Natuurlijke begrazing in de Broekpolder Begrazingsplan met Schotse Hooglanders
Roeland Vermeulen april 2010
In opdracht van:
Federatie Broekpolder & Gemeente Vlaardingen
i.s.m.
Bureau Stroming
Natuurlijke begrazing in de Broekpolder Begrazingsplan met Schotse Hooglanders
Roeland Vermeulen april 2010
In opdracht van:
Federatie Broekpolder & Gemeente Vlaardingen
i.s.m.
Bureau Stroming
Inhoudsopgave
1. Inleiding ........................................................................................................... 3 2. Natuurlijke Begrazing .......................................................................................... 5 2.1 De-domesticatie............................................................................................. 5 2.2 Procesnatuur vs. beheersdoelen ....................................................................... 5 2.3 Schotse Hooglanders en begrazingseffecten ....................................................... 6 2.4 Reuzenberenklauw, Distels & Brandnetels ........................................................ 10 2.5 Kuddebeheer ............................................................................................... 11 2.6 Andere grazers ............................................................................................ 13 2.7 Huidige en toekomstige schapenbegrazing ....................................................... 13 3. Grazers en Publiek ............................................................................................ 15 3.1 Ontmoetingen grazers en publiek ................................................................... 15 3.2 Ruiters ....................................................................................................... 17 3.3 Struinbos & Archeologisch erf ........................................................................ 17 3.4 Modelvliegclub ............................................................................................. 18 4. Dierwelzijn ...................................................................................................... 19 4.1 Slibdepots ................................................................................................... 19 4.2 Monitoren Gezondheid .................................................................................. 21 4.3 Drinkwater .................................................................................................. 21 5. Inrichtingswerkzaamheden ................................................................................ 25 5.1 Rasters ....................................................................................................... 25 5.2 Toegang ..................................................................................................... 26 5.3 Plaatsing rasters en entrees........................................................................... 30 5.4 Aantal dieren ............................................................................................... 32 5.5 Start .......................................................................................................... 34 6. Voorlichting ..................................................................................................... 35 6.1 Publieksvoorlichting ...................................................................................... 35 6.2 Beheer en toezicht ....................................................................................... 37 6.3 Monitoring .................................................................................................. 37 7. Financieel ........................................................................................................ 39 7.1 Jaarlijkse beheerskosten ............................................................................... 39 7.2 Extra kosten eerste jaar ................................................................................ 40 7.3 Inrichtingskosten ......................................................................................... 40 7.4 5-jarige begroting ........................................................................................ 41 8. Conclusies en Aanbevelingen .............................................................................. 43
1
2
1. Inleiding Sinds de oprichting van de Federatie Broekpolder in 2006 wordt er in Vlaardingen gewerkt aan het vergroten van de eenheid van de Broekpolder en een duurzame recreatieve en ecologische ontwikkeling van het gebied. Dit voormalige slibdepot is de laatste decennia veranderd in een groene oase. Vele type gebruikers komen dagelijks in de Broekpolder; om te genieten van de rust of om alleen of in clubverband te sporten. Om de ontwikkeling van het gebied te waarborgen heeft de Federatie Broekpolder het Integrale Inrichtingplan Broekpolder opgesteld. Hierin zijn enkele voorrangsprojecten vastgesteld. Per voorrangsproject zal een uitwerkingsvoorstel aan het college van B&W worden voorgelegd. Eén van de voorrangsprojecten is het project Natuurkern Broekpolder. Het project Natuurkern Broekpolder bestaat uit drie delen: natuurlijke begrazing, vernatting van de natuurkern en bosomvorming van plantagebos naar natuurlijk bos. Gestart zal worden met de begrazing. Voor de natuur en de beleving van de Broekpolder is het belangrijk dat er meer variatie in de natuurkern ontstaat. Deze variatie ontstaat wanneer natuurlijke landschapsvormende processen, onder andere natuurlijke begrazing, worden benut. FREE Nature, gespecialiseerd in begrazingsprojecten, is daarom door de Federatie en gemeente gevraagd voor een detailuitwerking van het begrazingsproject.
Leeswijzer
Na de inleiding wordt uiteengezet wat begrazing kan betekenen voor de Broekpolder. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht wat natuurlijke begrazing met vrij levende runderen inhoudt, gevolgd door de interacties tussen grazers en publiek in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 gaat in op de dierenwelzijns aspecten, o.a. de risico’s voor grote grazers als gevolg van de bodemverontreiniging in de slibdepots. Vervolgens wordt ingegaan op te nemen maatregelen; fysieke inrichting (hoofdstuk 5) en voorlichting (hoofdstuk 6). Hoofdstuk 7 geeft tot slot een kostenraming van de verschillende werkzaamheden. Onderstaande personen hebben bijgedragen aan dit rapport door hun inbreng via verschillende overleggen, aanwezigheid tijdens excursies of naar aanleiding van de verschillende presentaties van de begrazingsplannen. Procesbegeleiding vond plaats vanuit bureau Stroming (Gerard Litjens, Carlein Maka en Dirk Oomen). Inhoudelijke input door verschillende FREE collega’s is verwerkt (o.a. Frank Maasland, Chris Braat, Esther Linnartz en Renee Meissner). Ben van As Yvonne Batenburg Everdina Bijl Marcel Dijkman Ellen Groen Hans van der Have Babs Koning Nelleke van der Luit Martin Mos Hugo Mulder Martien van Paassen Martijn van Schie Ger Stam Wouter Vroom Paul van Vugt Sjaak van der Werf
Gemeente Vlaardingen Federatie Broekpolder Federatie Broekpolder; Natuurkamer Flardingha Ruiters Federatie Broekpolder; Natuurkamer Survival Vlaardingen & Struinbos Federatie Broekpolder; Natuurkamer Federatie Broekpolder; Natuurkamer Natuurmonumenten Federatie Broekpolder Gemeente Vlaardingen Natuurmonumenten Gemeente Vlaardingen Struinbos & Radio Modelvlieg Vereniging Vlaardingen Federatie Broekpolder; Natuurkamer Flardingha Ruiters
3
4
2. Natuurlijke Begrazing Op de belangrijkste vraag wat natuurlijke begrazing nu precies is, bestaat een heel simpel antwoord: Het eten van planten door wilde dieren. Het maakt niet uit of het gaat om kleine grazers als konijn, gans of rups of grotere als ree of wild rund. Inheemse diersoorten hebben samen met de overige flora en fauna een proces van co-evolutie doorlopen. Ze zijn verwikkeld in een complex samenspel waarbij ieder een eigen unieke rol vervult. Van nature is ons land rijk aan verschillende soorten grote grazers1, onder andere het oerrund. Begrazing met wild levende runderen, die de ecologische rol van het oerrund overnemen, maakt de natuur weer completer.
2.1 De-domesticatie
Het oerrund is in het wild uitgestorven. Rond 1627 werd het laatste exemplaar in Polen geschoten, veel eerder, vermoedelijk rond 400 na Chr., was het dier al uit Nederland verdwenen. Ondanks het uitsterven leven de genen van het oerrund voort in onze huidige gedomesticeerde runderrassen. Doordat eeuwen lang, kleine boertjes rondtrokken met hun runderen, bleef een deel van de invloed van runderen op het landschap behouden. Uiteindelijk verdween dit met de intensivering van de veeteelt. Tegenwoordig worden vele hectaren natuurgebied begraasd door runderrassen als Schotse Hooglander, Heckrund, Galloway of Rode Geus. Alleen al in Nederland gaat het om zo’n 70.000 ha. In de meeste gevallen gaat het om rassen die nog relatief dicht bij de natuur staan en daardoor perfect in staat zijn zelfstandig te overleven. Op verschillende plaatsen doorlopen de dieren een traject van de-domesticatie of verwildering met als doel het weer completer maken van de natuur door de ruimte van het oerrund opnieuw in te vullen.
Foto 2.1 & 2.2: Galloways in de Millingerwaard (l) en Schotse Hooglanders op Nationaal Park Veluwe Zoom
2.2 Procesnatuur vs. beheersdoelen
Begrazing van natuurgebieden in Nederland vindt op twee manieren plaats. Aan de ene kant worden de dieren gezien als onderdeel van de natuur. Deze insteek is ook gekozen in het Integrale Inrichtingsplan. Niet gekozen is voor begrazing als beheersmaatregel waarmee bewust kan worden gestuurd en een vooraf vastgelegd doel wordt nagestreefd. Natuurlijke begrazing is één van de vele natuurlijke processen die ons landschap vormt. Samen met het proces van verdamping en neerslag kan begrazing een belangrijk landschapsvormend proces zijn in de Broekpolder. Samen zorgen ze voor lokale vegetatie ontwikkeling en bepalen ze de (vegetatie) structuur. Uiteindelijk zorgt dit samenspel voor 1
Van nature voor Nederland inheemse grote planteneters zijn: ree, damhert, edelhert, eland, wisent (Europese Bison), oeros (wild rund), tarpan (wild paard) en wild zwijn. 5
unieke begraasde landschappen, die nog maar weinig voorkomen. Eigenlijk vreemd want juist dit soort landschappen hebben vaak een zeer hoge biodiversiteit.
