Cura
Jaargang 5 - februari 2008
1
Cura is een uitgave van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar.
Dikke darmscreening minder belastend door virtuele coloscopie | 4 Hand en polsexpertisecentrum van start | 8 Studie naar verbetering behandeling maagkanker | 13
i nh o u ds o p gav e 3 Virtuele coloscopie maakt dikke darmscreening minder onaangenaam 5
Start Geriatrie Fysiotherapie netwerk
7 Zorgplatformjbz.nl Verbeteren van de samenwerking tussen huisartsen en medisch specialisten. 8 Wisselcolumn: Gelukkig prijzen Gerrit Braks, burgermeester van Eindhoven. Hand en polsexpertisecentrum Samenwerkingsverband tussen revalidatieartsen, plastisch chirurgen en handtherapeuten. 17 Meer ziekenhuisspecialismen naar Zaltbommel 18 Blij met vaatkeurmerk Veel aandacht voor vaatpatiënten. 19 Nieuwe en vertrekkende medisch specialisten 22 Huisartsen aan tafel met medisch specialisten Gado gado: bijeenkomst van de goden. 23 Case van een patiëntenvoorlichter
Agenda
24 ‘Dit ziekenhuis redt het’ Afscheid van bestuursvoorzitter Frans Croonen. kennis en wetenschap
9 Lengte vruchtbaarheidsvenster belangrijk voor kans op zwangerschap Er is een correlatie tussen zwangerschap en de lengte van het venster waarin het slijm van de baarmoederhals doordringbaar is voor zaadcellen van de partner. 10 Hartinfarcten onder de loep Niet alle hartinfarcten zijn hetzelfde. Van invloed is bijvoorbeeld of iemand voorafgaand hartkrampen heeft gehad. 12 Kaal op je elfde Bij de huidziekte alopecia areata (AA) is het meten van de schildklierfunctie van AA-patiënten niet voldoende. 13 Nieuwe mutatie bij patiënten met myeloproliferatieve ziekten: Internist in opleiding Leonie Strobbe over de Janus Kinase 2. 14 Behandeling maagkanker kan beter In de DOCCS-studie wordt onder meer onderzocht of een nieuw behandelschema voor chemotherapie mogelijk is. 15 Radioloog spijkert schouderkennis collega’s bij Een educatief overzicht van het gestandaardi seerd echografisch onderzoek van de schouder. 16 Voorspellen van een positieve bloedkweek bij patiënten op de Spoedeisende Hulp Welke routine infectieparameter kan het best een positieve bloedkweek voorspellen. revalidatiecentrum tolbrug
20 Klinisch onderwijs in Tanzania Neuropathie in Afrika was het thema van een vier dagen durend seminar in Tanzania. 21 Betere en snellere zorg dankzij Klinilyzer Computerprogramma waarmee de effectiviteit van een behandeling kan worden gevolgd.
2 | Cura, jaargang 5, nummer 1
Zorgregio Vorig jaar is de eerste paal van het nieuwe Jeroen Bosch Ziekenhuis geslagen. Een week lang hebben we met onze omgeving de start van onze toekomst gevierd. Een week lang stond de nieuwe wereld van het Jeroen Bosch Ziekenhuis centraal. We spraken die week uit het meest patiëntgerichte ziekenhuis van Nederland te worden. Aan die ambitie zijn stevige doelen gekoppeld die onze medewerkers en medisch specialisten de komende jaren willen realiseren. De zorg wordt veiliger, overzichtelijker en waar mogelijk sneller en goedkoper. Onze service zal erop gericht zijn dat patiënten zich welkom voelen. Concreet betekent dit onder meer dat poliklinieken en operatiekamers doordeweeks langer en bovendien in het weekend open zullen zijn. We gaan uit van een healing environment-concept, dat zorg draagt voor een aangename omgeving voor patiënten en een prettig werkklimaat voor medewerkers en medisch specialisten. Door de invoering van het elektronisch patiëntendossier staan medisch specialisten straks met een laptopje aan het bed van patiënten, waarop ze alle gegevens van hun patiënten kunnen aflezen en invoeren. Het elektronische patiëntendossier moet bovendien huisartsen en verloskundigen toegang geven tot de gegevens van hun patiënten. De healing environment wordt gerealiseerd door de vele eenpersoonskamers, het daglicht dat overal naar binnen stroomt en het zicht op de natuur dat je in het nieuwe gebouw vrijwel overal hebt.
Het meest patiëntgerichte ziekenhuis komt er niet zonder een goede samenwerking met onze zorgpartners. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis streeft er naar dat de zorg naadloos door een andere zorgpartner kan worden overgenomen. Er zijn voor diverse zorgtrajecten al goede afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld bij een herseninfarct en palliatieve zorg. Maar het is zaak dat we dit voor meer trajecten gaan doen. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis zet zich hier de komende tijd voor in. Het gaat ons om meer dan het creëren van het meest patiëntgerichte ziekenhuis, het gaat ons om het creëren van de meest patiëntgerichte regio. Daarvoor gaan we de komende jaren de dialoog aan met al onze zorgpartners. Als eerste stap staat voor 2008 een symposium gepland dat door medisch specialisten en huisartsen wordt georganiseerd. Thema is de samenwerking tussen de eerste- en tweedelijns patiënten zorg. Dit jaar staat voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis in het teken van het bouwen aan een nieuwe toekomst. Samen met onze partners in de regio willen bij bouwen aan de meest patiëntgerichte zorgregio van Nederland. Wij hopen dat u samen met ons daarvoor wilt gaan. n Peter de Kubber, Raad van Bestuur
[w.v.t.t.k.] Bouw meest patiëntgerichte ziekenhuis Op 6 november 2007 werd de eerste paal van het nieuwe Jeroen Bosch Ziekenhuis geslagen. In de dagen die volgde, werd dit uitbundig gevierd. Na 15 jaar voor bereiding gaat in de Brabantse hoofdstad de bouw van start van een ziekenhuis waar alles is ingericht op de patiënt. De healing environment-gedachte staat bij de bouw en latere inrichting centraal. Patiënten moeten zich welkom en zoveel mogelijk thuis voelen. In juni 2008 zijn
er 3.000 palen geslagen. Vervolgens wordt in een jaar de ruwbouw opgetrokken. Het zal daarna nog een kleine drie jaar duren voordat het nieuwe ziekenhuis is ingericht. In de loop van 2011 betrekken mede werkers en medisch specialisten het nieuwe gebouw en kunnen we u in de nieuwe wereld van het Jeroen Bosch Ziekenhuis begroeten.
Op de polikliniek voor dikke darmscreening van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, wordt sinds oktober vorig jaar een nieuwe techniek ingezet bij het dikke darmonderzoek: de virtuele coloscopie. Deze nieuwe niet-invasieve onderzoeks methode is veel minder belastend voor de patiënt dan de klassieke, optische coloscopie, die inwendig plaatsvindt.
Virtuele coloscopie maakt dikke darmonderzoek minder onaangenaam De kans dat iemand dikke darmkanker krijgt is 1 op 25. Wanneer een eerstegraads familielid dikke darmkanker heeft, is dat zelfs 1 op 12,5. Deze feiten vormden een jaar geleden de aanleiding voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis om een speciale polikliniek voor dikke darmscreening op te zetten, waar mensen met een verhoogd risico terechtkunnen voor een risicoanalyse en zo nodig een onderzoek. Familiestamboom onderzocht De polikliniek voor dikke darmscreening is uniek in de regio voor wat betreft het in kaart brengen en begeleiden van risicopatiënten. Er wordt gewerkt met een goed en strak protocol, met veel aandacht voor de familie anamnese. De hele familiestamboom aangaande darmkanker wordt in beeld gebracht. Vervolgens bespreken de gespecialiseerd verpleegkundige en de Maag-, Lever,- Darmarts of de patiënt een onderzoek nodig heeft en zo ja of er familie leden benaderd moeten worden voor een advies over screening. Ook de nazorg is vastgelegd in protocollen Virtuele coloscopie Sinds oktober vorig jaar wordt bij dikke
[w.v.t.t.k.]
darmscreening op de afdeling Radiologie gewerkt met virtuele coloscopie. Bij deze onderzoeksmethode maakt de radioloog een CT-scan van de buik, waarna de beelden met speciale software worden bewerkt. Zo ontstaat een haarscherp beeld van het binnenste van de dikke darm, zonder dat daar - zoals bij de klassieke, optische coloscopie - een camera ingebracht hoeft te worden. ‘Hierdoor is deze methode veel minder belastend voor de patiënt’, zegt radioloog Erik Ranschaert. ‘Het is pijnloos en snel, de kans op complicaties is kleiner en de voorbereidingen zijn ook lichter. De patiënt moet anderhalve dag een speciaal dieet volgen, maar hoeft niet - zoals bij het inwendige onderzoek - verplicht vier liter vocht tot zich te nemen. Een ander voordeel is dat de follow-up gemakkelijker gaat: met deze techniek kun je de grootte van de afwijkingen heel precies meten en na bijvoorbeeld vijf jaar de uitslag vergelijken met die van het eerdere onderzoek.’ Laagdrempelige methode Maag-, darm- en leverarts Lucette Schipper vindt de nieuwe methode ‘een prachtige tool’. Schipper: ‘De patiënten die we na het onderzoek hebben teruggezien, zijn
V.l.n.r.: Ivo van Munster, Erik Ranschaert en Lucette Schipper
enthousiast over de methode en vonden het onderzoek niet belastend. Daarmee wordt bevestigd wat we in publicaties erover gelezen hadden. We verwachten dat de laagdrempeligheid van de methode ertoe leidt dat mensen zich eerder preventief zullen laten onderzoeken.’ Lees verder op pagina 5 >
Sissy Grosfeld wint Nightingale 2007 Tijdens de nieuwjaarsreceptie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis is voor de eerste keer de Nightingale prijs uitgereikt. Deze prijs voor de meest patiëntvriendelijke medewerker van het ziekenhuis gaat naar Sissy Grosfeld, vanwege haar buitengewone inzet als mammacare-verpleegkundige op de polikliniek Chirurgie. Zowel door collega’s als patiënten wordt zij geroemd om haar luisterend oor, haar deskundigheid en de geweldige manier waarop zij mensen in een zeer moeilijke periode begeleidt.
Naast een dinerbon en een kunstwerk ontvangt Sissy 5000 euro om in te zetten op haar eigen afdeling voor de verdere verbetering van de patiëntenzorg. De prijs is een initiatief van de Cliëntenraad van het ziekenhuis. De twee andere genomi neerden waren Fatiha Baridi, oncologie verpleegkundige van afdeling 6-zuid, locatie Carolus en Sandra van Eeden, nucleair medewerker op de afdeling Nucleaire Geneeskunde. n
Cura, jaargang 5, nummer 1 | 3
(advertentie)
Gerda Rouvoet
Haarwerkspecialiste Klantenbehandeling, Kwaliteit en Discretie staan op de eerste plaats in mijn bedrijf.
