RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 21 juni 2006 (07.07) (OR. en)
B PU
10597/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0222 (COD)
LI
LIMITE
C
CONSOM 53 CODEC 653 JUSTCIV 150 NOTA van: aan: Betreft:
het voorzitterschap de delegaties Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake consumentenkredietovereenkomsten, tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad
Naar aanleiding van de vergadering van de Groep consumentenbescherming en -voorlichting van 14 juni 2006 gaat hierbij voor de delegaties de tekst van bovengenoemd voorstel waarin de bijgewerkte tekstvoorstellen van het Oostenrijkse voorzitterschap zijn verwerkt.
Toevoegingen zijn vetgedrukt, schrappingen zijn aangeven met […].
________________________
10597/06
das/PW/jv DG I
Conseil UE
1
LIMITE NL
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, Gezien het voorstel van de Commissie 1, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 2, Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
In Richtlijn 87/102/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet 4 worden op communautair niveau voorschriften vastgesteld inzake consumentenkredietovereenkomsten.
(2)
De Commissie heeft in 1995 een verslag 5 uitgebracht over de werking van Richtlijn 87/102/EEG betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet en de betrokken partijen uitgebreid geraadpleegd. In 1997 heeft de Commissie een beknopt verslag van de reacties op het verslag van 1995 gepresenteerd 6. In 1996 is een tweede verslag 7 gepresenteerd over de werking van Richtlijn 87/102/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 90/88/EEG .
1 2 3 4
5 6 7
PB C […] van […], blz. [...] PB C […] van […], blz. […]. Advies PB L 42 van 12.2.1987, blz. 48. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 101 van 1.4.1998, blz. 17). COM(95) 117 def. COM(97) 465 def. COM(96) 79 def.
10597/06
das/PW/jv DG I
2
LIMITE NL
(3)
Uit deze verslagen en raadplegingen blijkt dat de wetgevingen van de lidstaten inzake kredietverlening aan natuurlijke personen in het algemeen en consumentenkrediet in het bijzonder nog sterk uiteenlopen. Uit een analyse van de nationale wetten tot omzetting van Richtlijn 87/102/EEG blijkt namelijk dat de lidstaten wegens nationaal verschillende juridische en economische omstandigheden naast Richtlijn 87/102/EEG ook nog andere instrumenten ter bescherming van de consument toepassen.
(4)
De feitelijke en juridische situatie die uit deze nationale verschillen resulteert, brengt enerzijds concurrentievervalsing tussen kredietgevers in de Gemeenschap met zich mee en belemmert anderzijds de interne markt wanneer de lidstaten verschillende dwingende bepalingen hebben vastgesteld die strenger zijn dan die van Richtlijn 87/102/EEG. Hierdoor is de consument maar beperkt in staat rechtstreeks van het geleidelijk toenemende aanbod van grensoverschrijdend consumentenkrediet gebruik te maken. Deze concurrentievervalsing en beperkingen kunnen op hun beurt de vraag naar goederen en diensten beïnvloeden.
(5)
Gedurende de laatste jaren hebben de soorten krediet die de consumenten aangeboden krijgen en gebruiken, een hele ontwikkeling doorgemaakt. Er zijn nieuwe kredietinstrumenten verschenen, die steeds meer worden gebruikt. Daarom dienen de bestaande bepalingen te worden gewijzigd en dient, voorzover nodig, het toepassingsgebied te worden uitgebreid.
(6)
Overeenkomstig artikel 14, lid 2, van het Verdrag bestaat de interne markt uit een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen en diensten en de vrijheid van vestiging gewaarborgd zijn. De ontwikkeling van een doorzichtiger en doelmatiger kredietmarkt in de ruimte zonder binnengrenzen is van wezenlijke betekenis voor de bevordering van de ontwikkeling van grensoverschrijdende activiteiten.
(7)
Teneinde de totstandkoming van een goed functionerende interne markt voor consumentenkrediet te vergemakkelijken, moet op een aantal kerngebieden een geharmoniseerd communautair kader geschapen worden. Met toekomstgerichte communautaire voorschriften die aan toekomstige kredietvormen kunnen worden aangepast en die de lidstaten de nodige speelruimte laten bij de omzetting daarvan, dient, met het oog op de permanente verdere ontwikkeling van de markt voor consumentenkrediet en de toenemende mobiliteit van de Europese burger, een bijdrage te worden geleverd aan een modern consumentenkrediet.
10597/06
das/PW/jv DG I
3
LIMITE NL
(8)
Het is van belang dat de markt de consument voldoende bescherming biedt teneinde diens vertrouwen te garanderen. Op die manier kan het vrije verkeer van kredietaanbiedingen voor zowel kredietgevers als kredietnemers optimaal functioneren met inachtneming van de specifieke situaties in de afzonderlijke lidstaten.
(9)
Volledige harmonisatie is nodig om te waarborgen dat alle consumenten in de Gemeenschap een hoog en gelijkwaardig niveau van bescherming van hun belangen genieten en om een echte interne markt te creëren. Het mag de lidstaten derhalve niet zijn toegestaan nationale bepalingen te handhaven of in te voeren die van deze richtlijn afwijken. Deze beperking moet echter alleen gelden voor bepalingen die op grond van deze richtlijn geharmoniseerd zijn. Afgezien van de door deze richtlijn geharmoniseerde bepalingen moeten de lidstaten de vrijheid houden om nationale wetgeving te handhaven of in te voeren. Zo kunnen de lidstaten bijvoorbeeld nationale bepalingen handhaven of invoeren inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid van de verkoper of leverancier van diensten en de kredietgever. Een ander voorbeeld van deze mogelijkheid voor de lidstaten zijn nationale bepalingen waarbij een recht van herroeping van de koop- of dienstverleningsovereenkomst wordt ingevoerd of gehandhaafd indien de consument gebruik maakt van zijn recht van herroeping van de kredietovereenkomst. [...]
(9 bis) De in de richtlijn vervatte definities bepalen het toepassingsgebied van de harmonisatie. De verplichting voor de lidstaten om uitvoering te geven aan de bepalingen van de richtlijn dient derhalve te worden beperkt tot het toepassingsgebied zoals dat door deze definities is omschreven. De richtlijn mag de lidstaten evenwel niet beletten de bepalingen van de richtlijn overeenkomstig het Gemeenschapsrecht toe te passen op gebieden die niet onder het toepassingsgebied ervan vallen.
(9 ter) In het geval van bijzondere kredietovereenkomsten waarop alleen sommige bepalingen van deze richtlijn van toepassing zijn, bijvoorbeeld bij rekening-courantkredieten, mag het de lidstaten niet zijn toegestaan nationale regelgeving tot toepassing van andere bepalingen van de richtlijn aan te nemen. Het moet de lidstaten evenwel vrij blijven staan dergelijke soorten kredietovereenkomsten in hun nationale wetgeving te reguleren ten aanzien van aspecten die niet door deze richtlijn geharmoniseerd zijn.
10597/06
das/PW/jv DG I
4
LIMITE NL
(10)
Zelfs op sommige door deze richtlijn geharmoniseerde gebieden kunnen de nationale uitvoeringsvoorschriften verschillen en het voor kredietgevers moeilijker maken hun diensten over de grens te verstrekken. In die gevallen is het, gezien het door deze richtlijn gewaarborgde harmonisatie- en consumentenbeschermingsniveau, voor een goed functionerende interne markt dienstig extra lasten voor kredietgevers te vermijden en niet van hen te verlangen voorschriften in acht te nemen die verder gaan dan die van de lidstaat waar zij gevestigd zijn. Daarom moet in bepaalde gevallen, die in deze richtlijn allemaal worden genoemd, het beginsel van wederzijdse erkenning worden toegepast. In die gevallen houdt het beginsel van wederzijdse erkenning in dat de rechtsregels van de lidstaat waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft, niet van toepassing zijn als zij in een concrete situatie een belemmering vormen voor het vrij verkeer van diensten.
(11)
In sommige gevallen waarop het beginsel van wederzijdse erkenning van toepassing is, voorziet deze richtlijn in een overgangsperiode. Deze periode moet de lidstaten in de gelegenheid stellen voldoende ervaring met het functioneren van de uitvoeringsvoorschriften op te doen en de economische subjecten in staat stellen zich aan te passen aan het na de omzetting van deze richtlijn geldende nieuwe rechtskader voordat de wederzijdse erkenning gaat gelden.
(12)
Overeenkomsten voor doorlopende dienstverlening of doorlopende […] levering van gelijksoortige goederen, waarbij de consument, zolang de diensten c.q. goederen worden geleverd, daarvoor in termijnen betaalt, kunnen uit het oogpunt van de belangen van de contractsluitende partijen en de voorwaarden en uitvoering van de transacties sterk verschillen van de onder deze richtlijn vallende kredietovereenkomsten. Daarom moet duidelijk gesteld worden dat deze niet beschouwd worden als kredietovereenkomsten in de zin van deze richtlijn. Een voorbeeld van dergelijke overeenkomsten is een verzekeringscontract waarbij de premie in maandelijkse termijnen wordt voldaan.
