Introductie In het participatie traject mEde maken heeft de gemeente Ede, met de samenleving onderzocht welke nieuwe ideeën en samenwerkingsvormen denkbaar zijn tussen haarzelf en de samenleving. Een opgave daarbij was zoeken naar bezuinigingsmogelijkheden. En dit rondom vijf thema’s: beheer openbare ruimte, leerlingenvervoer, sport, buurthuizen en activiteiten en cultuur. Voor u ligt het stuk dat door bijeenkomsten van de themagroep cultuur tot stand is gekomen. In tien bijeenkomsten is een visie ontwikkeld, zijn ideeën bij elkaar gebracht en rollen in samenwerking verkend. Hiervan waren vier bijeenkomsten met de grotere groep (tussen de 25-40 aanwezigen) en twee bredere bijeenkomsten (verkenning met de gemeenteraad in Cultura en een carrousel voor inwoners). Tien tot twaalf betrokkenen zijn nog vier keer bij elkaar gekomen in kleiner verband. Tijdens de carrousel avond die begin februari is georganiseerd bleek dat de denkrichting van de themagroep, op steun van de aanwezige inwoners kon rekenen. Bezuinigingen zijn volgens de themagroep mogelijk, bij een bezuiniging van 10% van het budget, zet de groep echter vraagtekens. Als er dan toch een dergelijk bedrag moet worden bezuinigd, dan kan men zich vinden in onderstaande voorstellen om nader uit te werken. Omdat een deel van de voorstellen nog om nadere uitwerking vraagt, kan pas daarna een bezuinigingsbedrag worden ingevuld. Het totaal haalbare bezuinigingsbedrag zou dus wellicht nog kunnen dalen of stijgen. Het uitgangspunt van het gemeentebestuur is dat voor €1,2 miljoen bezuinigingen moesten worden gevonden. Visie Kunst en cultuur zijn van grote betekenis voor de samenleving. Cultuur in Ede is bij uitstek geschikt om de economische en sociale kracht lokaal te versterken. Cultuur is een fundament in de ontwikkeling van de mens (jong en oud) en een fundament in de opbouw van een stad of dorp. Een goed cultuuraanbod in onze gemeente draagt in sterke mate bij aan de ambities van ons gemeentebestuur om Ede te ontwikkelen tot een sterke en sociale samenleving, met verbinding tussen stad en dorpen, waarin iedereen zich thuis kan voelen en waar het aantrekkelijk is om te wonen, te werken en te ondernemen. Uit een analyse waar Ede wordt vergeleken met 10 andere gemeenten in Nederland van gelijke omvang, blijkt dat de woonaantrekkelijkheid van Ede vooral wordt verbeterd als het cultuuraanbod wordt versterkt.1 Ontmoeten en verbinden vindt het gemeentebestuur van groot belang en worden benoemd als kernwaardes voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van onze gemeente. Ontmoeten en verbinden zijn ook de kernwaardes van cultuur en daarom vormt cultuur dus zo’n belangrijke factor voor onze gemeentelijke ontwikkeling. Cultuur is verbonden met onze identiteit en draagt bij aan ontwikkeling, ontplooiing van mensen en sociale cohesie in onze gemeente. We zetten in op het vergroten van kennis en vooral actieve beleving van kunst en cultuurbeoefening voor alle leeftijden, maar met name voor de jeugd. In Ede hebben we daarbij kennis van onze historie en waarderen en beschermen wij ons erfgoed. Het creëren van een optimaal lokaal cultureel klimaat is een gezamenlijke opgave voor de gemeente, culturele organisaties en actieve inwoners. Ieder doet dit vanuit zijn eigen rolneming. Gewenste resultaten Op basis van bovenstaande visie en de meegegeven randvoorwaarden vanuit het gemeentebestuur wil de themagroep – naast uitvoering van de wettelijke taken - de volgende resultaten gerealiseerd zien: - Een ondernemende bibliotheek (op basis van de nieuwe wettelijke taken) - Cultuureducatie: al onze kinderen hebben een basis meegekregen in de belangrijkste cultuurvormen - Gevarieerd aanbod voor podiumkunsten afgestemd op de lokale vraag 1
Bron: Atlas der gemeenten, waar Ede op de cultuurindex plek 50 inneemt op de ranglijst van 50 grootste gemeenten van Nederland, terwijl Ede in omvang op plek 24 staat. Op andere terreinen (sociaal-economische structuur, woningaanbod, natuur en veiligheid) scoort de gemeente al goed. 1
-
-
Musea, Erfgoed, Monumenten en Archeologie: behoud en beheer mogelijk houden voor erfgoed in brede zin, zodat de kwaliteit van de openbare ruimte blijft behouden. Het verhaal van Ede wordt verteld en wordt actief verspreid via een erfgoedcentrum Amateurkunst moet een grotere rol gaan vervullen in de culturele ontwikkeling van mensen. Dmv (financiële) sturing wordt innovatie bevorderd. Beeldende kunst is in de openbare ruimte is een belangrijke eerste kennismaking voor mensen met beeldende kunst. Ook levert het een kwaliteitsverbetering op van de openbare ruimte. Als het gaat om beeldende kunst is scheppen van een stimulerend kunstklimaat van belang, bijvoorbeeld voor ateliers voor kunstenaars en expositieruimten. Media – Lokale Omroep Ede prikkelen om meer zichtbaar bij te dragen aan de cultuurdoelstellingen en het bereik te vergroten.
