DRIEMAANDELIJKS MAGAZINE VOOR INTEGRALE BIOLOGISCHE GEiVEESKUNDÈ
BB.OlE.aaGIQUE
P.S. Brugge X
1° Jaargang, nummer·2 maart 1994.
Redactiemedewerking:
Dr. T.Debruyne, Blom. J.Dejonghe, Dr. J.De Saedeleer, Ap. D.Dubois. Dr.W.A.Faché, Dr.F.Fermon, Dr. RLP Liagre. Dr. M.Meul, Dr. P.Mollet. Dr.Dr.l?Moulaert, Dr. Ap. P.Nijs, Dr. G.Pollet, Ap. L.Roobroeck.Ap. JVan Rossen.Dr. G.Saelens. Dr. R.Verhelst, Dr.D.Wuyts. Bioch. W.O.Fathé Dr. M.Kennes
Hoofdredactie:
Dr. J. Verlinden L. Wouters Dr. F. Wellekens
Redactie:
Secretariaat Orthofylo: V.LO.W. Kerkslraat 101 B-9270 Laame Tel.:09/369 06 42 Fax:09/366 1838
Lay-out: lngrabel Druk: Acla Press Aponnementen:
.-
~
.België 950 BE. Nederland 53 f .
.·afzonde;lijke nummers: 280 BF./16 f. slortenÏnet vermelding ORTHOFyrO op KB reknr.: 472-8056521-71 .Advertentietarieven: z.w. Fyto secretariaat .© 1993 Orthofyto
., ,.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvou-. ' digd e%~~f openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotocopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toelat;ing. De redactie, de auteurs en de uitgever van de opgenomen artikelen en advertenties zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van vermeende medische adviezen, onjuistheden e%~~f onvolledigheden.
V.U.: SNNL, BV - Borchweif27 - 4704 Roosendaal
Oplage: 3000 ex.
1---,-'4,,-"-,,496:::-----, !ll
- Pau d'Arco. Dr. P. Moulaert
p.3
- Het hyper-nuor-syndroom. Biochemicus W.O.FacM
p.6
- Groene planten: Alfalfa. Dr. M. Kennes . - Mannelijke infertiliteit. Dr. W.A.Faché
p.ll
p.)i
- Natuurlijke alternatievlen voor anabole steroïden in de sport. Ap. Dr. P.Nijs p.J6 - Current trends.
Een bewering kan waar of onwaar zijn, doordat zij door feiten bevestigd of weerlegd kan worden. Een bevestiging of een weerlegging geven echter niet dezelfde zekerheid. Een weerlegging geeft zekerheid, een bevestiging niet. We stellen aldus vast dat de logica niet symmetrisch is, wat zeker gevolgen heeft voor de methodologie van de wetenschap. Het onderscheid tussen wetenschap en pseudowetenschap wordt door Karl R. Popper gemaakt met behulp van deze assymmetrie in de logica. Indien elk ervaringsfeit wordt aangegrepen om sterker in een theorie te geloven, dan ziUen we volgens Popper in een pseudowetenschappelijk gebied. De homeopathie volgt deze induktieve methode. Een echte wetenschap zoals de biochemie is op zoek naar de feiten die haar theorieën tegenspreken. Zodra een weerleggingsfeit is gevonden, wordt de theorie venvorpen. Aan welke eisen kennis moet voldoen om wetenschappelijke kennis genoemd te kunnen worden en welke testen ze moet kunnen weerstaall om aanvaard of verworpen te worden, heeft de gangbare wetenschap Karl R. Popper met zijn werk "Logik der Forschung 1934" als referentie aanvaard. Voor Popper is het criterium voor de wetenschappelijkheid van een theorie, dat zij zich leent voor falsificatie i.p. v. verificatie. Het testen van theorieën maakt alleen gebruik van de deduktieve logica. Daartegenover waarschuwde de onlangs overleden Oostenrijks-Amerikaans filosoof Paul Feyerabend van de Berkeley University Californië, leerling van Popper, voor een dogmatisering en verabsolutering van het wetenschappelijk denken. Tegenover het strenge rationalisme van Popper, plaatst hij de creativiteit en spontaniteit van de anarchistische geest die alle wegelI openlaat. Met zijn publicatie in 1975 van "Against Methad ", kant hij zich tegen elke vaste methode die een exclusieve aanspraak op de waarheid zou maken. Niet alleen de rationele wetenschappelijke methodologie uit het Westen, màar ook de alternatieve denkwijzen, en de niet-westerse methodologieën hebben hun rechten en hUil waarheid. De zuivere rationeel denkende wetenschappers van onze universiteiten "ambtenaren van de geest" onderdrukken de andersdenkenden. Ze zijn niet eens konsistent met zichzelf, want redelijkheid steunt aanvankelijk op onredelijkheid. Een groot deel van de informatie die deskundigen 'tot hun beschikking hebben, is irrelevant ballast, terwijl andere delen onbestendig zijn en steeds aan verandering onderhevig zijn. Er zijn veel meer waarheden en waarden in de wereld dan die van de rationele wetenschap. Wetenschappelijk gezag en politieke macht zijn aan elkaar gekoppeld in onze samenleving. Opdat wetenschappers niet de absolute macht zouden kunnen verwerven, is een pluralisme op het gebied van de kennis noodzakelijk. Feyerabend pleiue voor een scheiding van wetenschap en staat, zoals die eerder al tot stand kwam tussen kerk en staat. De wetenschap beschouwde hij als een van de meest agressieve en dogmatische religies die de wereld ooit gekend heeft. Feyerabend vindt het gerechtvaardigd om ook naar andere middelen vall overtuiging te grijpen dan het middel van de redelijke argumentatie. De status die de wetenschap in onze samenleving heeft en de achting die de wetenschappers in hun arrogantie voor zichzelf hebben, komt zeker niet ten goede aan het geluk van het individu. Het kritisch rationalisme van Popper wordt meer en meer in vraag gesteld en in de "nieuwe wetenschapsfilosofie" sedert de zestiger jaren weerlegd. Deze nieuwe filosofische stroming met Feyerabend, Kuhm, Lokatos, Maturana en Varela wijst op de rol die de niet redelijke elementen in de wetenschap hebben meegespeeld. Karakteristiek voor deze stroming is, dat veel aalldacht wordt geschonken aan de geschiedenis van de feitelijke ontwikkeling van de wetenschap. De grootste en meest revolutionaire ontwikkelingen in de wetenschap zijn juist moeilijk te verklaren vanuit de methode die de wetenschapsfilosofen hadden uitgedacht voor de wetenschap. Denk maar aan Galilei; Newton en Einstein; zij hebben zich niet gedragen volgens de richtlijnen. Het is juist omdat zij zich niet hielden aan één en dezelfde methode en intuilief voor een methodologisch oppurtunisme of anarchisme kozen, !lat zij zulke grote prestaties konden leveren. Feyerabend en Kuhn pleiten voor een veelheid van methoden binnen de wetenschap. Ook wetenschap zelf moet worden opgevat als één van de vele mogelijke benaderingen van de werkelijkheid. Wetenschap kan pas op haar waarde worden geschat als men haar met andere vormen van kennis confronteert ell haar technische taal in gewone termen vertaalt zodat men zich dat wat klinkt als eei, diepzinnige bewering met ontzagwekkende implicaties kan relativeren tot haar werkelijke waarde. Alleen in een samenleving waarin het individu in alle vrijheid zijn keuze tussen deze verschillende benaderingswijzen van de werkelijkheid kali maken, is er geluk voor het illdividu ell de maatschappij weggelegd.
Wa{ter O,'.facfié j
2
ORTHOFITO
PAU D'ARCO-.
.
-~.,~_ :'.f.~:
',,:"':, -:.:-~-
Pan d'Arco tJJr, P. Mouwert INTRODUCTIE Er bestaat veel verwarring over de taxonomische afkomst van de plantengroep (Bignoniaceae - familie). De literatuur verwisselt dikwijls de genus van Tecoma en Tabebuia. Tenminste vier soorten worden Pau D'Arco of LaPacho genoemd: Tecoma ochracea, Tecoma ipse, Tabebuia cassionoïdes en Tabebuia avellanedae. Tabebuia avellanedae Ander voorkomende benamingen:. LaPacho Colorado, Ipse Roxo, Taheebo Leefgebied: inheemse plant in Zuid - Amerika (Brazilië, Paraguay) BESCHRIJVING Tabebuia avellanedae bomen groeien in het Andes-gebergte van het Zuid-Amerikaanse regenwoud in een grond die rijk is aan ijzer en calcium en die geheel vrij is van milieu-pollutie (zware metalen en pesticiden). De boom groeit op een hoogte waar vele planten niet overleven tgv het lage zuurstofgehalte en de hoge ozonconcentratie in de atmosfeer. Ozon is een bestanddeel van smog en is vernietigend voor planten. Pau d'arco is in staat te gedijen en te groeien op grote hoogte dankzij een diep, uitgebreid wortelsysteem. Zoals een geneeskundige plant bezit de schors van de Tabebuia avellanedae een buitengewoon hoge hoeveelheid mineralen en spoorelementen. De boom Pau D' Arco is eeillid van de Bignoniaceae-familie en is eigen
aan Brazilië. Hij kan 35 meter hoog worden en heeft roze tot violet gekleurde bloemen die in overvloed bloeien vooraleer de nieuwe bladeren verschijnen. Er zijn ongeveer 100 soorten van deze altijd groene bomen of heesters in tropisch Amerika. De bladeren hebben lange bladstengels en bestaan uit 5 of 7 delen. .De blaadjes zijn afgelijnd of getand, de bloemen eindigen -' in grote pluimen, de ' - - - - - - - - - - - - bloemkelk is buisvormig of geneesheren en zijn populariteit klokketoren-vormig, gesloten in groeit gestadig. Pau D'Arco lijkt de kiem en willekeurig ingesneop de voornaamste tonicum-kruiden of getand in de helmknop. De den : het steunt het menselijke bomen van deze genus zijn afweersysteem. De kruiden ginprachtig in bloei. Omdat de seng en echinacea v~rtonen ook taxonomie van deze planten zo deze eigenschappen. Pau D' Arco moeilijk is, is het mogelijk dat er wordt gebruikt bij: steenpuisten, verwarring bestaat. Een specicWorosis, colitis, diarree en confi~ke manier om de soorten. te stipatie, dysenterie, enuresis, onderscheiden is tijdens de kiemgriep, pharyngitis, slangebeten, fase. De vierbladige klaverachtige arteriosclerose en slechte bloedeerste blaadjes zijn kenmerkend circulatie, kankers, leukemie, anediep ingesneden. mie (de schors is rijk aan ijzer), diabetes mellitus, ziekte van TRADITIE Parkinson, rheuma en jicht, ademPau d' arco is een inheemse plant halingsproblemen, cystitis, prosvan Zuid-Amerika. In vele landen tatitis, spataderen, infecties, wonvan dat continent, werd het inden, etter en zweren, lupus erywendige van de bast sedert lang thematosus en osteomyelitis. Pau gebruikt door de inlandse indiaD' Arco-thee is gedurende eeuwen nen. Tijdens de laatste tien jaar gebruikt als één van de meest heeft het zijn weg gevonden naar nuttigste Braziliaanse kruiden. Ze klinieken en hospitalen, waar het noemen hem de "Goddelijke zeer veel gebruikt wordt als een Boom". alternatieve kanker behandeling en als een sterk antibiotica. In de PHARMACOLOGIE laatste vijf jaar werd Pau d'arco Tabebuia avellanedae is onderheontdekt door Noord-Amerikaanse vig geweest aan een kritisch
ORTHOFITO
3
'PAU D'ARCO ,.,,"
\
.
wetenschappelijk onderzoek, Het eerste aktieve bestanddeel dat werd onderzocht was lapachol, die afgezonderd werd door Patemo in 1882, en waarvan de struktuur ontdekt werd door Hooker in 1896, In 1927 bereide Fieser synthetisch lapacho!. Sindsdien werd het door talrijke wetenschappers bestudeerd. Het is interessant om te vermelden dat vele van de wetenschappelijke studies Pau D'Arco en lapachol meer effectief bevonden hebben in het behandelen van malaria en kanker-tumors door orale inname dan intraveneuze of intramusculaire injecties, Sommige studies tonen opmerkelijk goede resultaten mét het gehele extract en vermindert de werkzaamheid naarmate het extract verfijnd wordt of wanneer individuele chemicaliën worden getest.. Dr. Walter Accorsi verklaart in een artikel van Maart '67 dat de hoeveelheid rode bloedlichaampjes verdubbelt. Experimenten hebben geleid tot het gebruik van Pau D' Arco in de behandeling van ademhalingsproblemen, zweren en een variëteit aan andere kwalen in het gemeentelijk hospitaal te Santo Andre. Pau D' Arco wordt hoog aangeschreven door zijn effectiviteit in het beheersen van Candida - exces, CHEMISCHE SAMENSTELLING Vele van de studies en chemische analyses over de Tabebuia soorten werden gedaan op het hart van het hout, terwijl de inwendige bast het produkt is dat verkrijgbaar is op de markt en het deel dat wordt gebruikt volgens de traditie. De hoofdbestanddelen van Tabebuia avellanedae zijn zestien quinones, waarvan de meeste met C-15 skelet, die zowel naphtoquinones (bv. lapachol) en anthraquinones
4
bevatten, Het wordt als zeer uitzonderlijk beschouwd om deze twee groepen van quinones aan te treffen in dezelfde plant. Het gehalte aan lapachol bedraagt gewoonlijk 2 tot 7 %, Als het lapachol gehalte over de I tot 2 % bedraagt, verkrijgen we een roodbruine oplossing door 5 % verdunde NaOH toe te voegen. Er ontstaat geen kleur wanneer het gehalte beneden de O,S % bedraagt. Een recente analyse van
flavonoïde quercetine en ortho- en para-hydroxy-benzoïne zuren. Door onderzoek is men erin geslaagd om enkele van de geheimen van de mogelijkheid van deze boom om te overleven in een hoge ozon-concentratie te ontsluieren. Enkele enzymen die gevonden werden in de bladeren zijn in staat om plantenmateriaal te oxideren tot lignine, een polymeer die afkomstig is van hout. Verder oxideert
o
~ o
Lapachol R = OH
ceo o
x-Lapachone
0
.~.
