*12.07591* Welzijn
Kindercentrum De Blokkendoos b.v. Mevrouw M Groenestein, houder Charlotte van Pallandthof 1 1628 ZG HOORN
Bureau Jeugd, Onderwijs en Samenleving Contactpersoon : K. Crom Telefoonnr. : 0229 - 252200 E-mail :
[email protected] Uw brief Ons kenmerk Bijlage(n) Onderwerp
:: : 12.07591 : Aanwijzing naar aanleiding van onder: zoeken door GGD Hollands Noorden
Hoorn,
Geachte mevrouw Groenestein,
De GGD Hollands Noorden heeft op verzoek van het college van B&W van de gemeente Hoorn als toezichthouder een onderzoek gedaan bij uw kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang aan de Charlotte van Pallandthof 1 in Hoorn (hierna te noemen: De Blokkendoos). Naar aanleiding van verschillende signalen1 is een incidenteel onderzoek gedaan naar de pedagogische praktijk en de beroepskracht-kindratio/groepsgrootte. Daarnaast is een nader onderzoek ingesteld naar aanleiding van eerdere constateringen met betrekking tot de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid en het beleid veiligheid en gezondheid. U hebt gelegenheid gekregen op het concept inspectierapport te reageren. U heeft uw raadsman gevraagd uw zienswijze namens u in te sturen. Deze zienswijze is als bijlage bij het rapport gevoegd en daar waar nodig is het rapport door de toezichthouder aangepast. Het definitieve rapport is vastgesteld op 10 april 2012 en is inmiddels in uw bezit. Het rapport wordt op de website van GGD Hollands Noorden en in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen gepubliceerd. De college van B&W van de gemeente Hoorn heeft op 12 april 2012 een kopie van het inspectierapport ontvangen. Overtredingen Uit het inspectierapport blijkt dat er – op basis van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Hoofdstuk 1, afdeling 3, paragraaf 2, artikelen 1.49, 1.50 en 1.51) zoals deze gold tijdens het inspectiebezoek – ernstige overtredingen zijn geconstateerd en de toezichthouder heeft geadviseerd handhavend op te treden. Het gaat hierbij om de volgende zaken: Beleid veiligheid en beleid gezondheid 3.1.1 Beleid veiligheid, voorwaarde 2 3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid, voorwaarde 2 3.2.1 Beleid gezondheid, voorwaarde 2 In augustus en oktober 2011 heeft de toezichthouder nadere onderzoeken uitgevoerd m.b.t. de risicoinventarisaties veiligheid en gezondheid van de Blokkendoos. Op 7 september 2011 heeft onze beleidsmedewerker Jeugd, Onderwijs en Samenleving, mevrouw K. Crom, een gesprek met u gevoerd waarin heel gedetailleerd is ingegaan op de voorlopige conclusies van de toezichthouder en de wijze waarop u de risico-inventarisaties en de plannen van aanpak die daaruit volgen vorm dient te geven. U hebt naar aanleiding van dit gesprek de gelegenheid gekregen de documenten met betrekking tot domein 3 alsnog in orde te maken. U hebt de door u vernieuwde documenten naar de GGD gestuurd en
1
Hierbij gaat het om meldingen die telefonisch, per brief of tijdens inspecties van andere kinderopvanglocaties bij de GGD binnen zijn gekomen. Zie rapport GGD, vastgesteld op 10 april 2012, pagina 9 onder het kopje ‘Incidenteel onderzoek’. Gemeente Hoorn Nieuwe Steen 1 Postbus 603 1620 AR Hoorn Tel 0229 252200
Fax 0229 252040 www.hoorn.nl
1 van 8
Geadresseerde : Kindercentrum De Blokkendoos b.v. Onderwerp : Aanwijzing naar aanleiding van nader onderzoek
Ons kenmerk Datum
: 12.07591 :
2 van 8
Afdeling Welzijn
