~ ~ ~ ~ ~ ~
Naam: klas: vak: school: datum: docent:
Niels van Leeuwen A4B Maatschappijleer Heerbeeck College 1 juni 2001 Dhr. Van Wijk
Inhoudsopgave Hoofdstuk
Blz.
Samenvatting Voorwoord Inleiding Probleemstelling Hoofdvraag Deelvragen 1. Adoptie 1.1 Waarom wil men adopteren 1.2 Hoeveel kinderen worden er geadopteerd 1.3 Interlandelijke adoptieprocedure 1.4 Beginseltoestemmingsaanvraag 1.5 De voorwaarden 1.6 Verplichte voorlichting 1.7 Gezinsonderzoek 1.8 Beginseltoestemming 1.9 Bemiddeling 1.10 Toelatingseisen 2. Adoptie op afstand 2.1 Al meer dan 60 jaar Foster Parents Plan 2.2 Feiten en cijfers 2.3 Hoe wij werken 2.4 Luis Ali 3. Problemen bij adoptie 3.1 Gedragsbijzonderheden 3.2 Slapen 3.3 Eetproblemen 3.4 Relatieproblemen 3.5 Onzindelijkheid 4. Wat de geadopteerden zelf van adoptie vinden Conclusie Bibliografie Bijlage
3 4 5 5 5 5 7 7 9 9 10 11 11 11 12 12 13 14 14 15 15 17 18 18 18 20 21 21 22 23 25 26
2
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
Samenvatting Vaak zie je dat ouders adoptiekinderen nemen als ze (ongewenst) kinderloos zijn. Ze adopteren dan (meestal) een kind uit een ander land. Hiervoor moeten ze voorafgaand aan de adoptie een hele procedure afleggen die bestaat uit een beginseltoestemmingsaanvraag, de voorwaarden waaraan je moet voldoen, verplichte voorlichting die je moet volgen, gezinsonderzoek, beginseltoestemming, bemiddeling en de toelatingseisen waaraan je moet voldoen. Als je dan eindelijk een kindje hebt kunnen er allerlei problemen optreden zoals: slaapproblemen eetproblemen relatieproblemen en onzindelijkheid. Dit zijn allemaal erg vervelende problemen en het ene probleem is ernstiger als het andere maar allemaal zijn ze een voor een op te lossen, al is de oplossing soms ver te zoeken. Er is ook een ander soort adoptie namelijk adoptie op afstand. Dat is als je aan een organisatie geld doneert waardoor je een kind in een arm land helpt. Dat geld gebruiken ze dan om hen meer mogelijkheden te geven volledig deel te nemen in de samenleving, het contact tussen de verschillende culturen te verbeteren en het verdedigen van de rechten en belangen van kinderen. Zo’n organisatie is het Foster Parents Plan. Ten slotte zijn er nog de geadopteerden en de adoptieouders die iets zeggen over adoptie en adoptie op afstand.
3
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
Voorwoord Toen we een scriptie moesten maken over een maatschappelijk onderwerp vond ik het eerst heel moeilijk om een goed onderwerp te kiezen wat me erg ligt. Dus ging ik op het internet een beetje kijken en de kranten napluizen. Ik kon niet echt iets vinden wat me interesseerde dus heb ik de scriptie’s van vorig jaar bekeken en toen zag ik er één liggen over adoptie. Dat leuk me wel een leuk onderwerp omdat een van mijn vrienden ook geadopteerd is en zodoende doe ik mijn scriptie over adoptie. Ik wil graag de volgende mensen bedanken die het mogelijk maakten om deze scriptie te maken: -
Daniel Pasman Marina Pasman Carla van Heugten Ashra Hoefnagel
Allen hebben ze voor mij een interview beantwoord waardoor ik een antwoord kon vormen op mijn hoofdvraag.
4
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
Inleiding “Jorge snap nog niet wat hem overkomt. Hij moet nog aan ons en zijn nieuwe omgeving wennen, kortom de wereld staat voor hem op zijn kop. Het moet voor Jorge nog onduidelijk worden wie hem verzorgt en wie zijn mama en papa zijn. Jullie kunnen ons daarbij helpen door Jorge niet op schoot te nemen en hem niets aan te reiken. Het lijkt misschien wat overdreven maar alleen op deze manier kan Jorge leren dat wij bij elkaar horen.” Deze tekst staat achterop een ‘geboortekaartje’ van een adoptiekindje. (Voor dit kaartje zie Bijlage III.) Ik ga deze scriptie dus houden over adoptie. Eerst stel ik een hoofdvraag waarop ik door middel van deelvragen een antwoord op geef.
Probleemstelling: Toen ik mijn informatie aan het verzamelen was over adoptie kwam ik ook op enkele site’s die gingen over adoptie op afstand, namelijk die van Foster Parents Plan en die van Unicef. Ik had op dat moment nog geen hoofdvraag. Omdat adoptie op afstand toch iets heel anders is dan adoptie vroeg ik me af wat nu eigenlijk beter is. Mijn hoofdvraag werd dus: Kunnen mensen beter een buitenlands kind adopteren of kunnen mensen beter dat kind door middel van financiële steun het kind helpen. Hoofdvraag Mijn hoofdvraag was: Kunnen mensen beter een buitenlands kind adopteren of kunnen mensen beter dat kind door middel van financiële steun het kind helpen. Deelvragen: Als eerste wil ik weten wat adoptie inhoud. Dit wordt behandeld in hoofdstuk 1. Deelvraag 1 wordt: Wat is adoptie? Vervolgens wil ik weten wat financiële steun oftewel adoptie op afstand inhoud. Hier ga ik het over hebben in hoofdstuk 2. Deelvraag 2 wordt: Wat is adoptie op afstand? Verder was ik ook nieuwsgierig naar wat voor problemen adoptie eigenlijk kan geven. Dit onderwerp komt aan bod in hoofdstuk 3. Deelvraag 3 wordt: Wat voor problemen kan adoptie geven?
