,„-. 1.
i.-.-'V"^ ilv.
"
••!
'•>*^->^>4- BROCHXJR.E-S >^-4-«-»H ^.•-iwi^f,^
•"' ' ! .^-^' /" K . w!
\-.J-Vv i. j -iti-
'n p "^ X X V >J ft
^
I I
Brussel, 18 December 18 78.
'
Jan den TVelEd . Gestr. Heer fjd van de Kamer der Stafen-Generaal. Uit de courant is mij gebleken, dat de Heer Tak van Poorivliri het voornemen beeft een Wetsontwerp in te dienen aan de Tweede Kamer, ten einde den Zuid-Oosterspoorweg, aannemer J. Brogden te Londen, spoorweg Tilburg-Nijmegen, met 's Lands gelden te helpen, om op dien weg een directe verbmding te maken Vlissingen-Roosendaal-Tilburg-Nijmegen en dan verder Arnhem-Zutphen-Bremen. Hiermede wordt gebaat de Grand-Central Rosendaal-Tilburg en de Z.-O.spoorweg (Engelsch kapitaal) Tilburg-Nijmegen. Door die vreemde kapitalen te ondersteunen zouden 's Lands gelden aangewend worden om de lijn Boxtel-Wesel zooveel mogeLijh afbreuk te doen. Boxtel-Wesel is door mijne vrienden en mij voor zuiver Nederlandsch geld tot stand gebragt, zonder eenige ondersteuning van vreemd geld- Men mag dus zeggen, dat Boxtel-Wesel eene Nederlandsche onderneming is en de 12 miUioen gulden, in die onderneming gewaagd, zijn gekomen van de Nederlandsche geldschieters. Nu geef ik U in overweging, welk belang liet mee.t bevordering verdient: het Ned. kapitaal, dat zich in de vrije industrie gewaagd heeft, dan wel Brogden te Londen, die bankroet is, en de Grand-Central, die zoo duur mogelijk zich zoekt te verkoopen aan het Nederl. Gouvernement. Uit de couranten zult U ook gelezen hebben, door eene correspondentie tusschen Eerstens, President Boxtel-Wesel en 's Jacob, Directeur-Gen. Staatsspoorweg Exploitatie-Maatschappij omtrent de middelen van concurrentie, door genoemden 's Jacob aangewend, om liever (leen verkeer te hebben Vlissingen-Boxtel-
•-
2
Wesel, opdat slechts Boxtel-Wesel zich niet moge ontwikkelen. De begrooting van Openbare Werken, Minister Tak van Poortvliet , thans aan de orde zijnde, vestig ik uwe aandacht op deze vraag. Uit eene discussie over de statistiek is mij gebleken dat, Kappeyne aan uwe opinie groote waarde hecht. Misschien zal het U mogelijk zijn 's Lands schatkist te bewaren voor verdere doellooze uitgaven, in strijd met het belang van Nederlandsche geldschieters. JAC. EKSCHEDÉ JOHZ. ,
htgenieur.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende Jac. Efiscfiedé JoJiz-., thans gedomicilieerd te Brussel, Civiel Ingenieur, Inspecteur-Generaal Tan de IST. Brab. Duitsche Spwg.Maatschappij, Officier der Orde van de Eikenkroon, dat hij in België heeft aangevraagd eene concessie voor aanleg en exploitatie van een spoorweg Antwerpen-Hoogstraten-WeeldreMerxplas-grenzen, welke concessie hem is toegezegd door den afgetreden Minister Beernaerts en zonder twijfel zal worden bevestigd. Hij verzoekt Uwe Excellentie, hem in verband met deze lijn concessie te vergunnen voor aanleg en exploitatie van eenen Spoorweg, uitgaande van of uit het station Boxtel langs Hilvarenbeek in aansluiting met de lijn AntwerpenHoogstraten-Weeldre-Merxplas, volgens bijgaand tracé. Het zal niet noodig zijn te wijzen op het groote belang van deze lijn, waarmede de exploitatie N.-B.-D.-Sp.-M. tot volkomenheid wordt gebragt. Voor het benoodigde kapitaal, voorloopig berekend op francs 8.000.000, zijn hem de gelden te Antwerpen toegezegd. Hierbij gevoegd is het tracé van de geheele lijn. '^ Welk doende enz. (get.) Brussel, S8 Juni 1878.
JAC. ENSCHEDÉ JOHZ.
Ministerie van "Waterstaat, H a n d e l en
Nijverheid.
25 Julij 1878. N°. 31. Afdeeling Waterstaat
B.
De Minister van Waterstaat, Handd en Nijverheid,
Beschikkende op het verzoek van Jac. Enschedé Johz. te Brussel, dd. 28 Juni jl., om concessie voor den aanleg en de exploitatie van een spoorweg van Boxtel naar de Belgische grenzen in de rigting van Antwerpen; Grezien de daarop uitgebragte rapporten; Geeft aan adressant te kennen, dat tegen concessie-verleening voor dien spoorweg bezwaar bestaat en alzoo niet aan zijn verzoek kan worden voldaan. 's Gravenhage, 25 Julij 1S78. TAK VAN POORTVLIET.
Aan den Heer Jac. Enschedé Johz. te Brussel.
Brussel, 15 October 1878.