Dit zijn ambitieuze doelen vooral gezien de gewenste bezuiniging door het college. Daarbij is niet altijd een bezuiniging mogelijk, omdat een zeer aanzienlijk deel van de budgetten als niet beïnvloedbaar zijn aangewezen. Om dit resultaat te kunnen bereiken met een aanzienlijk kleiner budget zijn een groot aantal voorstellen gedaan, die hieronder globaal zijn uitgewerkt. Het nieuwe culturele landschap Vanuit de visie en de gewenste resultaten voor cultuur, is nagedacht over wat voor landschap nodig is. De visie kenmerkt zich in drie pijlers: meer ondernemerschap, meer innovatie en accent op cultuureducatie. Deze pijlers zijn te vertalen in een kwadrant (zie volgende pagina) met twee assen. Op die assen wordt de rol van de overheid (gelinkt aan ondernemerschap en het belang van cultuureducatie) en de mate van vraaggerichtheid (ondernemerschap en innovatie) gezet. Het kwadrant (zie volgende pagina) kent een aantal assen, waar het feitelijk om gelijdende schalen gaat. De vier hoeken die het kwadrant kent, kunnen aan de hand van toe- en afnemende rollen van de gemeente en samenleving worden onderscheiden: -
-
-
-
2
Aanbodgestuurd en door de overheid (linksboven). Daarbij is de rol van de gemeente reguleren en kwaliteitsbepaling. De rol van de samenleving is die van gebruiker. Het zijn bij wet geregelde publieke taken, met een beperkte mogelijkheid om lokaal het kwaliteitsniveau te bepalen. De gemeente is in dit scenario leidend in de uitvoering van de visie, met de nadruk op wettelijke taken. In het schema is aangegeven dat de overheid verantwoordelijk is voor basisfinanciering van deze voorzieningen en dat de minste bezuinigingen haalbaar zijn. Vraaggestuurd en door de overheid (rechtsboven). Daarbij is de rol van de gemeente te regisseren en te stimuleren. De rol van de samenleving is samen te werken en te ondernemen. De nadruk ligt dan op de synergie en vanuit visie onderzoeken hoe actoren een nieuwe rol kunnen vervullen. Ook hier gaat het grotendeels om bij wet geregelde publieke taken, maar de lokale overheid heeft hier een veel grotere rol bij het vaststellen van het gewenste uitvoeringsniveau. Op basis van de uitgewerkte visie zijn hier bezuinigingen mogelijk. Ook hier worden voorzieningen visiegestuurd in stand gehouden met basisfinanciering. Bij het instrumentarium in paragraaf 5 wordt uitgebreid toegelicht, wat de argumenten hiervoor zijn. Aanbodgestuurd en door de samenleving (linksonder). Daarbij is de rol van de gemeente die van stimuleren en faciliteren. De samenleving moet innovatie en initiatief tonen. De gemeente vervult vooral de rol om te stimuleren en te faciliteren. In dit alternatief ligt het voor de hand dat er vanuit een cultuurfonds stimulerings- of activiteitensubsidies worden gegeven of een mix van deze financieringsvormen. De themagroep tekent hierbij aan dat dit voor de huidige culturele instellingen en verenigingen een belangrijke verandering teweeg kan brengen. Bij analyse naar de instelling van een Cultuurfonds is het belangrijk te onderzoeken of hierdoor geen voorzieningen “omvallen”, zodat het gemeentebestuur kan afwegen of dit wel wenselijk is. Vraaggestuurd en door de samenleving. Daarbij is de rol van de gemeente om te faciliteren en los te laten. De rol van de samenleving is dan die van ondernemerschap. In dit scenario laat de gemeente het meeste los op het terrein van cultuur. Hier kunnen startsubsidies worden gegeven of leningen vanuit een financieringsfonds/-mix, als volgens
de geldende culturele visie hiermee een waardevolle aanvulling wordt gerealiseerd op het culturele aanbod in onze gemeente . Het tijdpad om een mogelijke omschakeling van rollen, sturing en daarmee financiering, te kunnen bereiken is per onderdeel verschillend en zal nader worden uitgewerkt.