de toezichthouder heeft de documenten opnieuw beoordeeld. Het oordeel van de toezichthouder is duidelijk: ‘De conclusie van deze onderzoeken is dat nog altijd niet alle risico’s van alle groepen op een adequate manier in kaart zijn gebracht en geregistreerd. Hierdoor wordt een onjuist beeld gegeven van de veiligheid- en de gezondheidsrisico’s voor de kinderen op dit centrum en de kan veiligheid en gezondheid van de kinderen tijdens de opvang mogelijk onvoldoende gewaarborgd worden.’2 Overtreding beroepskracht-kind-ratio 5.4 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer, voorwaarde 4 Naar aanleiding van voortdurende signalen3 dat de beroepskracht-kind-ratio en de groepsgrootte bij uw kindercentrum niet op orde zijn, hebben wij de toezichthouder gevraagd een onaangekondigde inspectie uit te voeren op dit domein. Op 25 oktober 2011 heeft dit onderzoek plaatsgevonden. Bij deze inspectie is gebleken dat tijdens de middagpauze niet wordt voldaan aan de beroepskracht-kind-ratio bij de groepen waar 3 pedagogisch medewerkers moeten worden ingezet. De toezichthouder zegt hier over: ‘Er ontstaat een groot veiligheidsrisico als één pedagogisch medewerker tijdens de middagpauze de verantwoording draagt over bijvoorbeeld 12 kinderen in de leeftijd van nul tot anderhalf jaar. De houder is al meerdere keren van deze overtreding op de hoogte gesteld tijdens de GGD-inspecties maar heeft nog altijd het pauzebeleid niet aangepast.’4 In uw zienswijze bestrijdt u dit, maar het staat onomstotelijk vast dat het pauzebeleid wel degelijk in 2010 meerdere keren met u is besproken. In het inspectierapport van 14 februari 2011 is dit terug te vinden. Pedagogische praktijk
6.2 6.3 6.4 6.5
Emotionele veiligheid, voorwaarden 1 t/m 6 Persoonlijke competentie, voorwaarden 1 t/m 4 Sociale competentie, voorwaarden 1 t/m 3 Overdracht van normen en waarden, voorwaarden 1 t/m 4
De toezichthouders van de GGD hebben vanaf oktober 2011 uitgebreid onderzoek gedaan naar de pedagogische kwaliteit. Al eerder waren signalen over de pedagogische praktijk aanleiding voor ons college de GGD te vragen een pedagogisch onderzoek uit te voeren bij Kindercentrum De Blokkendoos. Dit onderzoek heeft in 2010 plaatsgevonden. De conclusie van de pedagoog was toen dat er een te wankel evenwicht was met betrekking tot de pedagogische praktijk5. Wij hebben dit op 19 juli 2010 in een gesprek met u besproken. Hierbij waren ook de pedagoog en toezichthouders van de GGD aanwezig. Omdat de signalen over de pedagogische praktijk6 bleven aanhouden, hebben wij de toezichthouder gevraagd te onderzoeken hoe de pedagogische praktijk bij uw kindercentrum is. Op basis van een uitgebreid onderzoek is de conclusie van de toezichthouder dat de emotionele veiligheid van de kinderen op Kindercentrum De Blokkendoos in het geding is door een slechte pedagogische behandeling van kinderen door de houder als zij in het pand aanwezig is en als zij zich op de groepen begeeft. Daarnaast is de werksfeer dusdanig, dat het welbevinden van de kinderen direct negatief wordt beïnvloed. Ook komt duidelijk uit het inspectierapport naar voren dat u en dhr. R. Meijer niet het goede voorbeeld aan uw medewerkers en de kinderen geven. Dhr. Meijer was voorheen sa2
Zie rapport van GGD Hollands Noorden, vastgesteld op 10 april 2012, pagina 15 onder het kopje ‘Risicoinventarisaties en beleid gezondheid en veiligheid’. 3 Zie hiervoor de samenvatting van de handhavingshistorie op bladzijde 3 van deze beschikking. 4 Zie rapport van GGD Hollands Noorden, vastgesteld op 10 april 2012, pagina 15 onder het kopje ‘Beroepskrachtkind-ratio’ in de tweede alinea, in het midden van deze alinea. 5 Brief van GGD Hollands Noorden, pedagoog mw. M. Kunst, van 1 juni 2010, laatste alinea die begint met ‘Mijn conclusies is…’ 6 Hierbij gaat het om meldingen die telefonisch, per brief of tijdens inspecties van andere kinderopvanglocaties bij de GGD binnen zijn gekomen. Zie rapport GGD, vastgesteld op 10 april 2012, pagina 9 onder het kopje ‘Incidenteel onderzoek’. Gemeente Hoorn Nieuwe Steen 1 Postbus 603 1620 AR Hoorn Tel 0229 252200
Fax 0229 252040 www.hoorn.nl
