. Betreft
: NOTULEN – openbare informatie- en overlegvergadering van de raad van de gemeente Pekela
Datum
: 24 mei 2011
Aanvang
: 20:00 uur
Aanwezig
: voorzitter: de heer M. Schollema, raadsgriffier: de heer G. Wijers, raadsleden: de dames J.J. Fridrichs-Kok, K.L. de Lange-Hazelhoff, L.H. Martens, G. SmitNorder en W. Swarts en de heren K. Beikes, H.H. Busemann, G.A. Kupers, C. Oosterveld en H. Siegers (sr), wethouders: mevrouw A. Duit, de heren H. Hemmes en J.J. van Mannekes
Afwezig
: raadsleden: mevrouw J. Westers-Borgesius, de heren E. Dijk, H.H. Hoiting, K. Kruisman, P.H. Siegers (jr)
1.
Opening
De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Er is bericht van verhindering ontvangen van mevrouw Westers en de heren P.H. Siegers, Dijk, Hoiting en Kruisman. Ook vraagt hij aandacht voor initiatief van De Stichting Pekelpop voor haar eerste Stropop. Dat evenement zal aanstaande vrijdagavond plaatsvinden. Vrijkaarten zijn hier verkrijgbaar. 2.
Vaststelling agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3.
Mededelingen
De voorzitter dat dit de eerste gemeenteraadsvergadering is na het bezoek van Hare Majesteit de Koningin aan Pekela. Iedereen heeft bijzonder genoten van de dag. Velen hebben meegewerkt en zich ingezet voor het welslagen van die dag. De maandag na het bezoek is hij namens de Koningin gebeld. Uit Haar naam is de waardering uitgesproken voor de manier waarop Zij in Pekela is ontvangen. Vervolgens gaf zij twee dagen later tegenover collega Rehwinkel aan dat ze met veel plezier en interesse een bijzondere ontwikkeling in Pekela had gadegeslagen, en daar een bijzonder positieve indruk aan over had gehouden. Een mooier compliment is bijna niet denkbaar. Zowel kinderen als volwassenen hebben in de nachten voorafgaand aan het bezoek slecht geslapen. De kinderen hebben zijn goed op het bezoek, waarbij zij centraal stonden. Wethouder Duit heeft de Koningin door de school geleid. Ze praatte met kleine kinderen die bij een tafeltje aan het werk waren. Toen ze weer wegliep zei een van de kleine meisjes tegen de juf: “Dit is niet de Koningin, hoor. Dit is een oma.” Zij heeft daarmee als Koningin een warm gevoel weten over te brengen. Vooral daardoor is het een bijzonder geslaagde middag geweest. Het betreft het grootste project dat de gemeente Pekela de afgelopen jaren heeft uitgevoerd de brede school. De raad heeft daar na een uitgebreide politieke discussie een bepaald krediet
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 1
voor beschikbaar gesteld. Het college heeft daarmee de opdracht gekregen om een uiterste inspanning te doen om dat project ook binnen het beschikbaar gestelde bedrag te realiseren. De eindafrekening is nog niet bekend, maar het is al wel duidelijk dat de werkelijke kosten ruimschoots binnen dat bedrag zijn gebleven en het project binnen de uitgangspunten en de planning is gerealiseerd. Dat is een compliment voor de organisatie. Wij hadden van Thieme Zweers ook niet anders verwacht. Dit was zijn laatste grote project. Nog vrij recente eerdere projecten, waarbij hij een belangrijke rol gespeeld heeft, zijn de brandweerkazerne en de verbouw van het gemeentehuis Iedere keer heeft hij het project binnen het budget kunnen realiseren. Het is een compliment waard aan de organisatie, dat Pekela er – in tegenstelling tot het landelijke beeld dat men gisteren op de tv heeft kunnen zien – wel in slaagt om projecten binnen het budget te realiseren. Thieme Zweers neemt binnenkort afscheid Spreker bedankt iedereen die bij heeft gedragen aan dit succesvolle project. 4.
Notulen van de vergadering van 12 april 2011
De notulen van de vergadering van 12 april 2011 worden ongewijzigd vastgesteld. 5.
Spreekrecht voor (groepen van) burgers en verenigingen / instellingen
Er hebben zich geen burgers gemeld voor het spreekrecht. 6.
Gedachtenwisseling over de Nota afvalbeleid gemeente Pekela en de vraagpunten in dat verband
Wethouder Duit begint met de vaststelling dat afval een boeiend onderwerp is. Van afval worden heel veel andere dingen gemaakt. Bij glazen potjes wordt zelfs van de etiketten nog weer wat gemaakt. Afval gaat ook de hele wereld over. Er wordt zelfs fors aan verdiend. Er gaat veel geld om in afval. Zij hoopt dat dit de raad het onderwerp net zo boeiend vindt als zij. Vaak komt het college met een kant-en-klaar voorstel bij de raad. Dit keer heeft het er voor gekozen om de raad een aantal keuzes voor te leggen. In 2008 heeft de raad al besloten om over te gaan op containerregistratie, onder andere om te voorkomen dat er vele ‘illegale’ containers rondzwerven binnen de gemeente. In het collegeakkoord is ook een aantal dingen gezegd over afval, bijvoorbeeld over optimalisatie van afvalscheiding, onderzoeken van gescheiden inzameling van kunststoffen en de nota afvalbeleid. In 2010 heeft een sorteeranalyse plaatsgevonden. Er is dus al veel informatie. Op basis van die informatie kunnen keuzes gemaakt worden. Er zijn in Nederland veel verschillende meningen over afval. Ook zijn er ook veel manieren om met afvalinzameling en afvalverwerking om te gaan. Een voorbeeld is bronscheiding versus nascheiding van kunststoffen. De ene keer komt uit een onderzoek dat bronscheiding beter is; een ander onderzoek geeft aan dat nascheiding beter is. De vraag is hoe men de beste keuze kan maken als men uitgaat van optimale afvalscheiding. Spreekster is benieuwd hoe de raadsfracties over bepaalde zaken denken. Een belangrijk vraagstuk is doorgegaan moet worden met nascheiding van kunststoffen, of overgegaan wordt op bronscheiding, eventueel in combinatie met een kleinere restafvalcontainer. Een andere vraag is of doorgegaan moet worden met papierinzameling op de huidige wijze, of dat hier minicontainers voor ingezet worden. Weer een andere vraag is of nieuwe containers aangeschaft worden in combinatie met containerregistratie. Spreekster wil graag weten hoe de raad over deze punten denkt. Sebastiaan Ruddijs het nieuwe afdelingshoofd Ruimte en economie zal straks iets vertellen over afvalinzameling. Peter de Vries is afvaldeskundige en beleidsmedewerker milieu. Hij kan alle ingewikkelde vragen van de raad beantwoorden. Hij heeft ook deze notitie geschreven.
