2 = smaakverlies bij aardbeien door bestrijding van slechte schimmels via hommels.
Inagro kan dan een veronderstelling of ‘hypothese’ maken. Zo veronderstellen de onderzoekers bijvoorbeeld dat er het minste smaak verloren gaat als ze gebruik maken van hommels. Deze hypothese zal men na afloop van het onderzoek kunnen aanvaarden (de veronderstelling was juist) of verwerpen (de veronderstelling klopte niet). In deze fase wordt eveneens een proefontwerp ontwikkeld. Dit plan bevat een nauwkeurige beschrijving hoe vooropgestelde hypothese nagegaan wordt.
3. DATA VERZAMELEN In deze fase gaan de onderzoekers alle benodigde informatie verwerven om met behulp van wetenschappelijk gefundeerde argumenten de opgestelde hypothese(s) aan te nemen of te verwerpen. Er zullen bijvoorbeeld aardbeien gedurende een bepaalde periode behandeld worden met gewasbeschermingsmiddelen, terwijl andere aardbeien gedurende dezelfde tijd behandeld zullen worden met hommels die goede schimmels verspreiden. Op geregelde tijdstippen zullen ze nagaan of de slechte schimmels verdwijnen. Daarenboven zullen ze moeten proeven of de smaak van de aardbeien niet verandert door de behandelingen.
Wat is hiervoor belangrijk? 1. Er moeten goede afspraken gemaakt worden over de variabelen in het onderzoek. -
-
Een onafhankelijke variabele kan gemanipuleerd worden door de onderzoeker. In ons voorbeeld is de manier waarop we de schimmels proberen te bestrijden onze onafhankelijke variabele. We hebben object 1 = bestrijding door middel van gewasbeschermingsmiddelen en object 2 = bestrijding door middel van hommels met goede schimmels. Een afhankelijke variabele is de variabele die moet gemeten en geobserveerd worden door de onderzoeker. Wij kunnen bijvoorbeeld twee afhankelijke variabelen hebben: smaak en vermindering van schimmels. In zowel object 1 als object 2 zullen de onderzoekers van Inagro nagaan welk effect de behandelingen hebben op de smaak van de aardbeien en de bestrijding van schimmels op de aardbeien.
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
8
2. Er wordt ook afgesproken welke parameters er constant gehouden moeten worden tijdens het onderzoek. -
Een parameter is een variabele in het onderzoek die constant gehouden moet worden, zodat deze zeker geen invloed kan hebben op het resultaat van het onderzoek. In de twee verschillende objecten van ons onderzoek moeten de aardbeien allemaal in dezelfde omstandigheden gekweekt worden, enkel de manier van behandelen tegen schimmels mag anders zijn. Dit betekent dat de parameters ras, temperatuur, licht, grondsoort, gegeven water (= irrigatie) met of zonder voedingsstoffen,… in beide objecten hetzelfde moet zijn. Ook het moment waarop we metingen zullen doen is een parameter.
We moeten altijd op hetzelfde moment de aardbeien in object 1 en object 2 gaan meten zodat we achteraf een goede vergelijking kunnen maken. De metingen worden bij een goed wetenschappelijk onderzoek meerdere keren herhaald om toeval uit te sluiten en zo meer betrouwbare resultaten te bekomen. Dit noemen wetenschappers: een steekproef nemen.
4. DATA ANALYSE Het analyseren van de data is van groot belang voor het beantwoorden van je onderzoeksvragen en daarna het aannemen of het verwerpen van de hypothese(s). Je verwerkt de data dusdanig dat je ze kunt gebruiken om de onderzoeksvragen te beantwoorden. Zo kunnen onderzoekers gemiddeldes berekenen, maxima en minima vaststellen,… Om alle informatie achteraf overzichtelijk voor te stellen wordt er gebruik gemaakt van tabellen en grafieken. De onderzoekers zullen moeten bijhouden op welke tijdstippen ze de aardbeiensoorten onderzocht hebben. Daarbij zullen ze in grafieken of tabellen bepaalde metingen noteren. Ze moeten er altijd voor zorgen dat de metingen voor beide aardbeiensoorten gelijk zijn, zodat ze achteraf een vergelijking kunnen maken.
