JEOOOHBRÏNNBMïNO WOORDEN VAN ANJER
MUZIEK VAN ZONNE STRAAL
Andantino,
^m
ilen2ïccwp\et.
^m gj^i ï m
o\x.. oen, Toenheél dewe,-., raid voor mi)
r Teen ik als kind
P J »J
wi ^
jj
m
£
jE^Ë
flSel HbeHeer.lji'k
de zenmoett vr<3L..den/öfriJ20U. 4chjj..n«n heelden da^.
%m Ü É i
■
^M-^5
üi
#PEp
Tjj 7 "tjr E&É -i-K
E JJJ £
^
3
* = *
dr*,. vett.langj*v«1.deri gehoon, en m.ter..kant. Omdx&rmijn jong) ge.moedte U..ven:1^.vot.teii épe.Ten in
\ CJ J Mrj 9
3 ZAtld.
3'cou.jpiet.
S^ r
sw EfcE#£
^ W r^m p Jy
^e
^
ÊÜ*
j ' E rJEM»
J
^
het
d i j bljj.de di.^envAhge .loo. .v«n, Mjjnjeiw)d kantijetd wiijooitOHt. tw.v*h/Ikt»iekde bUn..ketoe.kom5t in,_
È Ê £=##f# ^
di
*
N^
PpS
^
pa
£Ê£
m £ ^m
£
den voorae. win.
4*
ï
#—P>
^=J~3 3
Al wachtde w e . . . reld vol v&n h
rJSV Lr • m LT^ i
ÉgÉSÉjjÉE
'k Denk dikwijls aan voorbije dagen, Toen heel de wereld voor mij l a g ; Toen ik als kind de zon moest vragen, Of zij zou schijnen heel den dag. Hoe heerlijk was het steeds te draven Langs velden schoon en waterkant, Om daar mijn jong gemoed te laven: Ravotten, spelen in het zand.
dx&oï.
Hoe lieflijk toch ons houten huisje, En voor de stoep dat vonderlein. Hoe stil tevreden in dat kluisje, Hoe warm en innig kon 't er zijn. Zoo in gedachten daar te toeven, Bij wolkenspel en maneschijn, Neen, nimmer kan h e t mij bedroeven: Het maakt mij als e e n kind weer klein.
:
OEEN INDISCHE
VE RLOFOANOE R
KAN BUITE N E E N
..HIS MASTER'S VOICE" GRAMOPHONE. HET WARE TROPENINSTRUMENT f ENORME KE UZE VAN DE NIE UWSTE MODE LLE N, BIJ:
N.Y WILLE M SPRE NGE R'S GRAMOPHQNEHANDEL PASSAGE
46,
L. v. M E E R D E R V O O R T
STEEDS HE T NIE UWSTE r
60a
en
453,
DE N
HAAG
E E ST DS HE T BE STE I
GEGARANDEERD ZE E WAARDIG E MBALLE E RE N Redactie en Administratie: Galgewater 22, Leiden. Tel. 700
Verschijnt wekelijks
Prjjs per kwartaal f 1 95
L5J1ËTD, WJW^W^r I ï
MILLE COLONNES AMSTERDAM
foxtrot.tem po.
CABARET VARIÉTÉ DANCING
g^F
I-
Godfried de Groot ^an Cuykenstraat 2a, Tel. 2 8 4 7 4 Amsterdam
üin
É«
Intrad
l A.
1/1 p p 11m W rm^m
^ ^ g
ve]..den,3. eew nx&rz'nmoe.der
zx\
wxxr de bol.Jen
Tr^"^
WW5.^ ¥ P P
»
** C heeft drie, vier, voet. bx\.mxt..ched,Op z'n Euacrnpnagrum .ma.
m j2). diezx) jj eens m i J^ f
m a8
Specialiteit in moderne en artistieke foto's T\en ale de vele reproducties van ons werh in „Het Weekblad 'Cinemaffl Iheater
„Pond's
Pond's Creams zijn verkrijgbaar in alle goede zaken in potten van f I en f 2 en in tuben van f 0.50 en f 0.80
Creams ÜOOT altijd"
luidde de
uit
E E N
spraak van een bekende vrouw uit Londen's „Society", toen haar naar haar voorkeur voor huidcreams gevraagd werd. Zij staat hierin niet alleen: duizenden vrouwen ovei de geheele wereld vallen haar bij in haar enthousiasme voor Pond's. Pond's Cold Cream dient om de huid te reinigen. Haar fijne oliën dringen in de poriën der huid door en brengen zoodoende alle onreinheden aan de oppervlakte. Gebruikt daarna voor
Monsters Pond's Extract Co. A'dam zendt U 2 monsters en Pond's brochure na inzending van 10 cent
aan
mm
gezonden
D a a r a a n is voor u N MOOI BOEK
^
bescherming der huid Pond's Vanishing Cream.
Va
ABONNEERT
Pon ds Sr Crea ms 20 JAAP 30NGER
1
2e jaargang 1919 van de Filmwereld, gebonden linnenband 3e „ 1920 „ „ „ „ „ I e j a a r g a n g 1921 van Cinema en Theater in Cinemaband 2e „ 1922 „ „ „ „ „ „ 3e „ 1923 „ „ „ „ „ 5e „ 1925 „ „ „ „ „
f3.75 f3.75 f4.25 f4.50 f4.50 f4.50
VERDER E NKE LE J A A R G A N GE N VAN „PANORAMA" fraai gebonden met panoramaband. J a a r g a n g 1919—1920, a f4.25 per stuk. I e halfj. 1921 a f2.25 19211922 en 19221923, a f4.25 per stuk. Brieven onder letter A. J. K., bureau van „HET Galgewater 22, Leiden.
"ü
SSES
OP DIT BLAD
■
i'
^
?
f^
ï
m
püpf P^FI Wp
«PB
~^7 ^
^
^
^.<*. die ^
^
A. zal naar de bollenvelden, B. eens naar zijn moeder gaan. C. heeft drie, vier voetbalmatches Op z'n Paaschprogramma staan. D. die zal eens fijn gaan vliegen, E. spreekt reeds van „strooien dop' Terwijl F . al statistiek maakt: Hoeveel eiers kan ik op Iedereen heeft zoo z'n plannen, Maakt zich buitensporig druk, Juist die zoete Paaschgeneugten Scheppen 't ware Paaschgeluk.
I
Maakt rich bw.i„ten spe. .ri£ druk, Jn.itftdiez0*..t3e
f
twx..re?oAtch.ge.
^
^
bjj...ria.a.1
?^ff1
die >,1>a...^cliij}.rieid.r
ï G. die koestert schoone wenschen — Heel verstandig van den man — Als 't met Paschen geen mooi weer is. Trek 'k m'n nieuwe pak niet an. H. denkt aan een motorritje, I. vergaat het evenzoo, J. die bazelt over liefde K. over zijn r a d i o . . . . Zoo U ziet, 't zijn vele wenschen, Groot is de verscheidenheid. Maar, o wee, 'n paar fiksche buien... Wèg is al die „Paschigheid"!
QmUZE U&UEM IMliil^o
OUDE JAARGANGE N AANGE BODE N TE KOOP AANGE BODE N
= =
^
■ een heeft zoo z'n pUn. Men,
Txxtch.^e.neuA.ten,5chep.fjen
JU J. rf
verbonden
Deze maakt de huid soepel en zacht, beschermt haar tegen den invloed van ons grillig klimaat en vormt een ideale basis voor poeder.
3
Mi m r ■
f^pP? PEp¥ i^^
fyreektreedivxn.Strrdendop," Ter..wij\T. x\ ttx.t'u.tiek mxxkt, höe.veel ei..er^' J(
1 j-f-t-yï •hilm JjJJ. ' j. f ikop—
A B O N N E
ons
fijn gxxnvYie.gen X.
2iet 9ii er u,t sinds uw QRI E
"
_JLZ. Z__ HAREN door middel van PERFECTUM hunne vroegere kleur teruggekregen hebben. —PERFECTUM is een onschadelijk haarwater, is goed voor de hoofdhuid en voorkomt het uitvallen der haren.
GEEN H A A R V E R F
SUCCES VERZEKERD
Per flac. f 2 . 2 3 en f 4 . — . Verz. g e s c h i e d t franco huis na ontv. b e d r a g óf onder remb
^UTI
MMSTOTUIT PI FREDERIK HE NDRIKLAAN 63(A) Hu d en Haarverxorging Manicure — Pedicure
WEEKBLAD",
Speciale
—
DE N HAAG.
Geiaats en Lichaamsmassage — Coiffeur pour Dames
installatie (met badinrichting) voor
massages.
OEEN INDISCHE VE RLOFOANOE R KAN BUITE N E E N
„HIS MASTER'S VOICE" G R A M O P H O N E . HET WARE TROPENINSTRUMENT l
"
ENORME KE UZE VAN DE NIE UWSTE MODE LLE N BIJ
N.V. WILLEM SPRE NGE R'S
GRAMQPHQNE HANDE L
PASSAGE 46, L. v. ME E RDE RVOORT 60a en 453 DE N HAAG STEEDS HE T NIE UWSTE ! E E DS HE T BE STE I ST GEGARANDEERD ZE E WAARDIG E MBALLE E RE N
*M*
f D O O R CHEF
VAN DIJK (Ik geef maar een voorbeeld, hoor).
Voorbij verkouden neuzen. Voorbij proestsymfonie, Blauwpaarse winterhanden En warmekwastorgie, Voorbij griepepidemie En kilo's zoute drop: We breken uit ons jaeger Als bloemen uit hun knop.
De zon brandt op mijn velletje Ik denk aan mijn flanelletje, Dat mij zoo warm omhult, Maar sjilpt en tjilpt het voog'lenkoor Daar geef ik heusch geen kwartje voor. Ik ben van angst vervuld.
h a ! daar heb ik het. — Vasthouden nu dat idee van die twee laatste regels. — Juist. — Waarom zou een degelijk stuk „jaeger" nu niet in een lentemijmering passen? Dacht U nou heusch, dat ieder sterveling op aarde bij het naderen van de lente onmiddellijk huiveringen van louter poëzie ondergaat? En dacht U, dat het voor een armzalig vulpenmaniak als schrijver dezes, zoo leuk is, maar plotseling „mir nichts, dir nichts", geïnspireerd door Lentepassie, ook zijn duit in het zakje, respectievelijk zijn artikel in de reeks te deponeeren? Neen, ik houd mij nu eens krampachtig aan dit „jaeger" vast, in figuurlijken zin dan.
De zon brandt op mijn velletje Maar doe ik mijn flanelletje Daardoor vroegtijdig uit, Dan loop ik stijf en krom weldra En kermend van rheumatica Terwijl de vogel fluit.
A
Dat is tenminste poëzie die nut afwerpt en rekening houdt met de verandering der weersgesteldheid. Voor de al te verliefde jongelui schreef ik dan de volgende berijmde ongerijmdheid. Jongeman, wees niet voorbarig Als je bloed wat sneller vliedt Door die malle lenteversjes, Wees nou wijs, verslik je niet, Wordt verliefd, maar in den winter Geef je meisje een frisschen kus; Zie, dat jij haar hart doet gloeien Bij tien graden Celsius.
We breken ons uit jaeger Als bloemen uit hun knop. Wilt U gelooven, dat ik zelf van die vondst geniet? Ik vind dat doodgewone lentegeschrijf werkelijk een remedie tegen de liefde. — Het is een soort pathologisch verschijnsel in de literatuur geworden. — 't Is nou net, alsot de patiënte „Lente" bij den dokter „Gelegenheidsschrijver" binnenkomt, die voor hij de patiënte maar heeft aangekeken, zijn receptje al schrijft, — zooveel poedertjes innemen op stroop — op suikerwater, zooveel maal daags een lepel. Dank je, ik doe niet mee I Ik bezing de lieve Lente Van een nucht'ren kant bezien, 't Is misschien een leeftijdkwestie (Ik ben tweemaal zeventien). Al die honingzoete verzen Maken mij waarachtig wild. In het hart is zon en vreugde Als het Wintert in „De Bilt"? Voor mij is er maar één ding. Het proza van den thermometer. — Het weerbericht van De Bilt. Daar kan een degelijk en deugdelijk mensch zich op verlaten. Begrijpt U nu, waar ik heen wilde, toen ik het had over het „jaegertje"? Ter verduidelijking zou ik het flanelletje er nog bij kunnen noemen. Dat komt van die onzalige Lenteliteratuur. Dat maakt de menschen overstuur. Dat maakt ze wild, onstuimig, voortvarend. En dan te bedenken de andere afschuwelijke rampen, die over de menschheid worden losgelaten, als vroegtijdige ver liefdhedens. Of dacht U, dat al dat geschrijf van „zoet gekweel uit voog'lenkeeltjes" — „het lente zwoeltje ruischt door de blaaren" — of „de aarde is doorhuiverd van nieuw leven", enz. enz., dacht U, dat zooiets geen noodlottigen invloed uit oefende op het sentiment van de amoureus aangelegde jeugd? Waar is de dichter, die een epos durft dichten in dezen geest:
EJ3S3S
Niet waar, dat is tenminste fairplay. — Dat getuigt van sportiviteit. — Dat is wat de E ngelsman zoo karakteristiek betitelt als: „Trust in advertising". Gelooft U mij, er zouden minder moreele katers komen en de wereld zou er wel bij varen. Nu heb ik nog niet eens het hoofdbezwaar tegen derge lijke lenteverheerlijking aangehaald, n.1. het „economische". O, gij dames, die desnoods tot in het hartje van Juli, langs de boulevards Uw snoezige, en nog duurdere, bontmantels blijft pousseerenl O p U slaat dit alles niet, maar de arme drommel, die met het stijgen van de warmte, zijn moed voelt zakken, omdat de zon, de meedoogenlooze, hem dwingt zijn winterjas, die nog net mee kon, uit te gooien en zich te vertoonen in zijn afgesleten onmodisch colbertje.
rrtr
^ a ^ ^
Lieve Lente, jouw geweten Is met velerlei bezwaard. Jij bracht met je blijden glimlach Heel wat kommernis op aard. Laat die dwaze dichters zingen Van het bloempje, dat ontluikt, Ik kijk naar mijn kaal colbertje Glimmend vet en opgebruikt.
ir I
I t
■jr-
Toen het lekker frisch was buiten Had ik nog een dikke jas, Die de „waarheid" mild bedekte, Die een „naakte" waarheid was. Lente, jij geeft allen boomen Gratis 'n frisch, modieus gewaad, Kun je mij geen „pakje" poffen Ik durf zóó niet op de straat. CHEF VAN DIJK
323&S
^
^
^
^
^
^
^
^
^
^
_
■
■
"
■
•
■
■
■»
-
ƒ
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ i ^ n H ■:^^-'--^:r\y'''-'"^-;L r
- f ™ f B N N OVELL E VAN ROLF E. VANLOO REGISSEUR JOE MAY PRODUCTIELEIDER
E P OMM ER
De h o o f d r o l l e n spelen Betty A m a n n , Else Heller, Albert S t e i n r ü c k Oustav Fröhlich e n Hans A d a l b e r t Schleltow e Ufa brengt binnenkort een nieuwe film in ons land, die ver van R n l f r ? g C l i S , n a a r e e n fiI mnovelle was d p L 7 f ° ' Productieleider S : l A™*/ h e e r E ' P o m m e r (de zelfde leider dus als van de rolprent Hongaarsche Rhapsodie). De regie
"en
BETTY AMANN «I» Else Kramer, de dievegge
deT bhe M r/,S kenden
°Perateur'SS
G ü n t W R ■ „cameraman" Uunther Rntau geëngageerd. De cos tuums zyn ontworpen door Ali Hubert een beroemdheid op dit gebied f o a ZWïï h i j d e c o s t u u m s voor de Lu' d ê S r g ^ " D C P r i n s S t ^ e n t van Hei
stad A m h . a l t J S
DE „SLANG"
het
Symb
°o1
der
we
^ld
stad1 met haar zenuwsloopend tempo Verblindend licht en donkere s c h X ' naUW nilt'J^ ° ° k ^ r b o n d e n , zijn F e r l ü t ^ j ? h a a r ^rlü ke kenmerken. Eerlijkheid en misdaad, braafheid en zedeloosheid, ellende en rijkdom de
ernst van den arbeid en uitgelaten" hu
mor in uren van vermaak dat alles weersp I € gl t Asphalt, dat alles toont J o l
May ,n deze superfilm van den politie brigadier Hoik, die een dievegge
DE VERLEIDSTER
GEVAARLIJKE SCH OONH EID
EMOTIE 6
-
GEVOELLOOSHEID
Brf.
opSchtlaiLiriechter J ° o k in teAnisch kenis I n H m V ^ d e S r o o t s t e b e t e e kems. I n d n e ateliers en de daarbij behoorende gebouwencomplexen in de open lucht ontstond een in alle opzich ten volmaakte straat van een wereld stad van meer dan 400 meter ienete waaraan honderden voertuigen envoet gangers leven en beweging aven
EEN STRAATSCÈNE IN NEU BABELSBERG HPT I ICA * T ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ * * L S B E R G H E T Up ' A-ATELIER, OPGEBOUWD EN OPGENOMEN
— /
•:|
^
<■...
;
■,■■■■■■;:■■■
■
■■■.
■.'.■'■■'■■■
■
v
^
_
O
V-
Of Maart nog wat koude dagen brengen zal. ja of neep? April la al zeer nabij en we moeten du» onze voorjaarskleeren in orde hebben. Én al mag dan een bontmantel nog zoo flatteus staan, het is tod) prettig hem weer eens te verwisselen met een coquet, kort mantelpakje, waar een mooie vos prachtig op zal kleeden, of een lang plat bont, genre shawl, die weer zeer en vogue zijn, zooals onze afbeelding laat zien. F latteus is ook het aardige sport of motor» pakje, dat hoog aan den hals kan sluiten. Van loden stof zal het manteltje bijzonder voldoen en heerlijk zijn. * De middelste illustratie ia van een tweedeelig costuum, de japon met bijpas» send kort manteltje. Aardig is de rok gesneden, met twee plooien Van voren, die naar elkaar toevallen, maar niet tegen elkaar aansluiten. Aan beide zijkanten van den rok worden nog twee zulke plooien aangebracht, maar die beginnen pas onder de zakken. Opvallend is bij dit model de lange rechte lijn, tegelijk met de ruimte van de plooien. Coquet rijn ook de kleine hoedjes, waarvan de heeren gelooven, dat zij zoo nauw om onze ooren sluiten, dat het gehoor er door belet wordt,
mtrent de „valse" is het wensche lijk, vooraf de volgende algemeene aanduidingen onder de aandacht te brengen. Bij den gewonen en omgekeerden draai, bij de overgangen (changes), zoo wel gewonen overgang van natural naar reverse, als van reverse naar natural turns, telt men één ' schrede op elke maat van de muziek. Men richt zich telkens op bij het einde van den eersten tel, gaat met die oprichtende beweging van het lichaam voort, terwijl men de tweede schrede doet, om bij den derden stap volkomen overeind te zijn. Zoodra men opnieuw komt tot een eerste schrede, laat men het lichaamsgewicht neerkomen. Het bovenlichaam maakt telkens een tegenovergestelde beweging bij het maken van de eerste schrede van elke drieslagsmaat. De tweede schrede van elk drietal moet altijd een lange schrede zijn, hoe wel niet zoo'lang als de eerste, waarop in elk opzicht de nadruk gelegd wordt. Wat nu den samengang tusschenheer en dame betreft, dient slechts opge merkt, dat de dame altijd de passen 4, S en 6 maakt, terwijl de heer bezig is met i, 2 en 3. E n omgekeerd maakt zij de onder 1, 2 en 3 aangeduide pas sen, terwijl de heer 4, 5 en 6 voltooit. En zoo voort, telkens afwisselend. Dit geldt echter uitsluitend voor de ge wone en omgekeerde draaibewegingen en dus niet voor de overgangen tusschen de verschillende figuren. De gewone draai (natural
noodigd van 90 cM. breede stof 4 M., van 90 cM. breede garneerstof 50 cM. Verkrijgbaar in buste maat 90.95,100 of 110 cM. Van deze afbeeldingen, die met toestemming'der firma Weldon Ltd. te Lon den zijn gereproduceerd, zijn fr. p. o. geknipte pa tronen verkrijgbaar tegen toezending van f 0.75 en vermelding van het no., aan mevr.~Miliy Simons, 2e Schuytstraat 261. Den Haag.
turn).