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 2
De heer Ruddijs zegt de passie voor de vraagstukken rond afval te delen. Dat geldt ook voor Peter de Vries en andere medewerkers van de afdeling. Aan de hand van de bij deze notulen gevoegde sheets houdt hij de presentatie met Peter de Vries. In Nederland hebben verschillende overheden verschillende taken ten aanzien van afvalinzameling en afvalbeleid. Dat is vastgelegd in het LAP (Landelijk Afvalbeheerplan). Inmiddels heeft men LAP2, dat in 2009 vastgesteld is. Het geldt tot 2015. Gemeenten hebben onder andere de plicht om huishoudelijk afval in te zamelen en een brengstation te hebben voor grof huishoudelijk afval. Ook hebben gemeenten de beleidsmatige plicht om afvalscheiding en bewustwording te bevorderen. De achterliggende gedachte binnen Europa en Nederland is de zogenaamde “Ladder van Lansink”. De gedachte is om in eerste instantie te proberen te voorkomen dat afval geproduceerd wordt. Als dat toch geproduceerd wordt, dan moet in de vervolgens gekeken worden of het niet nog een keer gebruikt kan worden. Een voorbeeld daarvan is de statiegeldfles, die meerdere keren gebruikt kan worden. Als dat niet mogelijk is, dan kan bekeken worden of het materiaal hergebruikt kan worden: recycling. Als dat ook niet kan, dan zou men kunnen bekijken of het een andere nuttige toepassing kan krijgen in de vorm van energieopwekking door verbranding. Die laatste optie is het gaan afval. Vroeger was dat heel normaal, maar tegenwoordig wil men dat liever niet meer. Het gebeurt wel met stoffen die bijvoorbeeld zo gevaarlijk zijn dat ze niet op een veilige manier verbrand kunnen worden, maar in principe verdienen binnen het Nederlandse beleid de voorgaande stappen de voorkeur. Wat wordt verstaan onder huishoudelijk afval en hoe krijgen gemeenten daarmee te maken? Huis aan huis worden GFT, papier en restafval ingezameld. Er zijn wijkvoorzieningen voor glas en textiel. Grof huishoudelijk afval kan naar het brengstation gebracht worden, of kan op verzoek opgehaald worden. Het op een hygiënische manier verpakken van voedingsmiddelen levert een enorme hoeveelheid kunststof verpakkingen op. Kunststoffen kunnen goed hergebruikt / gerecycled worden. Daarom is gekeken of kunststoffen niet aan de bron gescheiden zouden kunnen worden, want die hebben ook in Nederland een enorme vlucht genomen. De meeste gemeenten in Nederland (circa 400) zamelen kunststof in via bronscheiding. Ongeveer 50 gemeenten doen dit via nascheiding. Het kunststof zit dan tussen het restafval, maar wordt daar door de afvalverwerker uitgesorteerd. Er is veel discussie over of nascheiding niet praktischer of beter is; de meningen zijn daar over verdeeld. Veel gemeenten – met name kleinere gemeenten – kiezen voor scheiding aan de bron. Grotere gemeenten kiezen om praktische redenen vaker voor nascheiding. Inzamelen van grof huishoudelijk afval kan op twee manieren. Veel burgers vinden het prettig dat ze het zelf naar het afvalbrengstation kunnen brengen. Het is ook mogelijk om het op afroep te laten afhalen. Voor de raad is het interessant om te weten welke instrumenten hij heeft om het gedrag te beïnvloeden en het afvalbeleid aan te scherpen. Door voorlichting kun je mensen bewust maken van wat ze moeten en kunnen met afval, zodat ze er op een bewuste manier mee omgaan. Je kunt inzamelmethoden verbeteren en optimaliseren en de inzamelmiddelen kunnen afgestemd worden op de lokale situatie. Containerregistratie is een van de voorbeelden van verbetering van de inzamelmiddelen. Van voorlichting is bekend dat die heel belangrijk is, maar ook dat het effect erg tijdelijk is. Velen zijn van goede wil, maar hebben af-en-toe een stukje bewustwording nodig. Het zou daarom eigenlijk een permanent karakter moeten krijgen. Inmiddels is besloten om in Pekela in het najaar opnieuw een impuls te geven aan voorlichting over afvalbeleid. Een andere instrument waarmee wat gedaan kan worden, is verbetering van de inzameling. Bronscheiding wordt gezien als een goede manier om verstandig afval in te zamelen. Het heeft een hoog milieurendement. Voor gemeenten heeft het als voordeel dat er minder afval aangeboden hoeft te worden bij de afvalverwerker. Daardoor wordt geld bespaard, het rendement is hoger dan bij nascheiding en het draagt bij aan de bewustwording. Een zak huishoudelijk afval bestaat vaak voor meer dan de helft uit kunststoffen verpakkingsmateriaal. Het scheelt dus
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 3
enorm als je dat er vooraf uithaalt. Er hoeft dan minder restafval afgevoerd te worden naar Attero in Groningen. Dit betekent voor de gemeente dat de kosten naar beneden gaan. Het is efficiënter om de kunststof vooraf te scheiden, omdat de opbrengst dan groter is. Want bij nascheiding blijft altijd nog kunststof achter. Daarnaast heeft bronscheiding nog een voordeel, namelijk het bevorderen van de bewustwording bij de burger. Als al glas en papier geschieden worden, kan plastic daar ook nog wel bij. Een actieve, moderne burger is daar helemaal op ingesteld. Mevrouw De Lange merkt op dat gezegd is dat bij Attero betaald moet worden voor alles wat daar heen gebracht wordt. Zij krijgt echter ook geld voor plastic. Als afval afgevoerd wordt naar Attero, wordt het daar dan gescheiden en krijgt de gemeente dan geld voor het plastic? De heer Ruddijs zegt dat de betaald moet worden voor wat gebracht wordt. Er is een landelijke stichting die scheiding van kunststoffen bevordert. Als de gemeente de scheiding zelf doet, ontvangt ze dat geld zelf. De gemeente Pekela doet dat op dit moment niet zelf. Het geld van de stichting gaat dan naar Attero. Mevrouw De Lange zegt dat de gemeente dan minder zou moeten betalen voor het aangeleverde afval. Als Attero geld ontvangt voor de kunststoffen, dan zou ze dit via de tarieven terug moeten betalen aan de gemeente. De heer De Vries zegt dat het restafval afgevoerd wordt naar ARCG. Die voert het door naar Attero. Daar vindt nascheiding plaats. De bijdrage van Nedvang voor nascheidingsgemeenten is € 350 per ton. Voor bronscheidingsgemeenten is de bijdrage € 450 per ton. Wanneer de gemeente Pekela aan bronscheiding zou doen, zou zij sowieso € 130 per ton uitsparen. Dit is namelijk het bedrag dat per ton afval betaald moet worden. De heer Kupers merkt op dat in de bijlage gesproken wordt over € 475 in plaats van € 450. Hij concludeert dat de gemeente Pekela per jaar € 13.000 overhoudt als men over zou gaan op bronscheiding. Klopt dat? De heer De Vries beaamt dat dit klopt. In het rapport is een calculatie gemaakt op basis van de geraamde kosten. De heer Kupers merkt op dat Pekela dan al lang over had moeten gaan op bronscheiding. De heer H. Siegers vindt het vreemd dat bij bronscheiding meer geld verstrekt wordt dan bij nascheiding. In het artikel staat dat het budgettair-neutraal zou moeten zijn. Spreker vindt het vreemd dat aan nascheiding minder geld wordt besteed. Dat zou gelijk moeten zijn. De heer De Vries zegt dat Nedvang een berekening heeft gemaakt van wat gemeenten kwijt zouden zijn bij bronscheiding en bij nascheiding. De kosten voor nascheiding zijn nog steeds niet definitief. Nascheidingsgemeenten hebben als voordeel dat ze vooraf weten welke kosten ze kwijt zijn. De gemeente Pekela heeft een overeenkomst met ARCG tot en met 2012. De gemeente betaalt gewoon € 130 per ton voor het aangeleverde restafval. Daarnaast krijgt de afvalverwerker de bijdrage die de gemeente van Nedvang zou ontvangen voor het verwerken van het afval. De heer H. Siegers zegt dat Nedvang een organisatie is die door het bedrijfsleven is opgericht. Zij betaalt dit uit een soort belasting op het verpakkingsmateriaal. Zij heeft wel een winstoogmerk, dus ze wil wel zo goedkoop mogelijk werken.
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 4
De heer De Vries beaamt dit. Nedvang doet dit niet voor niks. Burgers betalen voor ieder product waarvoor dat van toepassing is een bijdrage, net als voor bijvoorbeeld wit- en bruingoed. De voorzitter stelt voor om de presentatie eerst af te ronden, en daarna de discussie te houden. De heer Ruddijs vervolgt zijn presentatie. Hij noemt enkele nadelen van bronscheiding. Het vergt een inspanning van de burger. Nascheiding kan met vaste contracten geregeld worden, en bij bronscheiding is het onzekerder. De kosten zijn daardoor ook iets minder zeker. Een ander instrument wordt gevormd door de inzamelcontracten. De textielinzameling gebeurt momenteel nog redelijk traditioneel. Textiel wordt wel gedeeltelijk hergebruikt, maar niet gerecycled. Met andere inzamelmethoden of inzamelcontracten kan er mogelijk meer worden uitgehaald. Ook kan gekeken worden naar het inzamelmiddel. Een voorbeeld is papierinzameling gebundeld op straat of via een papiercontainer. Gebundeld papier is vaak rommelig; het verwaait of verregent. Een papiercontainer blijkt aanzienlijk betere inzamelresultaten op te leveren. Daardoor komt er ook minder papier voor in andere afvalstromen. De ervaringen zijn zeer positief. In de gemeente Oldambt ging het inzamelpercentage met vele tientallen procenten omhoog, nadat overgegaan was op papiercontainers. Dit geeft een positief milieurendement. Een perfectionering van het inzamelmiddel is containerregistratie. De containers die momenteel in Pekela worden gebruikt zijn zeer oud. Het is goed dat ze zo lang gebruikt zijn, maar ze zijn nu wel aan vervanging toe. Containers zijn in principe na 10 jaar af; in Pekela zijn ze al 17 jaar oud. Een ander voordeel van vervanging van afvalcontainers is, dat begonnen kan worden met het chippen van containers. Alleen een container met chip wordt dan geleegd. Hiermee voorkom je illegale containers en is het niet meer mogelijk om ze meerdere keren aan te bieden. Mooie nieuwe containers bevorderen bovendien de afvalscheiding. De heer De Vries zegt dat het bekend is dat sommige huishoudens meerdere containers hebben. Uit bijvoorbeeld de Hugo de Grootstraat zijn maar heel weinig containers teruggekomen. Het is bekend dat sommige mensen meerdere containers gebruiken. Dat is vervelend. Het wordt ook als oneerlijk ervaren als anderen meer containers hebben. Het chippen van containers is een eerlijker systeem. De heer Kupers vindt het vervangen en chippen van containers erg kostbaar. Momenteel worden 40 à 50 containers per jaar vervangen, op een totaal aantal van meer dan 10.000 containers. De huidige containers kunnen nog wel een tijd mee. Het zou een beter alternatief zijn om ieder huishouden twee stickers te geven die niet te vervangen zijn, en alleen de containers die voorzien zijn van zo’n sticker te ledigen. De heer De Vries zegt dat stickeren op zich een goed systeem kan zijn, maar dat stickers snel verouderen. Er zijn gemeenten die dat systeem toegepast hebben. Het duurt maar één of twee jaar, en de administratie is al niet meer zoals die zou moeten zijn. De heer Kupers verwacht dat het prijstechnisch veel goedkoper zal zijn dan de aanschaf van nieuwe containers met chip. De heer De Vries zegt dat die discussie hier al heeft plaatsgevonden. Er is maar één goed systeem voor een goede registratie, die ook actueel gehouden kan worden. Wanneer een container vermist raakt, kan de chip geblokkeerd worden. Bovendien kun je met de nieuwe containers weer 15 à 20 jaar vooruit. Spreker gelooft in de voordelen van een dergelijk registratiesysteem. De heer Kupers zegt dat de huidige containers 17 jaar oud zijn. Die zouden best nog drie of vier jaar mee kunnen.