(12 bis) Kosteloos uitstel van betaling van een bestaande vordering dient niet onder deze richtlijn te vallen. In die gevallen dient, indien onmiddellijke betaling tot korting voor de consument leidt, het financiële nadeel voor de consument die later betaalt, niet als kosten te worden beschouwd.
10597/06
das/PW/jv DG I
5
LIMITE NL
(13)
Kredietovereenkomsten die zijn gewaarborgd door hypotheken, dienen buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn te blijven. Dit soort krediet heeft immers een specifiek karakter.
(14)
De consument moet beschermd worden tegen oneerlijke of misleidende praktijken, met name ten aanzien van de verstrekking van informatie door de kredietgever, overeenkomstig Richtlijn 2005/29/EG van 11 mei 2005 van de Raad en het Europees Parlement betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van de Richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (‘Richtlijn oneerlijke handelspraktijken’) 8. Deze richtlijn moet echter specifieke bepalingen bevatten inzake reclame voor kredietovereenkomsten en bepaalde elementen van de standaardinformatie waarover de consument moet beschikken om met name verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken. Ten aanzien van reclame waarin geen informatie wordt gegeven over de kosten van het krediet, dient het de lidstaten vrij te staan in hun nationale wetgeving informatievereisten voor te schrijven.
(15)
Opdat de consument met kennis van zaken kan beslissen, moet hij vóór de sluiting van de kredietovereenkomst de nodige informatie krijgen over de kredietvoorwaarden, de kosten van het krediet en zijn verplichtingen. Om voor een zo groot mogelijke transparantie te zorgen en het aanbod vergelijkbaar te maken, dient deze informatie met name ook het in de gehele EU op uniforme wijze vastgestelde jaarlijks kostenpercentage van het krediet te omvatten. Aangezien het jaarlijks kostenpercentage vooralsnog slechts aan de hand van een voorbeeld kan worden gegeven, moet dit voorbeeld representatief zijn. Daarom moet het bijvoorbeeld overeenkomen met de gemiddelde looptijd en het totale kredietbedrag voor het soort kredietovereenkomst in kwestie en, indien van toepassing, met de gekochte goederen. Bij de keuze van het representatieve voorbeeld moet ook rekening worden gehouden met de frequentie van bepaalde soorten kredietovereenkomsten in een specifieke markt. Wat betreft de debetrentevoet, het ritme van de afbetaling en de kapitalisatie van de rente, dienen de kredietgevers hun conventionele berekeningsmethode voor het respectieve consumentenkrediet te gebruiken.
8
PB L 149 van 11.6.2005, blz. 22.
10597/06
das/PW/jv DG I
6
LIMITE NL
(15 bis) De totale kosten van het krediet voor de consument dienen alle kosten te omvatten, met inbegrip van rente, commissielonen en honoraria van welke aard ook, die de consument in verband met de kredietovereenkomst moet betalen, met inbegrip van heffingen en notariskosten. Die kosten dienen ook de kosten te omvatten die betrekking hebben op de nevendiensten in verband met de kredietovereenkomst, met name premies voor verplichte verzekeringen, die voorzien in terugbetaling van het krediet onder bepaalde omstandigheden, zoals bij overlijden, invaliditeit, ziekte of werkloosheid, of, in geval van kredietovereenkomsten voor motorvoertuigen, in het kader van een volledige all-riskverzekering.
(16)
De consument moet vóór de sluiting van de kredietovereenkomst geïnformeerd worden over de extra kosten die ter verkrijging van het krediet moeten worden betaald. Zelfs als het bedrag van deze kosten niet van tevoren kan worden bepaald, moet de consument in de precontractuele fase adequaat over het bestaan van kosten worden geïnformeerd.
(17)
Om er bij speciale soorten kredietovereenkomsten voor te zorgen dat de consument adequaat beschermd wordt zonder de kredietgevers of eventueel de kredietbemiddelaars voor buitensporige lasten te plaatsen, dienen echter de voorschriften in deze richtlijn met betrekking tot de precontractuele informatie te worden beperkt, rekening houdend met het bijzondere karakter van dergelijke overeenkomsten.
(18)
De consument moet uitgebreid geïnformeerd worden voordat hij de kredietovereenkomst sluit, ongeacht of bij de verkoop van het krediet een kredietbemiddelaar betrokken is. Daarom moeten de voorschriften inzake precontractuele informatie in het algemeen ook gelden als er een kredietbemiddelaar bij betrokken is. Indien leveranciers van goederen of diensten echter bij wijze van nevenactiviteit als kredietbemiddelaar optreden, dienen deze niet ook nog met de in deze richtlijn neergelegde voorschriften inzake precontractuele informatie te worden belast. Daarom moeten de voorschriften inzake precontractuele informatie niet gelden voor dergelijke kredietbemiddelaars. Leveranciers van goederen of diensten kunnen bijvoorbeeld beschouwd worden als kredietbemiddelaars in een nevenfunctie als hun activiteit als kredietbemiddelaar geen wezenlijk deel vertegenwoordigd van hun omzet. In deze gevallen is de volledige precontractuele informatie van de consument altijd nog gewaarborgd omdat die door de kredietgever moet worden verstrekt.
10597/06
das/PW/jv DG I
7
LIMITE NL
(19)
Consumenten moeten ook behoedzaam te werk gaan en hun contractuele verplichtingen nakomen.
(20)
Ofschoon de consument recht heeft op precontractuele informatie, kan hij nog aanvullende bijstand nodig hebben om uit te maken welke kredietovereenkomst in het palet aangeboden producten voor zijn behoeften en financiële situatie het meest geschikt is. Daarom moeten de lidstaten ervoor zorgen dat kredietgevers en eventueel kredietbemiddelaars dergelijke hulp verstrekken. Zo nodig moeten de relevante precontractuele informatie en de voornaamste kenmerken van de voorgestelde producten de consument persoonlijk worden toegelicht in het licht van de mogelijke complexiteit van de desbetreffende kredietovereenkomst.
(21)
Om geen concurrentievervalsing tussen kredietgevers te veroorzaken, moeten zij toegang krijgen tot private of publieke gegevensbanken inzake consumenten in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn, onder voorwaarden die niet discriminerend zijn ten opzichte van kredietgevers in die lidstaat.echter
(22)
De kredietovereenkomst moet in duidelijke en beknopte vorm alle noodzakelijke informatie bevatten over de rechten en plichten die daar voor de consument uit voortvloeien, zodat deze daar kennis van kan nemen. Te dien einde moet het de lidstaten worden toegestaan om bijvoorbeeld voorschriften betreffende de te gebruiken afmeting van de letters vast te stellen.
(23)
Met het oog op volledige transparantie moet de consument zowel in de precontractuele fase als bij het sluiten van de kredietovereenkomst informatie krijgen over de debetrentevoet. Tijdens de looptijd van de overeenkomst moet de consument bovendien op de hoogte gebracht worden van significante wijzigingen in de rentevoet.
(23 bis) Indien een consument een kredietovereenkomst herroept in het kader waarvan hij goederen heeft ontvangen, met name een huur- of leasingovereenkomst die een koopverplichting omvat, dient deze richtlijn eventuele regelgeving van de lidstaten inzake de teruggave van de goederen of daarmee samenhangende aangelegenheden onverlet te laten.
10597/06
das/PW/jv DG I
8
LIMITE NL
(24)
Om de regels voor de uitoefening van het herroepingsrecht op soortgelijke gebieden op elkaar af te stemmen, moet in een herroepingsrecht zonder sancties en zonder opgave van redenen worden voorzien, onder soortgelijke voorwaarden als in Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de Richtlijnen 90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG van de Raad 9. [...]
(25)
Ingeval van gelieerde kredietovereenkomsten bestaat er een onderlinge afhankelijkheidsrelatie tussen de aanschaf van een product of een dienst en de hiertoe gesloten kredietovereenkomst. Derhalve dient de consument, wanneer de koopovereenkomst vervalt met name door herroeping ervan door de consument - niet langer gebonden te zijn door de daarmee gelieerde kredietovereenkomst. Daarnaast moet het de consument onder bepaalde voorwaarden zijn toegestaan zijn rechten jegens de kredietgever te doen gelden in geval van problemen in verband met de koopovereenkomst. Het blijft de lidstaten vrij staan te bepalen of de consument verplicht is in rechte tegen de leverancier op te treden om genoegdoening te krijgen. Is echter niet aan deze voorwaarden voldaan, dan mag dit niet betekenen dat de consument de rechten worden ontzegd die hem worden toegekend bij nationale bepalingen inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid van de verkoper of leverancier van diensten en de kredietgever.