Afbeelding 2.1: Natuurlijke begrazing in verhouding tot andere landschapsvormende elementen. FREE ziet begrazing door wilde runderen als onderdeel van het ecosysteem. Door ervaringen kunnen we redelijk voorspellen hoe de natuur zich zal ontwikkelen. Maar gelukkig zal de natuur ons steeds weer verrassen. Bij begrazing als onderdeel van de natuur hoort dat je de natuur zoveel mogelijk haar gang laat gaan. Procesnatuur betekent niet dat je niet meer mag of kan ingrijpen. Grote terughoudendheid is hier wel op zijn plaats. Ons land is sterk door onze eigen handen gevormd. Bij verschillende ingrepen moet worden gekeken welke invloed dit heeft op het landschap. Ingrepen zijn gericht op het opnieuw opstarten van oude processen, niet als periodieke beheersmaatregel. Voor de Broekpolder betekend dit bijvoorbeeld dat bosomvorming zorgt voor een meer natuurlijke bos- en vegetatiestructuur. Het doel is om meer ruimte aan de natuur te geven en daarmee een meer natuurlijke omgeving voor de mens te creëren.
2.3 Schotse Hooglanders en begrazingseffecten
Schotse Hooglanders zijn uitermate geschikt voor begrazing van de Broekpolder. Dit relatief “verwilderde” ras is perfect in staat om zelfstandig in de natuur te overleven. Zijn rustige karakter zorgt ervoor dat dit ras goed samen gaat met publieke toegankelijkheid. En omdat er in de brede omgeving meer met dit ras gewerkt wordt, vormt dit een vertrouwd beeld voor het publiek. Tevens maakt dit genetisch uitwisseling een stuk makkelijk.
6
Wild levende runderen leven in een sociaal verband. Het zijn echte kudde dieren. Zo genoemde “sociale kuddes” bestaan uit zowel mannelijke als vrouwelijke dieren en uit dieren van verschillende leeftijd. Vrouwelijke groepen, bestaande uit een oude leidkoe, haar dochters en hun kalveren, trekken rond door de omgeving. Tussendoor komen ze volwassen solitaire stieren of kleine stierengroepen tegen. Er worden net zoveel mannelijke als vrouwelijke dieren geboren en zo lopen ze ook rond, in alle leeftijdsklassen. Ook hierin grijpen we zo min mogelijk in. Kalveren blijven bij hun moeder zodat ze een opvoeding krijgen. Hierdoor is de kudde rustig en worden levenslessen doorgegeven.
Afbeelding 2.2: structuur bij wild levende runderen Wild levende runderen geven op allerlei manieren vorm aan hun omgeving. Hun belangrijkst invloed oefenen ze uit door het eten van planten. Runderen zijn echte grazers; het grootste deel van hun dieet bestaat uit eiwitrijke gewassen. Hiernaast worden vele kruiden, takken en twijgen gegeten. In de wintermaanden wanneer er minder gras beschikbaar is stappen ze over op een ander dieet. Jonge boompjes en struiken worden teruggesnoeid, bastvraat zorgt ervoor dat oudere bomen afsterven. Doornige struiken, zoals de in de Broekpolder volop aanwezig mei- en sleedoorn, worden vermeden. Tussen deze doornige struiken kan nieuw bos tot ontwikkeling komen. Op den duur ontstaat een rijke structuur aan open plekken, opgaand bos en oude bomen. Door hun invloed op de bosstructuur levert natuurlijke begrazing een belangrijke bijdrage aan de geplande bosomvorming. Als zaadverspreider leveren ze een bijdrage aan een rijkere soortensamenstelling.
7
Afbeelding 2.3: Invloed van grote grazers op de boscyclus (© Jeroen Helmer, ARK)
Foto 2.3: Mozaïek landschap en bosontwikkeling als gevolg van natuurlijke begrazing Tijdens de zomerperiode kunnen ze de groei van allerlei planten niet bij-eten. De lekkerste en meest voedselrijke planten verdwijnen het eerst waardoor er een rijk en gevarieerd kruidenbed overblijft, uitbundig bloeiend voor insecten en volop zaad voor vogels en muizen. In de Broekpolder is een zeer grote zaadvoorraad te vinden (mondeling mededeling Ben van As). Deze krijgt door begrazing met Schotse Hooglanders volop de ruimte om te ontkiemen. De Hooglanders hebben in de zomer een overvloed aan voedsel en komen goed aan. Deze vetreserves worden in de wintermaanden aangesproken. Ze mogen afvallen. Het aantal dieren in een terrein is erop afgestemd dat ze ook in de winter zonder bijvoeren kunnen overleven. 8
Een rijke bos- en vegetatiestructuur biedt tal van broedplaatsen voor vele soorten vogels. Juist deze geleidelijke overgangen van grasland, doornige struiken en opgaand bos bieden prima nestgelegenheid. Binnen deze structuur is de leefplek voor tal van insecten, voedsel voor de jonge opgroeiende vogels. Ook voor water- en rietvogels is er volop ruimte. Het landriet van de Broekpolder wordt gegeten terwijl waterriet onaangetast blijft. Op de nattere delen van de Broekpolder is er zodoende volop ruimte voor eenden, ganzen en rietvogels. Ook op andere manieren oefenen ze invloed uit op het landschap. Door de hele omgeving zijn tal van wissels of runderpaadjes te vinden. Paden die leiden tot niet ontdekte spannende plekjes. In de schone mest van de dieren leven tal van insecten of paddenstoelen. Stieren leggen een stierenkuil aan of graven met hun voorpoot om anderen te imponeren. Soms worden hele struiken op de hoorns genomen. In het najaar zit de vacht vol met klissen en andere zaden die ze door de weide omgeving verspreiden. Maar ook via het darmkanaal vinden vele zaden weer een nieuwe kiemingsplek.
Foto 2.4 & 2.5: Tijdens imponeergedrag kunnen stieren een behoorlijke kuil graven (l), kalveren bevinden zich vaak in een crèche (r)
Foto 2.6: Als gevolg van begrazing ontstaat een rijke gevarieerde kruidenvegetatie. 9
2.4 Reuzenberenklauw, Distels & Brandnetels
Als herkauwers kunnen runderen goed overweg met licht giftig planten als vlier, klimop en reuzenberenklauw. Andere giftig planten als Jacobs Kruiskruid worden als dusdanig herkend en niet gegeten. In het bijzonder de Reuzenberenklauw vormt in de Broekpolder een probleem. Deze niet inheemse plant kan voor de nodige huidirritatie zorgen. De gemeente Vlaardingen staat op het standpunt dat deze plant binnen de gehele gemeente wordt bestreden. Wanneer reuzenberenklauwen gedurende meerdere jaren wordt gegeten, ontstaat er een schimmelinfectie in het wortelsysteem en sterft deze uiteindelijk af. Het is echter niet te garanderen dat deze geheel verdwijnt. Aanvullend beheer, bijvoorbeeld in de vorm van gericht maaien2, kan dan ook noodzakelijk blijven. Ervaringen uit o.a. de Klompen- en Millingerwaard leren dat dit hier niet nodig was. Hoe snel de Reuzenberenklauw uit de Broekpolder zal verdwijnen is echter niet te voorspellen. Door de voedselrijk omstandigheden is de Broekpolder rijk aan brandnetels en distels. De ervaring leert dat dichte brandnetelhaarden op den duur opener worden of zelf verdwijnen. Door extensieve jaarrond begrazing storten brandnetelhaarden na enkele jaren in. Deze plek wordt in eerste instantie ingenomen door met name distels, na verloop van enkele jaren neemt ook hun aandeel weer af.
2
Aanvullend beheer door schapen begrazing gaat niet samen met natuurlijke begrazing door Schotse Hooglanders, zie ook paragraaf 2.7 10
Afbeelding 2.4: Runderen verhouden zich tot andere herbivoren als echte grazers (Bron: Hofmann, R.R. (1983); Evolutionary steps of ecophysiological adaptation and diversification of ruminants)
2.5 Kuddebeheer
Ondanks dat we de dieren zoveel mogelijk als wilde dieren benaderen vallen ze onder de veewetten. Er geldt een zorg- en registratieplicht (de dieren hebben een oormerk) en de dieren hebben een eigenaar. Als eigenaar is FREE Nature juridisch aansprakelijk voor de dieren. FREE heeft zich verzekerd voor eventuele incidenten. Ook andere eigenaren van dieren zijn verplicht zich te verzekeren voor aansprakelijkheid. Vanwege de zorg- en registratieplicht zal de kudde minimaal één maal per jaar worden gevangen. Op dit moment worden ontbrekend oornummers aangevuld. Vangen gebeurt met een mobiele vangkraal en meestal in de winter. De vangkraal wordt enkele weken voor de vangactie opgebouwd. Wat hooi zorgt ervoor dat de dieren rustig naar de kraal komen. Na afloop wordt de kraal opgeruimd waardoor deze de rest van het jaar afwezig is en het landschap niet ontsiert. Gemiddeld staat een vangkraal slechts zo’n 3 weken per jaar in het veld. Registratieplicht houdt in dat de dieren twee oormerken in moeten en dat dieren worden aangemeld bij het I&R (Identificatie & Registratie; verzorgd door het ministerie van LNV)3. Voor natuurgebieden groter dan 100 hectare, zoals de Broekpolder, geldt dat kalveren binnen een jaar een oormerk in moeten, waar drie dagen normaal is voor de veeteelt.