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 5
De heer De Vries zegt dat het aantal containers dat vervangen moet worden in de toekomst toe zal nemen. De containers zijn van kunststof. Dat heeft te lijden van zon en weersomstandigheden. Daardoor zal steeds meer breuk optreden. De heer Kupers zegt dat op dit moment jaarlijks maar 0,5% van de containers vervangen moet worden. Is het in het kader van de bezuinigingen niet mogelijk om de vervanging van alle containers een paar jaar vooruit te schuiven, bijvoorbeeld door die van een sticker te voorzien? Wethouder Duit zegt dat de raad in 2008 heeft besloten over te gaan op containerregistratie. Er is besloten om in deze periode over te stappen op containerregistratie in de vorm van een chip. De discussie daarover in de raad heeft dus al plaatsgevonden. De raad heeft natuurlijk altijd de mogelijkheid om daar op terug te komen, maar er ligt al wel een besluit. De voorzitter zegt dat de inhoudelijke discussie en de technische vraagstelling nu door elkaar gehaald worden. Het is nu de bedoeling om verduidelijking te krijgen waar eventueel onduidelijkheid is. Straks is er ruimte voor een inhoudelijke discussie. De heer Oosterveld merkt op dat in de stukken staat dat de kosten lager zullen worden. Kan aangegeven worden waar die kostenbesparing dan precies in zit? De heer De Vries zegt dat er minder containers zullen zijn. Er zal minder restafval aangeboden worden. Het is heel normaal dat het aantal containers met 10% afneemt. In het overzicht van de kosten is ook meegenomen wat de verwachte besparing zal zijn op de kosten van het restafval. Mevrouw De Lange vraagt waarom de oude containers niet gechipt kunnen worden. De heer De Vries zegt dat deze mogelijkheid wel is onderzocht. De gemeente Pekela heeft Schaffer-containers. Die hebben een grotere opening voor chips. Vroeger gebruikte men grotere chips, nu kleinere. Verschillen in containers vereisen ook verschillende soorten chips Dat wordt dus duurder. Het is dus niet meer mogelijk om de bestaande containers te chippen. De heer Ruddijs zegt dat je de oude containers in zou kunnen zetten voor papierinzameling. Dat geeft weer een kostenbesparing, omdat men daar niet iets nieuws voor aan hoeft te schaffen. De heer H. Siegers merkt op dat deze containers al oud zijn en dat papier behoorlijk zwaar is. Het is dan ook te verwachten dat deze containers relatief snel stuk zullen gaan. Wat voor container krijg je terug als de container van 240 liter stuk gaat? Een zelfde, of een kleinere die men nu van plan is om aan te gaan schaffen? De heer De Vries zegt dat dit sterk afhankelijk zal zijn van de opbrengst van papier. De vraag is of een gemiddeld gezin genoeg heeft aan een container van 180 liter voor het oud papier. Het antwoord daarop zal uit de praktijk moeten blijken. Later kan daarover worden beslist. Een container voor papier biedt nog meer mogelijkheden. Het is mogelijk om deze container voor zowel papier als kunststof te gebruiken. Er wordt dan op een bepaalde dag oud papier opgehaald, en één of twee dagen later wordt kunststofafval opgehaald met dezelfde container. Dat bespaart veel werk bij het inzamelen van kunststof ten opzichte van losse plastic zakken. Een ander voordeel van papiercontainers is dat die ongevoelig zijn voor weersomstandigheden. Dat geldt niet voor ‘los’ papier. De heer H. Siegers zegt dat het in Pekela gebruikelijk is dat kerken en verenigingen papier inzamelen. Is het mogelijk dat de verenigingen de containers ook gebruiken om papier in te zamelen?
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 6
De heer De Vries zegt dat dat mogelijk is, maar dat dat uiteraard niet op dezelfde dag gaat als de gemeente. De heer H. Siegers. zegt dat de verenigingen behoorlijk wat kunnen doen met het geld dat ze daarmee verdienen. De gemeente heeft er echter ook belang bij om zoveel mogelijk oud papier op te halen, want dat kan een kostendekker zijn. Als iedereen zijn oud papier in een container aanbiedt voor een vereniging, dan heeft dat consequenties voor de kostendekkendheid. Wethouder Duit zegt dat het beleid van de gemeente Pekela is dat verenigingen oud papier ophalen op verschillende momenten. Dat wil het college ook zo houden want de verenigingen kunnen het geld goed gebruiken. Wat we met containers voor oud papier willen bereiken, is dat het papier dat nu in het restafval terecht komt – en dus ook niet naar de verenigingen gaat – ook in de container terecht komt. Als het aan het college ligt blijft dat beleid de komende jaren gewoon in stand. Mevrouw Swarts heeft begrepen dat de oudere containers niet meer geschikt zijn voor afval, maar wel voor oud papier. De heer De Vries zegt dat de oude containers niet alleen afgeschaft worden omdat ze helemaal af zijn, maar ook om tegemoet te komen aan de vraag van de raad om te komen tot een containerregistratiesysteem. Als je dan de oude containers nog voor een ander doel kunt gebruiken, is dat mooi meegenomen. Mevrouw Swarts concludeert dat de oude containers niet ingenomen worden. Er komen alleen nieuwe containers bij. De heer De Vries legt uit dat een deel van de containers ingenomen wordt. De rest wordt schoongemaakt en voorzien van stickers voor gebruik voor oud papier. De heer Ruddijs vervolgt zijn presentatie. Bij vervanging van containers kan gekozen worden voor een bepaalde grootte. Als goed aan de slag gegaan wordt met bronscheiding, houden we steeds minder restafval over. Dan is geen container van 240 liter meer nodig, en zouden deze vervangen kunnen worden door containers van 180 liter. Dat heeft een aantal voordelen. Voor de burgers is het een stimulans voor verdere afvalscheiding. Dat leidt uiteindelijk tot minder kosten en een lagere milieubelasting. Wethouder Duit wil graag de standpunten van de fracties weten ten aanzien van de verschillende discussiepunten. De heer H. Siegers vindt dit een boeiend onderwerp. De vraag is of gekozen moet worden voor bronscheiding of nascheiding. De ene dag gaat de voorkeur uit naar het ene, en de andere dag naar het andere. Zijn fractie heeft er een duidelijke mening over: Zij vindt bronscheiding niet de juiste keuze voor de gemeente Pekela. Ze baseert zich daarbij onder andere op het rapport van de VNG over bron- en nascheiding. In Limburg was een wethouder die verplicht werd om kunststofafval te gaan scheiden. Die vond echter dat dat anders zou moeten kunnen. Daar is echter geen nascheidingsinstallatie. Deze wethouder heeft samen met diverse andere Limburgse gemeenten onderzoek laten doen. De conclusie daaruit is heel helder. Die houdt in dat alle gemeenten in Nederland overgaan op nascheiding. Een aantal gemeenten heeft een vuilnisauto vol afval laten brengen. Dat is men gaan scheiden. Bij bronscheiding blijkt er 6 kilo plastic per huishouden aangeleverd te worden, en bij nascheiding 21 kilo. Dat is een groot verschil. Dit heeft die gemeente € 70.000 bespaard. Een rapport van de VNG bevat een andere conclusie. Volgens die maakt bron- en nascheiding weinig verschil qua hoeveelheid. Wel is er een verschil
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 7
in kwaliteit. Uit dat onderzoek blijkt dat de kosten bij bronscheiding € 720 euro per ton zijn. Bij nascheiding zijn de kosten € 684 per ton. Nascheiding is dus goedkoper, maar het scheelt niet veel. Attero zit in een ontwikkelingsfase, dus er zit nog wel wat rek in de tarieven. Gemeenten met Diftar leveren per huishouden gemiddeld 23 kilo kunststof aan. Voor gemeenten zonder Diftar is dat gemiddeld 10 kilo per huishouden. Landelijke gemeenten leveren in het algemeen iets meer kunststof in bij bronscheiding. Zijn fractie vindt dat de gemeente hier niet over moet gaan op bronscheiding. Spreker verwacht dat de genoemde 25 kilo in Pekela lang niet gehaald zal worden. In gemeenten waar met Diftar gewerkt wordt is er een financiële prikkel om te gaan scheiden. Deze financiële prikkel is er niet bij gemeenten die geen Diftar hebben. Een voorbeeld is Bellingwedde. Bellingwedde heeft dit in 2009 ingevoerd, met als argument milieubewustzijn en kostenverlaging. Nu blijkt daar minder plastic ingezameld te zijn en blijken de kosten hoger te zijn. Grote gemeenten zoals Groningen, Rotterdam en Assen zeggen voordeliger uit te zijn met nascheiding, maar voor kleinere gemeenten ligt dat anders. Spreker raadt de raad aan om eens te gaan kijken bij Attero in Groningen. Het formaat van de containers is afhankelijk van de keuze voor voor- of nascheiding. Bij bronscheiding zal men voldoende hebben aan kleinere containers, bij nascheiding zal men de grote containers moeten behouden. Volgens spreker blijkt uit de cijfers dat nascheiding op dit moment voordeliger is dan bronscheiding. Spreker is blij met de opmerking dat oud papier ook in de container aangeleverd mag worden aan kerken en verenigingen. Dat zou wel eens heel gunstig kunnen zijn voor die kerken en verenigingen. Voor kleinbehuisden is drie containers plus een vuilniszak achter het huis wel heel erg veel. Voormalig minister Kremer die dit bedacht heeft, kijkt daar niet vrolijk op terug. In maart zou een gesprek plaatsvinden met de huidige minister. De VNG weet ook nog niet wat zij wil, dus de gemeenten kunnen hun eigen beleid bepalen. Bij Attero is de kwaliteit van het kunststof slechter dan bij bronscheiding. De laatste maanden heeft er een discussie plaatsgevonden over hoeveel procent van het ingezamelde kunststof hergebruikt wordt. Nedvang zegt dat 71% hergebruikt wordt. Van Gansewinkel zegt 50%. Het blijkt 50% te zijn. De helft van de ingezamelde kunststoffen kunnen dus niet hergebruikt worden. De rest gaat naar het buitenland. In Japan wordt dit door Nederland aangeleverde plasticafval verbrand in afvalovens. Dat is ook niet de bedoeling. Voor de bron moet je zijn bij de fabrikant. Die moet andere materialen gaan gebruiken dan kunststoffen. Daarmee kan het probleem worden verholpen. Veel Nederlandse gemeenten hebben aangegeven statiegeld te willen, maar dat gebeurt niet. De organisatie van de verpakkingsindustrie krijgt nu het geld. Tot slot: zijn fractie is voor nascheiding. Mevrouw Martens vindt dit een erg interessant onderwerp. Er zijn al veel vragen gesteld. Zij heeft ook nog enkele vragen. Er werd aangekondigd dat in 2011 een nieuw voorlichtingstraject van start gaat voor afvalscheiding en afvalinzameling. Hoe gaat dat vorm krijgen? Welke gegevens worden geregistreerd in een chip? Gesteld werd dat de kosten voor afvalinzameling zullen dalen wanneer de containers voorzien worden van een chip. Wordt ook een toename van zwerfvuil verwacht? Mevrouw Fridrichs vraagt hoe vaak men verwacht het kunststof in te gaan zamelen: één keer per week, per twee weken, per maand? Mevrouw De Lange merkt op dat in de berekeningen uit is gegaan van een opbrengst van 25 kilo per aansluiting. Dat lijkt haar erg veel. Ze verwacht dat het rond 10 kilo per aansluiting zal zijn. In dat geval wordt het kostenplaatje heel anders. Dan wordt het rekensommetje € 28.000 negatief in plaats van € 13.000 positief. Waarom is uitgegaan van een opbrengst van 25 kilo en is niet gekeken naar omliggende en vergelijkbare gemeenten?