Aan den WelEdel Gestr. Heer Directevr-Generaal der MaatsoJiappij tot exploitatie van Staats-Spoorwegen te Utrecht. Er zijn verschillende opvattingen omtrent de exploitatie van spoorwegen. Sedert 40 jaren onafgebroken werkzaam in de ontAvikkeling van versnelde middelen van verkeer, leert mij de ondervinding, dat bij uwe exploitatie spoed niet een hoofdgedachte is. Hierbij drie voorbeelden: 1°. Door de zorgen van de H.-IJ.-Sp.-M. werden door den Heer Beynes, kon. rijtuigfabrikant te Haarlem, verzonden twee platte wagens, waarop geladen 2 collis, inhoudende 2 wagenkasten, geadresseerd aan de Société Anonyme de Droogenbosch a Ruysbroeck. Die beide wagens , n° 530—531, waren denzelfden dag te Rotterdam aangekomen en zijn eerst Donderdag daaraanvolgende te Zevenbergen aan den Centraal-Spoorweg ter vervoer overgegeven. 2°. Ik deed verzenden als proef uit Rotterdam 2 balen koffij, op hetzelfde uur en dag; een baal koffij per stoomboot Rolterdam naar Luik, en een baal koffij per spoorweg ran Rotterdam naar Brussel. De baal koffij, per stoomboot verzonden, kwam te Luik 10 dagen vroeger aan dan het gelijke colli, per Staatsspoorweg naar Brussel geëxpedieerd; dus tussehen de spooren stoombootverzending is een verschil van 10 dagen. 3°. Ik vergat dezer dagen door overmaat van bezigheden mijn overjas te Haarlem in 't Hotel Fünckler. Uit 's Harje telegrafeerde ik aan den Heer Fünckler, Kruisstraat te Haarlem, mijn overjas te zenden aan het Beursstation te Rotterdam per sneltrein naar Brussel De overjas is gearriveerd tot het Station
6
Delftsche Poort, en ik heb mij de i*eis moeten getroosten van Beursstation tot Brussel, zonder ovei'jas. Van Brussel terugreizende, heb ik het verloren kleedingstuk in 't Hotel Funckler wedergevonden; het had van Haarlem en Bolterdam heen en weer gereisd! ! ! Als zaakkundige en man van ondervinding veroorloof ik mij tot U de vraag te rigten, of dergelijke exploitatie van spoed geschikt is om het algemeen belang te bevorderen, waarvoor de Aandeelhouders hun kapitaal hebben gewaagd. Hoogachtend enz. JAC. ENSCHEDJ'. JOHZ.
Ing. enz.
Overdruk Dagblad-Artikelen.
• CORRESPONDENTIE:
President-Directeur KERSTENS. Directeur-Gleneraal 8'JACOB BETREKKELIJK
Exploitatie BOXTEL-WESEL.
NlEUWE ROTTEEDAMSCHE
CoUBANÏ.
Gennep, 12 November 1878. Jan de Kypotlieeh-^ Ohligatie- en Aandeelhouders der Noord-Brahantsch-Buitsche Spoorjoeg-MaatscJiappij. Van verscliillende kanten werd in den laatsten tijd de productieve kracht der lijn Boxtel-Wesel geheel ten onrechte naar de tegenwoordige opbrengst beoordeeld. Tegen die opvatting, uit de onbekendheid met de bijzondere omstandigheden, waarin de Maatschappij verkeert, ontsproten, achten wij ons verplicht op te komen. Het ontbreekt den spoorweg Boxtel-Wesel — uit aard en strekking een transito-lijn — tot dusverre ten eenemale aan transito-tarieven, zelfs tusschen de Köln-Mindener Bahn en de Nederlandsche Staatsspoorwegen, waar zij 20 kilometer afkort, zoodat geen goederen, zelfs geen enkele wagen steenkool, transito via Wesel-Boxtel kan vervoerd worden.
8 De toestemmiug vai\ de Köln-Mindener Balm Averd reeds vóór de opening tot AVesel verkregen, docli do Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegon blijft uitstellen. Dagelijks worden transporten aangeboden, die, wegens gebrek aan transito-tarieven, moeten geweigerd worden. W i j , meer dan iemand, zijn teleurgesteld, dat der Maatschappij , tegen alle recht en billijkheid i n , de middelen worden onthouden om het vervoer en daardoor do opbrengst der lijn te ontwikkelen. De weg, die met ISTederlandsch kapitaal zonder Staatshulp is gebouwd, wordt, ten schade van zoovele belanghebbenden en ten nadeele van handel en industrie, braak gelegd. Het is om dien onnatuurlijken toestand te doen eindigen, dat wij ons tot Zijne Exc. deii Minister van "Waterstaat, Handel en Nijverheid hebben gewend met verzoek, krachtens art. 32 der wet van April 1875 zijn tusschenkomst te willen verleenen. Ook verder zullen wij niet rusten, geen middelen ongebruikt laten, om te verkrijgen wat der lijn rechtmatig toekomt, meer dan immer overtuigd van hare productieve kracht. Bladen, die gewoon zijn do opbrengst der lijn op te nemen, worden beleefd verzocht ook deze toelichting ter kennisse van het publiek te brengen. J)(; Directie, H.
C. F.
EERSTENS,
President. Q.
EiJPERMAN,
Secre/nris. NIEUWE ROTÏEEDAMSCHE COURANT, 18
November.