CCO D
;;::...
A
M, OH
21:1ydroxy . 3 Methylanthorquinone 0
10 produkten gevonden op de markt toonde aan dat slechts 1 produkt spoorelementen van lapachol bevatte terwijl de andere 9 geen lapachol bevatten. Dit suggereert dat vele van de produkten die gepresenteerd worden op de markt ofwel geen echte Tabebuia soorten zijn, ofwel dat het verkeerde deel van de plant werd gebruikt ofwel dat het transport schade heeft berokkend aan het produkt. Dit kan ook de variatie verklaren tussen de resultaten die de onderzoekers gevonden hebben. Standardisatie van de Pau 0' Arco produkten voor lapachol of naphtoquinone gehalte zou dit probleem duidelijk oplossen. Andere bestanddelen die gevonden werden in het harthout zijn lapachenole, het
ORTHOFYTO
indol tot anthraniline-zuur, gevolgd door de oxidatie van dat zuur tot het aromatische alcohol catecho!. Andere enzymen oxideren catechol tot voorlopers van lignine. Ozon in waterachtige oplossing is in staat om zowel superoxide als hydroxyl radicalen aan te maken, die op hun beurt superoxide aanmaken in een twee-stappen proces. Tabebuia .is in staat om ozon te gebruiken voor de produktie van hout. Daarenboven heeft men een vrije radicaal vanger gevonden in Tabebuia. Deze eenvoudige molecule bestaat uit twee, bijna identieke eenheden, elk erg gelijkend op de anti-oxidant die gevonden wordt in Rosmarinus officinalis. Molecules met dezelfde structuren werden ook afgezonderd van avocado-zaden, chocolade en arabische gum, een gekend radi-
PAU O'ARCO "
caal vanger. Tijdens experimenten met dieren verminderden de vrije radicaal vangers van Tabebuia de groei van tumoren. WERKING * Anti-microbiotische werking tegen Gram-positieve en zure bacteries en tegen Brucella soorten (lapachol, xyloïdine). * Anti-virus werkzaamheid tegen het herpes I en II virus, polio virus, vesiculair stomatis virus,... (quercitine, beta-Iapachone) * Anti-schimmel werkzaamheid, bestrijdt Candida albicans en Trichopyton mentagrophytes overgroei (xyloïdine). * Anti-parasiet werkzaamheid, bv. tegen Plasmodium soorten, Schistosoma . mansorri, Trypanosoma cruzi,... (alfa-Iapachone) *' Anti-neoplastische effecten: Pau D' Arco onderging in het Nationaal Amerikaans Kanker Instituut fase I - studies in 1968, maar de studies werden beëindigd in 1970 (cornasol, QI0, saporrinen, anthraquinonen). * Anti-radicaal werking (indol) . WERKINGSMECHANISMEN Lapachol verbetert de mitochondriale ademhaling door tussen te komen in het elektronen transport juist na het cytochroom C in de respiratoire keten. Het ontkoppelt tevens oxidatieve phosphorylatie. Het vermindert zuurstofverbruik en zuurstofmetabolisme en het inhibeert de ATP - synthese door de ademhaling te stimuleren in afwezigheid van een fosfaat - acceptor. In 't bijzonder is Lapachol een competitive inhibitor van glycolase 1 in erythrocyten en een niet-competitive inhibitor van alpha ketoaldehyde - dehydrogenase.
PHARMACOKINETICS * Vlugge orale absorptie. * Wordt opgenomen door alle weefsels behalve de hersen- en bloedcellen. * Hoge tumor concentraties worden verkregen na 6 uren * Halfleven na IV inspuiten is 33 minuten bij muizen en 75 minuten bij honden. * Extensieve stofwisseling. * Uitscheiding in de faeces. MEDICIJNWISSELWERKINGEN Geen gekende wisselwerkingen. Mogelijke wisselwerkingen: Gecombineerd gebruik met bactericide produkten verlaagt de effectiviteit. De anti - inflammatoire werkzaamheid van dit kruid kan ernstig belet worden door pheno-barbital en andere sedatieven zoals cWoralhydraat en meprobamaat. Dit is ook zo bij gebruik van beta-blokkers zoals propanolol. TOXICITEIT Pau D' Arco heeft geen gekende toxiciteit in normale doses. In hoge doses kan lapachol misselijkheid, braken en anti vitamine K aktiviteit veroorzaken. In normale doses, wordt de anti vitamine K aktiviteit van lapachol geneutraliseerd door de aanwezigheid van verscheidene vitamine K achtige substanties in de gehele plant. Lapachol LD-50 is 480 mg/kg, vergelijkbaar met caffeïne.. Chronische toediening van 100 mg lapachol/kg/dag resulteerde in anemie.
"';
-'~~ j',',. ~ ~
Diabetes. Menstruatie problemen: amenorrea, oligomenorrea. Menstruatie problemen: premenstrueel syndroom. - Sport: anabolisch voor de spieren - Sport: traumatologie. - Stress, hyposomnia en asomnia. Chinese indicaties: - Verjaagt neerslachtigheid. Doet slijm verdwijnen. Bevordert de regulatie long/maag. - Verlicht stagnatie in alle m,eridianen.
van
EAV punten: Lever Nieren Dikke en dunne darmen Chachra's : le,2e en 3e BIBLIOGRAFIE
- Williard T. : Tabebuia avellanedae. In: A textbook of natural medicine. John Bastyr College Publications, Seattle, Washington, 1988. - Pau d'arco, geneeskruid der Inca's. Stichting Voorlichting Natuurgeneeswijzen, 1985. - Jurasunas S. : Le lapacho et Ie cancer, I'arbre miraculeux des Incas. Editions Aquarius, Chambesy, Geneve, 1989. - Depicker S.: Kruiden uit het amazonegebied. 1992. . Reitz P.R.: Flora ilustrada catarinense, Bignoniaceas. Itajai, Santa Catarina, 1974. - Bradford R., et al: Oxidology. The Robf:n W. Bradford Foundation, Los Alto,. 1985.
INDICATIES Anorexia. Depressie.
ORTHOFYTO
5
HYPER-FL.Y0R-SYNDROOM , .:"l;'J:.
i:' .' ::'.
w
:
'_,
~
I
"
•
Het hyper - fluor - syndroom ~iocfiemü:.usW.O,:Jacfié Uit allerlei hoeken wordt druk uitgeoefend om toch maar fluor te gebruiken in de strijd tegen tandcariës. Het gebruik van fluor in tabletjes, in tandpasta, in lokale f1uorspoelingen en gefluorideerd drinkwater in sommige landen, zouden een noodzakelijke voorwaarde zijn om een gezond en gaaf gebit te verkrijgen en te behóuden. Dat is een reeds 40 jaar durende boodschap van consultatiebureaus en
vele tandartsen. Medisch beschouwd blijkt fluoride een uiterst toxisch geneesmiddel en één van de meest controversiële elementen te zijn.
Een overvloedige toevoer van fluor. Fluor komt in grote hoeveelheden voor in de bodem, leidingwater, planten en dieren in de vorm van CaF2 (calciumfluoride) en in fluorzouten afkomstig van de metaalindustrie en insecticides. Met de dagelijkse voeding nemen wij 0,3 a 3, I mg. fluor op naargelang de bodem lage of hogere concentraties bevat. Thee, kippevlees, zeevis, schaal- en schelpdieren, zeewieren, granen, eieren, frisdranken (vooral druivensap) en melkpoeders zijn belangrijke bronnen van fluor. Wanneer voeding g~kookt wordt in water dat fluoride b~vat, verhoogt uiteindelijk de fluoride concentratie. Tomatensoep met gefluorideerd water aangemaakt bevat 0,38 ppm fluor in vergelijking tot 0,04 ppm met niet gefluorideerd water. De totale inname van fluoride is aldus niet alleen afhankelijk van de concentratie in het water, maar ook van de produkten met dit water bereid (ref.1). De extra toevoeging van fluor als natriumfluoride (NaF) aan het drinkwater, zoals in Nederland van 1952 tot 1973 en in sommige USA staten, Australië, Engeland en Nieuw Zeeland nog tot op heden, levert nog eens 1 a l,S mg. extra fluor op per liter drinkwater. De
6
twmtIg jaar durende anti-fluorideringsstrijd toonde aan dat (ref.2): fluorideren van leidingwater onwettig was. het Melloninstiruut in de Verenigde Staten het industriële fluoride afval gebruikte om de tanden harder te maken om beter bestand te zijn tegen het almaar stijgend suikerverbruik, dat tandcariës bevorderde. de fluoridering vele mensen ziek maakte (bv. te Tiel) en de schadelijkheid niet in de statistieken en de. rapporten werd vermeld. In flessenwater schommelen de fluorgehaltes van O,S mg. tot 2,5 mg. en niet gefluorideerd leidingwater kan tot 10 mg. fluor per liter bevatten (bv. leidingwater afkomstig uit het Albertkanaal 's zomers en uit het Scheldebekken ref.3). Tandartsen waarschuwen eindelijk in 1994 voor toename van tandfluorosis (refA). .Wegens de opkomst van de gefluoreerde en fluoridehoudende voedingsprodukten: keukenzout, brood, melk, suiker, tandpasta's, fluoride$els mondspoelingen, zouden de orale fluoridesupplementen bij kinderen de druppel zijn die de emmer kan doen overlopen!
