02 Jill Hehemann. Onderwerp Regeling regionale afstemming

Aan geadresseerde

Zoetermeer

Ons kenmerk

Contactpersoon

11 april 2002

Wegb 083/02

Jill Hehemann

Onderwerp

Regeling regionale afstemming L.S., Eind vorig jaar werd de Regeling regionale afstemming van Regionale Expertisecentra in oprichting (i.o.) met samenwerkingsverbanden WSNS en voortgezet onderwijsspeciaal voortgezet onderwijs (VO-SVO) en de (jeugd)zorg gepubliceerd. Deze regeling heeft tot doel: Het regulier onderwijs en de (jeugd)zorg informatie en voorlichting te geven over de veranderingen na invoering van het Wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de expertisecentra. In overleg tot afstemming te komen tussen de REC’s, de samenwerkingsverbanden en de (jeugd)zorg. Aan de REC’s is een subsidiebedrag toegekend dat bestemd is om deze doelen te bereiken. In de Regeling regionale afstemming werd verder een kader aangekondigd, waarbinnen deze subsidie kon worden besteed. De handreiking regionale afstemming die u hierbij aantreft vormt de uitwerking van dit kader. Kern van de handreiking is dat de REC’s, de samenwerkingsverbanden en de (jeugd)zorg in dezelfde regio elkaar goed moeten kennen en waar nodig de activiteiten op elkaar dienen af te stemmen. Daarmee kan de dienstverlening aan kinderen en hun ouders zo effectief en efficiënt mogelijk worden vorm gegeven. Het gaat hierbij om een gezamenlijke activiteit, onder gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het budget dat aan de REC’s is toegekend is dus ook voor deze gezamenlijke activiteiten bedoeld. De handreiking legt de verantwoordelijkheid voor het initiatief echter uitdrukkelijk bij de REC’s. Zij verantwoorden de resultaten van de ondernomen activiteiten in het REC-gesprek met de Wegbereiders aan het eind van het schooljaar 2001 – 2002. De handreiking is samengesteld door een landelijke begeleidingsgroep, waarin deelnamen: De Wegbereiders Het procesmanagement PMPO De VMBO-projectorganisatie Het Landelijk Centrum Onderwijs & Jeugdzorg Het Platform coördinatoren WSNS

Blad 2

Naast de handreiking treft u een aantal documenten aan waarvan de begeleidingsgroep hoopt dat ze u behulpzaam kunnen zijn bij de uitvoering van de voorlichting en de afstemming. Zo zijn er kaartjes die de regio’s aangeven waarin de betrokken organisaties actief zijn. Daarnaast treft u informatie aan over de indicatiestelling voor scholen voor speciaal onderwijs en leerlinggebonden financiering en over een model onderwijskundig rapport. Tenslotte is “Afstemming is beider zorg” bijgevoegd, een protocol voor afstemming en samenwerking tussen REC’s en samenwerkingsverbanden WSNS. Namens de begeleidingsgroep wens ik u veel succes toe. Met de meeste hoogachting,

Frans Meijer Wegbereider

a n d r e i k i n g r e g i o n a l e a f s t e m m i n g r e c ’ s ( i . o . ) m e t s a m e n w e r k i n g s v e r b a n d e n

H a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

m e t

s a m e n w e r k i n g s v e r b a n d e n

w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e

( j e u g d ) z o r g

Handreiking regionale

AFSTEMMING IN afstemming rec’s (i.o.) DE REGIO met samenwerkingsverbanden wsns en vo-svo en de (jeugd)zorg

w s


AFSTEMMING afstemming rec’s (i.o.) IN DE REGIO met samenwerkingsverbanden wsns en vo-svo en de (jeugd)zorg

a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

Deze handreiking wordt uitgebracht door de landelijke begeleidingsgroep waarin participeren:

De Wegbereiders Proces Management Primair Onderwijs Projectorganisatie VMBO Landelijk Centrum Onderwijs en Jeugdzorg Platform van coördinatoren WSNS

Eindredactie drs. W.P.A.J.A. de Jong, Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg drs. R.H. Franke, Seminarium voor Orthopedagogiek

2

AFSTEMMING IN DE REGIO

-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e

e n w e r k i n g s v e r b a n d e n

w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


INHOUD

1

Inleiding 1.1

2

Uitgangspunten

5

Handreiking 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 Fase 2.3.1 2.3.2 2.3.3

3

5

10 Fase van de voorbereiding en regiobepaling Wie zijn de partners? Afstemming met overige REC’s (i.o.) en instellingen Bepaling regio voor samenwerking Procesmanagement Bestandsopname Positie samenwerkingsverbanden VO/SVO Fase van het eerste overleg De uitnodiging Deelnemers aan het eerste overleg De agenda voor het eerste overleg Instructies voor de onafhankelijk dagvoorzitter van verdere regionale vormgeving Inleiding Traject afstemmingsoverleg en besluitvormingsprocedure Ondersteunende informatie 2.3.3.1 Preventieve ambulante begeleiding 2.3.3.2 Crisisplaatsing 2.3.3.3 Gehandicaptenzorg en Jeugdzorg

Lijst van afkortingen


-

HANDREIKING

8 8 9 9 11 11 11 12 12 12 13 14 15 15 16 18 18 19 20

22

-

3

a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

Bijlagen: Bijlage 1a

Format informatieverstrekking samenwerkingsverband WSNS

Bijlage 1b

23

Overzicht participerende school in het samenwerkingsverband WSNS

26

Bijlage 2a

Format informatieverstrekking REC (i.o.) en instelling

27

Bijlage 2b

Overzicht participerende school in het REC (i.o.)

28

Bijlage 3

Toelichting bij de formats

29

Bijlage 4a

Format informatieverstrekking samenwerkingsverband VO/SVO

Bijlage 4b

32

Overzicht participerende school in het samenwerkingsverband VO/SVO

34

Bijlage 5

Toelichting bij de formats

35

Bijlage 6

Concept uitnodigingsbrief

38

Separate bijlagen: Afstemming is beider zorg Regiokaarten REC’s, bureau’s (jeugd-)zorg, samenwerkingsverbanden WSNS en SO/SVO Model onderwijskundig rapport Sheets voor eerste afstemmingsbijeenkomst Brochure: Indicatiestelling voor speciaal onderwijs of leelinggebonden budget

4


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


1

w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


INLEIDING Op 7 november 2001 (Uitleg, gele Katern, nummer 25) is de regeling ‘Regionale afstemming van Regionale Expertisecentra in oprichting met samenwerkingsverbanden WSNS en voortgezet onderwijs – speciaal voortgezet onderwijs (VO-SVO) en de (jeugd)zorg’ gepubliceerd. Deze handreiking heeft als doel de REC’s (i.o.) en instellingen1 nader te informeren over deze ‘afstemming’2.

1.1 Uitgangspunten De bovengenoemde regeling ‘Regionale Afstemming’ heeft tot doel om aan het regulier onderwijs (samenwerkingsverbanden WSNS en VO/SVO) en (jeugd)zorginstellingen informatie en voorlichting te geven over de veranderingen die plaatsvinden in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en praktische gevolgen hiervan voor de samenwerking tussen de REC’s (i.o.), het regulier onderwijs en de zorg. Tevens heeft de regeling tot doel om in overleg tot afstemming te komen tussen de samenwerkingsverbanden, de REC’s (i.o.) en instellingen. Er is bij het reguliere onderwijs grote behoefte aan informatie, voorlichting, scholing en overleg over: • • • • • •

Het indicatiestelsel LGF3 en de gevolgen van de indicatiestelling voor PCL’s en RVC’s en (jeugd)zorg; De integratie van ‘LGF-geïndiceerde’ leerlingen in de reguliere scholen; De mogelijkheden en beperkingen inzake de (preventieve) ambulante begeleiding; De inrichting en organisatie van de REC’s (i.o.) en instellingen voor visueel gehandicapten; De ondersteunings- en begeleidingsmogelijkheden van REC’s (i.o.) en instellingen voor visueel gehandicapten; Afspraken over afstemming en samenwerking tussen REC’s (i.o.), PCL, RVC, regulier onderwijs en (jeugd)zorg.

Vanuit het regulier onderwijs is er vooral behoefte om de praktische gevolgen van de regeling LGF in beeld te krijgen, zodat men kan anticiperen wat dit gaat betekenen voor het eigen functioneren. De REC’s (i.o.) hebben behoefte om het regulier onderwijs en de (jeugd)zorg te informeren over het voorgenomen beleid en daarop reacties te krijgen die zonodig nog tot bijstelling kunnen leiden. Samenwerkingsverbanden verschillen sterk in hun visie op zorg en dientengevolge in de zorgstructuur. Het is voor de REC’s van het grootste belang van deze verschillen op de hoogte te zijn. Voor samenwerkingsverbanden WSNS geldt verder dat zij uitgaan van de handelingsverlegenheid van leraren, die ontstaat in een context van school, kind, leraar, omgeving en gezin. Van daaruit zoekt men naar mogelijkheden en daar is hun diagnostiek dan ook op gericht. De diagnostiek van de Commissies voor de Indicatiestelling van de REC’s richt zich op het al dan niet verlenen van een indicatie voor plaatsing binnen het speciaal onderwijs of voor leerlinggebonden financiering. Deze diagnostiek heeft daarmee een ander karakter. 1

2

3

Met ‘instelling’ bedoelen we de instellingen voor visueel gehandicapten, zoals bedoeld in artikel 8, 1e lid, tweede volzin van de Wet op de Expertisecentra. Vanwege de leesbaarheid hanteren we in de tekst voornamelijk de naam REC’s (i.o.), maar bedoelen hier ook de instelling, zoals bedoeld in voetnoot 1, mee. De formele naam van de LGF-regeling is: ‘Wijziging van de Wet op de Expertisecentra, de Wet op het Primair Onderwijs en de Wet op het Voortgezet Onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van regionale expertisecentra”.


-

HANDREIKING

-

5

a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

De verschillen in benadering kunnen een rol spelen bij de onderlinge afstemming. Daarnaast hebben REC’s (i.o.) er belang bij inzicht te verkrijgen in de integratiemogelijkheden die bij de reguliere scholen bestaan in de eigen regio. Een dergelijke ‘bestandopname’ vormt het vertrekpunt voor de uitvoering van de wettelijke taak om ouders te begeleiden bij het zoeken naar een reguliere school. Zowel de REC’s (i.o.) als het regulier onderwijs hebben er belang bij om afstemmingsafspraken te maken voor een efficiënte indicatiestelling, zodat voorkomen kan worden dat onnodig met leerlingen geschoven wordt. Jeugdzorginstellingen werken vaak met pupillen die als leerlingen bij REC’s of bij samenwerkingsverbanden bekend zijn. Om die reden bestaat ook in deze sector grote behoefte aan afstemming. Het zal duidelijk zijn dat regionale afstemming tussen alle ‘partijen’ van groot belang is en dat er een wederzijdse behoefte bestaat aan informatieoverdracht en het formuleren van noodzakelijke afstemmingsvragen. Daartoe zal geïnitieerd door het REC (i.o), in overleg met de regionale partners een regionaal afstemmingsoverleg ingesteld moeten worden, waarin (tenminste) vertegenwoordigd zijn: • • • •

De De De De

REC’s (i.o.) en de instellingen in de regio betrokken samenwerkingsverbanden WSNS betrokken samenwerkingsverbanden VO/SVO (jeugd)zorg

In deze handreiking wordt aan de REC’s (i.o.) geschetst hoe aan het proces van regionale afstemming vorm gegeven kan worden. In beeld wordt gebracht welke stappen gezet moeten worden door het REC (i.o.), alsmede door de gesprekspartners en welke afspraken hierbij gemaakt zouden kunnen of moeten worden om de afstemming zo adequaat mogelijk vorm te geven. Uiteindelijk doel is dat de betrokken partijen de organisatie en de inhoud van de samenwerking op een dermate manier vormgeven dat een leerling zo snel en zorgvuldig mogelijk op de juiste plaats in het regulier-, dan wel speciaal onderwijs terechtkomt

Het initiatief voor de start van de regionale afstemming is een verantwoordelijkheid van de REC’s (i.o.). De verantwoordelijkheid voor de vormgeving zelf van de regionale afstemming, alsmede van de inzet van de middelen is echter een gezamenlijke!

In dit kader is het van belang dat, naast de regionale afstemming, de activiteiten mede voldoen aan de behoeften van de samenwerkingsverbanden en (jeugd)zorg aan informatieverstrekking, voorlichtings- en/of scholingsactiviteiten. Hierbij wordt verwezen naar de regeling “scholingskosten indicatiestelling leerlinggebonden financiering”4. PCL’s en RVC’s hebben € 3403,- ontvangen voor deelname aan een ‘lichte’ scholing. Een aanbod hiervoor zal gedaan worden -hiertoe gestimuleerd door de werkgroep WII - door een consortium van beroepsverenigingen, gecoördineerd door het NIP-dienstencentrum. Het staat de regionale gesprekspartners overigens vrij om in overleg aanvullende scholingsactiviteiten te organiseren. De REC’s (i.o.) (directieberaad, projectgroep, REC-bestuur, etc) dienen zich allereerst te beraden langs welke ‘routing’ men deze afstemming vorm wil geven.

4

6

Uitleg, gele katern, nr 25, 7 november 2001


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


Globaal is hierbij een aantal fasen te onderscheiden: 1. 2. 3.

Fase van voorbereiding en regiobepaling Fase van het eerste regionaal afstemmingsoverleg Fase van verdere regionale vormgeving

De te onderscheiden fasen worden nader uitgewerkt in deze handreiking.


-

HANDREIKING

-

7

a n d r e i k i n g

2

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

HANDREIKING

2.1 Fase van voorbereiding en regiobepaling Het is belangrijk dat de fase van voorbereiding nauwkeurig wordt doorlopen; immers het REC (i.o.) is verantwoordelijk voor het initiatief om te komen tot het regionaal afstemmingsoverleg. In de fase van voorbereiding dient nagedacht te worden over ten minste de volgende vragen: • • • • • •

Wie zijn nu precies de ‘interne- en externe partners’? Positie samenwerkingsverbanden VO/SVO. Op welke wijze kan afstemming met de REC’s (i.o.) en instellingen van de ‘andere’ clusters plaatsvinden? Hoe kunnen we de meest geschikte regio voor samenwerking bepalen? Zijn er al afstemmingsafspraken in de regio bekend bij de REC’s (i.o.)? Formeren projectmanagement.

2.1.1 Wie zijn de partners? Duidelijk moet worden welke (interne- en externe) partners betrokken moeten zijn bij de te creëren afstemming. ‘Belanghebbenden’ zijn achtereenvolgens: • • • • • •

Het ‘eigen REC (i.o.) of instelling voor visueel gehandicapten (daarbij denkend aan de participerende scholen in het REC (i.o.), de CvI, de CvO, etc), De overige REC’s (i.o.) in de regio (andere clusters), Samenwerkingsverbanden WSNS, Samenwerkingsverbanden VO/SVO, Zorginstellingen (AWBZ gefinancierd), Bureau Jeugdzorg (geïndiceerde zorg, incl. JB / KJP

Hoewel deze opsomming de partners aangeeft waarvan sprake is in de ‘regeling’, zijn er nog meer regionale partners (direct of meer indirect) betrokken; te denken valt hierbij aan: • • • • • • •

de Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL), de Regionale Verwijzings Commissie (RVC), Onderwijsbegeleidingsdiensten (OBD-SBD); met name bij het primair onderwijs, Nascholings- en ondersteuningsinstellingen; met name bij het voortgezet onderwijs, Sociaal Pedagogische diensten (SPD); met name als representant voor de zorginstellingen (AWBZ-gefinancierd) Regionale Federaties van ouderverenigingen (RfvO) Regionaal Indicatie Orgaan.

Het duidelijk in kaart brengen van de partners (inclusief een adressenbestand) is een eerste, en een belangrijke start!

8


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


2.1.2 Afstemming met overige REC’s (i.o.) en instellingen Onderstaand schema maakt duidelijk dat er sprake is van een complexe samenhang:

Onderlinge afstemming Cluster 1 t/m 4 met samenwerkingsverbanden WSNS en VO/VSO

cluster 1

CvI

cluster 2

SWV PO SWV VO

cluster 3

(jeugd)zorg

cluster 4

(P)AB

PCL RVC

LWOO en PRO

crisisplaatsing / begeleiding

De REC’s (i.o.) van alle clusters hebben relaties met de ‘partijen’ zoals die hierboven zijn genoemd. Allereerst dient overleg gevoerd te worden met de coördinatoren van de overige clusters in de regio. Het is bekend dat de regioafbakening van de diverse clusters zeer divers is en dat dit een complicerende factor betekent in de toch al ingewikkelde bepaling wat de meest geschikte regio zou kunnen zijn. Het moet voorkomen worden dat de diverse samenwerkingsverbanden door de REC’s (i.o.) uit de diverse clusters allemaal individueel benaderd worden.

2.1.3 Hoe kunnen we de meest geschikte regio voor samenwerking bepalen? Het is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van het REC (i.o.) om het initiatief voor regionale samenwerking te nemen; het is vervolgens een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de regionale partners om de meest geschikte regio voor samenwerking te bepalen. Het zal duidelijk zijn dat dit aspect een ingewikkeld vraagstuk vormt en dat hier geen uniform instrument bij te hanteren is; de regioafbakening van de REC’s (i.o.) komen beslist niet overeen met de regio’s van de samenwerkingsverbanden WSNS en VO/SVO5. Gestreefd moet worden naar een pragmatische aanpak. Mede vanwege de regionale verschillen en reeds bestaande samenwerkingsafspraken is het niet mogelijk een handreiking te maken die in geheel Nederland functioneel zal zijn. Wat wel duidelijk zal zijn, is dat de regiobepaling alleen in nauw overleg met de overige partijen kan plaatsvinden. Dit is een noodzakelijk eerste fase, voordat sprake kan zijn van inhoudelijk afstemmingsoverleg.

5

Er zijn 253 samenwerkingsverbanden WSNS en 83 samenwerkingsverbanden VO/SVO.


-

HANDREIKING

-

9

a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

Uitgangspunten bij het bepalen van de regio kunnen zijn: •

Er zullen functionele regio’s bepaald moeten worden. De ‘eigen’ regioafbakening van het REC (i.o.) (zie bijlage 4)6 kan hierbij een zinvol vertrekpunt zijn. Samenwerkingsverbanden werken vaak per OBD-regio; houd rekening met deze bestaande afspraken. Er bestaan grote verschillen in het aantal samenwerkingsverbanden die vallen onder een bepaald REC (i.o.). Met name de instellingen voor visueel gehandicapten (cluster 1) en de REC’s (i.o.) van cluster 2 kennen voedingsgebieden waar vele tientallen samenwerkingsverbanden onder vallen. Wanneer de omvang van een of meer REC’s (i.o.) te groot wordt geacht voor een adequate en pragmatische regio-bepaling, dan kan gedacht worden om met regionale werkeenheden (sub-REC’s) te werken. De regio’s van de samenwerkingsverbanden VO/SVO komen niet overeen met de regio’s van de WSNS-samenwerkingsverbanden (zie kaarten van de voedingsgebieden). Alle clusters kennen samenwerkingsvormen met zorginstellingen. Soms zijn RECscholen zelfs verbonden aan zorginstellingen. Ook hier geldt dat de regio van een REC (i.o.) niet zal overeenkomen met het gebied van de zorginstelling (te denken valt aan zorginstellingen met specifieke bovenregionale- of landelijke functies).

• •

•

•

De volgende ‘routing’ (stappenplan) kan als leidraad dienen: 1.

Lezen van deze handreiking, inclusief bijlagen; overleg met collega’s van participerende scholen in het REC (i.o.) en de instelling 2. Starten met oriënterende telefoontjes/gesprekken met (collega) REC-coördinatoren van de overige clusters en coördinatoren van samenwerkingsverbanden. 3. Formeren van een (kleine) voorbereidingsgroep, waarin een delegatie van de regionale gesprekspartners zitting neemt. Eventueel zorgdragen voor bestuurlijke fiattering. 4. Analyseren van de kaarten van de voedingsgebieden + inventariseren van bestaande samenwerkingsafspraken binnen de eigen REC-scholen, instellingen en samenwerkingsverbanden. 5. Formuleren ‘voorlopige’ regioafbakening door voorbereidingsgroep. Inventariseren welke samenwerkingsverbanden, zorginstellingen en bureau Jeugdzorg in deze regio actief zijn. 6. Bespreken van voorlopige regioafbakening met aanpalende REC’s (i.o.) en instellingen uit overige clusters; trachten tot consensus te komen. 7. Voorleggen van de voorlopige regioafbakening aan de (coördinatoren) van de samenwerkingsverbanden. Benadrukken dat dit document een concept is en dat overleg en/of formuleren van wijzigingsvoorstellen te allen tijde mogelijk is. 8. Bepalen van de regio voor samenwerking en afstemming, waarbij functionaliteit en bestaande samenwerkingsrelaties de centrale uitgangspunten zijn. Formuleren van de regio wat betreft de samenwerkingsverbanden, hierbij gebruik makend van zowel de LPM-nummering als de REC-nummering. 9. Maken van een bestandsopname (namen contactpersonen, adressen, telefoonnummers, e-mailadressen, etc van alle actoren in de geformeerde regio. 10. Werven door voorbereidingsgroep van een onafhankelijk voorzitter voor het eerste regionale afstemmingsoverleg. 11. Treffen van verdere voorbereidingen voor het eerste regionale afstemmingsoverleg; - vaststellen datum en plaats - verzending uitnodigingen, inclusief agenda en formats - instructie doornemen met onafhankelijk voorzitter - zorgdragen voor ‘werkmateriaal’, benodigd bij het eerste overleg 6

In bijlage 4 zijn kaarten opgenomen van de voedingsgebieden van de REC’s (i.o.) en instellingen, de samenwerkingsverbanden WSNS en VO/SVO, alsmede de (jeugd)zorg.

10


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


2.1.4 Formeren Procesmanagement De fase van voorbereiding omvat heel wat stappen en veel overleg zal moeten plaatsvinden. Het is aan te bevelen om met het REC-bestuur (i.o.) en de leden van de voorbereidingsgroep van begin af na te denken over de opzet van een projectmanagement; dit kan dan een taak- of werkgroep worden in de REC-organisatie, waarin interne medewerkers, maar ook externe deskundigen zitting kunnen nemen. Mede hierdoor kan vorm gegeven worden aan de benodigde eenduidigheid, zowel wat betreft procedures als personen.

2.1.5 Bestandsopname In de inleiding is gesteld dat er wederzijds een grote behoefte bestaat aan informatie; naast informatie over de LGF-regeling is het noodzakelijk dat alle gesprekspartners de eigen school, het eigen samenwerkingsverband of de eigen instelling beschrijven. Dit kan het beste plaatsvinden aan de hand van vastgestelde formats, die voorafgaande aan het eerste overleg ingevuld kunnen worden en samen een complete bestandopname vormen. In de bijlagen 1 en 2 zijn voorbeelden van formats te vinden die gebruikt kunnen worden door de REC’s (i.o.) en instellingen en de samenwerkingsverbanden WSNS. Deze formats zijn tevens te downloaden van de web-site van de Wegbereiders (www.wegbereiders.nl). Door de grote diversiteit is ten behoeve van de beschrijving van de eigen situatie vanuit de (jeugd)zorginstellingen geen format opgenomen. Informatiebrochures en/of jaarverslagen geven vaak voldoende informatie.

2.1.6 Positie samenwerkingsverbanden VO/SVO Tot nu toe is gesproken over de samenwerkingsverbanden van zowel WSNS, als VO/SVO; echter de organisatie van deze ‘soort’ samenwerkingsverbanden is een geheel andere. In deze handreiking wordt met name een routing beschreven die van toepassing is op het afstemmingsoverleg tussen REC’s (i.o.), WSNS-samenwerkingsverbanden en de (jeugd)zorg. Met betrekking tot de samenwerkingsverbanden VO/SVO wordt geadviseerd een andere werkwijze te kiezen, en wel als volgt: 1.

De consulenten (van de 5 regio’s) van de VMBO-projectorganisatie overleggen met elkaar inzake de ‘regeling’, zoals genoemd in de inleiding en deze handreiking.

2.

De consulenten overleggen in hun regio met de coördinatoren van de samenwerkingsverbanden; informatieverstrekking omtrent de regeling ‘Regionale Afstemming’ staat hierbij centraal.

3.