(26)
De consument moet de mogelijkheid krijgen om zich voor het verstrijken van de in de kredietovereenkomst gestelde termijn van zijn verplichtingen te kwijten. Zowel in geval van gedeeltelijke als volledige vervroegde aflossing mag de kredietgever slechts een billijke en objectieve vergoeding vragen. De objectieve vergoeding is bedoeld als compensatie voor de kosten van de kredietgever die rechtstreeks met de vervroegde aflossing verband houden, en moet rekening houden met de belangen van beide contractsluitende partijen.
(26 bis) Indien een consument een verzekering heeft gesloten die voorziet in terugbetaling van het krediet onder bepaalde omstandigheden, zoals bij overlijden, invaliditeit, ziekte of werkloosheid, of, in geval van kredietovereenkomsten voor motorvoertuigen, een volledige omniumverzekering, mag van de consument geen vergoeding voor vervroegde aflossing worden verlangd wanneer de verzekerde gebeurtenis zich voordoet.
9
PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16.
10597/06
das/PW/jv DG I
9
LIMITE NL
(27)
De overdracht van de rechten van de kredietgever uit hoofde van een kredietovereenkomst mag de positie van de consument niet verzwakken. De consument moet ook naar behoren worden geïnformeerd wanneer de kredietovereenkomst aan een derde wordt overgedragen. Wanneer de overdracht echter louter voor effectiseringsdoeleinden plaatsvindt en de oorspronkelijke kredietgever in overleg met de nieuwe houder van de schuldvordering tegenover de consument als kredietgever optreedt, heeft de consument er geen gewichtig belang bij om over de overdracht geïnformeerd te worden. Daarom zou een verplichting op EU-niveau om de consument over de overdracht in te lichten in dergelijke gevallen te ver voeren, maar het moet de lidstaten vrij blijven staan om dergelijke voorschriften in hun nationale wetgeving te handhaven of in te voeren.
(28)
Om de totstandbrenging en de werking van de interne markt te bevorderen en de consumenten in de hele Gemeenschap een hoog niveau van bescherming te bieden, dient de vergelijkbaarheid van de informatie met betrekking tot jaarlijkse kostenpercentages in de hele Gemeenschap te worden gewaarborgd. Ondanks de in Richtlijn 87/102/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/7/EG, opgenomen uniforme wiskundige formule voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage zijn de kostenpercentages tot dusver nog niet in de gehele Gemeenschap volledig vergelijkbaar. In de afzonderlijke lidstaten wordt bij de berekening van uiteenlopende kostenfactoren uitgegaan. Het is derhalve noodzakelijk in de richtlijn het begrip ‘totale kosten van het krediet voor de consument’ duidelijk te definiëren. De kosten die zijn verbonden aan een verzekering die als zekerheid voor het krediet dient, dienen alleen in het jaarlijkse kostenpercentage te worden verdisconteerd indien de verzekering verplicht is om het krediet of de geadverteerde rentevoet te verkrijgen. [...]
(29)
Omdat in kredietovereenkomsten specifieke bedingen worden gebruikt, dient in het kader van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten 10 te worden verduidelijkt welke bedingen als oneerlijk moeten worden beschouwd. Die richtlijn moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
10
PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29.
10597/06
das/PW/jv DG I
10
LIMITE NL
(30)
Om voor transparantie en stabiliteit op de markt te zorgen, dienen de lidstaten in afwachting van verdere harmonisatie voor de nodige maatregelen te zorgen met het oog op de regulering van en het toezicht op kredietgevers en kredietbemiddelaars.
(31)
Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Ook de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens, eigendom, non-discriminatie, bescherming van het gezins- en beroepsleven en consumentenbescherming worden, overeenkomstig de artikelen 8, 17, 21, 33 en 38 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, volledig geëerbiedigd.
(32)
Daar de doelstelling van het overwogen optreden, namelijk de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde aspecten van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkrediet, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
(33)
De lidstaten dienen de regels vast te stellen voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze richtlijn, en ervoor te zorgen dat zij worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
(34)
Daarom moet, rekening houdend met het aantal wijzigingen dat als gevolg van de ontwikkelingen in de consumentenkredietsector in Richtlijn 87/102/EEG moet worden aangebracht, en ter wille van de duidelijkheid van de Gemeenschapswetgeving, die richtlijn worden ingetrokken en worden vervangen door deze richtlijn,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
10597/06
das/PW/jv DG I
11
LIMITE NL
HOOFDSTUK I ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1 Onderwerp
Deze richtlijn heeft tot doel bepaalde aspecten van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkredietovereenkomsten te harmoniseren.
Artikel 2 Toepassingsgebied
1.
Deze richtlijn is van toepassing op kredietovereenkomsten.
2.
Deze richtlijn is niet van toepassing op de volgende kredietovereenkomsten:
a)
kredietovereenkomsten die gewaarborgd zijn door een hypotheek op een onroerend goed of door een andere, vergelijkbare zekerheid die in een lidstaat gebruikelijk is, en koopovereenkomsten voor onroerend goed waarbij de kredietinstelling of financiële instelling de verhuurder is en de huurder een koopoptie of koopverplichting heeft;
b) kredietovereenkomsten voor een totaal kredietbedrag van meer dan EUR 100 000 of het overeenkomstige bedrag in andere valuta;
c)
huur- of leasingovereenkomsten waarbij geen verplichting tot aankoop van het huurof leasingobject bestaat, noch in de overeenkomst zelf, nog in een afzonderlijke overeenkomst; er bestaat ook een verplichting tot aankoop indien daartoe eenzijdig door de kredietverlener kan worden besloten;
d) [...]
10597/06
das/PW/jv DG I
12
LIMITE NL
e)
kredietovereenkomsten waarbij de consument binnen een termijn van maximaal drie maanden het krediet […] moet terugbetalen, zonder rente of met slechts onbetekenende kosten;
f)
kredietovereenkomsten die als nevenactiviteit door een werkgever rentevrij of tegen een jaarlijks kostenpercentage dat lager is dan gebruikelijk op de markt, aan zijn werknemers worden toegekend, en die niet aan het algemene publiek worden aangeboden;
g) kredietovereenkomsten met een looptijd van niet meer dan drie maanden die worden gesloten met beleggingsondernemingen in de zin van artikel 4 van Richtlijn 2004/39/EG van de Raad die worden gewaarborgd door de in deel C van bijlage I bij die richtlijn genoemde effecten die voor niet meer dan drie maanden aan de kredietgever zijn verpand;
h) kredietovereenkomsten die het resultaat zijn van een schikking voor de rechter of een andere daartoe van overheidswege bevoegde instantie;
i)
kredietovereenkomsten die voorzien in kosteloos uitstel van betaling van een bestaande vordering;
j)
kredietovereenkomsten bij de sluiting waarvan de consument verplicht is bij de kredietgever een voorwerp als zekerheid in bewaring te geven en waarbij de aansprakelijkheid van de consument zich strikt beperkt tot dit in pand gegeven voorwerp;
k) kredietovereenkomsten betreffende leningen die krachtens een wettelijke bepaling met een doelstelling van algemeen belang aan een beperkt publiek worden toegekend tegen een lagere rentevoet dan op de markt gebruikelijk, of rentevrij [...].
3.
Bij kredietovereenkomsten op grond waarvan het krediet worden verleend in de vorm van een rekening-courantkrediet, zijn uitsluitend de artikelen 1 tot en met 4, artikel 5, lid 1, de artikelen 6 tot en met 8, artikel 9, lid 1, artikel 9, lid 2, onder a) tot en met d), onder h) en onder o), artikel 9, lid 3, artikel 11, artikel 17, en de artikelen 18 tot en met 29 van toepassing.
10597/06
das/PW/jv DG I
13
LIMITE NL
De in die kredietovereenkomsten te verstrekken informatie omvat ook informatie over de bij sluiting van de overeenkomst in rekening te brengen kosten, alsmede over de voorwaarden waaronder deze gewijzigd kunnen worden. 4.
Bij de volgende kredietovereenkomsten zijn uitsluitend de artikelen 1 tot en met 4, de artikelen 6 tot en met 8, artikel 9, lid 1, artikel 9, lid 2, onder a) tot en met g) en onder j), artikel 9, lid 3, de artikelen 10, 12 en 15 en de artikelen 17 tot en met 29 van toepassing: a)
kredietovereenkomsten voor een totaal kredietbedrag van niet meer dan EUR 200 of het overeenkomstige bedrag in andere valuta;
b) kredietovereenkomsten, gesloten door consumentenverenigingen zonder winstoogmerk die de spaartegoeden van hun leden beheren en hun financieringsmogelijkheden bieden, waarbij: i)
de uiteindelijke verantwoordelijkheid bij vrijwilligers berust die kredieten verstrekken op basis van een jaarlijks kostenpercentage waarvan het maximum is vastgesteld in de nationale wetgeving; en
ii) het lidmaatschap van dergelijke verenigingen alleen openstaat voor personen die woonachtig of tewerkgesteld zijn in een bepaalde regio, dan wel voor werknemers en gepensioneerde werknemers van een bepaalde werkgever. 5.