5
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
Om een beter beeld te krijgen van wat geadopteerden van adoptie vinden wordt deelvraag 4: Wat vinden geadopteerden zelf van adoptie? Dit wordt behandeld in het laatste hoofdstuk namelijk hoofdstuk 4.
6
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
1. Adoptie Adoptie is de juridische bevestiging van een feitelijke relatie, die tussen een kind en zijn pleegouders is gegroeid. Het houdt tegelijkertijd een verbreking in van de juridische banden met de oorspronkelijke ouders. Het gevolg van adoptie is, dat het kind de naam krijgt van zijn pleegouders, die we dan adoptieouders noemen. Als het een buitenlands kind was, krijgt het tegelijkertijd de Nederlandse nationaliteit. Het betekent ook dat de adoptieouders het ouderlijk gezag krijgen en geheel verantwoordelijk voor het kind worden. Net zoals voor kinderen die binnen een huwelijk geboren worden, zijn de ouders verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van hun geadopteerde kinderen. Ook zijn zij verplicht hen financieel te onderhouden. Tenslotte worden geadopteerde kinderen op dezelfde wijze als andere kinderen wettelijke erfgenamen van hun ouders en hun familieleden. Dat zegt dus tegelijkertijd dat de oorspronkelijke ouders geen enkele verplichting meer ten opzichte van hen hebben, maar ook geen rechten. Zij kunnen dus bijvoorbeeld niet eisen hun kind nog regelmatig te zien, al zal dat in sommige gevallen wel gebeuren. Maar dan is dat omdat de adoptieouders en de oorspronkelijke ouders dat in goede verstandverhouding hebben afgesproken. Adoptie heeft dus een heel absoluut karakter. Aan de ene kant word je volledig ouder, aan de andere kant ben je helemaal ouder af. Dit absolute karakter heeft veroorzaakt dat de wettelijke mogelijkheid van adoptie in Nederland pas laat is ingevoerd. Later dan in de meeste andere landen. Lang heeft men geaarzeld of de natuurlijke band tussen kind en ouders wel zo definitief doorgesneden zou mogen worden. 1.1 Waarom wil men adopteren De belangrijkste reden waarom men wil adopteren is nog steeds ongewenste kinderloosheid. Ongeveer 10% van alle echtparen kan geen kinderen krijgen. Dat zijn er dus heel wat. Een deel daarvan legt zich hierbij neer en probeert op een andere wijze een zinvol bestaan op te bouwen. Het kinderloos blijven wordt lang niet door alle echtparen als een gemis ervaren. Er zijn zelfs steeds meer ouderparen die om welke reden dan ook bewust geen kinderen meer ‘nemen’. Voor een ander deel blijft het een grote wens om kinderen ter verzorging in huis op te nemen. Zij voelen het niet hebben van kinderen wel als een gemis en willen graag andere kinderen als behorend tot hun gezin verzorgen. Sommige onder hen menen dat zij zonder kinderen niet in aanzien staan ook kan het voor hen persoonlijk onbevredigd zijn wanneer zij geen nageslacht krijgen. Zij willen gewoon graag een kind hebben. Voor ouders die al één of meer kinderen hebben. Ligt het meestal iets anders. Zij hebben in hun hart en huis nog best plaats voor een ander kind. Een kind dat 7
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
vanaf de geboorte minder kansen heeft. Het kunnen ideële redenen zijn. Maar ook hier kan er in de eerste plaats gezocht worden naar een oplossing voor een tekort in het eigen gezin. Men wil bijvoorbeeld gezelschap voor een enig kind. Of graag een meisje omdat er alleen zonen geboren worden of andersom. Of een vervanging voor een jong overleden kindje. Vaak is het echter een mengsel van motieven en is het niet gemakkelijk uit te maken welk motief de doorslag geeft. Belangrijk is dat de ouders zich bewust zijn van de redenen, waarom zij een kind in huis op willen nemen. En vooral dat zij inzien dat adoptie niet hetzelfde is als het zelf krijgen van een kind. Het gaat namelijk vaak om kinderen die na hun geboorte al heel jong ernstige schade hebben opgelopen. Soms zijn zij letterlijk verwaarloosd of ondervoed geweest. Ook zijn er kinderen al heel vroeg mishandeld. Al is er geen sprake geweest van zulk soort misstanden, dan zullen veel kinderen zich toch in de steek gelaten voelen. Het is nooit zonder problemen wanneer kinderen niet door hun eigen ouders verzorgd en opgevoed worden. Hier moeten aspirant-adoptieouders zich goed van bewust zijn om teleurstellingen zoveel mogelijk te voorkomen. Het is hierom van groot belang dat zij voorlichting krijgen over wat hen in het algemeen bij adoptie te wachten staat. Vaak hoor je zeggen dat dat overbodig is, want mensen krijgen toch ook zonder voorlichting een kind. De voorlichting is er juist om mensen duidelijk te maken dat dat niet hetzelfde is. Je neemt een kind in huis met een andere afkomst en met een verleden al is dat soms maar van een paar maanden. Overigens zou het ook niet overbodig zijn wanneer mensen zich lieten voorlichten voordat zij zelf kinderen ‘namen’. Het opvoeden van kinderen blijft ook voor natuurlijke ouders een grote opgave. Het onderzoek van aspirant-adoptieouders houdt alleen in dat een maatschappelijk werk(st)er met hen doorneemt waarom zij graag een kind in huis op willen nemen en wat hun verwachtingen daarvan zijn. Het is bepaald niet zo dat er gekeken wordt of het wel een keurig gezin is, in een mooi huis woont en met een goed inkomen, zoals vaak wordt beweerd. Het onderzoek is erop gericht mensen bewust te maken van hun eigen motieven en verwachtingen. Het resultaat is dat in een kwart van de gevallen de ouders zelf op hun wens terugkomen en van adoptie afzien. Slechts bij uitzindering wordt een echtpaar niet geschikt geacht en als aspirant-adoptieouders afgewezen. Redenen waarom ouders bijvoorbeeld niet geschikt zijn: Wanneer zij denken hun mislukte huwelijk hiermee te redden. Wanneer zij verwachten hierdoor zelf zwanger te worden. Wanneer men denkt hier een kind een weldaad meet te bewijzen. Wanneer men niet bereid is het kind te accepteren zoals het is, maar het naar eigen beeld wil vormen. Wanneer men het verleden van het kind negeert en geen begrip opbrengt voor de eigen ouders.
