Provincie Fryslân T.a.v. de heer J. Goos Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN
Leeuwarden, 12 juni 2013 Verzonden, Ons kenmerk Afdeling Behandeld door Uw kenmerk Bijlage(n)
: : : : :
01060104 Omgevingsvergunningen en Toezicht J. Lodewijk / (058) 292 53 82 of
[email protected] 9X2153.A0/L012/TRA/LM/Stee 4
Onderwerp
: Ontgrondingsvergunning realisatie compenserende maatregelen voor het Polderhoofdkanaal, locatie Alddjip
BESCHIKKING Weergave van de feiten: Op 3 oktober 2012 hebben wij de door Royal Haskoning DHV, namens u, ingediende aanvraag ontvangen om een vergunning tot het ontgronden van de percelen kadastraal bekend gemeente Beetsterzwaag, sectie E, nrs. 42, 106, 107, 108, 115, 188, 247, 248, 265 en 304 (allen deels). Het betreft de realisatie van compenserende maatregelen voor de aanleg van het Polderhoofdkanaal op de locatie Alddjip. Er is gebruik gemaakt van de mogelijkheid aanvullende gegevens op te vragen. Deze aanvullende gegevens zijn bij ons binnengekomen op 6 december 2012. Als gevolg hiervan is de termijn tot het geven van het besluit opgeschort met 4 weken. Op 17 december 2012 hebben wij per e-mail een aanvulling hierop ontvangen. Op 11 april 2013 hebben wij als aanvulling de ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet ontvangen. Bij brieven van 18 oktober 2012, kenmerk 1026488, 1026505, 1026502, 1026508, hebben wij -
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Opsterland, het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân, L.T.O.-Noord, Grondgebruik en Milieu en de Stichting Friese Milieufederatie
-1/5-
Ons kenmerk: 01060104
op de hoogte gebracht van de aanvraag en in de gelegenheid gesteld hun mening over de aanvraag kenbaar te maken. Er is bij brief van 4 december 2012, door ons ontvangen op 6 december 2012, een reactie binnengekomen van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Opsterland. Per e-mail van 3 december 2012 heeft het Wetterskip Fryslân ons bericht dat zij geen opmerkingen hebben op de aanvraag. Van de overige aangeschreven instanties ontvingen wij geen bericht. De ontwerpbeschikking heeft met ingang van 22 april 2013 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn geen adviezen binnengekomen noch mondelinge of schriftelijke zienswijzen naar voren gebracht. Inhoudelijke beoordeling. De aanvraag betreft de realisatie van compenserende maatregelen voor de aanleg van het Polderhoofdkanaal op de locatie Alddjip. Langs het Adldjip wordt een bypass aangelegd, welke aansluit op het petgatengebied Piershiem. De petgaten worden onderling verbonden. Vervolgens worden de petgaten aangesloten met een tweede bypass welke Piershiem weer aansluit op het Alddjip. Doelstelling is de realisatie van nieuwe leefgebieden voor de te compenseren doelsoorten vanuit de heropening van het Polderhoofdkanaal. Bij de werkzaamheden komt ongeveer 31.000 m3 grond en ongeveer 5.800 m3 slib vrij. Het vrijkomende materiaal zal binnen het projectgebied verwerkt worden in kaden en/of op aangrenzende percelen. Bij de beoordeling van de aanvraag hebben de volgende aspecten een rol gespeeld. In eerdergenoemde brief van 4 december 2012, delen Burgemeester en Wethouders mee, dat de te ontgronden perceelsgedeelten liggen in het bestemmingsplan Landelijk gebied en hebben hierin de bestemming agrarisch gebied en natuurgebied. Op 28 november 2012 is een omgevingsvergunning verleend, met kenmerk 20120805V. Zoals ook in deze omgevingsvergunning is aangegeven voldoen de werkzaamheden welke gemoeid gaan met de ontgronding aan het geldende bestemmingsplan. Wij concluderen dat er geen planologische belemmeringen zijn voor het verlenen van de gevraagde ontgrondingsvergunning. Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân hebben op 15 juli 2011 een vergunning verleend op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998. De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft op 5 april 2013, kenmerk FF/75C/2010/0497, een ontheffing afgegeven in het kader van de Flora- en faunawet. Deze ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet, is van toepassing voor zover het betreft het beschadigen, vernielen of verstoren van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfsplaatsen van de waterspitsmuis, grote modderkuiper en de gestreepte waterroofkever, alsmede van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfsplaatsen van de kleine modderkruiper en de groene glazenmaker.
