B en W.nr. 12.0186, d.d. 6 maart 2012
Onderwerp
Conceptnota van uitgangspunten ‘Wet werken naar vermogen in Leiden’ voor inspraak
1. Bijgaande conceptnota van uitgangspunten ‘Wet werken naar vermogen in Leiden’ vast te stellen voor inspraak a) met daarin de volgende uitgangspunten i)
de concept sms-visie van de gemeente Leiden waarin de eigen kracht en regie van onze burgers en hun sociale netwerk centraal staat, is leidend voor de Leidse beleidskaders Wet werken naar vermogen (Wwnv);
ii)
het toekomstig Leidse budget voor de implementatie van de Wwnv is leidend voor de Leidse beleidskaders Wet werken naar vermogen;
b) en met daarin de volgende beleidskaders i)
De gemeente Leiden kiest voor een intensivering van het arbeidsmarktbeleid;
ii)
De gemeente Leiden kiest voor de primaire verantwoordelijkheid van de werkzoekende voor het vinden van werk;
iii) De gemeente Leiden kiest voor ondersteuning enkel daar waar deze nodig is; iv) De gemeente Leiden kiest voor een beperkte begeleiding van de doelgroep nietuitkeringsgerechtigden; v) De gemeente Leiden kiest voor een beperkte invulling van de tegenprestatie naar vermogen, waarbij tevens rekening wordt gehouden met medische (zoals psycho-sociale) omstandigheden. vi) De gemeente Leiden kiest voor een substantiële rol van DZB bij de implementatie van de Wwnv; vii) Voor de gemeente Leiden is het budget leidend bij de instroom in ‘Beschut Werk’; viii) De gemeente Leiden implementeert de Wwnv in samenhang met andere relevante beleidsterreinen. 2. de termijn voor inspraak op deze conceptnota van uitgangspunten vast te stellen op twee weken, ingaande vrijdag 9 maart 2012.
3. De motie M110088/3 “niet toepassen tegenprestatie voor uitkering” hiermee als afgedaan te beschouwen. Perssamenvatting: De uitgangspunten en beleidskaders waar binnen de gemeente Leiden de Wet werken naar vermogen (Wwnv) gaat invullen zijn voor inspraak vrijgegeven. De concept sociaalmaatschappelijke structuurvisie en het toekomstig rijksbudget voor implementatie van de Wwnv vormen de uitgangspunten voor het toekomstige Wwnv-beleid van de gemeente
Leiden. Als afgeleide daarvan zijn de gemeentelijke beleidskaders geformuleerd zoals bijvoorbeeld intensivering van het arbeidsmarktbeleid, de primaire verantwoordelijkheid van de werkzoekende voor het vinden van werk, ondersteuning enkel daar waar dit nodig is, een tegenprestatie naar vermogen en een substantiële rol voor DZB. In Nederland zijn nu nog diverse regelingen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan de slag te helpen. De Wet Werken naar Vermogen (Wwnv) moet volgens het kabinet al deze regelingen per 1 januari 2013 samenvoegen tot één nieuwe wet. De doelstelling van dit wetsvoorstel is om de toegang tot het sociale vangnet te beperken en de focus te leggen op de zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid van elk individu. Zo ontstaat volgens het kabinet een meer activerend sociaal zekerheidsstelsel. Een ander belangrijk uitgangspunt van de nieuwe wet is om het sociale voorzieningenstelsel te vereenvoudigen en te uniformeren. Met de inwerkingtreding van de Wwnv worden verder ook de bestaande reintegratiebudgetten voor de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) bij elkaar gebracht in één ongedeeld re-integratiebudget.