Geadresseerde : Kindercentrum De Blokkendoos b.v. Onderwerp : Aanwijzing naar aanleiding van nader onderzoek
Ons kenmerk Datum
: 12.07591 :
3 van 8
Afdeling Welzijn
men met u houder van Kindercentrum De Blokkendoos b.v. en wordt in het inspectierapport van GGD Hollands Noorden dat vastgesteld is op 10 april 2012 aangeduid als ‘mannelijk leidinggevende’. De conclusie van de toezichthouder is dat sprake is van emotionele mishandeling en emotionele verwaarlozing van de kinderen en van psychische mishandeling en (seksuele) intimidatie van medewerkers. Deze zaken konden niet tijdens het eerder genoemde pedagogisch onderzoek van 2010 worden geconcludeerd, omdat het op dat moment niet aannemelijk was dat de gedragingen zoals die nu in het inspectierapport van 10 april 2012 worden beschreven, zouden worden vertoond in aanwezigheid van een toezichthouder of de pedagoog van de GGD. In het inspectierapport licht de toezichthouder uitgebreid toe waar de hier bovengenoemde overtredingen in de domeinen 3, 5 en 6 uit bestaan. Wij verwijzen voor het overige naar het inspectierapport. Zienswijze Uw zienswijze is in het inspectierapport opgenomen. In uw zienswijze stelt u kort gezegd dat 1. het rapport gebaseerd is op anonieme verklaringen, waardoor de verklaringen voor u niet controleerbaar zijn. U vindt de reden voor de anonimiteit onduidelijk en ongeloofwaardig. U geeft aan dat de geïnterviewden andere belangen zouden kunnen hebben dan waarheidsvinding. Daarnaast geeft u aan dat het rapport niet ten grondslag zou kunnen worden gelegd aan het te nemen besluit. 2. het (concept)rapport onbetrouwbaar is, met name omdat geen extra bronnen dan de geïnterviewden zouden zijn geraadpleegd. In dat verband geeft u aan dat de toezichthouder medewerkers en/of ouders had kunnen interviewen. 3. de in het conceptrapport beschreven voorvallen en incidenten zich niet, althans niet helemaal, volgens de beschrijving hebben voorgedaan. In dat verband overlegt u een verklaring waar huidige medewerkers een handtekening onder hebben gezet. Verder verwijst u naar verklaringen van een aantal ouders, die naar uw zeggen inzage hebben gehad in het conceptrapport. GGD Hollands Noorden reageert in het rapport op uw zienswijze. Voor deze reactie verwijzen wij naar het inspectierapport. De toezichthouder ziet geen reden een andere conclusie te trekken naar aanleiding van uw zienswijze. Vanwege de reactie van GGD Hollands Noorden zien wij geen reden om de GGD opdracht te geven het onderzoek uit te breiden naar ouders en huidige medewerkers. Belangenafweging In het onderzoek zijn ernstige zaken naar voren gekomen. De verklaringen geven een beeld van de periode 2003 tot zeer recent. De verklaringen worden ondersteund door eigen observaties van de toezichthouder7. Juist omdat het verklaringen van getuigen betreft, is het voor ons college van belang om de belangen voorzichtig en zorgvuldig af te wegen. Wij zijn van oordeel dat het belang van een voldoende kwaliteit van kinderopvang zwaarder weegt dan het belang van u als houder. De conclusie uit het rapport is naar onze mening helder. De toezichthouder concludeert dat er structureel een groot tekort is aan pedagogische en leidinggevende competenties van u beiden8 en dat u beiden, mede hierdoor, in gebreke blijft om een emotioneel en sociaal veilige opvangplek te bieden aan kinderen. Daar waar u gezamenlijk dan wel apart van elkaar op de locatie aanwezig bent, werkzaam bent in de rol van beroepskracht of invloed hebt op de overige beroepskrachten (in de zin van het aan-
7