ORTHOFYTO
Een fluortablet bevat 0,553 mg. NaF en er worden I tot 4 tabletten aanbevolen door artsen en tandartsen. In fluortandpasta zit 1250 ppm fluor-ionen per 100 g. Bovendien krijgen we nog fluor bovenop via: fluorbevattende medicijnen (anesthetica, minerale corticosteroïden, antidepressiva, antikanker agentia fluorouracil), insecticiden (fluoracetaat), herbiciden (preforan), drijfgas dichlorofluoromethaan in spuitbussen voor astmalijders, ontsmettingsmiddelen (methylsulfonylfluoride) en gefluorideerde vitaminepreparaten (ref.5). Hoeveel fluor kunnen we binnenkrijgen ? Alle potentiële fluorbevattende bronnen rangschikten we in een minimum en maximale dagdosis in de tabel op de volgende bladzijde (tabel 1). Meer dan 6 mg. fluoride inname per dag resulteert reeds na een bepaalde tijd in een fluorosistoestand, die de volgende symptomen vertoont (ref.5): - broze beenderen. - anemie. - algemeen malaisegevoel. - stijfheid gewrichten. - verkleuring tanden (zebratanden). - gewichtsverlies. - zwakte. De fatale dosis natriumfluoride is 5 à 10 mg. fluor per kg. lichaamsgewicht en het fatale plasmaniveau van fluoriden bedraagt 3 mg. IJ. serum. De veilige en geschikte dagelijkse inname volgens de RDA 91h. ed. Washington, DC National
HYPER-FLUOR-SYNDROOM ,
'
strekt veilig geacht. Diezelfde autoriteiten beweren nu dat fluor minimum maximum fiuorbronne"n eigenlijk geen mediCijn is, maar niet gegefluoriniet gegefluorieen hoogst essentieel mineraal f1uorideerd deerd fluorideerd deerd dat dagelijks moet worde~ 0,4mg. 3,1 mg. 1, dagelijkse voeding toegevoegd (vooral bij kinderen en zwangeren). Nochtans wordt 14mg./21. 2. - flessenwater 1 mg./21. in andere wetenschappelijke - drinkwater België 0,24 mg./21 5,00 mg./21 kringen veel kritiek geuit op de 2,0 mg./21. 3,0 mg./21. 3. gefluorideerd water eX.tra fluorsuppietie. Heel wat toevoeging 1 a 1,5 mg. / . toxicologische eigenschappen van fluoriden stapelen zich tij4. fluortandpasta 1500 ppm dens de laatste decennia op (zie per 100 g. 3 beurten: 0,50 mg. 1,5 mg. - kind -3j. 50% inslikken tabel 2 op volgende pagina). 0,25 mg. 0,75 mg. - kind +8j. 25% inslikken Wegens de zeer hoge toxiciteit, de lage letale dosis (LD 50 van 4,0 mg./ ka 1,0 mg.1 ko 5. thee per 10 g. NaF is 5 à 10 mg.lkg.) en de 0,5 mg./1. 5,0 mg./1. 6. frisdranken kleine tolerantiegrens van fluor, heeft de populatie een te hoge 0,5 mg . / tabl 2,0 mg. / 4 tabl. 7. fluorsuppietie flUlorinname en kunnen we sp:reken van een hyper-jluor8. fluorpollutie 0,5 mg. 0,5mg. gefluoreerd keukenzout syndroom (HFS) in de Westerse (schatting) (schatting) vit. preparaat populatie (ref.5,6). Dit syndroom wordt mede veroorzaakt doordat de dagelijkse voeding 2,6 à 3,4 2,75 à 3,0 17,6 à 26,6 5,75 à 6,5 Totaal fluorinname in mg. extra extra gepollueerd wordt door de fluor iden afkomstig van bepaalde 5,35 à 6,4 mg. / d. 23,35 à 33,1 mg. / d. i ndustriën. Ook via de lucht kan fluof door planten worden (ref.7) geclaimd, dat fluoridering Academy of Sciences 1980 opgenomen, evenals door plantvan leidingwater een cariësverbedraagt 1 à 2 mg. per dag. aardige produkten zoals het graan minderde werking zou bezitten. Kleine kinderen bereiken zeer snel dat in silo's is opgeslagen. AlgeDoch sedert 1976 is het toevoede fluorosistoestand, zodat extra meen aanvaarde normen voor de gen van fluorzouten aan leidingfluorsuppietie overbodig en schatoegelaten gehalten in de voeding water in Nederland verboden. De delijk wordt. Met een normale schijnen nog niet te bestaan (ref.3). hele anti-fluorideringsstrijd in volwaardige voeding bestaat reeds Bovendien zijn er geen wetenkans op een fluor overdosis. De Nederland en België geraakte schappelijke bewijzen dat fluor in stilaan vergeten, zodat de druk RDA norm van 1 à 2 mg. fluor I het menselijk organisme een eslangs alle kanten opnieuw' kon dag wordt bijna steeds overtroffen sentieel element is. Een bepaalde opflakkeren om fluoriden in de· omdat de minimale dagelijkse optimale fluorconcentratie kan wel vorm van druppels of tabletten en potentiële aanvoer van fluor extra bescherming tegen cariës in tandpasta' s aan kinderen te minimaal 2,6 à 3,4 mg. I dag waarborgen en relevant genoemd geven. Vijfennegentig procent bedraagt (zie tabel 1). worden (ref.8), maar in de orthovan de huidige merknamen van moleculaire geneeskunde is het de tandpasta's bevatten hoge fluorIs fluorinname noodzakelijk? bedoeling cariës juist te voorkomen gehaltes! door een verantwoord voedselMen heeft tussen 1952 en 1973 in Fluorzouten werden aangeprezen pakket en het toxisch fluor niet als als het geneesmiddel bij uitstek enkele studies en epidemiologische surrogaat daarvoor te gebruiken onderzoeken (Texas, Engeland, tegen tandbederf en worden door (ref.9). de medische autoriteiten als volTiel en Culemborg in Nederland) Tabel 1: Potentiële dagdosissen fluor (ref.6)
ORTHOFITO
7
,
HYPER-FLUOR-SYNDROOM
'
,'_ - ,
"
,.,
-
-
:;,
'1'
Het hyper-fluorsyndroom. De biovalabiliteit van fluor wijst op een uitgesproken toxiciteit, zowel op korte als op lange termijn (reLlO, tabel 2). I. Momenteel weet men dat zeer geringe hoeveelheden fluoriden in de botten, tanden, schildklier en huid aanwezig is, Doch het is nog steeds niet bewezen dat fluor een essentieel element is voor het organisme. Het opgenomen fluoride uit voedsel en drinkwater wordt even snel en op dezelfde wijze geabsorbeerd als cWoride en bromide en bezit dezelfde neiging om in de extracellulaire vloeistoffen te accumuleren. Fluor kan zoals de andere halogenen als een vrij radicaal de extracellulaire macromoleculen vernietigen (ref. I I). 2. In het maagdarmkanaal kan calcium uit de voeding met fluor tot calciumfluoride (CaF2) omgezet worden en met de faeces uitgescheiden worden. Bovendien kunnen de fluorionen een half uur na inname zich in de bloedbaan binden aan calciumionen, zodat te hoge concentraties aan fluor mede oorzaak kunnen zijn van een lagere calciumconcentratie. Hierdoor krijgen we hypocalciëmie met een intercellulair calcium tekort. Dit kan leiden tot onttrekking van Ca uit het skelet en de tanden (osteoprose, cariës). 3. Fluorzouten zijn buitengewoon giftig. De natuurlijke vorm van fluor is calciumfluoride en is de minst toxische vorm. Deze vorm wordt juist niet gebruikt noch als medicijn noch als suppletievorm, omdat calciumfluoride slechter oplosbaar is dan natriumfluoride (NaF). Men gebruikt NaF, dat bij
8
overdosis een Tabel 2: Verschijnselen van te hoge fluorconcentraties. acute intoxicatie op korte termijn op langere termijn kan geven. In de maag krijgen we - zweertjes in de mond. - gewrichtspijnen. de volgende re- - buikpijnen. - gevlekt glazuur. - kramp in de benen. - opgeblazen buik. actie: HCI (in de maag) - slappe ontlasting, constipatie. - verlammingsverschijnselen. - dorst. - uitgroeisels van botweefsel op + NaF - jeukende huiduitslag. verkeerde plaatsen. -7 - hoofdpijn. - verkalking van botten (suppletie) ( gewichtsverhoging). HF + NaC!. Het - duizeligheid. - concenlratiestoornis. - verdubbeling van aantal gevormde water- allergie. mongoloïde geboorten stoffluoride (HF) - depressie. ( minstens 10% stijging). - verhoging andere geboorteveroorzaakt een - gillende babies. afwijkingen. etsing van maag- - gewichtsverlies. - stijfheid geWrichten. - hoger kankersterften. en darmslijm- - misselijkheid. - hersenaantasting. vlies: misselijk- secundaire hyperthyreoi"die. -----------------' heid, buikpijn, L braken, diarree fluorbevattende stof met de regen en transpiratie (ref. \2). naar beneden komt, werden zowel in het skelet als aan de tanden 4. Bij regelmatige kleine inname afwijkingen gevonden (ref.12). van fluorzouten kan fluor zich Hetzelfde verschijnsel deed zich extracellulair in de weefsels opvoor in gebieden van de USA waar stapelen en tot een zeer onopvalde toegevoegde hoeveelheden fluor lende chronische vergiftiging leiaan het drinkwater boven de I ppm den. Cumulatieve effekten zijn lag. In bepaalde streken waar het immers een veel voorkomende drinkwater van nature te veel fluor vorm vim toxicitejt. Bovendien bevat o.a. in Mandras, Indië, werd nemen jonge kinderen effektiever fluorosis eveneens vastgesteld bij meer fluor op dan volwassenen dagelijkse opname van 5 mg. en en ouderen! De gevarengrens ligt meer per liter drinkwater (ref.3). bij kleuters dan ook lager, nl. bij Met de opmars van gefluoreerde een dagelijkse fluorinname van voedingsprodukten o.a. in brood, ongeveer 25 mg. melk, suiker, dranken en de fluoridesuppletie zien we de laatste 5. De incidentie van tandfluorosis jaren fluorosis bij kinderen sterk neemt onrustwekkend toe (refA). toenemen. De inname van fluorTandfluorosis is een stoornis in tabletten op jongere leeftijd 'geeft de tandvorming, die door een, een groter risico op fluorosisverchronische excessieve inname van schijnselen omdat de gevoeligheid fluoriden veroorzaakt wordt tijhet hoogst is tussen 18 maanden en dens de gebitformatie. Zoals we 3 jaar. Bij excessieve inname zien in tabel I aantoonden, kan een we de eerste duidelijke symptomen kind zeer frequent en snel de de zebratanden (mottling teeth), gevarengrens van fluor ovèrdie irreversibel zjjn. Hierbij verschrijden ! Dit verschijnsel schijnen kalkachtige, witte, onmerkte men het eerst op bij op het regelmatige plekken schapen en runderen, die grazen tandglazuur, die later verkleuren op Engelse bodem waar (door tot geel of bruinachtig. Ernstige sublimatie uit de zee) erg veel fluorosis maakt de structuur van
DRTHDFYTD
HYPER-flUOR-SYNDROOM
het tandglazuur zacht, waardoor putjes in het oppervlak ontstaan. Alle tanden kunnen aangetast. zijn, maar bij fluorosis werd dit alleen gezien aan de tanden van de bovenkaak. Een tandfluorosis houdt niet in dat er een skeletfluorosis aanwezig is; deze kan echter wel ontstaan , wanneer gedurende lange tijd de dosering van fluor te hoog .is. In gebieden waar drinkwater meer dan 10 mg. fluoride per liter bevat of waar excessieve hoeveelheden fluor worden. ingeademd (bij de aluminiumsmelterij) treft de fluorosis meer dan alleen de tanden. De eetlust gaat achteruit; de dichtheid (verkalking of sclerosis) van het botweefsel is verhoogd, met name de ruggegraat, het bekken en de ledematen; de soepele ligamenten van de ruggegraat verkalken, waardoor verstijfde rug onstaat; kalkafzetting vindt plaats in spieren peesweefsel; er kunnen zich aandoeningen van de ruggegraatzenuwen voordoen. 6. Personen die aan nierinsufficiëntie lijden zijn bijzonder fluorintoxicatie gevoelig aan (reU).
7. Het onderzoek van Dean Burk en John Yiamouyiannis (ref. 13) toonde aan dat, 3 tot 5 jaar fluoridering van leidingwater in 10 steden in de USA in vergelijking met 10 niet-gefluorideerde steden, de toename van kankersterfte 10% sneller ging in de eerste groep. Zij berekenden dat er per jaar in de USA 25.000 mensen extra aan kanker stierven door fluoridering. Er is een positieve relatie tussen het voorkomen van verhoogde fluor in drinkwater en een stijging van het aantal kankers (ref.2,14).