Wet werken naar vermogen in Leiden; nota van uitgangspunten voor de implementatie van de Wwnv in Leiden
Kern van de Wet werken naar vermogen 1 februari jl. heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Paul de Krom, het wetsvoorstel ‘Werken naar vermogen’ naar het parlement gestuurd 1. Dit voorstel dient volgens het kabinet een drietal belangen. Ten eerste het individuele belang om iedereen die dit kan, ook naar vermogen mee te laten doen in de samenleving. Ten tweede het maatschappelijk en economisch belang van (arbeids-) participatie. Trends als vergrijzing en een daaruit voortvloeiende kleinere beroepsbevolking nopen dat iedereen in Nederland meedoet naar vermogen. Ten derde is er het financiële belang. Tegen de achtergrond van de huidige economische crisis en met het oog op de toekomst, is het volgens het kabinet van belang dat iedereen meedoet naar vermogen om de sociale zekerheid nu en in de toekomst in stand te kunnen houden. De belangrijkste uitgangspunten van het wetsvoorstel zijn: Mensen beoordelen op mogelijkheden, niet op beperkingen. Werk boven uitkering; alleen ondersteuning voor wie het nodig heeft. Mensen moeten in de eerste plaats zelf alles doen om in het eigen bestaan te voorzien. Activerend, transparant en eenvoudig stelsel voor iedereen met arbeidsvermogen. De Wwnv biedt één regeling voor iedereen met arbeidsvermogen die nu een beroep doet op de Wet Wajong, de Wsw of de Wwb. Wsw en Wajong adequaat vangnet voor degenen die niet kunnen. Beide regelingen blijven bestaan. Gemeenten kunnen voor mensen die aangewezen zijn op beschut werk vanaf 1 januari 2013 gebruik blijven maken van het instrument ‘Beschut werk’ in de Wsw. De Wajong blijft bestaan voor jongeren die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Bestaande groepen zo veel mogelijk ontzien. De wettelijke rechten en plichten van de huidige Wsw-ers blijven onveranderd. De positie van Wajongers die geen arbeidsmogelijkheden hebben, verandert evenmin. Gelijke polisvoorwaarden; inkomensondersteuning aanvullend De Wwnv heeft dezelfde uitkeringsvoorwaarden als de per 1-1-2012 gewijzigde Wwb. Uitvoering zo dicht mogelijk bij de mensen zelf Gemeenten worden financieel en inhoudelijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wwnv. Aanvullende uitgangspunten zijn:
1
Wet Werken naar Vermogen, 27 januari 2012, kamerstuk 33161, #1, 2 februari 2012.
Er komt één gebundeld re-integratiebudget voor de nieuwe regeling. Voor Leiden zijn de bedragen in bijlage 1 weergegeven. Met dit budget worden we als gemeente geacht om zowel de huidige Wsw-populatie, de toekomstige ‘Beschutwerkers’ (= nieuwe Wsw-ers), de re-integratie van de toekomstige, grotere groep Wwnv-ers alsmede kosten voor onder andere de toegangstoets en loonwaardemeting voor het instrument ‘Loondispensatie’ (zie hieronder) te financieren. Introductie van het instrument Loondispensatie De gemeente kan dit instrument inzetten voor degenen die behoren tot de groep binnen de Wwnv die niet in staat zijn zelfstandig 100% van het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen. Loondispensatie betekent dat de werkgever niet het gangbare loon hoeft te betalen (dispensatie van), maar alleen het deel betaalt dat de werknemer arbeidsproductief is (= loonwaarde). De werkgever wordt op deze manier volledig financieel gecompenseerd voor de geringere arbeidsproductiviteit van een werknemer met een arbeidsbeperking. Naast dit loon van de werkgever, vult de gemeente het inkomen van de werknemer aan tot maximaal 100% van het WML. Professionele ondersteuning van werkgevers Doel hiervan is dat werkgevers mensen met een arbeidsbeperking kunnen inpassen in de arbeidsorganisatie met de vraag van werkgevers die centraal moet staan. Herstructurering sw-sector De sociale werkvoorziening zal zich straks (weer) beperken tot mensen die alleen tot beschut werk in staat zijn. Mensen die bij een gewone werkgever aan de slag kunnen, komen in de Wwnv terecht. Voor deze transformatie en voor de ondersteuning richting een efficiëntere bedrijfsvoering van de sociale werkvoorzieningssector, komt er een herstructureringsfaciliteit van € 400 miljoen voor de periode 2012 t/m 2018.