De coördinatoren bespreken vervolgens ‘de regeling’ en deze handreiking in het eigen samenwerkingsverband. In overleg kan bepaald worden of de coördinator(en) van de REC’s (i.o.) hierbij aanwezig zijn.

4.

Vervolgens kunnen de afstemmingsvragen geformuleerd worden en kan, in overleg met de REC’s (i.o.) een separaat regionaal overleg van start gaan.

5.

In een later stadium kan afstemmingsoverleg plaatsvinden tussen de REC’s (i.o.), de samenwerkingsverbanden WSNS en VO/SVO


-

HANDREIKING

-

11

a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

2.2 Fase van het eerste overleg 2.2.1 De uitnodiging In deze fase zal er voor de eerste keer sprake zijn van een overleg waarbij álle partijen aanwezig zijn. Zoals reeds vermeld wordt het initiatief voor het organiseren van de eerste bijeenkomst bij de REC’s (i.o.) en instellingen gelegd. Ervan uitgaande dat een REC (i.o.) een voorbereidingsgroep heeft geformeerd (zie 1e fase van deze handreiking) ligt het voor de hand dat niet het REC (i.o.) de uitnodiging verstuurt, maar dat dit zal gebeuren namens de voorbereidingsgroep. In bijlage 4 is een concept uitnodigingsbrief te vinden, welke gebruikt kan worden om de gesprekspartners voor het eerste overleg uit te nodigen.

2.2.2 Deelnemers aan het eerste overleg Het is van belang dat aan het eerste overleg zoveel mogelijk partijen deelnemen; later kunnen in het regionaal afstemmingsoverleg bilaterale afspraken/bijeenkomsten gemaakt worden. Het is aan de gesprekspartners om te bepalen wie zij naar het eerste overleg afvaardigen; het is, gezien de relevantie van het onderwerp dat met name coördinatoren aanwezig zijn; echter afhankelijk van de structuur van het samenwerkingsverband kan het ook voorkomen dat bestuurders aanwezig zijn. Uitgenodigd dienen (ten minste) te worden: •

• • • • • • • • • • • • •

12

Vertegenwoordiging van het REC (i.o.) (in het kader van de kennismaking is het aan te bevelen om tijdens dit eerste overleg ervoor te zorgen dat álle directeuren van de participerende scholen aanwezig zijn. De coördinator van de REC’s (i.o.) van de overige clusters Een vertegenwoordiging van de Commissie voor Indicatiestelling Een vertegenwoordiging van de Commissies voor Onderzoek en Begeleiding De coördinator van elk samenwerkingsverband WSNS Een vertegenwoordiging van de PCL’s Een vertegenwoordiging van de RVC’s Een vertegenwoordiging van de ambulant begeleiders van het REC (i.o.) en instellingen. Een vertegenwoordiging van de Onderwijsbegeleidingsdienst Een vertegenwoordiging van de Sociaal Pedagogische Dienst en/of zorginstelling (AWBZ-instellingen) Een vertegenwoordiging van het Bureau Jeugdzorg en een medewerker geïndiceerde zorg Een vertegenwoordiging van de SBO-scholen Een vertegenwoordiging vanuit de Regionale Federatie van Ouderverenigingen (Eventueel: een vertegenwoordiging van de samenwerkingsverbanden VO/SVO) (zie 2.1.6.)


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


2.2.3 De agenda voor het eerste overleg7 Een conceptagenda voor dit eerste overleg zou als volgt samengesteld kunnen zijn: Agendapunt

Wie

1.

Opening en welkom

Onafhankelijk voorzitter

2.

Kaderstellende inleiding Verklaart het doel van deze dag/avond (circulaire) en hetgeen tot nu toe gebeurt is in de voorbereidingsfase


3.

Informatieaanbod en afstemmingsvragen Coördinator REC N. vanuit de REC’s (i.o.) lid projectgroep of Het eigen informatieaanbod (format) is tevoren externe deskundige op papier gesteld en in veelvoud beschikbaar. Overhandiging van het ‘bedrijfs- of implementatieplan?

4.

Informatieaanbod en afstemmingsvragen Coördinator WSNS vanuit WSNS. Het eigen informatieaanbod (format) is tevorenop papier gesteld en in veelvoud beschikbaar. Overhandiging van het Zorgplan WSNS?

(5.

Informatieaanbod en afstemmingsvragen Coördinator VO/SVO vanuit VO/SVO. Het eigen informatieaanbod (format) is tevoren op papier gesteld en in veelvoud beschikbaar. Overhandiging zorgplan?) Dit agendapunt is onder voorbehoud (zie 2.1.6)

6.

Informatieaanbod en afstemmingvragen vanuit de SPD functionaris Zorginstellingen (AWBZ). Relatie naar REC’s (i.o.) op het gebied van bestaande onderwijs-zorgarrangementen.

7.

Informatieaanbod en afstemmingsvragen vanuit het

Regiocoördinator Bureau Bureau Jeugdzorg

8.

Vragenronde naar aanleiding van bovenstaande presentaties


9.

Problematiek van de regionale afstemming - inleiding - Onafhankelijk voorzitter

10. Inventarisatie van de (meest dringende) afstemmingsvragenen bespreking hiervan (in subgroepen)

7


Hierbij sluiten we aan bij de notitie ‘Afstemming is beider zorg’ – handreiking om te komen tot een protocol voor afstemming en samenwerking tussen de REC’s (i.o.) van de clusters 2,3 en 4 en de samenwerkingsverbanden WSNS (KPC-groep)


-

HANDREIKING

-

13

a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

11. Organisatie regionaal afstemmingsoverleg De ‘gesprekspartners maken afspraken over de inrichting van het regionaal afstemmingsoverleg: - frequentie; - deelnemers; - tijdpad - voorzitterschap; - agendavoering en secretariaat - verslaglegging; - communicatie; - kosten; - evaluatie.

r e c ’ s

( i . o . )


N.B.: bij agendapunt 3 en 4 gaat het vaak om meerdere personen. Deze zouden tevoren moeten afstemmen wat ze gaan zeggen om herhalingen te voorkomen.

2.2.4 Instructies voor de onafhankelijk dagvoorzitter 1.

Zorg voor een goede voorbereiding, met name dient kennis genomen te zijn van: • • •

deze handreiking (inclusief de bijlagen bij dit document), de regeling ‘regionale afstemming’8 en de notitie ‘Afstemming is beider zorg” (KPC-groep).

Tevens is een voorbereiding ‘op regionaal niveau’ nodig; de dagvoorzitter moet op de hoogte zijn van enige gegevens van de gesprekspartners en van reeds bestaande (bilaterale) samenwerkingsafspraken. 2.

Bespreek in de kaderstellende inleiding heel duidelijk het doel van de bijeenkomst; dit eerste overleg is bedoeld als een ‘gestructureerde kennismaking’ met elkaar en het vormgeven van een regionaal afstemmingsoverleg.

3.

De voorzitter moet een neutrale opstelling ‘uitstralen’ en moet sterk de nadruk leggen op het gegeven dat er sprake is van een gezamenlijke problematiek; de regionale afstemming is niet eenvoudig en er zal veel overleg nodig zijn om de doelstellingen te bereiken. Geef ook inzage in de beschikbare middelen (subsidieverstrekking) die aan het REC (i.o.) zijn toegekend, maar waarvan de inzet wordt bepaald binnen het in te stellen regionaal afstemmingsoverleg.

4.

Zorg ervoor dat dit overleg wordt genotuleerd, op grond waarvan een helder en samenvattend verslag kan worden gemaakt, dat direct overdraagbaar is.

5.

Vergader bij voorkeur op neutraal grondgebied (kies bijvoorbeeld een vergaderruimte bij de OBD) en plan het eerste overleg bij voorkeur in de avonduren (met name als bestuurders van samenwerkingsverbanden aanwezig willen zijn)

6.

De agenda is groot voor een eerste overleg; maak, afhankelijk van begin- en eindtijd een tijdschema en presenteer deze vóór de kaderstellende inleiding.

7.

Formuleer ook duidelijk de opbrengstverwachting van deze bespreking; er zullen concrete vervolgafspraken gemaakt moeten worden.

8

Gele Katern, nummer 25, 7 november 2001

14


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


8.

Zorg er voor dat er namens de REC’s (i.o.) -de initiatiefnemers- één aanspreekpunt is en één contactadres.

9.

Werk tijdens de vergadering met naambordjes om de kennismaking en communicatie vlot te laten verlopen.

10. Informeer bij de vergaderlocatie naar de aanwezigheid van de benodigde audiovisuele hulpmiddelen; zorg voor het meenemen van voldoende sheets, papier en pennen, etc die nodig zijn bij het werken in de (sub)-groepen.

2.3 Fase van verdere regionale vormgeving 2.3.1 Inleiding Tijdens het eerste overleg zijn afspraken gemaakt over de verdere vormgeving van het regionaal afstemmingsoverleg (zie hiervoor ook de conceptagenda in paragraaf 2.2.3). Naast de feitelijke vormgeving dient, conform de regelgeving verdere informatievoorziening en afstemming plaats te vinden over: • • • • • • •

Het indicatiestelsel LGF en de gevolgen van de indicatiestelling voor PCL en RVC en (jeugd)zorg; De integratie van ‘LGF-geïndiceerde leerlingen in de reguliere scholen’; De ervaringen van het regulier onderwijs met integratie; De mogelijkheden en beperkingen inzake de (preventieve) ambulante begeleiding; De inrichting en organisatie van de REC’s (i.o.) en instellingen; De ondersteunings- en begeleidingsmogelijkheden van REC’s (i.o.) en instellingen Afspraken over afstemming en samenwerking tussen REC’s (i.o.) en instellingen, PCL, RVC, regulier onderwijs en (jeugd)zorg.

De weg waarlangs het regionaal afstemmingsoverleg verdere vorm krijgt is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gesprekspartners. Dit geldt ook voor de besteding van de middelen die aan het REC (i.o.) zijn toegekend. Wel dient het REC (i.o.) en de instellingen te rapporteren over de resultaten van de informatievoorziening aan en het overleg met de samenwerkingsverbanden WSNS en VO-VSO en de (jeugd)zorg. Deze rapportage zal onder meer plaatsvinden in het gesprek met de Wegbereiders over de vorderingen die het REC (i.o.) heeft gemaakt in het schooljaar 20012002 en dient in ieder geval een beschrijving te bevatten van de hierboven genoemde aspecten. Regionale vormgeving is in de Jeugdzorg ook een taak van bestuurlijk verantwoordelijken. Deze taak is in een wettelijk kader vorm gegeven. Jeugdzorgmedewerkers dienen daarom hun afstemmingsactiviteiten zorgvuldig terug te koppelen. In paragraaf 2.3.2 wordt een mogelijke route beschreven die gehanteerd kan worden om te komen tot inhoudelijke afstemming tussen het REC (i.o.) en de samenwerkingsverbanden. Het voorbeeld werkt het afstemmingoverleg tussen het REC (i.o.) en de samenwerkingsverbanden WSNS uit.


-

HANDREIKING

-

15

a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

2.3.2 Mogelijk traject regionaal afstemmingsoverleg, alsmede besluitvormingsprocedure Stap 1

Inhoud (Bestuurlijk) overleg: a) informatie over LGF-regeling b) opdracht vanuit OC&W om afstemming te bereiken c) inventarisatie knelpunten d) presentatie draaiboek en tijdlijn e) bestuurlijk mandaat aan directies REC, PCL, directies SbO en coördinator WSNS f ) planning vergaderdata

Participanten - (Bestuurlijke) vertegenwoordiging REC (i.o.) - (Bestuurlijke) vertegenwoordiging samenwerkingsverband(en) - Vertegenwoordiging directies REC (i.o.) - Vertegenwoordiging directies SbO - Vertegenwoordiging PCL (‘s) - Coördinator samenwerkingsverband(en)

Stap 2

Inhoud Afstemming REC (i.o.) -SWV: - toelatingscriteria SbO en toelatingscriteria REC; - bespreken van mogelijkheden voor het beredeneerd afwijken; - gebruik Onderwijskundig rapport PCL; - gebruik aanmeldingsformulier; - gebruik ouderformulier; - procedure negatieve beschikking PCL; - procedure negatieve beschikking CvI; - melding dubbele aanmeldingen (zowel CvI als PCL) - protocol crisissituaties in relatie tot wachtlijst; - inzet instrument tijdelijke beschikking PCL; - afspraken over monitor en gezamenlijke evaluatie; - afspraken inzake de inzet van formatie van PAB (artikel 28b lid 6 WEC) - afspraken over eventueel andere genoemde knelpunten.

Participanten - Vertegenwoordiging directies REC’s (i.o.) - Vertegenwoordiging directies SbO - Vertegenwoordiging PCL (‘s) - Coördinator samenwerkings verband(en)

Stap 3

Inhoud Afstemming RVC-PO: - bespreking positionering RVC-PO - afhandelen bezwaren bij negatieve beschikkingen

Participanten - Vertegenwoordiging directies REC’s (i.o.) - Vertegenwoordiging directies SbO - Vertegenwoordiging PCL (‘s) - Coördinator samenwerkings-verband(en). - Vertegenwoordiging RVC-PO

16


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


Stap 4

Inhoud (Bestuurlijk) overleg. - informatiebijeenkomst over de concept afspraken als vermeld bij stap 2; (presentatie door coördinator WSNS en coördinator REC (i.o.) - vaststellen wie in welk bestuurlijk overleg de informatie overdraagt en eventuele vragen beantwoordt; - vaststellen wie welke groeperingen binnen het onderwijsveld zal informeren.

Participanten - (Bestuurlijke) vertegenwoordiging REC (i.o.) - (Bestuurlijke) vertegenwoordiging samenwerkingsverband(en) - Vertegenwoordiging directies REC’s (i.o.) - Vertegenwoordiging directies SbO - Vertegenwoordiging PCL (‘s) - Coördinator samenwerkings verband(en)

Stap 5

Inhoud Participanten Formuleren van de conceptnotitie: ‘Afstemming REC’s (i.o.) en SWV’9

Participanten Coördinator REC (i.o.) Coördinator WSNS

Stap 6

Inhoud Participanten Verzenden van concept notitie aan de verschillende besturen REC (i.o.) en aan de afzonderlijke besturen SWV


Stap 7

Inhoud Participanten Besluitvorming omtrent de conceptnotitie in de afzonderlijke bestuurlijke organen.

Participanten Besturen van de REC’s (i.o.) en de besturen van de SWV

Stap 8

Inhoud Participanten Eventuele bijstelling van de conceptnotitie: Afstemming REC’s (i.o.) en SWV.


Stap 9

Inhoud Participanten Formele gezamenlijke besluitvorming

Participanten - Besturen REC’s (i.o.); - Besturen samenwerkings-verbanden - Coördinatoren REC’s (i.o.) - Coördinatoren WSNS

Stap 10 Inhoud Participanten Informatiebijeenkomsten voor de verschillende groeperingen binnen het onderwijsveld en zorgsector.

9

Participanten Nader in te vullen

Hierbij wordt verwezen naar de eerder genoemde notitie “Afstemming is beider zorg”, waarin noodzakelijke afstemmingpunten vermeld staan die in een dergelijke notitie vermeld zouden kunnen worden.


-

HANDREIKING

-

17

a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

2.3.3 Ondersteunende informatie Onderstaand wordt ten behoeve van de afstemming informatie gegeven over: • • •

Preventieve ambulante begeleiding en de afstemming met het REC (i.o.) Crisisplaatsing en crisisbegeleiding en de afstemming met het REC (i.o.) (Jeugd)zorg en de afstemming met het REC (i.o.)

2.3.3.1 Preventieve ambulante begeleiding10 In het afstemmingsoverleg zal aandacht gegeven moeten worden aan de afstemming betreffende de inzet van de preventieve ambulante begeleiding (artikel 28b, lid 6 Wet op de Expertise Centra). Hieronder, als handreiking enkele aandachtspunten die het belang van regionale afstemming nogmaals benadrukken. Preventieve ambulante begeleiding is gericht op leerlingen die niet voldoen aan de criteria voor indicatiestelling, zoals gehanteerd door de Commissie voor Indicatiestelling (CvI). Deze leerlingen komen derhalve niet in aanmerking voor een plaatsing in het REC (i.o.) Wel is bij deze leerlingen sprake van problematiek, waardoor verwacht wordt dat een plaatsing in het REC (i.o.) op handen is als er geen begeleiding wordt gegeven. Bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) wordt de formatie aan het REC (i.o.) toegekend. Het REC (i.o.) dient beleid te ontwikkelen ten aanzien van de inzet van deze formatie. Deze begeleiding kan ingezet worden om leerkrachtgedrag te veranderen. Daarnaast is het mogelijk te kiezen voor andere vormen van begeleiding, zoals het participeren in zorgteams of zorgplatforms, het geven van cursussen of trainingen, het geven van voorlichting of het geven van begeleiding aan scholen in bijzondere kwetsbare situaties11. Indien de formatie wordt aangewend om individuele leerlingen te begeleiden dienen hiervoor duidelijke criteria ontwikkeld te worden. Zoals bij punt 1 reeds gemeld, hebben kinderen die voldoen aan de criteria van de CvI, recht op een plaatsing binnen het REC (i.o.) of geïndiceerde ambulante begeleiding. Bij leerlingen die in aanmerking komen voor PAB dient echter ook sprake te zijn van een bepaalde (wellicht minder zware) problematiek. Het REC (i.o.)dient te voorkomen dat de PAB te laagdrempelig wordt en inzetbaar wordt voor een te grote groep leerlingen. De scholen en/of ouders die een beroep willen doen op deze vorm van begeleiding moeten goed worden geïnformeerd over de procedures die doorlopen moeten worden om in aanmerking te komen voor deze begeleiding. De modellen en protocollen voor het preventief begeleiden van individuele leerlingen wijken in principe niet af van de modellen en protocollen voor ambulante begeleiding aan geïndiceerde leerlingen. Het REC (i.o.) dient, in afstemming beleid te ontwikkelen ten aanzien van de omvang van de inzet. Indien de formatie wordt aangewend voor andere vormen van begeleiding, zoals genoemd onder punt 3, dan dienen te hulpvragers te weten waar zij een beroep kunnen doen op die inzet en welke vormen van begeleiding er beschikbaar zijn.

10

Wordt nog niet afzonderlijk toegekend. Het budget voor PAB maakt nu nog deel uit van het budget voor ambulante begeleiding. Naar verwachting zal vanaf het schooljaar 2004-2005 een apart budget voor PAB worden toegekend. Evenals bij crisisplaatsing gaat het hier om een activiteit die al wel uitgevoerd maar niet afzonderlijk bekostigd wordt. 11 Als voorbeeld wordt verwezen naar het zgn.’Deventer-model’, waarbij een ‘ZMOK-lokaal’ in een VMBO-school is gerealiseerd. 18


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


2.3.3.2 Crisisplaatsing12 In het afstemmingsoverleg met partners in de regio zal aandacht gegeven moeten worden aan de afstemming betreffende de crisisplaatsing. Hieronder enkele aandachtspunten: 1.

Er is sprake van een crisis in de onderwijssituatie indien de problematiek van een individuele leerling een zodanige wending neemt dat handhaving van deze leerling in de betreffende onderwijssituatie voor zowel de leerling als zijn omgeving (medeleerlingen, onderwijsgevenden en overig schoolpersoneel) niet langer verantwoord is. Plaatsing op een andere school is dan aan de orde. Het volgen van de vastgestelde procedures om een beroep te kunnen doen op een (andere) schoolplaatsing binnen het REC (i.o) of ambulante begeleiding is dan niet aan de orde. De commissie van onderzoek en begeleiding van een REC-school kan in een dergelijk geval beslissen om met onmiddellijke ingang een kind op school te plaatsen of ambulante begeleiding te starten.

2.

Ten aanzien van de crisisplaatsing dient binnen het REC (i.o.) beleid te worden ontwikkeld om te waarborgen dat dergelijke interventies altijd mogelijk zijn. Voor schoolplaatsing betekent dit dat er ruimte binnen de school moet zijn om deze kinderen te kunnen plaatsen. Dit vindt plaats buiten de CVI om, maar moetdaar wel worden gemeld. Afstemming met overige hulpverleners (bijv. AWBZ-instellingen, Bureau Jeugdzorg, justitiële inrichtingen) is dan van het grootste belang.

3.

In het geval van plaatsing van een leerling in het REC (i.o.) zal een voorlopig handelingsplan moeten worden opgesteld. Daarna dient een procedure te worden gestart om de problematiek van de leerling in kaart te brengen. Dat zal gebeuren aan de hand van de uitgangspunten van de handelingsgerichte diagnostiek. Deze procedure zal uitmonden in een definitief handelingsplan. Hierbij is het van belang te overwegen of een definitieve plaatsing in het REC (i.o.) aan de orde is of dat er een geschikt alternatief voorhanden is. Dat kan de school van herkomst zijn of een andere school. In beide gevallen kan ambulante begeleiding vanuit het REC (i.o.) de terugplaatsing voorbereiden en adviseren ten aanzien van de begeleiding van de leerling. Met regionale partners dienen hierover afspraken gemaakt te worden.

4.

Het verantwoorden van de interventies kan achteraf gebeuren. Het REC (i.o.) stelt in samenwerking met ouders en school van herkomst van de leerling een dossier samen voor de CvI. Dit dossier wordt aangevuld met een verslag van de gepleegde interventies, een verantwoording van de redenen om af te wijken van de gangbare procedures, welke regionale afstemming heeft plaatsgevonden (overige hulpverleners) en een préadvies ten aanzien van een vervolg op de crisisinterventie. De mogelijkheden zijn: • een definitieve plaatsing op het REC (i.o.); • op een andere school of • het afsluiten van de begeleiding vanuit het REC (i.o.). De CvI beslist uiteindelijk over het vervolg.

12

Wordt nog niet afzonderlijk toegekend. Het budget voor crisisplaatsing maakt nu nog deel uit van het budget voor ambulante begeleiding. Naar verwachting zal vanaf het schooljaar 2004-2005 een apart budget voor crisisplaatsing worden toegekend. Evenals bij PAB gaat het hier om een activiteit die al wel uitgevoerd maar niet afzonderlijk bekostigd wordt.