De lidstaten mogen bepalen dat uitsluitend de artikelen 1 tot en met 4, de artikelen 6 t/m 8, artikel 9, lid 1, artikel 9, lid 2, onder a) tot en met g) en onder j), artikel 9, lid 3, de artikelen 10, 12 en 15 en de artikelen 17 tot en met 29 van toepassing zijn op kredietovereenkomsten die erin voorzien dat de kredietgever en de consument regelingen voor uitstel of terugbetaling treffen als de consument zijn verplichtingen uit hoofde van de oorspronkelijke kredietovereenkomst niet is nagekomen, indien: i)
met dergelijke regelingen waarschijnlijk een gerechtelijke procedure tot ingebrekestelling kan worden vermeden; en
ii) de voorwaarden over het geheel genomen voor de consument niet ongunstiger worden ten opzichte van de oorspronkelijke kredietovereenkomst.
10597/06
das/PW/jv DG I
14
LIMITE NL
Valt de kredietovereenkomst echter onder lid 3, dan is uitsluitend dat lid van toepassing.
Artikel 3 Definities
Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de volgende definities:
a)
'consument': een natuurlijk persoon die wat betreft de transacties die onder deze richtlijn vallen, handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten;
b)
'kredietgever': een natuurlijk persoon of rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten krediet verleent of toezegt;
c)
'kredietovereenkomst': een overeenkomst waarbij een kredietgever aan een consument krediet verleent of toezegt in de vorm van uitstel van betaling, een lening of een andere, soortgelijke betalingsfaciliteit; met uitzondering van overeenkomsten voor doorlopende dienstverlening en doorlopende levering van dezelfde goederen […], waarbij de consument, zolang de diensten c.q. goederen worden geleverd, de kosten daarvan in termijnen betaalt;
d)
"rekening-courantkrediet": een uitdrukkelijke kredietovereenkomst waarbij een kredietgever een consument de mogelijkheid biedt van zijn rekening-courant bedragen op te nemen die het tegoed op die rekening te boven gaan, en waarbij het kredietbedrag […] drie maanden of op verzoek moet worden terugbetaald;
(d bis) "overschrijding": stilzwijgende kredietovereenkomst waarbij een kredietgever een consument de mogelijkheid biedt van zijn rekening-courant bedragen op te nemen die het beschikbaar tegoed of het maximumbedrag van een kredietovereenkomst die de consument het recht geeft kredieten op te nemen totdat het totale kredietbedrag is gebruikt, te boven gaan;
10597/06
das/PW/jv DG I
15
LIMITE NL
e)
‘kredietbemiddelaar’: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die niet optreedt als kredietgever en die gewoonlijk en tegen vergoeding, in de vorm van geld of een ander overeengekomen financiële beloning: i)
kredietovereenkomsten presenteert of aanbiedt; of
ii) andere dan de onder i) bedoelde voorbereidende werkzaamheden met het oog op het sluiten van kredietovereenkomsten verricht; of iii) kredietovereenkomsten sluit; f)
‘totale kosten van het krediet voor de consument’: alle kosten, met inbegrip van rente, commissielonen, heffingen, notariskosten en honoraria van welke aard ook, die de consument in verband met de kredietovereenkomst conform het daarin bepaalde moet betalen […]; dit omvat ook de kosten in verband met nevendiensten met betrekking tot de kredietovereenkomst, met name bepaalbare kosten van verzekeringsovereenkomsten, die tot zekerheid voor het kredietbedrag dienen en die volgens de contractuele of feitelijke omstandigheden verplicht zijn om het krediet of de geadverteerde rentevoet te verkrijgen;
(f bis) "het totale door de consument te betalen bedrag": de som van het totale kredietbedrag en de totale kosten van het krediet voor de consument; g)
‘jaarlijks kostenpercentage’: de totale kosten van het krediet voor de consument, uitgedrukt in een percentage op jaarbasis van het totale kredietbedrag;
h)
‘debetrentevoet’: de rentevoet die voor een gegeven periode op de in het kader van de kredietovereenkomst opgenomen kredieten wordt toegepast, uitgedrukt in een vast of variabel periodiek percentage;
i)
‘kredietopneming’: een kredietbedrag dat op grond van een kredietovereenkomst aan de consument ter beschikking wordt gesteld;
j)
‘totaal kredietbedrag’: het plafond of de som van alle kredietopnemingen die worden toegestaan;
10597/06
das/PW/jv DG I
16
LIMITE NL
k)
'duurzame drager': een instrument waarmee de consument naar hem persoonlijk gestuurde informatie kan opslaan, gedurende de nodige tijd kan raadplegen en op identieke wijze kan kopiëren;
l)
‘gelieerde overeenkomst’: een kredietovereenkomst waarbij
i)
het krediet in kwestie uitsluitend dient ter financiering van een overeenkomst voor de levering van een goed of het verlenen van een dienst, en
ii) die twee overeenkomsten objectief gezien een commerciële eenheid vormen; van een commerciële eenheid is sprake indien de leverancier of de dienstverlener zelf het krediet van de consument financiert of, in geval van financiering door een derde, indien de kredietgever bij de voorbereiding of het sluiten van de kredietovereenkomst gebruik maakt van de diensten van de leverancier of dienstverlener. [...]
HOOFDSTUK II INFORMATIEVERSTREKKING EN HANDELINGEN VOORAFGAAND AAN DE SLUITING VAN DE KREDIETOVEREENKOMST
Artikel 4 Standaardinformatie in reclame
1.
Alle reclame voor kredietovereenkomsten waarin een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument worden vermeld, moet de in dit artikel aangegeven standaardinformatie […] bevatten.
2.
Als standaardinformatie worden, op grafisch overzichtelijke en in het oog vallende wijze aan de hand van een representatief voorbeeld in de aangegeven volgorde vermeld:
10597/06
das/PW/jv DG I
17
LIMITE NL
a)
het totale kredietbedrag of, in geval van een krediet in de vorm van uitstel van betaling voor een specifiek goed of een specifieke dienst, de contante prijs;
b) het jaarlijks kostenpercentage;
c)
de duur van de kredietovereenkomst;
d) het bedrag van eventuele voorschotten; en
e)
het totale door de consument te betalen bedrag.
3.
[...]
4.
[...]
5.
Indien in verband met de kredietovereenkomst de sluiting van een contract voor een nevendienst, met name een verzekering, die een zekerheid voor het kredietbedrag biedt en die verplicht is om het krediet of de geadverteerde rentevoet te verkrijgen, en de kosten daarvan niet vooraf bepaald kunnen worden, moet de verplichting tot afname van deze dienst ook op grafisch overzichtelijke en in het oog vallende wijze, tezamen met het jaarlijks kostenpercentage, worden vermeld.
6.
Dit artikel laat Richtlijn 2005/29/EG […] onverlet.
Artikel 5 Precontractuele informatie
1.
De kredietgever en eventueel de kredietbemiddelaar passen het beginsel van een verantwoorde kredietverstrekking toe. Bijgevolg moeten de kredietgever en eventueel de kredietbemiddelaar in elk geval voldoen aan hun verplichtingen inzake het verstrekken van precontractuele informatie en moet de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument onderzoeken aan de hand van de door deze laatste verstrekte accurate informatie en, waar nodig, aan de hand van raadpleging van de desbetreffende gegevensbank.
10597/06
das/PW/jv DG I
18
LIMITE NL
Indien de partijen overeenkomen het totale kredietbedrag na de datum van sluiting van de kredietovereenkomst te wijzigen, brengt de kredietgever de te zijner beschikking staande financiële informatie betreffende de consument op de laatste stand en beoordeelt hij de kredietwaardigheid van de consument vóór een eventuele belangrijke verhoging van het totale kredietbedrag.
2.
