pagina 1 van 1
Corrie de Leeuw (Gemeente Oosterhout) Van:
{••«•IlIIHn
Riet Verschuren (Gemeente Oosterhout)
18618
25/06/2013
Verzonden: maandag 24 juni 2013 11:52 Aan:
Corrie de Leeuw (Gemeente Oosterhout)
Onderwerp: FW: Stukken filmtheater Oosterhout. Bijlagen:
BriefGemeenteraad_Filmtheater.pdf; KoersDocumentFilmtheater.pdf; GBCRAdviesCinemaOosterhout08062013.pdf
Van: G-Mail Jan van den Bosch [mailto:
[email protected]] Verzonden: maandag 24 juni 2013 11:50 Aan: Riet Verschuren (Gemeente Oosterhout) Onderwerp: Stukken filmtheater Oosterhout.
Jan van den Bosch Sirius 90 4907 CM Oosterhout Telefoon: 0162 431416 Fax: 0162 785368 Mobiel: 0628 481597 E-mail:
[email protected]
Geachte mevrouw Verschuren, V o l g e n s a f s p r a a k v e r z e n d ik de zojuist a f g e g e v e n stukken v a n Stichting Filmtheater D e B u s s e l in d e digitale v e r s i e . Ik h e b v a n u b e g r e p e n dat alle r a a d s l e d e n d a n v a n d a a g n o g in het bezit v a n d e z e s t u k k e n zijn. D a n k v o o r uw m e d e w e r k i n g .
M e t vriendelijke groet, N a m e n s d e Stichting Filmtheater D e B u s s e l , Jan van den Bosch, Secretaris.
25-6-2013
Oosterhout, 21 juni 2013 Geachte raadsleden, Op 19 juni 2013 heeft het nieuwe bestuur van Stichting Filmtheater De Bussel een prettig en constructief gesprek gehad met wethouder raw. Bode, mw. Louwers, dhr. Ooihorst, dhr. Van der Heijden en dhr. Meuwissen. In dit gesprek deelt het bestuur mee de stichting niet op te heffen of mee werken aan de overdracht van organisatie- en exploitatie bevoegdheden. Ook is het bestuur van mening dat de belangen die voortvloeien uit de aard- en missie van de stichting, niet gediend worden met overname door de gemeente. Door overdracht van organisatorische en exploitatie verantwoordelijkheden aan de gemeente, verliest de stichting haar onafhankelijkheid en de sturingsmiddelen waarmee daadwerkelijk aan de realisatie van haar missie gewerkt kan worden. Het bestuur heeft begrip voor de financiële consequenties die voortvloeien uit het BTW vraagstuk. Wij vinden het echter niet verantwoord de onafhankelijkheid van een gewaardeerde culturele organisatie alleen maar op te geven ter verbetering van gemeentelijke financiën. Stichting Filmtheater De Bussel heeft de potentie en de ambitie verder door te groeien naar een professionele en (financieel] onafhankelijke organisatie. Dat proces stimuleren, sturen en begeleiden vinden wij een verantwoordelijkheid van het stichtingsbestuur, niet van de overheid. Dat onze groeipotentie reëel is, blijkt vooral uit: »
het bereiken van een breed en ruim publiek (15000 bezoeken op jaarbasis = S Zo van het 0
regiopotentieel) met één voorstelling per week; « »
het aantal bezoeken dat jaarlijks blijft toenemen; de beschikking over een stevig draagvlak en goodwill bij de regionale bevolking, bedrijfsleven, culturele en onderwijsorganisaties;
«
de kennis van film, de technische kennis en middelen plus veel ervaring om professionele filmvoorstellingen te realiseren.
»
de beschikking over een groot netwerk van collega-organisaties, filmdistributeurs en lidmaatschap van provinciale, landelijke en Europese branche organisaties.
Het bestuur spreekt nadrukkelijk de intentie uit een actieve bijdrage te blijven leveren aan het culturele klimaat in Oosterhout, door onder meer een constructieve samenwerking met de gemeente en, zo dit financieel haalbaar blijkt, het continueren van haar activiteiten in De Bussel. De concretisering van deze voornemens worden beschreven in het Koersdocument en de Roadmap naar De Bussel Cinema, die u als bijlagen van deze brief aantreft. Subsidiestop U als raad, heeft op 10 juni jl. besloten de subsidie aan Stichting Filmtheater De Bussel met ingang van 2014 te stoppen. Dat betekent bij ongewijzigd beleid het einde van de stichting. Onze bijgevoegde scenario's tonen aan dat wij bereid en in staat zijn zonder gemeentelijke subsidie verder te gaan. Wij hebben vertrouwen in de haalbaarheid van onze voorstellen en zijn vast besloten ze te realiseren. Het zou onze missie echter aanzienlijk verlichten als we tijd en ruimte krijgen de uitgestippelde koers te realiseren met behulp van een realistische "afbouw" subsidieregeling. Als de stichting, zoals ze ook zelf wil, zonder gemeentelijke onverbiddelijke
economische- en marketing
product beschikbaar is des te beter wordt het verkocht ruim, duidelijk en op vaste tijden beschikbaar
De voorstellingen
van het filmtheater
te zijn voor het publiek. Die beschikbaarheid
mate de inkomsten en dus de overlevingskansen de stichting nauwelijks de beschikbaarheid
subsidie werkt, krijgt ze te maken met
wetten. Een van die wetten luidt: hoe gemakkelijker
een
dienen dus zal in hoge
van de stichting bepalen. Door haar huidige positie kan
van ruimte en tijd
beïnvloeden.
Pagina 1 van 2
Gelijkwaardigheid Daarom pleit het bestuur in elke geval voor een gelijkwaardige positie van het filmtheater aan het theater en de bibliotheek. Daarmee doelt het bestuur dan vooral op het maken van de jaarplanning en de beslissingen over het gebruik van de zalen, zolang geen specifieke filmzaal beschikbaar is. Het bestuur is verheugd met de toezegging dat het seizoen 2 0 1 3 / 2 0 1 4 gebruikt kan worden om te experimenteren. Samen met het theater wordt gezocht naar de meest optimale filmplanning op momenten dat de zaal beschikbaar is. Zo kan proefondervindelijk worden vastgesteld of- en welk evenwicht tussen theater en film mogelijk en wenselijk is. Uit het experiment zal ook blijken of voor de toekomst "duale-programmering" werkbaar is. Mocht uit het experiment blijken dat de stichting onvoldoende financiën kan genereren voor een onafhankelijk bestaan, doordat de programmeerruimte te beperkt is en/of de programmatijden te ongunstig zijn, ziet het bestuur zich genoodzaakt uit te zien naar andere huisvesting. Cultureel ondernemerschap Uit het gesprek met de wethouder is ons duidelijk geworden dat De Bussel vooral een theater met twee multifunctionele zalen blijft, waarin naast beroepsgezelschappen ook lokale groepen, H19 en amateurgezelschappen een plaats moeten krijgen. Het lijkt er sterk op dat de gemeente vast blijft houden aan wat inmiddels een achterhaald, en verliesgevend, concept is. Zoals bekend daalt het schouwburgbezoek, terwijl het filmbezoek stijgt. In Oosterhout kunnen we met eigen ogen, maar ook aan de hand van concrete cijfers vaststellen dat deze trend zich ook hier manifesteert. Op basis van de door ons gedane voorstellen zou de exploitatie van De Bussel aanzienlijk kunnen verbeteren door aan één van de twee zalen een permanente filmfunctie toe te kennen. Dat hoeft zeker niet te betekenen dat zo'n zaal dan nooit voor andere activiteiten kan worden gebruikt. Het meest voor de hand liggend zou zijn de kleine zaal te bestemmen voor filmvoorstellingen. In die constructie kan de stichting met vertrouwen het ondernemersrisico dragen dat bij de gekozen koers zonder subsidie past. Commerciële fílms Het vertonen van commerciële bioscoopfilms is voor de gemeente op dit moment niet bespreekbaar. Dat betreuren wij, want wij zien een aantal voordelen. De exploitatie van De Bussel kan verder versterkt worden door een aanbod van commerciële films in een kwalitatief hoogwaardige setting. De stichting beschikt over kennis, ervaring en middelen dat te doen. Door een ruimer filmaanbod: « »
krijgt Oosterhout eindelijk de filmvoorziening waarop al jaren gewacht wordt; groeien bezoekersaantallen van De Bussel, met niet alleen een positieve uitstraling naar theater- en bibliotheekbezoek, maar ook naar de uitgaansvoorzieningen in het centrum;
»
kunnen inkomsten rechtstreeks worden ingezet ten gunste van De Bussel exploitatie;
«
stijgt het aantal bezoeken aan De Bussel, alleen al voor de film, tot gemiddeld 210 per dag.
Tenslotte De door ons gepresenteerde voorstellen leiden weliswaar tot een andere prioriteitstelling voor het gebruik van de zalen, maar veranderen in wezen niets aan de toegekende functies van De Bussel. Ze zitten het beoogde beleid zeker niet in de weg. Wat onze voorstellen wel doen is inkomsten en vooral bezoekers voor De Bussel generen. De Bussel kan daarmee opnieuw uitgroeien tot een dynamische en bruisende culturele ontmoetingsplaats. Want een gebouw waarin veel mensen elkaar ontmoeten maakt gestapelde stenen, metaal en glas, tot een warme, boeiende en inspirerende verblijfplaats. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en zijn voornemens na de vakantieperiode contact met u w fractie op te nemen en onze voorstellen in een persoonlijk gesprek toe te lichten. Bestuur Stichting Filmtheater De Bussel. Secretariaat rechtstreeks: 06 28481597.
Pagina 2 van 2
Bestuur stichting
Koérsdocument Stichting Filmtheater De Bussel Filmtheater D e B u s s e l heeft een lange en bewogen geschiedenis achter zich. In de loop van jaren heeft het filmtheater b e w e z e n krachtig en levensvatbaar in het culturele landschap van Oosterhout te staan. G e z i e n het aantal bezoekers dat jaarlijks d e filmvoorstellingen bijwoont, kan z o n d e r meer gesteld worden dat het voorziet in een behoefte. In dit document beschrijft het bestuur van de Stichting Filmtheater De Bussel welke koers z e wil g a a n in d e periode 2014 - 2017. Met d e z e koers sluit de stichting aan bij de huidige ontwikkelingen van een terugtredende overheid, bezuinigingen en een actievere rol van burgers bij de instandhouding van (culturele) voorzieningen. Daarnaast meent de stichting e e n positieve bijdrage te kunnen leveren aan verbetering van de exploitatie e n het gebruik van D e B u s s e l . Niet alleen door het volgen van de hier beschreven koers, maar ook door een actieve bijdrage te leveren aan de realisatie van de voorstellen zoals die door het stichtingsbestuur gepresenteerd worden in de " R o a d m a p naar D e B u s s e l C i n e m a " . Met de presentatie van dit koérsdocument en de " R o a d m a p naar De Bussel C i n e m a " wil het bestuur van Stichting Filmtheater De B u s s e l een duidelijk signaal afgeven naar gemeente e n collega-gebruikers van De B u s s e l . D e stichting is bereid- e n in staat een constructieve bijdrage te leveren a a n e e n optimaal gebruik van theater D e B u s s e l en het culturele leven in Oosterhout.
Oosterhout, 8 juni 2 0 1 3 Bestuur Stichting Filmtheater De B u s s e l
P i m Buwalda
voorzitter
J a n van den B o s c h
secretaris
B a s Stoop
penningmeester
A d van d e Donk
directeur I programmeur
Bestuur stichting
EįËPfe^
-'
1 Huidige situatie 1.1 Organisatiestructuur Filmtheater De B u s s e l is e e n stichting met één beroepskracht, de directeur/programmeur, die tevens lid is van het stichtingsbestuur. Alle overige taken die noodzakelijk zijn voor het verzorgen van filmvoorstellingen worden door ruim veertig vrijwilligers vervuld. D e stichting is aangesloten bij het Brabantse- en landelijke netwerk van filmtheaters e n erkend lid van d e Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten (NVB).
1.2 Filmaanbod Stichting Filmtheater De B u s s e l is actief als een kleinschalige aanbieder van gespecialiseerde filmprogramma's (Filmhuisfilms) in de gemeente Oosterhout. Daarnaast werkt d e stichting actief s a m e n met scholen en ideële organisaties uit de regio. E r worden vertoningen op externe locaties en in de openlucht verzorgd. O o k worden op gezette tijden kinderfilms en t h e m a - en educatieve programma's a a n g e b o d e n .
