Intergemeentelijke afstemming
Zoals in het beleidskader 'Samenwerken aan de krachtige stad' is aangegeven, dient er over een aantal gebieden intergemeentelijke a/stemming plaats te vinden. Hieronder uiordt aangegeven hoe een aantal zaleen op elkaar is a/gestemd. Allereerst lüordt ingegaan op Netiuerkstad Twente.
Netwerkstad De steden Enschede, Hengelo, Almelo en Bome zijn partners in de Netwerkstad Twente. De Netwerkstad heeft onlangs haar strategische visie deel II vastgesteld. Voor de Netwerkstadsteden vormt de strategische visie II het belangrijkste kader voor de samenwerking tussen de steden. In deze visie zijn de gezamenlijke ambities en afspraken op diverse inhoudelijke terreinen weergegeven. Er zijn afspraken in opgenomen over een Regionale Bedrijventerrein Twente, de revitalisering van bedrijventerreinen aan het Twentekanaal in de diverse steden, het Kennispark Twente, de Agglolijn (hoogwaardig openbaar vervoer), het Muziekkwartier, afstemming van sportvoorzieningen in de diverse steden (sportcluster), de Rijksweg Ni8 enzovoort. De strategische visie behoort eveneens bij de voor dit convenant relevante stukken. De visie geeft het projectenpakket weer, dat de komende jaren wordt uitgewerkt Een belangrijk onderdeel vormen de boegbeeldprojecten. De steden hebben gezamenlijk vier boegbeeldprojecten benoemd: - het kennispark Twente (met als vestigingsgemeente Enschede) - Hart van Zuid (een groot binnenstedelijk vernieuwingsproject in Hengelo) - de Driehoek Hart van Twente (Regionaal Bedrijven Terrein Twente en het bedrijventerrein Zenderende Esch in respectievelijk Almelo en Bome) - De Agglolijn (alle gemeenten). Voor alle projecten geldt dat het om een bovenlokale plusvoorziening gaat Ze worden beschouwd als van grote betekenis voor de Netwerkstad Twente als geheel. Er zijn dus positieve effecten voor alle afzonderlijke gemeenten. De intergemeentelijke afspraken hierover zijn terug te vinden in de strategische visie. De afspraken hebben een duidelijke relatie met die uit het Grote Steden Beleid, omdat ze deels dezelfde onderwerpen betreffen (zoals de revitalisering van bedrijventerreinen).
Nieuw Perspectief voor Twente Naar aanleiding van het besluit van de regering om de militaire vliegbasis Twenthe te sluiten, is vanuit Twente door overheden (Netwerkstad Twente, Regio Twente en Provincie Overijssel), bedrijfsleven en kennisinstellingen gezamenlijk een beleidsagenda opgesteld voor een Nieuw perspectief voor Twente. In dit Nieuw Perspectief voor Twente (NPT) is vanuit de analyse van de Twentse economische situatie een aantal samen werkingsafspraken gemaakt en zijn concrete projecten geformuleerd. Het centrale thema hierin is Zorg en Technologie. Doel is om deze projecten in gezamenlijkheid te realiseren. Daarbij wordt ook een nadrukkelijk beroep op de centrale overheid. Vanuit het NPT willen de partners afspraken met het Rijk maken over financiële middelen op korte en middellange termijn. Maar ook over een uitvoeringsagenda voor de komende jaren en het slechten van barrières in wet- en regelgeving.
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009
Cultuur Het Muziekkwartier vormt één van de Netwerkstadprojecten. Het Muziekkwartier zal een aantal belangrijke culturele functies gaan omvatten, zoals het Muziekcentrum, de Schouwburg, het Poppodium, de Muziekschool van Enschede en de Nationale Reisopera. Vooruitlopend daarop wordt sinds enkele jaren het programma van de diverse instellingen in voornamelijk de Netwerksteden Enschede en Hengelo op elkaar afgestemd. (Zie hiervoor ook de Strategische Visie.)
Wonen Regionaal worden afspraken gemaakt over de woningbouwopgave in het kader van de verstedelijkingsafspraken. Enschede, Almelo en Hengelo zetten een gezamenlijke koers uit voor de kwalitatieve en kwantitatieve invulling van deze woningbouwopgave. Enschede wil hiervoor een overall-inventarisatie opstellen. Dat brengt in beeld, zowel kwantitatief als kwalitatief, voor welke opgave we staan. De gedachte is dat deze inventarisatie vervolgens inzet is bij de verdere regionaal te maken afspraken en de verdeling BLS. Hierover dient het overleg met de andere steden echter nog gevoerd te worden. De aantallen die elke gemeente voor haar rekening neemt, zijn terug te vinden in de MOP's van de steden. In dit kader is tevens het Bestuurlijk Afsprakenkader Woningbouw Twente relevant. Dit is op 5 maart 2004 door de veertien in de Regio Twente liggende gemeenten vastgesteld. Het Afsprakenkader vormt de basis voor inhoudelijke (kwantiteit en kwaliteit) en procesafspraken over de woningbouw en zal ook als input dienen voor de met het Rijk af te sluiten Verstedelijfóngsafspraken. Mede ten behoeve van dit traject is een aparte Stuurgroep Verstedelijking geformeerd (onder voorzitterschap van de Regio Twente). Hierin participeren, naast de steden en provincie, ook de overige Twentse gemeenten. Eind september 2004 is op het niveau van de portefeuillehouders van de Twentse steden ingestemd met het convenant woningbouwafspraken 2005-2010, dat onder meer betrekking heeft op woningbouw, milieu, groen, openbaar vervoer en infrastructuur.
Zorgvuldig ruimte gebruik Intensiueringsopgaue In de ontwerp Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Netwerkstad Twente 2030, "De NetwerkstadTwente op Koers" is, als onderlegger voor de Strategische Visie deel II, in § 2,2 aangegeven dat de ambitie van de Netwerkstad ligt in het veel meer als één geheel functioneren. De netwerksteden willen de opgaven voor wonen, werken, voorzieningen, verkeer en vervoer, groen en water als gezamenlijke opgaven uitwerken. Behalve dat dit specialisatie vereist, is ook versterking van de fysieke samenhang noodzakelijk. De agglotijn zal deze functionele samenhang kunnen versterken. Verder dient de stedelijke uitbreiding te worden beperkt door stedelijke ontwikkeling veel compacter te laten plaatsvinden. Concentraties van gemengde functies rond de stations zijn daarin een belangrijke opgave. Tenslotte is het vergroten van contrast tussen geïntensiveerd verstedelijkt gebied en het landschap een belangrijke ambitie op Netwerkstad niveau om de balans met een krachtig landschap te behouden en te versterken. Daartoe zal een combinatie worden ingezet van
Intergemeentelijke afstemming
interventiestrategieën. Namelijk de strategie van het stedelijk/infrastructurele ("snelle") netwerk en het groene, ecologische en water ("langzame") netwerk. Dragers hiervoor zijn de boegbeelden van Netwerkstad Twente, de combinatie van instrumentarium en samenwerking. Ondermeer in de verstedeüjkingsafspraken woningbouw 2005 - 2010 zullen deze principes voor de samenwerkende gemeenten leidend zijn voor de uit te werken opgave.
Omgevingskwaliteit Middengebied Enschedc-Hengelo
Voor Enschede en Hengelo speelt in dit kader de integrale afstemming Middengebied EnschedeHengelo. Er is voor het maken van afspraken over het Middengebied een bestuurlijk afstemmingsoverleg tussen de portefeuillehouders RO in het leven geroepen. De ambtelijke afstemming vindt plaats door de directeuren Stadsontwikkeling van beide gemeenten. De thema's en projecten waarover afstemming plaatsvindt zijn: - MER kanaalzone - Ontwikkeling 400 m kunstijsbaan - Infrastructuur en bereikbaarheid (Westtangent Enschede; Oosttangent Hengelo) - Tijdelijke bereikbaarheid kanaalzone - Ecozone, waterretentie en afstemming met Waterschap Regge en Dinkel - FBK stadion - Reconstructiewet
Maatschappelijke Opvang Enschede is centrumgemeente voor de maatschappelijke opvang, verslavingszorg (de regio's Enschede en Hengelo) en vrouwenopvang (heel Twente). Enschede verdeelt als centrumgemeente de specifieke uitkeringen die hiervoor ontvangen worden, naar de uitvoerende instellingen. Dit gebeurt in nauw overleg met de andere gemeenten. Over de inzet van de middelen vindt twee keer per jaar op bestuurlijk niveau overleg plaats tussen de gemeenten Hengelo en Enschede en de gemeente Almelo. Ambtelijk is er eveneens sprake van regelmatig overleg en afstemming. Met betrekking tot de vrouwenopvang wordt daarnaast overleg gepleegd met centrumgemeente Zwolle (de stichting vrouwenopvang Overijssel kent heel Overijssel als haar werkgebied). Gezamenlijk worden de prioriteiten, inzet en afspraken (output en resultaat) bepaald en op basis daarvan het geld naar de diverse instellingen verdeeld. Dit betreft drie specifieke uitkeringen, die nu geïntegreerd zijn in de BDU SIV. Tevens ontvangen zowel Enschede als Hengelo naast de specifieke uitkeringen (GSB-gelden) Rietkerkmiddelen voor bovengenoemde beleidsterreinen. Beide steden proberen zo goed mogelijk met elkaar af te stemmen welke gelden voor welke activiteit worden ingezet.