Rode draden in de concrete uitvoeringsideeën Vanuit dit culturele landschap kan gekeken worden naar waar dan mogelijkheden zitten om met minder geld, toch de benoemde resultaten en dit landschap te bereiken. Rode draden zijn: Synergie, in cultureel Ede kan meer worden bereikt door betere samenwerking en afstemming. Daarvoor heeft de groep een aantal voorstellen gedaan. Daarnaast is gekeken naar cultruureducatie. Door cultuureducatie anders te organiseren kan meer worden bereikt met minder subsidie. En tot slot is gekeken naar de financieringsmix vanuit de overheid. Als we op onderdelen de rol van de overheid anders invullen, hoort daar ook een ander instrumentarium bij. 1. Synergie Het belang van de verwevenheid van cultuur in de hedendaagse samenleving, komt voor een belangrijk deel tot uiting in synergie. Met synergie wordt letterlijk bedoeld de versterking van elkaars krachten en daarmee ook verhoogde efficiëntie door samenwerking. De themagroep cultuur laat zien dat met het denken in termen van synergie, tussen culturele activiteiten onderling, bezuinigingen zijn te realiseren, terwijl tegelijk het aanbodniveau kwalitatief wordt behouden of zelfs kan verbeteren. Die synergie omvat verschillende invalshoeken. We noemen ze hier in volgorde van financiële impact: 1.1 Betere benutting gebouwen/beschikbare vloeroppervlakte: Dit kan onder andere worden vormgegeven door het historisch museum Ede naar Cultura te laten verhuizen en de omvorming hiervan naar een erfgoedcentrum. Het erfgoedcentrum heeft als doel om bij te dragen aan de kennis over de historie en identiteit van Ede. Het vertelt het Verhaal van Ede. Meerdere partijen worden betrokken bij de ontwikkeling van het erfgoedcentrum (denk aan het historisch museum Ede, vereniging oud-Ede, Platform Militaire Historie Ede en er wordt
3
gewerkt vanuit het behoud van eigen identiteit oud-Lunteren, oud-Bennekom en oud-Ederveen etc). Om praktische redenen moet dit het erfgoedcentrum per 1-1-2016 zijn gerealiseerd. Door het museum onder te brengen in Cultura, blijven uiteindelijk de huurgelden binnen de sector in plaats van daarbuiten, waarmee per saldo een bezuiniging van € 20.000 op de cultuurbegroting kan worden gerealiseerd. Ook kunnen andere cultuurversterkende activiteiten in Cultura worden gehuisvest (om de culturele aantrekkelijkheid te vergroten). Het is logisch om deze synergie te versterken in het kader van de nieuwe wet op de openbare bibliotheekvoorzieningen. De 5 doelen van de nieuwe Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen passen logisch bij de versterking van de aanbodstructuur van Cultura als centrale culturele voorziening in de gemeente. Als een gemeente ervoor kiest om een bibliotheek te financieren, dan moet dat volgens de volgende vijf doelen uit deze wet: a. ter beschikking stellen van kennis en informatie; b. bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie; c. bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur; d. organiseren van ontmoeting en debat; en e. laten kennis maken met kunst en cultuur. Het huidige Cultura-concept is hier gedeeltelijk al een invulling van. Niveau van digitaal leesaanbod en digitalisering in het onderwijs is nog te laag om van invloed te zijn op de huidige fysieke bibliotheek, maar dit kan tussen nu en vijf jaar veranderen. Het zou verstandig zijn om deze periode te benutten om een plan te maken voor de openbare bibliotheek-voorziening-nieuwe-stijl. Dit raakt ook componenten van vastgoed, die in overwegingen en berekeningen mee genomen moeten worden. Wellicht zijn gebouwaanpassingen nodig om de functionele veranderingen van de bibliotheek-nieuwe-stijl mogelijk te maken. Uitbreiding van vloeroppervlakte voor cultuur leidt tot verdere kostenverhoging, terwijl de culturele sector als gevolg van gemeentelijk beleid financieel krimpt. Dat zijn tegengestelde bewegingen en leidt tot verwatering van budgetten en mogelijk tot verlies aan effectiviteit. Op dit moment leven er in het gemeentehuis plannen voor een specifieke invulling van een Exposeum. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan de (te exploiteren) tentoonstelling van hoogwaardige kunst voor het hogere publiekssegment. Dit gedachtengoed van een Exposeum kan wel op een andere kleinschaliger manier worden gerealiseerd en hier wordt gewezen op een betere benutting van het Culturagebouw. Essentie is dat er een verzamelplek is voor exposities. Gegeven de visie en de omvang van de gewenste bezuiniging wijst de themagroep de ontwikkeling van een exposeum, gefinancierd door de overheid, onder deze omstandigheden daarom af. Kijkend naar de voorwaarde om synergie te bewerkstelligen, is het wenselijk om vooral te kijken hoe (her)nieuw(d)e initiatieven ruimte kunnen krijgen. De themagroep stelt als alternatief voor om het Exposeum-gebouw in te richten als een broedplaats voor culturele kunstbeoefenaars en organisaties (bijvoorbeeld de Koorschool, Novae Popschool). Door een andere benadering van cultuureducatie (zie 2) ontstaat in Cultura wellicht ook weer een andere patroon van ruimtegebruik. Mogelijk dat dit meer ruimte oplevert om de exposeumgedachte in dit gebouw vorm te geven, maar dan wel op een heel centrale locatie in de stad. Bij het downsizen van het Exposeum ligt de verwachte bezuiniging op maximaal € 300.000 (bij volledig commerciële exploitatie). Nu wordt €200.000 (van de €500.000 per jaar) per jaar aan huisvestingslasten besteed. Verwachte bezuiniging herhuisvesting historisch museum Ede in Cultura: € 20.000 Verwachte meeropbrengst van huisvesting andere (al of niet commerciële) culturele functies in Cultura: volgt * Poppodium en Novae Popschool Aansluitend op het gegeven van een broedplaats: de themagroep legt indringend de vraag op tafel of de gemeente nu echt bereid is een financieel haalbaar poppodium en eveneens financieel 4
haalbare popschool een kans te geven, wat vraagt om het weghalen van huidige drempels (zoals voorwaarden als sluitingstijden of hoogte huurprijzen) en wellicht ontschotting van budgetten, die nu niet als cultuur, maar als jeugdwerk worden aangemerkt. 1.2 Afstemming culturele programmering Betere afstemming in programmering, vooral regionaal, komt de regionale uitstraling van Ede ten goede. En daarmee maken ze Ede aantrekkelijker om te wonen. Voorgesteld wordt om culturele thema-evenementen te ontwikkelen waar het hele veld zoveel mogelijk aan meedoet. Verbindingen zoeken. De opbrengst is gezamenlijke PR, meer zichtbaarheid en zeggingskracht, meer publieke aantrekkingskracht en als gevolg daarvan een beter bereik, dus meer effectiviteit en mogelijk meer opbrengsten. In dat zelfde kader zijn voorstellen gedaan om synergie op regioniveau te zoeken. Dit richt zich vooral op de programmering voor theater, op een zo compleet en gevarieerd mogelijk aanbod. Dit moet in samenhang met het aanbod van omliggende gemeenten worden afgestemd op lokale behoeften (Edes publiek richt zich daarbij vooral op Wageningen, Utrecht, Arnhem en Veenendaal). Cultura stemt haar programmering af met Junushof, Wageningen, Lampengiet Veenendaal en het Openluchttheater. Een nieuw plan voor het toekomstig gebruik van het Openluchttheater is af. Deze unieke plek in Ede geeft ruimte aan professionele voorstellingen, aan voorstellingen van scholen en verenigingen, aan evenementen als culturele picknick van Dante en Eten op rolletjes. In het plan is ook veel aandacht voor maatregelen voor de leefbaarheid in de wijk. Zo is afgesproken maximaal 24 voorstellingen per jaar te organiseren. Het Openluchttheater kent daarmee een andersoortig en beperkte buiten-programmering. De themagroep vindt subsidiëring van de Reehorst, die het cultureel aanbod al sinds lang niet meer als core-business heeft, in dit kader overbodig. Verwachte bezuiniging door het schrappen van de subsidie voor de Reehorst: €200.000 1.3 Samenhang/ontschotting met buurthuizen/Welstede Buurthuizen kunnen een rol spelen in de optimale benutting van vloerruimte ten behoeve van culturele activiteiten en educatie. Er zit een overlapping tussen cultuur, buurthuizen, Welstede en het jeugdbeleid. Breng dit in kaart en breng dit in lijn met elkaar. Daarnaast kan leegstand bijvoorbeeld in kantoor- of winkelpanden een kans bieden voor nieuwe initiatieven (denk aan pop-up concepten). 1.4 Cultuurbemiddeling Het leggen van verbindingen en het stimuleren van synergie ontstaan niet spontaan. De themagroep wijst voortdurend op het belang van cultuurbemiddeling, het leggen van verbanden tussen vraag en aanbod, programmering, en beschikbare voorzieningen/ruimtes. Belangrijk is dat iemand verantwoordelijk wordt voor deze aanjaagfunctie, zoals een cultuurmakelaar. Nadrukkelijk kan cultuurbemiddeling ook bijvoorbeeld plaatsvinden tijdens ontmoetingen (café’s of digitale marktplaatsen) of op andere manieren. Maar waar soms ogenschijnlijk tegenstrijdige belangen samewerking belemmeren is een cultuurmakelaar noodzakelijk. Cultuurbemiddeling is een verbindende factor om meerdere van bovenstaande doelstellingen te bereiken. Ook is uit de thema-avonden gebleken dat deze functie in elk geval niet bij de gemeente moet liggen, maar wellicht bij Cultura moet worden ondergebracht. Dit is overigens geen nieuwe functie. Binnen Cultura bestaat een functie van Cultuurmakelaar. Op basis van deze voorstellen zal de taakstelling en functieomvang wellicht moeten worden aangepast. Ook is het denkbaar dat na een overbruggingsperiode, een cultuurmakelaar naar een situatie gaat waarin hij/zij zichzelf bedruipt vanuit de activiteiten die worden georganiseerd. De verwachting is dat dit niet direct in kan gaan en dat voor een aantal jaar subsidiering nog nodig is. Dit zal nog verder moeten worden uitgewerkt. 1.5 Beeldende Kunst Beelden in de openbare ruimte staan als bakens in de stad en zijn voor velen de eerste vorm van actieve kunstbeleving. In het proces van ontwerpen en maken en bij het herkennen ervan is meer nadruk op participatie en kunsteducatie gewenst. We zouden graag zien dat de aantrekkelijkheid van beeldende kunsten ook op andere manieren nadrukkelijk aan bod kan komen. 5