-2/5-
Ons kenmerk: 01060104
Wij concluderen dat er geen belemmeringen vanuit het oogpunt van natuurbescherming zijn voor het verlenen van de gevraagde ontgrondingsvergunning. Wij nemen verder voor deze aspecten geen voorschriften op, deze volgen immers al uit de Natuurbeschermingswet, c.q. de Flora- en faunawet. Uit het archeologisch onderzoek van ARC bv, ‘Een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen voor de Kraanlannen en Alddjip te Nij Beets, gemeentes Smallingerland en Opsterland (F)’, rapportnummer 2012-101, versie 2.1, 28 september 2012, blijkt dat op basis van de resultaten van het onderzoek er vanuit archeologisch oogpunt geen bezwaren zijn tegen de geplande werkzaamheden. Indien tijdens de werkzaamheden archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, dan dient contact opgenomen te worden met onze provinciale archeoloog, de heer G. de Langen. Wij zullen dit in de voorschriften opnemen. Naast de ontgronding ligt een voormalige stortplaats. Deze is weergegeven op de tekening ‘Alddjip Situatie, projectnummer 9X2153.A0, tekeningnummer 2323-103, d.d. 28-09-2012. Uit het (water)bodemonderzoek van Royal HaskoningDHV, ‘(Water)bodemonderzoek heropening Polderhoofdkanaal’, rapportnummer 9X2153.A0, d.d. 2 oktober 2012, blijkt dat de werkzaamheden op enige afstand van de eigenlijke stort plaatsvinden. Het stortmateriaal wordt niet aangeroerd. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat in eerdere onderzoeken is vastgesteld dat het grondwater niet verontreinigd is geraakt als gevolg van het stortmateriaal. De naastgelegen voormalige stortplaats vormt daarom geen aanleiding tot het weigeren van de gevraagde vergunning. Wel moet bij graafwerkzaamheden in de nabijheid van de stort gelet worden op de aanwezigheid van stortmateriaal, omdat het altijd mogelijk is dat de stort anders ligt dan destijds op tekening is vastgelegd. Indien stortmateriaal aangetroffen wordt, bij de werkzaamheden naast de voormalige stortplaats, dan dient contact opgenomen te worden met de toezichthouder van de afdeling Omgevingsvergunningen en Toezicht van de provincie. Wij zullen dit hierna voorschrijven. Daarnaast is geconstateerd dat de deklaag op de stort niet de vereiste dikte heeft. Dit maakt geen onderdeel uit van de ontgrondingsvergunning, maar wij willen u vragen of dit, mogelijk als onderdeel van de herinrichting, verholpen kan worden, omdat bij de werkzaamheden bodemmateriaal vrijkomt. Er is ons niet van bezwaren gebleken die zouden moeten leiden tot het weigeren van de gevraagde ontgrondingsvergunning. Ook bij ons college bestaat geen bezwaar tegen de voorgestane ontgrondingswerkzaamheden. Wij zullen de gevraagde vergunning onder de hierna te noemen voorschriften verlenen. In z’n algemeenheid kan gesteld worden dat ontgrondingswerkzaamheden naar hun aard tijdelijk zijn. Dit is ook het geval met de ontgrondingswerkzaamheden waarvoor nu vergunning wordt aangevraagd. Gelet hierop en het bepaalde in artikel 3, lid 2, van de Ontgrondingenwet verbinden wij terwille van de duidelijkheid richting derden termijnen aan zowel de uitvoering van de werkzaamheden (voltooiingstermijn) als aan de geldigheid van de vergunning (geldigheidstermijn). In uw geval hebt u te kennen gegeven de vergunning aan te vragen tot en met 31 december 2014. Gelet op de ervaringen met soortgelijke werkzaamheden verbinden wij aan de uitvoering van de werkzaamheden een termijn van 2 jaar en aan de geldigheid van de vergunning een termijn van 3 jaar. Beide termijnen beginnen te lopen op de dag nadat de beroepstermijn is afgelopen, tenzij er binnen de beroepstermijn een verzoek is gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. In dat geval beginnen de termijnen te lopen op het moment dat door de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op dat verzoek is beslist.