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 8
De oude containers worden ingenomen. Een deel daarvan wordt hergebruikt voor inzameling van oud papier. De afgedankte containers worden ook afgevoerd als restmateriaal. Wat kost dat? Blijft de frequentie van het ophalen gelijk? De keuze is tussen bron- en nascheiding. De kosten zijn daarbij van groot belang voor de keuze. Spreekster wil graag een goed financieel overzicht van de verschillen en voordelen van beide systemen. In de presentatie is aangegeven dat het ook mogelijk is om afval op afroep op te laten halen. Geldt dit ook voor particulieren of alleen voor bedrijven? Is het niet erg kostenverhogend om het voor één of twee personen op afroep op te laten halen? Spreekster is het eens met de SP. Die verwees naar de verpakkingsindustrie. Zij denkt dat de (verpakkings)industrie een zwaarwegende keuze heeft gemaakt. Die heeft gekozen voor plastics. Je kunt ook kiezen voor composteerbare verpakkingsmaterialen. Avebe is daar al heel ver mee. Het is duurder in aanschaf, maar je krijgt dan ook minder restafval dat bijvoorbeeld naar derdewereldlanden gebracht moet worden om daar te verbranden. De gemeente Pekela is een samenwerkingsverband aangegaan, SOZOG. Kan Pekela hier eenzijdig uit stappen? De heer Busemann is het grotendeels eens met de heer Siegers en heeft een voorkeur voor nascheiding. Veel mensen hebben moeite met het maken van het juiste onderscheid tussen de verschillende soorten afval. In de glasbakken worden bijvoorbeeld telkens materialen aangetroffen, die daar niet in thuis horen, zoals spiegels, lampen, etc. Spreker denkt bij kunststof aan petflessen en flacons van wasmiddelen etc. In dit stuk wordt echter ook gesproken over folie, boterkuipjes, schaaltjes van vleeswaren, etc. Gaat iedereen daar wel op de juiste wijze mee om, om al die materialen als kunststof af te voeren? Spreker heeft daar twijfels over. Bij hem leeft de angst, dat er een behoorlijke stroom kunststofafval met het restafval meegaat. Spreker is benieuwd naar de beoogde frequentie voor inzameling van papier en kunststofafval. Er werd aangegeven dat de oude container gebruikt zou kunnen worden voor inzameling van oud papier. Klopt het dat het de bedoeling is om diezelfde container dan enkele dagen later te gebruiken voor de inzameling van kunststof? Spreker verwacht dat dat problemen zal geven voor de mensen die in die periode net niet in de gelegenheid zijn geweest om hun papier aan te bieden. Ze hebben dan misschien wel een halve container met papier, maar willen de dag erop wel het kunststof aanbieden. Dat kan dan echter niet in die container omdat we papier en plastic niet door elkaar willen hebben. Mevrouw De Lange vroeg al waarom de oude containers niet gechipt kunnen worden. Daar is al een antwoord op gegeven. Spreker herinnert zich uit de vorige discussie ook dat de containers al op leeftijd zijn. Dat die op termijn vervangen moeten worden en dat het daarom ook niet interessant is om die nog van een chip te voorzien. Spreker is het niet eens met de opmerking dat een sticker maar één of twee jaar mee gaat. Er zijn tegenwoordig voldoende mogelijkheden om een sticker aan te brengen die meer dan twee jaar blijft zitten. Spreker steunt de opmerking van de heer Kupers dat het nog niet nodig is om de containers te vervangen als er jaarlijks slechts een klein percentage afgekeurd wordt. Er is een problematiek met het veelvuldig aanbieden van containers of het hebben van meerdere containers. Die zou ondervangen kunnen worden, bijvoorbeeld door een sticker aan te brengen. Wij zouden dan met de huidige containers nog wel enkele jaren vooruit kunnen. Het stuk bevat ook en kostencalculatie. Die is gebaseerd op 2010. Er staan ook gegevens in van 2008 en 2006. Daar zitten behoorlijke grote verschillen in het percentage van aanbieden van bepaalde materialen. Is een gemiddelde van drie jaren niet beter dan de ervaringen van één jaar? Er zit soms wel 50% verschil tussen het ene en het andere jaar. De heer Kupers vraagt naar het inzamelen van oud papier door de verenigingen. De verenigingen en kerken die nu oud papier ophalen doen dat vaak met aanhangers en boerenkarren.