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009
Bedrijventerreinen In Netwerkstad verb and wordt een gezamenlijk bedrijventerrein gerealiseerd voor grootschalige bedrijvigheid ter stimulering van de werkgelegenheid. De vestigingsgemeente is Almelo, de andere gemeenten participeren, evenals de provincie Overijssel. Het geheel is voor gezamenlijke rekening en risico. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de revitalisering van bestaande bedrijventerreinen die liggen aan het Twentekanaal (in Enschede, Hengelo en Almelo). Door revitalisering en herstructurering van bestaande bedrijventerreinen zullen bedrijven minder snel geneigd zijn zich te verplaatsen en ontstaan uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven. Ook leidt dit tot vestigingsmogelijkheden voor nieuwe bedrijven en een betere benutting van de schaarse ruimte in de Netwerkstad. Een en ander staat verder uitgewerkt in de Strategische Visie U.
Bereikbaarheid Om de economische bereikbaarheid te verbeteren, willen de Twentse gemeenten, Netwerkstad Twente, de Regio Twente, het ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, de provincie Overijssel en Gelderland samen een compleet en dekkend systeem van wegverbindingen voor zowel het hoofdwegennet als voor het stedelijke en regionale netwerk realiseren. Dit impliceert: • voltooiing van de Rijkswegen 18 en 35 (gedeeltelijk als 100 km/h weg); • de realisatie van een goed functionerend en samenhangend stedelijk en regionaal wegennet; Het voorgaande wordt in gezamenlijkheid nader uitgewerkt, waarbij we willen komen tot concrete financiële afspraken voor de periode 2010-2015. Momenteel wordt samen met de betrokken wegbeheerders voor de Rijksweg 18 een regionale visie ontwikkeld.
Veiligheid Op het terrein van veiligheid - en de aanpak van veelplegers in het bijzonder - wordt instemming van de lokale driehoek gevraagd. Om de doelstellingen uit het Grote Steden Beleid te kunnen bereiken, hebben de partners uit de lokale driehoek Enschede een convenant afgesloten. In dit convenant worden de speerpunten en prioriteiten beschreven (alsmede de te behalen doelstellingen daarop) tussen de drie partners en het College van B&W om de speerpunten daadwerkelijk te effectueren. De speerpunten, prioriteiten, en afspraken, geven invulling aan enerzijds de programmalijn 'Openbare orde, Criminaliteit en Overlast' van het programma Veiligheid. Anderzijds aan het Grote Steden Beleid op dit terrein. In het convenant zijn de gezamenlijke prioriteiten, alsmede de doelstellingen daarop en de afspraken, terug te vinden. Het Algemeen Justitieel Beraad heeft ingestemd met de veiligheidsparagrafen, zoals in hoofdstuk 5 weergegeven.
•a§Eip(iq uaa 'uapajs-gso ;(IA ap jam uauiES 'UEEiaiq }iaAaj piajag uapajg aioio a[epuiAOjd s[ass(uaAO l^H 'Sutia^iMjuo aipstiuouoDa ua ajajrujnD 'ajepos .IOOA jojoiu s[e [o.i unq ui ua^iajsjaA aj ua uaunajs aj uapajs ap luo Sipou si pia]ag uapais ^lojo a[erjuiAOjd JOH 'uauiainapuo ej us uajaaj3ai 'uaiaprqs 'ua^aaM 'uauom a] ui mo uapajs a^fiiaJiija-ljUEE ua aiKqjaa[ 'a3i]iaA mojeep uttz uasuK^sSuiia^^iMiuo UEA gupinuaq ap JOOA uapJKEAMOOA *peis ap m JEELUOZ jaiu siaiuiui uajajsaAUi uaAfupaq ua s-iaSjng -uapaiq uauun^ uapjeeMJOOAStseq JEIUGE uaa uapajs ap SJE inuaq uapjo/rt uauun>( [EEiuijdo sed uesuej[sSui|a^>ii/i\]uo iep ip{a§ [asstuaAQ uauuiq uapejs a^ojS a^fij-iapuozje ap JOOA •apouad-gso SA\naiu uaa IOOA uajuEU-aAUO3 UEA 3ui|a5(>ii(Yiiuo ap UBE uiasjaejs iaq jeS o^om IIQ \itn SuojdsjooA jeeq 5/ftnoq jassfuaAO, 'uaunAui |;M 6ooz-Sooz apoiiad-gso ap lassfuaAQ aputAoid ap aoq 3EE3S jassfuaAO ai3UiAoad ap UEAt aipe JOOA ajiuinH, pJoonj^esSuiiapuEqjapuo lai] uj
JOOA sjndiui uaa ja ILUOÏJ pueqjaApe3s>(.iaMiaM ui U3 'loquapun aA|3A ïifi/tt ap UEA uaddEU^do jaij ua 'pEjsuauuiq ap UEA Suuajijojd ap 'pejs ap m uaiaoiSdo EiumejSoad iaq m uaaaisaAui apaq^sU3 [IM apuiAOjd ap iayj 'pia|ag uapajg ajoio s|ass(uaAo uaa IOOA uapaj luojapam si IEQ 'uapa^s ajojB ap UEA [DJ aaapuoztiq azap iua^ja jassfuaAQ apuiAOjd aQ 'aputAoad ap ui ua§ui]a^>jiMiuo aiajniinD-jEepos ua aqostuiouoDa JOOA jojoiu ap ufiz lassfuaAQ ui uapajs a]oo§ J[IA aQ 'lazaBstaa a^fij3uE[aq uaa apaipsu^ JOOA [assfuaAQ apuiAOjd ap si ismo^aoi ap JEEU Sam do
piapq uapajs
II
- •
:
en beleid
I
no
7.1 Prouinciale prioriteiten De provincie stimuleert activiteiten binnen de volgende vier prioritaire thema's: • Versterken van de sociale samenhang • Vergroten van de veiligheid • Wonen in de stad • Economie als motor De provincie Overijssel sluit met elke stad een convenant af, dat loopt van 2005 tot en met 2009. In het convenant wordt een aantal afspraken gemaakt over de concrete inzet van de provinciale middelen op een aantal thema's. De doelstellingen die de provincie hiermee wil realiseren, zijn: • Het versterken van de sociale en economische positie van de afzonderlijke grote stad in relatie tot de ontwikkelingskansen en -mogelijkheden vanuit de omliggende netwerkstad. • Dit gestalte te geven door middel van provinciale aanjaagimpulsen in het Grote Steden Beleid bovenop de inspanningen die de steden zelf met haar lokale partners verrichten. • Deze aanjaagimpulsen vanuit provinciaal perspectief met nadruk inzetten op de terreinen waarop de provinciale toegevoegde waarde het grootst kan zijn binnen de prioritaire thema's. • Naast deze provinciale aanjaagimpulsen ook, waar van toepassing, reguliere provinciale instrumenten en middelen gericht inzetten ter realisatie van de gezamenlijke beleidsagenda.
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009 Prouinciale prioriteiten - Enschedese opgaven
7.2 Enschedese opgaven Enschede werkt de komende jaren in het kader van het provinciale GSB, en aansluitend op het landelijke GSB, aan de genoemde prioriteiten via de sporen 'investeren in de bestaande stad' en 'afmaken van de vernieuwing van de stad'. De lokale prioriteiten die hieronder vallen zijn onder meer jeugdbeleid, leefbaarheid in de investeringswijken, arbeidsmarkt-beleid, het bewerkstelligen van een evenwichtige woningvoorraad en in het verlengde daarvan een evenwichtige bevolkingsopbouw. Deze prioriteiten vormen de basis voor de thema's in het convenant. In de benoeming van de prioriteiten van Enschede, voor wat betreft het GSB-convenant met de provincie voor de 2005- 2009, is aangesloten bij de genoemde provinciale prioriteiten en de hoofdprioriteiten van de stad. Provincie en gemeente zijn daarbij een gezamenlijke inzet overeengekomen op de volgende opgaven: • onderdelen van het programma Opgroeien in de stad • de profilering van de binnenstad • de aanpak van de wijk Velve Lindenhof • de realisatie van het Muziekkwartier Enkele onderdelen van de aanpak van de wijk Velve-Lindenhof in het convenant zijn onder meer een wijkgerichte zorgcoördinatie en de uitwerking van de brede schoolgedachte. Binnen het thema Opgroeien in de stad worden onder meer afspraken gemaakt over gezinscoaching en kortdurende pedagogische begeleiding. Het thema Profilering en positionering Binnenstad Enschede behelst vooral de onder-steuning van evenementen en andere bezoekerstrekkende activiteiten. Dat moet resulteren in een toename van de bezoekersaantallen en een hogere waardering. Tot slot is afgesproken dat de provincie vanuit het Grote Steden Beleid ook bijdraagt aan de netwerkstedelijke ambities van Enschede. Het belangrijkste voorbeeld hiervan voor Enschede is het Muziekkwartier.
