NetWerk 1 | 2008
> Spelen met Noorse natuurkrachten > Schiphol als thuisbasis > IJspret in Enschede > Dossier: Veiligheid Informatiemagazine van
NetWerk magazine
16
Werken met vakantiegevoel
Å leke med de norske naturkrefter Visser & Smit Hanab's unieke boring in het Noorse Mongstad. ‘Je moet kunnen spelen met natuurkrachten.’
Bacterie als collega Topatleet onder de bacteriën gaat aan de slag voor VolkerWessels.
Bedrijf in Beeld: PCH-Dienstengroep
‘Wij kennen de markt en hebben een groot netwerk.’
Dossier: Veiligheid Het ‘blauwe bloed’ van Adri de Rijke en Henk de Vos Zij stonden aan het einde van hun loopbaan een klein decennium aan het roer bij KWS Infra.
8
Veiligheid tijdens het werk hoort een hele belangrijke prioriteit te zijn. ‘Gewoontes verankeren zich, waardoor er onveilige situaties ontstaan.’
Vroeger krijgt een nieuw gezicht Oude tijden herleven in Breda.
Beroep in Beeld: Calculator ‘Ik ben gewoon gek op getallen.’
|2
4
De belofte van Gouda Diversiteit is troef in nieuw woonzorg-project Ronsseveld.
10
38
Icoon krijgt allure terug De Lichttoren in Eindhoven gaat weer schijnen.
32
14 23 IJspret in Enschede
30 36
Vragen of ideeën?
Meer dan 30 jaar is erover gesproken, maar nu komt de ‘ufo van Enschede’ er, mede dankzij Systabo.
42
Mail naar:
[email protected] 3|
NetWerk magazine
Å leke med de norske natur krefter Het is typisch Noors weer. Zwaarbewolkt en zo nu en dan een enorme regenbui. De koude wind raast over het modderige terrein, dat ’s nachts al de eerste vorst te verduren heeft gehad. Het deert de mannen van Visser & Smit Hanab niet. Integendeel: ‘Dit zijn de leuke putjes hoor.’
De opdracht Het boren van een schacht voor de aanlanding van een hogedruk gasleiding. Deze wordt komende zomer vanaf de zeebodem via een schacht aan land getrokken en op de gasleiding aangesloten. Vanaf het intredepunt, ongeveer 4,5 meter boven gemiddeld zeespiegel, wordt onder een hoek van 45 graden over circa 150 meter in rechte lijn in de rotsbodem geboord. Daarna wordt de 45 graden hoek verlaten om onder een hoek van 25 graden op een diepte van circa 234 meter beneden zeeniveau op de zeebodem uit te komen. De lengte van de boring is zo’n 410 meter.
V
an top tot teen ingepakt en voorovergebogen tegen kou en regen staat een deel van de ploeg bij de rig (boor). Concentratie is een must hier, want Visser & Smit Hanab is met een bijzondere klus bezig in het Noorse Mongstad. Op het terrein van olieraffinaderij StatoilHydro boren ze in een hoek van 45 graden. En dat allemaal om ruimte te maken voor een pijpleiding naar de zeebodem, die gaat dienen als gastoevoer voor een nieuw te bouwen energiecentrale. Het unieke aan het werk is ondermeer het aantal graden waaronder er geboord wordt (zie kader). Dat is nog nooit door Visser & Smit Hanab gedaan. En is überhaupt een zeldzaamheid. Daarom is StatoilHydro ook de grens over getrokken om de Nederlanders erbij te halen. Robert Wijnholds, Site Engineer: ‘Een ander bedrijf had het vóór ons al geprobeerd, maar heeft gefaald. Toen zijn ze bij ons uitgekomen. Er is echt maar een heel selecte groep aanbieders die dit werk aankan. Je moet kunnen spelen met natuurkrachten.’
Inventief zijn moet Het werk wordt bemoeilijkt door de hardheid van de bodem. Anders dan de relatief zompige Nederlandse grond bestaat de Noorse bodem uit (zeer) vast rotsgesteente. Daar komt nog eens bij dat de grond niet, zoals vaak voorkomt, horizontaal is gelaagd maar op een zeer complexe manier is gevormd. Met als gevolg dat het lastig sturen is met de boor en dat deze nog wel eens wil afwijken van de bedoelde richting. Uitdaging na uitdaging dus. Dat betekent dat de ploeg constant alert moet zijn en voor de dag moet komen met inventieve oplossingen. Dat begon al bij de start van het project. De boorinstelling bleek namelijk niet ontworpen
|4
4
5|
NetWerk magazine
voor een hoek groter dan 25 graden. Samen met de fabrikant is een speciale hulpconstructie gebouwd, waardoor de 45 graden wel gehaald werd. Ook het wegspoelen van het afgeboorde materiaal gebeurt voor de ruimfase niet op de ‘normale’ manier. Het betoniet (mengsel van water en klei dat het inzakken van wanden tegengaat) is ingeruild voor het zeewater dat afkomstig is uit het naastgelegen fjord. Hiermee worden de boorrestanten uit de boorgang afgevoerd naar de zeebodem.
‘Alles samen opgebouwd’ Het technische brein ter plekke, Johan Slooter (Mechanic), vindt het werk in Mongstad prachtig. Slooter: ‘Zie ons als een voetbalteam. Vanaf dag één hebben we alles samen opgebouwd. Als er eentje niet functioneert, falen we allemaal.’ Slooters werk heeft vooral met vooruitzien te maken. Zijn dagen bestaan uit het rondlopen op de site en checken of er geen lekkages of rare geluiden zijn. Hij moet de problemen met de machines van te voren zien aankomen. Gebeurt dat niet, dan kan dat grote gevolgen hebben. In dit afgelegen deel van Noorwegen zijn onderdelen een schaars goed. Daarom heeft de ploeg uit Nederland materieel meegenomen van Volker Stevin Materieel om de meeste problemen op te vangen. ‘Bij die club zit enorm veel knowhow’, zegt Slooter. Die back-up is fijn. Hoewel het wel heel ernstig moet zijn als ik het niet kan maken.’
‘Zie ons als een voetbalteam. Als er eentje niet functioneert, falen we allemaal’ ‘Werktijden zijn heilig’ Het werken in Noorwegen brengt, als niet EU-land, nieuwe aspecten met zich mee. Vooral het invoeren van spullen blijkt een dagtaak te zijn. Wijnholds: ‘Alles wat in de voorraadcontainers vervoerd wordt, moet geïnventariseerd worden. Tot op het boutje moet duidelijk zijn, wat wij meenemen. Dan schrik je wel even van de bedragen die tevoorschijn komen.’ De Noren hanteren verder extreme veiligheidsvoorzieningen. Vrijwel dagelijks kan de ploeg een groep controleurs van de raffinaderij verwachten die checkt of alles goed en veilig verloopt. ‘Vooral de werktijden zijn in Noorwegen heilig’, zegt Wijnholds, ‘we moeten ons echt houden aan een vastgesteld maximum aantal uur per dag en zondags mag er echt niet gewerkt worden.’
‘Lekker prakkie’ Drillers William Boere en Geoff Dickinson spelen een cruciale rol. Boere: ‘Dit is een andere spelletje dan wanneer je in Nederland boort. Het is echt een gevoelskwestie. Je moet continu waakzaam zijn dat er met de machine en je collega’s niets gebeurt.’ De zorg voor het werk en voor elkaar is kenmerkend voor deze ploeg, die te boek staat als ‘100% puur Hanab’. Slooter: ‘Je kunt dit niet alleen, dus kun je er maar beter voor zorgen dat je het leuk hebt samen. Als we de menukaart in ons hotel zat zijn, kook ik hier in de keet nog wel eens een lekker Hollands prakkie. Dat houdt de sfeer erin.’ a
|6
Het team Het team is internationaal georiënteerd. Medewerkers van zowel de Nederlandse als Engelse vestiging van Visser & Smit Hanab werken nauw samen. Wie zijn het? Hans Blok (Contracts Manager), Scott Stone (Project Manager), Robert Wijnholds (Site Engineer), Geoff Dickinson en William Boere (Driller), Johan Slooter (Mechanic), Ian Woodhouse en Richard Travis (Rig Floor) en Mark Hodgkin (Mud Man).
7|
NetWerk magazine
De Vos: ‘Ik kan niet één project noemen dat eruit springt. Mijn grote kick was om de lat steeds weer hoger te leggen met KWS Infra. Dan is het hartstikke mooi als je er elke keer weer in slaagt om records te breken. Binnen VolkerWessels hebben we daar ook alle ruimte voor gekregen. Die formule van ‘vrijheid in gebondenheid’ werkt.’ De Vos neemt een voor hem ongebruikelijke adempauze en zegt dan: ‘KWS Infra is gewoon een geweldig bedrijf. We hebben een fantastische club mensen. Zij zorgen ervoor dat we een winnende club zijn. Allemaal op hun eigen manier met hun eigen talent. Gelukkig maar, want met 11 Cruyffen word je geen wereldkampioen.’
Kippenvel
Het ‘blauwe bloed’ van Adri de Rijke en Henk de Vos 5 Adri heeft echt ‘blauw bloed’, weet Henk de Vos (rechts). ‘En Henk is een echte power player’, zegt Adri de Rijke.
Ze zijn van hetzelfde ‘bouwjaar’. 1947: een strenge winter en een mooi wijnjaar. Aan het einde van hun loop-
Mister KWS Infra
baan stonden ze een klein decennium samen aan het roer van KWS Infra. Maar Adri de Rijke en Henk de Vos
Hoe zouden ze elkaar typeren? ‘Adri is Mister KWS Infra’, zegt De Vos beslist. ‘Hij heeft echt ‘blauw bloed’. Hart voor de zaak en enorm gedreven. Zelfs zo gedreven dat hij zich al schuldig voelt als hij een weekje op vakantie gaat. Dat is ook zijn valkuil. Als je een sterke emotie bij je bedrijf hebt, kan die gedrevenheid je soms ook verblinden.’ En op zulke momenten is De Vos volgens De Rijke de ideale sparringpartner: ‘Henk is een echte power player. Een scherp analyticus in zijn hele doen en laten. Maar hij is bovenal ook geweldig sociaal.’ De Vos onderbreekt hem: ‘Op dat gebied heb ik veel van jou geleerd. We zijn allebei mensenmensen, hebben dezelfde visie op medewerkers en zijn ons ervan bewust dat het onze collega’s zijn die het bedrijf maken. Maar bij jou is het
kennen elkaar al jaren. Ze streden tegen elkaar, ze streden met elkaar en uiteindelijk werden ze zelfs maatjes. En dat had het scheidende directieduo vroeger niet kunnen bedenken.
Z
e ogen ontspannen. Een schoon bureau, een opgeruimde geest. Henk de Vos geniet na een lange carrière sinds december van zijn prepensioen. Het laatste jaar was hij als adviseur aan de directie verbonden om zijn kennis, evaring en netwerk over te dragen. Adri de Rijke volgt zijn voorbeeld en blijft nog een jaar als adviseur. Nu de ‘tandem afstapt’, blikken ze terug. Henk door de ogen van Adri en Adri door de ogen van Henk.
|8
Geitenwollen sokken Hun eerste ontmoeting dateert van een slordige 40 jaar geleden. Henk de Vos werkte als uitvoerder bij Heijmans, dat destijds een klein regionaal bouwbedrijf in het zuiden was. Adri die al sinds zijn 24e bij KWS Infra actief is, calculeerde op het combinatieproject ‘reconstructie A16’. Daar kruisten hun loopbanen voor het eerst. ‘Wat mij aan Adri opviel, is dat hij in die tijd altijd geitenwollen sokken droeg’, lacht De Vos. De Rijke knikt glimlachend en
plaagt terug: ‘KWS Infra behoorde in die tijd al tot de gevestigde orde. Wij hadden zoiets van wat komen die cowboys uit het zuiden hier nu doen? Waarom zijn ze de rivier overgestoken?’ Naarmate het tweetal carrière maakte, kwamen ze elkaar steeds vaker tegen. Met name bij aanbestedingen kon het hard tegen hard gaan. De Rijke: ‘Henk reed in een opvallende Saab. Als hij de parkeerplaats op kwam draaien, was het: ‘Jongens, maak je borst maar nat. Henk komt zelf.’
onderdeel van je hele karakter. Ik heb enorm respect voor de manier hoe jij collega’s opving tijdens de bouwaffaire, terwijl we het allemaal heel moeilijk hadden. Dan denk ik achteraf wel eens: ‘Verdorie, dat had ik ook meer moeten doen.’
Winnende club De parlementaire enquête en alle commotie hebben impact gehad. Het is een hoofdstuk dat ze niet negeren, maar wel hebben afgesloten. Nu het allemaal achter de rug is, wil De Vos er nog wel iets over kwijt: ‘Als je dat samen moet doorstaan, groei je enorm naar elkaar toe. Dan word je echte maatjes. Dat kun je aan iemand die dat niet meegemaakt heeft niet uitleggen.’ Een moeilijke periode, maar wat nu overheerst zijn de talrijke mooie momenten. En de successen.