-

HANDREIKING

-

19

a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

2.3.3.3 gehandicaptenzorg en jeugdzorg Gehandicaptenzorg Sinds 1 januari 2001 is het Landelijk Centrum Indicatiestelling Gehandicaptenzorg (LCIG) verantwoordelijk voor de indicatiestelling in de gehandicaptenzorg. Regionale teams van het LCIG voeren deze indicatiestelling uit. In elke provincie is ene team van het LCIG (alleen de drie noordelijke provincies hebben een gezamenlijk kantoor) Tot 2001 was de indicatiestelling voor de gehandicaptensector niet aan landelijke regels gebonden. Elke deelsector deed het op zijn eigen manier. In sommige regio’s functioneerden speciale commissies; maar ook instellingen gaven zelf indicaties af. In 1996 is besloten dat de toegang voor de hele AWBZ, dus ook voor de gehandicaptensector op een eenduidige en onafhankelijke manier moet verlopen. Er zijn landelijke regels opgesteld die bij het vaststellen van een indicatieadvies gevolgd moeten worden. De indicatiestelling (dus ook die van het LCIG) verloopt onafhankelijk van de aanbieders van zorg (de instellingen)en de financiers (het zorgkantoor). Daar waar afstemming tussen het REC (i.o.)en de zorgindicatie nodig is (bijvoorbeeld bij een intramurale plaatsing) kan het Zorg Registratie Systeem (ZRS) mogelijkerwijs van dienst zijn. Het ZRS (onder verantwoordelijkheid van het Zorgkantoor) is als dossier database toegankelijk voor de REC-coördinator, als daarvoor toestemming is gegeven door de cliënt en/of het cliëntsysteem. Jeugdzorg Allereerst de vraag wat jeugdzorg precies is; algemeen wordt uitgegaan van de volgende definitie: ‘jeugdzorg biedt ondersteuning, hulp en bescherming aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsvragen van geestelijke, sociale of pedagogische aard die de ontwikkeling naar volwassenheid belemmeren. Het gaat daarbij om zowel vrijwillige hulpverlening als gedwongen interventie om hulp in het belang van de jeugdige mogelijk te maken’. Verder bestaat Jeugdzorg uit: • Jeugdhulpverlening • Jeugd-LGV • Jeugdbescherming • Jeugd-GGZ In de afstemming met partners in de regio is het, zoals reeds eerder vermeld ook noodzakelijk overleg te voeren met het Bureau Jeugdzorg. Er bestaan immers verschillen in toeleiding, diagnostiek en indicatiestelling tussen onderwijs en jeugdzorg, hoe cruciaal de samenwerking in de hulpverlening ook is. Het Landelijk Centrum Onderwijs en Jeugdzorg (LCOJ) beweegt zich met dat doel ook op dit terrein. Naar verwachting treedt op 1 januari 2003 de nieuwe Wet op de jeugdzorg in werking; zonder al te diep op deze nieuwe wet in te gaan is het meest in het oog springende gevolg van het nieuwe stelsel van jeugdzorg de vorming van de Bureaus Jeugdzorg. In iedere provincie (en in de grootstedelijke regio’s) komt tenminste één Bureau Jeugdzorg (overigens zullen er per provincie wel meerdere vestigingen komen); echter in veel provincies opereren al Bureaus Jeugdzorg. Het is belangrijk te weten dat deze echter allemaal verschillend van organisatie, taak en werkwijze zijn Wat • • • • • • • •

20

zijn de huidige en zeker de toekomstige taken van de Bureaus Jeugdzorg? Samen met andere partijen voorkomen dat jeugdigen in de jeugdzorg terechtkomen Verduidelijken van de hulpvraag en vaststellen welke hulp de jeugdige nodig heeft. Naast andere partijen verlenen van vrij toegankelijke ambulante hulp Verzorgen van de toegang tot de geïndiceerde jeugdzorg: indicatiestelling De cliënten terzijde staan bij het vinden van de juiste zorgaanbieder(s) en in de periode dat zij hulp ontvangen (casemanagement) Uitvoeren van de voogdij en de gezinsvoogdij Uitvoeren van de jeugdreclassering Herbergen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


Het zal duidelijk zijn dat bovengenoemde opsomming niet betekent dat dit enkel taken zijn voor het Bureau Jeugdzorg; ook andere instanties (waaronder REC-scholen) zijn voor een aantal taken verantwoordelijk. Overleg en afstemming met elkaar is uiteraard nodig. Om de relatie verder goed in beeld te kunnen krijgen is het van belang te weten dat de provincie verantwoordelijk is voor de planning en financiering van het Bureau Jeugdzorg; de provincie is ook, samen met de gemeenten, verantwoordelijk voor de planning en financiering van de ambulante zorg. Samen met de zorgverzekeraars is de provincie ook verantwoordelijk voor de planning en financiering van het zorgaanbod. De zorgverzekeraars op hun beurt zijn verantwoordelijk voor de AWBZ-gefinancierde zorg. Het ministerie van Justitie is verantwoordelijk voor de justitiële jeugdinrichtingen. In een afstemmingsoverleg is het raadzaam afspraken te maken omtrent wie, welke taken doet, bijvoorbeeld als het gaat om de vormgeving van de ambulante zorg. Het aanbod van jeugdzorg dat we kennen als ‘jeugd-ggz’ en ‘jeugd-lvg’ zal ook in de nieuwe wetgeving blijven vallen onder de financiering van de AWBZ.


-

HANDREIKING

-

21

a n d r e i k i n g

3

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

LIJST VAN AFKORTINGEN AB AmvB AWB AWBZ BaO CVI CVO GGZ IZT LCIG LGF LPM LVG LWOO NIP NIS OBD PAB PCL PMPO PO PRO REC (i.o.) RfvO RIO RVC SBO SPD SVO SWV VMBO VO VSO WEC WII WPO WSNS WVG ZRS

22

Ambulante Begeleiding Algemene Maatregel van Bestuur Algemene Wet Bestuursrecht Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Basisonderwijs Commissie van Indicatiestelling Commissie van Onderzoek Geestelijke Gezondheidszorg. Indicatie- en Zorgtoewijzingsteam Landelijk Centrum Indicatiestelling Gehandicaptenzorg Leerlinggebonden Financiering Landelijk Proces Management Licht-verstandelijk gehandicapten Leerwegondersteunend Onderwijs Nederlands Instituut voor Psychologen Netwerk Integratie Scholen Onderwijs Begeleidings Dienst Preventieve Ambulante Begeleiding Permanente Commissie Leerlingenzorg Proces Management Primair Onderwijs Primair Onderwijs Praktijkonderwijs Regionaal Expertisecentrum (in oprichting) Regionale Federatie van Ouderverenigingen Regionaal Indicatieorgaan Regionale Verwijzingscommissie Speciaal Basisonderwijs Sociaal Pedagogische Dienst Speciaal Voortgezet Onderwijs Samenwerkingsverband Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs Voortgezet Onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs (verbonden aan REC) Wet Expertisecentra Werkgroep Implementatie Indicatiestelling Wet Primair Onderwijs Weer Samen Naar School Wet Voorzieningen Gehandicaptenzorg Zorg Registratie Systeem


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


BIJLAGE

w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


1A

FORMAT INFORMATIEVERSTREKKING SAMENWERKINGSVERBAND WSNS/PCL Zakelijke gegevens samenwerkingsverband Naam samenwerkingsverband WSNS LPM-nummer Brinnummer Adres van het samenwerkingsverband Telefoonnummer Faxnummer Naam coördinator WSNS Adres coördinator WSNS Telefoonnummer Faxnummer

Zakelijke gegevens Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Naam van de PCL Adres van de PCL Telefoonnummer Faxnummer Naam voorzitter PCL Naam secretaresse PCL

Kengetallen samenwerkingsverband Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal

reguliere basisscholen speciale scholen voor basisonderwijs leerlingen reguliere basisscholen leerlingen speciale scholen voor basisonderwijs leerlingen samenwerkingsverband bevoegde gezagsorganen regulier BaO bevoegde gezagsorganen SbO

Kengegevens samenwerkingsverband Deelnemerspercentage SbO • • • • • • • •

Kent het samenwerkingsverband een zorgplatform? Zijn er scholen in het samenwerkingsverband met een zorgteam op schoolniveau? Kent het samenwerkingsverband collegiale consultatie als vorm van samenwerking BaO-SbO? Kent het samenwerkingsverband ambulante begeleiding als vorm van samenwerking BaO-SbO? Kent het samenwerkingsverband op schoolniveau een interne begeleider (interne coördinator leerlingenzorg) Kent het samenwerkingsverband op schoolniveau een remedial teacher? Kent het samenwerkingsverband schoolspecifieke voorzieningen? Kent het samenwerkingsverband bovenschoolse voorzieningen?


-

HANDREIKING

-

ja/nee ja nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee

23

a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

Wilt u in het onderstaande de schoolspecifieke voorziening en/of de bovenschoolse voorziening kort beschrijven en aangeven aan welke basisschool deze voorziening is gerealiseerd?

Wilt u in het onderstaande aangeven op welke wijze de opvang van jonge risicoleerlingen is gerealiseerd binnen het speciaal basisonderwijs?

Kent het samenwerkingsverband specifieke activiteiten ten aanzien van de integrale leerlingenzorg en wilt u deze kort duiden: Op het niveau van het samenwerkingsverband:

Op het niveau van de school:

Op het niveau van de groep:

24


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


Kengegevens PCL • Kent de PCL een eigen aanmeldingsformulier? ja/nee • Kent de PCL een eigen ouderformulier? ja/nee • Kent de PCL een eigen onderwijskundig rapport? ja/nee • Beschikt de PCL over het instrument tijdelijke beschikking? ja/nee • Stelt de PCL termijnen aan de ontvankelijkheid van de aanmelding? ja/nee • Stelt de PCL een termijn aan de ‘houdbaarheid’ van een beschikking ja/nee • Verstuurt de PCL een afschrift van de beschikking aan de bezoekende school? ja/nee • Houdt de PCL bij afgifte van een negatieve beschikking vooraf of achteraf een hoorprocedure vooraf/achteraf • Verstuurt de PCL na afgifte beschikking de het dossier retour naar de afzender of door naar de ontvangende school? afzender/ontv. school • Participeert de PCL in een regionaal netwerk? ja/nee • Worden in een regionaal netwerk gezamenlijke beleidsafspraken gemaakt? ja/nee • Welke functies heeft de PCL van het bestuur van het samenwerkingsverband gekregen naast de wettelijk beoordelingsfunctie? ❑ gids ❑ advies ❑ monitor ❑ onderzoek


-

HANDREIKING

-

25

a n d r e i k i n g

BIJLAGE

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

m e t

s a m e

1B

OVERZICHT VAN DE PARTICIPERENDE SCHOOL IN HET SAMENWERKINGSVERBAND Naam bevoegd gezag (schoolbestuur) Adres bevoegde gezag Aanspreekpunt Telefoonnummer Faxnummer Naam van de school Brinnummer Adres Telefoon Naam directeur Naam interne begeleider ( interne coördinator leerlingenzorg) Aantal leerlingen Specifieke kwaliteiten in het realiseren van zorg aan leerlingen (zowel wat betreft structuur, attitude als inhoud):

Ervaringen opgedaan in het verzorgen van onderwijs aan leerlingen met een handicap/onderwijsbeperking welke soort handicap/onderwijsbeperking hoeveel jaar ervaring13

13

Hier wordt veel informatie gevraagd; er wordt in dit verband verwezen naar de vragenlijsten ‘NIS’ die binnenkomt te vinden zijn op de website van de Wegbereiders.

26


-

HANDREIKING

-


BIJLAGE

w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


2A

BESTANDOPNAME REC

Bestandsopname REC (nummer) Naam: Cluster Naam bevoegd gezag Adres bevoegd gezag Adres hoofdvestiging E-mailadres Telefoonnummer Faxnummer Namen van de REC-scholen + Plaatsnaam + Telefoonnummer 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8 9. 10. 11. 12. 13. 14. Naam coördinator REC Adres dienst Ambulante Begeleiding Telefoonnummer AB Faxnummer AB E-mailadres AB Naam hoofd AB Totaal aantal leerlingen van het REC (excl. AB l.l.) Totaal aantal leerlingen AB Adres Commissie van Indicatiestelling

Naam secretaris CvI Telefoonnummer secretariaat CvI Namen van de AWBZ-gefinancierde instellingen die een samenwerkingsrelatie hebben met het REC (i.o.) of instelling


-

HANDREIKING

-

27

a n d r e i k i n g

BIJLAGE

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

m e t

2B

BESTANDOPNAME PARTICIPERENDE SCHOOL IN HET REC (I.O.) OF INSTELLING Bestandsopname School Naam school: Naam bevoegd gezag Adres bevoegd gezag Adres hoofdvestiging E-mailadres Telefoonnummer Faxnummer Naam directeur school Aantal leerlingen op school: Peildatum: 1 oktober jl.: 16 januari jl (mits gebruik is gemaakt van groeiregeling) Aantal leerlingen in ambulante begeleiding: Peildatum: 1 oktober jl: 16 januari jl: Namen van de (jeugd)zorginstellingen verbonden aan de school: -

Reeds bestaande (samenwerkings)afspraken met samenwerkingsverbanden WSNS en VO/SVO

Overige informatie van belang voor de bestandsopname

28


-

HANDREIKING

-

s a m e


BIJLAGE

3

w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


TOELICHTING BIJ DE FORMATS INZAKE DE

BESTANDSOPNAME WSNS-SAMENWERKINGSVERBANDEN EN DE BESTANDSOPNAME

REC’S(I.O.)

EN INSTELLINGEN.

Allereerst dient gesteld te worden dat het zo uitgebreid mogelijk invullen van de formats een tweezijdig belang dient; zoals ook in de inleiding van deze handreiking is gesteld, is er een grote behoefte aan wederzijdse informatie-uitwisseling en afstemming. Uitgangspunten. • De formats zijn zo opgesteld dat de informatie die daarin wordt gevraagd van belang is voor een coördinator van een REC (i.o.) en voor een coördinator van een samenwerkingsverband. • De formats zijn zo opgesteld dat de vragen die worden gesteld in principe door de coördinatoren kunnen worden beantwoord, m.u.v. de specifieke schoolbeschrijving. Dit laatste zal door de directies van de scholen moeten worden ingevuld. • Er moeten afspraken gemaakt worden op welke wijze, door wie en op basis van welke middelen de formats actueel worden gehouden. Zakelijke gegevens. Deze gegevens spreken voor zich. Kengetallen samenwerkingsverband. Aan de hand van de kengetallen wordt inzicht verkregen in een paar karakteristieken van het samenwerkingsverband. Kengegevens samenwerkingsverband. • Er zijn samenwerkingsverbanden die een zorgplatform kennen. Het zorgplatform handelt dan in feite alle bovenschoolse zorgzaken af m.u.v. de beoordeling of een leerling toelaatbaar is tot het SbO. Het zorgplatform brengt dan meestal wel een advies uit aan de PCL; •

Sommige samenwerkingsverbanden kiezen voor een zorgteam op schoolniveau. Indien een leerling ‘met een rugzak’ in het BaO moet worden geplaatst dient overleg plaats te vinden met het schoolspecifieke zorgteam.

•

De meeste samenwerkingsverbanden kennen een intern coördinator leerlingenzorg of interne begeleider. Veelal is deze persoon de eerste dien wordt aangesproken wanneer het gaat op plaatsing van leerlingen met specifieke hulpvragen in het reguliere BaO.

•

De aanwezigheid van een remedial teacher kan van belang zijn in het beantwoorden van de didactische hulpvragen van een leerling ‘met een rugzak’. Sommige samenwerkings-verbanden hebben de aanwezigheid van een remedial teacher als beleidsuitgangspunt in het samenwerkingsverband.

•

Bij de keuze van een geschikte basisschool voor een leerling ‘met een rugzak’ is het wenselijk te weten welke basisscholen specifieke ervaringen hebben t.b.v. leerlingen met een handicap en/of onderwijsbeperking. Binnenkort zal op de web-site van de Wegbereiders een lijst gepubliceerd worden van scholen (regulier) die ervaring hebben met leerlingen met een handicap/onderwijsbeperking en die bereid zijn hun opgedane ervaring over te dragen aan collegascholen (regulier) en REC’s (i.o.).


-

HANDREIKING

-

29

a n d r e i k i n g

•

•

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

Er wordt expliciet gevraagd naar de inrichting van de voorziening jonge risicoleerlingen. Bij de inrichting van de WPO is het IOBK als aparte onderwijsvoorziening opgeheven en is de samenwerkingsverbanden gevraagd zelf een oplossing te vinden. Hier is op zeer diverse wijze een antwoord op gevonden. Zeker in de afstemming tussen WPO en REC (i.o.) verdient dit expliciete aandacht; Integrale leerlingenzorg heeft betrekking op zowel de zorgstructuur op het niveau van het samenwerkingsverband, op schoolniveau als ook de zorgstructuur binnen de klas. Hierbij wordt met name geduid op de aspecten instructie, management, diagnostiek en reflectie en pedagogische houding. Het geformuleerde beleid kan mede richting geven aan de vraag of een leerling ‘met een rugzak’ in het reguliere BaO kan worden geplaatst.

Kengegevens PCL. Van groot belang is het om de communicatie tussen CVI en PCL optimaal te laten verlopen om te voorkomen dat leerlingen langer in een niet wenselijke schoolsituatie verblijven dan strikt noodzakelijk. De CVI moet op de hoogte zijn van de mogelijkheden en procedures die binnen de PCL aan de orde zijn: Als de PCL eigen formulieren gebruikt (ouderformulieren en onderwijskundig rapport) dan dienen deze bekend te zijn. Het heeft echter de voorkeur dat gebruik gemaakt wordt van het modelprotocol ‘onderwijskundig rapport’ (zie www.pmpo.nl) •

De WPO heeft het mogelijk gemaakt om voor leerlingen een tijdelijke beschikking af te geven. Ieder afzonderlijk bestuur van een samenwerkingsverband heeft hiertoe eigen afspraken gemaakt.

•

De AWB geeft aan dat de PCL termijnen mag stellen aan de ontvankelijkheid. Vroegtijdig aanmelden bij de PCL zonder onderliggende rapportages kan leiden tot een opnieuw opstarten van de procedure als termijnen worden overschreden.

•

De AWB geeft de mogelijkheid om termijnen de stellen aan de ‘houdbaarheid’ van een beschikking. Indien voor een leerling te vroeg een beschikking PCL wordt aangevraagd kan het zijn dat de beschikking is verlopen voordat een leerling het SbO instroomt.

•

In de meeste gevallen wordt de ouders gevraagd of een kopie van de beschikking mag worden verstuurd naar de school die de leerling op dat moment bezoekt. In gevallen van overplaatsing REC (i.o.) naar SbO kan het namelijk vóórkomen dat het REC (i.o.) niet wordt geïnformeerd over de afgegeven beschikking. In overleg dienen hieromtrent afspraken gemaakt te worden.

•

Het houden van een hoorprocedure bij afgifte negatieve beschikking kan standaard plaatsvinden vooraf aan de afgifte negatieve beschikking of slechts in die gevallen dat er sprake is van een bezwaarschrift. Het is wenselijk dat het REC (i.o.) weet wanneer zij in de procedure PCL wordt betrokken.

•

De AWB geeft aan dat alle stukken in principe worden geretourneerd aan de verzenders. Dit impliceert dat het dossier steeds weer opnieuw moet worden opgebouwd tenzij daar in overeenstemming met de ouders andere afspraken over zijn gemaakt.

•

Indien de PCL in een regionaal netwerk participeert is het voor het REC (i.o.) eenvoudiger om tot gezamenlijke afspraken te komen.

•

Het bestuur van het samenwerkingsverband bepaalt welke functie de PCL heeft. Het REC moet hiervan op de hoogte zijn om goede samenwerkingsafspraken te kunnen maken.

30


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


Overzicht van de participerende scholen in samenwerkingsverbanden REC’s (i.o.) en instellingen. Deze overzichten zijn van belang indien er sprake is van een plaatsing van een Leerling ‘met een rugzak’ in het reguliere basisonderwijs (formulier basisschool); het tweede formulier geeft informatie over de participerende school in het REC (i.o.) en instelling.


-

HANDREIKING

-

31

a n d r e i k i n g

BIJLAGE

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

4A

FORMAT INFORMATIEVERSTREKKING SAMENWERKINGSVERBAND VO-SVO

Zakelijke gegevens samenwerkingsverband Naam samenwerkingsverband VO-SVO LPM-nummer Brinnummer Adres van het samenwerkingsverband Telefoonnummer Faxnummer Naam coördinator Adres coördinator Telefoonnummer Faxnummer Zakelijke gegevens Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Naam van de PCL Adres van de PCL Telefoonnummer Faxnummer Naam voorzitter PCL Naam secretaresse PCL Kengetallen samenwerkingsverband Aantal reguliere VO-scholen Aantal scholen voor LWOO Aantal scholen voor PRO Aantal OPDC’s Aantal leerlingen regulier VO-onderwijs Aantal leerlingen LWOO Aantal leerlingen PRO Aantal leerlingen samenwerkingsverband Percentage leerlingen dat na eerste leerjaar beroep doet op LWOO / deel zorgbudget samenwerkingsverband. Aantal bevoegde gezagsorganen Kengegevens samenwerkingsverband • Kent het samenwerkingsverband een zorgplatform? • Kent het samenwerkingsverband een zorgteam of zorgbreedte commissie op schoolniveau? • Kent het samenwerkingsverband collegiale consultatie als vorm van samenwerking? • Kent het samenwerkingsverband ambulante begeleiding als vorm van samenwerking? • Kent het samenwerkingsverband op schoolniveau een interne begeleider (interne coördinator leerlingenzorg) • Kent het samenwerkingsverband op schoolniveau een remedial teacher? • Kent het samenwerkingsverband schoolspecifieke voorzieningen? • Kent het samenwerkingsverband bovenschoolse voorzieningen?

32


-

ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


Wilt u in het onderstaande de schoolspecifieke voorziening en/of de bovenschoolse voorziening kort beschrijven en aangeven aan welke school deze voorziening is gerealiseerd?

Kent het samenwerkingsverband specifieke beleidsvoornemens ten aanzien van de integrale leerlingenzorg en wilt u deze korte duiden:

Op het niveau van het samenwerkingsverband:

Op het niveau van de school:

Op het niveau van de groep:

Kengegevens PCL • Kent de PCL een eigen aanmeldingsformulier? ja/nee • Kent de PCL een eigen ouderformulier? ja/nee • Kent de PCL een eigen onderwijskundig rapport? ja/nee • Beschikt de PCL over het instrument tijdelijke beschikking? ja/nee • Stelt de PCL termijnen aan de ontvankelijkheid van de aanmelding? ja/nee • Stelt de PCL een termijn aan de ‘houdbaarheid’ van een beschikking? ja/nee • Verstuurt de PCL een afschrift van de beschikking aan de bezoekende school? ja/nee • Verstuurt de PCL een afschrift van de beschikking aan de ouders? ja/nee • Houdt de PCL bij afgifte van een negatieve beschikking vooraf of achteraf een hoorprocedure? vooraf/achteraf • Verstuurt de PCL na afgifte beschikking de het dossier retour naar de afzender of door naar de ontvangende school? afzender/ontv. school • Participeert de PCL in een regionaal netwerk? ja/nee • Worden in een regionaal netwerk gezamenlijke beleidsafspraken gemaakt? ja/nee • Welke functies heeft de PCL van het bestuur van het samenwerkingsverband gekregen naast de wettelijk beoordelingsfunctie? ❑ gids ❑ advies ❑ monitor ❑ onderzoek


-

HANDREIKING

-

33

a n d r e i k i n g

BIJLAGE

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

m e t

s a m e

4B

OVERZICHT VAN DE PARTICIPERENDE SCHOOL IN HET SAMENWERKINGSVERBAND VO-SVO

Naam bevoegd gezag (schoolbestuur) Adres bevoegde gezag Aanspreekpunt Telefoonnummer Faxnummer Naam van de school Brinnummer Adres Telefoon Naam directeur Naam interne begeleider (interne coördinator leerlingenzorg) Aantal leerlingen Specifieke kwaliteiten in het realiseren van zorg aan leerlingen ( zowel wat betreft structuur, attitude als inhoud):

Ervaringen opgedaan in het verzorgen van onderwijs aan leerlingen met een handicap/onderwijsbeperking: welke soort handicap/onderwijsbeperking?

hoeveel jaar ervaring?

34


-

HANDREIKING

-


BIJLAGE

5

w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


TOELICHTING BIJ DE FORMATS INZAKE DE

BESTANDSOPNAME SAMENWERKINGSVERBANDEN VO-SVO

REC’S (I.O.)

EN DE BESTANDSOPNAME

EN INSTELLINGEN

Allereerst dient gesteld te worden dat het zo uitgebreid mogelijk invullen van de formats een tweezijdig belang dient; zoals ook in de inleiding van deze handreiking is gesteld, is er een grote behoefte aan wederzijdse informatie-uitwisseling en afstemming. Uitgangspunten. • De formats zijn zo opgesteld dat de informatie die daarin wordt gevraagd van belang is voor een coördinator van een REC (i.o.) en voor een coördinator van een samenwerkingsverband. • De formats zijn zo opgesteld dat de vragen die worden gesteld in principe door de coördinatoren kunnen worden beantwoord, m.u.v. de specifieke schoolbeschrijving. Dit laatste zal door de directies van de scholen moeten worden ingevuld. • Er moeten afspraken gemaakt worden op welke wijze, door wie en op basis van welke middelen de formats actueel worden gehouden.

Zakelijke gegevens. Deze gegevens spreken voor zich. Kengetallen samenwerkingsverband. Aan de hand van de kengetallen wordt inzicht verkregen in een paar karakteristieken van het samenwerkingsverband. •

Percentage leerlingen dat na eerste leerjaar beroep doet op LWOO / deel zorgbudget samenwerkingsverband. De berekening van dit percentage is van belang, omdat aan de hand hiervan duidelijk wordt welk deel van het zorgbudget wordt besteed aan de bekostiging van de zij- en neveninstroom en tevens de rek bepaalt van de opnamecapaciteit LGF-leerlingen. Het samenwerkingsverband dient hierop beleid te formuleren.

Kengegevens samenwerkingsverband. • Er zijn samenwerkingsverbanden die een zorgplatform kennen. Het zorgplatform handelt dan in feite alle bovenschoolse zorgzaken af m.u.v. de beoordeling of een leerling toelaatbaar is tot het LWOO dan wel PRO. Het zorgplatform brengt dan meestal wel een advies uit aan de PCL; •

Sommige samenwerkingsverbanden kiezen voor een zorgteam dan wel zorgbreedte commissie op schoolniveau. Indien een leerling ‘met een rugzak’ in het VO moet worden geplaatst dient overleg plaats te vinden met het schoolspecifieke zorgteam.