1.3 Bereik Het filmtheater ontvangt ongeveer 15.000 b e z o e k e r s per jaar. Vastgesteld kan worden dat huidige bezoekers over het a l g e m e e n ouder zijn dan vijfenveertig jaar. N a a s t het a a n b o d voor volwassenen worden kinderfilms voor d e leeftijd tussen 3 e n 12 jaar a a n g e b o d e n . In samenwerking met onderwijsinstellingen worden jaarlijks enkele films voor basis- e n middelbare scholieren vertoond.
1.4 Huisvesting Het filmtheater is ondergebracht in theater/cultureel centrum D e B u s s e l . De films worden vertoond in d e grote theaterzaal (± 450 stoelen). D e stichting gebruikt de nieuwste digitale technologie die in eigen bezit en beheer is. De professionele, digitale projector is ondergebracht in e e n - provisorische en voor filmvoorstellingen matig geoutilleerde- cabine die niet geluidsdicht is.
1.5 Voorstellingsfrequentie O p veertig w o e n s d a g a v o n d e n worden films voor v o l w a s s e n e n vertoond. Incidenteel worden sommige films niet alleen op de avond, maar ook op w o e n s d a g m o r g e n vertoond. Vijf maal per jaar worden op zondagmorgen en/of middag films vertoond, al dan niet gekoppeld a a n een thema. Elke twee w e k e n worden op w o e n s d a g m i d d a g kinderfilms vertoond. In de huidige praktijk van het filmtheater blijkt w a n n e e r een film gedraaid wordt voor e e n wat jongere doelgroep, de ouderen wegblijven. Omdat de programmeertįjd beperkt is tot slechts één avond per week en een enkele z o n d a g m o r g e n , z o u "Verjonging" van het filmaanbod bijna automatisch tot het verlies van de huidige b e z o e k e r s leiden. In d e maanden juli e n augustus vinden g e e n voorstellingen in D e B u s s e l plaats. W e l worden in die periode vijf openluchtvoorstellingen georganiseerd op zaterdagavonden.
2 Een nieuwe koers D e missie van filmtheater D e B u s s e l is het dagelijks vertonen van artistieke kwaliteitsfilms, bijzondere E u r o p e s e en A m e r i k a a n s e producties, documentaires, films uit de wereldcinema, educatieve programma's en themavoorstellingen voor kinderen, jongeren, d e groep 25 - 4 5 jarigen en de groep van 45 jaar e n ouder. Daarnaast wil het filmtheater voor d e z e groepen a a n film gelieerde culturele en educatieve nevenactiviteiten organiseren.
Pagina 2 van 5
Bestuur stichting 2.1
Organisatiestructuur
Stichting Filmtheater De B u s s e l kiest voor een dynamische organisatiestructuur. Er worden voorstellingen g e b o d e n voor de verschillende leeftijdscategorieën. Niet alleen de film wordt afgestemd op een specifieke leeftijdscategorie, maar ook de hele setting waarin de voorstelling wordt georganiseerd en gepresenteerd. D e organisatiestructuur ziet er als onderstaand uit. Bestuur Programmeur/dir. Techniek P G kinderen
P G jongeren
PG 25-45
P G 45>
vrijwilligers
vrijwilligers
vrijwilligers
vrijwilligers
D e afzonderlijke programmagroepen ( P G ) hebben hun eigen verantwoordelijkheid en w e r k e n onder begeleiding van de directeur/programmeur - binnen de kaders van de filmtheater missie aan werving van vrijwilligers, sponsors, programmering, P R en organisatie van hun voorstellingen. D e directeur/programmeur blijft eindverantwoordelijk voor de programmering, maar volgt de adviezen van de programmagroepen. De programmagroepen worden gestimuleerd ook andere creatieve (thema)activiteiten te organiseren die goed aansluiten bij hun filmaanbod. Elke programmagroep beschikt over een eigen en vaste programmatijd. P e r m a a n d kan elke programmagroep één zondag(ochtend)-special bieden. Bestuur e n de directeur/programmeur dragen bijzondere zorg voor doorstroom van vrijwilligers uit d e kinder- en jongeren programmagroep naar andere programmagroepen en stimuleren de aanvulling met nieuwe vrijwilligers, voor d e z e groepen. Hiermee wordt bereikt dat aanbod blijft aansluiten op leeftijdscategorieën. D e techniek wordt gevormd door een of meer operateurs die (al dan niet beroepsmatig) organisatie breed werken.
2.2 Bestuursfuncties D e belangrijkste taken van het bestuur zijn het bewaken van de missie en het s c h e p p e n v a n voorwaarden die betrokken beroepskracht(en) en vrijwilligers in staat stellen de realisatie v a n d e missie mogelijk maken. Het bestuur bestaat uit leden die beschikken over verschillende vaardigheden w a a r m e e de directeur/programmeur kan worden ondersteund. E r wordt g e k o z e n voor een bestuur van maximaal vijf personen. Naast voorzitter, secretaris en penningmeester, zijn er de functie communicatie en de functie interne contacten (met programmagroepen en vrijwilligers). D e functie communicatie ondersteunt/adviseert de directeur/programmeur onder meer bij het ontwikkelen van een P R format voor de verschillende programmagroepen en het brengen v a n s a m e n h a n g in de P R van verschillende programmagroepen. Daarnaast beoordeelt de persoon die d e z e functie invult externe communicatie, de website en stimuleert en initieert het gebruik v a n nieuwe (sociale) media voor P R doeleinden. D e functie Interne contacten ondersteunt/adviseert de directeur/programmeur onder meer bij het opzetten en c o a c h e n van werkgroepen. Daarnaast krijgt de persoon die d e z e functie invult de rol Pagina 3 van 5
Bestuur stichting i van e e n soort belangenbehartiger/ aanspreekpunt voor vrijwilligers. D e inhoud van alle bestuursfuncties en verantwoordelijkheden worden formeel beschreven in een nieuw op te stellen huishoudelijk reglement.
2.3
Functie directeur I programmeur
D e directeur / programmeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van d e activiteiten en realisatie van de organisatiestructuur. Hij stuurt betrokken vrijwilligers en eventuele beroepskrachten a a n . Hij krijgt daarbij ondersteuning van het bestuur. Dit brengt e e n taakverandering met zich m e e . Er wordt bekeken wat d e consequenties zijn voor zijn tijdsbesteding e n huidige taken. De directeur/programmeur legt verantwoording af a a n het bestuur. Het is juridisch niet correct dat een beroepskracht in het bestuur van d e stichting zit waar hij is gedetacheerd I in dienst is. Het lijkt verstandig dit recht te trekken z o d r a d e situatie binnen de stichting stabiel is. D e directeur I programmeur wordt als adviseur aan het bestuur toegevoegd. De huidige formele arbeidsrelatie tussen directeur I programmeur en de stichting blijft - wat het bestuur betreft - gehandhaafd tot een nader vast te stellen moment, waarop de stichting het dienstverband voor eigen rekening kan n e m e n .
2.4
Programmafrequentie
In dit koérsdocument wordt er van uitgegaan dat het filmtheater dagelijks meerdere voorstellingen realiseert in de nieuwe kleine z a a l . E r wordt nadrukkelijk ook uitgegaan van meerdere programma's ook op de vrijdag, zaterdag e n z o n d a g . D e kleine z a a l is wat de stichting betreft uitsluitend ingericht voor de vertoning van films, al zijn er natuurlijk ook andere activiteiten mogelijk. Dit maakt een g o e d e afstemming tussen theater- bibliotheek en filmtheater en e e n zorgvuldige langere termijn planning noodzakelijk. Het filmtheater wil van d e zomerstop af en naast d e openluchtvoorstellingen - in De B u s s e l het gehele jaar door films vertonen.
3 Prognose Hierna vindt u e e n korte prognose van het verwacht aantal b e z o e k e r s in de periode 2014 - 2017 en de financiële consequenties die voortvloeien uit d e voorgestelde koers. Bij het opstellen v a n de prognose is gebruik gemaakt van C B S bevolkingsgegevens per 1 januari 2013. Uit ervaring weet het filmtheater dat haar bezoekers niet alleen uit Oosterhout komen, maar ook uit omliggende gemeenten. Het betreft Drimmelen, Geertruidenberg, Dongen en Gilze-Rijen. D e prognose is verder g e b a s e e r d op cijfers van het Nederlands V e r b o n d van Bioscoopexploitanten en G e r a r d Bunnik C o a c h i n g S Reorganisatie. Dit cijfermateriaal dateert e v e n e e n s uit 2013. D e bevolking in d e regio die het filmtheater bestrijkt is als volgt o p g e b o u w d : Gemeenten
Totaal
6 -14 jaar
15-29 jaar
30 -44 jaar
45-79 jaar
Dongen
24151
3077
4160
4799
11125
Drimmelen
25536
3068
4135
4760
12505
Geertruidenberg
20336
2473
3447
4297
9318
Gilze en Rijen
24485
3137
4188
4917
11318
24288 8445 9973 6183 51091 Oosterhout 68554 24375 28746 17938 139613 Totalen G e m i d d e l d bezoekt 10 7o v a n d e Nederlandse bevolking tussen de z e s en negenenzeventig jaar het filmtheater 2,5 keer per jaar. V a n jongeren tussen 15 en 2 9 jaar bezoekt 15 Zo jaarlijks het filmtheater 4 keer of meer. 0
0
Bij d e berekening is uitgegaan dat 45 7o v a n d e recette besteed dient te worden a a n filmhuur e n dat 35 7o van de winst gebruikt wordt voor d e opbouw van eigen vermogen. D e overblijvende netto winst is beschikbaar voor huisvesting. Het ingebrachte bedrag per s p o n s o r is voor d e z e berekening gesteld op C 500,00 per sponsor. Met de mogelijkheid van film- en/of lokale reclame 0
0
Pagina 4 van 5
iff"
Bestuur stichting tijdens voorstellingen is nog geen rek ening gehouden. Evenmin met eventuele subsidies vanuit de provincie. D e berekening is g e b a s e e r d op het geven van voorstellingen gedurende 50 w e k e n per jaar. V o o r Oosterhout worden de volgende cijfers geprognotiseerd, uitgaande dat het filmtheater d e enige filmvoorziening is. In de " R o a d m a p naar D e B u s s e l C i n e m a " , worden d e hierboven gebruikte cijfers en a a n n a m e s uitgebreid beschreven en onderbouwd.
Omschrijving / jaar
2014
2015
0
8,5 7o 11867 2,3 27294 50 750 ē 7,50 « 7,50
Percentage bezoekers Aantal bezoekers Aantal bezoeken pp - pj Aantal bezoeken Aantal productieve weken pj Aantal leden Prijs entree Prijs lidmaatschap Entreeprijs leden Aantal sponsoren
e
2016
2017
11,00/0
12,00/0
15357 2,5 38394 50 1250 C 8,00 C 12,50 C 6,50 12
16754 2,6 43559 50 1500 ē 8,50 ê 15,00 ê 7,00 15
o
10,5 Zo 14659 2,4 35182 50 1000 « 7,50 c 10,00 6 6,00 9
6,00 6
Bovenstaande cijfers leiden tot de onderstaande financiële prognose. Financiële pro gno se Baten Entreegelden Vriendenpas Sponsoring Reclame Totale baten Lasten Personeel Afschrijvingen Huisvestingskosten Film huur Marketing Rechten en transportkosten Educatieve activiteiten Overige exploitatiekosten Totale lasten Winst/verlies Opbouw eigen vermogen Beschikbaar voor huisvesting
2014
2015
2017
2016
C 202.120,06 5.625,00 3.000,00 C 210.745,06
263.523,57 10.000,00 4.500,00 ē 274.918,57
302.836,10 15.625,00 6.000,00 324.461,10
365.078,68 22.500,00 7.500,00 C 395.078,68
65.000,00 11.000,00 92.118,40 c 8.500,00 7.500,00 5.000,00 c 12.500,00 C 201.618,40
70.000,00 11.000,00 118.740,86 10.000,00 8.000,00 5.500,00 12.500,00 235.740,86
75.000,00 11.000,00 138.216,87 12.500,00 8.500,00 6.000,00 12.500,00 263.716,87
ê
C
9.126,66 3.194,33 5.932,33
e
« c ê c
c 39.177,71 c
13.712,20 25.465,51
«
«
C
60.744,23 21.260,48 39.483,75
80.000,00 11.000,00 166.614,15 15.000,00 c 9.000,00 6.500,00 « 13.000,00 301.114,15
C
93.964,52 32.887,58 61.076,94
Oosterhout, 8 juni 2 0 1 3 Bestuur Stichting Filmtheater D e B u s s e l
Pagina 5 van 5
GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 2013 I
Roadmap naar De Bussel Cinema Zet met De Bussel Cinema in op filmaanbod voor een breed publiek: f a m i l i e s , kinderen, jongeren, volwassenen.. Profileer D e Bussel C i n e m a met een potentieel v a n 50.000-75.000 f ilmbezoeken per jaar in een eenduidig concept 'Bussel Theater, C i n e m a , Cultuur Sc Amusement'. Presenteer voor uiteenlopende doelgroepen van vroeg tot laat een gevarieerd cultureel aanbod. Positioneer een vernieuwde Bussel met cinema, theater, b i b l i o t h e e k en. grand c a f é als gastvrije h u i s k a m e r en place to be voor cultureel Oosterhout. L e g hiermee de basis voor een. versterkt cultureel ondernemerschap en tel u i t je winst!
GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
Management Summary Het bestuur van Stichting Filmtheater De Bussel te Oosterhout heeft Gerard Bunnik als adviseur gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor uitbereiding van het filmaanbod. Bovendien worden mogelijkheden onderzocht die een positieve bijdrage leveren aan de exploitatie van De Bussel. Uitdrukkelijk is gevraagd ook scenario's mee te nemen waarin naast het huidige filmhuisaanbod, een breder aanbod van bioscoopfilms aan de orde komt. Het filmbezoek i n Nederland zit al jaren sterk i n de lift. In 2012 was het bezoek aan filmfestivals, bioscopen en filmtheaters in Nederland goed voor r u i m 30 miljoen filmbezoeken (bron Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten 2012). Bewoners uit Oosterhout en de vier direct omliggende gemeenten (Dongen, Drimmelen, Geertruidenberg en Gilze en Rijen) zijn voor hun filmaanbod v r i j w e l geheel aangewezen op andere gemeenten. Bij een landelijke gemiddelde van 1,8 filmbezoeken per inwoner vertegenwoordigen ze een regionaal potentieel dat oploopt tot 275.000 filmbezoeken per jaar (153.000 X 1,8). Door het ontbreken van een bioscoop en de beperkte programmeringsmogelijkheden van Filmtheater de Bussel blijft dit' potentieel voor Oosterhout vrijwel geheel onbenut. Het gevolg hiervan is onder meer ook is het mislopen van een stevige omzet in de uitgaansmarkt, horeca, winkels en amusement. Steeds meer (film-)cultuur liefhebbers vergeten de afslag naar De Bussel. Tijd voor een slim plan! Voor Stichting Filmtheater zijn voldoende argumenten aan te dragen voor een succesvolle uitbreiding van het huidige filmprogramma. Het bijzondere filmhuisaanbod doet het immers goed. Het bestuur is van mening dat vestiging van bioscoop-aanbod i n theater de Bussel zicht biedt op een aanzienlijke verbetering van gebruik en exploitatie van het theater. Programmeren van film i n de weekenden zal ook een positieve uitstraling hebben naar de omliggende centrumvoorzieningen. Deze Verkenning en marktanalyses leiden tot twee toekomstscenario's voor De Bussel Cinema. Scenario 1 voorziet door uitbreiding van filmtheatervertoningen i n een stijging van het aantal filmbezoeken van 15.000 naar 40.000 jaarlijks. Scenario 2 gaat een flinke stap verder door i n te zetten op een combinatie van theater-, bioscoop- en filmtheateraanbod. Het bestuur is op basis van de hierna gepresenteerde cijfers overtuigd dat 75.000 filmbezoeken jaarlijks realistisch zijn.
GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
(...)"Het Oosterhoutse gemeentebestuur wil daarom in deze bestuursperiode, samen met zijn maatschappelijke partners, de contouren schetsen voor een voorzieningenniveau waarmee Oosterhout nog decennia vooruit kan. (...) Juist om die reden is ervoor gekozen in dit proces nauw met onze maatschappelijke partners op te trekken. In de eerste plaats omdat het zonde zou zijn de expertise onbenut te laten die de in Oosterhout actieve instellingen hebben. Daarnaast is er het besef dat het gemeentebestuur weliswaar zelf tal van ideeën kan ontwikkelen, maar dat het voor de realisatie daarvan toch in hoge mate afhankelijk is van zijn maatschappelijke partners. En bovendien biedt een dergelijke aanpak mogelijkheden tot het verkennen en sluiten van nieuwe allianties tussen partijen onderling. Een dergelijke aanpak past dus bij uitstek bij de nieuwe, orkestrerende rol van de lokale overheid: de omstandigheden creëren waaronder anderen ontwikkelingen tot stand kunnen brengen.(...)" Uit: Samen met de partners in Focus op 2013 f inhoudelijk deel Perspectiefnota 2013 Gemeente Oosterhout
Vraagstelling Het bestuur heeft Gerard Bunnik gevraagd als onafhankelijk adviseur voor cinema, cultuur en maatschappelijke organisaties aan te geven, hoe filmtheater De Bussel een bijdrage kan blijven leveren aan het culturele leven i n Oosterhout en aan de exploitatie van De Bussel. In een aantal afgeleide vragen w o r d t aandacht gevraagd voor trends en ontwikkelingen van het filmbezoek en de vertaling ervan naar toekomstscenario's voor Oosterhout De gemeente Oosterhout, gesitueerd i n West Brabant, ontwikkelt ambitieuze plannen voor het centraal stadsgebied. Daarin voorziet de gemeente ook voor Theater De Bussel een rol als moderne voorziening voor cultuur. Voor bibliotheek, theater, muziek, film en horeca benoemt de gemeente theater De Bussel als een vernieuwde accommodatie met een versterkte exploitatie. Filmtheater De Bussel trekt nu r u i m 15.000 bezoeken per jaar. Dit w o r d t bereikt met een beroepskracht en r u i m veertig vrijwilligers. Zij zorgen voor een aanbod van arthouse-, filmhuis-, kinder- en jeugdfilms, specials, festivals, educatieve activiteiten, lezingenreeksen, cursussen en bijzondere (openlucht) vertoningen. Het bestuur van Stichting Filmtheater De Bussel w i l als belangrijke gebruiker van theater De Bussel een constructieve bijdrage leveren aan de Oosterhoutse ambities en planontwikkelingen.
Toekomstscenario's voor De Bussel Cinema Nederland kent een sterk groeiend en breed filmaanbod dat, verdeeld over een grote diversiteit aan vertoningsplaatsen, een sterk groeiend publiek weet te bereiken (zie bijlagen). De kracht van het succes schuilt voor een belangrijk deel in een gedifferentieerde marktbenadering. Hierbij w o r d e n dezelfde films steeds vaker via verschillende vormen van filmvertoning gepresenteerd voor te onderscheiden publieksgroepen met op maat gesneden service en horeca. Die verschillende vormen zijn bijvoorbeeld de multiplex, bioscoop, filmtheater, filmhuis en cultureel podium. Oosterhout heeft geen bioscoop. De regio West Brabant kent naast bioscopen in Breda, Etten-Leur, Tilburg enkele filmtheaters, waaronder filmtheater De Bussel. Een groeiend publieksaandeel voelt zich steeds meer aangetrokken tot kleinere accommodaties waar aandacht is voor extra service, ambiance en een breder cultureel profiel, als reactie op de grootschalige multiplexen. Dit verklaart voor een deel het succes van de filmtheaters. Deze ontwikkelingen pleiten daarom sterk voor de vestiging van bioscoop en filmtheater i n De Bussel. 4
GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 2013 I
Met de versterking van grootschalig commercieel filmaanbod in de regio (Breda en Tilburg) groeit het belang voor de versterking van het aanbod in Oosterhout. Oosterhout heeft ongeveer 53.600 inwoners. De regio waaruit de bezoekers van het filmtheater afkomstig zijn (Dongen, Drimmelen, Geertruidenberg en Gilze en Rijen) zijn samen met Oosterhout goed voor r u i m 153.000 inwoners. Bij een landelijke gemiddelde van 1,8 per filmbezoeken per inwoner is hiermee i n de regio een publiekspotentieel oplopend tot 275.000 filmbezoeken per jaar aanwezig. Dit vertegenwoordigt een p o t e n t i ë l e omzet oplopend tot r u i m š 2.500.000,00 (excl. horeca). (Zie bijlagen 3.) De r u i m 153.000 inwoners uit de vijf gemeenten zijn voor een belangrijk deel van hun filmaanbod aangewezen op filmvertoningen i n andere steden. De lokale Oosterhoutse markt loopt hierdoor een s u b s t a n t i ë l e omzet mis in de uitgaansbranche.
De regio Oosterhout (incl. Dongen, Drimmelen, Geertruidenberg, Gilze en Rijen) kent een publiekspotentieel voor filmbezoek (bioscoop en filmtheater) oplopend tot 275.000 filmbezoeken per jaar, C 2.500.000,- omzet (excl. horeca). Een vernieuwde f i l m en theater combinatie voor De Bussel biedt i n dat perspectief ook uitzicht op de versterking en profilering van De Bussel als een aangename, gastvrije en prettige plek in de stad. Naast een breed en laagdrempelig aanbod van kunst, amusement, theater, dans en muziek is het een uitdaging een uitgebreidere filmvoorziening te realiseren met een breed filmaanbod. De Bussel kan zo een aantrekkelijke positie innemen in de regio als alternatief voor grootschalige multiplexen. Voor Oosterhout zou een vernieuwde film en theater combinatie voor De Bussel ook aansluiten bij ambities als familie-stad, uitgaanscentrum en huiskamer voor stad en regio. Een unique selling point: een combinatie van filmaanbod en theaterprogrammering, met een goede service, gericht op een breed publiek. Een dergelijke vernieuwde film en theater combinatie zal het culturele ondernemerschap voor De Bussel versterken.
Filmtheater De Bussel en Theater De Bussel Theater en filmvertoning v o r m e n een goede combinatie. Filmhuisfilms en bioscoopfilms worden ook steeds vaker gecombineerd i n é é n accommodatie. Dit sluit aan bij de trend w a a r i n c o m m e r c i ë l e (profit) en ideële (non-profit) exploitatie van theater en cinema gecombineerd worden. Lokale samenwerking wordt, zeker onder de huidige economisch omstandigheden, ook binnen de culturele sector steeds belangrijker. Oosterhout vormt hierop geen uitzondering. De aanwezigheid van het eerder geschetste grote publiekspotentieel voor film vraagt om nieuwe scenario's en vormen van samenwerking i n Oosterhout. Als belangrijke gebruiker van theater De Bussel heeft Stichting Filmtheater De Bussel een geheel eigen taakstelling en opdracht (zie koérsdocument).
- V \
S
G B C & R /Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131 1
Combinaties van theater, bibliotheek en andere culturele voorzieningen met een breed filmaanbod leggen de basis voor sterke culturele ondernemingen. Landelijk zijn er een aantal voorbeelden waarin deze combinaties succesvol functioneren. Deze zijn onder meer te vinden in Amstelveen (Schouwburg), Tiel (Agnietenhof), Alblasserdam (Landvast), Dronten (Meerpaal, Gouda (Stichting Schouwburgcomplex ļ Arcade), Hoofddorp (Schouwburg Hoofddorp De Meerse), IJsselstein (Fulcotheater) en Zeist (Figi). Voorbeelden van sterke culturele ondernemingen, waarbij de goed lopende filmexploitatie een belangrijke basis vormen.
Marktpotentieel Filmbezoek Oosterhout Ter onderbouwing van het marktpotentieel zijn algemene landelijke cijfers vertaald naar de Oosterhoutse situatie. Hieruit worden voor deze Roadmap twee kansrijke toekomstscenario's voor De Bussel geschetst. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een eigen geanonimiseerde database (Bron: GB C â R 2013) en vanuit de branche beschikbare data (Nederlands Vereniging van Bioscoopexploitanten). De landelijke cijfers tonen aan dat een aanbod van bioscoop en filmtheaterprogramma's i n Oosterhoutvoor een accommodatie als De Bussel een publiekspotentieel heeft van 75.000 filmbezoeken per jaar. Door de combinatie met een bioscoop, kan het aantal filmbezoeken i n Oosterhout zelfs oplopen tot 275.000 per jaar.
