Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze Inspectierapport Kinderpleintje Amsterdam B.V. (KDV) Beroepskracht-kind-ratio Op 20 augustus heeft er een inspectiebezoek plaatsgevonden. Deze dag voldeed Kinderpleintje aan het beroepskracht-kind-ratio. Na formulieren ingekeken te hebben heeft de inspectie geconstateerd dat niet alle dagen aan deze regels gehouden wordt. Op 1 groep werd er deze dag niet aan het beroepskracht-kind-ratio gehouden, buiten de tijdstippen (voor 9:30, na 16:30 en tijdens de middagpauze), doordat een invalkracht op het laatste moment zich had afgemeld. Er is meteen gebeld voor een nieuwe invalkracht, die dan z.s.m. naar de vestiging komt. Om deze tijd te overbruggen moet de vestigingsmanager even bijspringen om zo de gehele dag te voldoen aan het beroepskracht-kind-ratio. Tijdens het schoonmaakmoment worden de kinderen die wakker blijven even vermaakt op het kantoor. Dit is volgens ons beleid omdat wij erachter staan dat kinderen niet bij het schoonmaken aanwezig mogen zijn (i.v.m. de gezondheid van de kinderen). Dit zullen wij opnemen in ons pedagogisch beleidsplan. Gezondheid De verschoonkussen is schoongemaakt met alcohol verlengd met water. Dit zit in een spuitbus wat niet goed is voor de gezondheid van de kinderen. Vanaf het moment dat wij dit wisten, is er een mail uitgegaan naar alle vestigingen. Alle groepen die eventueel zo’n spuitbus gehad zouden hebben, zijn per direct verwijderd. De beroepskrachten hebben op het moment verklaard dat er geen maatregelen m.b.t. het desinfecteren van het verschoonkussen is. Dat klopt niet, alle leidsters weten wanneer zij alcohol (70%) moeten gebruiken. Dit staat duidelijk in ons beleid en daar worden ook alle leidsters op getoetst. Wij zullen het nog extra toevoegen in het risico-inventarisatie gezondheid. Buiten is er last van duivenontlasting uit (voornamelijk) een boom die aanwezig is op het buitenterrein. Hier is al vaker onderzoek naar gedaan en de leidsters dienen maatregelen te nemen waardoor het buitenterrein schoon zal zijn. Dit doen zij elke dag (zelf of i.c.m. de kinderen, zoals beschreven). Wij zullen er achteraan gaan om te kijken wat wij kunnen doen om dit te verminderen en dit toevoegen in onze werkinstructies en plan van aanpak.
Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
14/14
Inspectierapport Kinderpleintje Amsterdam B.V. (KDV) Zuivelplein 11 1097 XD AMSTERDAM Registratienummer: 207462999
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 30-09-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 03-11-2014
Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
1/14
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
2/14
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 30 september 2014 is er een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. In dit onderzoek zijn op grond van het risicoprofiel de belangrijkste kwaliteitseisen onderzocht op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht, staan achter in het rapport vermeld. Het inspectieonderzoek bestaat uit een locatiebezoek (d.d. 30 september 2014) en een telefoongesprek met de tijdelijke vestigingsmanager (d.d. 7 oktober 2014).