•

De meeste samenwerkingsverbanden kennen een interne coördinator leerlingenzorg of interne begeleider. Veelal is deze persoon de eerste die wordt aangesproken wanneer het gaat om plaatsing van leerlingen met specifieke hulpvragen in het VO.

•

De aanwezigheid van een remedial teacher kan van belang zijn in het beantwoorden van de didactische hulpvragen van een leerling ‘met een rugzak’. Sommige samenwerkingsverbanden hebben de aanwezigheid van een remedial teacher als beleidsuitgangspunt in het samenwerkingsverband.


-

HANDREIKING

-

35

a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

•

Bij de keuze van een geschikte school voor een leerling ‘met een rugzak’ is het wenselijk te weten welke scholen specifieke ervaringen hebben t.b.v. leerlingen met een handicap en/of onderwijsbeperking. Binnenkort zal op de web-site van de Wegbereiders een lijst gepubliceerd worden van scholen die ervaring hebben met leerlingen met een handicap / onderwijsbeperking en die bereid zijn hun opgedane ervaring over te dragen aan collegascholen en REC’s (i.o.).

•

Integrale leerlingenzorg heeft betrekking op zowel de zorgstructuur op het niveau van het samenwerkingsverband, op schoolniveau als ook de zorgstructuur binnen de klas. Hierbij wordt met name geduid op de aspecten instructie, management, diagnostiek en reflectie en pedagogische houding. Het geformuleerde beleid kan mede richting geven aan de vraag of een leerling ‘met een rugzak’ in het (reguliere) VO kan worden geplaatst.

Kengegevens PCL. Van groot belang is het om de communicatie tussen CVI en PCL optimaal te laten verlopen om te voorkomen dat leerlingen langer in een niet wenselijke schoolsituatie verblijven dan strikt noodzakelijk. De CVI moet op de hoogte zijn van de mogelijkheden en procedures die binnen de PCL aan de orde zijn: •

Als de PCL eigen formulieren gebruikt (ouderformulieren en onderwijskundig rapport) dan dienen deze bekend te zijn. Het heeft echter de voorkeur dat gebruik gemaakt wordt van het modelprotocol ‘onderwijskundig rapport’.

•

De WVO heeft het mogelijk gemaakt om voor leerlingen een tijdelijke beschikking14 af te geven. Ieder afzonderlijk bestuur van een samenwerkingsverband heeft hiertoe eigen afspraken gemaakt.

•

De AWB geeft aan dat de PCL termijnen mag stellen aan de ontvankelijkheid. Vroegtijdig aanmelden bij de PCL zonder onderliggende rapportages kan leiden tot een opnieuw opstarten van de procedure als termijnen worden overschreden.

•

De AWB geeft de mogelijkheid om termijnen de stellen aan de ‘houdbaarheid’ van een beschikking. Indien voor een leerling te vroeg een beschikking PCL wordt aangevraagd kan het zijn dat de beschikking is verlopen voordat een leerling instroomt.

•

In de meeste gevallen zal door de school voor VO de leerling worden aangemeld bij de PCL. De school zal daarom waarschijnlijk een beschikking ontvangen. Mogelijk gaat er een afschrift van de beschikking naar de ouders gevraagd. In gevallen van overplaatsing REC (i.o.) naar VO kan het namelijk vóórkomen dat het REC (i.o.) niet wordt geïnformeerd over de afgegeven beschikking. In overleg dienen hieromtrent afspraken gemaakt te worden.

•

Het houden van een hoorprocedure bij afgifte negatieve beschikking kan standaard plaatsvinden vooraf aan de afgifte negatieve beschikking of slechts in die gevallen dat er sprake is van een bezwaarschrift. Het is wenselijk dat het REC (i.o.) weet wanneer zij in de procedure PCL wordt betrokken.

14

Daar waar gesproken wordt over beschikking PCL kan ook advies worden gelezen, afhankelijk van de wijze waarop het samenwerkingsverband de PCL heeft gepositioneerd.

36


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


•

De AWB geeft aan dat alle stukken in principe worden geretourneerd aan de verzenders. Dit impliceert dat het dossier steeds weer opnieuw moet worden opgebouwd tenzij daar in overeenstemming met de aanmelder andere afspraken over zijn gemaakt.

•

Indien de PCL in een regionaal netwerk participeert is het voor het REC (i.o.) eenvoudiger om tot gezamenlijke afspraken te komen.

•

Het bestuur van het samenwerkingsverband bepaalt welke functie de PCL heeft. Het REC moet hiervan op de hoogte zijn om goede samenwerkingsafspraken te kunnen maken.

Overzicht van de participerende scholen in samenwerkingsverbanden REC’s (i.o.) en instellingen. Deze overzichten zijn van belang indien er sprake is van een plaatsing van een Leerling ‘met een rugzak’ in het voortgezet onderwijs (formulier VO-school); het tweede formulier geeft informatie over de participerende school in het REC (i.o.) en instelling.


-

HANDREIKING

-

37

a n d r e i k i n g

BIJLAGE

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

6

CONCEPT UITNODIGINGSBRIEF

(plaats en datum)

Geachte heer/mevrouw, Zoals U vermoedelijk vernomen hebt, treedt per 1 augustus a.s. het indicatiestelsel Leerlinggebonden financiering (ook wel de Rugzakfinanciering genoemd) in werking. De voorbereidingsgroep ‘regionale afstemming’ nodigt u bij deze uit voor een eerste afstemmingsoverleg. Met u is reeds contact geweest inzake de doelstelling van dit overleg. De voorbereidingsgroep bestaat uit de volgende personen; 1. (naam) 2. 3. 4. 5. 6.

(namens)

De voorbereidingsgroep wil graag met U spreken over aanbod en afstemming van de REC’s*i.o.) met de samenwerkingsverbanden (WSNS en VO), (jeugd)zorginstellingen en andere belanghebbende partners. Het agendavoorstel voor een eerste overleg vindt U aan deze brief toegevoegd. Dit overleg vindt plaats op: Datum Locatie (naam, adres en telefoonnummer) Voorzitter is dhr/mevr. Als voorbereidingscommissie stellen wij uw aanwezigheid bij dit eerste overleg zeer op prijs; bij eventuele verhindering verzoeken wij u zo mogelijk een plaatsvervanger af te vaardigen. Vanuit het regulier basis- en voortgezet onderwijs is er behoefte om te weten wat de praktische gevolgen zijn van de invoering van de leerlinggebonden financiering. De REC’s willen graag inzicht geven wat betreft deze materie en de reacties inventariseren die tot een bijstelling van REC (i.o.) voornemens zouden kunnen leiden. De Wegbereiders van het Ministerie van OC&W hebben reeds enige tijd een traject in gang gezet om zoveel mogelijk partijen in het onderwijs te informeren over de ontwikkeling van de integratie van gehandicapte kinderen in het reguliere onderwijs. Uiteraard zijn de regionale expertisecentra benieuwd naar de integratiemogelijkheden van (speciale) basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs in onze eigen regio.

38


-

HANDREIKING

-

m e t

s a m e


w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e


Op 7 november 2001 (Uitleg, gele Katern nummer 25) is de regeling ‘Regionale afstemming van Regionale Expertisecentra in oprichting met samenwerkingsverbanden WSNS en voortgezet onderwijs – speciaal voortgezet onderwijs (VO-VSO) en de (jeugd)zorg’ gepubliceerd. Een kopie van deze regeling treft u bij deze brief als bijlage aan. De regeling heeft, zoals reeds gesteld tot doel om aan het regulier onderwijs (samenwerkingsverbanden WSNS en VO/SVO) en (jeugd)zorginstellingen informatie en voorlichting te geven over de veranderingen die plaatsvinden in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en praktische gevolgen hiervan voor de samenwerking tussen de REC’s (i.o.) /instellingen en het regulier onderwijs en de zorg. Tevens heeft de regeling tot doel om in overleg tot afstemming te komen tussen de samenwerkingsverbanden, de (jegud)zorg en het REC (i.o.) Daartoe dient een regionaal afstemmingsoverleg gerealiseerd te worden. Deze bijeenkomt is bedoeld als eerste onderlinge kennismaking (aan de hand van de reeds bekende formats) en het formuleren van de afstemmingsvragen die onderling van belang zijn. Een lijst van genodigden treft u als bijlage bij deze brief aan. Wij zien u graag op Namens de voorbereidingsgroep ‘Regionale Afstemming’

(naam en ondertekening)

Bijlagen : • Agenda • Lijst genodigden. • Regeling regionale afstemming van REC’s (i.o.) met samenwerkingsverbanden WSNS en voortgezet onderwijs-speciaal voortgezet onderwijs (VO-SVO) en de (jeugd)zorg.


-

HANDREIKING

-

39

a n d r e i k i n g

40

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s


-

HANDREIKING

( i . o . )

-

m e t

s a m e

a n d r e i k i n g r e g i o n a l e a f s t e m m i n g r e c ’ s ( i . o . ) m e t s a m e n w e r k i n g s v e r b a n d e n

H a n d r e i k i n g

r e g i o n a l e

a f s t e m m i n g

r e c ’ s

( i . o . )

m e t

s a m e n w e r k i n g s v e r b a n d e n

w s n s

e n

v o - s v o

e n

d e



AFSTEMMING IN afstemming rec’s (i.o.) DE REGIO met samenwerkingsverbanden wsns en vo-svo en de (jeugd)zorg

w s

andreiking om te komen tot een protocol voor afstemming

om

te

en

Handreiking

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

en

samenwerking

tussen

de

REC’s

van

de

clusters

2, 3

en

4

en

de

samenwerkingsverbanden WSNS

samenwerking

Handreiking om te komen

AFSTEMMING IS tot een protocol voor BEIDER afstemming ZORG en samenwerking

tussen

tussen de REC’s van de clusters 2, 3 en 4 en de

de

samenwerkingsverbanden

REC’s

WSNS

van de clusters

ing. Ben Coehorst mr. drs. Peter van den Heuvel

2


AFSTEMMING IS tot een protocol voor BEIDER afstemming ZORG en samenwerking tussen de REC’s van de clusters 2, 3 en 4 en de samenwerkingsverbanden WSNS


Handreiking

2

om

te

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

AFSTEMMING IS BEIDER ZORG

-

HANDREIKING

-

en

samenwerking

t

tussen

de

REC’s

van

de

clusters

2, 3

en

4

en

de


INHOUD

1

Voorwoord

5

2

Hoofdlijnen Regeling LGF

6

3

Hoofdlijnen leerlingzorg in de WPO

7

4

Raakvlakken WSNS - REC

13

5

Kader voor een protocol

18

6

Nadere informatie en ondersteuning

21

7

Geraadpleegde literatuur

22


-

HANDREIKING

-

3

Handreiking

4

om

te

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming


-

HANDREIKING

-

en

samenwerking

t

tussen

de

REC’s

van

de

1

clusters

2, 3

en

4

en

de


VOORWOORD Als de Eerste Kamer ermee instemt, wordt de tekst van een aantal wetten, waaronder de Wet op de expertisecentra (WEC) en de Wet op het primair onderwijs (WPO), zodanig gewijzigd, dat per 1 augustus aanstaande de vorming van regionale expertisecentra en de invoering van leerlinggebonden financiering een wettelijke basis krijgt. Een van de belangrijkste uitgangspunten van de nieuwe wetgeving is de versterking van de positie van ouders. Ze krijgen een reële keuzemogelijkheid om hun kind, als dat een indicatie heeft gekregen, in een school voor speciaal onderwijs of op een (speciale) school voor basisonderwijs1 te plaatsen. Ouders krijgen ook een aanzienlijke invloed op de inrichting van de zorg voor hun kind: de school moet een handelingsplan opstellen, waar de ouders mee akkoord moeten gaan. Bovendien worden ouders wanneer zij dat wensen, ondersteund bij belangrijke keuzes, bijvoorbeeld van een passende school. De wetgever heeft weinig regelingen getroffen die te maken hebben met de afstemming van de zorg zoals die in of via de Regionale Expertise Centra (REC) wordt ingericht en de zorg zoals die in de samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School (WSNS) gestalte krijgt. Wel heeft hij geregeld dat leerlingen niet tussen wal en schip kunnen vallen, door te bepalen dat een leerling die niet binnen de systematiek van de WEC valt, automatisch binnen het systeem van de WPO valt. Aan artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) wordt een volzin toegevoegd die bepaalt dat een negatieve indicatie voor een REC voor de Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL) geen reden mag zijn de leerling niet toelaatbaar te achten tot de speciale school voor basisonderwijs. Naast deze wettelijke regeling is er behoefte aan afstemming tussen de zorgtrajecten van de samenwerkingsverbanden WSNS en de samenwerkingsverbanden vo/vso en van de REC’s en van jeugdzorginstellingen. De afstemming moet in de praktijk en op de werkvloer van verbanden, instellingen en REC’s gestalte krijgen. De staatssecretaris van OCenW heeft aan de REC’s in oprichting een subsidie beschikbaar gesteld2 om aan het regulier onderwijs (po en vo/vso) en instellingen voor jeugdzorg voorlichting te geven over de gevolgen van de wetswijziging en om afstemming en overleg tussen het REC, de samenwerkingsverbanden en de instellingen van jeugdzorg te verzorgen. De directie Primair Onderwijs van het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen heeft aan de KPC Groep, eind december 2001, de opdracht gegeven, binnen de kaders van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteundende activiteiten (Wet SLOA), een protocol te ontwikkelen voor deze afstemming. Het doel daarvan is dat betrokken partijen de organisatie en de inhoud van de samenwerking vormgeven opdat de leerling zo snel, efficiënt en zorgvuldig mogelijk op de juiste plaats in het onderwijs terechtkomt. Een protocol brengt in beeld welke afspraken, procedures en voorzieningen minimaal noodzakelijk zijn en welke inhouden bij deze samenwerking nodig zijn. Bij het opstellen van deze handreiking is voor een aantal uitgangspunten gekozen en zijn enkele (voorlopige) beperkingen gesteld. Deze hebben te maken met de noodzaak prioriteiten te stellen gegeven de korte tijd die de auteurs ter beschikking stond.

1

In de WPO spreekt de wetgever over basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs. In de WEC spreekt de wetgever over (scholen voor) speciaal onderwijs. In deze handreiking wordt deze terminologie gebruikt. 2 Regeling regionale afstemming van Regionale Expertisecentra in oprichting (REC’s i.o.) met samenwerkingsverbanden WSNS en voortgezet onderwijsspeciaal voortgezet onderwijs (VO-SVO) en de (jeugd)zorg. Circulaire PO/LGF/01/38182, gepubliceerd in Gele Katern nummer 25, 7 november 2001 AFSTEMMING IS BEIDER ZORG

-

HANDREIKING

-

5

Handreiking

om

te

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

Dit instrument: • is een handreiking, dus beslist geen voorschrift, voor degenen die in een regio, in nauw overleg met elkaar, zaken moeten regelen. • is een aanzet, die in de specifieke situatie van ieder REC met zijn ‘eigen’ samenwerkingsverbanden geconcretiseerd zal moeten worden. De regionale situaties, zowel aan de kant van de REC’s als van de samenwerkingsverbanden, zijn veel te divers om die via een uniform protocol te kunnen stroomlijnen; • richt zich niet op de interne inrichting van het regionale expertisecentrum. De inrichting en de werkwijze, bijvoorbeeld van de Commissie voor Indicatiestelling (CVI) worden elders geregeld;3 • gaat uit van de wettelijk verplichte taak van de Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL), namelijk het bepalen of een leerling aangewezen is op onderwijs in de speciale school voor basisonderwijs. In veel samenwerkingsverbanden heeft de PCL een bredere taakstelling dan deze wettelijke. Deze notitie gaat echter uit van een ‘smalle’ PCL; • richt zich alleen op de REC’s van de clusters 2, 3 en 4. Er is vanuit gegaan dat de REC’s in cluster 1 de bestaande afstemming en samenwerking continueren; • legt de nadruk op procedures rond de aanmelding en indicatiestelling. REC’s en samenwerkingsverbanden kunnen ook met elkaar te maken krijgen bij zaken zoals de toetsing en eventuele terugplaatsing van leerlingen, bij het organiseren van (preventieve) ambulante begeleiding, crisisplaatsing, voorlichting aan ouders en het inhuren van expertise. Ook als de één-loketgedachte wordt uitgewerkt, zal dat in samenwerking moeten gebeuren. Deze zaken worden in deze handreiking niet expliciet aan de orde gesteld. Inhoudelijke zaken worden later ingevuld. Daarbij denke men bijvoorbeeld aan de inhoud van het onderwijskundig rapport. Het model onderwijskundig rapport is binnenkort klaar en zal dan onder andere gepubliceerd worden op de website van het PMPO (www.pmpo.nl); • beperkt zich tot de samenwerking en afstemming tussen REC en samenwerkingsverbanden WSNS. Het instrument kan in latere instantie uitgebreid worden met de samenwerking tussen REC en (speciaal) voortgezet onderwijs en de jeugdhulpverlening; • beperkt zich tot de afstemming en samenwerking tussen onderscheiden onderwijssectoren en richt zich in eerste instantie ook niet op de afstemming tussen REC en voortrajecten anders dan onderwijs. Aan de handreiking gaat, ter informatie, een schets vooraf van de systematiek van de WEC en van de WPO. Gelet op feit dat de opdrachtgever een zeer korte opleveringstijd heeft vastgesteld is het helaas niet mogelijk gebleken om de concepttekst van deze handreiking uitgebreid met ‘het 2/3-veld’ en ‘het WSNS-veld’ te communiceren. Op basis van de ervaringen die in de komende tijd hiermee worden opgedaan, zal in mei 2002 een aanvulling dan wel bijstelling worden gepubliceerd. De auteurs van deze handreiking danken hun collega’s van de KPC Groep, de Wegbereiders drs. Kees Kuijs en drs. Frans Meijer en de coördinator van het WSNS-verband Eindhoven, Paul Hotterbeekx, voor hun waardevolle opmerkingen bij eerdere versies. ‘s-Hertogenbosch, 24 januari 2002, ing. Ben Coehorst, mr. drs. Peter van den Heuvel.

3

Dit instrument is ontwikkeld voordat algemene maatregelen van bestuur die van belang zijn voor de inrichting en organisatie van het REC, zijn vastgesteld. 6


-

HANDREIKING

-

en

samenwerking

t

tussen

de

REC’s

van

de

2

clusters

2, 3

en

4

en

de


HOOFDLIJNEN REGELING LGF Het wetsvoorstel LGF (Leerlinggebonden financiering)4 voorziet in de invoering, per 1 augustus 2002, van een leerlinggebonden financiering voor leerlingen met een handicap, van een geobjectiveerde systematiek van indicatiestelling en van de vorming van regionale expertisecentra (REC’s). De leerlinggebonden financiering wordt zowel in het primair als in het voortgezet onderwijs ingevoerd. Het LGF-wetsvoorstel bevat de wijzigingen van de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op de expertisecentra (WEC) en de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) die nodig zijn om de leerlinggebonden financiering met ingang van 1 augustus 2002 in te voeren. De nieuwe wet wil nadrukkelijk de positie van de ouders van gehandicapte leerlingen versterken. De belangrijkste wijziging in dit verband is dat ouders een reële keuzemogelijkheid krijgen tussen regulier basis- of voortgezet onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs. Leerlingen die aan de LGF-indicatiecriteria voldoen kunnen naar een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of met leerlinggebonden financiering naar een reguliere school. Ouders kunnen een beroep doen op het REC dat hen moet helpen bij die keuze. Bekostigingsbelemmeringen die nu nog bestaan worden weggehaald. De bekostiging van geïndiceerde leerlingen in het reguliere (primair en voortgezet) onderwijs, die nu op incidentele basis plaatsvindt, wordt structureel geregeld. De keuzevrijheid van de ouders is echter geen absolute. Er is geen sprake van een toelatingsrecht tot de reguliere school. De keuzevrijheid van ouders kan worden beperkt door de aard en zwaarte van de handicap in combinatie met de feitelijke (on)mogelijkheden van de reguliere scholen om gehandicapte leerlingen op te nemen. De wet waarborgt dat de geïndiceerde leerling ook daadwerkelijk in een REC-school5 terecht kan. De toegang tot een REC-school kan noch om onderwijskundige redenen, noch om reden van het nog niet of onvoldoende gerealiseerd zijn van voorzieningen in de sfeer van huisvesting, vervoer of noodzakelijke zorg, worden geweigerd. De RECschool mag de toelating wel afhankelijk stellen van het respecteren dan wel onderschrijven van de grondslag van de school door de ouders6. Reguliere scholen voor basis- en voortgezet onderwijs krijgen de wettelijke opdracht hun visie en beleid ten aanzien van de opvang van gehandicapte leerlingen te beschrijven in de schoolgids en in het schoolplan. Het handelingsplan wordt verplicht ingevoerd zowel bij plaatsing van leerlingen in reguliere scholen als bij plaatsing in scholen voor speciaal onderwijs. Ouders en reguliere school maken afspraken over de wijze waarop het onderwijs dat de leerling zal krijgen, wordt vormgegeven. Deze afspraken worden vastgelegd in het handelingsplan dat de instemming behoeft van de ouders. Er worden voor het (voortgezet) speciaal onderwijs ook kerndoelen ingevoerd, die waar mogelijk aansluiten op de kerndoelen in het reguliere onderwijs en per onderwijssoort kunnen verschillen. Als de kerndoelen niet haalbaar zijn, worden vervangende doelen in het handelingsplan aangegeven. Een ambulant

4

Wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van regionale expertisecentra (regeling leerlinggebonden financiering), Eerste Kamer, vergaderjaar 2001-2002, 27 728, nr. 199 5 Het is van belang te benadrukken dat het REC geen onderwijs geeft. Dat vindt uitsluitend plaats in de scholen die bij het REC zijn aangesloten. 6 Amendement van de leden Rijpstra en Smits, Tweede Kamer, 2001-2002, 27 728, nr. 52. AFSTEMMING IS BEIDER ZORG

-

HANDREIKING

-

7

Handreiking

om

te

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

begeleider (van het REC waar de leerling toelaatbaar voor is verklaard) geeft ondersteuning bij het opstellen van het handelingsplan, waarin tevens wordt aangegeven hoe de inzet van de ambulante begeleiding er verder uit zal zien. De begeleidingsafspraken tussen de reguliere school en het REC worden eveneens vastgelegd in een plan. De huidige schoolsoorten en de circa 340 scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs worden geclusterd in vier clusters en gaan per 1 augustus 2002 samenwerken in bijna 40 regionale expertisecentra (REC’s). De vier clusters zijn: • cluster 1: onderwijs aan visueel gehandicapte kinderen en meervoudig gehandicapte kinderen met een dergelijke handicap; • cluster 2: onderwijs aan dove kinderen, slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden dan wel meervoudig gehandicapte kinderen met een van deze handicaps; • cluster 3: onderwijs aan langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen dan wel meervoudig gehandicapte kinderen met een van deze handicaps; • cluster 4: onderwijs aan langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke handicap, zeer moeilijk opvoedbare kinderen en kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten. Een REC wordt bestuurd door een rechtspersoon. Dat betekent dat er een stichting of vereniging is opgericht die het REC bestuurt. Vaak gebruikt men de term federatie om deze rechtspersoon aan te duiden. De Commissie voor de indicatiestelling die aan elk REC verbonden moet zijn, gaat op verzoek van ouders beoordelen of een leerling toelaatbaar is tot het (voortgezet) speciaal onderwijs en daarmee in aanmerking komt voor een leerlinggebonden budget indien de ouders kiezen voor plaatsing in het regulier onderwijs. De indicatie geschiedt op basis van een geobjectiveerde landelijk geldende systematiek van indicatiestelling. Bij ministeriële regeling worden de indicatiecriteria vastgesteld waaraan leerlingen moeten voldoen om als leerling ingeschreven te kunnen worden op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of om als leerling in een school voor basisonderwijs of school voor voortgezet onderwijs in aanmerking te komen voor leerlinggebonden financiering. De indicatiecriteria worden per onderwijssoort beschreven, met uitzondering van cluster 4, waar de criteria voor de samenstellende onderwijssoorten (onderwijs aan langdurig zieke kinderen anders dan bedoeld in clusters 3, zeer moeilijk opvoedbare kinderen en leerlingen in scholen verbonden aan pedologische instituten) gelijk zijn. Een Landelijke commissie toezicht indicatiestelling gaat toezicht uitoefenen op de wijze van indicatiestelling door de commissies voor de indicatiestelling en adviseert de minister over bijstelling van de indicatiecriteria. Naast deze Landelijke commissie stelt de minister tot 2005 een Adviescommissie in voor toelating en begeleiding. Deze heeft tot taak op verzoek van ouders, basisscholen, speciale scholen voor basisonderwijs of REC-scholen te adviseren over de toelating of de besteding van het leerlinggebonden budget. De commissie adviseert tevens in alle gevallen waarin ouders bezwaar aantekenen tegen het besluit van een bevoegd gezag van een school over toelating of besteding van het leerlinggebonden budget. Deze (tijdelijke) commissie is door middel van een amendement aan de wet toegevoegd7.