ylan de I/j/poikeek-, oUigalie- en aandeelhouders der NoordhrahantscJi-DiiitscJie Spoorloeg-Maatschappij. In een door de Directie uwer Maatschappij aan u gerichten open brief (zie ISienwe Rotterdamsche Caurant van 13 dezer) wordt de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegon ge-
9 signaleerd als de ooi'zaak, waardoor de opbrengsten uwer lijn niet voldoen aan de verwachtingen, daarvan gekoesterd, en de overtuiging uitgesproken, dax hare productieve kracht eerst dan zou blijken, wanneer niet, tegen alle recht en billijkheid in , haar de middelen werden onthouden om het vervoer en daardoor de opbrengst der lijn te ontwikkelen. Die beschuldiging, in het openbaar gedaan en ditmaal onderteekend door mannen, die terecht de publieke achting genieten, eischt toelichting en zoo noodig Avederleggiug mijnerzijds. Een gewoon verschijnsel i& het, wanneer teleurstelling en misrekening worden ondervonden, dat de oorzaak daarvan wordt gezocht elders dan waar zij te vinden is. Het ligt niet op mijn weg u omtrent de oorzaken —• want ze zijn velerlei —• voor te lichten. Dit is de taak uwer Directie. AYair zij de Exploitatie-Maatschappij als een dier oorzaken noemt, wijs ik de beschuldiging nogtans als ongegrond af. „Het ontbreekt den spoorweg Boxtel-Wesel tot dusverre ten eeneumale aan transito-tarieven", zegt uwe Directie. Min juiste voorstelling, antwoord ik. De lijn Boxtel-Groch werd met onze toestemming opgenomen in het: 1°. Nederlandsch-Oostenrijksch-Hongaarsch verband, in cl. ruwe suiker; 2°. Beiersch-Oostenrijksch verband; 3''. Ehijnsch-Nassausch verkeer , incl. steenkolen ; 4°. Hout- en graanverkeer met de Donau Dampfschifffahrt. Een deel van ons vervoer werd aan uwe lijn afgestaan; onze relatiën tot de Rheinische Bahn leidden daartoe. „Er bestaan geen directe tarieven via "VVesel-Gennep tusschen de stations der Köln-Mindenbahn en die van de Nederlandsche Staatsspoorwegen" zegt uwe Directie verder. Yolkomen juist, antAvoord ik, en gaarne voeg ik daaraan toe: 1°. dat er zelfs geen directe tarieven tusschen de stations Köln-Minden en Staatsspoorwegen anders dan voor steenkolen via Venlo'bestaan; 2^^. dat het thans minder dan immer in mijne bedoeling ligt
10 tot de invoering van de door uwe Directie bedoelde directe tarieven mijne medewerking te verleenen Het gebruik van de lijn Boxtel-Wesel, ofschoon in enkele gevallen en voor enkele steenkolenmijnen iets korter dan via Venlo, leidt niet tot verminderde vrachtprijzen; het vordert daarentegen een langeren termijn van transport, wijl er eene baan meer in betrokken is dan via Venlo en voor de overgave en overname meer tijd gevorderd wordt. "Wanneer ik dus verklaar, dat het publiek belang buiten de quaestie staat, dan kan ik verder zwijgen over de middelen, door uwe Directie aangewend, om haar overigens loffelijk doel te bereiken. De bewijzen zijn bij ons aanwezig, dat het publiek door het vervoer over de lijn Boxel-V/escl geschaad on geenszins gebaat wordt. Dat de belanghebbenden bij de lijn Boxtel-Wosel (hypotheek-, obligatie- en aandeelhouders der Noordbrabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij), door hare Directie tegen onze Maatschappij in het harnas gejaagd met eene vingerwijzing, dat recht en billijkheid door ons worden verkracht, van meening zouden zijn, dat wij het vervoer over de Staatsspoorwegen via Venlo , onze relatiën speciaal voor steenkolen met de Köln-Mindener Maatschappij, welke wij na zooveel strijd en volharding hebben verkregen, aan hun belang met voorbijgang- van dat van den Staat en van onze aandeelhouders zouden moeten prijs geven, kan ik moeielijk als een ernstig beweren uwer Directie opnemen. Het argument, ontleend aan het tot stand komen van den weg met het Nederlandsch kapitaal, zonder Staatshulp, schijnt mij althans niet krachtig genoeg om daaraan de belangen, die mij zijn toevertrouwd, ten offer te brengen. Ik wensch, dat omtrent mijne meening in dit opzicht geen schijn van onzekerheid besta. Waar de belangen der Exploitatie-Maatschappij met de uwe samengaan zal ik gaarne al mijne krachten aauAvenden om beiden te bevorderen. Waar uwe belangen in botsing komen met die, waaiwan de behartiging aan mij is toevertrouwd, daar bestaat bij mij om-
11 trent de keuze van den te volgen weg geen oogenblik aarzeling; men zal mij daar op de bres ontmoeten. Ten deele ben ik bekend met de moeielijkheden, waarmede uwe tegenwoordige Directie te worstelen heeft, en gaarne breng ik hulde aan de energie, waarmede zij hare taak heeft aanvaard. Ik ben overtuigd, dat ik mij de achting uwer Directie, waarop ik hoogen prijs stel, onwaardig zou maken en tevens eene hoogst laakbare handeling zou plegen, ^^anueer ik ophield pal te staan voor de belangen, die mij werden toevertrouwd. Dit eischt uwe Directie van mij. Dien eisch Avijs ik af. Bladen, die gewoon zijn de opbrengst der lijn Boxtel-Wesel op te nemen, worden beleefd verzocht ook deze toelichting ter kennis van het publiek te brengen. JJa DlrccJcnr-GcMin-ddl ckr Man.kxJnippij tof E.rploltfilie rini Sliuils^iioorwegfii, F.
lllrecht,
S'JACOB.
17 November 1878.
NIEUWE EGTTKRDAMSCHE CÜÜRA>'T , 24
November.
Jk' Bo.rlel- H'''esd-Spoorwbg-MnnlncJiaiJpij. Met verbazing heb ik in de N. RotS. CL de stukken
ingezonden
gelezen van de direction bovengenoemde en van de
Exploitatie-Maatschappij. Na het stuk van den heer
S'JACOB
komt het mij voor, dat
ZEd. volkomen recht heeft aan de Boxtel-Wesel-Maatschappij doorloopende tarieven te weigeren, daar zulks in het belang der aandeelhouders van de Exploitatie is. Maar dat aan den anderen kant de Boxtel-Wesel-Maatschappij in 't belang barer aandeelhouders verplicht is concessie aan te vragen voor eene nieuwe lijn Boxtcl-Ylissingen, daar zij op geene andere wijs hare lijn productief kan maken on dat de Segeering, nu eenmaal gebleken is, dat de Exploitatie-Maatschappij hare medewerking weigert zonder eene grove onbillijk-
12 held te begaan, weigeren.
die aanvraag om concessie niet zou kunnen
Daar het publiek zich ook nogal over de hooge tarieven der Exploitatie-Maatschappij te beklagen heeft, zou ook op die wijs eene zeer gewenschte concurrentie in het leven geroepen worden ook in het publiek belang, dat toch nog hooger staat dan het belang der aandeelhouders van de Maatschappij tot Expl. van Staatsspoorwegen. E E N LEEK.