Gevraagd naar zijn finest moments hoeft De Rijke niet lang na te denken. ‘De Deltawerken’, zegt hij beslist. Het moeten kippenvelmomenten voor hem zijn geweest. Een ode aan zijn overleden opa. Als geboren en getogen Zeeuw beleefde hij als kleuter de Watersnoodramp. Zijn grootvader redde hem van de verdrinkingsdood, maar kwam in de dramatische nacht van 1 februari 1953 zelf om het leven. De Rijke: ‘Vanaf dat moment wilde ik maar één ding: dijken bouwen.’ Hij haalt een vergeeld papiertje met een oude Chinese wijsheid uit zijn portemonnee en leest voor: ‘Niets ter wereld is zachter en zwakker dan water. Maar niets overtreft het in het breken van wat hard en sterk is.’ Hij glimlacht: ‘Zolang ik me kan herinneren, heb ik dit papiertje bij me.’
Thuisfront Wat gaan ze doen nu het einde van hun loopbaan nadert? Voor De Vos is het leven na KWS Infra zelfs al begonnen. ‘Eerst afkicken en het hoofd fris maken’, zegt hij. ‘Skiën en reizen, daar wil ik tijd voor vrij maken. Ik ben al voor verschillende dingen benaderd, maar ik kijk wel wat er allemaal op me af komt. Ik heb jaren 70 uur per week gewerkt en mijn thuisfront heeft dat ook allemaal maar geaccepteerd. Dat mag ook wel eens gezegd worden. Nu verdient mijn privéleven de aandacht.’ Ook De Rijke heeft nog geen idee. ‘Maar ik stop straks resoluut. Ik ken mezelf. Ik kan niet een paar dagen werken en dingen half doen. Het zal straks een uitdaging voor me worden. Maar voorlopig ben ik hier nog een jaar zoet.’ Het blauwe bloed kruipt waar het niet gaan kan. a
9|
NetWerk magazine
Biosealing Voor BioSealing was het niet nodig om op pad te gaan voor de juiste bacterie. Deze techniek maakt namelijk gebruik van bacteriën die al aanwezig zijn in onze eigen Nederlandse bodem. Ook hier krijgen ze iets lekkers te eten, waarna de bacteriën een biologische en chemische reactie in gang zetten die leidt tot een chemische neerslag bij een lek. BioSealing stopt dus een lekkage. Admiraal: ‘In eerste instantie dachten we eraan om dit te gebruiken bij waterremmende constructies zoals damwanden en folies, maar het is natuurlijk ook goed in te zetten bij natuurlijke remmers zoals veen en kleipakketten.’
Bacterie als collega Ze zijn overal om ons heen. Met miljoenen tegelijk verstoppen ze zich in vaatdoekjes, beddengoed en in de lucht. We vinden ze vaak een beetje vies en worden er soms ziek van. Toch kunnen bacteriën ook voor goede dingen zorgen. Sterker nog: met een klein duwtje in de rug gaan ze zelfs voor ons aan de slag.
5 Het proces van BioGrout onder de microscoop.
Oneindige rij toepassingen
E
en verzakt spoor of wegdek, dijken die langzaam afbrokkelen, een boorput waarin steeds weer grond terugvalt, een constructie die aangepast moet worden omdat de ondergrond dat vereist. Onze Nederlandse grond zorgt nogal voor wat kopzorgen. Onderzoeksinstituut GeoDelft bekijkt samen met VolkerWessels Geotechniek (VWSG) en Volker Staal en Funderingen (VSF) of dit niet veranderd kan worden. Geïnspireerd op Australisch onderzoek bundelen zij hun krachten in het onderzoeksprogramma SmartSoils. BioGrout en BioSealing zijn de twee meest aansprekende toepassingen.
‘Topatleet onder de bacteriën’ VolkerWessels richt zich met name op BioGrout. ‘Neem als voorbeeld een spoorlijn. De treinen die eroverheen denderen zorgen ervoor dat de slappe grond in beweging komt’, schetst VSF directeur Bartho Admiraal, ‘dat heeft er al meerdere malen voor gezorgd dat er een trein tegen het perron is gereden.’ Met BioGrout is het mogelijk om zonder buitendienststellingen een robuuste grondconstructie te maken, zodat dit niet meer kan optreden. Het idee is eigenlijk simpel. Geef de bacteriën uitgekiende voedingstoffen te eten en zorg dat er voldoende calciumzouten in de grond aanwezig zijn. Bij het verteren van de voeding produceren de bacteriën enzymen. Zo wordt een proces in gang gezet waarbij kalkkristallen worden gevormd, die ervoor zorgen dat de zandkorrels aan elkaar gelijmd worden. Hierdoor wordt de grond behoorlijk sterker en stijver. De bodem bevat miljoenen verschillende bacteriën, inclusief de bacterie die nodig is voor BioGrout. Admiraal: ‘Maar de echte topatleet van dit type bacterie, die vind je niet bij ons in de grond.’ Gelukkig voor Admiraal zijn er gespecialiseerde bedrijven die handelen in bacteriën en ook nog eens net die ene in huis hadden. Sterker nog. Een van de grootste leveranciers, DSM, heeft interesse om het kweekproces van deze bacterie speciaal voor VolkerWessels uit te kienen.
| 10
De praktische toepassingen van BioGrout zijn legio. Bij bouwputten in de binnenstad bijvoorbeeld waar het intrillen van een damwand niet kan of mag. Door dan ‘bij de buren’ BioGrout te injecteren ontstaat een muur die grond en water keert. Of door het grind rond een boorput ermee te behandelen. Zo zorg je ervoor dat het niet meer terugvalt in het gat. Maar er wordt ook al over de grenzen gedacht. Gebieden waar veel aardbevingen voorkomen kunnen er baat bij hebben, doordat de zandkorrels na injectie met BioGrout gewoonweg niet meer kunnen trillen. Logisch gevolg is dat de aardbeving minder schade aanricht. Voor de internationale toepassingen is inmiddels een samenwerking aangegaan met SoletancheBachy, het grootste funderingsbedrijf ter wereld. Het mag dan ook geen wonder zijn dat de eerste reacties op de proeven met BioGrout lovend zijn. Er is nu al grote belangstelling vanuit de markt voor deze techniek. Erwin de Jong, bedrijfsleider VWSG: ‘Rijkswaterstaat heeft aangegeven interesse te hebben om BioGrout te gebruiken voor het verstevigen van onze oer-Hollandse dijken en de duinen. Maar ook de Spoorwegen kunnen er hun voordeel mee doen. De honderden miljoenen die jaarlijks aan spooronderhoud worden uitgegeven, kunnen we structureel verlagen door de oorzaak van zakkingen weg te nemen met BioGrout.’
‘Creatief in de uitvoering’ Na vele studies en uitgebreide tests in de Delftse laboratoria op kleine hoeveelheden grond staat 2008 in het teken van de veldproef. Admiraal: ‘We zien die proef echt als de afsluiting van het eerste ontwikkelingstraject. Als dat succesvol is, dan gaan we op zoek naar concrete projecten waarbij BioGrout kan worden toegepast.’ En dat allemaal met als doel om kennis te vergaren, een stevige naam in de markt op te bouwen, referenties te krijgen en natuurlijk geld te verdienen. Admiraal: ‘De echte meerwaarde van dit project zit in het verkrijgen van grote projecten binnen VolkerWessels. Denk aan Visser & Smit Hanab met hun boringen, maar ook aan VolkerRail met het onderhoud aan het spoor, Van Hattum en Blankevoort met de kunstwerken. BioGrout geeft ons de mogelijkheid om ons te onderscheiden en in de uitvoering creatief en innovatief te zijn.’ a
11 |
NetWerk magazine
Beacon Hill Reservoir Om gehoor te geven aan overheidsmaatregelen ten behoeve van de volksgezondheid, besloot het bestuur van Seattle in 1997 dat er een begin gemaakt moest worden met het afdekken van alle waterreservoirs. De gebeurtenissen van 11 september 2001 droegen er zeker aan bij dat veiligheidsoverwegingen bij dit initiatief ook een rol speelden. In deze besluitvorming werd het Beacon Hill Reservoir, dat net ten zuiden van het centrum van Seattle ligt, het tweede waterreservoir dat deel uitmaakt van dit programma. Seattle Public Utilities (openbare werken van de stad Seattle) heeft aan Midmountain Contractors de opdracht toegekend om voor bijna 36 miljoen dollar het ondergrondse bouwwerk van gewapend beton voor november 2008 te realiseren. Het bouwwerk heeft een capaciteit van ruim 13.000 kuub drinkwater en een oppervlakte van 25.000 vierkante meter. Zodra de constructie eenmaal is afgedekt ontstaat er 8 hectare park dat voor publiek toegankelijk is. Er is zo’n 20.000 kuub betonmortel en 3.200 ton gewapend staal nodig om het reservoir te realiseren. De ondergrondse plaat op het dak wordt ondersteund door pilaren van ruim 190 meter hoog met een diameter van 0,6 meter.
| 12
13 |
bedrijf in beeld
‘All inclusive’ Catering, schoonmaak, beveiliging, maar ook de repro, handyman en receptioniste. En zelfs de inkoop van energie. Voor veel organisaties zijn het verplichte
3 Marco Kamps (links) en Henk Middel: ‘Het blijft maatwerk.’
oneel manager Henk Middel: ‘Aanvankelijk hoorde je dat collega’s van andere werkmaatschappijen bij groter tenders niet voor facility management offreerden. Ze kenden ons nog niet en wisten niet dat het concern die discipline ook in huis had.’ Maar juist die concernprojecten kunnen voor PCH FM een grote opdracht betekenen. ‘Voor andere partijen betekent een project vaak de ontwikkeling en realisatie’, redeneert Middel. ‘Voor ons kleeft er soms een beheercontract voor 15 jaar aan.’
nummers, waar vaak ook nog een pittig prijskaartje
Kweekvijver
aan hangt. Bijna niemand is vertrouwd met alle
Maar als je collega’s altijd voor lange perioden op al die locaties detacheert, ben je toch zo door al je goede mensen heen? ‘Is dat zo?’ glimlacht Middel. ‘Als wij het niet doen, wordt het toch ook ingevuld? We kennen de branche en hebben een groot netwerk. En we worden ook niet altijd voor het hele traject gevraagd. Als een klant alleen de catering aan ons wil uitbesteden of een advies over een contract wil, regelen we dat ook. Zo krijgen we steeds meer verzoeken voor schoonmaakconsultancy. We hebben daar het speciale concept Qlean voor opgericht, waarbij de q voor quality staat.’ En dan is er nog het kloppende hart van PCH FM: het Facilitair Service Bureau waar alle (aan)vragen belanden. ‘Daar leren onze facilitaire medewerkers de branche, het vak en alle partijen kennen’, verklaart Kamps. ‘Het is een kweekvijver voor talent. Een aantal operationeel verantwoordelijke collega’s op locatie is van hieruit doorgegroeid.’
‘smaken en kleuren’ van facilitaire dienstverlening. Om nog maar te zwijgen over de mores en sores. Met PCH Facility Management heeft VolkerWessels specialisten in huis die alle facilitaire disciplines ‘all inclusive’ kunnen inkopen, managen en beheren.
H
et klinkt op het eerste gezicht misschien wat minder ‘sexy’ dan de andere activiteiten binnen de PCH Dienstengroep. Facility management is geen euro’s tellen in een ‘geldpakhuis’, zoals de collega’s van Munt Centrale Holland doen. Dat neemt niet weg dat de outsourcing van de complete facilitaire dienstverlening een vlucht neemt. ‘Integraal facility management is hot.’
Geboorte De wieg van PCH Facility Management (PCH FM) stond verrassend genoeg in Amersfoort bij VolkerWessels Telecom. Het toenmalige VW Netwerk Bouw was onder KPN-vlag gewend dat alle facilitaire diensten vanuit het hoofdkantoor geregisseerd werden. ‘Na de overname door VolkerWessels was de vraag of dat binnen ons concern ook centraal kon’, schetst Portfolio Facility Manager Marco Kamps. Het betekende het eerste project en direct ook de geboorte van PCH FM. Drie jaar later verzorgt PCH voor VolkerWessels Telecom ‘het totale integrale management van alle facilitaire producten en diensten’, zoals Kamps facility management definieert. ‘Of het nu om de catering, het groen, de beveiliging of de kantoormiddelen gaat; de inkoop, het contractbeheer of het beheer van het gebouw: we regelen alles’, verzekert de manager. ‘We doen dat volgens een agency model met vaste medewerkers die al dan niet in dienst van PCH op de locaties zelf werken.’
