Hulpmiddelen en checklists bij ‘DichtErBij’
De Erasmusbrug in Rotterdam: verbindt en brengt dichterbij Projectgroep RAAK-project Dicht Er Bij augustus 2012
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho
Colofon Mogelijk gemaakt door Stichting Innovatie Alliantie Deze publicatie is samengesteld door leden van de projectgroep DichtErBij: Hanneke Felten Anita Roodenburg Margot Scholte Ard Sprinkhuizen ‘Hulpmiddelen en checklists bij DichtErBij’ behoort bij de reader bij de pilotfase van het project ‘DichtErBij’ (versie augustus 2012).
Lectoraat Maatschappelijk werk Hogeschool Inholland, juli 2012
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 2
Inhoudsopgave Hulpmiddelen en checklists DichtErBij: introductie | 5 Deel I
Basisinformatie | 6
Basisinformatie: introductie | 7 1. Persoonsgegevens | 8 Basislijst persoonsgegevens | 9 2. De situatie in beeld brengen | 10 2.1 Leefgebiedenlijst | 11 Overzicht leefgebieden | 12 Toelichting hanteren leefgebiedenlijst | 13 Thema’s per leefgebied | 14 2.2 Lijst gespreksthema’s | 22 Overzicht gespreksthema’s | 23 Toelichting hanteren gespreksthema’s | 24 Gespreksthema’s met vraagsuggesties | 25 2.3 Participatielijst | 28 Toelichting hanteren participatiethema’s | 29 Overzicht participatiethema’s | 30 Deel II Checklists en hulpmiddelen om te signaleren en door te vragen | 32 Checklists en hulpmiddelen om te signaleren en door te vragen: introductie | 33 3. Gezinsleven: kinderen, gezin en opvoeding | 35 Checklist gezins- en opvoedingssituaties | 36 Checklist 0- tot 12-jarigen | 38 Checklist 12- tot 18-jarigen | 40 Ernsttaxatie bij opvoedingsproblematiek | 42 Kindermishandeling | 44 Risicoscreening Huiselijk Geweld | 45 Ouderenmishandeling | 46 4. Specifieke problematiek | 47 Eergerelateerd geweld | 48 Depressie | 49 Suïcidaal gedrag | 50 Post traumatische stressstoornis (PTSS) | 51 Checklist verslaving (volgt) | 52
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 3
5. Aandachtspunten bij ondersteuning minderheidsgroepen | 53 Checklist migranten (eerste, tweede en derde generatie) | 54 Checklist vluchtelingen | 56 Checklist belasting mantelzorger | 57 Ondersteuning aan holebi’s en transgenders | 58 Ondersteuning aan mensen met LVG | 60 6. Methoden om cliëntnetwerken in kaart te brengen | 62 Netwerkcirkel | 63 Genogram | 65 Ecogram | 66 7. Methoden om financiële zelfredzaamheid in kaart te brengen | 67 Competentiecheck financiële zelfredzaamheid | 68 Voorzieningencheck | 71 Check schuldhulpverlening | 71 8. Methoden om eigen kracht in kaart te brengen | 72 Checklist biografie | 73 Zelfredzaamheids-matrix | 75 9. Online checklists en testen | 76 Checklists en testen voor het ontdekken van een probleem | 77 Checklists en testen over aansluiting bij een specifieke zorgvraag (pgb-gerelateerd) | 78 Checklists en testen om digitaal contact met hulpverlening te leggen | 79 Bronnen | 80
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 4
Hulpmiddelen en checklists van DichtErBij: introductie Deze ‘Hulpmiddelen en checklists’ horen bij DichtErBij, een werkwijze die ontwikkeld wordt voor de startfase van de eerstelijns hulp- en dienstverlening door een consortium onder leiding van het lectoraat Maatschappelijk Werk van Hogeschool Inholland en gefinancierd door de Stichting Innovatie Alliantie/SIA met behulp van een RAAK-subsidie. Deze ‘Hulpmiddelen en checklists kunnen ingezet worden om de situatie van het cliëntsysteem in beeld te brengen en om in te zoomen op specifieke aspecten van de situatie die daarom vragen. Het is aan de professional om te bepalen welke informatie op welk moment relevant geacht wordt en om nadere exploratie vraagt. Daarbij zijn ook cliëntenversies opgenomen van een aantal onderdelen. Deze kunnen, al dan niet digitaal, beschikbaar gesteld worden aan cliënten om zelf (weer) greep te krijgen op hun situatie en om aanknopingspunten te bieden voor de ondersteuning ze eventueel nodig hebben om de greep op hun situatie te versterken. Gaande de pilotfase (september 2012- maart 2013) wordt geëxperimenteerd met de werkwijze van DichtErBij en met de hulpmiddelen en checklists. Waar nodig worden aanpassingen doorgevoerd en worden hulpmiddelen en checklists toegevoegd of verwijderd. Het is met andere woorden ‘work in progress’ en we staan dan ook open voor suggesties en verbeteringen. Hiervoor, en voor vragen, kunt u via de mail contact opnemen met Sharmila Balesar:
[email protected]. Zij zorgt ervoor dat iemand van het team van DichtErBij contact met u opneemt.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 5
Deel I Basisinformatie
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 6
Basisinformatie: introductie
Er zijn twee typen basisinformatie. 1. Persoonsgegevens. Dat is feitelijke informatie zoals: Met wie hebben we te maken? Waar woont iemand / verblijft iemand? Wie zijn de direct betrokkenen? Bij migranten / vluchtelingen: heeft iemand een verblijfsvergunning? Bij jeugdigen: wie heeft het wettelijk gezag over de jeugdige? Enzovoort. Welke feitelijke informatie nodig is, staat in het registratiesysteem van de instelling zelf. 2. De situatie in beeld brengen. Dit is inhoudelijke informatie die vanuit het oogpunt van de hulp- en dienstverlening van belang is, zoals: Wat is er aan de hand? Op welk terreinen doen zich problemen voor? Waar zitten aanknopingspunten voor de eigen kracht van hulpvragers? Is er sprake van een ernstige situatie die om direct ingrijpen vraagt? Hoe ziet het cliëntsysteem eruit? Zijn er andere hulp- en dienstverleners betrokken bij deze persoon / dit systeem? Welke potentieel ondersteunende netwerken zijn er aanwezig? Waar liggen de kansen? Enzovoort. Welke inhoudelijke informatie nodig is om hulp- en dienstverlening te kunnen bieden bepaalt de professional. In het deeldossier Beeld van de situatie kan de relevante informatie genoteerd worden. Hierna lichten we de basisinformatie toe: 1. Persoonsgegevens 2. De situatie in beeld brengen o Leefgebieden o Gespreksthema’s o Participatie
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 7
1. Persoonsgegevens Doel Het verzamelen van feitelijke informatie voor de registratie en verantwoording. Wat? In het registratiesysteem wordt bepaald welke persoonsgegevens nodig zijn. Hiervoor zijn vaste itemlijsten beschikbaar. Hoe? In veel gevallen zal de sociaal werker deze informatie verzamelen in direct contact met de betreffende perso(o)n(en). Een deel van de informatie kan al bekend zijn via signaleringen van derden (aanmelding vanuit een signaleringsoverleg, of door al dan niet professionele derden). Wanneer mensen zichzelf aanmelden via de website van de organisatie kan (een deel van) de benodigde informatie ook op deze manier verzameld worden. Hulpmiddel (Digitaal) format basisinformatie (vaak gegeven binnen de organisatie) Dossieronderdeel Oplegger bij het dossier (of deel van ‘beeld van situatie’)
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 8
Basislijst persoonsgegevens In het Informatiemodel Maatschappelijke Dienstverlening 2012 (MO groep, VARIA-werkgroep) worden op de volgende gebieden registratie-items aangereikt: o Cliëntdossier o Casusniveau o Trajectniveau o Activiteitenniveau Het overgrote deel van de instellingen voor Maatschappelijke Dienstverlening hanteert deze basisregistratie-indeling. Elke instelling brengt daarnaast enkele (instellingsspecifieke) aanpassingen en aanvullingen aan in de systematiek. Voor DichtErBij worden in ieder geval de volgende basisregistraties1 uit dit Informatiemodel opgenomen in het dossier (naast de NAW-gegevens): Cliëntdossier: o Geboortedatum cliënt o Gemeente o Geslacht o Geboorteland cliënt o Geboorteland vader cliënt o Geboorteland moeder cliënt Casusniveau: o Startdatum casus o Einddatum casus o Werksoort die de casus uitvoert o Inkomstenbron(nen) cliënt(systeem) Overige registraties uit het informatiemodel worden op het niveau van de organisatie opgenomen.
Zie voor een toelichting op definities en het gebruik: Informatiemodel Maatschappelijke Dienstverlening 2012 en Werken met het Informatiemodel Maatschappelijke Dienstverlening 2012. Beide uitgegeven door de MOgroep. 1
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 9
2. De situatie in beeld brengen Nb. Informatie verzamelen over het cliëntsysteem en de huidige situatie voegt zich in het cyclisch proces van DichtErBij. Welke informatie op welk moment gevraagd wordt, beslist de professional zelf. Doel De zich voordoende situatie in beeld brengen om de inzet van de professionele hulp- en dienstverlening op af te stemmen en de cliënt / het cliëntsysteem op weg te helpen. Wat? Inhoudelijke informatie die vanuit het oogpunt van de hulp- en dienstverlening van belang is: Wat is er aan de hand? Op welk terreinen doen zich problemen voor? Waar kan de eigen kracht van het cliëntsysteem worden aangeboord? Is er sprake van een ernstige situatie die om direct ingrijpen vraagt? Hoe ziet het cliëntsysteem eruit? Zijn er andere hulp- en dienstverleners betrokken bij deze persoon / dit systeem? Welke potentieel ondersteunende netwerken zijn er aanwezig? Waar liggen de kansen? Enzovoort. Hoe? Inhoudelijke basisinformatie verzamelen gebeurt door exploratie van de huidige situatie / de situatie die zich voordoet. Hiervoor zijn verschillende hulpmiddelen: een lijst met leefgebieden, een lijst met gespreksthema’s, een lijst met participatiethema’s. Alle drie de hulpmiddelen bieden handvatten om meer zicht te krijgen op de actuele situatie van de cliënt / het cliëntsysteem. De leefgebieden vormen een ordeningskader voor de terreinen waarop zich problemen en kansen voordoen voor de cliënt / het cliëntsysteem. De gespreksthema’s gaan uit van een systematische probleem- en oplossingsverkenning en vertrekken vanuit het cliëntsysteem. De participatielijst biedt aanknopingspunten voor een verkenning van kansen in de voorzieningenstructuur, in de ‘civil society’ en in de buurt. Bij alle drie de invalshoeken kan de professional in het contact meer leidend of meer volgend zijn (en het initiatief meer bij de cliënt leggen of laten liggen. De leefgebieden, de gespreksthema’s en de participatiethema’s bieden aanknopingspunten voor bevraging en professionele reflectie op de situatie. Hulpmiddelen Leefgebiedenlijst Lijst gespreksthema’s Participatielijst Dossieronderdeel Beeld van de situatie
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 10
2.1
Leefgebiedenlijst
Overzicht leefgebieden Toelichting hanteren leefgebieden Thema’s per leefgebied
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 11
Overzicht leefgebieden 1. Gezondheid en persoonlijk functioneren (‘goed in je vel’) 2. Sociaal netwerk en sociaal functioneren (‘mensen om je heen’) 3. Wonen en woonomgeving (‘wonen en je buurt’) 4. Materiële zaken en praktische zelfredzaamheid (‘je eigen boontjes doppen’) 5. Werk en opleiding (‘werken en leren’) 6. Dagelijkse bezigheden (‘dingen die je doet’) 7. Zingeving (‘waar sta je voor’)
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 12
Toelichting hanteren leefgebiedenlijst In de literatuur zijn verschillende indelingen te vinden van leefgebieden. Voor DichtErBij hebben we gekozen voor de volgende acht2:
Gezondheid en persoonlijk functioneren Sociaal netwerk en sociaal functioneren Wonen en woonomgeving Materiële zaken en praktische zelfredzaamheid Werken opleiding Dagelijkse bezigheden Zingeving