Bijtijds voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod gebonden is, verstrekt de kredietgever en eventueel de kredietbemiddelaar de consument op papier of een andere duurzame drager de […] informatie die nodig is voor de sluiting van de kredietovereenkomst in kwestie. Die informatie moet een duidelijke en beknopte beschrijving van het product omvatten en in overeenstemming zijn met de contractuele verplichtingen die in geval van het sluiten van de kredietovereenkomst zouden gelden op grond van het toepasselijk geachte recht. De informatie heeft betrekking op:
a)
de duur van de kredietovereenkomst;
b) het totale kredietbedrag en de voorwaarden voor kredietopneming;
b bis)in geval van een krediet in de vorm van uitstel van betaling voor een specifiek goed of een specifieke dienst, het product of de dienst en de contante prijs daarvan;
c)
de debetrentevoet, de voorwaarden die daarop van toepassing zijn, en, voorzover beschikbaar, indices of referentierentevoeten die betrekking hebben op de aanvankelijke debetrentevoet, en de perioden, de voorwaarden en de procedure voor wijziging daarvan;
d) het jaarlijks kostenpercentage en het totale door de consument te betalen bedrag, aan de hand van een representatief voorbeeld en met vermelding van alle voor de berekening van dit percentage gebruikte financiële gegevens en hypothesen; indien de consument de kredietgever in kennis heeft gesteld van een of meer bestanddelen van het krediet waarnaar zijn voorkeur uitgaat, moet de kredietgever die bestanddelen als hypothese nemen;
e)
het bedrag, het aantal en de periodiciteit van de te verrichten betalingen […];
10597/06
das/PW/jv DG I
19
LIMITE NL
f)
in voorkomend geval, de kosten voor het aanhouden van een of meer rekeningen indien dat vereist is voor de boeking van zowel betalingen als kredietopnemingen, de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingen als kredietopnemingen, en andere kosten voor betalingsverrichtingen;
g) [...]
h) de verplichting tot afname van eventuele nevendiensten in verband met de kredietovereenkomst, met name een verzekering, die een zekerheid voor het kredietbedrag bieden, wanneer de sluiting van een contract voor deze dienst verplicht is om het krediet of de geadverteerde rentevoet te verkrijgen, en de kosten daarvan niet vooraf bepaald kunnen worden;
i)
de […] moratoire rente alsmede de wijze van aanpassing ervan en, in voorkomend geval, de kosten van niet-nakoming;
j)
de gevraagde zekerheden;
k) het al dan niet bestaan van een herroepingsrecht en de termijn voor de uitoefening daarvan;
l)
het recht van vervroegde aflossing en de eventueel daaruit voortvloeiende kosten, onder vermelding van het bedrag of de berekeningsmethode;
(m) het recht geïnformeerd te worden over het resultaat van de raadpleging van een gegevensbank ter beoordeling van de kredietwaardigheid, overeenkomstig artikel 8, lid 2;
(n) de eventuele andere contractvoorwaarden.
10597/06
das/PW/jv DG I
20
LIMITE NL
Bij communicatie via spraaktelefonie als bedoeld in artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2002/65/EG, omvat de beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de financiële dienst overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder b), tweede streepje, van Richtlijn 2002/65/EG ten minste de onder a), b), b bis), c) en e) van dit lid vermelde gegevens, alsmede het jaarlijks kostenpercentage aan de hand van een representatief voorbeeld en het totale door de consument te betalen bedrag.
Aan de verplichting tot het verstrekken van precontractuele informatie aan de consument ingevolge dit lid kan ook worden voldaan door verstrekking van een kopie van de ontwerpkredietovereenkomst met de informatie overeenkomstig artikel 9.
3.
Indien die overeenkomst op verzoek van de consument gesloten is via een telecommunicatiemiddel dat het verstrekken van informatie overeenkomstig lid 2 niet mogelijk maakt, komt de kredietgever zijn verplichting uit hoofde van lid 2 na door de contractuele informatie overeenkomstig artikel 9 onmiddellijk na het sluiten van de kredietovereenkomst te verstrekken.
4.
Bij een kredietovereenkomst waarbij de betalingen door de consument geen aanleiding geven tot directe overeenkomstige aflossing van het totale kredietbedrag, maar dienen voor kapitaalvorming gedurende de periodes en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in de kredietovereenkomst of in een nevenovereenkomst, moet de ingevolge lid 2 te verstrekken precontractuele informatie een duidelijke en beknopte vermelding bevatten dat dergelijke kredietovereenkomsten de aflossing van het totale uit hoofde van de kredietovereenkomst opgenomen kredietbedrag niet garanderen, tenzij een dergelijke garantie wordt gegeven.
5.
De lidstaten zien erop toe dat de kredietgevers en eventueel kredietbemiddelaars de consument adequate toelichtingen verstrekken om hem in staat te stellen te beoordelen of de voorgestelde kredietovereenkomst aan zijn behoeften en financiële situatie beantwoordt, zo nodig door de ingevolge lid 2 te verstrekken precontractuele informatie en de voornaamste kenmerken van de voorgestelde producten toe te lichten. De lidstaten kunnen de wijze waarop en de mate waarin deze hulp wordt verleend, alsook door wie zij wordt verleend, aanpassen aan de bijzondere omstandigheden waarin de kredietovereenkomst wordt aangeboden.
10597/06
das/PW/jv DG I
21
LIMITE NL
Artikel 6 Voorschriften inzake precontractuele informatie voor kredietovereenkomsten in de vorm van een rekening-courantkrediet en voor bepaalde kredietovereenkomsten
1.
Bijtijds voordat een consument door een kredietovereenkomst of een aanbod voor een kredietovereenkomst in de zin van artikel 2, leden 3, 4 of 5, gebonden is, verstrekt de kredietgever en eventueel de kredietbemiddelaar op papier of een andere duurzame drager de volgende informatie:
a)
het totale kredietbedrag;
b) de debetrentevoet;
c)
het jaarlijks kostenpercentage aan de hand van een representatief voorbeeld en met vermelding van alle voor de berekening van dit percentage gebruikte financiële gegevens en hypothesen;
d) de vanaf de sluiting van de kredietovereenkomst in rekening te brengen kosten, alsmede de voorwaarden waaronder deze gewijzigd kunnen worden; en
e)
de voorwaarden en de procedure voor beëindiging van de kredietovereenkomst.
Bij kredietovereenkomsten in de zin van artikel 2, lid 3, moet de ingevolge punt e) van dit lid aan de consument te verstrekken informatie zo nodig een vermelding bevatten dat de consument te allen tijde gevraagd kan worden het kredietbedrag volledig terug te betalen.
2.
Bij kredietovereenkomsten in de zin van artikel 2, lid 4, moet de ingevolge lid 1 van dit artikel aan de consument te verstrekken informatie ook omvatten:
a)
de duur van de kredietovereenkomst; en
b) het bedrag, het aantal en de periodiciteit van de te verrichten betalingen.
10597/06
das/PW/jv DG I
22
LIMITE NL
Valt de kredietovereenkomst echter onder artikel 2, lid 3, dan is uitsluitend het daarin bepaalde van toepassing.
2 bis Bij communicatie via spraaktelefonie als bedoeld in artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2002/65/EG, omvat de beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de financiële dienst overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder b), tweede streepje, van Richtlijn 2002/65/EG in geval van de in lid 1 bedoelde kredietovereenkomsten ten minste de onder a), b) en d) van lid 1 vermelde gegevens, alsmede het jaarlijks kostenpercentage, en in geval van de in lid 2 bedoelde kredietovereenkomsten bovendien de duur van de kredietovereenkomst (lid 2, onder a).
3.
Aan de verplichting tot het verstrekken van precontractuele informatie aan de consument ingevolge dit artikel kan ook worden voldaan door verstrekking van een kopie van de ontwerp-kredietovereenkomst met de informatie overeenkomstig artikel 9 voor zover dit artikel van toepassing is.
4.
Indien de kredietovereenkomst op verzoek van de consument gesloten is via een telecommunicatiemiddel dat het verstrekken van informatie overeenkomstig de leden 1 en 2 niet mogelijk maakt, komt de kredietgever zijn verplichting uit hoofde van de leden 1 en 2 na door de contractuele informatie overeenkomstig artikel 9 onmiddellijk na het sluiten van de kredietovereenkomst te verstrekken.
Artikel 7 Vrijstellingen
De artikelen 5 en 6 van deze richtlijn zijn niet van toepassing op leveranciers van goederen of diensten die bij wijze van nevenactiviteit als kredietbemiddelaar optreden.
10597/06
das/PW/jv DG I
23
LIMITE NL
HOOFDSTUK III TOEGANG TOT GEGEVENSBANKEN Artikel 8 Toegang tot gegevensbanken 1.
De lidstaten dragen er zorg voor dat in geval van grensoverschrijdende kredieten kredietgevers uit andere lidstaten onder niet-discriminerende voorwaarden toegang tot hun gegevensbanken hebben.
2.
De consument wordt desgewenst onverwijld en kosteloos over het resultaat van de raadpleging van een gegevensbank geïnformeerd.
HOOFDSTUK IV INFORMATIE EN RECHTEN BETREFFENDE KREDIETOVEREENKOMSTEN Artikel 9 In kredietovereenkomsten te vermelden informatie 1.
Kredietovereenkomsten worden op papier of op een andere duurzame drager gesteld. Alle overeenkomstsluitende partijen krijgen een exemplaar van de kredietovereenkomst. [...]