Het gaat hierbij de beschrijving van enkele incidenten die door de toezichthouder tijdens inspecties zijn waargenomen: het geven van negatieve bijnamen voor sommige kinderen en deze ook uitspreken in het bijzijn van deze kinderen (inspectierapport GGD Hollands Noorden, vastgesteld op 10 april 2012, bladzijde 16 – halverwege de pagina) en een gesprek met een medewerker die zeer angstig en emotioneel reageerde toen de houder haar tijdens een inspectie zag spreken met de toezichthouder (inspectierapport GGD Hollands Noorden, vastgesteld op 10 april 2012, bladzijde 20, tweede alinea). 8 Zoals eerder gezegd gaat het hierbij om de houder, mevrouw M. Groenestein, en de mannelijk leidinggevende, de heer R. Meijer. Gemeente Hoorn Nieuwe Steen 1 Postbus 603 1620 AR Hoorn Tel 0229 252200
Fax 0229 252040 www.hoorn.nl
Geadresseerde : Kindercentrum De Blokkendoos b.v. Onderwerp : Aanwijzing naar aanleiding van nader onderzoek
Ons kenmerk Datum
: 12.07591 :
4 van 8
Afdeling Welzijn
sturen of het geven van leiding), leidt dit – in het licht van het in het inspectierapport van 10 april 2012 beschrevene – tot een onverantwoorde situatie. Wij hebben een lange handhavinggeschiedenis ten aanzien van uw kindercentrum. Wij geven hiervan een samenvatting: Op 30 maart 2004 komt de eerste klacht ten aanzien van de groepsgrootte binnen. Naar aanleiding hiervan vindt een onaangekondigd bezoek plaats door de GGD. Er blijkt een overtreding te zijn ten aanzien van de beroepskracht-kind-ratio en er zijn meer kinderen aanwezig dan op de planningslijsten staan. De gemeente geeft het kindercentrum De Blokkendoos een schriftelijke waarschuwing en nodigt de houders (op dat moment zijn mevrouw M. Groenestein en de heer R. Meijer nog samen houder) uit voor een gesprek. De houders beloven beterschap en zeggen dat in oktober 2004 de tekortkomingen hersteld zullen zijn. In juni 2004 kondigt de gemeente per brief aan dat wanneer bij inspectie in 2004 blijkt dat e.e.a. niet op orde is, een last onder dwangsom opgelegd zal worden. Dit laatste gebeurt op 19 november 2004. Aanvankelijk gaan de houders in bezwaar, maar dit bezwaar wordt op 23 december 2004 ingetrokken. De last blijft onverminderd van kracht. Naar aanleiding van de nieuwe Wet Kinderopvang, die op 1 januari 2005 in werking treedt, moet de last onder dwangsom worden aangepast. Op 23 maart 2005 wordt daarom een brief gestuurd aan de houders dat de last onder dwangsom wordt aangepast en dat de last onder dwangsom van 19 november 2004 wordt ingetrokken. Uit deze last onder dwangsom, die 5 jaar blijft bestaan, worden tussen 2005 en 2009 negen dwangsommen van € 2000,- opgelegd. De houders van Kindercentrum De Blokkendoos gaan in bezwaar tegen de nieuw opgelegde dwangsom. Na een bezwaarprocedure besluit het college van B&W in augustus 2005 negatief over het bezwaar. De houders gaan in beroep en de rechter legt mediation op. Het resultaat van deze mediation (in januari 2006 wordt de vaststellingsovereenkomst ondertekend) is dat het beleid van De Blokkendoos ten aanzien van presentielijsten wordt aangepast en de houders zeggen tussen juni en september 2006 van ca. 50 kinderen de contracten deels of geheel op. Ook daarna worden in 2006 en 2007 bij onaangekondigde bezoeken overtredingen geconstateerd ten aanzien van de groepsgrootte en de beroepskracht-kind-ratio. In twee gevallen wordt een dwangsom opgelegd. In één geval wordt geen dwangsom opgelegd, maar vindt een gesprek plaats. De last blijft onverminderd van kracht. In 2005 komen van ouders en (oud-)medewerkers de eerste signalen over een slechte bejegening van kinderen en medewerkers door de houders. De toezichthouders van GGD Hollands Noorden gaan in overleg met GGD Nederland om advies in te winnen over de wijze waarop deze signalen onderzocht moeten worden. Het advies van GGD Nederland is het mee te nemen in het reguliere inspectiebezoek. De conclusie van GGD Hollands Noorden is dat dit niet door de toezichthouders vastgesteld kan worden in het