De leefgebiedenlijst bevat handvatten om het gesprek aan te gaan en om de informatie die de cliënt / het cliëntsysteem geeft te ordenen. Per leefgebied is een lijst met specifieke thema’s opgenomen waarmee het leefgebied verder geëxploreerd kan worden. Er kan per leefgebied ingegaan worden op ervaren problemen, maar ook op tevredenheid en kansen die zich voordoen. Wanneer er ‘rode lampjes gaan branden’ ten teken dat er mogelijk ‘meer aan de hand is’ dan biedt deel II van deze ‘hulpmiddelen en checklist’ daarvoor aanknopingspunten door middel van verdiepingschecklist en verwijzing naar thematische websites. Wanneer er sprake is van een gezin of meerdere leden van een cliëntsysteem, dan is ook het functioneren van meerdere leden van het systeem aan de orde. Voor gezinnen is er nog een speciale checklist die helpend is – deze checklist overschrijdt de verschillende leefgebieden. Relatie tot enkele alternatieve leefgebiedenbenaderingen Petzold Lichaam en geest Sociaal netwerk Materiële situatie
8 fasenmodel DichtErBij Lichamelijk functioneren Gezondheid en persoonlijk functioneren Psychisch functioneren Sociaal functioneren Sociaal netwerk en sociaal functioneren Huisvesting Wonen en woonomgeving Financiën Materiële zaken en praktische
zelfredzaamh. Arbeid en prestatie Dagbesteding Dagbesteding Waarden en inspiratie Zingeving
Werk en opleiding Dagelijkse bezigheden Zingeving
Indien gedurende de pilot blijkt dat deze indeling te beperkt is of niet aansluit bij wat professionals in de praktijk tegenkomen dan zullen we de indeling aanpassen. 2
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 13
Thema’s per leefgebied
Leefgebied gezondheid en persoonlijk functioneren (goed in je vel) Lichamelijke gezondheid en lichamelijk functioneren - Lichamelijke gezondheid / klachten - Ziekte - Medicijngebruik - Lichamelijke handicap of beperking Psychische gezondheid en psychisch functioneren - Psychische problemen / klachten o Gevoelsleven o Bewustzijn o Denken o Waarnemen o Intellect o Gedrag o Motoriek - Psychische stoornissen - Medicijngebruik - Geestelijke handicap of beperking - Verslaving (drank, drugs, spel, seks, computer) Persoonlijk functioneren - Verstandelijke vermogens - Zelfbeeld - Eigenwaarde - Identiteit (etnisch, cultureel; seksuele voorkeur, genderidentiteit) - Seksuele beleving - Verwachtingen van zichzelf - Verwachtingen van anderen Maak eventueel gebruik van: Biografische checklist Checklist 0- tot 12-jarigen Checklist 12 tot 18-jarigen Of hanteer van één van de checklists voor specifieke doelgroepen: Checklist migranten Checklist vluchtelingen Checklist belasting mantelzorger Checklist holebi’s en transgenders Checklist LVG
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 14
Leefgebied sociaal netwerk en sociaal functioneren (Mensen om je heen) In hoeverre onderhoudt de cliënt sociale relaties en hoe tevreden is hij daarmee? - Partner - Kinderen - (Groot)ouders - Familie - Dates of verkering - Vrienden / kennissen - Virtuele vrienden (via sociale netwerken op internet, mobiele telefoon) - Overige contacten Is er behoefte aan andere (nu nog niet bestaande) relaties? Zo ja, welke relaties? - Behoefte aan een partner - Behoefte aan meer of beter contact met familie - Behoefte aan meer of beter contact met vrienden - Behoefte aan andere vrienden - Behoefte aan meer contacten met mensen in een vergelijkbare positie Binnen welke systemen (sociale verbanden) functioneert de cliënt? Bijvoorbeeld: - Gezin - Familie - Vriendengroep - Buurt - Culturele en/of religieuze gemeenschap - Collega’s - Klas - Groep van leden van dezelfde subcultuur - Internetcommunity of digitale communities Hoe is de positie van de cliënt binnen de verschillende systemen? - Cliënt heeft veel te zeggen (is machtig) - Cliënt heeft weinig te zeggen (is onmachtig) - Cliënt ervaart zichzelf als gelijkwaardig aan anderen - Cliënt heeft in bepaalde situaties invloed, namelijk … - Cliënt heeft invloed op …, maar niet op … Op welke manier wordt binnen deze systemen gewoonlijk omgegaan met problemen? - Negeren - Vermijden - Confrontatie aangaan / op de spits drijven - Discussiëren - Bemiddelen - Onderhandelen - Ruziemaken - Psychische druk uitoefenen - Fysiek geweld inzetten - Eigen invloed laat gelden - Indirecte benadering (via via)
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 15
Is er sprake van risicovol gedrag in het systeem waarvan de cliënt deel uitmaakt? - Inperking van vrijheid / bewegingsruimte - Intimidatie, afpersing of chantage - Seksueel geweld en huwelijksdwang - Huiselijk of eergerelateerd geweld - Dwang - Verwaarlozing (van hulpbehoevenden) - Vernieling, vandalisme - Diefstal - Overmatig alcohol- en/of drugsgebruik - Wapenbezit of -handel - Mensenhandel of -smokkel - Verminking, (zelf)beschadiging, suïcidaal gedrag Werk desgewenst met: een netwerkcirkel een genogram een ecogram Maak eventueel gebruik van: Biografische checklist Checklist 0 – 12 jarigen Checklist 12 – 18 jarigen Checklist gezins- en opvoedingssituatie Ernsttaxatie-instrument bij opvoedingsproblematiek Of hanteer van één van de checklists voor specifieke doelgroepen: Checklist migranten Checklist vluchtelingen Checklist belasting mantelzorger Checklist holebi’s en transgenders Bij een vermoeden van kindermishandeling: Meer informatie deel II onderdeel kindermishandeling Bij een vermoeden van eergerelateerd geweld: Meer informatie deel II onderdeel eergerelateerd geweld
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 16
Leefgebied wonen en woonomgeving (wonen en je buurt) Hoe woont de cliënt en hoe tevreden is de cliënt daarmee? - Met wie - Zijn er (stief)kinderen en waar wonen die? - Verdeling taken (huishouden, zorg) Woon- en leef omstandigheden - Zelfstandig / inwonend / verblijf in instelling / geen vaste woon- of verblijfplaats - Huurhuis / koophuis - Betaalbaarheid / betalingsachterstanden (incluis vaste lasten) - Kwaliteit huisvesting o Huis zelf / buitenruimte o grootte o Inrichting / sfeer / thuisgevoel o Faciliteiten o Leefbaarheid (hygiëne, rotzooi, gevaarlijke situaties) - Kwaliteit woonomgeving / buurt o Veiligheid o Betrokkenheid o Overlast (buren, jongeren, criminaliteit, drugshandel of –gebruik) o Speelmogelijkheden o Groen in de buurt / recreatiemogelijkheden - Contacten in de buurt o Elkaar groeten / elkaar (van gezicht) kennen o Bekenden voor een praatje o Hulp bij calamiteiten o Vriendschappelijke contacten - Faciliteiten in de buurt o Winkels o Scholen o Huisarts o Buurthuis o Sportvereniging o Gezelligheidsvereniging Maak eventueel gebruik van: Participatielijst
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 17
Leefgebied materiële zaken en praktische zelfredzaamheid (je eigen boontjes doppen) Hoe zijn de financiële omstandigheden van de cliënt en hoe gaat hij daarmee om? - Inkomen o Loon o Uitkering o Alimentatie o Financiële afhankelijkheid van anderen - Betalen o Bestedingspatroon en de mate van inzicht hierin o Impulsaankopen o Kopen op afbetaling - Schulden o Mogelijke schuldeisers o Mogelijke schuldsanering o Voorkomen van schulden (ingrijpen bij betalingsachterstand) - Financiële administratie o Openmaken brieven o Belasting aangifte en betalen o Betalen rekeningen o Bewaren van belangrijke documenten - Begroten, plannen o Onderscheid vaste lasten en andere lasten o Dure aankopen o Geld sturen aan familie (in een ander land) - Sparen en lenen o Vervanging huisraad, studie kinderen, ‘oude dag’ etc. o Het hebben van een spaarrekening of ander spaarsysteem o Lenen - Weerbaarheid o Weerbaarheid tegen verleidingen (impulsaankopen) / agressieve verkooptechnieken Kan cliënt(systeem) zijn zaken zelf behartigen en afhandelen? - Bureaucratische vaardigheden - Taalvaardigheden - Administratieve vaardigheden - Mobiliteit Met welke maatschappelijke organisaties onderhoudt de cliënt contact? - Hulp- en dienstverleningsinstellingen - Uitkeringsinstanties en/of UWV - Andere organisaties (woningcorporatie, Nuts-bedrijven) - Hoe verloopt dit contact? Maak eventueel gebruik van: Zelfredzaamheidsmatrix Competentiecheck financiële zelfredzaamheid Voorzieningencheck Checklist schuldhulpverlening Checklist LVG
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 18
Leefgebied werk en opleiding (werken en leren) Opleiding - Niveau van hoogst gehaalde opleiding - Lopende opleiding - (Andere) talenten - Plezier in de opleiding / leren - Leervermogen - Plannen / opleidingswensen Carrière en huidige baan / betaald werk - Carrière tot heden - Huidige baan - Salaris / inkomsten in relatie tot wensen / behoeften - Inhoud van het werk - Vooruitzichten / ontplooiingsmogelijkheden - Maatschappelijke status / tevredenheid - Wensen / ambities - Ingeschatte realiteit van die wensen Recente veranderingen - Reorganisatie / nieuwe school of opleiding - Ontslag / van school gestuurd - (Gedwongen) overplaatsing - Perioden van werkloosheid - (Bedrijfs)ongeval Contacten - Collega’s / scholieren / studenten - Leidinggevende(n) / docenten - Andere personen op het werk / de opleiding - Onderlinge sfeer en collegialiteit / onderlinge contacten - Conflicten (pesten) Relatie werk / opleiding -privé - Hoeveelheid werk / studiebelasting - Reistijd - Werktaken in relatie tot zorgtaken - Studiebelasting in relatie tot betaalde arbeid / zorg Maak eventueel gebruik van: Biografische checklist Checklist LVG
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 19
Leefgebied dagelijkse bezigheden (dingen die je doet) Hoe ziet de dagindeling eruit? - Structuur en regelmaat - Dag- en nachtritme - Activiteiten / bezigheden - Afwisseling Wat voor bezigheden heeft de cliënt zoal en hoe tevreden is de cliënt daarmee? - Betaald werk - Onbetaald werk (vrijwilligerswerk, politieke activiteiten) - Zorgtaken (opvoeding, mantelzorg) - Huishoudelijke taken - Vrije tijd - Opleiding / scholing - Computer (spelletjes, social media) - Hobby of liefhebberij - Vereniging - Sport - Sociale contacten onderhouden (op bezoek / bezoek ontvangen) - uitgaan Maak eventueel gebruik van: Participatielijst Biografische checklist Zelfredzaamheidsmatrix Checklist belasting mantelzorger
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 20
Zingeving (waar sta je voor) Hoe staat cliënt in het leven en waar put hij kracht en energie uit? - Levensbeschouwing - Doel in het leven / houvast - Inspiratiebronnen - Waarden en normen - (Toekomst)perspectief Maak eventueel gebruik van: Biografische checklist Of van één van de checklists voor specifieke doelgroepen: Checklist migranten Checklist vluchtelingen Checklist belasting mantelzorger Checklist holebi’s en transgenders
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 21
2.2
Lijst gespreksthema’s Overzicht gespreksthema’s Toelichting hanteren gespreksthema’s Gespreksthema’s met vraagsuggesties
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 22
Overzicht gespreksthema’s
Draaglastfactoren 1 problemen en klachten 2 beleving van de situatie 3 gevolgen voor het dagelijks functioneren / sociale relaties 4 probleemhantering / eerdere of andere hulpverlening / inzet eigen netwerk daarbij Draagkrachtfactoren 5 eigen kracht van het systeem 6 ondersteunende kracht van het systeem Veranderwensen en noodzakelijke ondersteuning 7 gewenste en mogelijke veranderingen in de situatie 8. verwachtingen en afstemming ten aanzien van de hulp- en dienstverlening
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 23
Toelichting hanteren gespreksthema’s