Charmeoffensief Inmiddels heeft PCH FM een vergelijkbaar contract met Vialis en regelt het voor zo’n 40 werkmaatschappijen de inkoop van energie. Het bedrijf groeit snel. Zeker ook buiten het concern waar het onder andere op omvangrijke PPS-contracten voor grote overheidsorganisaties inzet. PCH FM telt twintig medewerkers die gepokt en gemazeld zijn in de facilitaire dienstverlening. Hoewel het bedrijf qua bekendheid nog altijd een charmeoffensief kan gebruiken, zingt de naam binnen en buiten het concern steeds vaker rond. Operati-
| 14
NetWerk magazine
Corporate gezicht? Denken de twee facility managers dat facility management ooit een corporate gezicht krijgt? ‘Dat is waarschijnlijk op korte termijn een utopie’, voorspelt het duo. ‘Facility management is interessant vanaf een bepaald volume. Kleine organisaties kunnen alles prima zelf lokaal regelen. We kunnen in de toekomst nog wel veel meer gaan betekenen als het gaat om het afsluiten van grote mantelcontracten voor meerdere werkmaatschappijen. Maar elke opdrachtgever heeft zijn eigen wensen. Het blijft maatwerk. Je moet je elke keer weer opnieuw invreten.’ a
Een logistiek bolwerk PCH Dienstengroep is een logistiek bolwerk binnen VolkerWessels. De filosofie van dit kluster bedrijven is om alle denkbare diensten aan te bieden die binnen de totale levenscyclus van het beheer van de openbare ruimte en panden nodig zijn. Zelf noemen ze het: ‘het faciliteren van de logistiek rondom mensen en middelen’. De groep bestaat naast PCH FM uit Parkeer Combinatie Holland, BedrijfsBeveiliging Holland, Munt Centrale Holland (waardelogistiek en -transport) en PCH Parkmanagement (beheer bedrijventerreinen). Daarnaast heeft PCH Dienstengroep (minderheids)deelnemingen in Signum Interfocus (verander- en riskmanagementconsultancy) en Volker Safeguard (alarm- meldkamerservices).
15 |
NetWerk magazine
Werken met vakantie gevoel Het heeft iets magisch. Al die duizenden reizigers met volgepropte koffers die dagelijks Schiphol aandoen. Maar het wordt nog specialer als je bedenkt dat veel concerncollega’s de luchthaven als thuisbasis hebben. En dat worden er alleen maar meer. Want Nederlands grootste luchthaven haalt de banden aan met VolkerWessels om aan wet- en regelgeving te voldoen en ambities waar te maken.
| 16
17 |
NetWerk magazine
M
et trotse pas loopt Peter van Zijl, directeur VolkerWessels Bouw Schiphol, door ‘zijn’ Terminal West. De 32.000 m2 uitbreiding van de aankomst- en vertrekhallen bracht nogal wat met zich mee. Niet alleen moest er een aansluiting komen op de bestaande G-pier corridor, maar Schiphol Plaza moest meteen ook uitgebreid worden. Verder is de voorrijweg van Plaza verlengd en is boven de vertrekhal een kantoortoren van negen bouwlagen gerealiseerd. Ten slotte kreeg de kelder nog een nieuw bagage-afhandelingsysteem. En dat allemaal in een omgeving waarin dag- en nacht bedrijvigheid is en de reiziger zo min mogelijk last mag hebben van de werkzaamheden. Geen probleem voor Van Zijl. Jarenlange bouwervaring in de medische wereld zorgt ervoor dat hij weet wat het is om in een operationele omgeving aan de slag te gaan.
De omgeving verandert mee Toch blijft Schiphol wel bijzonder. Dat merkt Van Zijl dagelijks aan zijn collega’s. ‘Het is makkelijk om mensen te motiveren voor het werk hier op Schiphol. Het is zo’n bekende naam. Dan hebben ze echt iets te vertellen op verjaardagen.’ Die motivatie is broodnodig, want het is zo af en toe flink aanpoten. Met het maken van de B-C corridor, een bagagehal op het platform bij de D-pier, Terminal West, de VIP-lounge voor de Koninklijke familie en de aansluiting op de G-pier heeft VolkerWessels Bouw al een stevige Schiphol cv opgebouwd. En dan zijn de relatief kleine projecten nog niet eens genoemd. Zo hebben ze op de luchthaven net een aantal nieuwe vestigingen van koffieparadijs Starbucks opgeleverd. Van werk komt werk, lijkt het motto te zijn. ‘Het bijzondere aan Schiphol is dat een project nooit op zichzelf staat. Verander iets en meteen verandert de omgeving mee.’
Snelle klussen
Voor de ‘last minute’ klussen die snel moeten gebeuren, wordt VolkerWessels als raamcontractant van Schiphol benaderd. Van Zijl: ‘Je geeft dan een prijsopgave af binnen de voorwaarden van het raamcontract en als dat in orde is, mag je meteen aan de slag.’ Een mooi voorbeeld daarvan is de incheckhal. De balies van de reisorganisaties zijn een doorn in het oog voor de Schiphol-organisatie. Ze nemen veel ruimte in en belemmeren de doorgang van reizigers. Van Zijl: ‘Onze oplossing hiervoor vonden ze uitstekend. We verplaatsen die balies naar achter, zodat ze op de huidige stoep komen. Dat levert kostbare extra meters op.’
Denktank Van Zijl ziet zijn rol op Schiphol steeds meer verschuiven. Van louter uitvoerend tot meedenkend. ‘Wij worden echt gebruikt als denktank en exploiteren op die manier onze kennis. Wij verkopen onze ziel niet per project. Er moet kans op vervolgwerk zijn.’ De nieuwe rol die Van Zijl aanstipt wordt bevestigd door KWS Infra collega Ernst Pronk. KWS Infra, dat volgens Pronk ‘sinds mensenheugenis’ actief is op Schiphol, merkt ook dat de werkzaamheden veranderen. Het ‘hap snap’ onderhoud van voorheen wordt steeds meer verruild voor meer gestructureerd en strategisch werk. Het meerjarige contract dat KWS Infra heeft voor het onderhoud aan de infrastructuur van het vliegtuigafhandelingsproces is hier een eerste vrucht van. Het totale onderhoud rond de gates is de komende jaren in handen van KWS Infra. Pronk ziet het als zijn missie om ‘zoveel mogelijk VolkerWessels bedrijven erbij te halen’. VolkerRail heeft hem bijvoorbeeld geholpen bij de leidraad en aanbesteding voor het onderhoudscontract. Zij kenden bovendien de weg in een aantal automatiseringssystemen, waardoor Schiphol deze nu stukken beter kan benutten. Maar ook Visser & Smit Hanab, HOMIJ, VolkerWessels Telecom, Systabo, Aveco de Bondt en Vialis zijn inmiddels geen onbekenden meer op de luchthaven.
‘Knoepers van projecten’ Inspectie en onderhoud zijn op Schiphol nu nog de belangrijkste bezigheden voor KWS Infra. Soms zitten daar unieke werkzaamheden tussen. Het onderhoud van de ‘compressiebunker’ bijvoorbeeld. Hierin wordt de onderdruk in een vliegtuig nagebootst. Elk stuk bagage dat in een El Al vliegtuig mee gaat komt eerst in deze bunker terecht. Zo wordt bekeken of er 4 explosieven in verborgen zitten, die zijn afgesteld om alleen af te gaan met onderdruk.
| 18
19 |
NetWerk magazine
Op een creatieve manier naar de toekomst kijken
Fit For the Future. De naam wekt wellicht de illusie dat wij binnen VolkerWessels met z’n allen de sportschool gaan induiken om fit te blijven of te worden. Natuurlijk ook een idee, maar dat is niet de insteek. Wat het dan wel is?
D
e wereld om ons heen verandert in rap tempo en VolkerWessels verandert mee. Wij worden dagelijks uitgedaagd om met innoverende oplossingen vragen uit de markt te beantwoorden. En met succes. Maar hoe zit het met de toekomst? Dat vergt bezinning op trends en toekomstbeelden om oplossingen te bedenken voor de markt die komen gaat. Proactief en trendbewust innoveren dus, met oog voor de toekomst.
Hoewel onderhoud dus een belangrijk onderdeel is, merkt Pronk op dat daar wel verandering in komt. ‘Als ze tevreden zijn over het onderhoud, gunnen ze ons aanpalende nieuwbouw. We hebben bijvoorbeeld net een nieuw platform gemaakt en er zitten nog knoepers van projecten in de pijplijn.’ Schiphol wil de groenste luchthaven ter wereld worden. Een ambitieus streven, waarbij de hulp is ingeroepen van zowel KWS Infra als Visser & Smit Hanab. De zogenaamde ‘klimaattafel’ van Schiphol is the place to be om vernieuwende energieconcepten voor het voetlicht te brengen. ‘Wij hebben een presentatie gehouden over wat wij als VolkerWessels op energiegebied in huis hebben’, zegt Pronk, ‘daarvan waren ze blijkbaar zo onder de indruk dat we mochten aanschuiven aan de klimaattafel.’
Veel winst te behalen Visser & Smit Hanab heeft vervolgens het energiestokje van KWS Infra overgenomen. De drie jaar die Sape de Haan inmiddels met Visser & Smit Hanab bezig is met duurzame energieconcepten heeft hij naar eigen zeggen een ‘behoorlijke voorsprong opgebouwd ten opzichte van de concurrentie’. Na een brainstorm is hij aan de slag gegaan met het voorbereiden van een quick scan van de luchthaven. ‘Schiphol moet je zien als een stad’, zegt De Haan. ‘Er is door de omvang enorm veel milieuwinst te behalen, mede omdat de focus tot nu toe gewoonweg niet op het energiegebied lag.’ Na de scan volgt op korte termijn de inventarisatie. Wat heeft Schiphol tot nu toe gedaan aan energiebesparing? Welke stappen zijn gezet en met welk resultaat? Het plan van aanpak moet nog geschreven worden, maar De Haan heeft ideeën genoeg. Van het gebruik van restwarmte uit afvalcentrales tot geothermie. De Haan zoekt het in verrassende, nieuwe oplossingen. En met succes. Want de Schiphol-directie heeft nu al laten weten onder de indruk te zijn van de suggesties van Visser & Smit Hanab. ‘Zij vinden ons vernieuwend’, vertelt De Haan. Maar heeft De Haan eigenlijk wel vertrouwen in de ecologiemissie van Schiphol? ‘Oh ja, ik weet dat ze de groenste ter wereld kunnen worden. Maar natuurlijk wel met onze hulp’, glimlacht hij. a
| 20
Om dit ‘nieuwe denken’ een zetje te geven binnen VolkerWessels is het innovatietraject Fit For the Future opgestart. Hierin wordt vooruit gekeken naar het jaar 2030. Hoe ziet onze buitenwereld er dan uit? Welke trends kunnen wij signaleren en wat betekent dit voor de verschillende activiteiten van ons concern in Nederland? Hoe geven wij in deze toekomst invulling aan onze missie ‘Samen bouwen aan wonen, werken en mobiliteit’? En belangrijker nog: waar liggen interessante business kansen om met integrale oplossingen voor de samenleving te komen? Kansen die overigens ook nu al opgepakt kunnen worden.
Trends & scenario’s
Innovaties in de etalage VolkerWessels Innovatie Management is sinds september 2007 nauw betrokken bij het innovatiebeleid van Schiphol. Jan Bouwman (Programma Manager) zit elke week een dag op de luchthaven om vraag en aanbod op dit terrein te combineren. Een unieke kans voor VolkerWessels om zich op Schiphol te presenteren als de innovatiespecialist. Bouwman: ‘Ik ben eigenlijk een soort makelaar. Ik kijk wat er nodig is en weet wat wij als VolkerWessels in huis hebben. Eigenlijk hebben we op deze manier een soort etalage.’ Vaak tot grote verrassing van zijn gesprekspartners. ‘De beslissers hebben meestal niet in de gaten hoe VolkerWessels in elkaar steekt en wat we kunnen. Als je ze dat duidelijk maakt, is er meteen grote interesse voor ons concern.’
Ruim 60 VolkerWessels-medewerkers uit 20 verschillende werkmaatschappijen hebben zich aangemeld om op de stoel van trendwatcher te gaan zitten en zodoende mee te denken over de nieuwe kansen van VolkerWessels. Zij zijn in vijf verschillende trendgebieden onderverdeeld: Politiek, Mens & Maatschappij, Economie, Technologie en Natuur & Milieu. Na een trendverkenning gaan zij per trendgebied vier toekomstbeelden van Nederland in 2030 schetsen. De scenario’s kunnen VolkerWessels en haar werkmaatschappijen helpen om op een nieuwe, creatieve manier te kijken naar de toekomst. De scenario’s zijn voeding voor de ‘innovatiemotor’ van VolkerWessels en helpen bij het bedenken van baanbrekende, innovatieve concepten voor het concern. Het streven is om eind 2008 drie interessante, innovatieve business cases te presenteren aan de Raad van Bestuur van VolkerWessels, als resultaat van het Fit For the Future project.