reguliere, aangekondigde, bezoek, omdat dit soort gedragingen niet in aanwezigheid van de toezichthouders vertoond wordt. Het probleem voor de GGD en de gemeente is tevens dat de melders absoluut anoniem willen blijven uit angst voor pesterijen of andere problemen met de houders. In 2009 bereiken GGD en gemeente wederom klachten over de groepsgrootte, de beroepskracht-kindratio en de bejegening van kinderen en medewerkers door de houders. De toezichthouder voert in het najaar van 2010 een inspectie uit en adviseert een pedagogisch onderzoek uit te laten voeren door de GGD. In februari 2010 is dit pedagogisch onderzoek door de gemeente bij de houders aangekondigd. In mei 2010 heeft de pedagoog van de GGD het pedagogisch onderzoek uitgevoerd. De conclusie van dit onderzoek was dat er op langere termijn een wankel pedagogisch evenwicht bestaat. De GGD en de gemeente maakten zich hier zorgen over en hebben de houders uitgenodigd voor een gesprek. Dit gesprek heeft op 19 juli 2010 plaatsgevonden. Tijdens dit gesprek zijn de constateringen van de GGD ten aanzien van de pedagogische praktijk, de risico-inventarisaties en beleid veiligheid/gezondheid, de beroepskracht-kind-ratio en groepsgrootte en de inzet van gediplomeerde beroepskrachten besproken. Aan de houder is gevraagd om zelf een deadline te stellen voor de afgesproken punten. Op 23 augusGemeente Hoorn Nieuwe Steen 1 Postbus 603 1620 AR Hoorn Tel 0229 252200
Fax 0229 252040 www.hoorn.nl
Geadresseerde : Kindercentrum De Blokkendoos b.v. Onderwerp : Aanwijzing naar aanleiding van nader onderzoek
Ons kenmerk Datum
: 12.07591 :
5 van 8
Afdeling Welzijn
tus 2010 stuurt de houder een e-mailbericht met daarin de door haar zelf bepaalde deadlines op de afgesproken punten: voor sommige punten geldt een deadline van 15 september 2010, voor andere punten is dat 1 oktober 2010. Daarop is op 20 oktober 2010 een nieuw onaangekondigd bezoek geweest. De afspraken blijken niet te zijn nagekomen. De houder weet van tevoren dat zij haar eigen deadline niet zal halen, maar reageert reactief door dit pas na de inspectie toe te lichten in een e-mail aan de GGD en de beleidsmedewerker van de gemeente. Naar aanleiding van deze constateringen vindt op verzoek van de houder een gesprek plaats op 31 januari 2011. Ofschoon op dat moment inmiddels sprake is van een beschadigde vertrouwensband, geeft de gemeente de houder de kans om te bewijzen dat de overtredingen zijn opgeheven. Bij een onaangekondigd bezoek op 20 februari 2011 blijken er nog steeds overtredingen te zijn. Omdat de toezichthouder beschrijft dat er wel kwaliteitsverbetering zichtbaar is, is er vanwege het weer opbouwen van een vertrouwensband nog geen aanwijzing opgelegd. De houder heeft een schriftelijke waarschuwing ontvangen, waarbij de houder een hersteltermijn van twee maanden heeft gekregen om de overtredingen te verhelpen. In de schriftelijke waarschuwing is een aanwijzing aangekondigd als bij het nader onderzoek zou blijken dat de overtredingen na de hersteltermijn nog altijd niet zijn opgelost. In augustus vindt het aangekondigde nader onderzoek plaats. De houder belt naar aanleiding van het concept rapport naar de gemeente en verzoekt om een gesprek. Dit gesprek vindt plaats op 7 september 2011; tijdens dit gesprek wordt heel gedetailleerd besproken op welke wijze een risicoinventarisatie en een plan van aanpak moeten worden opgesteld. Bij het nader onderzoek van de documenten die na het gesprek worden aangeleverd in oktober 2011 blijkt dat deze nog altijd niet op orde zijn. In de genoemde handhavinggeschiedenis gaat het veelal om zaken die aangeven dat er tekortkomingen zijn in de risico-inventarisaties, beleid veiligheid en gezondheid, beroepskracht-kind-ratio en groepsgrootte, zaken waar bij overtredingen