3
Voor meer informatie zie http://www.hetlnvloket.nl 11
Vangacties zijn tevens het moment voor eventuele veterinaire handelingen. Omdat FREE zijn dieren zoveel mogelijk als wilde dieren ziet, worden veterinaire handelingen tot een minimum beperkt. Preventief handelen vindt niet plaats tenzij de wetgever ons daartoe verplicht. Grote grazers doen bovendien veelal aan zelfmedicatie. Een bekend voorbeeld is het eten van boerenwormkruid om worminfecties tegen te gaan. Bij ernstige verwondingen grijpt FREE uiteraard direct in. Voor de omgang met haar dieren heeft FREE een ethische richtlijn4 opgesteld. Kuddes worden bij FREE genetisch zorgvuldig beheerd. Door het nemen van DNAmonsters (via haarzakjes) is van ieder dier de exacte genetische afstamming bekend. In kleinere terreinen zijn dominante stieren gemiddeld twee jaar actief met de voortplanting binnen één kudde. In het eerste jaar kunnen ze de koeien dekken, waarna een jaar later de eerste kalveren worden geboren. Jonge koeien zijn na hun eerste levensjaar geslachtsrijp. Om te voorkomen dat de vader zijn dochter dekt worden dominante stieren voor dit moment verhuisd. Zo lopen volwassen stieren in kleinere terreinen tijdens hun leven een aantal natuurgebieden af. Bij grotere gebieden met meerdere dominante stieren zorgen de dieren zelf voor inteeltmijdend gedrag. Hierbij kiezen tochtig koeien zelf een niet verwantte stier. Waarschijnlijk dat deze situatie in de toekomst ook in de Broekpolder kan worden bereikt.
Foto’s 2.7 & 2.8: Het aantal Hooglanders wordt zo gekozen dat ze ook in de winter zonder bijvoeren kunnen overleven (l), een mobiele vangkraal zorgt voor de noodzakelijke vangacties (r). Door natuurlijke reproductie groeit een kudde totdat de draagkracht van het terrein is bereikt. Op dat moment wordt er ingegrepen. In eerste instantie probeert FREE haar dieren onder te brengen in andere natuurterreinen. Wanneer dit niet mogelijk is worden de dieren geslacht en als wildernisvlees aangeboden5 (hoe hier mee om te gaan in de Broekpolder komt aanbod in het hoofdstuk dierwelzijn). Selectie van dieren vindt plaats op basis van verwantschap, sociale hiërarchie en wildeigenschappen. Leiddieren, dominante koeien die bepalen wat de kudde doet, met gebiedkennis blijven achter om deze kennis door te geven aan hun nakomelingen. Selectie op wildeigenschappen vindt plaats vanuit het oogpunt van de-domesticatie of verwildering. FREE beheert haar kuddes niet alleen met professionele beheerders. Dit doet ze samen met een groot netwerk aan vrijwillig toezichthouders. Hierbij kan nauw worden samengewerkt met de Federatie en in het bijzonder de Natuurkamer. De beheerder blijft altijd verantwoordelijk, toezichthouders vormen extra ogen in het veld. Samen houden ze de condities van de dieren in de gaten en worden rasters wekelijks gecontroleerd. Toezichthouders komen uit de regio en zijn actief in hun eigen “achtertuin.” Hiermee zijn ze tevens de ambassadeurs van het gebied. Zij vertellen het verhaal door op verjaardagen, feestjes of in de sportkantine. FREE traint toezichthouders met een 5daagse begrazingscursus en zorgt voor een jaarlijkse EHBO-cursus. Alle toezichthouders 4 5
Zie ook http://www.freenature.nl/UserFiles/File/Ethische%20richtlijn.doc Zie ook www.wildernisvlees.nl 12
krijgen een vrijwilligerscontract en onkosten worden vergoed. Voor de Broekpolder wordt gedacht aan een kleine groep van minimaal 3 toezichthouders.
2.6 Andere grazers
Behalve met wild levende runderen zou er ook begraasd kunnen worden met andere inheemse gehouden diersoorten. De inzet hiervan is op dit moment echter niet reëel. Wild levende paarden leven in een sociale structuur waarbij een dominante hengst een zo groot mogelijke harem om zich heen wil verzamelen. Dit zou kunnen leiden tot interacties tussen wilde en tamme paarden (met ruiter) binnen de Broekpolder. In een beperkt deel van het gebied lopen herten binnen een hoog raster. Vooralsnog komen deze niet in aanmerking voor een plek binnen het begrazingsgebied. Over de toekomst van de herten zal afzonderlijk nog een besluit plaatsvinden. In 2009 heeft ARK in opdracht van de gemeente een advies uitgebracht over het beheer van de Broekpolder met edelherten6.
2.7 Huidige en toekomstige schapenbegrazing
Er wordt in de Broekpolder sinds 2009 gewerkt met tijdelijke schapenbegrazing als bestrijdingsmaatregel tegen Reuzen Berenklauw. De schapen worden door een particulier bedrijf ingezet als beheersmaatregel en worden erg door het publiek gewaardeerd Voor FREE is het geen optie om binnen de runderbegrazing ook schapenbegrazing plaats te laten vinden. Er zijn meerdere praktische bezwaren tegen het begrazen met schapen. Zo hebben schapen sterk de neiging om knoppen van bloemen op te eten. Dit heeft een nadelig effect op de insecten omdat grote hoeveelheden nectar niet beschikbaar komen7. Omdat runderen en schapen beide herkauwers zijn, zijn ze beide gevoelig voor dezelfde type ziektes. De huidige Nederlandse schapenrassen zijn doorgefokt op verschillende productiedoelstellingen. Dit heeft ze vatbaarder gemaakt voor allerlei ziektes. Doordat schapen slecht zijn aangepast aan natte omstandigheden, versterkt de toekomstige vernatting deze vatbaarheid voor ziektes. De vatbaardere schapen zijn hierbij een mogelijke infectiebron voor wild levende runderen. De keuze in het IIB voor natuurlijke processen met wilde inheemse diersoorten betekent dat schapenbegrazing in het toekomstige begrazingsgebied niet structureel thuis hoort. Wilde schapen als moeflons en hun gedomesticeerde verwanten als heideschapen zijn van nature bergdieren. Ze gebruiken de steile kliffen en rotsen als vluchtgebied voor roofdieren. Onder natuurlijke omstandigheden zouden ze niet in het vlakke land overleven, ze zijn te kwetsbaar. Dit betekent dat schapen in ons land niet hebben meegedaan aan de co-evolutie. Ze zijn hier niet verweven in het complexe netwerk van interacties tussen planten en planteneters. Wanneer natuurgebieden door schapen worden begraasd vindt dit altijd plaats als beheersmaatregel om een vooraf gesteld doel te realiseren Zo ook in de Broekpolder waar de schapen door de gemeente zijn ingezet ter bestrijding van de reuzen berenklauw8. Natuurlijke begrazing door Schotse Hooglanders zorgt ervoor dat op den duur Reuzenberenklauw zal verdwijnen. Hoe snel dit gebeurt is echter niet te voorspellen.
6
Beheersvisie edelherten in de Broekpolder, Kansen voor recreatieve meerwaarde; Leo Linnartz, 2009, ARK, Nijmegen 7 Zie ook Distripark Eemhaven; Ecologische ontwikkeling & inventaristatie 2009; Esther Linnartz, 2010, FREE Nature, Arnhem 8 Uitheemse soort die bij contact veel huidirritatie oplevert. 13
14
3. Grazers en Publiek De aanwezigheid van wilde levende runderen maakt de natuur completer. Schotse Hooglanders zijn ondanks hun woeste uiterlijk erg rustig en publieksvriendelijk. Juist deze eigenschap is een belangrijke reden om voor dit ras te kiezen. De Broekpolder kent vele gebruikers die zich allemaal welkom moeten blijven voelen in hun gebied. In Nederland bezoeken jaarlijks miljoenen mensen gebieden met wild levende runderen. In sommige gevallen dienen de runderen zelfs als publiekstrekker en ambassadeur voor het gebied. Wanneer bepaalde huisregels in acht worden genomen, gaat begrazing prima samen met publieke toegankelijkheid.
Foto 3.1: Begrazing en stedelijke geordendheid gaan goed samen.
3.1 Ontmoetingen grazers en publiek
Ieder jaar weer staan vele mensen oog in oog met vrij levende grote grazers; niet alleen natuurliefhebbers, maar ook sporters, ruiters of fietsers. De stranden van de Bisonbaai bij Nijmegen, begrazing met rund en paard, liggen ’s zomers vol badgasten en over de Veluwe Zoom, door het Drents Friese Wold of de Roode Beek (allen begraast met Schotse Hooglanders) lopen meerdere ruiterroutes. Mountainbike of ATB paden lopen onder andere door het Geuzenbos bij Oostvoorne (paarden) en het Voornes Duin (runderen). Ook grote evenementen en grazers gaan perfect samen. Jaarlijks vindt een hardloopwedstrijd plaats door natuurgebied Meinerswijk (rund en paard) en vinden meerdere evenementen plaats op het eiland van Brienenoord (Schotse Hooglanders). In het begin zullen grazers en recreanten, inclusief bereden paarden, aan elkaar moeten wennen. Nadat ze elkaar een aantal keer hebben ontmoet kijken de grazers niet eens meer op.