1. Lange stap met rechtervoet. Draaien. 2. Lange stap zijwaarts met linker voet. Draai voortzetten. *
3. Rechtervoet bij linkervoet aan sluiten en draai voltooien tot een hal ven cirkel. .4. Lange stap achteruit met linker voet. Draaien. 5. Lange stap zijwaarts met rechter voet. Draai voortzetten. 6. Linkervoet bij rechtervoet aan sluiten. Halven draai voltooien. De
No. 79302. Dez zeer moderne j oon heeft een o oopendetailleen 7930:' de ruimte van den rok aan een zijde ingehaald ooi is.de japon te garneeren met dezelfde stof in 'n donkerder lint. Benoodigd van 90 cM. breede stof 3.25 M.. van 90 cM. breede garneerstof 35 cM. Verkrijgbaar in bustemaat 79390 90, 95, 100 of 110 cM. No. 79390. Nieuw model pyama te maken van ville de chene, kunstzijde, flanel, enz., gegar neerd met dezelfde stof in afstekende kleur. Be
*
■%
*
*
t
'■.'■:.■"'
omgekeerde
draai
(reverse
turn).
1. Lange stap vooruit met linkervoet. Draaien. 2. Lange stap zijwaarts met rechter voet. Draai, voortzetten. 3. Linkervoet dwars voor rechter voet plaatsen, halven draai voltooien. 4. Lange stap achteruit met rechter voet, draaien. 5 Korte stap zijwaarts met linkervoet, draai voortzetten. 6. Rechtervoet bij linkervoet aan sluiten, halven draai voltooien. De
overgangen.
I. Van gewonen naar d n ai:
omgekeerden
1. Lange pas achteruit met linkervoet. 2. Lange stap achteruit met rechter voet. 3 Linkervoet achteruit, even voorbij rechtervoet (eraan denken, dat de voeten elkaar slechts eventjes mogen pas seeren). Dan overgaan in omgekeerden draai van reverse turn, n.1. passen 4, 5 en 6. 4. Lange stap achteruit met rechter voet. Draaien. 5 Korte stap zijwaarts met linkervoet, draai voortzetten. 6. Rechtervoet bij linkervoet aan sluiten. Halven draai voltooien. II. Van omgekeerden naar gewonen draai: Eerst 4, 5 en 6 van den omgekeerden draai, dus: 1. Lange stap achteruit met rechter voet, draaien. 2. Korte stap zijwaarts met linkervoet. Draai voortzetten. 3 Rechtervoet bij linkervoet aan sluiten, halven draai voltooien. Daarna: 4. Lange stap vooruit met linkervoet. 5. Lange stap vooruit met rechtervoet. 6. Stap vooruit met linkervoet, even voorbij rechtervoet (de voeten mogen elkaar slechts eventjes passeeren.). Hierna gaat men over tot 1, 2 en 3 van den gewonen draai, enz. In deze beide overgangen moeten de drie stappen vooruit of achteruit steeds geplaatst worden in gebogen lijn (zoo als bij de zwenking in den F o x t r o t ) . Deze golvende richting wordt bereikt door aan het lichaam bij den eersten stap een tegenovergestelde beweging te geven. De „Hesitations" en „Variaties". Eerst 1, 2 en 3 van den gewonen draai, en dan: 1. Lange stap achteruit met linker voet. 2 en 3. Rechtervoet achteruit bij lin kervoet aansluiten en aarzelen. Intus schen een weinig naar rechts draaien. Dan overgaan in 4, 5 en 6 van den omgekeerden draai. 'i, 2 en 3 van den omgekeerden draai, en dan: 1. Lange stap achteruit met rechter voet. 2 en 3. Linkervoet achteruit bij rech tervoet aansluiten, aarzelen en een weinig naar links draaien. 1. Linkervoet achteruit. Terzijde van partner. Daarna 5 en 6 van den gewonen draai.
De verlengde draai. (Spin turn): Eerst 1, 2 en 3 van den gewonen draai, dan: 1. Linkervoet achteruit en draaien. 2. Rechtervoet vooruit, draaien. 3. Linkervoet aansluiten. E n verder 4, 5 en 6 van den omge keerden draai.
DOOR C. KLINKERT
"Zipfj^o^»^» ^J Eénmaatshesitations. l, 2, 3, 4 en 5 van den gewonen draai. 6. Linkervoet bijtrekken zonder het lichaamsgewicht te verplaatsen, en ver der met linkervoet vooruit, overgaande in den omgekeerden draai. 1 en 2 van den omgekeerden draai. 3 Linkervoet bij rechtervoet aan sluiten zonder verplaatsing van het lichaamsgewicht. E en halven cirkel draai voltooien. 1. Linkervoet vooruit, opnieuw in de gewone dansrichting. 2 en 3. Rechtervoet bij linkervoet aan sluiten en aarzelen, terwijl men een weinig naar links draait. 1. Rechtervoet vooruit terzijde van den partner. Overgaan in den gewonen draai, voortgaande in de gewone dans richting.
ï geneeséenv&itfiaaii de Auid
Hl
11
CAFE.RESTAURANT P Lift
„©E BC^©©UC l l AMSTERDAM
- REMBRANDTPLEIN
Middag-, Diner- en Avondconcert: HONG-KAPEL-BONZO-OLAH Zalen disponibel voor Vergaderingen en Partijen. Gerenommeerde Keuken. 17 Ie klasse electriscfa verwarmde Toulet Billards — Billijke Prijzen. Aanbevelend F. REIBEL (Gérant]
OORSPRONKELIJK TOONEELSPEL IN ÉÉN BEDRIJF DOOR HANS DE I A RIVE BOX V o o r het
recht
v a n o p v o e r i n g g e l i e v e m e n z i c h t e w e n d e n tot d e n a u t e u r te B i u s u m .
ZJTet toonee/ ste/t een gedeelte van een ouderwets gemeubileerde gelagkamer voor. Rechts een breede een no met j ft-/"* met (Jaar acl,ter °9 buffet glazen, karaffen, flesschen enz. Links de toegangsdeur, gedeeltelijk verborgen door een donkergroen pluche gordijn. In het midden een rond tafeltje met enkele oude stoelen. Naast het buffet een tafeltje, waarop een radio-toestel en een luidspreker. De achtergrond bestaat uit den muur met een tweetal vensters en ook hier staan enkele tafeltjes en stoelen. Wanneer het doek omhoog gaat, wordt het dichtslaan van de herbergdeur vernomen. Het gordijn wordt opzij geschoven en een jong, aantrekkelijk meisje van twintig jaar treedt de gelagkamer binnen. Haar regenmantel is kletsnat en zij haast zich deze aan een haak naast de deur te hangen. Voor een klein spiegeltje aan den wand maakt zij eenig toilet. Zij is de dochter van Harm Klaassen, den herbergier. De herberg zelf is eenzaam gelegen op de heide, op het kruispunt van twee zandwegen en een rijwielpad. Personen: Het meisje . . . Nel/ie. De knappe jonge man . . . Paul Wagemans.
TT £ji
et meisje: „Wat een vreeselijke bui; ik ben drijfnat. E n ' t was zoo'n prachtige voorjaarsdag. Vader treft het ook niet, nu hij op de fiets naar de stad is. (Tevreden zuchtend). Gauw een bakje thee zetten; dat zal smaken I Tjonge, het wordt al donker en het is nauwelijks vijf uur. Ik heb medelijden met de menschen, die nu buiten zijn." (Zij zet een keteltje water op een petroleumstelletje op de toonbank en rekt zich behaaglijk uit. Dan steekt zij een lampje op het dichtstbijzijnde tafeltje aan en schuift een laag stoeltje bij. Juist wanneer zij het boek, dat naast de lamp ligt, openslaat, hoort men het openen van de herbergdeur). De man ( N o g achter het gordijn): „Volk!" Het meisje (Verwonderd, haastig opstaand): „ J a ? Wie daar?" De man (Schuift het gordijn terzijde. Hij ziet er gedistingeerd uit en zijn gabardine-regenjas druipt van het water): „Gelukkig, hier kan ik zeker wel schuilen ? Wat een onweersbui. Zeker het afscheid van den winter! Z a l . ik mijn hoed en jas m a a r weghangen ?" Het meisje: „Ik zal u helpen. Zóó! — Bent u komen loopen ?" De man: „Neen, op de fiets! Mijn karretje staat onder het afdakje. Kan zeker geen k w a a d ? " (Wrijft in zijn handen, blijft even met een goedkeurenden blik naar het meisje kijken, dat zijn goed weghangt). Het meisje: „Zóó, dat kan uitdruipen! Uw fiets is veilig. E r komt toch niemand langs. — Bent u verdwaald?" De man (Kijkt schichtig op, doch herstelt zich onmiddellijk. Hij wrijft langs zijn gladgeschoren kin en plooit iets aan zijn d a s ) : „Verdwaald? Gelukkig nietl Ik k e n hier den weg! (Zet zich tegenover het lage stoeltje op een stoel en strekt de beenen onder het tafeltje uit) „Hè, hè, blij dat ik zit. Bent u alleen thuis ?" Het meisje (Naast het lage stoeltje
staande): „Op het oogenblik wel, maar vader kan ieder oogenblik komen. Hij is naar de stad om een en ander te bestellen. Zondag wordt hier een boerenbruiloft gevierd! De man (steekt een sigaret aan, neemt haar figuurtje glimlachend in zich op): „Zoo, zoo, dat is goed werk! Maar hebt u eerst wat warms voor mij ? Ik vind het opeens erg koud geworden." Het meisje: „Een lekker kopje thee ? Ik ga het juist zetten. (Het theewater begint te razen en zij is enkele oogenblikken ijverig bezig. De jonge man volgt haar steeds met zijn oogen en komt hoe langer hoe meer onder de bekoring van haar frissche persoonlijkheid).
OTTO ZEEOERS JUBILEERT
De bekende auteur, schrijver van vele tooneelstukken en tallooze levensliederen Otto Zeegers, zal 30 Maart a.s. 50 jaar worden. Donderdag 28 Maart zal hij in den Hollandschen Schouwburg te Amsterdam w o r d e n gehuldigd.
De man (gretig): „Dolgraag! (Na een korte pauze; Wat is het hier gezellig met dat schemerlampje! -Echt een oud-hollandsche herberg-stemming!" Het meisje (Thee inschenkend): „Ik vind het schemeruurtje toch altijd zoo gezellig. Vooral als het buiten zoo onaangenaam is!" De man (lachend): „Wat. egoïstisch van u!" Het meisje (Naïef verschrikt): „Zoo bedoel ik het niet! (Hakkelend) U begrijpt . . . Nou ja . . . Voor de menschen buiten valt het niets mee!" De man: „Nee, en daarom apprecieer ik het des te meer, dat ik plotseling in deze gezellige omgeving ben neergevallen!" Het meisje (gaat tegenover hem zitten) : „Hier is uw thee, lekker warm. Wilt u er iets bij gebruiken ? Ik heb heerlijke gevulde koeken!" De man (gretig): „Dolgraag. Geeft u er maar twee en neemt u er zelf ook een paar! (Zij werpt hem een eenigszir.s verwonderden blik toe) Ik meen het! Ik mag u toch wel tracteeren?" Het .meisje (bloost licht; neemt een trommeltje van de toonbank en legt de koeken op een bordje naast hem. Neemt er zelf ook een): „Omdat u het zoo vriendelijk aanbiedt, hèèl graag!" De man: „Dat doet mij pleizier. De thee is zalig. Alle eer! Wat wordt het donker buiten, vindt u niet ? Het meisje: „Vreeselijk! Ik hoop, dat vader nu maar gauw komt!" De man (buigt zich naar haar toe, fluisterend en geheimzinnig): „Bent u bang?" Het meisje (schrikt op uit gepeins): „Bang? Waarom zou ik? Ik ben altijd alleen. Vader is dikwijls weg en mijn broers werken in de stad. En trouwens, op het oogenblik ben ik toch niet alleen? (Naïef). Als ik nu hier in mijn eentje zou zitten . . . .(Lachend) Ik kan mijn mannetje anders best staan, hoor!" De man (nog steeds geheimzinnig):
» N o u Ja-.y d a t zegt u nu! Maar hier op de heide zwerven toch dikwijls rare individuen! Die lui uit het woonwagenkamp bijvoorbeeld..." Het meisje (komt onder den invloed van zijn stem): „Ik heb er hier nog nooit een g e z i e n . . . " De man (vertellend): „Zoo herinner !i I Ï 1 J ' 'T1 v e r l e d e n jaar een kerel in de boerderij van een zekeren Jansen binnendrong, Vrouw Jansen was alleen thuis . Toen de boer terug kwam, vond hy h a a r . . . in de huiskamer met ingeslagen s c h e d e l . . . (Fluisterend) Stel u v o o r . . . dat zoo'n vent hier eens binnensluipt ?" Het meisje, (nerveus lachend): , U bent niet erg opgewekt.. ." De man: „Dat heeft met opgewektheid niets te maken. Ik moest er plotseling aan denken, omdat de atmosfeer hier zoo romantisch is. (Vroolijker i Ik zou het kunnen vergelijken met een eenzaam kasteel uit een sprookje. U bent de schoone p r i n s e s . . . (Vroolijk) Uw vader, de grijze k o n i n g . . . " Het meisje (blozend en lachend): „Ha, ha, vader een koning! Hij is klein en mager!" De man (herhalend): „U, de schoone prinses . . . Het meisje: a
em
„Wat een fantasie! Maar
d e
ridder se Mng) " - •'" ( Z w i j g t P l o t ' De man (in gedachten): Jk . . . een ridder:., (Opgewekt) Mag de sorookjesndder nog een kopje thee van de jonge prinses?" Het'meisje (gemaakt statig): „Hare Hoogheid zal een kop voor uwe Hoogheid inschenken!" (Vult zijn kop J H en den hare). De man (bewonderend): „U leest zeker veel liefdesromans, dat u zoo goed met de titels op de hoogte bent ?" Het meisje: „ p a t is waar. Voor het boerenwerk voel ik niets. Het is voor mij te leeg en te ruw!" De man (ernstig): „ik geloof, dat u nog eens zult trouwen met een rijken jongeman uit de stad!" Het meisje (koket): „Wie weet?" De man (door fantaseerend): Een donkere Don Juan wellicht?" ' Het meisje (vragend): „Wat is dat ?" De man (lachend): „Nou ja, een knappe aanbidder, die ook naar anderen kijkt!" Het meisje (teruggetrokken): „Oh nee, dat is niets voor mij! (Na een pauze) Ik zal eens zien, of er muziek is, dan zet ik de radio aan!" De man (teleurgesteld): „Hè nee, het is juist zoo gezellig, zoo romantiscn . . . . Het meisje (zoekt in den gids, dien f1J ™ n ° ? , d e r h e t tafeltje vandaan naait): „Hilversum heeft muziek, gram o f o o n p i a t e n , D a a r b e n i k d o l 6p!„ De man: „Ik houd niet van r a d i o ' " Het meisje (draait de lamp wat hooger op en kijkt hem even aan. Plotseling schrikt zij en wijst op zijn rechter pantalonpijp. Hij verbleekt en f , a a ' ^ a s t ' g op.) „Mijn h e m e l . . . . U bloedt!"
De man (heftig): „Dat kan n i e t . . . U vergist zich!" Het meisje: „ E r kleeft bloed op uw broek. op uw s c h o e n . . . Bent u gewond?"
De man (gaat snel zitten en strekt zijn been uit onder de beschuttende; f. i ï V ' £ e t uS n i e t s - (Geforceerd luchtig) Een beetje prozaïsch vooreen ridder . . . . " Het meisje (nog angstig): „Maar hoe komt het d a n ? Bent u dan niet gewond ?" De man (kijkt snel om zich heen, kalmeerend): „Nee, werkelijk niet. IK... ik heb voor ik wegreed een paar kippen . . . eh . . . geslacht. . " Het meisje (half voldaan, doch even zuchtend van verlichting): , Oh ik was al b a n g . . . Dus .het is niets?' '(Zij loopt naar het radiotoestel en draait even aan de knoppen, verandert een spoel. (Verrukt) H a . . . Hilversum.. een zalige wals! Hoor eens!" De man (op zijn hoede en nog nerve s d " ' , " < * lachend): „Iets van Strauss zeker ? Als ik kon dansen, zou de ridder uit het s p r o o k j e . . . h m . . . " Het meisje (gaat weer zitten, staart hem aan, bloost en slaat de oogen neer. Verwijtend): „Dan zou de ridder een dansje met de prinses wagen? Kunt u niet dansen?" (De radiomuziek wordt gespeeld door een klein orkestje achter de schermen, of door het afdraaien van een gramofoonplaat). De man (die uitstekend kan dansen spijtig en hakkelend): „Nee, tot mijn
t (P1 t!eli, hefti Is !een S I J klok? w l V üHoe ? laat is« het Wel?"g ) H e s e: N e t h a l f ze ?,Z ! ' " sl Moet u weg? (Teleurgesteld) Ik had gehoopt dat u mij nog een kwartiertje gezelschap zoudt hebben gehouden, totdat vader thuis komt!" De man (in tweestrijd): „Eigenlijk moet ik v e r d e r . . . . Maar ik hel, het windje a c h t e r . . . Dat scheelt een massa en het is hier zoo gezellig " Het meisje: „Blijft u dan nog even. (De muziek zwijgt). Zouden we weer een wals krijgen? Ik ben dól op walsen! (In de pauze tusschen de twee platen kijken zij elkaar zwijgend aan). Ue man: „Misschien een marsen, daar houd ik van!" Het meisje (droomerig): „Hè nee!" , 7 . ™ f .(glimlachend): „Als ik tijd nad^ bleef ik hier tot vanavond!" Het meisje (bijt zich op de lippen en boost hevig): „ D a t . . . dat zou wel gezellig zijn .. . Vader is altijd zoo stil en s avonds komen al die ruwe boeren . . . (verdrietig) Ik snak gewoonweg naar een andere omgeving!" De man (staat half op, gaat weer zitten): „ I k . . . Maar ik mag misschien terugkomen? Ben j e . . . bent u altijd J s middags hier?" Het meisje: „Bijna altijd!" (De omroeper, rustig): „De volgende plaat, dames en heeren, is een wals en getiteld: My inspiration is y o u . . . (Zeer zacht begint de muziek) De man neuriet mee.. .
,Jlel,.meisie (blij): „Weer een walsi (Z.ij blijven stil luisteren, totdat de piaat is afgedraaid. Het meisje met het hoofd hcht gebogen, de jonge man droomen g loch af en toe opschrikkend.) De man: „Nu moet ik werkelijk weg. (Maat op). Hoeveel krijgt u van mij?" Het meisje (staat eveneens op, lachend en coquet): „Niets, heer ridder!" De man (verbaasd, dan lachend): ,.Jij o n d e u g d . . . rDoet een stap in haar — 9 _
nchting, aarzelt, blijft staan, steekt zijn hand uit, zoodat het licht er op valt) Maai—dat wÜ ik niet hoor. Eerlijk
Het meisje (glunder en vleiend): „Kom kom, heer ridder... (Schrikt heftig) O ! . . . J e hand is ook bebloed en je mouw . . . ! " De man (doodsbleek, wankelend): „Het is n i e t s . . . Ik zei het toch a l ? (Geforceerd lachend en zijn hand terugtrekkend) Het regent er straks wel a t . . . (1 erwijl zij elkaar aanstaren, zegt de omroeper, de stilte ruw verbrekend): Dames en Heeren, een paar minuten voor een extra politiebericht. Het luidt als volgt: De commissaris van politie van Kerkheuvel, K-e-r-k-h-e-uv-e-1, verzoekt opsporing en voorgeleiding van den vier-en-twintigjarigen kantoorklerk Paul Wagemans. Hij wordt verdacht van roofmoord op den heer van Breukelen, kassier van de Cooperatie-bank daar ter plaatse. Verdachte heeft een knap gezicht, is slank en donkerblond met donkerblauwe oogen. Hij heeft een litteeken op oen iinkeronderarm en is gekleed in donkerblauw colbertcostuum met gabardine regenjas en grijzen vilthoed. (De man slaakt een kreet en rent naar den kapstok, het meisje drukt de handen tegen haar borst) _ Hij heeft in zijn bezit vierduizend gulden in bankpapier en is vermoedelijk op zijn fiets weggevlucht in Oostelijke richting. Op zijn aanhouding is een belooning gesteld van duizend gulden. Ik dank u wel De volgende plaat van ons middagconcert dames en heeren, zal zijn . . . (Zijn woorden worden overstemd door een gil van het meisje. Zij snelt naar den man toe en klemt zich in doodsangst aan hem vast. Hij rukt zich los en wringt zich m zijn kletsnatte jas). Het meisje (handenwringend): Jij . ? / { , . . . ? O h ! . . . Zeg me d a n . . . dat het niet zoo is . . . Ik smeek je . . . Tij een moordenaar? Ik bid je Zèe J ë iets...!" De man (hartstochtelijk): „Wat baat het dan nog ? Ik moet weg .. . Vluchten! Hier. een g u l d e n . . . voor de thee . Beloof m i j . . . dat je mij niet gezien hebt, als zij komen vragen .. . (Heesch) Onder de t a f e l . . . liggen een paar bloeddruppels... uit mijn broekspijpgeloopen . . . Veeg ze weg... verbrand den d o e k . . . Laat mij l o s . . . Los, in Gods naam... Het meisje (schreiend:) Het kan met... Het bestaat niet... J i j . . . U. O h ! . . . (Kijkt verwezen naar den gulden in haar hand) De mart (zet zijn kraag hoog op, trekt zijn hoed over zijn oogen): Vaarwel (Hij verdwijnt ijlings achter het gordijn, de deur sluit met een slag achter *ijn rug. Uit den luidspreker vloeit een teere vioolsolo). Het meisje (dof en wanhopig, wankelt naar den muur en drukt haar handen voor haar behuild gelaat) Oh' Een moordenaar . . . Een laffe moordenaar... O h ! . . . (Kijkt plotseling verwezen naar den gulden in haar hand) G e l d . . . blocdgeld... (Laat het muntstuk rinkelend op den vloer vallen) (Met gesmoorde stem, herhalend) O een m o o r d e n a a r . . . h i j . . . hier!" DOEK.
