INHOUD 1.
Doof zijn bij ons ............................................................................................................................................... 3 1.1.
Technologische hulpmiddelen ............................................................................................................... 3
1.2.
Knelpunten ............................................................................................................................................ 3
Informatieachterstand .................................................................................................................................... 3 Werk ................................................................................................................................................................ 3 Vooroordelen .................................................................................................................................................. 3 En toch … ............................................................................................................................................................. 4 2.
Doof zijn in een ontwikkelingsland ................................................................................................................. 5 2.1.
Onwetendheid ....................................................................................................................................... 5
2.2.
Relatief veel kinderen ............................................................................................................................ 5
2.3.
De belangrijkste ‘veroorzakers’ van doofheid in ontwikkelingslanden ................................................. 5
2.3.1.
Armoede ............................................................................................................................................ 5
2.3.2.
Chronische Oorontstekingen ............................................................................................................. 5
2.3.3.
Andere oorzaken van doofheid ......................................................................................................... 6
2.4.
Hulpmiddelen ........................................................................................................................................ 6
De problematiek schematisch voorgesteld ......................................................................................................... 6 3.
De situatie in Tanzania .................................................................................................................................... 7 3.1.
Cijfers ..................................................................................................................................................... 7
3.2.
Taboe ..................................................................................................................................................... 7
3.3.
Gebrek aan opleiding ............................................................................................................................. 7
3.4.
De overheid ........................................................................................................................................... 8
Toemaatje: Werkloosheid bij doven (o.m. in Tanzania) ................................................................................... 10 Extra informatie op de website: ............................................................................................................................ 11
Hoofdstuk: Inhoud
Bibliografie ............................................................................................................................................................ 11
Zuidactie 2014 – Doof zijn bij ons en in een ontwikkelingsland (algemeen en Tanzania in het bijzonder)
1
Hoofdstuk: Inhoud Zuidactie 2014 – Doof zijn bij ons en in een ontwikkelingsland (algemeen en Tanzania in het bijzonder)
2
1. DOOF ZIJN BIJ ONS 1.1.
TECHNOLOGISCHE HULPMIDDELEN
In vergelijking met doven in ontwikkelingslanden hebben doven bij ons het veel beter. Zo beschikken ze over heel wat technologische hulpmiddelen en dan denken we in de eerste plaats aan gesofisticeerde hoorapparaten, maar er zijn ook tal van andere hoorhulpmiddelen: ringleidingen, spraakversterkers, wekkers, flitsdeurbellen, wek- en waarschuwingssystemen, huistelefoons, mobiele telefoons, telefoonversterking, versterker radio/tv, hoofdtelefoons, luidsprekers, voelstoelen, … (zie ook: extra informatie op de website). Tegenwoordig kunnen mensen die hun gehoor verliezen geholpen worden met een ‘cochleair implantaat’: een onder de schedel geïmplanteerde chip, die geluiden rechtstreeks doorgeeft naar de gehoorzenuw. Doof worden en toch weer kunnen horen: vandaag kan het in veel gevallen wél. Zelfs doof geboren kinderen kunnen met een cochleair implantaat geholpen worden (zie: Koppenreportage: van doof naar horend). Verder is sinds de jaren ’80 ook inclusief onderwijs mogelijk, waardoor ook doven uit een hele waaier aan studierichtingen kunnen kiezen. Maar toch is het ook voor doven bij ons niet altijd even gemakkelijk.
1.2.
KNELPUNTEN
INFORMATIEACHTERSTAND Geluid is erg belangrijk. Het kan als waarschuwing dienen, het vertelt wat er om je heen gebeurt en het is erg belangrijk in het contact met andere mensen. Niet alleen omdat je hoort wat iemand zegt, maar ook hoe die persoon het zegt. Het belang van deze informatie wordt vaak onderschat. Omdat dove mensen niets horen, missen zij al deze informatie en alle terloopse informatie waar je niet bij stil staat. Radio is niet toegankelijk en te weinig Vlaamse televisieprogramma's zijn ondertiteld. Nederlands is voor prelinguaal doven een tweede taal, dus is het lezen van de krant ook niet makkelijk. Daarom lopen doven in de huidige informatiemaatschappij dikwijls een informatieachterstand op.
WERK Het grootste gedeelte van de doven werkt in de industrie, de dienstverlening of in beschutte werkplaatsen. Het is voor doven niet altijd makkelijk om een baan te vinden. Veel dove jongeren vinden het moeilijk om een beroep te kiezen. Het probleem is dat voor veel opleidingen geen tolkuren worden vergoed of dat door het tolkentekort geen tolken beschikbaar zijn. Doven vinden het een groot nadeel dat ze vaak weinig kansen op promotie hebben.
