Wij zijn ons brein, ook op het werk! Kees Groeneveld, www.keesgroeneveld.nl 17 Februari 2011
De afgelopen tien jaar heeft een nieuwe onderzoekstechniek de hersenwetenschap in stroomversnelling gebracht. Dit heeft belangrijke nieuwe inzichten opgeleverd, die nu het grote publiek bereiken.
Ook het bedrijfsleven pikt dit op. In het verleden beperkte toepassing van breinkennis in bedrijven zich tot snellezen, mindmaps en het breinvriendelijk inrichten van de leeromgeving. In hoog tempo groeit het aantal toepassingen. In het oog springende voorbeelden zijn neuro-economie, neuromarketing, neurosales, neuroleiderschap en neuro-change management. Dat laatste richt zich op het sneller en makkelijker doorvoeren van veranderingen in organisaties.
Hersens zijn hot Het boek “Wij zijn ons brein” van prof. Dick Swaab is al maandenlang één van de best verkochte boeken en stond wekenlang op nummer één. Hersens zijn hot en boeken over het brein zijn niet aan te slepen, concludeert NRC Handelsblad in een speciale bijlage. Deze brede interesse voor het brein begon in 2007, toen prof. Ap Dijksterhuis zijn boek “Het slimme onbewuste” publiceerde. Sindsdien groeide jaar in jaar uit de stroom aan breinboeken met als voorlopig hoogtepunt het boek van Dick Swaab. En er lijkt geen einde aan te komen. Integendeel!
Wetenschap in stroomversnelling Het is niet verwonderlijk. Langzaam maar zeker beseffen en accepteren steeds meer mensen, dat ons gedrag toch echt vooral in ons brein wordt bekokstoofd. Geconcentreerd nadenken, topprestaties leveren, carrière maken, impulsief
Wij zijn ons brein, ook op het werk – Kees Groeneveld
reageren, in een groep functioneren, ons gedrag veranderen, ons prettig voelen en zelfs gelukkig zijn, het heeft allemaal te maken met wat er zich tussen onze oren afspeelt.
Waarom juist nu? Tot pakweg tien jaar geleden was ons brein voor de wetenschap eigenlijk een black box, om de simpele reden dat je hersens in actie nauwelijks kon bestuderen. De afgelopen tien jaar is wereldwijd een nieuwe technologie in gebruik genomen, fMRI. Daarmee kunnen hersens op eenvoudige wijze live bestudeerd worden. Hersenwetenschap is intussen één van de meest populaire studies op universiteiten overal in de wereld. Er worden gigantische onderzoeksbudgetten voor vrijgemaakt. Het vakgebied groeit als kool. Resultaat kan dan niet uitblijven.
We zijn breinwerkers geworden En het beperkt zich niet tot medische toepassingen. Want het bedrijfsleven kijkt met argusogen mee naar deze ontwikkeling. In de afgelopen 100 jaar zie je in management één dominante trend: die van ‘de medewerker als machine’ naar ‘de medewerker als mens’. In het productietijdperk beschouwden Frederick Taylor en Henry Ford arbeiders nog vooral als een soort te programmeren menselijke machines. Die rol is intussen overgenomen door echte machines en computers. In het dienstentijdperk en de kenniseconomie komen productiviteit, innovatie en dus concurrentievoordeel en winst toch vooral voort uit de persoonlijke motivatie en creativiteit van goed opgeleide professionals.
En waar komen motivatie en creativiteit uiteindelijk vandaan? Die ontspruiten uit ons brein. Daarmee zijn onze hersens met stip het belangrijkste gereedschap geworden in iedere organisatie. We zijn breinwerkers geworden! Maar wat weten we van het belangrijkste gereedschap in moderne organisaties? Bar weinig, vrees ik. Dus daar liggen kansen voor slimme ondernemingen. Bedrijven, die nu investeren in het opdoen van hersenkennis, kunnen zich straks onderscheiden van hun concurrenten.