Beschouwing Organisatie Het kindercentrum is onderdeel van Kinderhonk, een organisatie met zes vestigingen in Amsterdam. De vestigingen bestaan uit kinderdagverblijven en/of buitenschoolse-opvanglocaties en behoren tot verschillende besloten vennootschappen. Het inspectieonderzoek heeft plaatsgevonden bij kinderdagverblijf Kinderpleintje; deze vestiging behoort tot Kinderpleintje Amsterdam B.V. Aan het hoofd van de organisatie staat de directeur die verantwoordelijk is voor de algemene beleidsvoering. Er is daarnaast sinds enkele maanden een kwaliteitsfunctionaris aangesteld die verantwoordelijk is voor het opstellen en implementeren van het beleid met betrekking tot onder andere veiligheid, gezondheid en pedagogiek. Deze persoon is tevens aangesteld als aandachtsfunctionaris kindermishandeling, klachtencoördinator en vertrouwenspersoon voor zowel het personeel als de ouders. Een functieomschrijving hiervan is schriftelijk vastgelegd en ontvangen de ouders bij de intake. Voorheen waren deze taken de verantwoordelijkheid van de beleidsmedewerker. Iedere locatie heeft een vestigingsmanager die verantwoordelijk is voor de dagelijkse aansturing van de beroepskrachten. In het afgelopen jaar heeft er bij meerdere locaties een personeelswisseling onder de vestigingsmanagers plaatsgevonden. Locatie Kinderdagverblijf Kinderpleintje bestaat uit een babygroep, een dreumesgroep en een peutergroep. Aan het kindercentrum grenst een ruime buitenspeelruimte en iedere groepsruimte heeft een deur die hierop uitkomt. Er zijn bij het kinderdagverblijf voldoende vast beroepskrachten in dienst; enkele beroepskrachten beschikken over een hbo-diploma. Er wordt jaarlijks een studiedag georganiseerd en in de afgelopen jaren is beoordeeld dat de beroepskrachten voldoende uitvoering geven aan de vier pedagogische basisdoelen. Ten tijde van het inspectieonderzoek is er geen vaste vestigingsmanager werkzaam op de locatie. De functie wordt tijdelijk vervuld door een vestigingsmanager van een andere locatie van het Kinderhonk die één dag per week aanwezig is bij het Kinderpleintje. Deze vestigingsmanager is sinds twee maanden in dienst bij de organisatie. Ouders zijn (nog) niet geïnformeerd over deze verandering. Er is in het huidige onderzoek geconstateerd dat het plan van aanpak gezondheid onvoldoende is. De beroepskrachten handelen op dit gebied vooral naar eigen inzicht. In het huidige onderzoek zijn daarnaast overtredingen geconstateerd op het gebied van de beroepskracht-kind-ratio. In eerdere onderzoeken van diverse kinderdagverblijven van het Kinderhonk is eveneens gebleken dat de locaties niet voldoen aan alle kwaliteitseisen op dit gebied. Hiervoor zijn verschillende oorzaken, zoals de werk- en pauzetijden van de beroepskrachten en het schoonmaken door de beroepskrachten gedurende de opvangtijd. In de meeste gevallen voldoen de locaties na het starten van een handhavingsprocedure wel aan de kwaliteitseisen op het gebied van de beroepskracht-kindratio. Op 8 oktober 2014 heeft er een telefoongesprek plaatsgevonden met een lid van de oudercommissie. Deze geeft aan tevreden te zijn over de kwaliteit van de opvang die er bij Kinderpleintje wordt geboden. Wel is er regelmatig sprake van een personeelswisseling. Er is door het lid advies uitgebracht over de inhoud van de EHBO-trommel, omdat na een incident is gebleken dat hierin geen materiaal aanwezig was dat nodig is bij een wespensteek. Hierover is (nog) geen terugkoppeling gegeven naar de oudercommissie.
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om wegens geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
3/14
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan opgesteld voor de gehele organisatie dat in december 2013 voor het laatst gewijzigd is. In het pedagogisch beleidsplan is onder andere in duidelijke en observeerbare termen beschreven hoe de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de persoonlijke en sociale competenties worden gestimuleerd en de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Zo is er beschreven dat iedere groep vaste beroepskrachten heeft, er sprake is van een vast dagritme en kinderen bekende leeftijdsgenootjes om zich heen hebben. Naast het algemeen pedagogisch beleidsplan is er per vestiging een pedagogisch werkplan opgesteld met locatiespecifieke informatie. Hierin is een beknopte beschrijving van de uitvoering van het vierogenprincipe bij het kinderdagverblijf beschreven. In de beschrijving staat onder andere dat het benoemd moet worden als men naar een andere ruimte gaat en dat het gebouw transparant is ingericht, zodat het personeel elkaar te allen tijde kan zien. Deze beschrijving komt overeen met de situatie in de praktijk. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectieonderzoek is het pedagogisch handelen van de beroepskrachten van de peuter- en dreumesgroep geobserveerd tijdens het buiten spelen in de tuin. Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten van de babygroep is geobserveerd tijdens het vrij spelen en het verschonen. Op basis van de observatie kan worden geconcludeerd dat de beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan. Zij geven voldoende uitvoering aan de vier pedagogische basisdoelen. Emotionele veiligheid Tijdens het buiten spelen hebben de beroepskrachten een respectvolle houding naar de kinderen. Er wordt speelmateriaal uit de schuur gehaald en ieder kind dat bij de schuur staat, krijgt iets aangereikt. De beroepskrachten hebben zich verspreid over de tuin en zijn betrokken bij het spel van de kinderen. Er wordt bijvoorbeeld bemoedigend opgetreden als een kind twijfelt om van de glijbaan te gaan. Als een kind trots laat zien dat het kan fietsen op de driewieler reageert de beroepskracht hier hartelijk op. Ook tijdens het uitvoeren van organisatorische taken reageren de beroepskrachten op de kinderen. Een beroepskracht die een bankje in de tuin schoonmaakt, betrekt de kinderen hierbij. Vervolgens helpen de kinderen met hun bezems. Tijdens het inspectieonderzoek wordt in de babygroep het vaste dagschema gevolgd. Twee beroepskrachten wandelen met een groep kinderen. Eén beroepskracht blijft in de groepsruimte achter met de kinderen die te jong zijn om mee te gaan. Deze beroepskracht geeft een wakker kind op haar schoot de fles. Het andere wakkere kind is in de wipper gezet met het gezicht naar haar toe. De beroepskracht communiceert tijdens het geven van de fles met beide kinderen. Wanneer de overige kinderen terugkomen van het wandelen begroet de beroepskracht hen enthousiast. De kinderen krijgen direct speelgoed aangereikt en er heerst een ontspannen sfeer. Een beroepskracht juicht als zij een kind ziet lopen dat dit net heeft geleerd. Tijdens het verschonen praten de beroepskrachten tegen de kinderen. Zij benoemen bijvoorbeeld dat ze een schone broek bij het kind gaan aantrekken. Uit deze voorbeelden blijkt dat de emotionele veiligheid voldoende wordt gewaarborgd. Persoonlijke en sociale competentie De buitenruimte is omheind en zó ingericht dat de kinderen van de peuter- en dreumesgroep de mogelijkheid hebben om eigen ervaringen op te doen. De kinderen fietsen vrij rond en er is voldoende speelmateriaal aanwezig dat de motorische ontwikkeling en de fantasie stimuleert, zoals fietsen, een zandbak en een watertafel. Bij de trampoline en de glijbaan staan beroepskrachten om de kinderen te ondersteunen. De beroepskrachten stimuleren de kinderen samen te spelen. Bij conflicten wordt er passend ingegrepen. Ook voor de kinderen van de babygroep wordt er ruimte geboden voor vrij spel. Na het wandelen zetten de beroepskrachten divers speelmateriaal neer bij de kinderen, zodat zij dit zelf kunnen pakken. Wanneer een ouder kind naast een jonger kind gaat zitten, benoemt de beroepskracht dat het kind voorzichtig moet zijn. Als het kind de baby zachtjes aanraakt geeft de beroepskracht een compliment en zegt dat het kind erg lief is voor de baby. Uit deze voorbeelden blijkt dat de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competentie wordt gestimuleerd. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan het Kinderhonk (versie december 2013; ontvangen op 6 oktober 2014) - Pedagogisch werkplan het Kinderpleintje (versie oktober 2013; ontvangen op 10 oktober 2014) - Observatie op de groepen - Inspectieonderzoek
Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
4/14
Personeel en groepen Er zijn drie stamgroepen. In de babygroep is plaats voor maximaal dertien kinderen van 0 tot ongeveer 1,5 jaar oud. De dreumesgroep heeft een capaciteit van maximaal vijftien kinderen van ongeveer 1,5 tot ongeveer 2,5 jaar oud. De peutergroep kan uit maximaal veertien kinderen van ongeveer 2,5 jaar tot 4 jaar oud bestaan. De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: 7.45 tot 16.45 uur, 8.00 tot 17.00 uur, 8.45 tot 17.45 en 9.30 tot 18.30 uur. Als er twee beroepskrachten worden ingezet op één groep zijn de diensttijden een half uur langer. De beroepskrachten pauzeren zestig minuten tussen 13.00 en 15.00 uur wanneer er twee beroepskrachten op een groep worden ingezet. Wanneer er drie beroepskrachten op de groep staan, pauzeren zij ieder veertig minuten tussen 13.00 en 15.00 uur. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Opvang in groepen Tijdens het inspectieonderzoek en uit een steekproef van de presentielijsten van de periode 1 juli tot en met 30 september 2014 blijkt dat in de babygroep dagelijks maximaal dertien kinderen worden opgevangen, in de dreumesgroep maximaal vijftien kinderen en in de peutergroep maximaal veertien kinderen. Ieder kind is geplaatst in een van de vaste stamgroepen en alle kinderen worden dagelijks in de eigen groep opgevangen. Kinderen worden niet opgevangen in een tweede stamgroep indien er extra opvangdagen worden aangeboden. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. In de babygroep worden er dertien kinderen opgevangen door drie beroepskrachten. In de dreumesgroep worden vijftien kinderen opgevangen door drie beroepskrachten. In de peutergroep worden dertien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van augustus en september 2014 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er in deze periode op meerdere dagen niet is voldaan aan de eisen omtrent de beroepskracht-kind-ratio. Bijvoorbeeld op 10 september 2014 zijn er in de dreumesgroep twaalf kinderen van 1 tot 3 jaar oud opgevangen door twee beroepskrachten. Twee beroepskrachten mogen conform de beroepskracht-kind-ratio maximaal elf kinderen van 1 tot 3 jaar oud opvangen. Op 25 september 2014 zijn er op de dreumesgroep dertien kinderen van 1 tot 3 jaar oud opgevangen door twee beroepskrachten. Om aan de beroepskracht-kind-ratio te voldoen dient dit aantal kinderen door drie beroepskrachten opgevangen te worden. Op basis van deze voorbeelden wordt er geconcludeerd dat de voorwaarde die betrekking heeft op de beroepskracht-kind-ratio is overtreden. Het blijkt dat er op meerdere dagen, zoals op 11 augustus 2014 en op 8, 10 en 17 september 2014, twaalf kinderen van de dreumesgroep aanwezig zijn, terwijl er twee beroepskrachten op de groep staan. Volgens de presentielijsten is op al deze dagen een van de twaalf kinderen de gehele dag aan het wennen op de peutergroep, waardoor er aan de vereiste beroepskracht-kind-ratio wordt voldaan. Volgens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen mag er dagelijks maximaal drie uur worden afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Uit een steekproef uit de aangeleverde presentielijsten, waarop de breng- en haaltijden van de kinderen worden genoteerd, blijkt echter dat het op de onderstaande dagen is voorgekomen dat er bij het kinderdagverblijf méér dan drie uur per dag is afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Een overzicht: - 27 augustus 2014 (babygroep); - 1 september 2014 (dreumesgroep); - 15 september 2014 (dreumesgroep); - 22 september 2014 (babygroep). Ter illustratie is er één voorbeeld beschreven. Op 22 september 2014 zijn er op de dreumesgroep twee beroepskrachten werkzaam met de volgende werktijden: van 8.00 tot 17.15 uur en van 9.15 tot 18.30 uur. Van 8.15 uur tot 9.15 uur zijn er meer dan vijf kinderen aanwezig van 0 tot 2 jaar oud met één beroepskracht. Er wordt in de ochtend in totaal 60 minuten afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. De beroepskrachten pauzeren ieder 60 minuten, waardoor er tijdens de middagpauze 120 minuten is afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Tussen 17.15 en 17.30 uur zijn er meer dan vijf kinderen aanwezig met één Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
5/14
beroepskracht. Er wordt aan het einde van de dag dus 15 minuten afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. In totaal is er op deze dag dan 3 uur en 15 minuten afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio; dit is niet toegestaan. Het moment waarop er volgens de wet mag worden afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio heeft betrekking op de tijdstippen vóór 9.30 uur, na 16.30 uur en tijdens de middagpauze. Op de dag van het inspectieonderzoek werd er echter van 9.45 uur tot 10.45 uur van de beroepskracht-kind-ratio afgeweken. Op de dreumesgroep zijn namelijk om 9.45 uur vijftien kinderen aanwezig met twee beroepskrachten. De beroepskrachten verklaren dat er problemen zijn geweest met het regelen van een invalkracht via het uitzendbureau. Om 10.45 uur arriveerde de invalkracht. De houder dient zorg te dragen voor het voeren van een dusdanig personeelsbeleid dat er (afgezien van de tijdstippen waarop er mag worden afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio) te allen tijde voldoende personeel is om aan de beroepskracht-kind-ratio te voldoen. Bij het kinderdagverblijf wordt er tevens dagelijks van 12.30 uur tot 13.00 uur afgeweken van de beroepskrachtkind-ratio. De