8ï|f[|i8puozje ap .1EEU uaza/vuaA iplOM uauuejd ap ua ^Kduee a(ejoj ap UEA SuiAfiJipsaq ap IOOA 'jaiz jirua ua^fim aa/ftj azap ui j{eduee ap aoq UBE jdoujjaq [aaq yaa3 Jtruspjooii JIQ •jin UBA [aap jeep JJJBBIU ^uuqjajassa^V ua joquapun-3A|aA uaj|fim ajiejuoud ap UEA jfsduKB aQ -jsiaipsaS pBïS ajaq ap JOOA uajaopspiajaq a^[i(aiuaauia3 ap saaiumi uapiOM juEuaAUOO lip uj lueuaAuoD gso lip 3|n susmauiooA ap ua ua>j(iM gS ap JOOA suaiuaujooA ap uassrt} atjEjaj a>(fi|apinp uaa si 13 -^edutE ap UEA §ui[epjaAua]so^ ap ua uaiEijnsai uajBqaq ai ap aaAojE uapEjjuoo 'saiiEiodjoDMnoqSuiuOiYi SJBOZ 'uafqjed aie^oj ua uajuaaiuaS uaiirqs jjeduee -ua^fiM-gS aptuBEuaBoz ap uj jdEU^aSdo puadtuSui SUEIJOOA jaiu uapjoM uajffiM aspuE[japaN gS
-uaado aSpsuia ua ajffiiSuBAUio uaa jatu ua^Biu a] uaqqaq ua>|(iM azag piaapajasaS ^EduEE ap JOOA ufiz >)Uuqja|assaAA ua ;oquapun-aAiaA ua^fiM asapaqjsus aQ -uaiffpYvsiUDepUEB gso daojg ap UEA i;n jaap ua^sm ua>jfiM(pjaaqjooA) ajieiuoud gS apjaapajasaS jooAJEep aa 'lazaSdo ^ed -UEE uai}fiYn-9$, ap si 'uaSoqaaA aj SuimnaiujaA aj|ft|apa}s ap UEA SuuaoAim ap UEA odtuaj jsq IUQ
Velue-Lmdenhpf Wesselerbrinfe
. "
De 56-iuijfeen aanpak: Wesselerbrink en Velue-Lindenhqf
8.1 Velue-Lindenhqf In ofetober 2003 is de Wijfevisie uoor de luijfe Velve-Lindenho/ door de gemeenteraad vastgesteld. De uisie schetst op hoo/dlijnen in welke richting de wijk de feomende tien tot vijftien jaar moet tuorden ontwikkeld en beheerd. Zoiuel in sociale, economische als fysieke zin. In de u/ijkuisie stelt dat Velue-Lindenho/ wordt eruaren als een 'Volksbuurt" waar een deel uan de mensen al generaties lang ujoont. Uit onderzoek uan I&O Research blijkt dat Velue-Lindenho/aangemerkt kan u/orden als een sociale uoorrangsbuurt Een aantal kenmerken: • De wijk telt ongeveer 4700 inwoners
• de wijk is opgebouwd uit 5 subbuurten • Er is een cumulatie van problemen in twee subbuurten, te weten concentratie van multiprobleemgezinnen, opvoedingsproblemen, geweld binnen het gezin, schulden of alcohol- en drugsproblemen. Binnen deze buurten is sprake van een concentratie van gezinnen met een zeer laag opleidingsniveau. • tn positieve zin is er al veel gebeurd, een samenwerkingsstructuur opgebouwd. • Velve Lindenhof is ook een wijk met kansen
Draagvlak Velve-Lindenhof is een wijk die, hoewel er al veel ten goede is veranderd, regelmatig kampt met verloedering, drugsoverlast en sociale problematiek- Eind jaren negentig kwam de wijk landelijke negatief in de publiciteit vanwege de zogenaamde "Miro-rellen". Naar aanleiding van deze rellen ïs er een intensiever contact gekomen tussen bewoners van de wijk, politie, weizijnsinstellingen en de gemeente. Inmiddels zijn goede resultaten geboekt en is de sociale cohesie weer op een redelijk peil. De aanwezige wijkraad en de overige bewonersinitiatieven spelen daarin een grote rol. Daardoor is voldaan aan een belangrijke randvoorwaarde voor een succesvolle aanpak en draagvlak. Een aanpak als prioriteitswijk is in dat opzicht een logisch vervolg op de inspanningen tot nu toe. In het kader van het predikaat "prioriteitswijk" vraagt het Rijk aan de gemeente om zo concreet mogelijk te benoemen wat de opgaven voor deze wijk zijn in termen van resultaat, termijn, financiën en verantwoordelijken. Het Actieprogramma Velve-Lindenhof vormt een aanzet daartoe en dient tevens om de belangrijkste partijen in de aanpak aan elkaar te verbinden. Inmiddels heeft de staatssecretaris van financiën besloten om te voorzien in een éénmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting bij de inbreng in de wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM). Dit vergroot de mogelijkheden om via de Neighbourhood Corporation Enschede (NCE) onroerend goed te verwerven en daarmee actief te opereren in het voorkomen van verloedering en verval van panden in deze wijk. De staatssecretaris van VROM heeft met VWS afgesproken gezamenlijkheid na te streven in het herkenbaar verbeteren van de leefsituatie en de vergroting van de eigen primaire verantwoordelijkheid daarvoor door de bewoners. Daarmee zijn er een aantal belangrijke (externe) condities aanwezig voor de aanpak van Velve-Lindenhof.
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009 Velue-Lmdenho/
Trein In de afgelopen jaren is al veel gebeurd om de omstandigheden in deze wijk te verbeteren. Een aantal randvoorwaarden is eveneens gunstig. Een greep: • Er ligt een actuele, en breed gedragen wijkvisie voor het gebied (december 2003) • Woningcorporaties willen investeren in hun bezit en de omgeving • Woningcorporatie Volion wil graag een vernieuwende trekkersrol in de integrale planvorming • Er ligt een zorgvuldig opgebouwde en uitstekende basis voor samenwerking tussen partijen in het veld • Bewonersparticipatie is goed ontwikkeld; er bestaat in dit verband een goede traditie in de wijk. Daarin heeft ook de speeltuin een belangrijke rol. • De gemeente beschikt inmiddels over een IPSV subsidie van € 1,602 min. om te voorzien in de financiering van de verbetering van (bedrij fs)panden teneinde een gunstige uitgangspositie te creëren voor een vitaal economisch klimaat. Met de verbetering van de panden wordt ook direct iets gedaan aan verbetering van de omgevingskwaliteit. • Veel panden zijn inmiddels in handen van de NCE, waardoor ongewenste ontwikkelingen zijn voorkomen. • Met behulp van projectgelden als Buurt aan Zet zijn talloze goede (buurt-)ini datieven tot wasdom gekomen. De resultaten zijn zichtbaar terug te vinden in de wijk en bewoners zijn gemotiveerd. • Een driesporenbeleid is uitgezet in het project Integrale Aanpak Lipperkerkstraat (IAL). Hieronder vallen integrale controle- en handhavingsacties, vastgoedinterventies (NCE), en interventies in extreme multi-probleemgezinnen. Sluitstuk op die inspanningen zijn de aanstelling van een buurtcoördinator en een vaste buurtopbouwwerker- Doel daarvan is borging en versterking van de bereikte resultaten, samenwerkingsvormen, bewoners betrokkenheid en beheers activiteiten De trein is op gang gekomen en Velve-Ündenhof is nu hard toe aan de volgende stap in haar ontwikkeling. Om de trein echt goed op stoom te brengen is een fundamentele en structurele aanpak vereist: integraal en gedragen door de wijk zelf. Dat moet gebeuren op de terreinen sociaal, fysiek, economie en veiligheid. Kortom, de wijk Velve-Ündenhof staat de komende jaren voor een aantal ingrijpende, beeldbepalende herstructureringsopgaven. Die ingrepen zullen zowel op fysiek, sociaal als economisch terrein plaatsvinden (wijkvisie SRSV 2003-2015) en maken onderdeel uit van de integrale aanpak van Velve-Lindenhof.
Projecten In overeenstemming met de ambities in de wijkvisie maken de verbetering van het wijkimago, de intensieve betrokkenheid van bewoners, en de samenhang in de aanpak (integraliteit) onderdeel uit van de rode draad in de aanpak. Daarom is het noodzakelijk om wijkbewoners die blijk geven de toekomst van hun wijk serieus te willen nemen, zelf een aandeel in de aanpak te geven. Dat gegeven is als het ware de bril waardoor in het vervolg naar de wijk zal worden gekeken.
. l
.'* /•
De sö-wijken aanpak: Wesselerbrink en Velue-Lindenhqf
De integrale aanpak bestaat uit de volgende deelprojecten: - Her- of door ontwikkeling van (delen van) de Lipperkerstraat - Herstructurering woningen Lindenhof - Sociale interventies op gezinsniveau - Ontwikkeling van het "Hart van Velve-Ündenhof - Realisatie van een Brede School - Inzet en versterking van de buurtcoördinatie - Herontwikkeling van het Miroterrein - Herstructurering Lage Bothof terrein In het actieprogramma worden genoemde deelprojecten toegelicht op zoveel mogelijk concrete acties, termijnen, verantwoordelijkheden en financiën.
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009 Veluc-Lindetthof - Wesselerbrink
8.2 Wesselerbrinfe In de Wesselerbrinfe (Enschede Zuid) liggen fysieke opgaven, maar uooral ook sociale. De komende jaren morden ueel projecten opgestart. Bijvoorbeeld de herstructurering uan woonbuurten, de vitalisering uan het ujinkelcentrum, en investeringen in het parfe. Maar oofe een gezondheidscentrum, een ivoonseruicezone en een brede school. De gemeente Enschede wil samenhang aanbrengen tussen al deze initiatieven, en slimme verbindingen. Met als uiteindelijke doel om de sociale infrastructuur te versterken. Hieruoor wordt het concept 'Kultuurstraat' gehanteerd.