* 1% regeling: de inkomsten die – tot nu toe - beeldende kunst werft vanuit interne verrekeningen vanuit andere gemeentelijke afdelingen (zgn 1% regeling), zouden volgens de themagroep Cultuur in de toekomst naar het cultuurfonds moeten vloeien (zie uitleg van cultuurfonds aan in de laatste paragrafen van dit verhaal). Dit omdat deze (eenmalige) regeling nu in meerdere gevallen niet wordt toegepast. Ede ontwikkelt op dit moment een aantal nieuwe wijken en uit de opbrengsten hiervan zou voeding op basis van deze regeling in het cultuurfonds wenselijk zijn. Uit dit cultuurfonds wordt dan onder andere beeldende kunst (mede)gefinancierd. De themagroep realiseert zich dat dit een andere, maar goed verdedigbare, invulling is van de 1% regeling. Nieuwe inwoners en nieuwe huizenkopers dragen op deze manier structureel bij aan voorzieningen waar zij in onze gemeente gebruik van kunnen maken. Dat wordt dan niet alleen beperkt tot kunstobjecten in de wijk, maar aan cultuurvoorzieningen in bredere zin. Verwachtte opbrengst: €60.000 (afhankelijk van de voeding van het fonds) * Commissie Beeldende Kunst Ede Ook is eerder genoemd dat de stimulans van beeldende kunst in de openbare ruimte meer aan de markt wordt overgelaten, als het gaat om onderhoud moet dat nog wel worden bekeken. Ook dit kan onderdeel worden van het cultuurfonds, van waaruit onder meer toekenningen kunnen plaatsvinden voor beeldende kunst in de openbare ruimte. De werkzaamheden van het huidige adviesorgaan kunnen daarmee verbreed worden. De inzet van een onafhankelijk en deskundig panel is waardevol en kan worden ingezet voor advisering op meerdere terreinen van cultuur. Of dit per se moet in de huidige vorm van de commissie, is de vraag. In de opheffing van de commissie, kan de commissie zich niet vinden. Ook op dit onderdeel moet echter gekeken worden of een structurele bezuiniging kan worden gerealiseerd. Door deze alternatieve mogelijkheid serieus te onderzoeken is een totale bezuiniging mogelijk van €43.000-€53.000. Onderzoek zal moeten uitwijzen wat de nieuwe organisatievorm van een Cultuurfonds voor kosten met zich mee zal brengen, dus er is enige voorzichtigheid geboden om dit als harde bezuiniging te beschouwen. 1.6 Media beleid: Vernieuwde inzet van de omroep Ede draagt bij aan het optimaliseren van het lokaal cultureel klimaat. Hiervoor is een budget van € 150.000 voor een omroep met relatief geringe kijk- en luistercijfers2. Dit bedrag is aanzienlijk hoger dan de ongeveer € 1,30 per wooneenheid, die hiervoor in het gemeentefonds is opgenomen (dit bedrag per wooneenheid is geoormerkt in het gemeentefonds, zolang de omroep een zendvergunning heeft). Voor de communicatiefunctie bij rampen is deze voorziening niet nodig. In dat geval wordt gebruik gemaakt van Omroep Gelderland. Hier zit een potentiële bezuiniging. De denkrichting van de themagroep is “Handhaaf dit vooralsnog, maar dan wel onder voorwaarde dat omroep Ede sterk wordt geprikkeld om zijn bestaansrecht aan te tonen door meetbare kijk- en luistercijfers te genereren met zinvolle programmering”. Bijvoorbeeld door inhuur voor het maken van opnames voor lokale bedrijven en organisaties en deze te verkopen. Of bijvoorbeeld door samenwerking aan te gaan met lokale onderwijsinstellingen: zoal ROC A12 en hun KoekKoek TV of de journalistieke opleiding van de CHE. Ondernemender werken kan een besparing van € 20.000 opleveren. En als het bereik niet wordt verbeterd zou het gemeentebestuur dit hele budget alsnog kunnen heroverwegen. 2) Cultuureducatie Cultuureducatie is gericht op zeven onderdelen: muziek, beeldende kunst, literatuur, dans, drama, erfgoed educatie en media educatie (mediawijsheid). Inzet op de vergroting van kennis en actieve beleving van kunst- en cultuurbeoefening (voor iedereen, maar vooral voor de jeugd) is een belangrijk uitgangspunt in de visie. Cultuureducatie is een essentieel onderdeel van deze visie. Als we in de ontwikkeling van mensen (jong en oud) een fundament willen leggen, dan begint dat bij cultuureducatie. 2
6
Deze omroep komt niet voor in de regionale kijk-en luistercijfers, waar onderin de lijst wordt gemeten tot 0,1 procent.
