1 EUCLIDES TIJDSCHRIFT VOOR DE DIDAC- TIEK DER EXACTE VAKKEN ONDER LEIDING VAN J. H. SCHOGT EN P. WIJDENES Dr. H. J. E. BETH AMERSFOORT Dr. 0. C. OERR...
TIJDSCHRIFT VOOR DE DIDACTIEK DER EXACTE VAKKEN ONDER LEIDING VAN
J. H. SCHOGT
EN
P. WIJDENES
MET MEDEWERKINO VAN
Dr. H. J. E. BETH Dr. E. j. DIJKSTERIIUIS AMERSFOORT
OISTERWIJK
Dr. 0. C. OERRITS Dr. B. P. HAALMEIJER AMSTERDAM
AMSTERDAM
Dr. C. DE JONG, Dr. W. P. THIJSEN LEIDEN
BANDOENO
Dr. P. DE VAERE BRUSSEL
14e JAARGANG 1937/38, Nr. 2 en 3.
tD) çQO
'
P. NOORDHOFF - N.V. - GRONINGEN
gr
Prijs per Jg. van 18 vel t 6.—. Voor Intekenaars op het Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde t 5.—, voor Id. op Christiaan Huygens! 4.-
Euclides, Tijdschrift voor de Didactiek der Exacte Vakken verschijnt in zes tweemaandelijkse afleveringen, samen 18 vel druks. Prijs per jaargang f6.—. Zij, die tevens op het Nieuw Tijdschrift (f 6.—) zijn ingetekend, betalen f 5.—, voor idem op ,,Christiaan Huygens" (f 10.—) f 4.—. Artikelen ter opneming te zenden aan J. H. Schogt, AmsterdamZuid, Frans van Mierisstraat 112; Tel. 28341. Aan de schrijvers van artikelen worden op hun verzoek 25 afdrukken verstrekt, in het vel gedrukt. Boeken ter bespreking en ter aankondiging te zenden aan P. Wijdenes, Amsterdam-Zuid, Jac. Obrechtstraat 88; Tel. 27119. Bij de verzending van pres. ex. van de tweede druk (thans derde) van de Schooltafel is een prosp. van ongeveer 3 blz. bijgevoegd- Men zal mij zeer verplichten met toezending van dat prosp.; noch de uitgever, noch ik, hebben een ex. meer. P. W.
t N H 0 U D. BIz,
Dr E. J. DIJKSTERHUIS, Archimedes ...........49 Dr J. H. WANSINK, Het nieuwe Wiskunde-leerplan......72 P. WIJDENES, De tafel in vier decimalen .........86 Dr E. J. DIJKSTERHUIS, Problemen van het Wiskundeonderwijs . 99 Korrels XIX en XX ................. 119 Boekbespreking .................•. 121 Ingekomen boeken .................132 Bladvulling ....................135 Prof. Vr HK. DE VRIES, Historische Studin XX ...... 137
49 verandering van E. door den inhoud van het eerste lichaam kan worden aangnQmen; aan, deze waarde is de inhoud van het tweede dan als bovenste grens gebonden. Er wordt nu bewezen, dat het lichaam met basis (BE) en hoogte AE een maximum-inhoud bereikt: wanneer 'BE = 2.AE. Construeereri we nl..de bovenbedoelde krommen opnieüw voor 'het punt E0 , dat aan deze voorwaardé voldoet, dan ligt het bijbehoorende punt K0 op een pârabool met diameter I-1Z0 eniatus rectum - HM0 zoodat ,
T (Z0K0) = 0 (Z,H, HM0
)
en bovendien op de boven reeds vermelde orthogonale hyperbool. Men toont nu aan, dat de parabool 'HK0 deze hyperbool in ..K0 raakt. Maak, om dit te bewijzen, op het verlengde van Z0 H, HE = HZ,), dan is wegens een bekende eigenschap van de raaklijn van een parabool (III; 2,2), EK0 raaklijn van de .parabool in K0 . Snijdt nu verder EK0 de asymptoot TO inO, dan is wegens BE0 = 2.AE0 blijkbaar K0 .11= K0 0, zoodal de lijn 110 op grond van een eigenschap van deraaklijn eener, hyperbool (III; 5,43) deze kromme in K0 ,raakt. Hierdoor is het gestelde bewezen. De hyperl5ooltak BK0 .... ligt dus in de figuur geheel aan één zijde van de parabool HK... . Is dus E een willekeurig punt van AB (in de figuur. tusschen B en E0 gekozen), snijdt de loodlijn ,door E pp AB de hyperbool in K, en de lijn ZK, parallel aan AB, de parabool HK0 in N, dan blijkt ,
ZK
L[T(BE), AE]
]
.
.
.
.
()
of, als we de biWondere waarde van het gegeven oppervlak A, die bij gegeven Af aanleiding geeft tot het, vinden van het punt E0 A 0 noemen, ,
Z[&AT] <'[ 0 ,AF]. 4
50 Hierin is echter = 0 (HP, HM) en A0 = 0 (HP, HM0) terwijl T(ZK) = O(HZ,HM) en T(ZN) = 0 (HZ,HM0). Wegens ZK < ZN is nu HM < HM0, dus A < A0, waaruit de juistheid van het gestelde blijkt. Voor een punt E tusschen E0 en A verloopt het bewijs op dezelfde manier. De gevonden diorismos wordt nu in de synthese als volgt toegepast. Bepaal eerst E0 , zoodat BE0 = 2.AE0. Is nu dan is er geen oplossing. > '[T(BE0),AE0]. dan is E0 het gevraagde punt. E[, Al'] bepaal dan het punt M, zoodat Ê =0(HP,HM).
=1
Construeer de parabool met diameter HZ en latus rectum HM, de orthogonale hyperbool door B met asymptoten PH en F0 en bepaal het snijpunt K dezer twee krommen, dat aan denzelfden kant van E0K0 ligt als H. Het gevraagde punt E wordt dan verkregen, door uit K een loodlijn op AB neer te laten. De gevonden methode is nu toe te passen in het vraagstuk, dat Archimedes in Propositie 4 gesteld heeft. Daartoe moet voor AB uit de algemeene behandeling het lijnstuk ZA = 3R van fig. 82 genomen worden. AF moet door zo van fig. 82 vervangen worden, gelijk aan T (BA) genomen worden. Nu wordt BE0 = 2R, AE0 = R. Wegens ZO
=4
51 De Orieksche oplossing komt nu hierop neer, dat men elk der beide leden van -
a—xq2 X2
gelijk stelt aan conform betrekking (â), waarin HZ = y. -- y Men heeft nu de twee vergelijkingen