15
Foto’s 3.2, 3.3 & 3.4: Natuurlijke begrazing gaat prima samen met grote evenementen zoals een hardloopwedstrijd in Meinerswijk (l & m) of een zomerkamp op het eiland van Brienenoord (r). Wel zullen er enkele huisregels in acht moeten worden genomen. Belangrijkste huisregels zijn: - Houd afstand - Niet voeren - Niet aaien - Honden aangelijnd De eerste drie regels hebben als doel het wild houden van de dieren. Wanneer Hooglanders mensen associëren met aangenaam gedrag, bijvoorbeeld voedsel, worden de dieren opdringerig, ook naar mensen die hier niet van gediend zijn. Deze dieren kunnen we niet meer naar een ander terrein brengen omdat ze ook daar het aangeleerde gedrag gaan vertonen. Uiteindelijk rest in dit geval slechts de slacht. Voorlichting en het veel in het terrein aanwezig zijn is hierin onontbeerlijk. Constant het verhaal herhalen! Hiernaast zullen bij alle ingangen informatiebordjes komen met wat wel en wat niet kan. Honden in begraasde gebieden is mogelijk wanneer de dieren zijn aangelijnd. Wild levend runderen associëren honden met hun natuurlijke vijand, de wolf. Moeders zullen hun kalveren beschermen. Hierbij kan de hond zowel een gevaar voor zichzelf als voor zijn baasje vormen. Wanneer honden zijn aangelijnd levert dit geen problemen op. Uiteindelijk blijft de eigenaar van de hond verantwoordelijk voor zijn eigen dier. Communicatie en handhaving van de aanlijnplicht is noodzakelijk9. Buiten de begrazing zal ruimte voor een hondenlosloopgebied moeten blijven.
9
Beheerders van FREE hebben geen BOA functie en kunnen dus niet handhaven, voorlichting en het aanspreken van individuen is wel mogelijk. 16
Afbeelding 3.1: Pictogrammen over omgang met grote grazers komen bij alle ingangen te staan
3.2 Ruiters
Een belangrijke groep gebruikers van de Broekpolder zijn de ruiters. Ruiters en wild levende runderen gaan goed samen. In meerdere gebieden in Nederland komen ruiters en Schotse Hooglanders elkaar regelmatig tegen, o.a. in natuurgebied de Roode Beek10 in Limburg. In het begin zullen zowel de pony’s / paarden als de Schotse Hooglanders aan elkaar moeten wennen. Door te starten met Hooglanders afkomstig uit de Rode Beek zal het gewenningsproces soepeler verlopen. Ruiters in de Broekpolder zijn niet alleen afkomstig vanuit de lokale manege `Flardingha Ruiters’ maar er vindt ook aanloop plaats van buiten het gebied. Zo komen er ruiters vanuit het Midden Delfland via de Holy de Broekpolder in en zijn er verbindingen met de Krabbeplas en Maassluis. Ruiters maken zowel alleen als in groepen gebruik van de Broekpolder. Hoofdstuk 5 gaat verder in op inrichting maatregelen en padenstructuur voor de ruiters.
3.3 Struinbos & Archeologisch erf
Twee voorrangsprojecten uit het integraal inrichtingsplan zijn het struin- of speelbos en het archeologisch erf. Deze gaan goed samen met begrazing. Onder andere in natuurgebied de Staart in Oud-Beijerland, begrazing met Schotse Hooglanders, vindt jaarlijks een huttenbouwfestijn plaats waarna kinderen ’s nachts in hun zelf gebouwde hut blijven slapen. Op het eiland van Brienenoord (Schotse Hooglanders) vinden jaarlijkse vele activiteiten plaats; o.a. een zomerspeelkamp voor kinderen uit Rotterdam Zuid en een infomarkt tijdens de wereldhavendagen. De Schotse Hooglanders trekken zich er niks van aan en gaan rustig hun eigen gang. Het struinbos bevindt zich volgens het voorstel (zie hoofdstuk 5) binnen het begrazingsgebied. Voor het archeologisch erf geldt dit pas na eventuele sanering11. De grote kracht van het integraal inrichtingsplan is dat de Broekpolder als één gebied zal worden beheerd. Om deze kracht te behouden is het onwenselijk om de natuurkern te versnipperen met allerlei rasters. Het Struinbos (en op termijn het Archeologisch erf) 10 11
Kudde Schotse Hooglander hier in beheer bij FREE Nature Zie ook Hoofdstuk 4 Dierwelzijn 17
kunnen gewoon in de begrazing worden opgenomen. Bij grote evenementen waarbij de aanwezigheid van de runderen ongewenst is kan tijdelijk een mobiel raster worden geplaatst. Met prikpaaltjes, een rol schriklint en een mobiel stroomapparaat is dit snel te doen. Door dit enkele dagen eerder neer te zetten wennen de runderen aan het schrikdraad en krijgen hier veel respect voor. Op de dag zelf kan de stroom van de draad worden gehaald waardoor spelende kinderen hier geen last van hebben. Natuurlijke begrazing draagt ook bij aan het aantrekkelijker maken van het struinbos. Op dit moment bestaat het struinbos uit instortend populierenbos en ondoordringbaar struweel van voornamelijk vlier. Natuurlijke begrazing zorgt voor meer openheid en structuur wat de beleefbaarheid ten goede komt. Doordat runderen zaden door het gebied verspreiden ontstaat vanzelf een aantrekkelijker (bos)landschap. Soorten als Reuzen Berenklauw en brandnetel worden op een natuurlijke manier bestreden, zie ook hoofdstuk 2.
3.4 Modelvliegclub
Begrazing en modelvliegen gaan niet gemakkelijk samen; ze kunnen naast elkaar bestaan, maar niet op elkaars grondgebied. Voor het landen en opstijgen is een vlakke bodem nodig. Begrazing leidt er toe dat runderen de grasmat open kunnen trappen. Vanwege de toekomstige vernatting is met de `Vlaardingse Modelvliegvereniging' afgesproken dat verhuisd wordt naar een locatie buiten het begrazingsgebied. Wanneer bij de start van de begrazing de verhuizing nog niet heeft plaatsgevonden wordt het huidige terrein tijdelijk uitgerasterd. Het hekwerk dat nu om het vliegveld staat voldoet niet. Begrazing kan wel goed naast modelvliegen plaatsvinden. Op de Landtong Rozenburg bevindt de lokale vereniging zich tegen het natuurgebied aan. Aankomende en vertrekkende modelvliegtuigen vliegen vlak over. Wanneer de grazers hier last van hebben trekken ze rustig weg, vaker blijven ze echter rustig staan grazen.
Afbeelding 3.2: Een van de twee mogelijke locaties voor de modelvliegvereniging (© Dirk Oomen, Bureau Stroming)
18
4. Dierwelzijn 4.1 Slibdepots
De Broekpolder is een voormalig slibdepot; slib tot en met de vervuilingscategorie IV ligt in een dik pakket op het voormalige maaiveld. In het zuidelijk deel van het gebied bevindt zich een oude vuilstort. FREE, maar ook de gemeente en de Federatie Broekpolder, wil natuurlijk geen risico’s te lopen met haar dieren. Vanwege eerdere begrazingsplannen heeft Alterra in 2001 de bodemverontreiniging gemeten en risico’s voor wild levende runderen in kaart gebracht12. In 2009 is in opdracht van de gemeente onderzoek uitgevoerd naarr de waterkwaliteit in het gebied13. In 2008 is in opdracht van de Provincie Zuid-Holland een triade onderzoek uitgevoerd14. De onderzoeken kwamen tot een veilig begrazingsgebied bestaande uit loswallen 3, 4, 6, 8, 9 & 11. Rondom de Polderpoort is de grond reeds gesaneerd en veilig voor begrazing. Bij het onderzoek van Alterra is gekeken naar zowel zware metalen als drins (cycldieen insecticiden). Zware metalen zijn vooral schadelijk voor lever en nieren, drins tasten de hersenen aan. Er zijn metingen verricht aan zowel opname via de vegetatie, opname via het bij-eten van grond, als opname via drinkwater. De belangrijkste conclusies van dit onderzoek luiden: 1. Indien uitgegaan wordt van een `worst-case’ scenario, waarin de dieren uitsluitend grazen in de locatie van het begrazingsgebied (loswal 6a) met de hoogste concentraties in bodem en vegetatie, is er sprake van een lichte kans op toxische verschijnselen door cadmium en koper. 2. Wordt echter een `gemiddeld’ begrazingsbeheer toegepast, waarin de runderen gespreid over alle begrazingslocaties (loswal 6, 6a, 8, 8a, 9 en 11) grazen, dan blijkt dat de runderen zonder enigerlei gezondheidsrisico kunnen worden uitgezet. 3. Het geringe risico van metalen in de Broekpolder duidt op een geringe biobeschikbaarheid die waarschijnlijk het gevolg is van een sterke vastlegging van de metalen in de kalkrijke kleihoudende bodem van het gebied. 4. Ten aanzien van loswallen die gelegen zijn buiten het begrazingsgebied is voor loswal 2, 5, 7, 10, 11a, 12 en 13 sprake van een ernstig risico door de aanwezigheid van hoge concentraties aan drins. 5. Zonder verdere maatregelen is begrazing in dit laatstgenoemde gebied niet toelaatbaar, aangezien dat naar verwachting in strijd zal zijn met artikel 26 van de Welzijns- en Diergezondheidswet voor Dieren. Artikel 26 van de Welzijns- en Diergezondheidswet voor Dieren luidt als volgt: Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen. Hiernaast toonde dit rapport aan dat ook de loswallen 3 en 4 geschikt zijn voor begrazing. De gronden ten zuiden van loswal 3 (vuilstort) zijn in 2005 reeds gesaneerd met de aanleg 12
Schotse Hooglanders in de Broekpolder? Analyse van de veterinair-toxicologische risico’s van de verontreinigde bodem voor Grote grazers; W.C. Ma, A.T.C. Bosveld en D.B. van den Brink, 2001, Alterra, Wageningen 13 Broekpolder te Vlaardingen, Quick-scan risicobeoordeling waterkwaliteit in relatie tot grote grazers; Kort, M.J. de, Wit, A.M. de, Thewissen-Groet, A.P.J.J., 2010, Grontmij, Waddinxveen 14 Bodemecologisch onderzoek volgens de Triade-benadering, In recreatiegebied en voormalig baggerspeciedepot Broekpolder; M.J. de Kort, J.G.M. Derksen, P. Spannenburg & A. van Dulmen, 2009, Grontmij, Waddinxveen. 19
van Polderpoort15. Op loswallen 5, 7 en 13 is begrazing pas mogelijk na sanering. Loswallen 1, 2, 8a, 10, 11a en 12 komen sowieso niet in aanmerking voor begrazing vanwege de aanwezigheid van de sportvelden en de golfclub. Verontreinigd slib ligt vast binnen de loswallen waardoor gebieden buiten de Broekpolder geen verontreinigd bevat. Er vindt geen uitspoeling plaats richting omringende polders, Verontreinigd bodemwater dat afstroomt richting de Vlaardinger Vaart wordt eerste gefilterd.
