Leven
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 ISSN 1374-1594
Driemaandelijks patiëntenmagazine van de Vlaamse Liga tegen Kanker nr. 27 • juli • augustus • september 2005
Muzikant Walter Boeykens na longkanker
Klarinet spelen als therapie
Relaties Christine Relaxatie en seks na verdrijft spanning Lafaille over chemotherapie borstkanker en angst
Column De kalender Maandenlange chemo, ik kon het me niet voorstellen. Zoveel
Karl Bruninx
maanden, zoveel meer weken, en nog eens zoveel meer dagen. Ik had maar één wens: mijn nederige bestaan weer onder controle te krijgen en wel zo snel mogelijk. Ik dacht eerst: ik doe zoals de soldaten vroeger die hun verplichte legerdienst zo snel mogelijk achter de kiezen wilden hebben. Ik hang een zelfgemaakte kalender aan de muur. Dag één: de eerste dag van de behandeling. Dag honderd en zoveel: de laatste dag van de voorgeschreven kwelling. Elke dag zou ik dan met vaste hand de vierentwintig voorbije uren wegknippen. Een symbolisch, ja bijna plechtig gebaar. Een zware weg naar de uiteindelijke verlossing die met elk afgeknipt strookje en tegen een gestadig tempo een etmaal dichterbij zou komen. Als een adventkalender zonder snoepjes maar met een infuus, een bestraling of een spuit achter elk deurtje. De kerstkalender met 24 vakjes zou trouwens niet volstaan. Mijn wedergeboorte nam zowat een half jaar in beslag. ‘De dag dat het laatste kalenderstrookje sneuvelt, haal ik de champagne boven en dans ik op tafel’, nam ik me voor. Ik was, zoals wel eens meer, iets te optimistisch. Nooit die kalender gemaakt, en nog minder op tafel gedanst. Die kalender, wist ik bij nader inzien, zou ontmoedigend lang zijn. Elke morgen zou hij me met mijn neus op het schijnbaar eindeloos lange proces drukken en pas halverwege zou die moeizame rit enigszins haalbaar lijken. Het tellen van de dagen zou me, zeker in die donkere beginperiode, geen zier vooruit helpen. Ik ben trouwens nooit een kalendermens geweest. Ik schrok telkens half december op dat Kerstmis naderde. Pasen werd een paar weken voordien gepland als de narcissen me eraan herinnerden. Ja, zelfs de vakantie werd op het laatste nippertje georganiseerd. De tijd ging meestal zo snel dat ik hem moest bijbenen. Ineens was het anders: de kanker zette een stopteken op mijn weg en ik werd gedwongen halt te houden. De kleurrijke herfst verschool zich onder een grijs waas, de winter zou niet bestaan, alleen in de late lente zou mijn eigen ik misschien weer ontluiken. De bladeren vielen en werden compost voor een nieuw seizoen met bottende bomen. Geloof het of niet, maar de tijd tikte toch weg. Wat eerst eindeloos leek, werd overbrugbaar, ook al door al het af- en aanrijden naar het ziekenhuis. Tot de climax: die laatste dag behandeling. Paradise lost, paradise regained? Niet zo vlug als ik gehoopt had. Net toen die overlevingsstrijd stilviel, kreeg ik het moeilijk. Complete verwarring want ik kon niets meer doén tegen die kanker, behalve de eerste controle bang en lijdzaam afwachten. Tijd zat met een door de chemo uitgeput lijf. Ik ging daar in het begin heel onbeholpen mee om. Ik heb mezelf uiteindelijk verplicht tot wandelen en winkelen. Tot naar films kijken, lekker eten en lezen, lezen, lezen. Vooral niet stilstaan, doorgaan tot ik mezelf weer samengeraapt had. Eerst twijfelend, maar elke dag een beetje zekerder van mezelf. Het is me uiteindelijk gelukt om nog voor de zomer weer open te bloeien. Mét champagne, op het tafeldansen hebben ze wat langer moeten wachten. Frieda Joris, journaliste bij Het Laatste Nieuws, kreeg in het najaar van 2000 borstkanker. Ze schrijft voor Leven vier keer per jaar deze column.
In dit nummer 4
Muzikant Walter Boeykens na longkanker ‘Mijn grootste therapie was klarinet spelen. Dat heeft me mentaal en fysiek enorm geholpen’
Relaxatie Nieuw VLK-project verdrijft spanning en verhoogt de levenskwaliteit
6
8
Sociaal isolement Vrienden die niet meer langskomen of niet meer opbellen. Het komt vaker voor dat mensen door een ziekte als kanker sociaal geïsoleerd geraken. Els Elaut (52) getuigt, sociaal verpleegkundige Erika Brandt licht toe.
Extra katern
Agenda juli - oktober 2005 Activiteiten voor kankerpatiënten en mensen uit hun omgeving
10
Michel Hoenkamp (53): van leven in de maalstroom naar leven in het moment
Chemotherapie Christine Lafaille (48) kreeg borstkanker, herviel, vocht terug en schreef een boek over haar ziekte en de behandeling. Oncologe Sylvie Rottey verduidelijkt
15
Relaties en seksualiteit na borstkanker Hoe leef je verder met een verminkt lichaam en wat met seksualiteit en relaties? Josée en Agnes vertellen openhartig hoe het bij hen liep.
18 19 19
20
Leven met kanker: hoe doe je dat? Er zijn geen regels voor. Je kan niet voorschrijven hoe iemand het best omgaat met een levensbedreigende ziekte. Iedereen zoekt zijn eigen weg. Sommige patiënten zijn zo weinig mogelijk met hun ziekte bezig. Ze hoeven er niet zo nodig alles over te weten. Anderen willen precies weten waar ze aan toe zijn. Ze speuren het internet af op zoek naar informatie en gaan gewapend met een vragenlijstje op consultatie. Informatie geeft hen houvast. Ze hebben het gevoel zélf iets te kunnen doen en te ‘vechten’ tegen hun kanker, zoals Christine Lafaille in dit nummer van Leven bijvoorbeeld.
Anders gaan leven na kanker
12
Leven met kanker
Je hebt mensen die steun vinden in contact met lotgenoten: ervaringsdeskundigen, die weten hoe het voelt om kanker te hebben en aan één woord genoeg hebben. Anderen hebben geen behoefte om te praten. Ze houden het liever voor zich, omdat ze nooit veel over zichzelf hebben gepraat of omdat ze er anderen niet mee lastig willen vallen. Zo heeft ieder zijn eigen stijl en aanpak. De een grijpt naar zijn klarinet, de ander schrijft een dagboek of zoekt steun in relaxatie. Meestal sluit die stijl aan bij de manier waarop je in het verleden problemen hebt aangepakt. Als je gewend bent aan openheid, zal je ook de nood voelen om over je ziekte te praten. Als je altijd al een vechter bent geweest, zal die vechtlust je ook tijdens je ziekte van pas komen. Maar vechtlust kan je niet afdwingen of bij jezelf programmeren. Je bent wie je bent. De beste manier om met kanker om te gaan is gewoon jezelf te zijn. En het lukt de meeste patiënten om na verloop van tijd opnieuw een waardevol leven op te bouwen. Zoals Josée Peeters, die pas na haar borstoperatie ‘respect en tedere seksualiteit ontdekte’. Of Michel Hoenkamp, die zijn stressvolle job als financieel manager inruilde voor studeren en vrijwilligerswerk. ‘Nooit gedacht dat dit me zoveel voldoening zou geven’, getuigt hij in Leven. Leren leven met kanker: dat doe je op je eigen manier, in je eigen tempo. Hedwig Verhaegen
Vragenlijn Erfelijk melanoom? Hulp in huis
Echo Brievenbus Brieven van lezers
Patiënteninfo
Leven is het driemaandelijkse magazine van de Vlaamse Liga tegen Kanker, de organisatie achter de campagne Kom op tegen Kanker http://www.tegenkanker.be REKENINGNUMMER: 488-6666666-84 HOOFDREDACTEUR: Hedwig Verhaegen EINDREDACTEUR: Griet Van de Walle REDACTIE: Chris Heremans, Griet Van de Walle en Hedwig Verhaegen WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER: Elke Delaey, Frederika Hostens, Marc Peirs, Carla Rosseels, An Van de Velde, Griet Van de Walle, Bart Van Moerkerke, Hedwig Verhaegen en Leen Wauters FOTO’S VOORPAGINA: Karl Bruninx, Eric de Mildt, Ivo Hendrikx en An Nelissen
CONCEPT EN LAY-OUT: Griet Wittoek, Drongen DRUK: Van der Poorten, Kessel-Lo ADVIESRAAD: Sabien Bauwens, Alain Bols, Veronique Capiau, Jan Demol, Titia Dergent, Dhana De Ville, Christel Fontaine, Gerd Koyen, Mieke Peys, Kristien Piette, Johan Reenaers, Vincent Renard, Sylvie Rottey, Lucie Sannen, Hugo Stuer, Guy Stuyck, Jeanine Symoens, Liesbet Van Eycken en Angelique Verzelen VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Leo Leys, Koningsstraat 217, 1210 Brussel Leven wordt gedrukt op chloorvrij gebleekt papier en verzonden onder 100% biologisch afbreekbare folie (folie hoort thuis op de composthoop of bij het groenafval).