7

8

Kamerstuk Tweede Kamer 2001-2002, 27 728, nr 50 AFSTEMMING IS BEIDER ZORG

-

HANDREIKING

-

en

samenwerking

t

tussen

de

REC’s

van

de

clusters

2, 3

en

4

en

de


De Tweede Kamer heeft in diverse moties8 aangedrongen op het instellen van onderwijsconsulenten, die actief bemiddelen bij het plaatsen van onder andere leerlingen die vanwege handicap of gedrag thuis zitten. Bij de begroting voor 2002 zijn daar bij amendement9 middelen voor vrijgemaakt. Het functioneren van deze onderwijsconsulenten zal in het directe verlengde geplaatst moeten worden van de Adviescommissie voor plaatsing en begeleiding10. Een REC heeft onder andere tot taak het coördineren van de inzet van de formatie ten behoeve van de begeleiding door een REC-school van een reguliere school waarop een geïndiceerde leerling is toegelaten. Dit na overleg met de Samenwerkingsverbanden WSNS en de Regionale Samenwerkingsverbanden vo-svo in het gebied waarin het REC werkzaam is. Dit gebied wordt nader geregeld bij AMvB op basis van gemeentegrenzen. Naast een leerlinggebonden financiering zal ook worden voorzien in een taak- en functiegebonden financiering van scholen binnen een REC ten behoeve van tijdelijke opvang/crisisopvang en observatieplaatsen. De reguliere school verzoekt voor het verplicht te besteden deel van het leerlinggebonden budget om ondersteuning/begeleiding aan het REC in wiens gebied de school staat. Het REC draagt er zorg voor dat ondersteuning/begeleiding wordt gegeven die aansluit op de wensen van de ouders en van de school mede in denominatief opzicht. Het REC coördineert welke van de bij het REC aangesloten scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs de ondersteuning/begeleiding zal verzorgen. Deze school ontvangt het verplicht te besteden deel van het leerlinggebonden budget. Binnen een REC kan de uitvoering van de ondersteuning/begeleiding ook centraal georganiseerd worden. In dat geval voert een ambulante begeleidingsdienst van het REC de ondersteuning uit. Invoering van de LGF-wetgeving wil het beter mogelijk maken thuisnabij speciaal onderwijs re realiseren. Daarom krijgen REC’s de mogelijkheid om de regionale spreiding van het onderwijs binnen het REC beter af te stemmen op de behoeften. Er kunnen nevenvestigingen worden ingericht, scholengemeenschappen worden gevormd. Ook de mogelijkheden van verbrede toelating worden uitgebreid.

8

Kamerstukken Tweede Kamer 2001-2002, 27 728. nrs 40 en 47 Kamerstuk Tweede Kamer 2001-2002, 28 000 VIII, nr 47 10 idem, nr 90, pagina 4 9


-

HANDREIKING

-

9

Handreiking

3

om

te

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

HOOFDLIJNEN LEERLINGZORG IN DE WPO Met de invoering van de WPO11 in 1998 verdwenen in het primair onderwijs de schoolsoorten lom, mlk en iobk. Daarvoor in de plaats kwam de speciale school voor basisonderwijs. Basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs werken met elkaar samen in samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School (WSNS), waarvan er bijna 250 zijn. Deze samenwerking is wettelijk verplicht en heeft ten doel binnen het samenwerkingsverband een zorgstructuur in te richten die leerlingen zo veel als dat mogelijk is, onderwijs biedt in de reguliere basisschool. Het motto van WSNS luidt: regulier waar mogelijk, speciaal waar nodig. Anders dan bij REC’s zijn de samenwerkingsverbanden functionele verbanden die niet regionaal bepaald zijn. WSNS-verbanden zijn niet geografisch bepaald. Er zijn zelfs enkele verbanden die scholen verspreid over het hele land omvatten. Hun minimale omvang bedraagt 2000 leerlingen. Iedere school, met uitzondering van de speciale scholen voor basisonderwijs, kan slechts in één samenwerkingsverband deelnemen. De bestuurlijke constellatie van de samenwerkingsverbanden is zeer divers. Anders dan bij de REC’s is een rechtspersoon als bestuur van het verband niet verplicht. Een aantal verbanden werkt op basis van een samenwerkingsovereenkomst tussen de betrokken bevoegde gezagsorganen, het merendeel van de verbanden is een stichting of vereniging. Het aantal bevoegde gezagsorganen per verband kan aanmerkelijk verschillen. Een groeiend aantal verbanden bestaat uit scholen die onder één bevoegd gezag vallen. Schoolbestuur en samenwerkingsverband vallen in die constructie samen. Samenwerkingsverbanden zijn dynamische structuren. Vanaf 1 augustus 2003 is het mogelijk de samenstelling ervan te wijzigen. Men kan waarnemen dat er op een aantal plaatsen reeds voorbereidingen worden getroffen voor die wijziging. Vaak heeft dat te maken met bestuurlijke schaalvergroting. Het kan daarbij gaan om samenvoeging van complete verbanden, om splitsing van een verband of om het overstappen van een of meer scholen van het ene verband naar het andere. Daarnaast is een aantal tendensen waarneembaar die betrekking hebben op de interne organisatie van samenwerkingsverbanden. Binnen veel verbanden verschuift de aandacht van bestuurlijke en beheersmatige aspecten van de samenwerking vanuit een kwantitatieve benadering naar een meer inhoudelijke benadering, waarbij de kwaliteit van de zorg centraal staat. Het bekostigingsstelsel van de WPO bevat prikkels om leerlingen zo mogelijk in het basisonderwijs de extra zorg te bieden die zij nodig hebben. Naast een basisbekostiging in formatierekeneenheden (fre) en in geld (voor materiële instandhouding, MI) stelt de overheid voor iedere leerling in het samenwerkingsverband ook zogenaamde zorgmiddelen en MI-geld beschikbaar. Voor twee procent van de leerlingen gaan deze middelen rechtstreeks naar de speciale school/scholen voor basisonderwijs. De rest van de beschikbare zorgmiddelen gaat via de Centrale Dienst (CD) van het samenwerkingsverband naar de basisscholen. Deze zijn verplicht deze zorgmiddelen vervolgens ter beschikking te stellen van de speciale school voor basisonderwijs als deze meer leerlingen herbergt dan twee procent van het aantal leerlingen in het samenwerkingsverband. Ieder samenwerkingsverband bepaalt zelf hoe de zorgstructuur van het verband eruit ziet. Zo kan men ook andere voorzieningen voor zorgleerlingen inrichten, bijvoorbeeld

11

Meest recente wijziging in Staatsblad 2001, 649

10


-

HANDREIKING

-

en

samenwerking

t

tussen

de

REC’s

van

de

clusters

2, 3

en

4

en

de


hulpklassen. Ook de aard en omvang van de hulp die in de speciale school wordt geboden is een zaak van het samenwerkingsverband. Het is zelfs mogelijk geen speciale school voor basisonderwijs meer te hebben binnen een samenwerkingsverband. Men zou kunnen zeggen dat de overheid na deregulering de vormgeving van de zorg heeft gedecentraliseerd en tevens heeft gebudgetteerd. Dat impliceert dat er aanzienlijke verschillen kunnen bestaan en ook bestaan tussen de samenwerkingsverbanden. Plaatsing van leerlingen in de speciale school voor basisonderwijs kan alleen als de Permanente Commissie Leerlingzorg heeft vastgesteld dat plaatsing van de leerling op een speciale school noodzakelijk is. Ieder verband moet een dergelijke commissie inrichten. Anders dan bij de REC’s zijn er geen landelijke geobjectiveerde criteria vastgesteld voor toelating tot de speciale school. Die zouden ook niet passend zijn, aangezien de rol van de speciale school in de zorgstructuur van verband tot verband aanzienlijk kan verschillen. De PCL doet haar uitspraken dus ook op basis van het beleid van het samenwerkingsverband. Dat houdt in dat een leerling die in het ene verband wel toelaatbaar is tot de speciale school voor basisonderwijs, niet ook automatisch toelaatbaar is tot de speciale basisschool in een ander verband. Het wettelijk verplichte zorgplan is het sturingsinstrument van het samenwerkingsverband. Het wordt jaarlijks door het samenwerkingsverband WSNS vastgesteld. Daarin legt het verband onder andere vast hoe het de zorgmiddelen en het daaraan gerelateerde personeel inzet, welke kwantitatieve en kwalitatieve doelen het samenwerkingsverband nastreeft, hoe de PCL wordt ingericht en werkt en welke procedures er bij plaatsing in de speciale school worden gehanteerd. Samenwerkingsverbanden zijn in beginsel gesloten eenheden, waarbinnen de leerlingzorg gestalte krijgt. Basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs vormen qua bekostiging communicerende vaten. Hoe groter het aantal leerlingen in de speciale scholen is, des te minder zorgmiddelen er beschikbaar zijn voor de basisscholen. Ouders zijn evenwel niet verplicht hun kind dat op een speciale school voor basisonderwijs is aangewezen, bij een speciale school binnen het “eigen” verband aan te melden. De keuzevrijheid van ouders maakt het mogelijk, dat de leerling, mits de PCL van een ander verband eveneens van mening is dat plaatsing op de speciale school noodzakelijk is, op een speciale school van dat andere verband wordt geplaatst. Dit zogenaamde grensverkeer gaat gepaard met overdracht van zorgmiddelen van het verband waar de leerling vertrekt, naar de school waar de leerling geplaatst wordt. Niet voor alle leerlingen in de speciale school voor basisonderwijs ontvangt het samenwerkingsverband zorgmiddelen. Dit wordt op een aantal plaatsen als een knelpunt ervaren. Het betreft leerlingen die ten gevolge van verhuizing van de ene SBO naar de andere overgaan en leerlingen die zonder eerst op een basisschool gezeten te hebben, rechtstreeks instromen in de speciale school voor basisonderwijs. Hierbij kan men denken aan leerlingen uit Medische Kinderdagverblijven (MKD), uit internaten en uit zorginstellingen.


-

HANDREIKING

-

11

Handreiking

om

te

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

Onderstaande figuur geeft een beeld van het stelsel in het primair onderwijs en de relatie met het onderwijs volgens de WEC. De figuur is (met een kleine terminologische aanpassing) ontleend aan “Komen we er nog uit?” van Frans Thomassen.

Z O R G C O N T I N U I T E I T

REC onderwijs

CvI

SBO onderwijs

PCL BaO BaO BaO BaO BaO BaO BaO

samenwerkingsverband WSNS

12


-

HANDREIKING

-

en

samenwerking

t

tussen

de

REC’s

van

de

4

clusters

2, 3

en

4

RAAKVLAKKEN WSNS

en

-

de


REC

Voor het regulier primair onderwijs, dus in basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs, bestaat een systeem waarbinnen voor een aanzienlijk deel van de leerlingen met specifieke problemen zorg voorhanden is. Basisscholen, al dan niet met speciale voorzieningen zoals hulpklassen, en de speciale school of scholen vormen een continuüm van zorg waarbinnen veel leerlingen op passende wijze onderwijs krijgen. Dat systeem heeft zijn eigen procedures en regelingen. Ook voor het speciaal onderwijs, dat door de WEC geregeld wordt, geldt dat. Voor een beperkte groep leerlingen geldt, dat ze met beide stelsels te maken krijgen. Ze stappen van de ene categorie onderwijs over naar de andere. Dat is bijvoorbeeld aan de orde, wanneer een leerling een zodanige zorgbehoefte blijkt te hebben, dat de speciale school voor basisonderwijs daaraan niet kan voldoen. Overgang naar een Regionaal Expertise Centrum ligt dan voor de hand. Een ander voorbeeld is de situatie waarin na herindicatie blijkt dat een leerling niet meer aan de voorwaarden voldoet om in een REC-school te zijn ingeschreven. In beide gevallen worden ouders geconfronteerd met de wens of de noodzaak de grens tussen beide stelsels te overschrijden. In onderstaande schema’s, die zijn ontleend aan de notitie ‘Programma van eisen en plan van aanpak protocol WSNS-REC’ van drs. Ria Timmermans en drs. Anne ter Beek, zijn de mogelijke raakvlakken weergegeven tussen REC en WSNS. • schema 1:een leerling vanuit BaO12 of BaO-voortraject wordt aangemeld bij de PCL; • schema 2: een leerling vanuit BaO of BaO-voortraject wordt aangemeld bij de CvI; • schema 3: een leerling bevindt zich in sbo of sbo-voortraject; • schema 4: een leerling bevindt zich in het REC; • schema 5:een leerling bevindt zich het REC-voortraject . De situaties die consequenties hebben voor het protocol zijn vet gedrukt. De situaties die cursief gedrukt zijn, worden niet opgenomen in het protocol.

12

Met BaO zijn in deze schema’s uitsluitend de basisscholen bedoeld. De speciale scholen voor basisonderwijs worden aangeduid met SBO.


-

HANDREIKING

-

13

Handreiking

om

te

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

Schema 1: leerling in het BaO of BaO-voortraject die na problemen wordt aangemeld bij de PCL

Ondersteuning door REC Plaatsing buiten REC met LGF

Plaatsing in Rec Wel indicatie REC

Niet indicatie REC

Inschakeling CvI leerling in het BaO of BaO-voortraject

problemen

Constatering of vermoeden specifiek probleem

diagnose handelingsplan problemen worden niet opgelost

aanmelding PCL

indicatie SBO

geen indicatie SBO

plaatsing SBO

dezelfde school BaO

andere school BaO

Toelichting Bij een leerling in het BaO of BaO-voortraject worden problemen gesignaleerd, die niet (kunnen) worden opgelost binnen het reguliere BaO. Deze leerling wordt aangemeld bij de PCL. Dan zijn er twee trajecten mogelijk. 1 De leerling krijgt al dan niet een indicatie sbo. 2 De PCL constateert of vermoedt dat er sprake is van een specifiek probleem en vervolgens wordt de CvI ingeschakeld. Dan zijn er twee mogelijkheden: a de leerling krijgt een REC-indicatie13 en kan in of buiten het REC worden geplaatst; b de leerling krijgt geen REC-indicatie en ouders krijgen het advies de leerling opnieuw aan te melden bij de PCL.

13

Zodra een CvI heeft bepaald dat een leerling tot een van de in het REC aanwezige schoolsoorten toelaatbaar is, is er sprake van een REC-indicatie.

14


-

HANDREIKING

-

en

samenwerking

t

tussen

de

REC’s

van

de

clusters

2, 3

en

4

en

de


Schema 2: leerling in het BaO of BaO-voortraject die na problemen wordt aangemeld bij de CvI

Ondersteuning door REC Plaatsing in Rec leerling in het BaO of BaO-voortraject

Plaatsing buiten REC met LGF

wel indicatie REC

problemen diagnose

aanmelding CvI (vermoeden) specifiek probleem

geen indicatie REC aanmelding PCL indicatie SBO

plaatsing SBO

geen plaatsing SBO

geen indicatie SBO dezelfde school BaO

andere school BaO

Toelichting Bij een leerling in het BaO of BaO-voortraject worden problemen gesignaleerd. Diagnose wijst op een specifiek probleem. Deze leerling wordt aangemeld bij de CvI. Dan zijn er twee trajecten mogelijk. 1 De leerling krijgt geen REC-indicatie en wordt verwezen naar de PCL. 2 De leerling krijgt een REC-indicatie en kan vervolgens in of buiten het REC worden geplaatst.


-

HANDREIKING

-

15

Handreiking

om

te

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

Schema 3: leerling in het sbo of sbo-voortraject

Problemen; aanmelding CvI

zie verder schema 2 (vanaf aanmelding CvI)

Overwegen (terug)plaatsing BaO

geen consequenties voor protocol

Leeling SBO of SBO-voortraject

Toelichting Bij een leerling in het SBO, of SBO-voortraject, kunnen zich de volgende situaties voordoen. 1 Er doen zich problemen voor die leiden tot aanmelding bij de CvI. 2 Het functioneren van de leerling binnen het SBO geeft aanleiding tot het overwegen van terugplaatsing in het BaO (indien het een sbo leerling betreft) of plaatsing in het BaO (indien het een kind betreft dat zich in een sbo-voortraject bevindt).

Schema 4: leerling in het REC

Ondersteuning REC

leerling REC

toetsing indicatie (na 2 jaar)

REC indicatie blijft

plaatsing in po met LGF leerling blijft in REC

REC indicatie vervalt

terugplaatsing po met nazorg REC

zonder nazorg REC

Toelichting Bij een REC-leerling wordt na twee jaar de indicatie getoetst. Er doen zich twee mogelijkheden voor. 1 De REC-indicatie vervalt en de leerling wordt teruggeplaatst in het po. 2 De REC-indicatie blijft. De leerling kan in het REC blijven of met LGF naar het po gaan.

16


-

HANDREIKING

-

en

samenwerking

t

tussen

de

REC’s

van

de

clusters

2, 3

en

4

en

de


Schema 5: kind in het REC-voortraject

Ondersteuning REC REC indicatie leerling in REC-voortraject

aanmelding CvI

plaatsing in po met LGF plaatsing leerling in REC

geen REC indicatie

aanmelding PCL indicatie SBO

geen indicatie SBO

plaatsing SBO

plaatsing BaO

Toelichting Een kind dat heeft deelgenomen aan een voortraject dat gerelateerd is aan een REC, wordt aangemeld bij een CvI. Er doen zich twee mogelijkheden voor. 1 Het kind krijgt een REC-indicatie en kan in of buiten het REC worden geplaatst. 2 Het kind krijgt geen REC-indicatie en wordt verwezen naar de PCL.

De schema’s geven een beeld van mogelijke leerlingenstromen. Het samenwerkingsverband WSNS is er als zodanig niet in genoemd. De PCL wel, zijnde een verplicht orgaan van het samenwerkingsverband WSNS. Het is in het belang van de leerling en van zijn ouders de bedoeling dat de leerling op een snelle, efficiënte en effectieve manier op de plaats terechtkomt waar hij het meest passende onderwijs kan ontvangen. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een aantal afspraken gemaakt worden tussen de instanties die ieder voor de goede gang van zaken in het eigen systeem verantwoordelijkheid dragen. Voor het basisonderwijs is dat het samenwerkingsverband WSNS, voor het speciaal onderwijs is dat het REC. De afspraken hebben ten doel op uitvoerend niveau zaken af te stemmen en te stroomlijnen. Ze zijn dus vooral van belang voor degenen die op enigerlei wijze met de uitvoering van de plaatsingsprocedures belast zijn. De formele verantwoordelijkheid voor het maken van dergelijke afspraken ligt uiteraard bij het bestuur van het samenwerkingsverband en bij de bestuurlijk verantwoordelijken van het REC.


-

HANDREIKING

-

17

Handreiking

5

om

te

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

KADER VOOR EEN PROTOCOL In dit kader staat een aantal punten die aan de orde zouden moeten komen bij de afstemming tussen REC en samenwerkingsverbanden. Een eigen concretisering is noodzakelijk. De situaties kunnen nogal verschillen. Een REC dat met vele tientallen samenwerkingsverbanden te maken heeft, maakt andere keuzes dan een REC met weinig partners. Overwegende: •

dat het in het belang van leerlingen en hun ouders gewenst is, dat leerlingen van wie de ouders een beroep doen op een leerlinggebonden budget, zo snel en efficiënt mogelijk op de hun passende plek onderwijs kunnen ontvangen;

•

dat daarvoor samenwerking en afstemming nodig is tussen het REC en Samenwerkingsverband14 WSNS;

•

dat het gewenst is deze samenwerking en afstemming vast te leggen in een protocol dat in goed overleg tussen partijen tot stand wordt gebracht.

Spreken het samenwerkingsverband en het REC de volgende zaken af: 1

indien de PCL heeft vastgesteld dat plaatsing van de leerling op de speciale school niet noodzakelijk is en van mening is dat basisscholen geen adequate zorg kunnen bieden, adviseert de PCL de ouders de leerling bij de CvI van het REC aan te melden;15

2

ouders krijgen in dat geval een voorlichtingsbrief mee, die hen informeert over het REC waarnaar de PCL verwijst, over de contactpersoon van dat expertisecentrum en over de procedure van indicatiestelling;

3

de CvI kan de ouders die zich daar hebben aangemeld, middels een standaardformulier schriftelijk toestemming vragen de relevante gegevens op te vragen bij de PCL en wellicht ook andere instanties.16 Dit is natuurlijk slechts relevant als de

14

Gesproken wordt over één samenwerkingsverband en niet over de samenwerkingsverbanden. Er is van uitgegaan dat het REC met ieder van de samenwerkingsverbanden in zijn gebied een afzonderlijk protocol sluit. 15 Het kan zo zijn, dat een PCL in een vroeg stadium sterk het vermoeden krijgt dat de leerling verwezen zou moeten worden naar het REC. Het levert in dat geval veel vertraging op als de PCL eerst haar eigen procedure afrondt met een negatieve beslissing alvorens de ouders naar het REC te verwijzen. Overwogen kan worden de ouders in een dergelijke situatie te adviseren de aanmelding bij de PCL in te trekken en rechtstreeks naar de CvI te gaan. Een dergelijke procedure wint aanmerkelijk aan kwaliteit als de PCL al enig zicht heeft op de mogelijkheden dat de ouders een positief besluit bij de CvI krijgen. Dat kan bevorderd worden, bijvoorbeeld door een lid van de CvI als adviseur of adviserend lid bij de PCL te betrekken of door het dossier, met toestemming van de ouders en eventueel geanonimiseerd, ter advisering aan de CvI of haar voorzitter voor te leggen. Het spreekt voor zich dat in het noodzakelijke structurele overleg tussen CvI en PCL zodanig inzicht in elkaars werkwijze en beoordeling kan ontstaan, dat de PCL zonder raadpleging in individuele gevallen op een veilige manier de ouders kan adviseren zich tot de CvI te wenden. Wel moet in ieder geval voorkomen worden dat de ouders het advies van de PCL opvolgen en vervolgens bij de CvI met lege handen komen te staan. 16 Ouders kunnen een leerling van een basisschool ook bij de CvI aanmelden zonder eerst bij de PCL geweest te zijn. In dat geval dient de basisschool een onderwijskundig rapport te leveren. Dat blijft buiten dit protocol, omdat het samenwerkingsverband in dat geval geen rol speelt. 17 De regelgeving gaat ervan uit dat de ouders de noodzakelijke gegevens aanleveren en dus over een dossier beschikken. Artikel 28 c lid 4 van de WEC stelt dat de ouders een volledig ingevuld aanmeldingsformulier overleggen, waaraan bepaalde gegevens en verklaringen worden toegevoegd. Bij ministeriele regeling zal nog worden vastgesteld welke dat zijn. Verder bepaalt het artikel dat de CvI de ouders informeert welke gegevens ontbreken en hoe zij die alsnog kunnen krijgen. Alle uitwisseling van gegevens tussen PCL en CvI dient rekening te houden met de regeling ter bescherming van de privacy zoals die te vinden is in de Wet op de persoonsregistratie. 18


-

HANDREIKING

-

en

samenwerking

t

tussen

de

REC’s

van

de

clusters

2, 3

en

4

en

de


ouders deze zaken niet zelf bij aanmelding aanleveren17. De CvI verzoekt de PCL met een afschrift van deze toestemming de gegevens toe te sturen. Hiervoor wordt een standaardbrief gebruikt. 4

de PCL stelt de beschikbare gegevens, waaronder het onderwijskundig rapport18 en eventuele eigen onderzoeksresultaten beschikbaar. De PCL stuurt deze, indien van toepassing, per ommegaande, doch uiterlijk één week na ontvangst van het verzoek op;

5

het REC kan het samenwerkingsverband informeren over de uitslag van de indicatiestelling. De PCL en de coördinator van het samenwerkingsverband ontvangen een afschrift van de beslissing van de CvI;19

6

ouders kunnen besluiten zich met een positieve indicatie tot een REC-school te wenden en de leerling daar in te schrijven. Het REC kan de PCL berichten dat de leerling op een REC-school is geplaatst;20

7

wanneer ouders na een negatieve REC-indicatie (dat kan ook aan de orde zijn na een verplichte herindicatie) opnieuw de PCL benaderen met het oog op plaatsing binnen de SBO, vraagt de PCL indien en voor zover dit nodig is, met instemming van de ouders de onderzoeksresultaten op bij de CvI. Deze CvI stelt deze per ommegaande doch uiterlijk binnen één week beschikbaar;

8

Ouders kunnen ook besluiten de leerling met een rugzak te plaatsen op een basisschool of op een speciale school voor basisonderwijs. Het REC dient de ouders en de leerling die dat wensen, te begeleiden bij plaatsing van de leerling in een van de scholen van het samenwerkingsverband. Zinvolle advisering is alleen mogelijk wanneer het REC voldoende kennis heeft van de voorzieningen en de zorgcapaciteit van de onderscheiden scholen in het samenwerkingsverband. Binnen het REC beschikken de ambulant begeleiders over kennis en ervaringen. Binnen het samenwerkingsverband is de PCL een belangrijke instantie waar deze kennis bekend mag worden voorondersteld. Zij immers adviseert ouders van leerlingen die om plaatsing in de speciale school hebben verzocht, ook over plaatsing van de leerling in een van de andere basisscholen van het samenwerkingsverband. De coördinator van het verband heeft ook zicht op de verschillende zorgprofielen van de scholen. Voor zover noodzakelijk neemt het REC in individuele gevallen contact op met het samenwerkingsverband.21

REC en samenwerkingsverband richten regelmatig en gestructureerd overleg in. Doel van dit overleg is onder andere ervoor te zorgen dat het REC een duidelijke beeld heeft van de zorgstructuur van de samenwerkingsverbanden. Daarbij informeren de PCL’s de CvI over de zorgprofielen van de scholen binnen het samenwerkingsverband. Naast de zorgprofielen van de scholen is ook inzicht noodzakelijk in het beleid dat de afzonderlijke scholen hebben ten aanzien van de opvang van gehandicapte leerlingen. Ook zaken die met materiële voorzieningen te maken hebben (beschikbaarheid van lift, invalidentoiletten en dergelijke) kunnen van belang zijn voor de plaatsingsmogelijkheden van gehandicapte leerlingen in scholen van het samenwerkingsverband. Hieronder volgt een aanduiding van de inhoud van het overleg.

