[160. 6-7.]
13
Exploitatie van Staatswege van steenkolenmijnen in Limburg. Voor liet toekennen vun vergoeding voor boringen , welke geen resultaat hebben opgeleverd , bestaat geen grond. Volgens de
De opmerking, dat het wenschelyk i s , dat ook in het geval de Minister zich in het geheel niet niet de vordering vereenigt, Mjjnwei moet om eonsessie te kunnen verleenen. de aanw< zigheid daarvan kennis wordt gegeven , wordt gedeeld . doch het komt van eene nujn zijn aangetoond, derhalve moeten g$daagde borin- niet noodig voor dit uitdrukkelijk in de wet voor te schryven. gen rijn verricht. Hij de uitvoering zal echter in bedoelden zin worden gehandeld.
De Mijnwet kent in art. 16 dan ook alleen vergoeding toe aan
den .inventeur" en niet aan iemand die, hoeveel boringen hy
ook verricht moge hebben, daarmede slechts negatieve resultaten heeft verkregen. Het is de bedoeling van den ondergeteekende voor alle binnen het voor Staatsoutginning aangewezen terrein verrichte geslaagde boringen — een twee en dertig-tal — de aanspraak op vergoeding te erkennen. Volgens eene voorloopige berekening kan worden aangenomen , dat de daarvoor te verleenen vergoedingen ongeveer f 800000 /uilen bedragen. Zooals in de Memorie van Toelichting is medegedeeld is het geenszins de bedoeling voor gedane boringen een bedrag te vergoeden , waarmede in tijden van speculatie de uitkomsten voor boorwerkzaamheden mochten zijn betaald, doch alleen die, waarvoor in billijkheid het onderzoekingswerk uitgevoerd had kunnen worden. De ondergeteekende kan dan ook niet inzien dat de redactie vau het artikel dienaangaande onzekerheid zou laten. De vraag of de aanhef van art. '6 niet moet worden gelezon „ Aan personen, die in de in art. 1 bedoelde terreinen de aanwezigheid vau steenkool hebben aangetoond" enz. is ontkennend te beantwoorden. Het artikel is niet-persoonlijk gesteld.
Art. 5. De ondergeteekende kan niet inzien , dat de billijkheid zou eischen reeds aanstonds voor het geheele voor Staatsontginning aangewezen terrein de in art. 5 bedoelde uitkeering aan dr eigenaren van den bovengrond te doen. Hij moet ook in dit opzicht het in de Memorie van Toelichting uiteengezette stirndpunt blijven innemen, dat aan het Koninklijk besluit van aanwijzing in art. 1 bedoeld, het gevolg zal zyn toe te kennen, hetwelk anders de akte van concessie heeft. Art. o'. De ondergeteekende zal ernstig overwegen op welke wijze art. 6 in het belang der eigenaren van den bovengrond op de eenvoudigste wijze kan worden uitgevoerd, opdat op weinig omslachtige wijze aan de rechthebbenden het hun toekomende worde uitbetaald.
Art. 7. De bedoeling van art. 7 is deze, dat, behalve ten aanzien van de niet name genoemde punten, de wet van ISIO gelijkelijk van toepassing zal zijn op de mijnen van den Staat en op mijnen door particulieren geëxploiteerd. Dit denkbeeld wordt door de redactie van het ontwerp , naar het voorkomt, voldoende duidelijk uitgedrukt. De ondergeteekende kan niet Art. 4 , eerste lid. Achter „ vorderen " in den tweedeu regel, inzien, dat de in het Voorloopig Verslag voorgestelde redactie kan niet worden ingevoegd „ en geen genoegen heeft genomen eene verbetering zou zijn. Met betrekking tot het niet toepasselijk verklaren van de met de aanbieding van Onzen Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid enz." /ij die meenen iets te vorderen te hebben, bepalingen omtrent de mijn-politie, moet de ondergrteekende moeten beginnen met eene vordering in te dienen; de Minister het in de Memorie van Toelichting ingenomen standpunt handbegint in geen geval met eene aanbieding te doen. Is die vor- haven. dering ingediend, doch, naar de meening des Ministers, te hoog , De Minister van Waterstaatt dan is, naar de redactie van het artikel, de weg tot transactie Handel en Nijverheid, geenszins uitgesloten. De Minister geeft kennis of hy zich met de vordering en tot welk bedrag vereenigt; vóór die kennisgeving C. L E L Y . wordt gedaan bestaat er alle gelegenheid om, zoo de vordering te hoog wordt geacht, omtrent het bedrag, waarop de vordering erkend zal worden, tot overeenstemming te komen.