LO N G K A N K E R
Muzikant Walter Boeykens na longkanker
An Nelissen
Klarinet spelen als therapie
Topklarinettist Walter Boeykens (67) is geboren en getogen in Bornem, het
dorp dat wijd en zijd bekendstaat voor zijn veeleisende wandelmarathon de
Dodentocht. Ook Boeykens moest een loodzware tocht ondernemen toen hij hal-
verwege 2003 met longkanker werd geconfronteerd. Maar gelukkig werd het een
mars terug naar het volle leven. Walter Boeykens over de helende kracht van de
klarinet en het positieve denken: ‘Ik ben er altijd blijven in geloven.’ Tekst: Marc Peirs
‘De kanker is eigenlijk bij toeval ontdekt. ‘Er waren geen uitzaaiingen, wel moest Ik had een probleem aan mijn ogen. ik snel op de operatietafel. Ik stemde Wanneer ik een tijdje aan meteen toe, want ik was van het lezen was, schoof de ene meet af aan onder de indruk tekstregel over de andere van het professionalisme en ‘Mijn belangrijkste therapie was heen. De oogarts stond voor de vriendelijkheid van de een raadsel en stuurde me klarinet spelen. Dat heeft me men- dokters en het verplegend taal en fysiek enorm geholpen.’ naar het UZ, waar ik een paar personeel. Die mensen onderzoeken onderging. wéten wat ze doen, hoor.’ Eigenlijk werd er puur toevallig na een foto van mijn ‘Tussen diagnose en opeborstkas een grijzige waas op mijn rechratie lag precies één week. Dat was juni terlong gevonden. Er werd een biopsie 2003. In die week heb ik een cd opgenogenomen en we wisten meteen dat het men met een concerto van Mozart. De kwaadaardig was: longkanker.’ collega-muzikanten wisten van niks. Ik
4
Leven
nr. 27 - juli 2005
hield het nieuws stil. Anders bestond het risico dat de collega’s en de producer medelijden zouden krijgen en schrik zouden hebben om me te verplichten een muziekfragment te spelen tot het helemaal perfect klonk. Kanker of niet, qua muzikale kwaliteit weigerde ik in te boeten. Pas nadat de laatste noot was opgenomen, zei ik: “Heren, u zal de komende maanden berichten vernemen over mijn gezondheidstoestand. Ik heb kanker en ik ben er zeker van dat alles goed zal aflopen.” Een moeilijk maar mooi moment.’ ‘De ingreep verliep vlekkeloos. Ik lag wel enkele dagen op de intensive careafdeling. Voor mijn vrouw en kinderen was het een schok: ik, die nooit ziek was geweest, lag daar aan slangetjes en infuzen gekluisterd. Twee maanden later, bij een controle, stelde de arts voor om toch chemotherapie te volgen om niet het risico te lopen dat de kanker terug zou komen. Ik ging akkoord: de
‘Zes sessies chemo kreeg ik, gedurende drie maanden. Die therapie was lastiger om dragen dan de operatie. Ik voelde me misselijk, was zwak, kon me moeilijk concentreren. Maar zodra de chemo achter de rug is, voel je hoe je dag na dag beter wordt. Je krachten keren terug, je voelt je opfleuren... En snél: als een pijl uit een boog herstelde ik (lacht).’
aan het werk te zetten. In augustus, twee maanden na de operatie, speelde ik een klein concertje tijdens mijn eigen festival in Bornem. En in september werd de Mozart-cd voorgesteld in De Singel in Antwerpen, de cd die ik had opgenomen net voor mijn operatie. Ik had het hele medische korps van het ziekenhuis uitgenodigd. Ze zagen en hoorden me bezig op de klarinet. Een opsteker voor hun werk: een patiëntengeschiedenis met een happy end.’
‘Ik was een verstokte roker. Zeker 30 sigaretten per dag. Bij tournees in het
‘Klarinet spelen heeft me mentaal en fysiek enorm geholpen. Maar muziek
Meer weten over longkanker Er zijn twee grote soorten longkanker, afhankelijk van hoe de cellen er onder de microscoop uitzien: kleincellige en niet-kleincellige longkanker. De twee soorten groeien anders en worden anders behandeld. Niet-kleincellige longkanker wordt indien mogelijk geopereerd, in tegenstelling tot kleincellige longkanker, waarbij zelden geopereerd wordt. Aangezien longkanker vaak pas wordt vastgesteld als de ziekte zich al uitgezaaid heeft, zijn veel behandelingen gericht op het remmen van de ziekte en het verlichten van symptomen. De VLK-brochure Meer weten over longkanker kan u lezen en afdrukken op www.tegenkanker.be/publicaties. Ze is ook verkrijgbaar op tel. 02/227.69.69 of per e-mail:
[email protected] (voor- en familienaam, adres en telefoonnummer vermelden + de titel van de brochure).
An Nelissen
artsen kennen hun vak, dus wie ben ik om hun oordeel tegen te spreken?’
buitenland rookte ik alles wat dampt (lacht). Toch had ik nooit problemen aan mijn longen. Die waren ijzersterk en supergroot: ik heb een longinhoud van 5 à 6 liter, dubbel zoveel als een ‘gewone’ mens. Wie professioneel een blaasinstrument bespeelt, oefent zijn longen zoals een topatleet zijn lichaam traint. Als je dan rookt, voel je daar niet zo snel de effecten van. Ach, dat roken, weet je, het was een dwaze gewoonte van mijn tienertijd in de fifties. Je kon geen film zien of de held stak een sigaret op. Als jonge kerel wil je de coole roker Humphrey Bogart zijn: die had de knapste meisjes (lacht).’ ‘Nu rook ik niet meer en doe ik drie keer per week aan fitness. Maar mijn belangrijkste therapie was klarinet spelen. Ik had tijdens mijn ziekteproces soms last van hyperventilatie. Dankzij gestaag oefenen op de klarinet is dat bedwongen. Elke dag speelde ik; een ideale therapie om mijn longen weer
heeft ook de kracht om je emotioneel te raken. Zo ben ik een grote fan van Frank Sinatra: telkens als ik naar zijn songs luisterde, met zijn orkest met de blazers, voelde ik de joie de vivre door mijn lichaam stromen. Eén moment was bizar: een maand nadat ik uit het ziekenhuis was ontslagen, luisterde ik thuis naar een van mijn eigen cd’s met muziek van Mozart. Dan ben ik in huilen uitgebarsten. De langzame delen in de concerto’s van Mozart… je weet niet wat je hoort, zo ontroerend is die muziek.’ ‘Goeie vrienden ken je in nood, zegt het spreekwoord. In de moeilijke dagen waren er enkele vrienden die elke dag belden om mij of mijn vrouw een riem onder het hart te steken. Ook van mijn huisdokter, enkele collega-muzikanten zoals mijn goede vriend Toots Thielemans en enkele oud-studenten van het Conservatorium in Antwerpen, waar ik 30 jaar lang les heb gegeven, kwamen er steunbetuigingen. Veel
steun put ik uit brieven of e-mails van fans die niet eens weten dat ik ziek was, maar die me complimenten geven over een cd of me vragen stellen over mijn muziek….Zo’n brief maakt mijn week goed. Dan weet je: ik beteken iets voor deze muziekliefhebber. Ik bén er nog.’ ‘Vooral in de warme schoot van mijn naaste familie vond ik steun. We waren altijd al een hecht gezin. Geheimen bestonden er niet. Meteen nadat de diagnose was gesteld, hebben we de kinderen ingelicht. Voor de zieke is een mooie thuishaven dé ideale plek. Mijn vrouw en kinderen waren prachtig. Zelfs al waren ze bang of triest, ze lieten het niet merken en ze bleven me steun bieden. Pas later gaven ze toe dat ze soms banger waren dan ik zelf (glimlacht).’ ‘Ik relativeer nu makkelijker en ik geniet meer van kleine dingen – dat hebben wel meer mensen die kanker hebben overwonnen. Wat niet veranderd is, en wat nooit wankelde, is mijn optimisme. Als muzikant ben ik gewend aan een opeenvolging van ups en downs; nu eens ben je bekend en veelgevraagd, een ander ogenblik moet je knokken om weer op de voorgrond te treden. Ik ben er altijd in blijven geloven.’ Uw reactie op dit artikel is welkom in onze lezersrubriek (p. 19) juli 2005 - nr. 27
Leven
5
R E L A X AT I E
Nieuw VLK-project
Rita Vancoillie: ‘Relaxatie verdrijft spanning en angst’ ‘Eind vorig jaar volgde ik tien sessies relaxa-
Rita Vancoillie heeft een schoenenwinkel in het West-Vlaamse Lo. Als ik aankom, helpt ze net een man in de moeilijke zoektocht naar gepast schoeisel voor het communiefeest van zijn kind. Het is Rita niet aan te zien maar ze heeft een moeilijke nacht achter de rug, zo vertelt ze even later. ‘Gisteren kreeg ik te horen dat bij een lotgenote, een goede vriendin, opnieuw kanker is vastgesteld. In bed lag ik te piekeren en te huilen. De relaxatieoefeningen kwamen goed van pas. Ik concentreerde me op mijn ademhaling en ben toch in slaap gevallen.’
tieoefeningen in Brugge. Ik kan het ieder-
een aanraden. Op momenten van spanning of als je zit te piekeren, helpen relaxatie-
technieken om tot rust te komen.’ Dat zegt
Rita Vancoillie. Ze werd in 2003 met succes
behandeld voor borstkanker maar stress en
onzekerheid steken nog geregeld de kop op. Tekst: Bart Van Moerkerke
de schoenenwinkel niet veel tijd om te piekeren maar ’s avonds slaan de onzekerheid en de stress soms toe. ‘De diagnose borstkanker werd gesteld op tweede kerstdag van 2002. Op 11 februari 2003 onderging ik een amputatie en een reconstructie met eigen buikweefsel. Daarna volgden zes maanden chemotherapie. Sindsdien verloopt alles goed maar de angst om te hervallen is natuurlijk nooit ver weg. Zeker in bed is er tijd te over om te piekeren. Dan
Kussen en deken In het najaar van 2004 reed Rita Vancoillie tien maandagen naar Brugge voor relaxatieoefeningen. ‘We waren
Rita Vancoillie: ‘En of het werkte! Ik ben twee keer ingedommeld. Thuis vonden ze dat wel grappig, op maandag vroegen ze me soms of ik weer een dutje ging doen in Brugge.’
