Overeenkomst Nettopensioenregeling /001 (uitvoeringsovereenkomst in de zin van artikel 25 van de Pensioenwet) Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid en
<WERKGEVER> Ondergetekenden: de stichting “Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid”, statutair gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: “bpfBOUW” en
<werkgever>, hierna te noemen: “de werkgever” alle te dezer zake rechtens vertegenwoordigd, overwegende
dat de werkgever voor de werknemer die hiervoor in aanmerking komt de pensioenopbouw boven het het maximum pensioenloon zoals omschreven in het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW heeft ondergebracht in een BeterExcedent regeling.
dat de werkgever de werknemer die hiervoor in aanmerking komt, de mogelijkheid biedt om voor de pensioenopbouw boven het gemaximeerd pensioenloon BeterExcedent, deel te nemen aan een nettopensioenregeling.
dat één en ander nader is omschreven in het aan deze overeenkomst gehechte Pensioenreglement Nettopensioenregeling dat onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst.
dat in bijlage 1 achter deze overeenkomst de bijzondere, aanvullende bepalingen Nettopensioenregeling zijn opgenomen. Deze bijlage maakt integraal deel uit van de overeenkomst.
dat in bijlage 2 de tarieven en kosten voor de Nettopensioenregeling zijn opgenomen. Deze bijlage maakt integraal deel uit van de overeenkomst.
Pagina 3 van 10
zijn het volgende overeengekomen: Artikel 1 1.1
Premieovereenkomst zonder rendementsgarantie; pensioenreglement Nettopensioenregeling
De door de werkgever toegezegde, met bpfBOUW overeengekomen, beschikbare premieregeling is omschreven in het Pensioenreglement Nettopensioenregeling, dat in werking is getreden op 1 januari 2016. De Nettopensioenregeling is een premieovereenkomst zonder rendementsgarantie en voorziet in een voorwaardelijke toeslagverlening. Op de extra netto pensioenaanspraken die worden verkregen na omzetting van het pensioenkapitaal volgens het Pensioenreglement Nettopensioenregeling is het Pensioenreglement Bouwnijverheid van toepassing, voorzover niet anders blijkt.
1.2
Het Pensioenreglement Nettopensioenregeling maakt deel uit van deze overeenkomst en kan alleen door het bestuur van bpfBOUW worden gewijzigd met inachtneming van de krachtens de statuten van bpfBOUW daarbij geldende procedure. De werkgever informeert bpfBOUW schriftelijk over iedere wijziging in de pensioenovereenkomst van de werkgever. BpfBOUW stelt vervolgens uiterlijk binnen drie maanden na het van kracht worden van de gewijzigde pensioenovereenkomst het dienovereenkomstig gewijzigd Pensioenreglement Nettopensioenregeling op. De werkgever heeft overeenkomstig artikel 19 van de Pensioenwet een wijzigingsbeding gemaakt. Indien dit wijzigingsbeding wordt ingeroepen dan zal het bestuur van bpfBOUW het Pensioenreglement Nettopensioenregeling binnen de vooraf bij het tot stand komen van de onderliggende overeenkomst aangeboden keuzemogelijkheden dienovereenkomstig aanpassen.
Pagina 4 van 10
Artikel 2
Begin, duur en einde van deze overeenkomst
2.1
Deze overeenkomst is van kracht geworden op en eindigt op . Deze overeenkomst wordt geacht steeds te worden verlengd met een periode van één jaar, tenzij één van de partijen ten minste zes maanden voor het einde van de lopende contractperiode deze overeenkomst bij aangetekend schrijven aan de wederpartij heeft opgezegd.
2.2
Indien deze overeenkomst niet wordt verlengd c.q. tussentijds wordt beëindigd, geldt dat het nog niet omgezette pensioenkapitaal wordt aangehouden.
2.3
Indien deze overeenkomst niet wordt verlengd of tussentijds wordt beëindigd, kunnen op schriftelijk verzoek van de werkgever, met toestemming van de werknemer en voor zover aanwezig de partner, alle uit de beschikbare premieregeling voortvloeiende rechten en verplichtingen door bpfBOUW onder de dan terzake geldende wettelijke bepalingen worden overgedragen aan een andere pensioenuitvoerder met inachtneming van het ten aanzien van waardeoverdracht bepaalde in de Pensioenwet.
Artikel 3
Afwijking Pensioenreglement Nettopensioenregeling
Voor zover het Pensioenreglement Nettopensioenregeling afwijkt van deze overeenkomst gelden de desbetreffende bepalingen in deze overeenkomst. Artikel 4
Onvoorziene omstandigheden
4.1
In die gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslist bpfBOUW, na overleg met de werkgever, zoveel mogelijk in overeenstemming met de inhoud van deze overeenkomst.
4.2
Als door wijzigingen in de bestaande wetgeving of nieuwe wetten, andere dwingend voorgeschreven regels, dan wel een wijziging van het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW de krachtens deze overeenkomst beschikbare premieregeling van de werkgever wordt beïnvloed, zal bpfBOUW de werkgever van de wijzigingen op de hoogte brengen en na overleg met de werkgever deze overeenkomst c.q. het Pensioenreglement Nettopensioenregeling hierop aanpassen.