OPREGTE HAARLEMSCHE COURANT, 25
November.
Gennep, 23 November 1878. Jan
da fIi/po///eek-, Jioitders
der
Oblicjalie- en
Jamkel-
Noord- Brahanisch-DuUscJie
Spoorweg-IIaatschappi], Het schrijven van den Heer Directeur-Generaal der Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen , aan U gericht eischt wederlegging onzerzijds. De Heer Directeur-G-eneraal uit de meening , dat de teleurstelling, die de tegenwoordige opbrengst der lijn Boxtel-Wesel w e k t , gezocht wordt elders dan waar zij te vinden i s ; hij verklaart ons beweren, dat de Exploitatie-Maatschappij oorzaak is van de misrekening, ongegrond , en z e g t , dat de beschuldiging toelichting eischt en zoo noodig wederlegging zijnerzijds. Teleurstelling moest de Noord-Brabantsch-Duitsche SpoorwegMaatschappij meermalen ondervinden. U omtrent de oorzaken voor te lichten is werkelijk onze taak ; wij voegen er bij : een tot dusverre volbragte t a a k , getuigen onze jaarverslagen, Avaarin wij meenen steeds openhartig de toestanden te hebben uiteengezet. Voorlichting, ook in de kwestie der transito-tarieven, had ons vorig schrijven ten doel. Van teleurstelling in de opbrengst is gemis van transitotarieven wel degelijk de oorzaak.
Een dergelijke teleurstelling
13 liet zij gul bekend, hebben wij niet Toorzien. Integendeel hadden wij grond te verwachten , dat de Exploitatie-Maatschappij, na de opening tot Wesel, hare toestemming tot de opneming onzer lijn in de transito-verkeeren zou hebben gegeven. Immers reeds in 1874 verklaarde zij bereid te zijn transito-tarieven te maken naar zoodanige plaatsen , die bij vervoer over de lijn Boxtel-Groch digter bij de stations der Staatsspoorwegen gelegen zijn dan via Venlo. ToelicJiting geeft de Üirecteur-Greneraal, wederleiiging niet, en dat kan ook niet; want het is een feit, dat de ExploitatieMaatschappij ons transito-tarieven weigert, telkens onze opneming in vei'keeren tegenhoudt. Trouwens de Directeur-Generaal erkent het zelf en voegt er nog wel gaarne bij , dat het thans minder dan immer in zijne bedoeling ligt tot de invoering van de gewenschte tarieven mede te werlcen. Thans minder dan immer ! "Wij zoeken dus de teleurstelling niet elders , maar juist op de plaats waar zij te vinden is, d. i. bij de Exploitatie-Maatschappij. Onze voorstelling, dat het den spoorweg Boxtel-Wesel tot dusver ten eenemale ontbreekt aan transito-tarieven , noemt de Directeur-Generaal min juist en somt daarbij op de vo-keeren , waarin de lijn Boxtel-Goch successivelijk werd opgenomen. Maar van de lijn Boxtel-Goch was geen sprake, wel van de lijn Boxtel-Wesel, en deze bezit werkelijk nog geen enkel transito-tarief. Ovei'igens werd ook de opname van de lijn Boxtel-Gooh eerst na veel strijd en volharding verkregen, en, zooals de DirecteurGeneraal zelf aanvoert, hebben wij het uitsluitend te danken aan de Eheinische Bahn; wij voegen er bij : nadat de ExploitatieMaatschappij ons den eisch gesteld had , dat haar — als prijs voor de opneming — een vracht-praecipuum (uitkeering van vracht) zou worden toegekend van 36 kilometer ; hetgeen ons bij eene toenmalige spoorweglengte van 63 kilometer (na aftrek van 9 kilometer wegens meerderen afstand dan via Venlo) slechts 18 kilometer vracht zou hebben overgelaten. Het publiek belang staat buiten de kwestie, verklaart de
14 Directeur-Greneraal, zonder ochter eenig bewijs aan te voeren. Of moot als bewijs gelden de bewering, dat het gebruik van de lijn Boxtel-~\Vesel — ofsclioon in enkele gevallen en voor enkele steenkolenmijnen iets korter dan via Venlo — niet tot verminderde vrachtprijzen leidt, maar daarentegen een langeren termijn van transport vordert. Doch juist de kortere afstand leidt wel tot verminderde vrachtprijzen , en de afkorting is niet zoo onbelangrijk. Immers van Köln-Mindener stations naar Boxtel en verder gelegen stations is de afstand over de lijn Boxtel-Wesel , tegenover de route via V e n l o , 20 kilometer minder. Tegenover de Kheinische en Bergisch-Markische Bahnen via Yenlo kort zij af: van „ „ «
Dortmund Wanne Gelsenkirchen Essen
7 tarief kilometer. 10 „ „ 7 „ „ 4 „ „
„ Oberhausen 13 „ „ enz. , enz. En wat betreft een langeren termijn van transport, die vordert de lijn Boxtel-Wesel niet : 1°. omdat zij koi-ter is ; 2°. omdat, zoowel bij verzending over Venlo als over Groch, de uitschifting der wagens te Wesel plaats heeft, voorts in het eene geval de overgave en overname te Venlo , in het andere geval te Boxtel geschiedt. Maar xclfs als de lijn Boxtel-Wesel niet afkortte, dan nog worden handel en industrie door haar gebaat, evenals door lederen nieuwen vervoerweg. De Directeur-Generaal z e g t , dat het publiek door het vervoer over de lijn Boxtel-Wesel geschaad , geenszins gebaat wordt. Het is toch zonderling , dat dan de Exploitatie-Maatschappij de concurrentie ducht van eene lijn, die (volgens den DirecteurGreneraal) bovendien weinig afkort, niet tot verminderde vrachtprijzen leidt en een langeren termijn van transport vordo-t. De uitspraak laten wij gerust aan het publiek over , dat dan wel niet duurzaam eene lijn zal g e b r u i k e n , die het schaadt-