‘Relaxatietherapie verhoogt
de levenskwaliteit, zowel
fysiek als psychisch.’ Dat zegt Jef Houbrechts. Hij begeleidt
al vijftien jaar mensen bij het aanleren van ontspannings-
technieken en is een van de
Eric de Mildt
therapeuten van de sessies die
Rita Vancoillie: ‘Ik gebruik de oefeningen zelfs voor dingen die niets met kanker te maken hebben, bijvoorbeeld om mijn zenuwen in bedwang te houden als ik bij de tandarts langsga.’
6
Leven
nr. 27 - juli 2005
daar met een kleine groep kankerpatiënten. We lagen op een matje, met een kussen en een deken. Het licht was uit, er speelde zachte muziek. Claudine, die de sessies begeleidde, leerde ons technieken aan om rustig te ademen en om ons hele lichaam te ontspannen. En of het werkte! Ik ben twee keer ingedommeld. Thuis vonden ze dat wel grappig, op maandag vroegen ze me soms of ik weer een dutje ging doen in Brugge.’ De lessen liggen inmiddels enkele maanden achter de rug, maar Rita maakt nog geregeld gebruik van de technieken die ze er aanleerde. Overdag is er met drie opgroeiende kinderen en
de Vlaamse Liga tegen Kanker
in het najaar organiseert in alle Vlaamse provincies.
Tekst: Bart Van Moerkerke
Jef Houbrechts en zijn collega-therapeuten kwamen onlangs bij elkaar om de inhoud van de VLK-relaxatiesessies vast te leggen. Ze willen kankerpatiënten zogenaamde ‘autogene’ technieken bijbrengen, technieken waarbij men leert zich te ontspannen door concentratie en medita-
Doorbijten Rita Vancoillie steekt niet weg dat ze er soms tegenop zag om op haar vrije maandagnamiddag naar Brugge te rijden. Nu is ze zeer tevreden dat ze
VLK-relaxatiesessies Voor data, inlichtingen en inschrijvingen voor de relaxatiesessies: zie pagina 6 van de agenda in het midden van het tijdschrift. doorbeet. Ze raadt iedereen die met stress en angstgevoelens kampt, aan relaxatietherapie te volgen. ‘Jammer dat het project niet vroeger bestond. Zeker in de periode vanaf de diagnose tot het einde van de chemotherapie had ik er ongelofelijk veel aan gehad. Toen wogen de onzekerheid en de spanning het zwaarst. Maar misschien had ik toen de moed en de kracht niet gehad om relaxatiesessies te volgen.’ Uw reactie op dit artikel is welkom in onze lezersrubriek (p. 19)
Eric de Mildt
bekruipt me wel eens een heel benauwd gevoel. Relaxatieoefeningen helpen om die spanning te doen wegebben. Heel af en toe maak ik er ook overdag gebruik van. Enkele weken geleden voelde ik me zeer vermoeid, alsof ik in een week chemotherapie zat. Ik ben in de zetel gaan liggen, concentreerde me op mijn ademhaling en mijn lichaam, en sliep in. Dat zou me zonder de relaxatietechnieken nooit gelukt zijn. Ik gebruik de oefeningen zelfs voor dingen die niets met kanker te maken hebben, bijvoorbeeld om mijn zenuwen in bedwang te houden als ik bij de tandarts langsga.’
Relaxatietherapeut Jef Houbrechts:
‘Ontspanningsoefeningen verhogen de levenskwaliteit’
Ivo Hendrikx
tie. De basis van die autogene training is een goede, rustige ademhaling vanuit de buik. ‘Bij spanning of angst ga je sneller en meer via de borstkas ademen’, zegt Jef Houbrechts. ‘Op lange termijn kan dit leiden tot vermoeidheid, je duizelig voelen en soms zelfs tot hyperventilatie. Het is beter om via de buik te ademen. Iedereen kan dat. Als je helemaal ontspannen bent, adem je automatisch vanuit de buik. Je buik gaat omhoog bij het inademen en omlaag bij het uitademen, dat vraagt geen enkele inspanning. Het komt erop aan die techniek ook toe te passen op momenten van stress en angst. Dat willen we de deelnemers aan de relaxatiesessies aanleren.’ Naast de ademhalingstechnieken komen in de training ook oefeningen aan bod om de spieren te ontspannen. De deelnemers overlopen langzaam verschillende lichaamsdelen en stellen zich voor dat die zwaar en warm worden. Jef Houbrechts. ‘Dat vraagt wat oefening maar eens je de techniek onder de knie hebt, werkt die enorm ontspan-
even wat tijd nemen voor jezelf, werkt heilzaam. Ontspanningsoefeningen kunnen het piekeren stoppen waardoor je makkelijker in slaap geraakt. Als je een lastig onderzoek moet ondergaan, kunnend. Het is wetenschappelijk vastgenen de oefeningen je helpen aan iets steld dat de lichaamsdelen waarop je je anders te denken. Ze kunnen je ook de concentreert ook daadwerkelijk warmer pijn even doen vergeten: vergelijk het worden. Autogene training heeft met het opgaan in een mooie dus niets te maken met new film waardoor je je minder age of allerlei methodieken in bewust bent van pijn.’ de alternatieve sfeer, het is een ‘De aangeleerde relaxaerkende techniek die psycholotietechnieken geven je gen en therapeuten al tientallen een zekere controle over jaren toepassen.’ je spierspanning. In stresserende situaties laat dat Aanvullende methode toe de angst te verlichten. Kanker leidt tot spanning, dat is Daardoor is het niet altijd normaal. Die spanning kan op nodig naar medicatie te grijveel verschillende manieren pen om de spanning onder tot uiting komen. Mogelijke controle te krijgen. Begrijp symptomen zijn: niet meer me niet verkeerd, relaxatie Jef Houbrechts: ‘Relaxatie is een kunnen slapen, verward belangrijke aanvullende methode is geen wondermiddel. Als zijn, hyperventileren, geen je in paniek bent of als die de fysieke en de psychische eetlust meer hebben, zeer de stress zeer groot is, zal levenskwaliteit kan verhogen.’ droevig zijn, voortdurend je wellicht enkel rust vinpiekeren, agressief reageren. den als je een slaapmidRelaxatietherapie is een van de middedel inneemt. Maar relaxatie is wel een len om beter met die spanning te leren belangrijke aanvullende methode die omgaan. Jef Houbrechts: ‘Alleen al je de fysieke en de psychische levenskwagedachten op iets anders zetten en rustig liteit kan verhogen.’
juli 2005 - nr. 27
Leven
7
OMGAAN MET KANKER
Sociaal isolement door kanker:
vrienden voor altijd?