5. RAPPORTAGE De laatste fase van de onderzoekscyclus betreft het schrijven van een onderzoeksverslag. Met behulp van de onderzoeksrapportage geeft Inagro de opdrachtgever inzicht in het onderzoek. Hierin laten ze het gehele onderzoeksproces zien, van probleemstelling tot conclusie. Inagro zal dus een verslag afleveren aan de landbouwvereniging. In dat verslag schrijven ze hoe het onderzoek werd uitgevoerd en welk besluit ze hieruit hebben getrokken. Ze zullen bijvoorbeeld, na het onderzoek, tot de conclusie komen dat hun hypothese “er gaat minst smaak verloren als we hommels gebruiken voor schimmelbestrijding bij aardbeien” juist was. Als ze hun hypothese dus kunnen aanvaarden, dan zullen ze de landbouwers adviseren om meer gebruik te maken van hommels in plaats van gewasbeschermingsmiddelen. Om de landbouwers te informeren kunnen ze bijvoorbeeld een brochure uitbrengen of een bijscholing organiseren.
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
9
Aan de slag! Probeer de verschillende stappen van onderzoek in het schema aan te vullen. Bedenk zelf een voorbeeld voor een onderzoek dat Inagro zou kunnen doen. Er is plaats voorzien in de groene hokjes om je voorbeeld stap er stap toe te passen.
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
10
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
11
1.3
Teelten onder afdekking
Als je binnenkort bij Inagro op bezoek gaat, zal je kennis maken met teelten onder afdekking. -
Wat is ‘telen’ volgens jou? Gebruik indien nodig je woordenboek.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. -
Wat zou men bedoelen met ‘onder afdekking’?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… -
Wat zie je op onderstaande foto?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
-
Wat zijn volgens jou de mogelijke functies van deze constructie?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
12
Straks gaan we zelf de functies van een serre onderzoeken volgens het geziene stappenplan voor wetenschappelijk onderzoek. Denk eerst even na over volgende vragen.
Hoe kan je onderzoeken of het écht warmer is in een serre dan erbuiten?
Hoe kan je onderzoeken of er in een serre meer licht binnenkomt dan in een afgesloten loods uit een ander bouwmateriaal?
Hoe kan je onderzoeken of er minder wind is in een serre?
Hoe kan je onderzoeken of er neerslag binnen kan in een serre?
WIST JE DAT? Bij wetenschappelijk onderzoek is het erg belangrijk om slechts 1 variabele per keer te wijzigen. Stel je voor dat we willen testen of sla beter groeit in het donker of in het licht. We besluiten om slaplantjes te kweken op de vensterbank waar veel licht is en we kweken ook plantjes in het donker. We plaatsen de tweede soort plantjes in de diepvriezer, want daar is het altijd donker. Na enkele weken stellen we vast dat de zaadjes in de diepvriezer niet ontkiemen. We besluiten na dit onderzoek: “Zaadjes van sla kunnen niet ontkiemen in het donker”. Is dit volgens jou een juiste conclusie? Waarom wel/niet? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
13
Jullie vormen nu groepjes van 4 leerlingen. In groep voeren zullen jullie zelf de functies van een serre onderzoeken. Daarvoor moeten jullie enkele stappen doorlopen. STAP 1: bouw een serre. Je krijgt van de leerkracht satéprikkers, papierkleefband en plasticfolie.
STAP 2: onderzoek de variabelen temperatuur, licht, wind of neerslag bij een serre. Doe dit aan de hand van het stappenplan voor wetenschappelijk onderzoek. Vul de kenmerken van jullie onderzoek aan. Jullie krijgen van de leerkracht voor elke variabele een invulblad.
STAP 3: bespreek achteraf met alle klasgenoten hoe jullie het onderzoek hebben uitgevoerd, waar jullie op hebben gelet tijdens het uitvoeren van het onderzoek en wat jullie conclusies zijn.
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
14
2 2.1 -
ZELF OP ONDERZOEK Even herhalen Wat hebben we allemaal getest?
…………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………
-
Welke materialen hebben we gebruikt?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
-
Welke meetinstrumenten hebben we gebruikt?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
-
Hoeveel proefopstellingen waren er bij elk onderzoek?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
-
Wat waren de conclusies?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
15
2.2
Aan de slag
Vandaag onderzoeken we in groep wat sla en tuinkers nodig hebben om te groeien. Denk eerst samen na: wat heeft een plant volgens jullie nodig om te groeien?