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 9
Al het losse papier moet daar dan in gegooid worden. Dat lijkt spreker onwerkbaar. De vereniging zou dan een dure auto in moeten huren om het papier op te halen. Gaan bron- en nascheiding wel of niet samen? Mevrouw Swarts begrijpt dat er in 2008 een raadsbesluit is geweest over het chippen van containers. Ze vraagt of er in Pekela al proeven zijn gedaan met het chippen van containers. Spreekster is van mening dat de oud papier inzameling in Pekela goed verloopt. Het lijkt haar een goed systeem. Ook vindt zij het een goed systeem dat mensen eenmaal per maand kunnen bellen om grof vuil op te laten halen. Mensen hebben allemaal een rood kistje in huis voor chemisch afval. Wordt daar nog iets mee gedaan? Spreekster is geen voorstander van kleinere containers. Kleinere containers kunnen zwerfafval in de hand werken. Spreekster is ook geen voorstander van Diftar. Diftar treft mensen die het eigenlijk niet kunnen betalen, en dat moet men in Pekela niet willen. De voorzitter schorst de vergadering voor een korte pauze. Na heropening van de vergadering geeft hij het woord aan de heer Ruddijs voor de beantwoording van de vragen. De heer Ruddijs zegt dat er behoorlijk wat technische vragen zijn gesteld. De heer De Vries zal die vragen beantwoorden. Voor de duidelijkheid zal spreker de vragen eerst even kort samenvatten. De heer Siegers sprak over de situatie in Bellingwedde, waar begonnen is met bronscheiding maar waar dat niet bepaald een groot succes is geworden. De heer De Vries zegt dat de heer Siegers dit wijt aan de bronscheiding, maar dat hij andere informatie heeft. Binnen SOZOG vindt regelmatig intern overleg plaats. Daar wordt gesproken over hoe zaken lopen bij andere gemeenten. Bronscheiding levert in de gemeente Bellingwedde 15 kilo per inwoner op. Dat is behoorlijk veel. Daarnaast heeft Bellingwedde echter gemeend tariefdifferentiatie in te moeten voeren. Ze is toen uitgegaan van een bepaalde inschatting van het aantal containers met restafval dat nog aangeboden zou worden. Dat aantal is behoorlijk tegen gevallen. De vaste kosten zijn dus veel hoger en de variabele opbrengsten lager dan verwacht werd. Toen is een beslissing genomen over verhoging van de afvalstoffenheffing. De oorzaak is dus niet de bronscheiding. Als bronscheiding een succes wordt, dan wordt weinig restafval aangeboden. Als je rekening houdt met de vaste kosten, dan is dat alleen maar heel positief. Er moet dan echter wel een goede berekening gemaakt worden. De heer H. Siegers merkt op, dat hij niet luistert naar ambtenaren, maar naar de mensen. Mensen hebben het idee dat ze goed hun best hebben gedaan met kunststofinzameling, en nu toch een hogere nota krijgen. Zij weten niet waarom. De heer De Vries zegt dat het jammer is dat in Bellingwedde een verkeerde inschatting is gemaakt van de besparing en daardoor de afvalstoffenheffing gedeeltelijk heeft verlaagd. Die inschatting is niet uitgekomen. Dat probleem heeft zich bijvoorbeeld ook in Stadskanaal voorgedaan. In de gemeente Bellingwedde was de opbrengst 15 kilo per inwoner. In Stadskanaal was dat slechts 9 kilo per inwoner. De gemeente Pekela zit met nascheiding momenteel rond 10 kilo per inwoner. Het is dus moeilijk om in te schatten wat het effect van bronscheiding zal zijn op het restafval. De heer Ruddijs zegt dat de effecten van tariefdifferentiatie en het verschil tussen bron- en nascheiding ook nog terugkomen bij de vragen over zwerfafval. De heer Siegers vroeg ook of het college zich wel op het juiste rapport gebaseerd heeft. De ambtenaren ontvangen regelmatig nieuwe cijfers en houden zich op de hoogte van de ontwikke-
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 10
lingen. De heer De Vries zal ingaan op de nieuwste rapporten en inzichten op het gebied van bronscheiding. De heer De Vries zegt dat hij zich gebaseerd heeft op het rapport van K+V en VNG. Dat was een gedegen onderzoek naar de verschillen tussen bron- en nascheiding. Van het onderzoek uit Limburg weet hij niet wat de uitgangspunten zijn geweest. Van organisaties als VNG en K+V mag verwacht worden dat zij gedegen onderzoek doen. Zij komen tot de conclusie dat bronscheiding het meest robuuste inzamelsysteem is. De heer H. Siegers zegt dat hij hetzelfde rapport heeft gelezen, maar dat hij er een andere conclusie uit trekt, met name met betrekking tot Diftar- en niet-Diftar-gemeenten. In het rapport van Windmill is voor de Limburgse gemeenten heel duidelijk omschreven hoe het onderzoek opgezet is. Er was een verschil van 6 kilo bij bronscheiding en 21 kilo bij nascheiding, over 24 gemeenten die een vrachtauto met huisvuil aangeleverd hebben. Gezien die cijfers zou het college dat toch nog nader moeten gaan bekijken. De heer De Vries zegt dat hij de kwaliteit van dat onderzoek moeilijk kan beoordelen. De VNG en K+V komen tot de conclusie dat bronscheiding het meest robuuste systeem is met het hoogste hergebruikpercentage. Daar kan men lang over discussiëren, maar het is misschien net wat men er uit leest. De heer Ruddijs zegt dat mevrouw Martens vroeg naar het voorlichtingstraject. De heer De Vries zegt dat met de afdeling voorlichting al is gesproken over de aanpak. Een aantal jaren geleden is er al een dergelijke voorlichtingscampagne geweest. Die heeft een positieve invloed gehad op afvalscheiding. De laatste jaren loopt het weer iets terug, hoewel 2010 wel weer redelijk was. Daarin is besloten dit weer op te pakken om mensen meer bewust te maken van het belang van afvalscheiding. Mevrouw Martens vraagt of de heer De Vries daar iets concreter in kan zijn. Wethouder Duit zegt dat al een aantal bijeenkomsten geweest zijn met de afdeling voorlichting om te bepalen welke instrumenten kunnen worden ingezet. Vroeger gebeurde dat via een krantje. Dat werkte ook goed. We zoeken nu naar de juiste instrumenten. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om in het Pekelder Streekblad wekelijks aandacht te besteden aan een bepaald aspect van afvalscheiding en inzameling. Spreekster wil graag breder communiceren, met positieve voorbeelden van afvalscheiding. Veel mensen denken nog steeds dat het GFT-afval op één grote hoop komt met het restafval en dat er onvoldoende gebeurt met ingezameld glas, etc. Er zijn allerlei leuke voorbeelden van wat er wordt gedaan met afvalstromen, zodat de mensen duidelijk gemaakt kan worden, dat afval zo langzamerhand een grondstof is geworden voor de productie van energie of andere producten. Het college wil daarom op allerlei manieren communiceren dat afvalscheiding zinvol is. De heer Ruddijs zegt dat mevrouw Martens ook de vraag stelde wat er geregistreerd wordt op de chip. De heer De Vries zegt dat dit chip uitsluitend een nummer bevat dat gekoppeld wordt aan een adres. In een computerprogramma wordt bijgehouden welke chip hoort bij welk adres. Als een container vermist wordt of kapot is en vervangen moet worden, dan wordt de chip gewoon gewist en uit het systeem gehaald. Die container kan dan ook niet meer door de vuilniswagen geleegd worden.
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 11
De heer Ruddijs zegt dat door mevrouw Martens en door anderen ook gevraagd is naar zwerfafval. Kunnen de chip, de kleinere container en bronscheiding niet leiden tot meer zwerfvuil? De heer De Vries zegt dat inderdaad het risico gelopen wordt, dat mensen minder zorgvuldig omgaan met afval als de controle scherper gaat worden. Het is daarom van belang om mensen meer bewust te maken van hun verantwoordelijkheid voor afvalscheiding. De heer Ruddijs vraagt of dit met name een Diftar-risico is, of dat dit ook een risico is bij de maatregelen die hier zijn voorgesteld. De heer De Vries zegt dat dit probleem zich bij Diftar veel sneller voor zal doen. Als mensen per lediging moeten betalen, zijn ze sneller geneigd om de dingen niet te doen zoals ze die zouden moeten doen. Wanneer men voldoende containerruimte beschikbaar heeft voor het afval, dan moet het geen probleem zijn. Mevrouw Swarts merkt op dat enkele raadsleden opmerkingen maakten over bestickeren van containers. Zij wil daarin nog wel een stapje verder gaan. De heer De Vries zei dat dat maar twee jaar zou werken, maar daar gelooft zij niet in. Er kan toch ook iemand aangesteld worden om voor de vuilnisauto te lopen om de containers te controleren. Dan is een baan gecreëerd voor iemand. Dat geeft een goede controle. De heer De Vries zegt dat controle altijd goed is. Het is echter erg moeilijk, want het enige wat men kan controleren is de GFT-container. In een restafvalcontainer mag men alles doen, ook GFT-afval. Dat is niet verboden. De enige manier om een GFT-container te controleren is dat vooraf gaand aan de vuilnisauto de container op de inhoud wordt gecontroleerd. Dat wordt in de praktijk erg moeizaam. Wel zou je steekproefsgewijs eens containers mee kunnen nemen om de inhoud te controleren. Ook dan kun je incidenteel mensen aan kunnen spreken op niet-juist gedrag. De voorzitter zegt dat de vraagstelling iets anders was. Het had te maken met de stickers. De heer De Vries zegt dat de gemeente Menterwolde een sticker heeft toegepast. Dat is een fiasco geworden. Het heeft veel tijd en geld gekost en nauwelijks iets opgeleverd. Daar is er voor gekozen om mensen de stickers toe te zenden. Meer dan 100 mensen hebben aangegeven geen sticker te hebben ontvangen. Die mensen hebben nieuwe stickers ontvangen. Mevrouw Swarts zegt dat er toch zo’n systeem te bedenken moet dat zeker gesteld kan worden, dat iedereen de sticker ontvangt. De heer De Vries zegt dat je dan mensen in zou moeten zetten om zelf de stickers er op te plakken. Hij vreest dat je dan veel geld moet uitgeven aan een maatregel die niet het effect zal hebben die chippen wel heeft. Mevrouw Swarts zegt dat mensen toch de sticker op hun container moeten plakken, anders wordt hun container niet geleegd. De heer De Vries zegt dat het probleem niet is dat mensen niet de sticker op de container plakken. Het probleem is hoe men kan voorkomen dat er te veel stickers in omloop komen. Het is niet een sluitend systeem. Wethouder Duit vult aan dat bij stickeren ook de mogelijkheid voor registratie en de koppeling met het bij de container behorende adres mist. Dat krijg je met de chip wel. De container kan dan ook niet dubbel of door een ander gebruikt worden.