8. Fluorzouten zijn uiterst sterke enzymremmers in het menselijk organisme. De Wereld Gezondheids Organisatie heeft zelfs een lijst met de enzymen die geremd worden door fluor gepubliceerd. a) Zo kan fluoracetaat, gebruikt als knaagdierenvergif, in de Krebscyclus zich binden met citroenzuur tot fluorocitraat. Deze laatste stof blokkeert het enzym aconitase en de verdere omzettingen in de Krebscyclus vertragen of stoppen (ref. 15). Zouden theedrinkers eveneens het toxische fluorocitraat verkrijgen indien ze een schijfje citroen bij de thee voegen? b) Fluor kan de dubbelstreng DNA moleculen doorbreken met als gevolg dat een gebroken DNA molecuul een verkeerde code doorgeeft en er worden niet meer de juiste eiwitten gemaakt. Fluor heeft aldus een cancerogene werking. Indien een DNA breuk in een geslachtscel optreedt, kan een mongoloïde afwijking ontstaan. Normaal worden deze DNA breuken onmiddelijk herstèld met behulp van de reparatie-enzymen, maar deze laatsten worden eveneens' door fluor afgeremd. c) Het antimetaboliet medicijn, fluorouracil, wordt in het lichaam geactiveerd tot het deoxyfluorouridine monofosfaat om haar antitumor eigenschap te kunnèn uitvoeren. Het gevormde fluorodeoxyuridine is een krachtig en specifieke irreversibele inhibitor van het enzym thymidylaat synthase en voorkomt de normale DNA synthese in de kankercel maar eveneens in andere gezonde cellen (ref.15). d) Fluoride is ook een krachtige inhibitor van enolase. De magnesium en fosfaationen vormen
ORTHOFYTO
een ioncomplex met het fluorideion, welke verantwoordelijk is voor de remming van het enzym, dat fosfoglyceraat omzet in fosfoënolpyruvaat in de glycolyse pathway (ref. 15). e) Fluoride remt eveneens bacteenzymen. Zo beweert riële apotheker M.Duyts in het Antwerps Farmaceutisch Tijdschrift 11193, dat fluor het tandplaque metabolisme remt via interferentie met bacteriële enzymatische processen. Doch men mag daarbij niet over het hoofd zien dat het evenwicht van de micro-organismen in heel het lichaam door fluor ernstig kan worden verstoord. Immers fluor remt de bacteriën in het colon, zodat een verschuiving van de darmflora kan optreden in het voordeel van de schimmels, o.a. Candida. Een schitruitelinfectie is dan de oorzaak van de gasbuiken, algemeen malaisegevoel, darmklachten, allergieën, hoofdpijnen, huidirritaties. f) Het enzym cholinesterase, dat acetylcholine afbreekt nadat de impuls werd doorgegeven in de zenuw, wordt door kleine hoeveelheden fluoriden uitgeschakeld. Dit betekent dat het centrale zenuwstelsel minder alert kan reageren en dat kleine concentraties van I mg.!!. als een soort drug werkt. Chronische fluoridevergiftiging heeft de neiging een bepaald gedeelte van de hersenen aan te tasten, nl. het deel dat de wil kan opbrengen om ons te verzetten (ref.17). Van de 35 psycholeptica in psychiatrische ziekenhuizen gebruikt, zijn er 7 fluorideverbindingen bij, waaronder de zeer zware tranquillizers IMAP (fluspirileen) en SEMAP (penfluridol) die bij hallucinaties en schizofrenie worden gebruikt (ref.18).
9
-
HYPER-FLUOR-SYNDROOM
.
Referenties: 1. Pfeiffer Carl C. Dr. Zinc and ather MicroNutrients 1978 Keats Publishing; Mervijn Lean Dr. Minerals and YOUf health. 1980 George Allen & Unwin, Great Britain. 2. Moolenburgh H.C. Or, Steenhof N.J.H. tandarts, KutschLojenga A,J,1. Fluor, liever niet. 1990 Primo Vere Den Haag. 3. Massart L. Dr Prof, Deelstra H. Dr Prof, Hoogewijs S. Apr. Vreemde stoffen in onze voeding. Monografieën Leefmi· Iieu nu. Ned. Boekhande11980 4.. Finoust M. Voorzichtig met fluor. Artsenkrant 1994. 5. Dreisbach Robert H. Dr Prof, Robertson William O. Or Prof Handbook of poisoning 1987. Appleton & Lange. 6. Faché Walter, O. Biochemicus. Het hyperfluor-syndroom, een volledig fluordossier 1994. V.LO.W. Laarne 9270 Kerkstraat 101. 7. de Wijn J.F. Dr. Hekken, W. Th .J. M. Bioch. Fysiologie van de voeding BoluV Scheltema & Holkema. Utrecht I Antwerpen 1989. 8. den Hartog C., Houtvast J.G.A.J., den Hartog A.P.. Deurenberg P. Nieuwe voedingsleer. Aula 1988. 9. Price Weston A.D.D.S. Nutrition and
Physical Degeneration. Keats Publishing, Inc. New Canaan, Connecticut 1989. 10. Waldbott George L., Burgstahler Al· bert W., Lewis H., Kinney Me. Fluoridatian: lhe great dilemma. Coronado Press Inc. Box 3232 Lawrence, Kansas
66044 USA 1978. 11. Yiamoujiannis LA. Dr. Fluoride: Thc aging factor. Health Action Press Delaware. Ohio USA 1983. 12. Scheldon C. Deal. Ncw Iife through natural methods. New Life Publishing Co. Tueson, Arizona 1979. 13. Buck Dcan (voormalig hoofd van de chemische afdeling van het National caneer Institute USA) Congressional Records van 1975 en 1976.
14. Hoffer Abraham. Ph.D.. MD and Walker Morton D.P.M. Orthomolecular Nutrition. Keats Publishing Inc. New Canaan, Connecticut 1978. 15. Stroev E.A. Biochemistry Mir Publish"ers Moscow 1989. 16. Devlin Thomas M. Textbook of Biochemistry Wiley- Liss Inc New Vork
1992. 17. Perkins Charles Eliot. The truth about Water Fluoridation. The fluoridation EducationaI Society P.O. Box. 8036 Southwest Station. Washington 24 DC. USA. 18. Wolffers Ivan Dr. Prof Medicijnen, Handleiding voor de consument Contact, Amsterdam 1993.
Besluit: Fluoride heeft geen vei1igheidsm~rge: de eventuele optimale dosis en de toxische dosis liggen heel dicht bij elkaar. In doseringen waarin het wordt toegediend zien we bij de meest gevoelige individuen meteen al vergiftigingsverschijnselen. Fluoriden zijn een zwaar enzymenvergjf en het zou fout zijn om over bijverschijnselen van fluoridegebruik te spreken. Zij geven overduidelijk allerlei vergiftigingsverschijnselen. We hebben aldus niet met een geneesmiddel te maken, nog minder met een essentieel spoorelement, maar met een (door de wet beschermde) bevuiler en toxische stof. Het wordt tijd dat fluoriden nergens extra meer worden toegevoegd en tot de toxische chemische afval worden gerekend. Het is volledig onzinnig om kinderen en zwangeren fluorlden te laten innemen, want fluor heeft een uiterst lage therapeutische index. De voordelen wegen absoluut niet op tegen de nadelen.
AKTIVITEITENKAIJENDER VORMING VAN GENEESHEREN - ACUPUNCTURISTEN DOOR DE B.V.G.A.
Een nieuwe drie-jarige lessenreeks acupunctuur voor artsen" begint in oktober 1994. De cursussen worden gegeven in het Nederlands en een volledige syllabus is voorzien. De Belgische Vereniging van Geneesheren Acupuncturisten (BVGA) heeft vorig jaar haar 20-jarig bestaan gevierd. Bijna alle geneesheren acupuncturisten in België zijn door deze vere~iging gevormd. Acupunctuur is een uitstekend additief voor elk geneesheer om snel pijnlijke syndromen te verlichten. Voor artsen die meer inlic~tingenwensen, organiseert de BVGA een opendeurdag op Zaterdag 1 oktober 1994 om 15hOO. in de Bollandistenstraat nr. 15, te 1040 - Brussel, waar de lesgevers U in het kort de acupunctuur voorstellen (mogelijkheden, cursussen, wetenschappelijke fundering, beroepsverdediging, video, ...). Voor diegenen die een eenvoudige reflextherapie wensen te volgen, organiseert de BVGA één seminarie op Zaterdag 30 april en op Zondag 1 mei 1994. Dit seminarie vol~ens J. TraveIl wordt gegeven door Dr. Taillander en Dr. Bourse uit Frankrijk. Inlichtingen: 02/569.62.45.
10
ORTHOFITO
GROENE PLANTEN
.
Groene planten: Alfalfa Luzerne - Klaver Chlorofyl, het bladgroen van de groene planten, een molecule bestaande uit een porphyrine-ring met centraal het magnesiumatoom, speelt een hoofdrol bij het metabolisch proces: de fotosynthese, waarbij zonne-energie wordt opgeslagen o.a. in de vorm van koolhydraten; zeer merkwaardig is het feit dat deZe formule identisch is aan de molecule hemoglobine met dit enige kleine verschil, dat in de plaats van magnesium, in dit geval het ijzer-atoom de centrale plaats inneemt. Onder het begrip "volwaardigè biologische voeding" is het ondenkbaar, de bladgroenten te onderkennen, vooral dan in de ~ natuurlij ke verse en rauwe toestand en dit voor 25 % van de volledige massa. Het zijn de planten die de primaire voedselketen uitmaken in de ganse biologische cyclus. Zij leveren aan de andere levende organismen de noodzakelijke biochemische energie, opgeslagen tijdens de fotosynthese, dewelke secundair de levensnoodzakelijke fotonen-emisie in hun cellen mogelijk maakt. Carnivoren maken hier geen uitzondering, vermits zij door het eten van andere dieren, die dan wel vegetariërs zijn, toch aan
diezelfde energie komen, zij het dan in kwalitatief afgezwakte vorm (secundaire voedselketen). Zeer rijk aan cWorofyl zijn de groene algen CWorella en Spirulina. Bij de landplanten de alfalfa, de groene gerst, het tarwegras, de spinazie eri' de peterselie. Medicago sativa, Luzerne, (Alfalfa), blauer Schneckenklee, Lucerne commune,
(Sainfoin) Heart trefoil is een voederklaver die voor het vee aangeplant wordt. In de geneeskunde wordt het volgens overlevering gebruikt "dM-W'''''''' i tegen suikerziekte, hypothyroidie, arthritis en arthrose. Tegenwoordig kent men het kruid als sterk alkaliserend, met een chelerend vermogen voor zware metalen. Het werkt gunstig bij anemie door zijn chlorofyl gehalte, is aanbevolen bij dyspepsie daar het verteringsenzymen bevat, bevordert de bloedstolling wegens het hoge gehalte aan vitaminen B,A,C,E en K. Het beschermt het maagslijmvlies en de lever door de aanwezige methylmethionine, men vindt er rutine in terug, dat vaatwandver-
I I
ORTHOFYTO
'.
~
'Dr.:M.'J(fnnes
stevigend werkt. De revitaliserende en antibacteriële werking van' cWorofylrijke planten werd reeds in 1930 door Burgi (12) bestudeerd, later door Smith (1,4), Rafsky (2), Krieger (2), Gruskin (3), Mowbray (5), Goldberg (6) en Gahan (13) waarbij deze onderzoekers hebben vastgesteld dat chlorofyl een stimulerende werking heeft op weefselgroei en weefselherstel. CWorofyl verhoogt de weerstand der cellen zodanig dat hun afweer tegen micro-organismen verhoogt. Chlorofylrijke supplementen uit spirulina of cWorella worden tegenwoordig gebruikt om onwelriekende adem of lichaamsgeur te verminderen. Door de deodoriserende en antibacteriële werking worden chlorofylprodukten gebruikt bij slecht helende wonden, men vindt ze ook daarom terug in mondwaters en tandpasta' s. Chelatie van zware metalen. Japanse vorsers, Ichimura (14) en Horikoshi (15) bestudeerden in de jaren '70 de ontgiftigende eigenschap van chlorella-algen voor zware metalen. Er werd vastgesteld dat bij dieren met cadmiumvergiftiging, door toevoeging van chlorofylrijke chlorella-algen aan de voeding, de cadmiumuitscheiding via ontlasting verdrievoudigde en via de urine verzevenvoudigde. Anderzijds bleek met zware metalen vergif-
11
GROENE PLANTEN .... . '\ .' ',. ."
-
.
tigd biergist te overleven na toediening van chlorella. Door Biotics Research Corporation uit Texas werden nadien studies verricht met de Spirulina - algen. Men ontdekte dat het de porphyrine-ring was in de chlorofyl die·· verantwoordelijk was voor de binding van zware metalen. Er werd in vitro onderzocht hoe door
chlorofylrijke middelen goede chelatoren zijn en in de praktijk voor metaalontgiftiging kunnen gebruikt worden.
Chelatie van Calcium-ionen. Wanneer geen zware metalen meer aanwezig wordt ook calcium door de porphyrine-ring gebonden. Deze laatste eigenr---------------'-r-,:;:n;=o;;;;;,...., schap leidde OD..OROPHYll. McAninch x ' - - - - - - - - - j (20) er toe een uitgebreid onderzoek te verrichten waarin hij het oraal chelatieo X-eH] in dU._ X "'CHO In chl b vermogen van =, chlorofylconH R centraten heeft ~ bewezen. Het R" !CH2CH2COC~CHo.CCH2CH2CHFHCH2CH2CHFHCH2CH2CH2CHCH~ bleek een
';",
'H,. '[",
,H,
..:.::.===::...::=
-' goede ling teaanvulzijn
aanrijking van chlorofyl aan verschillende oplossingen van zware metalen, de concentratie ervan duidelijk daalden (21). Het opvallend chelerend effekt van 92 % voor kwik wijst ons naar een mogelijke therapie door middel van porphyrinerijke chlorofylprodukten bij kwikbelasting tengevolge van amalgaanvullingen van het gebit.
voor de EDTA-chelatie therapie per infuus, zoals die voor bloedsoinloopstoornissen wordt gebruikt.