Leverancier van uiteenlopende haarwerken (pruiken) heren, dames en kinderen Specialisatie van uiteenlopende technieken Landelijk erkend door het Ministerie van Volksgezondheid en Sport Top Haarwerkers Gilde Nederland Erkend leverancier Erkenningsregeling Erkend leverancier voor alle ziekenkosten verzekeraars Erkend leerbedrijf K.O.C. Tel. 073 - 6568652 Tel. 06 - 51069595
4 | Cura, jaargang 5, nummer 1
www.gerdarouvoet.nl
[email protected]
Vervolg van pagina 3 >
overigens is niet in alle gevallen een onderzoek noodzakelijk. mDL-arts ivo van munster: ‘op de polikliniek voor dikke darmscreening stelt de verpleegkundige eerst een aantal standaardvragen en wordt er een uitgebreide familieanamnese gemaakt. Zo nodig wordt informatie opgevraagd van familieleden die in andere ziekenhuizen zijn behandeld. Zo ontstaat een risicoprofiel op basis waarvan de mDL-arts beslist of een onderzoek wenselijk is. Daarbij wordt dan bepaald wat voor onderzoek wordt verricht, een normale coloscopie of een virtuele coloscopie. gezien de beperkte capaciteit kan dat laatste voorlopig alleen nog op indicatie geschieden.’ Supervisie door topexperts De virtuele coloscopie in het Jeroen Bosch Ziekenhuis bevindt zich op dit moment nog in de opstartfase en moet verder geïntegreerd worden binnen de werkzaamheden op de polikliniek voor dikke darmscreening. erik ranschaert: ‘alle onderzoeken staan onder supervisie van een externe groep topexperts uit roeselare in België. Dit zijn specialisten met wereldfaam op dit gebied. alle onderzoeken worden dus ook dubbel gelezen. De radiologen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis hebben een uitgebreide training gehad, maar moeten in ieder geval zo’n 75 à 100 patiënten onderzocht hebben, voordat ze de beoordeling volledig zelfstandig kunnen doen. en dat neemt maximaal nog ongeveer een half jaar in beslag. Zolang we bezig zijn de learning curve te doorlopen, kunnen we drie patiënten per week onderzoeken, daarna worden dat er meer.’ Minisymposium in het voorjaar van 2008 is er een minisymposium over dikke darmscreening en virtuele coloscopie. hier wordt uitgebreid ingegaan op de vraag voor welke patiënten screening zinvol is en wordt de virtuele coloscopie nader toegelicht. huisartsen kunnen patiënten voor de polikliniek voor dikke darmscreening aanmelden via faxnummer (073) 699 62 84 (locatie Carolus) of faxnummer (073) 699 88 04 (locatie groot Ziekengasthuis). voor verdere informatie kunt u contact opnemen met mDL-artsen Lucette schipper (
[email protected]) en ivo van munster (
[email protected]) of met radioloog erik ranschaert (
[email protected]). n
Start Geriatrie Fysiotherapie netwerk ’s-Hertogenbosch e.o.
verbetering fysiotherapeutische zorg voor de geriatrische patiënt Begin november 2007 heeft de officiële start plaatsgevonden van het Geriatrie Fysiotherapie netwerk ’s-Hertogenbosch e.o. Dit netwerk is geïnitieerd door het Jeroen Bosch Ziekenhuis en is tot stand gekomen door een samenwerking van fysiotherapeuten uit het hele verzorgingsgebied van het ziekenhuis. Het heeft als doel de fysiotherapeutische zorg aan de geriatrische patiënt te verbeteren. De geriatrische patiënt is een oudere patiënt met vaak een complex ziektebeeld. Dit wordt veroorzaakt door een veelvoud van ziektes, lichamelijk en/of geestelijk. ook is er soms sprake van een ontregelde sociale situatie. Dit maakt het vaak moeilijk de goede behandeling te bieden. specifieke kennis van de geriatrie is onontbeerlijk. Dit is een belangrijke reden van de oprichting van het netwerk. kennis vergroten, zorg verbeteren er zijn 59 eerste-, tweede- en derdelijns fysiotherapeuten uit de regio aangesloten
bij het geriatrie Fysiotherapie netwerk. Zij hebben een speciale opleiding gevolgd, om hun kennis van de geriatrische patiënt en de fysiotherapeutische behandeling van deze patiëntengroep te vergroten. om de scholing te bekostigen, ontving het netwerk in augus- tus van dit jaar een subsidie van € 8.000,- van de provincie noord-Brabant. Door deze scholing en door de samenwerking in het netwerk verbetert de fysiotherapeutische zorg voor de geriatrische patiënt. n SU
[w.v.t.t.k.] Jeroen Bosch Ziekenhuis introduceert patiëntveiligheidskaart het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft eind vorig jaar deelgenomen aan de nationale week van de patiëntveiligheid. er vonden allerlei symposia, workshops en andere evenementen rondom dit thema plaats voor onder andere medewerkers, medisch specialisten, (ziekenhuis)apothekers en huisartsen. onderwerpen als pijn, vallen, complicaties, medicatiefouten, delier en problemen in de communicatie kwamen aan de orde. De arts en de verpleegkundige zijn verantwoordelijk voor veilige zorg en behandeling. maar ook de patiënt kan bijdragen aan zijn eigen veiligheid. tijdens de week van de patiëntveiligheid is hiervoor de patiëntveiligheidskaart
geïntroduceerd. op deze kaart staan tips die patiënten als geheugensteuntje kunnen gebruiken tijdens hun behandeling en verblijf in het ziekenhuis.
Cura, jaargang 5, nummer 1 | 5
(advertentie)
V IVENT STAAT VOOR: • Kraamzorg • Jeugdgezondheidszorg • Cursussen en servicediensten • Verpleeghuiszorg • Verzorgingshuiszorg • Thuiszorg • Voeding en dieet • Alarmering • Thuiszorgwinkels • Maaltijdservice Vicki Brownhuis ’s-Hertogenbosch Hinthamereinde 72 – 74, 5211 PP ’s-Hertogenbosch. Telefoon 073-614 85 50, Fax 073-614 44 60 U kunt ons financieel steunen door een donatie te storten op rekeningnummer 14 45 56 898 ten name van Stichting Vicki Brown.
één nummer voor alle diensten
0900 515 25 35
Voorheen Thuiszorg regio ’s-Hertogenbosch en Dimens
Postbus 1700, 5200 BT ’s-Hertogenbosch • www.vivent.nl
Het restaurant voor uw zakelijke en privé bijeenkomsten, lunches en diners. Ons Kabinet beschikt over diverse vergaderruimtes en heeft voldoende eigen parkeergelegenheid. Voor verdere informatie kunt u onze website bezoeken onder de naam: www.onskabinet.nl Graag tot ziens in Restaurant Ons kabinet. Cees, Sabrina en de gehele brigade.
Kampdijklaan 80 • 5263 CK Vught • Tel: 073 6571710
[email protected] • www.onskabinet.nl
6 | Cura, jaargang 5, nummer 1
www.vbrownhuis.nl
Zorgplatformjbz.nl is een communicatieplatform voor eerste en tweedelijns zorgverleners in de regio Noordoost Brabant en de Bommelerwaard. Doel van het platform is het verbeteren van de samenwerking tussen huisartsen en medisch specialisten van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Tweederde van de totale gebruikersgroep heeft een persoonlijk profiel aangemaakt. Zij hebben hiermee toegang tot alle nieuwsberichten, de agenda en inzage in de profielen van andere gebruikers.
Zorgplatformjbz Het Zorgplatform is een initiatief dat voortkomt uit het programma ‘Verhoging dienstverlening huisartsen’. Alle specialisten en huisartsen hebben de gelegenheid om initiatieven te publiceren op het Zorgplatform. De huisartsenkring uit de Bommelerwaard heeft hier al gebruik van gemaakt door de zogenaamde Gado gado-bijeenkomsten extra onder de aandacht te brengen (zie ook blz. 18). Ook de specialisten uit het ziekenhuis onder schrijven het nut van dit medium en zetten het in om nieuwe behandelmethodes, nascholingen en dergelijke bekend te maken.
Marian ’s Gravemade-Frijters, relatie manager Huisartsen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis vertelt: ‘Op basis van wensen van huisartsen en medisch specialisten gaan we het zorgplatform uitbouwen tot een krachtig hulpmiddel om de afstand tussen huisartsen en medisch specialisten te verkleinen. Een plaats waar kennis en kunde gedeeld wordt en waar zeker terug te vinden is hoe men elkaar persoonlijk kan ontmoeten om samen te werken aan de gezondheid van de patiënt.’
Augustus 2007 is de eerste nieuwsbrief voor de huisartsen verzonden. Uit reacties is gebleken dat deze nieuwsbrief goed ontvangen wordt en daarom is besloten om in 2008 zes keer een nieuwsbrief uit te brengen. In deze nieuwsbrief staat een verzameling van de nieuwsberichten die ook op het Zorgplatform terug te vinden zijn. Wilt u meer weten? Mail dan naar
[email protected] of bel naar Wieke Soeteman, managementassistente van Marian ’s Gravemade telefoonnummer (073) 699 30 73. n
[w.v.t.t.k.] Opleidingsinitiatief ‘Incidentgesprekken met arts-assistenten’ wint prijs
Weet en doe ik wel genoeg?
Kim Freriks
Het project ‘Incidentbespreking’ van de afdeling Interne Geneeskunde van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) won de eerste prijs van de wedstrijd ‘Het Beste Opleidingsinitiatief’ op het symposium van het College voor Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG). Namens het Jeroen Bosch Ziekenhuis hield artsassistent Interne Geneeskunde Kim Freriks een overtuigende presentatie en won 51% van de stemmen in de zaal. Daarmee sleepte zij de eerste prijs van € 5.000,- in de wacht.
Arts-assistenten worden in het ziekenhuis geconfronteerd met emotioneel belastende situaties. Hij of zij is vaak het eerste aanspreekpunt voor de angsten, onzekerheden en emoties van de patiënt en zijn familie. Zo’n dertig jaar geleden was Henk Festen zelf arts-assistent en vroeg hij zich regelmatig af: weet en doe ik wel genoeg? Vanuit die ervaring startte hij als opleider Maag-, Darm- en Leverziekten een aantal jaren geleden met incident besprekingen voor alle arts-assistenten van Interne Geneeskunde. n
Cura, jaargang 5, nummer 1 | 7
wissel column
Gelukkig prijzen In mijn leven heb ik niet minder dan 100 verschillende landen mogen bezoeken. Ter plekke kon ik mij vaak, op velerlei gebied laten voorlichten door leden van de Nederlandse ambassade. Zo ook op het gebied van zorg. Het is bijna niet voor te stellen hoe slecht de zorg in grote delen van de wereld is georganiseerd. De zorg heeft er simpelweg geen prioriteit. Voor veel mensen zijn de beschikbare zorgvoorzieningen te duur of te ver weg. Dit geldt natuurlijk in hoge mate voor de ontwikkelingslanden, maar ook voor de landen die achter het voormalige ijzeren gordijn lagen. Daar is de medische en sociale zorg ook nog eens een geweldige administratieve rompslomp. Je zou zeggen dat een slechte organisatie van de zorg typisch iets is voor de arme gebieden in de wereld. Maar niets is minder waar. In het rijke Amerika is vrijwel geen sociaal vangnet. Er zijn weinig sociale verzekeringen zoals de WW of AOW en de dure zorgverzekeringen zijn voor velen onbereikbaar. Als je werkeloos raakt of invalide wordt, ben je aan de straatstenen overgeleverd. In Nederland zeggen critici dat de zorg duur is en slecht georganiseerd. Maar die mening deel ik niet. Natuurlijk, de zorg is duurder geworden omdat we allemaal steeds ouder worden en er meer gebruik van maken. En op organisatorisch gebied is er ongetwijfeld nog winst te behalen. Maar doordat ik de Nederlandse situatie kan vergelijken met grote delen van de wereld, weet ik dat wij ons gelukkig mogen prijzen. Alle Nederlanders hebben immers toegang tot goed georganiseerde medische en sociale zorg en dat is een kostbaar goed. In de afgelopen 30 jaar ben ik aangewezen geweest op het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Ik kan niet anders dan heel positief zijn over op de wijze waarop we altijd ontvangen en verzorgd zijn. Vriendelijk, toegewijd en plezierig. n Gerrit Braks, burgemeester van Eindhoven
8 | Cura, jaargang 5, nummer 1
Eerst stap naar Hand en Pols Expertisecentrum ’s-Hertogenbosch Op 29 januari 2008 is de eerste stap gezet op weg naar het Hand en Pols Expertisecentrum ’s-Hertogenbosch. Dit is een samen werkingsverband van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en Revalidatiecentrum Tolbrug. Om patiënten met hand- en polsaandoeningen beter te kunnen behandelen, werken revalidatieartsen, plastisch chirurgen en handtherapeuten nauw samen. Bijzonder aan het expertisecentrum is de multidisciplinaire samenwerking, die in de nabije toekomst nog verder zal worden uitgebreid. Aandoeningen aan de hand komen veel voor. Deze kunnen aangeboren zijn of een gevolg zijn van een ongeluk of slijtage. Handletsel kan tot veel beperkingen leiden, aangezien de handen bij vrijwel elke alle daagse handeling worden gebruikt. Steeds vaker worden bij de behandeling van handen polsletsel meerdere specialismen betrokken. Een gezamenlijke aanpak blijkt vaak succesvoller; reden om de huidige samenwerking te verdiepen in een expertisecentrum.