18

Onderwijskundige rapporten hebben geen onbeperkte “houdbaarheid”. Een oud rapport is in de regel weinig betrouwbaar. Verwacht mag worden dat er voorschriften komen over de maximale geldigheidstermijn van een onderwijskundig rapport. 19 Bepaald moet worden wie de meest gerede persoon is om dit uit te voeren. Men kan dat bijvoorbeeld bij de voorzitter of het secretariaat van de CvI neerleggen. 20 Ook hier geldt dat, afhankelijk van interne organisatie, aangegeven moet worden wie hiermee wordt belast. Doel van deze melding is dat het samenwerkingsverband het dossier van de leerling kan afsluiten, wat zeker van belang is als er een vorm van trajectbegeleiding wordt gebruikt. 21 Nader in te vullen is wie hierover met wie communiceert. AFSTEMMING IS BEIDER ZORG

-

HANDREIKING

-

19

Handreiking

om

te

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

Ook de basisschool waar de leerling met een rugzak toelating verzoekt, kan behoefte hebben aan informatie. De school is bij het REC aan het goede adres om die te verwerven. Het REC ondersteunt immers bij de ontwikkeling van het handelingsplan. Het REC (de CvI) beschikt over het onderwijskundig rapport, een belangrijke bron van informatie. Informatie-uitwisseling en overleg: 1

Uitwisseling van beleidsrelevante stukken zoals het in artikel 19 van de WPO voorgeschreven Zorgplan WSNS22 (van de kant van het samenwerkingsverband) en het in veel REC’s gehanteerde ‘bedrijfsplan’;

2

Informatie-uitwisseling over het onderwijskundig beleid van de scholen die bij het samenwerkingsverband WSNS zijn aangesloten, met name over de wijze waarop aan de zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en voor leerlingen voor wie een leerlinggebonden budget beschikbaar is, wordt vorm gegeven. De scholen voor basisonderwijs moeten dat beleid in hun schoolplan vastleggen (artikel 12 WPO lid 2) en daarover informatie verstrekken door middel van de schoolgids (artikel 13 WPO). Binnen het kader van dit overleg past ook dat er regelmatig een bestandsopname plaatsvindt, waarbij geïnventariseerd wordt wat de zorgcapaciteit is van de onderscheiden scholen voor basisonderwijs in het samenwerkings-verband;

3

informatie-uitwisseling over het beleid van het REC-bestuur in de ruimste zin van het woord en specifiek over: a de werkwijze van de Commissie voor de indicatiestelling; b het REC-beleid inzake de verbrede toelating; c de samenwerking van het REC met de Zorginstellingen; d beleid inzake plaatsen voor tijdelijke opvang in verband met observatie en in geval van een crisis; e beleid inzake terugplaatsingbegeleiding;

4

uitwisseling van praktijkervaringen van de basisscholen die participeren in het samenwerkingsverband WSNS inzake de integratie van LGF-geïndiceerde leerlingen;

5

uitwisseling van ervaringen inzake de (preventieve) ambulante begeleiding door het REC;

6

uitwisseling van praktijkervaringen tussen de PCL en de CvI inzake indicatiestelling;

7

overleg tussen het REC en het samenwerkingsverband over de inzet van de formatie voor preventieve ambulante begeleiding (artikel 28b lid 6 WEC).

Samenwerkingsverband WSNS en REC maken nadere afspraken over de volgende organisatorische aspecten van dit overleg: • frequentie; • deelnemers; • voorzitterschap; • agendavoering; • secretariaat; • verslaglegging; • communicatie; • kosten; • evaluatie.

20


-

HANDREIKING

-

en

samenwerking

t

tussen

de

REC’s

van

6

de

clusters

2, 3

en

4

en

de


NADERE INFORMATIE EN ONDERSTEUNING Voor nadere informatie en/of advisering kunt u een beroep doen op de Wegbereiders Expertisecentra LGF, die onder andere tot taak hebben voor te lichten en te ondersteunen bij implementatie. Deze taak is expliciet genoemd in de Regeling regionale afstemming van Regionale Expertisecentra in oprichting (REC’s i.o) met samenwerkingsverbanden WSNS en voortgezet – speciaal voortgezet onderwijs (VO – SVO) en de (jeugd)zorg). De Wegbereiders zijn telefonisch bereikbaar onder nummer 079 320 33 30. In deze regeling is ook het procesmanagement Primair Onderwijs (PMPO) genoemd als adviseur bij de regionale afstemming. Het PMPO is telefonisch bereikbaar onder nummer 070 363 28 66. Bij het maken van een protocol dat volledig is afgestemd op uw regionale educatieve infrastructuur, kunt eveneens u contact opnemen met de auteurs van deze handreiking (telefoon Ben Coehorst 06 511 978 31 en telefoon Peter van den Heuvel 06 535 410 24 of met het secretariaat van de Divisie Primair onderwijs van KPC Groep, telefoon 073 6247 247).


-

HANDREIKING

-

21

Handreiking

7

om

te

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

GERAADPLEEGDE LITERATUUR 1

Kamerstukken Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 – 2002, 27 728 Wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van Regionale Expertise Centra (Regeling leerlinggebonden financiering)

2

Kamerstuk Eerste Kamer, vergaderjaar 2001-2002, 27 728, nummer 199 Wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van Regionale Expertise Centra (Regeling leerlinggebonden financiering)

3

Kamerstukken Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 –2002, 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2002, nrs. 47 en 90

4

Wet op het primair onderwijs Laatstelijk gewijzigd Staatsblad 2001, nummer 649

5

Regeling regionale afstemming van Regionale Expertisecentra in oprichting (REC’s i.o) met samenwerkingsverbanmden WSNS en voortgezet – speciaal voortgezet onderwijs (VO – SVO) en de (jeugd)zorg) circulaire PO/LGF/01/38182 Uitleg Gele Katern nr. 25, 7 november 2001

6

drs. F.C.C.M. Thomassen Komen we er nog uit? Steunpunt WPO, februari 2001

7

drs. Ria Timmermans en drs. Anne ter Beek Programma van eisen en plan van aanpak protocol WSNS-REC ‘s-Hertogenbosch, KPC Groep, september 2001

22


-

HANDREIKING

-

en

samenwerking

t

andreiking om te komen tot een protocol voor afstemming

om

te

en

Handreiking

komen

tot

een

protocol

voor

afstemming

en

samenwerking

tussen

de

REC’s

van

de

clusters

2, 3

en

4

en

de


samenwerking


AFSTEMMING IS tot een protocol voor BEIDER afstemming ZORG en samenwerking

tussen

tussen de REC’s van de clusters 2, 3 en 4 en de

de

samenwerkingsverbanden

REC’s

WSNS

van de clusters


2

REC-register stand van zaken maart 2002

Bijlage II

Het volgende overzicht bevat de samenstelling van REC's i.o. voor de clusters II, III en IV in januari 2002

REC's CLUSTER 2 REC 2-1 01JG 02OM 00RG 14UP 02CH 04LQ 18CP

NOORD NEDERLAND cluster 2 Enkschool Tine Marcusschool De Skelp Dr. J. de Graafschool Gyotschool Gyotschool Gyotschool

Zwolle Groningen Drachten Groningen Haren Haren Haren

REC 2-2 20WD 20WR 20WO 20WQ 02QY 10BW 10TS 18KL

NOORD HOLLAND/FLEVOLAND * Johan C. Ammanschool Alexander Roozendaalschool Prof. H. Burgerschool Alexander Graham Bellschool Mgr Hermusschool Burg. de Wildeschool SG Hendrik Mol Professor van Gilseschool Stichting Gewoon Anders

Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Schagen Schagen Haarlem Almere

REC 2-4 14TV 08XZ 07QN 09VM 02GB 20JL 02FN

LEIHAGHE * Effatha (SO) Effatha (SO-mg) Effatha (VSO) Effatha (VSO-mg) De Voorde Cor Emmousschool De Weerklank

Voorburg Voorburg Zoetermeer Zoetermeer Rijswijk Den Haag Leiden

Mw. R. Damhof p/a Stichting Onderwijs Noord Nederland (SONN) Rijkstraatweg 63 9752 AC HAREN Tel : 050 5343941 Fax: 050 5343378 [email protected]

Dhr. Drs. D. van der Bijl p/a Stichting Guyot Onderwijs Noord Holland Jan Tooropstraat 1 1062 BK AMSTERDAM Tel : 020 5110555 Fax: 020 5110556 [email protected]

Mw. L. de Droog Kornalijnhorst 464 2592 JH DEN HAAG Tel : 070 3948994 [email protected]

* REC 2-2 i.o. en REC 2-4 i.o. werken aan het samengaan van beide REC's

REC 2-6 02YG 02MO 05VQ 05AP 04IV 08ZP 17GW 24EN 02RJ 03JT 05GS 13KL 14NT 14QX 22DC 24FD 17WM

ZEON Dr. P.C.M. Bosschool Prof. dr.H.C. Huizingschool De Stijgbeugel Het Maatman School Mariëlla De Beemden School voor VSO School Rafaël De Spreekhoorn VSO De MarWindt Ekkersbeek Mgr Hanssenschool Martinus van Beekschool Dr. Van Udenschool Mgr Terwindtschool School Eikenheuvel De Horst

Arnhem Enschede Arnhem Enschede Vught Eindhoven Sint Michielsgestel Sint Michielsgestel Breda Nijmegen Eindhoven Hoensbroek Nijmegen Sint Michielsgestel Nijmegen Vught Eindhoven

REC 2-8 17JA 16TW 21JR 02YS 18DN 17WV 01HD 01JO 16ZL 17ZT 21KW 02CV

MIDDEN ZUID WEST Dr. F. Hogewindschool L.W. Hildernisseschool S. Jonkerenschool P.J. Evertseschool Rudolf Mees II Rudolf Mees I De Kring Professor Groenschool Alfonso Corti School Bertha Muller School De Taalkring Het Rotsoord

Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Goes Amersfoort Utrecht Utrecht Utrecht Utrecht

Dhr. J.P.J.M. Hagens Theerestraat 42 5271 GD SINT MICHIELSGESTEL Tel : 073 5588231 Fax: 073 5588181 [email protected]

Dhr. Th. W.J. van Munnen Santa Cruzdreef 30 3563 VJ UTRECHT Tel : 030 2619010 Fax: 030 2619125 [email protected]

REC's CLUSTER 3 REC 3-1 19SO 19VO 19WD 22LH 14WT 26MU 26NL 19TZ 20BG 00SU

NOORDOOST NEDERLAND W.A. van Lieflandschool Mytylschool Prins Johan Friso Groningse Buitenschool De Meerpaal De Wingerd Meidoornschool M. Hardenbergschool De Meentschool W.A. van Lieflandschool Thriantaschool

Groningen Haren Glimmen Groningen Groningen Stadskanaal Veendam Winschoten Assen Emmen

REC 3-2 00LD 00RS 16TF 26MA 19TX 03PB 26MC 26LB 26LC 08ST 26LD 02XF

FRYSLÂN * SRVF-school Lyndensteyn G.N. Gerritsmaschool De Rank De Poarte Meester Duisterhoutschool G.N. Gerritsmaschool Conventschool De Bolder/de Heuvel De Kampingerhof Piet Bakkerschool Dr. Van Voorthuysenschool St. De Wingerd

Beetserzwaag Drachten Drachten Drachten Heereveen Drachten Sneek Franeker Oosterwolde Sneek Leeuwarden Damwoude

REC 3-3 19VD 19QK 16TL 05PZ 14WS 26NR 16QX 19SK 06RJ 03BI 02CP

De 4 Provinciën * Mytylschool de Driemaster Dr. Itardschool De Lelie De Schakel De Zonnebloem Zonnehof G.J. van de Ploegschool Mackayschool Boslust Eliëzerschool De Wingerd

Zwolle Zwolle Harderwijk Kampen Emmeloord Raalte Hoogeveen Meppel Ommen Zwolle Nunspeet

Dhr. Drs. R. Zwiers Margaretha Hardenbergschool Postbus 449 9640 AK VEENDAM Tel : 0598 698000 Fax: 0598 698008 [email protected]

Mw. M. Ypma REC Fryslân Postbus 2 9244 ZN BEESTERZWAAG Tel : 0512 389825 Fax: 0512 383783 [email protected]

Dhr. A. Reussing Zonnebloemschool Genèveplein 1 8303 JZ EMMELOORD Tel : 0572 612545 Fax: 0572 619234 [email protected]


REC 3-4 19QO 19LZ 01CN 18QP 02GD 00ZN

Oostmarke Dr Herderscheeschool De Huifkar 't Iemenschoer De Leeuwerik Onderwijscentrum het Roessingh Schutte’s Bosschool

Almelo Enschede Hengelo Neede Enschede Enschede

REC 3-5 04AN 05MF 00SO 19TG 22ML 26NJ 02VX 02GM 19SY 05LW 14NA 16QF 22NX 01RE 24HY 14PG 03RM 00TQ 03AE 20OJ 19QS

GROOT GELRE Christoffelschool Magnoliaschool Hamalandschool Anne Flokstra School De Lans Willem Köllingschool De Zonnehoek Daniel de Brouwerschool De Linde Aleida Gezinaschool Oranjeschool Kon. Emmaschool De Merel Mariëndael Mariëndael Mariëndael Mariëndael Mariëndael Mariëndael Van Voorthuysenschool Marijkeschool

Didam Aalten Lichtenvoorde Zutphen Brummen Dieren Apeldoorn Wilp Deventer Arnhem Veenendaal Ede Ede Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Apeldoorn Wageningen

Dhr. Drs. A.H.B. Timmerhuis Seminarium voor Orthopedagogiek Postbus 635 7500 AP ENSCHEDE Tel : 053 4327208 Fax: 0842 131391 [email protected]

Dhr. H. Brandsema Bestuursbureau CPOV Landjuweel 16-5 3905 PG VEENENDAAL Tel : 0318 519076 Fax: 0318 518821 [email protected]

REC 3-6 19SU 02AC 01TQ 00SL 02YP 15MR 02YT 26LF 14RZ 04BF 19TJ 03ND

REaCtys Regionaal Expertisecentrum Midden Nederland Dr. A. van Voorthuysenschool Amersfoort Koningin Emmaschool Amersfoort Klimopschool Hilversum Mozarthof Hilversum Mytylschool De Trappenberg Huizen De Zevenster Lelystad Mytylschool "Ariane de Ranitz" Utrecht Dr. D. Herderscheeschool Utrecht Prinses Wilhelminaschool Utrecht Rafaelschool Utrecht W.A. van Lieflandschool Zeist Utrechtse Buitenschool De Schans Utrecht

REC 3-7 07IT 01LB 04GJ 01WX 01MI 00TD

NOORD-HOLLAND NOORD * De Meerpaal/Herderscheeschool Mytylschool de Ruimte De Eenhoorn De Alk Mytyl Scholengemeenschap Heliomare De Zevensprong

Den Helder Bergen Hoorn Alkmaar Wijk aan Zee Beverwijk

REC 3-8 20WU 20WV 20WW 20WX 12QB 14UA 21EN 20VX 18LW 18BV 09QN 18IS 16KI 05PE 15DZ

NOORD - HOLLAND ZUID * Mytylschool Tyltylschool Dr. Coronelschool W.B. Noteboomschool O.G. Heldringschool Alphons Laudyschool Kingmaschool v. Koetsveldschool De Regenboog Albert Sweitzerschool De Schelp Van Voorthuijsenschool Het Anker De Waterlelie M.L. Kingschool

Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Haarlem Haarlem Haarlem Haarlem Zaandam Cruquius Purmerend

Dhr. Drs. T.A.M. van Doorn Julianaweg 39 3941 DL DOORN Tel : 0343 421155 [email protected] www.reactys.nl

Dhr. P.J.D. Klein p/a Mytylschool de Ruimte Postbus 24 1860 AA BERGEN N.H. Tel : 072 5896971 Fax: 072 5897960 [email protected]

Dhr. L. Batstra p/a Dr. Coronelschool Jan Sluyterstraat 3 1062 CJ AMSTERDAM Tel : 020 6151193 Fax: 020 6178111 [email protected]


REC 3-9 19UQ 14MY 00OQ 19UQ 04EF

ZUID-HOLLAND NOORD Mytyl/tyltylschool " De Thermiek De Duinpieper Korte Vlietschool Mytylschool De Thermiek Koningin Emmaschool

Katwijk Noordwijk Leiden Leiden Alphen a/d Rijn

Mw. A. Kuijper Drieplassenweg 17 2225 JJ KATWIJK Tel : 071 4060280 Fax: 071 4060256 [email protected]

REC3-10 26NU 19XZ 15KH 00PZ 02YJ

Het Groene REC * Ds NH Beversluisschool (afd. ZMLK) De Ark De Keerkring Herman Broerenschool Maurice Maeterlinckschool

Gouda Gouda Zoetermeer Delft Delft

Dhr. H.J. Mantes p/a Herman Broerenschool Clara van Sparwoudestraat 1 2612 SP DELFT Tel : 015 2141066 Fax: 015 2147707 [email protected]

REC 3-11 02GA 02DE 20JG 20JE 20JM 03HW 01OY

HAAGWINDE * Dr. C.E. van Koetsveldschool Bernardusschool Inspecteur S. de Vriesschool Eerste nederlandse Buitenschool Haagse Mytylschool de Pyramide Haags Tyltylcentrum ’t Kraaienest

Den Haag Den Haag Den Haag Den Haag Den Haag Den Haag Nootdorp


Dhr. Drs. J. Schuitert Seminarium voor Orthopedagogiek Midden 145 8351 HG WAPSERVEEN Tel: 0521 321180 Fax: 0521 320032 [email protected]

REC 3-12 26MR 14OH 00RK 19QU 20RX 01PE 26NG 18KC 17WK 20RK 20RL 20RT 20KH 02XM 18BD 00KK 20RI 26MY 20RJ 26LY 26MN

ZUID HOLLAND ZUID ''De Nachtegaal" Prinses Beatrix-Irene Margriet( afd. ZMLK) Bleijburgh De Blije Gaarde Ericaschool Mytylschool De Brug Dordtse Buitenschool De Kleine Wereld (afd. ZMLK) Maarlandschool St Mattheusschool 1e Rotterdamse Openluchtschool 2e Rotterdamse Openluchtschool Reconvalescentenschool De Regenboog A.J. Schreuderschool Tyltylschool Mytylschool De Vlij Dr. A. van Voorthuysenschool De Wegwijzer (afd. ZML) A. Willeboerschool Pr. Willem-Alexander De Wijngaard (afd. ZML)

Gorinchem Sliedrecht Dordrecht Vlaardingen Rotterdam Dordrecht Gorinchem Brielle Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Dordrecht Rotterdam Middelharnis Rotterdam Oud Beijerland Barendrecht

REC 3-13 14PR 00OJ 26NN 26NE 02CK 05HS

ZEELAND Deltaschool Klimopschool Beatrixschool Eben-haëzerschool Stichting Mytylschool Zeeland: de Sprienke De Regenboog

Goes Middelburg Zierikzee Kapelle Goes Hulst

REC 3-16 02RO 00TO 00OS 07IC 02RV 01JR 14NQ

RIVIERENLAND De Kom Talita Koemischool St. Maartenschool Cambier van Nootenschool Mikado SO VSO VSO De Werkenrode S.G. de Monninkskap

Druten Nijmegen Nijmegen Tiel Gennep Groesbeek Nijmegen

REC 3-17 01PD 02SJ 02SK 02SW 14OT 26NA

BRABANT NOORD OOST Herman Broerenschool Klimopschool Gabrielschool Bernadetteschool Franciscusschool St Willibrordusschool

Rosmalen Den Bosch Den Bosch Oss Veghel Boxtel

REC 3-18 14VL 01PJ 00LH 19HT 01PA 16SO 05HJ

ZUID OOST BRABANT Antoon van Dijkschool De Groote Aard Prins Willem-Alexanderschool Mgr Bekkersschool Emiliusschool Mytylschool De Berkenschutse

Helmond Duizel Veldhoven Eindhoven Son Eindhoven Heeze

REC 3-19 MIDDEN BRABANT i.o. * Zie REC 4-11

02ZX 01FX 00SR 00WP 01UB 23JU 01AV 01OZ

Mytylschool Tilburg De Brug, zmlk St. Jozefschool Pannehoeveschool De Burcht De Boschkens San Domenico Savio PI Oisterwijk

* Dit REC bestaat uit een combinatie van cluster 3 en 4

Tilburg Tilburg Tilburg Tilburg Tilburg Tilburg Goirle Oisterwijk

Dhr. C. Witvoet p/a Mytylschool de Brug Ringdijk 84 3054 KV ROTTERDAM Tel : 010 2111777 Fax: 010 4223903 [email protected] www.rzhz.nl

Dhr. H.G. Rops, MA p/a Klimopschool Postbus 455 4330 AL MIDDELBURG Tel : 0118 612668 Fax: 0118 628082 [email protected] www.klimopschool.nl

Dhr. W. Peeks p/a St Maartenschool/Sg. De monnikskap Hengstdal 3 6522 JV NIJMEGEN Tel : 024 3243665 Fax: 024 3601697 [email protected] www.maarstenschool.nl

Dhr. M.H.J.M. Hoondert p/a Herman Broerenschool Waterleidingstraat 2 5244 PE ROSMALEN Tel : 073 5212752 Fax: 073 5230227 [email protected] www.hermanbroereschool.nl

Dhr. Drs. J. Ph. M. van Dijen Emiliusschool Nieuwstraat 72 5691 AE SON EN BREUGEL Tel : 0499 494242 Fax: 0499 494243 [email protected]

Dhr. A.G.J.H. Lebbink p/a Mytylschool Tilburg Prof. Stoltehof 1 5022 KE TILBURG Tel : 013 5398850 Fax: 013 5398851 [email protected]

REC 3-22 21RO 02RK 16SN 02SZ 16LO

WEST BRABANT St Liduinaschool Mytylschool de Schalm Openluchtschool Mytylschool St Jan school