1-
Hydniob< Ph)'1D1 "'''''
De werking van porphyrine steunt op de chemische eigenschap twee plaatsen vrij te hebben dat een tweewaardig atoom kan opnemen. Het tweewaardige magnesium kan door een ander worden vervangen en dit gebeurt gemakkelijker wanneer het metaal zwaarder is. Dit geldt voor kwik, lood, arseen, cadmium, nikkel, aluminium, welke alle giftig zijn. Hieruit blijkt volgens studie van Saheb (17), Hoelacher (18), Yoshida (19) en Kinimura (20) dat porphyrine zoals
12
Chelatie van niet-metalen. Bij een studie door Lee (16) is gebleken dat cWorofylrijke algen ook niet metabolische stoffen on-
schadelijk kunnen maken. Dit betrof de giftige koolwaterstofbinding; clordecone. Deze is nauw verwant met de PCB' s en Dioxine die een groot deel uitmaken van onze milieupollutie. Een antioxidans is een verbinding die oxidatie tegengaat meestal door wegvagen van reactieve zuurstofatomen. In de celbiologie beschermen ze tegen het verouderen. Werkzaam zijn ze o.a. tegen gesubstitueerde fenolen, hydrochinonderivaten, aromatische aminen en metaalcomplexen met genoemde verbindingen. Chlorofyl is eveneens in staat tot elektronenoverdracht en zou daarom als antioxydans kunnen werken. Hamilton (7) en Lai (8) toonde het anti-mutagene effekt aan van chlorofyl bij carcinogene stoffen. Mogelijks volgt hieruit het anticarcinogene·effekt dat aan gerstegras en tarwegras kon toegeschreven worden. Naast de factor chlorofyl wordt ook rekening gehouden met de grote hoeveelheid superoxide disrnutase en betacaroteen dewelke eveneens een beschermende werking uitoefenen. BIBLIOGRAFIE zie pg. 18
Samenvatting: Alfalfa bezit een chelerend vermogen en buffert een overvloed van zware metalen (kwik, lood en cadmium) en zure toxinen (afbraakprodukten bij sportprestaties). Tevens is het rijk aan chlorophyJ en herstelt het de samenstelling van het bloed bij bloedarmoede. Het bevat ook enzymen die de vertering bevorderen en is dusdanig aanbevolen bij dyspepsie en flatulentie (slechte adem). De aanwezigheid van vit. U of methylmethionine beschermt de maagmucosa en de lever bij ulcera, de vit. B,A,C,E en K bevorderen de bloed coagulatie bij bloedingen en herstellen wonden door stimulatie van de proteïnezuursynthese. Het is zeer rijk aan mineralen en proteïnen, bevat alle essentiële aminozuren en is geschikt bij ondervoeding, dieet en eetlustvermindering (anorexia). Alfalfa bevat saponinen en triterpenen met een cholesterolverlagend vermogeQ en het bevat veel polyonverzadigde vetzuren en vezels (artherosclerose). Naast zijn oestrogene werking (genisteïne, biocanine en cumestrol) is het ook rijk a~m rutine die een vaatwandverstevigende werking uitoefent. Groene planten zijn biologisch zeer waardevolle produkten die in veel gevallen therapeutisch ingezet kunnen worden als hulpmiddel ter bestrijding van een aantal veel voorkomende beschavingsziekten.
ORTHOFYFO
AKTIVITEITENKALENDER' '';
'.
'.
~,-
. -:
WEEKENDS V.I aw. 1) 4-5 juni
\
.'
2) 18 juni 19 juni
Topweekend "Orthomoleculaire Diagnostiek en Voorstelling van het Internationaal Orthomoleculair Centrum V,LO,W, Orthomoleculaire Stoorvelden en neutralisatie. Orthomoleculair management.
Individuele blokken te..yolgen V.LO.W. 23 april 30 april 7mei
21 mei
BLOK G. Voedingsmanipulatie bij studenten en sporters. BLOK G. Immuniteitsterrein. BLOK H. Basisbioregulatie terrein. BLOK H. Orthomoleculaire dermatologie.
Internationaal Orthomoleculair Cent.mm V I a.w Diagnostica Vanwege de grote klinische relevantie van de bepaling van de voedselstatus van de pa.tiënt, is het uiterst belangrijk de patiënt tegen lage kosten met betrouwbare testen routinematig te kunnen screenen. Marginale deficiënties zijn niet met conventionele testmethodes te detecteren (Dr. Myron Brim van Hoffman La Roche, New Jerssey). Indien klassieke symptomen verschijnen is er reeds lang een lager nutriënten niveau aanwezig. Het stadium waarin de patiënt zich bevindt, bepaalt het diagnosemiddeL Een "summation" diagnostiek, zoveel mogelijke testen naast elkaar, geven een betrouwbare diagnose (Dr. Karl Windstosser 1982). Op 4 en 5 juni gaat een uniek weekend door te Waasmllnster, Restaurant Roosenberg met als thema's Ortlio11loieCHIaire diagnostiek en Voorstelling van hel Internationaal Orthomoleculair centruIn V.I.O.W. in workshops.
INSCHRIJVINGSSTROOK Programma 4 juni: Orthomoleculaire diagnostiek: 1. Voedingsstatus bepalen bij patiënten. 2. Nutriënten analyse. Aminozuren bepaling (urine). Spoorelement analyse (haar), Volbloedanalyse. Essentiële vetzuren. 3, Specifieke bepaling volgens pathologie: MDA indicaan, kryptopyrolen, histamine... 4. Toxicologie: zware metalen, PCB's, formaldehyde", 5, Anti oxidatieve capaciteit bepaling: SOD, GSH peroxidase, glutathion, cholesterol, urinezuur, serulplasmine, transferrine, Vit E, Beta-caroteen, Vit C, Mn, Zn, Cu en Se, 6, Hypo-ionisch eiwitprofiel (HIPP): Vemes test. 7. Relevante klinische onderzoeken. 8. Elektro-acupunctuur & Bio-electronica C.Vincent. 9. Kirleanfotografie, 10.Iriscopie. 1l,LBA (levend bloedanalyse) BIA (bloedstollingsanalyse) 12.Kinesiologie.
Elk weekend en elke dag kan afzonderlijk ingeschreven worden en een uitgebreide syllabus is inbegrepen. Tevens wordt een getuigschrift afgeleverd na het volgen van elk weekend. Ik schrijf in voor de volgende data door de hokjes ernaast aan te kruisen en het bedrag te storten op bankrekening V.I.Q,w. 290-0307607-41, Data
oriis
tonic
4 juni orth, diagnostiek
5000,-
5 juni workshops 18 iun orth. stoorvelden 19 jun orth. management
3000,3000,-
Aantal personen: Naam:
aankruisen
.
Adres:"",,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, " Teiefoon:,,,,,, """"""""""" Fax:.. .. . Beroep: Handtekening:
.
Totale inschrijvingen hebben voorrang. Wegens het praktisch karakter van deze weekends, zijn de inschrijvingen beperkt.
ORTHOFYFO
13
AKTIVITEITENKALENDER ,
.
Stafmedewerkers Diagnostica V.LO.W.:
- W.O,Faché Bioch. Directeur V.LO,W. en Diagnostica, - Ap. Luc De Wulf. Labo IMIN Oostende - Gent. - Dr. Ap, Eddy Verhaeren, Labo AVER Deurne. - Johan Dejonghe Bioch. Labo Biomedics Geluwe. - Dr. Prof. Lüder Rakow, Pathologisch Anatomisch Instituut Brugge. - Tandarts Kerstens. Electro-Acupunctuur Dr.Voll. Denderleeuw. - Dr. Tonny de Bruyne, Kirleanfotografisch Centrum. St.-Niklaas, - Pierre Bursens Kinesist. lriscopiecentrum Dendermonde. - Dr. Werner,A Faché. Volbloed analyse, Vernes Augusti test. - Marc Van Gaste! Osteopaat. Kinesiologie.
Wat is Electro-ACllpllnctuur volgens-Dr VnJ] (EAV)...l De EAV is een diagnose- en therapiemethode, ontwikkeld door de Duitse arts Reinhoid Voll. Ze bestaat uit de meting van de elektrische weerstand t.h.v. een reeks acupunctuurpunten, hoofdzakelijk aan de handen en de voeten. Elk meetpunt komt overeen met een bepaald(e) orgaan(deel) of -functie zodat men een goed inzicht krijgt in de gezondheidstoestand van de patiënt. Door de zgn. "Medicamententest" is men in staat de ethiologie (infectieus~ parasitair~ chemisch-toxisch, nutritioneel, e.d.) van de gemeten afwijking te vinden. Hiervoor maakt men gebruik van verschillende testampullen die verdunningen van deze ziekteoorzaken bevatten en in de elektrische meetkring gebracht worden. Een normalisatie van de meetwaarde na inschakeling van een testsubstantie wijst op een belasting van het gemeten orgaan met deze stof. Allergieën~ pseudo-allergieën
en intoleranties worden op dezelfde wijze opgespoord.
Alle mogelijke soorten medicatie kunnen ook op hun werking, nevenwerkingen en dosering getest worden. Dit laat toe een zeer oorzakelijke diagnose te stellen en een gepersonaliseerde therapie voor te schrijven. De medicamenteuze therapie kan gecombineerd worden met laagfrequente electrotherapie.
Ook in de tandheelkundige praktijk biedt de EAV zeer grote mogelijkheden, Zo kunnen o,a, getest worden: .., (in)tolerantie van alle gebruikte materialen (metalen~ kunstoffen, enz.). zowel voor als na het inbrengen in de mond. - de aanwezigheid van inflammatoire of degeneratieve processen in de tandpulpa, het periodontium of het tandbeen, met eventuele weerslag van deze processen op de algemene gezon~heidstoestandvan de patiënt. - pre-, per-, en postoperatoire controle bit tandheelkundige chirurgische interventies. - infecteuse problematiek in de mondholte. lnliclltingen: Dr. Luc Heyneman Voorzitter Siekstraat 14 B - 8430 Damme TeL' 050! 35.9020
14
ORTHOFYFO
INFERTILITEIT .
Mannelijke infertiliteit flJr. W.5'1.. :Facfié Alvorens de mannelijke infertiliteitsproblematiek te benaderen dient men op de hoogte te zijn van alle factoren die de potentie, de kwantiteit en de kwaliteit van de spermatozoa kunnen beïnvloeden. Bij potentiestoornissen is het interessant de "parameters van het cardiovasculair risicoprofiel "(w .A. Faché) aan te vragen, gezien vasculaire impotentie naast een neurogene (cfr Diabetes, MS, Alcoholisme,. H) - een psychogene etiologie het meest voorkomt: - LDL en HDL cholesterol. - Oxy LDL cholesterol. - Transvetzuren. - Lipoproteïne -a. - Fibrinogeen. - Homocysteïne. - Ferritine. - DHEA - sulfaat. - Vit E / Triglyceriden. - Carotenoïden. . - Ascorbaat + gereduc. / geoxid. ascorbaat. - Essentiële vetzuren. - Koper (serum). - Selenium (volbloed) GPx aktiviteit. - Thrombocyten. - GSH / GSSH. - SOD aktiviteit. -MDA. De resulaten geven u tevens een idee van de oxidatieve stress en van het oxidatief' - antioxidatief evenwicht van uw patiënt. Hieruit volgt een voorspellende waarde van de kwantiteit en vooral van de kwaliteit (door preventie van endogene oxidatieve DNA - schade en een efficiënter DNA repairmechanisme) van de sper-
matozoa. Een batterij van krachtige vrije radicalen vangers is op deze manier frequent geïndiceerd. Vitamine E (1200 IE dd) in associatie met Gingko Biloha nebulisaat (600mg dd) en een stevig glas Rode Wijn per dag (polyfenolen en pycnogenol) vormt een sterk antioxidatief trio. Het hormonaal profiel toont soms een laag serum testosteron, dat met extra Zink (liefst na .volbloed bepaling) normale niveaus bereikt. Een laag serum DHEA sulfaat kan met Squaleen terug normaliseren. Sanering van het toxisch milieu (cfr. het voedingspakket met zware metalen, herbiciden en insecticiden; ionise'rende straling zoals tijdens het nemen van RX-foto's; radioactieve straling zoals in de omgeving van kerncentrales,.:.) zal bijdragen tot de preventie van t.!'ratogeniciteit na een uiteindelijk gelukte conceptie. Sperma onderzoek laat toe ons de diagnose van oligOSPermie en / of laag kwalitatief sperma te stellen. Een uitermate belangrijke regulator v'oor de mannelijke fertiliteit bleek het apoproteïne a te zijn, dat autonoom (onafhankelijk van de leversynthese) door de testes word gesecreteerd. Zowel in de cellulaire fractie als in het seminale plasma werd apo(a) gedetecteerd. De apo(a) molecule bezit de arginine-glycine-aspartaat aminozuursequentie karakteristiek voor de familie van de adhesieve proteïnes (o.a. fibronectine, fibrinogeen, collageen, ... ). Deze sequentie is essentieel voor de
ORTHOFYIO
vorming van de Sertolicel-lijnen en voor de penetratie van de spermatozoa in de eicel tijdens de conceptie. Beide processen werden reeds geïnhibeerd met synthetische sequentie-analogen (Bronson et al, Evidence that an Arg-Giy-Asp adhesion sequence plays a role in marnmalion fertilisation. Biol. Reprod. 43: 1019-1025, 1990). Toevallig of niet maar L-Arginine (4gram dd) bewees reeds in 1973 sperma-kwaliteit te kunnen verbeteren. Het ware interessant het effekt van L-Arginine suppletie op het seminale apo(a) te bestuderen. We mogen hierbij ook niet vergeten dat stikstofoxide (NO), de molecule van het voorbije jaar, uit L-Arginine wordt gevormd en verantwoordelijk is voor biologische werking van de "endothelium-derived relaxing factor EDRF". Te noteren valt ook, dat apo(a) in het seminale plasma fungeert als een sterk antioxidant en ascorbaat surrogaat. Zoeken naar een relatie tussen het seminale . ascorbaat en het seminale apo(a) lijkt tevens boeiend. Het is niet ondenkbeeldig dat ascorbaat suppletie het seminale apo(a) doet verhogen, doch dit zou een tegenovergesteld effekt zijn dan wat ik in een gerandomiseerde dubbel blind cross-over studie in het bloedserum poog te bewijzen. In ieder geval is Ascorbaat suppletie (2-3 gram dd) bij mannelijke infertiliteit het proberen waard.