symposium ‘De hand in uw praktijk’ plaats, voor zorgverleners uit de eerste lijn (huisartsen, ergotherapeuten en fysio therapeuten). Plastisch chirurgen, revalida tieartsen en handtherapeuten verzorgden hier presentaties over veel voorkomende handproblemen. Tevens was er aandacht voor ontwikkelingen in behandelmethoden, die praktisch toepasbaar zijn voor de eerste lijns zorgverleners. Tijdens het symposium werd nadere uitleg gegeven over het Hand en Pols Expertisecentrum.
Uitbreiding samenwerking In het expertisecentrum werken plastisch chirurgen, revalidatieartsen en handthera peuten samen. In de nabije toekomst worden ook andere specialismen bij de behandeling van hand- en polsletsel betrokken. Door de samenwerking uit te breiden met de specialismen Reumatologie, Orthopedie, Chirurgie en wellicht Neuro logie en Radiologie wordt de behandeling van patiënten met hand- en polsletsel nog verder verbeterd.
Contactgegevens Indien patiënten vragen hebben over het aanstaande Hand en Pols Expertisecentrum, kunnen ze bellen met het Jeroen Bosch Ziekenhuis of met Revalidatiecentrum Tolbrug op een van onderstaande telefoonnummers: • Jeroen Bosch Ziekenhuis, Plastische Chirurgie: - locatie Groot Ziekengasthuis: (073) 699 22 67 - locatie Carolus: (073) 699 60 15 • Revalidatiecentrum Tolbrug: (073) 699 20 28 n
Symposium ‘De hand in uw praktijk’ Gisterenavond vond in het ziekenhuis het
SU
kennis
&
wetenschap
voortplantingsgeneeskundigen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en het st elisabeth ziekenhuis te tilburg hebben ontdekt dat de lengte van het venster waarin het slijm van de baarmoederhals doordringbaar is voor de zaadcellen van de partner gecorreleerd is met de kans op zwangerschap.
Lengte vruchtbaarheidsvenster belangrijk voor kans op zwangerschap rond de eisprong vinden er ter hoogte van de baarmoederhals veranderingen plaats die het bevruchtingsproces moeten vergemakkelijken. Zo opent de baarmoedermond zich iets en wordt er slijm geproduceerd. Zaadcellen kunnen door dit slijm de baarmoederholte bereiken. Bij paren met vruchtbaarheidsstoornissen wordt in het oriënterend vruchtbaarheidsonderzoek aandacht aan de slijmfactor gegeven in de vorm van de samenlevingstest ofwel postcoïtum test. paren wordt geadviseerd rond de eisprong gemeenschap te hebben. De volgende dag wordt dan wat slijm uit de baarmoeder verwijderd en onder de microscoop onderzocht. De test is goed als er beweeglijke zaadcellen gevonden worden. De uitslag is onder meer afhankelijk van de kwaliteit en de zuurtegraad van het slijm en de kwaliteit van het sperma. al langer was bekend dat de vruchtbare periode
rond de eisprong gelimiteerd was tot ongeveer 6 dagen. ook was bekend dat niet alle vrouwen rond de eisprong even lang en even optimaal slijm produceren. interactie slijm en zaadcellen rob Bots, gynaecoloog in het st. elisabeth Ziekenhuis, Carl hamilton, gynaecoloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis en miel keulers, arts-onderzoeker van de afdeling gynaecologie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, hebben bij 410 paren met ongewenste kinderloosheid de interactie van slijm en zaadcellen onderzocht. Daartoe werd dagelijks slijm afgenomen vanaf de eerste week van de menstruele cyclus tot de eisprong echoscopisch was vastgesteld. als er geen gemeenschap had plaatsgevonden, werd het slijm bewaard in het laboratorium en later in contact gebracht met het sperma van de partner. Zodoende kon toch worden
tabel 1. Cumulatief zwangerschapspercentage naar lengte van het vruchtbaarheidsvenster.
bepaald of de zaadcellen het slijm in konden zwemmen. paren met afgesloten eileiders, zeer ernstige mannelijke factor (iCsi indicatie), cyclusstoornissen en ernstige endometriose werden uitgesloten, omdat die factoren anders de kans op zwangerschap te veel zouden beinvloeden. er blijkt een grote variatie in lengte van het vruchtbaarheidsvenster tussen de paren te bestaan, variërend van kleiner dan 1 tot meer dan 5 dagen. De meest voorkomende lengte van het venster is 3 dagen. Belangrijke voorspeller zwangerschap De kans op een spontane doorgaande zwangerschap binnen 12 maanden nam toe van 5,4% tot 64,7% (zie tabel 1). De methode is dus prima in staat paren met goede en slechte prognose te onderscheiden. De bevindingen zijn eerder dit jaar gepubliceerd in het tijdschrift human reproduction. nadeel van de methode is dat het arbeidsintensief is. vrouwen moesten in het onderzoek gedurende een week dagelijks voor onderzoek naar het ziekenhuis. Dat nadeel kan in de praktijk echter ondervangen worden door zodra de postcoïtum test positief is het moment van de eisprong door de vrouw zelf te laten bepalen met behulp van een ovulatie-test (Lh-test). De lengte van het venster kan dan worden berekend. alleen als de test negatief is, moet er steeds opnieuw gekeken worden. kortom, het vruchtbaarheidsvenster is niet alleen een fysiologisch gegeven, het blijkt sterk van paar tot paar te varieren en is in het kader van vruchtbaarheidsonderzoek een belangrijke voorspeller van zwangerschap. n Dr. Carl J.C.M. Hamilton, gynaecoloog
Cura, jaargang 5, nummer 1 | 9
kennis
&
wetenschap
Niet alle hartinfarcten zijn hetzelfde. Het is bijvoorbeeld van invloed op de prognose welke kransslagader dichtslibt. Ook of iemand hartkrampen heeft voorafgaand aan een hartinfarct heeft invloed op de uitkomst. Dat blijkt uit het onderzoek van Peter Elsman, cardioloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Hij heeft in het kader van een promotieonderzoek een aantal factoren beschreven die bij patiënten die direct gedotterd werden van invloed zijn op de overleving en prognose.
Hartinfarcten onder de loep Ieder hartinfarct is levensbedreigend, maar wat betreft de kans op overleving is niet ieder hartinfarct gelijk. Vooral als de krans slagader dichtslibt die de voorkant van het hart van zuurstof moet voorzien, zijn de vooruitzichten slechter. Het was al bekend dat hartinfarcten aan de voorkant van het hart over het algemeen groter zijn. Peter Elsman vond dat dit type hartinfarct in het bijzonder gepaard gaat met een slechtere overleving. Daarbij leveren patiënten met een infarct aan de voorkant van het hart het meest aan pompwerking in, vertelt Elsman. ‘Ook al is het infarct net zo groot als in een ander gebied, toch is de overleving slechter en de resterende pompfunctie minder. De plaats van het infarct maakt wel degelijk uit voor de overleving. Deze groep patiënten is dan ook het meest gebaat bij zo weinig mogelijk tijdsverlies tussen het ontstaan van het hartinfarct en de dotterbehandeling.’ Mensen met een infarct aan de voorkant van hun hart hebben nog een nadeel. Naar dat gebied ontwikkelen zich het minst vaak
10 | Cura, jaargang 5, nummer 1
nieuwe kleine bloedvaten, die na een verstopping van een groter bloedvat toch nog wat zuurstof kunnen leveren en zo een beschermend effect hebben. Maar als er wel bloedvaten worden gevormd aan de voor kant van het hart, hebben zij een groter beschermend effect dan de bloedvaten die naar andere plekken gaan, bleek uit een onderzoek van Elsman naar de effecten van de bloedvatvorming op de prognose. Elsman: ‘Als een deel van de hartspier aan zuurstoftekort leidt, vormt het hart nieuwe bloedvaten om het zuurstoftekort tegen te gaan. Maar niet iedereen vormt evenveel nieuwe bloedvaten. Sommige mensen krijgen na een infarct veel nieuwe bloed vaten, anderen ontwikkelen ze helemaal niet.’ Elsman vond dat deze nieuw gevormde bloedvaten al direct na het hartinfarct een beschermend effect hebben. ‘Er werd altijd gedacht dat dit pas na dagen of weken effect heeft, maar nu blijkt dat zij al in de eerste uren na een infarct een beschermende werking hebben.’ Lees verder op pagina 11 >
kennis
Vervolg van pagina 10 >
Hartkramp Verder bleek uit het onderzoek dat mensen die voorafgaand aan het hartinfarct last hadden van angina pectoris ofwel hart kramp, uiteindelijk minder schade opliepen dan mensen die geen hartkrampen hadden. Elsman: ‘Een hartinfarct kan plotsklaps optreden maar het komt ook voor dat mensen in de 24 uur voorafgaand aan het infarct periodes hebben met pijn op de borst. Dat is eigenlijk een uiting van het af en toe al wat dicht gaan van het bloedvat. Het blijkt nu dat het hartspierweefsel hierdoor als het ware went aan de periode van zuurstoftekort tijdens het infarct. Als deze groep mensen een hartinfarct krijgt, kan de hartspier gedurende langere tijd een periode van zuurstoftekort overleven.’ Maar het hebben van hartkrampen heeft ook nadelen. ‘Mensen blijken te wennen aan de pijn op de borst en wachten hierdoor langer met het inroepen van hulp. In die zin zou je wel wat kunnen winnen door mensen erop te wijzen dat men bij hartkramp die 20 minuten of een half uur aanhoudt, echt hulp moet inroepen.’ Dotteren Bij hartinfarcten is een snelle behandeling van het grootste belang. De afgesloten krans slagader moet zo snel mogelijk worden opengemaakt met een dotterbehandeling, het liefst binnen de eerste uren na het ontstaan van het infarct. Elsman is daarom blij dat de regelgeving rondom dotterbehandelingen wordt aangepast zodat meer ziekenhuizen mogen gaan dotteren. Momenteel moeten in de regio Den Bosch patiënten met een hartinfarct nog naar Utrecht of Eindhoven worden vervoerd voor een dotterbehandeling. ‘Hoewel we weten dat bij patiënten met een acuut hartinfarct direct dotteren de beste behandeling is, krijgt nog maar twintig procent van de patiënten de directe dotter behandeling, met name omdat nog maar een beperkt aantal centra mag dotteren. We zijn dan ook druk bezig met de voorberei dingen voor het doen van dotterbehande lingen in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Als de minister eenmaal het groene licht geeft, kunnen patiënten met een hartinfarct ook in Den Bosch snel geholpen worden met een dotterbehandeling.’ n
&
wetenschap
Antistoffen voorspellen schildklieraandoening bij mensen met kaalheidziekte
Kaal op je elfde De huidziekte alopecia areata (AA) gaat vaak samen met een schildklier ziekte. Daarom meten artsen de schildklierfunctie van AA-patiënten. Dat is echter niet voldoende, meent dermatoloog Rens van Dooren-Greebe. Voordat de schildklierfunctie achteruit gaat, zijn er namelijk soms al voorspellende antistoffen aanwezig. Die moeten dus ook gemeten worden. Je bent elf jaar, je bent kaal en dus draag je een pruik. Maar die blijft niet zitten tijdens de wedstrijden synchroonzwemmen waar je altijd zo naar uitkijkt. In die schrijnende situatie bevond zich een patiënte van dermatoloog Rens van Dooren-Greebe. Zij behandelde het meisje daarom met ciclosporine, een immuun-onderdrukker die ze bij alopecia areata alleen in uitzonderlijke gevallen gebruikt. Nodig voor groei Door haarverlies hebben patiënten met alopecia areata (AA) vaak strakomlijnde kale plekken op bijvoorbeeld hun hoofd, wenkbrauwen of wimpers. Het is onbekend wat de ontsteking rond de haarwortels – waardoor de haren uitvallen – veroorzaakt. Leeftijd speelt geen rol en in de meeste