Maak het niet te zwaar. Hou de thema’s in je hoofd en gebruik zo nodig vraagsuggesties. Het belangrijkste is dat je een beeld van de situatie krijgt: van de feitelijke en de beleefde situatie; van de oplossingsstrategieën die tot dan toe ingezet zijn om de situatie het hoofd te bieden; en van de (veer)kracht van de persoon en zijn netwerk en de mogelijkheden om aan een oplossing te werken. In aansluiting op het cyclisch werken, kan het hierbij om kleine (deel)problemen gaan die systematisch opgepakt worden, maar het kan ook om een uitgebreide exploratie van de situatie gaan. Draaglastfactoren Het gaat om de (feitelijke en ervaren) problemen, en hoe deze beleefd worden. Maar het gaat ook om de gevolgen die de situatie heeft voor het dagelijks leven van de persoon en zijn netwerk. Belangrijk is ook om na te gaan waarom het niet lukt op het probleem op te lossen, en of de ‘eigen kracht’ van de persoon en zijn netwerk, mogelijk met een lichte aanmoediging of interventie, (weer) te mobiliseren is. Wanneer alles heel chaotisch en complex is, start dan met het exploreren en/of uitproberen van acties op één of twee leefgebieden en kijk wat dat oplevert. Draagkrachtfactoren Het kan zijn dat de draagkrachtfactoren (gedeeltelijk) al aan de orde zijn bij het bespreken van de draaglastfactoren. Het kan heel natuurlijk zijn om bij het navragen van de probleemoplossingspogingen tot dan toe meteen te vragen naar het netwerk en de kracht van de persoonlijke relaties. Soms blijft iemand erg hangen aan de draaglastkant, dan kan het zinvol zijn om actief de aandacht te verleggen naar de draagkrachtkant: welke zaken bieden tegenwicht en/of lukken ondanks alles wel goed? Veranderwensen en ondersteuning Ook voor dit thema geldt dat het bij de verkenning van de draaglastkant al aan de orde kan zijn. Dat neemt niet weg dat het goed is om – waar mogelijk en realistisch - afspraken te maken over de gewenste veranderingen. Naast deze exploratie van de huidige (probleem)situatie, kun je ook specifiek navraag doen op bepaalde leefgebieden. Dit doe je als je vermoedt dat zich daar problemen of hindernissen voordoen, maar dat kan ook als je zoekt naar de kracht van de persoon en zijn netwerk. Hantering van de situatie Bij de hantering van de situatie probeer je erachter te komen wat de cliënt zelf op kan pakken. Hierbij moet je niet alleen kijken naar wat hij zelf kan doen, maar betrek daar ook de draagkrachtfactoren (netwerken, voorzieningen, omstandigheden) bij die hij mogelijk in kan zetten. Ook in een situatie waarin de persoon en/of zijn netwerk helemaal niet op professionele hulp of ondersteuning zitten te wachten en jij niettemin meent dat je iets voor ze kunt betekenen, is het zinvol duidelijk te zijn over wat je (mogelijk) kunt doen. Wees hierbij altijd duidelijk en realistisch. Denk bijvoorbeeld aan kleine diensten die je aan kunt bieden, of acties die je sowieso in gang gaat zetten. Of maak duidelijk dat je je zorgen maakt en graag op een later tijdstip terugkomt.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 24
Gespreksthema’s met vraagsuggesties
Draaglastfactoren 1 problemen en klachten 2 beleving van de situatie 3 gevolgen voor het dagelijks functioneren / sociale relaties Vraagsuggesties voor het bevragen van de draaglastkans zijn: 1 problemen en klachten Kun je mij vertellen wat er aan de hand is? Waar zit je mee? Is er pas iets gebeurd waardoor je nú hulp vraagt? Is er een oorzaak aan te wijzen voor dit probleem? Als er meer cliënten zijn: Denk jij er net zo over? Heb jij misschien nog aanvullingen? Spelen er nog andere zaken of gebeurtenissen die maken dat de situatie (op dit moment) extra zwaar voor je is? Zijn er zaken die een spoedige (spontane) oplossing in de weg staan? 2 beleving van de situatie - Hoe zwaar wegen deze problemen voor je? - Hoeveel last heb je van de situatie? - Wat betekent dit voor je? - Hoeveel zorgen maak je je hierover? 3 gevolgen voor het dagelijks functioneren / sociale relaties - Hoe beïnvloedt deze situatie je dagelijks leven? - Doe je hierdoor dagelijks andere dingen dan je gewend bent of dan je zou willen doen? Draagkrachtfactoren 5 eigen kracht van het systeem 6 steunende kracht van het systeem: mensen en netwerken 7 steunende kracht van het systeem: voorzieningen en omstandigheden Vraag suggesties voor het bevragen van de draagkracht zijn: 5 Eigen kracht van het systeem - Wat zijn je goede karaktertrekken en eigenschappen? En die van de mensen om je heen? - Waar ben je goed in? Is er iets waar je in uitblinkt? En de mensen om je heen? - Wat hield je tot nu toe op de been? - Wat gaat er wel goed? En wanneer gaat/ging dat wel goed? - Waar ben je (heel) tevreden over? Waar put je energie uit? - Waar geniet je van? Met wie kun je genieten? 6 steunende kracht van het systeem: mensen en netwerken - Heb je vrienden / kennissen met wie je leuke dingen onderneemt? - Bij wie kun je terecht met je problemen? - Wie helpen je hiermee? Wie zijn je tot steun? - Zijn er mensen in uw omgeving die u leven ‘rijker’ / makkelijker / fijner maken? Wie zijn dat? Hoe doen zij dat? Zonder wie zou u niet kunnen?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 25
7 steunende kracht van het systeem: ondersteunende voorzieningen en omstandigheden - Waar kom je graag buitenshuis? - Zijn er (sport)verenigingen waar je/jullie lid van zijn? - Woon je in een fijne buurt? Kan je goed met je buurtgenoten overweg? - Zijn er mensen met wie je je interesses deelt die je regelmatig ziet? - Waar kom je dagelijks? Hoe ziet je dag eruit, als je ‘m eens beschrijft vanaf het moment dat je opstaat? - Zijn hier plekken of mensen bij waar je je zorgen mee kan delen? - Zijn hier plekken of mensen bij met wie je wel eens iets leuks verzint of zou willen doen? - Is er een groep mensen waarvan jij vindt dat jij daar bij hoort, bij wie jij je thuis voelt? Hantering van de situatie Veranderwensen en verplichtingen 8 gewenste en mogelijke veranderingen in de situatie 9 veranderingen in de situatie die worden vereist Vraagsuggesties voor het bevragen van de veranderwensen zijn: 8 gewenste en mogelijke veranderingen in de situatie - Wat zou je willen dat er veranderde? - Hoe ziet je leven eruit als deze problemen er niet meer zijn? - Wat zou je dan allemaal kunnen? - Wanneer wil je dat bereikt hebben? - Wat vind je belangrijke zaken om in je leven te bereiken? - Hoe wil je dat je leven er over een paar jaar uitziet? 9 veranderingen in de situatie die (vanuit instanties, overheid etc.) worden vereist - Met welke instanties heeft u de afgelopen tijd te maken gehad? Weet u wat zij willen dat u doet? Zo ja, wat is dat? Zo nee, hoe kan u daar achter komen? - Welke brieven heeft u de afgelopen tijd gekregen van instanties / overheid die iets van uw wilden? Weet u wat daar instond? Zullen we die samen bekijken? Belemmeringen om te veranderen 10 stagnatie van eigen kracht 10 stagnatie van eigen kracht - Wat houdt je tegen om zaken anders aan te pakken? - Wat en wie belemmeren je om zaken anders aan te pakken? Meer grip krijgen op de eigen situatie 11 inzetten van eigen krachten eigen netwerken 12 inzet van ondersteuning of hulpverlening 11 inzetten van eigen kracht en eigen netwerken - Wat doet u om meer grip te krijgen op uw situatie? - Wat heb je tot nu toe gedaan om je situatie te veranderen en/of een oplossing te vinden? - Heeft iemand je daarbij geholpen? - Heb je wel eens iemand uit je omgeving gevraagd om hierbij te helpen?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 26
-
Is er iemand in je omgeving die je hierbij zou kunnen helpen? Wat kun je zelf of samen met je naasten en je naaste omgeving? Heb je daar nog meer bij nodig?
12 inzet van ondersteuning of hulpverlening - Heb je al eerder hulp van professionals gehad? - Loste dat iets op? Wat? Hoe? Wat niet? - Heb je het idee dat je van die hulp sterker van bent geworden? - Wat verwacht u van de hulpverlening/het maatschappelijk werk? - Hoe kan ik je nu verder helpen? Maak eventueel gebruik van: Biografische checklist Ecogram
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 27
2.3
Participatielijst
Toelichting hanteren participatiethema’s Overzicht participatiethema’s
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 28
Toelichting hanteren participatiethema’s
In de participatielijst zijn terreinen opgenomen waar de cliënt of het cliëntsysteem een actieve of passieve rol in kan spelen én waarbij hij aangesproken wordt op de mogelijkheden en eigen kracht die hij heeft. De lijst heeft geen gesloten karakter: er kunnen meer items en onderwerpen aan worden toegevoegd. Ook zijn er geen uitwerkingen toegevoegd van de specifieke activiteiten die onder de items aangeboden of ontwikkeld kunnen worden of zijn. Deze zijn immers afhankelijk van de specifieke lokale situatie én van de wensen en mogelijkheden van de cliënt. Vanuit (eigen) kennis van de sociale kaart of vanuit netwerken (met samenlevingsopbouwprofessionals is er vaak een lijst met mogelijke activiteiten met een kansgerichte insteek op te stellen. Er is in deze participatielijst gekozen voor een hoofdindeling op de volgende terreinen: o Participatie in wijk en buurt (georganiseerd en ongeorganiseerd); o Participatie voor en met doelgroepen; o Participatie in accommodaties en voorzieningen; o Participatie door middel van belangenbehartiging. Participatie op deze terreinen kan grofweg twee vormen aannemen: o Voor sociale contacten en ontmoeting o Voor maatschappelijke bijdrage en vrijwillige inzet In het eerste geval gaat het vooral om activiteiten die goed zijn voor de cliënt en het cliëntsysteem zelf. In het tweede geval om de bijdrage die de cliënt voor anderen levert. Natuurlijk gaat het in de meeste gevallen om ‘mengvormen’. Zo is inzet als coach van een voetbalteam, ook vanuit een principe van wederkerigheid, vaak ook goed voor het zelfvertrouwen. In deze lijst zijn terreinen als arbeidsparticipatie en mantelzorg achterwege gelaten. Deze hebben beide een min of meer ‘verplichtend’ karakter. De participatielijst is bedoeld om je aandacht anders te richten dan op (een analyse van) de probleemsituatie waar de cliënt in verkeerd. Aan de hand van de lijst kan je, afhankelijk van de situatie, kijken waar er mogelijkheden liggen om de eigen kracht aan te spreken. Dit hoeft niet per sé op het terrein te liggen waar het probleem zich voordoet. Ook is het niet noodzakelijk dat er (direct) een actieve rol wordt gepakt. Bij veel van de participatieterreinen is er ook de mogelijkheid om passief deel te nemen (bijvoorbeeld koffie drinken op een koffieochtend, lid van een sportvereniging, geen coachende rol). Soms vergt participatie aan activiteiten een (lichte) vorm van toeleidende ondersteuning. Die kan je af en toe zelf bieden. Vaak is het ook mogelijk andere cliënten of bewoners in te schakelen. Soms kan ook de samenlevingsopbouwwerker een rol spelen. Maak eventueel gebruik van: Leefgebiedenlijst Wonen en woonomgeving Leefgebiedenlijst Dagelijkse bezigheden Biografische checklist Zelfredzaamheidsmatrix
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 29
Overzicht participatiethema’s
In wijk en buurt; ontmoeting, sociale contacten en maatschappelijke deelname
Georganiseerd o Buurt- en straatverenigingen voor zorg om leefomgeving Sociale contacten en samenhang (huisbezoeken bij nieuwe bewoners) Veiligheid (buurtvaders, buurtpreventie) Klussendiensten (zoals Buuv in Haarlem (zie www.buuv.nl)) o Verenigingen voor ontmoeting, ontspanning en vrije tijd Sport (inclusief sportscholen) (begeleiding en coaching jeugd) Muziek, toneel, dans o Organisaties voor religie, zingeving Kerken (lotgenotengroepen, voedselbank, huisbezoeken) Moskeeën (huisbezoeken, activiteiten voor de jeugd)
Ongeorganiseerd o Openbare ruimte: Speelplekken voor de jeugd (Cruyff-courts, Krajiceck-playgrounds, kleinschalige speelzones (‘wipkippen’)) (toezicht, beheer, activiteiten organiseren) Schoolplein (toezicht, activiteiten) Pleinen, parken (ontmoeting) Hangplekken voor ouderen (ontmoeting) Verkeersveiligheid o Buurt en straat Buurtbarbecues en spontane en ‘losse’ activiteiten in de buurt Opvang van (buurt)kinderen Boodschappen en hand en spandiensten voor buurtgenoten in de knel