Een combinatie Theater Į Fi lm in een vernieuwde Bussel biedt uitzicht op een breed, sympathiek publieksprofiel, aantrekkelijke ambi ance en aanbod van theater met bioscoop- en filmhuisfilms en een sterk cultureel ondernemerschap. Uitbreiding van filmactiviteiten naast het huidige Theateraanbod van De Bussel is hierna uitgewerkt in twee scenario's. Scenario 1: theaterfunctie (450 stoelen) en Inzet: Filmaanbod: Rekenmodel:
fílmthea ter
(200 stoelen)
dagelijkse filmvertoning in de kleine zaal (200 stoelen). arthouse- en filmhuisfilms. 1 zaal, 200 stoelen gemiddeld 2,5 vertoningen per dag 0
bezetting van 30-40 Zo met potentieel 40 -45.000 filmbezoeken per jaar. Organisatie:
huidige exploitatieopzet (kleine staf met vrijwilligers).
Rendement:
oplopend tot ^ 100.000,00 per jaar.
Bijlage 1:
meerjarenraming 2014-2017 scenario 1.
GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
Scenario 2: theater- en fílmfunctie (450 stoelen) en filmtheater (200 stoelen) Inzet:
dagelijkse filmvertoning in de kleine zaal (200 stoelen] gecombineerd met de inzet films in de grotere theaterzaal voor films (450 stoelen) op minimaal vier van zeven dagen en bij voorkeur i n de weekenden.
Filmaanbod: Rekenmodel:
bioscoopfilms, arthouse- en filmhuisfilms. Kleine zaal (200 stoelen) 40 - 45.000 bezoeken per jaar Grote zaal(450 stoelen) vier tot vijf dagen per week gemiddeld 2,5 vertoningen per dag tot 200 per jaar. bezetting van 30-40^0 met potentieel 50 -67.000 filmbezoeken per jaar.
Organisatie:
gedeeltelijke professionalisering (2-3 betaalde medewerkers)
Rendement:
oplopend tot š 200.000,00 per jaar.
Bijlage 2:
meerjarenraming 2014-2017 scenario 2.
Op dit moment is er vanuit Stichting Filmtheater De Bussel onvoldoende zicht op de exploitatie en gebruiksplannen van theater De Bussel. Om scenario 1 te realiseren is het noodzakelijk de kleine zaal (200 stoelen) in te richten voor permanente filmvertoning. Om scenario 2 te realiseren is het noodzakelijk de grote zaal (450 stoelen) multifunctioneel in te richten, zodat ook daar filmvertoning mogelijk is.
Uitgangspositie filmexploitatie De Bussel Stichting Filmtheater De Bussel is landelijk erkend als filmvertoner. Ze is, samen met 100 andere zelfstandige filmtheaters, lid van de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten (NVB). Dit geeft de filmvertoning in Oosterhout toegang tot uitgebreide aanvullende service en ondersteuning, gespecialiseerde leveranciers en een sterk regionaal en (inter-) nationaal netwerk van werkrelaties, contacten, informatievoorzieningen en regelingen. Het filmtheater is aangesloten bij het regionale netwerk dat is georganiseerd i n het Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur (BKKC), maar ook bij Europa Cinemas. Deze contacten geven toegang tot provinciale, landelijke en Europese subsidies voor het organiseren van bijzondere evenementen als Cinekid en landelijke festivals (Eye). Door het NVB lidmaatschap is het filmtheater gerechtigd films te vertonen van alle Nederlands filmdistribiteurs. Bovendien kan Stichting Filmtheater De Bussel door dit lidmaatschap gebruik maken van verschillende subsidiemogelijkheden, waaronder een bijdrage voor de inrichting van filmzalen. De filmactiviteiten van De Bussel beschikken daarmee bij voorbaat al over een sterke startpositie.
GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 2013 I
Met Stichting Filmtheater De Bussel beschikt Oosterhout over sterke landelijk en regionaal erkende expertise en een goede basis voor de verkenningen van de kansen voor doorontwikkeling van de filmfunctie van De Bussel. De huidige accommodatie is voor beide geschetste scenario's (publieksruimten, sanitaire voorzieningen et cetera) toe aan renovatie. Ook filmpubliek is alleen met extra aanvullende argumenten (specials, horeca, service) te mobiliseren. Alleen een versterkte organisatie opzet en een vernieuwd gebouw biedt hier echte kansen. Voor welke organisatiemodel ook gekozen wordt, het is zinvol de bestaande expertise en het netwerk van Stichting Filmtheater De Bussel te blijven benutten.
Gerard Bunnik 7 GBCR 7 Deventer 2013 f Voor Stichting Filmtheater De Bussel f
'i
8 ' GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
Bijlagen R o a d m a p
naar De Bussel Cinema
Bijlage 1.
Meerjarenraming Exploitatie Cinema Scenario 1 De Bussel
10
Bijlage 2.
Meerjarenraming Exploitatie Cinema Scenario 1 De Bussel
11
Bijlage 3.
Randvoorwaarden Filmaanbod De Bussel
11
Bijlage 4.
Financieel kader en meerjarenraming
13
Bijlage 5.
Scenario's De Bussel Cinema
14
Bijlage 6.
Actuele trends en ontwikkelingen filmvertoning
17
Bijlage 7.
Begripsbepalingen filmvertoningen
22
Bijlage 8.
Financiële kaders (her-)huisvesting
26
GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
Meerjarenraming Exploitatie Cinema Scenario 1 De Bussel (Bijlage 1 Advies GBCR 2013) Basis scenario 2014 Prijs per kaartje
8
(gemiddeld)
8
2017
9
9
0
0
0
0
25
30
25.000
30.000
35.000
40.000
200.000
240.000
297.500
360.000
0
0
0
18.750
21.250
27.000
per jaar
Aantal bezoek ers (openstelling 7/7 met 200 stoelen)
2016
25
Netto opbrengst horeca per bezoeker pm Kosten lidmaatschap
2015
30
Baten Recette Doorberekening Horeca opbrengst Opbrengst lidmaatschappen (750-1000)
0 30.000
Subsidies Provincie en Fondsen
7.500
7.500
7.500
7.500
Reclame en sponsoring
3.000
4.000
5.000
6.000
229.250
272.750
337.000
403.500
Filmhuur (45 /»)
90.000
108.000
133.875
162.000
Speciale programmakosten (opening 2014, lezingen, reeksen, thema's)
10.000
10.000
15.000
15.000
Totaal Lasten 0
0
0
0
0
Personeel 1 administratie en beheer (van 1,0 naar 1,5 FTE)
60.000
60.000
75.000
90.000
Vrijwilligerskosten (PM)
20.000
25.000
25.000
30.000
8.000
8.000
12.000
12.000
Huisvestingskosten (PM)
Reserveringen (formatie en techniek)
0
0
0
37.500
45.000
52.500
2.500
2.500
2.500
228.000
258.500
315.875
Afschrijvingen overigen (PM) Publiciteit en Educatie 1 factor EUR 1,50 per bezoeker Diversen (onderhoud/ energie/ schoonmaken/ozb) Totaal Resultaat voor gemeentelijk e
subsidie
Subsidie Gemeente (VNG-norm C1,- per inwoner) Resultaat Bouwkosten en inrichting pm I geen afschrijvingen
Deventer, 04 06 2013 GBCR 10 GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 2013 Į
f.250 55.000 56.250
14.250 55.000 69.250
21.125 60.000 81.125
0 60.000 2.500 371.500 32.000 60.000 92.000
Meerjarenraming Exploitatie Cinema Scenario 2 zalen De Bussel (Bijlage 2 Advies GBCR 2013) Basis scenario 2014 Prijs per kaartje
(gemiddeld)
per jaar
Aantal bezoekers (openstelling 7/7 200 stoelen plus 4/7 450 stoelen)
2016
2017
8
8
9
9
0
0
0
0
25
25
30
30
25. 000
45.000
65.000
75.000
200 000
360.000
552.500
675.000
Netto opbrengst horeca per bezoeker pm Kosten lidmaatschap
2015
Baten Recette Doorberekening Horeca opbrengst
0
0
0
0
18 750
18.750
37.500
45.000
Subsidies Provincie en Fondsen
7 500
7.500
7.500
7.500
Reclame en sponsoring
3 000
5.000
7.500
7.500
229 250
391.250
605.000
735.000
Filmhuur (45 /.,)
90 000
162.000
248.625
303.750
Speciale programmakosten (opening 2014, lezingen, reeksen, thema's)
10 000
10.000
15.000
15.000
Opbrengst lidmaatschappen (750-1500)
Totaal Lasten 0
0
Huisvestingskosten (PM) Personeel 1 administratie en beheer (van 2,0 naar 3,0 FTE)
80 000 0
Vrijwilligerskosten (PM) Reserveringen (formatie en techniek)
8 000 0
Afschrijvingen overigen (PM) Publiciteit en Educatie 1 factor EUR 1,50 per bezoeker Diversen (onderhoud/ energie/ schoonmaken/ozb) Totaal Resultaat voor gemeentelijke
subsidie
Subsidie Gemeente (VNG-norm C 1,- per inwoner) Resultaat Bouwkosten en inrichting pm I geen afschrijvingen
Deventer, 04 06 2013 GBCR
11 GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
37 500
0 80.000
0 100.000
0 8.000
115.000
0 12.000
0 67.500
0
0 12.000
0 97.500
0 112.500
5 000
10.000
10.000
10.000
230 500
337.500
483.125
568.250
-1.250 55 000 53.750
53.750 55.000 108.750
121.875 60.000 181.875
166.750 60.000 226.750
Bijlage 3. Randvoorwaarden Filmaanbod De Bussel Ter onderbouwing van Scenario's voor de toekomstige filmexploitatie i n De Bussel zijn een aantal vergelijking en cijfermatige analyses ingebracht. De conclusies zijn ingebracht in twee i n de Verkenning hier gepresenteerde scenario's voor resp. een uitbouw van de huidige combinatie theater en filmtheaterfunctie (scenario 1) en een geheel vernieuwde combinatie van theater, filmtheater- en bioscoopprogrammering (scenario 2). Allereerst is het landelijk beeld in kaart gebracht met uitsluiting van de grootste gemeenten. Geanalyseerd voor Nederland (50 plaatsen tot 175.00 inwoners) laat het filmbezoek het volgende beeld zien: Score
-
NL - filmbezoeken
Filmbezoek (bioscopen * fi lmtheaters) per inwoner (NL)
1,8
Filmbezoek (bioscopen + filmtheaters) per inwoner (Noord-Brabant)
1,8
Filmschermen per 100.000 inwoners (NL)
21
Filmschermen per 100.000 inwoners (Noord-Brabant)
22
Filmbezoek per plaats (50 plaatsen > 132.000 p/j)
534.900
Filmbezoek per plaats (160 plaatsen)
191.000
Filmtheaterbezoek als "A inwoners (NL)
14,3 94
Filmtheaterbezoek als 94 filmbezoek NL
7,8 94
Filmtheaterbezoek per plaats (101)
23.663
Bezoek per filmtheater per scherm (167 schermen - 2012) (Schema 1: Analyse GBCR cijfers NVB 2011-2012
f GB
14.169
Database)
Zowel filmbezoek i n het algemeen als bezoek aan filmtheaters laten hier toegerekend naar inwoneraantal en aantal bioscopen en schermen een aantal kengetallen zien die zich goed lenen voor een nadere analyse gericht op de regionale en lokale situatie i n West Brabant en Oosterhout en 4 omliggende gemeenten (Dongen, Drimmelen, Geertruidenberg, Gilze en Rijen) zonder filmvoorzieningen. De landelijke cijfers doorgerekend naar O osterhout (53.686 inwoners) en de regio inclusief de 4 omliggende gemeenten (O osterhout plus Dongen, Drimmelen, Geertruidenberg, Gilze en Rijen (153.176 inwoners) leveren het volgende beeld op. Landelijke filmbezoekscores van 1,8 per inwoner per jaar, geanalyseerd naar de regionale en lokale O osterhoutse situatie leveren een potentieel op van r u i m 95.000 voor O osterhout (96.635) en 275.000 filmbezoeken (281.117) per jaar voor de regio (5 gemeenten). De feitelijke situatie laat een geheel ander beeld zien: Issue
NL
Filmbezoek per plaats (160)
191.000
O osterhout 15.000
23.663
15.000
V Filmtheaterbezoek per plaats (101)
u - - i į t l 2 : GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 2013 I
: SST *
Bezoek per filmtheater per scherm (167)
14.169
15.000
Filmtheaterbezoek als 94 inwoners (NL)
14,3 94
2994
Filmtheaterbezoek als 94 filmbezoek
7,8 94
10094
Filmbezoek als 94 inwoners
18094
29 94
(Schema: Analyse GBCR cijfers NVB 2011/GB Database
2012)
Uitbreiding van de exploitatie van De Bussel naar een gecombineerd programma van Theater en Film voor een breed publiek biedt i n meerdere scenario's kansen (delen van] een marktpotentieel te ontsluiten oplopend tot 275.000 bezoeken per jaar en omzet van r u i m š 2 miljoen (excl. horeca). Versterkte samenwerking van De Bussel, Gemeente en Stichting Filmtheater De Bussel biedt een sterke basis en expertise voor de verdere verkenning van (financiële) scenario's en versterking van het cultureel ondernemerschap van De Bussel. Aanbevolen wordt als Stichting Filmtheater met Gemeente en De Bussel een constructieve werkrelatie aan te gaan i n het belang van de continuering van eigen inzet en een versterkt cultureel ondernemerschap van en voor Theater De Bussel.