gevallen verdwijnt de kaalheid binnen een jaar. De huidaandoening gaat soms gepaard met auto-immuunziekte van de schildklier. Die kan daardoor te hard of te zacht gaan werken en uiteindelijk houdt hij er mee op. Kinderen krijgen dan bijvoorbeeld een groeistoornis – omdat de schildklier nodig is voor de groei en stofwisseling. Derma tologen meten daarom bij het vaststellen van AA altijd of de schildklier nog goed functioneert. Eye-opener Sinds anderhalf jaar meet Van DoorenGreebe echter ook antistoffen tegen het schildkliereiwit TPO bij de tien tot vijftien Lees verder op pagina 12 >
TvV
Cura, jaargang 5, nummer 1 | 11
kennis
&
wetenschap
Vervolg van pagina 11 >
AA-patiënten die ze per jaar ziet. ‘Die antistoffen zijn soms al meetbaar in het bloed voordat de schildklierfunctie achteruit gaat’, vertelt ze. ‘Je moet het zien als een voorbode van het probleem: de anti lichamen zorgen ervoor dat er een ontste kingsproces op gang komt in de schildklier. Zeker bij jonge patiënten is de functie soms nog normaal, terwijl ze wel antistoffen hebben. En dan gaat de schildklier er langzaam mee ophouden.’ Ze raadt alle dermatologen aan om de TPO-antilichamen te meten bij patiënten met de huidaandoening: ‘Als ze die anti lichamen hebben, moet je de schildklier functie en de antilichamen regelmatig blijven meten. Want een schildklier die het nu nog wél doet, kan het over twee jaar ineens laten afweten.’ Een gesprek met schildklierspecialist professor Pop van de Universiteit van Tilburg was voor haar de eye-opener: ‘In alle boeken staat wel dat je de schildklier functie moet bepalen en dat doen de meeste dermatologen ook. Maar die anti lichamen… ik wist dat ook nooit… ik contro leerde gewoon altijd de schildklierfunctie en als dat goed was, dan was het goed.’ Vastberaden ‘In de literatuur vind je er weinig over’, voegt ze toe. De casus van het elfjarige meisje beschreef ze in het september nummer van het Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie. ‘We maken in het JBZ nu een database van alle patiënten. Jaarlijks meten we bij hen de schildklierfunctie en de TPO-antilichamen.’ Over twee tot drie jaar verwacht ze te weten hoe belangrijk de antilichamen zijn. Met het meisje gaat het inmiddels goed. Ze heeft haar haren weer terug en is gestopt met ciclosporine. ‘Het kan in de toekomst weer terugkomen. Ze heeft nog géén schildklier probleem, maar ze had wel TPO-antilichamen en blijft dus twee keer per jaar op controle komen’, aldus Van Dooren-Greebe. n SH Voor meer informatie over alopecia areata: http://www.aapv.nl/ (Alopecia Areata Patiëntenvereniging)
12 | Cura, jaargang 5, nummer 1
Leonie Strobbe
Nieuwe mutatie bij patiënten met myeloproliferatieve ziek Myeloproliferatieve ziekten zijn een groep ziekten gekenmerkt door woekering (proliferatie) van 1 of meer cellijnen in het beenmerg. De bekendste zijn polycythemia vera (PV) waarbij teveel rode bloedcellen (erythrocyten) worden geproduceerd en essentiële thrombocytose waarbij teveel bloedplaatjes (thrombocyten) worden geproduceerd. Criteria voor PV zijn onder meer hemoglobine (Hb) > 11,5 mmol/l bij mannen en > 10,2 mmol/l bij vrouwen en uitsluiten van andere oorzaken van een hoog Hb. Criteria voor ET zijn onder meer thrombocyten > 600 x 109 en uitsluiten van andere oorzaken van een teveel aan thrombocyten. De klinische kenmerken van deze ziekten zijn thrombose (arteriëel en veneus) en verhoogde neiging tot bloeding. CVA en hartinfarct zijn dan ook de belang rijkste doodsoorzaken. De behandeling berust op bloedverdunners (aspirine), aderlating en/of chemotherapie om de proliferatie van bloedcellen in het been merg te remmen. Tot voor kort was de oorzaak van deze ziekten niet bekend. In 2005 ontdekten vijf verschillende onder
zoeksgroepen een verworven mutatie in het Janus Kinase 2 (JAK2) gen bij het meren deel van de patiënten met PV en ongeveer de helft van de patiënten met ET. Deze mutatie leidt tot continue activiteit van een kinase (enzym) wat weer zorgt voor groeifactor onafhankelijke proliferatie van bloedcellen. Dit is een belangrijke bevin ding en een aangrijpingspunt voor nieuwe therapiëen.
Deze ontdekking riep ook de vraag op of eerdere identificatie van myeloproliferatieve ziekten mogelijk was bij patiënten met slechts licht verhoogde thrombocyten of Hb. Op de polikliniek interne geneeskunde
kennis
&
wetenschap
In de DOCCS-studie, die dit jaar van start gaat, wordt gekeken of de behandeling van patiënten met maagkanker op twee punten kan worden verbeterd. Zo wordt gehoopt dat een kwaliteitsverbetering mogelijk is door chirurgen uit verschillende ziekenhuizen op een gestandaardiseerde manier samen te laten werken én wordt onderzocht of een nieuw behandelschema voor chemotherapie mogelijk is. Chirurg dr. Koop Bosscha en oncoloog dr. Hans Pruijt coördineren mede de studie waaraan ziekenhuizen in heel Brabant zullen meewerken.
Behandeling maagkanker kan beter
n kten: JAK2 van het Jeroen Bosch Ziekenhuis onder zochten wij de aanwezigheid van de JAK2 mutatie (middels semikwantitatieve PCR techniek) bij 18 patiënten met verhoogde thrombocyten/Hb die niet voldeden aan de criteria voor myeloproliferatief syndroom, uiteraard na uitsluiten van secundaire oorzaken. Zes van de achttien patiënten (33%) waren positief voor de JAK2 mutatie en vijf van deze zes patiënten hadden thrombose in de voorgeschiedenis. Deze data suggereren dat vroege opsporing van patiënten met ET/PV mogelijk is en er meer patiënten bestaan met een latente vorm van myeloproliferatieve ziekten. Waarschijnlijk hebben deze patiënten ook baat bij vroege behandeling met aspirine of chemotherapie ter voorkoming van thrombotische complicaties en vroegtijdig overlijden. n
De prognose voor patiënten met maag kanker is slecht. Slechts twintig procent van de patiënten is vijf jaar na de diagnose nog in leven. Als de ziekte wordt ontdekt, is deze vaak al in een vergevorderd stadium en is de kans op uitzaaiingen groot. Het is daarom niet alleen van belang dat de tumor en (een deel van) de maag worden verwijderd, maar ook dat alle uitzaaiingen worden gedood of verwijderd. Naar aanleiding van recente studies, gebeurt dat in toenemende mate met enerzijds aanvullende chemotherapie rondom de operatie en anderzijds door het zo grondig
mogelijk wegnemen van de lymfeklieren rondom de maag waar de uitgezaaide tumorcellen vaak terechtkomen. Er wordt echter gedacht dat chirurgen niet altijd alle belangrijke lymfeklieren verwijderen, vertelt Bosscha. ‘Als niet alle belangrijke klieren worden verwijderd, is het mogelijk dat uitgezaaide tumorcellen achterblijven. En omdat we vermoeden dat bij het weghalen van deze lymfeklieren niet iedere chirurg in Nederland op dezelfde manier werkt, denken we dat het mogelijk Lees verder op pagina 14 >
Het volledige artikel is recent gepubliceerd: Strobbe L, Lestrade P, Hermans MH, Fijnheer R. Detection of the JAK2 mutation in patients with slightly elevated platelets or hemoglobin without a secondary cause.
Resectiepreparaat van een maag met rondom de maag de diverse meeverwijderde lymfeklierstations en het aan de
Annals of Hematology. 2007nov;86(11):801-803
maag vastzittende omentum
Cura, jaargang 5, nummer 1 | 13
kennis
&
wetenschap
Chirurg Koop Bosscha
Internist-oncoloog Hans Pruijt
Vervolg van pagina 13 >
is om winst te behalen door precies te definiëren wat weggehaald moet worden.’ Tijdens het onderzoek zullen chirurgen uit verschillende ziekenhuizen samen de operaties uitvoeren. Eerder onderzoek liet zien dat dit tot een betere kwaliteit van de chirurgie kan leiden, verklaart Bosscha. ‘Een aantal jaren geleden handelden chirurgen bij operaties voor rectum carcinomen eveneens verschillend. In het kader van een project ter verbetering van de kwaliteit, zijn chirurgen destijds bij elkaar gaan opereren en uit deze studie weten we dat dit leidt tot betere resultaten. Dat willen we nu ook bij patiënten met het maagcarcinoom bereiken.’ Chemotherapie Verder wordt gekeken of een nieuw schema voor chemotherapie door patiënten verdragen kan worden. Dit omdat bij een veelgebruikt chemotherapieschema, waarbij zowel vóór als na de operatie drie kuren chemotherapie worden gegeven, patiënten de serie kuren na de operatie vaak niet afmaken vanwege complicaties als gevolg van de ingreep. ‘Vandaar dat we nu willen proberen om alleen voorafgaand aan de operatie chemotherapie te geven. Na de chirurgie kunnen mensen dan rustig herstellen’, legt Pruijt uit. Daarbij willen de artsen het meest krachtige schema voor chemotherapie geven dat er is in de hoop zoveel mogelijk winst te behalen. Pruijt: ‘Dit bestaat uit een combinatie van drie medicijnen; docetaxel, cisplatin en capecitabine. Maar omdat het bij dit schema niet drie, maar
14 | Cura, jaargang 5, nummer 1
vier kuren voorafgaand aan de operatie worden gegeven, bestaat de kans dat meer patiënten ernstig ziek worden door de behandeling. Een belangrijk doel van de studie is dan ook om te onderzoeken of dit schema niet te ziekmakend is voor patiënten.’ Daarnaast zal met behulp van PET-scans worden onderzocht of de tumoren snel reageren op de chemotherapie. Of patiënten de chemotherapie kunnen verdragen, wordt bepaald aan de hoeveelheid patiënten die na de chemotherapie nog in aanmerking komen voor de operatie. Pruijt: ‘Stel dat één op de vijf patiënten na de chemotherapie niet fit genoeg meer is voor de operatie. Dan betekent dit dat een relatief groot aantal mensen niet in aanmerking komt voor een mogelijk genezende operatie. We daarom moeten eerst weten of de behandeling verdragen wordt door de patiënten voordat verder onderzocht wordt of de behandeling effectief is.’ Of de nieuwe werkwijzen die in het onderzoek worden toegepast ook echt leiden tot een betere overleving, kan niet met de studie worden bepaald. Pruijt: ‘Daarvoor is het aantal patiënten dat we willen onderzoeken te klein (50, red.). Dat zal in een vervolgstudie uitgezocht moeten worden. We hopen natuurlijk wel dat deze manier van werken de overleving verbetert, maar de studie is in eerste instantie opgezet om te achterhalen of het gekozen chemotherapieschema haalbaar is en of de chirurgie verbeterd kan worden’. n TvV
kennis
&
wetenschap
Schouderklachten kunnen geanalyseerd worden met beeldvormende technieken. Met echografie bijvoorbeeld. Maar de ervaring van radiologen met die techniek en hun anatomische kennis van de schouder kan beter, ervaart Radioloog Matthieu Rutten. Hij publiceerde daarom een educatief overzicht van het gestandaardiseerd echografisch onderzoek van de schouder. Vanuit binnen- en buitenland kloppen radiologen nu bij hem aan voor dit artikel.