15
.
!
ALTERNATiEVEN'IN DE SPORT ; - . . - '- '
-Ilr1'\
anabole steroïden in de sport '- ( .9l.p. 'Dr. P. 9fjjs .Enquêtes hebben bewezen dat de meeste (top-)sporters nauwelijks gezonder leven dan mensen die niet aan sport doen en ook dat de meeste zorgenverstrekkers (=artsen, apothekers, tandartsen en zelfs diëtisten) nauwelijks op de hoogte zijn van verborgen (verzadigde) vetten in de voeding. Het eetgedrag van sporters en nietsporters vertoont weinig verschil: sporters eten niet meer volkorenbrood dan anderen, zij slagen even vaak hun ontbijt over, ze eten evenveel laagwaardige tussendoortjes. Alleen het fruit- en frisdrankenverbruik ligt hoger bij sporters... Zelfs gezondheids-vakmensen denken alleen aan de vetten die ze zien zoals boter, margarine en vette sauzen. Maar hamburgers, kaas, worstjes, vlees en vlees-, vis- of groentesla's bevatten allemaal tot één derde onzichtbaar verzadigd vet. Ze weten niet dat één ons "potato chips" zoveel vet bevat als 2,5 koffielepels boter... Drie lepels krabsla bevatten evenveel vet als 4,5 lepels boter. .. Een pond "sirIoin" biefsteak levert II koffielepels verzadigd vet. .. Een stuk "apple-pie" bevat 4,5 koffielepels vet.. .enz... Er zou dus een algemene voorlichtingscampagne moeten komen van zowel de gewone sportende mens als van het medische korps! Waarop moet men letten bij de voedselvoorziening van de sporter? - een ontoereikende basisvoeding,
16
afhankelijk van het individu en van de sportdiscipline. - een individueel voorliggende storing in de voedings-resorptie van het maag-en darmstelseL - een vermeerderde nood aàn bepaalde grondstoffen ingevolge grotere verliezen veroorzaakt door bepaalde trainingen. Vaak is het beste "geneesmiddel" voor sporters die in een staat van (lichte) chronische vermoeidheid verkeren door chronisch-uitgeputte glycogeenvoorraden, het inlassen van een rustperiode, gepaard met een "heroplading" van de glycogeenreserves door een zg. supercompensatie koolhydraten dieet. In de moderne sportvoeding wordt het volgende aanbevolen: - 15% van de energie (=caloriën) uit eiwitten waarvan 2/3 uit dierlijke en 1/3 uit plantaardige eiwitten. - 25 % van de energie (=caloriën) uit vetten, waarvan 2/5 uit polyonverzadigde oliën, 2/5 uit mono-onverzadigde oliën en slechts 1/5 uit verzadigde vet. ten. - 60% van de energie (=caloriën) uit koolhydraten, waarvan 3/4 uit complexe poly-sachariden en slechts 1/4 uit mono- en disachariden (= snelle suikers). Welke zijn de planten die grondstoffen bevatten voor de eigen aanmaak van steroïde-hormonen (cortison, testosteron en oestroge-
ORTHOFITO
nen) ? Verschillende planten bevatten zg. fytosterolen zoals diosgenien, hecogenien, srnilagenien, sarsapogenien, solasodine (een diosge~ nienderivaat met een stikstofatoom in de ring), stigmasterol, sitosterol, enz.' Alleen de inheemse en relevante voor de sport (en de voeding) worden hierna beschreven. De rationale is dat hoe meer fytosterolen via de voeding of via aparte supplementatie (=toediening in farmaceutische vorm) aan de sporter verstrekt worden, hoe makkelijker en vlugger eigen "steroïden". dus eigen hormonen kunnen aangemaakt worden: - Sojabonen (Glycine max): vooral sojaboonolie bevat tot 15 % stigmasterol dat sinds 1976 instaat voor een kleine 30 % van de wereldproduktie van sterolen en steroïden. Men herinnert zich dat sojabonen bovendien poly-onverzadigde vetzuren (linolzuur, linoleenzuur, arachidonzuur. .. ) bevatten plus hoogwaardige eiwitten. - Bonen (phaseolus aureus): zowel de zaden als de bladeren bevatten stigmasterolen en sitosterolen. Vrouwen in de menopauze gebruikten vroeger bonen voor een betere levenskwaliteit (aanmaak van oestrogeenachtige stoffen). De zg. Mungbonen bevatten voorlopers van cortison! - Maïsolie (zea maïs): bevat eveneens aanzienlijke hoeveelheden sitosterol en stigmasterol. Maïsolie
I wordt uit maïskorrels getrokken. Daarenboven zitten er veel polyonverzadigde vetzuren in. Ook fytien, de Canadese "corn steep syrup" op basis van een 2,5% extract uit maïs wordt in N-Amerika als roborans (=versterkend middel) gebruikt. - Dennepitten (Pinus silvestris): de zaadjes bevatten een olie met polyonverzadigde vetzuren die eetbaar is en niet zoveel terpentijnolie inhoudt als de dennenaaiden (deze wordt voor de aanmaak van vernis gebruikt). Ook vit. C,A en E zitten erin, maar vooral de fytosterolen campasterol en betasitosterolen. Deze laatste nog meer in de bast. Ook zuivere testosteron en epitestosteron blijken in de pollen te zitten. Dennepitten zijn te verkrijgen in dieetwinkels. Zij zijn daarenboven lekker van smaak maar wel vrij duur. - Rapen en raapzaad (= koolzaad) (Brassica napus): deze bevatten fytosterolen waarvan 5-20% brassicasterol, naast vit.A (en zijn voorloper beta-caroteen), zwavelhoudende aminozuren (o.a. cysteïne) , poly-onverzadigde oliën en veel eiwitten. Rapen zijn zeker aan te raden als winterkost voor de zomercompetitie. Raphanus-soorten (R.sativus niger = rammenas en R.sativus var. sativus = radijsje): vooral de knollen, maar ook de zaden bevatten diverse fytosterolen en polyonverzadigde oliën alsmede zwavelhoudende aminozuren en het antibacterieel werkende raphanien. Zoals uit koolzaad wordt ook uit raphanuszaden een smakelijke tafelolie gewonnen (poly-onverzadigd). Rammenas en radijs zijn zeker aan te bevelen als natuurlijke bronnen van steroïden. - Granaatappel (Punica granaturn): reeds in de oudheid waren de
subtropische granaatappels symbolen van vruchtbaarheid en kracht. Zij bevatten naast vit.C, poly-onverzadigde oliën en betasitosterolen, ook oestron en oestradiol, dus vrouwelijke hormonen. jlijzonder geschikt voor vrouwelijke sporters! Deze mooie rode granaatappels hebben de grootte van. doorsnee-appelen, zijn zeer sappig en lekker om te eten. - Dwergpalm-pitten (Sabal serrulatum): uit de tropen. Zij bevatten betasitosterolen die ook een postaatwerking bezitten. Kruidenextracten die bij prostaatklachten aangewend worden kunrien ook dienstig zijn bij mannelijke sporters als grondstof voor mannelijke hormonen en cortisonen. - Lijnzaadjes (Linum usitatlsslmum): lijnzaad dat vroeger in de geneeskunde meestal als antiverstoppingsmiddel gebruikt werd , bevat 25 % eiwitten en 35 % poly-onverzadigde olie die daarenboven de fytosterolen sitosterol, avenasterol, stigmasterol en campasterol bevat naast talrijke slijmstoffen die de darmtransit bevorderen. Indien men lijnzaadjes tesamen met rijst gebruikt, wordt de stoelgang niet te dun, aldus aan te bevelen! Rheum rhaponticum 'en Rheum rhabarbarum wortelstokken: de eerste is de Oostenrijkse sierrabarber en de tweede onze gewone eetrabarber. Beide bevatten in de langwerpige, cylindrische wortelstokken rhapontigenienen, dit zijn zg. natuurlijke stilbeenderivaten, een speciale soort fytosterolen die weerom als grondstof voor onze steroïde hormonen dienen. Oppassen echter: het vele oxaalzuur dat er (naast de gunstigwerkende orga-
ORTHOFYI'O
ERNATIEVEN IN DE SPORT
nische vruchtzuren) in zit, kan nierstenen veroorzaken bij gevoelige sporters. Te veel rabarber eten kan eveneens lichte diarree geven (anthraquinonen aanwezigheid). Zoethoutwortel (Glycyrrhiza glabra): deze oude lekkernij van de jeugd (verwerkt in "drop") bevat sIS % glycyrrhizien, wat zeer zoet smaakt en een mineraal-corticoïde is, gelijkend op het hormoon aldosteron, dat waterafdrijvend en gunstig werkt bij maagzweren. Het kan echter ook bloeddrukverhogend werken. Daarom zijn gedeglycyrrhizineerde droppreparaten in de handel. Daarenboven bevat zoethout de fytosterolen betasitosterol, stigmasterol en octacosanol, een langketenig alkohol die allerlei processen in de spierenergkwinning versterkt. Bevat tevens oestrogene substanties, dus aangewezen voor vrouwelijke sporters. - Mespillus-soorten (=mispels): bruine vruchten met vruchtvlees en kernen. Zij bevatten vit. A,B I en C. Ook diverse fytosterolen. - Smillax of sarsaparilla-soorlen: de wortels van' deze Amerikaanse struik worden in de geneeskunde gebruikt tegen jicht en reuma omwille van het gehalte aan sitosterolen, stigmasterolen, smilagenien (=sarsapogenien), eveneens een steroïde. De vergezellende saponienen verhogen de opnamemogelijkheden van de fytosterolen in het lichaam. Smilaxdrankjes worden gecommercialiseerdl in de sport als pro-hormonale supplementen. - Triigonella foenum graecum (= "fenugrec"-zaadjes): de zaden van dit 1O-50cm hoge kruid uit het middelandse zeegebied worden sinds de oudheid als "roborans" (=natuurlijk anabolicum of versterkend middel) gebruikt, om bv.
17
AqERNATIEVEN IN DE SPDRT
magere vrouwen een zeker "embonpoint" te geven. Deze zaden zijn werkelijk krachtvoedsel. Zij bevatten ca. 25 % eiwitten, 10% poly-onverzadigde oliën, lecithine, viLD en de fytosterolen diosgenien, gitogenien, tigogenien en spirostaan naast viLA en C. Bij dagelijks gebruik krijgt men een betere eiwitbenutting, het werkt ook als afrodiasacum (sexuele luststimulans) en als reconvalescentiebevorderaar. Te verkrijgen in de apotheek. Alleen de speciale reuk werkt storend.
BIBLIOGRAFIE van pg. 12 I.Smith L., Livingstone A.: Chlorophyl: An experimental study of its water soluble derivates in wound healing.Am
I. Surg. 62:358-69 (1943) 2.Rafsky. H.,Krieger C.: The treatment of intestinal disease with solutions afwater soluble chlorophyll. Rev. Gastro Ent.