Veel mensen weten niet zoveel van doofheid af. Mensen roepen dikwijls tegen een dove, of ze weten niet hoe ze moeten reageren en zeggen maar niets. Veel mensen praten ook nog altijd over 'doofstommen'. Dit woord komt nog uit de tijd dat doven geen onderwijs kregen en dus inderdaad doof, stom en dom waren. Nu gaan doven gewoon naar school, zoals horende kinderen. Daar leren dove kinderen ontwikkelen. doven kunnen alleen maar niet horen.
Zuidactie 2014 – Doof zijn bij ons en in een ontwikkelingsland (algemeen en Tanzania in het bijzonder)
Hoofdstuk: Doof zijn bij ons
VOOROORDELEN
3
EN TOCH …
Hoofdstuk: Doof zijn bij ons
Doven bij ons hebben misschien nog niet altijd dezelfde kansen, ze hebben wel dezelfde rechten! Bij ons hebben doven wél toegang tot onderwijs en werk bijvoorbeeld. Ons systeem van sociale zekerheid beschermt ook kwetsbare mensen, want dat blijven doven ergens toch wel nog altijd. Dovenverenigingen voeren actie voor de rechten van doven (zie ook de zg. Deaf Power). Dit in tegenstelling tot doven in ontwikkelingslanden ...
Zuidactie 2014 – Doof zijn bij ons en in een ontwikkelingsland (algemeen en Tanzania in het bijzonder)
4
2. DOOF ZIJN IN EEN ONTWIKKELINGSLAND 2.1.
ONWETENDHEID
Een van de grootste problemen in verband met doofheid in de ontwikkelingslanden is het gebrek aan inzicht in de problematiek. De meerderheid van de bevolking is er laagopgeleid en weet niet hoe doofheid (handicaps in het algemeen) ontstaan. Deze onwetendheid voedt vooroordelen, angst en schaamte. En die staan op hun beurt de ontwikkeling in de weg van mensen met een beperking zoals doof- of slechthorendheid. Daardoor blijven deze onopgeleid, arm, ondervoed en ongezond. Ze komen niet aan werk; moeten bedelen of stelen. Door hun kwetsbaarheid zijn ze vaak slachtoffer van verkrachting en geweld. Van dove kinderen denkt men soms ook dat ze verstandelijk beperkt zijn; waardoor dezen niet de kansen krijgen om zich verstandelijk te ontwikkelen waarop elk kind recht heeft. Soms blijven doven en slechthorenden in ontwikkelingslanden gedurende hun hele leven geïsoleerd en gestigmatiseerd. Bovendien heeft meer dan 98% van de dove en slechthorende kinderen er niet de kans om normaal onderwijs te volgen (cijfers van de Christelijke Blindenmissie – CBM).
2.2.
RELATIEF VEEL KINDEREN
In het Westen wordt doofheid of slechthorendheid vooral geassocieerd met ouderdom. In het Zuiden zijn er echter vele kinderen en jongeren die doof zijn of slecht horen. "Grote bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden hebben geen toegang tot een preventieve behandeling. Daardoor is de kans op doofheid tien maal zo hoog als in een industrieland", aldus Luc Dekesel, CBM-directeur. Problemen met het gehoor verhinderen kinderen ook om op een normale manier te leren spreken. Hun cognitieve en sociale ontwikkeling wordt erdoor bemoeilijkt. Eens volwassenen, hebben ze minder kansen op de arbeidsmarkt.
2.3.
DE BELANGRIJKSTE ‘VEROORZAKERS’ ONTWIKKELINGSLANDEN
VAN
DOOFHEID
IN
Armoede is het kernprobleem. Armoede is de belangrijkste veroorzaker van handicaps – dus ook van doofheid (de meest voorkomende handicap ter wereld!). Want armoede betekent ondervoeding, een ongezonde en onveilige leefomgeving en geen mogelijkheid tot preventie en behandeling van ziektes – zoals oorontstekingen bijvoorbeeld..
2.3.2. CHRONISCHE OORONTSTEKINGEN Meer dan 90% van de oorontstekingen die blijvend gehoorverlies en doofheid veroorzaken komen voor in Afrika, Zuid-Oost-Azië en de landen rond de Stille Oceaan. Hier leiden oorontstekingen soms zelfs tot levensbedreigende ziektes zoals hersenvliesontsteking en hersenabcessen. Studies wijzen uit dat wereldwijd 65 tot 330 miljoen mensen leven die gehoorschade overhouden aan een niet verzorgde chronische oorontsteking. Chronische oorontstekingen zijn met de juiste medicatie en eenvoudige chirurgische ingrepen nochtans zowel gemakkelijk te voorkomen als te behandelen.