Radioloog spijkert schouderkennis collega’s bij Schouderproblemen kunnen op verschillende plekken ontstaan: in het gewricht zelf, er tegenaan of net er buiten. In dat laatste geval zijn de vier pezen die rondom de schouder zitten mogelijk beschadigd of is er een ontsteking in de bursa. ‘Die bursa is een soort leeg zakje dat bovenop de pezen van de schouder ligt’, legt radioloog Matthieu Rutten uit. ‘De twee bladen van de bursa kunnen goed over elkaar heen glijden, waardoor je je schouder kunt bewegen en je arm makkelijker kunt optillen.’ Gesneden koek Doordat de pezen, de bursa en het bot dicht op elkaar liggen, kan er soms ruimtegebrek ontstaan. Rutten: ‘Als de bursa verdikt is of een pees geïrriteerd, dan loopt het gewricht vast als je je arm optilt. Dat noemen we het impingement syndroom. In het ergste geval kan daardoor een pees scheuren.’ Echografie is een eenvoudige en betrouw bare manier om dergelijke scheurtjes in beeld te brengen. Het is minstens zo nauwkeurig als de vaakgebruikte MRI (Magnetic Resonance Imaging). ‘En met echografie ben ik in een paar minuten klaar’, aldus Rutten. ‘Voor een MRI moet een patiënt een half uur – vaak op een pijnlijke schouder gedraaid – liggen. En het kost ook nog eens zeven keer zoveel.’ In het Jeroen Bosch Ziekenhuis is echografie dan ook de eerste keus bij het impingement syndroom. Het onderzoek wordt ongeveer tien keer per dag uitgevoerd op alle locaties samen, schat Rutten in. Lang niet alle radiologen in Nederland hebben er echter genoeg ervaring mee. Bovendien merkt hij dat de ingewikkelde bouw van de schouder – waar botten, pezen en spieren samenkomen – zelfs voor
radiologen geen gesneden koek is. Rutten merkte dat ook tijdens het jaarlijkse congres van de Radiological Society of North America, waar hij al jaren een handsontraining verzorgt voor radiologen. Dankbaar Daarom schreef Rutten een educatief overzichtsartikel over de anatomie en echografie van de schouder, in European Journal of Radiology van juni 2007. Hij bracht acht schouders van overleden mensen in beeld met echografie, MRI en door de gewrichten in flinterdunne plakjes te snijden. Dat deed hij in de zes gebruikelijke stappen, zoals die ook in de Amerikaanse richtlijn voor radiologen staan – de schouder telkens vanuit een ander positie in beeld brengend. ‘De beelden bij die stappen in mijn artikel en de vergelijking van de drie methoden zijn nieuw.’ Rutten concludeert dat de schouderpezen met echografie prima in beeld zijn te brengen. De interpretatie van de beelden vindt hij niet subjectiever dan bij MRI – zoals sommige andere radiologen menen. ‘Maar je moet de echografie wel gestandaar diseerd doen en je moet de anatomie goed kennen’, aldus Rutten, die verwacht volgend jaar te promoveren. ‘Dit artikel was mijn belangrijkste project. Ik wil dat mensen mijn proefschrift nog eens openslaan om te kijken hoe het ook al weer zit.’ Ook nu al maken belangstellenden vanuit binnen- en buitenland dankbaar gebruik van zijn inspanningen: ‘Ik heb een fors aantal aanvragen gehad van radiologen die het origineel van het artikel willen hebben. Ze vinden het wel fijn om dit overzicht bij de hand te hebben.’ n SH
Cura, jaargang 5, nummer 1 | 15
kennis
&
wetenschap
De gouden standaard voor het aantonen van een bacterie in het bloed van een patiënt is het aantonen van het micro-organisme in een bloedkweek. Omdat het enige tijd kan duren voor een bloedkweek positief is, worden naast de klinische symptomen ook infectieparameters gebruikt die indicatief kunnen zijn voor het bestaan van een bacteriëmie. Peter de Jager, internist-intensivist en Peter Wever, arts-microbioloog, hebben gekeken welke routine infectieparameter het best een positieve bloedkweek kan voorspellen.
Voorspellen van een positieve bloedkweek bij patiënten op de Spoedeisende Hulp In de top 10 van meest voorkomende ziekten in Nederland zijn 5 infectieziekten te vinden (bovenste luchtweginfecties, urineweginfecties, onderste luchtweg infecties, infecties maagdarmkanaal, griep). In sommige gevallen gaan dit soort locale infecties over in een systemische infectie als de betrokken bacterie in de bloedbaan komt. In dat geval spreekt men van een bacteriëmie. Het ziektebeeld dat hierdoor kan ontstaan, is een sepsis. De kans op overlijden bij een sepsis is aanzienlijk en behoort tot de belangrijkste doodsoorzaken binnen de infectieziekten.
16 | Cura, jaargang 5, nummer 1
Infectieparameters zijn markers in het bloed die aangeven hoe ernstig een infectie is. De meest gebruikte infectieparameters zijn het C-reactief proteïne (CRP) en het al dan niet aanwezig zijn van een leucocytose (te veel witte bloedcellen) dan wel leucopenie (te weinig witte bloedcellen) in het perifere bloed. Het voordeel van deze parameters is dat ze sneller voorhanden zijn dan de resultaten van een bloedkweek. In combinatie met het klinische beeld kan de waarschijnlijkheid van een bacteriëmie in meer of mindere mate worden aangegeven. Bij de differentiatie van de witte bloedcellen wordt ook gekeken naar het aantal lymfocyten. Recent is aangetoond dat de aanwezigheid van een lymfopenie (te weinig lymfocyten) een indicator kan zijn van bacteriële infecties. Deze waarneming is nader onderzocht in een zogenaamde case-control studie. Hierbij werd gebruik gemaakt van de uitslagen van het Laboratorium Medische Microbiologie en het Laboratorium Klinische Chemie en Hematologie. Gedurende een half jaar werden alle bloedkweken beoordeeld die waren afgenomen op de afdelingen Spoedeisende Hulp (SEH) van de locaties Groot Ziekengasthuis en Carolus Ziekenhuis van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. In totaal werden 746 bloedkweken afgenomen van patiënten die zich presenteerden met het vermoeden op een bacteriële infectie. Bij 145 patiënten was er sprake van een positieve bloedkweek. Na exclusie van patiënten met gecontamineerde bloedkweken en patiënten met hematooncologische maligniteiten bleven 107 patiënten over. Deze groep werd vergeleken
met een op leeftijd en geslacht gematchte controlegroep van patiënten met een op de SEH verkregen negatieve bloedkweek. In vergelijking met de controles met een negatieve bloedkweek hadden de patiënten met een positieve bloedkweek een hogere CRP waarde (p=0,004), een hoger leuco cytengetal (p=0,037) en een lager lymfo cytengetal (p=0,002). Het lymfocytengetal in de groep met positieve bloedkweken was 0,75±0,05 x 109/L (mean±SEM) versus 1,06±0,07 x 109/L in de controle groep. Receiver-operating-characteristic (ROC) curves (hierbij wordt de sensitiviteit van een test afgezet tegen de specificiteit) voor de CRP waarde, het leucocytengetal en lymfocytengetal hadden een area under the curve (AUC) van 0,61, 0,57 en 0,67, respectievelijk. Een geconstrueerde infectieparameter gedefinieerd als de neutrofielengetal/lymfocytengetal ratio had een ROC AUC van 0.72. Deze case-control studie laat zien dat het voor artsen op de SEH zinvol is om bij patiënten met vermoeden op een ernstige infectie ook het lymfocytengetal mee te nemen in de overwegingen. Lymfopenie is op zijn minst een even goede voorspeller voor een positieve bloedkweek als de CRP waarde en het leucocytengetal. De betekenis van de neutrofielengetal/lymfocytengetal ratio moet nader onderzocht worden. Het is interessant om deze bevindingen af te zetten tegen de meerwaarde van recent beschreven infectieparameters als de procalcitonine waarde. n Peter de Jager, internist-intensivist Peter Wever, arts-microbioloog
In 2008 heeft het Jeroen Bosch Ziekenhuis het aantal specialismen uitgebreid dat spreekuur houdt op de locatie Bommels Gasthuis in Zaltbommel. De specialismen Kinder geneeskunde, Verloskunde en Gynaecologie en Chirurgie zullen op vaste dagen in de week patiënten ontvangen.
Meer ziekenhuisspecialismen naar Zaltbommel Chirurgie Het algemene spreekuur van Chirurgie vindt plaats op donderdagochtend van 08:30 tot 12:00 uur.
terecht voor algemene plastische chirurgie en voor postoperatieve controles.
Kindergeneeskunde Het specialisme Kindergeneeskunde houdt op woensdag van 09:00 tot 12:30 uur en van 13:30 tot 16:00 uur een spreekuur algemene kindergeneeskunde.
Verloskunde en Gynaecologie Op het spreekuur van Verloskunde en Gynaecologie kunnen alle gynaecologische patiënten en zwangere patiënten tot 20 weken terecht. Het is op maandagochtend van 08.30 tot 12.30 uur en op maandag- en vrijdagmiddag van 13.30 tot 16.00 uur.
Plastische Chirurgie Dit spreekuur is eens in de 14 dagen (oneven weken) op donderdagmiddag van 12:30 tot 16:00 uur. Patiënten kunnen er
Dichtbij De uitbreiding van het aantal specialismen in Zaltbommel past bij de visie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis om de zorg
dichtbij patiënten te brengen. Met name ouderen en gezinnen met kinderen hebben aangegeven het prettig te vinden om ziekenhuisvoorzieningen dichtbij huis te hebben. Daarnaast komt het met de uitbreiding tegemoet aan de wens van huisartsen om een goed functionerende eenheid van het ziekenhuis in Zaltbommel te hebben. n Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de locatie Bommels Gasthuis, Margot van Heumen, (0418) 54 00 27.