Bijlage 4: Financieel kader en meerjarenraming Op basis van de hier voor Cinema De Bussel en de Stichting Filmtheater De Bussel uitgevoerde analyse en marktprognoses en de benoemde ambities met de uitbreiding van de accommodatie en outillages is een financieel kader en meerjarenraming uitgewerkt bij een bezoek oplopend van 75.000 - 100.0000 per jaar (excl. outdoor specials).
Input M e e r j a r e n r a m i n g D e B u s s e l C i n e m a 2 0 1 4 - 2 0 1 7 Combinatie Theater/ Filmtheater en Bioscoop Prijs per kaartje (oplopend van C 8 , - (filmhuis) tot C 1 2 , 5 0 (bioscoop) Opbrengst Horeca (C 3 , - p/b) Lidmaatschap per jaar filmhuisfunctie (oplopend van C 1 5 , - to C 1 7,50 per jaar) Bezoeken (oplopend van 5 0 . 0 0 0 - 1 0 0 . 0 0 0 p/j) Filmhuuríó aflopend van 4 5 96 naar 35 96 Huisvestingslasten pm Personeelkosten vanaf 2 FTE + vrijwilligers (oplopend t o t e 6 0 . 0 0 0 , - p/j)
Baten Recette o p l o p e n d van C 8 , - t o t C 12,50 p / b Horeca (pacht-)opbrengst o p l o p e n d vanaf EUR 1, - p / b Opbrengst leden (oplopend tot 1.000 leden p/j)
Lasten •S?" GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 2013 f
Filmhuur (aflopend naar 45 X) Handeling I Booking (oplopend tot 5 X) Huisvesting I Huur na verrekeningen realisering ļ p m Personeel 1 administratie en beheer (intern pm) Personeel C i n e m a (2 FTE plus vrijwilligersinzet) o p l o p e n d t o t C 6 0 . 0 0 0 , - p/j Publiciteit en Educatie j factor EUR 1,20 per b e z o e k e r Diversen (Eur 1 2 5 , - pZm2) (S choonmaak/ belasting ļ verzekering I energie)
Op basis van de hier (deels) g e ï n d e x e e r d e baten en lasten is met i n achtneming van een aantal op p m te plaatsen posten (Horeca, Huisvesting Į Afschrijving) een globaal resultaat voor filmexploitatie in te schatten voor subsidie en sponsoring oplopend tot « 2 5 0 . 0 0 0 , p e r jaar.
Bijlage 5: Scenario's De Bussel Cinema Ten behoeve van de verdere uitwerking van de toekomstige gecombineerde Theater/Film Exploitatie voor een vernieuwd Theater De Bussel zijn actuele trends en ontwikkelingen geschetst (bijlage 1). Vervolgens zijn vertalingen gemaakt naar de lokale Oosterhoutse situatie, marktpotentieel, randvoorwaarden en aanvullende financiële kaders (bijlage 2) gesteld. Meerdere scenario's gericht op het ontsluiten van een groter potentieel filmpubliek voor combinaties van Theater en F i l m zijn denkbaar: door structurele uitbreiding van het huidige (film) cultureel aanbod in combinaties met (incidentele en structurele) inzet van 12 filmzalen (450 en 200 stoelen). In deze Verkenning zijn 2 scenario's uitgewerkt tbv 1) een combinatie van theater/en filmtheater en 2) theater en bioscoop en filmhuisprogramma. Met een aanbod van bioscoopfilms en populaire filmhuisfilms is een filmpubliek te genereren op jaarbasis oplopend van 75.000100.000 bezoeken per jaar (zie meerjarenramingen bijlagen). Een eerste aandeel i n ontsluiting van het marktpotentieel van 275.000 filmbezoeken per jaar kan daarmee w o r d e n gerealiseerd met het upgraden van het actuele aanbod van Stichting Filmtheater De Bussel naar structurele inzet van 1 zaal (200 stoelen 50.000 filmbezoeken). Op basis van de hier gepresenteerde berekeningen (zie boven) en ter realisering van een breed filmaanbod van bioscoop en filmhuisfilms (Scenario 2), zijn de volgende randvoorwaarden te stellen: 1. Een belangrijke eerste randvoorwaarde voor het behalen van 75.000100.000 bezoeken voor de uitgebreider filmvoorziening i n De Bussel zal de realisering zijn van een combinatie van filmaanbod met cultureel aanbod (debat, theater, muziek, dans en beeldcultuur) en een sterke profilering met hoogwaardige horeca. 2.
Een tweede belangrijke randvoorwaarde voor het behalen van een publiekspotentieel van 75.000100.000 is dat De Bussel structureel en dagelijks de beschikking krijgt over ruime programmeringsruimte (12 zalen permanent beschikbaar) tb.v. populaire f i l m p r e m i è r e a a n b o d en een selectie van populair filmhuisaanbod, p r e m i è r e s en specials, lezingen, cursussen, filmeducatie, documentaires en kinderfilms.
l á j GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
3.
Een derde belangrijke randvoorwaarde voor het behalen van een publiekspotentieel van 75.000100.000 per jaar is dat de te realiseren filmzalen in comfort en outillages als volwaardige voorzieningen voor filmvertoningen kunnen w o r d e n ingericht met een extra hoog comfort, grote stoelruimte en brede schermen (minimaal 6 meter].
4. Een vierde belangrijke randvoorwaarde voor het behalen van een publiekspotentieel van 75.000100.000 per jaar is dat 1 van de 2 zalen (100200 stoelen) gemiddeld met 23 voorstellingen per dag beschikbaar komt. Dit biedt met een i n de branche gebruikelijke 0
bezettingsgraad van 3 0 40 Zo en inzet van 130 stoelen, 2 voorstellingen per dag en 360 vertoningsdagen per jaar zicht op potentieel van 37.500 voor regulier p r e m i è r e a a n b o d (5075 titels per jaar) uit te breiden met 5.000 filmbezoeken voor gespecialiseerd filmhuisaanbod (cinematheek, specials, festivals, cursussen, filmeducatie, lezingen en 0
beeldcultuur) op een of meer avonden per week (5075 vertoningen per jaar en 40 7o bezetting). 5. Een vijfde belangrijke randvoorwaarde voor het behalen van het benoemde publiekspotentieel van 75.000100.000 per jaar is dat een 2e zaal met een gemiddeld aantal voorstellingen van 2 per dag beschikbaar komt bij voorkeur in de weekenden 0
( d o / v r / z a ) . Dit biedt met een i n de branche gebruikelijke bezettingsgraad van 30 40 Zo bij 450 stoelen en 2 voorstellingen per dag en 150 vertoningsdagen per jaar uitzicht op een aanvullende capaciteit voor 5060.000 bezoeken per jaar voor populaire bioscoopaanbod ( p r e m i è r e s en reprises). 6. Een zesde belangrijke randvoorwaarde voor het behalen van het benoemde publiekspotentieel van 75.000100.000 per jaar is dat de exploitatie van de filmvertoning in De Bussel zo wordt ingericht dat een aantal taakgebieden (zakelijk beleid, techniek, marketing en educatie) kunnen worden geprofessionaliseerd. Denkbaar is daarbij ook i n de toekomst de exploitatie van de filmhuisactiviteiten (Stichting Filmtheater) te handhaven naast de c o m m e r c i ë l e bioscoopactiviteiten vanuit en na een verzelfstandiging Į privatisering van De Bussel i n een NV De Bussel.
Het verdient aanbeveling mede in het belang van een heldere bedrijfsvoering, scheiding van c o m m e r c i ë l e en ideële taken en functies, bioscoop en filmtheaterfuncties i n te onderscheiden exploitaties en organisatievormen in te richten. Daarom zijn vooralsnog een tweetal scenario's te benoemen: 1. Exploitatie en Stichting onder verzelfstandigde De Bussel Exploitatie Beheers BV Verzelfstandigde De Bussel Exploitatie met een c o m m e r c i ë l e (De Bussel Cinema BV) en ideële werkmaatschappij (Stichting Filmtheater De Bussel) die resp. het bioscoop en filmtheateraanbod verzorgen. Dit maakt het mogelijk bioscooptaken geheel betaald en filmtheatertaken met vrijwilligers uit te voeren, afzonderlijke fondsbijdragen en subsidies te realiseren en rendement (BV) direct in de Exploitatie te laten benutten. 2. Stichting onder verzelfstandigde De Bussel Exploitatie Beheers BV Upgraden van de i n de Stichting Filmtheater De Bussel aanwezige expertise voor een breed aanbod van bioscoopfilms, arthousefilms en filmhuisfilms en specials. Breidt deze organisatie uit
1 Sï GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
met een of meer betaalde medewerkers en vrijwilligers en laat deze de exploitatie verzorgen van de filmvertoning.
Kanttekeningen en vervolgsta ppen In aanvulling op de scenario's zijn een of meer proefprogrammeringen in te brengen. Een "vereniging vrienden van" in een speciale positie onder te brengen Een communicatie- en overlegstrategie vaststellen mbt de betrokken partners " Nederland kent een stevig en divers netwerk van filmtheaters. Een netwerk om trots op te zijn en dat we moeten koesteren. Nederlandsefilmtheaterszijn oases van kwaliteit. Waar de betere en andere films te zien zijn. (...) Wa a r de liefde voor film door zowel professionals als talloze vrijwilligers van harte wordt uitgedragen. (...)"" Sandra Den Hamer, directeur Eye Film Instituut Nederland in Handreiking filmtheaters (2010 Eye ļ VNG Į IPO]
'"-'1*16 GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema O osterhout 20131
Bijlage 6: Actuele trends en ontwikkelingen fílmvertoning Nederland kent naast de traditionele bioscopen
en multiplexen
succesvol netwerk van filmtheaters,
en filmfestivals.
filmhuizen
sinds enkele decennia een zeer Dit aanhoudend populaire
netwerk van gespecialiseerde filmvoorzieningen biedt voor uiteenlopende publieksgroepen een zeer aantrekkelijk en divers filmcultureel aanbod. Het netwerk van deze bijzondere filmvertoners maakt anno 2013 in succesvolle varianten onderdeel uit van unieke en steeds weer op de lokale maat gesneden combinaties van cultureel aanbod en activiteiten. Een uniek referentiekader voor de planontwikkelingen met
fílmvertoningen
ook voor De Bussel in
Oosterhout. In deze Verkenning w o r d t daarom allereerst uitgebreid ingegaan op de actuele trends en ontwikkelingen in en om kunst en (beeld-) cultuur en in de gespecialiseerde cinema.
Filmvertoning vooral een stedelijke
zaak
Filmbezoek is in Nederland bij uitstek zaak van stedelijke centra en i n mindere mate van grootschalige bioscopen en multiplexen aan de stedelijke periferie. Nederland is een land v a n een fijnmazig netwerk van steden. Van de r u i m 30 miljoen jaarlijkse filmbezoeken (NVB 2012) w o r d e n er i n Nederland 25 miljoen gerealiseerd i n de 50 grotere gemeenten. Nederland is daarmee weliswaar - en in tegenstelling tot andere Europese landen - een land waar het fenomeen van grootschalige multiplexen buiten de stedelijke centra slechts langzaam doorzet; het c o m m e r c i ë l e filmaanbod w o r d t echter steeds eenzijdiger en grootschaliger en biedt daarmee onvoldoende ruimte voor een gedifferentieerder aanbod. Veel gemeenten geven daarom ook om cultuurpolitieke redenen de voorkeur aan het versterken van in de stedelijke centra gevestigde (gespecialiseerde) filmtheatervoorzieningen. Gespecialiseerde cinema als instrument ter versterking van het leefklimaat in het stadshart is een belangrijk argument dat voor veel gemeenten maar ook (woon-)bedrijven en instellingen, opgeld doet tegen verschraling en versobering.