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 12
Mevrouw Swarts stelt voor om er toch eens verder over naar te denken. Wie verhuist moet dat doorgeven aan de gemeente. De gemeente zou de sticker automatisch bij het verhuisbericht kunnen voegen. De voorzitter zegt dat de praktijk weerbarstiger is. De heer Beikes zegt dat er veel ontwikkelingen zijn in de drukwereld, ook op het gebied van stickers. Hierdoor is het tegenwoordig mogelijk om dezelfde kwaliteit te bereiken als een chip. Je kunt registratiecodes op de stickers drukken die zeven jaar blijven zitten zonder slijtage. Spreker denkt daarom dat het wel goed is om de kosten en de voordelen ervan te onderzoeken. De heer De Vries zegt dat gewerkt wordt met zijladers. De controle van een sticker is dan al veel moeilijker. Bij een chip is het duidelijk: het personeel krijgt in de cabine groen licht om te legen of het krijgt geen groen licht. Het is een veel zekerder middel, en er kan veel meer mee. De heer Ruddijs gaat er vanuit dat de vraag van de heer Busemann over stickers hiermee ook beantwoord is. Mevrouw Fridrichs stelde een vraag over de ophaalfrequentie van kunststofafval. De heer De Vries zegt dat dat eenmaal per vier weken opgehaald zal worden. Wanneer men gebruik zou gaan maken van containers voor papier, dan zal dat ook eenmaal per vier weken opgehaald worden. Dat is op zich kostenbesparend. Mevrouw Fridrichs zegt dat bewoners dus eerst een kleine stortplaats van plastic achter hun huis hebben totdat de papiercontainer geleegd is. Is dat wel praktisch? De heer De Vries zegt dat mensen inderdaad een aantal zakken met kunststofafval zullen hebben. De heer Ruddijs zegt dat mevrouw De Lange een vraag stelde over de berekening die gebaseerd is op 25 kilo per huishouden. Ze vroeg of die aanname wel klopt, en merkte op dat de financiële gevolgen groot zouden zijn als men veel lager uit zou komen. De heer De Vries zegt dat 25 kilo per huishouding een reële aanname is. Dat zou geen probleem moeten zijn, want er zit veel meer kunststofafval in het restafval. Er moet uitgegaan worden van een bepaalde aanname. De gemeente Bellingwedde, die redelijk vergelijkbaar is met Pekela, haalt dit ook gemakkelijk. Wethouder Duit zegt dat er enige verwarring is over de rekeneenheden. Soms wordt gesproken over 15 kilo per inwoner, en nu gaat het over 25 kilo per aansluiting (huishouden). De heer De Vries zegt dat de gemeente Pekela ongeveer 13.000 inwoners heeft, en ongeveer 5.000 aansluitingen. De heer Oosterveld zegt dat het wel in bijlage 1 staat. Daar zit ook de verwarring in, want in eerste instantie wordt gesproken over 25 kilo per aansluiting terwijl in Stadskanaal en Bellingwedde wordt gesproken over 15 kilo per inwoner. Volgens het staatje van Pekela zou hier ongeveer 9 kilo per inwoner ingezameld worden. Dat lijkt spreker redelijk, gezien de cijfers van Stadskanaal en Bellingwedde.
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 13
De heer Ruddijs zegt dat een behoorlijk aantal containers uit de roulatie wordt genomen. Een deel daarvan wordt ingezet als papiercontainer. Gevraagd werd wat er gebeurt met de oude containers die afgevoerd worden. De heer De Vries zegt dat het uitzetten van de nieuwe containers en de inname van de oude containers meegenomen zal worden in het bestek. Een deel zal gebruikt gaan worden als papiercontainer. Wat overblijft wordt meegenomen en wordt weer hergebruikt. In het algemeen zullen daar, binnen een aanbesteding, waarschijnlijk geen extra kosten aan verbonden zijn. De opbrengst van het materiaal compenseert de kosten. Dat zit dan binnen het geheel van het uitzetten van de containers, bechippen van de containers, registratiesysteem, schoonmaken van de containers die voor papier gebruikt zullen worden, bestickeren, etc. Al deze werkzaamheden worden in het bestek meegenomen en in één bestek op de markt gezet. Wethouder Hemmes zegt dat een papiercontainer behoorlijk zwaar kan zijn. Je moet dan behoorlijk sterk zijn om die container bij de weg te krijgen. Is daar ook over nagedacht? De heer De Vries zegt dat dit sowieso al het geval is met containers. Het is normaal dat mensen die hier moeite mee hebben door buurtgenoten worden geholpen. De heer Oosterveld zegt dat die containers nu ook naar de weg moeten. Wethouder Hemmes zegt dat zo’n container wel 200 kilo weegt als hij na vier weken helemaal vol zit met oude kranten. Wethouder Duit zegt dat gekeken is naar de gemeente Oldambt, waar het al zo gebeurt. Daar is het een groot succes. Als er dergelijke praktische vragen zijn, dan kan altijd gevraagd worden hoe het daar gebeurt. De heer Ruddijs zegt dat mevrouw De Lange vroeg naar een financieel overzicht van de vooren nadelen van bronscheiding en nascheiding. Er zit een financieel overzicht bij de nota. Moeten daar nog dingen aan toegevoegd worden, of geeft dat een compleet beeld? De heer De Vries zegt dat een overzicht gemaakt is van wat de kosten zullen zijn bij bronscheiding. De kosten bij nascheiding zijn bekend: € 130 per ton restafval. De € 350 van Nedvang krijgt aan Attero. In totaal maakt dat € 480 per ton. De heer Ruddijs zegt dat twee vragen van de heer Busemann al beantwoord zijn, namelijk de vragen over de stickers en over de frequentie van ophalen van de kunststoffen. Een vraag die nog is blijven staan is de vraag over het dubbele gebruik van de papiercontainer, namelijk voor papier en voor plastic. Gevraagd werd wat er gebeurt als mensen dat door elkaar doen en het wordt opgehaald. De heer De Vries zegt dat dit uiteraard niet de bedoeling is. Het is een suggestie om het nadeel van het gebruik van losse zakken weg te nemen. Een container heeft een aantal voordelen en is gemakkelijk te legen. Er zijn diverse gemeenten in Nederland waar een dergelijke dubbele functie al toegepast wordt. Spreker heeft geen negatieve geluiden gehoord over menging van papier- en kunststofafval. De heer Busemann begrijpt dat het niet wenselijk is, maar denkt dat het in de praktijk wel kan gaan gebeuren. Ander zou namelijk een keer het aanbieden van kunststofafval moeten worden over geslagen. Dat lijkt hem zeer ongewenst. Want er kunnen ook dingen in bij het afval zitten, die men niet al te lang in de schuur wil hebben liggen. Spreker vraagt zich af of het überhaupt wenselijk is om hier plastic zakken voor te gebruiken. Een eenvoudig rekensommetje leert dat,
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 14
wanneer de ruim 5.300 huishoudens in Pekela één zak met kunststofafval hebben per 14 dagen, alleen hier al 140.000 extra plastic zakken per jaar nodig zijn voor het kunststofafval. Dat lijkt spreker vanuit milieuoogpunt niet wenselijk. De heer De Vries zegt dat de kunststofzak ook gewoon verwerkt wordt met de rest van het kunststofafval. De heer Busemann zegt dat er dan toch meer geproduceerd wordt. Dit lijkt hem niet de bedoeling. De heer H. Siegers zegt dat de plastic zakken in China en Indonesië geproduceerd worden. Die landen zijn niet milieubewust, en daarom zijn ze ook zo goedkoop. De heer Ruddijs zegt dat diverse raadsleden vroegen of het strikt noodzakelijk is om de containers nu te vervangen. De heer De Vries zegt dat het niet strikt noodzakelijk is. Als nu besloten wordt om het niet te doen, is het echter alleen uitstel. Containers worden steeds duurder. Uitstel kan, maar dan mist je ook het positieve van afvalscheiding. Het is een afweging, maar spreker verwacht niet dat er in de komende tien of twintig jaar iets anders zal zijn dan de containers. Mevrouw Swarts zegt dat we ons beter kunnen concentreren op GFT in plaats van de grijze containers. In Pekela zijn veel grote tuinen, waardoor mensen veel GFT-afval hebben. Kan niet in plaats van het omruilen van containers bijvoorbeeld gratis of goedkoop compostvaten worden verstrekt? De heer De Vries zegt dat je als gemeente zou kunnen overwegen om dit te doen. Diverse gemeenten – bijvoorbeeld Bellingwedde – hebben dat ook al gedaan. Spreker weet niet of dit een blijvend effect heeft. Mensen die willen composteren, doen dat nu vaak al. Deze regio zit bijna 50 kilo boven het landelijke gemiddelde voor GFT. 90% van het GFT wordt op dit moment al ingezameld via de container en via het afvalbrengstation. Het gaat dus al heel goed met GFT. Daarom is er geen reden om daar iets aan te veranderen. De heer Busemann beaamt dat containers steeds duurder zullen worden. Hij verwacht ook niet dat er op korte termijn een andere oplossing gevonden zal worden voor een betere manier van inzameling. Hij is er echter ook van overtuigd dat, wanneer men de investering nog enkele jaren uit kan stellen, totdat vervanging echt noodzakelijk is, je uiteindelijk ‘minder meer’ betaalt. De heer De Vries zegt dat naar een aantal aspecten moet worden gekeken. Wat kost het om de containers te vervangen, wat levert het op en wat willen we doen aan afvalscheiding? We willen de mensen Pekela stimuleren tot meer afvalscheiding, zodat de doelstelling die ook in het collegeprogramma zit kan worden gehaald. Niets doen is wel gemakkelijk. De heer Busemann zegt dat, als het krantje een succes is geweest, dit vooral moet voortgezet. De heer De Vries zegt dat permanente voorlichting altijd goed is. Dit is voortgekomen uit de raad zelf. Er zijn veel klachten van mensen dat er geen registratie is van de containers. Die is alleen mogelijk door een container met een chip. De heer Busemann merkt op, dat de gemeente Menterwolde ook stickers heeft gebruikt. Ondanks het feit dat het voor haar geen succes is geweest, maakt dit wel duidelijk dat dit een registratiemogelijkheid is, anders was zij er niet aan begonnen.