Uit recent onderzoek (van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst) is gebleken dat o.a. samen werken, creativiteit, probleem oplossend vermogen, communiceren en sociale en culturele vaardigheden van groot belang zijn om kinderen en jongeren optimaal voor te bereiden op de samenleving in de 21ste eeuw waarbij wetenschappelijk is bewezen dat deze competenties extra ontwikkeld en versterkt worden door cultuureducatie. Ook waar het gaat om wederzijdse kennis van elkaars culturele waarden en het bijbrengen van een houding van tolerantie is cultuureducatie fundamenteel (sociale cohesie) en kan het bijdragen aan het onderwijs om sociale samenhang te bevorderen. Op dit moment richt de cultuureducatie zich vooral op basisscholen, waar het bereik kan worden verstevigd. Cultuureducatie in naschoolse activiteiten, zou een belangrijke verbreding en aanvulling zijn om de visie te bereiken, waarbij inzet van een provinciaal fonds kan helpen. Op dit moment is de cultuureducatie nog deels aanbodgestuurd. Het aanbod van cultuureducatie moet beter aansluiten op de vraag. Door gebruik te maken van breed en kwalitatief goed marktaanbod kan beter ingespeeld worden op die vraag. Voorstel is om cultuureducatie op een hernieuwde wijze in te richten. Dit zal uiteindelijk samen met Cultura en de andere cultuur educatieve aanbieders moeten worden ontwikkeld. Cultura zal dan voort borduren op het moderniseringsplan van het muziekonderwijs dat in 2012 al in de gemeenteraad van Ede is behandeld. Dit richt zich in het denken van themagroep vooralsnog op het op het meer concurrerend organiseren van het muziekonderwijs, waarbij particuliere muziekscholen en amateur-verenigingen een belangrijke rol krijgen in de uitvoering. Hierbij wel rekening houdend met het geringe subsidiebedrag dat scholen ontvangen voor muziekeducatie. Wettelijk is bepaald dat het organiseren van cultuureducatie voor kinderen en jongeren in de volle breedte een taak is van de bibliotheek-nieuwe- stijl in samenwerking met het onderwijs 3. Het aanbod ten behoeve van zowel het onderwijs als naschoolse activiteiten kan hiermee worden versterkt. Daarnaast moet verkend worden welke manier van financieren hierbij haalbaar is. Voorgesteld wordt om een overgang naar een nieuwe financieringsmanier te bewerkstelligen (ombouw van subsidies naar een financieringsmix). Gemeentelijke subsidie dient op dit moment vooral voor de instandhouding en exploitatie van het huidige kunstencentrum. Het landelijk JeugdCultuurfonds (waartoe de gemeente via Provincie Gelderland toegang kan krijgen voor buitenschoolse educatie) zou volgens de themagroep zeker moeten worden aangewend (deze mogelijkheden hebben betrekking op de verbreding hiervan voor naschoolse muziekactiviteiten). Verwachte structurele bezuiniging: €500.000. Dit staat los van eenmalige frictiekosten, naar verwachting rond de €2.0 mln die het gevolg kunnen zijn van het beëindiging van vaste dienstverbanden van de muziek-docenten, die op dit moment binnen Cultura werkzaam zijn. De begeleiding van deze docenten naar ander werk of pensionering en daarmee de spreiding van de frictiekosten moet nader worden uitgewerkt. 5. Instrumentarium 5.1 Cultureel ondernemerschap De themagroep heeft een aantal richtingen aangegeven voor cultureel ondernemerschap. Onder cultureel ondernemerschap wordt verstaan dat producenten van kunst en cultuur zoveel mogelijk betalend publiek interesseren voor hun producten. Waarbij zij tegelijkertijd de kunstzinnige waarde van het ‘product’ net zo hoog waarderen als een sluitende exploitatie. Cultureel ondernemerschap zal de sector minder afhankelijk maken van subsidies: – het (nog) meer zelf genereren van inkomsten door culturele instellingen, - andere verdienmodellen, gebruiker betaalt (maar wel met sociaal vangnet aan de achterkant) meer ruimte voor culturele instellingen om ook commerciële activiteiten (zoals horeca) te koppelen aan culturele activiteiten, 3
7
Toelichting op de Wet Stelsel Openbare Bbiliotheekvoorzieningen, art 4.