‘We moeten ons eigen werk creëren’ Fit For the Future wordt ondersteund door de zogenaamde Denktank. Hierin zitten 15 directeuren van verschillende werkmaatschappijen die ook nadenken over VolkerWessels in 2030. De uiteindelijke scenario’s die de trendgroepen bedenken, worden begin maart aan de Denktank gepresenteerd. Andries de Jong, lid van de raad van bestuur, is enthousiast over het project: ‘We moeten proberen nieuwe dingen te verzinnen en te ontwikkelen. In eerste instantie met ons eigen bedrijf, maar ook met externen. Want daar kunnen wel nog heel veel van leren. We moeten ons eigen werk creëren, zodat we niet meer afhankelijk zijn van tenders en inschrijvingen. Dan kunnen wij onze eigen projecten ontwikkelen.’ a
Ingrid van Schelt,
Marketing manager Visser & Smit Hanab, deelnemer trendgroep Mens & Maatschappij ‘Ik doe mee, omdat ik het vooral leuk vind om een bijdrage te leveren aan de groei en ontwikkeling van ons concern. Ook sluit het naadloos aan op mijn werkzaamheden binnen Visser & Smit Hanab. Wij kijken nu in het algemeen zo’n vijf jaar vooruit, maar ik kijk graag verder. Verder in de tijd, maar ook verder dan uitsluitend kabels en leidingen. Op die manier signaleer je de veranderingen en uitdagingen die in onze omgeving plaats vinden en is het mogelijk om deze te vertalen naar mooie, nieuwe marktkansen voor ons bedrijf. Bovendien vind ik het erg leuk om samen te werken met enthousiaste collega’s uit het concern die wellicht een totaal andere invalshoek hebben. Dit brengt leuke, nieuwe contacten met zich mee en stimuleert een nauwere en betere samenwerking tussen de VolkerWessels werkmaatschappijen.’
Meer informatie Kijk voor meer informatie over Fit For the Future op www.fitforthefuture.nl of neem contact op met VolkerWessels Innovatie Management via 078 - 6546250 of
[email protected].
21 |
Eurlings Officieel startsein Mobiele Werkplaats Met een ferme druk op de knop gaf minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat op woensdag 16 januari het officiële startsein voor de inzet van de eerste drie Mobiele Werkplaatsen in Nederland. De minister verrichtte de openingshandeling op station Hollands Spoor in Den Haag.
S
inds 1 januari 2008 gelden nieuwe veiligheidsregels voor onderhoud aan het spoor. Alle werkzaamheden moeten uitgevoerd worden in buitendienststellingen. Dit betekent dat het werk meer en meer verschuift naar de nacht en het weekend. Dit is lang niet altijd de gewenste oplossing. Daarom heeft VolkerRail andere manieren gezocht om aan het spoor te werken zonder dat dit ten koste gaat van de beschik-
| 22
baarheid. Met de Mobiele Werkplaatsen kan toch overdag worden gewerkt, zonder dat het treinverkeer hier hinder van ondervindt. De Mobiele Werkplaats rijdt vanaf een zijspoor het hoofdspoor op en voert de werkzaamheden uit. Voordat de volgende trein gaat passeren, rangeert de Mobiele Werkplaats weer naar het zijspoor. VolkerRail heeft het concept van de Mobiele
Werkplaats bedacht en is het enige bedrijf in Nederland dat met dit equipment werkt. Met de Mobiele Werkplaatsen is het mogelijk om te schouwen en een aanzienlijk deel van het noodzakelijke onderhoud tegelijk uit te voeren waardoor latere buitendienststellingen voor een belangrijk deel voorkomen kunnen worden. Kijk voor meer informatie over de Mobiele Werkplaats op pagina 26 en 27 (Dossier Veiligheid). a
NetWerk magazine
VolkerWessels Bouwmaterieel
‘Veiligheid is hier een cultuur’ VolkerWessels Bouwmaterieel (VWB) bezit, onderhoudt en (de)monteert materieel voor de bouw- en vastgoedbedrijven. Zij doet dit vanuit twee vestigingen (Oosterhout en Rijssen) en levert daarmee aan zo’n 850 lopende bouwprojecten. De 160 medewerkers van VWB zijn van één ding goed doordrongen: ‘Als het materieel de deur uitgaat, moet het voor 100% betrouwbaar zijn.’ Deze stelregel prijkt op de eerste plaats van regels binnen VWB. Directeur Karst Nieboer: ‘Wij kunnen ons geen fouten veroorloven. Veiligheid is hier een cultuur.’ Om ervoor te zorgen dat alles dan ook goed gaat, wordt elk stuk materieel (van steigerpijp tot bouwlift) na binnenkomst via een vaste route gesorteerd, schoongemaakt en gecontroleerd. Zo wordt alles waar een stekker aan zit bijvoorbeeld, in een speciale machine geplugd om te bekijken of het apparaat nog naar behoren werkt. Bij twijfel, hoe klein ook, wordt het materieel niet meer verhuurd. Waar Nieboer nog wel eens van schrikt, is de staat van het materieel bij terugkomst. ‘Soms is het zo vies en zie je gewoon dat het niet goed gebruikt is. We geven er altijd een handleiding bij, maar of die gelezen wordt?’ Naast de strenge regels die VWB zichzelf oplegt, moet ze zich ook houden aan een set van normen en richtlijnen, die door certificeringorganisaties wordt geëist. Of zij deze naleeft wordt regelmatig gecontroleerd. De regels, richtlijnen en controles zijn goed, maar het blijft uiteindelijk mensenwerk. Nieboer: ‘De jongens worden vanaf dag één getraind in veiligheid. Het is hier echt een manier van werken.’
| 24
‘Ik kom veel gevaarlijke situaties tegen’
John Moelands - Servicemonteur VolkerWessels Bouwmaterieel Hoewel geen enkel stuk materieel geheimen kent voor servicemonteur John Moelands is zijn grote liefde toch wel de tandheugellift. Toch kun je misschien ook wel spreken van een haat-liefdeverhouding. Want Moelands kent ook de gevaren die de lift met zich meebrengt. ‘Je moet er niet aan denken dat zo’n lift omvalt, maar helaas kom ik nog veel situaties tegen die echt gevaarlijk zijn.’ Moelands doelt daarmee op bouwplaatsen, waar de lift op een schuin stuk neergezet moet worden. Natuurlijk gaat hij daarmee niet akkoord, wat nog wel eens leidt tot een stevig gesprek met de uitvoerder ter plekke. ‘Ik ben mij altijd bewust van het veiligheidsaspect. Het komt niet in mij op om weg te gaan als ik niet zeker ben dat het veilig is.’ Moelands is getraind en gecertificeerd in het plaatsen van liften. Het is specialistisch werk en mag dus niet zomaar door iedereen gedaan worden. ‘Als je met ervaren mensen werkt die weten wat ze doen, hoef je geen woord te wisselen om het werk goed gedaan te krijgen.’ Na het plaatsen van elke lift vindt een officiële opstellingskeuring plaats, waarbij wordt gekeken of deze op de juiste manier is gemonteerd. Met de strenge richtlijnen is Moelands gelukkig. ‘Wij zijn er serieus mee bezig en dat heeft succes. Vanuit onze opdrachtgevers horen wij goede geluiden over onze veilige manier van werken.’ Zodra een lift terugkomt na verhuur keuren Moelands en zijn collega’s deze in de mechanische werkplaats. Alle contacten op de lift worden getest en er wordt gekeken of alles nog naar behoren functioneert. Door deze continue, zorgvuldige manier van werken komen ze weinig mankementen tegen. En als die er wel zijn, zijn ze volgens Moelands vaak toe te schrijven aan het gebruik ervan op de bouwplaats. ‘Er wordt nog wel eens erg slordig met spullen omgegaan. Laatst kwam ik stekkers tegen die in het water dreven of kabels van zwerfkasten die zomaar op de bouwplaats lagen. Maar het toppunt was toch wel een terrein waar ze zelf de stroomvoorziening hadden omgegooid. Levensgevaarlijk, daar was ik wel even stil van.’ Daarom wil Moerlands graag afsluiten met een tip: ‘Ga niet zelf knutselen, als je niet weet waar je mee bezig bent. Schakel ons in. Wij zijn bevoegd om ernaar te kijken en lossen het zo op.’
25 |
NetWerk magazine
Marcel Hissink - Procesuitvoerder VolkerRail
VolkerRail
Sinds 1 januari 2008 gelden er nieuwe regels voor onderhoud aan het spoor. Onmiddellijk gevolg is dat er veel minder buitendienststellingen beschikbaar zijn voor onderhouds- en schouwwerkzaamheden. Wat weer als gevolg heeft dat het werk meer en meer verschuift naar de nachten en weekenden. Voor de medewerkers van VolkerRail niet altijd de meest prettige oplossing. Om hieraan het hoofd te bieden kwam VolkerRail op de gedachte van de Mobiele Werkplaats. Dit idee is twee jaar geleden ingezonden als deelname aan een prijsvraag van ProRail. Bedoeling was een oplossing te bedenken voor het onderhoud aan het spoor, waarbij de hinder voor het treinverkeer tot een minimum beperkt blijft. Een aantal medewerkers van VolkerRail heeft de bouwbegeleiding van de Mobiele Werkplaats gedaan en het prototype gebouwd. Nu zijn zij toegekomen aan de implementatie, waarbij zij de gebruikers uitleggen hoe alles werkt, waar op gelet moet worden en wat ze ermee kunnen doen.
‘Gewoontes verankeren zich’ Elk jaar komen er 50 à 60 meldingen binnen van spoorwerkers die betrokken zijn geweest bij een (bijna) ongeval. De grootste gevaren schuilen in het vallen van hoogte (bijvoorbeeld bij het checken van de bovenleidingen), aanrijdingen en elektrocutie. VolkerRail heeft, om aan eigen en opgelegde veiligheidseisen te voldoen, speciale mensen in dienst die zich alleen maar met veiligheid bezighouden. Adrie van Bentem, coördinator spoorwegveiligheid, heeft er een dagtaak aan om de veiligheid voor zijn collega’s te optimaliseren en zoveel mogelijk te garanderen. ‘Wij moeten ons houden aan het Normenkader Veilig Werken dat door de branche is opgesteld. Hierin staan alle regels en richtlijnen rondom veiligheid’, zegt Van Bentem. Het Normenkader, dat sinds 1 januari 2007 het enige geldende veiligheidsdocument is, betekent nogal wat voor VolkerRail. Om te beginnen moest iedereen over het bestaan van het document geïnformeerd worden. Maar daarnaast moesten de mannen die dagelijks belast zijn met veiligheidsfuncties langs het spoor ook getraind worden. Een tweedaagse training zorgde ervoor dat ze wat betreft veiligheid weer helemaal up-to-date werden. Maar ook de collega’s die de werkzaamheden voorbereiden en uitvoeren werden bijgespijkerd tijdens een trainingsdag. In totaal zo’n 85 dagen lesgeven voor Van Bentem en collega’s. Toch weet hij uit ervaring dat de kennis wegzakt. ‘Gewoontes verankeren zich, waardoor er onveilige situaties ontstaan.’ Om zijn collega’s daarop te wijzen, wil Van Bentem zoveel mogelijk buiten zijn. Langs het spoor, bij de mannen die daar aan het werk zijn. Hij is gemachtigd om een externe inspectie te houden op eigen werk van VolkerRail. Van Bentem: ‘Dit levert eigenlijk altijd positieve reacties op. Ze vinden het fijn dat er naar hun veiligheid wordt omgekeken.’ Hoewel de regels zijn aangescherpt door de jaren heen én er met beter materieel wordt gewerkt, blijft het spoorwerk een risico. Ondanks dat het meeste werk wordt uitgevoerd in buitendienststellingen, blijft het werken naast een spoor waarover treinen rijden gevaarlijk. Daar komt nog eens bij dat door aangescherpte regelgeving de veiligheidsman steeds minder wordt ingezet om te waarschuwen voor naderende treinen. Toch blijft Van Bentem vol enthousiasme de schouders eronder zetten: ‘Als werkgever ben je het verplicht aan je mensen om te zorgen dat ze zo veilig mogelijk kunnen werken.’
| 26
‘Ontworpen om veiligheid te bieden’
Marcel Hissink heeft als procesuitvoerder baan- en seinwezen dagelijks met de Mobiele Werkplaats te maken op één van de plaatsen waar deze als eerste is ingezet, Deventer. Hissink is blij met de innovatie, maar vindt het tegelijkertijd ook bijzonder voor de spoorwegbranche. ‘Het is toch een gevestigd wereldje dat redelijk conservatief is. Zo’n ontwikkeling is echt uniek.’ De Mobiele Werkplaats is, zoals wel duidelijk mag zijn, mobiel. Dit betekent dat er op de dag gewerkt kan worden, zonder dat het treinverkeer hiervoor aangepast moet worden. Als een trein wil passeren, rijdt de werkplaats op een naastgelegen spoor om hem door te laten. Hierdoor zijn buitendienststellingen op dit traject niet, of in ieder geval een stuk minder, nodig. Maar een ander groot voordeel is de veiligheid die de Mobiele Werkplaats biedt. Het geeft de medewerkers een veilige werkplek, doordat het een afgeschermde ruimte is. Medewerkers hebben zo geen last van het weer, hebben alles bij de hand en hoeven zich lichamelijk minder in te spannen. ‘Hij is echt ontworpen om veiligheid te bieden’, legt Hissink uit, ‘ we gaan bijvoorbeeld heel anders om met de belasting van de monteurs. We kunnen nu met relatief licht, elektrisch gereedschap werken omdat we een stroomvoorziening hebben. Ook maakt dit minder lawaai, wat natuurlijk wel prettig is voor de oren.’ De werkplaats zelf is volgeladen met veiligheidsvoorzieningen. Om er maar een te noemen: de machinist heeft een gegarandeerde spreekverbinding met de technische leider. Zo is hij altijd op de hoogte van alle verrichtingen. En mocht een medewerker langzamer lopen dan de werkplaats, dan raakt hij een lijn aan die ervoor zorgt dat de trein meteen stil komt te staan. De aanwezigheid van al deze voorzieningen zorgt ervoor dat er geen veiligheidsman meer nodig is. ‘Dat is echt een revolutionaire ontwikkeling’, zegt Hissink. Zoals bij nieuwe auto’s vaker gebeurt, heeft ook de Mobiele Werkplaats een serie van virtuele botsproeven achter de rug. En met succes. Tijdens deze softwaresimulatie kwam de werkplaats er uitstekend uit. ‘Hij heeft een speciale constructie, waardoor hij botsveilig is. Bij een botsing werkt de kreukelzone zo, dat de wanden naar buiten toe gaan en het dak omhoog. De medewerkers in de werkplaats lopen zo dus veel minder gevaar.’