Afbeelding 4.1: Loswallen in de Broekpolder, in blauw het momenteel voor begrazing geschikte gebied (Bron gemeente Vlaardingen). Ter bevestiging van de resultaten van het onderzoek is in 2009 onderzoek uitgevoerd door de Grontmij naar de waterhuishouding van de Broekpolder. Gezamenlijk afwatering vanuit de loswallen 3, 4, 6, 8, 9 en 11 is gecontroleerd op verontreiniging. Conclusies luiden dat de gehaltes aan drins en zware metalen in het oppervlakte water dermate gering zijn dat er geen significante risico’s bestaan voor grote grazers. 15
Evaluatieverslag deelsanering huisvuilsort Broekpolder te Vlaardingen; H. Booij, R. Pikaar en G. de Jong, 2005, Tauw, Rotterdam 20
Het Triade onderzoek van de DCMR heeft zich vooral gericht op de gevolgen voor insecten bacteriën en planten. Dit onderzoek concludeert dat de achtergrondwaarden voor metalen en/of organische microverontreinigingen worden in vrijwel de gehele Broekpolder overschreden, maar door de hoge pH is de beschikbaarheid van metalen erg laag. De beschikbaarheid van Drins binnen de Drinhouden vakken is wel hoog. De verwachte hoge toxiciteit wordt echter niet terug gevonden in de bioassays: in geen van de bioassays zijn aanwijzingen voor toxicologische effecten. In het veld zijn geen eenduidige aanwijzingen gevonden voor effecten van de verontreiniging. De aangetroffen planten en (bodem)fauna zijn op bijna alle locaties (zeer) algemeen. Zonder saneringsplan is het niet toegestaan bodemwerkzaamheden uit te voeren op de verontreinigde gronden.
4.2 Monitoren Gezondheid
Verschillende onderzoeken tonen aan dat begrazing in de Broekpolder goed mogelijk is16. Gezondheid van de dieren wordt voor langere periode worden gemonitoord. Dieren uit de Broekpolder komen pas in aanmerking voor wildernisvlees (zie paragraaf 2.5) als onomstotelijk is vastgesteld dat de dieren geen verontreiniging oplopen. Als controle op dierwelzijn zal FREE jaarlijks bloed afnemen bij enkele dieren. Bloed wordt onderzocht op zware metalen. Hiervoor zullen uitsluitend dieren worden gebruikt die in de Broekpolder zijn geboren. Dieren die van elders komen kunnen eventuele verontreiniging ook elders hebben opgelopen. Van dieren geboren in Broekpolder is zeker dat alles wat wordt gemeten uit het gebied zelf komt. Bloedwaarden geven slechts een indicatie en kunnen schommelen, terwijl de verontreiniging zich in de organen ophoopt. Bloedmonsters geven geen definitieve uitslag over eventuele verontreiniging. Toch zij bloedmonsters nuttig om eventuele te hoge concentraties vroegtijdig te signaleren. Bloedmonsters kunnen geen uitsluitsel geven over eventuele drins, dit is alleen meetbaar aan de hersenen en het zenuwstelsel. Zware metalen hopen zich op in nieren en lever, terwijl drins het zenuwstelsel en de hersenen aantasten. Dit kan alleen gemeten worden bij dode dieren. Wanneer dieren sterven zal er autopsie op eventuele verontreiniging plaatsvinden. FREE heeft reeds ervaring met begrazing op verontreinigde slibbodems. Sinds 1994 begraasd FREE de Leeuwense waard. Ook hier is slib van categorie IV geborgen. Gedurende meerdere jaren zijn bij de dieren bloedmonsters afgenomen en nog steeds worden watermonsters gecontroleerd. Beide hebben nooit een verontrustend beeld vertoont. Ook autopsie op leveraandoeningen toonde geen verontreiniging aan.
4.3 Drinkwater
Dieren hebben een betrouwbare bron van drinkwater nodig. Deze bron moet voldoen aan een aantal eisen. Drinkwater is van een schone kwaliteit, dient jaarrond beschikbaar te zijn en moet direct vanaf de start van de begrazing aanwezig zijn. Hiernaast willen runderen op een warme zomerdag graag in het water staan. Een goede waadplek is belangrijk. Permanent drinkwater is nu al beschikbaar onderaan de Rijskade. Vanuit de Rijsplas loopt een sloot die als afscheiding dient tussen de beheersgebieden van de gemeente 16
Dit zou ook betekenen dat de dieren in aanmerking komen voor consumptie als wildernisvlees. Vanwege gevoeligheden uit het verleden zal FREE hier niet direct toe overgaan. 21
Vlaardingen / GZH en van Natuurmonumenten. Deze sloot is bezig te verlanden en zou sowieso al worden uitgebaggerd. Onduidelijk is wie hiervoor verantwoordelijk is. Natuurmonumenten heeft er geen probleem mee wanneer het raster aan de overkant van de sloot komt te staan. Voorwaarde hiervoor is wel dat de oevers lastig passeerbaar zijn voor vossen, zie ook Box I. De huidige sloten binnen de broekpolder bieden ’s winters voldoende schoon drinkwater, maar in extreem droge zomers (zoals 2009) drogen ze geheel op. De voorgestelde vernatting van de Broekpolder zal pas na de start van de begrazing worden gerealiseerd. Net als bij de sloten zal ook deze droge zomer opdrogen.
Sloten Broekpolder Vernatting Broekpolder Sloot Rijskade
Jaarrond X ? √
Direct beschikbaar √ X √
Schoon √ √ √
Waadplek X √ √
Tabel 4.1: Drinkwaterbronnen in de Broekpolder
Afbeelding 4.2: Waterkaart broekpolder, blauwe sloten bevatten schoon water, gele sloten zijn verontreinig en kunnen niet in de begrazing worden opgenomen (Bron: Gemeente Vlaardingen)
22
Foto 4.1: Bij warm weer staan Schotse Hooglanders graag in het water Box I: Voorwaarden begrazen erfafscheidende sloot Rijskade Aalkeetbuitenpolder Grenzend aan de voet van de Broekpolder ligt de Aalkeetbuitenpolder. De Aalkeetbuitenpolder is in beheer bij Natuurmonumenten en heeft een weidevogeldoelstelling. Beheersactiviteiten bestaan uit het opzetten van het grondwaterpeil en het laat in het jaar maaien en hooien gevolgd door nabeweiding met boerenvee. Er wordt nadrukkelijk gekozen voor het behoud van een stuk cultuurlandschap. Eén van de bedreigingen voor de weidevogels zijn de vossen. Burchten van deze dieren liggen in de Broekpolder en rond de eendenkooi. Afscheiding tussen de Broekpolder en de Aalkeetbuitenpolder doet nu dienst als doorloop gebied van de vos. Bij de herinrichting zou de sloot die dienst doet als erf afscheiding zo ingericht moeten worden dat deze onaantrekkelijk wordt voor passage door vossen. Dit kan door een zachte drassige bodem (op ± 20 cm) aan de zijde van de Aalkeetbuitenpolder, direct gevolgd door een raster op de tussenkade. Hiermee zou de sloot dienst doen als territoriumgrens van de vos i.p.v. als doorloopgebied. Onder deze voorwaarden heeft Natuurmonumenten er geen probleem mee wanneer het raster aan de overkant van de sloot wordt geplaatst.
23
24
5. Inrichtingswerkzaamheden Om begrazing binnen de Broekpolder mogelijk te maken zijn er inrichtingsmaatregelen nodig. Rasters zorgen ervoor dat de dieren binnen het aangewezen deel van de Broekpolder blijven. Verschillende type toegangen zorgen voor een open en toegankelijk gebied.