Kies met jouw groepje een variabele die je graag zou willen onderzoeken. Noteer hier welke variabele jullie gekozen hebben: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Denk nu, stap voor stap, na over hoe je deze variabele kan onderzoeken. Beschrijf de algemene probleemstelling: …………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Welke hypotheses/veronderstellingen maken jullie ten opzichte van de gekozen variabele?
……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
16
Hoeveel verschillende objecten kan je bedenken met jouw variabele? Noteer ze hieronder, vergeet niet te nummeren!
…………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Wat is je onafhankelijke variabele? Met andere woorden: wat hebben jullie zelf onder controle en zal je dus zelf manipuleren? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Wat is je afhankelijke variabele? Met andere woorden: welke variabele zal waarschijnlijk beïnvloed worden door jouw manipulaties? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Hoe zal je deze afhankelijke variabele gaan meten? Welke meetinstrumenten heb je nodig? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Welke parameters zal je moeten constant houden/controleren? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. WIST JE DAT? Bij wetenschappelijk onderzoek nemen onderzoekers altijd een steekproef. Als onderzoekers 100% zeker willen zijn dat hun conclusie juist is, zouden ze eigenlijk de test moeten doen bij alle plantjes op de hele wereld. Dat is natuurlijk niet mogelijk. Als onderzoekers de test slechts doen op één plantje, dan kan het zijn dat de conclusie fout is. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat ze toevallig een slecht zaadje getest hebben. Daarom kiezen onderzoekers voor een steekproef. Ze testen de situatie op meer dan één zaadje, maar niet op alle zaadjes van de wereld.
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
17
Wij nemen als steekproef 2 potjes per object. Hoeveel potjes hebben jullie nodig, als je de test doet bij tuinkers en bij salade? Noteer je redenering en maak hiervan een schema. Nummer elk vakje waarbij een potje zal horen. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Schema:
Zet nu alle potjes klaar. Zorg dat je goed weet wat er in elk potje zit. Gebruik hiervoor bvb. etiketten! Neem op de etiketten dezelfde nummering over als in je schema. SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
18
Nog voor we een vergelijking kunnen maken tussen de verschillende objecten, moeten we afspreken op welke momenten we de zaadjes gaan “meten” en wat we willen in kaart brengen. In de onderstaande tabel wordt schematisch voorgesteld wanneer alles zéker moet gemeten worden en waarover we iets te weten willen komen. Houd alles goed bij!
-
-
Noteer in de kolommen links wanneer je de plantjes zal meten. Bijvoorbeeld: na 3 dagen, na 1 week, na 2 weken, na 4 weken,… Zorg dat er wat tijd zit tussen de verschillende metingen. Noteer bovenaan welke verschillende situaties je hebt per zaadsoort. Bijvoorbeeld bij meten van het licht: veel (aan het venster), gemiddeld (in de klas), geen (onder een doos). Zoals je ziet zal je sowieso de grootte en de kleur moeten noteren bij elke meting. Op de stippellijntjes kan je eventueel nog iets schrijven dat je ook zal meten.
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
19
Tabel met waarnemingen: ……………………………………………………………
Tijdstip 1 =
Tijdstip 2 =
Tijdstip 3 =
Tijdstip 4 =
Tuinkers object 1 = ………………………………. Potje nummer ………. Grootte:
Tuinkers object 2 = ………………………………. Potje nummer ………. Grootte:
Tuinkers object 3 = ………………………………. Potje nummer ………. Grootte:
Kleur:
Kleur:
Kleur:
……………………………:
……………………………:
……………………………:
Grootte:
Grootte:
Grootte:
Kleur:
Kleur:
Kleur:
……………………………:
……………………………:
……………………………:
Grootte:
Grootte:
Grootte:
Kleur:
Kleur:
Kleur:
……………………………:
……………………………:
……………………………:
Grootte:
Grootte:
Grootte:
Kleur:
Kleur:
Kleur:
……………………………:
……………………………:
……………………………:
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
20
Tabel met waarnemingen: ……………………………………………………………
Tijdstip 1 =
Tijdstip 2 =
Tijdstip 3 =
Tijdstip 4 =
Sla object 1 = ………………………………. Potje nummer ………. Grootte:
Sla object 2 = ………………………………. Potje nummer ………. Grootte:
Sla object 3 = ………………………………. Potje nummer ………. Grootte:
Kleur:
Kleur:
Kleur:
……………………………:
……………………………:
……………………………:
Grootte:
Grootte:
Grootte:
Kleur:
Kleur:
Kleur:
……………………………:
……………………………:
……………………………:
Grootte:
Grootte:
Grootte:
Kleur:
Kleur:
Kleur:
……………………………:
……………………………:
……………………………:
Grootte:
Grootte:
Grootte:
Kleur:
Kleur:
Kleur:
……………………………:
……………………………:
……………………………:
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
21
Welke conclusies kan je maken na het onderzoek? Moet je de opgestelde hypotheses aanvaarden of verwerpen? Wat zou je adviseren aan de landbouwers? Schrijf een kort besluit van je onderzoek op de voorziene lijntjes. ……………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
22
3
WATER GEVEN, NIET VERGETEN? 3.1
Zelf water geven op vaste tijdstippen
- Wat moeten wij doen om onze geplante zaden uit de vorige lessen te laten groeien? ……………………………………………………………………… -
Hoe doen wij dit?