Zuidactie 2014 – Doof zijn bij ons en in een ontwikkelingsland (algemeen en Tanzania in het bijzonder)
Hoofdstuk: Doof zijn in een ontwikkelingsland
2.3.1. ARMOEDE
5
2.3.3. ANDERE OORZAKEN VAN DOOFHEID
infecties bij zwangere vrouwen – vb. rode hond hersenvliesontsteking, mazelen en bof ernstige geelzucht vlak na de geboorte zuurstoftekort bij de geboorte gebruik van ototoxische medicatie (d.i. schadelijk voor het oor) – vb. sommige medicatie tegen malaria extreem laag geboortegewicht geluidsoverlast
Hoe lager de ontwikkelingsgraad in een regio, hoe vaker doofheid en slechthorendheid bij kinderen voorkomt: zie onderstaande grafiek
Bron: WHO
2.4.
HULPMIDDELEN
Volgens het WHO is het een belangrijke uitdaging om betaalbare en geschikte gehoorapparaten – én onderhoud en reparatie ervan – wereldwijd beschikbaar te maken. Tal van mensen met gehoorverlies zullen daarmee gebaat zijn. Het is – nog volgens de WHO – van kapitaal belang dat personen met gehoorverlies volledige toegang hebben tot lerende omgevingen. Zo komt het onderwijs van gebarentaal kinderen ten goede, terwijl ondertiteling en ondersteuning van televisieprogramma's door gebarentolken de noodzakelijke toegang tot informatie garandeert.
Zuidactie 2014 – Doof zijn bij ons en in een ontwikkelingsland (algemeen en Tanzania in het bijzonder)
Hoofdstuk: Doof zijn in een ontwikkelingsland
De huidige hulpmiddelen tegen gehoorverlies dekken minder dan 10% van de noden wereldwijd. In ontwikkelingslanden hebben naar schatting minder dan 3% van de mensen die een gehoorapparaat nodig hebben, er effectief ook één.
6
3. DE SITUATIE IN TANZANIA 3.1.
CIJFERS
Officiële cijfers van het totale aantal doven in Tanzania zijn er niet. Volgens een schatting van de Universiteit van Dar es Salaam zijn 800 000 mensen doof in Tanzania. Amper 278 000 van hen zijn geregistreerd als gebruikers van gebarentaal (deze laatste cijfers over het aantal gebarentaalgebruikers zijn de meest recente cijfers van de World Federation of the Deaf - WFD, 2011). Wat betekent dat 2 % van de bevolking in Tanzania doof is. Als men ook het aantal slechthorenden meetelt, komt men op een percentage van 4 tot 6 %t. Ter vergelijking: in België is 0,5 % van de bevolking doof of slechthorend (vooral oudere mensen). Slechts 0,08% van de kinderen is doof of zwaar slechthorend van bij de geboorte of kort daarna.
3.2.
TABOE
Ook in Tanzania is de onwetendheid omtrent doven en de problematiek van doofheid groot. Zo vertelde de vader van Ngaruka dat Ngaruka doof werd door een ‘stucked tongue’. Voor ons een weinig geloofwaardig verhaal, maar een mooie illustratie van de onwetendheid van Tanzanianen over de oorzaken van doofheid … Omdat ze niet kunnen verklaren hoe het komt dat kinderen plots doof zijn, denkt men vaak dat deze kinderen ‘behekst’ zijn. Zie ook het (schrijnende) verhaal van Alimas (bundel: De projecten - Casussen). Veel ouders zijn dan ook beschaamd in hun dove kinderen en houden hen verborgen uit angst hun status of prestige te verliezen (Tanzania Association of the Deaf, 2003). Als ze hen al niet verstoten ... Het lot van de dove kinderen in Tanzania is weinig benijdenswaardig: ze worden meestal thuis gehouden, waar ze kleine huishoudelijke taken krijgen: afwassen, wassen, varkens en geiten verzorgen. Ze worden ook vaak ‘klein’ gehouden door hun ouders. Omdat deze denken dat hun dove kinderen niet in staat zijn om voor zichzelf te zorgen, ‘overbeschermen’ ze hen en geven hen ook niet de kansen om zichzelf te ontplooien. De kinderen die verstoten worden wacht een leven van isolement en wanhoop.
3.3.