Uitdagingen voor de gemeente Leiden De gemeente Leiden krijgt met de Wwnv de verantwoordelijkheid voor een nieuwe, en grotere doelgroep die zij met minder financiële middelen moet bedienen. Dit stelt ons als gemeente voor een aantal uitdagingen. Ten eerste de uitdaging en tevens het belangrijkste doel van ons gemeentelijk beleid om alle Leidenaren ook daadwerkelijk mee te laten doen naar vermogen. Ten tweede de uitdaging om uitvoering te gaan geven aan de nieuwe wet tegen de genoemde achtergrond van een sterk gereduceerde re-integratiebudget in combinatie met de ongewijzigde financiële verplichtingen aan de bestaande Wsw-doelgroep. 2 Ten derde het voorkomen dat mensen een beroep doen op de Wwnv. Dit behelst impliciet ook de uitdaging voor gemeente, onderwijsinstellingen, werkgevers en andere stadspartners om een optimaal functionerende arbeidsmarkt na te streven, de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt te verbeteren, de verantwoordelijkheid van deze partijen om mensen niet
2
Niet alleen de directe budget van de voormalige Wwb, Wajong, Wsw worden gekort, maar ook aanpalende budgetten worden minder of eindigen. Een voorbeeld van dit laatste is het budget voor het Actieplan Jeugdwerkloosheid.
afhankelijk te laten zijn van de nieuwe Wwnv en de uitdaging om de zelfredzaamheid van onze inwoners te vergroten. Ten vierde is de uitdaging om als gemeente de mensen te ondersteunen die het zonder deze steun niet op eigen kracht redden. Dit gaat niet alleen over de ondersteuning van mensen terug naar de arbeidsmarkt, maar ook om de ondersteuning die nodig is om iedereen te betrekken bij de samenleving. Ten vijfde is het een uitdaging om als gemeente een consequent beleid te voeren. Concreet wil dit zeggen dat we ook consequent ons beleid moeten handhaven zoals we dat formuleren. Wie kan werken, gaat dus ook daadwerkelijk aan de slag en enkel wie ondersteuning nodig heeft, ontvangt deze ook. Ten zesde heeft de Wwnv veel raakvlakken met andere beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld schuldhulpverlening en de decentralisaties van de Awbz en van de Jeugdzorg. Van belang is dat ons Wwnv-beleid onderdeel vormt van een geïntegreerde aanpak van al deze beleidsterreinen.
Van nieuwe wet en nieuwe uitdagingen naar concrete uitgangspunten In deze paragraaf staan de kaders van ons toekomstig Wwnv-beleid centraal. Anders gezegd, vanuit welke uitgangspunten gaan we nu invulling geven aan de uitdaging om iedereen naar vermogen mee te laten doen en de overige hierboven genoemde uitdagingen. Dit alles tegen een achtergrond van meer verantwoordelijkheden, een grotere doelgroep en minder budget. Belangrijkste twee uitgangspunten die leidend zijn voor alle overige beleidskaders Wwnv, zijn: 1. de concept sms-visie waarin we als gemeente uitgaan van de eigen kracht en regie van onze burgers en hun sociale netwerk; 2. het toekomstig Leidse budget voor de implementatie van de Wwnv. ad 1. Het eerste uitgangspunt betekent dat de gemeente Leiden uitgaat van de kracht van mensen zelf. In deze ‘kanteling’ van verzorgingsstaat naar zorgzame samenleving is het uitgangspunt dat de samenleving -van individu tot samenleving als geheel- zelf verantwoordelijk is voor de vraagstukken die zij op eigen kracht en dus zonder steun van de gemeente kan oppakken. Daar waar dit niet mogelijk is, komt de gemeente pas in beeld en neemt zij haar verantwoordelijkheid. Dit laatste houdt op het niveau van de burger in dat de gemeente zorgt voor ondersteuning die gericht is op het bevorderen van de eigen kracht, de zelfredzaamheid, de zelfregie en op het versterken van een sociaal netwerk. Dit sluit aan bij de eerste van totaal drie hoofdopgaven uit de concept sms-visie die luidt ‘Iedereen doet mee’. De tweede hoofdopgave uit de concept sms-visie is ‘Investeren in het versterken van de arbeidsmarkt’. Ook deze opgave fungeert in deze nota als uitgangspunt en betekent bijvoorbeeld dat we alle burgers al dan niet met ondersteuning zo veel mogelijk op de reguliere arbeidsmarkt willen laten functioneren en we samen met onze partners de aansluiting van het onderwijsaanbod op de arbeidsmarkt willen bevorderen.