8
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
1.2 Hoeveel kinderen worden er geadopteerd
In bijlage I kunt een overzicht vinden van het aantal Nederlandse en buitenlandse adopties in de jaren 1956 tot en met 1998.
1.3 Interlandelijke adoptieprocedure . Sinds 1 oktober 1998 zijn in Nederland nieuwe regels van kracht. Eén van de redenen om die regels aan te passen is het Haags Adoptieverdrag van 1993. Het is een internationaal verdrag op het gebied van interlandelijke adoptie waar Nederland zich bij heeft aangesloten. Een 66-tal landen hebben afspraken gemaakt en werken samen op het gebied van interlandelijke adoptie. Een aantal van die landen zijn: Brazilië, Chili, Costa Rica, Colombia, El Salvador, Ecuador, Filippijnen, Frankrijk, Israël, Paraguay, Peru, Roemenië, Spanje, Sri Lanka, Tsjechië en Venezuela. Een kind adopteren uit een verdragsstaat biedt belangrijke voordelen: » De adoptie wordt automatisch en volledig erkend. » Ze volgen dezelfde procedure en hebben afspraken gemaakt over wie wel en wie niet mag bemiddelen. Hierdoor is kinderhandel en winstbejag uitgesloten. » De bemiddeling is geheel geregeld en wordt verzorgd door een vergunninghouder. Dit verdrag sluit echter niet uit dat de aangesloten landen verschillende eisen en voorwaarden (mogen) hanteren. Met andere woorden: Behalve met de regels en voorwaarden in Nederland, heb je altijd te maken met de regels en voorwaarden van het land waaruit een kind geadopteerd wordt. Zo zijn er veel landen waar andere leeftijdsgrenzen gelden voor aspirant adoptieouders en die, in tegenstelling tot Nederland, éénpersoonsadoptie niet toestaan. Wil je een kind adopteren uit een niet-verdragsstaat kun je ervoor kiezen een deel van de onderhandelingen zelf te doen. Het ministerie van Justitie wil dan weten of het contact betrouwbaar is en laat een onderzoek verrichten door een Nederlandse vergunninghouder die contacten
9
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
onderhoudt met het desbetreffende land. Hoelang dit onderzoek duurt verschilt per land. Wel valt te bedenken dat er in landen die niet bij het verdrag zijn aangesloten, vaak geen instanties bestaan die vergelijkbaar zijn met een centrale autoriteit of vergunninghouder. Doorgaans worden adoptie uitspraken uit deze landen in Nederland niet erkend en moet er alsnog een adoptie uitspraak worden verkregen in Nederland. Bij aankomst van het kind in Nederland moet er dan naast de aanmelding bij de afdeling bevolking van je gemeente een melding binnen 8 dagen plaatsvinden bij het hoofd van de plaatselijke politie, hiermee verkrijgt het kind een verblijfsvergunning. Daarnaast moet er bij het kantongerecht het gezag over het kind aangevraagd worden. Vervolgens moet je nog de adoptie naar Nederlands recht aanvragen. Voor gehuwden kan dit na één jaar van verzorging plaatsvinden en voor samenwonenden en individuele aanvragen na een periode van drie jaar van verzorging. Je kunt ook kiezen voor volledige bemiddeling door een vergunninghouder. De procedure verloopt dan ongeveer hetzelfde als uit een verdragsstaat. 1.4 Beginseltoestemmingsaanvraag: De eerste stap in de adoptieprocedure is het aanvragen van de beginseltoestemming. Dit gebeurt met een speciaal formulier dat te bestellen is bij: Ministerie van Justitie (Direktie Preventie, Jeugd&Sanctiebeleid) Centrale autoriteit interlandelijke adoptie Postbus 20301 2500 EH Den Haag of bij: Bureau Voorlichting Interlandelijke Adoptie (Bureau VIA) Postbus 290 3500 AG Utrecht Na je inschrijving krijg je een 'Buitenlands Kind ter Adoptie' nummer toegewezen. (= BKA nummer). Dit nummer bepaalt wanneer je aan de beurt bent voor de procedure.
10
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
1.5 De voorwaarden: Je verzoek wordt in behandeling genomen mits je aan de volgende voorwaarden voldoet: •
Eén of 2 personen: Door twee personen samen als zij gehuwd zijn óf door één persoon (alleenstaand, gehuwd, geregistreerd of duurzaam samenlevend)
•
Leeftijd: Op het moment van de aanvraag moet je jonger zijn dan 42 jaar. Deze leeftijdsgrens kan met ten hoogste 3 jaar worden overschreden. Je moet dan wel in beginsel bereid zijn een kind van 2 jaar of ouder op te nemen.