15 Het is opmerkelijk, dat die het publiek schappij het vervoer hare relatiën , speciaal Bah(! zou ontnemen.
dat de Directeur-Q-eiieraal de vrees u i t , schadende lijn aan de Exploitatie-Maato\er de Ptaatsspoorwegen via Veulo en voor steenkolen, met de Köln-Mindener
Pleit deze beduchtheid niet evenzeer voor onze stelling, dat het publiek belang wèl betrokken is bij de lijn Boxtel-Wesel ? Wij nemen gaarne a a n , dat de Directeur-Q-eneraal pal staat voor de belangen, hem toevertrouwd, doch wij meenden, dat juist hot belang van den Staat en de aandeelhouders der Exploitatie-Maatschappij medebrengt, ons transito-tarieven toe te staan, die ook haar veel vervoer zullen aanbrengen, dat thans andere wegen volgt. Waar de belangen in botsing komen , zegt de DirecteurQ-eneraal , zal men hem op de bres ontmoeten. Wij ondervinden zijne tegenwoordigheid , Avij ongewapend , zonder tarieven , de Directeur-Generaal in volle wapenrusting. Is dit een gelijke strijd? Mag die strijd zoover g a a n , dat ons tarieven worden geweigerd ? Mag eene Maatschappij , die ook hare moeijelijke dagen heeft gekend, die mede met staatshulp haren tegeuAvoordigen bloei heeft bereikt, mag die Maatschappij , exploiterende de Nederlandsche Staatsspoorwegen, van hare magtige positie gebruik maken om ons stelselmatig tegen te houden ? Is het r e g t m a t i g , dat de Nederlandsche Staatsspoorwegen worden dienstbaar gemaakt om eene particuliere onderneming als de onze braak te leggen (niet door haar concurrentie te maken maar door haar de middelen te onthouden om mee te concurreren) ? Ligt aan deze handeling een gezond oeconomisch begrip ten grondslag ? Ter beantwoording dier vragen Generaal zelf spreken (Brief aan weg-Maatschappij van 7 Februari althans vat hare verplichtingen
laten wij den Heer Directeurde J^ederlandsche Ehijnspoor1870) *. „Onze Maatschappij tegenover Nederland op eene
* Zie verzameling van §e^^isselde stukken omtrent de aansluitingf van (Ion Nederlaiuiselien Elnjnspoorweg en den Staatsspoorweg te L'treelit (gedrukt bij (}. J. Tliieme te Arniiem).
16 andere wijze op. Het ^verkeer binnenslands te vergemakkelijken, de betrekkingen met bet buitenland door bet openen van nieuwe bandelswegen te ontwikkelen , met alle kracbtsinspannins: te trachten den ISTederlandschen bandel en nijverheid in staat te stellen, de mededinging met andere natiën vol te h o u d e n , ziedaar naar mijne meening wat eene ISTederlandsche spoorweg-onderneming aan hare nationaliteit verschuldigd is." De Directie , H. C. F.
EERSTENS
Gr. RijPERMAX,
,
President.
Secretaris.
MiDDELBURGSCHE CouRANT, 16 December 1878.
JJe spoonoeg Boxtel-IFesel. De strijd tusscheu do Maatscliapjiij tot Exploilntie der Staatsspoorumjiu en de Noordl)raba)ilsch-DuitscIie Spoorweg-Maalscliapjnj is onzen lezers, uit de in onze nommers van 16, 20 en 26 November jl. medegedeelde stukken, bekend. Dank zij do openhartigheid, waarmede de directeur-generaal der Staatsspoorwegen zijn standpunt tegenover de concurreerende Maatschappij kenbaar heeft gemaakt (zie N. Rott. Ct. van 19 Nov.), is het geschilpunt ook voor den niet-ingewijde in spoorwegzaken vrij duidelijk. Een blik op de kaart doet zien, dat de spoorweg van Boxtel naar Wesel den afstand tusschen d e D u i t sche stations ten Oosten en de Nederlandsche ten Westen van dien spoorweg korter maakt dan bij het volgen va,n den weg langs de Staatssporen over Yenlo. In cijfers uitgedrukt, blijkt het verschil, voor eenige voorname stations tot Ylissingen, uit het hier volgend staatje.
17
Yan Vlissingen naar:
Bremen Dortmund Essen HambursT Minden Munster Oberliausen Osnabrück ^A'^anno Berlijn Grelsenkirchen
Afstand in kilometers via Yenlo.
via Boxtel-Wesel.