2.
In de kredietovereenkomst wordt op duidelijke en beknopte wijze vermeld: a)
de namen en geografische adressen van de overeenkomstsluitende partijen en in voorkomend geval de naam en het geografische adres van de betrokken kredietbemiddelaar;
b)
de duur van de kredietovereenkomst;
c)
het totale kredietbedrag en de voorwaarden voor kredietopneming;
10597/06
das/PW/jv DG I
24
LIMITE NL
c bis) in geval van een krediet in de vorm van uitstel van betaling voor een goed of een dienst, het product of de dienst en de contante prijs daarvan;
d)
de debetrentevoet, de voorwaarden voor toepassing daarvan, en, voorzover beschikbaar, indices of referentierentevoeten die betrekking hebben op de aanvankelijke debetrentevoet, en de perioden, voorwaarden en procedures voor wijziging ervan;
e)
het jaarlijks kostenpercentage en het totale door de consument te betalen bedrag, berekend bij de sluiting van de kredietovereenkomst; alle voor de berekening van dit percentage gebruikte financiële gegevens en hypothesen moeten worden vermeld;
f)
het bedrag, het aantal en de periodiciteit van de te verrichten betalingen […];
g)
in geval van aflossing van het kapitaal van een kredietovereenkomst met vaste looptijd […], een overzicht van de te betalen bedragen en de betalingsperioden en -voorwaarden, in de vorm van een aflossingstabel; in de tabel wordt elke periodieke betaling uitgesplitst in afgelost kapitaal, op basis van de debetrentevoet berekende rente en, in voorkomend geval, bijkomende kosten; wanneer het rentepercentage niet vast is of de kosten kunnen worden gewijzigd krachtens de kredietovereenkomst, wordt in de aflossingstabel op een duidelijke en beknopte wijze vermeld dat de gegevens van de tabel alleen gelden tot de volgende wijziging van de debetrentevoet of van de kosten overeenkomstig de kredietovereenkomst;
h)
indien kosten en interesten worden betaald zonder aflossing van het kapitaal, een overzicht van de betalingsperioden en -voorwaarden voor de debetrente en de recurrente en niet-recurrente bijkomende kosten;
i)
de eventuele kosten voor het aanhouden van een rekening voor de boeking van zowel betalingen als kredietopnemingen, de eventuele kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingen als kredietopnemingen, en andere kosten voor betalingsverrichtingen;
10597/06
das/PW/jv DG I
25
LIMITE NL
j)
een overzicht van de kosten, naar grondslag en hoogte, die niet in het jaarlijks kostenpercentage zijn verwerkt, maar die de kredietgever of kredietbemiddelaar bekend zijn en die de consument verschuldigd is, met name de op het tijdstip van sluiting van de overeenkomst geldende moratoire rente alsmede de wijze van aanpassing ervan, boetes, kosten of achterstandsrente in verband met een overschrijding van het totale kredietbedrag, en de kosten van niet-nakoming;
k)
de gevraagde zekerheden en verzekeringen;
l)
het al dan niet bestaan van een herroepingsrecht en de termijn en de procedure voor de uitoefening daarvan;
m)
informatie over de uit artikel 14 voortvloeiende rechten en de voorwaarden voor de uitoefening daarvan;
n)
het recht van vervroegde aflossing, de procedure voor vervroegde aflossing en de eventueel daaruit voortvloeiende kosten, onder vermelding van het bedrag of de berekeningsmethode;
o)
de procedure voor de uitoefening van het recht van opzegging van de kredietovereenkomst;
p)
eventuele buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures ten behoeve van de consument die partij is bij de kredietovereenkomst, en zo ja, de toegang daartoe;
q)
de eventuele andere contractvoorwaarden.
10597/06
das/PW/jv DG I
26
LIMITE NL
3.
Bij een kredietovereenkomst waarbij de betalingen door de consument geen aanleiding geven tot directe overeenkomstige aflossing van het totale kredietbedrag, maar dienen voor kapitaalvorming gedurende de periodes en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in de kredietovereenkomst of in een nevenovereenkomst, moet de ingevolge lid 2 te verstrekken contractuele informatie een duidelijke en beknopte vermelding bevatten dat dergelijke kredietovereenkomsten de aflossing van het totale uit hoofde van de kredietovereenkomst opgenomen kredietbedrag niet garanderen, tenzij een dergelijke garantie wordt gegeven.
Artikel 10 Informatie over de debetrentevoet
De consument wordt op papier of op een andere duurzame drager periodiek van wijzigingen van de debetrentevoet in kennis gesteld.
Wanneer het om een belangrijke verandering van deze rentevoet gaat, wordt de consument daarvan onmiddellijk na de datum van die verandering in kennis gesteld.
Artikel 11 Kredietovereenkomst in de vorm van een rekening-courantkrediet
Indien een kredietovereenkomst wordt gesloten in de vorm van een rekening-courantkrediet, wordt de consument regelmatig op de hoogte gebracht door een rekeningafschrift op papier of op een andere duurzame drager. Dit afschrift bevat de volgende informatie:
a)
de periode waarop het rekeningafschrift slaat;
b)
de opgenomen bedragen en de datum van opneming;
c)
het saldo en de datum van het vorige afschrift;
d)
het nieuwe saldo;
10597/06
das/PW/jv DG I
27
LIMITE NL
e)
de datum en het bedrag van de door de consument verrichte betalingen;
f)
de laatste overeengekomen debetrentevoet;
g)
in voorkomend geval, het minimaal te betalen bedrag;
Bovendien moet de consument tijdens de looptijd van de overeenkomst op papier of op een andere duurzame drager in kennis worden gesteld van wijzigingen van de debetrentevoet of van de kosten, en wel onmiddellijk na de datum van die verandering.
Artikel 12 Kredietovereenkomsten met onbepaalde looptijd en langlopende overeenkomsten
1.
Elk van de partijen kan een kredietovereenkomst met onbepaalde looptijd normaal opzeggen met een opzegtermijn van drie maanden, door kennisgeving op papier of op een andere duurzame drager overeenkomstig met de kredietovereenkomst.
2.
De kredietgever kan de consument zonder opzegtermijn het recht ontzeggen om op grond van een kredietovereenkomst met onbepaalde looptijd krediet op te nemen. De kredietgever stelt de consument op papier of op een andere duurzame drager onverwijld van dit besluit in kennis.
3.
Overeenkomsten met een vaste looptijd van meer dan drie jaar kunnen niet worden verlengd zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de consument.
Artikel 13 Herroepingsrecht
1.
De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen.
10597/06
das/PW/jv DG I
28
LIMITE NL
De termijn waarbinnen een overeenkomst kan worden herroepen gaat in:
a)
op de dag van sluiting van de kredietovereenkomst, of
b) op de dag waarop de consument de voorwaarden en informatie overeenkomstig artikel 9 ontvangt, als die dag later valt dan de onder a) bedoelde datum.
2.
[...]
3.
Indien de consument van zijn in lid 1 bedoelde herroepingsrecht gebruikmaakt, stelt hij de kredietgever vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn en overeenkomstig de door de kredietgever overeenkomstig artikel 9, lid 2, onder l), verstrekte informatie hiervan in kennis op een wijze die volgens de nationale rechtsvoorschriften bewezen kan worden.
De termijn wordt geacht te zijn nageleefd indien de kennisgeving, op papier of op een andere duurzame drager waarover de kredietgever beschikt en waartoe hij toegang heeft, vóór het verstrijken van de termijn is verzonden.
4.
Wanneer de consument overeenkomstig dit artikel van zijn herroepingsrecht gebruikmaakt, stelt de kredietgever hem op papier of op een andere duurzame drager in kennis van het terug te betalen […] kapitaal en de over de periode van kredietopneming verschuldigde debetrente.
De verschuldigde debetrente wordt berekend aan de hand van de overeengekomen debetrentevoet. Voor de uitoefening van het herroepingsrecht mogen geen andere vergoedingen worden aangerekend.
De consument betaalt de kredietgever het geldbedrag dat hem overeenkomstig dit lid is medegedeeld.
10597/06
das/PW/jv DG I
29
LIMITE NL
5.
De leden 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing op kredietovereenkomsten die zijn ontbonden op grond van de nationale maatregelen ter uitvoering van:
[...]
6.
i)
artikel 6 van Richtlijn 2002/65/EG;
ii)
artikel 6, lid 4, van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad 11;
iii)
artikel 7 van Richtlijn 94/47/EG van het Europees Parlement en de Raad 12;
iv)
artikel 5 van Richtlijn 85/577/EEG van de Raad 13.
De lidstaten mogen bepalen dat de leden 1 tot en met 4 niet van toepassing zijn op kredietovereenkomsten die zijn gesloten met gebruikmaking van de diensten van een notaris, mits de notaris bevestigt dat de consument de rechten uit hoofde van de artikelen 5 en 9 geniet.