Doelgroepen; maatschappelijke bijdrage en vrijwillige inzet
Ouderen: o Verzorgingshuizen (ondersteuning bij dagactiviteiten, maaltijdvoorziening, praatje maken) o Dienstencentra (ondersteuning bij koffiemiddagen, hulp bij administratieve vragen) o Vervoer (chaufferen) o Ondersteunende begeleiding (bij boodschappen, bezoek aan theater, bioscoop, ommetje)
Mensen met een beperking o Ondersteuning begeleid wonen (informeel toezicht, praatje maken) o Ondersteuning begeleiding (recreatieve activiteiten en dagbesteding)
Minderheden, vluchtelingenwerk o Taal en inburgering o Ondersteunende begeleiding (onder andere recreatieve activiteiten en dagbesteding)
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 30
Mensen in armoede en schulden o Thuisadministratie o Voedselbank
Accommodaties en voorzieningen: vindplaatsen voor participatie
Cultuur: o Bibliotheek o Musea
Sport: o o o o
Sporthallen en sportaccommodaties Gymzalen Zwembaden Sportschool
Ontmoeting: o Buurthuis, multi-functionele accommodatie, dorpscafé o Jeugdcentrum o Dienstencentrum ouderen o Accommodatie van een zelforganisatie
Leren: o Basisschool (voorleesmoeder/oma) o School voor middelbaar onderwijs o ROC
Vrijwilligerswerk: o Vrijwilligerscentrale
Belangenbehartiging
Buurt en wijk (wonen, leefomgeving) Doelgroep (jongeren, ouderen, minderheden, mensen in armoede, cliënten- en patiëntenplatforms, psychiatrische patiënten) Thema (armoede en schulden, (verkeers)veiligheid, cultuur)
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 31
Deel II Checklists en hulpmiddelen om te signaleren en door te vragen
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 32
Checklists en hulpmiddelen om te signaleren en door te vragen: introductie In dit deel van de handleiding staan checklists en verwijzingen om dieper in te gaan op een specifiek thema. Deze worden met name gebruikt wanneer er aanwijzingen zijn voor specifieke problematiek die om verdere uitdieping vraagt, of wanneer de cliënt / het cliëntsysteem deel uitmaakt van een bijzondere doelgroep met eigen kenmerken en problemen / kansen. Let op! Bij ernstige problematiek is er een signalerings- en meldingsplicht. Over het algemeen is het handelen in deze gevallen vastgelegd in protocollen. Deze kunnen verschillen per instelling. De volgende invalshoeken met verdiepende checklists en hulpmiddelen komen in dit deel aan bod: Gezinsleven: kinderen, gezin en opvoeding Toelichting Checklist gezins- en opvoedingssituatie Checklist 0- tot 12-jarigen Checklist 12- tot 18-jarigen Ernsttaxatie bij opvoedingsproblematiek Kindermishandeling Risicoscreening Huiselijk Geweld Ouderenmishandeling Signaleren en exploreren specifieke problemen / risico’s Toelichting Eergerelateerd geweld Depressie Suïcidaal gedrag Post-traumatische stress-stoornis Checklist verslaving (volgt) Specifieke doelgroepen Toelichting Checklist migranten Checklist vluchtelingen Checklist belasting mantelzorgers Checklist holebi’s en transgenders Checklist LVG Methoden om cliëntnetwerken in kaart te brengen Toelichting Netwerkcirkel Genogram Ecogram Methoden om financiële zelfredzaamheid in kaart te brengen Toelichting Competentiecheck financiële zelfredzaamheid Voorzieningenchecklist (volgt) Checklist schuldhulpverlening (volgt)
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 33
Methoden om eigen kracht in kaart te brengen Toelichting Checklist biografie Zelfredzaamheidsmatrix Online checklists en testen Toelichting Checklists en testen voor het ontdekken van een probleem Checklists en testen over aansluiting bij een specifieke zorgvraag (pgb-gerelateerd) Checklists en testen om digitaal contact met hulpverlening te leggen
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 34
3. Gezinsleven: kinderen, gezin en opvoeding Bij cliënten die met hulp- en dienstverlening contact zoeken of daarmee in aanraking komen speelt vaak de omgeving direct of indirect een belangrijke (bestendigende of oplossende) rol. In veel gevallen zal het ook gaan om primaire relaties en netwerken in een gezinssysteem. In dit deel is een aantal instrumenten opgenomen om de risico’s die zich in een gezinssituatie, zowel bij jeugdigen, bij partners als bij ouderen verder uit te diepen. De bedoeling van deze checklists is om goed zicht te houden op mogelijke risicosituaties, zodat er zo vroeg mogelijk, en zo mogelijk preventief, kan worden ingegrepen. In dit deel zijn de volgende checklists opgenomen: o o o o o o o
Checklist gezins- en opvoedingssituatie Checklist 0- tot 12-jarigen Checklist 12- tot 18-jarigen Ernsttaxatie bij opvoedingsproblematiek Kindermishandeling Risicoscreening Huiselijk Geweld Ouderenmishandeling
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 35
Checklist gezins- en opvoedingssituaties
Gezinssamenstelling Hoe is de samenstelling van het gezin? Hoeveel ouders zijn er aanwezig? Zijn de ouders de biologische ouders? Zo nee, hoe is de relatie tot de kinderen (ontstaan)? Hoeveel broertjes en zusjes zijn er? Wonen alle kinderen bij het gezin? Is de gezinssituatie wel eens veranderd (scheiding, overlijden, enzovoort)? Is er sprake van een nieuw samengesteld gezin? Zo ja, wat zijn de onderlinge relaties? Wie zijn de formele gezagsdragers van de thuiswonende kinderen? Gezinssituatie Hoe is de dagelijkse structuur van het gezin Hoe ziet een doordeweekse dag eruit? Hoe ziet het weekend eruit? Hoe vaak zijn de gezinsleden (samen) aanwezig? Wat is de vrijetijdsbesteding van het gezin? Wie is hoofdzakelijk verantwoordelijk voor het huishouden? Wat is zwaar / leuk in het huishouden? Opvoedingsklimaat Hoe is het opvoedingsklimaat? Wie heeft de grootste rol in de opvoeding? Is er sprake van onderlinge betrokkenheid en genegenheid? Is er een constructieve opvoedingsstijl? Hoe gaat het met de handhaving van regels / gezag / structuur? Is er sprake van een leeftijdsadequate benadering en stimulans? Wat wordt belangrijk gevonden in de opvoeding? Levensbeschouwing? Normen en waarden? Voelen de opvoeders zich competent? Zijn de opvoeders consequent en duidelijk? Is er overeenstemming over de opvoedingsaanpak tussen de opvoeders? Communicatie in het gezin Hoe is de communicatie in het gezin? Wordt er vaak gepraat? Wordt er veel gelachen / plezier gemaakt? Is er vaak ruzie? Kan er wederzijdse kritiek worden geuit? Wordt er veel gezamenlijks ondernomen? Zijn er ‘geheimen’ in het gezin? Sociaal netwerk Heeft het gezin goede sociale contacten? In de familie In de buurt Vrienden / kennissen Verenigingen / sociale verbanden
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 36
Mishandeling Is er een vermoeden van mishandeling van de jeugdige? Ernstige verwaarlozing Lichamelijke mishandeling Geestelijke mishandeling Seksueel misbruik Ingrijpende levensgebeurtenissen Heeft er een of meer ingrijpende gebeurtenissen plaatsgevonden? Verlies van een geliefd persoon Scheiding van de ouders / verandering gezinssamenstelling Verhuizing Ziekenhuisopname Arrestatie of verblijf in detentie van een der ouders Anders Individueel welzijn gezinsleden Hoe is het gesteld met de afzonderlijke leden van het gezin? Somatische aandoeningen Psychosociale klachten Psychiatrische klachten Verslaving Handicap Materieel-maatschappelijke omstandigheden Hoe zijn de omstandigheden in de directe omgeving? Huisvesting Buurt Maatschappelijke positie Financiën Werk / werkloosheid ouders Vorming / opleiding ouders Culturele achtergrond / cultuurverschillen Welke cultuurverschillen beïnvloeden het huidige functioneren? Migratieleeftijd Eerste / tweede generatie Beleving migratie Aanpassing Discriminatie (Hanteer zo nodig de checklist migranten en vluchtelingen.) Maak eventueel gebruik van: Ernsttaxatie opvoedingsproblematiek (zie Deel II, onderdeel ernsttaxatie opvoedingsproblematiek)
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 37
Checklist 0- tot 12-jarigen
Lichamelijk functioneren Is het kind gezond? Eten en slapen Zindelijkheid Uiterlijk / lichamelijke verzorging Is er sprake van ziekten of handicaps? Gebruikt het kind medicijnen? Is er sprake van onverklaarbare lichamelijke klachten? Ontwikkeling Gedraagt het kind zich overeenkomstig zijn / haar leeftijd? Zindelijkheid Spraak / taal / communicatie / oogcontact Concentratie / aandacht Motoriek Denken / geheugen Persoonskenmerken Hoe is doorgaans de stemming van het kind? Angst Verdriet Drift / hyperactiviteit Teruggetrokkenheid / apathie Agressie Jaloezie Koppigheid Plezier / enthousiasme Zelfvertrouwen Psychopathologie / vreemd gedrag Spelgedrag Kan het kind zich goed vermaken? Alleen spelen Met anderen spelen 'Constructief' en 'lerend' spelen Favoriete spelletjes / bezigheden / clubs Sociale contacten Kan het kind goed overweg met andere mensen? Gehechtheid aan gezinsrelaties Belangrijke mensen (familie, vriendjes, buurtkinderen) Leeftijdgenoten / pesten Volwassenen Is er veel verschil tussen het contact met bekenden / onbekenden?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 38
School Hoe gaat het op school? In welke groep zit het kind? Gaat het kind graag naar school? Hoe zijn de verrichtingen / prestaties? Is er mogelijk sprake van een leerstoornis? Hoe is het contact met de begeleiders / leerkrachten? Hoe is het contact met groepsgenoten? Spijbelt het kind wel eens?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 39
Checklist 12- tot 18-jarigen
Lichamelijk functioneren Is de jongere gezond? Eet en slaapt de jongere goed? Verzorgt de jongere zijn uiterlijk en hygiëne goed? Is er sprake van ziekten of handicaps? Gebruikt de jongere medicijnen? Gebruikt de jongere alcohol en / of drugs? Is de jongere tevreden over zijn / haar uiterlijk? Heeft de jongere last van onverklaarbare lichamelijke klachten? Ontwikkeling Gedraagt de jongere zich overeenkomstig zijn / haar leeftijd? Veranderende omgang met ouders Intiemere omgang met leeftijdgenoten Seksuele identiteit en omgang Lichamelijke veranderingen Zelfredzaamheid, initiatief, verantwoordelijkheid Kan de jongere omgaan met spanningen / moeilijkheden? Voelt de jongere zich verbonden aan de sociaal-culturele identiteit van zijn gezin? Identiteit en toekomstbeeld Persoonskenmerken Hoe denkt de jongere over zichzelf? Is de jongere tevreden met zichzelf? Hoe is zijn / haar zelfbeeld? Hoe beschrijft de jongere de stemming waarin hij / zij doorgaans verkeert? Heeft de jongere agressieve gevoelens? Is de jongere verdrietig / gekwetst? Is de jongere angstig / somber / depressief / teruggetrokken? Heeft de jongere plezier / enthousiasme? Heeft de jongere zelfvertrouwen? Is er sprake van psychopathologie? Sociale contacten Hoe is het contact tussen de jongere en anderen? Heeft de jongere een vaste relatie? Heeft de jongere een vaste vriendenkring? Wat leveren de sociale contacten de jongere op? Hoe is de omgang met gezagdragers? Hoe is de omgang met vertegenwoordigers van maatschappelijke instellingen? Vrije tijd Wat doet de jongere in zijn / haar vrije tijd? Heeft de jongere hobby’s? Maakt de jongere gebruik van mogelijkheden om zich in de omgeving te vermaken? Trekt de jongere vaak met vrienden op? Wat zijn de favoriete bezigheden van de jongere en zijn vriendenkring? Maakt de jongere gebruik van de uitgaansgelegenheid in de buurt?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 40
-
Laat de jongere zich wel eens in met risicovol gedrag, zoals overvloedig drank- of druggebruik, criminele activiteiten enzovoort? Kent de jongere zijn of haar grenzen wat betreft het experimenteren met risico´s?