524 329 293 635 472 353 290 403 307 797 302
505 322 289 615 453 333 277 884 297 786 295
•
Hierbij dient opgemerkt, dat de bovenvermelde cijfers tariefkilometers voorstellen, dat zijn de kilometers, voor Avelke vraclit berekend wordt. Korter afstand beteekent dus, behalve besparing in tijd, minder vracht en dat wel in tweeërlei beteekenis. Rechtstreeks daalt de vracht door vermindering van 't aantal tarief-kilometers. Indirect wordt, door het in gebruik nemen eener kortere lijn, mededinging tusschen twee Maatschappijen geboren. Wilde de Expl.-Maatscliappij, door verlaging harer tarieven, beproeven de jongere onderneming afbreuk te doen, deze laatste zou verplicht zijn haar voorbeeld te volgen. Omgekeerd zou de Staatsspoorweg niet kunnen nalaten zijne vrachten, ondanks den grooteren afstand, beneden of gelijk met die der concurreerende Maatschappij te houden, wilde hij den handel, die, vooral waar het vervoer-kosten geldt, scherp rekent, niet in de armen van zijn mededinger jagen. In alle gevallen komt dus de exploitatie eener kortere lijn den handel, hier bijzonder de gemeenschap met Vlissingen, ten goede. O]) dat standpunt hebben wij ons te plaatsen, willen Avij den strijd tusschen de beide Maatschappijen met het oog op 't algemeen belang beoordeelen. Om 't gebruik van dien korteren spoorweg mogelijk te maken, is noodig, dat tusschen zijn bestuur en de directiën der aan-
18 grenzende Spoorweg-Maatschappijen onderling geregeld worde, wat in art. 32 der Wet tot reijclinfi van den dienst en het gebruik der spoorwegen (Stbl. 1875, n°. 67) genoemd wordt: „het doorgaand vervoer van reizigers on goederen over de spoorwegen tusschen alle daartoe door den Minister (van Waterstaat) aangewezen stations, in dier voege dat: 1" voor reizigers met hun bagage doorgaande plaatsbewijzen te verkrijgen zijn; 2° goederenverzendingen kunnen geschieden met doorgaande vrachtbrieven en zooveel mogelijk met overgang der wagens " Deze regeling moet geschieden door het, bij onderling overleg der bpoorwegbesturen, vaststellen der d o o r g a a n d e tarieven voor het vervoer, zoodanig dat b. v. om van Ylissingen over de kortste lijn goederen naar Oberhausen te verzenden, de enkele aanduiding op het adres voldoende is, geen overlading of oponthoud onder weg vereischt Avordt en slechts eenmaal vracht betaald behoeft te worden, waarvan do verschillende Maatschappijen, bij onderlinge verrekening, haar deel ontvangen. Het bestuur der Keulen-Minden-Spoorweg-Maatschappij, op welke de lijn Boxtel—Wescl aan den eenon kant uitloopt, heeft zich bereid verklaard tot do vaststelling dezer doorgang-tarieven mede te werken. De tusschenkomst der Pruisische Rea'cering behoeft dus niet ingeroepen te worden om te verkrijgen, dat in dit opzicht voldaan worde aan hetgeen bij art. 8 van het tusschen Nederland en Pruisen gesloten tractaat (Staatsblad 1871 n°. 102) betreffende de aansluiting der beide spoorwegen bedongen is. Daarentegen heeft men uit de in 't openbaar gewisselde stukken kunnen zien, dat de directeur-generaal der Staatsspoorwegen zijne inodowerking eeuA^oudLg weigert, en wel omdat bij de vaststelling dier tarieven de belangen der N B. D. Maatschappij in botsing komen met die, waarvan de behartiging aan hem is toevertrouwd. Het argument, dat de Noordbrabantsch-Duitsche Maatschappij is oene onderneming, zonder staatshulp, met Nederlandsch kapitaal tot stand gebracht, acht de directeur-generaal der Staatsspoorwegen niet krachtig genoeg om hem in dit opzicht van zienswijze te doen veranderen.
19 Het mag even onmogelijk geacht worden, den directeurgeneraal tot andere inzichten te brengen, door te wijzen op de voordeelen, welke van eenc meer vrijgevige spoorweg-politiek, ook voor zijne onderneming, te wachten zouden zijn. Wanneer een man als de heer 's Jacob dat niet inziet, dan moeten wij aannemen, dat hij het niet wil inzien, hetzij omdat hij reden heeft elke concurrentie voor zijne Maatschappij te duchten, hetzij omdat hij 'de hoop koestert, door nog eenigen tijd vol te lioLiden en te ehicaueeren, de zwakkere N. B. D. Maatschappij ten ondergang te brengen. Was dat oogenblik eenmaal aangebroken, dan zou de E.rploUatip-Maatsc/iappij misschien door het aankoopen van den spoorweg een goeden slag kunnen slaan. Toch willen wij, daar de directeur-generaal een souverein is met groot, doch nog niet met geheel onbeperkt gezag, op een drietal voordeelen wijzen, welke zijne eigene Maatschappij van de exploitatie der K B. D. zou kunnen hebben. Ten eerste valt alleen langs den weg Boxtel-Wesel aan concurrentie met den Rijnspoorweg te denken, voor het goederen-vervoer uit de nijverheids-eentrums in Eijn-Pruisen naar Rotterdam. Langs den bochtigon Staatsspoorweg over Yenlo is die mededinging niet mogelijk. Ten tweede is de uitvoer A^an steenkolen over Vlissingen, in concurrentie met Hamburg en Bremen, slechts mogelijk , indien van den kortsten weg gebruik gemaakt wordt. Ten derde kan van den meer dan 40 kilometers korteren weg Boxtcl-Wesel gebruik gemaakt worden om i,e concurreeren met de Grmid Cenlval Behje, die thans al het goed, uit Duitschland naar Antwerpen bestemd, over Aken vervoert. Het gedeelte Boxtel-Breda van den Staatsspoorweg zou hierdoor een aanzienlijk vervoer kunnen bekomen. Wij herhalen echter, dat wij de pretentie niet hebben, den heer 's Jacob in zijn eigen vak een lesje te geven. Keemt hij deze kansen niet in aanmerking, dan is 't dewijl hij zijne redenen heeft om ze te \erwaarloozen. Er blijft ons, die voor de exploitatie der lijn Boxtel-Wesel meenen te mogen pleiten.