beroepskrachten hebben namelijk tijdens het inspectieonderzoek verklaard dat op dit tijdstip, vóór de middagpauze, op iedere groep één beroepskracht schoonmaakwerkzaamheden verricht. Dit is niet toegestaan. Indien er kinderen op de babygroep wakker zijn, dan worden zij door de overige beroepskracht(en) opgevangen in het kantoor van de vestigingsmanager. Dat de kinderen om deze reden de stamgroep verlaten dient beschreven te worden in het pedagogisch beleidsplan. Ook dient de ruimte passend te zijn ingericht en opgenomen te worden in de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen aanwezig is in het kindercentrum, want het kindercentrum wordt altijd geopend en afgesloten door meerdere beroepskrachten van het kinderdagverblijf en/of de buitenschoolse opvang. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub c sub d W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 lid 3 sub b Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub c sub d W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 lid 3 sub b sub c Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub c sub d W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 lid 3 sub b sub c Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag (ontvangen op 6 oktober 2014) - Steekproef afschriften beroepskwalificaties (ontvangen op 6 oktober 2014) - Overzicht inzet beroepskrachten augustus en september 2014 (ontvangen op 15 oktober 2014) - Presentielijsten augustus en september 2014 (ontvangen op 15 oktober 2014) - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten
Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
6/14
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In iedere groepsruimte is een beleidsmap aanwezig met daarin werkinstructies en protocollen. Deze omvatten de maatregelen die de beroepskrachten dienen te nemen om veiligheids- en gezondheidsrisico's te beperken. De beroepskrachten verklaren dat de werkinstructies en protocollen tijdens de teamvergadering aan bod komen, die eenmaal per twee à drie maanden wordt gehouden. Veiligheid Wandelen Bij het kinderdagverblijf wordt er (indien het weer dit toelaat) dagelijks met de kinderen van de babygroep buiten gewandeld. Er is hiervoor een werkinstructie opgesteld. De beroepskrachten handelen conform deze instructie. Zij verklaren dat er maximaal zes kinderen per beroepskracht meegaan. Er gaan altijd minimaal twee beroepskrachten mee, er worden EHBO-spullen meegenomen en de beroepskrachten hebben een lijst bij zich met namen van de kinderen die met hen mee zijn. Veilig slapen Tijdens het inspectieonderzoek is ook het veiligheidsbeleid met betrekking tot het onderwerp wiegendood beoordeeld. In de beleidsmap bevindt zich een werkinstructie die betrekking heeft op het voorkomen van wiegendood. De beroepskrachten zijn op de hoogte van deze werkinstructie. Zij verklaren bijvoorbeeld om de tien minuten bij de slapende kinderen te kijken en indien een kind op de buik of zij slaapt, worden er toestemmingsverklaringen getekend door ouders. Tijdens het inspectieonderzoek is geconstateerd dat dagelijks de temperatuur in de slaapkamer wordt geregistreerd. De beroepskrachten verklaren dat de ideale temperatuur zich bevindt tussen de 15 en 19 graden Celsius, zoals in de werkinstructie is opgenomen. Op het registratieformulier is genoteerd dat de beroepskrachten het raam open hebben gezet als de temperatuur in de slaapkamer hoger was dan 19 graden Celsius. Ontruiming Er is een invalkracht in de babygroep aanwezig tijdens het inspectiebezoek. Deze is op de hoogte van de vluchtroute bij een calamiteit en weet dat er hiervoor een evacuatiebed wordt gebruikt. Een andere beroepskracht verklaart dat er dagelijks personeelsleden aanwezig zijn die bedrijfshulpverlener zijn en/of een EHBO-cursus hebben gevolgd. Er wordt twee keer per jaar een brandoefening georganiseerd. Gezondheid Voeding Er wordt bij het kinderdagverblijf dagelijks tussen de middag een warme maaltijd geserveerd. Deze wordt door de huishoudelijke hulp direct na het bereiden geserveerd. Er worden geen restjes bewaard en de producten worden wekelijks ingekocht en in de koelkast bewaard. De temperatuur in de koelkast wordt dagelijks geregistreerd en indien nodig bijgesteld. Verschonen Tijdens het inspectieonderzoek is het gezondheidsbeleid met betrekking tot het verschonen beoordeeld. De beroepskrachten reinigen het verschoonkussen adequaat na iedere verschoonbeurt. De beroepskrachten desinfecteren het verschoonkussen echter niet op de juiste wijze. Dit doen zij soms, naar eigen inzicht, met een oplossing van alcohol (70%) en water. Deze oplossing