……………………………………………………………………….. -
Wat is het nadeel van het handmatig water geven?
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. -
Hoe zou men de gewassen water geven in grote serres zoals bij Inagro?
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
3.2
Ontwerpen van een automatisch watersysteem voor planten
Straks krijgen jullie onderstaande voorwerpen van de juf/meester.
De bedoeling is dat jullie hiermee een automatisch watersysteem voor planten bouwen. De plantjes moeten in een grote bak komen te staan, waarvan de bodem gevuld is met water. Het water moet automatisch bijgevuld worden, met andere woorden, het waterpeil in de bak moet altijd constant blijven. Maak op de volgende pagina een schets van het systeem dat je zou willen ontwerpen. SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
23
Twijfel je over het ontwerp van je automatisch watersysteem? Heb je geen idee hoe je er aan kan beginnen? Je kan altijd een tip vragen aan de leerkracht! Als jouw schets klaar is, dan mag je jouw zelf ontworpen systeem bouwen en uittesten. Als er iets fout loopt, denk dan even na. Wat loopt er fout? Kan ik hiervoor een oplossing bedenken? Wat moet ik aanpassen? Blijf je systeem ‘herdenken’ tot het werkt! Als jouw systeem af is en werkt zoals het moet, dan kan je het ontwerp voorstellen aan je klasgenoten. Zorg dat je tijdens de voorstelling zeker een antwoord geeft op volgende vragen: -
Welke stappen heb je doorlopen? Op welke problemen ben je gebotst? Hoe heb je het ontwerp moeten aanpassen?
Vergelijk elkaars systeem. -
Heeft iedereen hetzelfde systeem bedacht? Wat is er gelijk aan de systemen? Hoe verschillen de systemen van elkaar?
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
24
4 4.1 -
4.2
OP BEDRIJFSBEZOEK BIJ INAGRO Goede afspraken maken goede vrienden We blijven altijd in groep en betreden de onderzoeksruimtes niet. We blijven samen, in de gang van de serres. Bij het fluitsignaal/verzamelsignaal verzamelen we aan het begin van de gang. Luister goed naar de uitleg van de gids en doe wat van jou gevraagd wordt. Kom nergens aan zonder dat je daar toestemming voor krijgt. Dit in functie van de hygiëne!
Verloop van het bezoek
OPDRACHTENFICHE Jullie krijgen eerst een zoekopdracht. De bedoeling is dat je de manier van kweken in de klas vergelijkt met de situatie in Inagro.
RONDLEIDING Tijdens de rondleiding met de gids maak je kennis met de onderzoeken die in dit onderzoekscentrum lopen. Probeer de vijf stappen voor onderzoek eens toe te passen!
WORKSHOPS Je krijgt de kans om zelf deel te nemen aan een lopend onderzoek in het onderzoekscentrum. Hiervoor werk je samen met een medewerker van Inagro.
Van je leerkracht krijg je: - Tweemaal het algemeen vijf-stappenplan voor onderzoek - Tweemaal een invultabel voor de metingen
Neem deze blaadjes mee naar Inagro. Het vijf-stappenplan voor onderzoek zal je daar ter plekke kort mondeling overlopen met je leerkracht en de onderzoekers van Inagro. Neem eventueel korte notities en vul de blaadjes verder in, eenmaal je terug in klas bent. Neem wel heel zorgvuldige notities bij de metingen! Gebruik hiervoor de invultabellen voor de metingen. Vergeet niet om op elk blad te noteren welk gewas je onderzocht hebt. Neem dus zeker ook een balpen of een potlood mee.