^^^^™
■
DE BUTLER
Ld Beauté de Paris
DOOR
Revue van Henri Varna
F A BI R I C US
T^\e bekende en ongetwijfeld ook k n a p p e tooneelschrijver Jan F abricius heeft met „De Butler" e e n in zijn soort zeer goed d e t e c t i v e s p e l 'geleverd, dat onder d e voortreffelijke regie van Louis Chrispijn o p uitstekende wijze v o o r het voetlicht wordt gebracht. Het g e g e v e n is betrekkelijk e e n voudig. In den huize F airfox wordt her haaldelijk g e s t o l e n . N i e m a n d weet, wie de dief i s , m a a r het publiek v e r m o e d t . . . N a e e n i g e n tijd blijkt het v e r m o e d e n onjuist. Er rijzen andere verdenkingen, die telkens o p h a n d i g e wijze d o o r den schrijver o p nieuwe p e r s o n e n worden overgebracht. Z o o g a a t het drie bedrijven lang . . . Pas a a n het einde zijn de t o e s c h o u w e r s er achter, wie de dief is, dank zij ook het uit
in het Palace theater te Parijs. EOMONDE GLIMLACHT
ge met Paschen een snoepreisje nègL Parijs maken ? We kunnen het u^pnbevelen. Ook al is daar én doörjiet vroeg invallen der feestdagen én de strenge koude ERNEST, ALLESBEHALVE van de afgeïoopen maanden evenmin ERNST-I© de lentevreugde op haar hoogtepunt, het is er mooi in deze dagen! En wanneer de na tuur u niet alles biedt, of gij niet alleen bij natuur wilt blijven, dan is Parijs wel in staat u kunstmatige beauté te toonen. In revue vorm. Van een onzer vrienden aan de Seine kregen we tenminste een enthou siaste invitatie: Kom de nieuwe revue „LaBeauté de Paris", zien, waar in een jonge man van nederlandsche afkomst de filmster E i nest van ED SCHOONE SLAAPSTE R IN HE T BOSCH Duren, triomfen viert als jeune amoureux, als Don Juan, met de vrouwelijke partner E dmonde Guy, een der meest attrac tieve revuesterren van Parijs. Tezamen, zoo schreef onze vriend, vormen zij een uitnemend paar; vooral in de zeer fraaie en origineele episoden van „E en bruiloft in Mexico" geven zij veel te genieten, evenals in „De Godin van Parijs en „De schoone slaapster in het bosch", in welk laatste tafereel een toom magnifieke deensche jachthonden ten too neele gevoerd wordt. Van de vele andere tafereelen dienen vooral genoemd: „De Herfst" om den smaakvollen luister, en de alleraardigste sketch „E en voetbalwedstrijd".
JAN
A^lnouden^ niet opgeven Deze nieuwe behandeling houdt de huid jong!
RICHARD F LINK ALS DE BUTLER
TO 'ft
NORA DE VOS, ADOLF HAMBURGER EN CHRISPIJN
s t e k e n d e spel van Richard F link, den g e h e i m z i n n i g e n butler, o p wien reeds de eerste verdenking viel. Een stuk met veel, goed volgehouden span ning en g e e s t i g e w e n dingen, waarin — o m s l e c h t s enkelen te n o e m e n — Chrispijn, Adolphe Hamburger, N o r a de V o s en T o u t t i e W e b e r vooral g o e d spel leverden.
e, meest bekende houders van snelheids D records, mannen met stalen zenuwen, moeten hun zenuwen nu en dan de noodige rust geven.
De bron der schoonheid behoeft maar op huiddiepte te liggen, maar dat is al te diep voor crèmes en schoonheidsmiddelen om door te dringen. Uw huid heeft zeven lagen, en in het corium, de onderste laag, jitiljtj&f&i zijn de zweet en vetkliertjes, welke Uw huid verfraaien of bederven. Deze kliertjes scheiden zuuronzuiverheden ai uit het bloed, welke zij door de pori&n der huid verwijderen. Als nu de poriën verstopt zijn door crèmes, worden de kliertjes belemmerd en aangetast, wat tenslotte puistjes, vetwormpjes of andere vlekken veroorzaakt. De wonderlijke nieuwe Radoxbehandeling zuivert de poriën en dringt regelrecht door tot de kliertjes en voorziet deze van zuiverende, anti septisc.he zuurstof. Het resultaat is verrassend. De huid krijgt een heel nieuw aanzien. Puistjes, vetwormpjes en dergelijk* verdwijnen als bij tooverslag. Het gezicht wordt helder, zacht en geurig, vrij van alle ontsieringen, met den frisschen blos der jeugd. Een Jeugdig Vo.rWomen zonder Scho.nheidimiddel.n. De behandeling is even gemakkelijk als doeltreffend. Zorgt voor een pakje Radox in de badkamer en voegt steeds een weinig b\j Uw waschwater. De zuurstof die vrijkomt door deRadox, dringt regelrecht in de klier tjes. — welke hun jeugd herkrijgen, en de huid zacht en soepel maken. Alle ontsieringen verdwijnen binnen enkele dagen als bij tooverslag. Om Rimpel, te Verwijderen. Voeg een theelepel Radox in een kop gefiltreerde zure melk, en pas dit middel eiken dag toe. Dit mengsel zal de huid verfrisschen, en de rimpels verwijderen. Om Vetwormpjet te Verwijderen. Voeg een theelepel Radox in een kop beet water, en bet hiermede gedurende eenige minuten de aange taste plek. Droog het gezicht af en de vetwormpjes zullen ver dwenen zijn
Velen hunner gebruiken hiervoor WRIGLE Y'S P.K. Kauwgom. Want kauwen heefteen directen invloed op de zenuwen. Het kalmeert het geheele zenuwstelsel. Het gespannen gevoel verdwijnt. De geest, die opgelucht en tot rust gekomen is, kan zich weer op het te bereiken doel concentreeren. WRIGLEY'S P.K. is behalve een gezonde, ook een nuttige versnapering. Na den maaltijd helpt het de spijsvertering, omdat het de speeksel afscheiding bevordert. Het reinigt het gebit verfrischt door zijn heerlijken pepermuntsmaak den adem en doet eiken nasmaak van eten, drinken of rooken verdwijnen.
WRIGLEYS P.K. KAUWGOM
LEEST W A T ANDEREN ZEGGEN: „Ik ben meer dan voldaan over Radox. Het is zoowel verfris* schend 'als zuiverend en mijn huid is dezelfde niet mier, sinds th Radox in mijn waschwater gebruik. Jk weet niet hos ik U sal danken, dat U mij dit middel aan de hand hebt gedaan. i Jan. ïaaS . Uej. N. L. Origineele brief ter inzage. Radox is heerlijk geparfumeerd en is verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten. 11.05 per pak. Een pak is toereikend voor verscheidene weken.
E E N A B O N N E A A N ONS G E Z O N D E N 3fof D A A R A A N IS E E N B O E K V E R B O N D E N
(
}i^jd<^CLxi C " ^ ™ * < Tfu>o^
U W KOSTBARE SJAALS, H O E TE E R O O K ., VAN WE E FSE L E N KLE UR BLIJVE N /s het veili in water O N G E R E P T DOOR WASSCH E N IN 't is veilig in Lux
MEVR. WEBER EN VAN RIESEN DE VOETBALWEDSTRIJD
&!&>■
MAAKT OOK E E N UITSTE KE ND SHAMPOO.
12
HK8
THEATERAGENTUUR B. H. I DE LINGS Spui 84a - Den Haas - Tel. 16982
Import: Rowntree Handeismij., Keizersgr. 124, Amsterdam Voor Indië verkrijgbaar bij : fa. J. van Gorkom & Co. Djocja en hare filialen
HUX
f
-
13
<
ACHTER DE COULI
DE GE VLOE KTE DIAMANT
H A N S N E S N A IS DOORGEDRONGEN TOT ACHTER DE COULISSEN VAN DE BOUWME E STE RRE VUE EN VE RTE LT VAN DEN
TMSISCH
KLEERMAKER VAN BUZIAU Indien men in een revueragetijdperk eens een enquête ging houden over de vraag: wat acht gij bij een revue het be langrijkst, dan zou HANS NËSNA he{ antwoordenlijstje er vermoedelijk als volgt uitzien: H. B. H. te Slikkerveer: De girls. C. W. te Purmerend: De girls. A. G. te Utrecht: De girls. En vervolgens zouden nog eenige duizenden antwoorden luiden: de girls, terwijl een aantal rasAmsterdammers met een duidelijk „de meissies" zou volstaan. E en groot aantal stemmen zou vervolgens de meening verkon digen, als zouden de decors van het meeste belang zijn, terwijl eenige in siders het bankconto der directie, wel licht terecht, van het allersuperhoogste belang zouden achten. En toch . . . . Indien gij, naïeve buitenstaander, de Bouwmeesterrevue gezien hebt, kunt gij u dan niet opwerken tot mijn over tuiging, dat, althans voor deze revue, de man, die het klaar speelt om de zotingewikkelde, de spokeriggeheimzin nige, de gillachverwekkende costuums voor Buziau te maken, de belangrijkste factor is ? Waarmede ik natuurlijk geen woord ten nadeele wil zeggen van den kleerenkleurtoovenaar van Siem Nieuwenhuysen of van de naald van Heintje Davids. Doch Buziau's kleer maker is in mijn, sedert Bouwmeesters nieuwste revue kleurenblind geslagen oogen, nu eenmaal de man. En dezen man heb ik geïnterviewd. Boven, ergens driehoog achter, op een enorme tafel, de beenen gekruist, temidden van een regenboog van stof fen en een laboratoriuai van instrumen ten, zit een akelig uitziend mannetje. Hij is bleek, mager, vergroeid, naar en tandenloos en zijn handen zijn ge zwollen van nobelen arbeid. Zijn oogen zijn rooddoorloopen en zijn mond gaat meermalen op en neer. Ik staar hem aan en hij grijnst tegen me. In den hoek van het halfduistere vertrek zie ik plotseling een arm van een paarsroodgeruit jacquet op en neer gaan en op een stoel begint eens klaps een zonderling gevormde hoed licht uit te stralen. „Hij doetetl" — zegt het zonder linge mannetje verrukt. „Alleen moet het licht niet geel maar rood zijn en zullen we probeeren een fontein in de voering te maken, die odeur in de stalles spuit. Dat is misschien wel aardig." Ik krijg het gevoel in een soort spookhuis te zijn. Aan de wanden han gen boorden, dassen, wandelstokken, nachthemden, s m o k i n g s . . . . En aan alles is zichtbaar of onzicht baar iets bijzonders. Iets mals. De man op tafel grijnst grijnzender.
Dan knikt hij tegen me en noodigt mij uit, plaats te nemen in een rieten stoel. Ik zit; d.w.z. ik zit niet, want juist als ik wil gaan zitten, huppelt het rieten ding naar den anderen kant der kamer. Ik zit er naast en de man op tafel grijnst nóg grijnzender. „M'n waarde heer," zoo leidt hij eindelijk het gesprek in, „dezen stoel heeft Buziau al 12 jaar geleden ge bruikt, met dat groengrijsoranje blauwe pak, dat u daar ziet hangen en die rondovaalvierkanten hoed, dien u daar op die plank ziet liggen." „Ik ben hier gekomen, om eens met u te praten over dat zonderlinge ge kleede jasje, d a t . . . . " „O meneer, nog niets, meneer! U bedoelt dat gekleede jasje, dat eigenlijk een zeer modern rokcostuum is ?"
„Juist!"
,,'n Kleinigheid meneer I Wacht u maar eens tot wij klaar zijn met onze smoking, jacht en reiscostuumpyja ma's 1 O meneer, het groeit in onze handen als een teedere bloem I Jaren lang zij we er nu al mee bezig." „En u houdt van dit werk?" „Houden meneer? Hal Weet u wel, dat ik sedert jaren dit vertrek niet meer verlaat ? Ik leef hier dag en nacht meneert E n moederziel alleen! Ik heb een knecht gehad, maar die is na drie maanden al grijs en krankzinnig ge worden. Nu doe ik alles alleen, meneer. Buziau komt iederen dag even op loopen, want hij heeft iederen dag een nieuw idee voor het een of andere costuum. O, meneer, ik zit hier als een vader bij z'n kinderen! Ziet u daar dat lilageelgrijze dasje met die zil veren stippen? Dat simpele dasje is als een mensch, meneer, dat dasje bezit een ziel en hersens, meneer. Buus heeft het een jaar lang gedragen en van de tiende voorstelling af wist het precies wanneer het noodig was. Het stren gelde zich vanzelf om den hals van mijn komiek! E n ziet u daar die kanarie gele broek met die paarse strepen? O, meneer, een tragedie meneer! Drie jaar heeft die broek om het corpus van Buus gezeten. Dat wil z e g g e n . . . u be grijpt . . . niet voortdurend " „Natuurlijk, natuurlijk, gaat u verder!" „En toen meneer, op een triestsom beren dag, w'erd het kanariegele ding afgedankt! Afgedankt.' Ach meneer, als u hadt gezien, hoe het hier van, smart in elkaar kromp. Het verschoot bij de minuut meneer, en één voor één stierven de paarse strepen. Nu is het
MIJNH
een zielloos ding. Een vod! (Het man netje zuchtte). Ja, ik heb hier voor onzen Buus al heel wat ge boren zien worden, maar ook heel wat zien sterven." ^ ^ ^ BDZIAU „Is het niet ontzettend moeilijk voor u, om steeds iets anders voor Buziau te bedenken ?" „Ik bedenken?? De hemel beware me! Ik bedenk allang niet meer. Is het u dan nog niet opgevallen, dat ik stapelkrankzinnig ben meneer ?" „. . i
„Volslagen gek meneer! Al zeven jaar! Maar het beteekent niets hoor. Buus bedenkt alles en ik werk het uit. Hij komt bijna iederen dag hier. Gisteren isie nog geweest. Gerrit zegtie — Gerrit, dat ben ik, weet u — Gerrit, maak me even voor mijn piano scène in „Wonder boven Wonder" een groenblauwig vest met knoopen, die als ik ja knik de zaal in springen en als ik neen knik weer terug komen. Is het geen geluk meneer, dat ik al gek ben? Ik behoef nou tenminste niet meer bang te zijn om het te w o r d e n . . . " Vindt u ook niet, lezeres, lezer, dat deze man de belang rijkste factor in de revue is? HANS NE SNA.
f: ' 'y
TTEN
Prlji 30 en 60 et. Bij Apoth. en Drogitten
14
f*
■ Lm■-'• M
* ■
F ILMSPEL
U.T HET WBBKEL[|KE
"T\* is de geschiedenis van een oten II j)f™ zekizamen diamanthijvan het >oogenbhk af, waarop in een ZuidAfrikaansche mijn werd gevon den tot en met het moment van zijn vernietiging, waarbij in groote trekken doch met scherpen blik, den noodlot tigen invloed geschetst wordt, dien hij uitoefende op eenige vrouwen, die zwak genoeg waren, om slachtoffer te worden van zijn verderfelijke bekoring Het drama bestaat uit drie deelenj waarin met uitzondering van één, steeds andere personen in optreden. In het begin van het eerste deel wor den wij verplaatst naar een diamant mijn in ZuidAfrika, waar wij zien, hoe een halfbloed negerin, Musa geheeten, ten koste van alles in het bezit wil ge raken van een grooten diamant. Zij vuurt een der vele kaffers, die naar de kostbare steenen delven, aan om er een voor haar achter te houden. De neger, die zóó op Musa verliefd is, dat hij er alles voor over heeft om h a a r begeerte te bevredigen, vindt een grooten steen, dien hij „verbergt in een diepe wond aan zijn Deen, welke hij zichzelven met zijn hakbijl opzettelijk toebrengt. Toch wordt zijn opzet ont dekt en wordt hij neergeschoten, doch de steen geraakt ten slotte toch nog in het bezit van de afschuwelijke vrouw, die er zoo naar haakte. Thans begint deze diamant, waarop van het eerste oogenblik af dus een vloek rust, zijn noodlottigen gang door de levens van velen. In het tweede deel van de film zijn wij er getuigen van, hoe een rijke ge trouwde dame er alles op zet om den diamant, die thans onder den naam van den ZuidAfrikaanschen „Shah"steen, „den fraaisten blauwen diamant ter wereld", in een der fijnste juwelierswin kels van de New Yorksche FifthAvenue in de uitstalkast prijkt, in haar bezit te krijgen. Haar man aarzelt de benoo digde twintigduizend dollar te offeren, en thans doet dit een ander, een huis .vriend, voor haar. De echtgenoot ont
LEVEM I » ,
IN DE HOOFDROLLE N : Eleanor Boardman, Conrad Nagel, Lawcrene Gray METRO GOLDWYNMAYE RFILM
CONRAD NAGEL
ELEANOR BOARDMAN
JCTEN
ftj
WERK VAN GERRI T
LARRY, TILLIE EN SPIKE
HET AVONDF EEST 15
E Ï T T E E L E N
i X J ^ ^ zijn tN dekt echter, wat ^zijn vriend^E voor vrouw gekocht heeft en ten slotte jaagt hij beiden weg. De diamant zelf evenwel geraakt wederom in handen van de slechte vrouw, die er oorspronkelijk 't meest mee te maken had, de halfbloed Musa, het dienstmeisje van het onge lukkige gezin. Zij raakt den steen weder om kwijt, en deze vervolgt zijn nood lottigen weg. In het derde deel is het Tillie, die door den steen betooverd wordt. Zij leeft in een der nachtkroegen van de New Yorksche negervoorstad Harlem en de ruwe en wreede Ier Spike is haar heer e n meester. In dezelfde in richting is ook een sigarenverkooper, een zachte en bedeesde jongen, Larry geheeten, die voor Tillie een groote reme liefde heeft opgevat. In haar hart voelt het meisje veel meer voor Larry dan voor den bruut. Zij heeft den Shah diamant gezien en vraagt Spike hem voor haar te koopen. De Ier voelt daar niets voor, doch zijn handlangers weten den steen te rooven en bieden hem Jilhe voor twee duizend dollar te koop aan. E n het meisje koopt den steen met het geld, dat Larry voor haar heeft opgespaard, opdat zij, die een zieke long heeft, in een sanatorium genezing zal kunnen zoeken. Spike ontdekt het opzet en wil Larry in zijn jaloerschheid vermoorden. Dit zou ook ongetwijfeld zijn geschied, in dien niet de politie een inval had gedaan om de roovers van den Shahdiamant te arresteeren. E en verschrikkelijk ge vecht ontstaat, waarbij Spike gedood wordt. Ook Musa verschijnt weer ten tooneele en krijgt opnieuw den steen m haar b e z i t . . . om hem wederom kwijt te raken. Ook zij wordt door een kogel getroffen en de gevloekte diamant wordt verbrijzeld onder het wiel van een zware kar. Tillie en Larry worden vereenigd en het meisje ziet thans in, dat het ware geluk niet door den schoonen schijn van schitterende steenen te verwer v e n is ••• S. B. S.
DE SPRONG OVE R DE N OCE AAN
*
O m c h a r m a n t t e zijn heeft men slechts op drie dingen te letten, zegt een Fransche dame, die in New York een ,school voor charme' heeft geopend. En deze drie dingen zijn : een zachte stem, een bescheiden ,opmaak' van het gelaat en modieuze kleeding. Ik heb nooit geweten, dat het zóó een voudig is . . . . Zou dat alles zijn, wat dè Francaise op haar school onderricht ?
Wijsheid der week. Liefde is de wijsheid van den dwaas en de dwaasheid van den wijze.
Op het oogenblik is een dame, die bij haar toilet niet een bijpassenden hond meevoert, absoluut één mode ten achter ! Daar het echter voor velen bezwaarlijk is, er evenveel honden als toiletten op na te houden, is een bekend kleedingmagazijn in Londen op de gedachte gekomen honden te verhuren. Naar ik hoorde, moet er een groote vraag zijn naar deze dieren, die keurig zijn afgericht en uitstekende manieren hebben . . . .
De huizen der
toekomst?