ad 2. Het tweede uitgangspunt wil zeggen dat het budget leidend is bij de uitgangspunten die we in deze nota maken. Vanaf 1 januari 2013 gaan we als Leiden met andere woorden enkel gemeentelijk Wwnv-beleid voeren dat te realiseren is binnen de beschikbare middelen die we als gemeente ontvangen en uittrekken voor de uitvoering van de Wwnv. Deze middelen zijn (te) beperkt. Zo krijgen we met de nieuwe Wwnv te maken met een grotere en gemiddeld zwaardere Wwnv-doelgroep en met extra kosten zoals bijvoorbeeld voor de uitvoering van het instrument ‘Loondispensatie’. Het participatiebudget gaat echter omlaag. Om die reden kiezen we ervoor om deze nieuwe, grotere doelgroep nog te ondersteunen met het toekomstige budget dat voor deze doelgroep beschikbaar is. Naast deze keuze speelt nog het probleem dat met de Wwnv de rijksbijdrage voor de totale doelgroep (huidige) wsw-ers en (toekomstige) ‘Beschut werkers’ 3 daalt. Dit terwijl de kosten van deze doelgroep minimaal gelijk blijven of zelfs stijgen omdat én de rechten van de huidige wsw-ers ongewijzigd blijven én de toekomstige doelgroep ‘Beschut werkers’ een zwaardere doelgroep zal zijn. Dit is een bijkomend probleem dat ontstaat naast het beperkte participatiebudget dat ingezet gaat worden voor de grotere, zwaardere Wwnv-doelgroep. Bijlage 1 zet deze toekomstige, financiële situatie voor zowel de onderdelen participatie als de Wsw nader uiteen.
3
De totale rijksbijdrage voor deze doelgroep maakt onderdeel uit van het totale Wwnv-budget dat de gemeente ontvangt van het Rijk.
Deze twee fundamentele uitgangspunten leiden vervolgens tot de volgende acht kaders voor de implementatie van de Wwnv. Deze kaders sluiten overigens aan en borduren voort op de basisprincipes die we ook medio 2011 al in de Leidse participatievisie (RV.11.003) vastgesteld hebben. Deze kaders zijn: 1. De gemeente Leiden kiest voor een intensivering van het arbeidsmarktbeleid. Basis voor dit beleid is de sms-gedachte dat partijen als werkgevers, UWV, onderwijsinstellingen en de gemeente gezamenlijk de maatschappelijke verantwoordelijkheid op zich nemen en inspanningen plegen om de instroom naar Wwnv-uitkeringen te verminderen en de uitstroom naar regulier werk te bevorderen. Dit beleid zal ook nog nader uitgewerkt worden in een concreet actieplan. 2. De gemeente Leiden kiest voor de primaire verantwoordelijkheid van de werkzoekende voor het vinden van werk Het vertrekpunt is de burger zelf. Wat kan hij of zij zelf of met behulp van zijn sociale netwerk nog doen om een baan binnen of buiten de gemeentegrenzen te vinden of te behouden? Het individu en zijn / haar sociale omgeving nemen dus zelf de regie. In de praktijk betekent dit de keuze voor een wachttijd van 4 weken alvorens een aanvraag voor Wwnv-uitkering in behandeling wordt genomen door de gemeente. Dit sluit aan bij de werkwijze die we momenteel ook al hanteren bij de uitkeringsaanvraag door jongeren en de aanpak die ook een aantal andere vooruitstrevende gemeenten zoals Rotterdam en Lelystad op dit moment implementeren of al geïmplementeerd hebben 4. In deze periode van vier weken kan de werkzoekende met ondersteuning van bijvoorbeeld uitzendbureaus en digitale kanalen zoals van het UWV invulling geven aan deze eigen verantwoordelijkheid. Bij voldoende inspanningen volgt een tijdelijke toekenning van een Wwnv-uitkering. Deze tijdelijkheid is er om het zo snel mogelijk verkrijgen van regulier werk op de arbeidsmarkt nogmaals te benadrukken. 