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
25
5
VERWERKING BEDRIJFSBEZOEK, PRESENTATIE EN EVALUATIE
5.1
Verwerking bedrijfsbezoek
Even geleden gingen we op bezoek bij Inagro en mochten we zelf deelnemen aan een lopend onderzoek in het onderzoekscentrum. Neem de volgende blaadjes er even bij: -
Tweemaal het algemeen vijf-stappenplan voor onderzoek: dit hebben we kort mondeling overlopen met de onderzoekers. Misschien heb je zelfs enkele notities genomen? Tweemaal een invultabel voor de metingen: dit heb je zelf nauwkeurig moeten invullen tijdens de workshop.
Vul de vijf-stappenplannen voor onderzoek verder aan.
OPGEPAST: voor stap 4, de data-analyse, heb je jouw eigen metingen nodig. Wat heb je allemaal gemeten en hoe kunnen de cijfers met elkaar vergeleken worden? Hoe interpreteer je deze cijfers? Welke conclusies kan je uit deze cijfers trekken? Schrijf hieronder kort een rapportage van de twee gevoerde onderzoeken: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
26
5.2
Presentatie
Zoals eerder gezegd volgt na elk onderzoek een rapportage. Dit is een moeilijker woord voor het maken van een samenvatting en het bekend maken van de conclusies. Omdat jullie nu ook echt aan onderzoek gedaan hebben, moet je aan je klasgenoten rapporteren over de vijf verschillende stappen die je gevolgd hebt doorheen je onderzoek. Bereid de presentatie samen voor. Let er op dat je zeker op onderstaande vragen een antwoord geeft:
Voor het opstellen van je presentatie kan je gebruik maken van de foto’s die je nam tijdens het onderzoek, de tabellen waarin je alle meetresultaten hebt genoteerd, de zaken die je eerder opschreef in dit bundeltje,…
SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
27
5.3
Evaluatie
5.3.1
Eigen onderzoek
Laten we even stilstaan bij wat we allemaal onderzocht en geleerd hebben. Ga opnieuw samen zitten met je groepje. Jullie krijgen straks van de juf/meester een placemat met vier vakken. Zoals je kan zien op onderstaande voorstelling zijn er in totaal vijf vakken. De vier buitenste vakken zijn “persoonlijke vakken”. Elk groepslid mag in één vak aan de buitenkant zijn eigen ervaringen en bevindingen noteren. Doe dit eerst. Daarna vullen jullie in groep het middenvak in. In het middelste vak komen de bevindingen die jullie samen delen.
Denk even na en noteer dan wat jou zal bijblijven. Deze vragen kunnen jou alvast op weg helpen: -
Wat hebben jullie allemaal gezien? Wat vond je het meest verbazend? Welke kwaliteiten moet een onderzoeker (van Inagro) hebben? Wat vond je leuk aan het bedrijfsbezoek? Wat vond je minder leuk aan het bezoek?
5.3.2
Bezoek aan Inagro
Presenteer eerst de resultaten van jullie eigen onderzoek aan je klasgenoten. Hiervoor kan je bijvoorbeeld gebruik maken van een PowerPoint. Bespreek de invloed van je gekozen variabele op de groei van een bepaalde plant. Let er op dat je het volledige vijf-stappenproces bespreekt en kom uiteindelijk tot een conclusie. SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
28
Welke beroepen komen er allemaal aan bod bij Inagro? Wat houdt elk beroep in? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Bespreek nu in een kringgesprek het vijf-stappenplan. Pas dit toe op Inagro en de onderzoeken in de klas. Wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen jullie eigen onderzoek en onderzoek bij Inagro?
5.3.3
De groepstest Wie scoort het best op de grote Inagro-quiz?
Jullie mogen om beurt in groep een quizvraag beantwoorden. Kies je een moeilijke of een makkelijke vraag? Met de moeilijke vragen kan jouw groep 3 punten verdienen, voor een juist antwoord op een makkelijke vraag scoor je 1 punt. Aan jullie de keuze! SCHUILT ER EEN ONDERZOEKER IN JOU? – Versie voor de LEERLINGEN
29