5.1 Rasters
Om de dieren binnen het gebied te houden is een raster noodzakelijk. Een hekwerk dient er dan ook nadrukkelijk voor om de dieren binnen te houden, niet om de mensen buiten te houden. Slim gebruik van rasters en toegangen garanderen goede toegang voor alle gebruikers van de Broekpolder. Uitgangspunten vanuit het Integraal Inrichtingsplan zijn dat rasters: -landschappelijk goed in worden gepast -duurzaam zijn -veilig zijn voor de gebruikers (ruiters e.d.) en voor de fauna (geen prikkeldraad) -zoveel mogelijk uit het zicht van het publiek Een combinatie van Engelshekwerk en AHA-profielen is de beste oplossing voor de Broekpolder. Vanuit gemeentelijk beleid is het niet toegestaan prikkeldraad te gebruiken. Ook schikdraad is een minder geschikte optie voor de Broekpolder. Door de hoge voedselrijkdom groeit de vegetatie snel tegen het raster waardoor spanningsverlies optreedt. Dit kan eventueel worden voorkomen door het raster enkele malen per jaar vrij te maaien. Dit geeft jaarlijkse grote extra kosten. Het aanleggen van meidoornhagen kost veel tijd en vraagt veel onderhoudt. Mogelijk dat deze in een later stadium, bijvoorbeeld rondom het archeologisch erf, worden toegepast. Landschapsrasters zoals een Engelsraster ogen fraai. Ze passen goed bij het landschappelijke karakter van de bomenlanen, langs de hockey, die toegang bieden tot het gebied. Ook passen ze fraai bij het landschapselement de Rijskade. T.o.v. prikkeldraad of schrikdraad is dit type raster erg kindvriendelijk. Vanwege deze eigenschappen is dit type raster zeer geschikt voor gebruik rondom het struin- en speelbos. Een AHA-profiel17 is een steile wand van ongeveer 1,5 m hoog. Door het loodrechte talud kunnen de dieren hier niet tegenop klimmen. Hierdoor ontstaat een zeer fraaie landschappelijke inrichting. Het lijkt zelfs alsof er totaal geen raster staat18. In vergelijking met andere type rasters is een AHA duur in aanleg. Hier staat een langere levensduur tegenover. AHA-profielen kunnen worden toegepast langs de nu al verhoogde fietspaden. Enkele fietspaden lopen bovenop dijklichamen door het gebied. Door grond van buitenaf aan te voeren wordt een extra laag wordt aangebracht en blijft de vervuilde bodem ongeroerd blijft. Hierdoor is een kostbaar saneringsplan niet nodig. Op verschillende plaatsen in de Broekpolder bevinden zich Heras hekwerken, bij de edelherten, langs de buizenopslag en het slibdepot en bij de golfvereniging en bij het struinbos, van 2 m of meer. Deze worden opgenomen in de totale omrastering van de begrazing. 17
De naam AHA-profiel komt van de reactie die men heeft bij het zien van de afrastering. Van afstand lijkt het net alsof de dieren zo weg kunnen lopen, pas als je aan de rand van het profiel staat zie je hoe de dieren binnen blijven. De AHA reactie die men dan heeft zorgt voor de naam van het profiel. AHA is dus geen afkorting. 18 Tijdens het voorjaar van 2008 is er op de Landtong Rozenburg een AHA raster geplaatst. In de periode die daarop volgende kwamen er regelmatig telefoontjes dat de dieren zouden zijn ontsnapt. Steeds weer bleek dit niet het geval. Na enkele maanden was men aan dit type raster gewend en stopte de meldingen van ontsnapte dieren. 25
In totaal wordt er zo’n 5050 m Engelsraster geplaatst, 400 m AHA-profiel en moet er 500 m Heras Hekwerk bij de golfvereniging worden opgeknapt. Elders bevindt zich nog eens 1050 m Heras hekwerk in goed staat (Hertenkamp, werf gemeente Vlaardingen, Atletiek Polderpoort).
Foto’s 5.1 t/m 5.4: Verschillende type afrastering: Engelsraster (lb, bron SFS systems), een landbouwhek zorgt voor toegang voor werkverkeer (rb), een AHA-profiel valt mooi in het landschap weg (lo & ro)
5.2 Toegang
Als uitloopgebied van de gemeente Vlaardingen trekt de Broekpolder een grote groep gebruikers. Iedereen geniet op zijn of haar manier van al het moois in de polder. Verschillende gebruikers maken gebruik van verschillende infrastructuur19 en hebben behoefte aan verschillende toegangspoorten. Om ervoor te zorgen dat de Broekpolder open en toegankelijk blijft zijn er verschillende toegangspoorten nodig. Gebruikers van de Broekpolder zijn onder andere: - Wandelaars - Hardlopers - Fietsers - Ruiters - Mountainbikers - Struinbosgebruikers (spelende kinderen, survival) - Honden met hun baasje
19
Terreingebruik is verder uitgewerkt in het padenplan Broekpolder, zie ook Integraal Inrichtingsplan Broekpolder 26
Paden Asfalt / verhard Grind / schelpen / halfverhard / struinpaden Mountainbike route Ruiterpad
Toegang Veerooster breed & breed klaphek Klaphek smal Veerooster smal Ruiterhek / menhek
Tabel 5.1: Overzicht paden en toegangsmogelijkheden Broekpolder Omdat Broekpolder vele gebruikers kent is extra aandacht nodig voor de toegankelijkheid. De Federatie werkt momenteel aan het ontwerp van een huisstijl die alle gebruikers een warm welkom zal heten. Een fraaie toegang en inrichting vergroot de beleving van het gebied. Deze huisstijl wordt niet alleen toegepast binnen de begrazing maar is in de hele Broekpolder terug te vinden. Omdat dit “warm welkom” nog in ontwikkeling is, is bij de onderstaande entrees uitgegaan van standaard vormen. Veeroosters Veeroosters verlenen toegang voor fietsers en werkverkeer. Ook met rolstoel of scootmobiel is het mogelijk een veerooster te passeren. Wandelaars maken vaak gebruik van veeroosters al zijn deze niet primair voor hen bedoelt. Voor ruiters zijn deze niet passeerbaar en aansluitend op de ruiterroutes zal voor hen naast de wildroosters een aparte voorziening worden aangelegd. Veeroosters worden in een tweetal afmetingen geplaatst. In de geasfalteerde fietspaden komen brede roosters van 170x210x50 cm. Doorgangen voor de mountainbikers zijn smaller 90x210x50 cm en sluiten aan op de onverharde ATB routes. Hier worden houten schotten geplaatst die de toegang voor crossmotoren belemmeren. Veeroosters zijn gemonteerd op een vaste betonnen onderbak, hebben ronde stalen staven van 32 mm, met een afstand van 120 mm hart op hart. Klaphekjes Klaphekjes bieden toegang aan voetgangers, hardlopers, fietsers, ruiters en skeeleraars. Metalen lichtgewicht klaphekjes zijn goed passeerbaar met rollator en door kleine kinderen te openen. Door de smalle spijlen heeft de wind geen vat op de hekjes waardoor ze niet open kunnen waaien (Iets wat wel regelmatig gebeurt met hardhouten klaphekjes). Stootpaaltjes of een speciaal scharnier zorgen ervoor dat het hek automatisch weer dicht valt.
Foto’s 5.5 & 5.6: Een ingang met veerooster en klaphek biedt mogelijkheden voor fietsers, skeeleraars, hardlopers en wandelaars, informatiebordje vertellen dat je een begrazingsgebied binnen gaat (l), een smal veerooster is speciaal ingericht op mountainbikers, schotten aan de zijkanten maken de doorgang te smal voor crossmotoren (r)
27
Ruiters Vanuit de manege bestaat er een intensief gebruik van de Broekpolder en er zijn verbindingen met Midden-Delfland en Maassluis. Doorgangen voor ruiters zijn vaak minder makkelijk passeerbaar. Hier wordt zowel voor wat betreft het padenplan als de doorgangen rekening mee gehouden, door zo min mogelijk passages te creëren. Het padenplan voor de ruiters bestaat uit twee delen, één geheel binnen de begrazing en één buiten de begrazing. Ruiters kunnen direct vanaf de manege de natuurkern betreden. Een nieuwe in- en uitgang aan de achterzijde van de manege maakt dit mogelijk. Hiernaast is een tweede ruimere route die grotendeels om de begrazing heen loopt. Hiervoor gebruikt men de al bestaande hoofdingang van de manage.