27 |
NetWerk magazine
KWS Infra Christiaan Pol en Hans van Baast- KWS Infra Zij zijn dagelijks te vinden in de buurt van Den Bosch, waar zij werken aan het project A2 Rondweg Den Bosch. Christiaan Pol in de rol van KAM-coördinator en Hans van Baast als hoofd uitvoerder grond en wegen. Elke dag trotseren zij de langs zoevende automobilisten om hun werk te kunnen doen. Als geen ander weten ze wat de gevaren zijn. ‘Er wordt echt enorm hard gereden. De mensen zijn asocialer geworden. Je wilt niet weten wat wij allemaal voor benamingen naar ons hoofd geslingerd krijgen’, zegt Pol. Die irritatie is volgens Van Baast vaak vooral te wijten aan het onbegrip bij de automobilist. ‘Ze begrijpen vaak niet waarom een deel van de weg is afgesloten of waarom ze ’s nachts 70 kilometer per uur moeten rijden terwijl het stil is op de weg.’
‘Afhankelijk van de grillen van de automobilist’ Auto’s die bewust om afzettingen heen rijden, het moedwillig aanrijden van wegwerkers, scheldpartijen, steeds harder rijdende automobilisten, het gooien van voorwerpen naar wegwerkers. Kortom: wegwerkzaamheden roepen nogal wat emoties op. Een enquête van FNV Bouw van twee jaar geleden toonde aan dat 99% van de wegwerkers zich niet veilig voelt tijdens het werk. Gelukkig vertaalt dit enorme aantal zich niet naar daadwerkelijke ongelukken. Sterker nog: het aantal ongevallen bij wegwerkzaamheden daalt al jaren. De ongeveer 15 slachtoffers die daar jaarlijks bij vallen zijn nagenoeg alleen maar automobilisten. Maar dat neemt niet weg dat de angst er zo nu en dan goed in zit bij de wegwerkers. Door de jaren heen zijn er strengere richtlijnen opgesteld en innovaties gedaan die het gevoel van veiligheid moeten verhogen. Zo moet de snelheid aanzienlijk omlaag worden gebracht tijdens werkzaamheden, zijn er attentiesignalen te vinden, actieramen (rijdend rood-wit gestreept rechthoekig raamwerk), tekstwagens, botsabsorbers, barriers en bijvoorbeeld geleidebakens. Maar toch, de wegwerkers zijn afhankelijk van de grillen van de langsrijdende automobilisten. KWS Infra heeft de veiligheid van haar medewerkers erg hoog zitten en doet er dan ook alles aan om een veilige werkomgeving te creëren. ‘Om medewerkers attent te maken op het veiligheidsbeleid geven wij bij (grote) projecten een Projectintroductie uit, waarin het thema veiligheid uitgebreid aan bod komt. Wat is er verplicht? Waar moet op gelet worden? Wat zijn de voorschriften? Wat moet er gedaan worden als het mis gaat?’, zegt Wouter den Hartog, communicatiemanager Bouwcombinatie InfrA2 (KWS Infra, Van Hattum en Blankevoort, Vialis en Mourik).
| 28
Hans van Baast (links) en Christiaan Pol.4
‘Mensen zijn asocialer geworden’
Vanaf 1 januari 2008 gelden nieuwe richtlijnen die ervoor moeten zorgen dat een weg pas afgezet mag worden als er binnen 15 minuten aan gewerkt wordt. Wellicht dat dit zorgt voor minder onvrede bij de automobilist. Beide heren zijn blij met de barriers die meer en meer gebruikt worden. Hoewel ze wel aangeven dat het ‘beter dan niets is’. De schildjes die bij korte bermwerkzaamheden ingezet worden, vertrouwen ze niet zo. Pol: ‘Die dingen worden gemakkelijk omvergereden.’ Als je achter een barrier aan het werk bent, voel je je volgens de heren wel ‘een stuk veiliger’. Dat komt onder andere doordat deze een meter buigruimte heeft. Dit betekent dat een voertuig wordt teruggeduwd als deze de barrier aanrijdt. Een automobilist komt er in deze situatie vaak nog genadig vanaf. Dat is wel eens anders als een actiemarker (rijdende afzetting) wordt aangereden. Van Baast: ‘Vaak total loss hoor, als dat gebeurt.’ Als de heren de vluchtstrook moeten inspecteren moeten ze het doen zonder afzetting. Hoewel ze verplicht zijn om minimaal 1,10 meter uit de buurt van de kantstreep te blijven, schudt de auto continu heen en weer door het langsrijdende verkeer. Zowel Pol als Van Baast zijn zich altijd bewust van de veiligheidsrisico’s. Dat besef zien ze niet altijd terug bij de jongere garde collega’s. Van Baast: ‘Die denken er soms te licht over en nemen grote risico’s.’ Een speciale veiligheidsman is er langs de weg niet. De uitvoerder is ervoor verantwoordelijk dat er veilig gewerkt wordt. Verplicht is in elk geval fluorescerende kleding en veiligheidsschoenen en in sommige gevallen gehoorbescherming. Daarnaast geeft KWS Infra bij elk werk een boekje uit waarin de veiligheidsvoorschriften staan. Maar ondanks dat alles weten de heren uit ervaring dat het ongelukken niet altijd voorkomt. ‘Je kunt nog zoveel regels en instructies hebben, maar het blijft mensenwerk. Hoe jammer het ook is: Er moet vaak iets gebeuren, voordat veiligheid weer prioriteit wordt bij de mensen die aan het werk zijn.’
29 |
NetWerk magazine
Vroeger krijgt een nieuw gezicht 1866. De Bredase stadsarchitect A.J.F. Cuypers buigt zich bij het schaarse licht in zijn woning over het ontwerp van de ‘Hoogere Burgerschool’. Met een stompje potlood schetst hij zijn ideeën op papier. Hij weet al hoe hij het wil hebben. Daar heeft de jarenlange ervaring als ‘huisarchitect’ van Breda wel voor gezorgd. Maar kan hij dan al weten wat de gevolgen van zijn keuzes zo’n anderhalve eeuw later betekenen?
Het pand is het enige gebouw buiten de ommuring van het Kasteel van Breda. Beter bekend als de Koninklijke Militaire Academie (KMA). Opdrachtgever is dan ook de Dienst Vastgoed van het Ministerie van Defensie. Dat betekent dat er strenge richtlijnen zijn die gevolgd moeten worden tijdens de renovatie. Het pand moet straks, als het af is, immers goed beveiligd en bewaakt kunnen worden. Het twee millimeter dunne monumentenglas dat, volgens de regels van Monumentenzorg, geplaatst moet worden maakt het er niet echt makkelijker op. De tocht die het glas doorlaat is niet alleen onbehaaglijk, maar kan ook veiligheidssensoren activeren.
een typische kantooromgeving.’ Wat wel in ere hersteld wordt, is de buitenzijde van het pand. De huidige doffe, grijze kleur moet weer gaan sprankelen. Ook geen gemakkelijke klus, als je bedenkt dat er door de jaren heen heel wat kleurverschil is ontstaan door noodreparaties. Bovendien laat het stucwerk op sommige plaatsen los of scheurt het. ‘De opdrachtgever heeft aangegeven welke kleur het pand moet krijgen. Lastig, want zie maar eens precies die ene kleur te krijgen, die onder alle omstandigheden goed blijft’, zegt Kamerman, ‘wij hebben heel wat proefstrepen moeten zetten om de juiste teint te vinden.’ De staat van het stucwerk verbeteren is een uitdaging die ook nog in het verschiet ligt. Kamerman: ‘Om alles goed egaal te krijgen, mag er absoluut geen reparatiestucwerk terechtkomen op de goede delen.’ Een lange zoektocht heeft Kamerman inmiddels geleid naar een goede reparatiemortel, die de gevel weer nieuw aanzien gaat geven. Er ligt overigens ook een dik eisenpakket wat betreft de brandveiligheid. Zo moet de verdiepingsvloer zestig minuten brandwerend zijn en is de minimale eis van de gemeente dat de trappenhuizen aan voor- en achterzijde, de lift en de stookruimte op zolder brandcompartimenten zijn.
Dik eisenpakket
Museum als nieuwe bewoner
Om aan de wensen van de opdrachtgever te voldoen, moest de hele binnenzijde van het pand gesloopt worden. Met een paar verrassingen tot gevolg. Zo kwam er een prachtige, authentieke tegelvloer tevoorschijn, die in een luxe woontijdschrift niet zou misstaan. Maar ook het allereerste behang toonde zich, net als de oude tegels die gebruikt werden als rustpunt op de poeren. Toch lijkt de opdrachtgever niet veel op te hebben met de oorspronkelijke details. Kamerman: ‘We hebben het er allemaal uitgehaald en het komt ook niet meer terug. Het nieuwe interieur wordt modern,
Kamerman en zijn team moeten de klus rond Koninginnedag 2008 geklaard hebben. Veel tijd voor uitloop is er niet, want de nieuwe bewoners staan te trappelen om hun intrede te doen. De afdelingen Werving & Selectie en Communicatie van de KMA krijgen de ‘Hoogere Burgerschool’ als nieuwe werkplek. En, wat heel bijzonder is, er komt ook een museum waarin onder andere legeruitrustingen van vroeger te bewonderen zijn. Oud en nieuw letterlijk en figuurlijk samengevoegd in een pand. Dat had architect Cuypers bijna anderhalve eeuw geleden vast niet bedacht. a
het gebouw leverde aan de start ook de nodige vraagtekens op. Doordat het gebouw aan een doorgaande weg ligt waar veel zwaar verkeer langs komt, was de gehele achterhoek losgescheurd. Een stalen stutconstructie is inmiddels geplaatst om het pand weer ‘te helen’ en stabiel te krijgen. Ook de totaal nieuwe fundering van 116 schroefinjectiepalen vormt letterlijk en figuurlijk het nieuwe fundament.
Strenge veiligheidsmaatregelen 2008. Projectcoördinator Peter Kamerman (de Bonth van Hulten) buigt zich in de keet naast de voormalige ‘Hoogere Burgerschool’ over een aantal werktekeningen. Een zucht ontsnapt hem, want het is geen gemakkelijke klus. Het gebouw wordt volledig gerenoveerd en moet weer het aanzien van eind 19e eeuw krijgen. Het bijzondere aan de oude hogeschool is het luchtafvoersysteem. Dat heeft Cuypers destijds slim bedacht. Kamerman: ‘Voor die tijd is dit echt een hypermodern gebouw. Inwendig waren er luchtkanalen, voor verse lucht van onder de vloer naar de kachels. Afgewerkte lucht vond een weg naar buiten door ventilatieroosters met schuiven aan de bovenkant.’Helaas voor Kamerman vormen juist die ventilatieroosters nu een moeilijkheid. Want ze zijn versleten, verkleurd en vaak zelfs gebarsten. En dat terwijl de roosters nou niet echt voorhanden zijn bij elke willekeurige bouwmarkt. Ze moeten dus stuk voor stuk met de hand opnieuw worden gemaakt. De constructie van
| 30
31 |
NetWerk magazine
Icoon krijgt allure terug Zij is hét icoon van Eindhoven. Met haar trotse houding en unieke voorkomen is ze al decennia lang het lievelingetje van de stad. Geen wonder dus dat de herontwikkeling met argusogen wordt bekeken. Toch kan iedereen gerust zijn. ‘De Lichttoren wordt geen yuppenpaleis. Zij krijgt haar oude status terug.’