•
Verklaring medische behandeling: Je moet verklaren het kind alle benodigde medische behandelingen te zullen laten ondergaan, die voor het kind van levensbelang zijn. 1.6 Verplichte voorlichting:
Voldoe je aan de gestelde voorwaarden stuurt het ministerie je verzoek door naar het Bureau VIA. Deze verzorgt een 6-tal wettelijke verplichte voorlichtingsbijeenkomsten. Iedereen die voor het eerst een kind uit het buitenland adopteert, is verplicht deze bijeenkomsten, die ongeveer 6 maanden duren, bij te wonen. Je krijgt onder meer informatie over de risico's die een adoptie met zich mee (kan) breng(t)(en). Hierna stuurt het ministerie je aanvraag naar de Raad van de Kinderbescherming. 1.7 Gezinsonderzoek: Omdat de raad een adviserende functie heeft met betrekking tot het geven van de beginseltoestemming, stelt zij een gezinsonderzoek in. Allereerst zul je ze een gezondheidsverklaring moeten toesturen. Deze mag overigens niet worden afgegeven door de eigen huisarts! Vervolgens krijg je bezoek van een medewerker(ster) van de raad en kun je uitgenodigd worden voor een of meer gesprekken. In dit onderzoek wordt gekeken naar de gezins- of leefsituatie, de wensen en beweegredenen om een kind te adopteren etc. Tot slot gaat de raad na of je een strafblad hebt. Gedurende dit onderzoek kun je aangeven welke voorkeur(en) je hebt ten aanzien van het te adopteren kind. Het streven is om dit onderzoek binnen 3 à 4 maanden na aanvang af te ronden.
11
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
NB: Mocht er binnen het 'gezin' reeds een kind verwacht worden, wacht de raad met het onderzoek tot dit kind 1 jaar oud is. Duurt de periode langer dan 2 jaar, vervalt je aanvraag. Desgewenst kun je een nieuwe beginseltoestemmingsaanvraag indienen. 1.8 Beginseltoestemming: Na het onderzoek maakt de raad een rapport en stelt ze een advies op. Alvorens deze opgestuurd worden naar het ministerie van Justitie worden ze met je besproken. Op grond van dit rapport en advies beslist de minister of je een beginseltoestemming krijgt voor één kind. Het streven is dat deze beslissing ca. 18 maanden na het ingediende verzoek bekend is. 1.9 Bemiddeling: Nadat je een beginseltoestemming hebt gekregen, begint de bemiddelingsfase. Adopteer je een kind uit een verdragsstaat is deze bemiddeling geheel geregeld en wordt deze verzorgd door een vergunninghouder. Bij het ministerie en het Bureau VIA krijg je een lijst met adressen van vergunninghouders, incl. de landen waarvoor zij bemiddelen. Nadat je één vergunninghouder hebt uitgekozen word je rapport naar hem opgestuurd. Deze vult het aan met andere gegevens en stukken en stuurt het vervolgens op naar de centrale autoriteit of vergunninghoudende instelling van het land waaruit je een kind wilt adopteren. Het is niet zo dat je een kind kunt 'uitkiezen'. De centrale autoriteit van het land van herkomst beslist of er een kind in aanmerking komt en dat bij de aspirant adoptieouders past. Ze stelt een rapport op over het kind en regelt de vereiste toestemming en stuurt alle stukken weer naar de Nederlandse vergunninghouder. De Nederlandse vergunninghouder adviseert hierop de minister, die op grond van dit advies een beslissing neemt. Beslist de minister positief, vraagt de vergunninghouder aan de adoptieouders of ze akkoord gaan met de plaatsing. Als aan alle voorwaarden is voldaan, kan de komst van het kind naar Nederland in gang worden gezet. Volgens de gegevens duurt de algehele adoptieprocedure uiteindelijk ongeveer 3 - 5 jaar. NB: Gedurende de bemiddeling legt de vergunninghouder een dossier aan, waarin alle belangrijke stukken zitten. Dit dossier wordt 30 jaar bewaard en kunnen ten alle tijden door de adoptanten alsmede het adoptiekind worden ingezien.
12
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
1.10 Toelatingseisen: Als het kind in Nederland aankomt, wordt nogmaals gecontroleerd of aan alle voorwaarden is voldaan en of alle documenten aanwezig en in orde zijn: » Je hebt een geldige beginseltoestemming. » Het niet-Nederlandse kind heeft een machtiging tot voorlopig verblijf: een visum dat wordt afgegeven door de Nederlandse diplomatieke- of consulaire vertegenwoordiging in het land van herkomst. » Er is een medische verklaring uit het land waar het kind vandaan komt; hierin staat dat het kind geen gevaarlijke of besmettelijke ziekte heeft en dat er geen sprake is van een langdurige lichamelijke of geestelijke ziekte. Dit laatste betekent niet dat een kind met een handicap niet kan worden opgenomen. » Je kunt aan de hand van stukken aantonen dat de oorspronkelijke ouders/verzorgers instemmen met de adoptie en dat de centrale autoriteit uit het land van herkomst instemt met de adoptie van het kind door jou. » Er is voldaan aan de leeftijdsvereisten. » Er is voldaan aan alle eisen en voorschriften die het land van herkomst stelt. » Alle stukken zijn opgesteld in de Nederlandse, Engelse, Duitse of Franse taal of er is een vertaling van deze stukken door een beëdigd vertaler. Na aankomst in Nederland moet je het kind binnen 5 dagen aanmelden bij de afdeling bevolking van je gemeente. •
Op 1 april 2001 is de nieuwe wet Adoptie door personen van gelijkgeslacht binnen Nederland ingegaan.
Deelconclusie: De deelvraag was:
Wat is adoptie?
De deelconclusie is: In feite komt dat dus hier op neer: adoptie is een wettelijke verklaring waarin de adoptieouders of pleegouders bereid zijn een adoptiekind volledig onder hun hoede te nemen. Zij zijn volledig verantwoordelijk voor het kind. De voorafgaande procedure verloopt geheel volgens nauwkeurig plan die wel veel tijd in beslag neemt. Maar daardoor verloopt hij (bijna) altijd zonder problemen.