Uit de anonimiteit De gemeente Enschede werkt aan de Wesselerbrink vanuit een scherpe visie. De visie heeft een duidelijke focus op drie pijlers: 1. trots op de Wesselerbrink 2. nieuw noaberschap 3. uniek en geliefd in Enschede. Er zijn de afgelopen jaren samen met bewonerscommissies, corporaties en andere maatschappelijke investeerders al veel unieke projecten gerealiseerd in de Wesselerbrink. Er is een actieve bewonersparticipatie, er zijn vernieuwingen doorgevoerd in leefbaarheid, veiligheid en cultuur en er kwamen ruimtelijke verbeteringen voor een sterkere sociale infrastructuur (met veel van deze projecten onderscheidt de Wesselerbrink zich van andere naoorlogse wijken in Nederland). In het Kultuurstraatconcept neemt de gemeente deze initiatieven als uitgangspunt. We willen namelijk niet dat de Wesselerbrink de zoveelste anonieme naoorlogse wijk wordt. De initiatieven richten zich overigens in de toekomst nog meer richt op de bovengeschetste drie pijlers.
Sociale karakteristiek De samenstelling van de 17.000 inwoners loopt nu van de onderkant van de inkomens tot Jan Modaal. De voor de wijk typerende Brinken blijken een belangrijke sociale eenheid, een 'sociale biotoop'. Er zijn veel kansen, maar er is ook veel sociale problematiek. Aandachtspunten zijn de vergrijzende bewonersorganisaties, de culturen die nog weinig met elkaar doen, de bedreiging van een negatieve spiraal omdat mensen de wijk kunnen verlaten, en de mogelijke instroom van nieuwe inwoners die het bestaande Twentse noaberschap niet als leefstijl hebben. Uniek is de hoge organisatiegraad van bewoners. Er zijn meer dan 50 bewonerscommissies en een actieve wijkraad. De grote groep Suryoye vluchtelingen is eveneens bijzonder. Ook zij hebben een hoge organisatiegraad, maar die aandacht wordt vooral intern gericht en nog weinig op de wijk.
mam
• De 56-iüijken aanpak: Wesselerbrinken Velue-Lindenhof
Ruimtelijke karakteristiek De Wesselerbrink is eind jaren '60 ontworpen- Er was woningnood waardoor de bouw vooral snel en goedkoop moest. Het betrof veel sociale woningbouw in grote bouwstromen en met veel identieke woningen. Wel is bewust voor de Brinken gekozen. De wijk is door grote lanen doorsneden in vier grote kwadranten. Het karakter is groen, ook door het fraaie Wesselerbrinkpark dat doorloopt in het Overijssels Landschap. Het winkelhart is het qua grootte de tweede van Enschede. Dit winkelcentrum draait goed en heeft zelfs een regionale uitstraling. In ruimtelijk opzicht gaat het nu om de volgende aandachtspunten: - een gebrek aan uitstraling en identiteit - de eenzijdige woningvoorraad - het meer met het gezicht naar buiten keren van de wijk - de vorming van één centraal hart.
Positionering De Wesselerbrink kent veel kansen door allerlei ontwikkelingen in de omgeving in de komende jaren: de snelweg A35 wordt doorgetrokken naar Duitsland. Ook de Buurserstraat naar Duitsland groeit in belang. De wijk komt daarmee aan belangrijke doorgaande routes te liggen. De nieuwe economische as Zuiderval heeft de Enschedese binnenstad verder mentaal dichterbij gebracht De relatie met het centrum verandert doordat de stedelijke druk voorzieningen naar buiten duwt. De nieuwe luxe landschapswijk het Brunink en de woonservicezone geven een nieuw perspectief. De Wesselerbrink neemt tot slot een unieke positie in door het sterk aanwezige noaberschap (dorps wonen in de groene stad) en het sterke winkelhart.
Streefbeeld In 2030 zijn inwoners trots op hun wijk ('ik ben een Brinker!'). Er zijn er ook meer mooie gebouwen, kunst, een levend winkel-, verblijfs-, voorzieningen- en recreatiehart. Daarin vindt de trots zijn grondslag. De bevolking is gemengder, maar wel is iedereen gericht op noaberschap. Er is meer variatie aan woningen, een palet in pasteltinten. De wijk is uniek en geliefd als multicultureel stadsdeel. De voorzieningen hebben met het levendige hart en de prachtige sociale bedrijfsverzamelgebouwen in de wijken een forse impuls gekregen. De wijk presenteert zich trots langs de grote lanen en heeft nog steeds een groen karakter. Bedrijvigheid in de wijken zorgt met de goed draaiende Reulver en het winkelcentrum voor werkgelegenheid.
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009 Wesselerbrink
Sociale ruimtevraag Er blijkt zowel uit cijfermatige vergelijkingen als uit interviews een tekort aan voorzieningen en sociale ruimte in de Wesselerbrink. Er is behoefte aan fraaie voorzieningen gebouwen in de wijken die steeds wisselende voorzieningen kunnen opvangen. Er is een tekort aan voorzieningen voor de oudere jeugd en voor ouderen. Maar ook voor ontmoeting, verblijf, cultuur en kunst. Aan de niet-fysieke kant is meer aandacht nodig voor preventieve programma's en het slaan van bruggen tussen culturen. Duidelijk is dat deze tekorten alleen zijn op te vangen met slimme combinaties en het gebruik maken van eikaars ruimte. Een en ander in combinatie met een forse impuls in het voorzieningenhart en op centrale plekken in de wijken. In het plan van aanpak is dit uitgewerkt naar een sociaal-ruim lelijke visiekaart.
Kruispunten De komende maanden werkt de gemeente Enschede verder aan de opgaven door initiatiefnemers en investeerders op 7 onderwerpen met elkaar in contact te brengen. Het zoeken naar 'slimme combinaties', kruispunten, is nodig als stap om de sociale en culturele infrastructuur van de wijk te versterken, trots te creëren, er een unieke en geliefde wijk in Enschede van te maken die zich onderscheidt door het sterk aanwezige nieuwe noaberschap. De kruispunten zijn: i. sociale bedrijfsverzamelgebouwen 2- spelen met beleidsruimte voor de sociale infrastructuur 3. van Living Apart Together naar intercultureel 4. trots vanaf het fraaie belevings netwerk openbare ruimte 5. preventie creëert nieuwe markten 6. zorgzame noabers - woonservicegebied Wesselerbrink 7. oudere jeugd is het meest tevreden van heel Enschede
•5jaisAj ua aiiuouoDg 'AIS sjajfid gso a "P a P do jazuispiajaq ap jaui uaqqaq apejai apaaip uaa aip ua:pnpojd ua s.euime.iSo.id aip ismf [am uep yanaq jan 'Sooz-Sooz SuijO-iSaqeimuEiSoad ap u; uamouaSdo ufiz azap SIBOZ uapnpojd ua s.euiiue.iSoid ap tiq iq^ozaS §upm[suee si (apaqjsu3 ajuaamao ap UBA) uajsoj| ap uaSSaz [IA\ iep 'uaSouiiaA jaapueuy puasso[dojjaz jaq UGA aqeiuasaid ap ya^aq JB/YI JOOA '6002 laqaiaoap i£ jam ua joj SOOE uenuef i UEA apouad ap aaAO uajeijnsaj uajast[eaj a^ ap joi 3up(^ajjaq jam (uaSuuajsaAui) uaisoïf ajeioj ap lEAaq [aqei aQ -apaqDSU3 UEA jsmo^aoj ap uee HBEjaqaaiu 3ut[|ajs[aop a^jaM (iq aim jaa/n jaqej a^fi|a]qjiziaAo uas ui yaaS 5(nispjooq JIQ uafijjed apjap ua aiun asadojng 101 'apuiAOJd ua jjfty UEA 'uajpioJiaq uafqjed apuantq^sjaA jaaA ufiz apaqjsun ui ptajag uapais 310.13 iaq UEASuuaiDueui} ap fig
- xi
ï Voor zouer mogelijk zijn ook de provinciale middelen, ouerige rijksbijdragen, Europese subsidies en bijdragen uan derden ('subsidies' en opbrengsten) opgenomen. Voor zouer mogelijk, omdat momenteel nog aanuragen worden beoordeeld. Ook worden her en der nog gesprekken en onderhandelingen geuoerd met de genoemde partijen. De uitkomsten daaruan zijn nog onzeker.
Totaaloverzicht geldstromen GSB IH planperiode 2005 - 2009 BDU
Totale bosten
SI(V)
e 160.985.236 e 75.645-850
Veiligheid Fysiek Economie Totaal
Gemeente Enschede
Provincie
€ 3.500.000 € 13.448.390 € 10.968.390 € 56.552355 € 28.400.000 € 2-OOO.OOO € 8.247 400 € 5.353.000 € 400.000 e 239-233-381 € 120.367.240 € 5.900.000
Rijk
Rijk (ov)
€ 54-573°" € 2480000 € 14.833.865 € 2.494.400
* 21 377 375
-
€ 4M«49<>
-
-
€ 5.680000
e 74.381.276
e 1.500.000 -
€ 23.515-865 € 1.500.000
C 11.569.000
Derden
EU
-
€ 5.889.000
-
Ten aanzien uan de eigen bijdrage uan de Gemeente Enschede dient vermeld te worden dat de mogelijkheid bestaat dat er tijdens de GSB periode 2005-2009 door raadsbesluiten wijzigingen optreden gedurende het begrotingsproces dat jaarlijks wordt uitgeuoerd met betrekking tot de meerjaren begroting, bijvoorbeeld ten aanzien uan de Programmabegroring 2006-2009.