(159. 7.)
BIJLAGE TOT DE MEMOKIE VAN ANTWOORD.
STAAT der aanhangige concessie-aanvragen voor mijngelden in de provincie Limburg.
(150
14
7.|
Exploitatie van Staatswege van steenkolenmijnen in Limburg. Naam van Volg-
het münveld
num-
waarvoor
mer.
concessie is gevraagd.
1.
Datum van ontvangst der aanvraag b« Gedeputeerde Staten. 3.
Gemeenten waarbinnen het mynveld is gelegen.
Naam, qualiteit danteelietringen.
en woonplaats der concessie-aanvragers.
Limburg.
8 Juli 1891.
Ubach over Worms, Nieuwenhagen en Schaesberg.
Eschweiler, Bergwerkvereeniging te Eschweiler-Pumpe (Pruissen).
1253
Strekt zich uit over het terrein begrepen in de aanvraag XIII (Limburg).
II.
Wilbelmina.
2 Jan. 1892.
Klimmen, Voerendaal, Hoensbroek en Wijnandsrade.
W. Nivel, ingenieur ten tijde te Heerlen.
1506
Strekt zich uit over terreinen begrepen in de aanvragen III (Wilhelmina), VII (Batavia), XI (Wilhelmina), XII (Wilhelmina), XIX (Koningin), XXI (Volharding), XXII(Nijverheid) CD XXIII (de Industrie).
III.
Wilhelmina.
17 Febr. 1896.
Klimmen, Voerendaal , Hoensbroek, Wynandsrade en Heerlen.
W. M. van der Hoeven, aannemer te Sliedrecht en J. A. van Hattem, aannemer te Scheveningen.
1692
Strekt zich uit over terreinen begrepen in de aanvragen II (Wilhelmina), VII (Batavia), XI (Wilhelmina), XII (Wilhelmina), XIX (Koningin), XXI (Volharding), XXII (Nijverheid) en XXIII (de Industrie).
IV.
KoninginRegentes.
31 üec. 1897.
Strekt zich uit over terreinen H. Heijer, directeur van 2150 Wijnandsrade, Nuth, begrepen in de aanvragen XIV Spaubeek, Schinnen, mijnen te Herne (Westfalen) en (Nationaal), XXI (Volharding), Hoensbroek, Huls- R. Sassenberg , beëedigd inynXXIII (de Industrie) en XXV berg, Schimmert ea opnemer te Bochum( Westfalen). (Morgenster). Beek.
V.
VI.
VIL
VIII.
Tubantia.
30 Maart 1898.
Brunssum, Ainstenrade, Heerlen , Merkelbeek, Oersbeek , Schinnen, N u t h , Hoensbroek en Scbinveld.
Strekt zich uit over terreinen De commanditaire vennoot- 1450 begrepen in de aanvragen VIII schap de Twentsche Bankver(Nederland), IX (Emma) XXIII eeniging B. W. Blydenstein en (de Industrie) en XXIV (VoorCo. te Amsterdam; de handelsvennootschap onder de firma waarts). van Heek en Co. te Enschedé en M. J. van Bosse, oud-directeur van het Departement van 's lauds burgerlijke openbare werken in Ned. Indië te 's Graveuhage.
Prins van Oranje.
14 April 1898.
Oirsbeek, Schinnen, Spaubeek, Sittard, Munstergeleen, Geleen en BroekSittard.
W. Schorr, koopman te Reck- 2550 Strekt zich uit over terreinen liughausen(Westfalen),E.Schorr, begrepen in de aanvraag XX fabrieks-directeur te Herne (Wilhelminenglück). (Westfalen) en E. Vossieck, beëedigd mijnopnemer te Caternberg-Essen (Westfalen).
Batav ia.