Een groot bouwconcern heeft zoojuist toestemming van de regeering gekregen om in Parijs, nabij de Place de 1'Etoile, een kolossalen wolkenkrabber van flatwonin gen te bouwen. Het geheel zal bestaan uit honderd luxeflats, die allemaal zóó zijn gebouwd, dat al de ramen aan de straat zijde zijn. Bovendien zullen er een groote garage, een zwembassin, vier tennisbanen en vijf restaurants in het gebouw zijn, die allen ongeveer in het midden zullen worden aangebracht, zoodat het onverschillig is, waar men in dit kolossale huis woont : op de bovenste of de onderste verdieping !
Ijsberen prefereeren warmte. Men heeft dikwijls verklaard, wanneer het ging over de wreedheid om dieren in een Dierentuin op te sluiten, dat zij daar zoo goed werden verzorgd, dat de meeste van hen blij zouden zijn, indien ze er weer in konden terugkeeren, wanneer men er eens toe overging hun de vrijheid te her geven. Het wil mij voorkomen, dat deze theorie te mooi is, om waar te kunnen zijn. De eerlijkheid gebiedt echter te erkennen, dat de ijsberen althans geen heimwee naar hun ijszeeën hebben . . . . Gedurende de laatste koudeperiode is duidelijk ge bleken, dat zij aan warm weer de voorkeur geven boven koud weer en dat, als het water hun te koud is, zij er liever uit bl'iVL'l
. . . .
Indien U meent HET BESTE gezien te hebben, dat er op filmgebied bestaat«dan heeft de
WILTON METRO GOLDWYN alttjd N O O
B E T E R E F ILMS
Een kans voor c o m p o n i s t e n ! De zingende film heeft ten gevolge gehad, dat de verkoop van populaire liedjes in Amerika hand over hand is toegenomen. Verscheidene muziekuitgevers hebben reeds contracten afgesloten met de com ponisten van „popular songs" en alleen de allerbesten onder deze laatsten hebben nog maar hun vrijheid van uitgave kunnen behouden. Talrijke .uitgeverijen' van deze liedjes zijn reeds als uit den grond verrezen !
S-J3
De nieuwe mode i n j u w e e l e n . Behalve de hond, dienen ook de juwee len in stijl met het toilet te zijn. De waar lijk modieuze vrouw draagt dan ook op het oogenblik ,halfkostbare' steenen, die bij haar kostuum passen. Bij bruin doet barnsteen het erg mooi, terwijl bij grijs lapis lazuli uitstekend staat. Een ring, broche en oorringen of bellen die bij het toilet passen, geven daar werke lijk een bekoorlijke ,finishing touch' aan !
l
Overdreven. Een .echtgenoot' beklaagde zich een dezer dagen er over, dat zooveel vrouwen tegenwoordig bij de minste, geringste aanleiding onmiddellijk een boos gezicht zetten. Wij vinden deze klacht wel wat over dreven, daar de vrouw tegenwoordig, om haar gelaatsuitdrukking te kunnen ver anderen, in ieder geval toch eerst eenigen tijd in haar taschje heeft te zoeken naar stift, donsje en wat dies meer zij . . . .
H e t nut van vliegen. Een zeer bekend archaeoloog heeft op een lezing, die hij onlangs in Londen hield, medegedeeld, dat den laatsten tijd bij opgravingen een zeer nuttig gebruik van vliegmachines werd gemaakt. E en ge traind waarnemer kan aan de formaties van den bodem vaak reeds zien of er ruïnes of andere sporen van vroegere beschaving in verborgen zijn.
D e t e r u g k e e r van de
Baret.
Na een tijdlang in ongenade bij de dames geweest te zijn, is de baret thans weer ten tooneele verschenen. Verschei dene dames, die op het oogenblik aan de Riviera vertoeven, dragen haar geregeld op de ochtendwandeling. Gewoonlijk com pleteert een sjaal in dezelfde kleuren en van dezelfde stof het toilet. Men ziet de baretten in de meest verschillende kleuren van vlekkeloos wit tot bordeauxrood toe !
Geen
wonder!
Een Japanner moet drie duizend letters van buiten geleerd hebben, wil hij met eenig gemak zijn courant kunnen lezen. Geen wonder, dat hij moeite doet, het Latijnsche alfabet in zijn land ingevoerd te krijgen. E r zou dan ook heel wat tijd en energie door gespaard worden ! Dit doet me denken aan de uitspraak van iemand, die Latijn zoo'n moeilijke taal vond, dat hij verklaarde : „Als de Romei nen evenveel tijd aan het leeren van hun taal hadden moeten besteden als wij, zouden zij nooit tijd gehad hebben om de wereld te veroveren !" Ja . . . . waarom moet een taal eigenlijk zoo moeilijk zijn ?
eeds lang voor den grooten oorlog behoorden de vliegtuig fabrieken van de firma Clayton in Illinois tot de belangrijkste ter wereld. Daniel Clayton is het type van een Amerikaansch zakenman, de rechterhand van zijn vader. Hugh (Monte Blue) daarentegen is nog een jonge wilde bras. Beiden zijn verliefd op de lieftal lige secretaresse van hun vader, Phyllis Miller (E dna Murphy), die Hugh haar liefde heeft geschonken. Hugh neemt dienst in Frankrijk, en verricht als vliegenier talrijke heldendaden. E inde lijk achterhaalt het noodlot ook hem. Door het afweergeschut getroffen, blijft Hugh slechts één weg open om zijn leven te redden — de sprong met een parachute uit het vliegtuig. E n hij waagt den sprong Korten tijd later meldt een telegram den tragischen dood van Hugh Clayton aan zijn bedroefde familieleden. De vrede wordt geteekend, het tijd perk van de Oceaanvluchten breekt aan. Ook een Claytonvliegtuig zal den „sprong over den Oceaan" wagen: dit is de wensch, die vader en zoon dag en nacht vervult. Hugh is niet dood. Hij is in een Duitsch hospitaal verpleegd, er geheel hersteld — doch zijn geheugen heeft hij verloren. Na veel ervaringen komt hij ten slotte naar de Claytonfabrieken in Illinois. Niemand herkent hem en ook hij herkent niemand. Op een vlucht, die hij met een tweeden piloot onderneemt, herkrijgt hij plotseling zijn geheugen. Niemand wil echter gelooven, dat hij Hugh Clayton is en men brengt hem naar het hospitaal ter observatie. Phyllis heeft eindelijk aan Dan (Robert Ober) haar jawoord gegeven. In Parijs zal het huwelijk gesloten worden, na een bedevaart naar Hugh's laatste bekende verblijfplaats. Daarna zal John Clayton telegrafisch order geven voor het vertrek van de vlieg machine „De Geest van Hugh", die dan den sprong over den Oceaan zal wagen. Uit het hospitaal ontvlucht, ziet Hugh onverwachts zijn kans schoon — en voor de oogen van de onthutste toe schouwers verdwijnt de „machine" in de wolken. In Le Bourget is alles in gespannen afwachting. Daar nadert een onbekend vliegtuig: het is „De Geest van Hugh", die den sprong over den Oceaan volbracht heeft — en juichend valt Hugh zijn vader, Phylli: de armen . . .
Ri
Kleuren-Portretten, die door middel van kleurgevoelige platen zijn opgenomen, schijnen meer in zwang te zullen komen dan de met de hand ge schilderde portretten ooit geweest zijn. In Parijs en Londen laten talrijke dames zich thans door de beste fotografen op deze wijze portretteeren, waarbij de bekoorlijke tinten van heur haar en ge zicht schitterend tot haar recht komen. Het spreekt echter vanzelf, dat de foto graaf op zijn terrein een kunstenaar moet zijn !
MONTE BLUE IN DE HOOFDROL
FILMA.WARNERFILM
Honden te huur.
<**.,
^
Houten schoenen voor avonddracht. In Parijs worden door de dames op het oogenblik veel houten sandalen gedragen. In de Opera zag een vriend van mij laatst op een avond niet minder dan acht dames, die aan dit laatste nieuwtje den tol had den betaald. De meer dan een centimeter dikke zool van deze sandalen is verdeeld in drie deelen, ten einde den voet vol doende gelegenheid te geven zich te buigen. In verscheidene gevallen is dit nieuwe schoeisel versierd metedelsteenen, terwijl de riemen, die zich over de voeten kruisen, van kostbaar bewerkt, gekleurd leer zijn . .
PHYLLIS EN HUGH
DE AANKOMST
GIJ HEBT SUCCES MET
EXCELSIOR-FILMS °«O05'
ZIJN PUBLIEK-FILMS
16
144 Keizersgracht, Amsterdam Telef. 45348
<
■
VOOR HET VERTREK NAAR HET F RONT
HUGH'S VERHAAL VINDT GEEN GELOOF -
17 -
■
. -
;
-
:
;
. . ;
■ ■
:
HISTORISCHE MISDADEN DE ONTHOOFDING VAN M A D A M E
4p.Lampi R.V.S.ad ftOO.-
DUBARRY
|ie Marie Jeanne gravin Du neer zij echter eenmaal goed en wel in barry was, mogen wij bij Engeland zit, geeft de wet op de uitgewe dat hij haar had hooren zeggen, dat het onze lezeressen en lezers wel kenen, die inmiddels is van kracht ge volk slechts uit misdadigers en boos als bekend veronderstellen. worden, haar nieuwe vrees: zij kan de doeners bestond . . . . Misschien was het grootste gedeelte van Ter .opfrissching' van het gedachte niet verdragen, dat men haar geheugen, hier evenwel haar eigendommen zal ontnemen en haast deze getuigenverklaringen juist ; maar zelfs al was alles juist, dan kon dit toch vooraf een paar korte bijzonderheden. zich terug naar Parijs. nooit voldoende zijn om een doodvonnis Zooals men weet, was zij van nederige Dit is haar ondergang. Haar vroegere uit te spreken ? De buste verbergen van afkomst en werd zij in 1741 geboren. Toen zij acht en twintig jaar oud was, kwam zij bediende, Zamor, dien zij niet anders dan een koning, dien men ten zeerste heeft aan het hof van Lodewijk XV, die zoozeer met weldaden heeft overladen, beschul liefgehad ; zeggen, dat men arm is terwijl onder haar invloed geraakte, dat zij zijn digt haar er van, dat zij slechts naar men rijk is ; in Londen oude vrienden onwettige vrouw werd en dit bleef, tot Engeland is geweest om contact te zoeken bezoeken en bedienden wegjagen omdat aan zijn dood in 1774. Haar titel .gravin met hen, die de revolutie vijandig gezind zij weldaden beloon en met venaad Dubarry' kreeg zij slechts door een schijn zijn, ten einde op die wijze een tegen dit alles is toch eigenlijk slechts begrijpelijk. revolutie te kunnen bewerken. Hij noemt huwelijk. Maar voor Dumas was het niet begrijpe de namen van hen, met wie zij heeft lijk . . . . In zijn rede zeide hij overtuigd omgegaan en geeft ware of onware details. Den dag na den dood van Lodewijk XV Een en ander is onder het schrikbewind te zijn, dat madame Dubarry de republiek kreeg madame Dubarry een lettre de cachet echter reeds genoeg om haar in staat van had verraden, dat zij een samenzwering had gesmeed tegen de souvereiniteit der van Lodewijk XVI , waarbij haar bevolen beschuldiging te stellen. natie, dat zij een binnen en buiten werd, zich onmiddellijk terug t e trekken Den 22en Sept. 1793 wordt zij gearres in het klooster te PontauxDames. ,.Een teerd ; den 7en December verschijnt zij landschen oorlog had voorbereid. „De mooie regeering, die begint met een lettre met den bankier Vandenyver en diens samenzweerster, die gij hier voor u ziet " de cachet !" riep zij toen verontwaardigd twee zoons voor het tribunal revolution riep hij uit, „heeft gelukkig geleefd in dit uit. Helaas voor haar en zoovele anderen naire. De beroemde advocaat Chauveau land door allerlei slechte en afkeurens zou deze regeering echter nog op heel Lagarde heeft haar verdediging op zich waardige daden, maar dat het volk vrij heid geniet, is een misdaad in haar andere en veel wreedere wijze eindigen ! genomen. FouquierTinville, een der felste oogen : het volk moet weer slaaf worden, Toen de revolutie uitbrak, leefde revolutiemannen, treedt als haar aan het moet weer kruipen voor zijn mees madame Dubarry rustig en kalm op haar klager op. Dumas was president. ters . . . . Maar . . . . wij zweren het, de kasteel te Luciennes. d a t haar eigendom Waarvan men haar precies beschul was. Nauwelijks echter waren de eerste digde ? I n de eerste plaats van zeer verraders zullen hun einde vinden. De golven van het oproer over Frankrijk verkwistend te zijn geweest. I nderdaad vrijheid zal blijven !" . . . . Om elf uur des avonds sprak het gegaan, of de woning van de gewezen was dit zoo. Madame Dubarry moest zelf favoriete van Lodewijk XV werd een toegeven, dat zij een schuld van meer dan tribunal als zijn oordeel uit, dat Jeanne verzamel en ontmoetingsplaats voor alle 2,700,000 francs had gehad. Doordat zij Vaubernier, madame Dubarry, ter dood vrienden van Lodewijk XVI en diens echter schilderijen, juweelen en andere zou worden gebiacht, evenals de bankier Vandenyver en diens beide zoons. gemalin. Talrijken nam zij in haar kasteel kostbaarheden, benevens contracten, aan Zoodra madame Dubarry dit vonnis op en verpleegde hen liefderijk . . . . Lodewijk XVI had verkocht, was zij in hoorde, dat zij stellig niet had verwacht, Alles scheen goed t e gaan en de gravin staat geweest die schuld tot op 250,000 scheen geen overlast van de revolutie te francs te verminderen. Ook dit restant uitte zij een verschrikkelijken kreet en zullen ondervinden, tot zij op een dag tot kon zij, volgens haar beweren, gemakkelijk viel flauw. Toen zij in de gevangenis weer de ontdekking kwam, dat men haar afdoen, daar haar inkomsten te Luciennes tot bewustzijn was teruggekeerd, scheen zij haar ouden moed t e hebben her juweelen, die een zeer groot bedrag ver meer bedroegen dan haar uitgaven. kregen en ze bracht dan ook een rustigen tegenwoordigden, had gestolen en dat „Wat de waarde van mijn meubelen de dieven er mee naar Londen waren is, weet ik niet," voegde zij er aan toe. nacht door. Ook den volgenden dag hield tot het oogenblik kwam, gevlucht. Madame Dubarry vertrok ,,De diamanten, die men mij heeft ont zij zich goed onmiddellijk naar Engeland waar een stolen, waren echter 1.500.000 francs even voor vieren des middags, dat zij de groot aantal leden van den Franschen waard en dat was nog slechts een gedeelte kar bestijgen moest, die haar naar de adel vertoefden, die waren uitgeweken, om van de edelsteenen, die ik heb gehad." guillotine zou brengen. Toen ontzonk haar allen moed en onderweg deed zij ze t e gaan opsporen. On verricht erzake Na dit verhoor over haar schulden werd moest zij evenwel naar Frankrijk terug een I er, een zekere Greive, gehoord. Hij niets anders dan om hulp roepen Help mij Ze gaan keeren. I n dien tusschentijd was de revo was langen tijd in dienst van madame „Help mij lutie t o t een ware bloedorgie geworden. Dubarry geweest en. beschuldigde haar er me dooden !" schreeuwde zij, terwijl zij Brissac, aan wien madame Dubarry haar van, dat zij al haar kostbaarheden had ver met angstige oogen naar de menigte keek liefde geschonken had sinds den dood van borgen, evenals debuste van Lodewijk XV. of er dan niemand was, die haar kon 'of Lodewijk XV, was gearresteerd en zou Bovendien had zij, volgens zijn beweren, wilde redden . . . . Haar drie metgezellen deden pogingen naar het gerechtshof t e Orleans worden de rechtbank bedrogen door te verklaren^ gezonden. Massaubré haastte zich naar dat haar juweelen de eenige garantie haar op t e beuren en haar moed in te Luciennes om madame Dubarry van deze waren, die zij aan haar schuldeischers kon spreken, maar zonder succes . . . . Toen gebeurtenis op de hoogte te brengen. geven, daar zij bovendien nog aan andere zij de guillotine gewaar werd, verloor zij Juist als hij op het kasteel aankomt, wordt kostbaarheden en contanten een bezit opnieuw bijna haar bewustzijn ; zij begon dit bestormd door een bloeddorstige bende, had, dat gelijk te stellen was met 12.000.000 hevig te worstelen en t e schreeuwen . . . . Toen men haar op de plank legde, hoorde die hem herkent. Voor de oogen van francs. men haar met een ontroerende stem smee madame Dubarry wordt hij op de Een andere spion, die haar naar Enge ken : „Nog één oogenblik, mijnheer de wreedste wijze vermoord . . . . Den vol land was gevolgd, verklaarde, dat zij daar beul, nog . . . !" Toen viel het mes, haar genden dag verschijnt er een andere bende op het kasteel. Men werpt een bloedend in het geheim betrekkingen had onder laatsten wensch afsnijdend . . . . hoofd voor de voeten van de gravin : het houden met een agent van het Engelsche Madame Dubarry was twee en vijftig is het hoofd van Brissac, dien men onder ministerie, dat de republiek Frankrijk jaar, toen zij haar leven liet en zij was nog vijandig gezind was, en dat zij na den steeds, ondanks haar leeftijd, buiten weg naar Orleans als een wild dier heeft dood van den koning . . . . in den rouw gewoon knap. afgemaakt. was gegaan ! En haar dood was een misdaad, be Door angst en schrik overmand, besluit Ten slotte kwam de neger' Zamor ver madame Dubarry naar Engeland de vlucht klaren, dat madame hem had weggejaagd, dreven uit naam van het Fransche volk, dat te nemen. Als voorwendsel geeft zij op, omdat hij er republikeinsche gevoelens zij, hoe men ook over haar oordeele, toch dat zij'haar juweelen op het spoor is. Wan op nahield. Een andere bediende beweerde, niet zóó veel had aangedaan, dat zij dit slechts met haar leven had kunnen boeten.
Compleet met Batterijen, Luidspreker en Lampen
M
m 93 S C H I T T E R E N D E WERKING K O R T E E N L A N G E GO L F Zelfde toestel op lichtnet, dus met r 1 CC
R A D I O VENN. SLUYTER, E D E
m
DANS-INST. v. d. ZANDEN Schiedamschesinsel 49-50 Rotterdam — Telef. 51565 PROFESSIONAL LESSEN PRIVÉ-LES CLUB-LES
m
A D V E R T E E R
—*4
IN
wrtnnenngen
aan Ambtenaren en Beambten. Geen rente, noch kosten vooruit.
Old Cottage Lavender Water
COULANTE VO O RWAARDEN CENTR. CREDIET- EN SPAARBANK TE AMSTERDAM KEIZERSGRACHT
6ro£*tmHv.*
302-304
DANSLESSEN
©ldj&vender Cottage Mater ^ mbj.
CONSTANDSE T O U S S A I N T K A D E 21
Sinds 1916 te 's-Gravenhage gevestigd
Ie kl. Inrichting
lmpoi>t«ui»S. RlC H WERNEIWICK t CS Amsterdam
Paleis v o o r Volksvlijt Tel. 3 6 3 1 7 A ' J a m IEDEREN A G E N C E
R E V
PLAATSEN V A N ORKESTEN EN ARTISTEN IN H E T B I N N E N - & B U I T E N L A N D
' NO O Q E N B L I K J E f
THE
4>
12 1 BRACKS
ü E
om kennis te nemen van het vloerwonder „Gesolan". Als U denkt, dat Uw parket of linoleum mooi en schoon is, dan zal „Gesolan" het U eens anders laten zien. Het reinigt tot in den grond en zet tegelijkertijd in de was. (Zie Spiegelflitsjes No. 266 van dit blad). Neemt een proef en U bespaart tijd, werk en geld. Stuur ons een postwissel groot f 1.95 voor e e n proefbus v a n 1 Kilo.
GIRLS X?
DAVID5-MIMIB0E5NACH-BOOD. MAGDAvDOMK-WILLY SU55AN-J VALK'NOL NABARRO-P.MUIZELAAR- tMtHl
HAP.OLD EM LOLA 'J&Tt e/t Jve&êdcupert J?rov&
N.V. HOVAN, Oed. Glashaven 27, ROTTERDAM TELEF. 12785.
8 UUR
BOUWMEESTER
K O R T E P O T E N 17, T E L . 1 6 6 3 3 . D E N H A A G M U Z I E K H A N DEL EN GROS EN DETAIL
MEVROUW
AVOND
A R T I S T I Q U E
JACQUES ELTE
A
UI
D III
Het is de verrukkelijke geur. die U het beeld van ren oud Engelse hen tuin voor den geest toovert Algemeen geliefd bij personen van goeden smaak Kisrlii van Uw winkelier uitsluitend de sierlijke ouder wetsche groene flesch. met het Grossmith's Handelsmerk. alleen dAn is U 2eker de echte Grotsmith's Old Cottage Lavender te ontvangen
Fobi«ikar»t€r>. J GROSSMITM LSOM LTD. London.