Artikel 5
Toepasselijk recht en bevoegde rechter
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. Geschillen over deze overeenkomst worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Amsterdam.
Pagina 5 van 10
Artikel 6
Ondertekening
Aldus overeengekomen d.d. 17 december 2015, in tweevoud opgemaakt en ondertekend.
Pagina 6 van 10
Bijlage 1: Bijzondere, aanvullende bepalingen Nettopensioenregeling Werknemers waarop de nettopensioenregeling krachtens deze uitvoeringsovereenkomst van toepassing is De cijfers en bedragen zoals hieronder weergegeven gelden per 1 januari 2016. De cijfers en bedragen kunnen jaarlijks worden herzien. OPTIE 1: 1. Maximale premiestaffel op basis van 3% rekenrente zoals vastgesteld bij Besluit van 17 december 2014, nr. BLKB2014/2132M voor de nettopensioenregeling Leeftijdsklassen tot 67 jaar
Percentage van de premiegrondslag nettopensioenregeling
15 tot en met 19
4,0
20 tot en met 24
4,6
25 tot en met 29
5,3
30 tot en met 34
6,0
35 tot en met 39
6,9
40 tot en met 44
8,0
45 tot en met 49
9,2
50 tot en met 54
10,6
55 tot en met 59
12,2
60 tot en met 64
14,0
65 tot en met 66
15,3
Pagina 7 van 10
OPTIE 2: 2. Maximale premiestaffel op basis van 4% rekenrente zoals vastgesteld bij Besluit van 17 december 2014, nr. BLKB2014/2132M voor de nettopensioenregeling Leeftijdsklassen tot 67 jaar
Percentage van de premiegrondslag nettopensioenregeling
15 tot en met 19
2,3%
20 tot en met 24
2,7%
25 tot en met 29
3,30%
30 tot en met 34
3,9%
35 tot en met 39
4,7%
40 tot en met 44
5,7%
45 tot en met 49
6,8%
50 tot en met 54
8,3%
55 tot en met 59
9,9%
60 tot en met 64
11,9%
65 tot en met 66
13,5%
Pagina 8 van 10
Bijlage 2: Tarieven en kosten (jaarlijkse vaststelling) voor de Nettopensioenregeling 1. De risicopremie voor premievrije deelneming bij arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA voor de premiestaffel op basis van 3% en 4% rekenrente PVA-opslag op premie OP/NP op basis van 3%Leeftijd staffel 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57
2. De kosten ter uitvoering van de nettopensioenregeling bedragen € 35,= op jaarbasis 3. Beheerkosten in verband met de belegging van het verworven pensioenkapitaal Kosten per beleggingscategorie (in bp). Aandelen ontwikkelde landen Bruto beheertarief 35 Kortingspercentage* 56,8% Netto beheertarief 15,12
Aandelen opkomende markten 75 56,8% 32,40
Vastgoed
Grondstoffen
Bedrijfsobligaties
Staatsobligaties
Indexleningen
50 56,8% 21,60
50 56,8% 21,60
35 56,8% 15,12
15 56,8% 6,48
15 56,8% 6,48
Omdat de asset allocatie afhankelijk is van de horizon (zie bovenstaand schema) verschillen de kosten van vermogensbeheer per leeftijdscategorie. Het tarief wordt uitgedrukt in basispunten en wordt berekend over het verworven pensioenkapitaal. *BpfBOUW ontvangt een korting op de beheertarieven afhankelijk van de ontwikkeling van het belegd vermogen. De korting over een maand wordt na afloop van die maand vastgesteld. Op de beheerkosten voor de belegging van het nettopensioenkapitaal wordt dezelfde korting toegepast (netto beheertarief). In bovenstaand schema is een verwacht kortingspercentage voor 2016 opgenomen, dat berekend is op basis van een in 2016 verondersteld belegd vermogen van gemiddeld € 51,5 miljard. Bij de daadwerkelijke aftrek van de netto beheertarieven op het pensioenkapitaal in een maand houden we rekening met het kortingspercentage over die maand. 4. Rentestand, tarieven en grondslagen Voor de omzetting hanteert het fonds actuariële factoren waarin onderstaande gehanteerde rentestand, tarieven en grondslagen zijn verwerkt.
Pagina 10 van 10
Actuariële grondslagen en opslagen Overlevingstafels Disconteringsvoet
Prognosetafel AG2014 met 100Kcorrectiefactoren De RTS van de maand september in het lopende of het voorafgaande jaar, afhankelijk van de gehanteerde berekeningsdatum Sekseneutraal 3 jaar 1,5% 2,5% 25% bpfBOUW-specifieke invalideringskansen vermenigvuldigd met een factor 0,25
5. Nettofactor De nettofactor is 100% -/- belastingtarief hoogste belastingschijf. De nettofactor is per 1 januari 2016 vastgesteld op 48%.