wordt met een spuitfles op het verschoonkussen aangebracht. Doordt de alcohol wordt aangelengd met water neemt de desinfecterende werking af. Bovendien wordt de alcohol verneveld door het gebruik van de spuitfles. Alcohol is vluchtig en belandt op die manier in de lucht. Dit is niet gezond. De beroepskrachten verklaren dat zij geen instructies hebben gekregen om het verschoonkussen te desinfecteren. Toen er sprake was van een periode waarin meerdere kinderen ziek waren, hebben zij naar eigen inzicht bedacht het verschoonkussen te 'desinfecteren' met deze oplossing. De beroepskrachten verklaren dat er geen maatregelen met betrekking tot het desinfecteren van het verschoonkussen in het plan van aanpak zijn opgenomen. Dit blijkt ook uit de risico-inventarisatie gezondheid, waarin enkel is opgenomen dat het verschoonkussen na iedere verschoonbeurt gereinigd dient te worden, om het risico dat een kind door een verontreinigd verschoonkussen in contact komt met ziektekiemen via ontlastig en urine te verkleinen. Indien er sprake is van bloed of bloederige diarree op het verschoonkussen, is reinigen echter niet afdoende voor het verkleinen van dit risico. Het verschoonkussen dient dan na het reinigen gedesinfecteerd te worden met bijvoorbeeld alcohol 70%. Deze maatregel dient in het plan van aanpak te worden opgenomen. Buitenruimte Verder verklaren de beroepskrachten veel overlast te hebben van duiven in de buitenspeelruimte. Regelmatig zijn de babyruimte, het bankje en de glijbaan bevuild met uitwerpselen van duiven. In de risico-inventarisatie gezondheid is dit risico echter niet geïnventariseerd. In het plan van aanpak en in de werkinstructies met betrekking tot het buitenspelen zijn geen maatregelen beschreven die de beroepskrachten dienen te nemen in verband met het risico dat een kind in contact komt met ziektekiemen via uitwerpselen van de duiven. De beroepskrachten verklaren naar eigen inzicht de glijbaan schoon te maken. Een enkele keer proberen zij met waterpistolen de duiven weg te jagen. Het reinigen van het bankje gebeurt soms door de klusjesman en soms Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
7/14
door de beroepskrachten. Tijdens het inspectieonderzoek is het bankje echter bevuild. Een beroepskracht verklaart dat zij tijdens het spelen in de gaten houdt dat de kinderen de uitwerpselen niet aanraken. De toezichthouder heeft echter geobserveerd dat enkele kinderen tijdens het inspectiebezoek het bankje hebben vastgehouden, wat gezondheidsrisico's met zich meebrengt. Verder verklaart een beroepskracht dat de voormalige vestigingsmanager heeft benoemd dat als de overlast aanhoudend is, de dierplaagbeheersing zou worden ingeschakeld. De vestigingsmanager die ten tijde van het inspectieonderzoek tijdelijk de leiding heeft in het kinderdagverblijf verklaart niet op de hoogte te zijn van de overlast. Samenvattend: In het plan van aanpak geeft de houder onvoldoende aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. Het desinfecteren van het verschoonkussen is niet in het plan van aanpak opgenomen. Er zijn geen maatregelen in het plan van aanpak opgenomen in verband met de overlast door duiven. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Meldcode kindermishandeling De organisatie heeft een eigen Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld die is vastgesteld in augustus 2013. Er is hiervoor gebruikgemaakt van het model dat is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang (versie juli 2013). De meldcode voldoet aan de wettelijk gestelde eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Er heeft in het afgelopen jaar een studiedag plaatsgevonden die in het teken heeft gestaan van de meldcode. De beroepskrachten kunnen tijdens het inspectieonderzoek verscheidene signalen van kindermishandeling noemen en weten dat de meldcode te raadplegen is in het kantoor van de vestgingsmanager. Vierogenprincipe Er wordt bij het kinderdagverblijf voldoende uitvoering gegeven aan het vierogenprincipe. De groepsruimtes grenzen bijvoorbeeld aan elkaar met tussendeuren met een raam. Ook vanaf de gang en de tuin kan er door de aanwezigheid van ramen de groepsruimtes in worden gekeken. Dagelijks is er een huishoudelijke hulp aanwezig in de ochtend en aan het begin van de middag en ook de vestigingsmanager is regelmatig op de locatie. Verder wordt er gebruikgemaakt van babyfoons in de slaapkamer en wordt er dagelijks geopend en afgesloten met minimaal twee beroepskrachten. Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid (augustus 2014; ontvangen op 6 oktober 2014) - Risico-inventarisatie gezondheid (augustus 2014; ontvangen op 6 oktober 2014) - Plan van aanpak: werkinstructie met betrekking tot wandelen, slapen, verschonen en buiten spelen - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van het Kinderhonk (versie augustus 2013; ontvangen op 6 oktober 2014) - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten
Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
8/14
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Iedere groep beschikt over een stamgroepsruimte die passend is ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. De babygroep is bijvoorbeeld ingericht met onder andere een speelkleed, een hangwieg, stoffen boeken en een poppenwagen. Het speelgoed van de kinderen van de dreumesgroep bestaatuit onder andere een houten keukentje en diverse houten puzzels. De peuters hebben een houten winkeltje om mee te spelen en er is divers speelmateriaal, zoals handpoppen en knutselspullen. In iedere ruimte zijn voldoende, passende zitplaatsen voor de kinderen. Dagelijks worden er tussen 12.30 uur en 13.00 uur, indien er kinderen wakker zijn, kinderen in het kantoor van de vestigingsmanager opgevangen. Er wordt dan speelmateriaal voor de kinderen meegenomen. Er dient rekening te worden gehouden met de veiligheids- en gezondheidsrisico's in deze ruimte. De babygroep en de dreumesgroep beschikken elk over een eigen slaapkamer. Er zijn voldoende bedden voor het aantal op te vangen kinderen. Ieder kind heeft een eigen slaapplaats. De kinderen van de peutergroep rusten in de eigen groepsruimte. Buitenspeelruimte Het kinderdagverblijf beschikt over een ruime tuin. Deze is ingericht als buitenspeelruimte voor de kinderen en grenst aan de groepsruimtes. In iedere groepsruimte is een deur naar de tuin aanwezig. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. Een klein, aan de babygroep aangrenzend gedeelte van de tuin is omheind. Het overige gedeelte van de tuin wordt gebruikt door de peuter- en dreumesgroep. Dit gedeelte van de tuin is ingericht met onder andere een glijbaan, een watertafel en een trampoline. Er is voldoende en divers los speelmateriaal, zoals fietsen en bezems. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek
Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
9/14
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van de website www.hetkinderhonk.nl. Op de website is informatie opgenomen over onder andere het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de beroepskracht-kind-ratio en de klachtenregeling. Het pedagogisch beleidsplan en het pedagogisch werkplan zijn voor ouders inzichtelijk op de locatie, waarin onder andere informatie is opgenomen over de groepsgroottes. Tevens heeft de houder het laatste inspectierapport op de website geplaatst. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin twee leden zitting hebben. In het afgelopen jaar is door de administratief medewerker van het Kinderhonk de voorgenomen prijswijziging, de wijziging van de algemene voorwaarden en de wijziging van de uurberekening per e-mail aan de oudercommissie van Kinderpleintje voorgelegd. Desgevraagd heeft de oudercommissie per e-mail meer informatie verkregen. Er is door de administratief medewerker inhoudelijk gereageerd op de adviezen van de oudercommissie en indien er is afgeweken van het advies, is dit tevens per e-mail onderbouwd. Gebruikte bronnen: - Overzicht leden van de oudercommissie (ontvangen op 7 oktober 2014) - E-mailverkeer tussen de administraties medewerker en de oudercommissie met betrekking tot het wijzigen van de uurberekening (7, 10, 11 en 17 oktober 2013) - E-mailverkeer tussen de administraties medewerker en de oudercommissie met betrekking tot de wijziging van de algemene voorwaarden (28 juni, 26 juli, 30 juli en 1 augustus 2014) - Adviesaanvraag prijswijziging (d.d. 4 september 2014) - Website www.hetkinderhonk.nl (geraadpleegd op 1 oktober 2014)
Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
10/14
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
11/14
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.
Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
12/14
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kinderpleintje Amsterdam B.V. 000016532058
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Kinderpleintje Amsterdam B.V. Herengracht 576 1017 CJ AMSTERDAM 34246453
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mevr. G.M. van Duijvenbode, MSc
42 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
30-09-2014 16-10-2014 03-11-2014 03-11-2014 07-11-2014
: 07-11-2014 :
Kinderpleintje Amsterdam B.V. - Jaarlijks onderzoek 30-09-2014
13/14