BL.AC
V O O R S C H O T T E N
aan lang vervlogen tijden worden bi) U opgewekt door het verfrisschende en welriekende parfum van het
M
DIT
T
NIET GO ED, GELD TERUG.
PRIJZEN
18 19
V A N f 0.6 O
jf(a é onet
TOT ƒ4.
^
"
T BOO
OOG
VRIJ N A A R HET ENQELSCH DOOR D'ALVAREZ De oogen der gravin
a
V a n bovengenoemd stuk v a n Albert van W a a s d i j k bracht h e t V e r ernigd Rotterdamsch-Hofstad Tooneel de première en w i j weten waarlijk niet hoe wij het moeten kwalificeeren. D e schrijver stond blijkbaar even machteloos tegenover h e t l a n g niet onverdienstelijke g e g e v e n , a l s ' de hoofdpersoon tegenover zijn droevig lot. D e inhoud: Tonio, door e e n ongeluk getroffen, ziet zich plotseling van zijn handen en daarmede v a n zijn geliefde, Gina, beroofd. Zijn aanhoudend rusteloos peinzen doet hem een stem hooren, e e n stem v a n haat, die hem macht geeft: hij w é é t de nummers w a a r o p in het lottospel de prijzen zullen vallen e n door de macht van het geld hoopt hij G i n a terug te winnen. Goedschiks lukt hem dit niet, maar als de menigte, o p g e z w e e p t door hebzucht, hem om de getallen komt vragen, eischt hij Gina op, die gebonden a a n hem wordt uitgeleverd. Een vreemd meisje v a n over de heuvels doet haar intrede. Zij komt den pastoor roepen voor een stervende en blijft. Door haar invloed wijkt de macht v a n de haat en de getallen, die Tonia zegt, blijken verkeerd. W o e d e n d g a a t de menigte, die alles verloor, haar te lijf en zou haar gedood hebben, als niet de gendarmerie w a s tusschenbeide gekomen. | Gina, die vooraan stond, w e r d het slachtoffer: zij is blind en wordt thans op haar beurt door haar nieuwen geliefde verlaten. In het ongeluk hereenigd, vinden Gina en Tonio hun geluk terug. Dit g e g e v e n is over zes tafereelen verdeeld, die, o p het eerste na, allen in hetzelfde half-gestyleerde decor spelen. E e n dialoog tusschen den pastoor en den secretaris, geloof en verstand, ligt geheel los tusschen den tekst. D e menigte handelt niet, maar praat en staat te trappelen e n zoo zijn er n o g tal van gebreken. D a a r n a a s t voeren cenige bijzonder g o e d e momenten v a n spel en regie het stuk weer op e e n hoog plan, waartoe ook de goede ruimteverdeeling der spelers in het decor bijdraagt. Alles tezamen veel schoons en veel z w a k s in verwerking v a n het gegeven, in regie en spel. Is het een wonder, dat wij g e e n kwalificatie A.H. tuunen geve
20
HOKUS -
PQKUA
A Tan dit werkelijk vermakelijke blijspel, waarvan de geestelijke vader Curt Goetz is, en waaraan een satirieke scherpte niet te ontzeggen valt, werd door „Het Rotterd. Hofstad Tooneel" in den Grooten Schouwburg te Rotterdam een uitstekend ontvangen première gegeven. We zullen niet trachten, hier den inhoud weer te geven: het is en blijft „Hokus-pokus", d.w.z. het is een stuk vol onverwachte wendingen, geestige zetten, verrassende vondsten, speelsch vernuft en talrijke geheimzinnigheden . . . maar over wat gedaan en gezegd wordt, moet men niet te veel nadenken, evenmin trouwens als over „echte" hokus-pokus. Intusschen: men wordt den ganschen avond .geboeid en prettig beziggehouden en wat zou men méér kunnen verlangen? Met het bovenstaande bedoelen we niet te zeggen, dat er van dit stuk niet iets in de gedachten blijft hangen. Want dit is wel degelijk het geval! Er worden talrijke „opmerkingen" in gedebiteerd, die, ook al zijn ze vaak overdreven, toch een grond van waarheid hebben. En deze „grond" blijft ons stellig bij! Louis Gimber'g in de rol van een vreemdeling was verrassend-goed; Fie Carelsen had zich haar — lang niet gemakkelijke — rol uitstekend ingeleefd, terwijl Gilhuys, Ferd. Stemeberg, Liesting, Balledux en Dommelshuyzen eveneens met eere dienen te worden vermeld. De uitstekende regie was van Schwab, die bovendien nog zeer goed twee rollen vertolkte.
lovanni!" „Signorel" De kleine kellner haastte zich naar het tafeltje in den hoek, van waar men eren schitterend gezicht op het kleine haventje van Porto Carino had, dat zich baadde in den gloed der ondergaande voorjaarszon. „Hoeveel jaar is het geleden, dat ik voor het eerst in de Albergo del Sole kwam?" Giovanni streek met zijn potlood langs zijn kin. „Dat moet ongeveer vijf jaar geleden zijn, Signorel" „Vijf j a a r . . . en altijd in het voorjaar . . . en tóch heb ik het hotel nooit zoo leeg gezien als nu. E n de anderei hotels . . . ?" „Vol, mijnheer, heelemaal volt" Henderson stak een sigaar op en leunde achterover in zijn stoel. „Hoe zou dat komen, Giovanni ? Dit hotel is altijd vol gasten geweest I De keuken is nog steeds schitterend en de wijnen boven eiken lof verheven. Ook de ligging is magnifiek- Vind je het zelf niet zonderling, dat er zoo weinig gasten zijn ?" De kellner schudde treurig zijn hoofd en vouwde zijn handen samen onder zijn servet. „Daar moet toch een reden voor zijn ?" hield Henderson vol. „Weet jij die niet ?" „Het is altijd dezelfde geschiedenis," zei Giovanni zachtjes. „Ze komen, ze blijven één nacht en vertrekken den volgenden dag weer. Als dat zoo voortgaat, signore, zal ik wel moeten volgen en óók moeten weggaan. Natuurlijk blijf ik liever, maar u begrijpt, zaken zijn zaken1" Henderson haalde ongeduldig zijn schouders op. „Ja, natuurlijk 1 Dat begrijp ik allemaal wel, maar er moet toch een reden zijn!" De kellner keek om zich heen en legde toen zijn vinger op zijn lippen. Henderson keek naar de deur. Hij was lang en mager, met blond haar, dat bij de slapen reeds begon te grijzen. Zoo op het oog kon hij ongeveer vijf en dertig jaar zijn geweest. Hij was clean-shaven en zijn niet onknap gezicht droeg onmiskenbaar de sporen van een lang verblijf in de tropen. Toen de eenige andere gast van ' de Albergo del Sole, een dame, kalm de eetzaal binnen kwam, blies hij een denkbeeldig stofje van zijn onberispelijke smoking. Vragend trok hij zijn wenkbrauwen op, toen hij opnieuw den kellner aankeek.
van het portret waren stellig de oogen maar er gloeide een zonderling licht in
gen naar het tafeltje, waaraan de dame had plaatsgenomen. Toen Henderson hem onopgemerkt met zijn oogen volgde, zag hij, dat de vrije hand van den kellner was gesloten met uitzondering van den wijsvinger en de pink, die in de richting van de dame, die hij ging bedienen, naar voren staken als twee horens. Nauwelijks begrijpend, wat hij ging doen, wreef Henderson vergenoegd zijn handen als een uitgehongerde reiziger, die zich opeens tegenover een goed maal bevindt. E e n zonderlinge opwelling maakte zich van hem meester. „Dat ruikt naar avontuur," zei hij bij zichzelf, „en avontuur beteekent leven voor mijl" Hij deed heel lang over zijn koffie en likeur, en onderwierp ondertusschen de dame, die aan het tafeltje zat, aan een nauwkeurig oogen-onderzoek. Zij was niet groot; heur haar was zwart als de veeren van een raaf en hoewel zij half van hem afgewend zat, kon Tot zijn groote verbazing was de an- hij toch na eenige oogenblikken vaststelders zoo onverstoorbare Giovanni zoo len, dat zij zeer mooi was en een beschaafden indruk maakte. Zij droeg een bleek als een doek geworden en vertrok zijn gezicht zich als in hevige pijn. zwart avondtoilet; een Venetiaansche sjaal, die rijk met bloemen was geborHenderson greep hem bij zijn arm duurd, hing achteloos over d e leuning en hield hem een nog onaangeroerd van haar stoel, zoodat de lange franje glaasje likeur voor. „Hier, drink dat uit, kerel," zei hij. juist den grond raakte. Ze at heel lang„Je hebt, geloof ik, wel iets opwekkends zaam, scheen geen aandacht aan de aanwezigheid van Henderson te schennoodigl" ken en wenkte Giovanni, wanneer zij Met een welsprekend gebaar van zijn hem noodig had, slechts met een lichte blanke hand weerde Giovanni het glaasje echter af. Hij wist zich tenslotte handbeweging. Het was duidelijk, dat de kleine kellte beheerschen en zei: ner zich niets op zijn gemak voelde. Zijn „Als ik u moest vertellen, wat ik waren zenuwachtig en weet, mijnheer, dan zoudt u mij zeker bewegingen schichtig, zoodra hij in de nabijheid uitlachen." Hij praatte zoo zachtjes, dat Henderson hem bijna niet kon verstaan, van haar tafeltje kwam. Hij deed als hoewel hij toch dicht bij hem zat. „Zij een leek, die met vergif omgaat. Niet één keer gedurende het diner raakte hij is de oorzaak van alles. Ik kan me niet ook zelfs maar haar sjaal aan. zoo goed uitdrukken, maar misschien, Door een onhandige beweging van dat ü het morgen begrijpen zult. E n Giovanni viel haar glas met witten wijn dan . . . zult u ook wel weggaan, evenals alle anderen." Hij hief zijn hand op en om op het tafelkleed. Zij keek Giovanni aan, die toevallig ook naar haar keek, keek eenige oogenblikken strak naar het plafond. Direct daarop nam hij het menu zoodat hun blikken elkaar ontmoetten. en ging zonder meer een woord te zeg- Wat er toen gebeurde was zoo verbazingwekkend, dat Henderson zonder er bij te denken van zijn stoel opstond en onafgebroken naar de dame en den kellner staarde." Toen de blikken van de dame en den kellner elkaar over het tafeltje heen ontmoet hadden, liep Giovanni met gebalde vuisten, zoo bleek als een doode en terwijl het zweet op zijn voorhoofd parelde, achteruit naar den muur alsof hij een vreeselijke verschijning had waargenomen. Hij leek wel een konijn, dat DE BOOZE BLIK OF MALOCCHIO. In verschillende landen en onder verschillende volkeren is van de vroegste tijden af het bijgeloof verbreid, dat sommige menschen de macht bezitten oip door hun boozen blik anderen ongeluk aan te brengen, ja hen zelfs in den dood te zenden. Vooral bij de Italianen was, en is ook thans nog, dit bijgeloof zeer algemeen. Zij noemen dat „booze oog", „Malocchio" of „gettatore", terwijl de betoovering zelf „gettatura" wordt genoemd. Lieden, die met het „booze oog" zijn behept, brengen hun medemenschen, wanneer zij er ermede in aanraking komen, niets dan ongeluk aan en het eenige afweringsmiddel is wijsvinger en pink van de hand zóó vooruit te steken, dat zijden vorm van horens krijgen. Hierdoor wordt, gelooft men, de bezwering verbroken. Van een zeer bekend staatsman, nl. ministerpresident Cioletti (19031907) geloofde men eveneens, dat hij de macht van het malocchio bezat. Van de ministeries, die zijn naam dragen, stierven verscheidene ministers, terwi/l in nog geen jaar tijd veertien senatoren en zes afgevaardigden eveneens het tijdelijke zegenden.... Van dit alles kreeg zijn „malocchio" de schuld.
BEZOEKT H E T
Er &§¥&-
TE D E N HAAG
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60ct Laxeer-Tablette n... 60ct Zenuw-Tabletten. 75ct Staal-Tabletten..90 ct Maag-Tabletten 75ct
Wien - Diploma - Berlin
GEVEN
doet 8
^- als flU o n s
een
n i e u w e n a b o n n é geeft.
NEMEN
doet
8Uals9Uonsfraaiboek
w e r k in o n t v a n g s t n e e m t .
Bij Apoth. en Drogisten -
21 -
E
MAISON ™ | CAR HEGELEl MESKAPSALON
J
Utrefhtschestr. 41, Amsterdam Telefoon 31941
opeens een python ziet. Plotseling stak hij zijn twee vingers weer als een paar horens voor zich u i t . . . De dame week ontzet achteruit, het servet in haar handen tot een prop ineenwringend. Ze liet het op den grond, vallen, stond waardig als een koningin op, nam haar sjaal en wierp een laatsten, verachtelijken blik op den bevenden kellner. „O!" riep zij verontwaardigd, „dat is werkelijk vreeselijkl" Ze liep de eetzaal uit, de hall in en Henderson kreeg een glimp te zien van een Venetiaansche sjaal met lange franje, die de trap op zweefde. De kellner zonk in een stoel en wuifde zichzelf wat verademing toe met de wijnkaart. „Madonna!" mompelde hij in zichzelf. „Dat zooiets mij moest gebeuren! Mij, Giovanni Monose, na al die j a r e n . . . " Hij sloeg zijn handen voor zijn gezicht als wilde hij een afschuwelijk visioen verdrijven. „Die oogenl Zag u die oogen, signore, toen ze naar mij keek? Ik zag de vlammen van de hel!" Henderson haalde zijn schouders op en ging naar het kleine balcon, dat uitzicht gaf op de kleine baai, waarop de maan h a a r zilveren licht goot. De sterren zagen van uit een donkerblauwen koepel vriendelijk op hem neer. Van uit zee kwam een koele bries. Langs de baai lagen een aantal kleine visschershutjes en aan zijn rechterhand stond de vuurtoren, die met geregelde tusschenpoozen 2ijn breede banen licht over het watervlak wierp. Achter de visschershutjes verhieven zich de bergen, die met reeds groenende bosschen waren begroeid, waartusschen de in vroolijke kleuren geschilderde villa's als zonderlinge bloemen afstaken. Terwijl Henderson zijn blikken over dit ontegenzeglijk mooie schouwspel liet dwalen en hij onder de bekoring kwam van den verrukkelijken voorjaarsavond, zag hij beneden zich de donkere silhouet van een vrouw, die zich den weg afhaastte, die naar zee leidde. Bij een kromming van den weg bleef zij even staan en strekte een arm in de richting van het hotel uit. Bijna tegelijkertijd hoorde Henderson het woord „Addiof", dat de avondwind naar hem
toedroeg. E r was iets in den toon van deze stem, waardoor Henderson een zonderlinge emotie kreeg. Impulsief verhet hij het balcon en ging naar buiten. Hy keek naar de verlichte ramen van het hotel, stak zijn handen in zijn zakken en sloeg de richting in, die de dame had genomen. Het plein was verlaten. Porto Carino sliep. Slechts hier en daar kwam uit een herberg aan den zeekant het getokkel van een mandoline, waar tusschendoor af en toe een vroolijk gelach klonk. In het haventje lagen verschillende schepen voor anker: visschersbooten, pleziervaartuigjes en fraaie jachten. Het leek wel een studie in zwart en zilver — een sprookjesachtig beeld van diepe, zwarte schaduwen en hei-verlichte vormen. Eén voor één gingen de lichtjes in de visschershutten u i t . . . Toen Henderson eenigen tijd had geloopen, trapte hij plotseling op iets zachts: haar sjaal! Sinds eenige minuten had hij de dame, die hij volgde, uit het gezicht verloren. Even bleef hij nu stilstaan en keek angstig om zich heen. E r was niemand te zien. Plotseling hoorde hij een steen rollen. Hij keek o p . . . Staande op het vooruitstekende gedeelte van een rots, die gevaarlijk ver over zee hing, zag hij de donkere gestalte van een dame, die zich snel heen en weer bewoog. Zonder verder na te denken, rende hij naar boven en toen hij haar bijna was genaderd, zag hij, hoe zij haar handen hopeloos boven haar hoofd sloeg. Hij kwam nog maar net op tijd om haar te grijpen en te voorkomen, dat zij zich voorover in zee stortte Als een kind droeg hij haar in zijn armen naar een dicht mef'gras bocrroeide
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM BRENGT STEEDS DE BESTE P R O G R A M M A ' S \
plek en legde haar voorzichtig neer. Zij bleef stil liggen en snikte zachtjes. Hij ging naast haar zitten en wachtte kalm af tot zij wat zeggen zou. Minuten gingen voorbij', minuten, die Henderson een eeuwigheid leken, eer zij begon te spreken. „O, waarom hebt u dit g e d a a n ? " vroeg zij nog steeds snikkend. Henderson keek haar kalm aan. „Waarom deed u het ?" vroeg hij, niet op haar vraag ingaand. „Omdat ik heelemaal alleen op de wereld sta, omdat mijn kinderen dood zijn en mijn man mij verlaten heeft! Omdat zelfs de bedienden door een panischen schrik worden aangegrepen als ze mij zien en omdat de boeren een kruis maken als ze mij passeeren! Is dit allemaal soms niet genoeg?" Henderson schoof wat naar haar toe. Het was hem, alsof hij voor de poorten van een groot geheim stond „En daarom zei u „Addiof" ?" vroeg hij. „Ik moest het wel zeggen. Voor alles ter wereld wilde ik nu wel, dat ik het niet gezegd had, dat ik sterk genoeg was geweest om te kunnen zwijgen. Ik zag u daar staan rooken, en u was het symbool voor mij van een wereld van volkomen tevredenheid, van mijn w e r e l d . . . zooals ze had kunnen zijn. Het was tot deze verpersoonlijking van een gelukkig bestaan, dat ik „Addio" zeggen moest!" Henderson legde een hand op haar arm. „Wie is u ? " vroeg hij zachtjes. Haar donkere oogen keken hem aan. Hij zocht naar de vlammen van de hel, die Giovanni had gezien, maar hij kon ze niet vinden. „Ik ben Contessa Anita Morelli," antwoordde zij. „ E n u, wie is u ?"
JUBILEUM HET RESIDENTIE-ORKEST Ter herdenking van het 25-jarig bestaan van het Residentie-Orkest zal op 12 April een gala-concert worden gegeven
EEN SCÈNE UtT „KONING DER KONINGEN", WELKE FILM IN DEZEN PAASCHTIJD WEL OP HAAR PLAATS IS 22
„Mijn naam is Henderson, Godfrey Henderson. Ik zag u vanavond voor het eerst — bij het diner. Ik volgde u uit het hotel. E r is iets, wat ik u wilde vragen!" „En dat is . . . ?" „Waarom is Giovanni, de kellner, bang voor u ? Waarom geeft men u de schuld, dat de Albergo del Sole zoo weinig gasten heeft ?" Ze boog zich naar hem over, zoodat haar gelaat bijna het zijne raakte. De geur van een welriekend parfum steeg naar hem op. „Kijk in mijn oogen," zei ze op een toon, waardoor haar woorden als een bevel klonken. „Zeg me, wat u ziet!" Hij gehoorzaamde. „Ik zie niets," ' antwoordde hij na een oogenblik. „Alleen de schoonheid, die mij tegen straalt, is buitengewoon. Anders zie ik echter niets!" Ze slaakte een zucht van verlichting. „U weet het zeker? Kijk nóg eens!" „Ik ben er hèèl zeker van. E r is niets abnormaals te zien!" Ze nam de sigaret aan, die hij haar presenteerde. Onderwijl rilde ze, en hij legde daarom de Venetiaansche sjaal om haar schouders. „Het is bijna wreed van u," zei ze toen opeens. „U geeft mij een valsch gevoel, van zekerheid. Ze hebben het allemaal gezien, behalve u. U liegt toch niet tegen mij ?" Henderson schudde zijn hoofd. „Wat zou ik dan hebben moeten zien ?" vroeg hij. „Het booze oog!" Het antwoord kwam plotseling, als een schot uit een revolver. Hij sprong overeind. „ H è ? . . . wat?" „De malocchio, gettatora, of hoe u het noemen wilt! E r zijn veel namen voor, maar het gevolg is steeds hetzelfde. Het brengt ongeluk aan!" Henderson sloeg zijn arm om haar middel en trok haar naar zich toe. „Anita", zei hij toen, gevolg gevend aan een plotselinge opwelling, „een half uur geleden wenschte je te sterven, omdat je geen vrienden hadt. Nu, en voor de toekomst, ben ik je vriend." Hij dwong haar, hem aan te zien. „Je moet volledig vertrouwen in mij hebben," zei hij bevelend, „en je moet mij gehoorzamen. Die onzin van het booze oog is een obsessie, een ziekelijk verschijnsel van den geest, lederen avond van je leven moet je jezelf voorhouden, dat het booze oog niet bestaat. Luister j e ? " Ze keek voor zich. „Ik zal het probeeren, Godfrey," zei ze. Ze rookten een oogenblik zwijgend. „We moeten nu weer terug naar het hotel," zei hij. „Het "wordt te koud voor je!" Ze raakte zijn hand aan. „Zou je je niet liever terugtrekken, voordat het te laat is ?" vroeg zij. „Je heele leven zal je dit avontuur stellig betreuren, dat weet ik! De hemel weet, hoezeer ik naar een vriend heb verlangd, maar ik zou liever sterven, dan je met mij meesleuren in het ongeluk, want ik zou het mij nooit vergeven, indien ik de oorzaak ervan was als jou iets ernstigs overkwam." Als eenig antwoord nam hij haar
HET MEEST NOODIGE. Bezoekster: „Als ik thuis ben, zal ik je een pudding sturen. Welke soort vind je het lekkerst?" Gevangene: „Alle soorten als er maar een vijl i n Zit."