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 15
De heer De Vries zegt dat daar destijds gedacht is aan nieuwe containers en aan tariefdifferentiatie. Toen heeft Menterwolde er voor gekozen om dat niet te doen, maar alleen over te gaan op stickers. Spreker weet vanuit het technisch overleg hoeveel tijd, energie en geld dat heeft gekost. Als je daar al het rendement van ziet, dan is dat zeer gering. De heer Busemann zegt dat er veel mogelijk is met stickers. Die bieden de mogelijkheid voor heel veel informatie. Het college zou zich er eens in moeten verdiepen wat er allemaal mogelijk is op het gebied van scanning. De heer De Vries twijfelt er niet aan dat er veel mogelijk is en dat de stickertechniek in de afgelopen jaren veel beter is geworden. Je moet het echter ook registreren. In Pekela wordt tegenwoordig ingezameld met een zijlader waar één chauffeur op zit. Daar lopen geen mensen meer bij. De heer Busemann zegt dat dit ook niet de bedoeling is. In de sticker kan een registratie worden opgenomen. Als Menterwolde dat ooit heeft gehad, dan moet daar een registratie voor zijn. Wethouder Duit zegt dat wel nagegaan kan worden wat er in de afgelopen jaren is verbeterd op het gebied van de kwaliteit en mogelijkheden van stickers, waardoor problemen die Menterwolde heeft ondervonden nu ondervangen kunnen worden. De voorzitter zegt dat de prijs van een chip tegenwoordig niet hoger is dan de prijs van een sticker. Het voordeel van een chip is dat er niet meer mee te frauderen is, omdat die in de container zit en er niet uitgehaald kan worden. Dat hoeft niet meer te worden getest. De heer Ruddijs zegt dat de heer Busemann tot slot nog een vraag stelde over de conclusies van het rapport. Hij vroeg of deze conclusies gebaseerd waren op één peiljaar, en zo ja, of het niet beter zou zijn om dit op een ruimere periode te baseren. De heer De Vries zegt dat de conclusies gebaseerd zijn op ervaringen uit andere gemeenten. Er zijn in Pekela geen proeven uitgevoerd ten aanzien van de mogelijkheden van geregistreerde containers. We hoeven het wiel ook niet opnieuw uit te vinden. Er is al veel informatie bekend uit ervaringen van andere gemeenten. De conclusies zijn gebaseerd op de resultaten van allerlei gemeenten in Nederland. De heer Ruddijs zegt dat de heer Kupers vroeg naar de gevolgen voor kerken en verenigingen van een andere manier van inzamelen via een container. De wethouder heeft hier al antwoord gegeven: dat heeft geen consequenties. Daarnaast vroeg de heer Kupers of bron- en nascheiding niet naast elkaar kunnen bestaan. Dit lijkt de heer De Vries geen reële oplossing. Een keuze tussen bronscheiding en nascheiding is nodig. Ook met het oog op subsidiering moet een keuze gemaakt worden tussen bronscheiding en nascheiding. Van beide een beetje is niet mogelijk. De heer Ruddijs zegt dat mevrouw Swarts vroeg of er in Pekela al proeven zijn gedaan met de chips. De heer De Vries zegt dat er in Pekela geen proeven uitgevoerd zijn. Wij zijn uitgegaan van de ervaringen van diverse gemeenten in Nederland. Alle gemeenten die nu nieuwe containers aanschaffen, voorzien die van een chip. Mevrouw Swarts vraagt of de gemeenten die chips in containers hebben laten plaatsen later ook overgegaan zijn op Diftar of nog plannen hebben om over te gaan op Diftar.
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 16
De heer De Vries benadrukt dat het gebruik van chips niet hoeft te leiden tot Diftar. Dat is een beslissing die de raad zelf maakt. De reden om nu containers met chip aan te schaffen is het verkrijgen van een sluitende registratie van containers. Dat is het enige doel. Mevrouw Swarts zegt dat het maar de vraag is of het ook zo gaat in de toekomst. De voorzitter zegt dat het gaat zoals de raad besluit. De raad is daar dus zelf bij. Wethouder Duit constateert dat de meeste vragen beantwoord zijn, op enkele vragen over SOZOG na. Zij zal nog op die vragen terugkomen. Er is vanavond veel gezegd: vragen, opmerkingen, kritische noten. In het voorstel zijn keuzes voorgelegd, met als enige uitgangspunt hoe de gemeente Pekela afvalscheiding kan optimaliseren en burgers kan stimuleren om hun afval zo veel mogelijk te scheiden. Daar zijn keuzes in maken. De meningen lopen behoorlijk uiteen, ook elders in Nederland. Rapporten zijn ook voor verschillende uitleg vatbaar. Dat maakt het allemaal erg lastig. Bij dit voorstel is steeds gekeken naar het uitgangspunt: hoe kunnen we het afvalscheiding optimaliseren? Er zit ook geen vooringenomenheid in. Het voorstel voor papiercontainers is een idee, maar ook bij buurgemeenten is gebleken dat papierscheiding met een aparte container kan worden verbeterd. Bronscheiding heeft een aantal voordelen ten aanzien van de kwaliteit van het plastic, de hergebruikmogelijkheden van het plastic, etc. Bij al deze voorstellen is het doel om de afvalinzameling en afvalscheiding te optimaliseren. We kunnen ook niets doen en op de huidige werkwijze voortgaan en vooral inzetten op voorlichting. Voorlichting zal overigens zeker plaats vinden. Als het aan spreekster ligt wordt dit een permanente campagne, want herhaling is heel erg belangrijk. Of nu gekozen wordt voor een sticker of een chip: uiteindelijk zal de gemeente de afvalscheiding stimuleren als ze een aantal nieuwe maatregelen neemt. Als ze niets doet, is ze niet bezig het afvalbeleid te verbeteren. Pekela maakt deel uit van de SOZOG-gemeenten. Dat zijn zeven gemeenten in deze regio. De gemeente heeft een contract met ARCG en Attero. Dat loopt af in 2016, maar moet voor 1 juli 2011 opgezegd worden anders is ze ook na 2016 nog verbonden aan Attero. Binnen de SOZOG-gemeenten is besloten het contract met Attero uit voorzorg op te zeggen. De belangrijkste reden daarvoor is, dat de tarieven van Attero aanzienlijk hoger zijn dan de markttarieven. Attero vraagt momenteel € 119 per ton, terwijl het markttarief € 75 per ton is. De gemeente is dus erg duur uit als ze het restafval naar Attero brengt. Dat is ook het bedrijf dat nascheiding doet. Als besloten wordt om in 2016 niet verder te gaan met Attero, dan moet de gemeente openbaar aanbesteden. Ze kan dan ook weer teruggaan naar Attero, maar dan zal ze moeten gaan kijken naar welk afvalbedrijf het beste is in duurzaamheid, scheiden van afvalstromen, hergebruik van afval voor energiewinning en uiteraard de kosten. Op basis daarvan kan bekeken worden met welke afvalverwerker in 2016 verder wordt gegaan. Wordt besloten om verder te gaan met nascheiding, en willen we het afval in Groningen blijven afleveren, dan zijn we gebonden aan Attero. Er zijn nog wel andere afvalverwerkers in Groningen, waaronder ook een grote. Die is ook een aantrekkelijke partij, omdat deze de duurzaamheidsstatus al heeft. Attero heeft deze duurzaamheidsstatus niet. Een andere afvalverwerker kan daarom heel aantrekkelijk zijn. Attero ontvangt nu de bedragen van Nedvang, plus de bedragen die de gemeenten betalen voor het aanleveren van restafval. Daar komt bij dat we momenteel vast zitten aan een redelijk hoog tarief. Daarom wordt het contract met Attero uit voorzorg vóór 1 juli door alle SOZOG-gemeenten opgezegd. Vervolgens wordt in de komende jaren bekeken hoe dit het beste kan aanbesteed kan worden, waarbij alle zojuist genoemde criteria meegenomen zullen worden. De heer Kupers vraagt waarom Pekela zo’n hoog tarief heeft. Was dat bij het afsluiten van dit contract normaal en is de prijs in de loop der jaren gedaald?