Toelichting
siv BDU Rijk. Omdat er in de Programmabegroting 2005-2008 van de Gemeente Enschede sprake is van een separaat programma voor veiligheid (doordat onderscheid wordt gemaakt tussen sociale en fysieke veiligheid), is in dit overzicht ook gekozen voor een gedifferentieerde presentatie. Veiligheid (Gemeente Enschede): Binnen de veiligheidsmiddelen is onderscheid te maken tussen (middelen voor) sociale en fysieke veiligheid. De Rijks GSB-middelen worden met name ingezet op het verbeteren van de sociale veiligheid. Ook de Gemeente Enschede investeert hierin en dit bedrag is terug te vinden in bovenstaande tabel bij de gemeentelijke bijdrage onder veiligheid. De middelen die de gemeente op de andere veiligheidsterreinen inzet (m.n. fysieke en externe veiligheid), zijn terug te vinden in de Programmabegroting bij het programma Veiligheid (pag. 166). Het betreft dan o.a. de aanwending van gemeentelijke middelen om bedrijven en/of woningen te verplaatsen om aan de heersende wet- en regelgeving ten aanzien van het milieu, maar ook de hinderwetvergunning, etc Voor wat betreft de gemeentelijke bijdrage aan de sociale veiligheid is aansluiting gezocht bij de programma's en producten uit de SlV-Pijler FYSIEK
Gemeente Enschede. Door de korting van de beschikbare ISV-H middelen, wordt momenteel in samenhang met de "Najaarsnota" een raadsvoorstel voorbereid om additioneel € 435.000 van de
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009
eigen middelen voor de planperiode extra ter beschikking te stellen aan de gemeentelijke middelen t.b.v. de pijler Fysiek, om het GRAP uit te kunnen voeren. Provincie: Naast het vermelde bedrag wordt gewerkt aan een aanvraag voor een extra bijdrage van de provincie ten aanzien van de wijk Velve Ündenhof Rijk overig: Momenteel is een aanvraag ingediend voor het Muziekkwartier om aanspraak te kunnen maken op BIRK-gelden. Daarnaast zijn gesprekken/onderhandelingen gaande om additionele middelen ter beschikking te krijgen conform het Besluit Locatiegebonden Subsidies. In de gepresenteerde informatie zijn de FIB-gelden niet meegenomen EU: De gepresenteerde bijdrage is momenteel reeds onderdeel van de Reserve Verbetering Stad en geoormerkt voor het Muziekkwartier. Derden: De bijdragen van derden ten aanzien van de herstructurering openbare ruimte zijn nog niet duidelijk, omdat nog volop besprekingen worden gevoerd met woningbouwcorporaties etc. ECONOMIE
Gemeente Enschede: De bijdrage van de gemeente omvat ook de geïdentificeerde apparaatskosten. Prouincie: De provinciale bijdrage wordt aangewend ten aanzien van de profilering en positionering van de stad. (imagoverbetering). Rijk: De middelen worden op de volgende doelstellingen en indicatoren ingezet: • Verminderen aantal verouderde bedrijventerreinen en verbeteren aanbod van nieuwe bedrijventerreinen: € 150.000 per jaar (valt onder programma Stadseconomie uit de Programmabegroting). • Vergroten aantal breedband aansluitingen (vraagbundelingstraject en aansluiting op breedband): € 198.000 per jaar (valt onder programma Kennisintensieve bedrijvigheid uit de Programmabegroting). • Verbetering dienstverlening aan ondernemers (aansluiting nationaal ondememersloket en tevredenheid ondernemers): € 150.000 per jaar (valt onder het programma Versterken gevestigde Bedrijvigheid van de Programmabegroting). Voor een nadere uiteenzetting van de gemeentelijke inzet wordt verwezen naar de Programmabegroting 2005-2008. Rijk Overig: Naast de reeds vermelde bedragen wordt een aanvraag voorbereid voor een bijdrage door het Ministerie van Economische Zaken aan de ontwikkeling van het havengebied. Derden. De Universiteit Twente heeft i.h.k.v. BIRK een aanvraag ingediend voor een rijksbijdrage aan het "Kennispark", welke na toekenning mogelijk als middelen van derden ter beschikking kunnen worden gesteld voor de gezamenlijke ontwikkeling van het "Kennispark".
GSB-voorstellen ten laste van de BDU's Rijk & Provincie Toelichting op de GSB voorstellen
GSB-uoorstellen ten laste uan de BDU's Rijk & Provincie BDU Economie Jaar
2005 € 498.000
Beschikbaar in BDU (Rijk)
2007
2006
2008
2009
e 498.000
e 498.000
€ 498.000
€ 498.000
€ €
150.000 80000
€
150.000
€
150000
€
150.000
€
80.000
€
8O.OOO
€
80 .000
• €
i :• 200
- €
€ €
150.000 198000
€ €
150000 198.000
€
150 .000
€ 150.000
e 198.000
Beleidsinzet €
i. Stads economie 2. Stads economie
150 .000
e 80000
(Profilering en positionering) Defefetnq uia provincie
-
c
Jo
j.jo
e 150 .000
3 Digitaal bedrijvenloket 4. Kennisintensieve bedrijvigheid Totaal Beleidsinzet
€ 198.000 € 498.000
€ 498.000
e 498.000
€ 498.000
€ 198.000 € 498.000
e
e
e
e
e
(excl. Provincie Overijssel) SALDO BDU ECONOMIE
o
o
o
o
o
BDU Fysiek Jaar
2006
2005
2007
2008
2009
€ 2.966.773 € 2.966.773
€
2.966.773
€
2.966.773
i. Openbare ruimte Pathmos
€
440.600
€
440 600
€
440.600
€
440 600
C
440.600
{verplichtingen) 2. Herstructurering openbare ruimte
€
1.382.719
€
1.382719
1.382.719
€
400000
€
400.000
e 1.382.719 e 1.382719 e 400.000 € 400.000
€
2. Herstructurering openbare ruimte
€
400.000
Beschikbaar in BDU
€ 2-966.773
Beleidsinzet
(onbenoemd/onvoorzien) 3. Geluidssanering
€
255 200
€
255.200
€
255.200
342600
€
342600
255.200 342.600
255.200
€
€ €
€
4. Bodemsanering 5. Groen en spelen 6. Monumenten (Cultuurhistorie)
€
342.600
€
342.600
e
45639
45639 100 015
€ €
45639 100 015
45639
100.015
€ €
€
€
e
100.015
€ €
45639 100.015
Totaal Beleidsinzet
€ 2.966.773
e 2.966.773
€
2.966.773
€
2.966.773
€
2.966.773
SALDO BDU FYSIEK
e
o €
o
e
o
o e
o
€
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009 GSB-uoorstellen ten laste uan de BDU's Rijk & Prouincie
BDU Sociaal, Integratie t Veiligheid Jaar Totaal beschikbaar in BDU (afgerond) Af WEB-gelden WE uit GOA
2008
2007
2006
2005
2009
€ 11410 ooo € 1.946.000 € 3090.000
€ 11410.000 € 1.946000 € 2090.000
€ ii 410 ooo
€ 11.410.000
€ 1.946.000 € 2.090.000
€ 1.946.000 € 2.090.000
€ 11.410 ooo € 1.946.000 € 2.090.000
Nog beschikbaar in BDU i. Veiligheid/ Verstr. Medische Heroïne 2. Veiligheid/Pub ploeg 3. Veiligheid/Veilige leefomgeving 4. Veiligheid/Veiligheid op scholen
€ 7.374000
€ 7.374000
€ 737*000
€ 7.374.000
€ 7374000
€ €
150.000 50.000
€ €
150.000 50.000
€ €
150.000 50.000
e e
150 .000 50 ooo
€
e
50.000
€ €
248.000 50.000
C
248000
€
248 ooo
C
248.000
€
248000
174.000
265.000 290.000
e
265.000
€
290.000
50.000 174.000 265.000 290000
50.000 174000
€ €
€ € € €
€ €
Schoolgerich t maatsch Werk Jeugdhulpverlening VO Coördinatie WEB De Draad Zorgstructuur o-ia + J-teams Versterking jongerenwerk + de Rots
174000 265.000 290.000 150.000 35.000
C
6. 7. 8. 9 10 n.