School Hoe gaat het op school? Wat is de (laatst genoten) opleiding? / Welke klas? Hoe is de motivatie om naar school te gaan? Hoe zijn de leerprestaties? Hoe functioneert de jongere op school sociaal en emotioneel? Hoe zijn de verrichtingen / prestaties? Hoe is het contact met de leraren? Spijbelt de jongere wel eens? Werk Hoe kijkt de jongere aan tegen zijn werk / gaan werken? Heeft de jongere al werk / gewerkt? Hoe functioneert de jongere op het werk? Heeft de jongere plezier in het werk? Kan de jongere goed omgaan met collega´s? Wil de jongere vooruitkomen in zijn / haar werk? Wil de jongere van werk veranderen? Materiële omstandigheden Hoe gaat de jongere om met geld en goed? Heeft de jongere geld te besteden? Waaraan geeft de jongere zijn geld uit? Heeft de jongere schulden? Hoe gaat de jongere om met zijn spullen en die van anderen?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 41
Ernsttaxatie bij opvoedingsproblematiek
Het ernsttaxatieschema van het CJG Rijnmond is een hulpmiddel bij de professionele beoordeling van opvoedingssituaties, nadat de aanwezige risico- en beschermende factoren in kaart zijn gebracht. Het schema helpt bij het wegen van het cumulatieve effect van de geïnventariseerde risico- en beschermende factoren, respectievelijk de ‘draaglast’ en de ‘draagkracht’ in de opvoedingssituatie. Er is sprake van opvoedingsproblematiek wanneer de draaglast zwaarder weegt dan de draagkracht, waardoor de opvoeders onvoldoende in staat zijn adequaat in te spelen op de ontwikkelbehoeften van het betreffende kind. Stappen in de ernsttaxatie 1. Taxeer de ontwikkeling van het kind op lichamelijk, cognitief, en psychosociaal gebied. Zet een kruis door de uitspraak die van toepassing is in elke van de vier rijen die horen bij deze sectie. In iedere rij zou er altijd een kruis moeten staan. (Hetzelfde geldt voor secties 2 t/m 4). 2. Taxeer de kwaliteit van de basiszorg die het kind krijgt in deze opvoedingssituatie. Onder basiszorg wordt verstaan de zorg die nodig is om de rechten van het kind te garanderen3. Dat wil zeggen, de medische zorg, voeding, kleding, huisvesting, sociaal contact, scholing en emotionele steun die samen zorgen voor een veilige opvoedingssituatie. Het pedagogisch besef van de opvoeders en de kwaliteit van de partnerrelatie zijn hierbij cruciale elementen. Zet een kruis door de uitspraak die van toepassing is in elke van de drie rijen die horen bij deze sectie. 3. Taxeer de beleving van de opvoeding van de opvoeders. Als er twee opvoeders zijn die dagelijks met de opvoeding (zouden moeten) bemoeien, maar die daarbij een geheel andere beleving hebben, neem dan het gemiddelde van die twee. 4. Taxeer de gezinsomstandigheden en de kwaliteit van het sociale netwerk. Onder gezinsomstandigheden wordt bedoeld inkomen, huisvesting, verblijfsstatus, schulden, ziekte en/of verslaving van de primaire opvoeders, en de ingrijpende gebeurtenissen die het opvoeden kunnen bemoeilijken. Het netwerk bestaat uit alle personen die zich in de sociale omgeving van het gezin bevinden en die in principe steun zouden (of hadden) kunnen geven. 5. Taxeer de ernst van de opvoedingsproblematiek als geheel door te kijken in welke kolom de meeste kruizen staan. Deze kolom geeft de ernst van de opvoedingsproblematiek, de risicostatus van het kind en de zorgbehoefte van de opvoeders aan. Bij een gelijk aantal kruizen maakt u zelf een keuze tussen de kolommen. Na de ernsttaxatie het kind eventueel aanmelden bij de betreffende persoon/organisatie volgens onderstaand schema. Komen van taxatie tot melding (voorbeeld van CJG Rijnmond) Bij ernstcategorie 2: overweeg in een signaleringssysteem te melden Bij ernstcategorie 3: altijd melden bij CJG regisseur/coördinator; altijd melden in SISA; altijd melden bij AMK als u zorgen heeft over de veiligheid van het kind Bij risicocategorie 4: altijd melden bij CJG regisseur/coördinator; altijd melden in SISA; altijd melden bij AMK als u zorgen heeft over de veiligheid van het kind Bij risicocategorie 5: altijd melden bij CJG regisseur/coördinator; altijd melden in SISA; altijd melden bij AMK als u zorgen heeft over de veiligheid van het kind
3
Zoals vastgesteld in het VN Verdrag van de Rechten van het kind
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 42
CJG Rijnmond ernsttaxatie opvoedingsproblematiek Enkelvoudige problematiek (80% Meervoudige problematiek (20% casussen) casussen) Ernsttaxatie (risicostatus) (1) Hoe gaat het met de ontwikkeling van het kind gelet op zijn mogelijkheden?
(2) Hoe zit het met de basiszorg en de veiligheid van het kind?
(3) Hoe ervaren opvoeders de opvoeding? (4) Wat zijn de gezinsomstandigheden?
1 Opvoedingsvragen
2 Opvoedingsspanning
Psychosociaal (gedrag)
Lichamelijke ontwikkeling normaal Kind gaat goed om met cognitieve uitdagingen Kind gedraagt zich overal normaal
Psychosociaal (emotioneel)
Kind gaat goed om met eigen emoties
Vragen over lichamelijke ontwikkeling Vragen over cognitieve ontwikkeling Er zijn regelmatig gedragsproblemen in een ontwikkeldomein4 Af en toe vragen over de emotionele ontwikkeling
Goede basiszorg
Adequate basiszorg
Opvoeders spelen goed in op ontwikkelbehoeften kind
Opvoeders spelen meestal goed in op ontwikkelbehoeften kind
Voldoende saamhorigheid tussen partners Opvoeders voelen zich competent en lossen opvoedingsvragen naar tevredenheid op Omstandigheden vormen geen belemmering voor de opvoeding Biedt voldoende steun BEVESTIGING
Beperkte steun tussen partners Opvoeders vinden de opvoeding vaak moeilijk en voelen zich onzeker
Lichamelijk Cognitief
Kwaliteit basiszorg5 Pedagogisch besef opvoeders Relatie primaire opvoeders Opvoeders beleving van de opvoeding Omstandigheden
Sociaal netwerk ZORGEBEHOEFTE OPVOEDERS
Hoogstens een belemmerende omstandigheid Biedt af en toe steun BEVESTIGING EN PERSOONLIJK ADVIES
3 Verhoogde opvoedingsspanning Vragen over lichamelijke ontwikkeling Kind presteert onder zijn cognitief niveau Altijd gedragsproblemen in ten minste één ontwikkeldomein Duidelijke problemen in emotionele ontwikkeling Meestal adequate basiszorg Opvoeders spelen onvoldoende in op ontwikkelbehoeften kind Opvoeders hebben niet veel aan elkaar Opvoeders voelen zich tekortschieten en ervaren chronische opvoedingsstress Enkele belemmerende omstandigheden Biedt geen oplossingen BEVESTIGING EN BEGELEIDING
4 Opvoedingsnood
5 Opvoedingscrisis (5%)
Zorgen over lichamelijke ontwikkeling Kind presteert onder zijn cognitief niveau Aaneenschakeling van problemen in alle ontwikkeldomeinen Merkwaardig sociaal gedrag of onbegrijpelijke emoties
Zorgen over lichamelijke ontwikkeling Kind presteert onder zijn cognitief niveau Acute problemen in alle ontwikkeldomeinen
Gebrekkige basiszorg brengt kind in gevaar Opvoeders hebben weinig pedagogisch besef en ouderkindrelatie is ernstig verstoord Opvoeders hebben elkaar niets te bieden Opvoeders voelen zich machteloos en situatie lijkt onoplosbaar
Emotionele problematiek brengt kind en/of anderen in gevaar Gebrek aan basiszorg brengt kind in gevaar Opvoeders hebben weinig/geen pedagogisch besef en ouder-kindrelatie is ernstig verstoord Opvoeders hebben een destructieve relatie Opvoeders hebben geen controle meer en geven het opvoeden op
Opeenstapeling van belemmerende omstandigheden Functioneert niet meer BEVESTIGING EN INTENSIEVE BEGELEIDING
Escalerend aantal belemmerende omstandigheden Zelfs nu springt niet bij ACUTE HULP EN INTENSIEVE BEGELEIDING
CJG Rijnmond, oktober 2010. Schema gebaseerd op Hermanns, 2006; Kousemaker, 1996; Belsky, 1994
Onder ontwikkeldomein wordt verstaan: de omgevingen waarin het kind opgroeit en zich ontwikkelt, namelijk thuis, de lomdetopvang/school/werkplek, de buurt/vrijetijdsomgeving. 5 Onder basiszorg wordt verstaan: medische zorg, voeding, kleding, huisvesting, sociaal contact, scholing en emotionele steun die samen cruciaal zijn voor de veiligheid en gezonde ontwikkeling. 4
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 43
Kindermishandeling
Een vermoeden van kindermishandeling Bij een vermoeden van kindermishandeling, is het raadzaam om gebruik te maken van de instrumenten en hulpmiddelen via de website: www.handelingsprotocol.nl. Concrete instrumenten voor signalering zijn te vinden: http://www.handelingsprotocol.nl/informatie/29-signalen-kindermishandeling.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 44
Risicoscreening Huiselijk Geweld
Het Verwey Jonkerinstituut en de Federatie Opvang hebben een instrument ontwikkeld voor risicoscreening bij aanmelding van cliënten bij Advies en Steunpunten voor Huiselijk Geweld ((A)SHG). Bij het instrument hoort een handleiding voor gebruik en interpretatie. Het instrument is uitgebreid in de praktijk getest en beproefd. De risicoscreening moet, aldus de handleiding, inzicht geven in de veiligheidssituatie van een cliënt die zich bij een (A)SHG meldt. Het instrument is ontwikkeld om risico’s op ernstig gevaar op systematische wijze en in een vroeg stadium in kaart te brengen en de hulpverlener te adviseren over te ondernemen stappen. Meer informatie is te vinden via www.opvang.nl en Movisie.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 45
Ouderenmishandeling
Door Zet (ondersteuningsorganisatie Noord Brabant) en de vijf steunpunten huiselijk geweld in de provincie is een signalenkaart voor ouderenmishandeling ontwikkeld. De kaart vind je hieronder.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 46
4. Specifieke problematiek Soms heb je een vermoeden of aanwijzing dat er sprake is van een probleem dat lastig is om met het cliëntsysteem te bespreken. Je wilt daarom checken of je vermoeden klopt. In dit deel staat een aantal voorbeelden van specifieke problematiek. Beschreven staat hoe je kunt checken of en hoe deze problematiek speelt in het cliëntsysteem. Let op! Bij ernstige problematiek geldt een signalerings- en meldingsplicht. Per instelling is dit in protocollen vastgelegd.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 47
Eergerelateerd geweld
Eergerelateerd geweld kan razend snel escaleren. Ingrijpen is dan noodzakelijk. Er zijn daarom verschillende checklists en risicotaxatie instrumenten ontwikkeld om na te gaan of er sprake is van eergerelateerd geweld en hoe groot het risico is op escalatie. Informatie is te vinden op: www.eergerelateerdgeweld.info. Hier vind je handreikingen, protocollen en up-to-date informatie over signalering, aanmelding, opvang, ketenpartners en nazorg.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 48
Depressie
Een depressie is soms moeilijk te herkennen, omdat de klachten heel geleidelijk ontstaan. Mensen die aan een depressie lijden zijn voor langere tijd somber. Ook komen meerdere van de volgende verschijnselen al langere tijd voor: niet meer kunnen genieten moe zijn en weinig energie hebben slecht, of juist heel veel slapen geen trek hebben in eten of juist heel veel snoepen het liefst in bed blijven liggen en overal tegenop zien angstig of gespannen zijn onredelijk geprikkeld reageren last hebben van stemmingswisselingen concentratieproblemen terugkerende gedachten aan de dood of aan zelfmoord Lees meer op: http://www.psyq.nl/Programma/Depressie/depressie-herkennen Vooral bij ouderen wordt een depressie vaak niet herkend. Dit komt omdat de klachten aan de leeftijd worden toegeschreven, maar ook omdat ze verschillen van die bij jongeren. Hierdoor krijgen ouderen vaak niet de juiste hulp terwijl een depressie meestal goed te behandelen is. Goede signalering van de verschijnselen is daarom belangrijk. Lees meer op: http://www.kennisbankzorgvoorbeter.nl/interventie.aspx?id=1016 Let op! Er zijn vele oorzaken voor depressieve klachten te benoemen. Soms speelt er van alles op andere leefgebieden waardoor depressieve klachten kunnen ontstaan. Ga altijd na of het werken aan andere klachten en problemen, of het stimuleren van draagkrachtfactoren mogelijk verlichting kan brengen, voordat je focust op de psychosociale beleving van de klachten. Probeer zoveel mogelijk volgens stepped-care principes te werken waarbij sobere oplossingen – ook binnen andere leefgebieden – in de afweging voor specifieke begeleiding of ondersteuning worden betrokken.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 49
Suïcidaal gedrag
Veel mensen die suïcide plegen zijn kort daarvoor bij een hulpverlener geweest. Het is dan ook belangrijk om signalen van potentieel suïcidaal gedrag te bespreken door rechtstreeks te vragen naar mogelijke zelfmoordgedachten en -plannen. Meer informatie over suïcidaal gedrag is te vinden op: https://www.113online.nl/informatie-over-zelfmoord/volwassenen Eén van de risicogroepen voor suïcidaal gedrag zijn meiden van Turkse en Hindoestaanse afkomst. Lees hier specifieke tips voor hulp aan deze doelgroep: http://www.jestaatnietalleen.nl/About/woord-vooraf.html