Breda Breda Breda Roosendaal Roosendaal

Dhr. Th. v/d Heuvel p/a Bestuurskantoor ''Mark en Aa" Rijnauwenstraat 203 4834 LD BREDA Tel : 076 5611688 Fax: 076 5640442 [email protected]

REC 3-23 01RB 17GQ 00KX 02QV 12QN 14VR 14YY 16PB 17LV 20IF

LIMBURG De Maaskei Vijverhofschool Herman Broerenschool Mytylschool Ulingshof Ven Parkschool Franciscusoord Mytylschool Maasgouwschool St Jan Baptistschool Jan Baptistschool Catharinaschool

Heel Venlo Roermond Venlo Sittard Valkenburg Maastricht Kerkrade Maastricht Heerlen

Mw. H.M.L. Meijers-Troquet Onderstestraat 29 6301 KA VALKENBURG Tel : 045 5282856 Fax: 045 5282809 [email protected]

REC's CLUSTER 4 REC 4-1 00ZF 02EP 02YM 02YR 14OR 23JT 19WF 06SV 02YL 00MU

RENN4 / REC 4-1 Van der Reeschool De Buitenschool Van Heemskerckschool Prof WJ Bladergroenschool Th. Hart de Ruyterschool Prof. Grewelschool Erasmusschool 't Ruigeveldschool Poortjeschool De Witakker

REC 4-3 02EY 02YN 02YU 14XF 02PQ 00AO 01AJ 00KM 04EJ 23KF 01QH 08PQ 04XY

Oost - Nederland Meester Gangelschool De Ambelt De Dreef De Ambelt-Oosterenk W.H. Suringarschool VSO ZMOK De Bolster Dokter Verschoorschool Onder De Kap Klein Borculo Het Schip Klein Borculo Elimschool De Lakenstenen

Smilde Leeuwarden Groningen Groningen Groningen Leeuwarden Groningen Rolde Groningen Rijs Hoenderloo Zwolle Wapenveld Zwolle Eefde Voorst Nunspeet Hengelo Borculo Enschede Borculo Hellendoorn

Dhr. H. Doornkamp RENN4 Postbus 8091 9702 KB GRONINGEN Tel : 050 3098888 Fax: 050 3098800 [email protected] www.renn4.nl

Dhr. F.P.J. Prins p/a De Ambelt-Herfte Herftelaan 39 8026 RC ZWOLLE Tel : 038 4532074 Fax: 038 4532020 [email protected]

Dhr. F.P.J. de Vries VSO Klein Borculo Postbus 58 7270 AB BORCULO Tel : 0545 272259 Fax: 0545 273991 [email protected]

REC 4-4 23GH 00VV 04AK 01KI 02RM 16OJ 02RF 00PQ 14RB 23GL 17JJ

't GOOI, UTRECHT, WEST-VELUWE De Lasenberg Prof. Fritz Redelschool C.P. van Leersumschool De Sprong Beukenrode Onderwijs Dr. DQR Mulock Houwerschool Berg en Boschschool Dokter Pelsschool J.H. Donnerschool Zonnehuis Veldheim Stenia Emaus College

Soest Soest Zeist Maarsbergen Doorn Amersfoort Bilthoven Utrecht De Glind Zeist Ermelo

Mw. A.Y. Schipper / Mw. R.A.E. van Duijvenbode p/a Dyade Dienstverlening Onderwijs Postbus 1402 3800 BK AMERSFOORT Tel : 033 4698200 Fax: 033 4612849 [email protected]

REC 4-5 00RL 18ZJ 18XY 18EC

NOORD - HOLLAND Antoniusschool De Spinaker Het Molenduin Prof. Dr. Gunningschool

Castricum Alkmaar Santpoort-Noord Haarlem

Dhr. Drs. P.J. Mol p/a Antoniusschool Heereweg 100 1901 ME CASTRICUM Tel : 0251 655771 Fax: 0251 672961 [email protected]

REC 4-6 20YN 20YC 23FA 20YD 17VX 01KX 21EJ 05XA 07IQ

AMSTERDAM E. J. van Detschool A.H. Gerhardschool De Pionier Mr G.T.J. de Jonghschool De Kleine Prins Bets Frylingschool De Wetering Prof. Waterinkschool De Werkruimte

Amsterdam Amsterdam Duivendrecht Amsterdam Amsterdam Amsterdam ZO Amsterdam Amsterdam Amsterdam

REC 4-9 00AW 04AD 01BS 01AI 05YX 01UC 20VT

Rijndrecht Bergse Veld Instituut Mr. Schats Max.J. Schreuderschool Dr C.P. Gelinkschool Parkschool RMPI-School De Piloot

Rotterdam Rotterdam Rotterdam Oostvoorne Alphen a/d Rijn Barendrecht Rotterdam

REC4-10 04EY 07WD 02RH 23GY

WEST BRABANT / ZEELAND Korczakschool De Koperakker De Berkenhof Internaatschool Lievenshove

Middelburg Rijsbergen Breda Oosterhout

Dhr. Drs. B.J. Homans Stichting Afra Boddaert PPI Plantage Middenlaan 33 1054 MP AMSTERDAM Tel : 020 5558364 / 33 Fax: 020 6204606 [email protected]

Dhr. Mr. Drs. E.J.M. Brandes Postbus 211 2900 AE BARENDRECHT Tel : 0180 691234 Fax: 0180 691391 [email protected]

Dhr. C.H. van Bruggen p/a De Berkenhof Galderseweg 81 4836 AE BREDA Tel : 076 5658455 Fax: 076 5659865 [email protected]

REC 4-11 MIDDEN BRABANT* zie REC 3-19 * Dit REC bestaat uit een combinatie van cluster 3 en 4

REC 4-13 16QL 01GF 00ON

ARNHEM, NIJMEGEN, OSS,TIEL Mr Johan Visscherschool ’t Driespan Paedologisch Instituutschool

14OP 03RH 00RT 01JE 23GK 03IJ 01JH

Roelant Berk en Beukschool St Tarcisiusschool De Sonnewijser / De Sterrenkijker Arnhemse Buitenschool De Huifkar Prinses Ireneschool / De Drempel SOVSO De Brouwerij

Nijmegen Nijmegen Tiel/ Ubbergen/ Nijmegen/ Arnhem Ubbergen / Tiel Nijmegen Oss Arnhem Arnhem Oosterbeek Zetten

REC 4-16 02SP 02KX 00SH 01UO 21SG 04EP

ZUID LIMBURG cluster 4 Don Boscoschool SO/VSO St. Jozef Instituut voor Orthopedagogisch Ond. De Buitenhof De Zonnewijzer ZMOK school Xaverius

Maastricht Cadier en Keer Maastricht Heerlen Heerlen Geleen

REC 4-17 01UQ 22OG 22OH 00UT 18CZ 22OB 17IP

DIRECT De Wijnberg VSO De Velddijk Het Poortje Lataste Widdonckschool De Ortolaan Onder de Wieken

Venlo Venlo Venlo Horn Heibloem Heijthuijsen Roermond

Dhr. B. van Kessel Seminarium voor Orthopedagogiek Albert Schweitserlaan 110 6525 JV NIJMEGEN Tel : 024 3501323 Fax: 024 3501323 [email protected]

Dhr. A.J.W. Cremers Langhaagweg 85 6171 BS STEIN Tel : 046 4260010 Fax: 046 4260120 [email protected]

Dhr. Th. Goossens p/a De Wijnberg Postbus 242 5900 AE VENLO Tel : 077 3551890 Fax: 077 3551821 [email protected]

REC 4-18 23XK 03XK 21IZ 21GN 10OL 03TV 19ES

OOST NOORD BRABANT De Zwengel Michaelschool Kinderhuis Reek-school Rietlanden De Rungraaf VSO De Korenaer De Hilt BJ Educatie Vreekwijk

Vught Boxtel Reek Den Bosch Eindhoven Stevensbeek Helmond Deurne

REC 4-19 00NT 00SI 02EJ 19OV 23GJ 20IX

REC WEST Prof. Dr Leo Kannerschool De Horst De Leidse Buitenschool De Brug J.C. Pleysierschool (Insp. W.P.) Blokpoelschool

Oegstgeest Leiden Katwijk Leiden Den Haag Den Haag

16VG 20KP

De Opperd School verbonden aan het Pedologisch Instituut

Den Haag Den Haag

REC 4-20 FLEVOLAND 23HU De Anger 23VR Dokter Herman Bekiusschool Experiment Gewoon Anders

Lelystad Lelystad Almere

Dhr. N. Papavoine p/a Michaelschool Schijndelseweg 3 5283 AB BOXTEL Tel : 0411 652222 Fax: 0411 652220 [email protected]

Dhr. Drs. R.E.A. Golverdingen p/a J.C. Pleysierschool Zusterstraat 150 2512 TR DEN HAAG Tel : 070 3052065 Fax: 070 3052066 [email protected]

Dhr. M. Sparreboom p/a De Anger Postbus 2344 8203 AH LELYSTAD Tel : 0320 252378 Fax: 0320 253924 [email protected]

REC-register stand van zaken juni 2001

Bijlage I

Het volgende overzicht bevat de samenstelling van REC's i.o. voor de clusters II, III en IV in juni 2001. REC's i.o. die met de afronding van de convenantsfase de tweede mijlpaal in hun ontwikkeling hebben bereikt, zijn opgenomen in het register 2001 van de Wegbereiders en worden gemarkeerd met een symbool. Het bereiken van de eerste mijlpaal P en de REC's van Cluster III die deelnemen aan een samenwerkingsproject met KDC'S met een K. Dit register wordt regelmatig geactualiseerd.

REC'S CLUSTER 2 R2 ® P REC 2-1 01JG 02OM 00RG 14UP 02CH 04LQ 18CP ®

R2 ®

R2 ®

NOORD NEDERLAND Enkschool Tine Marcusschool De Skelp Dr. J. de Graafschool Gyotschool Gyotschool Gyotschool

Zwolle Groningen Drachten Groningen Haren Haren Haren

REC 2-2 20WD 20WR 20WO 20WQ 02QY 10BW 10TS 18KL

NOORD HOLLAND/FLEVOLAND Johan C. Ammanschool Alexander Roozendaalschool Prof. H. Burgerschool Alexander Graham Bellschool Mgr Hermusschool Burg. de Wildeschool SG Hendrik Mol Professor van Gilseschool Stichting Gewoon Anders

Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Schagen Schagen Haarlem Almere

REC 2-4 14TV 08XZ 07QN 09VM 02GB 20JL 02FN

LEIHAGHE Effatha (SO) Effatha (SO-mg) Effatha (VSO) Effatha (VSO-mg) De Voorde Cor Emmousschool De Weerklank

Voorburg Voorburg Zoetermeer Zoetermeer Rijswijk Den Haag Leiden

REC 2-6 02YG 02MO 05VQ 05AP 04IV 08ZP 17GW 24EN 02RJ 03JT 05GS 13KL 14NT 14QX 22DC 24FD 17WM

ZEON Dr. P.C.M. Bosschool Prof. dr.H.C. Huizingschool De Stijgbeugel Het Maatman School Mariëlla De Beemden School voor VSO School Rafaël De Spreekhoorn VSO De MarWindt Ekkersbeek Mgr Hanssenschool Martinus van Beekschool Dr. Van Udenschool Mgr Terwindtschool School Eikenheuvel De Horst

Arnhem Enschede Arnhem Enschede Vught Eindhoven Sint Michielsgestel Sint Michielsgestel Breda Nijmegen Eindhoven Hoensbroek Nijmegen Sint Michielsgestel Nijmegen Vught Eindhoven

MIDDEN ZUID WEST Dr. F. Hogewindschool L.W. Hildernisseschool S. Jonkerenschool P.J. Evertseschool Rudolf Mees II Rudolf Mees I De Kring Professor Groenschool

Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Goes Amersfoort

R2 ® P REC 2-8 17JA 16TW 21JR 02YS 18DN 17WV 01HD 01JO

Mw. R. Damhof P/a SONN Rijkstraatweg 63 9752 AC HAREN Tel : 050 5343941 Fax: 050 5343378 [email protected]

Dhr. Drs. D. van der Bijl p/a Stichting Guyot Onderwijs Noord Holland Jan Tooropstraat 1 1062 BK Amsterdam Tel : 020 5110555 Fax: 020 5110556 [email protected]

Dhr. K.G. van der Straten Wagenmaker 2 2353 WJ Leiderdorp Tel : 071 5765149 Fax: 071 5720330 [email protected]

Dhr. Drs. H.W. Steemers P/a Instituut voor Doven/ Mgr. Terwind Stichitng

Theerestraat 42 5271 GD ST MICHELSGESTEL Tel : 073 5588351 Fax: 073 5588221 [email protected]

Dhr. Th. W.J. van Munnen Santa Cruzdreef 30 3563 VJ Utrecht Tel : 030 2619010 Fax: 030 2619125 ACC.Centraal@ACC_expertise.com

16ZL 17ZT 21KW 02CV

Alfonso Corti School Bertha Muller School De Taalkring Het Rotsoord

Utrecht Utrecht Utrecht Utrecht

REC'S CLUSTER 3

K

K

R2 ® P REC 3-1 19SO 19VO 19WD 22LH 14WT 26MU 26NL 19TZ 20BG 00SU ®

®

NOORDOOST NEDERLAND W.A. van Lieflandschool Mytylschool Prins Johan Friso Groningse Buitenschool De Meerpaal De Wingerd Meidoornschool M. Hardenbergschool De Meentschool W.A. van Lieflandschool Thriantaschool

Groningen Haren Glimmen Groningen Groningen Stadskanaal Veendam Winschoten Assen Emmen

REC 3-2 00LD 00RS 16TF 26MA 19TX 03PB 26MC 26LB 26LC 08ST 26LD 02XF

FRYSLÂN ¹ SRVF-school Lyndensteyn G.N. Gerritsmaschool De Rank De Poarte Meester Duisterhoutschool G.N. Gerritsmaschool Conventschool De Bolder/de Heuvel De Kampingerhof Piet Bakkerschool Dr. Van Voorthuysenschool St. De Wingerd

Beetserzwaag Drachten Drachten Drachten Heereveen Drachten Sneek Franeker Oosterwolde Sneek Leeuwarden Damwoude

REC 3-3 19VD 19QK 16TL 05PZ 14WS 26NR 16QX 19SK 06RJ 03BI 02CP

De 4 Provinciën ¹ Mytylschool de Driemaster Dr. Itardschool De Lelie De Schakel De Zonnebloem Zonnehof G.J. van de Ploegschool Mackayschool Boslust Eliëzerschool De Wingerd

Zwolle Zwolle Harderwijk Kampen Emmeloord Raalte Hoogeveen Meppel Ommen Zwolle Nunspeet

Dhr. Drs. R. Zwiers Margaretha Hardenbergschool Postbus 449 9640 AK Veendam Tel : 0598 698000 Fax: 0598 698008 [email protected]

Mw. M.M.C.R. Ypma School Lyndensteyn Hoofdstraat 3 9244 CL Beetsterzwaag Tel : 0512 389800 Fax: 0512 383783 [email protected]

Dhr. A. Reussing Zonnebloemschool Genèveplein 1 8303 JZ EMMELOORD Tel : 0572 612545 Fax: 0572 619234 [email protected]

¹ De REC's i.o. 3-2 en 3-3 gaan samen de haalbaarheid van een gezamenlijk REC onderzoeken.

K

K

R2 ®

REC 3-4 19QO 19LZ 01CN 18QP 02GD 00ZN

R2 ® P REC 3-5 04AN 05MF 00SO 19TG 22ML 26NJ 02VX 02GM 19SY 05LW

Oostmarke Dr Herderscheeschool De Huifkar 't Iemenschoer De Leeuwerik Onderwijscentrum het Roessingh Schutte’s Bosschool

Almelo Enschede Hengelo Neede Enschede Enschede

GROOT GELRE Christoffelschool Magnoliaschool Hamalandschool Anne Flokstra School De Lans Willem Köllingschool De Zonnehoek Daniel de Brouwerschool De Linde Aleida Gezinaschool

Didam Aalten Lichtenvoorde Zutphen Brummen Dieren Apeldoorn Wilp Deventer Arnhem

Dhr. Drs. A.H.B. Timmerhuis Seminarium voor Orthopedagogiek p/a Haaksbergerstraat 203 7513 EM Enschede Tel : 053 4303528 Fax: 053 4357035 [email protected]

Dhr. H. Brandsema Bestuursbureau CPOV Landjuweel 16-5 3905 PG VEENENDAAL Tel : 0318 519076 Fax: 0318 518821 [email protected]

R2 ®

K

14NA 16QF 22NX 01RE 24HY 14PG 03RM 00TQ 03AE 20OJ 19QS

Oranjeschool Kon. Emmaschool De Merel Mariëndael Mariëndael Mariëndael Mariëndael Mariëndael Mariëndael Van Voorthuysenschool Marijkeschool

Veenendaal Ede Ede Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Arnhem Apeldoorn Wageningen

REC 3-6 19SU 02AC 01TQ 00SL 02YP 15MR 02YT 26LF 14RZ 04BF 19TJ 03ND

REaCtys Regionaal Expertisecentrum Midden Nederland

Dhr. Drs. T.A.M. van Doorn Julianaweg 39 3941 DL Doorn Tel : 0343 421155

Dr. A. van Voorthuysenschool Koningin Emmaschool Klimopschool Mozarthof Mytylschool De Trappenberg De Zevenster Mytylschool "Ariane de Ranitz" Dr. D. Herderscheeschool Prinses Wilhelminaschool Rafaelschool W.A. van Lieflandschool Utrechtse Buitenschool De Schans

Amersfoort Amersfoort Hilversum Hilversum Huizen Lelystad Utrecht Utrecht Utrecht Utrecht Zeist Utrecht

R2 ® P REC 3-7 07IT 01LB 04GJ 01WX 01MI 00TD

NOORD-HOLLAND NOORD De Meerpaal/Herderscheeschool Mytylschool de Ruimte De Eenhoorn De Alk Mytyl Scholengemeenschap Heliomare De Zevensprong

Den Helder Bergen Hoorn Alkmaar Wijk aan Zee Beverwijk

R2 ®

REC 3-8 20WU 20WV 20WW 20WX 12QB 14UA 21EN 20VX 18LW 18BV 09QN 18IS 16KI 05PE 15DZ

NOORD - HOLLAND ZUID Mytylschool Tyltylschool Dr. Coronelschool W.B. Noteboomschool O.G. Heldringschool Alphons Laudyschool Kingmaschool v. Koetsveldschool De Regenboog Albert Sweitzerschool De Schelp Van Voorthuijsenschool Het Anker De Waterlelie M.L. Kingschool

Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Haarlem Haarlem Haarlem Haarlem Zaandam Cruquius Purmerend

REC 3-9 02EZ 14MY 00OQ 19UQ 04EF

ZUID-HOLLAND NOORD Mytyl/tyltylschool " De Vierbot De Duinpieper Korte Vlietschool Mytylschool Koningin Emmaschool

Katwijk Noordwijk Leiden Leiden Alphen a/d Rijn

[email protected]

REC3-10 26NU 19XZ 15KH 00PZ 02YJ

Het Groene REC Ds NH Beversluisschool (afd. ZMLK) De Ark De Keerkring Herman Broerenschool Maurice Maeterlinckschool

Gouda Gouda Zoetermeer Delft Delft

Dhr. H.J. Mantes p/a Herman Broereschool Clara van Sparwoudestraat 1 2612 SP DELFT Tel : 015 2141066 Fax: 015 2147707

R2 ®

R2 ®

[email protected]

Dhr. P. Klein P/a Mytylschool de Ruimte Oudburghweg 3 1862 PX BERGEN N.H. Tel : 072 5896971 Fax: 072 5897960 [email protected]

Dhr. L. Batstra p/a Dr. Coronelschool Jan Sluyterstraat 3 1062 CJ Amsterdam Tel : 020 6151193 Fax: 020 6178111 [email protected]

Mw. A. Kuijper Drieplassenweg 17 2225 JJ KATWIJK Tel : 071 4060280 Fax: 071 4060256

[email protected]

K

R2 ®

R2 ®

R2 ®

K

R2 ®

R2 ®

K

R2 ®

REC 3-11 02GA 02DE 20JG 20JE 20JM 03HW 01OY

HAAGWINDE Dr. C.E. van Koetsveldschool Bernardusschool Inspecteur S. de Vriesschool Eerste nederlandse Buitenschool Haagse Mytylschool de Pyramide Haags Tyltylcentrum ’t Kraaienest

Den Haag Den Haag Den Haag Den Haag Den Haag Den Haag Nootdorp

REC 3-12 26MR 14OH 00RK 19QU 20RX 01PE 26NG 18KC 17WK 20RK 20RL 20RT 20KH 02XM 18BD 00KK 20RI 26MY 20RJ 26LY 26MN

ZUID HOLLAND ZUID ''De Nachtegaal" Prinses Beatrix-Irene Margriet( afd. ZMLK) Bleijburgh De Blije Gaarde Ericaschool Mytylschool De Brug Dordtse Buitenschool De Kleine Wereld (afd. ZMLK) Maarlandschool St Mattheusschool 1e Rotterdamse Openluchtschool 2e Rotterdamse Openluchtschool Reconvalescentenschool De Regenboog A.J. Schreuderschool Tyltylschool Mytylschool De Vlij Dr. A. van Voorthuysenschool De Wegwijzer (afd. ZML) A. Willeboerschool Pr. Willem-Alexander De Wijngaard (afd. ZML)

Gorinchem Sliedrecht Dordrecht Vlaardingen Rotterdam Dordrecht Gorinchem Brielle Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Dordrecht Rotterdam Middleharnis Rotterdam Oud Beijerland Barendrecht

REC 3-13 14PR 00OJ 26NN 26NE 02CK 05HS

ZEELAND Deltaschool Klimopschool Beatrixschool Eben-haëzerschool Stichting Mytylschool Zeeland: de Sprienke De Regenboog

Goes Middelburg Zierikzee Kapelle Goes Hulst

REC 3-16 02RO 00TO 00OS 07IC 02RV 01JR 14NQ

RIVIERENLAND De Kom Talita Koemischool St. Maartenschool Cambier van Nootenschool Mikado SO VSO VSO De Werkenrode S.G. de Monninkskap

Druten Nijmegen Nijmegen Tiel Gennep Groesbeek Nijmegen

REC 3-17 01PD 02SJ 02SK 02SW 14OT 26NA

BRABANT NOORD OOST Herman Broerenschool Klimopschool Gabrielschool St Bernadetteschool Franciscusschool St Willibrordusschool

Rosmalen Den Bosch Den Bosch Oss Veghel Boxtel

REC 3-18 14VL 01PJ 00LH 19HT 01PA

ZUID OOST BRABANT Antoon van Dijkschool De Groote Aard Prins Willem-Alexanderschool Mgr Bekkersschool Emiliusschool

Helmond Duizel Veldhoven Eindhoven Son

Dhr. Drs. F.C.C.M. Thomassen BMC Kerkewei 18 4841 XS Prinsenbeek Tel : 076 5420801 Fax: 076 5493081 [email protected]

Dhr. C. Witvoet p/a Mytylschool de Brug Ringdijk 84 3054 KV Rotterdam Tel : 010 2111777 Fax: 0104223903 [email protected]

Dhr. H.G. Rops p/a Mytylschool De Sprienke Postbus 455 4330 AL Middelburg Tel : 0118 612668 Fax: 0118 628087 [email protected]

Dhr. W. Peeks P/a St Maartenschool Hengstdal 3 6522 JV NIJMEGEN Tel : 024 3243665 Fax: 024 3601697 [email protected]

Dhr. M. Hoondert P/a Herman Broerenschool Waterleidingstraat 2 5244 PE ROSMALEN Tel : 073 5212752 Fax: 073 5230227 [email protected]

Dhr. W.P.A.J.A. de Jong Langevennen Noord 127 5063 AR OISTERWIJK Tel : 013 5230120 Fax: 013 5230121 [email protected]

16SO 05HJ R2 ®

K

Mytylschool De Berkenschutse

REC 3-19 MIDDEN BRABANT i.o. * Zie ook REC 4-11 02ZX Mytylschool Tilburg 01FX De Brug, zmlk 00SR St. Jozefschool 00WP Pannehoeveschool 01UB De Burcht 23JU De Boschkens 01AV San Domenico Savio 01OZ PI Oisterwijk