Artikel 14 Gelieerde kredietovereenkomsten
1.
Wanneer de consument een contract voor de levering van een goed of het verrichten van een dienst door een handelaar overeenkomstig het nationaal recht heeft herroepen, of wanneer het contract om andere redenen is vernietigd, is de consument niet langer gebonden aan een daarmee gelieerde kredietovereenkomst.
11 12 13
PB L 144 van 4.6.1997, blz. 19. PB L 280 van 29.10.1994, blz. 83. PB L 372 van 31.12.1985, blz. 31.
10597/06
das/PW/jv DG I
30
LIMITE NL
2.
Indien de goederen of de diensten die onder een gelieerde kredietovereenkomst vallen, niet worden geleverd, slechts gedeeltelijk worden geleverd of niet aan de voorwaarden van de betreffende leveringsovereenkomst voldoen, kan de consument rechten doen gelden jegens de kredietgever indien de consument van de leverancier niet de genoegdoening heeft gekregen waarop hij recht heeft. De lidstaten bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden die rechten kunnen worden uitgeoefend.
3.
Dit artikel laat nationale voorschriften volgens welke een kredietgever hoofdelijk aansprakelijk is voor eventuele vorderingen van de consument jegens de leverancier onverlet wanneer de aanschaf van de goederen of diensten bij de leverancier gefinancierd is door middel van een kredietovereenkomst.
4.
Dit artikel laat de nationale bepalingen ter uitvoering van artikel 6 van Richtlijn 2002/65/EG, artikel 6, lid 4, van Richtlijn 97/7/EG, artikel 7 van Richtlijn 94/47/EG en artikel 5 van Richtlijn 85/577/EEG onverlet. Artikel 15 Vervroegde aflossing
1.
De consument heeft het recht om zich te allen tijde volledig of gedeeltelijk van zijn verplichtingen uit hoofde van een kredietovereenkomst te kwijten. In dergelijke gevallen heeft hij recht op een billijke verlaging van de totale kredietkosten, bestaande uit de interesten en de kosten binnen de resterende duur van de overeenkomst.
2.
De kredietgever mag een billijke en objectieve vergoeding voor vervroegde aflossing aanrekenen volgens het bedrag of de berekeningsmethode die in de kredietovereenkomst worden genoemd, indien:
a) het totale kredietbedrag meer dan EUR 3.000 of het overeenkomstige bedrag in andere valuta bedraagt; en b) de vervroegde aflossing valt in een periode waarvoor een vaste debetrente is overeengekomen en die langer is dan één jaar. 3.
Er wordt geen vergoeding aangerekend aan de consument indien aflossing is geschied uit hoofde van een verzekeringscontract dat bedoeld is om een kredietaflossingsgarantie te bieden.
10597/06
das/PW/jv DG I
31
LIMITE NL
4.
De lidstaten mogen de door de kredietgever aangerekende vergoeding beperken, hetzij tot een maximumpercentage van het nog uitstaande kredietbedrag, hetzij tot een specifiek bedrag, hetzij door de opzeggingstermijn vast te stellen gedurende welke de consument rente zal blijven betalen.
Artikel 16 Overdracht van rechten
Wanneer de rechten van een kredietgever uit hoofde van een kredietovereenkomst of de overeenkomst zelf aan een derde worden overgedragen, kan de consument jegens de nieuwe houder dezelfde excepties en verweermiddelen doen gelden die hem jegens de oorspronkelijke kredietgever ter beschikking stonden, met inbegrip van schuldvergelijking, mits deze in de betrokken lidstaat is toegestaan.
De consument moet worden geïnformeerd wanneer de kredietovereenkomst aan een derde partij is overgedragen, behalve wanneer de overdracht louter voor effectiseringsdoeleinden plaatsvindt en de oorspronkelijke kredietgever in overleg met de nieuwe houder van de schuldvorderingen tegenover de consument nog als kredietgever optreedt.
Artikel 17 Overschrijding […]
1.
In geval van een aanzienlijke overschrijding […] gedurende meer dan een maand brengt de kredietgever de consument op papier of op een andere duurzame drager op de hoogte van:
a)
de overschrijding;
b) het bedrag in kwestie;
c)
de debetrentevoet;
d) de eventuele boetes, kosten of moratoire interesten.
2.
[...]
10597/06
das/PW/jv DG I
32
LIMITE NL
HOOFDSTUK V JAARLIJKS KOSTENPERCENTAGE Artikel 18 Berekening van het jaarlijks kostenpercentage 1.
Het jaarlijks kostenpercentage dat de vergelijking vormt tussen de contante waarden van alle tussen de kredietgever en de consument overeengekomen of overeen te komen verbintenissen (kredietopnemingen, aflossingen en kosten) op jaarbasis gelijk en wordt berekend volgens de wiskundige formule van de bijlage.
2.
Om het jaarlijkse kostenpercentage te berekenen, bepaalt men de totale kosten van het krediet voor de consument, met uitzondering van de kosten die de consument moet betalen wegens niet-naleving van een in de kredietovereenkomst opgenomen verplichting en andere kosten dan de aankoopprijs die de consument bij aankoop van goederen of diensten in elk geval moet betalen, ook indien de aankoop contant wordt betaald. Kosten voor het beheer van een rekening waarop zowel betalingen als kredietopnemingen worden geboekt, kosten voor het gebruik van een betaalmiddel waarmee zowel betalingen als kredietopnemingen kunnen worden verricht, en andere kosten voor betalingsverrichtingen worden in de totale kosten van het krediet voor de consument meegerekend, behalve indien deze kosten facultatief zijn en duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld.
3.
Bij de berekening van het jaarlijks kostenpercentage wordt uitgegaan van de hypothese dat de kredietovereenkomst voor de overeengekomen tijdsduur geldt en dat de kredietgever en de consument hun verplichtingen nakomen binnen de in de kredietovereenkomst overeengekomen termijnen en op de overeengekomen data.
4.
Bij kredietovereenkomsten waarin clausules zijn opgenomen op grond waarvan een wijziging kan plaatsvinden in de debetrentevoet die deel uitmaakt van het jaarlijkse kostenpercentage, welke wijziging bij de berekening daarvan evenwel niet kan worden gekwantificeerd, wordt bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat de rentevoet en de overige kosten vast blijven en tot de afloop van de kredietovereenkomst van toepassing blijven.
10597/06
das/PW/jv DG I
33
LIMITE NL
5.
Zo nodig kan voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage worden uitgegaan van de volgende hypothesen:
a)
indien de consument uit hoofde van de kredietovereenkomst vrij kan kiezen hoeveel krediet hij opneemt, wordt verondersteld dat het totale kredietbedrag onmiddellijk volledig wordt opgenomen;
b) indien er geen aflossingsschema is vastgesteld en dit ook niet kan worden afgeleid uit de bepalingen van de kredietovereenkomst en de wijze waarop het verleende krediet wordt betaald, wordt de krediettermijn geacht één jaar te zijn;
c)
indien in de kredietovereenkomst verscheidene aflossingsdata worden vermeld, wordt het krediet, tenzij anders wordt bepaald, ter beschikking gesteld en worden de aflossingen verricht op de eerste van deze data.
6.
Indien bij de aanvang van een kredietovereenkomst gedurende een beperkte periode een lager debetpercentage wordt aangeboden, moet in de reclame het jaarlijks kostenpercentage worden vermeld, berekend op basis van de totale duur van de kredietovereenkomst.
HOOFDSTUK VI KREDIETBEMIDDELAARS
Artikel 19 Controle op kredietgevers en kredietbemiddelaars
De lidstaten dragen er zorg voor dat een van financiële instellingen onafhankelijke instantie of autoriteit toezicht houdt op de werkzaamheden van kredietgevers en kredietbemiddelaars, of dat deze aan regelgeving zijn onderworpen. Dit laat Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad onverlet 14.
14
PB L 126 van 26.5.2000, blz. 1.
10597/06
das/PW/jv DG I
34
LIMITE NL
Artikel 20 Verplichtingen van kredietbemiddelaars
De lidstaten zorgen ervoor dat de kredietbemiddelaar:
a)
in zijn reclame en in voor zijn cliënten bestemde documenten de omvang van zijn volmacht vermeldt, en met name of hij exclusief met één of meer kredietgevers werkt dan wel als onafhankelijk makelaar;
b)
geen directe of indirecte vergoeding, van welke aard ook, ontvangt van de consument die hem heeft gevraagd te bemiddelen, tenzij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
i)
het bedrag van de vergoeding wordt tussen de consument en de kredietbemiddelaar op papier of op een andere duurzame drager overeengekomen;
ii) de kredietbemiddelaar wordt niet door de kredietgever vergoed;
iii) de kredietovereenkomst waarvoor hij heeft bemiddeld, is rechtsgeldig gesloten;
iv) de kredietbemiddelaar deelt de kredietgever de hoogte van de vergoeding mede voor de berekening van het jaarlijks kostenpercentage.