-3/5-
Ons kenmerk: 01060104
Gelet op de bepalingen in de Ontgrondingenwet, de Ontgrondingenverordening Friesland en het Mandaatstatuut provincie Fryslân besluiten wij: u, ten behoeve van het beoogde doel, vergunning te verlenen voor het ontgronden van een gedeelte van de percelen kadastraal bekend gemeente Beetsterzwaag, sectie E, nrs. 42, 106, 107, 108, 115, 188, 247, 248, 265 en 304, voor een termijn van 3 jaar, overeenkomstig de gegevens vervat in de van de vergunning deel uitmakende aanvraag en met in achtneming van de hierna te noemen voorschriften: 1.
2. 3.
4. 5.
6.
De werken dienen te worden uitgevoerd en onderhouden overeenkomstig de bij deze beschikking behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening ‘Alddijp Situatie ontgronding, projectnummer 9X2153.A0, tekeningnummer 2323-107, d.d. 28-09-2012, tekening ‘Alddjip Situatie, projectnummer 9X2153.A0, tekeningnummer 2323-103, d.d. 28-09-2012 en tekening ‘Alddjip Profielen, projectnummer 9X2153.A0, tekeningnummer 2323-803, d.d. 28-09-2012. De werken dienen binnen 2 jaar te zijn voltooid. Het begin van de werkzaamheden moet ten minste 10 dagen van tevoren en de beëindiging moet direct worden doorgegeven aan de toezichthouder van de afdeling Omgevingsvergunningen en Toezicht van de provincie, schriftelijk of per e-mail (
[email protected]). Indien bij de werkzaamheden waardevolle archeologische waarden worden aangetroffen, dan moet onverwijld contact opgenomen worden met de provinciale archeoloog, de heer G. de Langen. Indien bij de werkzaamheden in de nabijheid van de voormalige stortplaats stortmateriaal wordt aangetroffen, dan dienen de werkzaamheden stilgelegd te worden en dient er contact opgenomen te worden met de toezichthouder van de afdeling Omgevingsvergunningen en Toezicht van de provincie, telefonisch of per e-mail (058-292 5532 of
[email protected]). Indien ten minste drie maanden voor afloop van de onder 2 genoemde voltooiingstermijn een verzoek om verlenging van de voltooiingstermijn en/of van de geldigheidstermijn worden ingediend, dan worden deze termijnen automatisch verlengd tot het moment waarop onze beslissing op dit verzoek in werking is getreden, echter met maximaal zes maanden.
Namens het college van Gedeputeerde Staten,
Ing. N.G. Kistemaker Clusterleider Vergunningverlening Afdeling Omgevingsvergunningen en Toezicht
-4/5-
Ons kenmerk: 01060104
I.a.a.: Burgemeester en Wethouders van de gemeente Opsterland Postbus 10.000 9244 ZP BEETSTERZWAAG Het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân t.a.v. Cluster Plannen Postbus 36 8900 AA LEEUWARDEN L.T.O.-Noord, Grondgebruik en Milieu t.a.v. de heer J. Galema Postbus 186 9200 AD DRACHTEN Stichting Friese Milieufederatie Postbus 713 8901 BM LEEUWARDEN Royal Haskoning DHV Postbus 165 8330 AD STEENWIJK Wetterskip Fryslân Postbus 36 8900 AA LEEUWARDEN Staatsbosbeheer Trompsingel 1 9724 CX GRONINGEN Cornelia-Stichting Hoofdstraat 12 9244 CN BEETSTERZWAAG De heer A. Poppinga Domela Nieuwenhuisweg 98A 9245 VD NIJ BEETS De heer G. Dijkstra en mevrouw J.M. Hoomans Domela Nieuwenhuisweg 105 9245 VD NIJ BEETS Mevrouw Rienks en de heer Visser Bloemgracht 86 1015 TM AMSTERDAM Mevrouw Rienks en de heer Visser Domela Nieuwenhuisweg 112 9245 VD NIJ BEETS
-5/5-
Ons kenmerk: 01060104