risico is voor een verantwoorde kinderopvang. Een goed beleid ten aanzien van de groepsgrootte, de beroepskracht-kind-ratio, risico-inventarisaties en beleid veiligheid en gezondheid hebben direct invloed op een verantwoorde kinderopvang. Als bijvoorbeeld niet precies bekend is bij de pedagogisch medewerkers welke kinderen aanwezig zijn dan wel moeten zijn, zijn de gevolgen niet te overzien als zich een calamiteit voordoet en het pand onmiddellijk ontruimd moet worden. Hetzelfde geldt voor het juist beschrijven van risico’s veiligheid en gezondheid en een deugdelijk plan van aanpak om risico’s te vermijden of op te heffen. U neemt onverantwoorde risico’s ten aanzien van de gezondheid en veiligheid van de kinderen door de zaken ten aanzien van a) de beroepskracht-kindratio, b) de groepsgrootte, c) de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid en d) plannen van aanpak veiligheid en gezondheid langjarig niet op orde te brengen. Ook wordt duidelijk dat de toezichthouder en de gemeente al gedurende een aantal jaren signalen ontvangen ten aanzien van de bejegening van kinderen en medewerkers (en ook van ouders) door u beiden. Dat dit niet eerder kon worden vastgesteld tijdens de (aangekondigde) inspectiebezoeken, is logisch. Dit wordt naar onze mening door de toezichthouder in het conceptrapport voldoende toegelicht.9 Het onderzoek hiernaar werd bemoeilijkt doordat melders anoniem wilden blijven uit angst voor pesterijen of andere problemen van u (beiden). Uit het recente onderzoek is echter in voldoende mate een objectief beeld ontstaan van de tekortkomingen ten aanzien van de bejegening van kinderen en medewerkers. 9
Hiervoor zijn een aantal vindplaatsen in het inspectierapport van GGD Hollands Noorden, vastgesteld op 10 april 2012: - er heerst een cultuur van angst en de geïnterviewden omschrijven de houder als iemand met twee gezichten (bladzijde 13), - het inspectiemoment is een momentopname (bladzijde 16, halverwege de pagina), - in het verleden werd bij inspecties er alles aan gedaan dat overtredingen niet werden opgemerkt (bladzijde 17, onder kopje ‘Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio’), - medewerkers en kinderen worden op het hart gedrukt niets te vertellen waardoor ouders niets merken (bladzijde 17, onder kopje ‘Angstcultuur’), Gemeente Hoorn Nieuwe Steen 1 Postbus 603 1620 AR Hoorn Tel 0229 252200
Fax 0229 252040 www.hoorn.nl
Geadresseerde : Kindercentrum De Blokkendoos b.v. Onderwerp : Aanwijzing naar aanleiding van nader onderzoek
Ons kenmerk Datum
: 12.07591 :
6 van 8
Afdeling Welzijn
De toezichthouder van GGD Hollands Noorden concludeert dat de gebreken die in het inspectierapport naar voren komen, niet te herstellen zijn. Gezien de lange handhavinghistorie, de vele gesprekken die door de GGD en de gemeente met u gezamenlijk en/of met één van u zijn gevoerd over de tekortkomingen, de niet-lerende houding en het feit dat (een groot deel van) de genoemde overtredingen op het gebied van de pedagogische kwaliteit toegerekend kunnen worden aan professionele en persoonlijke competenties van u beiden, delen wij deze conclusie. De tekortkomingen hebben een zodanige omvang en ernst, dat bij ons niet langer de verwachting bestaat dat bij de huidige stand van organisatie van uw kindercentrum, binnen een aanvaardbaar korte termijn alsnog aan de voorschriften op het gebied van met name pedagogische kwaliteit zal kunnen worden voldaan. Aanwijzing Op grond van artikel 1.65 Wet kinderopvang en kwaliteitsregels peuterspeelzalen (hierna te noemen Wko) zijn wij bevoegd de houder van een kindercentrum die op basis van Hoofdstuk 1, afdeling 3, paragrafen 2 en 3 in de Wko de voorschriften niet of in onvoldoende mate naleeft, een schriftelijke aanwijzing te geven. Gelet