Multiplexen, bioscopen vs gespecialiseerde filmtheaters en
filmhuizen
Traditionele cinema's (multiplexen en bioscopen) enerzijds en gespecialiseerde filmvertoners (filmtheaters en filmhuizen) anderzijds vullen elkaar in de Nederlands situatie op natuurlijke wijze aan. De verschillende vormen van filmvertoning hebben inmiddels bewezen goed naast elkaar te kunnen bestaan en elk verschillende markten te kunnen bedienen. De filmvertoning is als sector in haar geheel sinds 2004 landelijk i n é é n enkele brancheorganisatie verenigd. De Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten (NVB) profileert zich met haar leden als d é brancheorganisatie voor alle bioscoop- en filmtheaterexploitanten in Nederland en heeft als doel collectieve belangenbehartiging, promotie, professionalisering en communicatie i n de breedste z i n van het woord. Alle bioscopen en filmtheaters i n Nederland zijn aangesloten. Een volledig vrij verkeer van films en
filmrechten
staat er voor garant i n een geliberaliseerde markt, dat steeds de juiste film op de best passende vertoningsplaats w o r d t geprogrammeerd. Daarnaast profiteert de branche mede door de sterke lobbypositie al jaren van een laag BTW-tarief en aanvullende ondersteuning (recent mbt de digitalisering).
^ 1 1
GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
Een groeiend filmaanbod van op internationale festivals onderscheiden p r e m i è r e s uit Europese en nietwesterse landen vindt haar weg naar de circuits van bioscopen en filmtheaters. Multiplexen, bioscopen, arthouses, filmtheaters en filmhuizen verzorgen daarmee samen i n Nederland een optimale verdeling en garanderen een maximaal publieksbereik voor het (inter) nationale filmaanbod i n combinatie met specials, lezingen en educatieve activiteiten. W a a r de markt tot een al te eenzijdig en uniform of zelfs te schraal filmaanbod leidt, stellen overheidssubsidies vertoners in staat lokaal de markt op maat te bedienen, een breder aanbod te realiseren en een verdiepingsslag te maken.
Sterke groei van de gespecialiseerde
filmvoorzieningen
De sterke groei van de gespecialiseerde filmvoorzieningen (filmtheaters, filmhuizen en (inter) nationale filmfestivals) is voor een belangrijk deel op het conto te schrijven van aantrekkelijke combinaties van film met theater, muziek, debat en educatie rond een trendy en modern gestileerde horecavoorziening als place to be. De gespecialiseerde cinema i n Nederland is in enkele decennia uitgegroeid van 200.000 naar r u i m 2 miljoen bezoeken per jaar. Het internationale filmfestival Rotterdam vormt samen met een aantal andere grote internationale festivals in oa Cannes, Berlijn en Venetië het venster en verkenningsterrein voor de steeds populairdere lokale Nederlandse filmtheaters en
filmhuizen.
Succesvolle voorbeelden in grote, middelgrote en kleinere gemeenten zijn LUX (Nijmegen), Verkadefabriek ('s Hertogenbosch), Film/Toneelschuur (Haarlem), Filmtheater Herenstraat (Hilversum) en het Filmhuis Den Haag. De trend naar steeds meer en optimaal ingerichte gespecialiseerde lokale filmvertoners zet ook anno 2013 door. Recent zijn nieuwe succesvolle uitbreidingen en voorzieningen gerealiseerd i n o.a. Zwolle (Filmhuis), Zaandam (De Fabriek), Hoorn (Oostereiland), Bussum (Filmtheater), Schiedam(Wenneker Cinema), Leeuwarden (Zaailand) en Roermond (ECI). Nieuwe spraakmakende plannen staan op stapel i n o.a. Groningen (Forum), Maastricht (Timmerfabriek), Sittard (Dobbelsteen), Utrecht (Artplex), A r n h e m (Rijnboog) en Deventer (Viking). In grotere, middelgrote en kleinere stedelijke agglomeraties gaat het bij de uitbreiding en realisering van nieuwe filmtheaters steeds vaker om combinaties van cinema met ander cultureel aanbod. Dagelijkse filmvertoningen gecombineerd met educatief aanbod, cursussen, lezingen, specials, speciale programma's vormen een belangrijke lokale publiekstrekker. In veel (kleinere) gemeenten en stadsdelen w o r d t de filmtheaterfunctie vaak ondergebracht in multifunctionele accommodaties, culturele centra en combinaties met bibliotheken, theaters met een of meerdere zalen, cultuurclusters en wijk, buurt en dorpscentra.
F í l m - en b e e l d c u l t u u r als belangrijkste p u b l i e k s t r e k k e r en place to be
\
F i l m en beeldcultuur fungeren binnen het kader van de gespecialiseerde filmvertoning i n succesvolle combinaties en cultuurcomplexen de belangrijkste publiekstrekkers. Accommodaties w o r d e n veelal gerealiseerd i n combinaties met aantrekkelijke horeca of foyervoorziening en een breed programma van andere culturele en maatschappelijke activiteiten. Algemene trend is dat de vernieuwde filmtheaters en moderne culturele accommodaties steeds meer functioneren als een magneet voor jong en oud, nieuw en met de film reeds vertrouwd 'ffë*~~ ' W
t
GB C& R 7 Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 2013 ļ
publiek. De gespecialiseerde cinema floreert daarbij als place to be, publieke huiskamer en openbare ruimte voor moderne (verenigings) activiteiten, ontmoetingen, werkafspraken, uitwisselingen, mediagebruik (internet), eten en drinken rond een breed cultureel of cultuureducatief aanbod. Steeds meer gemeenten en provincies zien i n de realisering van deze moderne lokale culturele voorziening een kans zich nadrukkelijk te profileren i n een klimaat van toenemende concurrentie, profilering en citymarketing. Gemeenten presenteren zich met nieuwe filmtheaters en culturele centra daarom als aantrekkelijke creatieve regio of vestingplaats voor kunstenaars, vormgevers, ontwerpers, design i.e. de creatieve industrie. Een netwerk van moderne culturele voorzieningen en combinaties met cinema, cultuur en amusement als unique selling point vormt daarmee een sterke troef waarmee Nederland zich Europees en mondiaal graag (en i n toenemende mate succesvol) profileert ook onder een actueel ongunstiger economisch gesternte.
Multifunctionaliteit en a r o u n d the clock activiteiten Nieuwe moderne culturele accommodaties groeien in veelzijdigheid, multifunctionaliteit en activiteit. Niet in de laatste plaats komt dit door de opkomst van interactieve en digitale technieken, sociale media en nieuwe (consumenten)electronica en technologie. Voor verschillende doelgroepen w o r d t steeds meer op maat en voor elk wat wils aan programmaactiviteiten aangeboden. A r o u n d the clock vinden er activiteiten plaats zoals lezingenreeksen en cursussen voor jong en oud, is er debat of een speciale p r e m i è r e , presenteert men thematische programma's en neemt men met deelname aan regionale en lokale festivals de rol op zich als venster naar actuele (inter)nationale trends en ontwikkelingen. Steeds vaker w o r d e n ook (Theater)zalen voorzien van inschuifbare tribunes die ook voor filmvertoningen een comfortabele zit garanderen. De filmhuizen met klapstoelen en portabel projectoren van de jaren 70 van de vorige eeuw, beschikken anno 2013 over comfortabele zalen, grote schermen met brede projectieschermen C+ 6 m) en digitale outillages die de concurrentie met de "thuisbioscoop" zonder meer aan kunnen. In tien jaar tijd is het filmbezoek in Nederland ook ondanks de sterke groei van huiskamertechnologie en (glasvezel)bekabeling en internet verder toegenomen van 20 naar r u i m 30 miljoen bezoeken per jaar: gespecialiseerde filmtheaters en festivals nemen een substantieel deel van deze groei voor h u n rekening.
F i l m v e r t o n i n g op maat en lokale behoefte Film is ook voor culturele ondernemers een hybride medium dat al zo lang als het medium film bestaat steeds een wankel evenwicht kent tussen culturele en c o m m e r c i ë l e ambities; het filmaanbod i n de nieuwe gespecialiseerde filmtheaters kent daarom voor een deel overeenkomsten met het aanbod van c o m m e r c i ë l e exploitanten die (in grotere gemeenten rendabele) vergelijkbare bedrijfsformules ontwikkelden. Zgn. arthouses en "artfilmvertoningen" in bioscopen m i k k e n op de markt tussen de traditionele bioscoop en het filmhuis. Niet de vertoners maar het publiek en de distributeurs Į filmverhuurders
bepalen uiteindelijk waar welke film het beste tot haar recht komt. Steeds
vaker kan dat zowel een commercieel multiplex of arthouse zijn als een niet commercieel
1
G B C & R I Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
filmtheater. Beide types filmvertoning, bioscoop en filmtheater, kunnen daarom i n grotere steden steeds beter naast elkaar bestaan (zie boven). Het succes van de opkomst van een alternatief circuit van filmhuizen heeft inmiddels geleid tot a) een netwerk van filmtheaters, b) c o m m e r c i ë l e arthouses als tegenreactie vanuit de bioscoopwereld en c) een groot aantal (inter-)nationale filmfestivals en
filmmanifestaties.
Bijzondere programma's (cinematheek, archief, lezing, debat, cursus en educatie) vullen het aanbod van festivals, filmhuizen en filmtheaters verder aan. Clustering van filmvertoning met andere activiteiten en aanbod is in toenemende mate succesvol gebleken. Succesvolle films kennen daarnaast meerdere doelgroepen die zich in bioscopen anders laten bedienen als i n filmtheaters, filmhuizen en hieraan gerelateerde filmvertoningsplaatsen. Ondanks de publiekssuccessen voor de cinema wordt het aanbod ook i n Nederland steeds eenzijdiger. De overheid ziet daarom op verschillende niveau's een r o l en verantwoordelijkheid van en voor zichzelf met en naast particuliere initiatieven. Zowel Europees (Media), nationaal (Rijk-OC&W), regionaal (diverse provincies) aís lokaal (gemeenten) zijn uiteenlopende regelingen ontwikkeld ter bevordering van de diversiteit i n aanbod, distributie en afname van films, filmfestivals, specials en educatieve activiteiten. Het kader i n Nederland wordt gevormd door de taakstelling van het Ministerie van OCenW. "(...) De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is verantwoordelijk voor het scheppen van voorwaarden voor het in stand houden, beheren, ontwikkelen, sociaal en geografisch spreiden of anderszins verbreiden van cultuuruitingen. Overwegingen van kwaliteit en verscheidenheid zijn hierbij van oudsher leidend (Wet op het specifiek Cultuurbeleid). Om deze algemene doelstelling van het cultuurbeleid te kunnen realiseren draagt het Rijk (mede) verantwoordelijkheid voor de instandhouding van een aantal stelsels: kunsten, musea, monumenten, archeologie, archieven en bibliotheken. Kwaliteit en diversiteit van het aanbod wordt onder andere nagestreefd door ondersteuning van de zogenaamde culturele basisinfrastructuur (BIS) en fondsen op de volgende terreinen: Kunsten (podiumkunsten, beeldende kunst, architectuur en vormgeving, nieuwe media en film, amateurkunst en cultuureducatie), Cultureel Erfgoed (monumenten, musea, archieven, archeologie) en Letteren en Bibliotheken. De Raad voor Cultuur adviseert over het cultuurbeleid en de BIS. Naast ondersteuning van BIS en fondsen wordt het cultuurbeleid vormgegeven met specifieke maatregelen ter bevordering van bijvoorbeeld cultureel ondernemerschap en cultuur educatie.(...) (OCW - Inleiding Media en Cultuur bij Kerncijfers 2008-2012 - Mei 2013)
Ook filmtheaters worden steeds sterker afhankelijk in hun exploitatie van enkele jaarlijkse succesfilms: bioscopen en multiplexen trekken i n toenemende mate een massapubliek voor een populair en kort filmbezoek; ze domineren ook steeds meer het filmklimaat. In enkele decennia is grootschalige inzet van multiplexen toonaangevend geworden voor steeds eenzijdiger en alleen nog op het economisch rendabele top-segment gerichte filmaanbod. In 2012 waren 5 van de 343 titels i n het filmcircuit goed voor meer dan 20 Zo en 20 zelfs voor vrijwel 45 Zo omzet. 0
0
De c o m m e r c i ë l e bioscopie is i n toenemende mate afhankelijk van het top-segment van het meest populaire aanbod. Zowel bioscopen als filmpubliek hebben daarmee hun keuze al gemaakt. Voor een gedifferentieerder aanbod en gespecialiseerde filmvertoning gaat men naar een filmtheater in het stadscentrum. Veelal gecombineerd met een langer verblijf, een compleet programma of een gecombineerd programma-aanbod. Zien en gezien worden, netwerken en deel uitmaken van 'V t
jfc...