(advertentie)
Waar willen wij u mee van dienst zijn? Pensioen advies/consultancy Praktijk- en woningfinancieringen Praktijkbemiddeling Beroepsverzekeringen: Arbeidsongeschiktheid Beroepsaansprakelijkheid Overige zakelijke verzekeringen
Inkomensbegrotingen: Bij overlijden Pensioen Arbeidsongeschiktheid
Raadgevend buro Buro Merks is een middelgroot objectief en onafhankelijk raadgevend buro voor medische beroepsbeoefenaren opgericht in 1973. Met een hecht team van 11 enthousiaste collega’s heeft Buro Merks haar specialismen,
Geïnteresseerd ? Belt u drs. Maurice Berkhout of Ronald van Oort
Correspondentie-adres: Postbus 1135 5200 BD ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073 - 69 25 777 Telefax: 073 - 69 25 778 E-mail:
[email protected] Internet: www.buromerks.nl
uitgebreide vakkennis en jarenlange ervaring afgestemd op de specifieke segmenten voor het medische beroep. Buro Merks is lid van de NVA en aangesloten bij de Nederlandse Orde van Pensioendeskundigen en Federatie van Financiële Planners.
Naamloos-1 1
Cura, jaargang 5, nummer 1 | 17
20-03-2006 16:06:
De vaatchirurgen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis hebben uit handen van de Vereniging van Vaatpatiënten een vaatkeurmerk gekregen. De vereniging heeft negen criteria vastgesteld waaraan goede vaatzorg in ziekenhuizen moet voldoen. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis voldoet aan alle criteria.
Jeroen Bosch Ziekenhuis krijgt vaatkeurmerk Gestelde criteria zijn bijvoorbeeld dat er veel aandacht is voor de patiëntgroep met perifeer arterieel vaatlijden, dat er een reguliere multidisciplinaire patiënt bespreking is en minimaal twee gecerti ficeerde vaatchirurgen werkzaam zijn. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis zijn vijf gecertificeerde vaatchirurgen werkzaam. Op basis van de criteria werd een vragenlijst opgesteld, welke is voorgelegd aan de ziekenhuizen. Het onderzoek betreft de aandoeningen aan de slagaders van benen, bekken, buik, aorta en hals. Mede dankzij de medewerking van de betrokken beroeps organisaties (Ned. Ver. Voor Vaatchirurgie en Ned. Genootschap voor Interventie radiologie) had de vragenlijst een respons van ruim 80%. De resultaten van de vragenlijst geven een goed beeld van het aanbod van de Nederlandse ziekenhuizen op het gebied van vaatziekten.
Veel aandacht ‘Ons ziekenhuis besteedt veel aandacht aan vaatpatiënten’, zegt vaatchirurg Olivier Koning desgevraagd. ‘Onze patiënten kunnen binnen een week terecht. We hebben een gespecialiseerde verpleeg kundige die het eerste contact met hen legt. Zij plant voorafgaand aan het eerste bezoek aan de vaatchirurg alle onderzoeken zo veel mogelijk in één keer in. Dat maakt dat wij samen met de interventieradiologen een behandelplan kunnen opstellen, dat we vaak al tijdens het eerste bezoek met de patiënt kunnen bespreken.’ Scala behandelmogelijkheden Met de brede kennis en ervaring van de vijf vaatchirurgen, kan het Jeroen Bosch Ziekenhuis het hele scala van behandel mogelijkheden bieden: open chirurgie en endovasculaire behandeling bij perifeer
vaatlijden (o.a. bypasschirurgie en dotter behandeling), aneurysma-chirurgie, behandeling van een verwijde buikslagader (met open chirurgie of met stentprothese via de lies. Voor de behandeling van varices wordt sinds enige tijd ook met succes de laserbehandeling (EVLT) en foamsclero therapie toegepast. Inzicht in kwaliteit ‘We zijn erg blij dat we het vaatkeurmerk hebben gekregen, het is een externe erken ning voor de inspanningen die wij op dit gebied in de afgelopen jaren hebben verricht. Wij blijven werken aan kwaliteits verbetering, zoals bijvoorbeeld door de ontwikkeling van een regionaal netwerk van speciaal (na)geschoolde fysiotherapeuten en verdere concentratie van de operatieve zorg’, aldus Koning. n Ziekenhuizen zijn op vaatzorg te vergelijken op www.vaatpatient.nl.
Nationaal Voorleesontbijt Van 23 januari tot en met 2 februari vonden De Nationale Voorleesdagen 2008 plaats, met als landelijke aftrap Het Nationale Voorleesontbijt op woensdag 23 januari. Dit ontbijt werd op diverse basisscholen en kinderdagverblijven georganiseerd. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis organiseerde zijn eigen voorleesontbijt. Willy Spaan, de kersverse voorzitter van de Raad van Bestuur, en Cor van Driel, directeur Patiëntenzorg, lazen op de beide Bossche locaties op de kinderafdelingen voor uit het boek ‘Kleine muis zoekt een huis’. Dit boek, van schrijver Petr Horácek, is tot prentenboek van het jaar 2008 verkozen. Het is één van de tien boeken die centraal stonden gedurende de voorleesdagen. Boekhandel Selexyz Adr. Heijnen verhoogde de leespret door het boekje aan alle aanwezige kinderen te geven. n
18 | Cura, jaargang 5, nummer 1
Nieuwe specialisten Naam: Th. Macken Specialisme: Longgeneeskunde Speciale aandachtsgebieden: slaapgebonden ademhalings stoornissen, longrevalidatie, rookstoppolikliniek, longinfecties, ICT in de zorg. Studie: Geneeskunde Universitair Ziekenhuis te Leuven. Opleiding tot longarts in UZ Leuven, Tygerberg Ziekenhuis, Kaapstad, en UMC St Radboud in Nijmegen. Bijzondere nevenfuncties: docent Ziekteleer aan de Universiteit van Tilburg (afdeling Medische Psychologie). Waarom het Jeroen Bosch Ziekenhuis?: Ik heb gekozen voor een overstap naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis omwille van de aanwezige opleiding- en onderzoeksmogelijkheden in de longziekten. Daarbij zal ik bijdragen bij de opbouw van een multidisciplinair slaapcentrum, uitbouw van de longrevalidatie en rookstoppolikliniek. Werkzaam op locatie: Groot Ziekengasthuis.
Naam: dr. Edgar G.A.H. van Mil Specialisme: Kindergeneeskunde. Subspecialisatie: Kinderendocrinologie en – diabetes. Promotie onderwerp: Kinderobesitas (Universiteit Maastricht, 2000). Studie: Geneeskunde en opleiding tot kinderarts in het Academisch Ziekenhuis Maastricht, Catharina ziekenhuis Eindhoven en Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht. Subspecialisatie in het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Bijzondere nevenfuncties: Partner in het ‘Partnerschap Overgewicht’ (Ministerie van Volksgezondheid (VWS)) en voorzitter werkgroep obesitas (Europese Kinderendocrinologie vereniging). Waarom het Jeroen Bosch Ziekenhuis?: Het is een groot en ambitieus opleidingsziekenhuis, de vakgroep kindergeneeskunde staat landelijk hoog aangeschreven en ik krijg hier de mogelijkheid een transmuraal en integraal kinderobesitasproject op te zetten. Tenslotte wordt hier gewerkt aan een regionaal kinderdiabetes centrum. Werkzaam op locatie: Groot Ziekengasthuis
Naam: mevrouw A.J. Paling Studie: Geneeskunde aan de VU in Amsterdam. Specialisme: Anesthesiologie in Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, vervolgopleiding Intensive Care in het LUMC in Leiden. Superspecialisatie: Intensivist Speciale aandachtsgebieden: Postoperatieve pijnbestrijding, beginnend op de Intensive Care. Bijzondere nevenfuncties: Onderwijscoördinator op Intensive Care, FCCS-instructeur, lid van de voedingscommissie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Waarom het Jeroen Bosch Ziekenhuis?: Ik heb gekozen voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis om te kunnen werken op een algemene intensive care op hoog niveau (level 3) met bijna alle behandelmogelijkheden in huis. Daarbij ligt het ziekenhuis in een prettige woonomgeving buiten de Randstad. Werkzaam op locatie: Groot Ziekengasthuis en Carolus.
Naam: mevrouw I. Kortland Studie: Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Limburg. Specialisme: Revalidatiegeneeskunde in revalidatiecentrum Hoensbroeck, Academisch Ziekenhuis Maastricht en Viecurie ziekenhuis in Venlo. Subspecialisatie: verworven hersenletsel bij volwassenen, onder meer ten gevolge van trauma, herseninfarct of bloeding. Eerder 10 jaar werkzaam in Elisabeth ziekenhuis en revalidatie centrum Leijpark in Tilburg. Speciale aandachtsgebieden: CVA-ketenzorg, spasmebehandeling (botuline toxine), cognitieve revalidatie, arbeidsre-integratie van mensen met hersenletsel en neuromusculaire aandoeningen (bv ALS). Bijzondere nevenfuncties: lid hersenletselteam NO Brabant, lid projectgroep opzet NAH expertise centrum met GGZ, JBZ en Tolbrug. Waarom het Jeroen Bosch Ziekenhuis?: groot ambitieus ziekenhuis waar revalidatiecentrum Tolbrug in zit zodat korte (verwijs) lijnen mogelijk zijn en samenwerking plaats kan vinden. Veel ontwikkelmogelijkheden en ambities binnen het revalidatiecentrum. Werkzaam op locatie: revalidatiecentrum Tolbrug. n
Cura, jaargang 5, nummer 1 | 19
In 2008 wordt binnen Revalidatiecentrum Tolbrug een uniek
computerprogramma ingevoerd waarmee de effectiviteit van een behandeling op de voet gevolgd kan worden. De zogenaamde Klinilyzer maakt het mogelijk om bij de revalidant testen af te nemen en tijdens hetzelfde polikliniekbezoek de behandeling te bepalen op basis van de direct in het dossier beschikbare resultaten.
Betere en snellere zorg dankzij Klinilyzer De Klinilyzer is in opdracht van de Sint Maartenskliniek ontwikkeld door VIR e-Care Solutions BV in samenwerking met Logica CMG en Backbase. Het pakket kan los van het ziekenhuisinformatiesysteem werken, maar de mogelijkheden zijn nog krachtiger in combinatie met Ecaris, een EPD toepassing, die vooral in de revalidatie zorg in gebruik is. Kenmerk van de revalidatiezorg is de interdisciplinaire behandeling; diverse (para)medische behandelaren en artsen werken gezamen lijk aan de verbetering van de gezondheids situatie van de revalidant. Communicatie en afstemming ten aanzien van de behandeldoelstellingen en de behandel mogelijkheden zijn hierbij bijzonder belangrijk en zowel Klinilyzer als Ecaris dragen hier in hoge mate aan bij. Bewezen methode Met Klinilyzer is het mogelijk om klini metrische gegevens (metingen ten aanzien van de gezondheidssituatie van de revalidant) vast te leggen en te analyseren. Elke betrokken behandelaar heeft hierdoor onmiddellijk de beschikking over relevante behandelinformatie. Niet alleen zijn alle gegevens toegankelijk vanaf het tijdstip van de meting, ook kunnen de gemeten waardes van de individuele revalidant direct vergeleken worden met de meetgegevens van andere revalidanten c.q. doelgroepen. Door de in het pakket aanwezige analyse mogelijkheden op de klinimetrische data van grote groepen revalidanten wordt de doeltreffendheid van de behandelkeuze in belangrijke mate bevorderd. Gebruik van Klinilyzer draagt dan ook bij aan het vaststellen van de effectiviteit van behandelmethodes, zodat er straks volgens bewezen methoden (‘evidence based medicine’) gewerkt kan gaan worden.