13
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
2. Adoptie op afstand Adoptie op afstand wil zeggen dat je een kind in een arm land financieel steunt doormiddel van organisaties die voor die kinderen geld inzamelen. Eén van die organisaties is het Foster Parents Plan. Over deze organisatie zal ik het verder hebben in dit hoofdstuk. 2.1 Al meer dan 60 jaar Foster Parents Plan Foster Parents Plan is een internationale humanitaire ontwikkelingsorganisatie. In 1937 is het Foster Parents Plan opgericht, toen Engelse en Amerikaanse 'pleegouders' de slachtoffertjes van de Spaanse burgeroorlog financieel wilden ondersteunen. Hiermee werd de basis gelegd van de financiële adoptie van kansarme kinderen. Na het uitbreken van de tweede wereldoorlog breidde de organisatie haar taken uit: de hulp richtte zich op alle getroffen kinderen in Europa. Het Foster Parents Plan bestaat nu meer dan 60 jaar en helpt kinderen over de gehele wereld, ongeacht de problemen waar zij mee te kampen hebben. In het afgelopen jaar heeft het Foster Parents Plan ook Noorwegen, Zuid-Korea en Thailand als donorland mogen verwelkomen. Foster Parents Plan is aangesloten bij Plan International, een internationale humanitaire ontwikkelingsorganisatie zonder politieke of godsdienstige doelstellingen, die zich inzet voor kansarme kinderen in ontwikkelingslanden. Financiële adoptie vormt de basis van de organisatie. Vanuit meer dan 140 'veldkantoren' in ruim 40 ontwikkelingslanden voert Foster Parents Plan kindgerichte ontwikkelingsprojecten uit. Dit gebeurt in nauw overleg en samenwerking met de direct betrokkenen - de kinderen, hun families en de gemeenschapsleiders. Alle projecten staan in het teken van de verbetering van de levensomstandigheden in de directe omgeving van het kind. Foster Parents Plan stelt zich tot taak blijvende verbeteringen te bewerkstelligen in het leven van kansarme kinderen in ontwikkelingslanden door: »
» »
kansarme kinderen, hun familie en de gemeenschap waarin zij leven in staat te stellen in hun basisbehoeften te voorzien en hen meer mogelijkheden te geven volledig deel te nemen in de samenleving; het aanmoedigen van contact tussen mensen van verschillende landen en culturen om onderling begrip en saamhorigheidsgevoel te bevorderen; het verdedigen van de rechten en belangen van kinderen, waar ook ter wereld.
14
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
Foster Parents Plan in actie
2.2 Feiten en cijfers Foster Parents in Nederland ondersteunen ruim 300.000 Foster Parent-kinderen. Wereldwijd worden ruim 1 miljoen ingeschreven Foster Parent-kinderen ondersteund. Aangezien de projecten in de omgeving van de Foster Parentkinderen worden uitgevoerd, profiteren wereldwijd in totaal ruim 9 miljoen kinderen van de steun van Foster Parents Plan/Plan International. De subsidie van 8 miljoen gulden die Foster Parents Plan in het verslagjaar, in het kader van het medefinancieringsprogramma van de overheid, heeft ontvangen, wordt aangewend voor langlopende projecten en programma’s op het gebied van kinderrechten, gender equity_, gezondheidszorg, onderwijs, milieumanagement en voedselzekerheid. De totale baten uit fondsenwerving van Plan International, de internationale koepelorganisatie waarbij Foster Parents Plan Nederland is aangesloten, namen toe met ruim 8%, van 470 miljoen gulden in 1999 naar 511 miljoen gulden in 2000. Hierdoor kon het aantal ingeschreven kinderen wereldwijd toenemen tot bijna 1,3 miljoen. Het bedrag dat Foster Parents Plan Nederland in het verslagjaar aan PLAN International heeft bijgedragen, bedroeg ruim 186 miljoen gulden. Sinds 1998 heeft Foster Parents Plan het keurmerk van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF). 2.3 Hoe wij werken Alle projecten van Foster Parents Plan komen tot stand in nauw overleg met de ouders, familieleden en dorpsgenoten van de Foster Parent-kinderen en worden _ gelijkwaardigheid van meisjes en jongens 15
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
in samenwerking met hen uitgevoerd. Zij weten immers het beste wat goed is voor hun kinderen. Foster Parents Plan is geen geldgever, maar stelt planmatig geld beschikbaar voor initiatief. Foster Parents Plan gelooft namelijk in een actieve bijdrage van de mensen zelf. En alleen investeringen in oplossingen die door de mensen zelf worden aangedragen, zorgen op de lange duur voor een werkelijke verbetering. Als armoede niet op meerdere fronten tegelijk bestreden wordt, houdt armoede armoede in stand: gebrek aan inkomen betekent ondervoeding, betekent een slechte gezondheid, betekent leerproblemen, betekent gebrek aan scholing, betekent geen werk, betekent geen inkomen... een vicieuze cirkel. Om deze cirkel van armoede blijvend te doorbreken kiest Foster Parents Plan voor een aanpak waarbij op vijf aandachtsgebieden, die niet los van elkaar te zien zijn, wordt gewerkt: Beter onderwijs
Betere leefomgeving
Betere gezondheidszorg
Inkomensverbetering
Meer communicatie
16
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
2.4 Luis Ali
Luis Ali (links )
Terra Fertilis heeft zich in 1991 aangesloten bij het project en momenteel steunt Terra Fertilis een project in Bolivia. Hier woont in het plaatsje Santiego de Llallagua het zeven jarige jongetje Luis Ali. Zijn vader en moeder hebben een boerderij met koeien, schapen en lama's. Daarnaast worden enkele gewassen geteeld, onder andere graan. Aangezien het dit jaar veel geregend heeft is een deel van de oogst verloren gegaan. Verder heeft hij nog twee broertjes en een oudere zus. Het huis waarin zij wonen is gebouwd op eigen grond, is gebouwd van stro en gedroogd leem en heeft vier kamers. Koken gebeurt op een open houtvuur. Het afgelopen jaar hebben zij een waterreservoir in huis gebouwd, wanneer het dan geregend heeft hebben zij tijdelijk water in huis. De familie is gezond en leven naar hun omstandigheden Luis Ali zit in de derde klas van de lagere school. Hij is een gemiddelde leerling, met een hekel aan rekenen, maar biologie, lezen en tekenen vindt hij leuk. Hij kan bijna zelfstandig schrijven, nu schrijft zijn moeder meestal de brieven. In de vakantie, die daar van november tot en met februari duurt, helpt hij mee op de boerderij of speelt hij met zijn vriendjes. In de toekomst zal het project in het dorp van Luis klaar zijn, waardoor de adoptie afloopt. Ongetwijfeld zal Terra dan weer een nieuw kind adopteren, want het Foster Parents Plan is een eerlijke ontwikkelingsorganisatie met nobele doelstellingen en wij mogen blij zijn dat we kunnen helpen, immers de jeugd is de toekomst! Deelconclusie: De deelvraag was:
Wat is adoptie op afstand?