GEBREK AAN OPLEIDING
Aangepaste beroepsopleidingen voor doven zijn onbestaand in Tanzania. Er zijn slechts enkele lagere scholen en slechts één secundaire school (in de regio Iringa). De lagere scholen voor doven, ook die van Tabora, zijn er gekomen op initiatief van christelijke kerken. Allemaal kampen ze met een gebrek aan mogelijkheden en adequate onderwijsmethodes. Inclusief onderwijs lukt niet omdat – in tegenstelling tot bij ons bvb. – geen gebruik kan gemaakt worden van extra ondersteuning. Volgens cijfers van de Tanzania Association of the Deaf (2005) zijn er in de regio Dar es Salaam (de meest verstedelijkte en ook ‘ontwikkelde’ regio in heel Tanzania) amper 3 doven die een universitair diploma behaalden. Slechts 10 slaagden in het nationale examen op het einde van het middelbaar onderwijs; een 100-
Zuidactie 2014 – Doof zijn bij ons en in een ontwikkelingsland (algemeen en Tanzania in het bijzonder)
Hoofdstuk: De situatie in Tanzania
Ook in Tanzania gaat de meerderheid van de dove kinderen (90% volgens sommige bronnen!) niet naar school: ze kunnen dus niet lezen of schrijven, hebben zelfs nooit gehoord van gebarentaal en kunnen onvoldoende communiceren om een job te behouden.
7
tal behaalden het diploma van de eerste cyclus middelbaar. Alle overigen hebben enkel lager of helemaal geen onderwijs gevolgd..
3.4.
DE OVERHEID
Tanzania heeft het Verdrag voor de Rechten van Mensen met een Handicap ondertekend (2007) en geratificeerd (2009). De grondwet van Tanzania verbiedt discriminatie op grond van een handicap. Sinds 2004 heeft de overheid een beleid voor mensen met een handicap. De doelen zijn ambitieus: stimulering van hun ontwikkeling, economische versterking van gezinnen waarin iemand een handicap heeft, investeringen in onderwijs en gezondheidszorg, herziening van wetten zodat ze handicapvriendelijk zijn, en ervaringsdeskundigen betrekken bij beleidsbesluiten en de uitvoering van plannen. Maar door corruptie slinkt het budget dat hiervoor was bestemd en komt er weinig van de plannen terecht. In theorie zijn ze ook op vlak van de ondersteuning van doven zeer goed bezig. Zie bijvoorbeeld de officiële gegevens over de toegang tot onderwijs van doven (zie kader hieronder). Het leest mooi, maar 8 speciale en 28 geïntegreerde scholen in een land dat 31 x groter is dan België is niet zoveel … Bovendien wordt gebarentaal er niet onderwezen. Access to Education from WFD. 2008. Global Survey Report. 1.The government recognizes that Deaf children and Deaf students have the right to receive an education. 2.Legislation or policies on Deaf Education: Tanzania Policy on Special Education 3.The government provides those educational settings for Deaf children and Deaf students: Early intervention (Up to 5 years old) Kindergarten (Between 3/4 years old to 5/6 years old) Primary (From 5/6 years old to 12/13 years old) Secondary (From 12/13 years old to 17/18 years old) University (After 18 years old) Vocational Education/Training
5.Total number of schools specifically for Deaf children and Deaf students in the country, and the educational approach for communicating with Deaf children and students at the Deaf School: Eight Special Schools for Deaf and about 28 integrated primary and secondary schools (Special Units for Deaf Students have been established to cater for Deaf or Sign Language Users). Oral and Sign Language (Total Communication) 6.Deaf people’s access to a University education and sign language interpreting services at University: One University provide access for Deaf people Sign language interpreting services are available bron: AASL – American Association of School Librarians
Zuidactie 2014 – Doof zijn bij ons en in een ontwikkelingsland (algemeen en Tanzania in het bijzonder)
Hoofdstuk: De situatie in Tanzania
4.The government provides bilingual education using the country’s sign language(s) for Deaf children and Deaf students in those educational settings: None
8