20 | Cura, jaargang 5, nummer 1
Directe toegang tot meetgegevens Klinilyzer levert ook nog op andere wijze een belangrijke bijdrage aan het behandel proces van de revalidant. Gebruik maken van dit softwareproduct betekent ook een doelmatiger verloop van de communicatie; de behandelaar, de arts en de revalidant hoeven geen tijd meer te verdoen met wachten op berichtgeving. Door de directe toegang op meerdere plekken tot alle relevante meetgegevens wordt onnodig tijdverlies voorkomen. Zo nodig kan deze werking nog verder versneld worden door gebruik te maken van de eveneens aanwezige signaleringsmogelijkheid; het systeem kan zo ingericht worden dat diverse betrokkenen rechtstreeks een bericht krijgen (SMS, mail etc.) over de aanwezig heid van nieuwe relevante meetgegevens in het dossier van een revalidant. De meting bij de fysiotherapeut, die ook van invloed kan zijn op de behandeldoelstelling van de ergotherapeut, kan op deze manier direct bekend gemaakt worden zonder dat hier voor de diverse disciplinedossiers gelicht hoeven te worden. Transparantie gedurende de behandeling, zeker in een inter disciplinaire omgeving, is van groot belang. Inzicht in ziekteverloop Naast bovengenoemde voordelen van effectiviteit op het niveau van behande lingen van doelgroepen en de efficiency winst geeft klinilyzer ook belangrijk inzicht in het ziekteverloop van de individuele revalidant. Doordat de diverse testen op en gemakkelijke wijze steeds weer te herhalen zijn in de diverse stadia van het behandel traject is het mogelijk om veranderingen in het ziektebeeld eenvoudig en direct inzichtelijk te maken. De voortgang en het resultaat van de behandeling zijn dan ook snel te beoordelen.
Koppelen met meetapparatuur Het systeem blijkt in de praktijk zeer stabiel en gebruikersvriendelijk te zijn. De gebruiker kan zelf diverse testformulieren bouwen, zonder noemenswaardige tussenkomst van de leverancier, bijvoorbeeld voor de mate van pijn of vermoeidheid. Even eenvoudig kunnen radiobuttons geplaatst worden. En daarbij kan ook gebruik gemaakt worden van afbeeldingen van lichaamsdelen waarop een behandelaar of revalidant pijn-, zwellings- littekenplekken of andere, zelf definieerbare kenmerken kan aangeven. De positie, de kleur en/of de grootte van vragen en antwoorden op een formulier inclusief de paginanummering zijn instelbaar. Daarbij is het ook mogelijk in de schermen automatische tellingen en waarde berekeningen uit te laten voeren. Ook is het mogelijk een klinilyzer rapport rechtstreeks te koppelen met externe meetapparatuur. De gemeten gegevens worden direct doorgestuurd naar Klinilyzer en het dossier van de revalidant. Klinilyzer voldoet aan alle moderne eisen, zoals HL-7 koppelingen en login/audit trail. Er wordt gebruik gemaakt van een open database structuur (Oracle) en de conti nuïteit van het product wordt gewaarborgd door een ESCROW overeenkomst. Alle vragenlijsten en rapporten zijn zelf te ontwikkelen en aan te passen en het systeem is flexibel in zijn mogelijkheden rechten toe te wijzen per gebruiker, soort gebruiker, periode etcetera. n Jan Willem Meijer
Klinisch onderwijs in Tanzania Neuropathie in Afrika was het thema van een vier dagen
durend seminar wat georganiseerd werd in opdracht van de International Society for Prosthetics and Orthotics (ISPO) en de World Health Organization (WHO) in Moshi, Tanzania. Revalidatiearts Jan Willem Meijer was een van de organisatoren. Een kort verslag. De aanleiding voor het seminar was het 25 jarig bestaan van het Tanzania Trainings Centre for Orthopedic Technologists (TATCOT) dat voor het hele Afrikaanse continent orthopedisch technici opleidt. Het maakt deel uit van het Kilimanjaro Christian Medical Centre (KCMC). Dit is een groot opleidingsziekenhuis in Noord Tanzania met een verzorgingsgebied van 11 miljoen inwoners. TATCOT ligt in Moshi, een kleine stad aan de voet van de Kilimanjaro in Noord Tanzania. Het opleidingscentrum en ziekenhuis liggen op de overgang van de tropische wouden op de hellingen van de Kilimanjaro en de droge Masai steppe van centraal Tanzania. Neuropathie grootste probleem? Namens ISPO en WHO mochten prof. dr. Jan. Geertzen (hoogleraar revalidatie geneeskunde UMCG), dr Steen Jensen
(orthopedisch chirurg, namens ISPO) en ondergetekende een seminar organiseren over Neuropathie in Afrika, voor studenten en staf van TATCOT en KCMC en belang stellenden uit geheel Afrika. Gedurende het seminar werd duidelijk dat neuropathieën inderdaad een van de grote problemen vormen in Afrika. Opvallend was de bevinding dat diabetische neuropathie in Afrika nu reeds een belangrijke morbiditeit en mortaliteit veroorzaakt. Vijftien procent van de bedden in de grote klinieken wordt bezet door patiënten met diabetische ulcera en amputaties. De kosten van deze behande ling zijn voor landen als Tanzania erg hoog. Model voor diabetesscreening Er werd uitgebreid gediscussieerd over het belang van goede screening en preventie, er is immers aangetoond dat hiermee 50-80% van de ulcera en amputaties te voorkomen zijn. De kosten voor screening en preventie, met name personeels gerelateerd, liggen zeker in de Afrikaanse landen veel lager dan de kosten voor de behandeling van complicaties. Tevens bestaat er een perfect netwerk voor screening en preventie van complicaties ten gevolge van Lepra. Aangezien de prevalentie van Lepra in Afrika inmiddels lager ligt dan 1:10.000 en die van diabetes op dit moment 5:100 is (en over 15 jaar 10:100) werd een eerste aanzet gedaan om een model te ontwikkelen waarbij de diabetesscreening en preventie wordt gekoppeld aan het Lepra netwerk.
Rijke ervaring Naast de inhoud van het thema was ook de vorm waarin we het onderwijs aanboden een belangrijk element van het seminar. Het onderwijs in het KCMC verloopt vrij conventioneel, het publiek verwacht hoorcolleges en stelt nauwelijks vragen. De opzet van dit seminar met interactie tijdens de voordrachten aan de hand van stellingen, filmpjes en workshops was dan ook een nieuw concept voor de aanwezigen en werd na enige gewenning zeer gewaardeerd. Dit was mede succesvol door het gemêleerde publiek, dat bestond uit artsen, ortho pedisch technici en paramedici. Het was een rijke ervaring waarvan ik veel heb geleerd. Met name de relevantie van mijn aandachtsgebied, screening en preventie van neuropathie, in ontwik kelingslanden met hun eigen (on) mogelijkheden en middelen was een eye-opener die zeker zijn impact heeft op mijn verdere werk. n Jan Willem Meijer ISPO is een internationale organisatie die wereldwijd onderzoek, ontwikkeling en evaluatie op het vakgebied van prothesen en orthesen stimuleert en ondersteunt. Zo wordt onder andere ook de scholing en training van technici in ontwikkelingslanden ondersteund door ontwikkeling van leermiddelen en het overdragen van kennis. In de afgelopen decennia heeft ISPO 5 opleidingsinstituten opgericht in ontwikkelingslanden, waaronder TATCOT in Moshi, Tanzania, in 1982.
Cura, jaargang 5, nummer 1 | 21
Paul van Dijk en Hans van den Bosch, huisartsen in Zaltbommel, vinden dat het er na de ziekenhuisfusies in Den Bosch niet beter op is geworden. Door de grootschaligheid zijn de korte lijnen en het persoonlijke contact met medisch specialisten verdwenen. Blijven hangen in gezeur wilden ze echter niet en daarom zochten ze naar een constructieve oplossing. Die werd gevonden in de Gado gadobijeenkomsten.
Gado gado: bijeenkomst van de goden
Huisartsen aan tafel met medisch specialisten
Goede afspraken De maatschap Kindergeneeskunde was de eerste die aan tafel mocht bij de huisartsen in
Van den Bosch: ‘We zijn eigenlijk al filoso ferend op het idee van de bijeenkomsten gekomen. Van het begin af aan was duide lijk dat het een horizontale bijeenkomst moest worden. Twee keer per jaar en geen presentaties of lezingen, maar informeel. We drinken een biertje met elkaar en we eten altijd Gado gado, het lievelingsmaal van Paul. Na vier jaar kregen de bijeen komsten daardoor de huidige naam.’ ‘In het Maleis betekent gado gado ‘rommeltje door elkaar’ maar we vonden de Zuid-Amerikaanse vertaling ‘bijeenkomst van de goden’ beter klinken’, glimlacht Van Dijk. ‘De eerste bijeenkomst verliep meteen heel goed, we hebben de formule sindsdien niet aangepast.’
Meer persoonlijk De maatschappen die de huisartsengroep tot nu toe heeft uitgenodigd, gingen meteen op het voorstel in. 13 specialismen waren al te gast. ‘De bijeenkomsten werpen voor beide partijen vruchten af’, aldus Van Dijk. ‘De anonimiteit maakt plaats voor meer persoonlijke werkcontacten. Er is meer duidelijkheid over wie wat doet en zaken die minder goed lopen, worden gemakke lijker besproken.’ Van den Bosch: ‘Zo hebben we met de diverse specialismen goede afspraken kunnen maken over de bereikbaarheid. We zetten ons nu in om een betere digitale communicatie tussen huisarts en medisch specialist tot stand te brengen.’ n
Doelen De belangrijkste doelen van de bijeenkomst zijn: kennismaken, het verbeteren van de wederzijdse communicatie en het maken van transmurale afspraken. De bijeen komsten zijn strak gestructureerd en hebben vier vaste programmaonderdelen: spuien van wederzijdse kritiek, minor themata, locale transmurale afspraken en de ratificatie van afspraken. Van Dijk: ‘We nodigen per bijeenkomst steeds twee à drie leden van een maatschap uit. Van tevoren spreken we af dat zij namens de maatschap spreken, anders laten we het niet doorgaan. We nodigen niet elke maatschap uit. We moeten wat te bespreken hebben, maar ook weer niet te veel. We moeten wel het vertrouwen hebben dat we er uit komen tijdens het etentje.’
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis zet zich in om de
de Bommelerwaard. Kinderarts Jan Widdershoven: ‘Het contact tussen onze maatschap en de huisartsen is altijd goed geweest. Bereikbaarheid was in onze bijeenkomst dan ook geen onderwerp. Wel hebben we gesproken over de zorg voor chronische patiënten en het doorverwijzen naar andere specialismen in het ziekenhuis zonder eerst terug te verwijzen naar de huisarts. We hebben voor beide goede afspraken gemaakt. Nu zijn we voor de tweede keer uitgenodigd. We hebben een aantal nieuwe collega’s die we graag willen voorstellen. Daarnaast staan onder meer de onderwerpen obesitas, anorexia, breuken en tongriemen op de agenda. Verder zullen we het hebben over de wens van de huisartsen om met ons over patiënten te e-mailen. We kijken er naar uit.’