De deelconclusie is: Bij adoptie op afstand doneer je geld aan een organisatie (bijvoorbeeld Foster Parents Plan). Deze organisatie zorgt er dan voor dat dat geld terecht komt bij mensen in arme landen die dit goed kunnen gebruiken. Deze organisaties ‘geven’ het geld niet zomaar, maar stellen dit geld ter beschikking voor projecten als bijvoorbeeld de bouw van een waterput.
17
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
3. Problemen bij adoptie 3.1 Gedragsbijzonderheden Hoe zal het kind zich in de toekomst gaan gedragen en hoe zal het verder in ons gezin passen? Dit zijn de basisvragen en onzekerheden voor elk adoptieouderpaar. Zij hopen en verwachten dat het kind zich na de eerste (moeilijke) aanloopperiode echt thuis zal gaan voelen. Dat het nauwelijks te merken zal zijn dat het kind niet bij hen geboren is. De meeste ouders aanvaarden als min of meer vanzelfsprekend dat kinderen, die in feite onverwacht naar een andere cultuur worden overgeplaatst en verder op een totaal verschillende manier worden benaderd, allerlei aanpassingsproblemen zullen vertonen. Zij weten ook dat deze problemen, afhankelijk van de leeftijd bij aankomst en de geschiedenis in het land van herkomst, korte of langere tijd zullen duren. Ik zal nu eerst aandacht besteden aan aard en aanpak van bijzondere gedragsproblemen van de kinderen in de eerste maanden dat zij in het gezin zijn. Vervolgens zal ik laten zien in hoeverre deze beginproblemen weer verdwijnen. 3.2 Slapen In de ontwikkeling van kinderen kunnen allerlei gedragingen voorkomen, die op een bepaalde leeftijd niets bijzonders zijn, maar die op latere leeftijd enige zorg beginnen te baren (bedplassen en duimzuigen bijvoorbeeld). Wanneer ze voorkomen moeten ze van korte duur zijn. De opvoeding is erop gericht dat ze verdwijnen. Als dit niet het geval dreigt te zijn, kan dit gedrag het gevolg zijn van onlust, angst, onzekerheid en andere gevoelens die eerst opgespoord moeten worden. Het specifieke gedrag moet dan worden gezien als een symptoom van een dieperliggende oorzaak. Gezien de soms uiterst moeilijke omstandigheden en trieste belevenissen van de adoptiekinderen hebben zich allerlei afweer- en afreageermechanismen ontwikkeld, die ons als specifiek gedrag opvallen. Het meest voorkomend en bij maar liefst ruim éénderde deel van de kinderen zijn er problemen rond het slaapgedrag. Een voor de hand liggende oorzaak is het feit, dat het kind vooral de eerste dagen veel spanningen ondergaat. De lange vliegreis, de vele nieuwe mensen en indrukken zullen voor de rust van het kind weinig goed doen. Er is echter een tweede en belangrijkere oorzaak voor de slaapproblemen. Onze slaapgewoonten wijken sterk af van wat het kind gewend is. Van de plotselinge problemen die dit kan geven, zijn allerlei voorbeelden bekend. Een ouder van een Vietnamees kind van één jaar vertelt bijvoorbeeld dat het kind in Vietnam een spijltjesledikant gewend was en het nu toevalligerwijze in een gesloten 18
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
ledikant terechtkwam. Toen de ouders hierin verandering hadden aangebracht, waren de slaapproblemen meten over. In een ander geval was het noodzakelijk dat een Colombiaans jongetje van zeven jaar tijdelijk in een grote doos ging slapen, omdat hij dat in Colombia ook altijd had gedaan. Acht maanden lang probeerden de betreffende ouders van alles en nog wat om te begrijpen en te voorkomen dat het jongetje, nadat hij eerst ’s avonds een uurtje geslapen had, begon rond te lopen en onrustig te zijn. De doos bleek de oplossing. Ook hier waren de problemen met inslapen vervolgens meteen over. Na een kleine twee maanden in zijn doos geslapen te hebben, stapte het jongetje weer vrijwel uit zichzelf over op zijn bed. De ouders hadden alleen een voorzichtige hint gegeven namelijk dat het warmer is om in de winter in een gewoon bed te slapen. Het gebeurt ook wel eens dat kinderen pas enkele weken of maanden later slaapproblemen krijgen. Vooral bij oudere kinderen kan dit voorkomen. Er kan dan in ieder geval aan twee mogelijke oorzaken worden gedacht. Allereerst kan het een uitgestelde reactie zijn. Direct na de aankomst is het kind te moe om niet in te kunnen slapen. Maar naarmate het meer uitgerust raakt, heeft het kind ook meer fysieke mogelijkheden om wakker te blijven, en te overdenken en trachten te verwerken wat er de laatste tijd allemaal is gebeurd. Sommige veranderingen, zoals de grote aandacht en liefde die het opeens krijgt, kunnen psychisch behoorlijk belastend zijn. Er kunnen angsten ontstaan, dat het wel allemaal tijdelijk zal zijn en dat er wel weer wat zal gebeuren. Vooral bij kinderen die al eerder min of meer een dergelijke abrupte overgang hebben meegemaakt, bijvoorbeeld bij de plotselinge dood van een geliefde moeder en de noodgedwongen afstand door de vader die niet alleen voor de kinderen kon zorgen. Een tweede oorzaak kan een subtiele verandering in het gedrag