- meer ruimte in vergunningen om activiteiten te ontplooien, - nieuwe manieren van aanbod (stem presentatie af op veranderend verwachtingspatroon, mensen willen niet meer alleen kijken, maar doen en beleven genereert meer bezoek), - betere locaties - Waar komen veel mensen en kun je beter in beeld komen? - via een Cultuurfonds Ede nieuwe initiatieven voor cultureel ondernemerschap mogelijk maken Cultuurbemiddeling legt ook hier verbindingen. 5.2 Basisfinanciering Onder basisfinanciering wordt verstaan dat de overheid voorzieningen uit algemene middelen financiert en in stand houdt. Dat betreft onder meer wettelijke publieke taken, daarbij kunnen visiegestuurde onderdelen gefinancierd worden door de basisfinanciering. In het kwadrantenschema, wat in het begin deze notitie is gepresenteerd, wordt globaal een tweedeling gemaakt. Waar de overheid bepalend is, wordt gesproken over basisfinanciering. Waar de samenleving het initiatief neemt, wordt dat onder de werking van een cultuurfonds gebracht. In deze paragraaf wordt onderbouwd welke financieringsvorm kan worden toegepast bij de overheidsgestuurde kwadranten. In de volgende paragraaf bespreken we de initiatieven vanuit de samenleving, waar het cultuurfonds kan worden ingezet. 5.2.1. Aanbodgestuurd/Overheid (linksboven in het schema op pagina 3) Hieronder vallen alle culturele voorzieningen die op basis van een wettelijk geregeld minimum kwaliteitsniveau door de lokale overheid moeten worden uitgevoerd. De rol van de overheid is reguleren en kwaliteitsniveaubepalend (voor zover de wet en regelgeving daar nog ruimte voor biedt). Bijpassende financieringsvorm: De overheid is verantwoordelijk voor het aanbod en regelt dus ook de basisfinanciering. 5.2.2. Vraaggestuurd/Overheid (rechtsboven in het schema op pagina 3) Hieronder vallen culturele voorzieningen die op basis wet- en regelgeving in stand worden gehouden, maar waarbij de lokale overheid wel veel ruimte heeft om het uitvoeringsniveau af te stemmen op de lokale vraag. De culturele functies die in dit vak zijn genoemd zijn grotendeels onderdeel van Cultura, of zouden volgens de themagroep in de gebouwen van Cultura gehuisvest moeten worden. Dit zijn dan geen losstaande voorzieningen4 meer, zoals ze tot nu toe in het gemeentelijke beleid werden benoemd. Het zijn voorzieningen die samen een aantrekkelijk cultureel ontmoetingscentrum vormen5. In onze visie moet sterk op deze samenhang worden gestuurd. De lokale overheid moet daarbij de onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, toegankelijkheid, pluriformiteit en authenticiteit van deze openbare bibliotheek-nieuwe-stijl waarborgen.6 Bijpassende financieringsvorm: De Openbare Bibliotheekvoorziening-nieuwe-stijl is volgens de wet een publieke taak en dat betekent dat vanuit de overheid verantwoordelijk is voor de basisfinanciering. Voor alle doelen geldt zou men kunnen stellen dat dit aangevuld kan worden met andere inkomstenstromen (o.a. leengelden, theateropbrengsten, horeca, huurgelden passen daar in). De gemeente heeft een regiserende rol en stelt heldere (output-)eisen aan deze organisatie op basis waarvan Cultura wordt gestimuleerd de gewenste samenhang met andere culturele organisatie ook actief te vorm te geven. De leiding van Cultura is verantwoordelijk voor deze resultaten. Om deze reden moet Cultura kunnen beschikken over budgetten om integraal te kunnen sturen op deze resultaten. Ook voor Cultura geldt dat zij voor haar activiteiten (in de toekomst) kan putten uit de financiering van het cultuurfonds, als de uitvoering van de afgesproken taken daarmee niet in het gevaar komen. Dit kan worden uitgewerkt in het eerder genoemde plan op pagina 4 om de ontwikkeling 4
Hierbij zij wel aangetekent dat het erfgoedcentrum en de lokale omroep zelfstandige eenheden zijn, die slechts gebruik maken van het culturele centrum, maar niet onder de aansturing van Cultura vallen. 5 6
8
Invulling van de doelen van de Wet Stelsel Openbare bibliotheekvoorziening, art 5 – vastgesteld 1-1-2015. De waarden zijn vastgelegd in de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorziening, art. 4 – vastgesteld 1-1-2015
van een bibliotheek-nieuwe-stijl in de komende jaren vorm te geven. Voorwaarde is dat er duidelijke eisen worden gesteld aan de begroting van Cultura, waarbij transparant wordt wat de vaste kosten, de overhead en de activiteitenkosten zijn. 5.3 Cultuurfonds Ede Uit de afbeelding van het kwadrant op pagina 3, blijkt dat het verkennen van een fonds wat kan werken met een financieringsmix een belangrijk instrumentarium is om te komen tot vernieuwing. Het doel van het fonds is om culturele activiteiten en evenementen te stimuleren, meer ruimte te bieden voor nieuwe en creatieve initiatieven, prikkels te bieden voor bestaande initiatieven (bijv. meer vraaggericht en meer gericht op samenwerking), laagdrempeliger financiering mogelijk maken en een mix van financieringsvormen te bieden. Concreet wordt voorgesteld om (voor een gedeelte) af te stappen van de huidige subsidies binnen cultuur. In de huidige situatie gaat circa €7 mln om aan subsidies voor cultuur. Het uitgangspunt ambtelijk is dat door meer