25 Mei 1898.
C. R. Kouveld , ingenieur te 1350 Strekt zich uit over terreinen Wijnandsrade, Hoensbroek.Heerlen, Amsterdam , C. H. Strumphler, begrepen in de aanvragen II (Wilhelmina), III (Wilhelmina), Brunssum en Nieu- ingenieur te Amsterdam en mr. VIII (Nederland), IX (Emma); W. F. van Leeuwen, advocaat wenhagen. XI (Wilhelmina); XII (Wilhelte Amsterdam. mina) , XVI (Carisborg), XIX (Koningin), XXI (Volharding), XXII (Nijverheid) en XXIII (de Industrie).
Nederland.
28 Mei 1898.
Heerlen, Hoensbroek Wijnandsrade, Nuth, Brunssum, Ubach over Worms, Amstenrade en Nieuwenhagen.
H. F. M Verbunt, aannemer 1600 Strekt zich uit over terreinen van boringen te Nuth, J. F. W. begrepen in de aanvragen V Conrad, gepensionneerd hoofd(Tubantia), VII (Batavia), XVI inspecteur van 's Rijks water(Carisborg), XXI (Volharding) staat te 's Gravenhage en Aug. en XXII1 (de Industrie). Janssen, particulier te Baarn.
[149.
Hijlniti'ii.
7.,
Tweede Kamer.
Exploitatie van Staatswege van sicciikolcninijnen in Limburg. Naam van Volgnmi,
het tnünvelil waarvoor
Datum van ontvangst der aanvraag
Gemeenten
Naam , quahteit
waarbinnen het
en woonplaats 1
t='
Jauteekeiiinifini.
concessie is
U
münveld
gevraagd.
Gedeputeerde Staten.
is gelegen.
3.
4.
Emma.
29 Juni 1898.
Heerlen, Amstenrade , Nutli , Schinnen, Oirsbeek, Merkelbeek , Brunssum en Nieuwenhagen.
Wijlen J. B. Au«. Kessler, directeurder KoninklijkeNeilerlandBche Maatschappij tot exploitatie van petroleumbronnen in Nederlandsch Indië, te 's Graveuhage ; A. O. J. E. M. graaf de Marchant d'Ansembourg te Amstenrade en mr. J. P. Sprenger van Eyk, ten tyde te \s Gravenhage.
KiOO
Strekt zich uit over terreinen begrepen in de aanvragen V (Tubantia), VII (Batavia), XXIII (de Industrie) en XXlV (Voorwaarts .
Prins Hendrik.
12 Aug. 1898.
Heerlen, Simpelveld en Bocholtz.
E. M. van Diest, ingenieur te Hautniont(Noord-Frankryk).
65
Vormt eene verbinding tusschen de mn'nvelden Willem en Sophia.
Wilhelmina.
13 Aug. 1898.
Voerendaal, Klimnnn, Wn'naudsrade, Hoensbroek en Heerlen.
E. M. van Diest, ingenieur te Hautmont(Noord-Frankrn'k).
1692
Overdekt II (Wilhelmina) en is gelijk III (Wilhelmina). Strekt zich derhalve uit over dezelfde terreinen als II en III.
Wilhelmina.
18 Aug. 1898.
Voerendaal, Klimmen , Wijnandsrade, Hoensbroek en Heerlen.
Jos. Steegh, industrieel te 1692 Overdekt II (Wilhelmina) en Blerik (gem. Maasbree), L. Heuisgelyk III (Wilhelmina) en XI seux, ingenieur, directeur-gérant (Wilhelmina). Strekt zich derdes „Charbonnages de Courcelhalve uit over dezelfde terreinen les" te Courcelles (België) en als I I , III en XI. mr. L. H. W. Regout, ingenieur, industrieel en lid van Gedeputeerde Staten van Limburg te Maastricht.
UIL
Limburg.
31 Aug. 1898.
Ubach over Worms, Nieuwenhagen en Schaesberg.
J. H. H. van Aubel, ingenieur, directeur der Koninklijke Nederlandsche Papierfabriek te Maastricht; P. J. Trun'en , lid der Tweede Kamer der StatenGeneraal te Meijel; F. J. P. M. Coenen, lid van Gedeputeerde Staten van Limburg te Weert, mr. E. H. J. M. van Zinnicq Bergmann,lid der Eerste Kamer der Staten-Generaal te 's Hertogenbosch; mr. Th. G. M. Smits van Oijen, lid van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant te Eindhoven en F. Th. Everard , bankier te Amsterdam.