van de ouders zijn, althans in de beleving van het kind. De eerste weken heeft het kind zijn uiterste best gedaan zich van een zo goed mogelijke zijde te laten zien, het vertoont wat we noemen hotelgedrag of schijnaanpassing. Misschien zal het in het begin ook wat meer vertroeteld zijn, aan de ene kant als reactie op het voorbeeldige gedrag, aan de andere kant als gevolg van gevoelens van mensen die deze al zo lang hebben opgekropt. Niet voor niets worden deze kinderen ‘de meest gewenste kinderen ter wereld’ genoemd. Noch het een, noch het ander is natuurlijk vol te houden. Langzamerhand lokt het kind bewust of onbewust meer negatieve reacties uit. Het komt in een wat normaler gedragspatroon. Daardoor kunnen, wanneer ouders de reden van de overgang in het gedrag van het kind niet doorzien, spanningen ontstaan die door het kind maar moeilijk verwerkt kunnen worden. Het gaat dan niet zonder zorgen en niet ontspannen naar bed met als gevolg: slaapproblemen, onrustig zijn, akelig dromen en dergelijke. Het zogenaamde ‘negatieve’ gedrag van het kind is overigens in sommige gevallen ook het bewust zoeken naar de grenzen van wat nog juist wel of net niet meer toelaatbaar is. Alle kinderen kennen dergelijke periodes van
19
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
uitproberen en het leren kennen van de eigen grenzen. En omdat de overgang voor het adoptiekind altijd erg groot is, zullen sommige kinderen opnieuw allerlei zaken moeten uitproberen. Dit uitproberen begint soms al snel na aankomst, maar niet altijd. 3.3 Eetproblemen Naast slaapproblemen is er een tweede opvallende reactie. Bijna 30% van de kinderen lijkt een welhaast niet te stuiten behoefte aan voedsel te hebben. Zij blijven eten en als bij de maaltijd nog niet alles op is, zullen zij hun bord blijven vullen. Nu kunnen er medische oorzaken gegeven worden zoals een lintworm die ‘mee-eet’, of dat het voedsel slecht in het lichaam wordt opgenomen waardoor het kind meer moet eten om een voldoende effect te krijgen. We moeten ook bedenken dat sommige kinderen vooral het eerste jaar na aankomst een achterstand inhalen. Het gevolg hiervan is dat het kind enorm snel gaat groeien en daarvoor heeft het extra bouwstoffen nodig. Maar niet alleen medische oorzaken spelen mee: zij komen vaak in combinatie voor met andere. Ten eerste hebben de meeste adoptiekinderen in een milieu geleefd, waar je moest vechten om te overleven. Doordat ze weten wat een tekort aan voedsel en honger betekent hebben ze geleerd dat wat er te eten is ook opgegeten moet worden om in leven te blijven. Voor deze kinderen is al dat eten dat overblijft en wordt weggegooid zoiets raars dat niet kan en mag gebeuren. Als oplossing kun je daarom het kind beter geen maaltijden geven waarvan veel overblijft. Laat het langzaam wennen aan onze overvloed en werk met afgepaste hoeveelheden. Ook is het beter om geen eten in het bijzijn van het kind weg te gooien. Overigens komt het tegenovergestelde, te weinig of niet eten, ook voor. Alleen komt dit wel veel minder voor. Dit verschijnsel wordt bijna altijd veroorzaakt door medische factoren, hoewel het weigeren van voedsel bij kinderen ook kan duiden op een protesthouding. Als die protesthouding lang stand houd moet er uiteraard hulp ingeroepen worden. 3.4 Relatieproblemen Als derde reactie zijn er de relatieproblemen die niet altijd als tijdelijke aanpassingsproblemen kunnen worden beschouwd. Aan de ene kant is er overdreven aardig, aanhankelijk en aangepast gedrag in de hoop zelf ook positieve aandacht te krijgen. Aan de andere kant heb je zeer afwachtend of soms zelfs afwerend gedrag waardoor de ouders het gevoel krijgen dat kind voor hen onbereikbaar is. Voor de ouders is dit heel moeilijk om mee om te gaan. Het past ook slecht in de verwachtingspatronen over hoe het met de nieuwkomer in het gezin zal gaan.
20
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
3.5 Onzindelijkheid Als laatste is er nog een vierde reactie die een flink aantal ouders noemt. Veel kinderen zijn in het begin onrustig, dromen akelig en gaan soms opeens weer in bed plassen, hoewel ze in het tehuis al zindelijk waren. Dit gedrag komt in veel sterkere mate voor bij de Aziatische kinderen dan bij de kinderen uit Europa. Oorzaak hiervan zijn de grote veranderingen die het kind heeft ondergaan. Zo is het van het bedplassen van oudere kinderen bekend dat dit veelal samenhangt met spanningen, nieuwe omstandigheden en veranderingen die het kind zelf nog niet onmiddellijk volledig kan verwerken. De onzindelijkheid kan van lange duur zijn. In het eerste jaar dient hieraan weinig aandacht te worden besteed wanneer het kind er zelf geen last van heeft. Duurt het nog langer dan kan er gebruik gemaakt worden van enkele hulpmiddelen zoals de plaswekker, trainingsprogramma en dergelijke, zonodig in overleg met een arts of psycholoog. Deelconclusie: De deelvraag was:
Wat voor problemen kan adoptie geven?