Afbeelding 5.1: voorstel Padenplan ruiters met een route binnen de begrazing en één erbuiten. Lokaal worden toegangen ingericht zodat deze voor ruiters passeerbaar zijn (© Dirk Oomen, Bureau Stroming). Vanuit de manege wordt een directe toegang aangelegd. De manege blijft verantwoordelijk voor het openen en sluiten van dit landbouwhek. Een speciaal menhek sluit zich automatisch door de zwaartekracht. Dit hek kan tijdelijk open blijven staan waardoor grote groepen (klassen) in één keer kunnen passeren. Door dit hek op slot te doen wordt het erf ’s nachts afgesloten Afgesproken is dat wanneer dit hek niet wordt gebruikt deze altijd dicht is. Van de twee aanwezig sloten wordt de meest zuidelijk gedempt. Wanneer nodig zal drainage in oostelijke richting worden aangelegd. Drainage naar noordelijke sloot is niet mogelijk omdat dat dit sterk verontreinigd water is dat op het riool wordt geloosd. Haalbaarheid hiervan wordt nog uitgezocht. 28
Foto 5.7: Een menhek is een goede oplossing voor toegang vanuit de manege Een breed klaphek van 1,3 m biedt extra toegangsmogelijkheden voor de ruiters. Deze komen bij alle ingangen aan de asfaltpaden. Ruiters zullen moeten afstijgen om het klaphek te passeren. Een op- of afstap vergemakkelijkt dit. Box II: Veeroosters en ruiters Ruiterroutes doorkruisen op meerdere plekken in Nederland natuurgebieden met veeroosters. Ruiters hebben hier hun een eigen toegang en manegepaarden weten goed dat roosters niet passeerbaar zijn. Tegelijk is de manege Flardingha Ruiters huiverig voor het gebruik van veeroosters. Regelmatig komen er pony’s alleen terug naar “huis” nadat ze hun bereider ergens zijn verloren, soms doen ze dit in paniek. Om te voorkomen dat pony’s zich vastlopen in een veerooster zal de toegang richting deze roosters zo onaantrekkelijk mogelijk worden gemaakt. Dit kan door het geleidingshek langs het veerooster te verlengen. Deze loopt dan enkele meters het terrein in. Zo wordt vormt voor de pony’s een onaantrekkelijke trechter richting het veerooster gecreëerd.
Afbeelding 5.2: Toegang richting veerooster
29
Te dempen sloot Afbeelding 5.3: Inrichting rondom de manage; Oranje toegang via veerooster voor fietsers, Blauw landbouwhek aansluitend op erf manege, Groen te dempen sloot (© Dirk Oomen, bureau Stroming). Nooddiensten Nooddiensten als politie, ambulance en brandweer dienen toegang tot het terrein te behouden. Momenteel hebben ze toegang tot alle verharde paden binnen de Broekpolder. Veeroosters zijn breed genoeg om te passeren met gemotoriseerd vervoerd. Neerklapbare paaltjes belemmeren de toegang voor gemotoriseerd vervoer anders dan nooddiensten. Paaltje zijn neer te klappen met een standaard driehoeksleutel die nu al wordt gebruikt door de verschillende nooddiensten.
5.3 Plaatsing rasters en entrees
Om de natuurkern zo min mogelijk te versnipperen zal het maximaal areaal Broekpolder worden begraasd. Alleen die delen die vanwege bodemverontreiniging ongeschikt zijn zullen (voorlopig) buiten de begrazing blijven. Dit betekent dat circa 180 hectare in de begrazing wordt opgenomen. Voor de rasters en toegangen is zoveel mogelijk gekozen voor landschappelijke fraaie oplossingen. Waar mogelijk staan rasters verstopt zo’n 10 meter in het bos of zijn deze beneden aan de kades te vinden. Dit draagt bij aan de open toegankelijke beleving van het gebied.
30
Afbeelding 5.4: Voorstel raster en toegangen (© Dirk Oomen, bureau Stroming) Langs de golfvereniging komt een Engels raster, “verstopt” zo’n 10 meter in het bos. Aan de westkant van de golfvereniging bevindt zich een heras hekwerk. Hier zitten enkele gaten die worden opgeknapt. Onderaan de Rijskade vindt zich de Rijsdijk. Een beschermd landschapselement. Hier wordt een Engels raster aan de zuidkant van de sloot geplaatst. Dit type raster is landschappelijke goed te combineren met het beschermde landschapselement. Het raster loopt door tot aan het heras hekwerk van de Edelherten. Dit hekwerk wordt in de gebiedsbegrenzing opgenomen. De twee hoofdingangen ten oosten en westen van hockey vereniging Pollux worden voorzien van fraaie entrees. Tot aan de velden van Victoria komt een Engels raster. Dit past goed bij het landschappelijke karakter van de strakke bomenlanen hier. Ten Noorden van de voetbalvelden komt het Broekpolderpad buiten de begrazing te liggen. Aan de Noordkant van het fietspad komt een AHA profiel. Door grond van buitenaf aan te voeren wordt de huidige bodem niet geroerd. Het AHA profiel zorgt gelijk voor een fysieke scheiding van het fietspad en de naaste gelegen ruiterroute (binnen de begrazing). Rondom de manege wordt een speciale toegang gecreëerd. Waar nodig zullen Engelse rasters worden gebruikt. Het Heras hekwerk rond de werf wordt meegenomen in de gebiedsomheining.
31
Ten Noorden van het model vliegveld en rondom het struinbos komt een Engels raster. Dit raster staat niet alleen landschappelijk erg fraai, maar is bovendien kindvriendelijk. De loods en de erven van de twee verenigingen worden niet meebegraasd. Aan de westkant van de Middendijk komt een Engels raster op ongeveer 10 á 20 meter in het bos. Door het open karakter van het bos zal het raster zichtbaar blijven. Dit wordt ondervangen door met dood hout (uit de bosomvorming) visuele barrières op te werpen.
Box III: Middendijk Voorstel is om langs de middendijk een Engelsraster te plaatsen. Voordeel van dit type raster is dat het makkelijk te verplaatsen is wanneer de begrazing na sanering zou worden uitgebreid met loswal 5 en 7. Nadeel is echter dat, ook wanneer je het raster “verstopt” in het bos dat je deze zal blijven zien. Mogelijke alternatieven hier zijn schrikdraad of een AHA-profiel. Schrikdraad is net als een Engelsraster makkelijkere te verplaatsen bij eventuele toekomstige gebiedsuitbreidingen. Ook zal een schrikdraad raster minder opvallen in het landschap. Groot nadeel is dat een schrikdraad raster meerdere malen per jaar vrij moet worden gemaaid van vegetatie. Dit om spanningsverlies te voorkomen. Kosten hiervoor zijn geraamd op zo’n € 3200,- per jaar. Beheer levert bovendien extra kosten op vanwege de storingsgevoeligheid van dit type raster.Het aanleggen van een schrikdraad raster levert naar verwachting een besparing op van zo’n € 26.180,- t.o.v. een Engelshekwerk. Een AHA-profiel is hier de meeste fraai oplossing. Echter is deze niet verplaatsbaar bij eventuele gebiedsuitbreiding. Het AHA-profiel kan zowel ten oosten als ten westen van de Middendijk worden aangellegd waardoor het fietspad wel of niet binnen de begrazing komt. Het aanleggen van een AHA-profiel heeft een geschatte meerprijs van € 54.978,t.o.v. het plaatsen van een Engels rasters. Voor een raming van de overige inrichtingskosten zie Hoofdstuk 7.
5.4 Aantal dieren
FREE stelt voor om op basis van het startgebied voor de begrazing te beginnen met 20 dieren. Om rustig van start te gaan zal hier niet meteen op de maximale draagkracht worden ingezet. Deze zal pas na 2 of 3 jaar worden bereikt. Na 2 jaar is het moment om in te grijpen. Het 2de jaar is tevens het moment dat de dominante stieren zullen worden verhuisd i.v.m. het genetisch beheer20.
20
Zie ook hoofdstuk `Natuurlijke begrazing,’ paragraaf `kuddebeheer’ 32
Box IV: Draagkracht Broekpolder De draagkracht, het aantal dieren wat een terrein aan kan, wordt uitgedrukt in het dieren per hectare. GVE staat hierbij voor Groot Vee Eenheid. Verschillende diersoorten hebben een verschillende GVE-waarde en verschillende gebieden hebben een verschillende draagkracht. Zo kunnen op voedsel arme duinen of zandgronden minder dieren overleven dan op voedselrijke kleigronden. Draagkracht kan variëren van 1 GVE per 2 hectare tot aan 1 GVE per 30 hectare. De Broekpolder bestaat uit veel voedselrijke gronden wat op een hoge draagkracht wijst. Zo’n 70% bestaat echter uit populierenbos met slechts een beperkt voedselaanbod in de ondergroei. Het overige deel bestaat uit grasland en ruigte. Er zijn momenteel geen grote oppervlaktes open water. Inschatting is dat de Broekpolder onder de huidige omstandigheden een draagkracht heeft van 1 GVE per 5 hectare Voor runderen geldt dat zij een GVE waarde hebben van 1*. Voor de voorgestelde 180 hectare geldt een maximale draagkracht van 36 dieren. Populatiegroei ligt onder normale omstandigheden tussen de 20 en 35% per jaar, waarbij 24% gemiddeld is. Uitgaande van maximale groei kan er met 20 dieren worden begonnen.
Populatieontwikkeling 40 35 30 snelle groei 25
langzame groei
20 15 2009
2010
2011
2012
2013
Figuur 5.1: Populatieontwikkeling Schotse Hooglanders Toekomstige ontwikkelingen hebben een belangrijk invloed op de draagkracht. Bosomvorming zorgt mogelijk voor meer open grazige plekken waardoor de draagkracht toe zal nemen. Vernatting zorgt voor minder begraasbaar oppervlak waardoor het totaal aantal dieren weer afneemt. In het geval van een geheel open terrein zou een draagkracht van 1 GVE per 2 hectare mogelijk zijn in de Broekpolder. Dit zou neerkomen op maximaal 90 dieren.
* Moment gaat er discussie of wild levende runderen een gelijk GVE waarde hebben als boerenvee. Wild levende dieren hoeven niet te “produceren” waardoor hun GVE waarde vermoedelijk lager ligt. Vermoedelijk rond de 0,66. Hiermee zou de draagkracht van de Broekpolder hoger kunnen uitvallen. Inschatting voor draagkracht is gebaseerd op ervaringen elders met vrijlevende runderen.