Eindhoven Heeze

Tilburg Tilburg Tilburg Tilburg Tilburg Tilburg Goirle Oisterwijk

R2 ® P REC 3-22 21RO 02RK 16SN 02SZ 16LO

WEST BRABANT St Liduinaschool Mytylschool de Schalm Openluchtschool Mytylschool St Jan school

Breda Breda Breda Roosendaal Roosendaal

R2 ®

LIMBURG De Maaskei Vijverhofschool Herman Broerenschool Mytylschool Ulingshof Ven Parkschool Franciscusoord Mytylschool Maasgouwschool St Jan Baptistschool Jan Baptistschool Catharinaschool

Heel Venlo Roermond Venlo Sittard Valkenburg Maastricht Kerkrade Maastricht Heerlen

REC 3-23 01RB 17GQ 00KX 02QV 12QN 14VR 14YY 16PB 17LV 20IF

Dhr. A.G.J.H. Lebbink P/a Mytylschool Tilburg Prof. Stoltehof 1 5022 KE Tilburg Tel : 013 5398850 Fax: 013 5398851 [email protected]

Dhr. Th. v/d Heuvel p/a Bestuurskantoor ''Mark en Aa" Rijnauwenstraat 203 4834 LD Breda Tel : 076 5611688 Fax: 076 5640442 [email protected] Mw. H.M.L. Meijers-Troquet p/a De Maasgouw Onderstestraat 29 6301 KA Valkenburg Tel : 045 5282800 Fax: 045 5282809 [email protected]

REC'S CLUSTER 4 R2 ® P REC 4-1 00ZF 02EP 02YM 02YR 14OR 23JT 19WF 06SV 02YL

RENN4 Van der Reeschool De Buitenschool Van Heemskerckschool Prof WJ Bladergroenschool Th. Hart de Ruyterschool Prof. Grewelschool Erasmusschool 't Ruigeveldschool Poortjeschool

Smilde Leeuwarden Groningen Groningen Groningen Leeuwarden Groningen Rolde Groningen

R2 ®

DE DRIE GEWESTEN Meester Gangelschool De Witakker De Ambelt De Dreef De Ambelt-Oosterenk W.H. Suringarschool VSO ZMOK De Bolster Dokter Verschoorschool

Hoenderloo Rijs Zwolle Wapenveld Zwolle Eefde Voorst Nunspeet

R2 ®

REC 4-2a 02EY 00MU 02YN 02YU 14XF 02PQ 00AO 01AJ

REC 4-2b FLEVOLAND 23HU De Anger 23VR Dokter Herman Bekiusschool Experiment Gewoon Anders

Lelystad Lelystad Almere

Dhr. H. Doornkamp p/a PINN Postbus 8098 9702 KB Groningen Tel : 050 3098888 Fax: 050 3098800 [email protected]

Dhr. Drs. F.J. Prins P/a De Ambelt-Herfte Herfterlaan 39 8026 RC Zwolle Tel : 038 4532074 Fax: 038 4532020 [email protected]

Dhr. M. Sparreboom p/a De Anger Postbus 2344 8203 AH LELYSTAD Tel : 0320 252378 Fax: 0320 253924 [email protected]


R2 ®

REC 4-3 00KM 04EJ 23KF 01QH 08PQ

INTREC Twente Oost Gelderland Onder De Kap Klein Borculo Het Schip Klein Borculo Elimschool

Hengelo Borculo Enschede Borculo Hellendoorn

Dhr. F.P.J. de Vries VSO Klein Borculo Postbus 58 7270 AB Borculo Tel : 0545 272259 Fax: 0545 273991 [email protected]

R2 ®

R2 ®

REC 4-4 23GH 00VV 04AK 01KI 02RM 16OJ 02RF 00PQ 14RB 23GL 17JJ

UTRECHT WEST VELUWE De Lasenberg Prof. Fritz Redelschool C.P. van Leersumschool De Sprong Beukenrode Onderwijs Dr. DQR Mulock Houwerschool Berg en Boschschool Dokter Pelsschool J.H. Donnerschool Zonnehuis Veldheim Stenia Emaus College

Soest Soest Zeist Maarsbergen Doorn Amersfoort Bilthoven Utrecht De Glind Zeist Ermelo

Mw. A.Y. Schipper

REC 4-5 00RL 18ZJ 18XY 18EC

NOORD - HOLLAND St Antoniusschool De Spinaker Het Molenduin Prof. Dr. Gunningschool

Castricum Alkmaar Santpoort-Noord Haarlem

p/a

Dyade Dienstverlening Onderwijs Vestiging Amersfoort

Postbus 1402 3800 BK AMERSFOORT Tel : 033 4698200 Fax: 033 4612849 [email protected]

Dhr. Drs. P.J. Mol p/a Antonius school Heereweg 114 1901 ME CASTRICUM. Tel : 0251 655771 Fax: 0251 672961 [email protected]

R2 ®

REC 4-6 20YN 20YC 23FA 20YD 17VX 01KX 21EJ 05XA 07IQ

® P REC 4-9 00AW 04AD 01BS 01AI 05YX 01UC 20VT R2 ®

REC4-10 04EY 07WD 02RH 23GY

AMSTERDAM E. J. van Detschool A.H. Gerhardschool De Pionier Mr G.T.J. de Jonghschool De Kleine Prins Bets Frylingschool De Wetering Prof. Waterinkschool De Werkruimte

Amsterdam Amsterdam Duivendrecht Amsterdam Amsterdam Amsterdam ZO Amsterdam Amsterdam Amsterdam

Rijndrecht Bergse Veld Instituut Mr. Schats Max.J. Schreuderschool Dr C.P. Gelinkschool Parkschool RMPI-School De Piloot

Rotterdam Rotterdam Rotterdam Oostvoorne Alphen a/d Rijn Barendrecht Rotterdam

WEST BRABANT / ZEELAND Korczakschool De Koperakker De Berkenhof Internaatschool Lievenshove

Middelburg Rijsbergen Breda Oosterhout

Dhr. Drs. B.J. Homans Stichting Afra Boddaert PPI Plantage Middenlaan 33 1054 MP Amsterdam Tel : 020 5558364 / 33 Fax: 020 6204606 [email protected]

Dhr. Mr. Drs. E.J.M. Brandes p/a KPC Groep Postbus 482 5201 AL Den Bosch Tel : 07306247247 Fax: 073 6247294 [email protected]

Dhr. C.H. van Bruggen p/a De Berkenhof Galderseweg 81 4836 AE BREDA Tel : 076 5658455 Fax: 076 5659865 [email protected]

R2 ®

REC 4-11 MIDDEN BRABANT* zie ook REC 3-19

R2 ®

REC 4-13 16QL 01GF 00ON


ARNHEM, NIJMEGEN, OSS,TIEL Mr Johan Visscherschool ’t Driespan Paedologisch Instituutschool

Nijmegen Nijmegen Tiel/ Ubbergen/

Dhr. B. van Kessel P/a Roelant Berk en Beukschool Postbus 10595 6500 MB NIJMEGEN

R2

R2 ®

R2 ®

R2 ®

14OP 03RH 00RT 01JE 23GK 03IJ 01JH

Roelant Berk en Beukschool St Tarcisiusschool De Sonnewijser / De Sterrenkijker Arnhemse Buitenschool De Huifkar Prinses Ireneschool / De Drempel SOVSO De Brouwerij

Nijmegen/ Arnhem Tel : 024 3220721 Ubbergen / Tiel Fax: 024 3816112 [email protected] Nijmegen Oss Arnhem Arnhem Oosterbeek Zetten

REC 4-16 02SP 02KX 00SH 01UO 21SG 04EP

ZUID LIMBURG Don Boscoschool SO/VSO St. Jozef Instituut voor Orthopedagogisch Ond. De Buitenhof De Zonnewijzer ZMOK school Xaverius

Maastricht Cadier en Keer Maastricht Heerlen Heerlen Geleen

REC 4-17 01UQ 22OG 22OH 00UT 18CZ 22OB 17IP

NOORD EN MIDDEN LIMBURG De Wijnberg VSO De Velddijk Het Poortje Lataste Widdonckschool De Ortolaan Onder de Wieken

Venlo Venlo Venlo Horn Heibloem Heijthuijsen Roermond

REC 4-18 23XK 03XK 21IZ 21GN 10OL 03TV 19ES

OOST NOORD BRABANT De Zwengel st Michaelsschool Kinderhuis Reek-school Rietlanden De Rungraaf VSO De Korenaer De Hilt BJ Educatie Vreekwijk

Vught Boxtel Reek Den Bosch Eindhoven Stevensbeek Helmond Deurne

REC 4-19 00NT 00SI 02EJ 19OV 23GJ 20IX 16VG

ZUID HOLLAND WEST Prof. Dr Leo Kannerschool De Horst De Leidse Buitenschool De Brug J.C. Pleysierschool (Insp. W.P.) Blokpoelschool De Opperd

Oegstgeest Leiden Katwijk Leiden Den Haag Den Haag Den Haag

20KP

School verbonden aan het Pedologisch Instituut

Den Haag

Dhr. A.W. J. Cremers P/a St. Jozef Pater Kustersweg 3 6267 NL CADIER EN KEER Tel : 043 4072077 Fax: 043 4071657 [email protected]

Dhr. Th. Goossens p/a De Wijnberg Schaapsdijkweg 56 5913 PB VENLO Tel : 077 3551890 Fax: 077 3551821 [email protected]

Dhr. N. Papavoine p/a Michaelschool Schijndelseweg 3 5283 AB BOXTEL Tel : 0411 652222 Fax: 0411 652220 [email protected]

Dhr. Drs. R. Golverdingen p/a J.C. Pleysierschool Zusterstraat 150 2512 TR Den Haag Tel : 070 3052065 Fax: 070 3052066 [email protected]

Bartiméus Zeist Bartiméus Doorn Sensis Grave Sensis Breda Sensis Rotterdam Visio Onderwijsinstelling Noord Visio- Koninklijk Instituut tot Onderwijs van Slechtzienden en Blinden Visio- Koninklijk Instituut tot Onderwijs van Slechtzienden en Blinden Comeniusschool

Utrechtseweg 84 Oude Arnhermse Bovenweg 3 Jan van Cuijkdijk 1 Galderseweg 65 Heindijk 4 Rijksstraatweg 284 Rummerinkhof 6a Amersfoortsestraat 180 Slotermeerlaan 103

3702 AD 3941 XM 5361 HM 4836 AC 3079 PM 9752 CL 9751 SL 1272 RR 1063 JN

ZEIST DOORN GRAVE BREDA ROTTERDAM HAREN HAREN HUIZEN AMSTERDAM

030 6982346 0343 526576 0486 471215 076 5613739 010 4827533 050 5349569 050 5343300 035 6985811 020 6131176

Regeling regionale afstemming van Regionale Expertisecentra in oprichting (REC’s i.o) met samenwerkingsverbanden WSNS en voortgezet onderwijsspeciaal voortgezet onderwijs (VO-SVO) en de (jeugd)zorg Bestemd voor:

OCenW-Regelingen

• samenwerkingsverband Weer Samen Naar School: een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18,

• samenwerkingsverbanden VO-SVO;

eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs.

• samenwerkingsverbanden WSNS.

• samenwerkingsverband VO-SVO: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 10h, eerste lid van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Algemeen verbindend voorschrift

• school:

Datum: 26 oktober 2001

een school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet spe-

Kenmerk: PO/LGF/01/38182

ciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal

Datum inwerkingtreding: zie artikel 8

onderwijs als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de

Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t.

Wet op de expertisecentra, dan wel een afdeling voor

Juridische grondslag: artikel 4 van de Wet overige

zeer moeilijk lerende kinderen genoemd in artikel XXXI-

OC&W-subsidies

II, tweede lid, van de Wet van 2 april 1998, (Stb 1998,

Relatie tot eerdere mededelingen: sluit aan op

228).

beleidsregel PO/LGF/01/19480 van 14 mei 2001

Informatie verkrijgbaar bij:

Artikel 2

CFI/ICO/PO, 079-3232.333 CFI/ICO/VO, 079-3232.444

Doel van de subsidieverstrekking De regeling heeft tot doel om aan het reguliere onderwijs (samenwerkingsverbanden WSNS en VO/VSO) en de (jeugd)zorginstellingen informatie en voorlichting te geven

De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

over de veranderingen na invoering van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de expertisecentra, Wet op het

Gelet op:

primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs

• artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies

in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van regionale expertisecentra

Besluit:

(regeling leerlinggebonden financiering (LGF)) en praktische gevolgen voor de samenwerking tussen de REC’s i.o. en instellingen en het regulier onderwijs en de zorg.

Artikel 1

Tevens heeft de regeling tot doel om in overleg en tot

Begripsbepaling

afstemming te komen tussen de samenwerkingsverbanden

In deze regeling wordt verstaan onder:

en het REC i.o. en de instelling. Deze regionale afstem-

• Regionaal Expertisecentrum in oprichting (REC i.o.):

ming wordt vormgegeven volgens een kader, zoals in arti-

scholen in een geografisch afgebakend gebied die een

kel 4 bedoeld.

convenant hebben opgesteld en ondertekend. In het

Het betreft:

convenant verklaren de bevoegde gezagsorganen dat

a

het indicatiestelsel LGF en de gevolgen van de indica-

één of meer onder hun bestuur staande scholen zullen

tiestelling voor permanente commissies leerlingenzorg

samenwerken met als doel te komen tot een Regionaal

(PCL) en regionale verwijzingscommissies in het voortgezet onderwijs (RVC) en (jeugd)zorg;

Expertisecentrum dat verantwoordelijk is voor de taken als genoemd in artikel 5, eerste lid van de Vierde facili-

b

2001-2002 d.d. 14 mei 2001 (Kenmerk PO/LGF/01/19480,

c d

de mogelijkheden en beperkingen inzake de (preventieve) ambulante begeleiding;

een instelling als bedoeld in artikel 8, eerste lid, tweede volzin van de Wet op de expertisecentra (WEC).

de ervaringen van het regulier onderwijs met integratie;

Gele Katern nr. 14 van 23 mei 2001). • instelling:

de integratie van geïndiceerde leerlingen in de reguliere scholen;

teringsregeling regionale expertisecentra in oprichting

e

de inrichting en organisatie van de REC’s i.o. en de instellingen;

Algemeen

NUMMER 25 •

9 • 7 november 2001

f g

de ondersteunings- en begeleidingsmogelijkheden van

Regionaal Expertisecentrum in oprichting of instelling

REC’s i.o. en de instellingen;

voor visueel gehandicapten.

afspraken over afstemming en samenwerking tussen REC i.o., instelling, PCL, RVC, regulier onderwijs en

Artikel 6

(jeugd)zorg. Daartoe wordt aan de Regionale expertisecentra in oprichRegeling regionale afstem-

Verantwoording van de subsidie

ting en de instellingen subsidie toegekend voor het school- 1.

De verantwoording van de beschikbare gelden kan

jaar 2001-2002.

gelijktijdig plaatsvinden met de verantwoording van de subsidie in het kader van de Vierde faciliteringsre-

ming van Regionale

geling regionale expertisecentra in oprichting

Expertisecentra in oprich-

Artikel 3

ting (REC’s i.o) met -samen-

(Kenmerk PO/LGF/01/19480, Gele Katern nr. 14 van 23 mei 2001). Het artikel 7 van die regeling is van toe-

werkingsverbanden WSNS

Hoogte van de subsidie

en voortgezet onderwijs-

Het bedrag van de subsidie bedraagt fl.160,-- (EUR,72,60-)

speciaal voortgezet onder-

per leerling van de aan het REC i.o. deelnemende scholen

wijs (VO-SVO) en de

respectievelijk een instelling. Berekeningsgrondslag is het

uiterlijk 1 oktober 2002 een activiteitenverslag in als

(jeugd)zorg

aantal leerlingen dat op de teldatum 1 oktober 2000 dan

bedoeld in artikel 4:80 van de Algemene wet bestuurs-

wel wanneer toepassing is gegeven aan artikel 9 van het

recht, alsmede een financieel verslag waaruit blijkt dat

Formatiebesluit WEC, 16 januari 2001, stond ingeschreven

de subsidie is besteed in overeenstemming met de

op de in het REC i.o. deelnemende scholen respectievelijk

bepalingen van deze regeling. Deze documenten wor-

een instelling, inclusief het aantal ambulant begeleide leer-

den verzonden aan Cfi/FVE/VDE, postbus 25000 2700

lingen.

LZ Zoetermeer.

Artikel 4

passing. 2.

De instellingen voor visueel gehandicapten zenden

Artikel 7

Toekenningsvoorwaarden

Bekendmaking

a)

De inzet van de middelen dient plaats te vinden bin-

Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OCenW-

nen het door de Wegbereiders en het

Regelingen worden geplaatst. Van deze regeling zal mede-

Procesmanagement primair onderwijs (PMPO) en door

deling worden gedaan in de Staatscourant.

hen aangewezen overige landelijke instellingen, ontwikkelde kader ten behoeve van de regionale afstemming. b)

Artikel 8

De inzet van de middelen wordt bepaald binnen een

Inwerkingtreding

door het REC i.o. en instelling in te stellen regionaal

Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde

afstemmingsoverleg waarin vertegenwoordigd zijn:

dag na de datum van uitgifte van Uitleg OCenW-

• het REC i.o. of de instelling

Regelingen waarin deze regeling wordt geplaatst.

• de betrokken samenwerkingsverbanden wsns • de betrokken samenwerkingsverbanden vo-svo • de (jeugd)zorg c)

Artikel 9

Het Regionaal Expertisecentrum in oprichting dient te

Citeertitel

rapporteren over de resultaten van de informatievoor-

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling regionale

ziening aan en het overleg met de samenwerkingsver-

afstemming van REC’s i.o. met WSNS- en VO-SVO-samen-

banden WSNS en VO-SVO en de (jeugd)zorg over de

werkingsverbanden en de (jeugd)zorg.

invoering van het wetsvoorstel Leerlinggebonden Financiering, in het gesprek met de Wegbereiders over De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, de vorderingen die het REC in oprichting heeft

drs. K.Y.I.J. Adelmund

gemaakt in het schooljaar 2001-2002. Deze rapportage dient in ieder geval een beschrijving te bevatten van de verwezenlijking van de in artikel 2 genoemde doelen.

Toelichting Na een periode van intensief overleg is de vormgeving van

Artikel 5

het traject Leerlinggebonden financiering neergeslagen in

Betaling van de subsidie

een wetsvoorstel dat in behandeling is bij de Tweede

De subsidie wordt als bestemmingsbedrag in november

Kamer. Er is bij het reguliere onderwijs (samenwerkings-

betaalbaar gesteld aan de coördinerende school van het

NUMMER 25 •


Algemeen

verbanden WSNS en VO/VSO) behoefte aan informatie,

protocollen) en landelijke conferenties en gericht zijn op

voorlichting, scholing en overleg over:

de situatie in de eigen regio. Zo zal voorkomen moeten

a

het indicatiestelsel LGF en de gevolgen van de indica-

worden dat samenwerkingsverbanden van verschillende

tiestelling voor PCL’en en RVC’s en (jeugd)zorg;

REC’s i.o. een scholing krijgen aangeboden over bijvoor-

b

de integratie van geïndiceerde leerlingen in de regulie- beeld het onderwijskundig rapport. re scholen;

Binnen de regio’s moet afstemmingsoverleg plaatsvinden

c

de mogelijkheden en beperkingen inzake de (preven-

tussen REC i.o., instellingen en de samenwerkingsverban-

tieve) ambulante begeleiding;

den over de inzet van de afstemmingsmiddelen.

Regeling regionale afstem-

de inrichting en organisatie van de REC’s i.o. en instel-

Afhankelijk van de omvang van de regio en/of het REC i.o.

ming van Regionale

lingen voor visueel gehandicapten;

kan voor samenwerking tussen REC’s i.o. en samenwer-

Expertisecentra in oprich-

de ondersteunings- en begeleidingsmogelijkheden van

kingsverbanden gekozen worden of voor subregio’s, waar-

ting (REC’s i.o) met -samen-

REC’s i.o. en instellingen voor visueel gehandicapten;

bij een deel van het REC i.o. en een deel van de samenwer-

werkingsverbanden WSNS

afspraken over afstemming en samenwerking tussen

kingsverbanden tot een bepaling van de inzet van de mid-

en voortgezet onderwijs-

REC i.o., instellingen, PCL, RVC, regulier onderwijs en

delen komen. Doelmatigheid en het voorzien in informa-

speciaal voortgezet onder-

(jeugd)zorg.

tiebehoeften zijn hierbij van groot belang.

wijs (VO-SVO) en de

d e f

(jeugd)zorg

Vanuit het reguliere onderwijs is er vooral behoefte aan

REC’s i.o. en instellingen en samenwerkingsverbanden

om te weten wat LGF gaat betekenen voor het eigen func-

kunnen met deze facilitering de afstemming systematisch

tioneren. Vanuit de REC’s i.o. is er de behoefte om de

aanpakken, door onder meer:

WSNS- en VO/VSO-verbanden te informeren over het voor-

• Voorlichtingsmaterialen te laten maken gericht op de

genomen beleid en daarop reacties te krijgen die zonodig nog tot bijstelling kunnen leiden. Verder hebben REC’s i.o. er belang bij om een helder inzicht te krijgen in de integratiemogelijkheden die bij de reguliere scholen bestaan in de eigen regio, en hoe die mogelijkheden verbeterd kunnen worden. Zo’n ”bestandsopname” vormt het vertrekpunt voor de uitvoering van de wettelijke taak om ouders te begeleiden bij het zoeken naar een reguliere school.

regionale situatie; • Conferenties te organiseren over de indicatiestelling en de begeleidingsmogelijkheden; • Een bestandsopname te laten maken naar de ervaringen met integratie; • De samenwerkingsafspraken neer te leggen in protocollen; • Stimuleringsactiviteiten te organiseren om de integratiebereidheid te vergroten.

Afstemmingsafspraken zijn ook van belang voor een efficiënte indicatiestelling door een permanente commissie

REC’s i.o. en instellingen ontvangen voor het lopende

leerlingenzorg, regionale verwijzingscommissie en een

schooljaar een éénmalige subsidie om activiteiten gericht

commissie voor indicatiestelling, zodat voorkomen kan

op afstemming van LGF op WSNS- en VO/VSO-verbanden te

worden dat onnodig met leerlingen geschoven wordt.

kunnen (laten) uitvoeren. In totaliteit is voor deze activiteiten een budget beschikbaar van fl. 9 mln. De verdeling van

De Wegbereiders LGF en het PMPO zullen de REC’s i.o. en

dit budget over de REC’s i.o. en instellingen vindt plaats op

de instellingen voor visueel gehandicapten adviseren bij de basis van de omvang van het REC (aantallen (v)so- en abvormgeving van de regionale afstemming. Zij vormen hier- leerlingen x f. 160,--). De faciliteit wordt toegekend aan het voor een landelijke begeleidingsgroep die breed zal wor-

REC i.o. (i.c. de coördinerende school) en de instelling voor

den samengesteld. In ieder geval zullen het

visueel gehandicapten.

Coördinatorenplatform WSNS, het Landelijk Centrum

De verantwoording over (de resultaten van) de onderno-

Onderwijs & Jeugdzorg en de vmbo-projectorganisatie

men activiteiten vindt plaats in het REC-gesprek met de

betrokken worden. Deze landelijke begeleidingsgroep zal

Wegbereiders aan het eind van het schooljaar 2001-2002.

een kader voor regionale afstemming ontwikkelen. De activiteiten die de REC’s i.o. en de instellingen in het kader

Voor de extra financiële impuls hoeft geen aanvraag te

van deze regeling ontwerpen zullen aan dit kader moeten

worden ingediend. Medio november 2001 ontvangen scho-

voldoen.

len automatisch een beschikking.

In dit kader zal opgenomen zijn dat de activiteiten mede voldoen aan de behoeften van de samenwerkingsverbanden en (jeugd)zorg aan voorlichting en scholing. Tevens zal het kader betrekking hebben op een doelmatige inzet van

De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

middelen. Zo zullen de informatieverstrekking, voorlich-

drs. K.Y.I.J. Adelmund

tings- en/of scholingsactiviteiten voor het regulier onderwijs en (jeugd)zorg moeten voortbouwen op de landelijk ontwikkelde voorlichtingsmaterialen (handreikingen en

Algemeen

NUMMER 25 •


02 Jill Hehemann. Onderwerp Regeling regionale afstemming

Recommend Documents