Karl Bruninx
die ik nooit meer heb gehoord of gezien. Daar heb ik het moeilijk mee. Alsof je een besmettelijke ziekte hebt. Ik hoef geen tien mensen rondom mij, gewoon een paar goede vrienden. Die heb je nodig. Want het is geen griepje, maar kanker, een levensbedreigende ziekte. Je vecht. En hoe meer mensen een helpende hand uitsteken, hoe gemakkelijker je eruit geraakt.’ ‘Uiteindelijk bel je zelf: “Het is al lang geleden, ja, we moeten nog eens afspreken. We bellen nog.” En dan hoor je niks meer. “Vrienden komen en gaan”, zeggen mijn dochters. Ik zie dat anders. Je hebt iets opgebouwd in de loop der jaren. Je weet dingen over elkaar, per-
Echte vrienden zijn goud waard; in goede en kwade dagen, in ziekte en gezondheid. Ze zijn een steun en toeverlaat, ook als het een periode minder gaat. Helaas, een
ziekte als kanker kan vriendschap zwaar op de proef stellen. Els Elaut getuigt. Tekst: An Van de Velde
Het verhaal van Els Elaut (52) begint verder met mijn leven. Al ben ik wel eind 2002, toen ze te horen kreeg dat veranderd.’ ze borstkanker had. De behandeling liet Tijdens de periode van ziekte en behanniet op zich wachten: eerst chemotheradeling – én daarna – kan je elke steun pie, en daarna werd een borst geampugoed gebruiken. Els heeft een begrijpenteerd. De operatie verliep de man en twee volwassen goed, en Els herstelde snel. dochters. Ze steunden haar ‘Er zijn vrienden, met wie we toch Els Elaut: ‘Natuurlijk schrik door dik en dun. Maar om al jaren een goede band hadden, je wel. Je krijgt een schok. de draad weer op te pakken, Daar sta je, tussen leven en rekende Els toch ook op haar die ik nooit meer heb gehoord of dood. En het is niet niks: vrienden. En die lieten het gezien. Alsof je een besmettelijke ze ontnemen je iets – een een beetje afweten. In het ziekte hebt.’ ziekte als kanker laat litbegin kwam er nog wel een tekens na. Maar je slaat je bloemetje of een telefoontje, daar door, zo goed en zo kwaad als maar dat verwaterde snel. je kan. Ik heb mij daar vrij goed over Els Elaut: ‘Er zijn vrienden, met wie we gezet. Ik wilde die bladzijde omdraaien, toch al jaren een goede band hadden,
8
Leven
nr. 27 - juli 2005
Vrienden die niet meer langskomen, niet meer opbellen, niet meer vragen hoe het gaat. Het komt wel vaker voor dat mensen door een ziekte als kanker sociaal geïsoleerd geraken. Dat zegt ook Erika Brandt, sociaal verpleegkundige in het AZ Sint-Blasius in Dendermonde: ‘In de beginfase, tijdens de opname in het ziekenhuis, komen mensen vaak op bezoek, maar niet iedereen houdt het vol. De behandeling duurt ook vaak lang, veel mensen zijn gauw een jaar bezig. Na een tijdje haken heel wat mensen af. En dat is jammer. Als patiënt ben je sowieso al wat geïsoleerd. Je zit thuis, je kan een tijd niet meer gaan werken, op vakantie. Je moet veel dingen laten.’ Juist in een periode dat je dat sociaal contact het hardst nodig hebt, laten vrienden en buren het wel eens afweten. Erika Brandt: ‘Mensen vormen zich een beeld over iemand met kanker. En vaak weten ze niet hoe ze daarmee kunnen omgaan of wat ze moeten zeggen. Misschien uit angst over het feit dat het hen ook kan overkomen? Of mis-
Karl Bruninx
soonlijke dingen. Je praat niet alleen over het weer, je legt al eens je ziel bloot. Dat is vriendschap. Als het dan een periode minder gaat, hoop je dat je op die vrienden kan rekenen. Niet om aan zelfbeklag te doen, maar gewoon, om alles achter je te kunnen laten en verder te gaan met je leven. Zoals vroeger, toen stond
mijn agenda vol: een etentje hier, een etentje daar, een uitstapje samen, even bijpraten bij een kop koffie… Dat mis ik wel. Uiteindelijk begin je te twijfelen aan jezelf. Je verliest je zelfvertrouwen. Je weet niet meer hoe je je moet gedragen, wat je kan zeggen en wat niet. Waarom? Ik weet het niet. Ik kom er niet uit. Ik heb
er al veel over nagedacht, veel gelezen. Soms voel ik me triest, vaak boos en bedrogen. In rouw. Ook dat verlies moet ik verwerken.’ Toch blijft Els niet bij de pakken zitten. Ze wil vooral vooruit. Els Elaut: ‘Ik wil erover praten want ook andere patiënten kennen dit probleem. En bij gelegenheid pik ik het op met mijn vrienden. Maar ik wil niet blijven piekeren. Ik lach graag, ik maak nog graag plezier. Ik maak lange wandelingen, ga kilometers fietsen. We trekken door heel Vlaanderen, mijn man en ik. Dat is ook een uitlaatklep. En ik heb mijn kleinkinderen: twee jongens, 3 jaar en 14 maanden, die maken veel goed.’ Uw reactie op dit artikel is welkom in onze lezersrubriek (p. 19)
Sociaal verpleegkundige Erika Brandt:
‘De lat ligt hoog’
Toenadering zoeken Als de behandeling erop zit, verwacht de buitenwereld vaak dat je snel weer de oude zult zijn, dat je weer normaal kan functioneren. Dat is niet altijd zo. Erika Brandt: ‘Dat klopt. Je ziet er weer goed uit, of beter. En automatisch wordt er verondersteld dat je ook beter bent. Maar mensen kunnen nog moe zijn, bezig met verwerken. Juist dan heb je toch wel dat sociaal contact, die vrienden nodig, om de draad weer op te pikken. Het is echt belangrijk dat je als vriend of als buur blijft komen, aandacht blijft schenken. Vraag wat je kan doen, of je ergens mee kan helpen, zonder te betuttelen. Medelijden is het laatste dat
zieke mensen vragen.’ weten ze niet goed wat te zeggen en vinEn het gaat daarbij niet alleen om prakden ze niet de juiste woorden. Natuurlijk tische hulp. Mensen hebben vooral ook zullen er altijd mensen zijn die afhaken. nood aan heel gewone Spreek hen daarover aan. dingen: een etentje bij Vraag waarom ze het moeivrienden, even bijpralijk hebben en praat het ten,… samen uit.’ Erika Brandt: ‘Aan vrienden en andere mensen zou Onverwacht ik zeggen: nodig hen eens En uiteraard laten vrienuit. Misschien bedanken den het niet allemaal ze, zeggen ze “Neen, vanafweten. Mensen staan er daag voel ik mij te moe”. vaak ook van versteld wie Plannen is sowieso moeihun echte vrienden zijn. lijk, dat moet echt van dag Erika Brandt: ‘Soms komt tot dag. Maar dat wil niet de steun uit onverwachte ‘Het is echt belangrijk dat je als zeggen dat je het niet meer hoek: een collega waar vriend of als buur blijft komen, hoeft te vragen. Misschien je het niet van verwacht, gaat het de volgende keer een buur waar je weinig aandacht blijft schenken. Vraag wel. Als patiënt kan je contact mee hebt. Mensen wat je kan doen, of je ergens mee ook zelf meer toenadering die plots wel een kaartje kan helpen, zonder te betuttelen.’ trachten te zoeken. Probeer sturen of opbellen om te mensen die contact zoeken vragen hoe het gaat. Veel daar van in het begin in te bevestigen. Zeg patiënten vinden ook steun bij lotgenodat je het apprecieert dat ze er zijn, dat ten. Niet zelden houden mensen daar ze eens opbellen of langskomen. Ook al echt vrienden aan over.’ Karl Bruninx
schien beseffen mensen niet hoe groot die nood wel is. Het is, denk ik, ook een beetje eigen aan onze maatschappij. De lat ligt hoog. Er wordt verwacht dat je presteert, op het werk en thuis. We leven allemaal ons eigen leven. En we vergeten wel eens dat mensen het soms moeilijk hebben om nog mee te kunnen.’
juli 2005 - nr. 27
Leven
9
Ivo Hendrikx
EEN ANDER LEVEN NA KANKER
Michel Hoenkamp
Van leven in de maalstroom naar leven in het moment Na vier zware kankerbehandelingen het
werk hervatten, het is niet evident. Zeker
niet als je in dat werk dagelijks een lading
stress over je heen krijgt. Michel Hoenkamp (53) ruilde zijn carrière bij een Amerikaans
bedrijf voor studeren en vrijwilligersactiviteiten. ‘Nooit gedacht dat dit me zoveel vol-
doening zou geven’.
Tekst: Frederika Hostens
‘Voor ik ziek werd, was mijn leven vooral gericht op werken. Twintig jaar lang ging ik tot het uiterste, eerst als procesingenieur, daarna als financieel manager. Ik hopte van de vestiging in Nederland naar die in België en terug. Mijn vrouw vroeg me meermaals om wat af te remmen, maar ik ging koppig door. Tot een gezwel in de buurt van mijn kaakbeen in april 1995 mijn leven stillegde. Ik was toen 43 jaar. Wat er eerst onschuldig
10
Leven
nr. 27 - juli 2005
uitzag, bleek na onderzoek in het lab een non-Hodgkinlymfoon. Ik had dus lymfeklierkanker.’ ‘Na zes cycli chemo en 25 sessies radiotherapie was ik in remissie, wat betekent dat er geen teken meer te ontdekken viel van de kanker. In november ging ik terug aan de slag. De dokters hadden me aangeraden om een periode halftijds te werken. Ik hield dat hooguit twee weken vol. Het werk kreeg me weer volledig in de greep. Begin 1998 moest ik voor de tweede maal afhaken. Ik was hervallen, in kliergebieden aan beide kanten van het middenrif, met onder andere een gezwel zo groot als een tennisbal vlak onder mijn middenrif. Chemo- en radiotherapie werden voorafgegaan door een autologe beenmergtransplantatie: een deel stamcellen werd uit mijn lichaam gehaald en na zware chemo weer ingebracht. Ik verbleef enkele weken in een steriele kamer. Zodra ik voldoende witte bloedlichaampjes had, mocht ik weer de vrije wereld in.’
‘Of ik er geen last had van claustrofobie? Bij mij viel dat gelukkig nogal mee. Als ik het moeilijk kreeg, zette ik een cd op. Ik had een hele stapel bij me. Zorgvuldig hadden de verpleegsters de cd’s één voor één steriel gemaakt. Die Zauberflöte en Die Entführung aus dem Serail van Mozart. La Cenerentola van Rossini. Pareltjes die me trouw en geduldig gezelschap hielden.’
Dichter op het leven ‘In november 1998 werd ik voor de derde keer ziek. Een nieuwe medicijnenkuur volgde, maar die was niet volledig succesvol. Bleef over: een allogene beenmergtransplantatie, niet met mijn eigen stamcellen, maar met die van een externe donor. Ik kom gelukkig uit een groot gezin. Mijn broers en zus lieten onderzoeken of ze ‘compatibel’ met mij waren. Eén broer was dat gedeeltelijk. In maart 1999 kreeg ik zijn stamcellen toegediend. Met een nog grotere stapel cd’s trok ik opnieuw naar de steriele kamer, bang
afwachtend of mijn lichaam de stamcellen zou aanvaarden. Na vijf weken mocht ik huiswaarts, naar mijn vrouw en twee dochters, die toen 12 en 15 waren.’ ‘Het herstel na de tweede beenmergtransplantatie ging heel langzaam. Ongeveer één jaar erna was mijn fysieke toestand weer redelijk te noemen. Maar ik zag me niet meteen weer meerennen in de rat race. Drie, vier dingen tegelijk doen? Van hot naar haar draven om contracten te onderhandelen? Tegen de klok stapels e-mails verwerken? Ik kan het niet meer. Stress verlamt me. Dat weten mijn dochters maar al te goed. Als ze me vragen om tegen ‘s anderendaags hun werkstukken na te lezen, krijgen ze nog wel eens als antwoord of ze dat niet wat vroeger konden vragen. Ik laat me niet meer opjagen door anderen. Mijn lichaam protesteert daartegen.’ ‘Voor ik kanker kreeg, beleefde ik het leven meer van op afstand. De opvoeding van onze kinderen was vroeger veeleer de taak van mijn vrouw. Nu is die afstand weg. Ik voel me veel meer betrokken. Voel ook meer emoties. Dat is soms wennen, ook voor mijn omgeving. Probeer het je maar eens in te beelden: de meestal afwezige vader die plotsklaps dagen, maanden thuis is. En die toont wat er in hem omgaat. Dat geeft soms vuurwerk natuurlijk.’
der zou aanpakken. Financieel hoefde ik me geen zorgen te maken, want ik kwam in aanmerking voor een invaliditeitsvergoeding via de verzekering van het werk. Maar waarmee zou ik de leegte opvullen? “Lees je graag?” vroeg hij me terloops. “Ja”, antwoordde ik vrij onverschillig. “Wat zoal?” “Bijvoorbeeld artikels in National Geographic over opgravingen.” Hij luisterde geboeid en suggereerde me wat later om me in te schrijven aan de
Zelfhulpgroepen voor Hodgkinen non-Hodgkinlymfomen Antwerpen en Waasland: 03/219.21.83 Vlaams-Brabant: 054/33.73.30 Oost- en West-Vlaanderen: 059/23.85.65 niet voor betaald word en dat ik zelf mijn tempo bepaal. De directeur van de school weet dat hij op me kan rekenen, en laat zijn waardering blijken. Dat geeft ongelooflijk veel voldoening.’