20- G B C & R /Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131 - 1
een dynamische stedelijke cultuur zijn belangrijke randvoorwaarden waarin de nieuwe filmtheaters i n hun bijzondere entourage optimaal floreren.
De cinema, nieuwe m e d i a en
internet
De cinema en het medium f i l m maken anno 2013 deel uit van een internationaal g e o r i ë n t e e r d e beeldcultuur. De filmvertoning op het witte doek staat aan het begin van een reeks van nieuwe v o r m e n van presentaties en vertoningen via een breed scala aan nieuwe digitale media en technieken (tv, internet, mobiele media en cinema on demand). Korte en lange filmproducties, specials en experimenteel aanbod brengen f i l m en beeldende kunst, beeldcultuur, installaties en moderne presentatievormen steeds dichter bij elkaar. De digitalisering van het medium film komt anno 2013 - mede dankzij de inzet van de rijksoverheid, provincies en gemeenten - en ondanks de relatief hoge aanschafkosten voor nieuwe projectietechnologie snel op gang. Op productieniveau is sneller dan op distributie en vertoningsniveau sprake van een innovatie van de traditionele outillages en technieken. Het medium democratiseert en mondialiseert daarom snel (internet), maar heeft op distributie en vertoningsniveau te kampen met (auteursrechtelijke en regionale) competentiediscussies. Filmvertoning en de p r e m i è r e op het witte doek i n bioscoop en gespecialiseerd filmtheater w o r d t nog steeds als de etalage (window of entreeticket) voor (inter-) nationaal succes van filmproducties beschouwd. Filmmakers zetten daarom naast internet, dvd, tv en andere media nog steeds hoog in op de rol van filmvertoners en p r e m i è r e t h e a t e r s . Die zijn hierdoor nog steeds gegarandeerd van het recht van de eerste vertoning van films, vaak ver voor andere media zoals betaal t.v., internet en kabel, verkoop via dvd etc. in beeld komen.
Samengevat Ter onderbouwing van en verdere uitwerking van scenario's van en voor De Bussel zijn een aantal voor Oosterhout relevante argumenten en conclusies op een rij gezet. Filmbezoek zit anno 2013 nog steeds in de lift: het algemeen filmbezoek in Nederland is in 10 jaar tijd gestegen van 20 naar 30 miljoen bezoeken per jaar; -
Aanverwante omzet blijft relevant: de gemiddelde besteding per filmbezoeker is inmiddels opgelopen t o t ŝ 11,- per bezoek incl. ë 2,50 voor resto/horeca; Het stimuleren van extra bezoek bij bestaande doelgroepen blijft actueel. Vanuit kleinere gemeenten loopt het filmbezoek per inwoner zelfs op van 4 naar 5,5 per jaar; Grootschaligheid roep gepaste lokale alternatieven op: het bezoekersaandeel voor 0
grootschalige bioscopen (multiplexen > schermen) is opgelopen tot ruim 40 Zo (2012); -
Filmhuisaanbod is aanhoudend actueel: het bezoekersaandeel van arthouses 4filmtheaters loopt in combinatie met en sterke culturele infrastructuur op tot 0
gemiddeld 25 Zo (jaarbasis);
^
--
V
"
1
;
21 G B C & R / V e r k e n n i n g voor De Bussel Cinema Oosterhout 2013 ļ
Filmbezoekers - ook die met een voorliefde voor andere ambiances - zijn bereid relatief stevige afstanden af te leggen (oplopend tot 15 km) voor een optimale mix van uitgaan, aanbod en comfort; Filmhuisaanbod en combinaties met artcinema is een segment in het filmaanbod dat het goed doet bij hoog opgeleiden (p- mbo), ouderen
45) en uitgaand publiek
(cultuur Het aandeel ouderen [? 45) neemt onder de bezoekersgroep voor artcinema een substantieel deel voor haar rekening (? 50 Zo); 0
Ook voor artcinema geldt dat een relatief klein aandeel (?50 Zo) 0
van het totale
filmaanbod per jaar een substantieel deel (oplopend tot > 75 Zo) van het 0
publieksbereik voor haar rekening neemt; Ook in grotere agglomeraties (? 250.000) is nog voldoende ruimte in de markt (oplopend tot 20 Zo) voor een rendabele vertoning van arthouse aanbod naast 0
bioscopen en filmtheaters; "De bouw van het Huis voor Cultuur en de herinrichting van het Santrijngebied leveren een belangrijke kwaliteitsimpuls voor het voorzieningenniveau van onze gemeente en voor de stedelijke kwaliteit van onze binnenstad.(„.) ". Coalitieakkoord 2010-2014 Gemeente Oosterhout
Bijlage 7: Begripsbepalingen fílmvertoning Actuele trends en ontwikkelingen op het gebied van cinema en cultuur bevestigen steeds weer het belang van op lokale, op maat toegesneden unieke combinaties en concepten van en voor (film-)cultureel aanbod (zie bijlage 4). In het belang van een heldere begripsbepaling en de door het vernieuwde bestuur van Stichting Filmtheater Oosterhout gevraagde scenario's voor de Oosterhoutse situatie zijn een aantal begrippen uit de filmvertoning hier uitgewerkt. Het gaat daarbij om onderscheid tussen functies
en taken van Bioscopen, Filmtheaters en Filmhuizen en
aanbod van bioscoopfilms, arthousefilms en filmhuisfilms. In een verdere aanvulling komen ook een aantal begrippen aan de orde zoals 'bezettingspercentages' (het aantal bezoeken per zaal per voorstelling), het verschil tussen zgn. filmhuis- en bioscooppubliek (marktdifferentiatie) en filmklimaat als argument voor leefklimaat en de publieke ruimte.
B i o s c o o p f i l m vs arthouse en
filmhuisfilms
De (non-profit) filmtheater- en filmfestivalsector en (profit) bioscoopbranche zijn de laatste jaren sterk naar elkaar toe gegroeid. Sinds 2004 zijn alle filmvertoners i n Nederland ook i n é é n brancheorganisatie verenigd. Beide sectoren vertonen films die niet al te eenvoudig van elkaar te onderscheiden zijn en niet meer gecategoriseerd kunnen w o r d e n in termen van 'kunstzinnig' of'niet-kunstzinnig', dan w e l 'commercieel' o f ' n i e t - c o m m e r c i e e ľ . (..) De naam van de distributeur en het aantal k o p i e ë n waarmee hij een film uitbrengt geven een redelijke i n d r u k van de economische waarde van een film: met hoe meer k o p i e ë n een film wordt uitgebracht, hoe GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
hoger de verwachte rentabiliteit en economische waarde is en omgekeerd. Onderstaande indeling impliceert g é é n tegenstelling of een strikte scheiding, de verwachte rentabiliteit is uiteindelijk afhankelijk van de plaatselijke situatie. Een eenduidige, allesomvattende definitie van het type films dat i n filmtheaters vertoond wordt, is i n de praktijk dus lastig te formuleren. Hier blijkt tevens dat het categoriseren van films niet haalbaar is, mede omdat de meningen over het begrip "kwaliteit" zeer uiteenlopen. In de Handreiking
Filmtheaters
en Cultuurbeleid
(EYE ism VNG) is gekozen voor een eenvoudige
en praktische driedeling in type films hier onderbouwd met actuele voorbeelden (2012): De bioscoopfilm:
films die v r i j w e l uitsluitend i n bioscopen en niet i n filmtheaters vertoond
worden. Filmaanbod gericht op een voor de markt aantrekkelijk en dus voldoende breed publiek. Actuele voorbeelden (2012) van dit type film zijn Sķyfall, The Hobbit, Ice Age 4 en The Dark Knight Rises. Dit type f i l m wordt door grote distributiehuizen (majors en independents) uitgebracht meer dan 100 oplopend tot 300 releases (kopieën).
De arthousefilm
(ook w e l crossoverfilm genoemd): fílms die in zowel bioscopen en arthouses als
in filmtheaters vertoond w o r d e n . Filmaanbod dat door majors en independents, maar soms ook door gesubsidieerde distributeurs uitgebracht wordt, veelal met 10 tot 40 releases (of meer) en gericht is op een minder groot maar vaak voor de markt nog aantrekkelijk en dus voldoende groot publiek. Actuele voorbeelden (2012) van dit type film zijn Amour, Mrs. Lazhar en Ceasar must Die en (zeer uitzonderlijk) het succesvolle De kwetsbare
kwaliteitsfilm
(ook wel filmhuisfilm):
Intouchables.
films die vrijwel alleen in filmtheaters (of
filmhuizen) w o r d e n vertoond en met 110 releases vooral worden uitgebracht door gesubsidieerde filmdistributeurs en soms een independent. Het betreft f ì l m a a n b o d dat doorgaans via festivals of filmtheaters een beperkt publiek bereikt. Voorbeelden van dit type film zijn Les Geants, OmarM'a
Tuer,
Een aparte categorie vormt d e klassieker.
Skoonhei d . Hiertoe behoren zeer uiteenlopende films die om
verschillende redenen de tand des tijds hebben doorstaan. Voorbeelden van klassiekers zijn Citizen Kane, Casablanca
of Jules et Jim. Klassiekers w o r d e n vooral i n filmtheaters vertoond, vaak
in speciale programma's, zoals retrospectieven of themafestivals. Ook bioscopen en arthouses vertonen incidenteel klassiekers. Andere f i l m c a t e g o r i e ë n die vooral in filmtheaters worden vertoond zijn de documentaire, de kinderfilm, de korte film en de animatiefilm. Deze draaien vaak binnen speciale programma's i n de filmtheaters. Een (inter)nationale filmaanbod vindt daarmee ook in Nederland op verschillende vertoningsplaatsen een nog steeds groeiend filmpubliek. Zo bestaan in grotere gemeenten multiplexen, arthouses en filmtheaters naast elkaar, in middelgrote gemeenten bioscopen en filmtheaters en i n kleinere gemeenten juist combinaties van theater, bioscoop en filmtheater onder een dak.