De realiteit is minder rooskleurig … In 2011 bracht dezelfde World Deaf Organisation een rapport uit waarin niet-gouvernementele medewerkers o.m. ook de belangrijkste bezorgdheden m.b.t. de mensenrechten van doven in hun land konden formuleren. Hieronder een overzichtje van hun belangrijkste bezorgdheden: The final part of the survey provided the opportunity for each country to list any other concerns about the standard of living of Deaf people. Eighteen countries (Botswana, Burundi, Eritrea, Ethiopia, Kenya, Lesotho, Madagascar, Malawi, Mozambique, Namibia, Rwanda, Seychelles, Sudan, Swaziland, Tanzania, Uganda, Zambia and Zimbabwe) took the opportunity and expressed the following common areas of concern: Government • Lack of involvement with the government programmes • Eradication of poverty for Deaf people • Decentralised service delivery for Deaf people to access easily • Funding for the National Association of the Deaf • Existing Legislation not being implemented Education • A large number of Deaf people are illiterate • Quality of Education needs to be improved • Need more schools for Deaf children and students Sign Language Interpreters • Training for sign language interpreters • Lack of sign language interpreters or interpreting services in rural areas • Not enough sign language interpreting services in general Employment • Professional training for Deaf people • Opportunities for employment • High percentage of Deaf people is unemployed because of lack of education and skills Other • Deaf people are not seen as a equal citizens by hearing society • Training for Deaf people to improve health and social skills • Deaf Association needs to be trained in organisation and project management • Deaf people need a Leadership Training Programme • Pro-active programmes for Deaf women are needed • Dire lack of information about HIV/AIDS available in sign language for Deaf people • Ratify the Convention on the Rights of Persons with Disabilities • Gender equality in the Deaf Community
Hoofdstuk: De situatie in Tanzania
Global Survey Report; WFD Regional Secretariat for Southern and Eastern Africa (WFD RSESA) -2011
Zuidactie 2014 – Doof zijn bij ons en in een ontwikkelingsland (algemeen en Tanzania in het bijzonder)
9
Hoofdstuk: De situatie in Tanzania
TOEMAATJE: WERKLOOSHEID BIJ DOVEN (O.M. IN TANZANIA)
Zuidactie 2014 – Doof zijn bij ons en in een ontwikkelingsland (algemeen en Tanzania in het bijzonder)
1 0
EXTRA INFORMATIE OP DE WEBSITE: -
-
Ringleidingen en Voelstoelen Handicap en Ontwikkelingssamenwerking (Artikel uit MO*-Magazine) Hoe inclusief is onze ontwikkelingssamenwerking? (Brochure van het PHOS – Platform voor Handicap en Ontwikkelingssamenwerking) Millions live with hearing loss that can be treated or prevented; Informatiebrochure van de World Health Organisation The Deaf World in Developing Countries: een zeer treffende schets van de problematiek van de hand van Barbara Earth (uit Deaf Studies Digital Journal) De beginselverklaring van Fracarita Belgium (voorheen Caraes) over Zorg voor mensen met een beperking in het Zuiden; het document dat Jan Decoene opmaakte naar aanleiding van de campagne Abana Rwanda Regional Survey Report East-Africa: regionaal overzicht van de situatie van doven en slechthorenden in Oost-Afrika; document van de WFD (World Federation of the Deaf) uit 2008 – in het kader van de strijd van deze organisatie voor de erkenning van de mensenrechten van doven wereldwijd
BIBLIOGRAFIE (sd). Opgehaald van http://www.wfdeaf.org/wp-content/uploads/2011/06/5.-RSESA-Regional-Survey-ReportNo-5-English-Version.pdf (sd). Opgehaald van http://www.cbm.org/ (sd). Opgehaald van http://www.phos.be (sd). Opgehaald van http://www.een.be/programmas/koppen/van-doof-naar-horend
Global Education Pre-Planning Project on the Human Rights of Deaf People. (sd). Opgehaald van http://www.wfdeaf.org/wp-content/uploads/2011/06/5.-RSESA-Regional-Survey-Report-No-5English-Version.pdf Global Survey Report; WFD Regional Secretariat for Southern and Eastern Africa (WFD RSESA). (sd). Opgehaald van http://www.wfdeaf.org/wp-content/uploads/2011/06/5.-RSESA-Regional-Survey-Report-No-5English-Version.pdf Hulpmiddelen. (sd). Opgehaald van Oorakel: http://www.oorakel.nl/Hulpmiddelen-80.html Millions
live with hearingloss. (sd). Opgehaald van World http://www.who.int/pbd/deafness/news/Millionslivewithhearingloss.pdf
Health
Zuidactie 2014 – Doof zijn bij ons en in een ontwikkelingsland (algemeen en Tanzania in het bijzonder)
Organisation:
Hoofdstuk: Extra informatie op de website:
Jaarverslag Lilianefonds. (2012). Opgehaald van http://www.jaarverslaglilianefonds.nl/verslag/S_1127_Afrika116/S_1141_Tanzania130/a1050_Tanzan ia-armoede-is-kernprobleem
1 1