P
rojectontwikkelaar DNC Vastgoedontwikkeling (50% Stam + De Koning Vastgoed, 50% woningcoöperatie Trudo) is verantwoordelijk voor de hele ontwikkeling van de voormalige Philipsfabriek. Directeur Bernard Wijnings kan zijn geluk niet op met de Lichttoren in zijn portefeuille. Als geboren en getogen Eindhovenaar maakt de toren deel uit van zijn jeugdherinneringen: ‘Onze opdrachtgever Trudo wil dit markante gebouw een veelzijdige bestemming geven met wonen, werken, verblijven en recreëren. Wij hebben echt het gevoel dat we straks iets teruggeven aan de stad.’ Mooie woorden, maar het realiseren ervan blijkt een ingewikkelde
| 32
klus te zijn. Het gebouw is door de jaren heen door Philips vaak verbouwd, waardoor een mengelmoes ontstond van materialen, installaties en afwerkingen. Ruim een jaar was nodig om het pand totaal te strippen, met zo’n 1000 ton afvalmateriaal als gevolg. Behalve deze tijdrovende klus bleek ook de fundering niet in orde. ‘De houten palen waren aangetast door bacterie- en schimmelvorming’, zegt Wijnings, ‘samen met onder andere Visser & Smit Hanab hebben we naar een oplossing gezocht. In totaal meer dan 1100 betonnen palen van zeven tot tien meter lang zijn onder de bestaande fundering aangebracht om het fundament weer stevig te krijgen.’ 4
De Lichttoren is een prominent gebouw in het centrum van Eindhoven. 4
33 |
NetWerk magazine
at is een W Rijksmonument? Nederland heeft zo'n 55.000 rijksmonumenten en 350 beschermde stads- en dorpsgezichten. Dit zijn niet alleen gebouwde zaken als woonhuizen, bruggen, torens en tuinhuizen, maar ook archeologische overblijfselen als hunebed-den en in de bodem verborgen Romeinse resten. Dit kan allemaal als rijksmonument worden aangewezen, omdat het heel mooi gevonden wordt of omdat het voor de wetenschap of de cultuurhistorie van belang is om het voor de toekomst te behouden. Het object moet wel aan een aantal wettelijke voorwaarden voldoen: zo moet het minstens 50 jaar oud zijn, van nationaal belang zijn en een unieke waarde bezitten. Pas dan kan een monument beschermd worden op grond van de Monumentenwet 1988.
Bijzondere bewoners Het oorspronkelijke industriële karakter van de Lichttoren wordt hersteld en voert nu weer de boventoon. De authentieke betonnen constructiedelen blijven zichtbaar en de ruimtes zijn open en vrij indeelbaar. Dat vraagt om bijzondere bewoners. Zo komt er een trendy grand café van 1000m2 op de begane grond, waarnaast een fitness en welness centre de deuren opent. Voor de kantoorruimte op de 1e verdieping zijn de onderhandelingen in een afrondende fase. Bijzonder is ook de ontwikkeling van een 4-sterren hotel met ruim 225 kamers. Maar de echte eyecatchers van het project zijn toch wel de lofts. Wijnings: ‘Eerlijk is
| 34
eerlijk. Voor Eindhoven is loft wonen totaal nieuw. Dat kennen we hier niet.’ De lofts krijgen ook het industriële karakter, waarbij binnenmuren taboe zijn. Ze worden casco opgeleverd, met de primaire installaties voor warmte, koeling en elektra. Het ontbreken van binnenmuren leverde een hoop vragen op. Want waar laat je dan bijvoorbeeld je elektra? De oplossing is gevonden in een verhoogd vloersysteem. Alle installatietechnische voorzieningen zijn hierin aangebracht. Het ‘smart living’ systeem zorgt er vervolgens voor dat door middel van plintgoten stopcontacten op elke gewenste plek geplaatst kunnen
worden. Hoe de loft verder wordt ingedeeld, bepaalt de bewoner. Om aan ideeën te komen krijgt iedere koper voor een aantal uur een binnenhuisarchitect tot zijn beschikking. Goed voor de koper, maar ook voor de ontwikkelaar. Wijnings: ‘Zo kunnen wij kijken of de wensen matchen met de technische mogelijkheden.’
De Lichttoren als monument De Lichttoren is een Rijksmonument. Dat betekent voor Wijnings en z’n club intensief overleg met Monumenten en Welstand om aan eisen en regels te voldoen. Zo is zonwering uit den boze en mag er geen koelinstallatie op het dak staan. Maar
hoe houd je een gebouw met zoveel glas dan koel in de zomer? Ook hier zorgde de vloer voor de oplossing. Een speciaal door HOMIJ ontwikkelde installatie verwarmt en koelt door middel van vloerverwarming en vloerkoeling. Deze duurzame energievoorziening op basis van waterpompen en warmte-koudeopslagsystemen vormt de basis voor het ‘groene gebouw’ dat nagestreefd wordt. Maar ook over de verlichting is goed nagedacht. Hoe kan het ook anders bij een voormalig Philips gebouw? ‘Samen met Philips hebben wij een lichtplan ontwikkeld’, zegt Wijnings, ‘het gebouw wordt aangelicht met LED-verlichting. Net als het torentje dat zelfs gekleurd licht
krijgt.’ Daarnaast komen er in het plein voor het gebouw LED-lichtjes in de grond die naar elke aparte functie toelopen, zoals de horecagelegenheid, het sportcentrum en de entree van het wooncomplex.
‘Gouden leerschool’ Hoewel er de komende tijd nog hard aan getrokken moet worden, heeft Wijnings er vertrouwen in. ‘Door alle bestemmingen die het gebouw straks rijk is, is dit het meest ingewikkelde project dat wij ooit om handen hebben gehad. Toch zijn wij er al in geslaagd om de oorsprong van het gebouw weer zichtbaar te maken. Dit is een gouden leerschool voor toekomstige projecten.’ a
e invulling van D De Lichttoren • 89 kooplofts • 28 huurlofts • Hotel met 225 kamers • 3300 m2 kantoorruimte • 3500 m2 commerciële ruimte/horeca • 256 parkeerplaatsen • Torentje (4 verdiepingen) • Pleininrichting
vanf april 2008 vanaf mei 2008 begin 2009 najaar 2008 najaar 2008 begin 2008 najaar 2008 begin 2009
35 |
beroep in beeld
Calculator bij Bouwonderneming De Veluwezoom
NetWerk magazine
‘Ik ben gewoon gek op getallen.’ Zonder een diploma op zak begon Erik Reuling (45) als calculator bij De Veluwezoom. Zeventien jaar later is calculatie nog steeds zijn hoofdtaak. ‘Vraag me iets over een project van vier jaar geleden, en ik noem zo de bedragen op die ermee gemoeid waren.’
N
og voordat Reuling de studie Bouwkunde had afgerond wekte een advertentie van De Veluwezoom zijn interesse. ‘Ik reageerde op de functie van calculator en kon meteen beginnen. Het eerste halfjaar moest ik nog wel mijn studie afmaken, dus dat betekende fulltime werken en tijdens de avonden en weekenden studeren. Het was een drukke tijd.’ Maar na zes maanden kon Reuling zich pas echt storten op het vak van calculator en leerde hij snel. ‘Is dit nu alles?’, dacht de eenmaal ingewerkte Reuling na tweeënhalf jaar gerekend te hebben aan aanbestedingen. Hij stapte over naar de werkvoorbereiding, maar kwam toch weer terug bij de calculatie. Het rekenen was meer ‘zijn ding’. Dit keer kreeg hij andere opdrachten voor zijn kiezen; utiliteitsbouw, appartementen complexen en huizen die extra aandacht nodig hadden. In 1996 greep hij de kans om de vrijgekomen functie van Hoofd Calculatie in te vullen. Reuling schudt de cijfers zo uit zijn mouw. Hij staat hij bij De Veluwezoom bekend als de lopende vraagbaak. Iedereen weet hem te vinden om begrotingen na te kijken. Saai werk is het absoluut niet. ‘Het is elke keer anders. Bij elk werk vind ik dat je de inspiratie moet hebben om er het mooiste uit te halen. Zelf kijk ik altijd of zaken niet beter en goedkoper kunnen.’
Bouwen op papier Op tafel ligt een werktekening uitgespreid. Reuling buigt over de tekening heen om uit te leggen hoe een calculator te werk gaat. ‘Het begint allemaal met een schets die we van de opdrachtgever of onze eigen afdeling ontwikkeling krijgen. Hoe gedetailleerder de tekening, hoe gedetailleerder we een prijs kunnen geven. De ene keer is er veel tijd voor het rekenen, de andere keer gaat het er alleen om wat het in grote lijnen moet kosten. Maar altijd moeten we rekening houden met randvoorwaarden zoals het Bouwbesluit, EPC (energieprestatiecoëfficiënt) en ventilatie.’ Het rekenen begint in de grond bij de palen en uiteindelijk bestaat de prijs uit hoeveelheid, arbeid, materiaalprijzen, materieel en onderaannemers. ‘Ik zeg altijd dat een calculator een huis op papier bouwt.’
‘Ik kijk vooruit’ Het calculatieteam van De Veluwezoom bestaat uit drie man. Ze werken gemiddeld zo’n drie weken aan een calculatie. Reuling: ‘Uiteindelijk een prijs aangeboden en zegt de opdrachtgever ‘ja’ of ‘nee’. Het leukste aan het vak is uiteraard als een calculatie daadwerkelijk een opdracht wordt. Dan heb je het werk niet voor niets gedaan. De eerste keer dat ik na lang rekenen hoorde dat we de klus niet hadden dacht ik; als dit het nu moet zijn. Maar ik heb geleerd er niet te lang bij stil te blijven staan. Nu zeg ik jammer en kijk ik vooruit.’ Is de opdracht binnen, dan maakt de calculator een werkbegroting en telt alles goed na op basis van een gedetailleerde tekening. Het komt voor dat er in de tussentijd wijzigingen zijn,
| 36
bijvoorbeeld in de afwerking. De laatste stap in de calculatiefase is om de definitieve begroting te overhandigen aan de financiële administratie. Tien jaar geleden is De Veluwezoom onderdeel geworden van VolkerWessels en dat heeft ook deuren geopend voor de ervaren calculator. Zo is hij betrokken bij het schrijven van een uniform calculatieprogramma voor alle bouwbedrijven binnen VolkerWessels. ‘Dit programma wordt gebouwd door Centric. Samen met VolkerWessels ICT en de andere bedrijven heb ik geholpen om vorm te geven hoe het programma eruit moet zien en te testen.’ Een unieke kans? ‘Het versterkt de samenwerking. Niet alleen voor mij persoonlijk, maar ook tussen de bedrijven.’
Nieuwe energie Reuling is een harde werker: ‘Mijn functie is Hoofd Calculatie, maar ik verzorg daarnaast alle voortrajecten, de kopersbegeleiding, de optielijsten en ben veel op pad om opdrachtgevers te benaderen en makelaars aan te sturen.’ Naar eigen zeggen heeft hij van zijn hobby zijn werk gemaakt. ‘Ik hou van werken en kan niet stilzitten.’ Maar hij kan ook te ver gaan. ‘Soms is het zo druk dat je wel weet waarmee je bezig bent maar niet meer wat je hebt gedaan. Dan krijg ik het wel benauwd.’ Nieuwe energie krijgt hij na een goed gesprek met de directie. ‘Er hoeft niet eens wat te veranderen, maar als er naar me geluisterd wordt geeft dat me de moed weer door te gaan.’ Het mooiste project waar Reuling aan gewerkt heeft, is het Catharinaproject in de binnenstad van Doetinchem. ‘Een gigantische kelder, met daarboven een winkelstraat en daar weer bovenop appartementen. De speciale voorzieningen maakten het een apart project en het was prachtig om te zien. Alles zat erin.’
‘Loslaten van de cijfers kan ik niet’ Gek van alle cijfers wordt hij niet, maar lastig aan zijn werk vindt hij wel dat een calculator een ondergeschikte functie heeft. ‘Er is altijd een strijd tussen calculatoren en uitvoerders. Wij leggen prijzen vast op papier en kunnen erop afgerekend worden. Al is 99 procent van de begroting goed, die één procent die niet goed berekend was krijgen we te horen.’ Het zit hem wel eens dwars. ‘Als calculator heb je zeker een brede rug nodig, eentje waar veel op kan.’ Om van deze last af te komen vindt hij in zijn vrije tijd ontspanning in de racerij. Samen met zijn zoon klust hij in zijn garage aan 1 op 5 bestuurbare raceauto’s. Zijn 13-jarige zoon heeft talent in het besturen van deze racemonsters. Trots laat hij een foto zien die op zijn werkplek staat. ‘We rijden nu twee jaar en proberen geen NK, EK of Grand Prix-wedstrijd te missen. Ik bestuur de auto’s zelf niet, maar vind het alleen al mooi om ze in en uit elkaar te halen.’ Daarnaast staat hij in zijn privéomgeving ook al bekend als ‘de man van de getallen’. De taak van penningmeester bij de lokale hondenschool is voor hem weggelegd. Reuling: ‘Zelfs in mijn vrije tijd kan ik de cijfertjes niet loslaten.’ a
37 |
NetWerk magazine
De belofte van Gouda Het is een mooi gezicht vanuit de keet. Vanachter bijna elk raam van het naastgelegen verzorgingshuis kijkt een nieuwsgierig gezicht toe. Gordijnen worden voorzichtig opzij geschoven en hier en daar zit een bewoner pontificaal voor het raam. Elke verrichting op de bouwplaats wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Dat is misschien ook wel logisch, als je bedenkt dat de bewoners kijken naar hun toekomstige thuis.