Diep doorleefde emoties ‘Probeer het je maar eens in te beelden: de meestal afwezige vader die plotsklaps dagen, maanden thuis is. En die toont wat er in hem omgaat. Dat geeft soms vuurwerk natuurlijk.’ VUB. En zo studeer ik sinds 2001 als vrij student archeologie en kunstgeschiedenis. Ik pik er de interessantste vakken uit en neem ze gretig in mij op.’ ‘Ik ben ook actief in allerlei actiegroepen. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar ik kan me nog behoorlijk opwinden als
‘Mocht je me vragen om dit gesprek om te zetten in muziek, dan zou ik voor het 24ste pianoconcert van Mozart kiezen. Het weerspiegelt diep doorleefde emoties, zonder dat de melancholie de boventoon voert. Zo voel ik me ook. Wat de toekomst brengt, is onzeker. Vorige week kon ik plots niet goed meer spreken en haperde mijn motoriek. Is het de voorbode van nieuwe problemen? De oncoloog zoekt het uit. Wat ik wel zeker weet, is dat mijn leven van de laatste vijf jaar de moeite waard was om geleefd te worden.’ Uw reactie op dit artikel is welkom in onze lezersrubriek (p. 19)
‘Tijdens mijn eerste verblijf in de steriele kamer kwam er een psychiater langs. Ik kon alleen zijn ogen zien, de rest van zijn lichaam was helemaal ingepakt. Ik vond zijn manier van praten best aangenaam, en ik ben hem geregeld blijven opzoeken. Toen hij me liet weten dat hij in Rotterdam een meditatiecursus organiseerde, heb ik geen moment getwijfeld om me in te schrijven. “Leven in de maalstroom” was de titel. Ik heb er geleerd om er “leven in het moment” van te maken. En dat lukt aardig, ook al mediteer ik niet elke dag. Het gaat meer over een ingesteldheid. Als er een tractor voor me rijdt, probeer ik hem niet in te halen, maar hang ik desnoods vijf kilometer achter hem aan. Ondertussen kijk ik naar het glooiende landschap en prijs ik me gelukkig dat ik dat kan aanschouwen.’ ‘Na mijn tweede beenmergtransplantatie peilde diezelfde psychiater hoe ik het ver-
Ivo Hendrikx
Tevreden student
‘ Van hot naar haar draven om contracten te onderhandelen? Tegen de klok stapels e-mails verwerken? Ik kan het niet meer. Stress verlamt me. ’ er dingen foutlopen. Als politici er een potje van maken, dan mag dat gezegd. De derde pijler in mijn nieuwe leven is mijn vrijwilligerswerk voor een school in Brussel. Ik controleer er de boekhouding en doe de financiële planning. Toen er een nieuw gebouw gepland werd, ging ik onderhandelen met de banken voor een lening. Dat leunt dicht aan bij mijn vroegere job. Met dat verschil dat ik er
Gespreksgroepen Veel mensen zijn op zoek naar manieren om met spanning en onzekerheid om te gaan in de vorm van concrete ontspanningsoefeningen of door gesprekken. De Nederlandse cursus ‘Leven in de maalstroom’ is zoiets; de VLK organiseert vergelijkbare gespreksgroepen in alle provincies. Voor data en inschrijvingen: zie agenda pagina 4 (katern in het midden van dit tijdschrift).
juli 2005 - nr. 27
Leven
11
CHEMOTHER APIE
Christine Lafaille
Tussen wanhoop en vertrouwen Negen jaar geleden kreeg Christine Lafaille (48) borstkan-
ker. Ze vocht en overwon. Jaren bleef ze ‘kankervrij’. Tot
de kanker drie jaar geleden weer opdook. Christine vocht terug, tegen de kanker én tegen de bijwerkingen van de chemotherapie die ze nodig had. Ze schreef er ook
een boek over.
Tekst: An Van de Velde
Ivo Hendrikx
‘Je denkt, dat overkomt mij geen tweede keer’, steekt Christine Lafaille van wal, ‘voor mij was kanker verleden tijd. Tot ik drie jaar geleden pijn kreeg in mijn heup. Een ontsteking, dacht ik, en mijn huisarts bevestigde dat. Of een hernia. Ik sta in het onderwijs en daar komen hernia’s veel voor. Maar de pijn werd erger. Zo is het beginnen te sluimeren. Uit onderzoek bleek dat de kanker inderdaad terug was. De kankercellen hadden zich verspreid tot in mijn botten. Dat was een bom die insloeg.’
Chemotherapie: praat erover! Chemotherapie is de behandeling van
kanker met medicijnen. Die medicijnen
of ‘cytostatica’ komen - meestal via een infuus in de arm - de bloedbaan bin-
nen en werken als een soort gif dat de
kankercellen vernietigt. Oncologe Sylvie Rottey (UZ Gent) licht toe. Tekst: An Van de Velde
12
Leven
Sylvie Rottey: ‘Chemotherapie kan curatief gebruikt worden – om kanker te genezen – maar ook in palliatieve context. Mensen panikeren soms als de term “palliatieve chemotherapie” valt, maar het is geen stervensbegeleiding. Zodra er uitzaaiingen zijn, kunnen we niet meer beloven dat we kunnen genezen. Maar chemotherapie kan wel de levensduur aanzienlijk verlengen. Niet altijd, jammer genoeg, maar je hebt veel kans om nog lang te leven.’
Bedoeling van chemotherapie
Bijwerkingen
Andere mogelijke behandelingen van kanker, zoals chirurgie (operatie) en radiotherapie (bestraling), vernietigen of beschadigen kankercellen op een specifieke plaats, terwijl chemotherapie in het hele lichaam werkt. Chemotherapie kan kankercellen vernietigen die zich verspreid hebben in andere delen van het lichaam.
Chemotherapie gaat de kankercellen te lijf, maar tast ook gezonde cellen aan. Mogelijke bijwerkingen zijn: vermoeidheid, misselijkheid en braken, haarverlies, constipatie, diarree,… Na de behandeling verdwijnen de klachten meestal weer, en gelukkig krijgt niemand die klachten allemaal. Sylvie Rottey: ‘De bijwerkingen verschil-
nr. 27 - juli 2005
len van persoon tot persoon. Ze zijn ook afhankelijk van de soort chemotherapie, de dosis en de duur van de behandeling. Sommige nevenwerkingen, zoals
‘De term “palliatieve chemotherapie” betekent niet dat we aan stervensbegeleiding doen. Zodra er uitzaaiingen zijn, kunnen we niet meer beloven dat de patiënt zal genezen. Maar chemotherapie kan wel de levensduur aanzienlijk verlengen.’
misselijkheid en braken, kunnen we met nieuwe medicijnen fel verminderen. Een belangrijke evolutie. Vroeger lag de nadruk vooral op de therapie zelf, vandaag is er ook oog voor de levenskwali-
Bang Om het allemaal een plaats te kunnen geven, schreef Christine haar relaas neer in een dagboek. Haar boek ligt vandaag in de boekhandel. Zo wil ze chemotherapie beter bekend én bespreekbaar maken. Christine Lafaille: ‘Vrienden vroegen me soms: hoe gaat dat, lig je dan in een
teit tijdens de behandeling.’ De meest voorkomende klacht vandaag is vermoeidheid. Ze kan veroorzaakt worden door de ziekte zelf, door de behandeling of door tal van andere factoren. Sylvie Rottey: ‘Chemotherapie kan het beenmerg vernietigen, waardoor de productie van bloedcellen afneemt. Als je lichaam te weinig rode bloedcellen aanmaakt, krijg je bloedarmoede en ben je duizelig en moe. Ook dan kunnen we met medicijnen preventief ingrijpen zodra het aantal rode bloedcellen begint te dalen.’
Communicatie Veel patiënten zijn bang voor chemotherapie. Daarom is het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over wat er gaat gebeuren, over de mogelijke bijwerkingen en wat u kan doen. Sylvie Rottey: ‘Uit studies blijkt bijvoorbeeld dat 70 tot 90% van de patiënten vermoeidheid noemt als voornaamste klacht, maar amper 50% heeft dat ook aangekaart bij een zorgverlener.
bunker? Je ligt gewoon op een bed of je zit in een zetel met een infuus in je arm, waardoor de geneesmiddelen naar binnen sijpelen. Op het moment zelf voel je daar weinig of niets van, de misselijkheid en de vermoeidheid komen pas later. Ik kreeg meestal chemo op donderdag. De eerste 24 uur voelde ik me nog redelijk. Dan begon het. De
‘Het ergste was de angst. Je bent bang voor van alles en nog wat: bang als je pijn voelt, bang omdat je kanker in je lichaam hebt, bang voor de dood. Alleen al het feit dat je bang bent, is beangstigend.’
kleinste inspanning was er één te veel. Eten smaakte niet, ik had nergens zin in. En dat duurde het hele weekend.