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 17
Wethouder Duit zegt dat de tarieven gedaald zijn. Het contract met Attero is een langlopend contract. De heer De Vries zegt dat dit contract al loopt sinds 1992. Het leek destijds een goed contract. Er kwam al een kink in de kabel toen begonnen werd met vergisting. Toen moest plotseling € 10 per ton worden bijbetaald. Dat heeft wel wat moeite gekost. Nu staan we voor de keuze om het op te zeggen, anders wordt het contract automatisch met vijf jaar verlengd. Dat is met de huidige prijzen geen goede optie. Wethouder Duit zegt dat gevraagd werd naar de toename van zwerfafval. Dat getuigt van weinig vertrouwen in de Pekelder bevolking. Ook de GFT-afvalscheiding gaat heel goed in de gemeente Pekela. Het blijkt dus dat de mensen hier bereid zijn tot afvalscheiding. We mogen er dus wel vertrouwen in hebben dat Pekelders bereid zijn om hun afval te scheiden en in containers te doen. We hoeven dus niet te bang zijn voor. Ook kan de gemeente er het nodige aan doen met voorlichting en handhaving. Spreekster is erg benieuwd naar de standpunten van de fracties die alleen nog maar vragen hebben gesteld. De heer Busemann benadrukt dat de discussie over een chip of een sticker geen betrekking had op een keuze tussen deze twee. De discussie gaat over het al dan niet aanschaffen van nieuwe containers. Wanneer we nieuwe containers gaan aanschaffen, is het logisch dat gekozen wordt voor containers met chip. Het ging er over om de aanschaf van nieuwe containers uit te stellen en de bestaande containers te bestickeren. Naar de mening van spreker is deze laatste optie absoluut het voordeligst en kost deze ‘minder meer’. Mevrouw De Lange is het eens met de heer Busemann. Het extra aanbod van containers is de oorzaak van deze discussie. Om dat te voorkomen moet bekeken worden hoe dat aanbod gereduceerd kan worden. De kosten van de extra aangeboden containers wegen niet op tegen deze investering. De aanschaf van nieuwe containers kan nog best enkele jaren uitgesteld worden. Als we toch willen registreren, dan kan dat gedaan worden met stickers. De GFT-afvalstroom in Pekela is behoorlijk groot. Naast composteren is het ook mogelijk om dit afval te vergisten. Aan Doorsnee was enige tijd geleden sprake van de bouw van een vergister. Welke ontwikkelingen zijn er momenteel ten aanzien van deze vergister? Mocht die biovergister er in de toekomst komen, kan de GFT van de gemeente Pekela dan ook omgezet worden in energie? Wethouder Duit zegt dat momenteel via de SOZOG-gemeenten onderzocht wordt of het aangeleverde GFT bij de OGAR omgezet kan worden in een biovergister. Dan zou het GFT-afval omgezet worden in energie. Dat is een ander verhaal dan de biovergister waar plannen voor waren aan Doorsnee. Daar werd in eerste instantie niet uitgegaan van GFT, maar van graan- en maisproducten. Daar is ondertussen wel enige verandering in gekomen, maar daar kan wethouder Van Mannekes meer over zeggen. De heer H. Siegers vraagt of dit betekent dat OGAR dan omgezet wordt in een biovergistingsinstallatie, of dat dat erbij komt? Er is een contract met OGAR dat ook afloopt. Er moet ook over nagedacht worden of dat contract verlengd moet worden. Als het mogelijk is om daar een biovergister bij te bouwen, dan krijgen we ook weer een afzonderlijke energievoorziening in Pekela. Gaat dat dan in Pekela gebeuren, of ergens anders? Wethouder Duit zegt dat de discussie momenteel gevoerd wordt binnen de SOZOG-gemeenten. Er ligt een onderzoek van de Streekraad om te kijken naar de mogelijkheden om GFT om te zetten naar biovergisting. De SOZOG heeft het nu op zich genomen heeft om dit onderzoek verder uit te werken. OGAR is daar wel een gesprekspartner in, maar is niet de enige partij die in
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 18
de toekomst die opdracht kan krijgen. Daar wordt nog onderzoek naar gedaan. Dat kan ook via een openbare aanbesteding gaan. De heer Oosterveld zegt dat we vanuit Pekela heel erg moeten benadrukken dat hier al een composteerinstallatie is, waar alle materialen naar toe gebracht kunnen worden. Juist hier zou een vergistingsinstallatie een hele goede zaak zijn. Spreker hoopt dat de wethouder alles in het werk zal stellen om te bekijken of dit ook tot de mogelijkheden behoort. Wethouder Duit zegt dat we deze biovergistingsinstallatie uiteraard graag in Pekela willen hebben. We moeten ons echter realiseren dat de GFT die verwerkt wordt bij OGAR niet alleen van Pekela is, maar ook van alle andere gemeenten die dat daar aanleveren. Het is niet het alleenrecht van Pekela Dat maakt het allemaal wat lastiger. De interesse voor GFT als basis voor brandstof neemt toe, dus wellicht dat er in de toekomst geld mee kan worden verdiend. Zo ver is het op dit moment echter nog niet. De heer Oosterveld zegt dat zijn fractie zich met name richt op bronscheiding, omdat ze het idee heeft dat daarmee de afvalscheiding bij de bevolking kan worden gestimuleerd. Bij GFT heeft het heel goed gewerkt, en de fractie ziet niet in waarom dit niet zo zou kunnen met de plastics. Daarnaast is het haar idee – mede op grond van ervaringen bij andere gemeenten – dat de bevolking daar wel voor te vinden is. Bovendien wordt het voor de mensen dan ook duidelijk welke grote hoeveelheid plastic er gebruikt wordt. Daarom zou het goed zijn als mensen die mogelijkheid zou kunnen worden geboden. Voorlichting is daarbij van groot belang. Spreker stelt daarom voor dat dit in de komende tijd een van de speerpunten wordt. Er is veel gesproken over nascheiding en bronscheiding en over de kosten die daarmee gepaard gaan. Spreker vindt het belangrijk dat de raad een duidelijk overzicht krijgt van de kosten van bronscheiding en nascheiding. Uit het staatje dat hij gekregen heeft komt dat niet erg duidelijk naar voren. Bronscheiding levert een betere kwaliteit op. Dat is ook met verschillende onderzoeken aangetoond. Ook bij nascheiding zijn echter verschillende ontwikkelingen, waardoor kwaliteitsverschillen minder worden. Spreker vindt de keuze om te stoppen met Attero is een goede keuze. Attero heeft de gemeente meer geld gekost dan feitelijk nodig was geweest. Attero is ten aanzien van de nascheiding een van de bedrijven die het slechtst functioneert. Omrin in Friesland doet het veel beter dan Attero. De fractie blijft voorstander van bronscheiding, vanwege de bewustwording. De heer H. Siegers reageert op de woorden van de heer Oosterveld, die zei dat Attero slechter is dan Omrin. Hij noemt enkele cijfers uit het rapport. In dit rapport staat bruto 13,8 kilo per huishouden bij bronscheiding en 15,7 kilo bij nascheiding. Exclusief de stedelijke klasse zit bronscheiding op 20,1 kilo, Attero op 16,3 kilo en Omrin op 15,3 kilo. Omgerekend naar netto, hebben alle gemeenten 13,2 kilo, bij nascheiding 13,9 kilo, bij Attero 13,1 kilo en bij Omrin 13,7 kilo. Hij concludeert hieruit dat Attero het qua scheiding beter doet dan Omrin. De heer Oosterveld citeert uit hetzelfde rapport: “De feitelijke hergebruikprestaties van bronscheiding zijn gecorrigeerd voor verschillende stedelijkheidsklassen op een hoger niveau. Zonder stedelijkheidsklasse 1 komt de gemiddelde hergebruikprestatie van bronscheidingsgemeenten op 12,7 kilo per aansluiting. Dit zit iets boven het middelde van Omrin met 11,9 kilo per aansluiting en ruim 4 kilo boven het gemiddelde van Attero”. We kunnen elkaar met cijfers om de oren blijven slaan. De voorzitter zegt dat er nog wel tien andere rapporten bij gehaald kunnen worden. Elk rapport geeft weer andere cijfers. Het is op deze manier ook niet te volgen. De essentie van de discussie is dat een poging gedaan moet worden om de zaken helder naast elkaar te zetten. Dat moet beter dan de manier waarop het er nu in staat. Er is een concrete vraag gesteld over de inhoudelijkheid van de voortzetting. Die antwoorden kunnen op die manier worden gegeven.
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 19
De heer H. Siegers zegt dat zijn fractie voor nascheiding is, omdat zij van mening is dat 25 kilo per huishouden niet haalbaar is, op grond van de cijfers van niet-Diftar gemeenten. Daar staat 10,9 kilo. Een met Pekela vergelijkbare gemeente zoals Bellingwolde haalt met Diftar 15 kilo. Wethouder Duit benadrukt dat het cijfer van Bellingwedde betrekking heeft op het aantal kilo’s per inwoner. Er is gerekend met 9 kilo per inwoner, en 25 kilo per huishouden. De heer H. Siegers zegt dat hij zich aan de landelijke cijfers houdt. Die geven 10,9 kilo aan bij Diftar. Spreker zou graag willen dat de wethouder een berekening maakt met 15 kilo. Hij is bang dat het in de komende jaren duurder zal worden. De voorzitter stelt vast dat er duidelijke vragen liggen. Die moeten worden beantwoord. Aan de wethouder nu de taak om van deze zeer verschillende opvattingen met een grote differentiatie voorstellen te maken die weer terugkomen bij de raad. Wethouder Duit is blij met deze discussie in de raad, los van de keuzes die de raad uiteindelijk zal maken. Het is nog wel erg lastig om hier een goed verhaal van te maken. Wel is duidelijk geworden dat het heel erg belangrijk is om een goede analyse te geven van de kosten van bronen nascheiding, met andere rekeneenheden Er is gevraagd naar een berekening op basis van 15 kilo per huishouden in plaats van 9 kilo per inwoner. Zo zal nog een aantal plaatjes gemaakt moeten worden om inzichtelijk te maken hoe het in deze gemeente rendabel is. Het college zal gaan stoeien met alle opmerkingen van de raad. Spreekster weet nog niet met welke voorstellen het college weer bij de raad zal komen. De voorzitter sluit de discussie. 7.
Informatie over de ontwikkelingen samenwerking Pekela & Veendam met betrekking tot de ambtelijke organisatie
De voorzitter zegt dat met de vakbonden en de ondernemingsraad een principeakkoord is bereikt over de arbeidsvoorwaarden en alles wat daarmee annex is. Dat wordt nog nader uitgewerkt. Spreker heeft er goede hoop op dat het binnenkort over de definitieve teksten tot een akkoord komt. 8.
Rondvraag voor raadsleden
Er zijn geen punten voor de rondvraag. 9.
Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad op
Mevrouw J. Westers-Borgesius
2011.
de heer W. Meffert
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 20
Voorzitter
griffier.
Notulen informatie- en overlegvergadering
24-05-2011 pag. 21