€ € € C €
50 ooo 174.000
V) 000
Peuterspeelzaalwerk
€ €
t
5
€
290.000
€
150.000
€
150.000
e
150.000
e
150.000
€
35.000
€
35.000
€
35.000
€
35.000
€
90000
€
90.000
€
90 ooo
€
90000
€
90.000
€ € €
114.000 165.000 60000
€
114.000
114.000 125.000 60 ooo
114.000
€
125.000
€
60 ooo
€
400000
125.000 60.000 400 .000
£ € €
e
€ € C
€
400 ooo
€
400.000
€ € € €
114000 125.000 60.000 400 .OOO
15. Vangnet zorg 1 6 Zorgcoördinatie 17 Maatschappelijke -/ vrouwenopvang/ verslavingszorg 18. Huiselijk geweld 19 Kortdurende pedag begeleiding
€ €
26000 260.000
€ €
26000 300.000
€ €
26.000 300 ooo
€ €
26000 300000
€ €
26.000 300.000
€ 4540000
€ 4540000
€ €
too. ooo 300000
C €
100 ooo 300.000
C
IOO.OOO
€
300.000
20. Bewonersondersteuning 2i Leefbaarheid en veiligheid 22. Opvoedingsondersteuning 23. Schuldhulpverlening jongeren 24. Jeugdgezondheidszorg Totaal Beleidsinzet (excl Provincie Overijssel)
€ €
136.000 136.000
€ €
136.000 136000
e
152.000
€
152.000
€ € €
136.000 136000 152.000
€
€
IOO.OOO
£
IOO OOO
€
€ 85.000 € 7 .374.000
€ 100 ooo € 85.000 € 7374-000
€ 85.000 € 7374-000
€ 85.000 € 7 374000
€ 85.000 € 7374-000
SALDO BDU SOCIAAL
C
e
e
€
C
12 RMC
13. Pension Zwerfjongeren 14 Gezinsco aching
€ 4.540.000
€ 4.540000 € too ooo € 300000
e 265.000
€ 4540 ooo € IOO ooo € 300000 - €
o
o
o
150.000
F52.OOO
€ € €
; 136.000 136.000 152.000
IOO OOO
€
IOO.OOO
€
136 .OOO
€
136.000
o
o
Toelichting op de GSB uoorstellen BDU Economie • Stadseconomie. GSB middelen worden ingezet voor de herstructurering van het havengebied en de startersondersteuning. • Pro/ïlermg /positionering: In Enschede is een omvangrijk positionerings- en profileringsoffensief gestart, waarbij de hoofddoelen zijn de verzilvering van de metamorfose van de stad, het fors oppoetsen van het bestaande imago van Enschede en de profilering van Enschede als stedelijk hart van het Oosten (Stad Enschede, kleur de stad). Een aantrekkelijke stad om te wonen, te werken, te winkelen, een terrasje te pakken en uit te gaan. lm ago verandering is een kwestie van lange adem. Met de investeringen die de gemeente in 2004 en 2005 pleegt kan een goede basis worden gelegd. In de jaren daarna zal een groter beroep op marktpartijen zelf worden gedaan en zal de gemeentelijke bijdrage afnemen. De provincie draagt bij aan de promotie van de (binnen)stad Enschede door het ondersteunen van evenementen en andere bezoekerstrekkende activiteiten in Enschede. • Digitaal bedrijuenlofeet: www.bedrijven.enschede.nl. uitbreiding van het informatieaanbod, uitbreiding van het aantal digitaal af te nemen producten, aansluiting bij het nationale bedrij venloket, afstemming in Netwerkstad en met de kamer van Kophandel en de Belastingdienst. • Kennisintensieve bedrijvigheid: In 2005 en de daarop volgende jaren zal in het kader van het nieuwe GSB-beleid nadrukkelijk aandacht zijn voor de aansluiting van (semi-)publieke instellingen en bedrijfsterreinen op een breedband-infrastructuur.
BDU Fysiek • Pathmos bestuurlijke verplichting GSB-2/ISV-i.: Dit betreft investeringen in lopende projecten die afgemaakt moeten worden en waarvoor bestuurlijke en/of juridische verplichtingen zijn aangegaan in de vorm van B&W en/of Raadsbesluiten. Dit zijn het afronden van projecten in de investeringswijk Laares (Aanpak particuliere Woningverbetering en Wijk Ontwikkelingsmaatschappij Laares), Stadsveld/Zwering (cofinanciering ontwikkelingen vanwege de Brede School) en Pathmos (bijdrage herstructurering openbare ruimte) • Herstructurering openbare ruimte: Dit budget is bedoeld voor investeringen in de openbare ruimte gekoppeld aan herstructureringsprogramma's door corporaties in investeringswijken (Wesselerbrink, prioriteitswijk Velve-Lindenhof en een aantal kleinere locaties).
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009 Toelichting op de GSB uoorstellen
Geluidssanering: Er is sprake van een juridische verplichting van de Gemeente Enschede voor de aanpak van sanering van woningen op de zogenaamde A-lijst + Raillijst van het ministerie van VROM. Dit is gebaseerd op een beschikking uit 1999 aan de bewoners, die de gemeente dient uit te voeren. Van het aanvankelijke aantal woningen op de lijsten resteren nog zo'n 550 te saneren woningen. Bodemsanering: Eind 2004 moet volgens de afgesproken convenantdoelstelling ISV-i het zogenaamde "landsdekkend beeld" voor Enschede gereed zijn. De ambitie is vervolgens om alle urgente knelpunten inzake bodemsanering uiterlijk in 2023 gesaneerd te hebben. Op dit moment zijn er geen locaties bekend binnen de gemeente Enschede die op basis van hoge urgentie {bijvoorbeeld gezondheidsrisico's voor de burger) in ieder geval binnen ISV-2 gesaneerd moeten worden. Groen en spelen: Het gaat hier onder andere om investeringen in zogenaamd structuurgroen waarmee vooral doelstellingen op stedelijk niveau worden bereikt. Monumenten: De feitelijke investeringsbehoefte in Enschede, bijvoorbeeld voortvloeiend uit de nota Belvédère en het Verdrag van Malta, is nog niet in kaart gebracht. Maar duidelijk is wel dat hiervoor aanzienlijke kosten gemaakt zullen moeten worden. De dekking daarvan kan niet in alle gevallen in de betreffende ontwikkelingsplannen verdisconteerd worden. Uit strategische overwegingen (participatie ministerie VWS in het ISV) is het tevens verstandig om een begrotingspost op te nemen en investeringen op basis van concreet planaanbod toe te wijzen.
BDU Sociaal, Integratie & Veiligheid - WEB. Voor de uitvoering van de integratietaak koopt de Gemeente Enschede trajecten in bij het ROC Oost-Nederland. Één opdrachtnemer voert daarmee alle integratietrajecten uit voor de hierna geformuleerde doelgroepen: nieuwkomers (met/zonder uitkering, de zogenaamde Winners), personen met een uitkering en een educatieve achterstand, oudkomers met opvoedingstaken, oudkomers zonder opvoedingstaken, en personen zonder uitkering maar met een educatieve achterstand. De uitvoering van de trajecten zijn gericht op sociale redzaamheid en uitstroom richting scholing/werk. Afhankelijk van deze doelperspectieven wordt een onderwijstraject voor de deelnemers vastgesteld. De groep overigen bestaat uit meest autochtone inwoners van Enschede met een zeer laag tot laag startprofiel. Voor een belangrijk deel gaat het om (functioneel) analfabeten.
- WE uit GOA: De gemeente Enschede heeft in het kader van het (onderwijs)achterstandenbeleid de afgelopen jaren steeds ruime aandacht gegeven aan de voor- en vroegschoolse periode (zoals een impuls aan het peuterspeelzaal werk). Daarnaast, en in aanvulling daarop is, specifiek gericht op de doelgroepen van het achterstandenbeleid, gericht WE-beleid ontwikkeld. Er worden, in samenwerking tussen peuterspeelzalen, kinderopvang en basisscholen, taal- en ontwikkelingsstimuleringsprogramma's uitgevoerd in een doorgaande lijn voor kinderen vanaf 2,5 jaar tot eind groep 2 van het basisonderwijs. Alle inspanningen hebben erin geresulteerd, dat momenteel het in het Landelijk Beleidskader GOA geformuleerde streefdoel ruimschoots wordt gehaald: meer dan de helft van de circa 1900 doelgroepkinderen neemt deel aan een gericht WE-programma. Met ingang van i augustus 2006 eindigt de huidige wettelijke GOA-regeling. Per die datum ontvangt de gemeente de middelen voor uitvoering van WE-beleid als onderdeel van de BDU SIV. Wij streven ernaar om ook onder de gewijzigde omstandigheden het deelnamepercentage op het huidige peil te houden. Dit betekent dat wij ook in de periode 2006-2009 minimaal de helft van het aantal doelgroepkinderen willen laten deelnemen aan een WE-programma, dat aan de eisen uit de huidige regeling van mei 2000 voldoet. Het gaat dan jaarlijks om 950 a 1000 kinderen in de leeftijd van 3-6 jaar. Ondanks alle inspanningen van scholen (in het kader van taalbeleid), en van gemeente, instellingen en scholen gezamenlijk (in het kader van WE), zullen er altijd kinderen blijven met een zodanig grote taalachterstand in het Nederlands, dat zij het onderwijs dat qua leeftijd en intellectuele capaciteit bij hen past, niet voldoende kunnen volgen. Wij willen voor deze groepen schakelfuncties realiseren Vooralsnog gaan wij ervan uit dat een dergelijk schakelfunctie nodig zal zijn voor ca. 60 leerlingen (in 4 groepen van ca. 15 leerlingen). - Veiligheid. De hoofddoelstelling van het lokale veiligheidsbeleid is: de veiligheid en leefbaarheid in de stad voor bewoners merkbaar (dus zowel objectief als subjectief) te doen toenemen. Sleutelindicatoren zijn het waarderingscijfer veiligheid en het (on)veiligheidsgevoel in de stad en de eigen buurt. Voor de stad als geheel bestaat er een Kademota Veiligheid. Voor de vijf stadsdelen (inclusief centrum) bestaan er eveneens Actieplannen Veiligheid. In deze actieplannen zijn (meerjarige) maatregelen nader geconcretiseerd. De middelen worden besteed aan de volgende projecten: i. Het verminderen van de criminaliteit gepleegd door veelplegers Het doel is criminaliteitvoor een relatief kleine groep verantwoordelijk is, te verminderen. Middels een preventieve, repressieve en zorgverlenende ketenaanpak wordt gestreefd wordt naar een daling van het aantal aangiften met 20%. Gezien de beschikbare capaciteit zal de aanpak zich richten op de meest actieve veelplegers. Deze top-4o is ongeveer 10% van het totale aantal veelplegers en ruim 50% van de meest actieve. De politie zal zich meer dan voorheen richten op 'zware adoptie'. Persoonlijk contact, waakzaam zijn, actieve opsporing, documentatie en vervolging moet veelplegers ontmoedigen. Een speciale groep veelplegers betreft de harddrugsverslaafden. 60% is verslaafd aan harddrugs. Zij zijn verantwoordelijk voor duizenden vergrijpen per jaar. ledere drugsverslaafde pleegt gemiddeld elke twee dagen een strafbaar feit. Uit recente