22 | Cura, jaargang 5, nummer 1
contacten tussen huisartsen en het ziekenhuis te verbeteren. Zijn er meer van dit soort initiatieven of heeft u een idee voor een initiatief, dan hoort het ziekenhuis daar graag over. U kunt ze melden bij Marian ’s Gravemade, relatiemanager huisartsen, of via
[email protected]. SB
Agenda
COLOFON Cura is een uitgave van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Oplage: 2.500
In deze agenda worden bijeenkomsten vermeld, die interessant
27 maart 2008 Scholingsbijeenkomst: `Nieuwe
zijn voor lezers van Cura. Heeft u een bijdrage voor de agenda?
ontwikkelingen binnen de cardiologie`
E-mail:
[email protected].
De vakgroep Cardiologie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis organiseert op 27 maart 2008 een scholingsbijeenkomst voor
Voorlichtingsbijeenkomsten voor patiënten
huisartsen onder de titel : `Nieuwe ontwikkelingen binnen de
Onderstaand vindt u een overzicht van de voorlichtingsbijeen
cardiologie`. Huisartsen uit de regio. De scholingsbijeen
komsten die zijn gepland in het vierde kwartaal van 2007. Voor
komst is een samenwerkingsverband met de WDH.
actuele informatie over voorlichtingsbijeenkomsten kunt u
Informatie is te verkrijgen via Anouk Smulders op
terecht op onze website www.jeroenboschziekenhuis.nl/agenda.
e-mailadres:
[email protected].
Daar vindt u ook meer informatie over de bijeenkomsten die hieronder staan vermeld. U kunt bovendien contact opnemen
18 april Symposium Revalidatiecentrum Tolbrug
met het bureau Patiëntenvoorlichting, telefoonnummer (073)
Verschillende toonaangevende sprekers vanuit het gehele
699 85 96. Voor sommige bijeenkomsten dient u zich vooraf
land belichten het thema ‘Lerend in ontwikkeling’ Het
aan te melden.
symposium wordt georganiseerd in samenwerking met betrokken deskundigen van onze eigen organisatie. Het
17 maart 2008 Voorlichtingsavond: `Wat is dementie?`
symposium is bedoeld voor de samenwerkingspartners van
‘Wat is dementie?’ en wat zijn de mogelijkheden voor behande
revalidatiecentrum Tolbrug. Tijd: 09.00 uur tot 16.30 uur,
ling. Er is ruim gelegenheid tot het stellen van vragen. De
plaats: Theater aan de Parade te ’s Hertogenbosch. Om dit
voorlichtingsavond is bedoeld voor patiënten bij wie in het
evenement bij te kunnen wonen moet u zich aanmelden. Alle
Centrum voor Geheugenproblematiek de diagnose ‘dementie’ is
genodigden ontvangen hiervoor te zijner tijd een uitnodiging.
gesteld, en hun familieleden. Ook andere belangstellenden zijn
Voor meer informatie over dit symposium kunt u contact
van harte welkom. Tijd: 19.30 - 21.30 uur, plaats: aula, locatie
opnemen met: mevr. M. Saleh, managementsecretaresse
Carolus. De toegang is gratis en vooraf aanmelden is niet nodig.
revalidatiecentrum Tolbrug, e-mail:
[email protected]
De bijeenkomst wordt in 2008 nog herhaald op: dinsdag 13 mei 2008, dinsdag 1 juli 2008, maandag 1 september 2008, dinsdag
23 april 2008 Voorlichtingsavond: `Ons hart en diabetes`
28 oktober 2008, maandag 15 december 2008.
De Diabetesvereniging Nederland (DVN), afdeling ’s-Hertogenbosch, organiseert een voorlichtingsavond
26 maart 2008 Voorlichtingsavond: `Voeten en diabetes`
getiteld ‘Ons hart en diabetes’. Spreker is mevrouw dr. M.
De Diabetesvereniging Nederland (DVN), afdeling ’s-Hertogen
Jacobs, cardioloog. Zowel leden als niet-leden van de DVN
bosch, organiseert een voorlichtingsavond getiteld ‘Voeten en
zijn van Harte welkom. De avond begint om 20.00 uur en
diabetes’. Spreker is mevrouw M. van Putten, podotherapeute,
vindt plaats op de locatie Liduina. De toegang is gratis; u
samen met vier assistentes om uw voeten te controleren.
hoeft zich niet vooraf aan te melden. Voor meer informatie
Aanvang 20.00 uur in het restaurant van de locatie Carolus van
kunt u contact opnemen met het secretariaat van de DVN
het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De toegang is gratis; wel wordt u
afdeling ’s-Hertogenbosch, telefoon (0416) 37 44 02. n
verzocht zich vooraf aan te melden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van de DVN afdeling ’s-Hertogenbosch, telefoon (0416) 37 44 02. In deze rubriek schrijven patiëntenvoorlichters van het ziekenhuis om de beurt een stukje over hun dagelijks werk.
Patiëntenvoorlichting of patiëntencommunicatie, What’s in a name? Na de fusie van de Bossche ziekenhuizen tot het Jeroen Bosch Ziekenhuis gingen de drie Patiënten Voorlichtingscentra gezamenlijk verder onder de naam ’bureau Patiëntenvoorlichting’. Wat is dat nou precies, voorlichting? Het woordenboek vermeldt als letterlijke betekenis van het woord voorlichten: met licht voorgaan, inlichten, op de hoogte brengen, onderricht. Het impliceert een eenzijdig proces; er wordt uitgegaan van een wetende en onwetende partij. Gelukkig is de patiënt van nu meestal niet helemaal onwetend. Vaak heeft de arts al goede informatie gegeven of heeft de patiënt informatie op het internet gevonden. Mensen die aankloppen bij ons bureau zijn meestal op zoek naar aanvullende informatie. Het is voor ons dan ook vanzelfsprekend om te achterhalen wat de patiënt al weet en welke informatie hij nog mist. Zo trachten wij de patiënt die informatie te geven die aansluit bij zijn vraag en behoeften. Ook wat betreft onze andere werkzaamheden, zoals deelname aan voorlichtingsprojecten, overleggen wij met de betrokken hulpverleners. Deze voortdurende uitwisseling van informatie met patiënt en hulpverleners, is meer dan voorlichting geven. Het is communicatie. Om aan te geven waar wij als bureau voor staan, nemen wij sinds 1 februari jl. de telefoon op met “goedemorgen/middag, Jeroen Bosch Ziekenhuis bureau Patiëntencommunicatie, u spreekt met…...”. “What’s in a name” betekent voor ons een vlag die de lading dekt. n Lianne Kitslaar, medewerker bureau Patiëntencommunicatie
Tekstbijdragen Gerrit Braks Suzanne Bruijstens (SU) Saskia Byvanck (SB) Carl Hamilton Sanne Hijlkema (SH) Lianne Kitselaar Peter de Kubber Jan Willem Meijer Leonie Strobbe Twan van Venrooij (TvV) Jan Verbaal Peter Wever Hoofdredacteur Celia Noordegraaf Eindredacteur Saskia Byvanck Foto’s Suzanne Bruijstens Saskia Byvanck Ruud van Genugten Lianne van Iersel Yvonne Lemmens Science Photo Library Opmaak en drukwerk Drukkerij BibloVanGerwen ’s-Hertogenbosch Redactieleden: Corrie Baars Koop Bosscha Suzanne Bruijstens Saskia Byvanck Arla Heins Lianne van Iersel Jacqueline van der Krabben Christien Reinhard Olaf Tan Jan Verbaal Wetenschapsredactie Koop Bosscha, chirurg Saskia Byvanck, communicatieadviseur Marcel Garssen, neuroloog Annet van Kuijk, revalidatiearts Harm Sinnige, internist Esther de Vries, kinderarts Peter Wever, arts-microbioloog Redactieadres Jeroen Bosch Ziekenhuis locatie Willem-Alexander Afdeling Communicatie T: (073) 699 84 48/84 49 F: (073) 699 89 29 E:
[email protected] Cura is ook op de website van het ziekenhuis te vinden: www.jeroenboschziekenhuis.nl.
Cura, jaargang 5, nummer 1 | 23
Afscheid van bestuursvoorzitter Frans Croonen
‘Dit ziekenhuis redt het’ Na de viool kwam de gitaar en schoof het genre op van klassiek naar jazz. Frans Croonen is en blijft, volgens eigen zeggen, een echte jazzman. ‘Je hebt bijvoorbeeld een schema van twaalf akkoorden en daar moet je al improviserend bij in de buurt blijven. Bij klassiek moet je je precies houden aan wat de componist en dirigent je voorschrijven. Niets voor mij.’ Croonen neemt na acht jaar afscheid van het ziekenhuis. ‘Ik heb hier genoeg geswingd de afgelopen jaren.’ De ontwikkelingen die zich nu aandienen, hebben Croonen’s interesse wel, maar op afstand. Optimistisch is hij niet. Hij ziet donkere wolken boven de sector samen pakken. ‘Er zal het uiterste gevraagd worden van ziekenhuizen. Vaak woedt er een interne strijd tussen managers en medisch specialisten. Die strijd kan zieken huizen ernstig gaan opbreken. Daardoor ontstaat de kans dat je niet slagvaardig reageert, terwijl dat de komende jaren juist zo belangrijk is. De budgetkaders worden steeds krapper. Ziekenhuizen zullen al hun organisatietalent moeten aanspreken om hier binnen te blijven. Degenen die het niet redden, zullen worden overgenomen door investeerders. Of zien hun markt steeds kleiner worden doordat privé-aanbieders van zorg zich vestigen in hun zorggebied.’ Onder de indruk Somber over de toekomst van het Jeroen Bosch Ziekenhuis is hij niet. ‘Dit ziekenhuis redt het wel. Als ik naar de toekomstplannen kijk, ben ik erg onder de indruk. Er ligt echt een fantastisch plan met geweldige ambities. Ik heb er vertrouwen in dat dit ziekenhuis die gaat realiseren, ondanks dat we de lat wel erg hoog hebben gelegd. Er is een grote groep, enthousiaste, jonge (medische) professionals die een enorme positieve impuls aan dit ziekenhuis kunnen geven. We hebben een goed pakket aan zorg, we zitten in een goede regio en we krijgen een mooi nieuw ziekenhuis. De voorwaarden zijn ingevuld, nu moeten we het ook met elkaar kunnen waarmaken.’ Gesprekje op de gang Het klinkt alsof hij toch zin heeft om het zelf aan te pakken. Maar zijn antwoord is duidelijk: ‘Het is mooi geweest. Mijn tijd is geweest. Mijn advies aan mijn opvolger is om het vooral leuk te houden en veel te
24 | Cura, jaargang 5, nummer 1
communiceren. Vooral ook fysiek. Van een gesprekje op de gang steek je soms veel op. De praktijk leert eerlijkheidshalve dat het daar al snel niet meer zo van komt. Het management van een ziekenhuis vraagt verder om besluitvaardigheid. Zaken moeten niet nodeloos lang blijven liggen.’
Als freelancer deed Frans Croonen in 1994-1995 een opdracht als directeur Patiëntenzorg voor het Bosch Medicentrum. In 1999 werd hij gevraagd om als voorzitter van een nieuwe Raad van Bestuur de fusie van het Bosch Medicentrum met het CarolusLiduina Ziekenhuis in goede banen te leiden. De drie belangrijkste aandachtsgebieden zijn
Croonen gaat als freelancer door. Het eenmansbedrijf dat hij in 1994 heeft opgericht, wordt nieuw leven ingeblazen. Drie dagen worden besteed aan managementadvies, bestuur, toezicht en projectmanagement, de rest van de tijd wordt verdeeld tussen muziek en fietsen. n SB
al die jaren geweest: nieuwbouw, fusie en organisatieontwikkeling. Eind 2007 nam hij afscheid.