op het bovenstaande, en gelet op de uitvoerige beschrijving van de bevindingen van de toezichthouder van de GGD zoals deze zijn opgenomen in het inspectierapport van 10 april 2012, geven wij u op grond van artikel 1.65 Wko de aanwijzing om bovengenoemde overtredingen te beëindigen. Een aanwijzing, zoals bedoeld in artikel 1.65 Wko, is een sanctie met een herstelmogelijkheid. Wij hebben een duidelijk beeld van de wijze waarop de overtredingen hersteld moeten worden. De betekenis en consequenties van de aanwijzing worden hierna verder uitgewerkt. Hersteltermijn Wij geven u een hersteltermijn om de tekortkomingen in orde te maken. Het gaat hierbij om de volgende tekortkomingen en hersteltermijnen: Overtreding: 3.1.1. beleid veiligheid, voorwaarde 2 3.1.2. uitvoering beleid veiligheid, voorwaarde 2 3.2.1. beleid gezondheid, voorwaarde 2 5.4. inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer, voorwaarde 4 6.2. emotionele veiligheid, voorwaarden 1 t/m 6 6.3. persoonlijke competentie, voorwaarden 1 t/m 4 6.4. sociale competentie, voorwaarden 1 t/m 3 6.5. overdracht van waarden en normen, voorwaarden 1 t/m 4
Hersteltermijn: 14 dagen 14 dagen
Vorm van inspectie10: Herstel melden bij11: Nader onderzoek GGD Nader onderzoek GGD
14 dagen 14 dagen
Nader onderzoek Nader onderzoek
GGD GGD
14 dagen
Nader onderzoek
GGD en gemeente
14 dagen
Nader onderzoek
GGD en gemeente
14 dagen
Nader onderzoek
GGD en gemeente
14 dagen
Nader onderzoek
GGD en gemeente
10
Bij een nader onderzoek voert de GGD-toezichthouder aan het einde van de hersteltermijn een onderzoek uit op het onderdeel van de overtreding. Een nader onderzoek kan aangekondigd dan wel onaangekondigd worden uitgevoerd. 11 In een enkel geval kan u gevraagd worden de betreffende documenten naar de gemeente te sturen in plaats van aan de GGD-toezichthouder. Dit treft u in de laatste kolom aan. Gemeente Hoorn Nieuwe Steen 1 Postbus 603 1620 AR Hoorn Tel 0229 252200
Fax 0229 252040 www.hoorn.nl
Geadresseerde : Kindercentrum De Blokkendoos b.v. Onderwerp : Aanwijzing naar aanleiding van nader onderzoek
Ons kenmerk Datum
: 12.07591 :
7 van 8
Afdeling Welzijn
Uitvoering herstelmaatregel De uitvoering van de herstelmaatregel valt in verschillende componenten uiteen. Aanwezigheid als beroepskracht Het is van belang dat de leiding van een kindercentrum het goede voorbeeld geeft. Dit doet u beiden duidelijk niet. Daarbij is de conclusie dat u beiden door uw gedrag een negatieve invloed hebt op het zelfvertrouwen van de pedagogisch medewerkers en de kinderen. Doordat u het verkeerde voorbeeld geeft en door de sfeer van angst die uw gedrag en houding bewerkstelligen, is de pedagogische kwaliteit onvoldoende. Daarbij is aangetoond dat mevrouw Groenestein onvoldoende professionele en persoonlijke competenties heeft om met kinderen te werken. Daarom stellen wij als eis dat mevrouw Groenestein zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 14 dagen vanaf heden, niet meer als beroepskracht werkt. Rol als leidinggevende Zoals hier boven beschreven is, hebben wij er geen vertrouwen in dat de gebreken die in het inspectierapport naar voren komen, door u beiden te herstellen zijn. Daarom bestaat de herstelmaatregel er uit dat u binnen 14 dagen een locatiemanager aanstelt die verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding, het leiding geven aan de (pedagogisch) medewerkers en de bedrijfsvoering. U mag in geen geval een gezagsverhouding (in de zin van leiding geven en aansturen van medewerkers) meer hebben tot de medewerkers en de nieuw aan te stellen locatiemanager. U dient zich te beperken tot de rol van aandeelhouder van Kindercentrum De Blokkendoos b.v.. Gelet op het bovenstaande merken wij op dat wij het onwenselijk zouden vinden wanneer u