15:549-53 (1945) 3.Gruskin B.:Chlarophyll - its therapeutic place in aeute and suppurative dis-
ease.Am. J. Surg XIIX:49-55 (1940) 4.Smith L.:Chlorophyll:Remarks upon tbe history, ehemistry, toxieity and antibacterial properties of water-soluble chlorophyll deriviates as therapC\ltic
agents.Am.J.Surg:207:647-54 (1944)
- Phoenix dactylifera (=dadelpalm): de vruchten ervan zijn de bekende d~dels. Zij bevatten oestronen en andere fytosterolen. De pitten worden als koffie-ersatz gebruikt (na roosteren). Het vruchtvlees bevat polysachariden van het niet-zetmeeltype en ook zg. dadelhonig (= glucose, fructose en pektien) . Men stookt er in Afrika de fameuze palmwijn "Tari" van. Er zijn nog tal van andere, meer uitheemse planten die steroïde grondstoffen bevatten. (zie artikel Pau d'Arco).
5.Mowbray S.:The antibacterial activity
of chlorophyll Br.Med.J.i:268-70 (1957) 6:Goldberg S.L.:The use of water ·soluble chlorophyll in aral sepsis.Am.J. Surg
.62:117-22 (1943) 7.Hamilton E.M. et al:Nutrition:concepts and controversies,p.452 West Publishing
(1985) 8.Lai C.N. et al:Antirnutagenic aetivities of corrimon vegetables and their ehlorophyll content. Mutation Res.
77:245-50 (1980) 9.Barale R. et al:Vegetables inhibit, in vivo, the mutagenicity of nitrite combined with nitrosable eompounds.
and hemoglobin regeneration after hemorrhage. J.Physiol. 86:388-395 (1936) 12.Burgi E.:Das Chlorophyll as WachstumsstoffKlin. Wchnschr. 9:789
(Apr.26,1930) 13.Gahan E.,Kline P.R.,. Finkie T.H.: Chlorophyll in the treatment of ulcers.
Aroh.Dermatol. (1943)
Syphilol.
14.Ichimura S:General meeting of the
Pharmaceutical Society of Japan (oc1.27, 1973) 15.Horikoshi T. et al:Uptake of uranium by various eeIl fTactions of chlorella regularis. Radioisotopes 28 (8):485-487 (Aug. 1979) 16.Lee W.H. et al:Chlorella, Keats Publ. (1987) 17.Saheb:Joum. Anim. Sci. 31(6) (1970) 18.Hoelacher:Trans Am. Soc. Artif. In-
tern. Organs21:96-\01 (\975) 19.Yoshida:Gastroenterol. Jpn. 15:49-61 (1980) 20.Kinirnura:Biochirn. Biophys.Acta 283
(2): 279-92 (1972) 21.Biotics Research Corp.:lnvestigational data
on
Chehizyme
(now:
Phophyrazyme
Ora1 ·Chelation
,unpublished data (1984)
Mutation Res. 120:145·50 (1983) IO.Lai C.N. et al:Nutrition and Caneer,
1:27 (1978),Nutrition and Cancer, 1: 19 (1979) I1.Hughes I.H., Latner A.L.: Chlorophyll
Fytotherapeutisch repertorisatie en materia medica programma. Het computerprogramma IRIS is gegroeid vanuit de praktijk. Hoofdtaak van het programma is een fytotherapeutische repertorisatie. Uitgaande van klassieke symptomen en/of energetische syndromen laat de computer U toe een keuze te maken uit een selectie van een 250-tal kruiden (demo-versie 25,studie-versie een 1000-tal) die het best in aanmerking komen voor het geheel van klachten en/of syndromen. Aan elke klacht of syndroom kan een wegingsfactor worden toegeken~i. Nadien wordt de conclusie van de repertorisatie opgevraagd, kan men elke klacht in detail bekijken en de diagnose verfijnen door de Materia Medica met het klassieke en energetische gebruik van een 250-tal kruiden (demo:25) te raadplegen. Repertorisatie: 18.000 BF. Materia Medica: 17.000 BF. De eerste update, in het najaar voorzien, wordt gratis. bijgeleverd. Inlichtingen en demo versie: secr. Fyto: 050 137.21.73.
ORTHOFITO
por-
phyrazyme), unpublished data (1982) 22.McAninch RA. et al: Chelazyme
IRIS
18
49:849-51
Trial
r
' . '
••
CURRENT TRENDS (;:'.'0'1,
~\.; ".C\o'.~~~~
__}r>...
Current Trends Kortketenige vetzuren (SCFA) helpen bij buikloop, die veroorzaakt wordt bij enterale voeding. Ondanks het feit dat diarree, veroorzaakt door enterale voeding (rechtstreeks naar het darmkanaal), wordt verminderd van ongeveer 25 % naar 15 % door verbeterde voedingsstoffen, bleef het probleem buikloop toch nog belangrIjk bij 2 op 10 patiënten. Een studie, uitgevoerd door T.E. Bowling en medewerkers uit L~n den, toonde aan dat kortketemge vetzuren dit probleem grotendeels oplosten. De uitvoerders van deze studie komen tot de emdvast-. stelling dat er een duidelijke correlatie bestaat tussen SCFA en natrium-kalium stofwisseling en de daaraan verbonden waterhuishouding. Ze verbinden hieraan. de groeiende hypothese, dat vezelrIjke diëten (ondanks een prikkeling van het darmkanaal) zeer nuttig kunnen zijn in het bestrijden van chronische buikloop, daar ze de concentratie in de dikke darm van SCFA verhogen en daardoor een gunstig effect hebben op de ionenstofwIsseling (losstaand van het vochtopslorpend vermogen). De studie uitgevoerd op 6 gezonde patiënten gaf een spectaculaire verandering te zien in het dIarreeverschijnsel en was hoogstwaarschijnlijk, naast hoger beschreven redenen, eveneens te wijten aan electrolyten-absorptie. In ieder geval een nieuwe indicatie dat de vetzuurproblematiek van uitzonderlijk belang is.
(Bronvermelding: T.~. Bowling . ~.H. Raimundt - G.K. Gnmble - DBA Slik Dept. of Gastroenterology and Nutrition -
Central Middlesex Hospital Trust. Londen - The Lancet Yol342 20nov.1993 1266' 1268)
Vitamine B-12 erkend aJs probaat middel bij phenylketonurie (p.K.U.). In The Lancet van 16 oktober 1993 beschrijft William B. Hanley - afdeling klinische genetica, verbonden aan het Hospital for Sick Children - Toronto Canada, een onderzoek op 37 proefpersonen die de relatie tussen enerzijd~ PKU - Megablastische Anemie en anderzijds supplementatie van cyanocobalamine (Vit B12) duidelijk maakt. Hij steunde zijn zeer accuraat onderzoèk grotendeels op een ander onderzoek; dit van de neuropsychiaters Lindebaum - Healton en Savage "Verstoringen veroorzaakt door Vit-B12 deficiëntie in afwezigheid van anemie of macrocytosis" zoals beschreven in The New England Journalof Medicine 1988 : 318 blz. 17201728. In zijn conclusie beveelt hij het supplementeren van Vit-B12 bij PKU aan, gezien alle voe- . dingsstoffen, die deze vitamine in voldoende mate bevatten met direct de eerste keuze van de mens vormen, wat smaak betreft. Dit wil niet zeggen dat pilletjes lekker zijn, maar ingenomen met het juiste drankje toch een winst. (Bronvermelding: The Lancet 16.10.1993
- 997 William B.Hanley)
ORTHOFYTO
Het verband tussen Thrombose" Artherosclerosis en Lipotriene(a) of Lp(a) ? Om alle misverstanden uit te sluiten: verwar Lp(a) niet met Apo Al, dat het voornaamste deel van het HDL uitmaakt en als dusdanig een positieve cardiovasculaire stof is. Lp(a) daarentegen is een supplementaire, onafhankelijke cardIOvasculaire risicofactor. Het is gekoppeld aan LDL en kan snel in interactie gaan met andere molecules (migratie in de pre-betazone en niet in de bela-zone zoals LDL). De structuur van Lp(a) is voor 80% identiek aan de structuur van plasminogeen en neemt bij een lichte verhoging, zonder problemen, 1/4 van de cellulaire bindingsplaatsen van plasminogeen in. Het heeft met plasmine een identieke affiniteit voor lysine. Dit alles houdt in dat Lp(a) het ontstaan van thrombusvorming in de vaatwand zou bevorderen, wat op zijn beur! artherosclerose zou bevorderen. Is Lp(a) dan de lang gezochte connectie tussen thrombose en artherosclerose ? Hoogstwaarschijnlijk wel. Als men eveneens weet dat Vit-C de Lp(a)niveaus doet dalen en dat Lp(a) , het door de eeuwen heen ontstane endogene surrogaat van Vit-C zou kunnen zijn, wordt het verband interessant. . (Bronvermelding: G. De Groot .
Med~
seareh 56(5-10) 1992 - Utermann G. - Selenee 246 (904-910) 1989 - Rosengsen A. BMJ.301 (1248-1251) 1990.
19
•
CURRENT TRENDS "
"
De opmars van beta-caroteen (Vit.A) in de kankerpreventie. Vitamine A wordt meer en meer beschouwd als een nuttig middel in de kankerpreventie. In feite is het zijn voorloper beta-caroteen die deze verwachting in zich draagt. Zowel proefbuisexperimenten als dierproeven brachten een duidelijk verband aan het licht tussen antitransformatie en antimutagene activiteit. Uiteraard heeft beta-caroteen ook een belangrijke functie als vrije radicaal vanger én zou als dusdanig de toxische druk die ontstaat bij celafbr~ak (Celldamage and leaking Iysomes); kunnen ondervangen.
Deze twee laatste hypothesen zijn nog niet ten volle aangetoond, maar lijken een interessante denkpiste voor verder onderzoekswerk. (Bronvermelding: P. Deschuttere ROCHE N. V. in: Vitamines in evolutie 12/93)
Ongecontroleerde medicatie? Nog steeds zijn cumarine bevattende geneesmiddelen sterk in zwang bij situaties waar het bloed verdund moet blijven. De stollingsfactoren die door vitamine K worden geïnduceerd zijn tijdens deze medicatieperiode grotendeels geïnhibeerd. Wat echter minder gekend lijkt, is de gevoeligheidsfactor voor cuB-c..-otceD
e~
Het blijft nog wat onduidelijk of het beschermend effekt van betacaroteen nu ontstaat via zijn mogelijkheid als vrije radicaalvanger of als carcinogeen remmer. In ieder geval is het zachte chemopreventieve effekt van beta-caroteen niet meer te weerleggen. Bovendien zijn er nog meldingen dat beta-caroteen een invloed zou hebben op het immuunstelsel, via het inschakelen van effectoren en afscheiding van signaalmoleculen tussen de diverse immuuncellen. Ook celcommunicatie (Cross-talk of cells) zou verhoogd worden. Dit zou dan de reden zijn waarom beta-caroteen de pre-neoplastische geïnitieerde cellen kan onder controle houden, zo dat ze zich niet verder tot oncogene tumoren kunnen ontwikkelen.
20
eH
marine. Deze factor kan van patiënt tot patiënt variëren met een coëfficiënt van I tot en met 20. Dit verschijnsel komt weinig onder de aandacht, omdat enerzijds de meetbaarheid vrij moeilijk is, en anderzijds de mede door deze factor ontstane overdosering slechts uitkomt bij ernstige bloedingen. Het heeft allemaal te maken met de vitamine K status van de patiënt, die op zijn beurt sterk beïnvloed is door zijn voeding. veel of weinig bloemkool, sperziebonen, spinazie, lever enz ... Ook het hoge verbruik van voedingsstoffen die parafineolie bevatten hebben een sterke invloed. Parafineolie vermindert de opname van vitamine K en
ORTHOFITO
brengt veranderingen teweeg in de intestinale bacteriële flora die vitamine K synthetiseert. Komt er bovendien nog wat alcoholgebruik om de hoek kijken, dan moet men nog rekening houden met blokkering van de afbraak van cumarines. Naast dit alles zijn er uiteraard ook nog een heleboel pathologische toestanden die gerelateerd zijn met de biotransformatie van cumarines zoals: leverstuwing en insufficiëntie o.a. bij decompensatio cordis, hyperalbuminerie; nefrotisch syn-· droom, enteropathieën, hoge koorts, zwangerschap. Vooral hoge bilirubinegehaltes in het serum zullen cumarine vrij maken van zijn eiwitbinding, zo dat het zich opnieuw vrij kan gaan presenteren aan de lever. AI met al rec!enen te over om alvorens over te gaan tot medicatie met cumarine bevattende middelen, een vitamine K status plus stollingsfactoren analyse aan te vragen, tenzij men kiest voor ongecontroleerde medicatie en "we zien wel" geneeskunde. (Bronvermedling: ALGEMENE FARMACOTHERAPIE (Antithrombotica) H. Wesseling & C. Neef blz. 505 hfdst. 9 - 7.1 7.4)
Polygonum multiflorum en Artemisia scoparia bezitten naast vasodillaterende ook immuunsuppressieve eigenschappen. De actieve bestanddelen "emodin" en "scoparone" geïsoleerd uit Polygonum multiflorum en respectievelijk Artemisia scoparia vertonen beide een vasodillaterende en immuunsuppressieve activiteit. Emodin (10(-6)-3 x 10(-5) M) en scoparone (10(-6)-3 x 10(-5) M) reduceerde thoracale aorta-insnoering veroorzaakt door phenyleppirine. Emodin en scoparone on-
CURRENT TRENDS
derdrukten ook de vorming van phytohemaglutinin en de Iymfocytaire aanmaak uit humaan mono·nucleaire cellen. Emodin en scoparone zouden kunnen gebruikt worden als immuunsuppressors met vasodillaterende werking bij auto-immuun ziekten en afstotingsverschijnselen bij orgaantransplantatie. (Bron: Hu.ng HC. Chu SH. Ch.o PD, Eur I Ph.rm.col Iun 6 t99t 1982-3 p211-3).