20
dewijl zij in ons oog eene zaak van algemeen belang is, dus niets anders over dan te onderzoeken, of er geen andisj' middel bestaat dan dat der overreding, om de medeAverking der ExpLMaatscliappij te verkrijgen. Dat middel is, naar onze meening, te vinden in bet reeds aangehaalde art. 32 der wet van 1875 (Stbl. n°. 67). Daarin wordt bepaald: .,De vrachtprijzen voor die overbrenging (tusschen verschillende spoorwegen) van reizigers en goederen worden door den Minister van Binnenlandsche Zaken (van Waterstaat), de ondernemers gehoord,' vastgesteld. „Waar en zoolang geen tarieven voor d o o r g a a n d vervoer zijn aangekondigd, worden de vrachtprijzen berekend door samentelling van die der tarieven voor lokaal of doorgaand verkeer op de baanvakken der verschillende ondernemingen, waarlangs moet worden vervoerd. „Heeft het overleg, voor de in dit artikel bevolen regeling met de ondernemers der spoorwegdiensten niet binnen den door den Minister voorgeschreven tijd tot overeenstemming geleid, dan regelt de Minister, na de ondernemers te hebben geboord." De Minister van Waterstaat heeft dus niet alleen hel recht tusschenbeide te komen, hij is daartoe verplicht en verantwoordelijk wanneer, tengevolge van den onwil eener Maatschappij, eene spoorweglijn niet behoorlijk geëxploiteerd kan worden. Die onwil is in dezen duidelijk en erkend. De Duitsche Maatschappij wil; de Nederlandsche weigert. Er bestaai derhalve, meenen wij , voor den Minister aanleiding tot vaststelling van den tijd , waarin de directien tot overeenstemming moeten geraken. Alleen bepale hij dien tijd niet te lang. Want de Noordbrabaulsch-Duitsche Maatschappij is niet bestand tegen veel langer wachten. En het belang harer aandeelhouders moge geen algemeen belang in den strikten zin des woords meer zijn, een gewichtig N e d e r l a n d s c h belang is het toch ongetwijfeld. Ook kan het de roeping der Regeering niet zijn, als zij de bevoegdheid heeft om tusschenbeide te treden, door werkeloos-
21 held te bevorderen, dat, in den strijd om 't bestaan tusschen twee ondernemingen, de zwakste door oyermacht ten ondergebracht worde. OPREGÏE HAAKLEMSCHE COURAÏIT, 6 December.
In de Nieuwe Rotterdamsclie Courant] en Ilaarlmsclie Ct. heb ik eene correspondentie gelezen tusschen den president van de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij en den directeur-generaal van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. Het is blijkbaar,
dat de overmacht rust bij den directeur-
o-eneraal, en het is evenzeer van algemeene bekendheid , dat het publiek belang nergens slechter wordt behartigd dan door de exploitatie der Nederlaudsche Staatspoorwegen. Eene exploitatie Vlissingen-Venlo-Hamburg ligt in een zóó ver verschiet, dat men kan aannemen , dat zulks door het tegenwoordige geslacht niet zal beleefd worden.
Mocht echter m
dien zin iets tot stand gebracht Imnnpn worden, dan zou zulks alleen groot voordeel opleveren voor de Maatschappij „Ie Grand Central". De sleutel van de beweging is toch in handen van die Maatschappij , door middel van Eoosendaal-Tilburg, en het belang van den Grand Central brengt mede om die lijn zoo duur mogelijk aan het nederlandsche Gouvernement te verkoopen , waaromtrent het bekend i s , dat onderhandelingen aanhangig zijn tusschen het nederlandsche Gouvernement en de Maatschappij. De Grand Central Beige is zeker geen nederlandsch belang en nog minder is het aan te n e m e n , dat de Staatsspoorwegen voor het nederlandsche geld aangelegd zijn om den Grand Central te bevorderen; het eenige gevolg d'aarvan zou zijn, dat het nederlandsche Gouvernement den Grand Central nog duurder zou moeten betalen. De lijn Boxtel-Wesel daarentegen is aangelegd door zuiver nederlandsch geld, zonder eenige hulp vaneenigGouvernement,
22 Het nederlandsclie belang zou dus medebrengen om die eclit nationale nederlandsclie onderneming te bevorderen. Of nu , zooals in een ingezonden artikel in de Niemve Rotterdamscho. Courant, geteekend door „een Leek", daarom een 2^° lijn gebouwd moet worden van Ylissingen naar Boxtel, mag betwijfeld worden.. De aanlegkosten Vlissingen-Roosendaal , vergeleken met de op die lijn verkregen opbrengst, zijn niet bemoedigend. Uit een verslag van het ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid blijkt, dat drie concessie-aanvragen zijn gedaan om zonder subsidie van cenig Gouvernement, eene lijn aan te leggen van Antwerpen naar Boxtel. Door die lijn zou het nederlandsche belang, wat betreft de nederlandsche geldschieters van Boxtel-Wesel, zeker bevorderd worden, en daar het bekend is , dat in België de Maatschappij „Q-rand Central" niet méér vrienden telt dan in Nederland, is de bevordering van de lijn Antwerpen-Boxtel zeer zeker te verwachten. Op deze wijze zou men de kinderachtige tegenwerking van den directeur-gen. 's Jacob in strijd met het algemeen belang, zoo niet geheel overwinnen, minstens kunnen onschadelijk maken , en bij den tegenwoordigen geldnood van de belgische en de nederlandsche schatkist mag men reeds dankbaar zijn , dat het particulier kapitaal te vinden is om het algemeen belang te bevorderen. Met vertrouwen geloof ik dus mogen wij, die ons geld in een industrieele onderneming hebben gewaagd, rekenen op de hulp van het krachtige , liberale in Nederland opgetreden ministerieele element, om de vrije nederlandsche industrie in de gelegenheid te stellen, de vruchten te plukken van onzen vrijen arbeid. JAC. DE BLAAUW ,
Aandeel- en ohligatiehouder 1*'* en S"^" Hypotheken Noord-Brabantsch-DuitscJie Spoorweg-Maaf schappij.