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 50
Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
Bij sommige mensen die een traumatische gebeurtenis hebben meegemaakt (verkeersongeluk, overval, mishandeling, seksueel geweld, oorlogsgeweld) kunnen de gebeurtenissen hun gedachten zodanig gaan beheersen dat het normale leven ernstig verstoord raakt. Er kunnen allerlei lichamelijke, psychische en sociale problemen optreden. Meer informatie is te vinden op: http://www.psychischegezondheid.nl/ptss verwijs je door naar een (eerste lijns)psycholoog. Onderstaande checklist komt van deze site. Klachten Herbeleving Bij herbeleving lijkt het alsof u de traumatische gebeurtenis opnieuw meemaakt. U ziet, ruikt, hoort, proeft en voelt alles weer zoals toen het gebeurde. U heeft nachtmerries en slaapt onrustig. U heeft herinneringen aan de gebeurtenis die steeds weer terugkomen. Wanneer u aan de gebeurtenis denkt, krijgt u hartkloppingen, gaat u trillen en zweten en kunt niet goed meer ademhalen. U voelt zich verlamd van angst. Vermijding Bij vermijding gaat u alles uit de weg wat aan de traumatische gebeurtenis doet denken. Zo beschermt u zichzelf tegen de heftige emoties. U ‘vergeet’ de hele gebeurtenis of bepaalde momenten eruit. Dit heet verdringing. U voelt soms helemaal niets meer en doet alles op de automatische piloot. U ontkent wat er is gebeurd en vlucht ervoor weg door bijvoorbeeld keihard te werken of veel te drinken. U wilt niet praten over wat er is gebeurd en sluit zich af voor de mensen om u heen. U gaat alles uit de weg wat u aan de gebeurtenis doet denken. Gedrag en gevoelens U voelt zich voortdurend gespannen en ‘opgefokt’. U verliest snel uw geduld en bent snel boos (‘een kort lontje’). U heeft last van plotselinge huilbuien. U schrikt snel en bent overgevoelig voor elke onverwachte situatie of gebeurtenis. U zoekt gevaarlijke situaties op; u gaat bijvoorbeeld veel te hard rijden. U gebruikt verdovende middelen zoals drugs en alcohol. U bent somber, vindt niets leuk of interessant. U voelt zich schuldig aan het gebeurde en maakt zichzelf verwijten: ‘Dan had ik maar niet…’ U voelt zich minderwaardig. U kunt zich slecht concentreren. U bent doodmoe, maar kunt toch moeilijk inslapen of doorslapen.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 51
Checklist verslaving
Volgt
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 52
5. Aandachtspunten bij ondersteuning minderheidsgroepen Soms heb je te maken met een cliëntsysteem dat deel uitmaakt van een minderheidsgroepering waar jij als maatschappelijk werker nog weinig ervaring mee hebt. Het is dan belangrijk om te voorkomen dat je, vanuit je eigen referentiekader en ervaring met andere groepen, bepaalde aspecten in de situatie van het cliëntsysteem over het hoofd ziet. Hieronder staan voor een aantal minderheidsgroepen aandachtspunten beschreven die kunnen helpen om de situatie van het cliëntsysteem in beeld te krijgen. Belangrijk om voor ogen te hebben is dat de leden van minderheidsgroepen uiteraard onderling sterk verschillen en niet over één kam kunnen worden geschoren. Niet alle thema’s in de lijst zullen dus betrekking hebben op het cliëntsysteem dat jij begeleidt.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 53
Checklist migranten (eerste, tweede en derde generatie)
Migratiegeschiedenis - Hoe lang is de familie in Nederland? - Heeft er een gezinshereniging plaatsgevonden? - Hoe lang zijn vader, moeder en eventuele broers en zussen in Nederland? Wie waren er als eersten in Nederland? - Is de opvoedingssituatie of gezagsverhouding geschaad door de migratiegeschiedenis? Familie - Hoe zijn de gezins- en familieverhoudingen? - Wat is de positie van de cliënt in de familie? - Welke familieleden kunnen een rol spelen bij de oplossing van de hulpvraag? - Hoe worden er besluiten genomen in de familie? - In hoeverre heeft de cliënt de ruimte om zelfstandig beslissingen te nemen? Denk aan relaties, seksualiteit, partnerkeuze, school, werk, wonen, enzovoort. Hoe ervaart de cliënt dit? - Is de cliënt tevreden over zijn of haar band met het gezin? En over de band met de familie? - Is het behouden van de goede naam van de familie (familie-eer) belangrijk? Zo ja, op welke manier? Wat doet de familie om de goede naam van de familie (familie-eer) te beschermen of te verdedigen? - Wat gebeurt er als de cliënt zich niet houdt aan de regels van de familie? Materiële leefomstandigheden en maatschappelijke positie - Hebben alle leden van het gezin een verblijfsvergunning? - Wat is de kwaliteit van de leefomstandigheden? - Schaden de leefomstandigheden de ontplooiing van de kinderen? - Is de maatschappelijke positie van het gezin veilig? - Staat de familie in aanzien bij de eigen gemeenschap? Leven met twee culturen - Hoe wordt omgegaan met de cultuur en de traditie uit het land van herkomst en hoe wordt er omgegaan met de Nederlandse cultuur? Hoe ervaart de cliënt deze combinatie? - Is er bij de cliënt of diens ouders sprake van een cultuur- of generatieconflict (tegengestelde opvattingen over gedragsregels tussen cliënt en familie)? - Is er tussen de opvoeders en de kinderen sprake van een cultuur- of generatieconflict? - Hebben de kinderen verantwoordelijkheden thuis ten aanzien van communicatie met Nederlandse samenleving? - Heeft de cliënt als kind van migrantenouders specifieke verantwoordelijkheden gekregen thuis zoals met betrekking tot communicatie naar Nederlandse samenleving? Zo ja, hoe ziet deze verantwoordelijkheid eruit? Hoe heeft de cliënt dit ervaren? Gemeenschap - In hoeverre maakt de cliënt onderdeel uit van een culturele en/of religieuze gemeenschap? - Ervaart de cliënt ondersteuning van deze gemeenschap, en zo ja, op welke manier? - Is er sprake van sociale controle binnen de gemeenschap? Zo ja, hoe ervaart de cliënt deze sociale controle? Belemmert deze sociale controle de cliënt in diens functioneren?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 54
Omgaan met de eisen van de Nederlandse samenleving - Is de cliënt op de hoogte van de eisen die in Nederland aan hem of haar worden gesteld? - Anticiperen de kinderen op hun toekomst door met deze eisen te leren omgaan? - Beschikt de cliënt daarbij over voldoende mogelijkheden en/of ondersteuning van zijn of haar familie? Welke rol spelen de kinderen in deze ondersteuning? - Ervaart de cliënt discriminatie vanuit de Nederlandse samenleving? Zo ja, op welke momenten? Hoe gaat de cliënt hiermee om? - Voelt de cliënt zich buitengesloten door mensen met een andere culturele achtergrond? Zo ja, op welke momenten? Hoe gaat de cliënt hiermee om?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 55
Checklist vluchtelingen
Vluchtgeschiedenis - Speelt de vluchtgeschiedenis op dit moment een rol? - Zijn er in het land van herkomst mensen achtergebleven die voor de cliënt belangrijk zijn? - Is er nog contact (mogelijk) met de achterblijvers? Communicatie vluchtgeschiedenis - In hoeverre wordt er in het gezin gecommuniceerd over de vluchtgeschiedenis? - In hoeverre communiceert de cliënt met anderen buiten het gezin over de vluchtgeschiedenis? Status -
Is de cliënt legaal in Nederland? Zo ja, met welke status? Is de status gekoppeld aan de status van een familielid? Is de cliënt illegaal in Nederland? Is er een asielprocedure gaande? Is de cliënt op de hoogte van de regelgeving op dit gebied?
Alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA’s) - Is de jeugdige een alleenstaande minderjarige asielzoeker? - Is het gezag over de jeugdige geregeld? Bij wie staat de jeugdige onder voogdij? - Welke opvangsituatie is er voor de jeugdige geregeld? Sociaal netwerk - Is er sprake van een sociaal netwerk? - Beschikt de cliënt over vaardigheden om contacten met anderen aan te knopen? - Heeft de cliënt mogelijkheden om sociale contacten te leggen? Veerkracht - Beschikt de cliënt over veerkracht? - Kan de cliënt zijn positieve eigenschappen en vaardigheden voldoende gebruiken? Maak eventueel gebruik van: Checklist Posttraumatische stressstoornis (PTSS) Checklist migranten
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 56
Checklist belasting mantelzorger
Gebaseerd op: Anne Marie Vaalburg en Alice Schippers (2000). Een open gesprek. Indicatiestelling en mantelzorg. Utrecht: NIZW. Gezondheid - Hoe is de lichamelijke gesteldheid van de mantelzorger? - Hoe is de psychische gesteldheid van de mantelzorger? - Zijn er signalen van overbelasting: nervositeit, vermoeidheid? - Wat zegt de mantelzorger er zelf over? Beleving - Hoe ervaart hij of zij het zorgen? - Heeft de mantelzorger een ‘uitlaatklep’? o Heeft hij of zij de mogelijkheid om activiteiten buitenshuis te doen? o Kan hij of zij zijn verhaal kwijt bij vrienden, familie of professionals? o Wordt er respijtzorg geboden zodat de mantelzorger even op adem kan komen? - Heeft de mantelzorger inzicht in de ziekte van de cliënt waardoor het gemakkelijker is bepaald gedrag te accepteren? Relatiemantelzorger - cliënt - Hoe is de relatie tussen de mantelzorger en de cliënt? o Hoe stelt de cliënt zich op? Veeleisend of juist dankbaar? o Kan de mantelzorger grenzen aangeven en nee zeggen? o Is er irritatie in het contact tussen mantelzorger en cliënt? Tijdsbeslag - Hoeveel tijd heeft de mantelzorger? Heeft iemand een baan? Een eigen gezin? Een ander familielid dat zorg behoeft? - Is de zorg te plannen of is er constant zorg en toezicht nodig? - Hoe is de prognose? Relatie met professionals - Zijn er knelpunten in de zorg? Financiën en wonen - Hoe is de financiële situatie? Zijn er mogelijkheden om particuliere hulp in te zetten? - Hoe is de woonsituatie? Woont men afgelegen of in een flat zonder lift zodat de cliënt en de mantelzorger min of meer samen opgesloten zitten?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 57
Ondersteuning aan holebi’s en transgenders
Het ontdekken en uitkomen voor homo, lesbische, of bi (holebi) gevoelens levert in veel gevallen weinig problemen op. Maar omdat de samenleving nog steeds uitgaat van strakke heteroseksuele en gendernormen is dit niet voor iedereen gemakkelijk: in het bijzonder voor jongeren, ouderen, (streng) religieuzen, migranten en vluchtelingen (ook tweede en derde generatie). De acceptatie van transgenderisme en transseksualiteit is in de samenleving nog een stuk lager. Daarnaast hebben transgenders en transseksuelen te maken met vragen en afwegingen omtrent lichamelijke aanpassingen. Algemeen 1. Ervaren en benoemen van holebi gevoelens en / of transgender gevoelens a. Hoe ervaart de cliënt zelf zijn of haar seksuele voorkeur? Welke termen gebruikt de cliënt om deze gevoelens te beschrijven? b. Hoe ervaart cliënt op dit moment de eigen seksuele identiteit? c. Hoe ervaart de cliënt zelf zijn of haar gender? Welke termen gebruikt de cliënt om dit te beschrijven? d. Is er sprake van verandering in het benoemen van de gender identiteit? Zo ja op welke manier? Welke aanspreektitel (‘mevrouw’, ‘meneer’ , ‘beste..’) vindt de cliënt prettig in brieven? 2. Uitkomen voor gevoelens (‘coming out’) a. Is het mogelijk om uit te komen bij de familie? Zijn er mogelijke negatieveconsequenties? Zo ja, bij welke familieleden kan het wel en bij welke niet? b. Is het mogelijk om te uit te komen bij vrienden? Zijn er mogelijke negatieve consequenties? Zo ja, bij welke vrienden kan het wel en bij welke niet? c. Is het mogelijk om uit te komen op school of op het werk? Zijn er mogelijke negatieve consequenties? Zo ja, bij welke klasgenoten of collega’s kan het wel en bij welke niet? Wat is het beleid van de school of werkgever op het terrein van seksuele diversiteit? 3. Omgaan met pesten, discriminatie en geweld a. Is er een (mogelijke dreiging van) eergerelateerd geweld? b. Is er een (mogelijke dreiging van) andere vormen van geweld van ouders, broers of zussen? c. Is er een (mogelijke dreiging van) pesten op school? d. Is er een (mogelijke dreiging van) pesten in de wijk of buurt? In hoeverre kan de familie hierin ene beschermende rol spelen? Jongeren: 4. Liefde, seks en relaties a. Heeft de cliënt kennis nodig op het gebied van seksualiteit? Zo ja, is er een vertrouwenspersoon die seksuele voorlichting kan geven? b. Heeft de cliënt behoefte aan ervaring op het gebied van liefde, seksualiteit en relaties? Zo ja, op welke manier kan de cliënt hier in een veilige omgeving mee experimenteren? ‘Roze’ ouders: 5. Rollen en opvoeding a. Heeft de cliënt kinderen? Wie zijn de ouders? (let op: ouderschap hoeft geen biologisch ouderschap in te houden) Welke termen worden hiervoor gebruikt? (let op: verschil in termen zoals de term ‘vader’ of ‘donor’) b. Wat is de wettelijke positie van de ouders?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 58