Onderzoek naar het effekt van thiofosforzuur - .alkaloïden ge. isoleerd. uit Chelidoniurll majus . op het immuniteitssysteem van kankerpatiënten. Twee onafhankelijke studies werden opgezet om de immuniteitsstimulerende eigenschappen van thiofosforzuur - alkaloïden (ukraïn) van de plant Chelidonium majus te onderzoeken. In totaal werden 27 patiënten met verschillende maligne-tumoren om de 3 dagen intraveneus ingespoten met 10 mg. ukraïn. Zowel de humorale als cellulaire respons werd onderzocht. Het onderzoek toonde een stijging aan van het aantal T-cellen en T-helpers lymfocyten, een daling van de T-suppressor, een normalisatie van de helper I suppressor index (HlS), een significante verhoging van de erythrocyt-roset vorming, de T-cellen en de NKcellen. Serum immunoglobuline niveaus (C3 en C4) en AF prbteïnen waren niet significant verhoogd. Herstel van cellulaire immuniteit ging gepaard met een verbeterd klinisch ziektebeeld en een verbetering in de algemene toestand van de patiënt. De behandeling werd zeer goed verdragen. Deze studie toont het therapeutisch belang aan van Chelidonium majus (ukraïn) als immunostimulans bij
kankerpatiënten. (Bron: Nowicky JW; Staniszewski A; Zbroj.-Sont.g W;Slesak B;Nowicky W;Hiesmayr W Drugs Exp elin Res 1991 172 pI39-43)
Anti-oxidans activiteit van Ziziphus jujuba, Crataegus, AIlium sativum, Zingiper off., Citrus tang. en Groene thee. De studie toonde aan dat extracten van al deze planten vrije radicalen kunnen neutraliseren, vetperoxidatie bij muislever kunnen tegengaan (in vivo en in vitro) , hyaluronzuur depolymerisatie geïnduceerd door zuurstof verminderde en adenosine' deaminase activiteit in muislever (in vivo) reduceerde. (Bron: Wang W; Chen WW; Chung Hsi I Chieh Ho Tsa Chich Mar 1991 n 3 p.15961.134).
Antivirale activiteit van thraquinonen.
an-
De antivirale activiteit tegen herpes simplex virus type I werd onderzocht bij de volgende planten; Rheum officinale, Aloë barbadensis, Rhamnus frangula, Rhamnus purshianus en Cassia angustifolia. In alle gevallen werd het virus geïnactiveerd. De actieve component, daarvoor verantwoordlijk, werd geïdentificeerd als anthraquinone (TLC). Een zuiver extract van aloïne (emodin) werd IS min. in contact gebracht (37'C.) met herpes simplex type I en 2, varicella-zoster, pseudorabies, influenza, adenovirus en rhinovirus. Alle virussen werden vernietigd behalve het adenovirus en het rhinovirus. Elektronenmicroscopie loonde aan dat een behandeling met anthraquinonen de membraam van het herpes simplex virus vernietigde. De
ORTHOFITO
studie besluit dat de anthraquinonen geëxtraheerd uit de beschreven planten (zie ook artikel Pau d' Arco) een direct virucied effect heeft op het betreffende virusmembraam. (Bron: Sydiskis RI; Owen DG; Lohr JL; Raster K; Blomster RN'Antimicrob Agents ChemOlher Dec 1991 35(12) p2463-6).
Experimentele dubbelblindstudie over het hypoglycemiërend effect van planten. Het onderzoek gebeurde met 27 proefkonijnen die wekelijks een glucosetolerantietest ondergingen na dagelijks administratie van water (groep I), tolbutamide (groep 1I) en een plantenextract (groep ·lIl). De resultaten vertoonden een significante vermindering van de glucosespiegel (p < 0,05) bij de groep van tolbutamide en de groep van plantenextracten. Het sterkste effect werd gevonden bij Psacalium peltatum (27,9%), Curcubila ficifolia (26,4%), Lepechinia caulescens (26,0%), Opuntia streptacantha (21,4%), Slanum .verbascifolum (21,1 %), Teucrium cubense (19,4%), Cecropia obtusfolia (18,9%), Phaseolus vulgaris (18,5%), Tecoma st;ms (17,5%), Eriobotrya japonica (17,2%), Salpianthus macrodonthus (15,0%) , tolbutamide (14,3%). Dit onderzoek toont aan dat het merendeel van deze planten een ·sterk hypoglycemiërend effect hebben en efficiënt helpen om diabetes mellitus onder controle te houden. (Bron: Experimental study of the hypoglycemic effect of same antidiabetic plams. Roman·Ramos R; Flores-Saenz JL; Partida· Hemandez G; Lara-Lemus A; AlarconAguilar F. Arch Invest Med (Mex) Jan-Mar 199122 1 p87-93).
21
-
Turnera Diffusa (Damiana) 'Dr. J.'De Saeáeláer
~----------'. !
De zachtheid en de efficiëntie van deze plant afkomstig van de Amerikaanse tropen is bij ons weinig bekend. lri de intense hitte van deze subtropische streken ontwikkelt Damiana caffeïneachtige alkaloïden en een essentiële olie dewelke verantwoordelijk zijn voor zijn fysiologische effekten. Damiana is één van de weinige remedies die zowel vanuit Oosters als Westers standpunt de status verdiend van YANG TONICUM. Vanuit Oosters standpunt wordt de NIER YANG geboost (cfL infra). Vanuit Westers standpunt is er een tonische en voornamelijk een trofische zenuwherstellende invloed op het centrale zenuwstelsel. Dit betekent dat Dami~na zenuwcellen voedt en herstelt met eerder long-term tonische werking, wat goed van pas komt bij stressgebonden toestanden en chronische toestanden met depressieve neigingen. Hierbij komt nog het versterkend effekt van zijn bittere smaak wat een algemeen tonifiërende invloed heeft op de glandulaire secreties: Een andere eigenschap van Damiana is zijn hormoonregelende werking op de hypofyse. Deze resulteert in een brede herstellende werking van de secreties verantwoordelijk voor menstruele en menopausale veranderingen. Hieronder vindt U dè fytotherapeutische fiche zoals ze in het fytotherapeutisch repertorisatie en materia medica computerprogramma IRIS te vinden is: Botanische naam: Turnera Diffusa.
22
I
Familie: Turneraceae. Gebruikt plantedeel: POLlA DAMIANAE. Belangrijke inhoudsstoffen: - O,S tot 1 % ETHERISCHE OLlE bevattende O.m.: II % 1.8-cineol, alfa- en beta-pineen, p-cymol, thymol. - 3,5% looistof. - 7 % bitterstof. - 13,5% gom. - IS % albuminoïden. - 6,5% hars. - 6 % zetmeel. - 0,7% arbutin. - men vermoedt de aanwezigheid van een STRYCHINEACHTIG ALKALOIDE. Tropismen: reproduktieve organen, maag, lever, zenuwen, hypofyse, luchtorganisme, nier, lever, Chong & Renmeridianen. Diathesen: melancholische krase, gevoelig/Tai Yin Metaal & verveeld/Shao Yin biotypes, lymfatisch/Carbonisch/Blauwe Iris constitutie. Klassiek gebruik: Damiaanpreparaten zijn PSYCHOSTIMULANTIA. Ze worden aangewend als ALGEMENE TONICA EN STIMULANTIA van de stofwisseling en worden gebruikt bij oververmoeidheid, geestelijke vermoeidheid, nerveuze overspanning, tijdens herstelperioden en bij verminderde sexuele potentie. De drogerij bezit
I i !
i
I Ia
matig diuretische en afrodisiërende eigenschappen. Het arbutingehalte is te laag om een urinair te antiseptische werking bewerkstelligen. Energetisch gebruik: Tonifiëert de Yang, versterkt en herstelt de zenuwen en hersenen. Herstelt de geest. Yang deficiëntie: vermoeidheid, zwakte, kouwelijkheid, depressie. Zenuwdeficiëntie: zwakte, nerveuze uitputting, voosheid, paralyse. Chronische zwakte te wijten aan fysiek of mentaal overwerkt zijn. Ziekte, geboortes, ANGST, neurose, etc.
Herstelt en verzacht de urogenitale organen en verhoogt de sex. uele potentie. Nier Yang deficiëntie (Genitourinalre koude): mentale stupor, lumbale pijn, premature ejaculatie,
ORTHOFYFO
, frigiditeit, infertiliteit, frequent schaars en incontinent wateren. Tekort aan sexueel verlangen bij en beide sexen, impotentie frigiditeit bij alle toestanden. Leucorrhee. Urinaire irritatie' en onregelmatigheid. Chronisch urinaire infecties bij deficiëntie koude toestanden.
Herstelt de lever en maag, bevordert de menstruatie en de darmtransit. Lever en maag QI deficiëntie: trage pijnlijke vertering, constipatie, anorexie.
Uterus QI stagnatie: pijnlijke, vertraagde menstruatie met purpere klonters, humeurigheid, huidrash.
Regelt de hypofyse, harmoniseert de menses en menopauze. Algemene hormonendisharmonie (Chong/Ren disharmonie) te wijten aan hypofysedysfunctie met chronische variabele en onregelmatige menstruatie in alle opzichten. Menopausaal syndroom.
AKTIVITEITENKAl ,ENDER De BVBT (Belgische Vereniging voor Biologische Tandheelkunde) organiseert: Symposium "Infectie, Toxicologie en Allergie, Tandheelkunde en Gezondheid" Datum: zaterdag 23 apri/1994 - 8h30 tot 17h. Plaats: Universitaire Instelling Antwerpen - ~llditoriltrn 81.
Beschavingsziekten eisen een hoge tol. Het aantal patiënten met chronische klachten neemt voortdurend toe. De frekwentie van allergieën blijft onrustwekkend stijgen. De oorzaken hiervoor zijn velerlei. Vaak zijn zij in het milieu terug te vinden. De WGO verlaagt dan ook regelmatig de normen van toxische beli:lsting. Meent U ook dat onze moderne· beschavingsziekten van toxische oorsprong kunnen zijn? Wat hebben geneeskunde en tandheelkunde gemeen? Deze en nog andere vragen zullen onze sprekers trachten te beantwoorden.
Prof. Vinckier (K.U.L.) Prof. Stevens (U.I.A.) Prof. Schepens (U.LA.) Dr. Moolenburgh (Ned.) Dr.Dr. Moulaert (Anesthes.) Drs. Schultemaeker (Apo. Ned) Programma:
Kosten:
8h30 9hOO 9h05 12hOO-13h30 16hOO 17hOO
Focale infectie. Allergie: oorzaak bij de tandarts? Toxicologie en tandheelkundige materialen. De medische aspecten van fluoride medikatie. Neuraaltherapie en de extracellulaire matrix. Beschavingsziekten, orthomoleculair bekeken. onthaal. welkomswoord. begin eerste lezing. middagmaal. discussie. einde.
voor 15 maart: leden NVBT 2000 fr.; niet-leden 4000 fr. na 15 maart: leden NVBT 3000 fr.; niet-leden 5000 fr.
Hierin zijn de congresmap, alsook een verzorgd middagmaal inbegrepen. Storten op rekening 210-0294049-94 van de BVBT met vermelding "Symposium '94".
Bijkomende inlichtingen: BVBT. TeL: 32 (0)11/58.84.75
ORTHOFITO
23