23 OPREGTE HAABLEMSCHE COURANT.
Aan de aandeel- en ohligaiielioiulers 1^'" en 2do HypotJieJcen Noord-Brabantsch-DidtscJie Spoorweg-Maatschappij. Een uwer, de heer Jac. de Blaauw, beweert in een ingezonden artikel, naar aanleiding eener correspondentie tusschen de directie der N. B. D. S. Maatscli. en de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, dat de kinderachtige tegenwerking van den directeur-generaal 's Jacob best te overwinnen is, als het tegenwoordige liberale ministerie in Nederland slechts de vrije industrie, zonder bezwaar van 's lands schatkist, de vrije concurrentie wil veroorloven. Ik geloof, dat de heer Jac. de Blaamv gelijk heeft. In 1857 was de toestand van den Nederl. Eijnspoorweg ruim zoo slecht als thans, volgens verzekering van den president Kei^stens, die van Boxtel-Wesel is: veel treinen, ^elfs nachttreinen, maar voor de aandeelhouders geen dividend. 1° Januarij 1858 werden de heer James Staats Forbes en ik geroepen om de zaak in orde te brengen , en einde dienstjaar 1862 werd aan de aandeelhouders betaald eene uitkeering van 5°/o van twintig millioen gulden gestort kapitaal. Het schijnt, dat de directeur-generaal de kracht zoekt in de tarieven. Volgens mijne ondervinding is daar de ontwikkeling van de exploitatie niet te zoeken. De Nederl. Eijnspoorweg betaalt op dit oogenblik nog geregeld 8°/o over het gestorte kapitaal, niettegenstaande alle tegenAverking van concurrerende lijnen inclusief Staatsspoorwegen en ondanks alle soorten van tarieven. In 1858 bijv. stelde een directeur, thans president van den Nederl. Eijnspoorweg, vroeger secretaris, specialiteit van de Eijnvaart te Amsterdam , maar in spoorweg-exploitatie toen op de hoogte van den heer 's Jacob nu , de vraag , of het niet wenschelijk zou zijn, de 210 voorhanden zijnde kolenwagens te ver-
2i koopen , om mil<j geld Ie hchomen, aangezien sleenkolcnvervoer per spoorwey onmogclijh was !! Inderdaad was de concurrentie ¥an den Rijnspoorweg met de bekende firma Fodor met (lemakkch'jl', maar wij hebben liet steenkolc-nvervoer tocli over den Rijn spoorweg gebragt, en Fodor met z-ijn tarief moest in 1861 den strijd opgeven. In 1877 vervoerde de Nederl. Rijnspoorweg 482,382 ton steenkolen , met eene opbrengst van ƒ 590,129 door middel van 774 liohimagens, in bezit der Maatschappij. Om het vervoer van vee , in plaats van langs 's Gravenhage, langs Utrecht naar Engeland te brengen was moeijelijk , maar wij hebben het toch gedaan. Intusschen is het eene bewezen waarheid, on de Raad van Toezigt to 's Gravenhage heeft de bewijzen in handen, dat «fair or foul plaf de directeur-generaal's JacoZ; ^fprwmiddel ongebruikt laat om de Boxtel-Wesel-esploitatie, eene voor zijne onderneming Boxtel-Venlo-Wesel doodelijhe concurrentie, moeijelijk te maken. Mijne overtuiging blijft, dat door den eerlijhen weg , tot heden door onze directie bewandeld , Boxtel-Wesel zal overwinnen, ondanks alle kleingeestige tegenwerking, van welke zijde die moge komen. Even zeker als ik Aveet, dat de regte lijn de kortste afstand is tusschen twee punten, even zeker bon ik overtuigd, dat op den duur het groote jmbüek aan goedkoop en snel vervoer de voorkeur zal geven. Eene Exploitatie-Maatschappij , directeur-generaal 's Jacob, die zelfs met den waterweg niet kan concurreren, is noch door wetten^ noch door besluiten, noch door tarieven te redden. JAC. ENSCHEDÉ JOHZ. ,
Aandeel- en oiligatleJiouder 1^'" en 2''® hypotheken, Inspecteur-Generaal N. B. D. S. Maatsch.
25 HAARLEMSCIIE COURANT, 14 December.
De minister van "Waterstaat bevestigt in zijne memorie van antwoord over het Kamerverslag nopens de onteigening voor den spoorweg Tilburg-Nijmegen het b e r i g l , dat de werkzaamheden aan den Ned. Zuid-Oosterspoorweg sedert geniimen tijd gestaakt zijn, uithoofde van den minder gunstigen financiëlen toestand der Maatschappij. De Regering acht het wenschelijk om aan dien toestand een einde te maken en van Staatswege de voltooijing der lijn Tilburg-Nijmegen , waarvan ook de Regering het belang erkent, te verzekeren door hulp aan de Maatschappij te verleenen. Daarover worden thans onderhandelingen gevoerd. De Regering achtte overdragt der exploitatie van dezen spoorweg aan de Maatschappij Grand Central Beige strijdig met h e t algemeen belang.
HAARLEMSCHE COURANT , 18 December.
Het Dagblad van Z-.II. en 's Gr. vestigt er de aandacht o p , dat de minister Tal; aan de concessionarissen voor den spoorweg Rotterdam-Munster de gunst bewijzen wil om de 4 ton waarborg-kapitaal zonder eenig voorbehoud terug te geven, en zulks nadat de Maatschappij gefailleerd en de termijn der concessie verloopen is. Waarom wil n u de Regering die reële zaak van dat waarborgkapitaal loslaten? Te wiens behoeve ? Staan's lands financiën zoo mooi, dat men zich zoo mild kan betoonen ? Hoe rijmt de minister Tak dit voornemen met zijne eigene vroegere gedragslijn en met de oppositie u.it zijnen kring legen h e t geven van eene andere bestemming aan h e t waarborg-kapitaal van de Rijnspoorweg-Maatschappij ? De liberale pers heeft n u natuurlijk over het voornemen van haren minister gezwegen. Maar de heer van Kerkwijk heeft zich door //het partijverband" niet laten terughouden van het voorstellen van eene motie van afkeuring.
26
Zeer waarschijnlijk, zegt het Dagblad, zal die motie door de liberale meerderheid in de Tweede Kamer, die zelden iets anders doet dan partijdaden, worden verworpen. Maar de natie zal dan toch oordeelen, niet alleen over het volkomen gemis van consequentie, waarin die meerderheid daarmede vervalt, maar ook over de vraag, of zij hare Kogering ook geholpen heeft om zonder cenige noodzakelijkheid eene handeling te plegen, waardoor 's lands belang niet behartigd is niet alleen, maar zelfs roekeloos verwaarloosd.
\
.
1'