-2–
Wij zijn ons brein, ook op het werk – Kees Groeneveld
Het hek is van de dam Toepassing van kennis over de werking van ons brein in organisaties heeft enige geschiedenis, zij het mondjesmaat. Dit beperkte zich de afgelopen jaren vooral tot twee terreinen. Ten eerste het beter benutten van de denkcapaciteit van medewerkers in toepassingen zoals snellezen, mindmappen en geheugentraining. En ten tweede op het gebied van breinleren: hoe kun je een breinvriendelijke leeromgeving inrichten, zodat professionals zich sneller en effectiever kunnen ontwikkelen. Het voor Managementboek van het Jaar 2011 genomineerde boek “Brain@work” gaat hierover.
Maar de toepassing in bedrijven van nieuw verworven inzichten uit de hersenwetenschap gaat intussen veel verder. Het meest in het oog springend is misschien wel het snel groeiende vakgebied neuromarketing. Simpel gezegd werkt dit als volgt. Marketeers maken een reclamefilmpje en testen dit uit bij mensen in de doelgroep. Met een fMRI-scan wordt de activiteit in de hersens van die mensen als reactie op het filmpje gemeten. Op basis hiervan weten de marketeers precies welke scènes een positieve of negatieve associatie oproepen met het merk. Zo wordt de commercial geoptimaliseerd tot maximale positieve merkassociatie.
Op dit moment schieten wereldwijd de neuromarketingbureaus als paddestoelen uit de grond. In Nederland is het bureau EQ Brands daar een voorbeeld van. Intussen is ook het vakgebied neurosales aan een opmars begonnen. Recent publiceerde prof. Willem Verbeke van de Erasmus Universiteit er een boek over. En naarmate de neurowetenschappen op de universiteiten groeien, neemt het aantal specialisaties en toepassingen evenredig toe. Er bestaan al wetenschappelijke disciplines als social neuroscience, neuro-economics en neuroleadership.
Leiderschap Dat laatste vakgebied, neuroleiderschap, kent een sterk groeiende belangstelling van bedrijven. En dat is logisch. Leiderschapsontwikkeling voor managers en
-3–
Wij zijn ons brein, ook op het werk – Kees Groeneveld
talentontwikkeling voor professionals zijn belangrijke speerpunten voor veel organisaties. Langzaam maar zeker kreeg psychologie, naast economie en bedrijfskunde, de afgelopen twintig jaar een steeds prominentere plek in managementtheorieën. Vooral het gedachtegoed over motivatie en drijfveren werd populair.
Maar er is altijd een haat-liefde-verhouding blijven bestaan tussen managers en psychologie. Veel managers, vooral die met een exacte achtergrond (en dat zijn er heel veel), kunnen zich moeilijk herkennen in de benadering en het taalgebruik van psychologen. Dat ligt heel anders, als het om hersenwetenschap gaat. Managers omarmen breinkennis. Het is begrijpelijke taal. Het is harde wetenschap!
Neuroleiderschap spitst zich toe op de thema’s individuele topprestaties en naadloos samenwerken. In de eerste plaats gaat neuroleiderschap erover hoe individuele professionals en managers hun eigen prestaties kunnen verbeteren, beter kunnen focussen op hun taak en negatieve emoties leren beheersen. Dit kan door te begrijpen en in te spelen op hoe het attentiecentrum van ons brein werkt. Het besef, dat focussen veel energie kost en dat je dus zuinig met die energie moet omgaan staat hierbij centraal. De uitdaging is dan om (negatieve) emoties zoveel mogelijk te beheersen en geen toegang te geven tot het attentiecentrum. Het gaat dan bijvoorbeeld om het beter bestand zijn tegen tijdsdruk en prestatiedruk. Maar het gaat ook om het besef, dat een ander deel van het brein nieuwe of ongebruikelijke dingen instictief onze aandacht geeft. Dit is een overblijfsel van onze intuïtieve reactie op ‘geritsel in het struikgewas’ uit de oertijd. Directe toepassingen zijn dan het omgaan met informatie-overflow, al dan niet multitasken en always-on zijn en omgaan met verleiding en afleiding, jezelf in flow brengen, het omgaan met hindernissen en tegenslag en het aanleren van routines voor supercompensatie. Een specifiek toepassingsgebied is bijvoorbeeld het omzeilen van emotionele vooringenomenheid bij strategieformulering.