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009 Toelichting op de GSB uoorstellen
ervaringen blijkt dat door het verstrekken van medische heroïne aan verslaafde meest actieve veelplegers de criminaliteit en overlast zal dalen tot bijna nul. Belangrijk is dat 13% van de verslaafden na twee jaar uit eigen beweging voor een gerichte vervolgbehandeling in aanmerking komt. Financiële samenwerking met Almelo, Hengelo en het Openbaar Ministerie is noodzakelijk. Het Rijk stelt voor de medische verstrekking van heroïne een bedrag beschikbaar. Dit is echter onvoldoende. Na beschikbaar stelling van een gemeentelijke bijdrage en bijdragen van andere gemeenten resteert nog een financieel gat De heroïneverstrekking kan pas dan plaatsvinden, als het resterende benodigde bedrag door het Rijk of andere partijen beschikbaar wordt gesteld. 2. Veilig uitgaan Doel is dat tijdens de uitgaansuren het geweld en de overlast verminderen en het veiligheidsgevoel toeneemt. De trend is sinds 2001 tot en met 2003 gemiddeld met 25% dalend voor overlast, zedenmisdrijf, mishandeling en vernieling. De inzet van betrokken horeca ondernemers, de politie en gemeente draagt bij aan een aantrekkelijk uitgaansklimaat. Belangrijke schakel in de keten is de inzet van de pubploeg. In 80% van de situaties heeft hun inzet een sussende werking. Unaniem aanvaardde de Raad een motie die voortzetting van de pubploeg voor de komende vier jaar bepleit. 3. Veilige leefomgeving Doel is om het veiligheidsgevoel in de stad als geheel en in de buurten tenminste te houden op het huidige niveau. 20% Van de bevolking voelt zich wel eens onveilig in de buurt. Voor de stad ligt dit op 30%. Algemene landelijke doelstelling is dat de feitelijke onveiligheid met 20 a 25% moet afnemen. Om de vorderingen zichtbaar te maken zijn twee 'meetwijken' aangewezen. Het Binnensingelgebied en Boswinkel. Beide hebben een score hoger dan het streven van 100. Voor leefbaarheid en veiligheid lopen twee projecten in verschillende delen van de stad. 'Buurt aanzet' en 'Buurt in Actie'. Op initiatief van de burgers kunnen deze middelen voor zowel de fysieke als sociale veiligheid worden benut. Uit de voorlopige resultaten van de wijkscans die door de politie en gemeente zijn opgesteld blijkt dat in diverse wijken sprake is van een stijgende trend voor kleine misdrijven en overlast, zoals van alcoholverslaafden (rondom het stations ge bied) en hangjongeren en scooters (in wijken). Deze bevindingen worden eind 2004 per stadsdeel vertaald in actieplannen veiligheid. Om de actieplannen uit te kunnen voeren, is toezicht op straat nodig. Concreet gaat het bij dit toezicht op straat om een gewijzigde vorm van stadswachteninzet, in overleg met politie en stadsdelen. Tevens gaat het om de opvang voor alcoholverslaafden. 4. Veiligheid op scholen Het voortgezet onderwijs is al langere tijd actief met de veiligheid binnen de school. De fusies van instellingen en de concentratie van grote groepen leerlingen op een beperkt aantal locaties hebben dit proces verder versneld, evenals landelijke excessen. Concreet gaat het om een project schoolveiligheid, gericht op stedelijke samenwerking tussen de VO-scholen, Politie, gemeente en andere partners.
! j
iiinl
- Peuterspeelzaalwerfe: Eenmaal opgelopen achterstanden van kinderen in de ontwikkeling zijn, naarmate de tijd vordert, steeds moeilijker in te halen. Situaties en gedragingen die kinderen in hun ontwikkeling bedreigen, moeten daarom zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd en bijgestuurd. Het eerste moment daartoe is bij het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang. Daarom wordt de deelname aan het peuterspeelzaalwerk door peuters en kleuters met een risico op taal- en andere ontwikkelingsachterstanden gestimuleerd. - Schoolgericht maatschappelijk werk (primair onderiuijsj: Het SGMW functioneert in de driehoek peuterspeelzaal/school, kind, ouders. In samenspraak wordt psychologische hulpverlening aan ouders/verzorgers en hun kinderen gegeven met als doel het wegnemen of verminderen van belemmeringen voor de ontwikkeling van kinderen. - Jeugdhulpverlening voortgezet onderwijs: De hulpverlening in het voortgezet onderwijs is gericht op preventie van escalatie van problemen. Het voorkomt opname van jongeren in de jeugdzorg dan wel schooluitval. De aanpak is plaats gericht, namelijk op de school. - Coördinatie WEB: Het WEB is een samenwerkingsvorm van instellingen voor jongeren die te maken hebben met problemen op meerdere leefgebieden. Meer dan twintig instellingen uit allerlei sectoren ondertekenden een convenant om samen de hulp aan deze jongeren te verbeteren. Belangrijke onderdelen van het WEB zijn de onderwijsvangnetten, de J-teams en het MultiDisciplinair Overleg. Het WEB wordt gecoördineerd door de procesmanager WEB die is aangesteld bij het specifiek Jongerenwerk de Rots. Coördinatie van het WEB is structureel nodig. Het WEB richt zich op jongeren in het voortgezet onderwijs en ouder. In 2003 is een onderzoek gestart naar de zorgstructuur voor kinderen op de peuterspeelzaal en in het basisonderwijs. In 2004 wordt dit onderzoek afgerond. Vervolgens zullen de uitkomsten ervan geïmplementeerd moeten worden. De coördinatie WEB dient daartoe uitgebreid te worden met de implementatie en coördinatie van de zorgstructuur. - De Draad: De Draad maakt onderdeel uit van het WEB. Het WEB is de Enschedese vangnetstructuur voor jongeren. Het WEB beoogt een passend aanbod te bieden voor alle jongeren met problemen die een zwaardere aanpak rechtvaardigen dan de afzonderlijke instellingen kunnen bieden. De Draad is het gezamenlijke registratiesysteem van het WEB. Via de Draad worden jongeren aangemeld en gevolgd, zodat alle hulpverleners weten wat er gaande is en gezamenlijk een passend aanbod kan worden gerealiseerd. De Draad vergt technisch beheer en onderhoud. - Zorgstructuur 0-12 + /-teams: Door de brede deelname van instellingen en organisaties aan zorgnetwerken rond peuterspeelzalen en basisscholen worden problemen bij kinderen en gezinnen vroegtijdig ontdekt. Hierdoor kan tijdig worden ingegrepen en wordt escalatie van de problematiek veelal voorkomen door een gezamenlijke aanpak. De toekomstige vormgeving van de huidige buurtnetwerken wordt meegenomen in (het onderzoek naar) de gewenste zorgstructuur voor o-i2-jarigen. Daarbij moet nauw worden aangesloten bij de beleidsontwikkelingen in het onderwijs, met name het WSNS-beleid, zodat voorkomen wordt dat er verschillende
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009 Toelichting op de GSB voorstellen
hulpverleningscircuits en ondersteuningsstructuren naast elkaar gaan ontstaan. Wat betreft de leeftijdscategorie 12 jaar en ouder is de zorgstructuur al verder uitgekristalliseerd. De J-teams maken daar een essentieel onderdeel van uit. Voor beide (zorgstructuren 0-12 en 12+) geldt dat de scholen en andere instellingen organisaties hun deelname uit eigen middelen bekostigen. Eén van de participanten vervult daarnaast een coördinerende rol, waarvoor extra middelen nodig zijn (4 uur per week per netwerk: voor 10 netwerken o-i2-jarigen en 4 J-teams). - Versterking jongerenwerk + de Rots; Straatjongeren veroorzaken overlast in hun omgeving. Door het aanbieden van activiteiten die op de behoeften van deze groepen zijn afgestemd, wordt getracht de overlast te verminderen, individuele jongeren toe te leiden naar werk, school, en hulpverlening en/of de groep naar het algemene jongerenwerk. Is onderdeel geworden van de totale aanpak en financiering van algemeen en specifiek jongerenwerk. - RMC: Het regionale meld- en coördinatiepunt moet een schakelfunctie vervullen tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Op dit moment vervult ze deze functie nog niet maar wordt slechts de registratieplicht opgepakt. Met uitbreiding van het RMC kan meer trajectbegeleiding aangeboden worden. - Pension Zwerfjongeren; Twentse Opvang Voorziening vangt jongeren op die meer dan drie maanden geen vaste verblijfplaats hebben. De begeleiding moet leiden tot andere huisvesting en meer acceptabel gedrag. Bij een bezettingsgraad van 90% worden 46 jongeren per jaar geholpen. Het project wordt gefinancierd door de provincie Overijssel, de gemeenten Hengelo en Almelo, Stichting zwerfjongeren Nederland en Jarabee en Humanitas. Het voorstel is Enschede 16,5% van de lasten te laten dragen. - Gezinscoaching: Er heeft een evaluatieonderzoek plaatsgevonden inzake de MPG-aanpak. De conclusie luidde dat een deel van de doelgroep met deze aanpak wordt bereikt. Het moeilijkste deel van deze doelgroep echter niet. Dit betekent voor de huidige aanpak dat die deels zal worden gehandhaafd en voor een deel zal worden omgebogen naar een nieuwe aanpak, waarbij ook drang- en dwanginstrumentaria ingezet kunnen worden. Dit sluit nauw aan bij één van de taken die in het kader van de nieuwe Wet op de Jeugdzorg (ingaande per 1-1-2005) aan de gemeente worden toebedeeld: de coördinatie van zorg op lokaal niveau, te weten 'gezinscoaching'. De aanpak richt zich op de moeilijke gezinnen met een meervoudige problematiek, die te maken hebben met diverse instanties en hulpverleners. Bijvoorbeeld voor schuldsanering, huisvesting, verslaving, thuiszorg en jeugdhulpverlening, psychiatrie en dergelijke. Gezinscoaching is een logische voortzetting van MPG. - Vangnet zorg: Een van de elementen van de sluitende aanpak is het Vangnet Zorg. Dit vangnet draagt er mede toe bij dat individuele zorgmijders die zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben. Met dit vangnet worden maatschappelijke uitval, overlast en huisuitzettingen zoveel mogelijk voorkomen.