apart dan wel gezamenlijk aanwezig bent in het pand, omdat er dan risico’s zijn op invloed op de kinderen en de medewerkers. Beroepskracht-kind-ratio/groepsgrootte en beleid veiligheid en gezondheid Ook de overtredingen in de domeinen 3 en 5 moeten op de kortst mogelijke termijn worden hersteld. Dit dient u over te laten aan de nieuw aan te stellen locatiemanager. De hersteltermijn van 14 dagen voor deze domeinen gaat in op het moment dat de locatiemanager zijn/haar eerste werkdag heeft – uiterlijk 14 dagen na heden. Verscherpt toezicht door de GGD Wij beseffen dat u tijd nodig hebt om een locatiemanager aan te stellen, de planning aan te passen om aan de beroepskracht-kind-ratio te voldoen als u niet meer op de groepen mag worden ingezet en zaken over te dragen. De geconstateerde tekortkomingen zijn dusdanig ernstig en de vertrouwensrelatie is zodanig beschadigd, dat wij het toezicht verscherpen. Wij hebben de GGD Hollands Noorden verzocht vanaf heden tijdelijk dagelijks bij uw kindercentrum aanwezig te zijn. Wat als de aanwijzing niet wordt opgevolgd? Als na afloop van de hersteltermijn blijkt dat deze overtredingen niet zijn hersteld, moet u er rekening mee houden dat wij vervolgstappen zullen nemen. Deze maatregelen kunnen bestaan uit een exploitatieverbod, het schrappen uit het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen of een boete van ten hoogste € 45.000,-. Tot slot De onderdelen waarop de GGD inspecteert, betreffen minimumeisen. Wij hechten er aan dat de kinderopvangorganisaties binnen onze gemeentegrenzen deze kwaliteitsnormen respecteren.
Gemeente Hoorn Nieuwe Steen 1 Postbus 603 1620 AR Hoorn Tel 0229 252200
Fax 0229 252040 www.hoorn.nl
Geadresseerde : Kindercentrum De Blokkendoos b.v. Onderwerp : Aanwijzing naar aanleiding van nader onderzoek
Ons kenmerk Datum
: 12.07591 :
8 van 8
Afdeling Welzijn
Wij vertrouwen er op dat wij u hiermee voldoende hebben geïnformeerd en dat u de nodige maatregelen treft om de tekortkomingen te herstellen.
Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Hoorn
de secretaris de burgemeester Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u bezwaar maken. In dat geval adviseren wij u om eerst contact met ons op te nemen. Wij nemen samen met u het besluit door. U kunt hiervoor bellen met K. Crom, 0229-252200. Als we er niet uitkomen, kunt u een bezwaarschrift sturen. Zorgt u er voor dat u het bezwaar indient binnen zes weken na de dag waarop het besluit is verzonden. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer kunnen behandelen. Hoe maakt u bezwaar? U stuurt uw bezwaarschrift naar het college van burgemeester en wethouders. Adres: Postbus 603, 1620 AR Hoorn. In uw bezwaarschrift moet het volgende staan: • uw naam, adres en graag ook uw telefoonnummer; • een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (u kunt bijvoorbeeld de datum en ons kenmerk van het besluit vermelden of een kopie meesturen); • de reden(en) waarom u bezwaar maakt; • de datum en uw handtekening. Dient iemand anders namens u een bezwaarschrift in? Stuur dan een machtiging mee. Blijft het besluit gelden als ik een bezwaar indien? Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u de voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar vragen een voorlopige voorziening te treffen om het besluit te schorsen. Het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening kan alleen als u binnen de termijn een bezwaarschrift heeft ingediend. Het adres van de rechtbank is Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. Als u een voorlopige voorziening aanvraagt, bent u griffierecht verschuldigd. U ontvangt hiervoor automatisch een rekening.
Gemeente Hoorn Nieuwe Steen 1 Postbus 603 1620 AR Hoorn Tel 0229 252200
Fax 0229 252040 www.hoorn.nl