De deelconclusie is: Bij adoptie zie je vaak dat het kind aanpassingsproblemen heeft, zoals slecht slapen, veel eten, of onzindelijkheid. Deze problemen zijn vaak heel vervelend maar bij bijna elk geval valt het probleem op te lossen of ze gaan na een tijdje vanzelf over.
21
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
4. Wat de geadopteerden zelf van adoptie vinden Om op deze vraag een antwoord te krijgen heb ik een interview gemaakt en die aan verschillende mensen uitgedeeld. Deze interviews kunt u in bijlage II vinden. Deelconclusie:
De deelvraag was:
Wat vinden geadopteerden zelf van adoptie?
De deelconclusie is: De geadopteerden vinden het blijkbaar beter dat ze hier opgroeien en niet in hun vaderland omdat ze het hier veel beter hebben. Hier kunnen ze beter leven omdat de adoptieouders er financieel beter voor staan. Ze kunnen hier ook een toekomst opbouwen die ze in hun vaderland waarschijnlijk nooit gehad hadden.
22
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
Conclusie Om een conclusie te vormen laat ik nu eerst de hoofdvraag en alle deelvragen en deelconclusie’s zien. De hoofdvraag is: Kunnen mensen beter een buitenlands kind adopteren of kunnen mensen beter dat kind door middel van financiële steun het kind helpen? Deelvraag 1 is: Wat is adoptie? De deelconclusie is: In feite komt dat dus hier op neer: adoptie is een wettelijke verklaring waarin de adoptieouders of pleegouders bereid zijn een adoptiekind volledig onder hun hoede te nemen. Zij zijn volledig verantwoordelijk voor het kind. De voorafgaande procedure verloopt geheel volgens nauwkeurig plan die wel veel tijd in beslag neemt. Maar daardoor verloopt hij (bijna) altijd zonder problemen. Deelvraag 2 is:
Wat is adoptie op afstand?
De deelconclusie is: Bij adoptie op afstand doneer je geld aan een organisatie (bijvoorbeeld Foster Parents Plan). Deze organisatie zorgt er dan voor dat dat geld terecht komt bij mensen in arme landen die dit goed kunnen gebruiken. Deze organisaties ‘geven’ het geld niet zomaar, maar stellen dit geld ter beschikking voor projecten als bijvoorbeeld de bouw van een waterput. Deelvraag 3 is:
Wat voor problemen kan adoptie geven?
De deelconclusie is: Bij adoptie zie je vaak dat het kind aanpassingsproblemen heeft, zoals slecht slapen, veel eten, of onzindelijkheid. Deze problemen zijn vaak heel vervelend maar bij bijna elk geval valt het probleem op te lossen of ze gaan na een tijdje vanzelf over. Deelvraag 4 is: Wat vinden de geadopteerde zelf van adoptie? De deelconclusie is: De geadopteerden vinden het blijkbaar beter dat ze hier opgroeien en niet in hun vaderland omdat ze het hier veel beter hebben. Hier kunnen ze beter leven omdat de adoptieouders er financieel beter voor staan. Ze kunnen hier ook een toekomst opbouwen die ze in hun vaderland waarschijnlijk nooit gehad hadden.
23
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
Nadat je alle deelconclusie’s bekeken hebt kun je de volgende conclusie vormen. De hoofdconclusie is: Adoptie is uiteindelijk toch beter omdat die kinderen hier een betere toekomst tegemoet gaan. Ook al zijn er wat aanpassingsproblemen bij adoptie, die gaan na verloop van tijd weer weg. Adoptie op afstand is ook heel goed omdat kinderen dan geholpen worden in eigen land alleen die kinderen hebben een veel kleinere kans op een goede toekomst. Adoptie op afstand moet ook blijven bestaan want je kunt natuurlijk niet alle kinderen adopteren.
24
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
Bibliografie Berg, Angelina van den. (1991). Sporen uit het verleden. Afstand doen en geadopteerd zijn. Den Bosch: Landelijke Vereniging Ambulante FIOM Geuze-Tazelaar, E.E.M. (1986). Kind en recht. Den Bosch: FIOM Hoksbergen, René. (1989). Een buitenlands kind adopteren. Gids voor adoptieouders en hun raadgevers. Amersfoort: Acco Hoksbergen, R.A.C. (1994). Een kind adopteren. Gids voor adoptieouders en hun raadgevers. Baarn: Ambo Langen, Miek de. (1988). Adoptie. Een oplossing voor kinderen of voor ouders. Lelystad: Stichting IVIO Leeuw, Liesje de. (1994). Afstandsmoeders. Op zoek naar een eigen kind. Lelystad: Stichting IVIO Nota, J.A. (1985). Adoptie. Hoe gaat dat. Deventer: Kluwer
Internetsite’s: www.adoptie.nl www.adoptie.net www.plan-international.org www.hsdelft.nl
25
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie
Bijlage I Jaar
Nederl.adopties
Buitenl.adopties
Jaar
Nederl.adopties
Buitenl.adopties
1956
-
-
1978
373
1136
1957
38
2
1979
412
1377
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1977
332 422 367 399 496 327 328 416 575 719 725 855 1032 974 1126 1059 1259 961 610 532
23 39 25 19 41 30 45 39 86 129 173 182 177 181 174 186 420 574 882 1188
1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 Totaal:
451 259 176 149 144 112 77 91 87 78 82 50 88 65 61 54 44 48 37 16490
1459 1603 1440 1185 1154 931 1128 1286 1093 768 681 930 1007 814 691 654 638 697 628 25915
II Op de volgende bladzijde’s vindt u de interviews van de mensen die ik geïnterviewd heb.
III
26
Niels van Leeuwen - A4B - Adoptie