3. De gemeente Leiden kiest voor ondersteuning enkel daar waar deze nodig is De werkzoekenden die op eigen kracht een reguliere baan kan vinden, spreken we als gemeente ook aan op deze eigen kracht en bieden we als gemeente geen ondersteuning meer. Deze keuze is nodig omdat middelen maar één maal ingezet kunnen worden en we deze willen inzetten voor de doelgroep die kan werken, maar dit nog niet op eigen kracht kan.5 De doelgroep die wel een afstand tot de arbeidsmarkt heeft, ontvangt via het DZB (Participatiecentrum) begeleiding bij de terugkeer naar de arbeidsmarkt. De doelgroep die enkel in een beschutte omgeving kan werken, willen we waar mogelijk en financieel verantwoord (zie ook punt 7 hieronder) ook deze beschutte omgeving bieden. De doelgroep waarvoor werk nog niet haalbaar of onmogelijk is, bedienen we ook door ondersteuning te bieden die nodig is om deze groep in staat te stellen zo goed mogelijk mee te laten doen aan de samenleving. 4. De gemeente Leiden kiest voor een beperkte begeleiding van de doelgroep niet-uitkeringsgerechtigden (‘Nuggers’) Dit is de doelgroep die geen betaalde arbeid heeft en wiens persoonlijke situatie geen recht geeft op een uitkering. Binnen deze doelgroep concentreert onze dienstverlening zich enkel nog op de nuggers die in aanmerking komen voor het 4
Volkskrant, ‘Als je kunt werken, is thuis zitten geen optie’, 5 januari 2012 (Rotterdam) en VNG Magazine, ‘Amerikanen werken allang naar vermogen’, 3 februari 2012 (Lelystad). 5 In deze benadering worden we ondersteund door bijvoorbeeld onderzoek van de Raad voor Werk en Inkomen dat kortweg stelt dat de meeste effectieve inzet van re-integratiemiddelen plaatsvindt bij de doelgroep met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt.
instrument ‘Loondispensatie’. Dit is het instrument voor de doelgroep die niet zelfstandig in staat is om 100% van het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen. Deze nuggers met dus minder dan 100% arbeidsvermogen, bieden we in de toekomst zowel de toegangstoets als de loonwaardemeting voor loondispensatie aan. 5. De gemeente Leiden kiest voor een beperkte invulling van de tegenprestatie naar vermogen Vele uitkeringsgerechtigden spannen zich via re-integratietrajecten, sollicitatietrainingen, participatieplaatsen, etc. in om de terugkeer naar de reguliere arbeidsmarkt te realiseren. Voor uitkeringsgerechtigden die op dit moment deze inspanningen nog niet (kunnen) doen maar die wel een Wwnv-uitkering ontvangen, kan een tegenprestatie naar vermogen gelden. Wij vragen deze doelgroep om ten minste een aantal uren per week vrijwilligerswerk te doen. Dit werk moet een bijdrage leveren aan de re-integratie van deze doelgroep en heeft tot doel om deze doelgroep uiteindelijk weer betaalde arbeid te laten verkrijgen. Hiermee sluiten we aan bij het basisbegrip ‘wederkerigheid’ dat ook in onze vigerende Participatievisie en in de concept-sms visie centraal staat6. Verder is ook hier het vertrekpunt de kracht van het individu en samenleving als geheel om dit vrijwilligerswerk te zoeken of hierbij behulpzaam te zijn. Tevens zijn maatwerk, eigen inbreng en ondersteuning bij het vinden van de tegenprestatie naar vermogen belangrijke onderdelen van dit uitgangspunt. Hierbij wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met medische (zoals psycho-sociale) omstandigheden. Deze tegenprestatie is uitdrukkelijk niet bedoeld als ‘gratis arbeid’ voor de werkgever of enkel als onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. De gemeente Leiden wil met deze tegenprestatie juist iedereen mee laten doen, iedereen blijven betrekken bij de samenleving, een te grote afstand van deze doelgroep tot de arbeidsmarkt voorkomen en hen uiteindelijk weer laten reintegreren en op weg helpen naar betaalde arbeid. 