R
onsseveld staat te boek als een belofte. Het moet hét nieuwe, exclusieve woongebied van Gouda worden. De opmerkelijke architectuur, het spelen met de buitenruimtes en de vele functies die het terrein straks rijk is moeten hiervoor gaan zorgen. Ronsseveld is een ontwikkeling van projectontwikkelingcombinatie Bèta B.V.(in nauwe samenwerking met Zorg Partners Midden Holland (ZMH), Mozaïek Wonen en de gemeente Gouda). In Bèta participeert Boele & van Eesteren.
‘Altijd leven in het gebied’ Het meest opmerkelijke aan Ronsseveld is wellicht de diversiteit aan bewoners die straks hun intrek nemen. Van jeugdige studenten tot zelfstandig wonende senioren tot ouderen die dag en nacht verpleegd moeten worden. Gecombineerd nog eens met commerciële ruimtes onder de meeste woonlagen. Vanwaar deze keuze? Allard Hoogwerf, projectleider Ronsseveld van Boele & van Eesteren : ‘Zo is er altijd leven in het gebied. Overdag doordat mensen er aan het werk zijn en ’s avonds en in de weekenden omdat mensen er wonen. Voldoende sociale controle en veiligheid dus. Dat is belangrijk voor een groot gedeelte van de bewoners.’ De studenten ontworstelen zich overigens wel meteen aan het slonzige studentenimago. De piepkleine kamertjes maken dankzij Ronsseveld plaats voor luxe appartementen met een eigen pantry en badkamer. ‘Die hebben niets te klagen,’ zegt Hoogwerf, ‘ik wou dat ik er in mijn studententijd zo bijgezeten had.’ 4
| 38
39 |
NetWerk magazine
Echtpaar De Jong ‘Als je iets moois wilt, wordt het eerst een rotzooi’
Het echtpaar heeft in de woonkamer de stoelen zo neergezet dat het uitzicht op de bouwplaats het beste is.
Wonen en werken ineen De mengelmoes aan bewoners heeft ervoor gezorgd dat het aanbod aan woningen divers is. Zorgeenheden, in-leunwoningen (woningen in het zorgcentrum voor personen zonder noemenswaardige gezondheidsproblemen), vrije sector koopwoningen, huurwoningen en jongeren/studenten woningen worden allemaal rondom een centraal plein gebouwd. Dit vormt het middelpunt van het gebied en biedt tevens plaats aan de loopbrug die de verbinding vormt tussen het Groene Hart ziekenhuis en het Goudse NS Station. Het plein krijgt een plaza gedeelte met een à la carte restaurant, dat door bewoners voor een feestje afgehuurd kan worden. Onder het plein en de woonruimtes komen ongeveer 400 parkeerplaatsen. Geen auto’s dus zichtbaar in het gebied. Twee woongebouwen
| 40
Tien jaar lang woonden meneer en mevrouw De Jong (89) in een aanleunwoning van het huidige zorgcentrum. Tot volle tevredenheid. ‘We hadden een leuke benedenwoning met een mooi terras erbij en een prachtige keuken.’ Helaas voor hen moesten de aanleunwoningen als eerste plaatsmaken voor de nieuwbouw en dus moest het echtpaar verhuizen naar tijdelijke woonruimte in het zorgcentrum. Hoewel ze het droevig vonden afscheid te moeten nemen van ‘hun huisje’ hebben ze inmiddels hun plek gevonden in het nieuwe huis. Opmerkelijk genoeg hebben ze speciaal gevraagd om een kamer met uitzicht op de bouwplaats. ‘Wij vinden alles mooi aan de bouw. Ik zat vroeger in de houthandel, en dit doet mij een beetje denken aan toen. Als je iets moois wilt, wordt het eerst een rotzooi,’ zegt meneer De Jong. Last van de bouwgeluiden die vaak al vroeg klinken hebben ze dan ook helemaal niet. ‘Nee hoor, ik vind het juist wel gezellig. Als ik wakker word luister ik of ik de mannen al hoor’, zegt mevrouw De Jong met een glimlach. Het echtpaar heeft in de woonkamer de stoelen zo neergezet dat het uitzicht op de bouwplaats het beste is. ‘Prachtig joh, al die drukte. Als er iets gebeurt bellen we met andere bewoners van dit centrum. Dan proberen we er samen achter te komen waar ze precies mee bezig zijn.’ Toch is alleen kijken niet voldoende voor het echtpaar. Meneer De Jong is actief in de bouwcommissie, waarin de nieuwe woonruimtes en vooral de gebruiksvriendelijkheid ervan bekeken wordt. En daarbij gaat het er af en toe streng aan toe. ‘Wat er niet deugt, moet weggehaald worden van ons.’ Ondanks dat ze hun geliefde aanleunwoning moesten verlaten, kijkt het echtpaar met frisse blik naar de toekomst. ‘Het is belangrijk om je ergens te nestelen en nog een vrolijk leven te hebben.’
zijn ook via een ondergrondse tunnel te bereiken. De commerciële ruimtes die op de begane grond rond het plein komen moeten zorggerelateerd zijn. Een fysiotherapeut bijvoorbeeld. Al die voorzieningen zijn in trek bij een bepaalde doelgroep. Hoogwerf: ‘Wij mikken op mensen die dicht bij de stad en het ziekenhuis willen wonen en de zekerheid willen hebben dat ze zorg kunnen afnemen als dat nodig is.’ En dat kan. Met het Comfort á la carte concept van ZMH kunnen bewoners van de zelfstandige woonruimtes zelf kiezen of en hoeveel zorg ze willen afnemen. Zorg is daarbij een breed begrip. Natuurlijk kan iemand geholpen worden met douchen, aankleden of het innemen van medicijnen, maar ook een wandelingetje of een uurtje voorlezen kan gewoon besteld worden. ‘Als een bewoner dat wil kan hij via een standaard module in zijn meter-
kast een domoticasysteem laten plaatsen,’ zegt Hoogwerf. ‘Dit verhoogt de veiligheid en het comfort van de woning.’ De toepassingen zijn legio en te veel om op te noemen. Met een simpele druk op de knop kunnen lichten worden aan- en uitgeschakeld, kan een melding worden doorgegeven aan het zorgcentrum of worden alle apparaten in het huis uitgeschakeld om brand te voorkomen.
Energiezuinig Het huidige zorgcentrum dat al jaren op het terrein aanwezig is, wordt op termijn afgebroken om plaats te maken voor een modernere variant. Niet letterlijk, want het nieuwe centrum wordt ernaast gebouwd. Voor bewoners en medewerkers is dit de fijnste oplossing. Zo hoeven ze niet tijdelijk ondergebracht te worden in vervangende woonruimte, terwijl ze wachten op hun nieuwe stekkie. Dit geldt overigens niet voor de bewoners van de voormalige aanleunwoningen. De sloophamer heeft hun huisje inmiddels bereikt en zij moesten wel (tijdelijk) verhuizen.
Wat houdt Ronsseveld in? Fase 1 Ronsseveste: (zomer 2007) • Voor Mozaïek Wonen: 56 huurwoningen voor jongeren en 8 studentenwoningen • Begane grond en 1ste verdieping commerciële ruimte Ronsseburght: (zomer 2008) • 33 vrije sector koopappartementen en 2 penthouses • Begane grond en 1ste verdieping commerciële ruimte Ronssetoren: (voorjaar 2008) • 48 vrije sector koopappartementen en 2 penthouses • Begane grond en 1ste verdieping commerciële ruimte
Ook in dit nieuwe zorgcentrum is variatie troef. Zorghuurwoningen (zelfstandige appartementen) worden afgewisseld met zorgplaatsen (zelfstandige appartementen voor mensen met een zorgindicatie) en verpleegplaatsen. De installatie van het zorgcentrum wordt aangesloten op een bron voor koude- en warmteopslag. Met dit systeem kan duurzaam en energiezuinig verwarmd en gekoeld worden. De koel- en verwarmingsleidingen in de vloer zorgen ervoor dat het klimaat in het gehele gebouw in de zomer en in de winter aangenaam blijft.
Woonzorgcomplex op ondergrondse stallingruimte Fase 1 (najaar 2008) • Voor Zorg Partners Midden Holland: 46 zorghuurunits 106 zorgplaatsen 20 verpleegplaatsen 15 plaatsen voor dagopvang Plaza met restaurant
‘Aan het bouwhek gekluisterd’
huidige zorgcentrum) Ondergrondse stallingruimte Fase 2 Gebouw Z3: • Voor Zorg Partners Midden Holland 24 huurappartementen Begane grond en commerciële ruimte Appartementengebouwen X1 en X2 • 67 vrije sector koopappartementen
Niet alleen de toekomstige bewoners van Ronsseveld, maar ook buurtbewoners volgen de werkzaamheden op de bouwplaats op de voet. Aan het bouwhek gekluisterd staan sommigen urenlang toe te kijken. Reden voor Hoogwerf om hier extra aandacht aan te besteden. ‘Wij steken heel veel energie in het informeren van omwonenden, huurdersvereniging en gemeente. Toen de gebouwen werden gesloopt en de palen en damwand waren geslagen, hebben we in de buurt 300 bossen bloemen uitgedeeld. De positieve reacties waren overweldigend.’ a
Fase 2 (in ontwikkeling, op de plaats van het
41 |
NetWerk magazine
IJspret in Enschede
Hossende, in het oranje gehulde schaatssupporters die in het Thialf-stadion in Heerenveen ‘hun’ schaatsers luidruchtig toejuichen. Het zijn bekende televisiebeelden. Het verlangen om dit te evenaren is er niet, maar dat betekent niet dat de ambities voor de nieuwe ijsbaan in Enschede niet torenhoog zijn.
H
et vertrouwen straalt van Systabodirecteur Chris de Groot af als hij het heeft over de nieuwe 400 meter ijsbaan die het oosten van het land straks rijk is. En dat moet ook wel. Want De Groot steekt met Systabo zijn nek uit met de ontwikkeling en bouw van deze ‘ufo van Enschede’. De ijsbaan is al jarenlang een diep gekoesterde wens van de gemeente Enschede. Meer dan 30 jaar werd erover gesproken, voor de kogel daadwerkelijk door de kerk ging. Een Europese aanbeste-
ding volgde. Vijf consortia schreven in op basis van een programma van eisen, waarin duurzaamheid en vooral energiezuinigheid leidende punten waren. Enschede wil namelijk voorop lopen met het energiebeleid en wil een gezond en groen imago krijgen. Bij de aanbesteding werd uitgegaan van een halfoverdekte baan, waarvan de exploitatie tijdens een periode van 20 jaar sluitend en in handen van het consortium moest zijn. Systabo, die als initiatiefnemer onder andere de VolkerWessels bedrijven Archiment, KWS
Infra en HOMIJ in het consortium haalde, won de aanbesteding. ‘Op alle punten waren wij van de vijf partijen het beste’, vertelt De Groot, ‘de scherpte van onze inschrijfprijs, huursom en met name de weegpunten wat betreft het ontwerp en de energiezuinigheid werden door de anderen niet overtroffen.’
‘Verlagen van de energiekosten’ Daar komt nog eens bij dat Enschede zich nu niet op een halfoverdekte, maar op een geheel overdekte ijsbaan kan verheugen.
De tweede in Nederland, welteverstaan. De Groot: ‘Wij geloofden dat binnen het gestelde budget van €11 miljoen ook een overdekte baan mogelijk was.’ Dat geloof bleek waarheid. De Groot maakte deze keuze, vooral omdat de exploitatie ook bij de deal in zit. ‘Je gaat toch rekenen wat de extra investering in een volledige overkapping kost. We wisten al dat we hiermee per jaar minimaal een maand langer open konden zijn. Die extra inkomsten overbruggen het verschil tussen half en volledig 4
‘Wij geloofden dat binnen het gestelde budget ook een overdekte ijsbaan mogelijk was’, zegt Chris de Groot, directeur van Systabo Turn-Key Bouw. 5
| 42
43 |
NetWerk magazine
en universiteiten om de leerlingen tegen reductie toegang te geven. Grote kampioenschappen worden er straks niet gehouden. Ten eerste omdat de initiatiefnemers dat niet willen, maar ook omdat er simpelweg te weinig tribuneplaatsen zijn. Toch heeft een aantal topschaatsers al aangegeven te willen trainen in Enschede. En wat ook leuk is: de eerste marathon van seizoen 2008/2009 vindt in de dan spiksplinternieuwe ijsbaan plaats.