c. Zijn er nog andere opvoeders? Alleen voor transgenders en transseksuelen: 1. Lijf en mogelijke wensen voor verandering a. Is er een wens tot het gebruiken van hormonen? b. Is er een wens tot het laten doen van operaties? (borst, geslacht) (let op: spreek nooit over ‘verbouwen’ maar over ‘veranderen’ of ‘opereren’!) Hoe ervaart de cliënt de verplichte sterilisatie – eis bij geslachtsverandering? 2. Registratie van geslacht a. Hoe wil de cliënt dat de sekse geregistreerd word in het dossier? b. Komt het wettelijke geregistreerde geslacht mogelijk niet overeen met het geslacht zoals de cliënt dit ervaart? Zo ja, in hoeverre worden hierin stappen ondernomen?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 59
Ondersteuning aan mensen met LVG
Een licht verstandelijk beperking is vaak moeilijk te herkennen; mensen met een licht verstandelijk beperking doen vaak hun best om dit te verbergen. Een checklist is daarom handig om na te lopen of je cliënt mogelijk een licht verstandelijk beperking heeft. Een voorbeeld van zo’n checklist is de checklist van de jeugdzorginstelling Vitree (2010). Hoe te herkennen? 1. Informeer naar de schoolopleiding a. Is speciaal onderwijs gevolgd?(speciaal basisonderwijs, MLK / ZMLK, praktijkonderwijs) b. Is het vervolgonderwijs niet afgemaakt? c. Zijn er veel verschillende scholen bezocht? d. Is er sprake van veelvuldige doublures? 2. Informeer naar sociale contacten a. Kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking hebben - naast een beperkt netwerk – vaak moeite met het aangaan van sociale contacten. Soms zeggen ze bijvoorbeeld veel vrienden te hebben, maar kunnen desgevraagd geen namen noemen. b. Zijn er nog andere sociale contacten naast de familiecontacten en contacten met personen binnen de woonvorm? c. Zijn er vriendschappen met leeftijdgenoten? d. Hoe maakt iemand contact als hij/zij als nieuweling ergens komt wonen? 3. Laat wat rekensommen maken a. Laat wat optel- en aftreksommen maken. b. Eenvoudige rekensommen boven het tiental lukken al vaak niet. Vermenigvuldigen en delen is meestal te moeilijk. c. Een aanwijzing kan zijn het moeite hebben met het accuraat teruggeven van wisselgeld. 4. Laat wat schrijven a. Laat wat opschrijven. Bijvoorbeeld persoonsgegevens zoals naam, adres, geboortedatum en plaats. Vaak heeft men daar moeite mee of probeert men dit te ontwijken, bang om schrijffouten te maken of om te zeggen het niet te kunnen of niet te weten. 5. Taal en begrijpen a. Let op het taalgebruik. Vaak worden uitdrukkingen verkeerd gebruikt of zijn er andere opvallende fouten in het taalgebruik, waaruit blijkt dat iemand niet precies begrijpt wat de woorden eigenlijk betekenen. b. Ook kunt u vragen naar de betekenis van spreekwoorden of gezegdes (bijvoorbeeld ‘de appel valt niet ver van de boom’). c. Let ook op zaken als het niet begrijpen van grapjes. 6. Observeer gedrag a. Stelt iemand veelvuldig dezelfde vragen? b. Kan iemand niet terug vertellen wat u heeft uitgelegd? c. Heeft iemand moeite met klokkijken? d. Duurt het langer dan normaal voordat iemand reageert op uw vragen? e. Is er sprake van traagheid?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 60
Wat te doen? - Communicatie o Gebruik korte zinnen o Gebruik niet meer dan één boodschap, vraag of opdracht in een zin o Gebruik eenvoudige woorden, maar maak geen kinderlijke zinnen. o Geef de tijd om een vraag te beantwoorden o Check of uw boodschap, vraag of opdracht begrepen is o Niet simpel vragen of iemand iets begrepen heeft, maar laat de persoon terug vertellen wat er is gevraagd of uitgelegd, of vraag wàt er begrepen is o Bespreek zaken concreet en rond ze in het gesprek ook af o Leg nooit meer dan 2 à 3 keuzes voor o Wees duidelijk over wat kan en niet kan in de woonsituatie van de persoon of in de situatie waarin men op dat moment verblijft o Geef ondersteuning bij het in stand houden van contacten met belangrijke personen uit het netwerk (familie, vrienden, kennissen) - Houding o Wees consequent en voorspelbaar in uw gedrag o Wees duidelijk in wat u verwacht o Wees ondersteunend en bied extra hulp o Voel je betrokken, maar laat je niet meeslepen in alle problematiek o Informeer bij tijdsafspraken – een dag - van te voren of men nog weet van de afspraak - Bejegening o Neem het kind of jongere serieus in zijn doen en laten o Probeer goed te luisteren o Geef aan op welke wijze het kind of de jongere regie heeft, laat hem/haar meepraten en meebeslissen over zaken die hun leven en wonen aangaan o Ga mee naar moeilijke situaties om zaken uit te leggen, voor te doen en naderhand nog eens te verduidelijken o Maak bij ‘ingewikkelde’ opdrachten een stappenplan. Maak bij taken die meerdere handelingen inhouden (kamer op orde houden) een eenvoudige stapvoor-stap instructie o Geef bij conflicten, ergernis en overlast aanwijzingen voor ander gedrag o Bespreek hoe dit gedrag eigen gemaakt kan worden. o Wanneer schakel je een deskundige in? Als de cliënt in kwestie zichtbaar hinder heeft van zijn/haar gedrag en beperkingen of als de bekende manier om met probleemgedrag om te gaan niet het gewenst effect lijkt te hebben
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 61
6. Methoden om cliëntnetwerken in kaart te brengen Er zijn verschillende manieren om (de kwaliteit van) cliëntennetwerken in kaart te brengen. Hier worden drie methoden nader toegelicht: de netwerkcirkel, het genogram en het ecogram. Alle drie de methoden lenen zich uitstekend om het netwerk samen met de cliënt of het cliëntsysteem te verkennen. Bovendien maken ze de kwaliteit van de structuren ook visueel inzichtelijk.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 62
Netwerkcirkel
Bron: http://www.kennispleingehandicaptensector.nl/kennisplein/kennisplein-handleidingenversterken-van-sociale-netwerken-met-de-netwerkcirkel.html Maak met het cliëntsysteem een netwerkcirkel. Gebruik hiervoor de netwerkkaart (zie hieronder). Gebruik begrijpelijke taal, foto’s, pictogrammen. Bedenk: de netwerkcirkel is geen doel maar een middel. Maak aantekeningen van belangrijke of opvallende keuzes, opmerkingen en ideeën van de cliënt. Interpreteer vervolgens de netwerktekening. Beantwoord de volgende vragen: - Uit hoeveel mensen bestaan de drie cirkels ongeveer? Wijkt dat veel af van wat gebruikelijk is? (Intimiteit 6-10, vriendschap 6-10, kennissen meer dan 10). - Getalsverhouding cliëntcontacten versus samenlevingscontacten? - Getalsverhouding professionele contacten versus andere contacten? - In welke cirkels staan de professionele contacten, wat valt op? Stel altijd de volgende vragen aan de orde: - Welke wensen en ideeën heeft het cliëntsysteem? - Welke netwerkleden waren moeilijk te plaatsen? - Welke keuzes van het cliëntsysteem waren verrassend? - Welke contacten verdienen op het eerste gezicht extra aandacht? - Welke mensen zouden het cliëntsysteem vaker of in een andere omgeving willen zien? - Zou het cliëntsysteem meer mensen willen leren kennen? Heeft hij daar al ideeën over? Als het nodig is om dieper te graven kijk dan ook naar: - de stabiliteit van de relatie - de frequentie van het contact - het initiatief bij het contact - de bereikbaarheid van het netwerklid - de activiteiten die men onderneemt - de wensen die cliënt of netwerklid hebben over het contact
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 63
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 64
Genogram
Bron: Felten, H. &Genc, F. (2010) De Diversiteitsbril Werkboek voor maatschappelijk werkers bij het intakemodel 'Wegen en (blijven) overwegen MOVISIE: Utrecht Hoe een familie in elkaar zit, wie er belangrijk zijn en wie niet, is sterk afhankelijk van cultuur. Zo is voor veel Nederlanders het kerngezin van belang: vader, moeder en kinderen. In nietwesterse culturen spelen meestal ook tantes, ooms, opa’s, oma’s en andere familieleden een belangrijke rol. Ook zijn er per cultuur grote verschillen in de manier waarop men binnen de familie met elkaar omgaat. Wat is het? Een genogram is een visueel diagram van de familiebanden van de cliënt. Het is een handig hulpmiddel om meer zicht te krijgen op de familie van de cliënt en diens plaats binnen de familie. Je kunt het vergelijken met een familiestamboom van minimaal drie generaties waarbij de relaties tussen de familieleden centraal staan. De tekening geeft de cliënt de mogelijkheid om samen met de intaker na te denken over de onderlinge relaties en (herhalende) patronen binnen de familie. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de macht binnen deze relaties. Hoe maak je het? Een genogram wordt door de cliënt en de intaker samen gemaakt, op papier of op een flap-over. In het genogram worden mannen meestal aangegeven met een vierkantje en vrouwen met een rondje. Onder het rondje of vierkantje kan de geboortedatum worden geschreven. Door middel van lijnen worden de onderlinge relaties aangegeven. Hierbij kunnen verschillende kleuren worden gebruikt om de aard en kwaliteit van de lijnen aan te geven.
Let op! Ga er niet vanuit dat er alleen liefdesrelaties zijn tussen een man en een vrouw.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 65
Ecogram
Gebaseerd op: - J. Wolf & Academische werkplaats Krachtgericht Ecogram (2010) OxO - homepages.hvu.nl/kees.vanhaaster/client/studenten/2005/.../Ecogram.doc Een ecogram is een eenvoudige simulatie of visuele voorstelling die ontwikkeld is om het sociale netwerk van een cliëntsysteem in kaart te brengen. Met een ecogram kunnen de volgende structurele eigenschappen van een sociaal netwerk in kaart worden gebracht: Stappen 1. De cliënt tekent een grote cirkel op een papier. Allereerst wordt gevraagd aan de cliënt om de mensen er bij te zetten met hun voorletter die dichtbij staan. Daarna die meer veraf staan. o mannen: □ o voor vrouwen: ○ o voor mensen met onduidelijk geslacht: ▲ 2. Geef aan welke relatie er is met deze mensen. Er zijn de volgende symbolen: o sterk ondersteunend voor het cliëntsysteem: ▬► o zwak ondersteund voor het cliëntsysteem: → o wederzijds ondersteund: ↔ o sterk wederzijds ondersteund: ◄▬► o cliëntsysteem ondersteund de ander: ◄▬ o cliëntsysteem ondersteund zwak de ander: ← o stressvolle relaties volgens het cliëntsysteem: ╪╪╪╪ o neutraal contact: ▪▪▪▪▪ o geen contact meer: ─ ─ ─ ─ 3. Bespreek vervolgens de aard van de steun en geef deze met letters aan in het schema: E = emotionele steun P = praktische en materiële hulp G = gezelschap A = advies en informatie 4. Interpreteer samen met de cliënt het ecogram. Denk aan de volgende zaken: o omvang : Hoe groot (omvangrijk) is het netwerk? Het totaal aantal mensen met wie contact bestaat o differentiatie (verscheidenheid): de variatie van netwerkleden in leeftijd, geslacht, handicap, cultuur/etniciteit, sociale klasse, burgerlijke staat, seksuele voorkeur, opleiding, scholing en beroep...(een netwerk kan homogeen zijn of heterogeen). o dichtheid = lijkt met name uit de frequentie van het contact, het initiatief (mate van wederkerigheid en vrijwilligheid) + kwaliteit = gewicht en intensiteit van de (wederzijdse) betrokkenheid. o bereikbaarheid: de geografische en ruimtelijke afstand tussen de cliënt en netwerkleden. De wijze waarop die afstand overbrugd wordt bepaalt ook de inzetbaarheid (vb. gebruik van telefoon, internet). o Stabiliteit en duur: een sociaal netwerk schept een relatief duurzame of eerder wankele en labiele vorm van sociale bescherming.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 66
7. Methoden om financiële zelfredzaamheid in kaart te brengen Bij het merendeel van multiprobleemsituaties en bij een substantieel deel van enkelvoudige of meer eenvoudige hulpvragen spelen problematische schulden of financiële knelpunten een meer of minder dominante rol. Er is een aantal instrumenten en checkliststin omloop om te kijken naar manieren om de problematische financiële situatie te verlichten of in het vervolg in enige mate te voorkomen. De checklist financiële zelfredzaamheid (Nibud, Kwadraad) kijkt met name naar vaardigheden om met de eigen financiële situatie om te gaan. De checklists voor (onderbenutting van) voorzieningen en de check schuldhulp zijn technischer van aard en kijken vooral naar rechten en mogelijkheden om van (wettelijke) regelingen gebruik te maken. Bij het gebruik van methoden om financiële zelfredzaamheid in kaart te brengen is het belangrijk om ook naar andere leefgebieden te kijken. Soms kunnen zich daar ook oplossingen voordoen (bijvoorbeeld in netwerken, of door het versterken van zelfvertrouwen), of bevinden zich daar oorzaken van financiële problemen (zoals in gezinnen met kinderen).