33
5.5 Start
Voordat de dieren in de Broekpolder worden losgelaten zal het terrein worden ingericht en publiek zal worden geïnformeerd. In het snelste scenario vindt tijdens het voorjaar van 2010 besluitvorming plaats, waarna aanbesteding van de inrichtingswerkzaamheden volgt. Inrichting is niet mogelijk in de periode 15 maart t/m 15 juli als gevolg van de Flora en Fauna wet. Deze wet verbiedt werkzaamheden waarbij verstoring van broedvogels plaatsvindt. Direct na deze periode begint de bouwvak. Inrichting kan op zijn vroegst starten rond 1 september. Onder normale omstandigheden kunnen de Schotse Hooglanders dan feestelijk worden losgelaten rond 1 november 2010.
Foto 5.8: Schotse Hooglanders op weg naar de Broekpolder
34
6. Voorlichting 6.1 Publieksvoorlichting
Het succes van de begrazing in de Broekpolder valt of staat met goede voorlichting. De Broekpolder is een recreatiegebied met vele gebruikers, met ieder hun eigen wensen en gewoontes. En er zijn regelmatig sportactiviteiten in het gebied, met grote groepen. Mensen zijn doorgaans (nog) niet vertrouwd met de grote beesten, en kunnen naast nieuwsgierigheid ook angst hebben. Ook het verleden als slibdepot roept de nodige emoties op. Eerdere begrazingsplannen voor de Broekpolder liepen niet stuk op de (on)mogelijkheid hiervan, maar op emotionele argumenten. De Federatie heeft aangegeven groot belang te hechten aan een goede introductie van de begrazing. De Belangrijkste voorlichtingspunten zijn: -
De toevoeging van natuurlijke begrazing levert voor zowel de mens als de natuur een meerwaarde op voor de Broekpolder De Broekpolder blijft open en toegankelijk voor al haar gebruikers, struinen is ook buiten de geëffende paden toegestaan Schotse Hooglanders zijn niet gevaarlijk. Het verleden als voormalig slibdepot levert geen gezondheidsrisico’s op voor de Schotse Hooglanders21.
Voorlichting is grof weg in twee trajecten uiteen te zetten. In de startfase van de begrazing communiceert FREE duidelijk wat de veranderingen inhouden. Dit kan onder andere door media aandacht via Groot Vlaardingen, Maaspost, het AD of TV Vlaardingen. Hiernaast licht FREE specifieke groepen apart in, bijvoorbeeld via lezingen, gesprekken of excursies. Ten denken valt aan een excursie voor leden van de manege, naar een gebied elders in Nederland, waar vrij levende runderen samen gaan met intensief gebruik door ruiters. Andere doelgroepen zijn de verschillende sportverenigingen en de dierenbescherming. Omdat niet iedereen kan worden bereikt is gedurende het eerste jaar extra aanwezigheid door een beheerder van FREE noodzakelijk, doordeweeks en in het weekend. Deze tijd wordt tevens benut voor het inwerken van vrijwillige toezichthouders.
21
Zie ook Hoofdstuk Dierwelzijn 35
Afbeelding 6.1: De Website van de federatie is een belangrijk middel om te communiceren wat begrazing betekend voor de Broekpolder en haar gebruikers Voorlichting vindt continu plaats. Statische middelen als informatieborden maken duidelijk hoe om te gaan met de aanwezige dieren en welke ontwikkeling de Broekpolder doormaakt. Hier speelt ook de website van de Federatie een belangrijke rol. Aanwezigheid van een beheerder, toezichthouders en vrijwilligers van FREE zorgt voor een aanspreekpunt. Voor het meer geïnteresseerde publiek organiseert FREE maandelijks excursies. Hierbij wordt niet alleen stil gestaan bij de grote grazers, maar komt de gehele natuur aanbod. De grazers zijn hier immers slechts een onderdeel van. Een extra mogelijkheid is het ontwikkelen van veldlessen voor lokale basisscholen. Omdat in de Broekpolder al meerdere activiteiten plaatsvinden, gericht op de lokale jeugd, is het beter om de begrazing hier onderdeel van te laten zijn, dan dat er interne concurrentie plaatsvindt. FREE kan inhoudelijke input leveren tijdens het ontwikkelen van lesmateriaal voor kinderen.
36
Foto 6.1: Excursies zijn gericht op meer dan alleen de begrazing
6.2 Beheer en toezicht
Gedurende meerdere dagen in de week is een beheerder van FREE in het terrein aanwezig. Hij houdt toezicht op de dieren, is aanspreekpunt voor het publiek en controleert de rasters wekelijks. Beheer is zo’n 8 uur per week, verspreid over meerdere dagen. Hiernaast is in het eerste jaar extra toezicht nodig. Door de verandering in de Broekpolder zal het publiek vragen hebben of zich anders gaan gedragen. Vooral in de weekenden is het noodzakelijk dat de beheerder aanwezig is. Aandacht is ook nodig voor de hondenbezitters. Veel honden lopen nu los door de Broekpolder. Binnen de begrazing zal een aanlijnplicht gelden. Buiten de begrazing zal ruimte moeten blijven voor een hondenlosloopgebied. Beheerders van FREE hebben geen BOA functie. Wanneer noodzaklikg loopt inzet van BOA’s via de gemeente, politiedienst Rijnmond of de milieupolitie.
6.3 Monitoring
Monitoring geeft een goed overzicht van de ontwikkelingen als gevolg van begrazing; zowel ecologisch als het menselijk gebruik van de Broekpolder22. Door te kijken naar de huidige ontwikkelingen kunnen voorspellingen over de toekomst worden gedaan. En door ontwikkelingen naar een breed publiek te communiceren kan meer draagvlak worden gecreëerd. Ontdekkingen van nieuwe of bijzondere soorten draagt bij aan de lokale trots. Over het algemeen worden ontwikkelingen veelal ad hoc bijgehouden. Beheerders hebben het vaak te druk om zich hier consequent mee bezig te houden. Inzet van vrijwilligers is zeer nuttig, vooral bij grootschalige landelijke onderzoeken. Vrijwilligers kunnen worden ingezet voor het lopen van vlinderroutes, vegetatie transsecten of broedvogeltellingen. Beperkende factor hierbij is mogelijk de beschikbare (beperkte) kennis en het vrijwillige karakter. Alternatief is het inzetten van professionals, FREE Nature kan hierin voorzien. 22
De nulsituatie is reeds vastgelegd door Bureau v.d. Goes 37
38
8. Conclusies en Aanbevelingen Begrazing in de Broekpolder is heel goed mogelijk. Schotse Hooglanders zijn hier uitermate geschikt voor. Deze vrij levende runderen maken het systeem completer en gaan bovendien heel goed samen met de publieke toegankelijkheid van het gebied. Bodemvervuiling door de geschiedenis als slibdepot vormt geen gezondheidsrisico voor de Schotse Hooglanders. Dit doordat vervuiling gebonden is aan de kleideeltjes. Permanent drinkwater is beschikbaar door aankoppeling van de sloot onderaan de Rijskade. Gestart wordt met een kudde van 20 dieren op een oppervlakte van 180 hectare. Omrastering van het gebied vindt plaats met Engelshekwerk en AHA-profielen. Enkele bestaande heras hekwerken worden in de omheining opgenomen. Verschillende gebruikers krijgen verschillende toegangsmogelijkheden in de vorm van veeroosters en klapheken. Aan de achterzijde van de manege wordt een speciale toegang voor ruiters aangelegd. Voor aanvang zullen er nog wel enkel detail keuzes genomen moeten worden. Toegankelijkheid voor ruiters zal in overleg verder worden uitgewerkt. Ook zal er een keuze gemaakt moeten worden voor de inrichting langs de middendijk. Samen wordt gekeken welke plek de huidige schapenbegrazing krijgt. Reuzenberenklauw blijft een aandachtpunt. Deze wordt niet getolereerd binnen de gemeente Vlaardingen. Begrazing zorgt ervoor dat deze op den duur zal verdwijnen, al zal dit niet direct tijdens het eerste jaar zijn. Voor aanvang zal een duidelijk voorlichtings- en communicatie traject worden ingezet. Het grote publiek wordt voorgelicht middels media als tv en (regionale) dagbladen. Excursies en lezingen informeren het meer geïnteresseerde publiek. Speciale aandacht is er voor o.a. de dierenbescherming, ruiters en hondenbezitters.
43
44
FREE Nature Obrechtstraat 33 6815 BN Arnhem
[email protected] www.freenature.nl
COLOFON OPMAAK Roeland Vermeulen AUTEUR Roeland Vermeulen FOTO’S Jos Cornelissen (5.2), Leo Linnartz (2.2, 2.4, 2.6, 5.7 & 6.1), Gerard Litjens (3.2 & 3.3), Twan Teunissen (2.1 & 5.2) & Roeland Vermeulen (2.5, 2.7, 2.8, 3.1, 3.4, 4.1, 5.3, 5.4, 5.5, 5.6 & 5.8) IN OPDRACHT VAN Federatie Broekpolder In samenwerking met Gemeente Vlaardingen MET DANK AAN Bureau Stroming
Uitgave FREE Nature April 2010