Belangeloos meedoen overdekt. Bovendien zijn de energiekosten lager.’ Volgens eigen zeggen is dit één van de hoofdredenen waarom de gemeente Enschede de keus op het consortium van Systabo liet vallen. Dat zal ongetwijfeld mede zijn ingegeven door het energieconcept dat tegelijkertijd is neergelegd. Dit is gebaseerd op het terugwinnen van de restwarmte, die afkomstig is van de vriesinstallaties waarmee het ijs wordt gemaakt. De restwarmte wordt via warmtewisselaars teruggewonnen. De vriesinstallaties verwarmen water voor verschillende doelen tot temperaturen tussen de 20 en 50 graden Celsius. De meeste capaciteit wordt geleverd aan de warmtewisselaar, die de toevoerlucht voorverwarmt en het systeem van gebouwvloerverwarming voedt. Daarnaast wordt warm water door de leidingen gepompt die in de grondlaag onder de ijsbaan te vinden zijn. Dit gebeurt om het opvriezen van de bodem onder de ijsbaan te voorkomen, waardoor er schade ontstaat aan de fundering. De hoogste watertemperatuur wordt gebruikt voor dweilwater van de ijsmachines. De keuze voor het type koudemiddel is na de gunning gevallen op CO2. Het heeft als voordeel dat het ijs een gelijkmatiger oppervlaktetemperatuur krijgt. Bovendien scheelt het enorm in de energiekosten, zo’n 17%. Nadelig is dat de investeringskosten hoger zijn dan bij een meer gebruikelijker glycolinstallatie en dat het leidingsysteem aangepast
moest worden om bestand te zijn tegen de veel hogere druk van CO2.
‘Partijen bij elkaar brengen’ Het contract met de gemeente Enschede is een zogenaamd DBOM-contract (zie kader). Onderdeel hiervan is, zoals al eerder genoemd, de exploitatie van de ijsbaan voor de periode van 20 jaar. De Groot: ‘We hebben veel gedaan aan risicobeheersing, omdat je het toch hebt over een hele lange periode.’ Demotiverend werkte dat niet voor De Groot. Integendeel zelfs: ‘Ik dacht: laat mij maar proberen om de juiste partijen bij elkaar brengen. De belangrijkste voorwaarde voor Systabo om in te schrijven voor de aanbesteding was het vooraf contracteren van een exploiterende partij, die na oplevering van het gebouw de verantwoordelijkheid en het risico van 20 jaar exploitatie overneemt. Hiervoor hebben wij Jan Heida aangetrokken. Als oud-directeur van Thialf moet hij de boel draaiende, en winstgevend, houden. Als hem dat lukt, zou dat een unicum zijn in Nederland. Er bestaan namelijk weinig ijsbanen waar geen geld op toegelegd wordt.’ De baan, waarop vrijwel alle takken van ijssport beoefend kunnen worden, moet jaarlijks tussen de 150.000 en 200.000 mensen gaan trekken. Daarbij wordt ingezet op een groot aantal bezoekers uit buurland Duitsland. Daarnaast zijn er overeenkomsten afgesloten met scholen
De eerste marathon van seizoen 2008/2009 vindt in de spiksplinternieuwe ijsbaan plaats.
| 44
Tijdens de aanbesteding heeft De Groot aan een aantal partijen gevraagd belangeloos mee te doen. Met als tegenprestatie een gegarandeerde samenwerking als de klus daadwerkelijk werd binnengehaald. Dat bleek een succesformule te zijn. IAA Architecten tekende voor het ontwerp, Stoel Partners voor de constructie, KWS Infra voor het maken van het buitenterrein, grondwerk en het bouwrijp maken, HOMIJ voor de gebouwgebonden installaties en uiteraard alles onder eindverantwoordelijkheid van Systabo voor de bouw van het complex. Begin november 2007 is gestart met de bouw. Als alles volgens planning verloopt, is de ijsbaan in oktober 2008 klaar voor de eerste schaatsers. a
Wat is een DBOM? Een samenwerkingsvorm waarin een groep private partijen zich verenigt in een consortium. Dit is speciaal opgezet met het doel een bepaalde dienst aan een overheidsorgaan te leveren op basis van een langlopend contract. Het private consortium draagt daarbij de verantwoordelijkheid voor het leveren van de dienst in overeenstemming met een van tevoren door de overheid vastgestelde kwaliteitsniveau. Dit gebeurt op basis van Ontwerpen (Design), Bouwen (Build), Exploitatie (Operate) en Onderhouden (Maintain). Door deze vier activiteiten te bundelen, kunnen efficiënte kostenbesparingen worden gerealiseerd en/of een hogere kwaliteit worden geleverd. Het uitwerken van details wordt aan het consortium overgelaten, zolang maar aan de kwaliteitseisen wordt voldaan. Vaak wordt een DBOM-contract voor een periode van 20 tot 30 jaar afgesloten. Bron: Kenniscentrum PPS.
45 |
ko r t e b e r i c h t e n
NetWerk magazine
Hippe auto’s voor trainees Boele & van Eesteren Je kunt natuurlijk een mooie advertentie plaatsen, een extra bouwbord neerzetten of een brochure maken. Maar je kunt ook kiezen voor een andere opvallende reclame-uiting die tegelijkertijd dienst doet als vervoersmiddel voor trainees. Boele & van Eesteren koos ervoor en niet zonder reden. Voor de opvallend bestickerde auto’s is gekozen om de trainees nogal eens (in de vroege uren) te vinden zijn op bouwlocaties die afgelegen zijn. Openbaar vervoer is daardoor vaak geen optie, waardoor er gecarpoold moet worden of voor de eigen auto gekozen wordt. Niet altijd een goede oplossing, zeker niet omdat Boele & van Eesteren graag wil dat de trainees altijd flexibel en mobiel zijn.
Wat voor weer wordt het? Wie wil weten wat voor weer het wordt tijdens de bouw- en infrawerkzaamheden kan terecht op de site van Bouwend Nederland. Lidbedrijven kunnen na inloggen klikken op het uitgebreide bouwweer. Het weer laat zich nooit helemaal voorspellen, maar met deze module wordt wel een goede poging gedaan.
Gedragsregels als leidraad
Kijk voor meer informatie op www.volkerwessels.com
| 46
Goed werk wordt beloond. Dat blijkt wel uit de prijzen die zijn gevallen op projecten waar VolkerWessels aan gewerkt heeft: Distilleerderij Nolet wint Schreudersprijs 2007 Tijdens het congres Ondergronds Bouwen van het COB kreeg Distilleerderij en jeneverstokerij Nolet op 31 januari de Schreudersprijs 2007 uitgereikt. Van Hattum en Blankevoort Regio Zuid realiseerde dit project samen met Architecten van Mourik en constructeur Aronsohn raadgevende ingenieurs. Samen hebben zij voor Nolet een tunnel gemaakt onder de Schiedamse haven. Deze verbindt de historische bottelen expeditiehal aan de haven in de binnenstad met het moderne logistieke centrum aan de overzijde. Een uitdaging, gezien de zware eisen aan functionaliteit, veiligheid en milieu. Met de tunnel kan Nolet haar binnenstedelijke locatie behouden en de noodzakelijke uitbreiding en modernisering van de fabriek realiseren buiten het centrum van Schiedam. 4 Het Strijkijzer, winnaar van de gouden Emporis Skyscraper Award 2007 Het prominente Haagse gebouw kwam als winnaar uit de bus in de categorie 'beste wolkenkrabber op het gebied van design en functionaliteit'. De prestigieuze prijs wordt jaarlijks uitgereikt door Emporis. Het Strijkijzer is de eerste Nederlandse winnaar. Eerdere wolkenkrabbers die met de eer streken zijn: 30 St. Mary Axe in Londen, Taipei 101 in Taipei, Tuning Torso in Malmo en de Hearst Tower in New York. Boele & van Eesteren was verantwoordelijk voor de bouw van het Strijkijzer.
Kijk op www.bouwendnederland.nl voor meer info. Inlogcodes voor de site kwijt? Mail dan naar
[email protected] of bel met 0900-2689363.
De zeven grootste Nederlandse bouwbedrijven hebben leidende principes vastgesteld om professionele samenwerking en ketenverantwoordelijkheid in de bouw te bevorderen. Doel is om meer duidelijkheid te scheppen voor alle partners in het bouwproces en houvast te bieden aan gespecialiseerde aannemers, toeleveranciers, installateurs, inkopers en contractmanagers. Ballast Nedam, BAM, Dura Vermeer, Heijmans, Strukton, TBI en VolkerWessels hebben daarmee de handen ineen geslagen om in te spelen op de vraag naar een meer maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering in de bouw en hebben de ambitie een impuls te geven aan duurzame samenwerking in de sector.
Prijzenregen
Succesvolle proef bumperkleven De eerste proef met het Volgtijd Informatie Systeem (VIS) van Vialis, waarbij weggebruikers worden geïnformeerd over de afstand in seconden tot hun voorligger, is succesvol verlopen. De provincie Noord-Brabant gaat dit 'anti bumperkleefsysteem' daarom op meer wegen toepassen. Sinds vorig jaar krijgen automobilisten op drie provinciale wegen in Noord-Brabant te zien hoeveel meter ze achter hun voorganger rijden. Door strepen op de weg is in één oogopslag te zien of de afstand veilig genoeg is. Het Volgtijd
Kijk voor meer informatie op www.emporis.com Informatie Systeem meet de volgtijd tot de voorganger met lussen in het wegdek en geeft dit vervolgens weer op elektronische borden. De eerste proef met dit 'anti bumperkleefsysteem' bracht chauffeurs ertoe beter op hun afstand te letten. Het bumperkleven verminderde flink.Uit de evaluatie van de eerste proef blijkt dat het bumper kleven op de N279 tussen Asten en Helmond overdag met 17 procent afnam en 's nachts met 40 procent. Op de N270 bij Deurne was de afname lager: 6 procent overdag en 24 procent in de nacht.
Bodemsanering gaat samen met energiewinning VolkerWessels slaat samen met de gemeente Eindhoven en Philips de handen ineen om het meest duurzame binnenstedelijke herontwikkelingsproject in Nederland te realiseren: Strijp-S. Het voormalige Philipsterrein Strijp-S wordt een stedelijk gebied dat in alle opzichten uniek is. Maar liefst 27 hectare wordt herontwikkeld tot een inspirerende omgeving waar wonen, werken en ontspannen gebundeld zijn. Strijp-S heeft een ambitieuze energiedoelstelling die door aanwezigheid van een unieke 150.000 m2 aan Rijksmonument alleen via efficiënt gebruik van bodemenergie gehaald kan worden. Voor de eerste keer in Nederland wordt daarom bodemsanering gecombineerd met energiewinning: Sanergy genaamd. Onttrekking- en infiltratieputten maken onttrekking van warmte of koude aan het grondwater mogelijk. Zo ontstaat energie die gebruikt kan worden om Strijp-S van comfortabele en duurzame warmte en koude te voorzien. Bovendien is er sprake van meer dan 50% reductie van de CO2 emissies en beperking van het verbruik van niet hernieuwbare grondstoffen. Bovenal houdt het systeem niet alleen de
verontreiniging op zijn plek, maar leidt het tot een behoorlijke versnelling van de natuurlijke afbraak. Credo Integrale Planontwikkeling is de gebiedsontwikkelaar van dit project. Na grondige voorbereiding staat de uitvoering voor de deur. Eind maart vindt de officiële kickoff plaats, waarbij minister Jacqueline Cramer aanwezig is. Kijk voor meer informatie over het project op www.strijp-s.nl of neem contact op met Thijs van Dieren (Credo Integrale Planontwikkeling) telefoon: 026-3343088.
47 |
Bijzondere boring Wie
Wat
Waarmee
Medewerkers van Visser & Smit Hanab
Visser & Smit Hanab werd erbij geroepen om een schacht te boren voor de aanlanding van een hogedruk gasleiding. Vanaf het intredepunt, ongeveer 4,5 meter boven gemiddeld zeespiegel, werd onder een hoek van 45 graden over circa 150 meter in rechte lijn in de rotsbodem geboord. De lengte van de boring was zo’n 410 meter.
Er werd gebruik gemaakt van een 250Tons Herrenknecht boormachine, die voor deze klus speciaal is aangepast om onder een hoek van 45 graden te kunnen boren. Daarbij is er gekozen voor een 12.25 inch boorkop.
Waar Op de olieraffinaderij van StatoilHydro in het Noorse Mongstad
Wanneer Eind 2007
colofon
NetWerk is het informatiemagazine van VolkerWessels en wordt verspreid onder alle medewerkers van het concern. NetWerk wordt uitgegeven in het Nederlands, Duits en Engels en heeft een totale oplage van 17.000, 9e jaargang, uitgave 1/08. Samensteling en redactie André den Boer, Inger Harteman en Esther Lelij Hoofdredactie Jos Waltmans Fotografie Dirk-Jan van Dijk, Ron Hendriks, Marcel van Kerckhoven, Carel Kramer, Aatjan Renders en Kees Verwer Redactieadres VolkerWessels Corporate Communicatie, Postbus 2630 3000 CP Rotterdam,
[email protected], Tel: 010-4244299 Vormgeving en lithografie V1 - Visuele Communicatie, Harderwijk Drukwerk Mouthaan Grafisch Bedrijf, Papendrecht VolkerWessels™ is de handelsnaam van Koninklijke Volker Wessels Stevin nv. Aan de inhoud van NetWerk kunnen geen rechten worden ontleend.
www.volkerwessels.com