Brochure chemotherapie De VLK-brochure Chemotherapie. Infobrochure voor kankerpatiënten en hun familie kan u lezen en afdrukken op www.tegenkanker.be/publicaties. Ze is ook verkrijgbaar op tel. 02/227.69.69 of per e-mail:
[email protected] (voor- en familienaam, adres en telefoonnummer vermelden + de titel van de brochure).
Ik had ook last van constipatie. Veel water drinken, pompte ik mezelf in, én bewegen. Makkelijk gezegd, als de trap oplopen al zo’n opgave is. Dan zeg je snel: ik blijf liggen. Maar als je daaraan toegeeft, zak je nog dieper weg. Ik heb mezelf gedwongen om dagelijks een ommetje te maken. Al was het maar van de zetel naar de badkamer en terug.’ Vooral de misselijkheid en de vermoeidheid vielen Christine zwaar. Maar het ergste, zegt ze, was de angst: ‘Weer een fase verder in de behandeling, een stapje dichter bij de dood. Je bent bang voor van alles en nog wat, zeker in het
Bespreek je klachten. Dat betekent ook dat je als patiënt moet durven. Praat met je dokter, met de verpleegkundigen over lichamelijke klachten, over je angst. Ook familie en vrienden kunnen veel steun bieden. Je eigen karakter speelt natuurlijk een rol, maar als je een sterk sociaal netwerk hebt, kan je alles beter opvangen.’ En als persoonlijke noot voegt dokter Rottey nog toe: ‘Ik heb bewondering voor vrouwen als Christine Lafaille. Ik vind het treffend wat ze zegt: dat ze het moeilijk had om haar collega’s te confronteren met kanker. Niet voor zichzelf, maar omdat ze mensen in verlegenheid bracht en hen dwong bezig te zijn met die ziekte. Een sterke vrouw. Voor je zoiets zegt, heb je echt al een enorme weg afgelegd. Maar ze neemt ook tijd om stil te staan. Dat ze soms verdrietig is, dat is ook de realiteit. Iedereen heeft ups en downs. Als het even niet gaat, moet je dat ook kunnen ventileren en je daar vooral niet voor schamen.’
Eric de Mildt
Om de kankercellen te lijf te gaan, had Christine chemotherapie nodig. Negen jaar geleden was ze daaraan ‘ontsnapt’. Ze verloor toen een borst en ze kreeg radiotherapie. Christine Lafaille: ‘Oef, ik hoef geen chemo, dacht ik toen. Om een of andere reden is radiotherapie beter te hanteren. Je weet dat je er doorgaans niet ziek van wordt. Chemo blijft toch wel iets dramatisch. Het roept beelden op van chemische toestanden, vies spul in je lichaam. Beangstigend. Je weet niet wat je te wachten staat. Je weet alleen dat je er in eerste instantie alleen maar zieker van wordt.’
juli 2005 - nr. 27
Leven
13
mager en bleek en ik had een doffe blik in mijn ogen. Maar ik heb heel veel steun gekregen op school. Ik ben blij dat ik het heb kunnen volhouden. En ik raad het alle mensen aan. Zoek een houvast. Dat kan ook een hobby zijn, een dagelijkse wandeling,… Probeer ritme te geven aan je leven zodat je iets hebt om naar uit te kijken.’
Ivo Hendrikx
Niet meer te genezen
Christine met haar partner Mies: ‘Negen jaar terug heb ik ervaren dat mensen wegbleven. In eerste instantie verweet ik hén dat. Maar eigenlijk lag het ook wel een beetje aan mij. Mijn gejammer schrok veel mensen af.’
begin. Je bent bang als je pijn voelt, bang omdat je kanker in je lichaam hebt, bang voor de dood. Alleen al het feit dat je bang bent, is beangstigend.’
Praten en bezig blijven Om stand te kunnen houden, moet je over je ziekte praten. Die goede raad wil Christine iedereen geven. En ook: zorg dat je betrokken blijft bij het leven. Christine Lafaille: ‘Negen jaar terug heb ik ervaren dat mensen wegbleven. In eerste instantie verweet ik hén dat. Maar eigenlijk lag het ook wel een beet-
Gratis boek De VLK mag van uitgeverij Epo 5 gratis exemplaren wegschenken van het boek Chemo. Leven op de grens tussen wanhoop en vertrouwen van Christine Lafaille. Wie kans wil maken op een gratis boek, stuurt vóór 20 juli 2005 een kaartje met naam en adres naar de VLK, t.a.v. Martine Michiels, Koningsstraat 217, 1210 Brussel.
14
Leven
nr. 27 - juli 2005
je aan mij. Mijn gejammer schrok veel mensen af. Het ís ook niet gemakkelijk. Je bent in shock en daar moet je mee leren omgaan. Ik kan er nu over praten en ik raad het ook iedereen aan. Ik wil dat het leven gewoon doorgaat. Ook al weet ik dat kanker vanaf nu een ongenode reisgenoot is in mijn leven. Mijn vriendin Mies noemt hem “de zwarte stalker”. Hij bepaalt wanneer hij in je leven komt en blijft je achtervolgen. En daar heb ik niks aan te zeggen.’ Gedurende de zes maanden dat de behandeling duurde, is Christine blijven lesgeven. Dat kon door het flexibele uurrooster op school, maar vooral door haar eigen gedrevenheid. Christine Lafaille: ‘Het was zwaar, maar ik had dat lesgeven nodig. Ik wilde mezelf en mijn kinderen de boodschap geven: het leven gaat door. In het begin vond ik het wel moeilijk, omdat ik mijn collega’s en mijn studenten confronteerde met kanker. Want het wás zichtbaar. Mijn haar werd dunner, ik was
Intussen is de kanker opnieuw ‘onder controle’. Christine geeft weer voltijds les en elke week gaat ze als vrijwilligster van de VLK in het ziekenhuis praten met kankerpatiënten. Christine Lafaille: ‘Momenteel voel ik me goed, ook al weet ik dat ik niet meer kan genezen. De dokters gaan ervan uit dat er nog wel ergens in mijn lichaam minuscule kankercellen aanwezig zijn. De ziekte is onder controle en dat kan jaren duren. Vijf jaar? Tien jaar? Langer? Ik maak mezelf niets wijs. Ik besef heel goed dat de kanker ooit zal terugkomen.
‘Het was zwaar, maar ik had dat lesgeven nodig. Ik wilde mezelf en mijn kinderen de boodschap geven: het leven gaat door.’
Het heeft maanden geduurd, maar ik heb het aanvaard. Vandaag kan ik zeggen: “Oké, ik heb kanker.” Kanker is een deel van mijn leven geworden, zoals mijn koppig karakter. Natuurlijk blijft het moeilijk. Ik bén soms verdrietig. En ja, dood maakt me soms bang, zeker als ik aan mijn kinderen denk. Zie ik hen nog opgroeien? Zal ik mijn kleinkinderen ooit zien? Maar ik probeer toch vast te houden aan een positieve gedachte. Ik maak nog altijd toekomstplannen en ik blijf ervoor vechten. Ik moet en ik zal. Voor mijn partner, voor mijn kinderen, voor mezelf.’ Uw reactie op dit artikel is welkom in onze lezersrubriek (p. 19)
Zefa
K A N K E R E N R E L AT I E S
Relaties en seksualiteit na borstkanker Borstkanker haalt je leven overhoop. Hoe leef je daarna verder met
een verminkt lichaam en wat met seksualiteit en relaties? Josée en Agnes vertellen openhartig hoe het bij hen liep. Teksten: Carla Rosseels
Vijf jaar geleden moest Josée Peeters (48) een borstamputatie ondergaan. Ze had op dat ogenblik al vijf jaar een LAT-relatie. Het was een relatie waar ze in was weggevlucht na een ongelukkig huwelijk van twintig jaar. ‘Toch liep die nieuwe relatie ook niet goed’, zegt Josée. ‘Mijn vriend dronk veel, was depressief en liet zich geregeld opnemen in de psychiatrie. Na mijn operatie liep het seksueel niet meer tussen ons, en eigenlijk had dat niets met mijn borstamputatie te maken, maar wel met het feit dat ik van hem geen steun kreeg
en geen respect voelde. Onze LAT-relatie kabbelde nog een tijdje voort, tot ik na een DNA-onderzoek erfelijk belast bleek en een groot risico liep om te hervallen. Ik heb toen beslist mijn tweede borst en mijn eierstokken te laten wegnemen. In die periode kreeg ik, onder andere door meditatie, een heel andere kijk op mijn leven. Ik zag in dat mijn LATrelatie enorm veel van mijn energie opslorpte en ik ben er definitief mee gestopt. Daarna was ik twee jaar alleen en ik voelde mij daar heel goed bij. Ik verlangde wel eens naar wat warmte en
Karl Bruninx
Josée ontdekte pas respect en tedere seksualiteit na haar borstamputatie steun, maar zeker niet naar een seksuele relatie. Ik dacht ook niet dat dat nog tot de mogelijkheden behoorde.’