1160
Ligt geheel binnen I (Limburg), beslaat derhalve een deel van het in die aanvraag bedoelde terrein.
XIV.
Nationaal.
20 Jan. 1899.
Spaubeek, Schinnen, Nuth, Hoensbroek en Wijnandsrade.
L. M. P. G. Hoorn, notaris te Amsterdam ; A. J. Meeuwesen , fabrikant te Breda en J. B. Quinet, particulier te Antwerpen.
1050
Ligt geheel binnen IV (Koningin-Regentes) , omvat terreinen begrepen in deze aanvraag en in de aanvragen XXI (Volharding), XXIII (de Industrie) en XXV (Morgenster).
XV.
Crescendo.
31 Jan. 1899.
Klimmen, Wijlré en Voerendaal.
E. M. van Diest, ingenieur te Hautmont (Noord-Frankrijk); G. Boè'1, industrieel en senator te Brussel; L. T. van Beneden, lid der Provinciale Staten van Limburg te Maastricht; C. J. Nieuwenhuizen, directeur der Noordbrabantsche Bank te Maastricht en mr. J. J. Jesse, notaris, adviseur der Nederlandsche Bank te Maastricht.
645
Strekt zich uit over terreinen begrepen in de aanvragen XVIII (Holland) en XXI (Volharding).
mer.
1.
IX.
X.
XL
XII.
Handelingen der Staten-Generaal.
Bijlagen.
der concessie-aanvragers.
*j
s >
It
1900—1901.
[1*0.
IC
7.]
Exploitatie van Staatsweg* van steenkolenmijnen in Limburg
Volg-
het mynveld
num-
waarvoor
mer.
concessie is gevraagd.
Datum van ontvangst dei-
aanvraag bij Gedeputeerde Staten.
« Gemeenten waarbinnen het niijnveld is
solegen. 4.
XVI. | Carisborg.
XVII.
XVIII.
XIX.
XX.
XXI.
XXII.
15 Febr. 1899.
Heerlen.
Naam , qualiteit SB woonplaats der concessie-aanvragers.
5. . Graaf A. de Marchant d'Ansembourg te Ainstenrade, H. J. A. Sijstermans te H'erlerheide (gemeente Heerlen) en dr. E. Wintgens te Maastricht, allen grondeigenaars.
Grootte van liet HlijllVt'lll n H
Naam van
Aanleekenvtiien.
6.
7.
120
Dit bruinkolenmünveld strekt zich uit over terreinen begrepen in de concessie Oranje-Nassau en in de aanvragen VII (Batavia) en VIII (Nederland).
Weltevreden.
2 Maart 1899.
Beek, Spaubeek, .1. Kaltheimer, koopman te 2Ü;;S Strekt zich uit over terreinen Hulsberg, Schim- i Bochum (Westfalen); W. Hehn, begrepen in de aanvraag XIX mert, Wn'nandsrade, directeur te Essen (Westfalen) (Koningin). Valkenburg , Hout- en G. Brinckmann , mijndirechem, Nuth. Klim- teur te Herne (Westfalen). men, Oud-Valkeaburg en Schin op Geulle.
Holland.
8 Maart 1899.
Klimmen, Voerendaal, Schin op Geulle en Wijlré.
E. Coppée, ingenieur te Brus- 985 sel ; Ch. Guimier te DoM&ldorf; de weduwe P. van der Slik te Dordrecht, vertegenwoordig! door Bas Veth te Dordrecht; V. Jourdain te Brussel; L. A chepohl te Essen en J. van der Velden te Dorecht.
Koningin.
10 Maart 1899.
' Hulsberg, Wynandsrade, Klimmen , Hoensbroek, Voerendaal en Heerlen.
Vrouwe Elisabeth Gips , we- 1919 Strekt zich uit over terreinen duwe van P. van der Slik te begrepen in de aanvragen II Dordrecht, vertegenwoordigd (Wilhelmina). III (Wilhelmina), door Bas Veth te Dordrecht. VII (Batavia). XI (Wilhelmina), XII (Wilhelmina), XVII (Weltevreden) , XXI (Volharding), XXII (Nijverheid) en XXIII (de Industrie).
Wilhelmiuengliick.
5 Maart 1900.
Broek-Sittard, Sittard, Geleen , Munstergeleen, Schinnen , Oirsbeek, Bingelrade en Merkelbeek.