-4–
Wij zijn ons brein, ook op het werk – Kees Groeneveld
Ten tweede gaat neuroleiderschap erover hoe leden van een team naadloos kunnen samenwerken. Dit kan door beter in te spelen op hoe ons sociale brein werkt. Dit spitst zich vooral toe op de werking van het emotiecentrum in het brein. Hersenonderzoek heeft de kracht en werking benadrukt van sociale drijfveren zoals de behoefte aan autonomie, maar tegelijk ook aan verbondenheid. Managers staan voor de uitdaging om professionals individuele ruimte te geven, maar tegelijk het gevoel te creëren juist bij de groep te horen. Het is dan bijvoorbeeld belangrijk te begrijpen hoe spiegelneuronen werken. En er zijn meer van dit soort paradoxale taken. Denk aan het tegemoet komen aan de behoefte aan zekerheid, maar ook de behoefte aan individuele uitdaging. En de paradox van de behoefte aan rechtvaardigheid (gelijke behandeling), maar ook aan status (ik een beetje meer dan jij). Het thema mannen- en vrouwenbrein in het licht van diversiteit op de werkvloer is een voorbeeld van een specifiek toepassingsgebied. Maar ook effectief vergaderen en creativiteit versus discipline zijn toepassingen.
Organisatieverandering Neuro-change management heeft tot doel managers en professionals in staat te stellen sneller (lees: goedkoper) en makkelijker veranderingen in organisaties door te voeren. En wel, door optimaal in te spelen op hoe gedragsverandering in ons brein plaatsvindt. Een belangrijk onderliggend mechanisme daarvoor is breinplasticiteit. Uitgangspunt is, dat gedrag in onze hersens is vastgelegd in hersencircuits. Managers leren begrijpen, herkennen en ernaar handelen, dat onbewust gedrag hierbij een doorslaggevende rol speelt. Het gaat dan over hoe deze circuits in ons brein worden aangelegd of afgebroken. En vooral, hoe je dat proces kunt versnellen. Hoe kun je een gevoel van urgentie kweken zonder dat je direct een vechten of vluchten-reactie in het brein van je mensen losmaakt? Hoe kun je als manager je mensen helpen hun waarneming anders te filteren, zodat in de rechter hersenhelft nieuwe inzichten ontstaan en je mensen niet in het probleem blijven hangen, maar zich gaan focussen op een nieuwe oplossing? Toepassingen zijn het verminderen van weerstand tegen grote en ingrijpende veranderingen in organisaties, maar ook het inbedden van verandering als organisatieroutine (lerende organisatie). -5–
Wij zijn ons brein, ook op het werk – Kees Groeneveld
Heel praktisch betekent dit, dat organisatieveranderaars nieuwe stijl continu drie vragen stellen: ·
Is er voldoende duidelijkheid over de richting van de verandering? Weerstand tegen verandering komt vaak voort uit gebrek aan duidelijkheid. Hier gaat het om de ratio, het bewuste deel in het brein waar ons verstand huist.
·
Is er voldoende energie om de verandering vol te houden? Gebrek aan initiatief bij verandering komt vaak voort uit verandermoeheid. Hier gaat het over het emotiecentrum in ons brein en over dingen die we ons vaak niet zo bewust zijn.
·
Maken de omstandigheden de verandering wel mogelijk? Bereidheid tot veranderen zit tussen de oren, maar wordt sterk beïnvloed door de situatie waarin we zitten. Hier gaat het om het basisproces in het brein: wat nemen we waar, hoe beoordelen we dat en hoe reageren we daarop.
Op weg naar een breinproof organisatie Deze voorbeelden zijn het topje van de ijsberg. Hersenwetenschap is in een stroomversnelling gekomen en het bedrijfsleven speelt erop in. Met de enorme populariteit van breinboeken over ons leven is de grootschalige toepassing van breinkennis in bedrijven slechts een kwestie van tijd ... op weg naar een breinproof organisatie!
Drs. Kees Groeneveld is trainer en consultant op het gebied van management en verandering. Kees helpt managers en professionals in organisaties om sneller en makkelijker te veranderen op het werk. Kees is oprichter van Brainproof Business School, www.brainproofbusinessschool.nl. © Brainproof. Alle rechten voorbehouden. Reageren? Telefoon 035 – 628 7197. E-mail naar
[email protected].
-6–