(London Opinion.)
HET GEVAAR DEK VARIATIE „Verdik me, vrouw, waarom zet je de stoelen toch telkens op een andere plaats?" ijadgt.)
OP VOORSCHOT. Moeder: „Heb je baby zijn drankje gegeven, terwijl ik weg was?" Keesje: „Zeker. Ik ben al zes uur vooruit...."
Baas: „Zeg Janus, als je dansen wilt, doe het dan In je vrijen tijd."
-
23 -
in zijn armen en kuste haar lippen. De kleur kwam weer terug op haar wangen en een glimlachje speelde om haar mondhoeken. Hij boog zich voorover om opnieuw een kus op haar mond te drukken, toen er iets langs zijn gelaat zoemde, zóó dicht, dat hij er den winddruk van voelde toen het voorbij hem ging . . . De maan, die achter een wolk was verborgen geweest, stond nu weer onbedekt aan den hemel en baadde de omgeving in een vloed van zilver licht. Haar stralen vielen op een lang, dun mes, waarvan het staal een paar centimeter diep in den zachten grond naast Henderson was gedrongen. Hij zag een hand als een klauw, die het wapen weggritste. Henderson sprong op en rende de struiken in, maar hij zag niets of niemand m e e r . . . . Ze verheten deze gevaarlijke plaats en keerden snel terug naar het hotel. Toen zij ongeveer een honderd meter hadden geloopen, stond er een groote, zwaargebouwde man uit de struiken, waar hij zich verborgen had gehouden, op en keek hen met over de borst gekruiste armen na . . . Godfrey Henderson sloot de deur van zijn kamer toen hij naar bed ging zorgvuldig en liet den sleutel in het slot zitten. En hoewel hij naar frissche lucht als het ware snakte, deed hij toch de ramen dicht. Langzaam en nadenkend kleedde hij zich toen uit. Terwijl hij zijn smoking in de kleerenkast hing, haalde hij uit ' een der zakken een revolver en legde ze onder zijn hoofdkussen, want hij begreep, dat hij thans temidden van het avontuur zat, waarnaar hij had verlangd, en dat hij op zijn hoede diende te zijn. Toen hij zich omkeerde en zachtjes een populair wijsje floot, bleef hij plotseling staan. Hij meende duidelijk twee zwarte oogen te zien, die hem vanuit den spiegel aankeken en .. -. waarin een zonderlinge gloed glansde. Verachtelijk haalde hij zijn schouders op en liep naar de toilettafel om zijn das en boord af te doen. Dezelfde oogen, nu gehuld in een geheimzinnig somber waas, keken hem nu ook van uit den spiegel boven de tafel aan. Hij uitte een vloek en hing een handdoek over den spiegel. Toen hij naar zijn bed ging, keek hij, gehoorzamend aan een plotselinge opwelling, naarden versten hoek van de kamer bij de deur. Nu waren de oogen daar, en weer staarden ze hem aan . . . „Onzin!" mompelde hij. „Misschien heb ik wat te veel wijn gedronken . . . " Hij draaide het licht uit en ging in zijn bed. Terwijl hij zijn oogen gesloten hield, zag hij echter nog steeds de booze oogen van Anita voor zich . . . Inwendig moest hij lachen . . . De atmosfeer in de kamer leek bijna ondraaglijk en hij meende vaag den geur gewaar te worden van het parfum, dat hij ook had geroken, toen Anita zich zoo dicht naar hem had overgebogen. Een uur lang had hij reeds in zijn bed gelegen, zonder dat hij den slaap had kunnen vatten. Eindelijk het wentelen en draaien van de eene zij op de andere moede, nam hij een boek, dat naast hem op het tafeltje lag. Hij las
een paar pagina's en sloeg het toen met een klap dicht. De letters dansten voor zijn oogen en hij was niet bij machte, den zin van wat hij las, te verstaan . . . Hij sprong zijn bed uit en begon dei kamer op en neer te loopen als een leeuw in zijn k o o i . . . Toen ging hij naar zijn koffer, haalde er een flesch uit en nam een fikschen teug. Daarna wierp hij zich weer op bed. Hij moest hebben geslapen, want juist toen het eerste ochtendgloren door den kier van de gesloten gordijnen kwam, ontwaakte hij, gewekt door een zacht tikje tegen de ruiten. Hij ging overeind zitten en wreef zijn oogen uit. Toen hoorde hij weer een zacht tikje. In een oogwenk stond hij naast zijn bed, tastte naar zijn pantoffels en wilde naar het raam gaan. Hij bleef echter opeens staan. „Neen, mijn waardel" zei hij toen. „Neen, ik heb zulke trucs al eens meer meegemaakt! Als ik naar het raam kom, is het een kleine moeite voor jou om te schieten . . . " Hij ging weer terug en kroop opnieuw in zijn bed, trok de dekens ver over zich heen en viel in een diepen slaap. Het kamermeisje, dat hem zijn ont bijt wilde brengen, had reeds drie keer geklopt, eer Henderson er iets van be merkte. „Binnen," riep hij, maar op hetzelfde oogenblik herinnerde hij zich, dat hij den vorigen avond de deur had ge sloten. Hij schoot zijn kamerjapon aan en draaide den sleutel om. „Heeft signore goed geslapen ?" vroeg Maria, een zwartoogig meisje met wangen als appelen, terwijl zij het blad met het ontbijt bij zijn bed zette. „Hè ? — O ja, dat gaat w e l . . . of eigenlijk, neen, ik heb heel slecht ge slapen? Hèèl slecht, Maria I" „Dat spijt me, signor Henderson. Het leven was in den anderen vleugel van het hotel. We hoopten, dat u er geen hin der van hadt ondervonden." „Leven? Is er dan leven geweest? Ga eens zitten, Maria, en vertel me wat er gebeurd is." Hij nam het servet van den kop af en vulde hem met melk en koffie. Maria, die bij Henderson eenschreefje voor had, omdat zij steeds zoo goed voor hem zorgde, zette zich aan het voeteneinde. „Het was die verschrikkelijke vrouw, moet u weten! Ze kwamen haar om ongeveer vijf uur halen. Ze wilde haar deur niet open doen, daarom hebben ze die opengebroken. De directeur is woedend. Natuurlijk zullen ze de schade wel betalen, maar de deur is toch leelijk beschadigd en het k geen reclame voor het hotel. Het is nu allemaal achter den rug, gelukkig, en misschien blijven de gasten nu wel als ze komen. Twee families zijn er al gekomen. Nu zij
weg is, signore, moet het geluk hier wel terugkomen!" Henderson, die terwijl Maria vertelde, een broodje had gesmeerd, keek ver rast op. „ W a t . . . wie is er weg ?" „Dat heb ik u toch gezégd, signore," zei Maria met een tikje verwijt in haar stem. „Contessa Morelli, de vrouw met den boozen blik, is vanmorgen door haar man weggehaald. Het is een verschrikkelijke man met groote zakken onder zijn oogen en een geel gezicht, net als de duivel!" „Weg! De Contessa Anita weg!" Henderson keek nadenkend voor zic*h uit, trachtend het gebeurde van den afgeloo pen nacht in verband te brengen met wat er den vorigen avond was voorge vallen. Opeens ontwaakte hij uit zijn gepeins. „Dank je wel, Maria," zei hij. „Neen, ik heb het leven niet gehoord, maar ik heb tóch slecht geslapen." Het meisje stond op. „Maar mijnheer Henderson," riep zij
♦
DE
WISSELBEKE R
a a n g e b o d e n door -Het Weekblad Cinema en Theater v o o r het Nationaal D a n s c o n c o u r s , welke op den eindwedstrijd, die Zondag 14 April a.s. in d e zalen van Bellevue t e Amsterdam zal worden g e h o u d e n , wordt t o e g e k e n d . De fraaie beker is geleverd door de firma J. van W i l l e g e n & Zoon, juweliers. Piet Heinstraat, hoek Zoutmanstraat, Den Haag, Telefoon 35250. Plaatselijke wedstrijden, d i e n o g worden g e houden : W o e n s d a g 3 April, Rotterdam, onder leiding van d e n heer v. d. Zanden, S c h i e d a m s c h e s i n g e l 4950, T e l . 51565 in de Pschor Dancing, Coolsingel. D i n s d a g 9 April, Haarlem, onder leiding van den h e e r H. Kwekkeboom, Gierstr. 6, Tel. 13525 in de g r o o t e zaal der H.K.B. Tempelierstraat. D o n d e r d a g 11 April, Den Haag-, onder leiding wan den heer J. Constandse, Toussaintkade 21, Telefoon 34899. Op 14 April: F inale in Bellevue, Amsterdam, onder leiding van den heer C. Klinkert te A'dam. Voor d e z e finale hebben abonnees op Het Weekblad gratis t o e g a n g . Men vrage tijdig om e e n kaart aan de Administratie van Het W e e k b l a d , Galgewater 22, Leiden.
uit, naar de ramen wijzend, „ik heb nog nooit gezien, dat u uw ramen sloot!" Ze bracht haar vinger naar haar neus en zei grappig: „Te veel wijn gedronken, signore!" Ze zette de ramen open en trok de gordijnen weg. De morgenzon zond nu een breeden bundel gulden stralen in het vertrek en Henderson haalde diep adem. Maria keerde zich naar hem toe. „Hebt u iets op het kozijn laten lig gen, signore ?" vroeg zij. „Neen, niets. W a a r o m ? " „Ik dacht, dat ik iets hoorde vallen, toen ik het raam openzette I" Ze keek naar buiten. „Ja, daar ligt een klein, wit pakje op den grond. Ik zal het even voor u halenI" Een paar minuten later kwam zij zijn kamer weer binnen en overhandigde hem het pakje. Henderson sneed met een mes het touwtje door, keek naar den inhoud en zei toen tegen Maria: „Het is goed, Ma ria. Het is tóch van mij!" Het meisje verliet langzaam de kamer, een beetje gepikeerd misschien, omdat ze o zoo graag eens had gezien wat er in het pakje zat, al was het maar als belooning voor haar moeite, dat zij het boven had gebracht. Opeens herinnerde Henderson zich nu het zachte tikken tegen het raam en hij wilde nu wel, dat hij was opgestaan en het raam had geopend. Want uit het pakje had hij een prachtig miniatuur gehaald, een miniatuur van Anita, ge encadreerd in een gouden lijst. Het por tretje leek uitstekend en was klaarblij kelijk het meesterwerk van een begena digd kunstenaar. Toen hij het weer be keek, fronste hij even zijn voorhoofd. De oogen van het portret waren stellig de oogen van de gravin, maar er gloeide een zonderling licht in, het licht, dat hij ook had gezien in de oogen, die hem den vorigen avond op zijn kamer telkens hadden aangestaard. Toen hij zich naar beneden wilde be geven en het portaal overstak, liep hij bijna tegen een meisje op, dat genaast uit een der kamers kwam. Hij wendde zich half om teneinde zijn verontschul digingen aan te bieden. Toen stak hij alle twee zijn handen uit als een harte lijk welkom. „Madeleine! In geen jaren heb ik je gezien!" „Godfrey! Ben jij't werkelijk? Ik zag je naam in het vreemdelingenboek, toen ik mij inschreef. We komen van Ra pallo, moeder en ik, omdat we wat meer rust wilden hebben. Ik ben blij, dat je hier bent!" Lees in het volgend no. de ontknooping van dit boeiend verhaal
EAU DE COLOGNE
ANCELO .
Cut der oudtée ett bede meden TacAc, verfri&c/iend, duurzaam OVERAL
... neemt ze van
M A D IE F A R I N A
VERKRUC6AAR
KIJK EREI S OP DE VOLGENDE PAGI NA. DAAR STAAN M'N GROOTE NEVEN.
24
RINGERS
HONDENïOiSSEN e Terriers gelijken veel op de Pinschers, doch zij zijn tegenwoor dig zoo zeer in alle richtingen geteeld en gekruist, dat in vele Terriers geen sprake meer is van de oorspron kelijke kenmerken van den „Canis ter rarius". Deze was een laag op de pooten staande hond, die veel gebruikt werd bij het opdelven van dassen, vossen en ander gedierte. Thans zien wij, en wel voornamelijk in GrootBrittannië en Ier land, tal van vormen als gladharige, ruigharige, langharige, met opstaande ooren of met naar voren hangende ooren, met een vierkanten lichaams bouw, gelijk de echte Foxterrier dien heeft, of met een lang uitgerekt lichaam en laag op de pooten staande lals de Skye Terriers. Van oorsprong is de Terrier feitelijk een jachthond, doch hij wordt tegenwoordig bijna uitsluitend als huishond gebruikt en wandelt par mantig met de dochter des huizes op boulevard en strand. De algemeenste vorm is de Fox terrier, die in het bijzonder in E ngeland favoriet is. Zijn karakteristiek luidt, be kort,"TLt5"~Volgt: een vroolijke, levens lustige en bedrijvige hond met sterk beendergestel en kracht in het betrek kelijk kleine lichaam, zonder grof of lomp te zijn, daar hij snel moet zijn en uithoudingsvermogen moet hebben. Voor de symmetrie kan de E ngelsche Foxhond dienen. De Foxterrier moet, evenals de Drijfhond, niet, hoogpootig zijn en evenmin korte pooten hebben. Hij moet staan gelijk een schoon ge vormd jachtpaard, veel grond bedek kende, met korten Tug; hij zal dan den hoogsten graad van voortstuwende kracht hebben tegelijk met de grootste lengte van stappen, die in overeenstem ming met de lengte van het lichaam gemaakt kunnen worden. Kop l a n g ; ooren klein èn Vvormig, van middel matige dikte; zij vallen voorwaarts naar beneden 'tegen de wangen, niet op zijde afhangend evenals de ooren van den Foxhound. Neus vrij puntig uitloopend en steeds zwart. Oogen donker van kleur, klein, vrij diep ingezet, vol vuur, leven en vernuft en zoo rond mogelijk van vorm; oogleden zwart. Nek, schouders en pooten gespierd, kort, recht. Staart vrij hoog aangezet, altijd ingekort, vroolijk gedragen, doch niet over den rug gekruld; lang behaard. Haar recht, vlak, kort, hard, dicht en overvloedig; de buik en de binnenkant der beenen mogen niet kaal zijn. Kleur in hoofdzaak wit, doch vaak met andere kleuren geteekend; roode, gestroomde of leverkleurige afteekening is verwer pelijk. Schouderhoogte 35—40 c.M. De ruige of stekelharige Foxterrier is tegenwoordig meer in tel evenals zijn broertje, de Airedaleterrier, die een sterk gebouwde hond is, even hoog als lang en de grootste van alle Ter riers. Schouderhoogte 50—60 c.M. Nog andere vormen, rassen, zijn de Iersche Terrier met een schouderhoogte van 35—45 C M. en met hard, ruw en dicht geplant haar, helder rood, rood, stroo
DOOR
R. VAN EECKE
FOXTERRIER
SKYE TERRIER, MET HANGENDE OOREN
SCHOTSCHE TERRIER
AIREDALE TERRIER
RUIGHARIGE TERRI ER DONNI NGTON FLI RT
-
25
-
geel en roodgeel met wat wit op borst en voorpooten; de Welsh Terrier, dien men bij ons weinig ziet en de Schotsche Terrier, die meer burgerrecht verkregen heeft. Wanneer men den Schotsenen Terrier kent, is het wel een grappig dier. Oudere dames schijnen zich tot deze dieren aangetrokken te gevoelen. De karakteristiek van den Schotschen Terrier luidt ongeveer aldus: kop naar boven gedragen met een scherpe, hel dere uitdrukking. De hond lijkt door zijn kort haar hooger op de pooten dan hij in werkelijkheid is, doch hij is eveneens ineengedrongen en heeft veel spierkracht in de achterhand. Kop tamelijk lang; snuit zeer krachtig en gaandeweg naar den neus spitser wor dend; oogen ver van elkander geplaatst, donker hazelnootkleurig, klein, door dringend, zeer helder en eenigszins diep liggend. Neus volkomen zwart, van een goede grootte en wat vooruitstekend. Lichaam tamelijk kort, doch schijnbaar lang, doordat de pooten kort zijn; rug recht en de buik iets opgetrokken. Staart nooit afgekapt, 18 c.M. lang, naar achteren gedragen met eene lichte kromming. Haar nogal kort, onceveer 5 c.M. lang, zeer hard en stekelig in het gevoel en zeer dicht begroeid over het geheele lichaam. Deze rassen wor den dan ook van tijd tot tijd, niet te dikwijls, geplukt. Echte modehonden zijn de volgende rassen, die men in Nederland zelden of nooit ziet, doch die op de honden tentoonstellingen in E ngeland steeds aanwezig zijn. De Skye Terrier met zijn korte pooten en bijzonder lange hangende haren, «met liggende of op staande ooren. Het toppunt van haar groei bereikt wel de Yorkshire Terrier, waarvan men niets ziet dan alleen het haar met een paar zich daarboven ver heffende, ook al lang behaarde oortjes. Op de laatste hondententoonstelling van Cruft te Londen in de groote zaal van Agricultural Hall kon men dit jaar ook mooie Dandie Dinmont Terriers be wonderen, die op Schotsche Terriers gelijken, doch hangende ooren hebben en een pruik langere haren boven op den kop. Ook een fraai exemplaar van den eveneens langharigen Lhassa Ter rier was aanwezig. Op deze honden tentoonstelling waren onder de 3511 honden en hondjes 821 Terriers, een bewijs te meer voor de bijzondere voor liefde van den GrootBrittanniër en Ier voor den Terrier. Hij of zij, die de Engelsche mode navolgt, behoort dus den een of anderen Terrier in zijn of haar gevolg te hebben. Met de hier genoemde rassen van Terriers is deze groep nog lang niet uitgeput, want wij kennen nog den Australischen Terrier, den Congo Ter rier, den Bedlington Terrier en den Roseneath Terrier, doch deze vormen schijnen mij hier niet op hun plaats. De Black and Tan Terriers met scherp geknipte, oüstaande ooren en spitsen staart, de Bull Terriers en de Boston Terriers komen later aan de beurt.
:.-:■ -
Een pira^f}
O
ch! Wat zal ik u zeggen I Er wordt zoo véél gesproken over kunst en vooral over het tooneel. Vroeger bestond dat zoo niet, en of het er toen minder om was, ben ik zoo vrij te betwijfelen. Wij leven in een tijd van „ismen" — expressionisme, futurisme, naturalisme — en ik vraag mij af, waar al die aanduidingen voor dienen. Ik ken maar één naam voor de ware, oprechte uiting, n.1. „tooneelspelen", d.i. de rol, die je wordt opgedragen, tot een deel van jezelf maken, haar eeTlijk en oprecht uitbeelden met de middelen, die de natuur je heeft geschonken; en als deze middelen niet toereikend zijn, niet door „gedoe" dit tekort trachten a a n te vullen met een of ander „isme". Dit zijn maar tijdsverschijnselen, die even snel zullen verdwijnen als ze ge komen zijn. Ik zou kunnen doorborduren op dit thema, maar dat zou u te veel tijd benemen en wellicht uw lezers ook minder interesseeren. Men kan er over praten zooveel men wil, tusschen 8 en u 1 / » komt het aan op doen. J a , u heeft gelijk — wij zijn zoo juist ontdekt. Ik meen „Bouber's En semble", waartoe ik de eer heb te be hooren. We deelen het lot van de beide polen, die er al lang waren voor ze „ontdekt" werden! Of we dan vroeger niets beteekenden ? Och j a ' Ofschoon ik niet ontkennen kan, dat lang met elkander werken, ernstige opvatting van je taak en het naar elkander toespelen van de rollen aan onzen arbeid een bepaald karakter heb ben gegeven. We hebben ons eigen genre gevormd, en dit heeft wel den kring van bewonderaars over ae ge heele linie doen groeien. Ofschoon Bouber er in geslaagd is met zijn bewerking van Zola's „Het Land", een voorstelling met artistieke waarde te leveren, en hij zijn „Jantjes" tot een der grootste tooneelevenementen heeft gemaakt, bleven de benamingen „volkstooneel" en volksschouwburg tóch nog remmend werken. E r was ook inder daad kaf onder het koren, en het publiek, dat alleen bij intuïtie voelt, doch zelden bij machte is te analyseeren,
IN V N HUISHOUWE VAN JAN STEEN" ELSENSOHN MET ANNA SLUYTERS Jr.