Strekt zich uit over terreinen Dr. F. Fischer, geneesheer te 1520 begrepen in de aanvraag VI Bochum; G. A. Middel berg te (Prins van Oranje). Baarn ; C. J. van Loon te Delft; E. Luden te Amsterdam en F. Fonrman, mijnopnemer te Dortmund.
Volharding.
30 Maart 1899.
Wijnandsrade, Klimmen, Hoensbroek , Voerendaal en Heerlen.
Dr. W. P. Ruysch te 's Gra- 1755 venhage ; mr. W. E. K. Furnée, bankier te 's Gravenhage en j J. J. Wintgens, notaris te Wittem.
3 Mei 1899.
Wynandsrade, Hoensbroek, Klimmen , Voerendaal en Heerlen.
H. J. Seydlitz , lid der Provin- 1260 Ligt geheel binnen II (Wilciale Sta'en van Limburg en helmina) en omvat terreinen bemijningenieur te Maastricht; grepen in deze aanvraag. G. Kegout-Stevens, grondeigenaar te Villa Scharn, gemeente Heer; J. Wulff, mgn-ingenieur te Bochum.
Nijverheid.
Overdekt XV (Crescendo).
Strekt zich uit over terreinen begrepen in de aanvragen II (Wilhelmina), III (Wilhelmina), IV (Koningin-Regentes), V i l (Batavia), VIII (Nederland), XI (Wilhelmina), XII (Wilhelmina), XIV (Nationaal), XV(Orescendo), XVIII (Holland),X IX(Koningin), XXII (Nijverheid), XXIII (de Industrie) en XXV (Morgenster).
[159.
7.]
17
Exploitatie van Staatswege van steenkolenmijnen in Limburg. Naam van Volg-
het mijnveld
num-
waarvoor
mer.
concessie is gevraagd. 2.
Datum van ontvangst der aanvraag
Gemeenten waarbinnen het mijnveld
Mj Gedeputeerde Staten. 3.
is
gelegen.
Naam , qualiteit en woonplaats
Aanttekentngtn.
der concessie-aanvragers.
I*
4.
6. 1340
Strekt zich uit over terreinen begrepen in de aanvragen II (Wilhelniina), III (Wilhelmina), IV (Koningin-Regentee), V(Tubantia), VII (Batavia), VIII (Nederland!, IX (Emma), XI (Wilhelmina), XII (Wilhelmina), XIV (Nationaal), XVI (Carisborg), XIX (Koningin), XXI (Volharding), XXII (Nijverheid) en XXV (Morgenster).
XXIII.
de Industrie.
27 Mei 1899.
Schinnen, Nuth, Amstenrade, Wijnandsrade, Hoensbroek en Heerlen.
A. Jurgens-Verbruggen, industrieel te Oss: J. C. Palmen, notaris te Thora ; P. Th. Houba, griffier der Staten van Limburg te Maastricht en J. L. Palmen, notaris te Valkenburg.
XXIV.
Voorwaarts.
18 Juli 1899.
Oirsbeek, Bmgelrade, Jabeek, Merkelbeek, Amstelrade en Schinnen.
A.Bouman, lid van de Tweede 1120 Bfcrekt zich uit over terreinen begrepen in de aanvragen V Kamer der Staten-Generaal te (Tubantia), IX (Emma) en XX 's Gravenhage ; J. Heshusius , (Wilhelminengliick). inspecteur der registratie en domeinen te Rotterdam : J. C. Ramaer , ingenieur van den waterstaat te Rotterdam; J. D. Schoon , kassier te Maastricht en J. J. A. Bauduin , notaris te Maastricht.
XXV.
Morgenster,.
11 Oct. 1899.
Schinnen, Nuth, Hulsberg, Wijnandsradeen Hoensbroek.
P. Goedkoop Dzn., directeur der werf „Conrad" te Haarlem; de naamlooze vennootschap „Administratiekantoor van Mynwaarden" te Amsterdam ; mr. A. P. D. Bauduin te Maastricht: A. E. J. C. Moerinx, advocaat te Rotselaer en E. M. E. J. J. R. Storms, ingenieur te Brugge.
1290
Strekt zich uit over terreinen begrepen in de aanvragen IV (Koningin-Regentes), XIV (Nationeel), XXI (Volharding) en XXIII (de Industrie).