6. De gemeente Leiden kiest voor een substantiële rol van DZB bij de implementatie van de Wwnv De gemeente kiest ervoor om de implementatie van de Wwnv voor het grootste deel zelf te doen. Meer specifiek kiest zij voor DZB als uitvoeringsorganisatie voor een belangrijk deel van de nieuwe wet. Daarnaast zijn de goede prestaties, samenwerking en resultaten van DZB een belangrijke motivatie voor deze keuze. a. DZB zal via het P-centrum mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt begeleiden (opdoen werknemersvaardigheden, inzicht in mogelijkheden, etc.). b. DZB zal de doelgroep (met afstand tot de arbeidsmarkt) nader beoordelen en onderverdelen in de doelgroepen ‘(nog) niet in staat tot werk’, ‘Beschut Werk’, ‘Loondispensatie’ of ‘100% productief’. Vervolgens verwijst DZB ook door naar elk van de trajecten voor deze doelgroepen en voert een deel van deze trajecten ook zelf uit (zie hieronder). c. DZB adviseert aan de doelgroepen ‘Loondispensatie’ en ‘Beschut Werk’ om een indicatie aan te vragen. d. DZB begeleidt de doelgroep ‘100% productief’ naar werk. e. DZB zal een detacheringsconstructie ontwikkelen voor de doelgroep ‘Loondispensatie’, verzorgt de directe plaatsing van deze doelgroep bij de werkgever en is aanspreekpunt voor werkgevers die gebruik willen maken van deze doelgroep. Overigens heeft de werkzoekende uit de doelgroep ‘Loondispensatie’ ook de mogelijkheid om zelf de plaatsing bij een reguliere werkgever en begeleiding op de werkplek te organiseren. Dit sluit aan bij de concept sms-visie van de gemeente Leiden op de rollen en verantwoordelijkheden van burgers, stadspartners en de gemeente zelf. f. DZB zal de huidige Wsw-doelgroep en de toekomstige doelgroep ‘Beschut werkers’ blijven / gaan bedienen. 6
Zie bijvoorbeeld RV 11.0003, ‘Bevordering van arbeidsparticipatie in een tijd van bezuinigingen; beleidsvisie Participatie 2011-2014.’, pagina 10.
g. DZB zal (blijven) inzetten op de ontwikkeling van de huidige Wsw-populatie “van binnen naar buiten”. Het belangrijkste doel hiervan is de mensontwikkeling van deze doelgroep. Daarnaast beperken we hiermee de kosten van de huidige DZB-organisatie. 7. Voor de gemeente Leiden is het budget leidend bij de instroom in ‘Beschut Werk’ Eerder in deze nota gaven we al aan dat met de Wwnv de rijksbijdrage voor de totale doelgroep (huidige) wsw-ers en (toekomstige) ‘Beschut werkers’ daalt terwijl de kosten van deze doelgroep minimaal gelijk blijven of stijgen. Verder is er ook onzekerheid over de toekomstige verdeling van het macrobudget voor de Wsw over alle gemeenten7. Vanwege deze onzekere situatie, maken we hier de keuze om eerst te bekijken of het toekomstig budget voor ‘Beschut Werk’ (voorheen: Wsw-budget) toereikend is om mensen met de nieuwe indicatie ‘Beschut Werk’ ook werkelijk in te laten stromen in de nieuwe Wsw. Deze keuze is vooral als beheersmaatregel bedoeld. Het stelt ons als gemeente in staat om grip te houden op deze instroom en hiermee tevens budgettair verantwoord beleid te voeren. Concreet kan dit betekenen dat mensen met indicatie ‘Beschut Werk’ eerst op de wachtlijst voor de Wsw terechtkomen en pas het aanbod voor een beschut-werkplek ontvangen als hier ook de financiële ruimte voor is. Dit beleid kan in de eerste periode afwijken van de Wwnv die stelt dat jaarlijks voor elke drie wsw-ers die uitstromen er één nieuwe wsw-er (straks: ‘Beschut werker’) dient in te stromen. 8. De gemeente Leiden implementeert de Wwnv in samenhang met andere relevante beleidsterreinen De decentralisatie Wwnv staat niet op zichzelf en vertoont grote raakvlakken met de decentralisaties Awbz/Wmo en Jeugdzorg en met andere beleidsterreinen zoals schuldhulpverlening en kinderopvang. Deze raakvlakken vertalen we als gemeente voor zover mogelijk tot integraal, samenhangend beleid. Dit zijn de kaders waarbinnen de gemeente Leiden vorm en invulling wil gaan geven aan de implementatie van de Wet werken naar vermogen.