\
23
G B C & R I Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
Grote Gemeenten
Middelgrote
Bioscoopfilms
Arthousefĩlms
Filmhuisfílms
Voorbeelden
Multiplex en bioscoop
Bioscoop en
Filmtheater
Rotterdam
•'Arthouse
, Bioscoop
Utrecht
Bioscoop en
Gemeenten
Filmtheater
Breda
Filmtheater Eindhoven
Kleinere
Bioscoop en f of
Gemeenten
Cultureel Centrum
Filmtheater in
Filmtheater in
Bioscoop en/oľ
Bioscoop en/of
Cultureel Centrum
Cultureel Centrum
Etten-Leur Lelystad
Schema: Verdeling fĩlmaanbod en accommodaties in Nederland
recettedeling voor film
Bezettingspercentages en
De filmsector kent een tov de theatersector sterk verschillende uitkoop- en recetteverrekening tussen leveranciers (distributeurs) en afnemers (filmvertoners). Bij subsidieverstrekkers en fondsen leeft veelal de gedachte dat entreeprijsverhogingen bij filmvertoningen vaak rechtstreeks door zijn te vertalen naar de exploitaties. Reden o m ook hier kort aandacht te besteden aan twee afzonderlijk fenomenen bij filmvertoners te weten de en recettedelingen.
bezettingspercentages
0
Gemiddelde bezettingspercentages (het Zo bezette stoelen over een jaar) van
Q
30-40 Zo zijn i n de branche gebruikelijk, zowel voor bioscopen, arthouses als filmtheaters. Hoe populairder het aanbod is, hoe hoger vaak de bezettingspercentages per zaal. Ook dan zijn de populairdere prime-time voorstellingen in de weekenden snel uitverkocht wat uitbreiding naar meer zalen noodzaakt. Doordeweeks filmbezoek kan immers vaak niet (meer) toenemen, ook als het publiek met aanvullende service (moderne horeca en profilering) nog extra w o r d t gemotiveerd. Grotere zalen worden daarnaast veelal benut voor populairder aanbod (bioscoopen arthouse-films), kleinere zalen voor speciaal aanbod (filmhuisfilms) en prolongatie (het e
e
nadraaien van films i n de 2 , 3 en volgende week na de p r e m i è r e ) . Een afzonderlijk fenomeen in de filmwereld is dat van recettedeling of filmhuurpercentages. De filmsector kent (over de hele wereld) een zgn. recettepartage-systeem. De opbrengst uit de kaartverkoop (recette) w o r d t na aftrek van B T W en transportkosten in de regel altijd gedeeld tussen filmdistributeur (leverancier) en filmvertoner. In de p r e m i è r e w e e k veelal op de verdeelsleutel 50-50, i n de prolongatieweken vaak gunstiger voor de vertoner d.w.z. aflopend in 0
0
o/o (sliding scale) naar soms wel 90 Zo (vertoner) - 10 Zo (distributeur). Filmtheaters (die vaak en veel verschillende titels vertonen) kennen veelal hogere gemiddelden i n te betalen f i l m h u u r 0
over een heel jaar. Ze prolongeren minder en betalen daardoor steeds de volle 50 Zo op. Daarnaast is er systeem met een garantiebedrag. Bij een minder populair aanbod wegen de inkomsten uit het aantal verkochte kaartjes vaak niet op tegen dit garantiebedrag. Voorbeeld 1
24,, GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
1.
Een filmtheater verhoogt de entreeprijs van ŝ 8,- naar ŝ 9,-. V a n de « 1,- extra recette
gaat meestal automatisch de helft naar de leverancier en is het voordeel voor de vertoner dus (slechts) Ê 0,50. 2.
Een gemiddeld filmtheater (20.000 bezoeken per scherm per jaar) verhoogt haar
entreeprijzen met š 1,- De bruto-opbrengst is 4E 20.000,- hoger, maar netto (slechts) š 10.000,(excl. B T W en transportverrekeningen). Voorbeeld 2 1. Een filmtheater met een zaal met 100 stoelen verkoopt met 1 voorstelling per dag 35 kaartjes (bezettingspercentage 3596). Het garantiebedrag voor de filmhuur is vastgesteld op C 250,- met o
een filmhuurpercentage van 50 Zo. 0
Het filmtheater behaalt slechts een recetteopbrengst van 50 Zo van C 350,- = š 175,- en betaalt dus de garantie van •ê 250,-. De eigen opbrengst is daarmee « 100,- ( ē 350,- minus C 250,-)voor deze voorstelling. Daarvan moet zaalhuur, verwarming, personeel etc. nog worden betaald. In voorbeeld 2 haalt het filmtheater geen voordeel uit deze voorstelling. Zetten we dit vereenvoudigde voorbeeld weg i n een schema, waarbij we onderscheid maken tussen genres en bezettingsgraad dan levert dat de volgende tabel op. (Tabel 1)
Genre
Bezettingspercentages Recette zaal 100 stoelen bij kaartjes a í
Bioscoopfilm
40 o/o
Arthousefìlm
35 7o
Filmhuisļìlm
25 Zo
0
0
Gíiranries
OpbrengsLvertoner bij 50 áì (ilmluiur (zonder verrekening Ininspoľt/lilw)
11119
0
e 400,-
š 300,-
č 100,- (garantie betaald)
ŝ
350,-
« 250,-
ŝ 100,- (garantie betaald)
Ê250,-
« 175,-
4i 75,- (garantie betaald)
Schema 1: Vereenvoudigde weergave van een recetteverrekening (GB)
G B C & R I Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
Bijlage 8: Financiële kaders realisering (her-)huisvesting
Stichting Filmtheater De Bussel (Oosterhout NB) onderzoekt en verzamelt aanvullende argumenten voor een herhuisvesting in Theater De Bussel. Daarbij staat naast de financiële haalbaarheid (bouw en exploitatie) de vraag centraal of de (vernieuwde) organisatie voldoende in staat is een trekkersrol te vervullen in het versterken en profileren van de publieke ruimte en voorzieningen i n en rond het centrum van Oosterhout. Vooraf zijn een aantal randvoorwaarden te stellen die a) het filmtheater als gespecialiseerde filmvertoner mogelijk maken actuele ambities, inhoudelijke perspectieven en publiekspotentieel te combineren in een versterkt cultureel ondernemerschap en b) ook een bredere taakstelling ten aanzien van filmvertoning (bioscoopfilms) mogelijk maken. Hier is uitgegaan van de realisering van een accommodatie met 2 voor film geschikte (450 en 2 0 0 ) die gebruikt kunnen w o r d e n als filmzaal, voor educatieve activiteiten, (externe) hosting, symposia, meetings, conferenties en andere verhuur aangevuld met een Grand Café en voldoende "foyer" ruimte i n en rond de zalen om bezoekers "traffic" goed te kunnen stroomlijnen en een buitenruimte (patio of roofgarden) voor terras en mogelijk zelfs buiten projecties. Op korte termijn is allereerst inbreng aan de orde van kengetallen van en voor de realisering van vergelijkbare filmvoorzieningen. Het cijfermateriaal is toegespitst op bouwkosten, aantal zalen, stoelen, situering in het stedelijk gebied, argumenten voor nieuwbouw of verbouw, combinaties met andere culturele functies en partners en eigendomsverhoudingen (grond, accommodatie).
De huisvesting van de r u i m 100 gespecialiseerde filmvoorzieningen (filmtheaters en filmhuizen) in Nederland kent een groot aantal onderling sterk verschillende verschijningsvormen. Een 40tal van deze
fílmtheaters,
filmhuizen of filmliga's is vrijwel dagelijks actief met een of
meerdere zalen. Naast zelfstandige filmtheaters kent Nederland 'filmtheatervoorzieningen' die w o r d e n g e ë x p l o i t e e r d in een ruimer kader en i n combinatie met theater, muziek, educatie en culturele functies en accommodaties; veelal aangeduid met termen als multifunctionaliteit, cultiplex, artplex, kulturhuus, cultureel centrum of centrum voor kunst en cultuur. Dat maakt het soms ook lastiger de realiseringskosten voor cinema uit een totaal van bouwkosten te extrapoleren. Complexer w o r d t het als cinema als trekker deel uit maakt van een (stedelijk of centraal) revitaliseringsproject (zie Lux Nijmegen). De lokale filmtheatervoorzieningen zijn v r i j w e l overal tot stand gekomen met bestuurlijke en financiële ondersteuning van (Europese, landelijke, provinciale en gemeentelijke) overheden. Opdrachten voor de bouw komen zowel uit handen van lokale overheden als (particuliere) stichtingen en Į of verenigingen en c o m m e r c i ë l e exploitanten en ļ of combinaties. Naast een specifiek voor de cinemafunctie vast te stellen programma van eisen (aantal schermen, functionele en administratieve ruimtes, publieksruimtes) wordt i n toenemende mate aandacht besteed aan de realisering van aanvullende (publieks-ĵvoorzieningen zoals een trendy café, restaurant, winkel, foyer en debatruimte.
Ik.
lÂ
GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 20131
Aanvullende voorzieningen binnen filmtheateraccommodaties worden zowel gerealiseerd a ĵ i n het belang van specifieke lokale profilering
taken en functies
(educatie, debat, presentaties en exposities) als b) de
van de filmvoorziening en c) versterking
van het cultureel
ond ernemerschap
en
eigen inkomsten. Veelal worden extra argumenten hiertoe ontleend aan het economisch belang dat beleidsmatig en bestuurlijk wordt toegekend aan de versterking van de culturele en creatieve infrastructuur. Filmtheaters bouwen valt prijstechnisch en volgens de i n de branche gangbare toerekening per stoel hoger uit tov het bouwen van bioscopen en multiplexen. Dat heeft vooral te maken met de bouwvolumes:
(bioscopen zijn groter en hebben meer stoelen en daarmee dalen de bouwkosten
per stoel). Ook de keus voor de locaties heeft directe zijn effect op de bouwkosten: filmtheaters worden steeds vaker ingezet als 'trekker' in relatief complexe bouwomgevingen en binnen het stedelijk gebied (stadcentra) terwijl bioscopen en zeker multiplexen vaker op prijstechnisch gunstigere locaties worden gerealiseerd. Ten behoeve van de inbreng van cijfermateriaal en argumenten van een voor een (zelfstandige) filmtheater voorziening in De Bussel is hier gebruik gemaakt van een (deels geanonimiseerde) eigen databank (GBC&R) van recent gerealiseerde en nog i n ontwikkeling staande projecten i n gemeenten als Alphen a/d Rijn, Arnhem, Amersfoort, Amsterdam, Bussum, Den Bosch en 'sGravenhage, Enschede, Hengelo, Hilversum, Hoorn, Rotterdam, Schiedam, Zoetermeer en Zwolle aangevuld met recente studies en afstudeerscripties en onderzoeken. De recente bouwkosten van en voor
filmtheatervoorzieningen
v a r i ë r e n bij nieuwbouw afhankelijk van het
architectonisch en prijs/kwaliteitsniveau van de accommodatie van « 6500, (Hilversum) tot « 12.000, (Den Bosch) per stoel (incl. publieksruimtes en excl. grondprijs). In veel situaties gaat het om het deels verbouwen e n / o f renoveren en aanpassen van bestaande architectuur en accommodaties zoals i n Amsterdam (Ketelhuis « 10.000, per stoel), Schiedam (Wenneker « 8.000, per stoel), en Bussum (Filmtheater « 6500, per stoel). In een aantal situaties levert dit de voordelen op mbt het (her)gebruik van reeds i n gebruik zijnde (digitale) outillages en stoelen (oplopend to « 200.000, per zaal). Toegerekend naar het hier geformuleerde plan van eisen voor De Bussel (2 voor film geschikte zalen met 450 en 200 stoelen) levert dit de volgende indicatie van bouwkosten op bij 500 stoelen. Bouwkosten
Inrichting
Totaal bij 2
Realiseringskosten
zalen en 500
per stoel
Per stoel
Per zaal
stoelen
Filmtheater
« 7.500,
« 150.000,
«4.050.000,
« 8.100,
Combinatie
« 10.000,
« 175.000,
«5.350.000,
« 10.700,
Uitbreiding
«12.000,
« 200.000,
« 6.400.000,
« 12.800,
Verbouwing
«10.000,
« 150.000,
«5.300.000,
« 10.600,
Type bouw
Tabel Is Bouwkosten f ilmtheater per stoei (excl. verwerving grond, bouwrijp maken, bijzondere logistieke condities en ow archeologisch onderzoek)
f~
' ' Ï S p GBC&R/
Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 2013 ļ
Inrichtingseisen, marktverkenningen en exploitatieopzet In aanvulling op de hier gepresenteerde globale indicatie van bouwkosten voor een vernieuwde filmtheatervoorziening, is het van belang een aantal kanttekeningen en randvoorwaarden in te brengen en te benoemen die van belang kunnen zijn tbv de ontwikkeling van een verdere bouw en exploitatie begroting. Het betreft hier naast reguliere (filmtheater] lasten en zaken (filmhuur, vpf, personele inzet, vrijwilligerscoördinatie, educatie, bijzonder projecten] met name zaken die betrekking hebben,op (eenmalige) financieringslasten, doorberekening van de verwerving van grond, b o u w r i j p maken en archeologische inzet, onderhoud, afschrijving, schoonmaak en diversen film zoals schoonmaak Į belasting Į verzekeringen etc. (Eur 125,
ç/mZ).
Tbv de marktverkenning (zie 2) is een schets van actuele trends en ontwikkelingen op het gebied van cinema, evaluatie en analyse van de positie van het Filmtheater i n de regio en het netwerk van filmvoorzieningen en culturele instellingen in de regio Oosterhout en een uitgebreidere marktverkenning (second opinion op marktpotentieel en beoogde bezoekersaantallen) uitgewerkt.
H GB C& RI Verkenning voor De Bussel Cinema Oosterhout 2013 I