HOOFDSTUK XI UITVOERINGSMAATREGELEN
Harmonisatie, wederzijdse erkenning en dwingend karakter van de richtlijn
1.
In zoverre deze richtlijn geharmoniseerde bepalingen bevat, mogen de lidstaten geen andere bepalingen handhaven of vaststellen dan die welke in deze richtlijn zijn vastgesteld.
2.
[...]
10597/06
das/PW/jv DG I
35
LIMITE NL
3.
De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietovereenkomsten niet ten nadele van de consument afwijken van de bepalingen van het nationale recht die uitvoering geven aan of overeenstemmen met deze richtlijn.
4.
De lidstaten dragen er tevens zorg voor dat de bepalingen die zij ter uitvoering van deze richtlijn vaststellen, niet kunnen worden omzeild door overeenkomsten een bijzondere vorm te geven, met name door kredietopnemingen of kredietovereenkomsten die onder deze richtlijn vallen, op te nemen in kredietovereenkomsten die, door de aard of het doel ervan, buiten de werkingssfeer ervan zouden kunnen vallen.
5.
De lidstaten dragen er zorg voor dat de consument geen afstand kan doen van de rechten die hem krachtens deze richtlijn worden toegekend.
6.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te bewerkstelligen dat, indien de kredietovereenkomst in nauw verband staat met het grondgebied van een of meer lidstaten, de consument de bescherming van deze richtlijn niet wordt ontzegd doordat het recht van een derde land wordt gekozen als op de kredietovereenkomst toepasselijk recht.
Artikel 22 Sancties De lidstaten stellen de regels vast inzake de sancties die gelden voor inbreuken op de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen, en nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de in artikel 24 genoemde datum in kennis van deze bepalingen en stellen haar onmiddellijk in kennis van eventuele latere wijzigingen dienaangaande.
10597/06
das/PW/jv DG I
36
LIMITE NL
Artikel 23 Buitengerechtelijke beslechting van geschillen
De lidstaten zorgen ervoor dat er adequate en doelmatige procedures worden ingesteld voor de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen betreffende kredietovereenkomsten. Eventueel kan daartoe een beroep worden gedaan op bestaande instanties.
De lidstaten sporen die instanties ertoe aan, samen te werken om ook grensoverschrijdende geschillen over kredietovereenkomsten op te lossen.
Artikel 24 Omzetting
1.
De lidstaten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen, en publiceren deze, uiterlijk op [datum invullen] [uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn]. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. Zij passen die bepalingen toe met ingang van [datum invullen] [2 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn].
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
3.
De Commissie verricht om de vijf jaar, en voor het eerst [vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] een heronderzoek van de in deze richtlijn genoemde drempels om deze te toetsen aan de economische ontwikkelingen in de Gemeenschap en de situatie op de betrokken markt. De resultaten van de toetsing worden aan het Europees Parlement en de Raad bekend gemaakt, eventueel vergezeld van een voorstel tot wijziging van de drempels.
10597/06
das/PW/jv DG I
37
LIMITE NL
HOOFDSTUK VIII OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 25 Intrekking
Richtlijn 87/102/EEG wordt met ingang van het einde van de omzettingsperiode van deze richtlijn [datum invullen] ingetrokken.
Artikel 26 Overgangsmaatregelen
1.
Deze richtlijn is niet van toepassing op kredietovereenkomsten die op de datum van inwerkingtreding van de nationale omzettingsmaatregelen reeds lopen, met uitzondering van kredietovereenkomsten met onbepaalde looptijd.
2.
De lidstaten zien erop toe dat kredietovereenkomsten met onbepaalde looptijd die op de datum van inwerkingtreding van de nationale omzettingsmaatregelen lopen, uiterlijk op [datum invullen] [twee jaar na afloop van de omzettingstermijn] door middel van een door de kredietgever aan de consument toegezonden addendum bij de kredietovereenkomst aan de eisen van deze richtlijn worden aangepast.
Artikel 27 Wijziging van Richtlijn 93/13/EEG
In de bijlage bij Richtlijn 93/13/EEG wordt het volgende punt 3 toegevoegd:
“3.
Bedingen in een kredietovereenkomst zoals omschreven in artikel 3, onder c), van Richtlijn …/…/EG van het Europees Parlement en de Raad [betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkrediet] * die tot doel of tot gevolg hebben:
*
PB L […] van dd/mm/jjjj, blz. […].
10597/06
das/PW/jv DG I
38
LIMITE NL
a)
de consument als voorwaarde voor kredietopneming te verplichten om geleende of toegezegde bedragen geheel of gedeeltelijk in onderpand te geven of ze geheel of gedeeltelijk te gebruiken voor de vorming van een deposito of voor de aankoop van effecten of andere financiële instrumenten, tenzij de consument voor dit onderpand, deze aankoop of dit deposito een rentevoet krijgt die ten minste gelijk is aan het overeengekomen jaarlijkse kostenpercentage;
b) de consument bij de sluiting van een kredietovereenkomst te verplichten om een andere overeenkomst te sluiten met de kredietgever, de kredietbemiddelaar of een door hen aangewezen derde persoon, tenzij de daaraan verbonden kosten in de totale kosten van het krediet voor de consument zijn opgenomen;
c)
de consument te verplichten om de laatste aflossing van een kredietovereenkomst ter financiering van de aankoop van een roerend goed of een dienst bij dezelfde kredietgever te herfinancieren."
Artikel 28 Inwerkingtreding en toepassing
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Met betrekking echter tot de artikelen 15 en 17 is artikel 21, lid 2, van toepassing vanaf [datum invullen] [zes jaar na de in artikel 24 genoemde datum].
Artikel 29 Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
De voorzitter
De voorzitter
___________________
10597/06
das/PW/jv DG I
39
LIMITE NL
BIJLAGE
De basisvergelijking die de gelijkwaardigheid van de kredietopnemingen enerzijds en de aflossingen en betalingen anderzijds weergeeft
De basisvergelijking ter bepaling van het jaarlijks kostenpercentage (JKP) geeft op jaarbasis de gelijkheid weer tussen de som van de geactualiseerde waarden van de kredietopnemingen enerzijds, en de som van de geactualiseerde waarden van de aflossingen en betalingen anderzijds:
m
−t ∑ Ck (1 + X ) k =1
m'
k
= ∑ Dl (1 + X )
− sl
l =1
waarin: X
= het JKP
-
M
= het volgnummer van de laatste kredietopneming;
-
K
= het volgnummer van een kredietopneming, waarbij 1 ≤ k ≤ m;
Ck
= het bedrag van kredietopneming nummer k;
tk
= het tijdsinterval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van de eerste kredietopneming en de datum van elke latere kredietopneming, waarbij t1 = 0;
-
m’
= het volgnummer van de laatste aflossing of betaling;
l
= het volgnummer van een aflossing of betaling;
Dl
= het bedrag van een aflossing of betaling;
sl
= het tijdsinterval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van de eerste kredietopneming en de datum van elke aflossing of betaling.
Opmerkingen:
a)
De door beide partijen op diverse tijdstippen betaalde bedragen zijn niet noodzakelijk gelijk en worden niet noodzakelijk met gelijke tussenpozen betaald.
b)
De aanvangsdatum is die van de eerste kredietopneming.
10597/06 BIJLAGE
das/PW/jv DG I
40
LIMITE NL
c)
Het verschil tussen de data die bij de berekeningsmethoden worden gebruikt, wordt uitgedrukt in jaren of fracties van jaren. Een jaar wordt geacht 365 dagen (voor schrikkeljaren 366 dagen), 52 weken of twaalf gelijke maanden te tellen. Een gelijke maand wordt geacht 30,41666 dagen te tellen (d.w.z. 365/12), zowel voor gewone jaren als schrikkeljaren.
d)
De uitkomst van de berekening wordt minimaal tot op de eerste decimaal nauwkeurig weergegeven. Als de volgende decimaal groter is dan of gelijk is aan 5, wordt de eerste decimaal met 1 vermeerderd.
e)
De vergelijking kan met slechts één sommatie worden herschreven aan de hand van het begrip flux (Ak). De flux is positief of negatief, d.w.z. wordt gedurende de periodes 1 tot en met k respectievelijk betaald of ontvangen, en wordt uitgedrukt in jaren: n
S = ∑ Ak (1 + X )
−t k
,
k =1
S is het saldo van de geactualiseerde flux en bedraagt nul indien de flux gelijkwaardig is.
________________________
10597/06 BIJLAGE
das/PW/jv DG I
41
LIMITE NL