Josée: ‘Ik was behoorlijk zenuwachtig toen onze relatie intiem werd.’ Tot ze op een dag in een wandelclub August ontmoette, een vroegere kennis. August was zelf na veertig jaar gelukkig huwelijk zijn vrouw aan kanker verlo-
juli 2005 - nr. 27
Leven
15
Karl Bruninx
Josée: ‘Ik verlangde wel eens naar wat warmte en steun, maar zeker niet naar een seksuele relatie. Ik dacht ook niet dat dat nog tot de mogelijkheden behoorde.’
ren. ‘August vond bij mij een luisterend oor,’ vertelt Josée, ‘en ook ik kon mijn verhaal eens kwijt. Zo zijn we vrienden geworden. Oorspronkelijk verlangden we niets meer, maar gaandeweg kregen we toch vlinders in onze buik en zijn we aan een relatie begonnen. Ik vind het heel moedig dat August dat risico durfde nemen, want hij had tenslotte al een vrouw aan kanker verloren. Zelf was ik
behoorlijk zenuwachtig toen onze relatie intiem werd en we voor de eerste keer met elkaar zouden vrijen. Niet dat ik mij over mijn lichaam schaamde, maar het is toch een hele stap om je zo aan een man te tonen. We hebben toen eerst over mijn onzekerheid gepraat, en daarna is het eigenlijk allemaal vanzelf gegaan, heel spontaan. August heeft er nooit een punt van gemaakt, toen niet en nu nog
steeds niet. Onze seksuele relatie loopt goed, al is seks voor ons geen prioriteit. We vrijen wel, maar eigenlijk zijn praten, wandelen en reizen belangrijker. Onze seksuele relatie is perfect afgestemd op onze noden en we voelen ons er allebei prettig bij. Gek genoeg heb ik pas liefde, respect en een teder seksueel leven ontdekt, nadat ik verminkt was en mijn borsten en eierstokken ben kwijtgeraakt. Ik voel mij nu goed en straal dat ook graag uit. Als we uitgaan, kleed ik mij mooi en maak ik mij op. Ik laat twee keer per jaar mijn gelaat verzorgen en ga af en toe eens onder de zonnebank. Alleen een diep decolleté, dat kan niet meer, maar dat is het minste van mijn zorgen.’
Lotgenoten met borstkanker Er zijn in Vlaanderen verschillende zelfhulpgroepen voor mensen met borstkanker. Bij de Vlaamse Kankertelefoon kan u terecht voor alle gegevens van lotgenotengroepen in uw regio. Tel. 078/150.151 (kantooruren), e-mail:
[email protected].
Maureen Luyens: ‘Het seksuele leven heeft vaak een duwtje nodig na kanker’ ‘Wanneer je pas hebt vernomen dat je Tijd nodig kanker hebt, valt je seksuele leven meestal ‘Voor de meeste vrouwen is een borstamhelemaal stil’, zegt seksuologe en relatieputatie een erg zware verminking die hen therapeute Maureen Luyens. ‘De confronraakt in het wezen van hun vrouwelijktatie met een levensbedreigende ziekte heid’, zegt Maureen Luyens. ‘Vrouwen maakt mensen angstig. Op zo’n moment hebben in eerste instantie tijd nodig om heb je vooral behoefte aan emodaar zelf mee te leren omgaan. tionele steun, een knuffel en het Het is normaal dat ze de fysieke gevoel geliefd te zijn. Pas wanconfrontatie met hun partner Maureen Luyens: ‘Vrouwen neer er in een volgend stadium eerst wat uit de weg gaan. hebben in eerste instanopnieuw meer perspectief in je Daarna kan het intieme leven tie tijd nodig om te leren leven komt, sta je stil bij de vraag verschillende kanten op gaan. hoe je partner op je lichaam zal omgaan met een amputatie.’ Sommige vrouwen komen er reageren. Vrouwen die geen moeilijk toe om hun verminkte partner hebben, vragen zich mislichaam te aanvaarden en blijschien af of een relatie nog wel mogelijk is ven intiem contact met hun partner verof ze merken dat nieuwe partners afhaken. mijden. Soms is het de man die de conIn een relatie waarin al jarenlang een hechfrontatie met zijn vrouw niet aan kan en te band bestaat, is een borstamputatie liever niet naar haar naakte lichaam kijkt zelden een reden tot scheiding. Wanneer en geen seksueel initiatief meer neemt. dat toch gebeurt, dan waren er meestal al Toch is het niet altijd wat het lijkt. problemen voor de operatie.’ Sommige mannen vermijden het om ini-
16
Leven
nr. 27 - juli 2005
tiatief te nemen omdat ze ervan uitgaan dat hun partner dat niet apprecieert. De vrouw kan op haar beurt gaan denken dat haar man afkeer voelt en liever niet meer met haar vrijt. Zo komen koppels snel in een vicieuze cirkel terecht waarbij ze elkaars gedachten lezen en interpreteren. Helaas zijn die interpretaties vaak fout. Het is daarom erg belangrijk om open en eerlijk met elkaar over je gevoelens te praten, ook over de negatieve gevoelens van angst en afkeer. Vaak evolueren die gevoelens net door ze uit te spreken en kan de relatie daarna opnieuw openbloeien. Een tweede stelregel is dat het seksuele leven meestal niet opnieuw spontaan op gang komt nadat het langere tijd heeft stilgelegen. De draad opnieuw oppakken na een ziekteperiode kost moeite en verloopt meestal wat artificieel. Partners moeten rond de tafel gaan zitten en open
Agnes: ‘Dankzij de seksuologe blijf ik mij als vrouw de moeite waard voelen’
Omdat hij zoveel respect uitstraalde, zag ik het met hem wel zitten. Toen we voor het eerst gingen vrijen, heb ik hem gevraagd of ik alsjeblief mijn beha mocht aanhouden. Ik was bang dat hij zou gaan lopen. Het mocht van André. wel dat hij mij zo brutaal liet vallen, zelfs Ik heb mijn beha toch wel zeven weken als vriendin.’ aangehouden en in het begin mocht hij ‘Ik hield het uitgaansleven een tijdje ook niet samen met mij in de badkamer voor bekeken, maar ontmoette uiteindekomen. Maar André ging niet lopen en lijk weer iemand. We trokken een weekuiteindelijk heb ik mijn beha uitgedaan. endje als vrienden naar de Ardennen, André zei dat het litteken mooi genaaid gingen samen dansen en was en dat deed mij plezo. Op een bepaald moment zier. Zo hebben we samen vroeg hij mij of het waar was een hele fijne, intieme relaAgnes: ‘Ik nam het hem niet kwadat ik maar één borst meer tie uitgebouwd.’ lijk dat hij geen relatie met mij had. Hij had dat van ande‘Tenminste, dat was zo, tot wou, maar wel dat hij mij zo bruren gehoord. Ik beaamde het ik in november 2003 heren hij zei prompt “dat onze vallen ben. Er is een gezwel taal liet vallen, zelfs als vriendin.’ relatie hiermee dan stopte”. weggenomen tussen mijn Ook dat was een behoorlijke ribben en ik kreeg chemoopdoffer.’ therapie. Sinds een jaar is ‘André, met wie ik nu al tien jaar samen de behandeling afgerond, maar ik neem ben, heb ik ontmoet op een fietstocht. nog geneesmiddelen die de aanmaak We konden heel goed praten en ik heb van hormonen en mijn zin in vrijen hem meteen verteld over mijn borstamafremmen. Een paar maanden na de putatie. André luisterde en toonde veel chemo voelde ik me weer fit en kon begrip en zo zijn we vrienden geworden.
Agnes (53), die liever anoniem blijft, was 36 toen haar linkerborst geamputeerd werd. Ze was gescheiden en leefde alleen met haar zoon van tien. ‘De enige wens die ik toen had,’ vertelt ze, ‘was om nog vijf jaar te blijven leven voor mijn zoon. Relaties en seksualiteit hielden me toen absoluut niet bezig; weggaan deed ik niet. Pas na lang begon ik weer uit te gaan. Op danscursus ontmoette ik een man die, na een jaar samen dansen, meer zag in onze relatie. Mijn borstamputatie was nog nooit ter sprake gekomen, maar nu kon ik er niet langer omheen. Ik vertelde hem hoe het zat, maar ik zag hem tijdens dat gesprek verstijven. Hij klapte helemaal dicht en de volgende weken vermeed hij mij en kwam hij niet meer opdagen voor de danscursus. Dat vond ik erg vernederend. Ik nam het hem niet kwalijk dat hij geen relatie met mij wou, maar
Karl Bruninx
is van belang. Voor sommige vrouwen is het belangrijk dat het licht uit blijft tijdens het vrijen of ze hebben graag een dekentje bij de hand om zich veilig en beschermd te voelen. Als beide partners deze keuzes zien als mogelijkheden die perfect aanvaardbaar zijn, dan helpt hen dat vaak al een heel eind op weg.’
bespreken wat hen bezighoudt. Soms is het nodig om een bepaalde avond in de week voor elkaar te reserveren of soms helpt het om eerst een trappist of een glaasje wijn te drinken om de drempel te overwinnen. Ook de manier waarop,
Samen zoeken in therapie Soms lopen mensen vast in hun seksuele relatie. ‘Zelfhulpgroepen waarin lotgenoten elkaar ondersteunen en ervaringen uitwisselen, helpen mensen vaak vooruit’, zegt Maureen Luyens. ‘Als seksualiteit daar taboe is, dan kan onder andere een therapeut of seksuoloog aangewezen zijn. Wanneer mensen bij mij in therapie komen, dan betekent dat dat hun seksuele leven een spanningsveld is geworden, maar ook dat ze samen bereid zijn om er wat aan te doen. Als therapeut zeg ik niet hoe het moet, maar ga ik mee op zoek naar de struikelblokken: wat zit er in de weg? wat zijn hun verlangens? hoe kunnen ze naar elkaar toegroeien? Meestal moeten mensen eerst alle negatieve
Seks na borstkanker: praat erover met uw oncoloog Niet alle relatie- of seksuele problemen na borstkanker zijn op te lossen met gesprekken of therapie. Door het verwijderen van de eierstokken, door chemotherapie of door hormoontherapie kunnen vrouwen bijvoorbeeld (vervroegd) in de menopauze komen. Belangrijke symptomen daarvan zijn een drogere vagina en een verminderd libido. Praat erover met uw oncoloog, hij kan u vertellen of de fysieke veranderingen blijvend zijn of wat eraan te doen is. Dit advies geldt overigens niet alleen voor borstkankerpatiënten. Ook de behandeling van andere kankers kan achteraf de seksualiteit bemoeilijken.