activiteiten over te laten aan de markt of door efficiency, dat een bezuiniging van circa €150.000 te behalen is. De themagroep vindt dergelijke bezuinigingen op deze subsidies, te rooskleurig. Alleen structurele kosten (welke dat zijn moet worden uitgewerkt), basisvoorzieningen (zoals in de resultaten zijn verwoord) en wettelijke taken, worden betaald vanuit gemeentelijke basisfinanciering (wat we voorheen subsidies noemden). Voor andere financiële bijdragen wordt een Cultuurfonds Ede ingericht. Dergelijke fondsen bestaan op meerdere plekken in Nederland. In de bijlage vindt u voorbeelden van verschillende vormen van fondsen. Zo wordt één voorbeeld beschreven van een investeringsgestuurd fonds (en afkomstig vanuit de ruimtelijke ordening), een revolving fund. Een ander voorbeeld, gericht op het financieren van activiteiten, is een publiek-privaat initiatief uit Leiden (tussen Fonds 1818, Kamer van Koophandel en de gemeente Leiden). In Amersfoort is een particulier fonds opgericht, gevoed door crowdfunding en donaties (zowel vanuit particulieren als bedrijven). Voorgesteld wordt om nader te onderzoeken hoe een Cultuurfonds (waarvoor ook financieringsmix) Ede eruit kan zien. Daarvoor moeten in elk geval de volgend aspecten worden onderzocht: - Hoe wordt een dergelijk fonds gevoed (bijvoorbeeld vanuit de 1% regeling of giften en deels gemeentelijke financiering vanuit de cultuurbegroting)? - Voor welke type kosten zijn subsidies een passende financieringsvorm en voor welke type kosten zijn bijvoorbeeld eenmalige subsidies, leningen of activiteitenbudgetten passend? Een onderscheid zou kunnen worden gemaakt tussen vaste lasten, activiteiten en opstartactiviteiten. - Het fonds zal gevoed kunnen worden door incidentele bijdragen (grondopbrengst 1% regeling, giften,legaten en sponsoring) Eenmalig geld kan alleen worden gebruikt voor eenmalige uitgaven. Voor zover te verstrekken subidies of bijdragen uit het fonds een meer structureel karakter zou dragen, kan dit alleen uit structureel geld, wat nu in de cultuurbegroting beschikbaar is. - Welke organisatievorm voor beheer en toekenning zijn er mogelijk ? Hoe ver staat deze los van de gemeentelijke organisatie? En vooral: hoe onafhankelijk is dit fonds? – Wat is het effect en winst van marktwerking? De instelling van een dergelijk fonds zal ingrijpende gevolgen hebben voor een aantal culturele instellingen die tot nu toe subsidie ontvingen en dan een beroep kunnen doen op het cultuurfonds. In het onderzoek naar de haalbaarheid van deze financieringsvorm zal volgens de themagroep Cultuur een inventarisatie moeten plaatsvinden naar de gevolgen voor de huidige culturele instellingen. Het risico bestaat dat bepaalde voorzieningen omvallen. Door dit risico vooraf helder in beeeld te brengen kan het gemeentebestuur een afweging maken of dit wenselijk en verantwoord wordt gevonden. Mogelijke voorwaarden die gesteld kunnen worden aan uitvoerende partijen zijn: 1) stimuleren van ontmoetingen en verbindingen zijn essentieel voor het bevorderen van de sociale cohesie in de gemeente. 9
2) 3) 4) 5)
een gedifferentieerd cultuuraanbod versterkt de aantrekkelijkheid van de gemeente. versterking van cultuureducatie is essentieel voor persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling. kennis over de Edese historie en identiteit wordt versterkt. laagdrempeligheid/toegankelijkheid: voor enerzijds het genieten van cultuur en anderzijds bij het stimuleren van cultuur initiatieven. 6) de aanvraag uit het Cultuurfonds Ede zorgt voor vernieuwing/ innovatie/ kwaliteitsverbetering in het aanbod. 6. Financiële uitkomsten Hieronder staan de financiële gevolgen van de voorstellen nog eens gerecapituleerd. De bedragen zijn inschattingen vanuit de ambtelijke organisatie op basis van de plannen van de themagroep cultuur. De inschatting van de mEde maken groep is dat de taakstelling van een vermindering op de cultuurbegroting van €1.2 miljoen veel inspanning zal vragen. Maar volgens globale inschattingen vanuit de ambtelijke organisatie zouden structurele bezuinigingen tussen (circa € 1.100.000 en € 1.300.000 mogelijk moeten zijn op basis van onze inhoudelijke voorstellen. Een deel van de voorstellen vraagt om nadere uitwerking, waarna pas een bezuinigingsbedrag kan worden ingevuld. Het totaal haalbare bezuinigingsbedrag zou dus wellicht nog kunnen stijgen. Het uitgangspunt van het gemeentebestuur is dat voor €1,2 miljoen bezuinigingen moesten worden gevonden. Voorstel
Minimale bezuiging
1 2 3. 4. 5. 6. 7.
Huisvesten erfgoedcentrum in Cultura Andere invulling Exposeum-ambitie Theater: geen subsidie De Reehorst Concurrerend organiseren muziekonderwijs Andere inzet CBKE Lokale Omroep Ede Cultuurfonds (afhankelijk van voeding)
€ 20.000 € 250.000 € 200.000 € 500.000 € 43.000 € 20.000 € 60.000
8. 9. 10.
Betere oppervlakte benutting Meer opbrengsten door synergie-effecten Inzet landelijk fonds voor cultuureducatie Totaal
Onderzoeken Onderzoeken onderzoeken €1.093.000
# meer marktwerking
10
Maximale bezuining
€ 20.000 € 300.000 # € 200.000 € 500.000 € 53.000 € 20.000 # €200.000 (ambtelijke inschatting #) onderzoeken onderzoeken onderzoeken €1.293.000