Elsensohn scheerde ons vaak over één kam met wat er al zoo op dat gebied werd vertoond. Gedurende den oorlog deed alles opgeld; dit gold óók voor tooneelstuk ken. Gemalen doppen gingen door voor poederchocolade en een buitenlandsch romannetje, omgezet in „'t hoog Haar lemmerdijksch" was al gauw een „volks" of „Jordaanstuk". Wie daarin het handigste was, werd„auteur" en 't publiek vroeg niet naar de herkomst. De toeschouwer wist niet, dat somtijds een vrij goed klinkende dialoog — blz. 200 en zooveel — uit een boek was! 't Ging er mee zooals met sommige restaurants: als je wist, ,wat je at, ging je er niet eten. Dat dit alles heeft afgedaan, be hoef ik u niet te vertellen. Wat gewogen wordt en te licht bevonden, valt af.
de Groot
IN „ZEEMANSVROUWEN" ELSENSOHN MÉT JAN LEMAIRE EN ANNIE TIMROT
Als de voorteekenen ons niet be driegen, zal het „Volkstooneel", maar dan in den goeden en uitgebreidsten zin des woords, meer levensvatbaarheid krijgen; maar daarvoor is in de eerste plaats noodig een goed volkstheater, met een goed gemachineerd tooneel en goede zitplaatsen voor alle rangen. Wie niet blind is voor de teekenen van dezen tijd, zal moeten erkennen, dat aan een dergelijk gebouw te Am sterdam groot gebrek is. W e l heeft de gegoede middenstander zijn theater, waar hij zijn blijspel, klucht of operette kan gaan genieten, m a a r het moet al een heele gebeurtenis zijn, wil men het publiek naar een minder gunstig gelegen gebouw kunnen trekken en deze feiten werken het speculeeren op den „louteren amusementszin" wel eens in d e hand. Stukken van cultureele en opvoedende kracht krijgen daardoor vaak niet de kans, waarop zij recht hebben. E en aan gename, gezellige sfeer zou hier al dadelijk andere aspecten brengen. Men vergete vooral niet, dat zelfs de mindere man gaat bedanken voor een houten bank met ijzeren leuning, als het minste bioscoopje hem ontvangt met pluche, 26
warme kleuren, een tapijt, een loopertje en zoo voort. Als het kleinste winkeltje zijn puit je verfraait, mag de schouw burg niet achterblijven! Het ware te wenschen, dat men daaraan in den ge meenteraad wat aandacht schonk. Wat ik zelf dan zooal schreef? Och, pogingen van mijn hand kent u. „Duif en Doffer", ,,'n Huishouwe van J a n Steen", „Van E igen Bodem", ,,Allemaal J a n Klaassen", „Dé Millioenenjuffrouw", alle met meer of minder succes opge voerd in Amsterdam en daarbuiten. E n rollen, — och ja — er zijn er wel, waar ik met pleizier op kan terugzien, maar waarom daarover te praten? Ons landje telt zooveel groote — ofschoon, helaas verspreide — krachten, dat ik voorloopig nog even wil zwijgen. Ik wacht maar, tot er op ons nationaal tooneel „verzamelen" geblazen wordt. Mijn huidige rol kent u. De Zeeman in „Zeemansvrouwen" van Heiman Bouber, dat zoo juist in den Plantage Schouwburg de 100ste beleefde en dat het, naar wij hopen, nog wel een tijdje zal doen. U kent d e derde akte ? — Zuive» tooneel! De scène, met Annie Verhulst — óók pas ontdekt en hoè — en J a n Lemaire gaat er geweldig in. Het publiek gnuift en lacht en is weer ont roerd als voorheen en daarom gaat het toch maar! Kijk en hoor maar eens naar Aaf Bouber. Men zou, zoo in de zaal zit tend, geneigd zijn te denken: „Zoo kan ik het ook wel!" Zou het hem daar ook in zitten? Ik r a a d een ieder aan, het ook eens te probeeren. Maar nou moet ik weg. Repetitie van „Nacht asyl" van Maxim Gorki, onder leiding van Cor Hermus. Kent u zijn regisseurs capaciteiten? Ook een pool, die men bezig is te ontdekken in ons traag Nederland, met al zijn kringetjes. Men zoekt hem, geloof ik, op Mars en hij is toch zoo vlak bij. Hij wacht óók op „verzamelen". U weet zoo nou wel het een en a n d e r over plankenland: U werkt het wel u i t . . . " E n zoo eindigde dit onderhoud a l a minute in „ D e Kroon", waaruit i k bovenstaande regelen heb weten te distüleeren. E R I C W I N T E R .
-'-«-T?:^
■•■■■:
LEVENSPROBLEMEN A. D . t e A M S T E R D A M . Gloria Swa..* son i» getrouwd. Haar adres is United Studio, 7200 Sancta Monica Bid., Holly wood. N. K. te D E N H A A G . De rolprent, die U bedoelt, is getiteld „Ich küsse Ihre Hand Madame". De hoofdrollen spelen Harry Liedtke en Mariene Dietrich. Binnenkort eerste vertooning in ons land. Het adres van Harry L. is Bismarckallee 16, Berlijn Grünewald. M. J. v. I. te N I J M E G E N . Lien Dyers is de laatste maanden eenige malen ver huisd. U kunt haar echter schrijven p.a. Wilhelm Dieterle, BerlijnWilmersdorf, Jenaerstrasse 8. P . W . C . B . te A M S T E R D A M . W e kunnen hier onmogelijk alle films opsom men, waarin Lon Chaney medegespeeld heeft. Zijn eerste film was voor de Uni« versal, toen Laemle nog in een schuur filmde. E en van zijn nieuwste films is „Lach, Clown, lach". B. H . t e H A A R L E M . Mevr. Agathe ReiffPordon kunt U schrijven aan het GrandTheatre t e Amsterdam. C. M . S. te H A A R L E M . De film Hon gaarsche Rhapsodie is in Hongarije opge nomen. D e „zegening" en het oogstfeest zijn speciaal voor deze rolprent in scène gezet, maar zijn in Hongarije gebruikelijk. Dita Parlo is een leerlinge der Ufafilm school. Zij was in Amerika geëngageerd en kreeg van de Ufa drie maanden verlof. Deze tijd was echter te kort, zoodat ze te Berlijn terugkeerde, zonder in Hollywood» gefilmd t e hebben. De foto's in nummer 344 van ons blad waren niet uit een film. A. L. te U T R EC H T . H e t adres van Tom Mix is Beverly Hills, Hollywood, Californië. Hij is gescheiden. W. de G. te A M S T ER D A M . Hierbij de gevraagde adressen: Max Maximilian, Tres kowAllee 79, Berlijn Karlshorst. Paul Wegener, Am Karlsbad 2, Berlijn W. 35. Elisabeth Pinajeff, Brandenburgische strasse 33, BerlijnWilmersdorf. W. N . te E N K H U I Z E N . Henny Porten is getrouwd met Dr. von Kauffmann. Ze woont Berlijn, Parkstrasse 74, Ze heeft een eigen filmonderneming, de Henny PortenFroelichProduction G.m.b.H., Ber lijn 5.W. 68, Friedrichstrasse 37a. J. L. te R O T T ER D A M . Regisseuracteur Poedowkin is thans weer in Moskou terug. Onder zijn leiding wordt de film „Het leven is schoon" opgenomen. B. K. t e M A A S T R I C H T . Dit onder schrift was juist. Lilian Harvey is in Londen geboren, dus E ngelsche. Ze filmt reeds eenige jaren bij 'de Ufa t e Berlijn.. W. V A N G. t e D E N H A A G . H e t adres van Clara Bow is ParamountFamous Lasky Studio, 5451, Marathon Street, Hollywood, Californië. A. R. t e D EV EN T ER . Juliette Compton is getrouwd met J. Batram. Zij is in E nge land en werd onlangs in de buurt van Londen door een motorongeluk gewond Daar <Je beantwoording der vragen vaak lang durige nasporingen vergt, kunnen wij geen omgaand antwoord toezeggen, ook al wordt postzegel ingesloten. Wij trachten achter zoodra mogelijk onze antwoorden te geven.
#
>
DIT
lis het Merk der goede Films I
Ben onzer lezeressen schrijft ons: Mag ik uw raad eens inwinnen voor hel volgende geval? Mijn zuster heeft, om onzen oom te bewegen een testament in haar voordeel te maken, hem allerlei leelijke onwaarbeden over mij verteld. N u zou ik hem iets van haar kunnen vertellen, waar door al haar kansen absoluut verdwenen 1 Wat denkt u : zal ik het doen?"
r-IGNAZ PADEREWSKI—i DE KLAVIERVIRTUOOS EN 5TAAT5MAN Naar aanleiding van zijn bezoek aan onsland die Paderewski in de historie, D edieplaats, nu gemaakt wordt, als musicus en
staatsman inneemt, is werkelijk uniek. Reeds lang voordat de wereld hem kende als geniaal componist en pianist, was hij in zijn land reeds bekend als vurig patriot, die de verdeeling van zijn vaderland Polen door Pruisen, Rusland en Oostenrijk niet vergeten kon maar voelen bleef als een smaad, eên hoon, hem bijna persoonlijk aangedaan. Daarom baart het geen verwondering, dat hij in den wereldoorlog een Amerikaansch Poolsch legioen uitrustte, dat in den strijd aan de zijde der Geallieerden deelnam. E n stellig is het aan zijn onvermoeid pogen en werken in die richting te danken geweest, dat Polen in 1918 weer onafhankelijk werd. Toen hij na den wapenstilstand naar W a r schau terugkeerde, werd hij in Januari 1919 tot ministerpresident van Polen gekozen, in welke hoedanigheid hij ziin vaderlartri op de Vredesconferentie te Parijs vertegen woordigde. Had zijn land bezwaarlijk een beter verdediger van de nationale belangen kunnen kiezen, toch had de politiek Pade rewski's liefde niet. Die had hij voor eeuwig verpand aan de muziek, aan het klavier, en daarom nam hij na nog geen j a a r zijn ont slag om zich weer geheel aan zijn kunst te wijden. In I860 te Kurylowka, een klein plaatsje in Polen, als zoon van een landedelman g e boren, ontving hij reeds op driejarigen leeftijd pianoonderricht. Toen hij 17 jaar was, maakte l\ij zijn eerste concerttournee. Nadat hij van 1879—'83 leeraar was geweest aan 'het Conservatorium te Warschau, vertrok hij in laatstgenoemd j a a r n a a r Berlijn, waar hij onder Kiel en Urban compositie studeerde. Na in de Slavische landen, Roemenië, Hon garije en Oostenrijk gereisd te hebben, werd hij tot leeraar benoemd aan het Conserva torium te Straatsburg. Dit bevredigde h e m echter niet, hij vond zijn spel niet volmaakt genoeg en ging daarom nogmaals studeeren, nu onder leiding van den beroemden leerling van Karl Czerny, professor Leschetisky te Weenen. Hier gaf hij ook zijn eerste concert (1887). Daarna waren Parijs en Londen aan de beurt. Van beroemdheid was toen bij Paderewski nog geen sprake: hij baarde geen opzien, had slechts matig succes en het batig saldo te Londen was nog geen tweehonderd gulden! Daarna begon zijn ster echter snel te rijzen. In 1892 trad hij weer te Londen o p : toen was de netto recette twaalfduizend gulden en in 1894 bood men hem voor vier maanden con certeeren in Amerika 420,000 gulden. Critiek en publiek waren enthousiast. N a Liszt had men zoo'n pianist niet meer gehoord, las men in de couranten. Door moeizaam studeeren wist Paderewski zijn spel steeds te vervolmaken, zoodat hij thans den roep geniet de grootste klaviervirtuoos van zijn tijd te zijn, wiens verschijnen in de concertzalen der wereldhoofdsteden een ware sensatie is. Ook als componist maakte Paderewski n a a m : hem ontbrak echter de rust, zich vol komen aan het componeeren te wijden. Zeer geliefd is echter zijn Menuet in G. dur voor klavier.
27
-
Wij antwoorden: Neen. dat moet u beslist niet doen ! Geef, om te beginnen, uw zuster een kans om de leugens, die zij van u heeft verteld, t e herroepen. E isch dit desnoods. Weigert ze aan uw verlangen te voldoen, vertel uw oom dan, dat zij u belasterd heeft en ver zoek hem, haar te vragen, hetgeen zij van u vertelde, te bewijzen. Dan komt alles in der minne in orde!
ONZE NIEUWE RUBRIEK ONZE ACHTSTE VRAAG Op de vraag, die wij nu aan onze leze ressen en lezers gaan stellen, verwachten wij een bijzonder groot aantal goede ant woorden, want wie beter dan zij zouden kunnen weten (en ziet hier onze vraag): Wie
de eerste filmopname
heeft gemaakt ?
Nu lezeressen, lezers, deze opgave moet toch wel een kolfje naar Uw hand zijn! Toont ons, dat we ons niet vergist hebben! Wij verwachten Uw antwoorden gaarne, op een briefkaart, aan ons a d r e s : Redactie „Het Weekblad", Achtste Vraag, Galgewater 22, Leiden. Zij dienen voor 10 April in ons bezit te zijn (voor Indische lezers voor 8 Augustus) willen zij nog voor den geldprijs van f 2.50 of voor een der vijf troostprijzen, die wij, indien we dit gewenscht achten, ook nog beschikbaar stellen, in aanmerking kun nen komen. Wij zijn benieuwd!
0
OSSSNG VRAAG No. 4"
OPLOSSING DE R VIE RDE
VRAAO
O p onze vierde vraag, die luidde „ Wie is de rijkste man der wereld?" kregen wij wel een groot aantal antwoorden, doch . . . de meeningen waren nogal verdeeld! De strijd bleek in hoofdzaak te gaan tusschen Henry Ford en John Rockefeller. Hetgeen wel te begrijpen is, want Henry Ford is thans de rijkste man en Rockefeller was het, tot Ford het w a s ! Intusschen konden wij natuurlijk alleen die antwoorden als goed beschouwen, die opgaven, dat Ford de rijkste man is. Dit nu waren er drie. Wij hebben dus tusschen hen den geldprijs van f 2.50 ver loot. Hij viel hierbij ten deel aan den heer Cor Trimbach, Waalwijk, wien wij het b e drag p e r postwissel hebben toegezonden. De beide andere goede inzenders hebben wij ieder een troostprijs gezonden. Zij waren mejuffrouw M. de Roo, Fred. Hendriklaan 261, Den Haag en de heer N. Semelink, Oude Dijk 153B, Rotterdam.
Vorige week hebben zeven lezers een boekenkastje verdiend, omdat zij den tienden nieuwen abonnee aanbrachten. Ook gij kunt dit succes bereiken en dit fraaie kastje gemakkelijk verkrijgen. O n s blad verkoopt zichzelf!