- ;
- Zorgcoördinatie: De dienstverlening aan Enschedeërs met complexe sociale problematiek is nogal versnipperd. Om meer afstemming te krijgen moet de gemeente de regierol pakken bij voorkeur op stadsdeelniveau. Er wordt gedacht aan een integratie van de stedelijke WEB-aanpak (ultiem vangnet voor jongeren), de JIB's (Justitie in de Buurt) en de MPG-aanpak (m ulti-probleem gezinnen). - Maatschappelijke opuang/uerslaafden en yrouuienopuang: Het betreft de in de BDU sociale pijler opgenomen geoormerkte middelen voor maatschappelijke o p vang1 vrouwe no pv an g/verslavingszorg ad € 4.364.000 en de extra beschikbaar gestelde middelen voor de intensivering van de maatschappelijke opvang (ook geoormerkt binnen de BDU) ad € 175.494,-. De maatschappelijke opvang is een wijkplaats voor mensen die door een combinatie van elkaar vaak versterkende factoren in een crisis- of conflictsituatie zijn geraakt. De omvang van de groepen is groter dan gedacht. Ook zijn er niet voldoende voorzieningen in de stad om al deze mensen op een goede manier op te vangen. Het afgelopen jaar was er bijna doorlopend sprake van 100% bezetting. Aangezien de doelgroep bovendien diverser is geworden en zeer complexe hulpvragen heeft, stelt dit steeds hogere eisen aan de kwaliteit van de opvang en begeleiding. Mede door de extramuralisering van de zorg zien we de laatste jaren een sterke groei van het aantal dak- en thuislozen, waarbij met name de toename van het aantal jeugdigen onder hen opvalt. Daarnaast wordt de problematiek van de doelgroep complexer, waardoor hulp in de vorm van "bed, bad en brood" voor een aantal van hen niet meer voldoende is. Daarbij valt de grote toename van mensen met dubbele problematiek op. Vaak in de vorm van dakloos in combinatie met bijvoorbeeld psychiatrische en / of verslavingsproblemen. Dat blijkt ook uit cijfers van de koepelorganisatie Federatie Opvang. De opvangvoorzieningen moeten worden versterkt. Vooral voor vrouwen (en hun eventuele kinderen) die gevaar lopen als gevolg van huiselijk geweld. Alle noodzaak dus om de inspanningen te richten op het vergroten/versnellen van de doorstroming, het voorkomen van recidive en het toeleiden naar een passende woon- en werkvorm, met of zonder begeleiding. Dit alles in samenwerking met Leger des Heus, Humanitas, T-team, Stichting Vrouwenopvang Overijssel, politie en corporaties. - Huiselijk geweld: Bij huiselijk geweld hebben politie, justitie, opvang, de eerste en tweedelijns hulpverlening allen een taak. In Twente is gekozen voor een gezamenlijke aanpak, waaraan ruim 40 organisaties meewerken en hun bijdrage leveren. Huiselijk geweld verkeert nog in het projectstadium met incidentele middelen van gemeenten Enschede, Hengelo en Almelo. De middelen zijn toereikend tot medio 2004- Aan de GGD is opdracht gegeven om voor vervolgen cofinanciering in 2005 zorg te dragen. Dat zal neerkomen op een beroep op de Twentse gemeenten. Het gaat om een bijdrage van € 0,26 per inwoner van elke bij de Regio Twente aangesloten gemeente om het project in 2005 voort te zetten. Voor de gemeente Enschede betekent dit € 40.000. Om de toenemende druk op zorg en opvang (vrouwenopvang en algemeen maatschappelijk werk) te kunnen opvangen is uitbreiding van een substantieel aantal uren hulp en begeleiding nodig bij de Stichting Vrouwenopvang en de SMD.
Op weg naar de toekomst • Grote Steden Beleid Enschede 2005-2009 Toelichting op de GSB voorstellen
- Kortdurende pedagogische begeleiding; Naar verwachting wordt de Wet op de Jeugdzorg ingevoerd per i januari 2005. Als gevolg hiervan komt de verantwoordelijkheid voor de functie 'kortdurende pedagogische begeleiding voor kinderen en hun ouders' geheel bij de gemeente te liggen. Momenteel geven wij hier onvoldoende invulling aan. Met ingang van 2005 zijn hiervoor extra middelen nodig. Bureau Jeugdzorg geeft aan dat zij op jaarbasis 500 jongeren voor deze vorm van hulpverlening moeten verwijzen naar het gemeentelijke aanbod. Met het gevraagde budget kan daarvan ongeveer 3/5 worden geholpen. - Bewonersondersteuning: In de stadsdelen wordt gestreefd via activiteiten op het gebied van bewonersondersteuning de communicatie en samenwerking met wijkraden, bewonerscommissies en wijkpanels te verbeteren en bewoners meer te betrekken bij hun woon- en leefomgeving. Alle stadsdelen hebben een of meer wijken waarvoor nog steeds extra inspanningen op dit terrein nodig zijn. Geboekte resultaten tot op heden zijn: de oprichting en ondersteuning van buurt panels, ondersteuning van wijkraden, de organisatie van 'Ken je B uur-projecten', stimuleren van deelname van allochtonen aan besturen, en ondersteuning van burgerinitiatieven. Dit budget is cruciaal voor het leggen van een bodem (en niet meer dan dat) in de bewonersondersteuning in de stadsdelen. Vaak leggen woningbouwcorporaties daar aanzienlijke bedragen bij. In die zin kent dit budget een omvangrijke multipliercomponent. - Lee/baarheid en ueiligheid; Bevordering van burgerparticipatie in investeringswij ken is een doorlopend proces. Een bedrag van € 136.000 stadsbreed komt neer op € 29.000 per stadsdeel. Dit is een uiterst beperkt bedrag. De stadsdeelmanagers kiezen er daarom voor om ook vanuit andere budgetten (werkbudget, budget voor beleidsintensivering, budgetten voor stimuleringsactiviteiten) de leefbaarheid en veiligheid in de stadsdelen te bevorderen door adequaat in te spelen op ontstane situaties. - Opvoedingsondersteuning: Opvoedingsondersteuning is erop gericht de thuissituatie en de ouders positief te beïnvloeden en hun vaardigheden te versterken, zodat een pedagogisch gunstiger en meer stimulerend klimaat ontstaat. Allochtone ouders krijgen specifieke aandacht. De WCPV geeft de gemeente sinds 2003 de regie op de uitvoering ervan. Stimuleren van deelname aan opvoedingsondersteuning behoort tot de wettelijke taak. - Schuldhulpverlening jongeren: Het gaat hier om financiering van het project schuldhulpverlening voor jongeren. Dit wordt uitgevoerd door Stadsbank Oost-Nederland. Deze biedt intensieve begeleiding aan op het gebied van schuldsanering. - Jeugdgezondheidszorg. Jeugdgezondheidszorg is een wettelijke taak, voortvloeiend uit de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid. De gemeente had al een wettelijke taak op het gebied van de jeugdgezondheidszorg voor 4 tot 19 jarigen en per 1-1-2003 is daar de zorg voor o tot 4 jarigen bijgekomen. Elke stad, ook Enschede, dient een programma te ontwikkelen om, onder andere met behulp van de schoolarts, schoolverzuim terug te dringen én overgewicht bij jongeren tegen te gaan om toekomstige gezondheidsklachten te voorkomen.
l
Colofon Op weg naar de toekomst. Grote Stedenbeleid Enschede 2005-2009. November 2004.
Reaüsatie: Eindredactie: Ontwerp en Opmaak: Fotografie:
Gemeente Enschede Secondant Communicatie Digidee Ontwerpstudie Gemeente Enschede