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 67
Competentiecheck financiële zelfredzaamheid
Bron: Kwadraad / Nibud, januari 2010
Competenties en bijbehorend gedrag financiële zelfredzaamheid
ja
1 Voldoende inkomen Heeft u een baan of een uitkering en kunt u deze behouden? Maakt u gebruik van mogelijkheden als kwijtscheldingen? Maakt u gebruik van recht op uitkering, Belastingteruggave, Heffingskortingen, Toeslagen? Maakt gebruik van (hulp)instanties, bv. belastingkantoor, Sociaalraadslieden, juridisch loket? 2 Betalingen regelen Kunt u rekenen met papiergeld en munten en begrijpt u het verschil in waarde? Gebruikt u de verschillende betaalmiddelen op de juiste manier? Betaalt u alle vaste lasten gegarandeerd door? Stelt u prioriteiten? Geeft u altijd weloverwogen geld uit, binnen het budget?
-
Maakt u een bewuste keuze bij aankoop van artikelen? Doet u altijd uitgaven die passen binnen de begroting, ook al is dat een minimum? Past u uw koopgedrag altijd aan beschikbare budget aan? 3 Administratie ordenen Opent en leest u de brieven elke week? Gooit u onbelangrijke papieren weg? Reageert u altijd binnen de termijn op de ontvangen post?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 68
nee
Betaalt u de rekeningen op tijd? Controleert u rekeningen en afschriften op juistheid? Bewaart u bankafschriften,(jaar) afrekeningen, belangrijke papieren in een map? Doet u belastingaangifte of weet u waar hulp te vinden is? Kunt u desgewenst de juiste papieren geven aan instanties? 4 Begroten Maakt u onderscheid tussen uitgaven die moeten en die mogen? Maakt u onderscheid tussen rijke, arme, dure en goedkope maanden? Heeft u een maandoverzicht met alle voorkomende inkomsten en uitgaven? Maakt u een maandoverzicht sluitend en voorkomt u overschrijdingen? 5 Sparen en lenen Reserveert u voor noodzakelijke vervanging van huisraad? Spaart u op een spaarrekening? Vergelijkt u spaar- en kredietvormen? Sluit u een lening uitsluitend af wanneer deze binnen het budget past? Stemt u een levensloop krediet af op de levensduur van het product? Ziet u roodstand als een kredietvorm? 5 Verzekeren Heeft u uw verplichte en noodzakelijk verzekeringen afgesloten? Heeft u de verzekeringen afgesloten die passen binnen het budget en mogelijkheden? Doet u waar mogelijk een beroep op een verzekering? 6 Schulden voorkomen
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 69
Komt u uw betalingsverplichtingen na? Past u uw gedrag en wensen aan aan veranderingen in het budget? Neemt u contact op met schuldeiser indien een betalingsachterstand dreigt? Zoekt u op tijd hulp bij het oplossen van betalingsachterstanden? Doet u postorder bestellingen, en sluit u contracten uitsluitend af die passen binnen het budget? Heeft u globaal een indruk van uw schulden? Bent u bereid zoveel mogelijk af te lossen? 7 Assertiviteit/weerbaarheid Komt u op voor u zelf en durft u 'nee' te zeggen? Stelt u zich kritisch op ten aanzien van reclame, commercie en sociale druk? Zoekt u bij meningsverschillen naar een oplossing? Durft u zelf contact op te nemen voor informatie of betalingsregeling te treffen? Maakt u indien nodig gebruik van bezwaar- en beroepsprocedure? 8 Gedrag Kunt u zich aan afspraken houden, zo ook de andere gezinsleden? Kunt u de verantwoordelijkheid voor eigen handelen en gezin dragen? Heeft uw eventuele verslaving geen invloed op financieel gebied?
Vraag Zijn de 'nee'-items een gevolg van een probleem? Kunt u daar iets aan veranderen of aanleren, zodat het op den duur allemaal ja’s worden? Of ontbreken daar de mogelijkheden, ruimte en/of energie voor?
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 70
Voorzieningencheck
Volgt
Checklist Schuldhulpverlening
Volgt
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 71
8. Methoden om eigen kracht in kaart te brengen Als je meer behoefte hebt aan zicht op de zelfredzaamheid van het cliëntsysteem, dan kun je werken met ZelfRedzaamheid Matrix (ZRM). Zelfredzaamheid is het vermogen om dagelijkse algemene levensverrichtingen zelfstandig te kunnen doen. De mate van zelfredzaamheid is een uitkomst van persoonskenmerken zoals vaardigheden, persoonlijkheid en motivatie en omgevingskenmerken zoals cultuur, economie en infrastructuur, die een persoon in meer of mindere mate in staat stellen om (zelf) in basale levensbehoeften te voorzien. Met de Zelfredzaamheid Matrix (ZRM) kan je dit eenvoudig in beeld brengen.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 72
Checklist biografie
(Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een genogram.) Ouderlijk gezin/familie/andere leefsituatie In wat voor feitelijke situatie is de cliënt opgegroeid? - Hoeveel kinderen - Welk kind in de rij - Ouders - Grootouders en familie - Andere opvoeders - Materiële omstandigheden - Verhuizing, migratie of vlucht Gezinssituatie Hoe was de situatie thuis en hoe heeft de cliënt deze ervaren? - Betrokkenheid bij elkaar - Steun - Warmte en affectie - Macht - Verantwoordelijkheden - Vrijheid - Openheid - Taakverdeling - Besluitvorming - Levensbeschouwing - Omgang met problemen Traumatische ervaringen Heeft de cliënt traumatische ervaringen opgedaan? - Lichamelijk geweld - Geestelijk geweld (o.a. bedreiging, chanteren, kleineren) - Seksueel geweld (o.a. aanranding, verkrachting, gedwongen prostitutie) - Huwelijksdwang - Verminking (o.a. meisjesbesnijdenis) - Verwaarlozing - Oorlog (ouders) - Kindertijd - Puberteit - Adolescentie - Acceptatie door anderen - Pesten - Discriminatie of uitsluiting (op basis van sekse, seksuele voorkeur, etniciteit, handicap, - leeftijd, enzovoort). Socialisatieboodschappen Welke normen en waarden heeft de cliënt van huis uit meegekregen? - Man/vrouw-rolpatronen - Kinderen en opvoeding - Relaties, partnerkeuze, seksualiteit, seksuele voorkeur
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 73
-
Opleiding en werken Omgang met problemen Conflicten Genegenheid Levensbeschouwing Culturele en seksuele identiteit Geboden en verboden Taboes
Opleiding en kansen Heeft de cliënt zich voldoende kunnen ontplooien via scholing? - Keuzevrijheid - Stimulans - Niveau - Tevredenheid Culturele achtergrond/cultuurverschillen Hoe heeft de cliënt de migratie ervaren? - Migratieleeftijd - Eerste generatie - Tweede generatie - Beleving migratie - Aanpassing - Discriminatie (Hanteer zo nodig de Checklist migranten en vluchtelingen.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 74
Zelfredzaamheid-matrix
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 75
9. Online checklists en testen Onlinetesten kunnen op twee manieren gebruikt worden: mensen kunnen ze voor zichzelf invullen of binnen het hulpverleningsproces met de maatschappelijk werker. Hieronder vind je een aantal voorbeelden. Soorten online zelftests Toelichting Openbare tests op internet Er zijn op internet allerlei zelftesten te vinden die op basis van een uitslag een advies geven. Het is goed om na te gaan of deze gebaseerd zijn op serieuze en/of wetenschappelijke literatuur. Er zit veel kaf tussen het koren. In dit deel volgt een aantal voorbeelden van checklists die online beschikbaar zijn. We verdelen deze in: Checklists en testen voor het ontdekken van een probleem Checklists en testen over aansluiting bij een specifieke zorgvraag Checklists en testen om digitaal contact met hulpverlening te leggen
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 76
Checklists en testen voor het ontdekken van een probleem
ADHD onder volwassenen: http://www.psyq.nl/programma/adhd-bijvolwassenen/adhd-zelftest onder kinderen: http://www.adhdbehandelcentrum.nl/test.htm Depressie: Test van het Fonds Psychische Gezondheid voor volwassenen http://www.psychischegezondheid.nl/depressiezelftest Suïcidaal gedrag Jongeren (onder de 23 jaar): https://www.113online.nl/clienten/jongeren/test-jezelf/ Volwassenen (boven de 23 jaar): https://www.113online.nl/clienten/volwassenen/test-jezelf Voor (allochtone) meiden uit traditionele culturen: www.jestaatnietalleen.nl Psychiatrische problematiek diversen Op de website van Parnassia staat een overzicht met diversen zelftesten: http://www.parnassia.nl/psychiatrie/testcentrum/specifieke-testen Overbelaste mantelzorg: http://www.mezzo.nl/mantelzorgtest_bent_u_overbelast Huiselijk Geweld Een test om te checken hoe veilig je relatie is (test voor zowel mogelijke slachtoffers als plegers) http://tvdd.nl/6fq een test om te merken of je zelf een probleem hebt met agressie in je relatie naar je partner toe (test voor mogelijke plegers) http://www.genoegvangeweld.nl/smartsite.dws?ch=def&id=118907
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 77
Checklists en testen over aansluiting bij een specifieke zorgvraag (pgbgerelateerd) o
PGB test: test om na te gaan of zelf je zorg organiseren met een budget bij je past: http://www.pgb-test.nl/
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 78
Checklists en testen om digitaal contact met hulpverlening te leggen
-
Mijn doelen stellen. Mijndoelenstellen.nl, deze site is opgezet door een maatschappelijk werker van hulp online en een maatschappelijk werker van de jeugdreclassering. Er zijn doelen lijsten voor: o Jongeren 12 – 18 o Ouders o Volwassenen o Scholieren o Studenten o Werk o Blanco doelenkaarten
-
Breng je sociale netwerk in kaart De site steffie.nl geeft de mogelijkheid om in beeld te krijgen hoe het sociale netwerk eruit ziet. Er zijn dertien vragen over verschillende levensgebieden. Ook hier is de mogelijkheid om contact op te nemen met een hulpverlener.
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 79
Bronnen Felten, H. & Genc, F. (2010) De Diversiteitsbril. Utrecht: MOVISIE Felten, (2011). Allochtoon als alibi? Aandacht voor diversiteit in maatschappelijk werk. In Maatwerk (2011). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Deur, H. van en M. Scholte (2000) Inzicht in de Jeugdzorg Intake Methode/JIM. Een methode voor aanmelding en screening voor de toegang tot de jeugdzorg. Utrecht: NIZW. Leeuwen, P. (2008) Het 8 fasenmodel, planmatig werken in de maatschappelijke opvang Utrecht: MOVISIE Loog. A. & Overbeek, R. (2007) Zelfmanagement bij ouderen. Factsheet. Utrecht: Vilans Scholte, M. (2007) “Wegen en (blijven) overwegen, intake en volgsysteem in het maatschappelijk werk”. Bussum: Uitgeverij Coutinho Verhulst en Verheij, 1992): Vries, S. (2002) “Kortdurende oplossingsgerichte therapie: helpen met vragen en complimenten” in: Maatwerk Houten: Bohn Stafleu van Loghum CJG Rijmond ‘taxatie opvoedingsproblematiek’
Websites http://www.vitree.nl/sites/vitree.nl/files/pdf/A5_lichtverstandelijkbeperkt_def_LR.pdf http://www.zelfredzaamheidmatrix.nl/LinkClick.aspx?fileticket=FExDsI4YZQ%3d&tabid=40&language=nl-NL http://www.nibud.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/PDF/Nibud_leerdoelen_en_compete nties_def.pdf http://www.eergerelateerdgeweld.info http://www.handelingsprotocol.nl http://www.kennispleingehandicaptensector.nl/kennisplein/kennisplein-handleidingenversterken-van-sociale-netwerken-met-de-netwerkcirkel.html http://www.psychischegezondheid.nl/ptss www.113online.nl http://www.kennisbankzorgvoorbeter.nl/interventie.aspx?id=1016 http://www.coutinho.nl/index.php?id=wegen-checklists
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 80
http://www.samenwerkenvoordejeugd.nl/nl/Overige_Content/Documenten/Aandacht_voor_se ksuele_diversiteit_in_het_Centrum_voor_Jeugd_en_Gezin.pdf www.jestaatnietalleen.nl http://www.psyq.nl/programma/adhd-bij-volwassenen/adhd-zelftest http://www.adhdbehandelcentrum.nl/test.htm http://www.psychischegezondheid.nl/depressiezelftest http://www.parnassia.nl/psychiatrie/testcentrum/specifieke-testen http://www.mezzo.nl/mantelzorgtest_bent_u_overbelast http://tvdd.nl/6fq http://www.genoegvangeweld.nl/smartsite.dws?ch=def&id=118907 http://www.pgb-test.nl/ www.shginfo.nl
© Lectoraat Maatschappelijk Werk hogeschool Inholland & Uitgeverij Coutinho 81