gevoelens leren aanvaarden die kanker met zich meebrengt: de angst, de levensbedreiging, de verminking, de afkeer,… Daarna zoeken we naar manieren om met de nieuwe situatie om te gaan. En daarin spelen veel factoren mee; het seksuele leven loopt immers niet altijd alleen vast door de kanker.’
juli 2005 - nr. 27
Leven
17
Echo
In ‘Echo’ plukt de redactie van Leven opmerkelijke citaten uit de pers. De redactie neemt over deze uitspraken geen standpunt in. Samenstelling: Griet Van de Walle
Brievenbus
Stuur uw reactie op artikels uit het tijdschrift naar ‘Brievenbus Leven’, Koningsstraat 217, 1210 Brussel, of email naar brievenbus@tegenkanker. be (naam, adres en telefoonnummer vermelden!). De redactie kan beslissen brieven in te korten, te redigeren of niet te plaatsen. Namen van artsen en ziekenhuizen worden niet vermeld. Samenstelling: Griet Van de Walle
‘Heb je The Terminal gezien, die film met Tom Hanks? Hij speelt een Oost-Europese immigrant die landt op JFK maar New York niet binnen mag, en vervolgens maanden aan een stuk in de terminal van de luchthaven blijft zitten. Zo voelt het als je chemo krijgt: de deur naar de toekomst is dicht.’
n Christine Lafaille, auteur van het boek Chemo. Leven op de grens tussen wanhoop en vertrouwen (Humo, 8/3/05)
‘Bestaan er regels of is er ergens een gebruiksaanwijzing die je vertelt wat je moet doen als je verneemt dat je kanker hebt? Is het gebruikelijk dat je dan op je hoofd gaat staan en vijf rondjes draait? Niemand kon het me vertellen.’
n Reclamefotograaf Lieven Herreman, onmiddellijk nadat duidelijk werd dat hij kanker had (www.lievenherreman.com)
‘Eigenlijk is het behoorlijk pervers dat ik hier olijk zit te verkondigen dat ik genezen ben. Ik weet niet of ik het zo fantastisch had gevonden als er op het moment dat ik aan het infuus lag, een gozer op tv zou komen om te verklaren dat hij van de kanker af was. Ik had waarschijnlijk een stoel of iets veel groters naar het scherm gesmeten.’
n Jef Van Gucht (21) genas van teelbalkanker en schreef het boek Klotekanker (De Standaard Magazine, 9 april 2005)
‘Ik vond dat heel droevig toen hij stierf.
Frieda Joris Het is nu bijna drie jaar geleden dat ik met borstkanker werd geconfronteerd. Toen ik deze morgen Leven nr. 25 las, trok ik me op aan de vecht- en levenslust van al die moedige, mooie mensen, sommige ook nog zo jong. Ik herkende vooral de column van Frieda Joris. Bij mij heette mijn engelbewaarder Roza; ook zo’n elegante, levenslustige verschijning als Frieda beschrijft, en ze deed inderdaad wat een bovenste beste dokter
Psychische steun Al vijf jaar geleden ontdekte men een kwaadaardig gezwel in mijn linkerborst. Als operatieverpleegkundige wist ik meteen hoe laat het was. Bestralingen en chemotherapie volgden elkaar op. Door mijn opleiding wist ik het nodige over borstkanker, met alle ongemakken vandien. Steeds heb ik geprobeerd om samen met mijn behandelende arts, mijn echtgenoot en vrienden het leven een zo normaal mogelijk gangetje te laten gaan. Ik was helemaal niet gesteld op sociaal assistenten, sociale hulp, familiehulp, zelfhulpgroepen of wat dan ook. Ik wilde dit liever
Ook daarna heb ik nog veel gehuild. Zelfs dit jaar nog. Lucas was mijn beste vriend. Ik ben wel blij dat ik altijd goede herinneringen zal hebben aan hem en dat ik kan terugdenken aan de vele keren dat we met elkaar gespeeld hebben. Hij kon veel spelen, want zoveel moest hij niet naar het ziekenhuis en thuis mocht hij alles doen.’
Paulette Demey, Hulste
alleen doen. Maar toen heb ik het tijdschrift Leven leren kennen. Dat is wat ik al jaren miste. Het is geknipt voor mij. Ik kan de verhalen lezen van lotgenoten en nog heel wat bijleren. Lezen hoe zij hun ziekzijn beleven, zonder dat ik die mensen persoonlijk ken of ermee hoef te praten. Want dat doe ik eigenlijk liever niet. Vraag me niet waarom, want ik weet het niet. Ik kan trouwens heel goed over mijn ziekte praten. Ik lees dit tijdschrift van voor tot achter en daar voel ik me uitstekend bij. Hopelijk mag ik dat nog lang blijven ontvangen, want het is voor mij mijn psychische begeleiding. mevr. Claesen, Tongeren
Erratum: bewegingsprojecten voor kankerpatiënten
An Nelissen
n Lisa (8) en Jolien (10) verloren hun broertje aan kanker en namen deel aan de eerste Brussendag die de VLK in april organiseerde (De Standaard 18 april 2005)
of verpleegster niet kunnen. Frieda kan haar gevoelens met treffender woorden omschrijven, maar ik ben zeker dat ik hetzelfde voelde toen ik Roza ontmoette. Bij deze wil ik een beetje een hulde brengen aan haar en ook aan Christiane van de zelfhulpgroep, en aan Monique die met mij de kamer deelde. Net als Frieda draag ik deze mensen in mijn hart. Zij hebben zeker bijgedragen aan mijn herstel en hopelijk genezing.
Brussendag 2005, een dag voor de broers en zussen van kinderen met kanker
In het vorige nummer van Leven vergaten we bij het artikel over bewegingsprojecten voor kankerpatiënten (p. 13) te vermelden dat ook het AZ Middelheim een revalidatieprogramma aanbiedt aan kankerpatiënten (tel.: AZ Middelheim Antwerpen: 03/280.23.35). De gegevens van de vzw Rekanto in Gent waren eveneens niet correct. Voor inlichtingen, bel de dagkliniek oncologie: 09/240.31.68 (vragen naar Katrien Devalez, ondervoorzitster Rekanto) of 0475/29.62.17 (Jenny Haase, voorzitster Rekanto). E-mail:
[email protected].
juli 2005 - nr. 27
Leven
19
Patiënteninfo
Samenstelling: Griet Van de Walle
An Nelissen
Campagne Kom op tegen Kanker 2005 Begin dit jaar ging de tweejaarlijkse grote fondsenwervingscampagne van Kom op tegen Kanker weer van start. De start van de geldinzameling wordt traditioneel voorafgegaan door een preventiecampagne. Deze keer was ‘stoppen met roken’ het thema. Onder het motto ‘Kom op en stop’ riep de actie twaalf weken lang Vlaanderen op om te stoppen met roken. En het resultaat mocht er zijn: het onderzoeksbureau TNS Media becijferde dat een kwart miljoen Vlamingen probeerde te stoppen met roken - uiteindelijk hield 31% daarvan, maar liefst 80.000 mensen, het ook vol. Een belangrijk onderdeel van de campagne was de website www. komopenstop.be, waar geïnteresseerden terechtkonden voor informatie en ondersteuning. De actie moedigde rokers op een positieve manier aan te stoppen met roken. Vijf bekende Eéngezichten, waaronder Geena Lisa en Katja Retsin, riepen rokers op om te stoppen en deden een ludieke tegenprestatie: Katja nam op 1 januari een duik in de Noordzee en Geena riep even om enkel gekleed in een laagje bodypaint. Aan het eind van de Kom op en stop-campagne lanceerde Kom op tegen Kanker op 23 februari in heel Vlaanderen de affichecampagne ‘Stop met roken voor de kinderen beginnen’. Daarin werd vooral van ouders gevraagd om hun sigaret voorgoed te doven. Want als ouders stoppen, daalt de kans dat hun kinderen Ook de fondsenwerving nam een vliegende start: de Kom op tegen Kanker-show beginnen! op Eén op vijf maart was een van de beste shows ooit: hij leverde 527.100 euro op.
Nieuwe VLK-publicaties • Meer weten over blaaskanker: brochure over blaaskanker, onderzoeken, behandelingsmogelijkheden en nazorg. • Financiële hulp bij kanker: over soorten tussenkomsten, waar ze aan te vragen en wie u er kan bij helpen • Jaarverslag 2004 Vlaamse Liga tegen Kanker BESTELLEN Alle publicaties zijn gratis verkrijgbaar bij de VLK, tel. 02/227.69.69 of per e-mail:
[email protected] (voor- en familienaam, adres en telefoonnummer vermelden + welke publicaties u wil). U kan ze ook lezen of afdrukken via de VLKwebsite www.tegenkanker.be/publicaties.
Gratis abonnement op
[http://www.tegenkanker.be]
Leven
Wil u het magazine LEVEN thuis lezen? Vraag een GRATIS abonnement aan bij de Vlaamse Liga tegen Kanker, Koningsstraat 217, 1210 Brussel. Bel naar 02/227.69.69 of stuur een e-mail naar
[email protected] (voor- en familienaam, adres en telefoonnummer vermelden).