7
De totale rijksbijdrage voor deze doelgroep maakt onderdeel uit van het totale Wwnv-budget dat de gemeente ontvangt van het Rijk.
Bijlage 1 huidige en toekomstige financiën Wwnv gemeente Leiden
Rijksbudget Participatie Rijksbudget Wsw* Rijksbudget totaal (P- en Wsw-deel)** Daling rijksbudget totaal (P- en Wswdeel) t.o.v. 2010 Aanvulling P-budget Leiden*** Totaal beschikbaar re-integratiebudget
2010 12.954.733
2011 12.143.565
2012 6.335.648
2013 5.563.107
2014 3.980.870
2015 3.344.443
20.935.799 33.890.532
18.918.289 31.061.854
18.574.186 24.909.834
17.263.296 22.826.403
16.693.632 20.674.502
14.354.550 17.698.993
- 2.828.678
- 8.980.698
11.064.129
13.216.030
16.191.539
1.724.993
2.181.235
2.714.110
3.314.483
26.634.827
25.007.638
23.388.612
21.013.476
33.890.532
31.061.854
*: De bedragen vanaf 2013 e.v. zijn gebaseerd op de huidige verdelingssystematiek van het rijksbudget Wsw. Het is nu nog onbekend of deze systematiek vanaf 2013 ook gehandhaafd blijft. **: Vanaf 2013 is dit één ongedeeld budget (ook wel: totale rijksbudget Wwnv) ***: Dit is het aanvullend Participatiebudget van de gemeente Leiden dat in de Perspectiefnota 2012-2015 voor deze jaren is vastgesteld. In de Participatievisie van de gemeente Leiden (RV 11.0003) is het ambitieniveau van ons participatiebeleid vastgelegd. In de Perspectiefnota 2012-2015 is hieraan vervolgens de financiële dekking gekoppeld. Deze dekking is echter gebaseerd op de huidige doelgroep van het participatiebeleid. Vanaf 2013 wordt deze doelgroep echter groter. De mensen die onder de huidige wetgeving wajongers of wsw-ers zouden worden en onder de nieuwe wet niet in aanmerking komen voor de Wajong of ‘Beschut-Wsw’, komen namelijk niet meer in aanmerking voor de Wet Wajong en voor de Wsw. Deze doelgroep gaat wel deel uitmaken van de nieuwe Wwnv-doelgroep waarvoor het participatiebudget is bedoeld. Verder dient de gemeente ook andere kosten uit dit budget te financieren zoals de kosten die de gemeente moet maken voor bijvoorbeeld de uitvoering van het instrument ‘Loondispensatie’. Het (te) beperkte participatiebudget betekent dat de gemeente keuzes moet maken in de vorm van Leidse ‘kaders’ voor de implementatie van de nieuwe Wwnv. Deze kaders staan in deze nota daarom centraal. Naast dit financiële probleem voor het participatiebudget, speelt nog het probleem dat met de introductie van de Wwnv de rijksbijdrage voor de totale doelgroep (huidige) wsw-ers en (toekomstige) ‘Beschut werkers’ daalt (naar € 22.050 per SE). Dit terwijl de kosten van deze doelgroep minimaal gelijk blijven of zelfs stijgen omdat én de rechten van de huidige wsw-ers ongewijzigd blijven én de toekomstige doelgroep ‘Beschut werkers’ een zwaardere doelgroep zal zijn. Dit is een bijkomend probleem dat in de DZB-visie ‘Haal het beste uit jezelf; op weg naar werk 2012-2015’ ‘ nader uiteengezet is. Hierin is aangegeven dat, zelfs wanneer de bezuinigingen gerealiseerd worden en alle regiogemeenten naar rato bijdragen, ook voor Leiden een aanvulling van € 2,5 mln. nodig is.