VAN KATMARINA HOOFDSTUK XVI. Tot jjroote voldoening van haar echtgenoot bleef Lady Beatrice tot 's Zaterdags. Hij had die regeling met veel scherpzinnigheid en beleid bewerkstelligd. Aan Lao's ijdelheid was voldaan, doordat zij- in de meening verkeerde, dat Gerard zeer teleurgesteld was, en hoewel zwijgend, toch leed door de tegenwoordigheid van zijn vrouw. Hetgeen aan het spelletje vooraf ging was zeer aangenaam en wanneer dat een beetje gerekt kon worden, zonder vrees daardoor den medespeler te verliezen, viel het bijzonder in haar smaak. Hetgeen onder het dansen op dien avond gebeurd was, bleef voor Gerard Strobridge een raadsel, waardoor zijn belangstelling in Miss Bush nog toenam. Ongetwijfeld had er in d e ziel van die jonge vrouw een hevige aandoening plaats gehad. Maar waardoor was deze in 's hemelsnaam ontstaan ? Stond die in betrekking tot hem ? Of was hij alleen het medium geweest, dat aansluiting bracht met de een of andere herinnering ? Hoe gaarne zou hij hieromtrent zekerheid verkregen hebben. Toen kwam het voorval met zijn bloemen. Waarom had zij ze eerst gedragen en daarna van zich afgeworpen, alsof ze haar brandden ? Lady Garribardine's rheumatiek was beter. Aan Miss Bush werd dus niet meer veizocht om thee te komen schenken. Met een zucht van verlichting keerde hij in de hall terug, na Lao en zijn vrouw in den motor geholpen te hebben, 's Zaterdagsmorgens, een paar uur voor de lunch, vertrokken zij naar Londen. Toen mijnheer Strobridge naar boven ging, ontmoette hij Katharina, die uit de kamer kwam met haar armen vol papieren en kleine pakjes en een paar groote boeken, die zij moeite had te dragen. „Mag ik u ontlasten," vroeg hij gretig. Zij gaf hem zwijgend de zware deelen. Een gevoel van verbittering'ontwaakte in hem. Op die wijze wilde hij niet behandeld worden 1 Hij volgde haar naar het vroegere schoolvertrek- Hij haalde verruimd
BEZOEKT H E I
LUXOR PALAST TE ROTTERDAM
büsH
adem, toen hij op weg daarheen bemerkte, dat aÜe gasten, kolonel Hawthorne uitgezonderd, vertrokken waren. Blijkbaar was het Katharina volmaakt onverschillig, of hij haar hielp of niet. Met een blik naar de deur nam zij zijn last van hem af en dankte hem vluchtig in de verwachting, dat hij op zijn schreden terug zou keeren. Maar hij maakte geen aanstalten daartoe. „Zal mij een stoel aangeboden worden bij mijn eerste bezoek aan Miss Bush?" „Het is geen bezoek. — U hielp mij de boeken dragen. Ik heb het heden zeer d r u k " „Dat doet er niet toe. Ik ben hier nu, en ik blijf. Ik zal tante vertellen, hoe ongastvrij en onvriendelijk u is!" „Foei!" Met lachende oogen begon ze de pakjes op een rij te zetten. „Ik hield niet van klikkers op school." „Ik ook niet. Maar ik zou een misdaad kunnen begaan om bij u te zijn. Het heeft mij de gansche week gehinderd — Miss Bush zelfs in het theeuurtje niet te zien, alleen een schim van haar op te vangen, soms in de gangen of op de trap!" „Wat heeft u met Miss Bush temaken? Zijn er nog meer weldadigheidszaken te regelen ?" „Neen, de weldadigheid zal in deze geheel uitgaan van de mooie Katharina, indien zij een vermoeiden zwerver toe wil staan, zich een wijle te koesteren in den zonneschijn harer tegenwoordigheid." „U vertelt nonsens, mijnheer Strobridge en ik heb geen tijd om 'er naar te luisteren." „Ik wil graag nonsens vertellen. Het verveelt u en ik wil uw • oogen zien flikkeren. Ik heb ze zien lachen — en treurig zien kijken en ijzig koel. Nu wil ik ze zien flikkeren — én dan zou ik er graag een teedere uitdrukking in lezen. Hoe goddelijk zullen ze dan wezen." Katharina ging zitten . . . nam met onverschilligen blik een pen op, en begon volgens een lijst de adressen op de pakjes te schrijven. Hij kwam heel dicht bij haar staan. „Wat een plaaggeest bent u — mij zoo te kwellen!" Nu opende Katharina haar oogen wijd en staarde hem aan, maar ging geen duimbreed uit den weg. „Het bestaat enkel in uw verbeelding," zei ze kalm. „U is de proef op mijn theorie, dat persoonlijke aandoening schijnbeelden schept en de werkelijkheid verbergt." „U begrijpt dus, dat ik een aandoening onderga ?" „Wel, natuurlijk. Een man met uw verstand en ontwikkeling zou zich anders niet zoo dwaas kunnen gedragen." Hij trad terug an zich tegen den schoorsteenmantel leunend, het hij een kort lachje hooren. - 2» -
Katharina ging met haar werk voort. „Ik blijf wachten, tot u gereed is met het adresseeren van die vervelende pakjes. Ik vermoed, dat ze nog.met de post verzonden moeten worden. Daarna wil ik u vriendelijk verzoeken met mij te praten. Is het mij veroorloofd te rooken ?" „Ja, wanneer u dat wenscht." Zonder op te kijken werd het antwoord gegeven. „Mag i k ' u ook een sigaret aanbieden ?" „Gaarne." Hij reikte haar zijn koker over. Zij trok een doosje lucifers naar zich toe en stak haar sigaret aan, intusschen haar werk voortzettend. Ze klopte met een bevallige handbeweging de asch af, zooals Lao gedaan zou hebben, die gaarne haar blanke vingers op het voordeeiigst deed uitkomen. Geen van beiden sprak. Zij bleef nog een minuut of tien rooken en schrijven, tot alle pakjes geadresseerd waren en verscheidene papieren nagezien, gedateerd en ingevuld. Toen keek zij op. Zijn oogen waren steeds op haar gelaat gevestigd geweest. „Ik begrijp niet, hoe u zoo op een punt kunt blijven staren," zei ze. „Ik zou er door gaan knipoogen." „Ik kijk gaarne in de zon. Zijn die duivelsche dingen nu gereed ? Ik heb met Job's geduld gewacht." „Ik begrijp niet waarom?" „Om met u te praten." „Nu praat dan! Ik moet intusschen nog het een en ander typen." Ze stond op en ging naar haar machine, die op een andere tafel bij het raam stond. Ze wist heel goed, dat ze hem half waanzinnig maakte. Het verschaf te haar een wild genot. Het scheen een soort evenwicht voor haar eigen aandoening op Kerstavond over Algy. Hij kwam naderbij en tegen den schoorsteenmantel geleund op haar neerziende, reciteerde hij Dryden: „Zij kent haar man, en of ge raast en
[tiert Ze trekt u tot zich met een enkel haar." Zijn hand uitstrekkend, raakte hij even de lichte, breede golfjes op haar voorhoofd aan. Nu zag hij haar oogen werkelijk flikkeren! „Wanneer u onbeschaamd gaat worden, mijnheer Strobridge, de trap, die naar den tuin leidt, is dicht bij en hoe eerder u die opzoekt, hoe aangenamer het mij zal wezen." „Ik zou niet gaarne onbeschaamd willen zijn — de verleiding was te machtig — Uw haar is zoo mooi —" E r lag oprechtheid in den toon, waarop hij het zei, en ze wilde geen onaangenaamheden met hem hebben. „Goed dan." „Ik wilde zoo gaarne veel van u hooren, kind. Vertel me eens, wat er u toe bracht bij mijn tante te komen ? Het hindeit mij vaak, dat ge in een afhankelijke positie bent." „Ik kwam hier heen, om mijn opvoeding te voltooien. — Ik ben niet van plan steeds afhankelijk te blijven. W a t doet u bij het departement van Buitenlandsche Zaken ?" Hij gaf haar een kort verslag van zijn dagelijksche bezigheden-
„Wel nu," zei ze. „ U moet dus ook doen wat u gezegd wordt — dat hindert ook niet, zoolang de geest niet afhankelijk wordt. U wenscht toch ook eens aan het hoofd te komen denk ik ?" „Wellicht — en leert ge hier ?" „Ja, en u kunt mij ook leeren, wanneer u dat wilde." „Ik zou het verrukkelijk vinden. En welke verdiensten zijn er aan verbondden?" i.Geen." „Dus, volgens de regelen van alle spelen, zou ik moeten werken voor — liefde." Ze haalde de schouders op en zette een nieuw papier op de schrijfmachine. Zij had geen plan om te praten over — liefde. „U is een allerzonderlingst wezen. Ik voel voor u — Ik weef niet wat. Nü, als ge niet over loon wilt spreken — zeg mij dan wat ik u leeren m o e t ? " „Literatuur. Herinnert u zich den dag, waarop ik binnen kwam om in de eetkamer koffie te drinken ? Het was nog voor u wist, dat ik bestond. U en de gravin spraken toen over dingen, waarover ik wenschen zou, dat u met mij sprak." „Ja, was het niet zonderling? Ik moet beslist al die weken blind geweest zijn." De sphinxachtige glimlach trilde om Katharina's mond, raadselachtig en ver- bazend verleidelijk. Gerard Strobridge voelde weer die hevige opwinding. Hij kon den lust, om haar in zijn armen te nemen en die spottende lippen te kussen, bijna niet onderdrukken. Wie weet wat er op dat oogenblik gebeurd zou wezen, wanneer hij kolonel Hawthorne niet in het oog had gekregenDeze was door dezelfde kleine deur, die Katharina gebruikte en die langs de gang beneden ook toegang verleende tot de rookkamer, in den rozentuin gekomen. Hij wuifde Gerard toe en wenkte hem. De betoovering was gebroken en het gezond verstand kreeg weer de overhand bij Gerard. „Kolonel Hawthorne roept u. Zou het met beter voor u zijn om een luchtje te scheppen?" stelde Miss Bush beleefd voor. „Ik ben er zeker van, dat het u goed zal doen op dezen heerlijken morgen!" „Ik geloof, dat u gelijk hebt. Nu, ik zal gaan — toch zult ge mij misschien nog eens beloonen!" „Is dat een bedreiging?" „Geenszins." Hij ging naar de deur. „Wilt u niet boos zijn — en 'wanneer u tijd hebt met mij de schilderijengalerij gaan bekijken ?" „Ja, dat wil ik gaarne." Haar gezicht klaarde op. „Maar het zou beter wezen, wanneer u Lady Garribardine verlof vroeg voor mij." „Goed, laat dat maar aan mij over. Au revoir!" E n hij was verdwenen. Terwijl hij de trap afdaalde, dacht hij, dat het een uitmuntend denkbeeld geweest was van zijn tante, om d e rookzaal naar dezen vleugel van het huis over te brengen. Het was eerst in den vorigen herfst gebeurd, opdat de jagers, wanneer zij wilden, zich dadelijk door de zijdeur daarheen zouden kunnen begeven. Toen ze alleen was, staakte Katharina een oogenblik haar typen. Haar wenk-
brauwen trokken zich samen. Ze dacht ernstig na. Mijnheer Strobridge zou niet zoo gemakkelijk te regeeren zijn als Charlie Prodgers. Ze had wel eens gehoord, dat vurige racers met lichte hand geleid moeten worden en ook, dat er oogenblikken zijn, dat ze zich door niets, noch teugel, noch zweep, noch spoor laten bedwingen. Z e moest haar plan dus met koel overleg vaststellen. Het was noodig voor hetgeen zij van hem verlangde, dat zijn wensch om haar aangenaam te wezen al het andere overtrof. Gerard Strobridge vond oude Tom Hawthorne een vervelende baas op hun tocht door de stallen en ontsnapte zoo spoedig mogelijk naar tante's zitkamer. Hij moest het voor Katharina in orde zien te brengen, dat zij na de lunch met hem de schilderijen kon gaan bekijken. Lady Garribardine zat de Times te lezen, toen hij binnentrad, en keek blij verrast op. Op elk uur van den dag was Gerard haar welkom. Zij spraken over allerlei, politiek in hoofdzaak. Mijnheer Strobridge stuurde moeizaam tusschen a l haar inzichten opzijn doel toe en het gelukte hem eindelijk, het gesprek op de schilderijen in de galerij te brengen. Lady Garribardine wilde sommige naar Londen sturen om ze te laten bijwerken. Had Gerard ook niet gezien, dat het bepaald noodig was ? — vooral twee uit den eersten ItaÜaanschen tijd. Dit was een gelukkige wending! Mijnheer Strobridge besloot o m er onmiddellijk partij van te trekken. „Wij moesten heden na de lunch eens een nauwkeurig onderzoek instellen. Dan valt het licht nog goed. Zulke dingen moet men liever niet uitstellen." Hij wist toevallig, dat zijn tante van
TOTO D t OROOT
- 29 -
plan was om dadelijk na de lunch met Hawthorne naar de stad te rijden, om een paar hengsten, die zij juist voor Kerstmis gekocht had, te probeeren, maar toonde de noodige spijt en verrassing, toen ze hem dit mededeelde. „Enfin, dan zal ik alleen gaan, of wacht, misschien als u Miss Bush een uurtje missen wilde, dan kon zij stenografeeren, wat volgens mijn oordeel aan ieder schilderij gedaan moet worden." Lady Garribardine zag haar neef onderzoekend aan. Hij keek zoo onschuldig als een kind. „Ik geloof, dat Miss Bush wel prettig gezelschap zal wezen in een schilderijen-galerij," merkte ze op„Dat ben ik volkomen met u eens.'" Beiden lachten. „G- denk er aan, dat ik liever niet wil, dat je flirt met het meisje en haar het hoofd op hol brengt!" „Het treurige van het geval is, dat het meisje bezig is mijn hoofd op hol te brengen. Haar eigen staat veel te vast." „Waarlijk, ik geloof het ook! Nu dan, onschuld van vijf en dertig, laat je tot geen dwaasheid vervoeren door deze meesterlijke verleidster van twee en twintig! Wanneer je vijf en veertig was, zou het een hopeloos geval voor je kunnen worden, maar iemand van in de dertig bezit nog wel een schijntje gezond verstand!" „Ze is alleraardigst, Seraphim. Ze zou gaarne de schilderijen zien. Ze wil iets leeren van kunst en literatuur en dergelijke dingen." „En jij hebt aangeboden haar hierin te onderrichten ? Mijnheer Strobridge zette een dood onschuldig gezicht, terwijl zijn guitige, grijze oogen vroolijk glansden. „Ik heb verzocht om den post van leermeester — zonder vast salaris." „Ze is niet tevreden met het middelmatige. J e dient je geest dus op hoog peil te houden." „Dat weet ik." „Nu G-, wellicht heb je eenige verstrooiing noodig. Het Kerstgenoegen, dat ik je door Lao heb willen verschaffen, heeft niet aan de verwachting beantwoord, wel ?" ..Soufflé wordt op den duur vervelend." „Ja, maar vergeet niet, dat steviger kost heftiger indigestie kan veroorzaken, wanneer men er niet voor zorgt met mate daarvan te nuttigen." „Mijn hemel, Seraphim! Ik ben geen gulzigaard." „Gerard, beste jongen, ik vrees, dat je dien graad van honger bereikt hebt, waarop het verstand niet meer aanspoort tot matigheid. J e ziet, na jaren van kunstmatige onderdrukking doet de natuur toch weer zijn rechten gelden." „Ik geef toe. Wij zijn overbeschaafdl" De gong voor de lunch luidde en beiden stonden op. Lady Garribardine lei haar dikke hand op den arm van haar neef, terwijl ze naar beneden gingen. „G-, ik geef je dezen namiddag vrij— maar verbrand je vingers niet onherstelbaar. Deze jonge vrouw is geen zottin zooals de arme Lao. Ik beschouw haar als een hoogst wonderbaar product der twintigste eeuw."
> ^ — i ^ i ^ — i
D E BE5TE ffl5SQttysayE TWAALF
BkcaTaürgcarie^
Nederland—Zwitserland 3—2
Mijn neef Jansen wns onlangs op een familiepartijtje, toen de oudste dochter des huizes vertelde: „Die ruwe man van hiernaast gooide gisteren, toen ik piano zat te spelen, een steen door het r a a m . . . " Waarop die prent van een neef van mij antwoordde: „Wat een idioot!Want nou kan hij je natuurlijk nog beter hooren . . . " Handig „Geloof je ook niet, dat er een beetje te veel zout in de soep is?" vroeg het jonge vrouwtje angstig. „Heelemaal niet, lieve," antwoordde de model-echtgenoot. „Misschien is er niet genoeg soep voor het zout?" Veel belangrijker Willy: „Mijn vader heeft zijn fortuin al gemaakt, toen hij nog jong was. Wil ik je eens vertellen, hoe hij het gedaan heeft?" Karel: „Neen, dat interesseert me niet. Ik wil veel liever weten, of hij het nog heeft." Wat zij noodig had Dolly (tot haar vriendin): „O, kon ik maar eens kennis maken met den kunstenaar, die dit schilderij heeft gemaakt!" De kunstenaar (die toevallig achter de dames stond): „Sta mij toe, mij voor te stellen, dame . . . " Dolly: „Wat een geluk . . . Kunt u me ook zeggen, wie het toilet heeft gemaakt, dat uw model op dat schilderij draagt?" De rechte man. .. Ben automobilist trad den winkel van een antiquair binnen om een mascotte te koopen, die een beetje van het gewone model zou afwijken. „Ik wil iets grappigs en bespottelijks tevens, om als mascotte op mijn auto te zetten," zei hij tegen het meisje, dat toevallig in den winkel was. „Vader," riep zij naar de kamer achter den winkel, „vader, het is om u te doen f' Hij bedierf het Dame (den schouwburg verlatend, tot haar man, luid): „We moeten nu naar onzen auto gaan .. ." Hij (onschuldig) :.„Ja. Ik hoop, dat we iiog een goed plaatsje kunnen krijgen in ile bus."
De traditie getrouw heeft Zwitserland in Amsterdam het loodje gelegd. Zoo ooit, dan hebben de menschen uit het land, waar de bergen zijn, nu de kans gehad, om met deze traditie te breken. Na de 2—0 op 28 Maart 1921, de 4—1 op 25 November 1923 en de 5—0 op 28 Maart 1926, werd het nu slechts 3—2. Voor de Oranjemannen een teleurstellend resultaat na een 3—O-voorsprong. Echt Hollandsen, geloofden de heeren het toen wel en volgde er een inzinking, die fataal had kunnen worden. Door onbeduidend spel in de Hollandsche voorhoede van Gerritsen en Barendregt, bleef het tot vlak voor de rust blank om blank. Toen dreef Bakhuis Ramseyer zóó in het nauw, dat de Zwitsersche aanvoerder niet beter wist te doen, dan in eigen doel te scoren. Nog geen 2 minuten later doelpuntte Bakhuis zelf en toen kort na den aanvang van de tweede helft Van Kol uit een strafschop Séchehaye passeerde dacht iedereen aan een groote Hollandsche overwinning. Dat het anders liep, danken de Zwitsers aan bovengenoemde inzinking en twee blunders van Van Zwieteren, die eerst Abegglen en later Grimm rustig liet intrappen, zonder ze zelfs een stroobreed in den weg te leggen. Het verloop van den wedstrijd is onzen lezers natuurlijk uitvoerig bekend. Daarover zullen we dus maar zwijgen. Wij willen het spel en de spelers liever eens onder de loupe nemen. De Hollandsche voorhoede was wederom het zwakke deel van het Oranje-team. Gerritsen en Barendregt zijn geen internationals. Gerritsen is uiterst vlug, doet individueel soms aardige dingen, doch zijn voorzetten, zijn hoekschoppen en zijn samenspel met den binnenman deugen niet. Hij is hoogstens de gelijke van Elfring, geenszins zijn meerdere. Momenteel achten wij Lommen beter. Voor Barendregt was het tempo van dezen wedstrijd te snel. De Feyenoorder was stukken en stukken te langzaam en zijn schot had hij blijkbaar in Rotterdam gelaten. Het was de eerste en zeker ook wel de laatste keer, dat hij in het Nederlandsen elftal speelde. Van der Griendt zal op deze plaats veel meer voldoen. Door een toeval kwam Tap (na verwonding van Van Nellen) op de plaats, waar hij eigenlijk thuis hoort. Hij speelde daar een uitmuntende partij met pracht voorzetten en harde, scherpe schoten. Ook zijn hoekschoppen, met den rechtervoet genomen, waren uitstekend geplaatst. Bakhuis kan op een goeden wedstrijd terugzien. Zijn spelverdeeling was alleszins voldoende en zijn schoten hard en zuiver. Alleen het koppen liet te wenschen over. Smeets speelde als invaller voor Van Nellen beter, dan toen hijzelf tot het elftal behoorde. Wij prijzen in dezen speler nog steeds zijn terugkomen om de middenlinie te helpen. Dat er een enkele maal daardoor een hiaat in de voorhoede ontstond, was zijn schuld niet. Eén mensch gaat maar één ang. In de Hollandsche middenlinie speelden Van eel en Halle uitstekend. Van Heel was de beste, RHalle viel niet op, maar deed voor den insider goed
werk. Wat Van Dolden betreft, goed was hij niet, slecht ook niet. O.i. is Scheffers uit H.D.O.S. zijn meerdere. De nieuwe achterspeler. Van Zwieteren, heeft hard gewerkt, doch is nu eenmaal geen fijn speler. Hij was ditmaal niet te forsch, trapte hard, maar dikwijls onbesuisd. Jammer, dat de T.C. Vermetten niet meer kan, en Wamsteker blijkbaar niet meer wil kiezen. Vooral de laatste lijkt ons momen» teel de aangewezen man. Hopelijk komt binnenkort Denis terug en dan is de achterhoede weer volkomen safe. Van Kol speelde, gelijk men van den Ajaxied kon verwachten en over v. d. Meulen kunnen we niet veel meer zeggen. Goede waar behoeft geen krans. Bij de Zwitsers was Séchehaye een zeer goed doelman, o.i. iets te beweeglijk. Zijn Hollandsche confrater deed zijn werk veel rustiger. Van de backs was 'Widmer te ruw. Hij kreeg dan ook al heel gauw een waarschuwing. Ramseyer, die ook in 1921 al meespeelde, wordt langzamerhand te oud, althans te langzaam. In de middenlinie was Passon de beste en Geeser de slechtste. De Zwitsersche voorhoede leed door het slechte spel van Barrière en Weiier. Ook na de omzetting van deze twee spelers was de roode voorhoede nog lang geen geheel. Fassler, de rechtsbuiten, was de beste, doch vond in Van Heel zijn man. Grimm, de linksbuiten, werkte hard, maar faalde tactisch en technisch. Ook Abegglen was geen groot speler, wel een hard werker. De Deensene scheidsrechter, Remke, had het gemakkelijk en maakte een keurigen indruk. JAN VAN ZANT
|f"!BÏWfflJW*^^W«^WppB^
Epiloog De achtjarige Dick had juist zijn opstel geëindigd met de woorden: „en zij leefden nog vele jaren gelukkig en tevreden . . " Na een paar minuten te hebben nagedacht voegde hij er echter aan t o e : „Maar op het laatst kregen zij toch een beetje spijt, dat ze getrouwd waren."
. . . en dan nog dat treuzelige inzeepen en scheren! Neemt afscheid van scheerzeep en kwast
De wenk „Lieve grootvader," zei Wiesje, die met haar broertje op verjaarvisite kwam, „lieve grootvader,, wij wenschen u veel geluk met uw verjaardag en hopen, dat u dezen dag nog dikwijls moogt vieren en moeder heeft gezegd, dat we goed op het geld moeten passen dat u ons zoudt geven, opdat we het onderweg naar huis niet verliezen . . . " Niet zoo bedoeld Zij: „Ik hoop, dat u met mij ook eens zult willen dansen vanavond, mijnheer De Bruin." Mijnheer De Bruin: „O, natuurlijk! Ik hoop niet, dat u denkt, dat ik hier alleen maar voor mijn plezier ben gekomen ?" Angst voor nóg erger... Een man ging naar een dokter en vroeg of deze eens naar zijn enkel wilde kijken. Nadat de dokter den enkel zorgvuldig had onderzocht, vroeg hij: „Hoe lang loopt u al zoo ?" „Twee weken, dokter!" „Maar man, je enkel is gebroken! Hoe je zóó twee weken hebt kunnen loopen, is me een raadsel f Waarom ben j e niet eerder naar me toe gekomen?" „Ach, dokter," was het antwoord, „iederen keer als ik tegen mijn vrouw over het een of ander klaag, zegt ze, dat ik met rooken moet uitscheiden!"
(gebruikt EASY CREArt is direct voor gebruik gereed. EASY CREAM maakt inzeepen overbodig. r Q ^ co In enkele minuten is de baard zelfs de ^zwaarste, voldoende bewerkt om geschoren te kunnen worden
Dus indien gij prijs stelt op *n hygiënische wijzeran scheren
De oorzaak A: „Als je Meyer zijn gezicht ziet, zou je niet zeggen, dat de operatie gelukt was." B: „Toch wel, maar hij heeft pas zijn rekening gehad."
GEBRUIKT
DAN
^
W
Neemt de
Zij werkt antiseptisch, maakt de huid blank en elastisch, terwijl zelfs bij het ruwste weder, het gelaat na het scheren, zacht en gaaf blijft. Easy Cream wordt liefst met de vingers ingewreven, waardoor zelfs 't geringste Cream-verlies vermeden wordt.
Ben verkeerde diagnose Dokter (tot oude d a m e ) : „Ja, mijn beste mevrouw, die pijnen in uw linkerarm zijn een gevolg van uw leeftijd .." Patiënte (niet overtuigd): „Dat is allemaal goed en wel, dokter, maar mijn rechterarm is even oud en daar heb ik geen pijn in."
Easy Cream vermijdt ieder pijnlijk gevoel en is dus geschikt voor een delicate huid en in 't bijzonder ook aan te bevelen voor dames met kort haar. Easy Cream is ook verpakt in tubes, zeer gemakkelijk op reis mede te nemen en verkrijgbaar bij Uw coiffeur \ ^ - ' franco door geheel Nederland, direct na ontvangst van " vijftig cent p. tube, per Post Giro No. 63197 of postwissel, ken groote pot bevattend HBN Kg. kost franco
door
geheel
Nederland
f3.—
f
LEV1SSON,
Redactie en Administratie: O n t w a t e r . 22, Leiden. Tel. 760
-
50
Zeepfabriek
DEN
HAAG
_ _ _ - ^ ^ _ — — — — — — — — — — Verschijnt wekelijks — Prtjs per kwartaal f 1 0 5
igjjjjSwgjwyiTOW"
.X :V
I
: ■ :
*i$
f
> *
1 1
1[
• «SB*0**
. . *. ....
G.TA.
g^vosstncpggaagr <s ,,tt)i